Technische vragen (cursief) en antwoorden bestemmingsplan BIC d.d. 4 december 2015

Transcriptie

1 Technische vragen (cursief) en antwoorden bestemmingsplan BIC d.d. 4 december 2015 PvdA en GroenLinks In het kwaliteitsboek op pagina 76 een kaartje in het verlengde van de start en landingsbaan van Eindhoven Airport. Hierin staat een geel en een rood gebied, die tevens van invloed zijn op de hoeveelheid mensen die mogen werken onder dit gebied. 1. Klopt het dat in het kwaliteitshandboek niet wordt ingegaan op de betekenis van deze gele en rode gebieden voor het BIC? In het kwaliteitsboek (blz. 77) dat bij het definitieve bestemmingsplan is gevoegd is vermeld dat binnen de 10-5 risicocontour van de luchthaven (rood gekleurd) geen objecten mogen worden geprojecteerd waar werknemers verblijven en in de 10-6 risicocontour (geel gekleurd) 100 werknemers per hectare zijn toegestaan. Laatstgenoemde waarde is een richtwaarde. In het kwaliteitsboek wordt de betekenis van deze contouren slechts summier toegelicht. Een uitgebreide toelichting over wat deze contouren van de luchthaven Eindhoven betekenen is beschreven in paragraaf van de toelichting van het bestemmingsplan. 2. Wat is de betekenis van deze gele en rode gebieden voor het BIC en daarmee specifiek voor de haalbaarheid van fase 2 en 3 van het BIC? De risicocontouren van de luchthaven Eindhoven zorgen voor een beperking in het gebruik en de bouwmogelijkheden van de gronden van BIC, met uitzondering van het plangebied van het 1e cluster. Voor het 2e cluster van de eerste fase, voor zover deze binnen de 10-6 contour ligt (totaal ca. 20 ha), geldt de beperking van 2000 mensen. Dit is een richtwaarde waarvan gemotiveerd van mag worden afgeweken. Bij het ontwikkelen van de plannen voor BIC is en wordt vanzelfsprekend rekening gehouden met deze risicocontouren. De beperkingen zijn en worden ook doorgesproken met de veiligheidsregio Zuidoost- Brabant. Voor de duidelijkheid is een kaart bijgevoegd met daarop in donkerpaars de 10-5 contour (daarbinnen mogen geen objecten), in lichtpaars de 10-6 contour (daarbinnen geldt richtwaarde 100 p/ha), de rode vierkanten zijn de bouwvlakken van het 1e en 2e cluster BIC. Tevens zijn er geluidskaarten te vinden in het kwaliteitsboek. Hierin staat onder andere dat er een gebied is met een geluidsniveau van >74 db(a). Dit gebied valt over het fase 2 gebied van het BIC. 3. Klopt het dat er een geluidsniveau gebied van >74 db(a) over het gebied fase 2 van het BIC valt? 4. Wat is de betekenis van dit hoge geluidsniveau voor de haalbaarheid van fase 2 en fase 3 van het BIC? De normstellingen in de verschillende wetten over geluid hebben tot doel nieuwe geluidhindersituaties en daarmee gezondheidsschade te voorkomen. Deze normen gelden voor zogenoemde geluidgevoelige functies, zoals woningen. Omdat binnen het plangebied voor BIC geen nieuwe geluidgevoelige functies mogen worden gebouwd, zijn deze normstellingen niet direct van toepassing voor BIC. In het kader van een goede ruimtelijke ordening c.q. een acceptabel verblijfsklimaat is ter plaatse van het plangebied toch de gecumuleerde geluidsbelasting berekend/onderzocht (hoofdstuk 6 van het milieueffectrapport (MER)). De kaartjes in het MER laten zien dat in het plangebied van BIC de gecumuleerde geluidbelasting tot boven 73 db komt. De geluidbelasting ter plaatse van BIC wordt vooral veroorzaakt door het vliegverkeer en de snelweg. Ter plaatse van BIC cluster 1 en 2 is tevens industrielawaai een bron. Uit het MER blijkt dat de gecumuleerde geluidbelasting in het plangebied van BIC vergelijkbaar is met de geluidbelasting op het westelijke deel van het bedrijventerrein Eindhoven Airport. Dit wordt acceptabel geacht voor het BIC. De bescherming van werknemers tegen de hoge geluidniveaus in bedrijven wordt geregeld via de Arbo-wet.

2 Bereikbaarheid van het BIC. 5. In het kwaliteitsboek van het BIC staan veel bereikbaarheidsoplossingen die in de toekomst nog gerealiseerd gaan worden. Graag ontvangen wij van u een tijdspad (uitvoeringsplanning) van alle bereikbaarheidsmaatregelen uit het kwaliteitsboek en de Challange-variant voor Eindhoven Noord-West gekoppeld aan welke onderdelen daarvan beschikken over dekking en welke niet. 6. Welke voorzieningen zijn er getroffen om sluipverkeer door Meerhoven of andere woongebieden te voorkomen? Voor een vlotte en betrouwbare bereikbaarheid van de luchthaven Eindhoven, de bereikbaarheid van BIC en de bedrijventerreinen Eindhoven Airport, Flight Forum, het GDC Acht en Westfields in Oirschot is een structurele verbetering van de infrastructuur in het noordwestelijk deel van Eindhoven noodzakelijk. De realisatie van de Challenge-variant voorziet daarin en deze voorkomt sluipverkeer. Echter: voor het 1e cluster van BIC is realisatie van deze variant nog niet noodzakelijk. Om het 1e cluster van BIC te ontsluiten wordt een tijdelijke ontsluitingsroute gerealiseerd. Hierbij wordt het zuidelijk deel van de Landsard afgesloten voor doorgaand autoverkeer (met uitzondering van bus- en calamiteitenverkeer en bestemmingsverkeer van en naar de woningen aan de Landsard). Op de omliggende wegen waar het autoverkeer na afsluiting van de Landsard gebruik van maakt, is voldoende ruimte voor dit extra autoverkeer. In de huidige situatie fungeert de Landsard als sluiproute. Gezien de structuur van het wegennet, de ligging van de Landsard en de Oirschotsedijk daarin en de situering van woonwijken is er geen reden om aan te nemen dat de realisatie van 1e cluster van BIC en het (gedeeltelijk) afsluiten van de Landsard leidt tot extra sluipverkeer door woonwijken. Gelet op bovenstaande argumenten is het acceptabel om cluster 1 van BIC te realiseren voordat de Challenge-variant gereed is. De Challenge-variant kent een eigen (bestemmingsplan)procedure. De planning is dat begin 2016 wordt gestart met deze procedure. Het tijdpad waarop de variant wordt uitgevoerd is De financiering is voor een belangrijk deel (voor 90%) rond. De subsidiepartners hebben geconcludeerd dat dit een acceptabele uitgangspositie is voor het vervolg. 7. In hoeverre is er overleg met de omwonenden van het beoogde BIC over de impact van het industrieterrein? Voor het bestemmingsplan BIC cluster 1 is samenspraak doorlopen. Hierin zijn belanghebbenden betrokken/uitgenodigd. De samenspraak is begonnen met een informatieavond op 27 februari 2015 met als onderwerp de Visie Brainport Park. Op 7 april 2015 is het voorontwerp bestemmingsplan aan alle partijen gestuurd, gevolgd door een inloopbijeenkomst op 23 april. Nadat op 13 juli 2015 het ontwerpbestemmingsplan, inclusief kwaliteitsboek, MER en verzoek EHS compensatie aan alle partijen is verzonden, is er op 9 september 2015 een algemene informatieavond geweest. 8. Is het niet gebruiken van de Oirschotsedijk voor verkeer geborgd in het bestemmingsplan en in de toekomstvisies op de bereikbaarheid? Om het 1e cluster van BIC te ontsluiten wordt een weg aangelegd tussen de Oirschotsedijk en het 1e cluster van BIC. Het is dus noodzakelijk dat de Oirschotsedijk toegankelijk blijft voor gemotoriseerd verkeer totdat de ontsluiting van de 1e fase van BIC (BIC ten zuiden van de Oirschotsedijk) is gerealiseerd. Daarom wordt in het bestemmingsplan voor het 1e cluster van BIC niet vastgelegd dat de Oirschotsedijk autoluw moet worden. In het kader van het Groene Raamwerk in Brainport Park is het uitgangspunt dat de Oirschotsedijk uiteindelijk autoluw wordt. Dit kan pas als alle maatregelen van de Challenge-variant zijn gerealiseerd.

3 Haalbaarheid van het BIC. Tijdens de inspraakavond werd door verschillende partijen aangegeven dat zij er geen vertrouwen noch geloof in hebben dat fase 2 en fase 3 van het BIC ooit zullen worden aangelegd. In eerdere bijeenkomsten is aangegeven dat BIC alleen een succes is wanneer alle drie de fasen worden uitgevoerd. 9. Hoeveel partijen hebben inmiddels aangegeven naar het BIC te gaan als de plannen nu worden goedgekeurd? Op dit moment heeft het bedrijf KMWE, als maatgevende partij in deze sector hightech-maakindustrie, zich definitief uitgesproken voor vestiging op de campus. 10. Hoe definitief zijn deze partijen? KMWE richt zich al sinds eind 2014 volledig op een nieuwe bedrijfsinrichting onder het concept Fabriek van de Toekomst op deze locatie. De huurovereenkomst met de ontwikkelaar is getekend. Er is overeengekomen dat een verhuizing en ingebruikname per einde 2017 plaatsvindt. 11. Heeft u al zicht over de invulling van fase 2 en fase 3? Wat zijn daar op dit moment de prognoses voor? Besprekingen van de ontwikkelaar met andere bedrijven lopen al enige tijd. De invulling van een 2e cluster wordt daarbij betrokken. In de rapporten van de Stec Groep (bijlagen bij het bestemmingsplan) staan de prognoses voor de verdere invulling vanuit de regionale en landelijke markt opgenomen. 12. Klopt het dat fase 2 en fase 3 oranje zijn in de regionale prioriteringsagenda mbt bedrijventerreinen? Waarom is dat het geval? Voor een goed begrip wordt eerst vermeld dat cluster 1 en cluster 2 samen fase 1 vormen. Fase 1 ligt ten zuiden van de Oirschotsedijk. De fasen 2 en verder worden aan de noordzijde van de Oirschotsedijk ontwikkeld. In de regionale programmeringsagenda bedrijventerreinen is onlangs nog herbevestigd dat de eerste 25 ha van de campus op groen licht blijven staan; dit is de omvang van het 1e en 2e cluster die samen fase 1 vormen. 13. Er zijn twee rapporten; van STEC en van Bureau Stedelijke Planning. Tijdens de inspraakavond van 1 december is aangegeven dat de gemeente Eindhoven geweigerd heeft om mee te werken aan het rapport van Bureau Stedelijke Planning. Is dit juist? Wat zijn de overwegingen geweest om niet mee te werken aan dit rapport? Vooruitlopend op het onderzoek van OVE, dat is uitgevoerd door Bureau Stedelijke Planning, kwam in het periodieke overleg van de wethouder met OVE ook Brainport Industries Campus aan de orde. De OVE en de wethouder hebben in goed overleg geconcludeerd dat ze het eens zijn over het belang van het BIC concept, maar dat ze het niet eens zijn over de vraag of alle ruimtelijke randvoorwaarden ook aanwezig zijn op de Run. 14. Welke overleggen zijn er geweest met de ondernemersverenigingen in de gemeente Eindhoven en de regio over het BIC en de locatiekeuze? In het kader van de ontwikkeling van BIC zijn de afgelopen periode diverse bijeenkomsten gehouden waarvoor zeer breed is uitgenodigd, ook de ondernemers in Eindhoven en directe omgeving (zie ook beantwoording vraag 7). Daar is de gehele ontwikkeling van de ambitie en het concept Fabriek van de Toekomst uitgebreid uiteengezet; inhoud en locatie van het concept vormen een geheel. 15. Hoe verhouden de extra hectares op het BIC zich tot de beschikbare hectares in de regio? Wat zijn de consequenties van het aanbieden van extra hectares op de leefbaarheid en vitaliteit van de bedrijventerreinen in de regio? De hectares van BIC zijn geen extra hectares c.q. komen niet boven op de hectares waarover afspraken zijn gemaakt in de regionale programmeringsagenda bedrijventerreinen (zie beantwoording vraag 12). Gezien het unieke concept en de toegevoegde waarde die BIC gaat leveren aan onze Brainport ambities heeft de ontwikkeling van deze campus de steun van de regio. Van de eventuele consequenties zijn wij/de regio ons

4 bewust. Vandaar onze inzet voor de regionale herprogrammering en opzet van een regionaal ontwikkelingsfonds voor werklocaties waarbij Eindhoven samen met de regio de lead heeft. (zie ook de brief herbevestigen BIC voor gemeente Eindhoven op het RIS). 16. Zijn er plannen om hectares in de regio te schrappen of te herbestemmen om hectares uit de markt te nemen? Kunt u ons daar meer informatie over geven? We zitten samen met Stedelijk Gebied Eindhoven/deelnemers aan het bestuursconvenant aan het begin van het proces dat we gaan kiezen/prioriteren/ schrappen op basis van marktbehoefte. Daarover kunnen wij u bijpraten in het verlengde van de nieuwe nota bedrijventerreinen. 17. Zijn er plannen voor het transformeren van bestaande bedrijventerreinen in de gemeente Eindhoven en zo ja welke bedrijventerreinen zijn dat en wat zijn de plannen? Uitgangspunt is een ondernemersgerichte benadering: we kijken naar de behoefte van ondernemers, rekening houdend met de belangen van bedrijvigheid / de bedrijven die gevestigd zijn op bedrijventerreinen. Samen met ondernemers en eigenaren stappen we in een proces van verkleuring/transformatie vanuit de kracht en behoefte van het gebied zelf. 18. In hoeverre is er samenhang tussen enerzijds het ontwikkelen van het BIC en anderzijds de herstructurering en revitalisering van bestaande bedrijventerreinen in de regio? Graag hebben wij inzage in de plannen die hiervoor beschikbaar zijn. Momenteel wordt hard gewerkt aan plannen in de regio, zoals het opzetten van een regionaal ontwikkelingsfonds werklocaties. Hierover wordt u komende voorjaar geïnformeerd. 19. Hoe concreet zijn de plannen voor het regionaal ontwikkelingsfonds tegen leegstand? Welke bijdrage levert de gemeente Eindhoven hieraan? Het regionaal ontwikkelingsfonds is nader aan u toegelicht tijdens de A-avond van 10 november Bijgaand treft u de sheets van deze toelichting aan. Zoals aangegeven in de Begroting 2016 en bij de antwoorden op de technische vragen bij de Begroting 2016 leggen de provincie en Stedelijk Gebied Eindhoven een hoge prioriteit bij het gezond maken van de bedrijventerreinenmarkt in de stedelijke regio. Daarbij hoort een regionaal ontwikkelingsfonds om te kunnen investeren in bestaande bedrijventerreinen. Eindhoven heeft hier een voortrekkersrol. 20. In hoeverre is het BIC een daadwerkelijke campus zoals de naam doet vermoeden? Uitgangspunt in de nieuwe bedrijventerreinennota Aan de slag voor waardevolle werklocaties is dat BIC een nieuwe campus is, passend bij het bedrijvenecosysteem van het SGE en de bedrijventerreinen in onze stad. 21. Valt het BIC onder de noemer thematerreinen zoals in het rapport van STEC voor de provincie heeft opgesteld? (Kwalitatief verdiepingsonderzoek bedrijventerreinen Noord-Brabant)? BIC valt in de categorie Thematerreinen en/of campussen. Het rapport van de Stec Groep doet uitspraken over de markttechnische geschiktheid van locaties voor de benoemde segmenten in het rapport. 22. Zijn er alternatieve locaties voor het BIC onderzocht? Zo ja, welke en waarom zijn deze afgevallen? Het concept Fabriek van de Toekomst in de vorm van de Brainport Industries Campus heeft een conclusie ten aanzien van de locatie in zich. Daarom is er geen sprake van het zoeken naar alternatieven. Wel is uitputtend onderzocht, mede in het kader van de onderbouwing van de ladder in het bestemmingsplan, hoe de geschiktheid van bestaande locaties voor deze campus is. De Stec Groep heeft daar uitgebreid over gerapporteerd, zie de bijlagen bij het bestemmingsplan.

5 STEC stelt op pagina 4 van het rapport Kwalitatief verdiepingsonderzoek bedrijventerreinen Noord- Brabant dat thematerreinen/campussen direct effect hebben op bestaande terreinen en dat thematerreinen geen escape mogen zijn om extra plannen te ontwikkelen. 23. Kunt u bovenstaande conclusies van STEC duiden in relatie tot de ontwikkeling van het BIC? In genoemd document is bij het onderwerp thematerreinen en campussen vermeld dat zorgvuldigheid bij dergelijke ontwikkelingen en goede regionale afspraken cruciaal zijn. Uit voorgaande beantwoording van de vragen blijkt dat de regionale afspraken over BIC zijn herbevestigd. Verder wordt het campusconcept van BIC op verschillende manieren geborgd, o.a. in het bestemmingsplan en het kwaliteitsboek. De fabriek van de toekomst. 24. Wordt het gehele concept fabriek van de toekomst zoals gepresenteerd aan de raad in een keer ontwikkeld (fase 1)? Zo nee, is er een fasering? Wat is die fasering en hoe definitief zijn de verschillende onderdelen uit die fasering? Zoals vermeld bij nr. 12 vormen cluster 1 en cluster 2 samen BIC fase 1. Het gebouw (fabriek van de toekomst) in cluster 1 kan gefaseerd worden gerealiseerd met dien verstande dat bij de eerste fase al direct volgens het concept van de fabriek van de toekomst moet worden gebouwd. Flora en Fauna in het bestemmingsplan. 25. Klopt het dat het college van B&W een overeenkomst heeft gesloten met de Van Abbe Stichting en Trefpunt Groen met betrekking tot een faunapassage langs de Ekkersrijt van 50 meter breed? BIC heeft een forse groenambitie. Uitgangspunt is dat BIC zoveel als mogelijk niet ter plaatse van de EHS wordt geprojecteerd. Desondanks is een aantal (delen van) faciliteiten/voorzieningen noodzakelijkerwijs geprojecteerd ter plaatse van de EHS. De voorgestelde compensatie van de EHS in een strook langs de Ekkersrijt past in de EVZ-doelen voor deze beek. Verder voldoet de breedte van deze strook (30 meter) aan de provinciale vereisten. Deze strook/compensatieopgave is vastgelegd in het bestemmingsplan. Daarnaast is er een overeenkomst opgesteld tussen het college van B&W en TGE over de groenambitie van BIC waarin is afgesproken dat de verbreding van deze strook compensatie richting 50 meter wordt meegenomen in de verbeelding van het bestemmingsplan voor het 2e cluster van BIC. Verder heeft het college van burgemeester en wethouders besloten een faunapassage bij de Anthony Fokkerweg te realiseren vanwege de ontwikkeling van BIC. 26. Is het mogelijk om deze overeenkomst in het bestemmingsplan op te nemen? In deze overeenkomst met TGE is afgesproken dat de compensatie van de EHS, zoals die nu is opgenomen in het bestemmingsplan voor het 1e cluster BIC, wordt uitgebreid in het bestemmingsplan voor het 2e cluster van BIC. Omdat deze overeenkomst betrekking heeft op het bestemmingsplan voor het 2e cluster wordt deze niet opgenomen in voorliggend bestemmingsplan. In het nagesprek werd gerefereerd aan een vergunning die KMWE al zou hebben voor nieuwbouw met dit bedrijfsconcept op Strijp T. 27. Klopt dit? Er is geen sprake van plannen of een vergunning voor dit concept op enige andere plek. De positie van KMWE op Strijp T heeft niets te maken met het concept Fabriek van de Toekomst. 28. Wat is de reden dat KMWE uiteindelijk toch afziet van bouw op Strijp T? KMWE heeft voor haar bedrijfsontwikkeling sowieso een verhuizing nodig, uiterlijk eind Omdat zij een sterke pleitbezorger is voor het concept Fabriek van de Toekomst willen zij de eerste gebruiker van de campus zijn; zolang de ontwikkeling met bijbehorende planning niet voldoende zeker was, heeft het bedrijf gekozen om een noodscenario voor een vervangende huisvesting op Strijp T achter de hand te houden.

6 LPF Opmerkingen van S. Sluyterman, op persoonlijke titel: 1. Is het juist dat er een beperking geldt voor het aantal van 21 medewerkers per ha in een gedeelte van het plan? 2. Is het juist dat er een beperking geldt voor het aantal van 100 medewerkers per ha in een ander gedeelte van het plan? De risicocontouren van de luchthaven Eindhoven zorgen voor een beperking in het gebruik en de bouwmogelijkheden van de gronden van BIC, met uitzondering van het plangebied van cluster 1 van BIC. Bij het ontwikkelen van de plannen voor BIC is en wordt vanzelfsprekend rekening gehouden met deze risicocontouren. De beperkingen zijn en worden ook doorgesproken met de veiligheidsregio Zuidoost- Brabant. In het Kwaliteitsboek Brainport Industries Campus, dat bij het ontwerp bestemmingsplan was gevoegd, was abusievelijk opgenomen dat binnen de 10-5 risicocontour van de luchthaven Eindhoven (rood gekleurd in kwaliteitsboek) 21 werknemers per hectare zijn toegestaan en in de 10-6 risicocontour (geel gekleurd) 100 werknemers per hectare. In het kwaliteitsboek (blz. 77) dat bij het definitieve bestemmingsplan is gevoegd is dit aangepast. Binnen de 10-5 risicocontour van de luchthaven (rood gekleurd) mogen geen objecten worden geprojecteerd waar werknemers verblijven en in de 10-6 risicocontour (geel gekleurd) is de richtwaarde 100 werknemers per hectare. Voor het 1e cluster gelden geen belemmeringen. Voor het 2e cluster van de eerste fase, voor zover deze binnen de 10-6 contour ligt (totaal ca. 20 ha), geldt de beperking van 2000 mensen. Dit is een richtwaarde waarvan gemotiveerd van mag worden afgeweken. Voor de duidelijkheid is een kaart bijgevoegd met daarop in donkerpaars de 10-5 contour (daarbinnen mogen geen objecten), in lichtpaars de 10-6 contour (daarbinnen geldt richtwaarde 100 p/ha), de rode vierkanten zijn (zeer globaal geprojecteerd) bouwvlakken van BIC cluster 1 en Hoe is het gesteld met de geluidscontouren van Eindhoven Airport in het BIC plan? 4. Indien deze inspreker gelijk heeft, is het dan geen beperking van de bedrijfsactiviteiten op het BIC? De normstellingen in de verschillende wetten over geluid hebben tot doel nieuwe geluidhindersituaties en daarmee gezondheidsschade te voorkomen. Deze normen gelden voor zogenoemde geluidgevoelige functies, zoals woningen. Omdat binnen het plangebied voor BIC geen nieuwe geluidgevoelige functies mogen worden gebouwd, zijn deze normstellingen niet direct van toepassing voor BIC. In het kader van een goede ruimtelijke ordening c.q. een acceptabel verblijfsklimaat is ter plaatse van het plangebied toch de gecumuleerde geluidsbelasting berekend/onderzocht (hoofdstuk 6 van het milieueffectrapport (MER)). De geluidbelasting ter plaatse van BIC wordt vooral veroorzaakt door het vliegverkeer en de snelweg. Ter plaatse van BIC cluster 1 en 2 is tevens industrielawaai een bron. Uit de kaartjes in het MER blijkt dat de gecumuleerde geluidbelasting in het plangebied van BIC vergelijkbaar is met de geluidbelasting op het westelijke deel van het bedrijventerrein Eindhoven Airport. Dit wordt acceptabel geacht voor het BIC. De bescherming van werknemers tegen de hoge geluidniveaus in bedrijven wordt geregeld via de Arbo-wet. Opmerkingen van H. de Man, op persoonlijke titel: Deze inspreker maakt zich ernstig ongerust over de verkeersafwikkeling in het te ontwikkelen gebied als ook in Meerhoven. Hij vreest voor nog langere files en meer sluiproutes door de wijk Meerhoven. 5. Is het juist dat de infrastructuur nog niet is geregeld en nu tekortschiet indien het BIC plan doorgang zal vinden? Voor een vlotte en betrouwbare bereikbaarheid van de luchthaven Eindhoven, de bereikbaarheid van BIC en de bedrijventerreinen Eindhoven Airport, Flight Forum, het GDC Acht en Westfields in Oirschot is een structurele verbetering van de infrastructuur in het noordwestelijk deel van Eindhoven noodzakelijk. De realisatie van de Challenge-variant voorziet daarin. Echter: voor de realisatie van het 1e cluster van BIC is deze variant nog niet noodzakelijk.

7 Om het 1e cluster van BIC te ontsluiten wordt een tijdelijke ontsluitingsroute gerealiseerd. Hierbij wordt het zuidelijk deel van de Landsard afgesloten voor doorgaand autoverkeer (met uitzondering van bus- en calamiteitenverkeer en bestemmingsverkeer van en naar de woningen aan de Landsard). Uit verkeersonderzoeken blijkt dat in de huidige situatie het aantal verkeersbewegingen op de Landsard circa motorvoertuigen per etmaal bedraagt. In de tijdelijke situatie, na realisatie van BIC cluster 1 en afsluiting van de Landsard voor doorgaand autoverkeer, bedraagt het aantal verkeersbewegingen op de Landsard circa motorvoertuigen per etmaal. Op de omliggende wegen waar het autoverkeer na afsluiting van de Landsard gebruik van maakt, is voldoende ruimte voor dit extra autoverkeer. In de huidige situatie fungeert de Landsard als sluiproute. Gezien de structuur van het wegennet, de ligging van de Landsard en de Oirschotsedijk daarin en de situering van woonwijken is er geen reden om aan te nemen dat de realisatie van 1e cluster van BIC en het (gedeeltelijk) afsluiten van de Landsard leidt tot extra sluipverkeer door woonwijken. Gelet op bovenstaande argumenten is het acceptabel om cluster 1 van BIC te realiseren voordat de Challenge-variant gereed is. De Challenge-variant kent een eigen (bestemmingsplan)procedure. De planning is dat begin 2016 wordt gestart met deze procedure. Het tijdspad waarop de Challenge-variant wordt uitgevoerd is Opmerkingen van P. Goevaerts, namens Goevaerts Beheer BV: Eerder heeft dhr. E. Vonken van KMWE gezegd dat hij zijn pand heeft verkocht en daarom zeer veel haast heeft om zijn bedrijven uit de regio op het BIC samen te voegen, omdat hij anders genoodzaakt is om elders zijn bedrijven te vestigen. De inspreker vertelde echter dat KMWE zijn bedrijfspand heeft gehuurd en dus van verkoop geen sprake is. Ook is de huur nog niet opgezegd. Hoewel dit minder van belang is, wil ik wel weten of de raad verkeerd is voorgelicht. 6. Wie spreekt hier de waarheid? KMWE of de inspreker? Op dit moment heeft het bedrijf KMWE, als maatgevende partij in deze sector hightech-maakindustrie, zich definitief uitgesproken voor vestiging op de campus. KMWE richt zich al sinds eind 2014 volledig op een nieuwe bedrijfsinrichting onder het concept Fabriek van de Toekomst op deze locatie. De huurovereenkomst met de ontwikkelaar is getekend. Er is overeengekomen dat een verhuizing en ingebruikname per einde 2017 plaatsvindt. Opmerkingen van mevr. A. van Liempt, namens het Stedelijk Plan Bureau: Dit Adviesbureau vindt dat de Lader Voor Duurzame Verstedelijking niet goed is toegepast omdat de gezondheid van bestaande industrieterreinen in Eindhoven en Veldhoven te wensen over laat. Bovendien is in tegenstelling wat het college tegen de raad altijd heeft gezegd, in deze regio wel voldoende grond en bedrijventerrein aanwezig om daar 6 ha aaneengesloten nieuwbouw te plegen. 7. Wie spreekt hier de waarheid? Dit Adviesbureau of het college? Het concept van de Brainport Industries Campus (fabriek van de toekomst) wordt door de ondernemers in de regio omarmd. De discussie spitst zich toe op de locatiekeuze. Door een extern onafhankelijk deskundig bureau (Stec Groep) is onderzocht of de locatie van BIC kan worden gemotiveerd vanuit de ladder voor duurzame verstedelijking. Uit het onderzoek blijkt dat er een vraag is die de ontwikkeling noodzakelijk maakt (trede 1) en dat het voorgestelde plangebied van BIC de enige locatie is die voldoet aan alle, zowel kwalitatief als kwantitatief, ruimtelijke randvoorwaarden voor het realiseren van een campus (trede 2). Andere terreinen en locaties in de regio voldoen niet aan de ruimtelijke randvoorwaarden. De ontwikkeling van BIC zal bovendien geen onaanvaardbare ruimtelijke effecten (bijvoorbeeld leegstand) elders tot gevolg hebben. Naar aanleiding van het rapport van BSP is het bedrijventerrein De Run door de Stec Groep expliciet beoordeeld op de geschiktheid voor BIC (aanvullende memo van de Stec Groep). Daaruit blijkt dat ook de Run niet geschikt is voor BIC omdat het niet voldoet aan de cruciale ruimtelijke randvoorwaarden. De Run kent te veel ruimtelijke en financiële beperkingen om de locatie op korte termijn geschikt te maken voor BIC.

8 Opmerkingen van G. Hermanides namens ondernemers, verenigd in de OVE: Deze inspreker merkt op dat zij als vertegenwoordiger van een grote achterban geen gelegenheid hebben gehad om mee te praten over invulling van bestaande bedrijventerreinen met veel leegstand waar het BIC plan tot haar recht kan komen. 8. Is het juist dat ondernemersverenigingen niet zijn betrokken bij het zoeken naar, of invulling van bestaande bedrijventerreinen waar het volledige BIC plan gevestigd kan worden? Er is periodiek overleg tussen de Ondernemers Vereniging Eindhoven (OVE) en de wethouder. In dit overleg is ook het BIC aan de orde. De OVE en de wethouder hebben in goed overleg geconcludeerd dat ze het eens zijn over het belang van het BIC concept. Maar dat ze het niet eens zijn over de vraag of de ruimtelijke randvoorwaarden ook aanwezig zijn op de Run. De vereniging is op de hoogte van de resultaten van het onafhankelijke ladderonderzoek van de Stec Groep. Vervolgens heeft BSP een eigen onderzoek uitgevoerd. Naar aanleiding van de zienswijzen van de verschillende ondernemers(verenigingen) en het rapport van BSP heeft de Stec Groep nogmaals de verschillende relevante bedrijventerreinen in de regio beoordeeld en is De Run zeer uitgebreid aan bod gekomen. 9. In hoeverre hebben de ondernemers die later ook naar het BIC willen verhuizen een intentieovereenkomst getekend en wat is de rechtsgeldigheid hiervan? Er zijn op dit moment geen andere bedrijven dan KMWE die middels een intentieovereenkomst hebben vastgelegd dat zij naar BIC willen verhuizen. Opmerkingen van A. Putmans namens Veldhovens Ondernemers Contact (VOC): Deze inspreker maakt ernstig ongerust over de huidige leegstand van 22% op De HURK, wat nu het grootste bedrijventerrein is van Eindhoven. Vele panden staan al meer dan 10 jaar leeg. Ook op DE RUN in Veldhoven staan bedrijfspanden leeg. Als het BIC op de voorgestelde locatie doorgang zal vinden wordt de leegstand op deze bedrijventerreinen nog groter. Ook is volgens deze inspreker nu al en op korte termijn meer dan 6 ha aaneengesloten aanwezig, waardoor de huidige bedrijventerreinen weer een gezonde invulling krijgen. 10. Is het juist dat er met een beetje goede wil voldoende bedrijfsterrein beschikbaar is op DE HURK en DE RUN? 11. Heeft het college deze mogelijkheid eerder al onderzocht? Zo ja, waarom is de mogelijkheid er niet? Zie het antwoord op vraag 8. Opmerkingen van P. van den Baar namens de Henri van Abbe Stichting: Door het college is aan Trefpunt Groen mondeling toegezegd dat er op het BIC terrein ter compensatie een groene rand moet komen van 50 meter. Maar dat staat niet in het raadsvoorstel. Ook maakte deze inspreker zich ongerust over de verkeersafwikkeling. 12. Is het college bereid deze toezegging/afspraak mee te nemen in het raadsvoorstel? BIC heeft een forse groenambitie. Uitgangspunt is dat BIC zoveel als mogelijk niet ter plaatse van de EHS wordt geprojecteerd. Desondanks is een aantal (delen van) faciliteiten/voorzieningen noodzakelijkerwijs geprojecteerd ter plaatse van de EHS. De voorgestelde compensatie van de EHS in een strook langs de Ekkersrijt past in de EVZ-doelen voor deze beek. Verder voldoet de breedte van deze strook (30 meter) aan de provinciale vereisten. Deze strook/ compensatieopgave is vastgelegd in het bestemmingsplan. Daarnaast is er een overeenkomst opgesteld tussen het college van B&W en TGE over de groenambitie van BIC waarin is afgesproken dat de verbreding van deze strook compensatie richting 50 meter wordt meegenomen in de verbeelding van het bestemmingsplan voor het 2e cluster van BIC.

9 SP Aanvliegroute Eindhoven Airport 1. In de aangegeven rode zone mogen maximaal 21 medewerkers per hectare aanwezig zijn. In de oranje zone max. 100 p/ha. Wordt dit gemeten aan de hand van de netto bouwoppervlakte, of aan de hand van de bruto bestemmingsplanoppervlakte? Graag meer inzicht hierin. De risicocontouren van de luchthaven Eindhoven zorgen voor een beperking in het gebruik en de bouwmogelijkheden van de gronden van BIC, met uitzondering van het plangebied van cluster 1 van BIC. Bij het ontwikkelen van de plannen voor BIC is en wordt vanzelfsprekend rekening gehouden met deze risicocontouren. De beperkingen zijn en worden ook doorgesproken met de veiligheidsregio Zuidoost- Brabant. In het Kwaliteitsboek Brainport Industries Campus, dat bij het ontwerp bestemmingsplan was gevoegd, was abusievelijk opgenomen dat binnen de 10-5 risicocontour van de luchthaven Eindhoven (rood gekleurd in kwaliteitsboek) 21 werknemers per hectare zijn toegestaan en in de 10-6 risicocontour (geel gekleurd) 100 werknemers per hectare. In het kwaliteitsboek (blz. 77) dat bij het definitieve bestemmingsplan is gevoegd is dit aangepast. Binnen de 10-5 risicocontour van de luchthaven (rood gekleurd) mogen geen objecten worden geprojecteerd waar werknemers verblijven en in de 10-6 risicocontour (geel gekleurd) is de richtwaarde 100 werknemers per hectare. Van een richtwaarde mag gemotiveerd worden afgeweken. Voor het 1e cluster gelden geen belemmeringen. Voor het 2e cluster van de eerste fase, voor zover deze binnen de 10-6 contour ligt (totaal ca. 20 ha), geldt de beperking van 2000 mensen. Voor de duidelijkheid is een kaart bijgevoegd met daarop in donkerpaars de 10-5 contour (daarbinnen mogen geen objecten), in lichtpaars de 10-6 contour (daarbinnen geldt richtwaarde 100 p/ha), de rode vierkanten zijn (zeer globaal geprojecteerd) bouwvlakken van BIC cluster 1 en 2. Parkforum als alternatief 2. a. Wat zijn concreet de conclusies uit het onderzoek naar het terrein Parkforum, betreft de verkeersafwikkeling? Waar zijn mogelijke knelpunten en hoe zou hiermee omgegaan moeten worden, als BIC aldaar ontwikkelt zou worden? 2. b. Wat zijn concreet de conclusies uit het onderzoek naar het terrein Parkforum, betreft Flora en Fauna en de noemer 'parkachtige omgeving'? Waar zijn mogelijke knelpunten en hoe zou hiermee omgegaan moeten worden, als BIC aldaar ontwikkelt zou worden? Door een extern onafhankelijk deskundig bureau (Stec Groep) is onderzocht of de locatie van BIC kan worden gemotiveerd vanuit de ladder voor duurzame verstedelijking. Uit het onderzoek blijkt dat het voorgestelde plangebied van BIC de enige locatie is die voldoet aan alle, zowel kwalitatief als kwantitatief, ruimtelijke randvoorwaarden voor het realiseren van een campus. Andere terreinen en locaties in de regio en Eindhoven voldoen niet aan de ruimtelijke randvoorwaarden. Park Forum is daarom geen alternatieve locatie voor BIC. Ten aanzien van de verkeersafwikkeling van Park Forum kan het volgende worden vermeld. Voor een vlotte en betrouwbare bereikbaarheid van de luchthaven Eindhoven, de bereikbaarheid van BIC en de bedrijventerreinen Eindhoven Airport, Flight Forum, het GDC Acht, Park Forum en Westfields in Oirschot is een structurele verbetering van de infrastructuur in het noordwestelijk deel van Eindhoven noodzakelijk. De realisatie van de Challenge-variant voorziet daarin. Echter: voor de realisatie van het 1e cluster van BIC is deze variant nog niet noodzakelijk. Samenspraak en Inspraak 3. a. Wat waren de afwegingen om omwonenden en ondernemersverenigingen wel of niet te betrekken bij het realiseren van het BIC-plan en bij de locatiekeuze? Ten aanzien van de locatiekeuze kan het volgende worden vermeld. Het concept van BIC (fabriek van de toekomst) wordt door de ondernemers in de regio omarmd. De discussie spitst zich toe op de locatiekeuze. Door een extern onafhankelijk deskundig bureau (Stec Groep) is onderzocht of de locatie van BIC kan worden gemotiveerd vanuit de ladder voor duurzame verstedelijking. Uit het onderzoek blijkt dat het

10 voorgestelde plangebied van BIC de enige locatie is die voldoet aan alle, zowel kwalitatief als kwantitatief, ruimtelijke randvoorwaarden voor het realiseren van een campus. Andere terreinen en locaties in de regio voldoen niet aan de ruimtelijke randvoorwaarden. De wethouder en de Ondernemers Vereniging Eindhoven (OVE) hebben periodiek overleg. Daarin is de Brainport Industries Campus ook aan de orde. De OVE en de wethouder hebben in goed overleg geconcludeerd dat ze het eens zijn over het belang van het BIC concept. Maar dat ze het niet eens zijn over de vraag of alle ruimtelijke randvoorwaarden ook aanwezig zijn op de Run. Verder is voor het bestemmingsplan BIC cluster1 een samenspraak doorlopen. Omwonenden en ondernemers zijn vroeg bij het proces betrokken. 3. b. In hoeverre is de Verordening Samenspraak en Inspraak nageleefd? Voor dit bestemmingsplan is samenspraak toegepast als bedoeld in de 'Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008'. 3. c. Kunt u per artikel (2 t/m 6) uit de Verordening aangeven hoe hiermee is omgegaan? Het voorontwerp van het bestemmingsplan 'Brainport Industries Campus (fase 1)' heeft met ingang van 9 april tot en met 6 mei 2015 in het kader van de samenspraak ingevolge de 'Verordening Samenspraak en Inspraak gemeente Eindhoven 2008' ter inzage gelegen. Gedurende deze periode is iedereen in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op het voorontwerp. Bovendien is er in het kader van deze samenspraak een informatiebijeenkomst geweest op 23 april 2015 in de Philips Fruittuin. Kennisgeving van de ter inzage legging en de mogelijkheid om een reactie in te dienen is in het weekblad Groot Eindhoven van 8 april 2015 gepubliceerd. Ook is kennis gegeven van de mogelijkheid om een digitale versie van het voorontwerp bestemmingsplan te raadplegen. Naar aanleiding van de tervisielegging zijn 12 reacties ontvangen. Deze reacties zijn opgenomen in de toelichting van het bestemmingsplan, met daarbij de overwegingen ten aanzien van deze reacties. Nadat op 13 juli 2015 het ontwerpbestemmingsplan, inclusief kwaliteitsboek, MER en verzoek EHS compensatie aan alle partijen is verzonden, is er op 9 september 2015 een algemene informatieavond geweest. Fase 2 en 3 4. Dhr. Goevaers, van Goevaers Beheer BV, meldde dat de VDL-groep een potentiële kandidaat was om zich op het terrein te vestigen, maar dat deze zich heeft teruggetrokken. Is dit juist? Kan er een toelichting worden gegeven over deze ontwikkelingen? Er is geen sprake van terugtrekken. Al in de beginfase van deze ontwikkeling, jaren geleden, heeft VDL zich afzijdig gehouden van bundeling van krachten op een campus. Zij hebben altijd een heel eigen lijn van ontwikkeling gehanteerd. Revitalisering bedrijventerreinen In antwoord op een schriftelijke zienswijze antwoord de gemeente: "Verder geldt dat de gemeente en de bij BIC betrokken ontwikkelaar zijn overeengekomen dat de ontwikkelaar een financiële bijdrage zal leveren om leegstand en verloedering op regionale schaal te voorkomen". 5. a. Is dit overeengekomen in een anterieure overeenkomst? Dit is inderdaad opgenomen in de anterieure overeenkomst. De bijdrage wordt gedaan in het Regionaal Ontwikkelingsfonds Werklocaties, dat door 9 gemeenten van het Stedelijk Gebied ingericht wordt, samen met de BOM. Het regionaal ontwikkelingsfonds is nader aan u toegelicht tijdens de A-avond van 10 november Bijgaand treft u de sheets van deze toelichting aan. Zoals aangegeven in de Begroting 2016 en bij de antwoorden op de technische vragen bij de Begroting 2016 leggen de provincie en Stedelijk Gebied Eindhoven een hoge prioriteit bij het gezond maken van de bedrijventerreinenmarkt in de stedelijke regio. Daarbij hoort een regionaal ontwikkelingsfonds om te kunnen investeren in bestaande bedrijventerreinen. Eindhoven heeft hier een voortrekkersrol.

11 5. b. Is er een bedrag afgesproken? Hoe wordt dit bedrag voor het genoemde doel ingezet en geborgd? Er is een bedrag per m2 afgesproken voor het 1e cluster van BIC; de 9 gemeenten zijn momenteel aan het uitwerken hoe bestedingen uit het fonds aangewend zullen worden. Veiligheid/Milieuschaden In het concept Bestemmingsplan BIC staat het volgende vermeld: "Er mogen maximaal 25% aan bedrijfsactiviteiten plaatsvinden in Cluster 1 in de milieucategorie 4.2." Ter verduidelijking: In de categorie 4.2 vallen o.a. asfaltcentrales, verffabrieken en betonfabrieken 6. a. Wat is het nut van deze hoge maximering van 25%? 6. b. Wat is het nut van deze hoge milieucategorie? Sommige kennisintensieve maak- en toeleverbedrijven waarvoor BIC bedoeld is worden aangemerkt als milieucategorie 4. Om deze bedrijven niet onnodig en op voorhand uit te sluiten zijn binnen een deel van het plangebied voor cluster 1 bedrijfsactiviteiten in milieucategorie 4.2 toegestaan. Het bedoelde percentage is opgenomen vanwege de regels in de provinciale Verordening ruimte. Campusmanagement Er werd gesproken over een bepaald Campusmanagement. 7. a. Wordt er een Campusmanagement toegepast? De 5 partijen die bezig zijn met de ontwikkeling van de Brainport Industries Campus (ontwikkelaar, Brainport Industries, provincie, BOM en gemeente) zijn o.a. ook bezig met de inrichting van het Campusmanagement als onderdeel van het inregelen van de Governance. 7. b. Hoe is dit overeengekomen? In de Stuurgroep van deze 5 partijen is een uitvoeringsagenda overeengekomen met o.a. het regelen van de Governance. 7. c. Kunt u puntsgewijs aangeven waar ze op in gaat zetten? Zo nee, kunt u dan aangeven wat de intenties hiervan zijn? In het toekomstige besturingsmodel wordt bijvoorbeeld de verantwoordelijkheid voor en bewaking van het concept van de Brainport Industries Campus geregeld, bij de ontwikkeling van de diverse clusters. Daarnaast ziet het besturingsmodel toe op de instandhouding van het concept in de beheer- en exploitatiefase.

12 OAE 1. De ruimtelijke beperkingen voor het BIC tengevolge van de luchthaven zijn weergegeven op de tekening op bladzijde 76 van het kwaliteitshandboek BIC. Kan deze tekening geprojecteerd (visueel weergegeven) worden op de overzichtstekening van het BIC op bladzijde 13 van het kwaliteitshandboek? 2. Hoeveel % van de rode contour valt in de clusters 2 en 3? 3. Hoeveel % van de gele contour valt in de clusters 2 en 3? 4. Hebben deze beperkingen enkel invloed op het aantal personen per ha. dat zich in deze gebieden mogen bevinden 5. Zijn deze beperkingen belemmerend voor het nu realiseren van cluster 1 en op termijn bij het ontwikkelen van de clusters 2 en 3 van het BIC? Voor de duidelijkheid is een kaart bijgevoegd met daarop in donkerpaars de 10-5 contour (daarbinnen mogen geen objecten), in lichtpaars de 10-6 contour (daarbinnen geldt richtwaarde 100 personen per ha), de rode vierkanten zijn (zeer globaal geprojecteerd) bouwvlakken van BIC cluster 1 en 2. Ongeveer 20 hectare van het totale plangebied van cluster 2 ligt in de 10-6 risicocontour. Ongeveer 31 hectare van het totale plangebied van fase 2 en 3 ligt in de 10-6 risicocontour. De risicocontouren van de luchthaven Eindhoven zorgen voor een beperking in het gebruik en de bouwmogelijkheden van de gronden van BIC, met uitzondering van het plangebied van cluster 1 van BIC. Bij het ontwikkelen van de plannen voor BIC is en wordt vanzelfsprekend rekening gehouden met deze risicocontouren. De beperkingen zijn en worden ook doorgesproken met de veiligheidsregio Zuidoost- Brabant. In het Kwaliteitsboek Brainport Industries Campus, dat bij het ontwerp bestemmingsplan was gevoegd, was abusievelijk opgenomen dat binnen de 10-5 risicocontour van de luchthaven Eindhoven (rood gekleurd in kwaliteitsboek) 21 werknemers per hectare zijn toegestaan en in de 10-6 risicocontour (geel gekleurd) 100 werknemers per hectare. In het kwaliteitsboek (blz. 77) dat bij het definitieve bestemmingsplan is gevoegd is dit aangepast. Binnen de 10-5 risicocontour van de luchthaven (rood gekleurd) mogen geen objecten worden geprojecteerd waar werknemers verblijven en in de 10-6 risicocontour (geel gekleurd) is de richtwaarde 100 werknemers per hectare. Voor het 1e cluster gelden geen belemmeringen. Voor het 2e cluster van de eerste fase, voor zover deze binnen de 10-6 contour ligt (totaal ca. 20 ha), geldt de beperking van 2000 mensen. Dit is een richtwaarde waarvan gemotiveerd van mag worden afgeweken. 6. Zijn er beperkingen tengevolge van de geluidscontouren van Eindhoven Airport voor de clusters 1,2 en 3 van het BIC? De normstellingen in de verschillende wetten over geluid hebben tot doel nieuwe geluidhindersituaties en daarmee gezondheidsschade te voorkomen. Deze normen gelden voor zogenoemde geluidgevoelige functies, zoals woningen. Omdat binnen het plangebied voor BIC geen nieuwe geluidgevoelige functies mogen worden gebouwd, zijn deze normstellingen niet direct van toepassing voor BIC. In het kader van een goede ruimtelijke ordening c.q. een acceptabel verblijfsklimaat is ter plaatse van het plangebied toch de gecumuleerde geluidsbelasting berekend/onderzocht (hoofdstuk 6 van het milieueffectrapport (MER)). De geluidbelasting ter plaatse van BIC wordt vooral veroorzaakt door het vliegverkeer en de snelweg. Ter plaatse van BIC cluster 1 en 2 is tevens industrielawaai een bron. Uit de kaartjes in het MER blijkt dat de gecumuleerde geluidbelasting in het plangebied van BIC vergelijkbaar is met de geluidbelasting op het westelijke deel van het bedrijventerrein Eindhoven Airport. Dit wordt acceptabel geacht voor het BIC. De bescherming van werknemers tegen de hoge geluidniveaus in bedrijven wordt geregeld via de Arbo-wet.

13 7. Een inspreker maakte zich zorgen over de verkeersafwikkeling door Meerhoven tengevolge van de niet aangelegde rondweg in Meerhoven. Kan inzicht gegeven worden over deze geplande rondweg (tekening) uit het Masterplan Meerhoven? In concepten voor het Masterplan Meerhoven, dat in 1997 door de raad is vastgesteld als basis voor het bestemmingsplan, zijn er wel varianten geweest met een rondwegontsluiting in Meerhoven. Om sluipverkeer in Meerhoven te voorkomen is uiteindelijk in het vastgestelde masterplan gekozen voor een hoefijzervormige hoofdwegenstructuur, waarbij sluipverkeer aan de oostkant van het plan wordt vermeden. Hiertoe zijn alle noord zuid verbindingen voor autoverkeer door het woongebied aan de oostzijde onmogelijk gemaakt (zogenaamde knip Sliffertsestraat). 8. Zijn alternatieven ontwikkeld om voor een goede verkeersafwikkeling in Meerhoven te zorgen tot de Challenge-variant is aangelegd om een goede doorstroming van het verkeer in de wijk te garanderen? Voor een vlotte en betrouwbare bereikbaarheid van de luchthaven Eindhoven, de bereikbaarheid van BIC en de bedrijventerreinen Eindhoven Airport, Flight Forum, het GDC Acht en Westfields in Oirschot is een structurele verbetering van de infrastructuur in het noordwestelijk deel van Eindhoven noodzakelijk. De realisatie van de Challenge-variant voorziet daarin. Echter: voor de realisatie van het 1e cluster van BIC is deze variant nog niet noodzakelijk. Om het 1e cluster van BIC te ontsluiten wordt een tijdelijke ontsluitingsroute gerealiseerd. Hierbij wordt het zuidelijk deel van de Landsard afgesloten voor doorgaand autoverkeer (met uitzondering van bus- en calamiteitenverkeer en bestemmingsverkeer van en naar de woningen aan de Landsard). In de huidige situatie fungeert de Landsard als sluiproute. Gezien de structuur van het wegennet, de ligging van de Landsard en de Oirschotsedijk daarin en de situering van woonwijken is er geen reden om aan te nemen dat de realisatie van 1e cluster van BIC en het (gedeeltelijk) afsluiten van de Landsard leidt tot extra sluipverkeer door woonwijken. 9. Een inspreker gaf aan dat de financiering voor de Challange-variant en de faunapassage bij de Anthony Fokkerweg nog niet rond is. Is dit juist en wat zijn hiervan de consequenties voor de ontwikkeling van het BIC? De Challenge-variant kent een eigen (bestemmingsplan)procedure. De planning is dat begin 2016 wordt gestart met deze procedure. Het tijdpad waarop de variant wordt uitgevoerd is De financiering is voor een belangrijk deel (voor 90%) rond. De subsidiepartners hebben geconcludeerd dat dit een acceptabele uitgangspositie is voor het vervolg. Voor het 1e cluster van BIC is realisatie van deze variant niet noodzakelijk. Om het netwerk van natuurgebieden in Brainport Park beter te verbinden voor doelsoorten en daarmee de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) te verbeteren, heeft het college besloten een faunapassage aan te leggen in combinatie met de reeds geplande ongelijkvloerse kruising Oirschotsedijk- Anthony Fokkerweg. De faunapassage past in de doelstellingen van fase 2 van het Groene Raamwerk. 10. Is voor de bewoners van Meerhoven het traject inspraak / samenspraak gevolgd voor de ontwikkeling van het BIC? Voor het bestemmingsplan BIC cluster 1 is samenspraak doorlopen. Hierin zijn belanghebbenden betrokken/uitgenodigd. De samenspraak is begonnen met een informatieavond op 27 februari 2015 met als onderwerp de Visie Brainport Park. Op 7 april 2015 is het voorontwerp bestemmingsplan aan alle partijen gestuurd, gevolgd door een inloopbijeenkomst op 23 april. Nadat op 13 juli 2015 het ontwerpbestemmingsplan, inclusief kwaliteitsboek, MER en verzoek EHS compensatie aan alle partijen is verzonden, is er op 9 september 2015 een algemene informatieavond geweest.

14 11. Kan een schatting gegeven worden hoeveel personen in de "fabriek van de toekomst" in cluster 1 komen te werken? Naar schatting komen er 1000 werknemers in het 1e cluster. 12. Een inspreker gaf aan dat het geen campus wordt, maar een modern bedrijventerrein met een hoog ambitieniveau. Is deze conclusie juist en heeft dit juridische consequenties of andere gevolgen? BIC wordt een duurzame campus voor kennisintensieve bedrijven in de toelever- en maakindustrie in een groene en parkachtige omgeving. De essenties van dit campusconcept zijn enerzijds de samenballing, in één gebouw, van afzonderlijke schakels in de ketens van ontwerp tot en met productie van high tech componenten. Anderzijds is de hoogwaardige ruimtelijke context een essentie van het campusconcept: gebouw en omgeving zorgen samen voor een kwalitatief hoogwaardig werk- en verblijfsomgeving. Om dit campusconcept te borgen worden verschillende documenten vastgesteld die het concept van BIC vastleggen zoals het bestemmingsplan, het kwaliteitsboek Brainport Industries Campus en de anterieure overeenkomst met de ontwikkelaar. 13. Alle vertegenwoordigers namens de diverse ondernemersverenigingen gaven aan om samen te werken met de gemeente en aan de tafel te gaan zitten voor overleg. Met hoeveel ondernemers is gesproken bij de ontwikkeling van het bestemmingsplan BIC? In het kader van de ontwikkeling van BIC zijn de afgelopen periode diverse bijeenkomsten gehouden waar zeer breed uitnodigingen voor gedaan zijn, ook de ondernemers in Eindhoven en directe omgeving. Daar is de gehele ontwikkeling van de ambitie en het concept Fabriek van de Toekomst uitgebreid uiteengezet; inhoud en locatie van het concept vormen een geheel. Bovendien hebben de wethouder en de Ondernemers Vereniging Eindhoven (OVE) periodiek overleg. Daarin is de Brainport Industries Campus ook aan de orde. De OVE en de wethouder hebben in goed overleg geconcludeerd dat ze het eens zijn over het belang van het BIC concept. Maar dat ze het niet eens zijn over de vraag of alle ruimtelijke randvoorwaarden ook aanwezig zijn op de Run. 14. Locatiekeuze voldoende zorgvuldig afgewogen conform de " ladder voor duurzame verstedelijking"? Een aantal zienswijzen en insprekers stellen dat de ladder niet goed is toegepast. Onder andere wordt verwezen naar het rapport van het Bureau Stedelijke Ontwikkeling waarin vijf (5) alternatieve bestaande locaties worden aangegeven. Twee gerenommeerde bureaus komen tot tegengestelde conclusies met betrekking tot cluster 1 wat in dit bestemmingsplan aan de orde is. Is het geen groot risico om zich uitsluitend te baseren op de conclusies van één van beide bureaus, vooral als men cluster 2 en 3 geheel buiten beschouwing laat? Het concept van de Brainport Industries Campus (fabriek van de toekomst) wordt door de ondernemers in de regio omarmd. De discussie spitst zich toe op de locatiekeuze. Door een extern onafhankelijk deskundig bureau (Stec Groep) is onderzocht of de locatie van BIC kan worden gemotiveerd vanuit de ladder voor duurzame verstedelijking. Uit het onderzoek blijkt dat het voorgestelde plangebied van BIC de enige locatie is die voldoet aan alle, zowel kwalitatief als kwantitatief, ruimtelijke randvoorwaarden voor het realiseren van een campus. Andere terreinen en locaties in de regio voldoen niet aan de ruimtelijke randvoorwaarden. Naar aanleiding van het rapport van BSP is een aanvullende memo van de Stec Groep opgesteld waarin op dit rapport wordt ingegaan. In dit memo wordt ook het bedrijventerrein De Run nogmaals expliciet beoordeeld op de geschiktheid voor BIC. Daaruit blijkt dat ook de Run niet geschikt is voor BIC omdat het niet voldoet aan de cruciale ruimtelijke randvoorwaarden. De Run kent te veel ruimtelijke en financiële beperkingen om de locatie op korte termijn geschikt te maken voor BIC.