RAADSVERGADERING 25 FEBRUARI NR. II

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "RAADSVERGADERING 25 FEBRUARI NR. II"

Transcriptie

1 RAADSVERGADERING 25 FEBRUARI NR. II 2016

2 Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor de Openbare Raadsvergadering op donderdag 25 februari 2016 om uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. Om uur komt de groep Samen Loop Voor Hoop, KWF kankerbestrijding, de raad informeren en u een verzoek doen. A G E N D A Vragenhalfuur voor de burgers Vragenhalfuur voor de raad Aanvang/streeftijd uur Algemeen 1. Opening uur 2. Vaststelling agenda 3. Besluitenlijst en toezeggingenlijst vergadering 28 januari Toezeggingenlijst totaal per februari 2016 Besluitvormend/bespreekstuk (30 minuten) 5. Vaststelling visie dienstverlening De Wolden Besluitvormend/hamerstuk (5 minuten) 6. Vaststelling bestemmingsplan Hoogeveenseweg 13 Zuidwolde Pauze uur uur uur 7. Ingekomen stukken uur Opiniërend (45 minuten) uur 8. Sociale Werkvoorziening Reestmond (toekomst en tijdelijke verbanden) 9. Sluiting uur Zuidwolde, 12 februari 2016 De voorzitter van de Raad, R.T. de Groot

3 Het woord voeren door de burgers Voorafgaand aan de vergadering, tijdens het vragenhalfuur, kunnen burgers het woord voeren over onderwerpen die niet op de agenda staan. Ook kunnen zij ideeën over het gemeentelijk beleid kenbaar maken. Tijdens de vergadering kan er per agendapunt worden ingesproken. Dit kan niet als er een afzonderlijke hoorzitting over het onderwerp is/wordt gehouden. Een ieder heeft maximaal 5 minuten spreektijd. Voor het inspreken is maximaal 30 minuten beschikbaar. Om het woord te kunnen voeren, moet men zich voor de vergadering bij de griffier melden. Opiniërend Tijdens het opiniërende vergaderblok voert de raad opiniërende discussies. De resultaten van deze discussies vormen bouwstenen voor voorstellen aan de raad. Deze raadsvoorstellen worden in een volgende vergadering besluitvormend behandeld.

4 Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente De Wolden, gehouden op donderdag 28 januari 2016 om uur in het gemeentehuis te Zuidwolde. Aanwezig, de leden: H.S. Benning (Gb), R.A.J. Brouwer (Gb), C.F.M. Brouwer-Dekker (CDA), H. Buld-Kist (Gb), P. Groot (Gb), G. Gol (Gb), A. Haar (D66), G. Hempen-Prent (Gb), M.S.J. Hulst (VVD), H.C.M. Langen (PvdA), H. Mulder (VVD), D. Oosterveen (Gb), H.G. Scheper- Beijering (VVD), M.P. Turksma (PvdA), E.M.M. Verheijen (GL), T.J. de Wit (CDA) en D. Zantingh (CDA). Tevens aanwezig: J. ten Kate (Gb), M. Pauwels-Paauw (VVD) en J.R. van t Zand (Gb) wethouders; N. Kramer, secretaris-directeur Afwezig m.k.: G.C. Leffers-Heeling (Gb) en J.H. Wiechers (CU). Voorzitter: Griffier: Verslag: R.T. de Groot, burgemeester drs. I.J. Gehrke S.R. Beute Vragenhalfuur voor de burgers Twee burgers spraken in, dhr. H. Nijstad (voorzitter van Vereniging dorpsbelangen Echten) en dhr. H. Bronts (statenlid PVV Drenthe, namens omwonenden) met betrekking tot de mogelijke komst van een AZC in Echten. Namens alle fracties legde vice-voorzitter D. Oosterveen (Gb) de volgende verklaring af: De raad van de gemeente De Wolden heeft in een verklaring op 8 oktober 2015 aangegeven bij te willen dragen aan de opvang van vluchtelingen. De raad heeft daarbij aangegeven het belangrijk te vinden dat ook met de inwoners van De Wolden goed overleg plaatsvindt. Momenteel wordt er tussen de eigenaar, het COA en de gemeente gesproken over de vestiging van een AZC op het vakantiepark Van Harte tussen Echten en Ruinen. De raad roept het college van B&W op om de inbreng die hier vanavond is gegeven, maar ook die in het verleden is gegeven en in de toekomst nog gegeven zal worden, van alle inwoners van De Wolden in het algemeen en van Dorpsbelangen Echten en Dorpsbelangen Rune in het bijzonder op waarde te schatten en mee te laten wegen in de onderhandelingen met het COA. Het vraagstuk van de opvang van vluchtelingen verdient een zorgvuldige afweging. Vragenhalfuur voor de raad Hier werd geen gebruik van gemaakt. De voorzitter schorst de vergadering om 19:52 uur en heropent de vergadering om 19:53 uur. 1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet in het bijzonder de Gasten van de raad van harte welkom. 2. Vaststelling agenda De voorzitter vraagt om vaststelling van de agenda. Pagina 1 van 3

5 De voorzitter geeft aan dat bij de behandeling van agendapunt 5 (Vaststelling integraal veiligheidsbeleid De Wolden ) en 10 (Visie dienstverlening De Wolden ) het voorzitterschap wordt overgenomen door vice-voorzitter D. Oosterveen. De heer Turksma (PvdA) wenst een opmerking te maken bij agendapunt 8. De heer Turksma (PvdA) stelt samen met de fractie van het CDA voor agendapunt 6 (Lidmaatschap gebiedscoöperatie Zuidwest Drenthe), in plaats van besluitvormend, opiniërend te behandelen. De voorzitter stelt voor agendapunt 6 na agendapunt 10 te behandelen. Mevrouw Langen (PvdA) wenst een opmerking te maken bij agendapunt 9A. De heer Verheijen (GL) wenst een opmerking te maken bij agendapunt 9G. De raad stelt de gewijzigde agenda vast. 3. Vaststelling besluitenlijst en toezeggingenlijst vergaderingen 26 november 2015 en 10 december 2015 De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijsten. De raad stelt de besluitenlijst en toezeggingenlijst vergaderingen 26 november 2015 en 10 december 2015 vast. 4. Toezeggingenlijst totaal per januari 2016 De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 5. Vaststelling Integraal Veiligheidsbeleid De Wolden De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 7. Vaststelling bestemmingsplan Zuidwolderweg 40 te Echten De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De raad besluit conform het voorstel. 8. begroting 2016 van de Stichting Wolderwijs De voorzitter vraagt om vaststelling van het voorstel. De heer Turksma (PvdA) maakt een opmerking. De raad besluit conform het voorstel. 9. Ingekomen stukken De voorzitter vraagt om vaststelling van de lijst ingekomen stukken. Mevrouw Langen (PvdA) plaatst een opmerking bij ingekomen stuk A (het rapport Geïnvesteerd in betrokkenheid. Een onderzoek naar burgerparticipatie in de gemeente De Wolden van Rekenkamercommissie De Wolden). Mevrouw Langen vraagt of de mogelijkheid bekeken kan worden of het onderzoek ook op een ander moment nog gezamenlijk met de hele raad besproken kan worden. De voorzitter zegt toe haar verzoek te bespreken met de agendacommissie. De heer Verheijen (GL) plaatst een opmerking bij ingekomen stuk G, het rapport Sociale signalen, Inwonersmonitor 2015 van sociaal ombudsvrouw De Wolden). Hij verzoekt het college om een inhoudelijke reactie op het rapport. Wethouder Pauwels zegt toe dat er voor 15 maart 2016 namens het college een reactie op het rapport komt. De raad stelt de lijst ingekomen stukken vast. 9.A Stand van zaken Glasvezel De Wolden De heer G. Kippers, voorzitter van het initiatief Glasvezel De Wolden, informeerde de gemeenteraad over hun project. Na afloop reikte burgemeester De Groot het eerste Raspaard en een oorkonde aan hen uit. Pagina 2 van 3

6 10. Visie dienstverlening De Wolden Dit onderwerp is opiniërend behandeld. 6. Lidmaatschap Gebiedscoöperatie Zuidwest Drenthe Dit onderwerp is opiniërend behandeld. 10. Sluiting De voorzitter sluit om 22:38 uur de vergadering. Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente De Wolden in zijn openbare vergadering van 25 februari 2016, de griffier, de voorzitter, Pagina 3 van 3

7 Toezeggingenlijst vergadering raad 28 januari 2016 Data Onderwerp Afspraak/Toezegging Actie door Afdoening vóór 28 januari 2016 De voorzitter 28 januari 2016 Het rapport Geïnvesteerd in betrokkenheid. Een onderzoek naar burgerparticipatie in de gemeente De Wolden van Rekenkamercommissie De Wolden Het rapport Sociale signalen, Inwonersmonitor 2015 van sociaal ombudsvrouw De Wolden Er wordt toegezegd dat de mogelijkheid besproken wordt, of het onderzoek ook nog op een ander moment gezamenlijk met de hele raad besproken kan worden. Toegezegd wordt dat er voor 15 maart 2016 namens het college een inhoudelijke reactie op het rapport komt. Wethouder Pauwels Griffie, 5 februari 2016

8 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 25 februari 2016 Agendapuntnummer : II, punt 4 Opdrachtgever : de raad Aan de gemeenteraad Onderwerp: Toezeggingenlijst Totaal Raad. Samenvatting: Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: De toezeggingenlijst Totaal Raad, per februari 2016, voor kennisgeving aannemen. Inleiding en aanleiding: Volgens de formele procedure voor afhandeling toezeggingen aan de raad, vindt er maandelijks terugkoppeling aan de raad plaats. Bijgevoegd is de Toezeggingenlijst Totaal Raad, met de laatste stand van zaken. Zoals eerder gemeld, is in overleg met de directie van de Samenwerkingsorganisatie de procedure voor ambtelijke afhandeling gewijzigd, met als doel de werkwijze te versnellen. Dit heeft ook geresulteerd in een andere vorm van de toezeggingenlijst totaal (in excel). Problemen of vraagstukken: n.v.t. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Volgens de procedure kunt u desgewenst procedurele vragen stellen. Een inhoudelijke reactie van het college is thans niet aan de orde. Alternatief beleid: n.v.t. Financiële effecten: n.v.t Personele effecten: n.v.t Bijlagen: - Toezeggingenlijst Totaal Raad per februari 2016 Zuidwolde, 12 februari 2016 griffier drs. Josee Gehrke burgemeester Roger de Groot

9 Nr. II / 4 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en griffier van 12 februari 2016; Besluit: De toezeggingenlijst Totaal Raad, per februari 2016, voor kennisgeving aan te nemen. Zuidwolde, 25 februari 2016 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot

10 Toezeggingen t/m 10 december 2015 Volg datum onderwerp toezegger toezegging programma/ nr. cluster 2 15-jan-15 Vaststelling Van 't Zand afvalbeleidsplan feb-15 Vaststelling Kadernota handhaving sep-15 Gemeentelijke milieustraat Ten Kate Van 't Zand Toegezegd wordt het onderzoek naar het opwaarderen van de milieustraat breed (incl. locatie) aan te pakken Wethouder Ten Kate zegt toe na afloop van dit traject een overzicht aan de raad aan te bieden met welke regels zijn afgeschaft. Wethouder Van t Zand zegt toe de toegangstijden te betrekken bij de aanpassing van de milieustraat. afdoening vóór afgedaan stand van zaken/uitkomst Leefbaarheid juni 2016 N Het plan van aanpak gemeentelijke milieustraat is op 10 september 2015 door de raad behandeld. Het college heeft aangegeven nu in juni 2016 met een uitwerking te kunnen komen. Leefbaarheid 1 januari 2017 N 14 5-nov-15 Begroting Ten Kate Toegezegd wordt om na te kijken Leefbaarheid 21 januari 2016 N wanneer de betreffende activiteit m.b.t. het energieplan (oplaadpalen) in 2016 is gepland. Leefbaarheid juni 2016 N Het plan van aanpak gemeentelijke milieustraat is op 10 september 2015 door de raad behandeld. Het college heeft aangegeven nu in juni 2016 met een uitwerking te kunnen komen nov-15 Begroting Van 't Zand Toegezegd wordt om het omgekeerd inzamelen, als onderdeel van de discussie, op de agenda te zetten van de Klankbordgroep afval nov-15 Begroting Pauwels Toegezegd wordt te bekijken of de blijverslening een zinvol instrument voor De Wolden is en koppelt dit terug aan de raad. Leefbaarheid J Binnenkort komt de evaluatie richting de raad. Daarin zal zichtbaar zijn dat de klankbordgroep inmiddels betrokken is. Sociaal beleid en onderwijs J De blijverslening wordt meegenomen in het onderzoek dat uitgevoerd wordt in het kader van het woonplan. Deze komt in oktober 2016 in de raad.

11 18 26-nov-15 Vaststelling Gedragscodes integriteit raadsleden en van college nov-15 Kennisname Vaststelling beleidsplan Participatiewet De Groot Pauwels Portefeuillehouder De Groot zegt toe de uitwerking van het derde beslispunt, om uiterlijk in september 2017 het proces voor de benoeming van politieke ambtsdragers in te richten, te bespreken met de fractievoorzitters. Wethouder Pauwels zegt toe dat in 2017, in combinatie met de monitor sociaal domein en de tevredenheidsonderzoeken, een evaluatie voor de raad plaats zal vinden. Dienstverlening september 2017 N Sociaal beleid en onderwijs N

12 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 25 februari 2016 Agendapuntnummer : II, punt 5 Besluitnummer : 1991 Portefeuillehouder : Burgemeester Roger de Groot Aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling Visie Dienstverlening Voorgesteld besluit: De Visie dienstverlening vaststellen. Inleiding en aanleiding: Inleiding: Het is gewenst de visie op de dienstverlening te actualiseren. In de raadsavond van 19 november 2015 is de raad geïnformeerd over de huidige visie en de ontwikkelingen met betrekking tot de dienstverlening. Aanleiding: De visie en het daaraan gekoppelde uitvoeringsprogramma is voor een groot deel gerealiseerd. Daarnaast hebben de ontwikkelingen op het gebied van dienstverlening niet stil gestaan en is de wereld om ons heen veranderd. Tijdens de raadsavond van 19 november 2015 is de houtskoolschets voor de nieuwe visie gepresenteerd aan de raad. De houtskoolschets is verder uitgewerkt en kan nu door de raad worden besproken en vastgesteld. Problemen of vraagstukken: Beschrijving probleem: Tijdens de raadsavond van 19 november 2015 is de houtskoolschets voor de nieuwe visie gepresenteerd aan de raad. De houtskoolschets is verder uitgewerkt en opiniërend besproken tijdens de raadsvergadering op 28 januari Uw opmerkingen zijn verwerkt in bijgevoegde visie en de wijzigingen zijn gemarkeerd. De visie Dienstverlening ligt nu besluitvormend aan u voor. Beoogd effect: Een gerealiseerde visie die bijdraagt aan een betere dienstverlening. Toelichting voorgesteld besluit: Toelichting voorgesteld besluit: De huidige visie op de dienstverlening( ) heeft veel opgeleverd. De organisatie heeft behoorlijke stappen gemaakt. De dienstverlening is verbeterd en meer afgestemd op de wens van de klant. Steeds meer producten zijn daarbij gedigitaliseerd en/of naar de voorkant in de winkel gebracht. Verder is er geïnvesteerd in basisregistraties en infrastructuur. Dat deze maatregelen hun effect hebben gehad is wel gebleken uit de diverse scores uit onderzoeken zoals Waar staat je Gemeente en bovengemiddelde score voor onze digitale dienstverlening en website. Met deze visie is een stevig fundament gelegd voor de toekomst. Argumenten voorgesteld besluit: Pagina 1 van 2

13 Het is gewenst om de visie te actualiseren. Tijdens de raadsavond van 19 november 2015 is de raad al bijgepraat over de ontwikkelingen en de contouren(houtskoolschets) van de nieuwe visie. De nieuwe visie met als motto Lever de klant niets wat hij niet nodig heeft, lever de klant alles wat hij nodig heeft is de ambitie dat onze klanten ons bovengemiddeld waarderen voor de dienstverlening. Daarbij zijn Maatwerk, Vertrouwen en Eenvoud de kernwaarden op basis waarvan we de visie uitwerken. Het is gewenst om van de raad te horen of zij zich kan vinden in deze visie. Alternatief beleid: De visie niet herzien. Hiermee zal de dienstverlening niet de noodzakelijke impulsen en ontwikkeling krijgen welke gewenst zijn. Financiële effecten: Jaarlijks maken structurele middelen onderdeel uit van begroting van de Samenwerkingsorganisatie, dit verloopt via de planning en controlcyclus. Wanneer aanvullende middelen noodzakelijk zijn om deze visie te realiseren worden deze bij de kadernota onderbouwd en aangevraagd. Personele effecten: n.v.t. Juridische effecten: n.v.t. Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) Na besluitvorming volgt externe en interne communicatie. Fatale termijnen: n.v.t. Aanpak en uitvoering: Het college gaat na vaststelling van de visie over tot de uitvoering van de visie. Over de realisatie van de visie wordt de raad geregeld geïnformeerd. Bijlagen: - Visie dienstverlening Zuidwolde, 12 februari 2016 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 2 van 2

14 Ontwerp Nr. II / 5 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 februari 2016; Besluit: De visie dienstverlening De Wolden vast te stellen. Zuidwolde, 25 februari 2016 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

15 VISIE DIENSTVERLENING 'Lever de klant niets wat hij niet nodig heeft, lever de klant alles wat hij nodig heeft.' februari

16 Inhoud Inleiding... 3 Toekomstbeeld... 5 Ambitie... 7 Kernwaarden... 7 Kernwaarde 1 Maatwerk... 9 Kernwaarde 2 Vertrouwen Kernwaarde 3 Eenvoud Samen ambities realiseren

17 Inleiding Deze visie dienstverlening beschrijft onze ambitie voor de gemeentelijke dienstverlening. De dienstverlening aan burgers en ondernemers staat hierin centraal. De visie is opgesteld om de bestaande visie te actualiseren; deze gold voor de periode Resultaat visie Vanuit de visie is een groot aantal acties uitgevoerd. Zo heeft de gemeentelijke website veel meer mogelijkheden gekregen en de site is klantvriendelijker gemaakt. Veel digitale bouwstenen zijn geïmplementeerd, zowel landelijke, zoals de basisregistraties, als gemeentelijke bouwstenen, zoals een zaak- / afsprakensysteem. De waardering van onze klanten is gemeten in klanttevredenheidsonderzoeken. De uitslagen hiervan zijn vergeleken met andere gemeenten in Waarstaatjegemeente van VNG KING: ROL Kiezer 6,2 6,3 6,1 Klant 7,3 7,7 7,7 Onderdaan 6,3 6,3 6,3 Partner 5,9 6,2 6,2 Wijkbewoner 6,9 6,9 7,0 Gebaseerd op onderzoeken en gesprekken Deze geactualiseerde visie is gebaseerd op de uitkomsten van klanttevredenheidsonderzoeken en andere contacten met klanten. Vertegenwoordigers van bestuur en ambtelijke organisatie zijn geïnterviewd, de houtskoolschets van deze visie is voor consultatie in een aantal bestuurlijke- en ambtelijke bijeenkomsten voorgelegd en de gemeenteraad is geconsulteerd. Tot slot zijn diverse interne en externe documenten geraadpleegd, zoals de voorgaande visie dienstverlening, het collegeprogramma, de visie en missie van de samenwerkingsorganisatie en de contourennota van de samenwerkingsorganisatie. 3

18 De geraadpleegde externe documenten zijn onder andere de Implementatieagenda van Programma Digitaal 2017 (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), Overheidsbrede Dienstverlening 2020 (Vereniging Directeuren Publiekszaken) en de Digitale Agenda 2020 (VNK-KING). Van vaststelling tot realisatie Na de vaststelling door de gemeenteraad geeft het college invulling aan de realisatie van de visie. Directie en management voeren uit en rapporteren daarover. Over deze realisatie wordt de raad geregeld geïnformeerd. Bij de uitvoering is uiteraard aandacht voor de financiële gevolgen. In deze visie zijn maatregelen opgenomen die eenmalig of structureel kosten met zich brengen. Op dit moment lopen nog trajecten die het fundament leggen voor de uitvoering van deze visie; deze trajecten zijn investeringen in onder andere de digitale infrastructuur. Jaarlijks maken structurele middelen onderdeel uit van begroting van de Samenwerkingsorganisatie, dit verloopt via de planning en controlcyclus. Wanneer aanvullende middelen noodzakelijk zijn om deze visie te realiseren worden deze bij de kadernota onderbouwd en aangevraagd. Aan de andere kant zijn de komende periode structurele baten te verwachten door de uitvoering van deze visie. Het saldo van kosten en baten is op dit moment niet inzichtelijk. Op termijn verwachten wij door de uitwerking van deze visie een verschuiving naar meer hoger gekwalificeerde dienstverleners. Door producten te vereenvoudigen, te automatiseren en digitaal inzichtelijk te maken nemen de werkzaamheden aan de balie en telefoon op termijn af. Aan de andere kant neemt de vraag naar maatwerk toe. Hier zijn regisseurs nodig die een brede kennis hebben en meer verantwoordelijkheid nemen en krijgen. 4

19 Toekomstbeeld Welke maatschappelijke en technologische ontwikkelingen zijn in de komende vijf jaren te verwachten? En wat dit betekent voor de klanten van onze gemeente? Vanuit deze vragen is een toekomstbeeld ontstaan op basis waarvan de gewenste dienstverlening is beschreven. Antwoord op maat Klanten willen antwoord op maat van de overheid. Ze willen contact met een medewerker die meedenkt en die zowel in de eigen gemeente als daarbuiten de mogelijkheden kent. Een echte dienstverlener! Die behoefte geldt vooral bij complexe vragen waarbij de klant vaak meerdere (overheids)diensten nodig heeft. De gemeentelijke dienstverlener is hét gezicht van de gemeente, degene die meedenkt, oplossingen voorstelt en dwarsverbanden binnen en buiten de gemeente legt. Deze dienstverlener kan ook uitleggen waarom het soms niet mogelijk is (volledig) aan een wens tegemoet te komen. De dienstverlener bepaalt grotendeels de toegevoegde waarde van de gemeente. Digitalisering De maatschappij is grotendeels gedigitaliseerd. Steeds meer klanten maken gebruik van digitale middelen. Klanten verwachten ook steeds meer van de gemeente dat zij de dienstverlening digitaal inricht. Op een eenvoudige manier, net als bij de bestelling van een boek of het doen van een betaling. Deze behoefte geldt vooral voor eenvoudige producten; de klant verwacht dat deze diensten gewoon digitaal beschikbaar zijn. De komende vijf jaar worden steeds meer fysieke producten vervangen door digitale versies. Van aanvraag tot vergunning, steeds vaker worden deze trajecten volledig digitaal doorlopen. Fysieke producten zoals rijbewijzen en paspoorten, bezorgen wij op verzoek thuis. 5

20 Persoonlijk contact waar nodig Persoonlijk contact met de gemeente blijft nodig voor het deel van de klanten dat geen gebruik maakt of kan maken van de digitale middelen. Wij onderkennen ook dat onze klanten verschillende behoeften per situatie of moment hebben. Die behoefte kan soms maatwerk betreffen en soms eenvoud. Geen overbodige vragen Informatie die de gemeente al beschikbaar heeft in de eigen administratie of in de administratie van andere overheidsorganisaties, vragen wij niet aan de klant. Samenwerking met andere partijen Zaken met de gemeente regelen is voor de klant vaak een onderdeel van een groter geheel: ze hebben bijvoorbeeld voor een verhuizing, een evenement of een zorgbehoefte ook diensten nodig van andere (overheids)partijen. Bij de verhuizing bijvoorbeeld moet de klant niet alleen aangifte doen bij de gemeente maar ook een huur- of koopcontract regelen, net als de verhuiswagen en een eventuele verbouwing. De gemeente is een schakel in een keten; daarom willen we zoveel mogelijk samenwerken met andere organisaties die betrokken zijn in die keten, zoals in dit voorbeeld de woningcorporatie of de makelaar. 6

21 Ambitie Onze ambitie voor de periode is: Onze klanten waarderen onze gemeente bovengemiddeld voor onze dienstverlening door ons vertrouwen, ons maatwerk en de eenvoud. Kernwaarden We werken de visie uit in kernwaarden van onze gemeente. Die kernwaarden zijn vervolgens uitgewerkt met een beschrijving en een ambitie. Per kernwaarde is een aantal richtinggevende voorbeelden genoemd om de mogelijke verandering te concretiseren. Per kernwaarde zijn contouren van de uitwerking geschetst: op welke wijze realiseert de gemeente haar ambitie. De uitwerking vindt plaats na de vaststelling van deze visie. De verdere verbetering van onze dienstverlening gaat stap voor stap en in lijn met deze visie. Indicatoren voor het realiseren van de visieambities Voor het slagen van de visie is een aantal indicatoren van belang. De waardering van onze klanten komt onder andere tot uiting in periodieke klanttevredenheidsonderzoeken. Onze ambitie is om in vergelijking met gemeenten van ongeveer dezelfde grootte bovengemiddeld te blijven scoren en de score verder te verbeteren. Wij bezien onze score ook in relatie tot gemeenten in de grootteklasse van de gemeenten Hoogeveen en De Wolden gezamenlijk. Naast de vergelijking met andere gemeenten willen wij ook op de individuele indicatoren van de klanttevredenheidsonderzoeken beter scoren dan in de voorgaande periode. Door betere alternatieven aan te bieden en pro actieve dienstverlening willen we het aantal fysieke bezoeken, binnengekomen telefoongesprekken en fysieke poststukken omlaag brengen. Tot slot beogen wij goede scores op allerlei benchmarks die door landelijke overheden en/of commerciële organisaties worden uitgevoerd. Voorbeelden daarvan zijn de monitor van het Ministerie van BZK, uitgevoerd door Deloitte, de jaarlijkse benchmark van digitale dienstverlening bij gemeenten door EY en incidentele benchmarks zoals naar de reactietermijn van gemeenten op s en het gebruik van webcare. Ethisch kompas Kernwaarden geven aan waarin wij geloven. Ze vormen de waarden en normen van de organisatie, ons ethisch kompas. Onze gemeente hanteert voor haar dienstverlening drie kernwaarden: 1. Maatwerk Onze professionele dienstverleners denken mee met onze klanten en bieden maatwerk. Zij hebben als vertrekpunt: 'ja, tenzij.'. 2. Vertrouwen Wij vertrouwen onze klanten, wij gaan er van uit dat zij terecht een beroep op ons doen. 3. Eenvoud Eenvoudige diensten verkrijgen onze klanten moeiteloos, deze diensten worden automatisch of snel verleend, meestal digitaal. 7

22 In samenwerking Maatwerk, vertrouwen en eenvoud realiseren wij door samenwerking met onze klanten, binnen de samenwerkingsorganisatie van Hoogeveen en De Wolden en ketenpartners, landelijke - en commerciële organisaties. Samen DIENSTVERLENEN eenvoud vertrouwen maatwerk BOUWSTENEN eformuliere Telefonie Website Afspraken Deregulerin Zaakgericht BOUWSTENEN 8

23 Kernwaarde 1 Maatwerk Samen een oplossing vinden Maatwerk houdt in dat er persoonlijk contact is tussen onze dienstverlener en de klant waarbij de vraag van de klant gedefinieerd wordt. Vervolgens verkent de dienstverlener samen met de klant de mogelijke oplossingen. In onze klantcontacten gaan voor de door de klant gewenste oplossing, tenzij deze dit echt niet mogelijk is: ja, tenzij! En met behoud van eigen verantwoordelijkheid van de klant. Dit persoonlijke contact vindt vooral plaats als de vraag van de klant complex en/of meervoudig is, zoals vragen over zorg, inkomen of vergunningen. Niet bereid of in staat tot digitale afhandeling Het persoonlijke contact vindt ook plaats met de groep klanten die niet bereid of in staat is om eenvoudige producten digitaal af te nemen. Onze gemeente ondersteunt de uitspraak van minister Plasterk in zijn Visiebrief Digitale Overheid 2017: Er zullen steeds alternatieven moeten zijn voor burgers die de mogelijkheden of vaardigheden missen om hun contacten met de overheid via de digitale weg te kunnen regelen. Persoonlijk contact met de overheid moet voor deze burgers mogelijk blijven. Echter, wij hopen en verwachten dat onze digitale producten zodanig worden vereenvoudigd dat het grootste deel van de klanten deze producten digitaal kan en wil afnemen. Maar wij houden rekening met een groep klanten die deze weg niet kan of wil kiezen en de producten in een persoonlijk contact wil afnemen. Gehele afhandeling door 1 dienstverlener De toegevoegde waarde voor de klant ligt in het aanspreekpunt bij de gemeente; de dienstverlener die op de hoogte is van de verschillende domeinen binnen en buiten de gemeente. Deze dienstverlener begeleidt of verzorgt (voor) de klant de gehele afhandeling van alle vragen en verwijst niet of nauwelijks door. De rol van de dienstverlener is cruciaal. De dienstverlener van de toekomst is (nog) meer geschoold in klantcontact en ziet het als een uitdaging om een oplossing te vinden voor de klantvraag. Als de gemeente geen (gewenste) oplossing heeft voor de vraag van de klant, is de dienstverlener in staat om de klant een begrijpelijke toelichting te geven en begrip te creëren. 9

24 Ambitie De dienstverlener van de gemeente is nauw betrokken bij de klant én bij de gemeente. Uit klanttevredenheidsonderzoeken blijkt vervolgens dat klanten ons maatwerk hoog waarderen. Richtinggevende voorbeelden Klanten krijgen één contactpersoon die als regisseur optreedt binnen de gehele organisatie. Deze 'regisseur' kent de weg binnen en buiten de gemeente. Onze gemeente sluit aan bij het programma Prettig Contact met de Overheid. Het programma is een initiatief van het Ministerie van BZK en stimuleert en ondersteunt bestuursorganen bij een overheidsbrede toepassing en doorontwikkeling van de informele aanpak. Met de informele aanpak ofwel mediationvaardigheden wordt bedoeld dat een ambtenaar in geval van een aanvraag, zienswijze, klacht of bezwaarschrift, snel en persoonlijk (telefonisch) contact opneemt met de betrokken klant. De dienstverlener houdt zich uiteraard aan de juridische kaders van onze gemeente maar door het persoonlijk contact is de relatie met de klant minder juridisch en meer gericht op het verkrijgen van een helderder vraagstelling en bijpassende oplossing. Veel gemeenten hebben onderdelen van dit gedachtengoed succesvol geïmplementeerd en hebben er voordeel van. Contouren voor uitvoering Wij beschouwen onze gemeentelijke dienstverleners als de sleutels voor het slagen van onze ambitie. Onze huidige dienstverleners krijgen meer scholing in vaardigheden in klantcontacten. Bij de werving en selectie van nieuwe medewerkers is extra aandacht voor houding en gedrag van de sollicitanten. Gemeentelijke medewerkers krijgen meer verantwoordelijkheid en vrijheid om vragen van klanten te beantwoorden zonder dat zij daarbij buiten de juridische kaders treden. 10

25 Kernwaarde 2 Vertrouwen Vertrouwen Vanuit de historie kende de relatie tussen overheid en klant een meer juridische inslag waarbij veel gegevens waaronder bewijsstukken werden gevraagd. Vanuit de maatschappij is de vraag nu om eerder problemen op te lossen dan alleen te toetsen aan formele juridische mogelijkheid. In onze kernwaarde over maatwerk komt dat ook al deels tot uitdrukking. Vertrouwen betekent dat onze gemeente er van uit gaat dat een klant een terecht een beroep op ons doet en juiste gegevens aanlevert. Of het nu gaat om een inkomensvraag, een zorgvraag of een aanvraag om te bouwen. We beschikken tegenwoordig, samen met andere overheden, over veel informatie. Vanuit onze kernwaarde eenvoud kunnen we onze klanten dan ook minder vragen, veel bewijsstukken en controles worden overbodig. Voor de resterende gegevens die we eventueel nog nodig hebben gaan wij in principe uit van vertrouwen: de door de klant aangeleverde gegevens zijn juist zijn en de aanvraag voldoet. In een aantal gevallen is, in plaats van een bewijsstuk van een klant, een toets door onszelf achteraf, bijvoorbeeld op basis van een risicoprofiel, voldoende. We geven beschikkingen direct af voor langere perioden en eventueel gecombineerd voor meerdere onderwerpen om herhalingsvragen te voorkomen. Vertrouwen versus risico Veiligheid, het voorkomen van fraude en het voorkomen van onomkeerbare situaties zijn belangrijke onderwerpen. Deze risico s zijn van belang bij het toekennen van vertrouwen. We kijken naar deze risico s ten opzichte van de mate van vertrouwen in de klant. Hoe kleiner het risico, hoe eerder wij onze klant vertrouwen. Ook als in het verleden een groot deel van de vragen naar een bepaald product is ingewilligd, dan is dat aanleiding om de vraag eerder af te doen zonder (veel) bewijs in combinatie met vertrouwen in de klant. Als zich toch een incident voordoet, zien wij dit niet direct als aanleiding om onze procedures aan te scherpen maar gaan wij na of dat opweegt tegen de hoge kwaliteit van dienstverlening die vertrouwen onze klanten en onze gemeente oplevert. Ambitie Wij vragen minder gegevens en bewijsstukken aan klanten omdat wij hen vertrouwen. Vragen van klanten leiden daardoor sneller tot een reactie en de doorlooptijden lopen terug. Vragen van klanten leiden daardoor in meer gevallen zelfs direct tot inwilliging. Richtinggevende voorbeelden Wij vragen klanten die een verhuizing doorgeven geregeld naar bewijsstukken. Diverse gemeenten nemen nu als uitgangspunt dat de verhuisgegevens juist zijn, tenzij uit onze informatie of een toets achteraf blijkt dat deze onterecht is. Wij kunnen ons goed voorstellen dat vergunningen voor evenementen of tegemoetkoming voor leerlingenvervoer niet iedere keer opnieuw aangevraagd en getoetst worden, maar voor meerdere keren wordt toegekend onder gelijkblijvende condities. Wij vertrouwen erop dat onze kanten ons informeren als de situatie wijzigt en vragen niet elke keer naar bevestiging en bewijs. 11

26 Contouren voor uitvoering Wij gaan na welke processen op dit moment - een lange doorlooptijd kennen (objectief of in vergelijking met andere gemeenten) - veel processtappen kennen - vaak leiden tot een positief besluit. Deze processen komen als eerste in aanmerking om na te gaan waar wij meer vertrouwen kunnen schenken. Wij gaan deze processen anders inrichten bijvoorbeeld met de methode LEAN. De meeste kennis voor procesverbetering halen wij op bij de medewerkers die dat proces nu uitvoeren. Daarnaast maken wij meer gebruik van gegevens die wij zelf hebben en die wij via andere overheden beschikbaar kunnen hebben. 12

27 Kernwaarde 3 Eenvoud Eenvoud Klanten moeten zoveel mogelijk producten zeer eenvoudig kunnen verkrijgen. Vaak ligt de oplossing in digitalisering, maar digitalisering is geen doel op zich. Het gaat om de eenvoud voor de klant. Sommige producten kunnen we zelfs afschaffen. Producten die beter door anderen kunnen worden geleverd maar bijvoorbeeld vanwege de historie ook door ons nog worden geleverd. Of producten die wij vanwege onze kernwaarde vertrouwen anders organiseren: producten die nu nog veel herhaald worden, gaan wij voor meerdere perioden toekennen. We willen zoveel mogelijk producten proactief en automatisch leveren, het gaat om producten waarvan wij weten of kunnen voorspellen dat zij voorzien in een behoefte. Als het niet mogelijk is om producten te schrappen of proactief of automatisch te leveren, laten wij informatie digitaal inzien. De klant kan dan op elk moment dat het hem schikt de gewenste informatie verkrijgen. Voor de gevallen dat klanten toch zaken met ons moeten doen voor eenvoudige producten, gaan wij onze digitale dienstverlening zodanig ontwikkelen dat onze klanten daarvan graag gebruik maken. Dat doen zij dan omdat deze manier van regelen veel eenvoudiger is dan een bezoek aan het gemeentehuis of het verzenden van een fysiek poststuk. Wij realiseren ons dat de meerwaarde van de gemeente voor klanten voor eenvoudige en enkelvoudige producten niet toeneemt door alleen bijvoorbeeld ruime openingstijden en bereikbaarheid. De meerwaarde voor de klant ligt voor deze producten in een oplossing die hem of haar minder tijd en geld kost. Het blijft natuurlijk mogelijk om een bezoek aan het gemeentehuis te brengen, wanneer een klant hiervoor kiest. Dit ligt anders voor complexe en meervoudige producten. Daarvoor is persoonlijk contact met een professionele dienstverlener juist een toegevoegde waarde en van belang om ook voor complexe vragen te komen tot een eenvoudige oplossing. Servicenorm Wij informeren onze klanten over wat zij van ons mogen verwachten. Die zogenaamde 'servicenorm' brengen wij onder de aandacht op relevante momenten, bijvoorbeeld bij een ontvangstbevestiging. 13

28 Ambitie Voor de eenvoudige en enkelvoudige producten gaan wij meer producten: Afschaffen Proactief en automatisch leveren Digitaal laten inzien Eenvoudig digitaal laten aanvragen Onze klanten ervaren ons digitale kanaal als handig, veilig en betrouwbaar. Richtinggevende voorbeelden Voorbeelden van te schrappen producten zijn producten als de eigen verklaring rijbewijs of de verklaring omtrent gedrag. Of het voorkomen van herhaalaanvragen zijn tegemoetkomingen voor leerlingenvervoer en evenementen die bijna gelijk zijn aan eerdere evenementen (die producten kunnen voor meerdere jaren worden verleend). Hierbij gaan wij ook uit van vertrouwen. Een voorbeeld van proactieve/automatische producten is om de uitkeringsdatum te communiceren voordat de vraag bij de klant ontstaat. Voorbeelden van producten met digitale inzage zijn een taxatieverslag of een jaaropgave. Hetzelfde geldt voor de statusinformatie voor aanvragen. Deze voorbeelden dragen bij aan betere alternatieven die geboden worden, waarmee de klant geïnformeerd is en bijvoorbeeld een telefoontje niet meer noodzakelijk is. Digitaal zaken regelen met onze gemeente kan door een gebruikersvriendelijke website die onze klanten graag hanteren. Er zijn al gemeenten die meer dan 80% van de aanvragen digitaal ontvangt. Andere voorbeelden zijn: - het thuisbezorgen van reisdocumenten en rijbewijzen - digitaal leveren van allerlei producten zoals vergunningen. Contouren voor uitvoering Om deze ambitie te realiseren zijn veel mogelijkheden. Wij kiezen bij de uitvoering voor die trajecten die het meest bijdragen aan het doel. Wij gaan daarvoor eerst na voor welke producten klanten veel bezoeken aan het gemeentehuis afleggen, veel telefoongesprekken plegen en veel fysieke poststukken verzenden. Bij deze producten is de meeste winst te behalen. Voor vereenvoudiging consulteren wij onze eigen dienstverleners, onze leveranciers en beoordelen landelijke projecten en beschreven goede voorbeelden. Standaardisering, bijvoorbeeld door het implementeren van landelijke, beproefde oplossingen zoals MijnOverheid, is een uitgangspunt. 14

29 Samen ambities realiseren Voor het realiseren van onze ambities vinden wij het gewenst om dat 'samen' te doen. Wij willen het graag samen realiseren en het is ook onmogelijk om het alleen te doen. Wij realiseren onze ambities samen met onze burgers door continu na te gaan welke behoefte zij hebben en wat zij van ons verwachten. Dat doen wij door te luisteren, door te sturen op goede resultaten in klanttevredenheidsonderzoeken en door na te gaan waarom zij onze website raadplegen, ons gemeentehuis bezoeken, ons een brief sturen en ons bellen. In al die gevallen vragen wij ons af waarom klanten dat doen en of er een alternatieve oplossing is die beter past bij onze ambities. De behoefte van klanten aan contact(tijd) is leidend; de gemeente kan dit invullen door contact via de website, telefoon (whatsapp) en beeldbellen (chat), een bezoek aan de klant op door hem gewenste tijd of door een bezoek aan het gemeentehuis. Het blijft altijd mogelijk om een afspraak te maken voor een bezoek aan het gemeentehuis. Wij realiseren onze ambities gezamenlijk vanuit de Samenwerkingsorganisatie De Wolden Hoogeveen maar met behoud van eigen identiteit van beide gemeenten. Wij delen daarin kennis en investeringen. Wij willen op termijn plaatsonafhankelijke dienstverlening met de andere gemeente en voor heel Nederland. Onze klanten hebben voor hun vraag vaak meerdere organisaties nodig. Wij realiseren onze ambities door meer samen te werken met andere overheden en commerciële organisaties zodat onze klanten hun vraag makkelijker beantwoord krijgen. Voor een verhuizing is naast een handeling bij de gemeente voor klanten ook handeling nodig bij verhuizer, makelaar, Kadaster of verhuurder. Wij gaan na hoe wij het gehele proces voor klanten kunnen veraangenamen door samen te werken met andere organisaties. Tot slot realiseren wij onze ambities met landelijke partners. Overheidspartners zoals VNG KING, VDP, ministeries en andere overheden die standaarden opstellen, goede oplossingen ontsluiten en pilots doen. Wij initiëren, implementeren en nemen deel aan die ontwikkelen die het meest in het verlengde van onze ambities liggen. Ook werken wij samen met commerciële partners die nieuwe producten ontwikkelen en ons daarmee kunnen helpen onze ambities te realiseren. 15

30 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 25 februari 2016 Agendapuntnummer : II, punt 6 Besluitnummer : 2007 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Hoogeveenseweg 13, Zuidwolde. Samenvatting: In het kader van de ruimte-voor-ruimteregeling wordt de agrarische functie van Hoogeveenseweg 13 gewijzigd in twee woonbestemmingen. De functieverandering naar twee woonfuncties levert geen belemmeringen op voor agrarische bedrijven in de directe omgeving. Door een dichtbijgelegen hogedruk gasleiding is externe veiligheid wel een aandachtspunt. Het plan levert door afbraak van landschapsontsierende agrarische bebouwing en landschappelijke inpassing van de nieuwe woonpercelen een belangrijke bijdrage aan de ruimtelijke kwaliteit. Er zijn geen zienswijzen ingediend. Fase van besluitvorming: Besluitvormend. Ontwerpbesluit: - Het bestemmingsplan Hoogeveenseweg 13, Zuidwolde overeenkomstig bijgaand ontwerpbesluit, bijbehorende stukken en planid NL.IMRO.1690.BP en bijbehorende ondergrond vaststellen; - Geen exploitatieplan vast te stellen. Inleiding en aanleiding: Aanleiding voor het bestemmingsplan vormt een functiewijziging op het perceel Hoogeveenseweg 13 van agrarisch bedrijf naar twee woonbestemmingen. De agrarische activiteiten op het perceel zijn beëindigd. Naar aanleiding van een planologisch principeverzoek heeft het college van burgemeester en wethouders medewerking verleend aan het slopen van de voormalig agrarische bedrijfsgebouwen en bedrijfswoning en een illegaal bouwwerk in het bos van Ten Arlo. In ruil hiervoor worden op het voormalig agrarisch bouwperceel en het naastgelegen perceel (kadastraal bekend Zuidwolde sectie Q nummers 1, 403 en 1873) twee nieuwe vrijstaande woningen met bijgebouwen gerealiseerd. De functieverandering naar twee woonfuncties levert geen belemmeringen op voor agrarische bedrijven in de directe omgeving. Er wordt landschapsontsierende agrarische bebouwing afgebroken en de nieuwe woonpercelen worden landschappelijk ingepast conform de uitgangspunten van het Landschappelijk Ontwikkelingskader. Hierdoor is plan is ruimtelijk gezien goed motiveerbaar, het levert een belangrijke bijdrage aan verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. Voor de compensatiewoning is geen contingent noodzakelijk. Vanwege een dichtbijgelegen hogedruk gasbuisleiding van de Gasunie is externe veiligheid een aandachtpunt voor dit plan. In de toelichting op het ontwerpbesluit wordt hier verder op ingegaan. Pagina 1 van 3

31 Problemen of vraagstukken: De vaststelling is noodzakelijk om het bestemmingsplan juridisch vast te leggen. Ontwerpbesluit: toelichting en argumentatie: Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende 6 weken ter inzage gelegen met de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. Hiervan is gebruik gemaakt. Er is ook op basis van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening overlegd met de gebruikelijke instanties. Externe veiligheid Op circa 80 meter afstand ten noorden van het plangebied ligt een ondergrondse hogedruk aardgasleiding van de Gasunie met een diameter van 219 mm en een werkdruk van 66,2 bar. Het invloedsgebied van deze leiding bedraagt circa 115 meter. Bij de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) en Veiligheidsregio Drenthe (VRD) is advies gevraagd over het plaatsgebonden risico, groepsrisico, zelfredzaamheid en hulpverlening (zie toelichting en bijlage van het bestemmingsplan). Plaatsgebonden risico (PR): de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, overlijdt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen bij een risicovolle activiteit. Groepsrisico: (GR): de cumulatieve kans per jaar dat ten minsten 10, 100 of personen overlijden als rechtstreeks gevolg van hun aanwezigheid in het invloedsgebied van een inrichting en een ongewoon voorval binnen die inrichting waarbij een gevaarlijke stof of gevaarlijke afvalstof betrokken is. 100% letaliteitszone: de zone van het effectgebied van een risicobron waar binnen 100% van de aanwezige personen komt te overlijden. Conclusie van de adviezen is dat het plangebied binnen het invloedsgebied van de buisleiding ligt. Het plan voldoet echter aan de landelijke grenswaarde van het plaatsgebonden risico 10-6 per jaar (risicokans 1 op de 1 miljoen per jaar). Het plangebied ligt niet binnen de 100% letaliteitszone van de buisleiding. Het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) geeft aan dat het groepsrisico verantwoord moet worden. De hoogte van het groepsrisico bedraagt volgens de VRD minder dan 10% van de oriëntatiewaarde en het groepsrisico wijzigt niet, omdat er naast het voorliggende plan geen nieuwe ontwikkelingen zijn toegestaan. Daarnaast is opgemerkt dat de buisleidingen door agrarisch gebied lopen hetgeen de kans op een incident bijzonder klein maakt. Een incident bij een buisleiding wordt in vrijwel alle gevallen veroorzaakt door graafwerkzaamheden. Deze werkzaamheden zullen niet snel plaatsvinden in weilanden en akkers. De VRD geeft in haar advies aan dat de kans op een calamiteit met de buisleiding erg klein is. De uiteindelijke beoordeling of op deze locatie woonbebouwing wordt mogelijk gemaakt ligt bij gemeente als bevoegd gezag. Met het wel of niet vaststellen van het bestemmingsplan wordt hierover een besluit genomen. Alternatief beleid: Het alternatief is om het plan niet vast te stellen. Hiervoor is echter geen gegronde reden. Financiële effecten: N.v.t., procedurekosten worden afgedekt door de leges. Planschade is afgedekt met een overeenkomst. Verder betreft het een particulier initiatief waarvoor de initiatiefnemer garant staat (zie ook hoofdstuk 5 van de toelichting, Economische uitvoerbaarheid) Personele effecten: n.v.t. Pagina 2 van 3

32 Juridische effecten: Het bestemmingsplan biedt de mogelijkheid om twee woningen inclusief bijbehorende bouwwerken te realiseren. Tegen de vaststelling van het bestemmingsplan staat beroep open bij de Raad van State. Het bestemmingsplan wordt onherroepelijk wanneer geen beroep is ingesteld Participatie- en communicatieparagraaf: (in te vullen aan de hand van de menukaart) N.v.t., volgt wettelijke procedure Fatale termijnen: De gemeenteraad dient in principe binnen 3 maanden na afloop van de ter inzagetermijn te beslissen omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan. Dit wordt ruimschoots gehaald. Als deze termijn onverhoopt niet wordt gehaald vervalt de aanhouding van aanvragen om een omgevingsvergunning. Aanpak en uitvoering: Publicatie vaststelling volgt binnen 2 weken na vaststelling. Bijlagen: - De bijlagen van het bestemmingsplan Hoogeveenseweg 13, Zuidwolde (toelichting, regels en verbeelding) zijn beschikbaar gesteld via de website dewolden.nl; Zuidwolde, 12 februari 2016 Burgemeester en wethouders van De Wolden, secretaris Nanne Kramer burgemeester Roger de Groot Pagina 3 van 3

33 Ontwerp Nr. II / 6 De raad van de gemeente DE WOLDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 februari 2016; Overwegende: dat met ingang van 19 november 2015 gedurende zes weken voor een ieder ter inzage heeft gelegen het bestemmingsplan voor het perceel Hoogeveenseweg 13, Zuidwolde; dat van deze tervisielegging op grond van artikel 3.8, lid 1 van de Wet ruimtelijke ordening voorgeschreven wijze openbare kennisgeving is gedaan; dat ieder in de gelegenheid is gesteld om gedurende genoemde termijn schriftelijk en/of mondeling zienswijzen in te dienen; dat van de mogelijkheid om een zienswijze op het ontwerp te geven geen gebruik is gemaakt. dat op grond van artikel 3.8 lid 1 sub e van de Wet ruimtelijke ordening binnen 12 weken na afloop van de voormelde termijn van terinzagelegging een beslissing omtrent de vaststelling van dit ontwerpplan genomen dient te worden; gelet op de bepalingen van de Wet ruimtelijke ordening; Besluit: met overneming van de daaraan door burgemeester en wethouders in hun voorstel van 19 januari 2016 aangevoerde argumenten; 1) Het bestemmingsplan Hoogeveenseweg 13, Zuidwolde, zoals dit vervat is in plankaart en regels vast te stellen; 2) Geen exploitatieplan vast te stellen. Zuidwolde, 25 februari 2016 De raad voornoemd, griffier, drs. I.J. Gehrke voorzitter, R.T. de Groot Pagina 1 van 1

34 Vergadering : 25 februari 2016 Nummer : II, punt 7 Onderwerp : Ingekomen stukken INGEKOMEN STUKKEN RAAD 25 FEBRUARI 2016 a Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Drenthe Kaderbrief 2017 Zie memo griffier; v.k.a. b Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (RUD) Kaderbrief 2017 Zie memo griffier; v.k.a. c Veiligheidsregio Drenthe (VRD) d College van B&W Gemeenschappelijke regeling, 2e bestuursrapportage en kaderbrief 2017 Uitvoering motie 1.M.13, Uitvoering (extra) milieuactiviteiten Zie memo griffier; v.k.a. v.k.a. e Recreatieschap Drenthe Kadernota GR Recreatieschap Drenthe Zie memo griffier; v.k.a. f Jeugdhulp Regio Drenthe Brief inkoop jeugdhulp v.k.a. g Rekenkamercommissie De Wolden Onderzoeksplan 2016 v.k.a. Zuidwolde, 12 februari 2016 griffier, drs. Josee Gehrke burgemeester, Roger de Groot Pagina 1 van 1

35 Griffiememo Aan : De raad van De Wolden Van : drs. J. Gehrke, raadsgriffier Datum : 12 februari 2016 Onderwerp : Kaderbrieven gemeenschappelijke regelingen, raad 25 februari 16 punt 7 Inleiding In deze memo wordt kort het proces van omgaan van de gemeenteraad met de diverse gemeenschappelijke regelingen beschreven. Het gaat om de volgende gemeenschappelijke regelingen: de GGD, de regionale uitvoeringsdienst (RUD), de veiligheidsregio (VRD), het Recreatieschap Drenthe, Reestmond en Alescon. Aanleiding Met ingang van 1 januari 2015 is de nieuwe Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) inwerking getreden. Een belangrijk onderdeel van de wijziging is het verbeteren van de sturing van de gemeenteraden op de gemeenschappelijke regelingen. Dit is een positieve ontwikkeling. Tot nu toe was het voor gemeenteraden lastig om grip te krijgen op de gemeenschappelijke regelingen. Vaak gehoorde klachten uit gemeenteraden waren: we worden te laat betrokken, we worden onvoldoende geïnformeerd en er is nauwelijks tijd afstemming te zoeken bij andere gemeenteraden om een gezamenlijke zienswijze te formuleren. Met de wijziging van de Wgr ontstaat er meer tijd voor gemeenteraden om in positie te komen bij de behandeling van de P&C-documenten van de gemeenschappelijke regelingen. Voor de gemeenteraden zit de verbetering vooral in het verlengen van de reactie termijnen en de komst van de kaderbrief. VDG - De gemeenschappelijke regelingen dienen vóór 15 april de kaderbrief aan te bieden aan de gemeenteraden. In deze kaderbrief zijn de financiële- en beleidskaders opgenomen en wordt tevens de voorlopige jaarrekening aangeboden (artikel 34b gewijzigde Wgr); - De gemeenschappelijke regelingen bieden 8 weken vóór besluitvorming in het Algemeen Bestuur (AB) de ontwerp begroting aan, aan de gemeenteraden (artikel 35, eerste lid gewijzigde Wgr); - De gemeenschappelijke regelingen dienen vóór 1 augustus de vastgestelde begroting e.d. aan te bieden aan de provincie (was eerst vóór 15 juli). In Drents verband, de Vereniging van Drentse Gemeenten, zijn vorig jaar inspanningen gepleegd om de wijzigingen van de Wet goed vertaald te krijgen in alle Drentse gemeenschappelijke regelingen. Daarnaast is ook naar de positie van de gemeenteraden gekeken. Er is geadviseerd om: - De Kaderbrief voor 1 februari aan de gemeenteraden te zenden; - De ontwerpbegroting voor 1 mei aan te bieden aan de gemeenteraden. Met de gewijzigde gemeenschappelijke regelingen zoals hierboven genoemd, heeft de raad op 29 oktober 2015 ingestemd. 1

36 Naar nu blijkt, zijn de VDG-adviezen niet overal goed vertaald in de gemeenschappelijke regelingen. Als gevolg hiervan: - Worden enkele Kaderbrieven aan het college aangeboden in plaats van de raad, waardoor er tijd verloren is gegaan om een reactie te formuleren en de raad in positie te brengen; - De gehanteerde data verschillend wordt toegepast, waardoor er geen helder proces kon worden ingericht. Advies griffier(s) De onduidelijke en verschillende werkwijzen, met als effect dat de grip van de gemeenteraden op de diverse gemeenschappelijke regelingen nog niet is toegenomen, zijn besproken in de Drentse griffierskring. De conclusie is dat wij voor 2016 geen andere weg zien dan de Kaderbrieven voor kennisgeving aan te nemen. Daarnaast ontwikkelen de vier griffiers van Zuidwest Drenthe op dit moment een nieuwe werkwijze voor het omgaan met de gemeenschappelijke regelingen. Hiertoe is samenwerking gezocht en gevonden bij de VRD, met een pilot voor een andere werkwijze als mogelijk resultaat. Hierover wordt u in de eerste helft van 2016 geïnformeerd. 2

37

38

39

40

41

42 Overzicht Basistaken GGD Drenthe 2015 e.v. De algemene taak van het college van burgemeester en wethouders is het bevorderen van de totstandkoming en de continuïteit van en de samenhang binnen de publieke gezondheidszorg en de afstemming daarvan met de curatieve gezondheidszorg en de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (art. 2 lid 1 Wet publieke gezondheid). Basistaken Voor de publieke gezondheid geldt dat de gemeenten een aantal taken op grond van de Wet publieke gezondheid (Wpg) aan de GGD moeten opdragen. Deze taken vormen de basis en worden bekostigd en uitgevoerd op basis van een gelijke bijdrage per inwoner voor alle gemeenten. Daarnaast kunnen de gemeenten ook andere taken opdragen aan de GGD. GGD Drenthe kent in de relatie met haar gemeenten twee vormen van taakoverdracht, namelijk via het opdragen van een basistaak of via een additionele taak. Basistaken zijn in ieder geval de wettelijke taken, maar ook taken waarin de 12 gemeenten collectief hebben besloten om deze te financieren via een inwonersbijdrage vanuit solidariteit. Additionele taken Voor de additionele taken maakt GGD Drenthe afspraken met de betrokken gemeente(n) over de uitvoering en de tijdsduur. De gemeenten besluiten jaarlijks op voorstel van het algemeen bestuur gezamenlijk over de te hanteren tarieven bij het afnemen van een additionele taak. Hiertoe is in 2008 een kostprijsbesluit genomen wat betekent dat de GGD additionele opdrachten tegen kostprijs uitvoert, waarbij de overhead genormeerd wordt meegenomen en een risicoopslag wordt gehanteerd van 10%. De opslag wordt gestort in een risicoreserve en wordt benut voor eventuele frictiekosten als gevolg van de afbouw van additionele opdrachten. De risicoreserve is begrensd tot een maximum van 33% van de loonkosten. Pagina 1 van 6

43 1. Jeugdgezondheidszorg Wettelijke taak: ja Taak bij wet bij GGD : nee 2. Infectieziektenbestrijding Wettelijke taak: ja Taak bij wet bij GGD : ja Jeugdgezondheidszorg (JGZ) is de publieke gezondheidszorg voor kinderen en jeugdigen tussen 0 en 18 jaar. Het JGZ-aanbod is vastgelegd in het Basistakenpakket (BTP). JGZ volgt de fysieke, sociale, psychische en cognitieve ontwikkeling van jeugdigen op individueel en populatieniveau. Om jeugdigen te volgen, zijn er verschillende contactmomenten. Hierbij signaleert JGZ de gezondheidsbedreigingen en (dreigende) stoornissen in de ontwikkeling en zorgt ervoor dat de juiste ondersteuning en zorg wordt ingeschakeld. JGZ is in Drenthe partner in de CJG s. Tevens participeert zij in jeugdteams c.q. sociale teams ten behoeve van een kwalitatief goede preventieve inzet in samenwerking met gemeenten en andere partners. Een aantal belangrijke taken van de JGZ zijn: - screenen, signaleren, inschatten van zorgbehoefte tijdens contactmomenten 0-18 jaar; - vanuit contactmomenten toeleiden naar zorg en zorgcoördinatie; - gezondheidsbevordering door (prenatale) voorlichting, advisering en instructie aan ouders en beroepsopvoeders; - opvoedingsondersteuning (onder andere Ouderkracht niveau 1 en 2); - uitvoering rijksvaccinatieprogramma. Maatschappelijk effect het bewaken, bevorderen en beschermen van de lichamelijke en psychische gezondheid en sociale ontwikkeling van jeugdigen in Drenthe; alle kinderen zijn in beeld; bij opvoeder(s) en jongeren staat het normaliseren van zorgen en vragen voorop en herstel van de eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid; effectieve samenwerking met maatschappelijke partners ten behoeve van het gezin/het kind op basis van één gezin, één regisseur, één plan. Infectieziektenbestrijding is gericht op het bestrijden van infectieziekten die een risico voor de volksgezondheid vormen, onder andere door het nemen van algemene preventieve maatregelen en het bestrijden van onder andere tuberculose en seksueel overdraagbare aandoeningen, inclusief bron- en contactopsporing. Deze opsporing houdt een meldingsplicht in voor alle artsen aan de GGD. Hoewel infectieziekten door verschillende maatregelen steeds minder voorkomen in Nederland, blijft dreiging ervan aanwezig. GGD Drenthe voert negen taken uit op het terrein van infectieziektenbestrijding: 1. surveillance; 2. taken in het kader van de meldingsplicht; 3. beleidsadvisering; 4. (primaire) preventie; 5. bron- en contactopsporing; 6. netwerk- en regiefunctie; 7. vangnetfunctie; 8. outbreak management; 9. onderzoek. Om de verspreiding van infectieziekten (binnen Nederland) tegen te gaan, is uniforme en landelijke dekkende preventie en crisisaanpak van groot belang. Immers, infectieziekten houden bij de gemeentegrenzen niet op. Maatschappelijk effect Opsporen, behandelen en voorkomen van infectieziekten. Beschermt de Drentse inwoners tegen externe bedreigingen en gezondheidsrisico s in hun omgeving. Pagina 2 van 6

44 3. Tuberculose bestrijding Wettelijke taak: ja Taak bij wet bij GGD : ja 4. Technische hygiënezorg Wettelijke taak: ja Taak bij wet bij GD : ja De GGD heeft tot taak om tuberculose te voorkómen, bestrijden en op te sporen. Dit gebeurt preventief door screening en voorlichting. Als er personen worden gevonden met tuberculose of als er aanwijzingen van besmetting zijn, houdt de GGD zich bezig met behandeling, begeleiding, bronopsporing en contactonderzoek onder de personen die mogelijk besmet zijn. De screening van asielzoekers op tuberculose valt eveneens onder de taken van de GGD. Voor tuberculose geldt een wettelijke aangifteplicht. Een arts die tuberculose vaststelt, moet dat melden bij de GGD. Door die aangifteplicht en door registratie van alle aangiften ontstaat een goed overzicht van besmettingshaarden en van het aantal patiënten per jaar en kan op elke melding adequaat worden gereageerd. Maatschappelijk effect Het beschermen van burgers tegen tuberculose en gezondheidsrisico s in de omgeving. Technische hygiënezorg en toezicht op de kinderopvang en tatoeage- en piercingshops is wettelijk belegd bij de GGD. Voor tatoeage- en piercingshops is de GGD de vergunningverlener. Ook voert de GGD jaarlijks inspecties kinderopvang uit. Met deze controles, waarbij op hygiëne en veiligheid wordt gecontroleerd, tracht de GGD de overdracht van ziekten te voorkomen en de kans op ongevallen te beperken. Ook signaleert de GGD ongewenste situaties en adviseert gericht om de kans op besmetting zo klein mogelijk te houden. Waar nodig wordt actief voorlichting gegeven en worden vragen uit de bevolking beantwoord. Maatschappelijk effect meer kennis over en zorg voor hygiëne met daardoor een kleinere kans op overdracht, uitbraak en verspreiding van infectieziekten en beperking van de kans op ongevallen; waarborging en monitoring van de kwaliteit van de kinderopvang; er is kennis en zorg voor een gezond en veilig opvang- en opgroeiklimaat voor een kwetsbare doelgroep (kinderen in een afhankelijkheidsrelatie die niet hun ouders betreft). Pagina 3 van 6

45 5. Medische Milieukunde Wettelijke taak: ja Taak bij wet bij GGD : ja 6. Seksuele gezondheid Wettelijke taak: ja Taak bij wet bij GGD : ja Medische Milieukunde houdt zich bezig met de invloed van het milieu op onze gezondheid. De leefomgeving, het milieu, beïnvloedt op allerlei manieren de gezondheid en kan daarbij nadelige effecten hebben op gezondheid en welbevinden. De werkzaamheden van de medisch milieukundige zorg omvatten onder ander het: - signaleren van ongewenste situaties die schadelijk voor de gezondheid kunnen zijn; - adviseren van de bevolking over risico s (inclusief gezondheidskundig advies over gevaarlijke stoffen); - beantwoorden van vragen uit de bevolking en geven van voorlichting; - verrichten van onderzoek; - adviseren van gemeenten bij hun beleid op het gebied van milieu, ruimtelijke ordening en vervoer. Seksuele gezondheid is een staat van lichamelijk, emotioneel, geestelijk en maatschappelijk welbevinden met betrekking tot seksualiteit. Het is meer dan de afwezigheid van ziekte of gebrek en gaat vooral om een positieve, prettige en gewenste beleving van seksualiteit. Seksueel gedrag is schadelijk als het gedrag niet veilig, niet vrijwillig, niet prettig of niet gewenst is. Het bevorderen van seksuele gezondheid vraagt een integrale aanpak: beleid dat inspeelt op meerdere factoren die de seksuele gezondheid bevorderen. Beleid is dan gericht op zowel het individu als de omgeving. Dit vereist niet alleen maatregelen vanuit gezondheidsbeleid, maar ook op andere gebieden zoals onderwijs, handhaving of ruimtelijke ordening. De GGD heeft een rol in de preventie van seksueel overdraagbare aandoeningen (soa). Dit gebeurt zowel door opsporing en behandeling op soa-poli s als door (outreachende) seksualiteitshulpverlening en - voorlichting. Maatschappelijk effect Het voorkomen van gezondheidsklachten als gevolg van bedreigingen vanuit de fysieke omgeving, inclusief straling. Bedreigingen worden zoveel mogelijk, veelal door andere organisaties, aan de bron aangepakt. Maatschappelijk effect preventie, bestrijding en voorkomen van soa/hiv en het verbeteren van de seksuele gezondheid; samenwerking maakt het mogelijk de aanpak van seksuele gezondheidsproblemen te verbinden met andere relevante gezondheidsthema s en beleidsterreinen. Zo kan meer gezondheidswinst worden gehaald en helpen verbindingen tussen preventie, zorg en hulpverlening om problemen in een vroeg stadium te signaleren en schade en kosten te voorkomen. Pagina 4 van 6

46 7. Crisisorganisatie Wettelijke taak: ja Rampenopvang GGD Taak bij wet bij GGD : ja 8. Openbare geestelijke Wettelijke taak: ja* Gezondheidszorg (vangnet en advies) Taak bij wet bij GGD : nee Er zijn twee deelgebieden: 1. GGD Rampen opvangplan (GROP) De GGD is voorbereid op haar taak binnen de geneeskundige hulpverlening en heeft hiertoe een GROP opgesteld. Het GROP omschrijft de aanpassing van de interne GGD-organisatie vanaf de ontvangst van een melding van een (dreigende) crisis tot aan de afronding van de GGD-inzet. Het GROP wordt zowel bij crisis, rampen als incidenten ingezet. Maatschappelijk effect Het creëren van een effectieve respons- en afstemmingsorganisatie voor taken van de GGD bij crises. 2. De Psychosociale Hulpverlening is te onderscheiden naar de: a. PSHOR (Psycho Sociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen). Dit wordt ingezet bij een ramp met slachtoffers en naasten. De GGD is zowel in de acute als in de nazorgfase wettelijk verantwoordelijk voor de coördinatie van de inhoudelijke uitvoering van de psychosociale hulpverlening. b. PSHi (Psycho Sociale Hulpverlening bij incidenten). Dit wordt onder leiding van een casusvoorzitter, conform afspraken uit het Drentse PSHi-protocol, ingezet bij incidenten met (kans op) maatschappelijke onrust. Maatschappelijk effect adequate uitvoering van PSH door gecoördineerde psychosociale opvang en nazorg aan direct en indirect getroffenen met als doel het natuurlijk psychisch herstelvermogen van slachtoffers van een ingrijpende gebeurtenis te bevorderen; het voorkomen/verminderen van maatschappelijke onrust en het voorkomen/verminderen van psychosociale gezondheidsklachten. De vangnetfunctie van de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) richt zich op mensen die het op meerdere fronten tegelijk niet redden in de maatschappij zoals multi-probleem gezinnen, chronisch psychiatrische patiënten en daklozen. Binnen de OGGZ gaat het onder meer om het signaleren en bestrijden van risicofactoren en het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen. De GGD adviseert en functioneert als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis. Ook zet de GGD sociaal verpleegkundigen in die met een brede blik kijken naar cliënten en gespecialiseerd zijn in woningvervuiling. Maatschappelijk effect vroegtijdige signalering; sluitende en efficiënte aanpak en effectieve ketensamenwerking; voorkomen van dak- en thuisloosheid; voorkomen (woon)overlast. * OGGZ komt als begrip niet meer terug in de Wmo 2015 Pagina 5 van 6

47 9. Epidemiologie Wettelijke taak: ja Taak bij wet bij GGD : deels* 10. Gezondheidsbevordering Wettelijke taak: ja Taak bij wet bij GGD : deels* Epidemiologie richt zich op het uitvoeren van diverse gezondheidsonderzoeken onder inwoners in Drenthe. Op deze wijze wordt de gezondheid van de inwoners van Drenthe in kaart gebracht. Deze inzichten zijn de basis voor het (gemeentelijk) gezondheidsbeleid en maken duidelijk welke bevolkingsgroepen de grootste risico s lopen en de grootste gezondheidsproblemen hebben. Epidemiologie evalueert tevens gezondheidsprogramma s en ondersteunt de uitvoerende afdelingen van de GGD. Op basis van gegevens uit onderzoeken worden gemeenten en partnerorganisaties geadviseerd. De Wet Publieke Gezondheid geeft aan dat gemeenten primair verantwoordelijk zijn voor de algemene bevorderingstaken en gezondheidsbevordering. Tevens dient de GGD te beschikken over deskundigen op dit gebied. Met gezondheidsbevordering wordt bijgedragen aan de opzet, uitvoering en afstemming van preventieprogramma s. De invulling van gezondheidsbevordering wordt overgelaten aan de beleidsvrijheid van gemeenten. GGD Drenthe richt haar dienstverlening primair op advisering en bemiddeling en geeft inzicht in de preventiestructuren. Maatschappelijk effect Het bieden van een gefundeerde basis voor beleid, dat gericht is op bescherming, bewaking en bevordering van gezondheid, ook in geval van rampen. Maatschappelijk effect het bevorderen en behouden van gedragsverandering bij burgers ten aanzien een gezonde leefstijl met als resultaat gezondheidswinst en reductie in zorgen maatschappelijke kosten; het bevorderen en faciliteren van samenwerkingsverbanden/netwerken. * Voor meer informatie: zie het overzicht op de eerste pagina. Pagina 6 van 6

48 GGD Drenthe t.a.v. Mevr K. Eeken, Postbus 144, 9400 AC Assen *Z011B2ED4E ONDERWERP ONS KENMERK DATUM 20 januari 2016 kaderbrief GGD /D Geachte Mevrouw Eeken, Hierbij reageren wij op de kaderbrief 2017 van de GGD Drenthe, waarin u uw beleidsvoornemens voor 2017 kenbaar maakt. We stellen het op prijs dat u de Drentse gemeenten in een vroeg stadium op de hoogte brengt van uw beleidsvoornemens. Dit biedt de deelnemende gemeenten de mogelijkheid in een vroeg stadium richting te geven aan de uitvoering van beleid door de gemeenschappelijke regeling. We hebben kennis genomen van uw kaderbrief Deze richt zich op de uitvoering van de gemaakte afspraken, die vastgelegd zijn in de meerjarenbegroting. Wij kunnen ons inhoudelijk vinden in deze koers en verzoeken u deze uit te werken in de begroting Voorts willen wij u er op wijzen dat wij hechten aan een goed niveau van dienstverlening binnen de grenzen van onze gemeente. Kostenreducties, mogen niet leiden tot dienstverlening onder wettelijk of maatschappelijk aanvaardbaar niveau. Vragen Heeft u nog vragen over deze brief? Dan kunt u contact opnemen met Bernard Jansen. Wilt u bij correspondentie altijd het kenmerk van deze brief vermelden? Met vriendelijke groet, Burgemeester en Wethouders van de Gemeente De Wolden Secretaris, Burgemeester, N. Kramer R. de Groot PAGINA 1 VAN 1

49 bezoekadres Westerbrink BJ Assen Drenthe. ~...,. Aan de colleges van de gemeenten en provincie in Drenthe RUD Drenthe Postbus BA Assen info@ruddrenthe.nl ons kenmerk uw brief vanlkenmerk team Bedrijfsbureau bijlage(n) 1 behandeld door J.J. Vogelaar telefoon j.vogelaar@ruddrenthe.nl datum 21 december 2015 onderwerp Aanbieden Kaderbrief2017 Geachte collegeleden. Hierbij bieden wij u de Kaderbrief 2017 aan. Als gevolg van een wijziging in de Wet op de gemeenschappelijke regeling is in de gemeenschappelijke regeling van de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe opgenomen in artikel 25, dat het algemeen bestuur de uitgangspunten voor de begroting vaststelt. Het dagelijks bestuur heeft deze uitgangspunten op 30 november jl. in een kaderbrief voorgelegd aan het algemeen bestuur. Het algemeen bestuur van de RUD Drenthe heeft deze op 30 november jl. vastgesteld. De Kaderbrief 2017 wordt u ter informatie toegezonden. met vriendelijke groet, het dagelijks bestuur van de RUD Drenthe, namens deze, -=~-i_ç~ V J.J. Vogelaar directeur De Regionale Uitvoeringsdienst vall ell voor Drenthe KvK Bank NL22 BNGH

50 ... Drenthe Kaderbrief 2017 Vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe d.d. 30 november ~_.. 1

51 Drenthe... Kaderbrief Inleiding 2. Kaders begroting 3. Risico's

52 ......,.... Drenthe 1. Inleiding De kaderbrief 2017 benoemt de algemene financiële en beleidsmatige kaders van de "ontwerp" begroting van de ROD Drenthe. Er wordt een aangegeven welke prijscompensatie de ROD voorstelt voor het opstellen van de begroting 2017 en er wordt een indicatie gegeven van de bijdrage per deelnemer aan de ROD Drenthe. Hiernaast wordt inzicht gegeven in enkele risico's die kunnen leiden tot een bijstelling van de begroting. 2. Kaders begroting Kosten opbouw & indexering Voor de kostenopbouw van de programmabegroting 2017 zullen dezelfde uitgangspunten worden gebruikt dan in voorgaande begrotingen. Voor de begroting 2017 zullen de uitgangspunten van het Centraal Plan Bureau (CPB) worden gebruikt en hierin is een indexering van 2% opgenomen. De lasten in de ROD-begroting zijn te onderscheiden in personeelslasten (ca. 80%), uitvoeringskosten voorvloeiend uit de packagedeal met de provincie Drenthe en de gemeente Emmen (ca. 15%) en overige kosten (ca. 5%). Personeelslasten De stijging van de personeelslasten vloeien voort uit de cao-ontwikkelingen. De huidige cao heeft een looptijd tot eind De loonstijgingen die gelden in 2017 zijn dus nog niet bekend. Daarom wordt gerekend met de CPB index van 2%. Indien de werkelijke lasten hiervan afwijken zal hierover worden gerapporteerd en wordt zo nodig de begroting bijgesteld. Drentse maat Bij de oprichting van ROD Drenthe is afgesproken vanaf één januari 2016 wordt gewerkt met de Drentse maat. Het dagelijks bestuur heeft op 28 september 2015 de Drentse maat voor 2016 vastgesteld. Tevens is vastgesteld dat voor het opstellen van het uitvoeringsprogramma's voor 2017 dezelfde proces aanpak wordt gevolgd als die voor 2016 is gehanteerd. Packagedeal In de packagedeal met de provincie Drenthe en de gemeente Emmen is een indexatie opgenomen die overeenkomt met de indexatie zoals genoemd in de Meicirculaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. De werkelijke indexatie voor 2017 is pas medio 2017 bekend. Als uitgangspunt voor de begroting wordt de CPB-richtlijn van 2% opgenomen. Overige kosten Ook voor de overige kosten zal de CPB-richtlijn (2%) worden gehanteerd. Opbrengsten De opbrengsten van de begroting bestaan uit de bijdrage van de deelnemers (99%) en opbrengst leges (1 %). Bijdrage deelnemers De bijdrage voor de begroting 2017 wordt per opdrachtgever bepaald op basis van de omvang van het takenpakket dat zij afneemt. Voor de verdeling voor de verdeelsleutel wordt als uitgangspunt de begroting 2016 gehanteerd. De bijdrage van de deelnemers kan als gevolg van de voorgestelde loon- en prijsontwikkelingen met 2% worden verhoogd. 3

53 Drenthe... Leges De leges worden niet geïndexeerd ten opzichte van de begroting De legesverordening van de provincie Drenthe wordt eind 2015 gewijzigd. De eventuele gevolgen voor de legesopbrengsten worden meegenomen in de begroting Risico's Wijziging aard en omvang van het takenpakket In de begroting is uitgegaan van een takenpakket dat vergelijkbaar is met De aard en omvang van het takenpakket wordt door het bevoegd gezag bepaald. Kleine verschuivingen in het takenpakket zijn binnen de begroting op te vangen, maar grotere afwijkingen kunnen leiden tot (frictie )kosten. Personeelslasten Met ingang van 2017 wordt het individueel keuzebudget (IKB) ingevoerd. De detailinformatie voor de invoering is momenteel nog niet bekend. Dit kan betekenen dat er in 2017 bij de invoering van het IKB 19 maanden vakantietoeslag moet worden uitbetaald in plaats van 12 maanden. De financiële eonsequenties hiervan (éénmalig ca ) zullen worden meegenomen in de begroting 2017, indien deze tijdig bekend zijn. Leefomgevingsysteem (LOS) Als gevolg van juridische procedures is de oplevering van het systeem met een half jaar tot één jaar vertraagd en zal in de loop van 2017 in plaats van 2016 worden afgerond. Dit betekent dat in 2017 nog extra incidentele kosten (o.a. personele inzet) gemaakt moeten worden. Het is de vraag of al deze kosten binnen het projectbudget opgevangen kunnen worden. In de loop van 2016 komt hier meer duidelijkheid over en zal hierover, indien nodig, worden gerapporteerd. 4

54 De colleges van burgemeester en wethouders van de Drentse gemeenten Postbus AK Assen ons kenmerk U inlichtingen bij Marten van Delden uw kenmerk telefoonnummer datum 22 december onderwerp Gemeenschappelijke regeling, 2 e bestuursrapportage en kaderbrief 2017 Geacht college, Op 15 december heeft het algemeen bestuur Veiligheidsregio Drenthe (VRD) vergaderd. In deze vergadering heeft besluitvorming plaatsgevonden over de gemeenschappelijke regeling, de 2 e bestuursrapportage en de kaderbrief. Met deze brief informeren wij u hierover. Gemeenschappelijke regeling De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is per 1 januari 2015 gewijzigd. De wijzigingen in de Wgr zijn doorgevoerd in de gemeenschappelijke regeling van de VRD. Alle Drentse gemeenten hebben ingestemd met de gewijzigde gemeenteschappelijke regeling. De regeling treft u bijgevoegd aan en treedt op 1 januari 2016 in werking. Tweede Bestuursrapportage 2015 Bijgevoegd treft u de Tweede Bestuursrapportage 2015 aan. Hierin wordt een terugblik gegeven op de afgelopen negen maanden van de VRD. Evenals de eerste vijf maanden (1e bestuursrapportage) is de periode tot en met september afgesloten met een voordelig resultaat. De periode tot en met september is afgesloten met een voordelig resultaat van 2,0 miljoen. Voor 2015 wordt een jaarresultaat verwacht van 1,6 miljoen op een totale begroting van 29 miljoen (5,5%). Enkele redenen hiervoor: de begroting is gebaseerd op de totale vervangingswaarde van het materieel, maar niet op alle materieel wordt nog afgeschreven; door anders te oefenen (meer virtueel), maar ook omdat het oefenprogramma nog niet in volle omvang wordt uitgevoerd; minder incidenten. Ten opzichte van de 1e bestuursrapportage is er een lichte toename van het aantal incidenten, vooral als gevolg van de julistorm. efficiencyvoordelen in de bedrijfsvoering. Dit voordeel is vooral ontstaan door het werken op een andere schaalgrootte (meer in-company organiseren) en de samenwerking met de GGD, maar ook omdat niet alle geplande werkzaamheden zijn opgepakt. Bij de behandeling van de jaarrekening 2015 vindt besluitvorming plaats over de besteding van het financiële overschot.

55 Verzoek Wij verzoeken u om de Bestuursrapportage ter kennisname aan te bieden aan uw gemeenteraad. Kaderbrief 2017 Bijgevoegd treft u de kaderbrief 2017 aan. Voorafgaand aan de ontwerpbegroting 2017 VRD wordt een kaderbrief opgesteld waarin op hoofdlijnen de inhoudelijke, organisatorische en financiële ontwikkelingen benoemd zijn. Op grond van de gemeenschappelijke regeling wordt u in de gelegenheid gesteld uw zienswijze kenbaar te maken op de kaderbrief. Verzoek Wij vragen u uw zienswijze zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 12 februari aan ons kenbaar te maken. Tot slot Heeft u nog vragen. Dan kunt u contact opnemen met Marten van Delden via of marten.vandelden@vrd.nl Hoogachtend, het algemeen bestuur Veiligheidsregio Drenthe, C. Bijl M. van Delden voorzitter secretaris Pagina 2

56 Kaderbrief 2017 Veiligheidsregio Drenthe Inleiding De begroting voor 2017 wordt in het voorjaar van 2016 aangeboden aan het algemeen bestuur om vervolgens voor een zienswijze naar onze twaalf gemeenten te gaan. De begroting geeft het beleid voor het jaar 2017 weer. Met deze brief wordt een handreiking gedaan voor mogelijke kaders die de gemeenten mee kunnen geven aan het algemeen bestuur, waarmee richting wordt gegeven aan het beleid in De kaderbrief is gebaseerd op de beleidsvisie VRD en de daarin genoemde 4 beleidslijnen (verbinding, vakmanschap, vertrouwen en verantwoording) en de voorgaande begrotingen. Kwaliteit Uit de kwaliteitsmeting die in 2015 is uitgevoerd is gebleken dat de kwaliteit van de brandweerzorg in zijn totaliteit licht is gedaald ten opzichte van het niveau voor de regionalisering van de brandweer (2013). Dit levert over het geheel geen zorgelijk beeld, maar voorkomen moet worden dat onderdelen verder achteruitgaan. Het niveau van de geleverde kwaliteit van de producten of het presterend vermogen van de brandweer, de GHOR, de crisismanagementorganisatie en de ondersteunende middelenfunctie van de Veiligheidsregio Drenthe (VRD) wordt door het algemeen bestuur bepaald. Om de kwaliteit van de brandweerzorg periodiek te blijven volgen worden verschillende methodieken gebruikt die aan het algemeen bestuur worden aangeboden, zodat het algemeen bestuur haar verantwoording kan nemen naar haar opdrachtgevers; de gemeenten. Richting de systeemverantwoordelijke minister wordt op een passende wijze verantwoording afgelegd waarbij de zelf gekozen systemen primair zijn, die vanzelfsprekend passen binnen het wettelijk kader. Voor de organisatie geldt dat kwaliteitssystemen vooral gericht zijn op leren. De VRD stelt het huidige kwaliteitsniveau van de brandweerzorg als ondergrens. Bedrijfsvoering De VRD blijft investeren in informatie- en communicatietechnologie waardoor klanten en leveranciers beter worden bediend, het werk binnen de primaire processen efficiënter en interessanter wordt en de overhead verder wordt beperkt. Eenduidige regionale vastlegging en analyse van gegevens zorgt ervoor dat de VRD beter in staat is om de effectiviteit van haar prestaties te laten zien en meer kennis en inzicht te creëren uit beschikbare informatie. Daarbij wordt nog meer de samenwerking met de GGD Drenthe gezocht, zodat de schaalgroottevoordelen die daardoor ontstaan maximaal worden benut. Beide organisaties werken verder aan flexibele en innovatieve ondersteuning van de primaire processen. De VRD zet zich primair in op het halen van maximale efficiencyvoordelen op de bedrijfsvoering in de samenwerking met de GGD. Risicobeheersing Brandweerzorg in Drenthe is een uitgebalanceerd evenwicht tussen incidentbestrijding en het voorkomen van incidenten (en het beperkt houden van de gevolgen van incidenten). Hiervoor wordt in Drenthe risicogericht gewerkt. Daar waar de (grootste) risico s zijn, wordt de meeste aandacht besteed aan bijvoorbeeld voorlichting. In geheel Drenthe wordt ingezet op de aanwezigheid van werkende rookmelders en voorlichting aan jongeren op scholen.

57 Bij bedrijven en instellingen wordt samengewerkt om vanuit gezamenlijke verantwoordelijkheid risico s te beheersen. De brandweer zet in op het verkrijgen van meer inzicht in waar de risico s het grootst zijn. Data worden verzameld en geanalyseerd om dit mogelijk te maken. Waardoor de beperkte capaciteit meer gericht ingezet kan worden. De VRD zet zich in om zelfredzaamheid te stimuleren zodat door middel van voorlichting minimaal 80% van de huishoudens zijn voorzien van een werkende rookmelder. De VRD is in staat om elke school in Drenthe te voorzien van voorlichting op het gebied van brandveiligheid. De VRD ondersteunt bedrijven en instellingen om inzicht te krijgen in de risico s in of rondom het bedrijf of instelling. Dat vergt niet alleen het toepassen van regels, maar vooral risicogerichtheid en vervolgens risicobeïnvloeding: het scherp in beeld brengen en afwegen van risico s voor anderen, het beïnvloeden van gedrag, bevorderen van zelfredzaamheid en een heldere verantwoordelijkheidsverdeling tussen burgers, bedrijven en overheden. Behoud van vrijwilligheid VRD zet in op vinden en binden van vrijwilligers voor de brandweer. Hiervoor zal een optimale mix moeten worden gevonden tussen lokale eigenheid en autonomie op de brandweerposten aan de ene kant. En een efficiënte en veilige inzet van mensen, middelen en materiaal ter ondersteuning van de brandweerposten aan de andere kant. Zeggenschap en rekenschap gaan hand in hand. Behoud van eigen identiteit en zelfstandigheid moet passen binnen de context van één brandweer Drenthe. De VRD vergroot de eigen identiteit en zelfstandigheid van de brandweerposten in Drenthe binnen de context van het regionale collectief. De VRD implementeert nieuwe inzichten en (landelijke) ontwikkelingen op het gebied van arbeidsveiligheid in de organisatie. Jeugdbrandweer In Nederland is aangetoond dat de jeugdbrandweer een significant aandeel heeft in het leveren van nieuwe vrijwilligers. VRD zet in op adequate ondersteuning van deze groepen zodat aansluiting vanuit de jeugdbrandweer naar een reguliere functie als brandweervrijwilliger mogelijk is. De VRD zorgt er voor dat er in 2017 tenminste 4 jeugdbrandweergroepen zijn zodat kinderen hun interesse voor de brandweer vorm kunnen geven. Landelijke ontwikkelingen VRD blijft landelijke ontwikkelingen kritisch volgen en zal naar behoefte deze ontwikkelingen ondersteunen. De regionale situatie vraagt om een eigen visie op deze landelijke ontwikkelingen. Aansluiting en aanpassing daar waar nodig, ruimte voor eigen oplossingen daar waar het kan. De Landelijke Meldkamer Organisatie, aanpassing van een systeem van opkomsttijden (Rembrand) en kwaliteitszorgsystemen zullen worden benaderd en toegepast vanuit een regionale (lees: Drentse) eigenheid met respect voor de samenwerking in Nederland. Aan de andere kant neemt VRD haar verantwoordelijkheid als er een beroep wordt gedaan op Drenthe. Drenthe wordt één van de specialistische regio s op het gebied van natuurbrandbeheersing en zal daarmee andere regio s kunnen helpen. De VRD benadert haar visie op landelijke ontwikkelingen, thema s en beleidsvoornemens met een Drentse eigenheid.

58 Financiën De gemeenten betalen in 2017 gezamenlijk hetzelfde bedrag als in 2016, wat betekent dat de verlaging (ad ,-) van de brede doeluitkering die VRD van het Rijk ontvangt en kostenstijgingen (lonen en prijzen) binnen de eigen begroting worden opgevangen. Het reservebeleid is sober. De reserves die bestemd zijn als weerstandvermogen worden afgezet tegen de daadwerkelijke financiële risico s en de bestemmingsreserves worden in tijd, hoogte en aantal tot een minimum beperkt. Eventuele overschotten vloeien terug naar de gemeenten. De kosten worden in 2017 onder de gemeenten verdeeld volgens een verdeelsleutel die duurzaam, transparant en rechtvaardig is. De herverdeeleffecten worden tot een minimum beperkt. De VRD hanteert voor 2017 dezelfde financiële bijdrage van de gemeenten als in 2016.

59

60

61 Brink 4b 7981 BZ Diever Tel.: (0521) Fax: (0521) Aan: Raadsleden Datum : 28 januari 2016 Behandeld door : de heer D. Dijkstra Ons kenmerk : UR Onderwerp : kadernota GR Recreatieschap Drenthe Bijlagen : kadernota Geachte raad, Voor u ligt de kadernota 2017 van de GR Recreatieschap Drenthe. Het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap Drenthe heeft de kadernota in haar vergadering van 28 januari 2016 behandeld. Conform de vereisten uit de Wet op de Gemeenschappelijke Regelingen zenden wij de kadernota, met daarin de werkbare kaders, toe aan de deelnemende gemeenten. Deze kaders geven invulling aan de ons voorliggende taken in de komende jaren en vormt een basis voor de op te stellen begroting Met vriendelijke groet, Recreatieschap Drenthe, (D. Dijkstra, directeur)

62 Kader nota 2017 Dick Dijkstra Recreatieschap Drenthe Kadernota 2017

63 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding aanleiding taak ambitie Kaders en ontwikkelingen kaders Financiële kaders achtergrond/eerdere ontwikkelingen uitgangspunten fonds werkgroep Ontwikkelingsvisie toeristische informatievoorziening 4 4. beleid Algemene kengetallen begroting Inleiding 1.1 aanleiding Met ingang van dit jaar ontvangt u voor 1 februari de kaders voor de begroting met de voorstellen voor nieuw beleid en oplossingsrichtingen om tot een sluitende begroting te komen. De kaderbrief geeft in hoofdlijnen het beleidskader weer voor de begroting. De financiële kaders vormen de ruggengraat van de kadernota. Op 13 januari 2016 zijn de kaders en ontwikkelingen in het Dagelijks Bestuur vorm gegeven. De kadernota vormt de basis voor de begroting 2017, welke later wordt opgesteld en door het Algemeen Bestuur wordt vastgesteld. 1.2 taak Het Recreatieschap Drenthe is een gemeenschappelijke regeling. In de regeling staat als taak omschreven het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van recreatie en toerisme. 1.3 ambitie Het Recreatieschap heeft primair een ondersteunende en verbindende taak. Het Recreatieschap Drenthe is het instrument waarmee gezamenlijke acties kunnen worden ondernomen, beleidszaken kunnen worden afgestemd en waarmee gemeentegrens-overschrijdende zaken kunnen worden opgepakt. Individuele vraagstukken kunnen bovengemeentelijk (en daardoor in breder) verband worden opgepakt ( samen is meer dan de som der delen ). 2.Kaders en ontwikkelingen Recreatie en toerisme is en blijft zeer belangrijk voor de Drentse economie en Ooststellingwerf. Het Recreatieschap Drenthe dient de kansen die er liggen op te pakken cq. nieuwe kansen te ontwikkelen. Samen met gemeenten, ondernemers, provincie en overige organisaties Kaders Zorg voor onderzoek Met een landelijk totaal van circa 68 miljard aan recreatief/ toeristische bestedingen is de recreatief/ toeristische sector een van de belangrijkste sectoren van de Nederlandse economie. Toerisme is ook van grote economische betekenis voor Drenthe en Ooststellingwerf en voor de lokale economie. Veel voorzieningen in het landelijk gebied kunnen blijven bestaan dankzij toeristische bestedingen. Het Recreatieschap Drenthe geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de gemeenten over allerlei zaken omtrent recreatie en toerisme. Onze organisatie zal via onderzoek de ontwikkelingen in de sector in beeld houden (o.a. nieuw Ecorysonderzoek). Kadernota

64 Zorg voor kennisontwikkeling en -uitwisseling Jaarlijks organiseert het Recreatieschap een congres voor organisaties en ondernemers uit het werkveld.. Daarnaast vinden er netwerkbijeenkomsten plaats via de Recreatiesociëteit. Doel is kennisuitwisseling en het verbeteren van onderlinge contacten. Zorg voor bereik doelgroep Verder is samenhang en herkenbaarheid ten aanzien van het recreatief/toeristisch product essentieel. Het gaat er uiteindelijk om dat de kwaliteit van het aanbod door de gemeenten zo goed mogelijk wordt afgestemd op de wensen en behoeften van de bijbehorende doelgroepen (dit zal ook een actiepunt zijn voor het AORTA-overleg). Een actief marketing- en promotiebeleid is hierbij eveneens belangrijke randvoorwaarde. Hierbij speelt met name de inzet van digitale mogelijkheden een belangrijke rol. Samenwerking met en actieve ondersteuning van het Drents Internetplatform is hierbij van belang. Daarnaast zal er samenwerking plaatsvinden met Marketing Drenthe en de Provincie. Zorg voor versterking cultuurtoerisme Drenthe en Ooststellingwerf wordt met name gewaardeerd vanwege de rust en ruimte (verdergaande verstedelijking Randstad). De consument heeft een toenemende vraag naar cultuurhistorie. Het Recreatieschap Drenthe zal deze vraag meenemen in haar beleid en plannen en ook afstemmen met de Provincie en de connectie maken met de uitvoeringsplannen Marketing Drenthe. Zorg voor afstemming aanbod In Drenthe en Ooststellingwerf is sprake van vooral kleinere recreatief/toeristische bedrijven. Het blijkt moeizaam voor het bedrijfsleven om snel en in voldoende mate te kunnen investeren en zo tegemoet te komen aan de vraag van de markt. Zowel kwaliteit van hardware (gebouwen/voorzieningen) als software (promotie/marketing/ opleidingen) vragen hierom. Actief ondersteunen van de sector is van belang (o.a. inzet Recreatie Expert Team). Zorg voor voorzieningen Juist Recreatie en Toerisme zijn bij uitstek beleidsterreinen waarbinnen gemeenten actief beleid kunnen en moeten ontwikkelen. Een (niet onbelangrijk) bijkomend aspect is dat het merendeel van de kosten voor instandhouding van de openbare recreatieve infrastructuur en de realisatie van nieuwe voorzieningen voor rekening van de gemeenten komt. Het ontwikkelen van nieuwe producten voor de toeristische markt blijft een speerpunt (m.n. het behouden en waar mogelijk versterken van de positie van fietstoerisme). - Zorg voor het fietsknooppuntensysteem Ca. 10 jaar geleden is in Drenthe het fietsknooppuntensysteem gereed gekomen. Dit fietssysteem heeft een belangrijke impuls gegeven aan het fietsen van zowel toeristen/ recreanten als ook eigen inwoners. Het is zaak om dit systeem aan te laten sluiten bij de recente ontwikkelingen (inpassen nieuwe fietspaden/ verbinding met bedrijfsleven). - Zorg voor de ontwikkeling van het wandelknooppuntensysteem Het realiseren van een (grotendeels provincie dekkend) wandelknooppuntensysteem is een wens die leeft bij veel van de deelnemende gemeenten. Het Recreatieschap Drenthe zal hierin faciliteren. Door het centraal aansturen en beheren van een groot aantal routes en routenetwerken kan uniformiteit en eenduidigheid worden gewaarborgd. Daarnaast zal worden ingezet op de combinatie fietsen en gezondheid. Hierin wordt de verbinding gezocht met duurzaamheid en mobiliteit. Zorg voor afstemming beleid Nadrukkelijk wordt gekeken naar de kwaliteit en samenhang van de Drentse vrijetijdsvoorzieningen en Ooststellingwerf. Elke toerist brengt immers geld en werk met zich mee. Voor de toerist en recreant bestaan er geen gemeentegrenzen. Wil er daarnaast sprake zijn van een eenduidig en kwalitatief goed ontwikkelde vrijetijdssector dan dient er immers sprake te zijn van duidelijke samenhang en afstemming tussen de diverse gemeenten. Kadernota

65 Het Recreatieschap Drenthe zet zich ook in 2017 hier ten volle voor in. Dit zowel in relatie tot de gemeenten, als ook in relatie tot de provincie Drenthe. Een goede afstemming van het beleid vanuit een gezamenlijke ambitie is essentieel om de positie van Drenthe en Ooststellingwerf maar ook Noord-Nederland, in de recreatief/toeristische markt vast te houden. Zorg voor planontwikkeling, projectontwikkeling en uitvoering Voor een goede ontwikkeling en afstemming van toerisme en recreatie worden plannen ontwikkeld. De planontwikkeling gaat in nauw overleg met de betrokken gemeenten, maar ook samen met vele andere partijen (terreinbeherende instanties, provincie, waterschappen ed.). Projecten zorgen er voor dat de plannen niet alleen op papier blijven staan, maar dat deze ook daadwerkelijk worden uitgevoerd. Het Recreatieschap Drenthe kan hierbij verschillende rollen hebben. De rol van bedenker, opdrachtgever, subsidieaanvrager, projectmanager etc. 3.Financiële kaders: 3.1 achtergrond/ eerdere ontwikkelingen Bij de behandeling van de begroting 2012 heeft het Algemeen Bestuur van het Recreatieschap besloten te komen tot een structurele bezuiniging op de gemeentelijke bijdragen in het fonds van 10%. Door het Algemeen Bestuur is in 2012 besloten om voor 2013 en de volgende jaren te komen tot een bezuiniging van 10% en een extra bezuiniging ( 2.500,-- per gemeente) op het fonds voor Recreatie en Toerisme. Dit is een structurele bezuiniging. Dit betekent, dat de verwerking van normale kostenstijgingen (o.a. periodieke stijgingen en verplichtingen vanuit de CAO) binnen de begroting dient plaats te vinden om op de nullijn te kunnen blijven. Hierbij is het van belang erop te wijzen, dat de beïnvloedbare kosten bij een kleine organisatie als het Recreatieschap Drenthe zeer beperkt zijn. Veel kosten zijn structureel, zoals de kosten voor huisvesting, salaris, verzekering en accountant en zijn in principe niet of slechts zeer moeilijk te wijzigen. 3.2 uitgangspunten Ook in 2017 is deze extra korting (cfm. voorgaande begrotingen) doorgevoerd. Bij het opstellen van de begroting wordt uitgegaan van de huidige bedrijfsactiviteiten die we voor de gemeenten uitvoeren en continuïteit van bestaande geldstromen. Salariskosten: de personeelsformatie (7,15 fte) en de bijbehorende salariskosten voor de begroting 2017 worden geraamd op basis van de actuele formatie, waarbij rekening wordt gehouden met CAO afspraken en jaarlijkse periodieken. Het Recreatieschap Drenthe heeft een aantal medewerkers in vaste dienst om de kernactiviteiten uit te voeren. Bij uitvoer van projecten wordt bekeken of externe ondersteuning nodig is en worden de hiermee samenhangende kosten doorberekend in de projectadministratie. Hierbij is dus sprake van een flexibele schil aan arbeidskracht. Onderhoudskosten: het Recreatieschap Drenthe kent een groot aantal voorzieningen in het werkgebied welke onderhoud behoeven. Hierbij moet gedacht worden aan bewegwijzering (fietsknooppuntennetwerk, fiets- en wandelroutes), informatiepanelen ed. Door de uitvoer van diverse projecten zijn er steeds meer voorzieningen gerealiseerd. Tot nu toe zijn hier geen extra middelen voor beschikbaar (meer onderhoud met een gelijkblijvend budget). Het vormt een knelpunt om de huidige voorzieningen op een kwalitatief goed niveau te behouden. Het op peil houden van een hoge kwaliteit van de voorzieningen is essentieel aangezien het een belangrijk onderdeel uitmaakt van de beleving c.q. het imago van onze provincie. Nieuw te ontwikkelen voorzieningen dienen daarom voorzien te worden van een dekkingsplan (extra budget) voor onderhoud en mogelijk noodzakelijke update zodat de kwaliteit kan worden geborgd. Overige kosten: in de begroting zal rekening worden gehouden met de bekende meerjarige aanpassingen, zoals prijsontwikkelingen. Kadernota

66 3.3 fonds Jaarlijks wordt door de Drentse gemeenten en Ooststellingwerf een bedrag voor het fonds voor Recreatie en Toerisme beschikbaar gesteld. De fondsbijdrage bestaat uit een vaste bijdrage per gemeente (afhankelijk van de dagrecreatie) en een variabele bijdrage afhankelijk van de ontvangen toeristenbelasting. Met andere woorden, een deel van de ontvangen toeristenbelasting wordt feitelijk, via het Recreatieschap, direct weer ingezet in de toeristisch-/ recreatieve sector. De omvang van het fonds 2017 is afhankelijk van de binnengekomen toeristenbelasting bij de gemeenten in In de jaren heeft het fonds meegeholpen aan een investering in het recreatief/ toeristisch product van circa 25 miljoen. Dankzij het fonds zijn onder andere de aanleg en onderhoud van fietspaden, het project Internationaal Geopark de Hondsrug, voorzieningen voor de vaarrecreatie, toeristische ontwikkelingen in het landelijk gebied, ontwikkelingen dagrecreatie, poorten nationale parken, bewegwijzering, realisatie ATB/MTB routes en de instandhouding van de recreatieve voorzieningen van SBB op een actieve en snelle wijze ondersteund. Daarmee is de inzet van extra subsidiemiddelen mogelijk gemaakt en/of vergroot en kan op een alerte wijze worden ingespeeld op vragen vanuit de gemeenten en het bedrijfsleven. Uit reacties van zowel gemeenten, bedrijfsleven is duidelijk dat het fonds hiermee volop aan zijn doelstelling beantwoordt: het op effectieve en efficiënte wijze zorgen voor vernieuwing en stimulering van Recreatie en Toerisme in Drenthe en Ooststellingwerf. Voor 2017 wordt dit activerende beleid doorgezet. 3.4 werkgroep Ontwikkelingsvisie toeristische informatievoorzieningen In 2016 zal deze werkgroep zich buigen over een betere afstemming op het gebied van de toeristische informatievoorziening in Drenthe ( en Ooststellingwerf). Vooruitlopend op de uitkomst wordt aan de deelnemende gemeenten gevraagd de financiën zoals destijds beschikbaar voor de Stichting Recreatievoorzieningen Drenthe, ook te reserveren voor Eind 2016 zal de werkgroep haar eindproduct en advies opleveren en zal concrete invulling en de daaraan gekoppelde acties volgen. 4. Beleid Om de concurrentiepositie van onze regio te waarborgen is het van groot belang om de ontwikkeling van een samenhangend beleid op het gebied van Recreatie en Toerisme en een toename van de investering in de kwaliteit van het recreatief/toeristisch product en de promotie en marketing hiervan te waarborgen. Extra investeringen in kwaliteit en verbreding van het toeristisch/recreatieve product vanuit de overheid is dan ook van groot belang. Genoemde update van het fietsknooppuntensysteem en de ontwikkeling en aanleg van het wandelknooppuntensysteem sluiten hierbij aan. Kadernota

67 5. Algemene kengetallen begroting 2017 Begroting Begroting Begroting Baten Lasten Bijdrage gemeenten in exploitatie Bijdrage gemeenten Fonds Recreatie en Toerisme Saldo financieringsfunctie/rente Aantal fte's 7,15 7,15 7,15 Baten bestaan uit opbrengsten uit erfpacht, congres, sociëteit en administratieve ondersteuning aanliggende partijen De bijdrage aan het fonds is afhankelijk van de opbrengst toeristenbelasting in de diverse gemeenten We stellen u voor de kadernota met de hierin opgenomen kaders vast te stellen. Het Dagelijks Bestuur Kadernota

68 Aan de leden van de gemeenteraad in Drenthe Geachte heer, mevrouw, Met deze brief informeren we u over de wijze waarop de Drentse gemeenten de inkoop van jeugdhulp per 1 januari 2017 gaan organiseren. Op 9 februari nemen de meeste colleges van B&W in Drenthe hierover een besluit. Over de uitkomst daarvan wordt u vanuit uw eigen gemeente geïnformeerd. De Drentse gemeenten gaan de inkoop van Jeugdhulp na 2017 anders organiseren. De inkoop van bovenregionale zorg zoals de intramurale en zeer specialistische jeugdhulp blijven de twaalf Drentse gemeenten gezamenlijk doen. De rest van de inkoop gebeurt straks vanuit twee deelregio s Zuid Drenthe en Noord en Midden Drenthe. De gemeenten zetten op diverse andere terreinen hun goede samenwerking voort. De andere organisatie van de inkoop vloeit voort uit de keus van de vijf gemeenten in Noord en Midden Drenthe om als aparte subregio de inkoop van Jeugdhulp en Wmo te combineren. Het gaat om de gemeenten Aa en Hunze, Assen, Midden Drenthe, Noordenveld en Tynaarlo. Zij zijn van mening zo beter te kunnen voldoen aan lokale behoeften en meer samenhang te kunnen aanbrengen in het aanbod aan zorg en ondersteuning aan inwoners. Uitgangspunt is om meerjarige overeenkomsten aan te gaan met aanbieders. De vijf gemeenten hebben de afgelopen jaren al intensief samengewerkt bij de inkoop van de (nieuwe) Wmo taken. Ook de andere zeven gemeenten gaan gezamenlijk zorg en ondersteuning inkopen. Borger Odoorn, Coevorden, De Wolden, Emmen, Hoogeveen, Meppel en Westerveld kiezen hierbij voor het gezamenlijk kader dat voor de Jeugdhulpregio is opgesteld. De gemeenten in Zuid Drenthe zien goede mogelijkheden om binnen deze afspraken goed in te kunnen spelen op de lokale situatie in hun gemeenten. Ook deze gemeenten willen Jeugdhulp en Wmo combineren als dit meerwaarde heeft voor inwoners. Na besluitvorming door de colleges gaan de gemeenten verdere afspraken maken met zorgaanbieders over het inkoopproces en de samenwerking. Met vriendelijke groet, Roger de Groot Voorzitter Jeugdhulpregio Drenthe

69 Rekenkamercommissie AAN De Raad en het College van B&W van gemeente De Wolden i.a.a. de secretaris-directeur Betreft: Voorgenomen onderzoeken 2016 Zuidwolde, 5 februari 2016 Geachte Raad, geacht College, Inleiding Eind 2015 hebben wij gesprekken gevoerd met de raadsfracties over de onderzoeksonderwerpen voor Wij hebben van de fracties veel suggesties voor onderzoeken ontvangen. Sommige fracties hebben deels of geheel dezelfde onderwerpen genoemd. In de gesprekken met de fracties is over enkele onderwerpen reeds samen geconcludeerd dat die niet of nog niet geschikt zijn voor een onderzoek. Een aantal malen heeft een vertegenwoordiger van de rekenkamercommissie ook de suggestie gedaan om de vragen die er in de fractie leven, eerst aan het college voor te leggen. Wij hebben op 26 januari de resterende onderwerpen de revue laten passeren en de in de gesprekken uitgewisselde informatie gedeeld. Daarna zijn we nagegaan op welke wijze van de aangedragen suggesties een onderzoekswaardig onderwerp kon worden geformuleerd, onder meer door aangedragen onderwerpen te focussen en/of te clusteren. Bovengenoemd selectieproces heeft geleid tot 6 onderzoeksonderwerpen, die we hebben getoetst aan de selectiecriteria die opgenomen zijn in ons onderzoeksprotocol. Deze zijn: 1. Het financiële belang van een onderwerp. 2. Het maatschappelijke belang van een onderwerp. 3. De twijfel met betrekking tot de uitvoering van een onderwerp. 4. De mate van risico m.b.t. doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid. 5. Het geschikt zijn als rekenkameronderzoek. 6. De leereffecten die worden verwacht. Wij hebben de volgende onderwerpen getoetst aan de criteria: 1 Bestuurlijk risicomanagement en risicobeheersing 2 Inkoop- en aanbestedingsbeleid 3 Inkoop Jeugdzorg 4 Effectiviteit eigen beleid onteigeningsprocedures 5 Effectiviteit sturing op grote gesubsidieerde instellingen 6 Evaluatie milieubeleid

70 De toets Bestuurlijk risicomanagement en risicobeheersing Het onderwerp risicomanagement stond al op onze lijsten voor 2014 en Een eventueel onderzoek naar dit onderwerp werd in de nu gehouden gesprekken door enkele fracties ondersteund. Wij achten, getoetst aan de criteria, het onderwerp geschikt voor onderzoek. Verder zijn de leereffecten, het maatschappelijk belang en het financieel belang groot. Echter gelet op het feit dat in 2015 het beleid is herzien achten wij een onderzoek in 2016 nog te vroeg. Geen onderzoek dus. Het inkoop- en aanbestedingsbeleid In de gesprekken die we hebben gevoerd is er door bijna alle fracties gesteld dat de uitvoering en toepassing van de regels met betrekking tot inkoop en aanbesteding ondoorzichtig is en dat hierover bij de fracties vragen leven die niet genoegzaam zijn beantwoord door het college. Verder wordt gesteld dat tijdens de aanbestedingsprocedures de spelregels worden gewijzigd. De rekenkamercommissie heeft in oktober 2007 reeds een rapport inzake het inkoop- en aanbestedingsbeleid uitgebracht. Gelet op het eerdere onderzoek, de gedane aanbevelingen en de bestaande concrete vragen achten wij het raadzaam dat op korte termijn er, op raadsniveau, duidelijkheid komt over de uitvoering en toepassing van de regels. Omdat op dit terrein duidelijkheid geboden is achten wij een onderzoek hiernaar in 2016 noodzakelijk. Inkoop jeugdzorg De vragen inzake dit onderwerp betreffen de sturing van de raad en de Drentse aanpak in relatie tot de wettelijk gewenste decentralisatie. Omdat de gekozen aanpak door de Drentse gemeenten nog in een stadium van ontwikkeling verkeert achten wij dit onderwerp op dit moment minder geschikt voor onderzoek. Effectiviteit eigen beleid onteigeningsprocedures Het gewenste onderzoek heeft in dit geval betrekking op een onderwerp dat door hogere regelgeving tot in detail is voorgeschreven. Van eigen beleid is niet of nauwelijks sprake. Een onderzoek naar het eigen beleid is dan ook niet opportuun. Wel kan de betreffende fractie deze vraag aan het college stellen en dan wel met name gericht op de efficiency van de gemeentelijke organisatie. Geen onderzoek dus. Effectiviteit sturing op grote gesubsidieerde instellingen Dit onderwerp leent zich goed voor een onderzoek van de commissie. Er zou dan gekeken kunnen worden naar zowel de doelmatigheid als de doeltreffendheid. Met andere woorden: is het door de raad geformuleerde beleid effectief en wordt dit efficiënt uitgevoerd door het college. Een onderzoekswaardig onderwerp dus. Evaluatie milieubeleid Hiervoor is in de begroting 2016 een bedrag beschikbaar gesteld. Het college is dus aan zet. Betrokkenheid van de raad kan afgesproken worden. Geen onderzoek. Diverse onderzoeksvoorstellen Door de fracties zijn, het is hiervoor al vermeld, onderwerpen aangedragen die naar onze mening eerst in een vragende vorm aan het college kunnen/moeten worden voorgelegd. Deze zijn derhalve niet getoetst aan de criteria. Het betreft de volgende onderwerpen: - Realisatie bezuinigingen. - Beleid en uitvoering verkoop gronden/resthoeken en overhoeken. - Groenbeleid: gevolgen voor exploitatie van de aanschaf biovergister zwembad De Wijk. - Relatie tussen vastgoedbeleid en verzelfstandiging zwembaden. 2

71 - Verkeersveiligheid centrum Zuidwolde. Ook zijn er onderwerpen aangedragen die, via een eenvoudige vraagstelling door de griffie kunnen worden opgepakt. Het betreft de volgende onderwerpen: - Nakoming toezeggingen aan de raad. - Omgaan met spreektijden en technische vragen. Tenslotte zijn er twee onderzoeksvragen gesteld die naar onze mening door de accountant kunnen worden beantwoord, te weten: - Ondoorzichtigheid IKC-beleid. - Verschillen tussen boek- en marktwaarde vastgoed. De keuze Mede gelet op de doorloop van het in 2015 gestarte onderzoek naar de gemeentelijke communicatie, het budget en personele capaciteit van de rekenkamercommissie hebben wij voor 2016 het volgende onderzoeksonderwerp gekozen: Het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Het onderzoek naar de effectiviteit van de sturing op grote gesubsidieerde instellingen zetten wij op de groslijst voor De planning In de eerste helft van 2016 voeren wij het onderzoek naar de Communicatie met inwoners uit. In de 2 e helft van 2016 starten wij met de voorbereidingen van het onderzoek Het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Tenslotte Uiteraard zal de rekenkamercommissie u de onderzoeksopzetten tijdig ter kennisname aanbieden. In tegenstelling tot de werkwijze van het vorige jaar, doen wij de fracties nu geen aparte brief toekomen waarin wij per fractie de onderwerpselectie nog nader toelichten. Wij achten dit niet nodig vanwege het feit dat wij in deze brief uitvoerig op alle onderzoeksuggesties zijn ingegaan. Wij gaan ervan uit u hiermee vooralsnog voldoende te hebben geïnformeerd. Met eventuele vragen kunt u uiteraard altijd bij ondergetekende of een ander lid van de commissie terecht. Met vriendelijke groeten, De rekenkamercommissie De Wolden, namens deze, Mr. H. Haan, voorzitter 3

72 Griffiememo Aan :De raad van De Wolden Van :drs. I.J. Gehrke, raadsgriffier Datum :12 februari 2016 Onderwerp :Sociale Werkvoorziening Reestmond, raad 25 febr. 16 punt 8 Bij dit agendapunt 8 Sociale Werkvoorziening Reestmond horen de volgende bijlagen: - Memo eindrapportage toekomst Sociale Werkvoorziening Reestmond; - Eindrapportage Toekomst Sociale Werkvoorziening Reestmond; - Brief strategische koers Sociale Werkvoorziening Reestmond, d.d. 26 jan Kaderbrief 2017 SW Reestmond; - Memo evaluatie tijdelijke dienstverbanden; - Reestmond, evaluatie tijdelijke dienstverbanden. Toekomst Reestmond In de betreffende stukken over de toekomst van Reestmond worden een drietal scenario s voor de toekomst geschetst, die de komende periode worden uitgewerkt. In de raadswerkgroep Sociaal Domein De Wolden is op 18 januari 2016 afgesproken om in de raad deze stukken opiniërend te agenderen, zodat de fracties in de gelegenheid worden gesteld om hun visies en opmerkingen in te brengen. Het college kan deze bijdragen vervolgens meenemen naar de Gemeenschappelijke Regeling. De recent ontvangen Kaderbrief 2016 Reestmond, waarin de voornemens voor 2017 staan verwoord, zou ook bij deze discussie betrokken kunnen worden. Evaluatie tijdelijke dienstverbanden Op 8 februari is de informatie over de evaluatie van de tijdelijke dienstverbanden bij Reestmond ontvangen. Voorgesteld wordt om deze evaluatie voor kennisgeving aan te nemen. 1

73 memo Aan Van Dagelijks Bestuur Reestmond Henrieke Bolding (ambtelijk opdrachtgever) Datum 18 september 2015 Onderwerp Afschriften voor Eindrapport Toekomst Sociale Werkvoorziening Reestmond projectgroep/ beleidsadviseurs Bijgaand treft u de eindrapportage aan van de opdracht die u heeft verstrekt rondom de toekomst van de Sociale Werkvoorziening Reestmond. Half december 2014 is de opdracht gegeven aan Iroko en zijn we actief van start gegaan met een verkenning van de gevolgen van de Participatiewet voor de sociale werkvoorzieningen. Deze is gedetailleerd opgenomen in de eindrapportage. Grofweg richtte de opdracht zich op het in kaart brengen van de situatie bij ongewijzigd beleid, het optimaliseren van het bedrijfsresultaat en de situatie en scenario s die van toepassing zijn op grond van gemeentelijke keuzes en voorkeuren. Dit heeft voor de zomervakantie geleid tot een tussenrapport en een voorkeursscenario welke is uitgewerkt in een plan van aanpak. De uitkomst van dit proces is beschreven in het voorliggend eindrapport, dat op 28 september 2015 wordt besproken en vastgesteld. De vervolgplanning heeft in het DB van 17 september uw goedkeuring gekregen en gaat uit van een definitieve besluitvorming over de toekomst/ herstructurering van de GR Reestmond eind De tussenliggende periode dient voor de informatie van de gemeenteraden en adviesorganen, als onderdeel van het bredere vraagstuk rond de uitvoering van de Participatiewet. Verloop van proces en inhoud van rapportage De opdracht is uitgevoerd in een dynamische periode. Waar vanaf 1 januari dit jaar de Participatiewet daadwerkelijk in werking is getreden, zijn gemeenten drukdoende geweest met het inregelen van werkzaamheden voor de nieuwe doelgroep. Het was ook de tijd waarin uitvoering is gegeven aan het besluit rond de tijdelijke contracten. Dit heeft veel aandacht en energie gekost, maar het is ook daadwerkelijk van invloed geweest op de bedrijfsvoering van Reestmond. Hiermee zien we veranderingen optreden in het verloop van de begroting 2015 en eveneens de prognoses voor Dit heeft zo ook enkele financiële gevolgen. De gemeenteraden zijn voor de zomer 2015 hierover geïnformeerd. We markeren hier dat de veranderingen van de laatste periode, met name in financieel opzicht, bekend zijn. Echter voor de bestuurlijke koers met betrekking tot de herstructurering is dit niet wezenlijk bepalend. De peildata van 2013 voor het landelijk en regionaal vergelijk en de primaire begroting van 2015 als uitgangspunt voor het basisscenario zijn voldoende van waarde om de strategisch koers voor de toekomst te bepalen.

74 De eindrapportage, inclusief het plan van aanpak heeft tot doel om, na besluitvorming in DB en AB, als heldere opdracht te dienen voor de opgaven van de GR Reestmond. Dit vormt het kader voor de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening. In de tussenliggende maanden zal deze eindrapportage onderwerp van gesprek zijn in politiek-bestuurlijke vergaderingen. Specifiek over de toekomst van de sociale werkvoorziening of in algemene zin als onderdeel van de uitvoering van de Participatiewet. De bespreking op 28 september 2015 is gepland om u als lid van het Dagelijks Bestuur én als portefeuillehouder Participatiewet te faciliteren in het duiden van de eindrapportage in relatie tot de lokale bestuurlijke discussie. Ook wenst u deze bespreking te gebruiken om het standpunt namens het DB te verwoorden in een aanbiedingsbrief.

75 Toekomst Sociale Werkvoorziening Reestmond Gemeenten Meppel, Staphorst, Westerveld en De Wolden Scenariokeuze EINDRAPPORTAGE IROKO 17 september 2015

76 Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 2

77 1. Context en aanleiding Management samenvatting De opdracht Ist-situatie Personele kengetallen Financiële kengetallen Conclusie IST situatie Mogelijkheden tot optimalisatie van het exploitatieresultaat Beleidsplannen in relatie tot de infrastructuur Gemeentelijke samenwerking binnen sociaal domein Arbeidsmarktregio en werkbedrijf Toeleiding/ Re-integratie/ visie Participatiewet Jongeren Tegenprestatie Nieuw Beschut werk Werkgeversbenadering Wsw Scenario's Basisscenario Scenario 1: verbinding tussen Wsw en Participatiewet Beoordeling van scenario Scenario 2: snel regulier Beoordeling van dit scenario Scenario 3: beschut werkbedrijf Beoordeling van dit scenario Huisvesting...48 Bijlage 1 Plan van Aanpak...49 Bijlage 2, toelichting IST-situatie...66 Bijlage 3 trajecten niet-wsw:...73 Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 3

78 1. Context en aanleiding De Participatiewet Met ingang van 1 januari 2015 zijn de doelgroepen van de Wet Werk en Bijstand (Wwb), (een deel van) de Wajong en de Wet Sociale Werkvoorziening (Wsw) opgegaan in de Participatiewet. De gemeenten zijn daarmee verantwoordelijk voor zowel de uitkering als de re-integratie van een grotere en complexere doelgroep. Het kabinet voerde tegelijkertijd met deze wetgeving forse bezuinigingen door op de gecombineerde budgetten voor de uitvoering van de Wsw en de re-integratie van bijstandsgerechtigde burgers. Het kabinet is daarbij van mening dat vooral de huidige sociale werkvoorziening met fors minder geld toe kan. Het relatief kleine budget dat (bij ongewijzigd beleid) resteert voor de bekostiging van toeleiding en plaatsing van de grotere en complexere doelgroep Participatiewet stelt gemeenten voor grote uitdagingen en dwingt gemeenten tot het maken van keuzes. De centrale doelstelling van de Participatiewet is om zoveel mogelijk mensen met arbeidsvermogen zo regulier mogelijk te laten werken. Hiervoor zijn enkele nieuwe instrumenten en voorzieningen beschikbaar: loonkostensubsidie, garantiebanen, een nieuwe voorziening beschut werken en de vorming van regionale werkbedrijven. Veranderingen in de Wsw Vanaf 1 januari 2015 is er ten gevolge van de invoering van de Participatiewet geen instroom meer in de Wsw. Het aantal Wsw-werknemers in de regio zal daardoor vanaf 2015 op basis van natuurlijk verloop gaan dalen. Rol van Reestmond in de toekomst De gemeenten Meppel, Staphorst, Westerveld en De Wolden hebben de uitvoering van de Wsw belegd bij de gemeenschappelijke regeling Reestmond. Via de GR Reestmond organiseren zij aangepast werk voor medewerkers met een Wsw-indicatie. Tevens zijn de gemeenten, via de GR Reestmond, formeel werkgever van de Wsw-medewerkers. Aanleiding voor het onderzoek De veranderingen ten aanzien van de Wsw en de invoering van de Participatiewet leiden voor de gemeenten tot de vraag wat de financiële en organisatorische consequenties van deze verandering zijn. Daarbij is een belangrijke vraag of de infrastructuur van Reestmond benut kan worden voor de wettelijke taken van de gemeenten en op welke wijze de taken van de Wsw-uitvoering in de toekomst worden vormgegeven. Het bovenstaande is voor het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Reestmond de aanleiding geweest voor het laten uitvoeren van een onderzoek naar de huidige en toekomstige uitvoering van de sociale werkvoorziening in relatie tot de uitvoering van de Participatiewet. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 4

79 2. Management samenvatting IST-situatie Reestmond is een Gemeenschappelijke Regeling van 4 gemeenten, Meppel, Westerveld, Staphorst en De Wolden. In deze gemeenschappelijke regeling zijn de dienstverbanden ondergebracht van de medewerkers met een Wsw-indicatie en van de medewerkers met een ambtelijke status. Reetmond heeft als bedrijf lang de focus gehad op het bieden van werk in de eigen organisatie, met een diversiteit aan werksoorten. Bij Reestmond zijn er relatief minder medewerkers werkzaam bij externe werkgevers en meer Intern. Er is vanaf 2008 meer focus op het naar buiten plaatsen. Een aantal groepsdetacheringen heeft met name geleid tot een beter resultaat daarin. Reestmond is een relatief klein bedrijf, dat door een sterk kostenbewustzijn erin slaagt om de productie met weinig kosten en weinig regulier personeel (met een ambtelijke status) uit te voeren. Optimalisatiemogelijkheden De personeelskosten van de Wsw doelgroep zijn relatief erg hoog. Deze kosten zijn slechts minimaal te beïnvloeden. Door het sterke kostenbewustzijn is er op de kosten van de huidige uitvoering weinig verbetering te behalen. Een beperkte verbetering is mogelijk in opbrengsten. Werkzaamheden met weinig toegevoegde waarde vervangen door werkzaamheden met een hoger resultaat. Dat vergt wel inspanning en doorlooptijd. Daarnaast is een verbetering mogelijk door een doorstroom van intern werken naar extern werken. Beleidskeuzes Met de komst van de Participatiewet hebben de vier gemeenten beleid ontwikkeld op de doelgroep van de Participatiewet, een doelgroep die voor een deel onder het oude regime een indicatie Wsw zou kunnen aanvragen. De gemeenten kiezen er in hun beleid voor om die doelgroep maatwerk te bieden gericht op zo regulier mogelijk werken. In de beleidsplannen is er geen directe link naar de uitvoering, dus ook niet naar Reestmond. Wel geven de gemeenten aan dat het benutten van bestaande infrastructuren aan de orde is wanneer die een meerwaarde bieden ten opzichte van andere oplossingen. Dat gebruik is dan niet omdat we die organisatie nu eenmaal toch hebben, maar omdat (delen van) de infrastructuur of kwaliteiten van de organisatie een goed antwoord bieden op de vraag van de klant. De gemeenten geven aan dat in lijn met de Participatiewet ook voor medewerkers met een Wsw-dienstverband het beleid van binnen naar buiten, zoveel mogelijk plaatsen in de reguliere arbeidsmarkt moet worden doorgezet. Omslagpunt Een omslagpunt waarop de gemeenschappelijke regeling geen toekomst meer heeft hangt sterk samen met een gekozen scenario, maar ook met beleidskeuzes. De uitwerking van deze vraag wordt meegenomen in het plan van aanpak van het gekozen scenario. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 5

80 Scenario s Er is een drietal scenario s opgesteld en aan de hand van besliscriteria getoetst. De focus van die scenario s is als volgt: 1. Een verbinding tussen de Wsw en Participatiewet Naar verwachting zijn veel mensen die onder het regime van de Participatiewet vallen niet direct plaatsbaar en is een traject nodig om die mensen werk-fit te laten worden. De klantregie op werk zal hier ook plaatsvinden. Dat kan het beste in een echte werkomgeving, met echt werk, maar wel een veilige omgeving waar ruimte is voor ontwikkeling en groei. De trajecten en organisatie worden erop ingericht dat men zo snel mogelijk regulier gaat werken. Alleen mensen die vallen onder de sub-doelgroep nieuw beschut waarvoor geen reguliere plaats wordt gevonden, zullen langere tijd bij Reestmond blijven werken. Door de uitstroom van Wsw medewerkers zal de organisatie in een langzaam tempo kleiner worden. 2. Zo snel als mogelijk regulier werken In dit scenario gaat iedereen met een Wsw-dienstverband voor wie dat direct of op termijn mogelijk is regulier werken. Trajecten voor de doelgroep Participatiewet worden niet bij Reestmond ondergebracht. Reestmond brengt bedrijfsonderdelen als groen en metaal onder bij de gemeenten zelf of bij samenwerkingspartners. De overige medewerkers gaan in groepjes of individueel bij bedrijven aan de slag. Na het slagen van deze inspanning is de eigen organisatie nog gericht op een veel kleinere groep die arbeid verricht in een beschermde omgeving en op het begeleiden van de (extern) geplaatste medewerkers. De eigen organisatie, inclusief de behoefte aan huisvesting wordt in een snel tempo kleiner. Daarmee komen na afronding van die inspanning verschillende taken in de aansturing en in arbeidsontwikkeling te vervallen. 3. Scenario Beschut Werkbedrijf De aanpak van dit scenario komt voor een groot deel overeen met scenario Snel regulier werken. Als uitgangspunt geldt dat vanuit de Participatiewet de gemeenten de rol hebben om mensen zo regulier mogelijk naar werk te begeleiden. Die taken vervullen ze in dit scenario ook voor mensen met een Wsw-dienstverband. De organisatie Reestmond is verantwoordelijk voor het bieden van werk aan de medewerkers die aangewezen zijn op beschutte arbeid, voor zowel beschut binnen als (een deel van) Nieuw Beschut. De gemeenten zijn naast het ontwikkelen en plaatsen van oud Wsw-medewerkers verantwoordelijk voor de vervreemding van bedrijfsonderdelen. Vergelijking van de scenario s Financieel De scenario s worden op verschillende punten met elkaar vergeleken: Allereerst de onderdelen die behoren bij de normale bedrijfsvoering: de opbrengsten en loongerelateerde kosten behorend bij de SW dienstverbanden (het subsidieresultaat), dan de resultaten van de bedrijfsvoering (het bedrijfsresultaat) en tenslotte de combinatie daarvan (exploitatieresultaat). Aan de scenario s zijn eenmalige kosten verbonden en kan een eenmalig effect optreden ten aanzien van de huisvesting. Deze effecten worden weergegeven. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 6

81 Subsidieresultaat De scenario s verschillen niet in het subsidieresultaat (de Rijkssubsidie minus de arbeidskosten). De Rijkssubsidie staat immers vast en de hoogte van de lonen valt nauwelijks te beïnvloeden. Het subsidieresultaat verslechtert van 2,4 miljoen in 2015 naar 2,7 miljoen in Hierbij is rekening gehouden met een korting van 500 euro per jaar per Arbeidsjaar (ongeveer gelijk aan een fte), cumulatief euro per Arbeidsjaar. Bedrijfsresultaat De scenario's verschillen wel op het bedrijfsresultaat, dit is het verschil tussen netto toegevoegde waarde (omzet) en kosten voor regulier personeel en materiele kosten. Dit resultaat is wel te beïnvloeden. Exploitatieresultaat Dit leidt tot het volgende verschil in exploitatie van de scenario s ten opzichte van het basisscenario, getotaliseerd over een periode van 5 jaar (bedragen x 1.000) : Basis scen 1 scen 2 scen 3 subsidieresultaat bedrijfsresultaat exploitatieresultaat gemeentelijke bijdrage Basis scen 1 scen 2 scen 3 Meppel De Wolden Westerveld Staphorst Eenmalige kosten en huisvesting De eenmalige/frictiekosten verschillen ook per scenario. Onderscheid kan gemaakt worden tussen de echte eenmalige kosten (projectkosten, afvloeiingskosten, afboeking activa) en extra ongedekte huisvestingslasten. In scenario 1 zijn er geen eenmalige kosten voor Reestmond, in scenario 2 en 3 dus wel. Bij scenario 3 zijn de eenmalige kosten het hoogst vanwege afvloeiingskosten, omdat de organisatie van Reestmond een beperkt taakgebied heeft. Door de krimp van de Wsw zal de behoefte aan huisvesting telkens minder worden. In scenario 1 zullen de vrijkomende ruimtes deels weer ingevuld worden door inzet van personen vanuit de Participatiewet. In scenario 2 en 3 wordt ingezet op vervreemden van werksoorten, waardoor er in eerste aanleg extra ongedekte huisvestingslasten kunnen ontstaan. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 7

82 In scenario 2 en 3 kunnen er dus ongedekte huisvestinglasten ontstaan omdat in die scenario's bedrijfsactiviteiten afgestoten worden. Voor deze kosten, alsmede de leegstand die al in alle scenario's optreden kan dekking worden gevonden door verhuur of verkoop. De boekwaarde van de huisvesting is lager dan de verwachte marktwaarde. Hier zijn dus geen kosten te verwachten, maar de huidige vierkante meter prijs is laag zodat de kosten voor de nog wel benodigde huisvesting waarschijnlijk hoger zullen zijn dan nu. Daarmee komt het totaalbeeld van scenario s er als volgt uit te zien, getotaliseerd over een periode van 5 jaar (bedragen x 1.000) 1 : Tabel 2-3 Financiële vergelijking scenario s basis scen 1 scen 2 scen 3 subsidieresultaat bedrijfsresultaat exploitatieresultaat Eenmalig Huisvesting gemeentelijke bijdrage Meppel De Wolden Westerveld Staphorst basis scen 1 scen 2 scen Scenario's 1 en 2 scoren financieel bezien het best. In scenario 1 gaat er een positief effect uit van het gunnen van nieuwe werk vanuit de Participatiewet aan Reestmond. Hierdoor worden krimp-kosten voor Reestmond voorkomen. In scenario 2 wordt het positieve effect op een geheel andere wijze gerealiseerd, namelijk door het (voordelig) vervreemden van bedrijfsactiviteiten. Scenario 3 is slechter dan scenario 1 en 2 omdat verwacht mag worden dat de uitvoering van Detacheringen door de individuele gemeenten met meer kosten uitgevoerd worden, ongeveer gemiddeld euro extra kosten per jaar. 1 De vergelijking is gebaseerd op de oorspronkelijke begroting 2015 (in deze begroting is de verlenging van de tijdelijke dienstverbanden niet meegenomen). Er is bezien of de vanwege de verlenging van de tijdelijke dienstverbanden gecorrigeerde begroting 2015 de scenariovergelijking een ander beeld geeft, maar geconstateerd is dat deze cijfers geen wezenlijk ander beeld opleveren. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 8

83 Vergelijking van de scenario s op niet financiële onderdelen: VERBINDING WSW EN PARTICIPATIEWET SNEL REGULIER BESCHUT WERKBEDRIJF Flexibiliteit - jaarlijks aantal trajecten aanleveren - t.a.v. nieuwe doelgroep (geen - t.a.v. nieuwe doelgroep leveringsverplichting, best mogelijk traject + altijd tijdelijke achtervang + + een extra mogelijkheid voor gemeenten om reintegratie in te kopen Behouden kwaliteiten + bestaande kwaliteiten blijven inzetbaar - deel van de kwaliteit vertrekt, kwaliteit in werk (organiseren) blijft deels behouden '+/- bij pensionering sleutelfunctionarissen nieuwe + kwaliteit gaat deels mee met vervreemding, 'regulieren' nodig minder boventalligheid extra inzet/kwaliteit nodig voor omvorming + - deel van de kwaliteit vertrekt, kwaliteit in werk (organiseren) blijft deels behouden + kwaliteit gaat deels mee met vervreemding Beperken ondernemersrisico's - huidige risico's in bedrijfsvoering blijven + risico's worden verlegd naar samenwerkingspartners + risico's verlegd naar samenwerkingspartners - uitbreiding taken geeft uitbreiding risico's (bv - sterke inzet op acquisitie noodzakelijk - gemeenten moeten met nieuw type opdracht niet kunnen leveren) aan de slag + huidige control op bedrijfsvoering blijft gehandhaafd Zo regulier mogelijk - continuiteit in de bedrijfvoering blijft noodzakelijk (risico van de Wsw spagaat Verantwoordelijkheid naar + geen risico dat mensen tussen wal en schip medewerkers vallen - niet per definitie sturen op zo passend mogelijk zo regulier mogelijk + volledige inzet op zo regulier mogelijk + volledige inzet op zo regulier mogelijk + juiste persoon op juiste plek + juiste persoon op juiste plek - medewerkers (niet beschutte deel vd doelgroep) ervaren druk om te moeten presteren en veranderen Regie Invloed Zeggenschap - sturing vanuit gemeenten indirect - sturing indirect - sturing indirect Van bedrijfsvoering naar proces juiste persoon op Financieel (exploitatie, frictie, risico) - medewerkers (niet beschutte deel vd doelgroep) ervaren druk om te moeten presteren en veranderen - vergroting indirecte sturing, naast Wsw ook + duidelijke inhoudelijke opdracht + directe sturing over groot deel uitvoering deel P-wet - + sturing op voorkomen spagaat + werkbedrijf is alleen voor beschut + ten dele voorkomen frictiekosten en inefficiency bij krimp + opbrengsten 60 FTE van binnen naar buiten + opbrengst 60 FTE van binnen naar buiten - bedrijfsmatig risico bij lagere aantallen vanuit '-/+ frictiekosten geconcentreerd in korte periode - frictiekosten afbouw P-wet dan aangenomen - risico dat alsnog aantallen per medewerkers - projectkosten voor beweging van binnen naar kosten opbouw uitvoering bij gemeenten per werksoort te laag zijn voor goede buiten - uitstroom van sleutelfunctionarissen maakt (duurdere) inhuur noodzakelijk '-/+ frictiekosten geconcentreerd in korte periode - risico: nieuwe uitvoering (andere werksoorten dan beschut) is duurder - kleinere organisatie Reestmond gevoeliger voor hogere uitstroom dan aangenomen Aansluiting bij P-Wet, 3 D's '+/- duidelijke uitvoeringskeuze voor delen P-wet + In lijn met uitgangspunten Participatiewet + duidelijke samenhang met lokaal beleid Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 9

84 3. De opdracht De hoofdvragen van het onderzoek zijn door de gemeenten als volgt geformuleerd: IST-situatie 1. In kaart brengen gevolgen ist -situatie (afbouwconstructie, zoals input is geweest voor de huidige begroting), zowel qua financiën, qua actuele verdiencapaciteit en de actuele uitvoeringskosten per werksoort op basis van de 100% taakstelling van 2014, als ook vrijvallende harde en zachte (zoals kennis, begeleiding en management) infrastructuren als gevolg van de concrete daling van de SW-populatie per gemeente op basis van natuurlijke uitstroom voor de periode tot 2025, waarbij onderscheid wordt gemaakt in verdiencapaciteit ( onder andere beschut en deta) op basis van aanwezige informatie en getoetst door middel van een financial-audit. Optimalisatiemogelijkheden 2. In kaart brengen van de kansen voor het optimaliseren van het bedrijfsresultaat en de toegevoegde waarde per SE, inclusief wijze waarop meer ingezet kan worden op begeleid werken, detachering en andere innovatieve vormen, rekening houdend met punt 1. Omslagpunt 3. In kaart brengen waar binnen de afbouwconstructie het punt ligt waar de GR geen toekomst meer heeft en hoe omgegaan moet worden met bezittingen en schulden om hierover te kunnen besluiten. Beleid en infrastructuur Reestmond 4. In kaart brengen of en hoe de deelnemende gemeenten naast de uitvoering Wsw, de (vrijvallende) infrastructuur van Reestmond willen benutten voor andere doelgroepen op basis van beleidsplannen, aangevuld met bestuurlijke input. Scenario s 5. Scenario s in kaart brengen, inclusief gevolgen voor Reestmond en de afzonderlijke deelnemende gemeenten, over het voortbestaan van de GR en het al dan niet benutten van de vrijvallende infrastructuur, inclusief een terugval scenario indien door voorgenomen ambities voor de overige taken binnen de Participatiewet tegenvallen bij één of meerdere gemeenten. Plan van aanpak 6. Beschrijven plan van aanpak ter uitvoering van het te kiezen scenario, inclusief het beschrijven van de kansen en de stappen die gezet moeten worden om te komen tot het optimaliseren van het bedrijfsresultaat, inclusief schaalgrote, binnen het gekozen scenario. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 10

85 4. Ist-situatie In deze paragraaf wordt de uitvoering van de Wsw bij Reestmond geschetst en vergeleken met andere SW-bedrijven. De vergelijking is gebaseerd op het kalenderjaar 2013, omdat er van dit jaar landelijke gegevens bekend zijn. Reestmond is een Gemeenschappelijke Regeling van 4 gemeenten, Meppel, Westerveld, Staphorst en De Wolden. In deze Gemeenschappelijke Regeling zijn de dienstverbanden ondergebracht van de medewerkers met een Wsw-indicatie en van de medewerkers met een ambtelijke status. De GR is eigenaar van een tweetal BV s: Reestmond Raat Combinatie-RRC (trajecten en dienstverbanden niet-doelgroepers) en Reestmond Sales en Participatie -RSP. Reestmond heeft als bedrijf lang de focus gehad op het bieden van werk in de eigen organisatie, met een diversiteit aan werksoorten. De samenwerking die daarbij wordt aangegaan met opdrachtgevers heeft zich in een aantal gevallen ontwikkeld tot een groepsdetachering. Er wordt naar gestreefd om die in eigen huis te organiseren, waarmee leegstand van de infrastructuur zoveel mogelijk wordt voorkomen. In het bieden van werk aan de Wsw-medewerkers wordt gekeken naar de competenties. Daarbij wordt de werkladderscan gehanteerd, een hulpmiddel om de afstand tot de reguliere arbeidsmarkt in beeld te brengen en waarmee individuele vorderingen kunnen worden gevolgd. 4.1 Personele kengetallen Grootte Reestmond is met ruim 650 personen in 2013 een relatief klein SW-bedrijf ten opzichte van het landelijk gemiddelde van ruim 1000 personen. Verdeling van de medewerkers over de werkladder Wsw-medewerkers kunnen worden verdeeld over de werkladder, een categorisering van de verschillende vormen waarin Wsw-medewerkers werk kunnen verrichten. Er zijn drie hoofdcategorieën: Intern werken (beschut binnen), Werken op Locatie (WOL) en Detachering (groepsgewijs of individueel) en Begeleid Werken. Bij Intern Werken, werken medewerkers binnen de muren van het SW-bedrijf. Bij Werken op Locatie werken medewerkers in een groep van Wsw-medewerkers buiten de muren van het SWbedrijf. Bij Detachering en Begeleid Werken, werken de medewerkers bij een reguliere werkgever. In geval van Reestmond is dit ook bij werkgevers die ruimte huren aan de Eekhorstweg. De meest verregaande vorm daarbij is dat de Wsw-geïndiceerde een dienstverband bij de regulier werkgever heeft en dat de werkgever voor de verminderde arbeidsprestatie een vergoeding ontvangt. Dit is het zogenaamde Begeleid Werken. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 11

86 Uit bovenstaand overzicht blijkt dat er bij Reestmond relatief minder medewerkers werkzaam zijn bij externe werkgevers en meer Intern of in een Wsw-groep buiten werkend in vergelijking tot het gemiddelde van Nederland. Ten opzichte van de Regio Noord heeft Reestmond meer mensen buiten de eigen organisatie aan de slag. Veel gemeenten en SW-bedrijven (zo ook Reestmond en de aangesloten gemeenten) streven naar het zo regulier mogelijk werken van de Wsw-medewerkers. Qua resultaat scoort Reestmond in de benchmark 2013 dus minder dan gemiddeld in Nederland en beter dan het gemiddelde van de Regio Noord. 4.2 Financiële kengetallen Gebruikelijk is om ten aanzien van SW begrotingen en realisatie een onderscheid te maken in het subsidieresultaat en het bedrijfsresultaat. Het subsidieresultaat is het verschil tussen de Rijkssubsidie Wsw en de arbeidskosten van de Wsw (dit zijn voornamelijk loonkosten). Het bedrijfsresultaat is het verschillen tussen de Netto Toegevoegde Waarde (NTW) en de kosten voor reguliere personeel (niet-gesubsidieerd personeel, de medewerkers met een ambtelijk of privaatrechtelijk dienstverband, werkend in aansturing, begeleiding of staf) en de materiële kosten, bijvoorbeeld huisvesting. Het exploitatieresultaat is het verschil tussen inkomsten en uitgaven van de totale organisatie, dus subsidieresultaat en bedrijfsresultaat. Het subsidieresultaat De loonkosten per arbeidsjaar 2 (AJ) zijn bij Reestmond in vergelijk met het landelijke gemiddelde erg hoog. Per AJ is dit euro hoger. Indien de loonkosten op het landelijk 2 Een arbeidsjaar (AJ) is een voltijdsplaats gecorrigeerd voor de mate van handicap. Deze correctie is overigens niet heel erg sterk: slechts voor een zeer beperkt deel van de medewerkers wordt een correctie toegepast. (Reestmond s taakstelling bedroeg 620 AJ (waarvan tbv De Wolden 50 AJ werkzaam zijn bij Alescon) en 652 personen in 2013) Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 12

87 gemiddelde zouden zitten, zouden de loonkosten zo'n 1,5 miljoen euro in totaal per jaar lager zijn. Deze loonkosten zijn nog maar heel beperkt te beïnvloeden. Subsidieresultaat in cijfers: Subsidieresultaat per AJ landelijk Reestmond verschil verschil totaal - Arbeidskosten Wsw Subsidie per Wsw Subsidieresultaat Het bedrijfsresultaat Het bedrijfsresultaat (NTW minus de kosten voor regulier personeel en de materiële kosten), is duidelijk beter dan landelijk gemiddeld. Landelijk is het bedrijfsresultaat per AJ 200 euro positief. Bij Reestmond is dit (exclusief incidentele lasten) iets meer dan euro positief. Dit komt door lagere kosten. Zowel de kosten voor regulier personeel zijn lager, als de materiële kosten. Vergeleken met het landelijk gemiddelde is het bedrijfsresultaat van Reestmond euro per AJ per jaar beter. Kosten regulier personeel Om de kosten regulier personeel te kunnen beoordelen wordt een vergelijking gemaakt t.a.v. hoeveel reguliere medewerkers er zijn in verhouding tot de SW-medewerkers. Bij Reestmond zijn de kosten voor regulier personeel aanmerkelijk lager dan gemiddeld: Tabel 4-1: aantal personen Wsw per reguliere kracht Landelijk Reestmond aantal personen Wsw aantal overige doelgroepen aantal fte regulier personeel verhouding 1 op: Deze lagere verhouding heeft een sterk positief financieel effect: de kosten voor regulier personeel zijn hierdoor 1,5 miljoen per jaar lager dan wanneer het regulier personeel het landelijk gemiddelde zou volgen. Achtergrond van dit lage aantal fte regulier personeel is een bewust zuinig beleid van de directie van Reestmond. Hoger gekwalificeerd Wsw-personeel is waar mogelijk ingezet op taken waar in veel Wsw bedrijven regulier personeel werkzaam op is. Zo worden taken op het gebied van KAM coördinatie en Technische Dienst geheel door SW medewerkers uitgevoerd. In 2013 is vanuit een structurele kostenbesparing van vier ton een bezuiniging doorgevoerd op onder meer regulier personeel dat werd ingezet op mensontwikkeling. Tenslotte zijn in een gemiddeld SW-bedrijf relatief meer reguliere productiekrachten werkzaam. Deze productiekrachten, met name in het groen, voeren specialistische taken uit, waardoor beter renderende opdrachten kunnen worden verworven. Zelfs wanneer het voordeel van minder fte reguliere krachten voor dit effect wordt gecorrigeerd, voert Reestmond de werkzaamheden uit met gemiddeld minder regulier personeel en daarmee tegen lagere kosten. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 13

88 Materiële kosten De materiële kosten zijn lager dan landelijk gemiddeld, zo'n 15%. Dit levert een voordeel van een kleine euro per jaar op. Netto Toegevoegde Waarde (NTW) De NTW is per AJ 5% lager dan landelijke gemiddeld. Zoals hierboven is gemeld, is echter het aantal reguliere productiekrachten relatief laag bij Reestmond. De omzet die reguliere productiekrachten maken, wordt meegeteld in de Wsw-omzet. Als de NTW gecorrigeerd wordt voor dit effect, dan is de NTW ongeveer 5% hoger dan gemiddeld. De loonkosten Wsw zijn hoog omdat het niveau van de Wsw-medewerkers hoger is dan elders. In die zin zou een hogere NTW ook verwacht kunnen worden. De NTW voor het gehele bedrijf ligt dus in de lijn met het landelijke gemiddelde. De NTW per werksoort laat wat dat betreft ook een beeld zien dat past in de landelijke gemiddelden. Er zijn dus geen werksoorten waarde de NTW (per medewerker) relatief sterk afwijkend zijn. De gemiddelde NTW per AJ wordt behoorlijk verhoogd door de bijdrage van Metaal aan de NTW. Hierbij kan bedacht worden dat er relatief veel medewerkers in Beschut werken, waardoor het eenvoudiger wordt om een hogere NTW bij beschut te realiseren, omdat er relatief betere medewerkers intern werken. Daarom lijkt de NTW bij beschut aan de magere kant, maar wel binnen de landelijke bandbreedte. Bij WOL speelt het effect het sterkst dat de NTW wat lager is, omdat er relatief weinig productiekrachten bij Reestmond werkzaam zijn. De NTW is bij extern hoger dan gemiddeld. Hier zal meespelen dat er relatief weinig medewerkers extern werken, waarbij aannemelijk is dat hier relatief sterkere medewerkers gedetacheerd zijn dan bij SW-bedrijven waar relatief meer medewerkers gedetacheerd zijn. Effecten van het stoppen van de instroom in de Wsw Nu er geen nieuwe medewerkers met een Wsw indicatie meer zullen instromen in de Wsw kan indicatief berekend worden hoeveel Sw medewerkers nog meetellen voor de (fictieve) taakstelling. Ontwikkeling bezetting Wswmedewerkers, in AJ Meppel De Wolden Westerveld Staphorst totaal totaal t.o.v % -13% -19% -24% -28% Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 14

89 benodigde m afname/leegstand in m regulier personeel fte 32,5 31,8 30,5 29,7 29,0 27,6 regulier personeel afname - 0,7 2,0 2,8 3,5 4,9 De financiële ontwikkeling van Reestmond is direct gekoppeld aan de aantallen SW medewerkers, vanuit de ontvangsten van Rijksbijdrage en gemeentelijke bijdragen en vanuit de opbrengsten uit werk (NTW). Een daling van het aantal SW medewerkers betekent (los van eventuele optimalisatiemogelijkheden) een daling van inkomsten. Naast de mogelijkheid om de NTW minder sterk te laten dalen, die in de scenario-uitwerking terug komt, is de meest voor de hand liggende aanpak het zo gelijk mogelijk laten dalen van de bedrijfskosten. 4.3 Conclusie IST situatie Reestmond is een relatief klein SW-bedrijf. Het bedrijf heeft hogere (maar beperkt beïnvloedbare) loonkosten voor de SW medewerkers dan gemiddeld. De resultaten uit de bedrijfsvoering zijn beter dan gemiddeld, maar niet voldoende om het totale exploitatieresultaat positief te kunnen maken. Een negatief exploitatieresultaat dat niet (volledig) kan worden opgevangen vanuit het eigen vermogen, komt voor rekening van de deelnemende gemeenten. Ten aanzien van de ontwikkeling van medewerkers op de werkladder, zijn de resultaten in reguliere plaatsingen in 2013 lager dan gemiddeld. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 15

90 5. Mogelijkheden tot optimalisatie van het exploitatieresultaat De effecten van de Participatiewet leiden tot een herbezinning op bestaand beleid en uitvoeringsvormen. Los daarvan kan bezien worden of er mogelijkheden zijn om de effecten van die wet te beïnvloeden, door bijvoorbeeld de financiële resultaten van Reestmond te verbeteren. De focus op kosten en opbrengsten is bij Reestmond sterk aanwezig, zoals bezien in hoofdstuk 4. Weliswaar is het subsidieresultaat slechter dan gemiddeld, maar dat is lang geleden ontstaan, voor het aantreden van de huidig directie. De onderwerpen die een positieve invloed op de resultaten kunnen hebben zijn: Loonkosten Wsw De loonkosten per arbeidsjaar zijn slechts zeer beperkt te beïnvloeden. Nieuw ingestroomde medewerkers kunnen op basis van de CAO maximaal 5 jaar op het minimumloon worden ingeschaald, wanneer er een daarbij passend Individueel OntwikkelingsPlan wordt opgesteld en gedurende die periode wordt bewaakt. Dit betreft dus de medewerkers die vanaf 2010 zijn ingestroomd. Medewerkers die vanwege hun beperking op een lager functieniveau aan de slag moeten, kunnen op basis van de laatst afgesloten CAO ook in beloning naar dat niveau worden geplaatst. Tenslotte kan voor de overige medewerkers een bevorderingsstop worden ingesteld. Score op de werkladder De tabel in hoofdstuk 4.1 toont dat Reestmond lager scoort op de werkladder waar het zo regulier mogelijk plaatsen van medewerkers betreft. In de regel is het zo dat meer regulier plaatsen financiële voordelen heeft, soms in opbrengsten, vaak in vermindering van kosten. Bij de scenario's wordt inzichtelijk welke voordelen hiervan zijn te verwachten. Netto toegevoegde waarde De NTW van Reestmond ligt rond het landelijke gemiddelde, maar de lonen Wsw liggen daar boven. Dit zou kunnen duiden op een hogere verdiencapaciteit dan gemiddeld. Er zijn enkele mogelijkheden om de NTW te verbeteren. Het gaat dan om het inwisselen van werk met een lage opbrengst naar werk met een hoge opbrengst. Dat kan door te zoeken naar opdrachtgevers die zelf een hoge marge op hun producten maken. Te denken valt aan auto-onderdelen, electro (van draadstrippen tot solderen en motoren assembleren), kabelbomen in elkaar zetten. Een dergelijke omslag zal wel tijd vergen, eenmalige kosten met zich meebrengen en goed doorgerekend moeten worden. Immers, de gemiddelde netto toegevoegde waarde wordt gerealiseerd tegen een laag kostenniveau. Te verwachten valt dat een hogere toegevoegde waarde alleen gerealiseerd kan worden tegen een hoger kostenniveau. Conclusie optimalisatiemogelijkheden Bij Reestmond is er sprake van een gezonde bedrijfsvoering. Op deelonderwerpen zullen optimalisaties mogelijk zijn, maar hiervan zijn geen belangrijke financiële effecten te verwachten. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 16

91 6. Beleidsplannen in relatie tot de infrastructuur Het gaat in deze paragraaf om de volgende onderzoeksvraag. "In kaart brengen of en hoe de deelnemende gemeenten naast de uitvoering Wsw, de (vrijvallende) infrastructuur van Reestmond willen benutten voor andere doelgroepen op basis van beleidsplannen, aangevuld met bestuurlijke input. Vanuit een aantal thema s die èn actueel zijn èn een mogelijk raakvlak met Reestmond kunnen bieden is in beeld gebracht of en waar de gemeenten raakvlakken zien: 1. Gemeentelijke samenwerking binnen sociaal domein 2. Werkbedrijf/ Arbeidsmarktregio 3. Toeleiding/ Re-integratie/ visie Participatiewet 4. Jongeren 5. Tegenprestatie 6. Beschut werk 7. Werkgeversbenadering 8. Wsw In de bijlage is een uitgebreide toelichting op dit onderdeel opgenomen. 6.1 Gemeentelijke samenwerking binnen sociaal domein Algemeen Gemeenten staan voor de uitdaging de decentralisaties inhoudelijk en qua budget zo goed mogelijk uit te voeren. Ook in de Reestmond regio is sprake van gemeentelijke samenwerking. Meppel, Westerveld en Staphorst werken samen met Steenwijkerland en Zwartewaterland op het gebied van de decentralisaties. Beleidsvoorbereiding heeft gezamenlijk plaatsgevonden en geleid tot een gezamenlijke missie en visie over decentralisaties en de wens de Participatiewet samen vorm te geven. Beleidsmatig en bestuurlijk In de beleidsplannen rondom het thema gemeentelijke samenwerking is er geen directe link naar de uitvoering, dus ook niet naar Reestmond. Er zijn kaders die consequenties zullen hebben, zoals: Efficiency en effectiviteit in de uitvoering (geen dubbelingen in het proces) Wsw medewerkers in principe op gelijke wijze benaderen als andere doelgroepen Betrokkenheid bij meerdere samenwerkingsverbanden in het sociaal domein leidt zowel bij De Wolden als Westerveld tot de vraag in hoeverre dat naar de toekomst wenselijk blijft: Doordat bij de IGSD Steenwijkerland-Westerveld/NoordWestGroep de re-integratie en de Wsw bij elkaar komen, speelt bij Westerveld de vraag of er door intensieve samenwerking of fusie van de Wsw uitvoeringsbedrijven Reestmond en NoordWestGroep effectiviteits- en/of efficiency voordelen te behalen zijn. De Wolden ervaart verschillen in de uitvoering van de bedrijven en een onevenredige druk op de eigen organisatie om de rol naar beide gemeenschappelijke regelingen goed in te kunnen vullen. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 17

92 6.2 Arbeidsmarktregio en werkbedrijf Beleidsmatig en bestuurlijk De sub-regio SSWZM, valt, samen met 9 andere gemeenten, onder de arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek (centrumgemeente Zwolle). De Wolden behoort met 5 andere gemeenten tot de arbeidsmarktregio Drenthe (centrumgemeente Emmen). In de beleidsplannen rondom het thema gemeentelijke samenwerking is er geen directe link naar Reestmond. 6.3 Toeleiding/ Re-integratie/ visie Participatiewet Beleidsmatig en bestuurlijk De plannen van de vier gemeenten van de GR geven in de volgende kernpunten de doelstellingen weer: Integrale dienstverlening in de vorm van maatwerk. Uitgaan van eigen kracht. Dienstverlening is leidend, niet de huidige organisatiestructuren. Op termijn komen tot een nieuwe ondersteuningsstructuur. Aansluiting zoeken tussen arbeidsmatige dagbesteding en nieuw beschut. Ten aanzien van financiën wordt gesproken over zo budgettair neutraal mogelijk. Nog niet duidelijk is of alle gemeenten een precies beeld hebben van de beschikbare budgetten, verplichte uitgaven en het resterend vrij te besteden deel. Daar waar Meppel, De Wolden en Staphorst de regie op uitvoering van de Participatiewet bij de gemeenten leggen, is de uitvoeringsregie voor Westerveld verlegd naar de IGSD/NWG, binnen gestelde kaders. Ten aanzien van uitvoeringsvraagstukken geven de gemeenten expliciet aan dat daar waar dienstverlening leidend moet zijn er wel gebruik gemaakt kan worden van (onderdelen van) bestaande infrastructuren/organisaties. Dat gebruik is dan nadrukkelijk niet omdat we die organisatie nu eenmaal toch hebben, maar omdat de infrastructuur, delen van de infrastructuur of kwaliteiten van de organisatie of specifieke medewerkers een goed antwoord bieden op de vraag van de klant. Een structurele rol in de begeleiding van Participatiewet-cliënten vanuit Reestmond (klantregie) wordt door de gemeenten niet gezien. Wel kan het zo zijn dat de beschikbare kennis en kunde kan worden ingezet (vanuit Reestmond of door deze op te nemen in een andere structuur). Er kan in individuele gevallen, bijvoorbeeld in het belang van de ontwikkeling van de betrokken inwoner of op verzoek van een klantmanager, een tijdelijke plaatsing worden gedaan. 6.4 Jongeren Beleidsmatig en bestuurlijk De beleidsplannen geven aan dat de gemeenten bijzondere aandacht voor jongeren van belang vinden. Door hen te begeleiden en ondersteunen van de overstap van school naar werk en tijdens de werkende periode wil men uitval voorkomen. Daarbij ziet men geen rol voor Reestmond. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 18

93 6.5 Tegenprestatie Algemeen Wanneer een inwoner een uitkering ontvangt, dan kan de gemeente vragen een tegenprestatie te verrichten. Een tegenprestatie is een onbetaalde maatschappelijk nuttige activiteit van beperkte duur en omvang. De tegenprestatie zijn werkzaamheden die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid. Ze mogen niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Ook mag de tegenprestatie het re-integratiebeleid niet doorkruisen. Het oordeel in hoeverre concrete activiteiten hieraan voldoen ligt bij het college. Beleidsmatig en bestuurlijk Alle vier de gemeenten hanteren de tegenprestatie dan wel wederkerigheid. De voorwaarden verschillen per gemeente. Een structurele rol voor Reestmond wordt niet gezien of niet gezien als passend als maatschappelijk nuttige activiteit, en de tegenprestatie kan niet gericht zijn op exploitatiedoelstellingen van Reestmond. Wel kan er in individuele gevallen, bijvoorbeeld op verzoek van de betrokken inwoner of van een klantmanager, een tijdelijke plaatsing worden gedaan. 6.6 Nieuw Beschut werk Nieuw beschut werk wordt vaak gelijk gesteld aan (beschut binnen in) de Wsw. Het kent echter een aantal belangrijke verschillen: er is bij beschut werk geen sprake van een CAO Wsw. Ook kan de werkplek, net als bij de uitvoering van Wsw overigens, zich bij een reguliere werkgever bevinden. Gemeenten zijn niet verplicht beschutte werkplekken aan te bieden. Hiervoor heeft bijvoorbeeld de gemeente Tilburg gekozen. Als gemeenten hier wel toe besluiten dan mogen zij dit naar eigen inzicht vormgeven. Wel wordt beschut werk gezien als een taak waarover afstemming dient plaats te hebben binnen het werkbedrijf. De eerste ervaringen met het aanvragen van een advies beschut werk bij het UWV geven het beeld van een strengere toepassing van de criteria dan verwacht. Beleidsmatig en bestuurlijk De gemeenten willen beschut werk organiseren, eventueel in samenhang met arbeidsmatige dagbesteding en mogelijk zelfs bij organisaties die dit aanbieden. Uitgangspunt is dat mensen dichtbij de eigen woon/ leefomgeving werkzaam zijn. Westerveld en Meppel geven aan dat het uitgangspunt, ook bij beschut, zo regulier mogelijk (en dus een werkplek bij werkgever) werken is. Beschut werk is maatwerk, dat zo lokaal mogelijk, liefst in wijken en buurten tot stand moet komen. De gemeenten zijn allen voornemens aan beschut werk invulling te geven. De inzet van Reestmond op nieuw beschut wordt gezien in het eerder besproken kader van kwaliteit: niet omdat we die organisatie nu eenmaal toch hebben, maar omdat de infrastructuur, delen van de infrastructuur of kwaliteiten van de organisatie of specifieke medewerkers een goed antwoord bieden op de vraag van de klant. Daarbij zal Reestmond niet als formeel werkgever fungeren. 6.7 Werkgeversbenadering Algemeen De Participatiewet, die tot doel heeft mensen zo regulier mogelijk te laten werken, is in werking getreden. De teruglopende re-integratiebudgetten, de toenemende publieke en private samenwerking op (sub)regionaal niveau en opkrabbelende economie maken dat de prikkel voor gemeenten om te komen tot een aangescherpte gemeentelijke werkgeversbenadering toeneemt. Een werkgeversbenadering die tot doel heeft om Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 19

94 daadwerkelijk tot duurzame uitstroom dan wel (tijdelijke) werkplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te komen. In de werkgeversdienstverlening kijken we ook steeds meer naar mogelijke andere samenwerkingsvormen tussen bedrijven en gemeente die goed zijn voor de kwaliteit van leven en werken in de stad of het dorp. Beleidsmatig en bestuurlijk In de Arbeidsmarktregio s zijn afspraken gemaakt over (de ontwikkeling van een gezamenlijke) werkgeversdienstverlening. Tussen Steenwijkerland, Westerveld, Zwartewaterland, Staphorst en Meppel functioneert inmiddels een afgestemde werkgeversbenadering, waarin ook de NoordWestGroep, Reestmond en UWV participeren. De uitvoering hiervan heeft al consequenties gehad voor de uitvoering door de betrokken instanties (zo is bijvoorbeeld een accountmanager van Reestmond gedetacheerd bij de gemeente Meppel), er zal de komende tijd een nog verder integratie plaatsvinden. 6.8 Wsw Per januari 2015 is er een instroomstop op de Wsw. Iedereen die een vast Wsw dienstverband had op 31 december 2014 behoudt zijn rechten en plichten conform de Wsw en de CAO Wsw. Het aantal mensen dat gebruik maakt van de Wsw zal de komende decennia door natuurlijke uitstroom afnemen. De verwachting is dat dit met een snelheid van zo n 6% per jaar gebeurt. De Wsw wachtlijst is per januari 2015 opgehouden te bestaan. Diegenen die voldoen aan de voorwaarden krijgen prioriteit bij de instroom op garantiebanen. De visie op de uitvoering van SW bedrijven het laatste decennium is veranderd. Mensen met een beperking dienen zo regulier mogelijk te werken. Er dient meer gekeken te worden naar wat iemand wel kan in plaats van naar wat iemand niet kan. Het werken in een beschermde omgeving binnen de muren van een SW bedrijf is alleen bedoeld voor diegenen die daar echt op zijn aangewezen en ook dat kan wellicht anders georganiseerd worden. Beleidsmatig en bestuurlijk Alle gemeenten geven aan dat het beleid van binnen naar buiten, zoveel mogelijk plaatsen in de reguliere arbeidsmarkt moet worden doorgezet. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten: Ten aanzien van uitvoeringsvraagstukken geven de gemeenten aan dat dienstverlening leidend moet zijn. Er kan gebruik gemaakt kan worden van (onderdelen van) bestaande infrastructuren/organisaties. Dat gebruik is dan nadrukkelijk niet omdat we die organisatie nu eenmaal toch hebben, maar omdat de infrastructuur, delen van de infrastructuur of kwaliteiten van de organisatie of specifieke medewerkers een goed antwoord bieden op de vraag van de klant. Mocht een nieuw besluit over de positionering leiden tot nieuwe taken voor Reestmond en/of toenemende financiële risico s, dan heeft De Wolden de voorkeur om de GR relatie om te zetten naar een inkooprelatie. Staphorst ziet veel mogelijkheden binnen de eigen gemeente om nieuwe doelgroepers te plaatsen, maar ook om de Wsw medewerkers die (op termijn) detacheerbaar zijn aan een baan te helpen. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 20

95 Westerveld ziet in een samenwerkingsscenario met de NoordWestGroep mogelijkheden om in een toekomstig krimpscenario wat langer armslag te houden om de taken zo goed mogelijk uit te voeren. Meppel kiest ervoor om de klantregie zo breed mogelijk over alle domeinen te organiseren vanuit één organisatie. Ten aanzien van de spagaat van de Wsw (zo regulier mogelijk plaatsen is sociaal gezien het beste, maar financieel niet altijd) is verbetering van arbeidsmogelijkheden richting de reguliere markt prioritair ten opzichte van het in stand houden van de huidige infrastructuur. De verantwoordelijkheid van de gemeenten betreft ook het reguliere personeel. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 21

96 7. Scenario's De opdracht is: "Scenario s in kaart brengen, inclusief gevolgen voor Reestmond en de afzonderlijke deelnemende gemeenten, over het voortbestaan van de GR en het al dan niet benutten van de vrijvallende infrastructuur, inclusief een terugval scenario indien door voorgenomen ambities voor de overige taken binnen de Participatiewet tegenvallen bij één of meerdere gemeenten Om te komen tot een aantal scenario s is in eerste instantie aandacht besteed aan de vrijvallende infrastructuur. Om deze vraag te beantwoorden is een aantal bedrijfsbezoeken gepleegd, en is aan de projectgroep en aan Reestmond zelf gevraagd bij welke onderdelen van de huidige dienstverlening zij die meerwaarde zien. Reestmond kenmerkt zich als een echt werkbedrijf. Er is genoeg werk, dat in een efficiënt en effectief werkende organisatie wordt uitgevoerd. Dat werk wordt uitgevoerd door de huidige Wsw-medewerkers met een dienstverband en zal wanneer de effecten van de stop op de instroom zich doen gelden deels moeten worden uitbesteed of afgestoten. Reestmond kenmerkt zich met name door de wijze waarop de uitvoering van het werk organisatorisch en financieel beheersmatig is ingericht. Met een kleine begeleidende staf, onder meer door ook SW-medewerkers in te zetten voor de aansturing van het werk, is men in staat om de werkzaamheden uit te voeren tegen lage kosten en om door middel van ontwikkeling, begeleiding en werk mensen arbeidsfit te maken. De inzet van de infrastructuur aan werkplekken van de GR Reestmond voor de nieuwe doelgroepen van de Participatiewet is niet aan de orde (zie 6.2 en 6.8) De gemeenten hebben besloten om zelf de Participatiewet uit te voeren (klantregie). Uitgangspunt is ook dat de nieuwe cliënten van de Participatiewet zo veel mogelijk werkzaam moeten zijn bij reguliere werkgevers. Voor beschut werk nieuwe stijl moeten nog keuzes worden gemaakt. De harde infrastructuur bestaat naast de gebouwelijke infrastructuur uit een klein machinepark, met name voor metaal en groen. Daarnaast een zachte infrastructuur van kennis, kunde en ervaring met relaties in het zakelijk netwerk van waaruit de opdrachten en externe werkplekken worden verworven, van waaruit werkvoorbereiding en werkprocessen worden ontworpen en/of ingericht en een bedrijfsmatige beheer- en controlfunctie. Een infrastructuur om de ontwikkeling van medewerkers te richten en ondersteunen. De ontwikkeling van medewerkers is een belangrijk onderdeel van het werk van een sociale werkvoorziening. Het gaat dan om competent maken, opleiden en kwalificeren. De Gemeente Meppel heeft deze faciliteit voor de (oude) doelgroep van de Participatiewet opgebouwd in de vorm van het LeerWerkCentrum. Reestmond heeft die taak onder meer ingevuld door de inrichting van test- en trainingsfaciliteiten, en een arbeidsontwikkelmethodiek gebaseerd op de Werkladder in combinatie met een cliëntvolgsysteem. Er is een eenmalig grootschalig opleidingstraject uitgevoerd onder de noemer Reestmond Academie. Deze infrastructuur bestaat uit een hard deel, het instrumentarium, en een zacht deel, de kwaliteiten van werkleiding en personeelsfunctionarissen. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 22

97 Met het inzicht in de IST-situatie, het gemeentelijk beleid en de vrijvallende infrastructuur als basis zijn in samenspraak met de werkgroep drie scenario s ontwikkeld. 1. Een verbinding tussen de Wsw en Participatiewet Naar verwachting zijn veel mensen die onder het regime van de Participatiewet vallen niet direct plaatsbaar en is een traject nodig om die mensen werk-fit te laten worden. De klantregie op werk zal hier ook plaatsvinden. Dat kan het beste in een echte werkomgeving, met echt werk, maar wel een veilige omgeving waar ruimte is voor ontwikkeling en groei. De trajecten en organisatie worden erop ingericht dat men zo snel mogelijk regulier gaat werken. Alleen mensen die vallen onder de sub-doelgroep nieuw beschut waarvoor geen reguliere plaats wordt gevonden, zullen langere tijd bij Reestmond blijven werken. Door de uitstroom van Wsw medewerkers zal de organisatie in een langzaam tempo kleiner worden. 2. Zo snel als mogelijk regulier werken In dit scenario gaat iedereen met een Wsw-dienstverband voor wie dat direct of op termijn mogelijk is regulier werken. Trajecten voor de doelgroep Participatiewet worden niet bij Reestmond ondergebracht. Reestmond brengt bedrijfsonderdelen als groen en metaal onder bij de gemeenten zelf of bij samenwerkingspartners. De overige medewerkers gaan in groepjes of individueel bij bedrijven aan de slag. Na het slagen van deze inspanning is de eigen organisatie nog gericht op een veel kleinere groep die arbeid verricht in een beschermde omgeving en op het begeleiden van de (extern) geplaatste medewerkers. De eigen organisatie, inclusief huisvesting wordt in een snel tempo kleiner. Daarmee komen na afronding van die inspanning verschillende taken in de aansturing en in arbeidsontwikkeling te vervallen. 3. Scenario Beschut Werkbedrijf De aanpak van dit scenario komt voor een groot deel overeen met scenario Snel regulier werken. Als uitgangspunt geldt dat vanuit de Participatiewet de gemeenten de rol hebben om mensen zo regulier mogelijk naar werk te begeleiden. Die taken vervullen ze in dit scenario ook voor mensen met een Wsw-dienstverband. De organisatie Reestmond is verantwoordelijk voor het bieden van werk aan de medewerkers die aangewezen zijn op beschutte arbeid, voor zowel beschut binnen als (een deel van) Nieuw Beschut. De gemeenten zijn naast het ontwikkelen en plaatsen van oud Wsw-medewerkers verantwoordelijk voor de vervreemding van bedrijfsonderdelen. In een werkgroep met vertegenwoordigers van de gemeenten en Reestmond is bepaald aan de hand van welke criteria de scenario s worden beoordeeld. De scenario s zijn daarnaast financieel afgezet tegen het basisscenario. De financiële effecten zijn berekend op basis van het aantal fte zoals dit opgenomen is in de begroting 2016 van Reestmond, exclusief de overplaatsingen die in de begroting voorzien zijn. De kosten en opbrengsten per fte zijn op basis van een opgave over het exploitatieresultaat van de werksoorten in Basisscenario In dit rapport worden drie scenario's beschreven, waarvan de te verwachten financiële effecten berekend zijn. Die effecten worden vergeleken met een basisscenario. Dit is een referentie-scenario waarin er van uit wordt gegaan dat de GR Reestmond in stand blijft en Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 23

98 er alleen uitstroom uit de Wsw plaatsvindt, zonder dat er vanuit de Participatiewet nieuwe instroom is of inkomsten verworven worden door uitvoering van andere taken dan de gedelegeerde Wsw-taken. Dit scenario is gebaseerd op de (primaire) begroting 2016, waarin ook een meerjarenperspectief naar 2019 is aangegeven. Omdat voor dit onderzoek een perspectief van 5 jaar, tot en met 2020, is genomen, heeft Reestmond ook de exploitatie 2020 gemaakt, met de uitgangspunten van de jaren daarvoor. Voor een zuiver beeld zijn de prijsindexaties uit de begroting achterwege gelaten. In de begroting van Reestmond een doorstroom van binnen naar buiten opgenomen. Omdat het basisscenario bedoeld is als een referentiescenario waarin geen (belangrijke) wijzigingen zijn opgenomen, is de doorstroom (die ook onderdeel uitmaakt van scenario 2 en 3) uit het basisscenario gehaald. 3 Uitgangspunt is het aantal Arbeidsjaren (AJ) zoals in de begroting 2016 is opgenomen. Tabel 7-1 Ontwikkeling aantal AJ Reestmond blijfkans t.o.v % 90% 82% 76% 72% 68% Rijkssubsidie per AJ 25,9 25,4 24,9 24,4 23,9 23,4 AJ (totaal Reestmond) 543,4 515,0 472,9 438,4 414,0 389,7 Het aantal arbeidsplaatsen daalt t/m 2020 dus met ongeveer één-derde. Dit leidt tot het volgende meerjarenperspectief in het basisscenario, het scenario van het handhaven van de huidige Wsw-uitvoeringstaken. Tabel 7-2 Exploitatie bij basisscenario Financieel resultaat o.b.v. begroting Reestmond Bedragen *1.000 euro Rijkssubsidie Arbeidskosten Wsw Subsidieresultaat NTW kosten regulier personeel materiële kosten Bedrijfsresultaat exploitatieresultaat Het subsidieresultaat verslechtert door de afname van de vergoeding per Wsw-plaats met 500 euro per jaar. Ook is het gemiddelde loonkostenniveau van de medewerkers die de komende jaren uitstromen hogere dan gemiddeld. Ook daardoor wordt het effect op de korting op de rijksbijdrage wat gedempt. Het bedrijfsresultaat verslechtert ook. Het blijft in de periode t/m 2020 positief, maar in 2020 is het bedrijfsresultaat inmiddels nul. Naar verwachting zullen de kosten per arbeidsplaats de komende jaren toenemen, omdat de inkomsten sneller dalen dan de 3 Op deze wijze ontstaat een beeld Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 24

99 uitgaven. Bovendien ontstaan er nadelen door de afnemend schaalgrootte: sommige functies kunnen niet 'meebewegen' met de reductie van het aantal Wsw-medewerkers. Dit geldt met name voor indirect personeel. Deze verslechteringen heten krimpinefficiënties. Er zijn twee kostensoorten te onderscheiden: kosten voor regulier personeel en de materiele kosten (huisvesting, machines, diensten e.d.). Het verschil tussen de recht evenredige daling van de kosten en de verwachte werkelijke daling is als volgt. Tabel 7-3 Krimp-inefficiënties in het basisscenario Bedragen *1.000 euro totaal Krimp-inefficiënties op lonen regulier Krimp-inefficiënties op materiële kosten Totaal krimp-inefficiënte Krimp-inefficiënties ontstaan omdat de kosten niet snel genoeg kunnen dalen. In de begroting van Reestmond zijn veel materiële kosten flexibel gesteld. De vervoermiddelen en het werkmaterieel (met name ten behoeve van groen) zijn aangekocht op een flexibele basis en flexibel afstootbaar. Met name de kosten van huisvesting en andere activa zijn minder goed te beïnvloeden. Ook bij regulier personeel is een afname voorzien (vanwege pensioen e.d.), maar deze uitstroom kan geen gelijke tred houden met de uitstroom van SW medewerkers. Er kan overwogen worden afvloeiingskosten te betalen voor de afvloeiing van het teveel aan personeel. Hiervan is niet uitgegaan in het basisscenario. Het aantal regulier personeel is laag, zoals bezien in hoofdstuk 4, zodat het niet waarschijnlijk is dat dit aantal rechtevenredig kan dalen met de daling van het aantal Wsw-ers. De hoogte van de afvloeiingskosten is afhankelijk van de CAO en het sociaal plan. In de weergave van krimp-inefficiënties is geen rekening gehouden met beheersmaatregelen. Projectmatig kan worden gestuurd op beperking van de inefficiënties. Daarnaast kan in de GR een afspraak worden gemaakt over de dekking van frictiekosten. Bij de alternatieve scenario's wordt berekend hoe groot de verandering is ten opzichte van het basisscenario. In de alternatieve scenario's kan onder andere worden bepaald wat de effecten zijn van het opnieuw benutten van de infrastructuur die vrijvalt door uitstroom van Wswmedewerkers. 7.2 Scenario 1: verbinding tussen Wsw en Participatiewet Dit scenario heeft als uitgangspunt dat de inzet van faciliteiten en kwaliteiten van Reestmond toegevoegde waarde biedt voor de processen en doelstellingen van de Participatiewet. In dit scenario wordt bij Reestmond belegd: de volledige uitvoering van de Wsw; de uitvoering van trajecten gericht op werkfit maken; een gedeeltelijke uitvoering van Nieuw Beschut; Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 25

100 tijdelijke inzet van werkplekken voor mensen die onder de Participatiewet vallen en waarvoor nog geen passende reguliere plek is gevonden, of mensen voor wie een nieuwe detacheringsplek moet worden gevonden. De overweging bij dit scenario is dat lang niet iedereen uit de doelgroep Participatiewet direct inzetbaar is op de reguliere arbeidsmarkt. Voor sommigen speelt dat ze al lang uit het arbeidsproces zijn en de benodigde vaardigheden ontberen. Daarbij gaat het vooral om persoonlijke vaardigheden als werktempo, flexibiliteit, omgaan met leiding en feedback enzovoorts. In sommige gevallen kan ook ontwikkeling op vakvaardigheden aan de orde zijn, hoewel veel werkgevers aangeven die ontwikkeling zelf te kunnen begeleiden. Dit scenario sluit aan bij de kwaliteiten van Reestmond in het beschikbaar hebben van werk en een werk- en arbeidsontwikkelinfrastructuur. Om deze infrastructuur beschikbaar te blijven houden, zal er jaarlijks een minimum aantal trajecten moeten worden ingekocht. Dat aantal zal door de gemeenten moeten worden bepaald. Het is in dit scenario niet zo dat het exploitatieresultaat of benutting van productiecapaciteit van Reestmond leidend is. De overweging in dit scenario is dat het inzetten van de huidige infrastructuur zinvol zou kunnen zijn voor een deel van de doelgroep vanuit de Participatiewet. Welke mensen in aanmerking komen voor een traject wordt door de gemeenten bepaald. Voor de financiële uitwerking zijn de volgende aannames gehanteerd: Door het Ministerie SZW wordt er van uitgegaan dat een gemeente van inwoners een jaarlijkse instroom heeft van 30 personen die voorheen in de Wsw terecht zouden komen en 30 personen vanuit de Wajong. Gezamenlijk hebben de vier gemeenten ten opzichte van het gemiddelde van Nederland een hoger aantal Wsw en Wajong. Tabel 7-4 Huidig aantal Wsw per inwoners 4 Wsw landelijk 5,7 per inwoners Wsw Reestmond gemeenten 7,2 per inwoners 26% meer Tabel 7-5 Huidig aantal Wajong per inwoners 5 Wajong landelijk 21 per inwoners Wajong Reestmond gemeenten 24 per inwoners 13% meer Als er van uit wordt gegaan dat de nieuwe doelgroepen in de Participatiewet zich naar verhouding op een zelfde manier ontwikkelen als de Wsw en Wajong nu, dan zal de jaarlijkse instroom als volgt zijn. Tabel 7-6 Statistisch verwachte jaarlijkse instroom nieuwe doelgroep voor de Reestmond gemeenten instroom jaarlijks Voorheen Wsw 30 Voorheen Wajong 27 Totaal 57 De groep die voorheen onder de Wsw viel, valt vanaf 1 januari onder de Participatiewet. In de Participatiewet kan de gemeente een inwoner die daarvoor geïndiceerd wordt een 4 Bron: Cedris bedrijfsvergelijking 5 Bron: CBS Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 26

101 Nieuw Beschut plaats aanbieden. Landelijk wordt er van uit gegaan dat van de totale uitstroom uit de Wsw, 1/3 weer wordt ingevuld door Nieuw Beschut. Indien de vier gemeenten ervoor kiezen om Nieuw Beschut plaatsen aan te bieden en het aantal de landelijke verwachting volgt, leidt dit tot de volgende ontwikkeling van het aantal Nieuw Beschut. Aantal Nieuw Beschut uitstroom oud Wsw -28,4-42,2-34,5-24,3-24,3 instroom 1/3 nieuw beschut 9,5 14,1 11,5 8,1 8,1 cumulatief nieuw beschut 9,5 23,5 35,0 43,1 51,2 Er is inmiddels ervaring opgedaan bij o.a. de gemeente Meppel bij de aanvraag van de indicatie 'Nieuw Beschut' van het UWV. In een groot aantal gevallen wordt de indicatie niet toegewezen. Mede op basis van deze ervaring gaan gemeenten uit van een instroom van 5 personen in Nieuw Beschut per jaar. In het vorige hoofdstuk 'Beleidsplannen in relatie tot de infrastructuur' is aangegeven dat bij alle cliënten van de Participatiewet, ook voor Nieuw Beschut, het uitgangspunt is: zo regulier mogelijk werken. Daarom zal niet iedereen die voor Nieuw Beschut werken in aanmerking komt, naar Reestmond gaan. In scenario 1 zijn verder de volgende aannames gehanteerd: Tabel 7-7 Plaatsing nieuwe doelgroepen bij Reestmond Percentage bij Reestmond geplaatst Nieuw Beschut 80% Overig voorheen Wsw 33% Voorheen Wajong 25% Tenslotte kunnen de gemeenten ook inwoners vanuit de oude WWB doelgroep bij Reestmond plaatsen. Dit gebeurt op dit moment niet erg veel. Voorlopig en voorzichtighalve wordt als uitgangspunt genomen dat voor de vier gemeenten samen ongeveer 20 personen per jaar bij Reestmond geplaatst worden. De vraag is hoeveel arbeidsplaatsen met deze aannames door de nieuwe doelgroepen bezet zullen worden. De deeltijdfactor van Nieuw Beschut wordt aangenomen als vergelijkbaar aan de huidige Wsw. Van de overige groepen is de verwachting dat het deeltijdpercentage lager is: 75%. Verder bij de overige groepen is aangenomen dat de plaatsing maximaal 2 jaar bij Reestmond is en dat er jaarlijks 25% eerder dan twee jaar uitvalt. Bij bovenstaande aannames ontwikkelt het aantal medewerkers vanuit de nieuwe doelgroepen zich als volgt. Tabel 7-8 Aantal fte vanuit P-wet geplaatst bij Reestmond Nieuw Beschut 4,0 8,0 12,0 16,0 20,0 Overige doelgroepen vanuit de P- wet 43,9 43,9 43,9 43,9 43,9 totaal 47,9 51,9 55,9 59,9 63,9 Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 27

102 Met deze aantallen vanuit de Participatiewet, neemt het totaal aantal arbeidsplaatsen minder sterk af dan in het geval dat Reestmond alleen de Wsw blijft uitvoeren. Maar alsnog daalt het aantal arbeidsplaatsen. Tabel 7-9 Verschil Reestmond met of zonder instroom vanuit P-wet Alleen Wsw 515,0 472,9 438,4 414,0 389,7 Met instroom P-wet 562,9 524,8 494,3 474,0 453,6 Het uitgangspunt bij dit scenario is dat er meer werkplekken beschikbaar komen voor mensen met een arbeidshandicap bij reguliere werkgevers, en dat er daarnaast behoefte blijft aan een bedrijfsmatig ingerichte publieke infrastructuur voor: Detachering Beschut werk Leerwerk, arbeidsfit Conjuncturele schommelingen in de vraag naar personeel Werkplekken voor mensen wiens detachering is gestopt. De doelgroep Participatiewet voor wie de plaatsing een karakter heeft van leerwerk of werkfit krijgt geen dienstverband bij Reestmond. Zij moeten immers zodra dit mogelijk is met loonkostensubsidie aan het werk bij een reguliere werkgever. De uitvoeringsverantwoordelijkheid in dit scenario is als volgt: Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de doelgroep Participatiewet en Reestmond voor de doelgroep Wsw. Voor de taakgebieden Nieuw Beschut en Leerwerk/Werkfit kopen de gemeenten een aantal van de trajecten in bij Reestmond. P-Wet regulier (loonk subs garantiebanen) P-Wet leerwerk (met beh v uitk) P-Wet nieuw beschut WSW beschut Wsw WOL WSW Deta WSW BW Scenario WSW oud en deel P-Wet G G/R G/R R R R R G - Gemeenten R Reestmond 7.3 Beoordeling van scenario 1 Flexibiliteit In dit scenario is er voor de gemeenten een kant en klare faciliteit beschikbaar voor doelgroepers van de Participatiewet die aangewezen zijn op een voorziening voor Beschut Werk, of die pas op termijn inzetbaar zijn bij reguliere werkgevers, omdat er eerst nog een ontwikkeling moet plaatsvinden op werknemersvaardigheden. Voor gedetacheerde medewerkers van zowel de doelgroep oud-wsw als van de Participatiewet is er een tijdelijke werkplek beschikbaar wanneer hun detachering wordt beëindigd, bijvoorbeeld omdat de werkgever om economische redenen het contract opzegt, of omdat de plaatsing toch geen goed passende plaatsing bleek te zijn. Omdat er jaarlijks een minimum aantal trajecten moet worden belegd bij Reestmond kunnen de gemeenten niet per definitie voor alle mensen maatwerk bieden. (Stel dat voor niemand werk bij Reestmond de meest passende aanpak is, dan moet er toch een aantal mensen tijdelijk daar aan de slag). Behouden kwaliteiten Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 28

103 Reestmond behoudt alle taken ten aanzien van de doelgroep Wsw en krijgt een aantal aanvullende taken, die qua inhoud niet afwijken van het huidig takenpakket. Daarmee blijft de beschikbare kwaliteit van de organisatie behouden. Reestmond heeft relatief weinig regulier personeel in dienst. Posities als meewerkend voorman, medewerker technische dienst en KAM coördinator (Kwaliteit, Arbo en Milieu) worden bezet door Wsw-medewerkers. Bij uitstroom van deze medewerkers zullen sommige functies moeten worden ingevuld door regulier personeel of worden ingekocht, wat een negatief effect zal hebben op de exploitatiekosten. Beperken ondernemersrisico De huidige risico s in de onderneming blijven in dit scenario gehandhaafd. Reestmond blijft voor eigen rekening en risico opdrachten aannemen en uitvoeren. Omdat er geen eigen producten meer worden gefabriceerd, is het ondernemersrisico niet bijzonder hoog, doch hoger dan wanneer uitsluitend gewerkt zou worden vanuit een positie als leverancier van arbeidskracht. De scherpe focus op kostenbewustzijn in de uitvoering blijft aanwezig omdat in dit scenario er geen sterke krimp van de organisatie wordt voorzien en dus ook geen sterke krimp van het regulier personeel. Doordat er sprake is van een uitbreiding van taken en een toestroom van trajecten neemt de omvang van het ondernemersrisico iets toe. Zo zal de begroting worden gebaseerd op een minimum aantal trajecten. Wanneer de gemeenten die trajecten niet (in voldoende mate) inkopen, zal dat consequenties hebben voor de financiële realisatie. Zo regulier mogelijk De doelstelling van de gemeenten is dat ook mensen met een arbeidsbeperking zo regulier mogelijk werken. Daarbij geldt dat dit passende arbeid moet zijn en dat gestreefd moet worden naar duurzame plaatsingen. Omdat Reestmond jarenlang de focus heeft gehad op uitvoering van de opdrachten tegen zo laag mogelijke kosten loopt het bedrijf aan tegen de klassieke Wsw-spagaat: kiezen tussen de mensen zo veel mogelijk zo regulier mogelijk laten werken of zorgen dat tegen de huidige kostenstructuur de opdrachten worden afgewerkt. In die afweging tussen regulier plaatsen en de (interne) opdrachten uitvoeren krijgt het plaatsen meestal minder prioriteit. Opgemerkt moet worden dat het bedrijf de laatste jaren duidelijk meer gericht is op extern plaatsen, met name met een aantal groepsdetacheringen. Invulling van de verantwoordelijkheid naar de medewerkers In dit scenario blijft het werken bij Reestmond voor de meeste Sw medewerkers zoals het was. De organisatie, de leiding, het werk en de collega s, de werkomgeving verandert weinig. Wat wel verandert is de context van waaruit nieuwe collega s de organisatie binnen komen. Niet meer vanuit vrijwillige aanmelding, maar als onderdeel van een traject. Niet meer vanuit een dienstverband (voor lange tijd) maar vanuit een traject met behoud van uitkering of met een loonkostensubsidie, met als doel zo snel mogelijk een plaatsing bij een reguliere werkgever. Voor SW medewerkers en reguliere medewerkers blijft in dit scenario wel het effect van krimp, maar in een lager tempo. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 29

104 Regie De sturing op de uitvoering vanuit de gemeenten is indirect, zoals in de huidige situatie. Omdat een deel van de uitvoering van de Participatiewet bij Reestmond wordt belegd, krijgt het uitvoeringsmandaat van Reestmond hiermee een bredere scope. Van bedrijfsvoering naar sturing op proces Omdat de essentie van de Wsw inhield dat geïndiceerden een dienstverband voor onbepaalde tijd kregen, was de bedrijfsvoering in de Wsw lang op continuïteit gericht. Inmiddels, met een beleid op zo regulier mogelijk en een wet met Participatie als filosofie, moet die bedrijfsvoering daarop aangepast worden. Dat betekent dat er steeds minder gerekend kan worden op medewerkers die langdurig hetzelfde werk uitvoeren. Er moet een proces komen waarbij arbeidskrachten tijdelijk in de productie actief zijn, tot het moment dat ze meer regulier geplaatst kunnen worden. Hiermee is door interne doorstroming en tijdelijke trajecten al ervaring opgedaan. Zoals verwoord bij Zo regulier mogelijk is in dit scenario de klassieke Wsw spagaat nog aanwezig en leidt het scenario niet automatisch tot aanpassing van de bedrijfsvoering. Financieel Bij de financiële effecten van de scenario s worden de volgende punten nagegaan. 1. De gevolgen voor de jaarlijkse exploitatie 2. De eenmalige kosten die in dat scenario gemaakt moeten worden. 3. De kansen en risico s van het betreffende scenario De gevolgen van scenario voor de jaarlijkse exploitatie Het basisscenario toonde dat de exploitatie verslechtert, doordat de kosten niet snel genoeg meedalen met de daling van het aantal Wsw-medewerkers. Dit zijn krimpinefficiënties. Dit levert een verslechtering van de exploitatie op van 1,75 miljoen cumulatief over 5 jaar. Dit is oplopend van euro in 2016 naar ruim euro in In dit scenario 1 vindt er weer instroom plaats op de vrijgevallen werkplekken. Daarmee worden krimp-inefficiënties voorkomen. Als uitgangspunt is gehanteerd dat de medewerkers vanuit de Participatiewet dezelfde kostenstructuur met zich meebrengen als de Wsw-medewerkers 6. Dus de mate van begeleiding en de materiele kosten zijn vergelijkbaar. De hoogte van de kosten van de infrastructuur blijft gelijk en de vrijvallende infrastructuur is voor medewerkers vanuit de Participatiewet geschikt. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat een werkleider die nu Wsw-medewerkers aan kan sturen, ook in staat is om medewerkers vanuit de Participatiewet aan te sturen. De krimp-inefficiënties zijn niet bij alle bedrijfsonderdelen gelijk. beschut werken dat nu 50% van de kosten van het totale bedrijf veroorzaakt 50% van de krimp-inefficiënties. De verbetering van het exploitatieresultaat door toevoeging van Nieuw Beschut bij Reestmond is cumulatief voor bijna een kwart miljoen. Per jaar neemt het voordeel toe, omdat in het basisscenario met de jaren ook de krimp-inefficiënties toenemen (zie Tabel 7-3 Krimp-inefficiënties in het basisscenario). Het positief effect in scenario 1 is relatief groot, omdat bij beschut de krimp-inefficiënties in het basisscenario relatief hoog zijn. De krimp-inefficiënties bij beschut zijn ongeveer euro per arbeidsplaats per jaar. De krimp-inefficiënties zijn bij WOL het hoogst: gemiddeld over de jaren euro per arbeidsplaats per jaar. De krimp-inefficiënties bij detacheringen zijn laag: euro. Dit komt omdat er bij detachering relatief weinig kosten gemoeid zijn. 6 Dit geldt niet voor de salariskosten van de betreffende medewerkers, maar alleen de uitvoeringskosten. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 30

105 Tabel 7-10 Gemiddelde jaarlijkse krimp-inefficiënties per werkplek per werksoort) euro Beschut WOL Detacheringen Het positieve effect van de toevoeging van Nieuw Beschut bij Reestmond is dan als volgt. Tabel 7-11 Verbetering exploitatie door toevoeging Nieuw Beschut bij Reestmond Bedragen * Totaal voorkoming krimp-inefficiënties Nieuw beschut Naast de instroom van Nieuw Beschut, vindt er ook instroom plaats van andere medewerkers vanuit de Participatiewet. Die zullen naar verwachting het meest (70%) instromen bij Werken op Locatie. Het is namelijk niet te verwachten dat het voor deze doelgroepen wenselijk is om ze in grotere getalen bij beschut te plaatsen (slechts 10% is de aanname), omdat de plaatsing een tijdelijk karakter heeft. Aan de andere kant ligt detachering ook minder voor de hand (in slechts 20% van de gevallen), omdat gemeenten waarschijnlijk te detacheren personen via andere kanalen aan het werk helpen. Tabel 7-12 Aantal fte overige medewerkers vanuit de P-wet Fte jaarlijks verdeling Beschut 10% 4,4 WOL 70% 30,7 Deta 20% 8,8 De verbetering van de exploitatie is als volgt. Tabel 7-13 Voorkoming krimp-inefficiënties door overige herbezetting vanuit de Participatiewet Bedragen * Totaal voorkoming krimp-inefficiënties Beschut voorkoming krimp-inefficiënties WOL voorkoming krimp-inefficiënties Deta Totaal De totale besparing op de krimp-inefficiënties is dus ( plus ) in de periode Tabel 7-14 Totale verbetering van de exploitatie in scenario 1 Bedragen * tot Basisscenario totale krimpinefficiënties Scenario 1 totale voorkoming krimp-inefficiënties Eenmalige kosten Er zijn geen eenmalige kosten die specifiek voor dit scenario gelden. Wellicht dat Reestmond enige kosten moet maken om de organisatie in te werken op de uitvoering van de Participatiewet. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 31

106 Kansen en risico's Een risico is dat het financieel voordeel kleiner wordt, als de aantallen arbeidsplaatsen vanuit de Participatiewet niet gerealiseerd worden. Bij de gemeenten bestaat in dit model (een zekere) vrijwilligheid t.a.v. het aanleveren van mensen, daardoor kunnen de aantallen tegenvallen. Ook kan het zijn dat er een mismatch is tussen vrijvallende werkplekken en door gemeenten gewenste werkplek, waardoor het financiële effect ook kleiner wordt dan hierboven berekend. Een kans is het natuurlijk als de aantallen hoger zijn dan verwacht. Bijvoorbeeld omdat de markt toch niet zo goed personen vanuit de Participatiewet opneemt, of omdat Reestmond goede resultaten boekt met de re-integratie van personen uit de Participatiewet. Aansluiting bij de Participatiewet Voor een gedeelte van de opdracht van de Participatiewet wordt de keuze gemaakt om de uitvoering te beleggen bij Reestmond. Omdat keuzes voor de andere delen van de wet in uitvoering nog niet volledig bekend zijn, kan er ten aanzien van samenhang nog geen complete beoordeling plaatsvinden. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 32

107 Samenvatting beoordeling scenario 1: Scenario Verbinding Wsw en Participatiewet Flexibiliteit - jaarlijks aantal trajecten aanleveren + altijd tijdelijke achtervang + een extra mogelijkheid voor gemeenten om reintegratie in te kopen Behouden kwaliteiten + bestaande kwaliteiten blijven inzetbaar +/- bij pensionering sleutelfunctionarissen nieuwe 'regulieren' nodig Beperken ondernemersrisico's - huidige risico's in bedrijfsvoering blijven - uitbreiding taken geeft uitbreiding risico's (bv niet kunnen leveren) + huidige control op bedrijfsvoering blijft gehandhaafd Zo regulier mogelijk Verantwoordelijkheid naar medewerkers - continuiteit in de bedrijfvoering blijft noodzakelijk (risico van de Wsw spagaat blijft) + geen risico dat mensen tussen wal en schip vallen - niet per definitie sturen op zo passend mogelijk zo regulier mogelijk Regie Invloed Zeggenschap - sturing vanuit gemeenten indirect Van bedrijfsvoering naar proces juiste persoon op juiste plek Financieel (exploitatie, frictie, risico) - vergroting indirecte sturing, naast Wsw ook deel P-wet - risico van de spagaat blijft + ten dele voorkomen frictiekosten en inefficiency bij krimp - bedrijfsmatig risico bij lagere aantallen vanuit P-wet dan aangenomen - risico dat alsnog aantallen per medewerkers per werksoort te laag zijn voor goede uitvoering - uitstroom van sleutelfunctionarissen maakt (duurdere) inhuur noodzakelijk Aansluiting bij P-Wet, 3 D's +/- duideljke uitvoeringskeuze voor delen P-wet Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 33

108 7.4 Scenario 2: snel regulier Dit scenario heeft als uitgangspunt dat de opdracht om medewerkers zo regulier mogelijk op een duurzame passende arbeidsplaats te krijgen centraal staat. Dat betekent dat er bij iedere medewerker de bestaande beelden ten aanzien van competenties en inzetbaarheid worden her-ijkt. Daarnaast (dit kan deels parallel) zijn de volgende inspanningen nodig een plaatsingsinspanning voor detacheringen en Begeleid Werken; voor de medewerkers die eerst nog een ontwikkeling moeten doormaken een op maat gesneden arbeidsontwikkeltraject; een acquisitie en/of aanbestedingsinspanning voor vervreemding. Om die inspanningen met de bijbehorende kosten beheersbaar te houden, maar ook om een momentum te creëren in de organisatie verdient het aanbeveling om deze inspanningen in een beperkt aantal jaren (3-5) te plegen. In dit scenario krijgt het streven naar meer regulier plaatsen vorm in: het vervreemden van de afdeling metaal; het overplaatsen van een groep medewerkers vanuit Beschut binnen naar een groepsdetachering; het vervreemden van Groen. In dit scenario wordt er gezocht naar partners aan wie de bedrijfsonderdelen metaal en groen kunnen worden vervreemd. Partners, want het gaat hier niet alleen om vervreemden, maar om vervreemden met de grootste kans op succes en duurzaamheid. Partners worden in verband met het overdragen van ondernemersrisico bij voorkeur gevonden in het bedrijfsleven, maar ook bij gemeenten kunnen detacherings- of BW plaatsen worden verworven. In dit scenario wordt bij Reestmond belegd: de volledige uitvoering van de Wsw; de projectmatige uitvoering van inspanningen op arbeidsontwikkeling, plaatsing en vervreemding De overweging bij dit scenario is dat het voldoen aan de beleidskeuzes van de gemeenten om medewerkers zo regulier mogelijk te laten werken, moet prevaleren boven bedrijfsmatige overwegingen. Natuurlijk moet de implementatie ervan goed gemanaged worden, sleutelfunctionarissen moeten niet van de ene op de andere dag uit het productieproces verdwijnen. Als gevolg van het vervreemdings- en plaatsingsproces zal er overcapaciteit ontstaan in infrastructuur en regulier personeel. Na realisering van alle mogelijke doorplaatsingen van medewerkers naar meer regulier werk, is er voor de blijvende medewerkers in de eigen organisatie in dit scenario geen verdere arbeidsontwikkeling meer haalbaar, zodat de begeleiding wordt geconcentreerd op het werkproces. Het werk wordt waar mogelijk uitgevoerd voor partnerorganisaties, in een samenwerking met een duurzaam karakter. Met deze insteek wordt de inspanning op acquisitie op werk beperkt. Voor de medewerkers die werken buiten de eigen organisatie moeten taken worden verricht in begeleiding, maar zal er ook nog in beperkte mate sprake blijven van acquisitie. Want hoewel er sprake is van een eenmalige inspanning (onder meer) om de medewerkers meer regulier te plaatsen, moet er rekening mee worden gehouden dat ook in de toekomst plaatsingen worden beëindigd. Dat kan zijn omdat een bedrijf in moeilijk vaarwater terecht komt, maar ook omdat de match tussen medewerker en bedrijf of functie niet goed blijkt Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 34

109 te zijn, of omdat iemands beperking in de loop van de tijd toeneemt. Ook is het mogelijk dat er voor een bestaande WOL-locatie vervanging gevonden moet worden, bijvoorbeeld omdat de werkgever stopt met een bepaald type producten. De uitvoeringsverantwoordelijkheid in dit scenario is als volgt: Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de doelgroep Participatiewet en Reestmond voor de doelgroep Wsw. P-Wet regulier (loonk subs garantiebanen) P-Wet leerwerk (met beh v uitk) P-Wet nieuw beschut WSW beschut Wsw WOL WSW Deta WSW BW Scenario Snel Regulier G G G R R R R G - Gemeenten R Reestmond 7.5 Beoordeling van dit scenario Flexibiliteit Voor de vier gemeenten is er in dit scenario een gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de doelgroep Wsw-medewerkers met een dienstverband, maar volledige flexibiliteit om te komen tot invulling van het beleid op de nieuwe doelgroep Participatiewet. Behouden kwaliteiten Reestmond behoudt alle taken ten aanzien van de doelgroep Wsw. Daarmee blijft de beschikbare kwaliteit van de organisatie behouden. Wel gaat dit scenario ervan uit dat in een relatief korte periode er veel mensen vanuit een WOL-, detacherings- of Begeleid Werkenplaats bij een regulier bedrijf zullen werken. Dat betekent dat de er in een eigen werkomgeving steeds minder mensen zullen werken. Ook zal het aantal mensen dat door eigen leiding wordt aangestuurd afnemen. De kwaliteiten in jobcoaching en begeleiding zijn in dit scenario essentieel, omdat deze een belangrijk element zijn in het duurzaam kunnen maken van plaatsingen. Het aantal reguliere medewerkers zal naar verloop van tijd afnemen. Bij vervreemding van onderdelen is het uitgangspunt dat zij meegaan naar de samenwerkingspartner. Voor de projectfase is naar verwachting aanvullende expertise en of capaciteit nodig, voor het managen van de verandering, voor arbeidsontwikkeling en voor acquisitie op WOL, detachering en Begeleid Werken. Beperken ondernemersrisico Het uitgangspunt in dit scenario is dat het aantal activiteiten voor eigen rekening en risico sterk wordt beperkt. Medewerkers werken waar mogelijk voor en bij een inlener. Bij de activiteiten op de eigen locatie wordt zoveel mogelijk gewerkt met samenwerkingspartners die alle ondernemersactiviteiten op zich nemen, zodat Reestmond zich slechts hoeft te concentreren op het leveren van de juiste hoeveelheid medewerkers met de passende capaciteiten. Gedurende de projectfase is er sprake van een verhoogd risico, omdat er extra gelden nodig zijn voor het realiseren van de verandering, omdat de beweging van binnen naar buiten effect heeft op de opdrachtenportefeuille en omdat het risico bestaat dat de verandering meer tijd nodig heeft dan gepland. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 35

110 Zo regulier mogelijk De essentie van dit scenario is dat de volledige focus wordt gelegd op het gemeentelijk beleid dat mensen met een arbeidsbeperking zo regulier mogelijk gaan werken. Invulling van de verantwoordelijkheid naar de medewerkers Het beleidsuitgangspunt van de gemeenten en ook van het Rijk dat mensen zo regulier mogelijk werken wordt vorm gegeven binnen het kader dat het daarbij moet gaan om een passende plaats, met zoveel mogelijk kans op een duurzame plaatsing. Daarmee wordt een maatwerkoplossing geboden. Het kleiner worden van de eigen organisatie heeft effect op het aantal dienstverbanden van reguliere medewerkers. Als uitgangspunt wordt hierbij gehanteerd dat bij vervreemding de reguliere medewerkers van het desbetreffende bedrijfsonderdeel hun werk volgen. Voor de andere medewerkers wordt het proces van het sociaal plan gevolgd. Met de gemeenten kan worden overlegd of voor deze medewerkers een voorkeurspositie mogelijk is bij gemeentelijke vacatures. Veel SW-medewerkers zullen een verandering doormaken, omdat ze zelf elders gaan werken, of collega s hebben die elders gaan werken. Regie De sturing op de uitvoering vanuit de gemeenten is indirect, zoals in de huidige situatie. Het bedrijf Reestmond krijgt een duidelijke bestuursopdracht om de verandering vorm te geven op basis van een plan van aanpak. Van bedrijfsvoering naar sturing op proces Zoals verwoord bij Zo regulier mogelijk is in dit scenario de klassieke Wsw spagaat niet meer aanwezig, de volledige focus is gericht op de juiste persoon op de juiste plek. Financieel Gevolgen voor de exploitatie De exploitatie wijzigt door de volgende zaken. 1. Ontwikkeling of meer directe plaatsing van medewerkers van beschut naar detacheringen. Cedris hanteert een verdeling van 1/3-1/3-1/3 verdeling tussen intern geplaatsen, werken op locatie en extern werken (individuele- en groepsdetacheringen en begeleid werken). De UWV indicaties kennen een gemiddelde van 50% advies Begeleid Werken. Veiligheidshalve wordt de Cedrisindeling aangehouden zodat er van wordt uitgegaan dat het een overplaatsing van 60 fte medewerker betreft. De herijking van competenties en beschikbaarheid zal uitwijzen of dit de juiste verdeling is. Dit betreft de overplaatsing van een kleine 27 fte vanuit metaal. De overige plaatsingen komen van de afdeling Assembleren en Verpakken en overig intern. 2. Het vervreemden van Groen. Vervreemden van de afdeling Metaal Bij het vervreemden is een aantal effecten te verwachten. 1. Een lagere Netto Toegevoegde Waarde per medewerker. De verwachting is dat de opbrengst per fte daalt van euro (opbrengst uitgevoerde opdrachten) naar euro (detacheringsvergoeding). Hierbij wordt uitgegaan van ruim 10% lagere detacheringsvergoeding dan nu bij de metaaldetacheringen gebruikelijk is. Dit is een gemiddeld bedrag voor de gehele groep, daarbij zijn er grote verschillen in verdiencapaciteit per medewerker. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 36

111 2. Lagere kosten. De kosten van het direct regulier personeel worden gedekt door de nieuwe partij (door overname of detachering of anderszins). Wel komen er kosten bij voor een consulent. Daarnaast dalen de materiele kosten. 3. Eenmalige kosten vanwege het afstoten. Tabel 7-15 Exploitatie Metaal voor vervreemding en exploitatie na vervreemding (Groepsdetachering) exploitatie vóór vervreemding Exploitatie na vervreemding totaal per fte totaal per fte ntw regulier personeel direct regulier personeel overhead materiele kosten bedrijfsresultaat Het verschil tussen de oude en nieuwe exploitatie is dan als volgt. Tabel 7-16 Effect afstoten Metaal totaal per fte ntw regulier personeel direct regulier personeel overhead - - materiele kosten bedrijfsresultaat Het afstoten van Metaal kan dus met een positief resultaat van euro jaarlijks gerealiseerd worden. Dit verschil wordt door uitstroom van Wsw-medewerkers jaarlijks lager. Het realiseren van dit voordeel gaat niet vanzelf. Er zal een externe partij gevonden moeten worden die bereid is het personeel (Wsw en regulier) en materieel tegen gestelde voorwaarden over te nemen. Eenmalige kosten. 1. Er moet capaciteit en kunde bij Reestmond aanwezig en beschikbaar zijn om een dergelijk project uit te voeren. Te denken valt aan een bedrag van euro. 2. Daarnaast zijn er activa met een boekwaarde die wellicht afgeschreven moet worden. Als 75% van de boekwaarde de activa afgeschreven moet worden, is dit een kostenpost van ongeveer euro. 3. Ook zijn er wellicht frictiekosten omdat de huisvestingskosten niet direct afgebouwd kunnen worden. Dit wordt toegelicht in hoofdstuk 7. Overplaatsen van 33 fte medewerker van Assembleren en Verpakken en overig beschut Aangenomen is dat het hier een mix betreft van medewerkers met wat meer en wat mindere capaciteiten. Deze medewerkers worden overgeplaatst naar detacheringen, in groepsverband of individueel. In de berekening wordt uitgegaan van de plaatsing bij groepsdetachering. Er is bij het bepalen van het financiële effect een aantal aannames gedaan. 1. De groep die wordt gedetacheerd heeft op dit moment 25% hogere NTW dan de beschutte groep en de huidige begeleiding is 25% minder dan de beschutte groep. 2. De NTW in de nieuwe situatie is voor de vertrekkers 25% hoger dan de huidige situatie en voor de blijvers 5% lager. Dit laatste komt omdat als de relatief beteren vertrekken, de samenhang in productielijnen enigszins verstoord raakt. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 37

112 Op basis van deze aannames is het financiële effect als volgt. Tabel 7-17 Wijziging van exploitatie door overgang van beschut naar groepsdetachering van 33 fte NU vd alle medew. vd blijvende medew. WORDT vd over te pltsn medew. totaal per fte totaal per fte totaal per fte ntw regulier personeel direct regulier personeel overhead materiele kosten bedrijfsresultaat Het verschil tussen de oude exploitatie en de som van de nieuwe exploitatie (de blijvers en de vertrekkers) is dan: Tabel 7-18 Totaal verschil door detachering van 33 FTE Na Voor detachering detachering Verschil Ntw regulier personeel direct regulier personeel overhead materiele kosten Bedrijfsresultaat Het voordeel door de overplaatsing van 33 fte is dus bijna euro per jaar, ook hier weer jaarlijks afnemend door uitstroom van Wsw-medewerkers. Een belangrijke randvoorwaarde is een samenwerking die een echte win-win oplevert. Het financiële voordeel kan waarschijnlijk niet gerealiseerd indien bestaande productie en organisatie verder ongewijzigd wordt overgeheveld. Om een partij te vinden wordt 2017 als jaar van overgang gehanteerd. Ook hier zullen eenmalige kosten optreden. Projectkosten voor de overgang (selectie van medewerkers, vinden van externe partijen, onderhandeling, uitvoering). Het zal hier gaan om een bedrag van minimaal de kosten zoals die bij Metaal genoemd zijn. Afbouw van de materiele kosten. De materiele kosten (exclusief de huisvestingskosten, waarover later meer) zullen in twee jaar afgebouwd kunnen worden. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 38

113 Tabel 7-19 Frictiekosten overplaatsingen eenmalige kosten overplaatsingen kosten projectkosten frictiekosten afbouw materiele kosten, excl huisvesting totaal eenmalige kosten Vervreemden Groen 7 Voor het vervreemden van Groen zijn twee mogelijkheden. 1. Overdracht naar gemeenten 2. Vervreemding aan een externe partij. De laatste mogelijkheid is hier doorberekend. Bij vervreemding ontstaat er een detacheringconstructie voor de groen-medewerkers. De kosten- en opbrengstenstructuur zal vergelijkbaar kunnen zijn met de gedetacheerde metaal-medewerkers. Dit zou het volgende financieel effect kunnen opleveren. Tabel 7-20 Wijziging van de exploitatie van groen door vervreemding exploitatie oud exploitatie nieuw totaal per fte totaal per fte Ntw regulier personeel direct regulier personeel overhead materiele kosten bedrijfsresultaat Het verschil tussen de oude en nieuwe exploitatie is als volgt. Tabel 7-21 Verschil tussen oude en nieuwe exploitatie groen totaal per fte ntw regulier personeel direct regulier personeel overhead - - materiele kosten bedrijfsresultaat Het voordeel van vervreemding van groen kan dus ongeveer euro per jaar zijn. Als uitgangspunt wordt gehanteerd dat de vervreemding in 2018 gerealiseerd is. Het voordeel wordt ook hier jaarlijks kleiner door uitstroom van Wsw-medewerkers. Risico's. Er zijn risico's aan overdracht naar gemeenten te benoemen. Het gaat om een grote groep mensen. Belangrijk is dus een goed vervreemdingstraject met een duidelijke win-win. Daarmee wordt het risico verkleind dat de detachering wordt opgezegd en er nieuw werk moet worden gevonden voor de groep. 7 Er lopen besprekingen met de gemeenten over het omzetten van groenopdrachten in groepsdetachering. Deze besprekingen worden naar verwachting in 2015 afgerond. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 39

114 Wat bij overdracht naar gemeenten meespeelt, is dat het niet zo is dat medewerkers van WOL ook werken in hun eigen woonplaats. Dit kan complicaties geven in de organisatie en/of overdracht. Tabel 7-22 Percentage medewerkers WOL dat in eigen gemeente werkt werkt in eigen woonplaats # medewerkers De Wolden 48% 23 Meppel 25% 59 Staphorst 57% 21 Westerveld 89% 63 Een risico van vervreemding is de externe partij failliet gaat. Dit geeft een risico in gederfde detacheringsvergoedingen. Ook zal dan een alternatief gevonden moeten worden. Dit kost tijd en geld. Als voordelen van vervreemding en overdracht kunnen genoemd worden: 1. Het kwijtraken van een bedrijfsmatig risico op de infrastructuur bij vervreemding. 2. Bij overdracht naar de gemeente kunnen krimp-inefficiënties deels worden voorkomen, omdat de vrijvallende werkplekken bij Groen ingevuld kunnen worden door andere doelgroepen, of regulier ingevuld. De voordelen van overdracht naar de gemeenten kunnen groot genoeg zijn om toch te kiezen voor de overdracht naar de gemeente. Hierbij gelden ook niet-financiële overwegingen. 8 Voor de bepaling van de financiële effecten is een business case noodzakelijk. Daarin zal duidelijk moeten worden of er inderdaad sprake zal zijn van een gunstige exploitatie en in hoeverre er sprake is van besparing van krimp-inefficiënties. Ook kan dan blijken of het bedrijfsmatig risico dermate groot is, dat vervreemding gewenst is. Eenmalige kosten betreffen ook hier de onderzoekskosten/projectkosten (waaronder de business case en aanbesteding) en afboeking van activa. De projectkosten zijn hier hoger omdat het qua aantallen medewerkers en exploitatie een stuk groter is dan metaal bijvoorbeeld. Afboeking van activa is waarschijnlijk met name op de inventarissen van Groen nodig. eenmalige kosten vervreemding Groen projectkosten activa afboeken totaal Verlaging van krimp-inefficiënties De medewerkers van metaal, groen en de andere groep overgeplaatsten worden gedetacheerd. Aan detachering zijn weinig kosten verbonden, zowel qua regulier personeel als materiele kosten. Dit betekent ook dat de krimp-inefficiënties door uitstroom van Wswmedewerkers vanaf dat moment lager zijn. Omdat bij de interne plaatsingen de kosten 8 Berekend is het effect van het doorzetten van de groepsdetacheringen Groen bij gemeenten ten opzichte van het vervreemden: Het totale effect hiervan is minder gunstig op de exploitatie Daar tegenover staan minder eenmalige kosten. Dus per saldo is scenario 2 (en 3) daardoor voor de periode ongeveer euro ongunstiger. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 40

115 hoger zijn en de kosten veelal niet volledig afgebouwd kunnen worden, scheelt het als de uitstroom vanuit de detacheringen plaats vindt. (Er moeten wel eenmalige kosten gemaakt worden om deze nieuwe situatie te bereiken.) 9 Tabel 7-23 Voordeel in krimp-inefficiënties totaal totaal overgeplaatst fte 181,8 166,9 154,7 146,1 137, uitstroom overgeplaatsten 10,0 24,9 37,1 45,7 54,2 krimpkosten-verschil Totaal financiële effecten van scenario 2 Het financiële effect van vervreemden metaal en overplaatsen van medewerkers van beschut naar Groepsdetacheringen en Groen (bij vervreemding) is: Tabel 7-24 Voordeel Metaal, overplaatsingen en Groen totaal metaal voordeel overplaatsing voordeel groen voordeel voordeel lagere krimp inefficiënties De eenmalige kosten zijn: Tabel 7-25 Eenmalige kosten scenario eenmalige kosten Metaal Overplaatsingen Groen Totaal Aansluiting bij de Participatiewet Dit scenario is volledig in lijn met de beleidsuitgangspunten van de vier gemeenten. 9 De externe partij die de werkzaamheden heeft overgenomen zal niet te maken te krijgen met krimp-inefficiënties. Immers: de externe partij zal vrijgevallen werkplekken door uitstroom van de Wsw weer anders invullen: het gaat deze partij erom de omzet te houden. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 41

116 Samenvatting beoordeling scenario 2: Scenario snel regulier Flexibiliteit + t.a.v. nieuwe doelgroep (geen leveringsverplichting, best mogelijk traject kiezen) Behouden kwaliteiten - deel van de kwaliteit vertrekt, kwaliteit in werk (organiseren) blijft deels behouden + kwaliteit gaat deels mee met vervreemding, minder boventalligheid - extra inzet/kwaliteit nodig voor omvorming Beperken ondernemersrisico's + risico's worden verlegd naar samenwerkingspartners - sterke inzet op acquisitie noodzakelijk Zo regulier mogelijk Verantwoordelijkheid naar medewerkers + volledige inzet op zo regulier mogelijk + juiste persoon op juiste plek - medewerkers (niet beschutte deel vd doelgroep) ervaren druk om te moeten presteren en veranderen Regie Invloed Zeggenschap - sturing indirect Van bedrijfsvoering naar proces juiste persoon op juiste plek Financieel (exploitatie, frictie, risico) + duidelijke inhoudelijke opdracht + sturing op voorkomen spagaat + opbrengsten 60 FTE van binnen naar buiten -/+ frictiekosten geconcentreerd in korte periode - projectkosten voor beweging van binnen naar buiten Aansluiting bij P-Wet, 3 D's + In lijn met uitgangspunten Participatiewet Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 42

117 7.6 Scenario 3: beschut werkbedrijf Dit scenario heeft als uitgangspunt dat de opdracht om medewerkers zo regulier mogelijk op een duurzame passende arbeidsplaats te krijgen centraal staat. De vervreemding van metaal, groen en andere overplaatsing naar een groepsdetachering kunnen in ongeveer 2 jaar gerealiseerd worden en vormen het begin hiervan. Maar tegelijkertijd kunnen medewerkers ook individueel ontwikkeld worden. Daarvoor is een eenmalige inspanning nodig. Die inspanning wordt door de gemeenten geleverd. Reestmond richt zich in dit scenario op de kernkwaliteit om werk te bieden aan dat deel van de Wsw-doelgroep dat langdurig is aangewezen op een werkplek in een beschermde omgeving. De gemeenten voeren de externe plaatsingen zelf uit. Er komt in dit scenario immers geen nieuwe instroom meer in de organisatie, die een ontwikkeling van binnen naar buiten kan doormaken en dus gaat het om een eenmalige inspanning. Een plaatsingsinspanning voor detacheringen en Begeleid Werken, voor de medewerkers die eerst nog een ontwikkeling moeten doormaken (een op maat gesneden arbeidsontwikkeltraject) en een acquisitie- en/of aanbestedingsinspanning voor vervreemding. Om die inspanningen met de bijbehorende kosten beheersbaar te houden, maar ook om een momentum te creëren in de organisatie verdient het aanbeveling om deze in een beperkt aantal jaren (3-5) te plegen. De overweging bij dit scenario is dat de gemeenten in het verlengde van hun beleid op de Participatiewet hebben gekozen voor een werkgeversbenadering gezamenlijk met andere gemeenten in hun arbeidsmarktregio. De inspanningen die daar gemaakt moeten worden om competenties van mensen in beeld te krijgen en eventueel verder te ontwikkelen en de inspanning om mensen passend te plaatsen zijn gelijk aan de inspanningen voor de doelgroep Wsw. Door deze activiteiten te beleggen bij de gemeenten wordt een dubbeling in het proces voorkomen en wordt aangesloten bij de uitgangspunten in het gemeentelijk beleid om Wsw- medewerkers in principe op gelijke wijze te benaderen als andere doelgroepen. Zo ontstaat een maximale mogelijkheid voor gemeenten om deze activiteiten integraal uit te voeren. Wanneer het vervreemdings- en plaatsingsproces goed op gang is gekomen, zal er overcapaciteit ontstaan in infrastructuur en regulier personeel. Voor medewerkers in de eigen organisatie van Reestmond is in dit scenario geen verdere arbeidsontwikkeling meer haalbaar, zodat de begeleiding is geconcentreerd op het werkproces. Het werk wordt waar mogelijk uitgevoerd voor partnerorganisaties, in een samenwerking met een duurzaam karakter. Met deze insteek wordt acquisitie op werk tot een minimum beperkt. Voor de medewerkers die werken buiten de eigen organisatie moeten taken worden verricht in begeleiding, maar zal er ook nog in beperkte mate sprake blijven van acquisitie. Want hoewel er sprake is van een eenmalige inspanning (onder meer) om de medewerkers meer regulier te plaatsen, moet er rekening mee worden gehouden dat ook in de toekomst plaatsingen worden beëindigd. Dat kan zijn omdat een bedrijf in moeilijk vaarwater terecht komt, maar ook omdat de match tussen medewerker en bedrijf of functie niet goed blijkt te zijn, of omdat iemands beperking in de loop van de tijd toeneemt. Ook is het mogelijk dat er voor een bestaande WOL-locatie vervanging gevonden moet worden, bijvoorbeeld omdat de werkgever stopt met een bepaald type producten. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 43

118 De uitvoeringsverantwoordelijkheid in dit scenario is als volgt: Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de doelgroep Participatiewet en voor de doelgroep Wsw voor zover die bij reguliere werkgevers werkt of gaat werken. Reestmond is verantwoordelijk voor de Wsw medewerkers die beschut blijven werken. P-Wet regulier (loonk subs P-Wet leerwerk (met P-Wet nieuw Scenario garantiebanen) beh v uitk) beschut WSW beschut Wsw WOL WSW Deta WSW BW Beschut werkbedrijf G G R R G G G 7.7 Beoordeling van dit scenario Flexibiliteit Voor de vier gemeenten is er in dit scenario een gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de doelgroep Wsw-beschut, maar volledige flexibiliteit om te komen tot invulling van het beleid op de nieuwe doelgroep Participatiewet en de doelgroep Wsw die (op termijn) bij reguliere bedrijven werkt. Behouden kwaliteiten Reestmond biedt werk aan de beschutte doelgroep Wsw. Daarmee wordt een behoorlijk deel van de huidige doelgroep in verantwoordelijkheid overgedragen aan de gemeenten. Daarnaast gaat dit scenario ervan uit dat in een relatief korte periode er veel mensen vanuit een WOL-, detacherings- of Begeleid Werkenplaats bij een regulier bedrijf zullen werken. Dat betekent dat de er in een eigen werkomgeving steeds minder mensen zullen werken. Ook zal het aantal mensen dat door eigen leiding wordt aangestuurd afnemen. Het aantal reguliere medewerkers zal dus afnemen. Bij vervreemding van onderdelen is het uitgangspunt dat zij meegaan naar de samenwerkingspartner. Bij het overdragen van taken aan de gemeenten is het uitgangspunt dat reguliere medewerkers het werk volgen. Voor de projectfase is naar verwachting aanvullende expertise en of capaciteit nodig, voor het managen van de verandering, voor arbeidsontwikkeling en voor acquisitie op WOL, detachering en Begeleid Werken. Beperken ondernemersrisico Het uitgangspunt in dit scenario is dat het aantal activiteiten voor eigen rekening en risico sterk wordt beperkt. Medewerkers werken waar mogelijk voor en bij een inlener. Bij de activiteiten op de eigen locatie wordt zoveel mogelijk gewerkt met samenwerkingspartners die alle ondernemersactiviteiten op zich nemen, zodat Reestmond zich slechts hoeft te concentreren op het leveren van de juiste hoeveelheid medewerkers met de passende capaciteiten. Gedurende de projectfase is er sprake van een verhoogd risico, omdat er extra gelden nodig zijn voor het realiseren van de verandering, omdat de beweging van binnen naar buiten effect heeft op de opdrachtenportefeuille en omdat het risico bestaat dat de verandering meer tijd nodig heeft dan gepland. Zo regulier mogelijk De essentie van dit scenario is dat de volledige focus wordt gelegd op het gemeentelijk beleid dat mensen met een arbeidsbeperking zo regulier mogelijk gaan werken. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 44

119 Verantwoordelijkheid naar de medewerkers Het beleidsuitgangspunt van de gemeenten en ook van het Rijk dat mensen zo regulier mogelijk werken wordt vorm gegeven binnen het kader dat het daarbij moet gaan om een passende plaats, met zoveel mogelijk kans op een duurzame plaatsing. Daarmee wordt een maatwerkoplossing geboden. Het kleiner worden van de eigen organisatie heeft effect op het aantal dienstverbanden van reguliere medewerkers. Als uitgangspunt wordt hierbij gehanteerd dat bij vervreemding de reguliere medewerkers van het desbetreffende bedrijfsonderdeel hun werk volgen. Voor de andere medewerkers wordt het proces van het sociaal plan gevolgd. Regie De sturing op de uitvoering vanuit de gemeenten is indirect, zoals in de huidige situatie. Het bedrijf Reestmond krijgt een duidelijke bestuursopdracht om de verandering vorm te geven op basis van een plan van aanpak. Van bedrijfsvoering naar sturing op proces Zoals verwoord bij Zo regulier mogelijk is in dit scenario de klassieke Wsw spagaat niet meer aanwezig, de volledige focus is gericht op de juiste persoon op de juiste plek. Financieel In scenario 3 treden de meeste financiële effecten van scenario 2 ook op. Metaal wordt vervreemd. Er vindt overplaatsing plaats van een groep medewerkers van beschut naar detacheringen. Groen wordt vervreemd, dan wel aan de gemeenten overgedragen. Het derde punt is in dit scenario dwingender. Immers de gemeenten willen in dit scenario van Reestmond zuiver een uitvoeringsorganisatie voor Beschut maken. Daarnaast treedt het effect op dat bij scenario 1 al is beschreven, namelijk: toevoeging van Nieuw Beschut Aanvullend wordt in dit scenario ook nog Extern werken (individuele en groepsdetacheringen en Begeleid werken) niet meer door Reestmond gedaan, maar door de gemeenten. Ook bij deze werksoort zijn de kosten in vergelijking met andere SWbedrijven laag. Ook hier geldt dus, dat het niet aannemelijk is dat een alternatieve uitvoering door gemeenten goedkoper zal zijn. Eerder zullen kostenverhoging aan de orde zijn. Bij Groen is de redenatie nog dat overdracht naar de gemeenten financieel aantrekkelijk kan zijn, omdat hierdoor krimp-inefficiënties uitgespaard kunnen worden. Omdat bij detacheringen de krimp-inefficiënties gering zijn ( euro in vijf jaar) is dat hier minder een argument. De caseload bij Reestmond is gemiddeld te noemen (1 consulent op ongeveer 40 fte gedetacheerden, inclusief groepsdetacheringen). De overhead is laag. De verwachting is dat de overhead bij uitvoering door de gemeenten hoger zal zijn dan bij uitvoering door Reestmond. Aanname is dat de overhead 20% bij de gemeente meer zal zijn. Dat levert een nadeel op van ongeveer euro per jaar (gemiddeld ), over de totale periode ongeveer De reden om alsnog voor dit scenario te kiezen zullen derhalve beleidsmatig moeten zijn. In dit scenario treden dezelfde financiële positieve effecten op vanwege metaal, overplaatsen en vanuit vervreemden van Groen als in scenario 2. Daar staat tegenover dat de eenmalige kosten naar verwachting zullen toenemen. De organisatie wordt immers zo klein dat het onhoudbaar wordt om bepaalde functies in stand te houden. De grootte van de organisatie zal in 2020 ongeveer nog 150 fte zijn. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 45

120 overblijvend beschut 190,3 180,4 171,0 157,0 145,5 137,5 129,4 nieuw beschut 4,0 8,0 12,0 16,0 20,0 totaal 190,3 180,4 175,0 165,0 157,5 153,5 149,4 Dit betekent dat sommige overhead-functies niet meer houdbaar zijn in deze kleine organisatie. Dat betekent nog een verdere afbouw van de organisatie van Reestmond. Deze functionarissen zouden kunnen worden overgenomen door de gemeenten. Maar de uitvoering in deze variant verdeeld over vier gemeenten. Daarom zullen deze functionarissen naar verwachting niet allemaal over kunnen gaan naar de gemeenten. De afvloeiingskosten worden geschat op één-derde van de functies die geraakt worden door de verdere afbouw van Reestmond. Dit gaat om functies bij ICT, financiën, P&O, Directie, Secretariaat. Uitgegaan wordt van 3,5 fte. Dit levert op basis van gemiddelde afvloeiingskosten een eenmalige kostenpost op van euro. Samenvattend voor dit scenario. Tabel 7-26 Effecten op exploitatie in scenario totaal metaal voordeel overplaatsing voordeel Groen Voordeel Nieuw Beschut Nadeel Deta/BW Totaal Tabel 7-27 Eenmalige kosten scenario 3 Metaal Overplaatsingen Groen Detacheringen - Overhead afvloeiingskosten Totaal Risico's Een risico is als de aantallen voor Nieuw Beschut nog lager wordt dan aangenomen, dan is overblijvende organisatie alleen nog voor een kleinere groep Wsw-medewerkers, die alleen nog maar krimpt. Aansluiting bij de Participatiewet Dit scenario is volledig in lijn met de beleidsuitgangspunten van de vier gemeenten. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 46

121 Samenvatting beoordeling scenario 3: BESCHUT WERKBEDRIJF Flexibiliteit + t.a.v. nieuwe doelgroep Behouden kwaliteiten - deel van de kwaliteit vertrekt, kwaliteit in werk (organiseren) blijft deels behouden + kwaliteit gaat deels mee met vervreemding Beperken ondernemersrisico's + risico's verlegd naar samenwerkingspartners - gemeenten moeten met nieuw type opdracht aan de slag Zo regulier mogelijk Verantwoordelijkheid naar medewerkers Regie Invloed Zeggenschap + volledige inzet op zo regulier mogelijk + juiste persoon op juiste plek - medewerkers (niet beschutte deel vd doelgroep) ervaren druk om te moeten presteren en veranderen - sturing indirect Van bedrijfsvoering naar proces juiste persoon op juiste plek Financieel (exploitatie, frictie, risico) + directe sturing over groot deel uitvoering + werkbedrijf is alleen voor beschut + opbrengst 60 FTE van binnen naar buiten - frictiekosten afbouw - kosten opbouw uitvoering bij gemeenten -/+ frictiekosten geconcentreerd in korte periode - risico: nieuwe uitvoering (andere werksoorten dan beschut) is duurder - kleinere organisatie Reestmond gevoeliger voor hogere uitstroom dan aangenomen Aansluiting bij P-Wet, 3 D's + duidelijke samenhang met lokaal beleid Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 47

122 8. Huisvesting Bij de vraag naar het (her)gebruik van de infrastructuur is huisvesting een belangrijk aspect. Vandaar dat dit separaat wordt behandeld. Het gebouw aan de Eekhorstweg in Meppel is ongeveer m2 groot. Hiervan is m2 verhuurd. De verhuur is kostendekkend: er wordt niet of nauwelijks winst gemaakt op de huisvesting. De scenario's verschillen in de mate van behoefte aan ruimte. De ruimtebehoefte in m2 in het jaar 2020 is als volgt. Tabel 0-1 Benodigde ruimte in m2 in de scenario's nodig m2 Leegstand in 2020 Basis scenario scenario scenario In scenario 2 en 3 is dus meer dan de helft van gebouw niet meer nodig voor gebruik door de GR Reestmond. Afstoting van het pand zou kunnen worden overwogen. Hierbij zijn 2 aspecten van belang. 1. Is er een boekverlies of winst te verwachten bij verkoop. 2. Wat zijn de verwachte kosten per m2 in de nieuwe situatie: levert dit een exploitatie voor- of nadeel op? De aanschafwaarde van het pand en terreinen is 7,4 miljoen. De boekwaarde is 4 miljoen. De WOZ waarde is 5,7 miljoen. De verwachting is dat het pand een marktwaarde heeft van ongeveer de WOZ-waarde. Of er daadwerkelijk een koper gevonden zou worden is natuurlijk de vraag. Maar er is dus eerder een boekwinst, dan een boekverlies te verwachten. De integrale kosten (inclusief energie, onderhoud, verzekeringen) zijn 42 euro per vierkante meter. Dit is laag. Bij herhuisvesting moet gerekend worden op hogere kosten per vierkante meter. De twee elementen (verkoopopbrengst en exploitatiekosten) geven met de huidige informatie geen duidelijk beeld of verkoop wenselijk is. Nadat een keuze voor een scenario is gemaakt, zal hier nader onderzoek naar moeten plaatsvinden, waarbij ook de mogelijkheden tot verhuur moeten worden bezien. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 48

123 Bijlage 1 Plan van Aanpak Reestmond Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 49

124 Inleiding Het Plan van Aanpak (PvA) vormt een onderdeel van de rapportage Scenariokeuze toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond. De volgende paragraaf beschrijft de uitgesproken voorkeur van het DB. Voorkeursscenario Dagelijks Bestuur Werkvoorzieningschap Reestmond Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling Reestmond heeft een voorkeur uitgesproken om de uitvoering van de Wsw zoveel mogelijk in de pas te laten lopen met de beleidskeuzes gemaakt in de gemeentelijke beleidsvisies ten aanzien van de Participatiewet. Dat betekent dat de persoonlijke mogelijkheden van de Wswmedewerkers leidend zijn in de aangeboden ontwikkeling en dat de ontwikkelings- en andere bedrijfsinspanningen als focus moeten hebben het zo regulier mogelijk werken van de medewerkers. In dit plan van aanpak wordt een nadere invulling gegeven van het voorkeursscenario. Daarbij wordt gezocht naar verdere langdurige samenwerkingen met commerciële marktpartijen waarbij het ondernemersrisico zo veel mogelijk bij de marktpartijen ligt en de rol van Reestmond zich concentreert op het leveren van passende arbeidskracht. Het beoogde effect is een SW organisatie die vooral haar medewerkers extern heeft geplaatst en zich in huis concentreert op het bieden van passend werk in een productieomgeving. Daarbij wordt intern en extern gestreefd naar een zo hoog mogelijk rendement. Reestmond zal bij de invulling van haar rol naar de medewerkers goed werkgeverschap tonen. Opgemerkt wordt dat de keuze van het voorkeursscenario zich richt op de inhoudelijke koers van de gemeenschappelijke regeling; tot welke opdracht leidt dit en welke inspanningen horen daarbij (governance). Vanuit dat gegeven gaat de voorkeur uit naar scenario 2. Echter is hierbij gesteld dat de hybride uitvoering van dit scenario oog moet hebben voor kansen en mogelijkheden die ook in de scenario s 1 en 3 zijn benoemd. Het doorontwikkelen van de klantregie vanuit één organisatie kan ook positieve effecten hebben op de opdracht van het voorkeursscenario. En omgekeerd kan ook de vrijkomende ruimte aan de Eekhorstweg benut worden voor gemeentelijke taken in het sociaal domein. In de uitwerking van het voorkeursscenario richten we ons primair op de opdrachtformulering van de gemeenschappelijke regeling Reestmond. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 50

125 1. Korte beschrijving voorkeurscenario Scenario Zo snel als mogelijk regulier De opdracht om medewerkers zo regulier mogelijk op een duurzame passende arbeidsplaats te krijgen staat centraal. Bij iedere medewerker worden de bestaande beelden ten aanzien van competenties en inzetbaarheid herijkt. Daarnaast (dit kan deels parallel) zijn de volgende inspanningen nodig: een plaatsingsinspanning voor detacheringen en Begeleid Werken; voor de medewerkers die eerst nog een ontwikkeling moeten doormaken een op maat gesneden arbeidsontwikkeltraject; een acquisitie en/of aanbestedingsinspanning voor vervreemding. In dit scenario wordt de volledige uitvoering van de Wsw en de projectmatige uitvoering van inspanningen op arbeidsontwikkeling, plaatsing en vervreemding bij Reestmond belegd. Om die inspanningen met de bijbehorende kosten beheersbaar te houden, maar ook om een momentum te creëren in de organisatie verdient het aanbeveling om deze projectmatige inspanning in een beperkt aantal jaren (3-5) te plegen. Natuurlijk moet de implementatie ervan goed gemanaged worden, sleutelfunctionarissen moeten niet van de ene op de andere dag uit het productieproces verdwijnen, opdrachtgeversrelaties moeten blijven gekoesterd en ook vanuit deze strategische keuze moet het bedrijfsproces als geheel goed blijven gemanaged. Er zullen verschillende effecten optreden. Wanneer het vervreemdings- en plaatsingsproces goed op gang is gekomen, zal er overcapaciteit ontstaan in infrastructuur en regulier personeel. Voor de Wsw-medewerkers in de eigen organisatie waar geen verdere arbeidsontwikkeling naar regulier werken meer haalbaar is, wordt de begeleiding geconcentreerd op het werkproces. Het werk wordt waar mogelijk uitgevoerd voor partnerorganisaties, in een samenwerking met een duurzaam karakter. Met deze insteek wordt de inspanning op acquisitie op werk en het ondernemersrisico beperkt. De medewerkers die werken in detachering of Begeleid Werken hebben begeleiding nodig, en zelfs wanneer iedereen die regulier kan werken geplaatst is, is er nog een beperkte mate van acquisitie nodig. Ook in de toekomst moet er rekening mee worden gehouden dat plaatsingen worden beëindigd. Dat kan zijn omdat een bedrijf in moeilijk vaarwater terecht komt, maar ook omdat de match tussen medewerker en bedrijf of functie niet goed blijkt te zijn, of omdat iemands beperking in de loop van de tijd toeneemt. Ook is het mogelijk dat er voor een bestaande WOL-locatie vervanging gevonden moet worden, bijvoorbeeld omdat de werkgever stopt met een bepaald type producten. Consequenties van dit besluit: Reestmond zal doorgroeien naar een organisatie die in de uitvoering van haar Wsw-taken: Maximaal inzet op het arbeidsvermogen Passende plekken vindt Zo regulier mogelijk plekken vindt Nauw samenwerkt met klanten Daarbij maakt Reestmond gebruik van de kerncompetenties gericht op de Wswmedewerkers: arbeidsvermogen ontwikkelen, werk buiten vinden- begeleiden, maar ook op het blijven sturen op uitvoering van het werk tegen lage kosten. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 51

126 Het PvA beschrijft de stappen die genomen worden om dit scenario te realiseren. Bij de uitvoering van het plan zullen (elementen uit) reeds bestaande verbeteracties en of deelplannen worden ingebracht. Daarmee wordt geborgd dat de invoering van het scenario vanuit focus en samenhang geschiedt en wordt voorkomen dat goed inzetbare deelplannen opnieuw worden opgesteld. De uit te voeren activiteiten zijn te onderscheiden in een aantal hoofdclusters: 1. Activiteiten gericht op de door- en uitstroom van SW-medewerkers 2. Activiteiten gericht op extern plaatsen 3. Activiteiten gericht op beheersing van de effecten van dit scenario Uitwerking van de hoofdclusters 1. Activiteiten gericht op de SW medewerkers Een deel van de Wsw-doelgroep is in staat om onder begeleiding op basis van individuele detachering of begeleid werken bij een reguliere werkgever aan de slag te gaan. Het gaat hierbij dus niet alleen om de doelgroep die reeds op individuele basis bij werkgevers is geplaatst, maar ook om de medewerkers in beschut werk, werken op locatie of groen die daarvoor de competenties hebben. Deze medewerkers zijn op korte of langere termijn in staat om extern te werken via detachering of begeleid werken. Het kost echter de nodige tijd om deze medewerkers extern te plaatsen. Sommige medewerkers zullen met het oog op externe plaatsing een aantal (basale) werknemerscompetenties verder moeten ontwikkelen. Voor een aantal van deze medewerkers zou dit traject nog wel 2 tot 3 jaar kunnen duren. Voor anderen duurt het langer om een passende plaats te vinden. De betrokken medewerkers moeten dus de eerste tijd nog een leerwerkplek in beschut werk, WOL of groen hebben. De uitvoerders van beschut werk/wol/groen zullen dus optimaal moeten meewerken in de ontwikkeling van deze medewerkers. Om medewerkers al zo snel mogelijk in de sfeer te brengen van buiten de muren van Reestmond aan de slag te gaan zullen de leerwerkplekken zoveel mogelijk worden ingericht bij WOL en Groen. Niet omdat er in de eigen locatie geen ontwikkelmogelijkheden zijn, maar vooral om te benadrukken dat de toekomst als dat ook maar enigszins kan buiten gevonden moet worden. De leerwerkomgeving moet, gegeven de mogelijkheden van de Wsw-medewerkers, gericht zijn op zo snel mogelijke doorstroom naar detachering of begeleid werken. Verdere competentieontwikkeling kan dan vanaf de nieuwe werkplek worden begeleid. Het succes van plaatsingen bij reguliere werkgevers is mede afhankelijk van de persoonlijke relatie met de begeleider/jobcoach. Het is van belang dat de begeleider/ jobcoach een vertrouwensrelatie kan opbouwen vanaf de start op de leerwerkplek, waarbij wordt ingezet op het stimuleren en motiveren van de medewerker. Dat heeft niet alleen een positief effect op het vertrouwen bij en daarmee ontwikkelproces van de medewerker, maar ook op de duurzaamheid van de externe plaatsing die daarop volgt. Daarom wordt al vroegtijdig in de transitie de wederzijdse kennismaking vorm gegeven. Ondanks het feit dat alles gericht moet zijn op een duurzame plaatsing bij een reguliere werkgever zijn er uiteraard situaties waarin de plaatsing voortijdig tot een einde komt. Dat betekent dat de medewerker terug moet kunnen vallen op een plaats. Waar die plaats zal worden gecreëerd moet nog worden bepaald, dit zal tijdig moeten gebeuren, want deze groep behoeft en verdient goede aandacht. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 52

127 Een verandering moeten doormaken, leidt vaak tot onzekerheid bij mensen. Van praktische vragen als waar kom ik terecht en wat ga ik doen, wat voor baas krijg ik tot zaken als kan ik wel ergens anders werken. Tegelijkertijd zijn veel mensen vanuit de SW die gedetacheerd zijn daar enorm blij mee, blij dat ze (weer) meedoen in de maatschappij. In de communicatie over de transitie van Reestmond is aandacht voor dat gevoel en het motiveren voor externe plaatsing een belangrijk onderwerp. Vervolgens kan die onzekerheid voor een deel worden weggenomen door concrete acties als: Gedetacheerden op hun oude afdeling laten vertellen over hun ervaringen, vragen laten beantwoorden. Mensen laten kijken op verschillende detacheringsplekken, om een beeld te krijgen van mogelijke typen werk, van werkomstandigheden. Snuffelstages en proefplaatsingen. Voorbereidende activiteiten zo regulier mogelijk werken Herijking van arbeidsontwikkeling In deze herijking gaat het om proces en inhoud. Is het bestaande proces zoals dat is ingericht voldoende om invulling te geven aan de doelstellingen. Zijn de bijbehorende ondersteunende middelen daarop goed ingericht? Past het huidige beeld van de medewerkers voldoende bij de doelstelling en of moet er voor iedere medewerker, of voor een deel van de medewerkers een nieuw POP dan wel een aangepast POP worden gemaakt. De herijking omvat dan het proces van diagnose, competentievaststelling en competentieontwikkeling en van iedere medewerker het vastgelegde beeld. Ook de inrichting van Compas wordt hierin meegenomen. In de aanpak moet een keuze worden gemaakt, starten met de mensen die kansrijk geacht worden, of afdeling voor afdeling, of anders. Vervolgens wordt op basis van die keuze een planning gemaakt. Herijking van het begeleidingsproces Is de manier waarop Reestmond mensen begeleid bij het proces van binnen naar buiten en de begeleiding buiten nog passend bij de doelstellingen. Dan gaat het ondermeer om de activiteiten om mensen te motiveren, te kijken wat passend werk kan zijn en welke (in- of-externe) doorstroom passend is bij de mogelijkheden van de medewerker. Ook de begeleiding van de werkgever, en van de medewerker na plaatsing zullen in deze toetsing worden meegenomen. In beeld brengen van doorstroommogelijkheden: Een zestigtal FTE zal doorstromen van beschut naar detachering. Voor sommige medewerkers zal die stap zonder verder ontwikkelproces mogelijk blijken, anderen hebben daar meer tijd en een mogelijk gefaseerd ontwikkelproces nodig. Aan de hand van bestaande werksoorten en samenwerkingspartners kan geïnventariseerd worden of is al in beeld welke daarvan zich het beste lenen om leerwerkplekken te creëren. Daarbij moet ook gebruik gemaakt worden van de inzichten vanuit de gezamenlijke werkgeversbenadering over kansen in de markt. Het getal van 60 is gehanteerd vanuit de Cedris-normen. Uit de herijking van arbeidsontwikkeling en het goed in beeld hebben van alle individuele medewerkers moet blijken in hoeverre de Cedris-uitgangspunten van toepassing zijn. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 53

128 Doorstroomplanning maken Wanneer de mensen in beeld zijn, hun ontwikkeltrajecten zijn ingeschat en de doorstroom mogelijkheden zijn in beeld, kan een doorstroomplanning worden gemaakt. Deze moet goed worden voorbereid en beheerst. Onderstaande figuur geeft aan hoe die doorstroom cijfermatig kan gaan lopen. Daarbij kan worden uitgegaan van een doorstroom zoals de werkladder Wsw die laat zien, van beschut binnen naar Werken op Locatie en dan mogelijk doorstromen naar regulier werk. In de praktijk zal dat soms anders zijn. In de beschutte afdeling werken ook mensen die zonder verdere ontwikkeling direct door kunnen stromen naar een reguliere baan. Op persoonsniveau blijft het dus maatwerk. Een doorstroomplanning die in eerste instantie wordt opgezet vanuit doelstellingen die vertaald worden naar de praktijk: Gemiddeld fte per werksoort Algemeen 0, Magazijn 14, Technische dienst industrie 7, Kam 1, Assembleren & Verpakken 164, Metaal 29, Joustra 15, De Reest Multi Media 8, Cycloon Post 10, Detachering AT 38, Begeleid Werken AT 1, Detachering HB 43, Begeleid Werken HB 6, Facilitair Projecten Catering 10, Facilitait Projecten Schoonmaak 8, Groen Noord 1, Meppel & Omstreken 16, WOL Gemeente Meppel 23, Groen De Wolden 19, Groen Staphorst 20, Groen Diever/Dwingeloo 12, Groen Havelte 16, Havelte stort 16, Vledder 18, Stratenmaken 11, Technische dienst groen 7, Facilitair algemeen 3, Kantine facilitair intern 18, Schoonmaak intern 6, P & O 0, Middelen algemeen 1, Financiële administratie 1, Personeels administratie 1, Salaris administratie 1, Automatisering 1,9 562,6 Bovenstaand schema moet nog specifiek gemaakt en ingevuld worden. Dat schema wordt daarna uiteraard getoetst en aangepast op de voortschrijdende praktijk. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 54

129 Daarmee wordt het managen van de doorstroming voor de betrokken werkleiding makkelijker, vooraf is al bekend we op welk moment een leerwerktraject gaat doen en wiens taken dus opgevangen moeten worden. Evenzo kan de ontvangend werkleider of consulent in de planning rekening houden met instroom. Tenslotte kan met deze planning ook worden geanticipeerd op het moment dat een medewerker beschikbaar komt voor (meer) reguliere plaatsing. 2. Activiteiten gericht op extern plaatsen Daar waar de vorige beschreven activiteiten vooral intern gericht waren, zijn de activiteiten gericht op extern plaatsen vooral naar buiten gericht. In afstemming met de samenwerkingspartners in het regionaal werkbedrijf wordt een marketingstrategie opgezet gericht op de doelstellingen in (individuele en groeps-) detacheringen. Aangevuld met de doelstellingen op het gebied van WOL en vervreemding wordt de strategie verwerkt in een marktbewerkingsplan. Het marktbewerkingsplan moet vooral een praktische en pragmatische insteek kennen: er liggen al veel relaties met bedrijven, er is een beeld van werkgelegenheid en kansen. Het doel van het plan is om daarbij geen mogelijkheden over het hoofd te zien en om een handvat te bieden aan activiteiten en planning, in samenhang met de andere activiteiten. Daarbij wordt ook rekening gehouden met het netwerk van de SW medewerkers. Onder hen zijn er ook met een werkgeversnetwerk, bijvoorbeeld van familie of vrienden, of vanuit het verenigingsleven, of eerdere werkgevers. Dat benutten kan kansen opleveren om relatief eenvoudig nieuwe opdrachtgevers te verwerven. Voor de vervreemdingen is een apart plan nodig. Voor de vervreemding van metaal is een specifieke marktverkenning het vertrekpunt. Welke bedrijven hebben activiteiten die aansluiten op de activiteiten, competenties en het werk van de metaalafdeling bij Reestmond. In hoeverre zouden de activiteiten van Reestmond goed daarbij kunnen aansluiten en waar ligt op werk, organisatie en financiën de verwachte win-win. Voor een vervreemding van groen ligt de eerste stap bij afstemming met de gemeenten over de lange termijnplannen die zij hebben in de uitvoering van groen en eventueel grijs. Is de verwachting dat de huidige en nog overeen te komen groepsdetacheringen van groenmedewerkers gaan leiden tot detacheringscontracten voor onbepaalde tijd, of is het verkennen van mogelijkheden om te vervreemden naar een commerciële marktpartij gewenst. In de plannen voor vervreemding is bijzondere aandacht nodig op juridisch en P&O gebied. Dan gaat het over het uitgangspunt dat reguliere medewerkers overgaan in dienstverband en de Wet Overgang van ondernemingen. Naast communicatie, de juridische elementen is ook pensioen een belangrijk aandachtspunt. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 55

130 3. Beheersing van de effecten / organisatiebrede activiteiten In het beheersen van de transitie komen een belangrijke operationele en een belangrijke financiële doelstelling samen. De transitie heeft immers een ontvlechting van taken tot doel, maar ook een doelstelling om het takenpakket van de beschutte organisatie Reestmond uit te voeren tegen zulke laag mogelijke kosten en met zo hoog mogelijke opbrengsten. Er zal op afdelingsniveau strak moeten worden gestuurd op de ontvlechting en doorstroming om de opdrachten in portefeuille goed te kunnen blijven uitvoeren. Dat betekent inzichtelijk hebben waar en wanneer de doorstroming plaats vindt en hoe zich dat verhoudt tot de benodigde menskracht voor opdrachten. Vervolgens zal in samenwerking met andere afdelingen gezorgd moeten worden voor het weer goed inzetten van eventuele overcapaciteit of bijspringen bij ondercapaciteit. Deze doelstellingen kunnen op basis van de werkelijke transformatie worden aangepast. Dat kan naar aanleiding van het tempo van de transformatie, maar ook naar aanleiding van tussentijdse evaluatie op de inhoudelijke ontwikkelingen. Bovenstaande aandachtspunten geven aan dat er in deze transitie sprake is van veel meer dan business as usual en van meer dan verbouwen terwijl de winkel open blijft. Naast het totaal van de verschillende activiteiten en inspanningen die nodig zijn om de doelstellingen te behalen, blijft going concern draaien en gaat going concern veranderen. Het beheersen van de transitie omvat onder meer: Werk aangepast houden op omvang en niveau bezetting Regulier personeel aangepast houden op bezetting Huisvesting aanpassen op omvang bezetting Financieel herstructureren Het managen van dit samenspel wordt ondersteund door een aantal organisatiebrede stappen: 1. Opstellen van een communicatieplan 2. Analyse en beheerplan staftaken 3. Het opstellen van een personeelsplan 4. Opzetten projectadministratie 5. Het maken van een huisvestingsplan Communicatieplan: - Gericht op extern en intern - Verklaart de verandering vanuit het aansluiten op de Participatiedoelstellingen van de gemeente en maatwerk voor de medewerkers - Heeft aandacht voor de motivatie van medewerkers die een verandering tegemoet gaan, SW en regulier. De analyse en het beheerplan staftaken kent als uitgangspunt een organisatie waar gaandeweg de benodigde competenties in inhoud en omvang zullen veranderen. Daarnaast zal ook een deel van het personeel in de transitiefase en daarna uitstromen door pensionering. De mogelijkheden om de benodigde taken tegen acceptabele kosten te kunnen blijven uitvoeren worden in het beheerplan weergegeven na analyse van de Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 56

131 taken en na inventarisatie van de mogelijkheden voor samenwerking met gemeenten en/of andere SW organisaties. In het personeelsplan worden de effecten van de veranderingen op het reguliere personeel weergegeven, met daarbij een mogelijk voorstel voor herinrichting van de organisatie. Gedurende de transitie is specifieke aandacht nodig voor het financieel beheer. Aan de verandering zijn financiële verwachtingen gekoppeld en om die te bereiken zijn eenmalige kosten in beeld gebracht. Het volgen van de ontwikkeling hierop vraagt om een daarop aangepaste rapportagemodel, met achterliggende aanpassing van de administratie. Ook de organisatie zelf ondergaat veranderingen. Met steeds minder mensen in de eigen organisatie verandert deze van karakter en mogelijk van cultuur. Dat vraagt om een duidelijke managementaandacht ook voor dit deel van de organisatie. De medewerkers die langdurig aangewezen zijn op beschutte arbeid zijn soms erg gevoelig voor veranderingen in hun omgeving, daarop kan in de begeleiding worden geanticipeerd. Een onderdeel van die verandering is het versterken van banden met bestaande toeleveranciers voor beschut werk en het vinden van nieuwe samenwerkingspartners daarvoor. In de samenwerking wordt ernaar gestreefd dat de partner de ondernemers activiteiten invult. Die partner zorgt voor infrastructuur, eventueel machinepark en logistiek proces en de acquisitie en relatiebeheer ten behoeve van zijn producten. Reestmond levert (deels) de benodigde arbeidskracht en begeleiding daarop. Om met de beschutte doelgroep toch een redelijke opbrengst te kunnen realiseren wordt bij bestaande en nieuwe partners gericht gezocht naar meer hoogwaardig werk. Die meer hoogwaardige opdrachten kunnen worden uitgevoerd wanneer het werk wordt opgeknipt in kleine delen met een repetitief karakter en een goede kwaliteitscontrole, bijvoorbeeld met maatwerkvoorzieningen. In de omvorming zal daarmee de rol van de werkleider veranderen. Waar dat nu een mix is van werkleiding en ontwikkelingsbegeleiding, met een focus op ontwikkeling zal in de nieuwe situatie de focus moeten liggen op productie en een expertise en creativiteit om moeilijk werk makkelijk te maken. Voor specifieke opdrachten kan het nodig zijn om reguliere vakkrachten in te zetten. Omslagpunt De organisatie verandert van karakter doordat medewerkers steeds meer gedetacheerd zijn en op een locatie van een andere werkgever werken. Dat heeft ook gevolgen voor de interne organisatie bij Reestmond: minder uren voor werkleiding en meer voor externe begeleiding. Minder uren voor werkvoorbereiding en meer voor (financiële) administratie detacheringen, contractbeheer. Mogelijkheden om het moment van het omslagpunt te beïnvloeden zijn bijvoorbeeld moeilijk werk makkelijk maken (wanneer het gaat om het niet meer kunnen leveren aan de opdrachtgever) maar ook het terugdringen van ziekteverzuim. Het samen uitvoeren van staftaken met andere SW organisaties, maar ook het inschakelen van collegabedrijven bij opdrachten die te omvangrijk zijn voor de eigen organisatie. Het bestuur opteert voor scenario 2. In dit scenario is er sprake van het zo snel als mogelijk regulier plaatsen van Wsw-medewerkers en is er geen verplichting voor de gemeenten om personen vanuit de Participatiewet in te laten stromen bij Reestmond. De verwachting is dat gemeenten maar beperkt additionele diensten zullen inkopen bij Reestmond. De vraag is dan hoe lang het nog zinvol is om de Wsw-activiteiten in de vorm van de huidige GR uit te voeren. Er kunnen allerlei redenen zijn om de GR in stand te houden. Bijvoorbeeld: Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 57

132 1. De gemeenten willen zich richten op de uitvoering van de Participatiewet en willen niet de uitvoering van de Wsw, die toch eindig is, zelf uit gaan voeren. 2. De uitvoering van de Wsw is in de GR goedkoper dan het zelf uitvoeren en ook goedkoper dan het laten uitvoeren door een andere uitvoeringsorganisatie. 3. De gemeenten vinden de eenmalige opheffingskosten te hoog, of niet opwegen tegen de jaarlijkse voordelen van een alternatieve uitvoering. 4. De gemeenten willen voor de doelgroep Wsw geen onrust door een compleet andere uitvoering van de Wsw. Het voordeel van scenario 2 is dat het aantal werksoorten verkleind wordt. Er blijven twee activiteiten over: Intern werken (beschut binnen) en detacheringen. Daardoor wordt minder snel het punt bereikt dat een werksoort te klein wordt om uit te voeren. Een ander voordeel van scenario 2 is dat met de afbouw van eigen werksoorten (door de overplaatsingen en vervreemdingen) ook al in een vroeg stadium afgerekend wordt ten aanzien van een belangrijk deel van de bezittingen. Dit maakt de (financiële) druk kleiner om tijdig af te rekenen met betrekking tot activa die niet meer gebruikt worden. Voor een beeld hoe groot de organisatie de komende jaren is, staat hieronder de ontwikkeling van het aantal AJ per trede van de werkladder. Tabel 2 Ontwikkeling van het aantal AJ Beschut WOL Extern (incl BW) totaal Beide bedrijfsonderdelen samen: beschut binnen en extern, hebben in 2030 nog een volume dat het mogelijk maakt om een aparte organisatie te hebben. Het zou dan een erg eenvoudige organisatie moeten zijn, met een manager, een commercieel medewerker, administratie en een 3 á 4 fte aan directe begeleiding. Het punt dat de huidige overhead niet meer passend is voor de grootte en complexiteit van de doelgroep is echter al eerder bereikt. In de eerste fase, tot ongeveer 2018/2019 wordt de bedrijfsvoering gedomineerd door de overplaatsingen en de vervreemdingen. Dit vraagt denk- en sturingskracht. Na deze fase is er 'slechts' sprake van onderhoud van de werksoorten. Ruim 5 jaar na de overplaatsingen en vervreemdingen is ook het personeelsbestand (doelgroep) gehalveerd. Meer algemeen gesteld is het zo dat de krimp van het aantal Wsw-medewerkers liniair verloopt (er stroomt regelmatig een medewerker uit), maar dat de kosten schoksgewijs afgebouwd worden. Een afdelingsmanager kan pas afvloeien als een groter aantal medewerkers is uitgestroomd. Dit geldt ook voor de ruimte waarin een afdeling gehuisvest is. 10 Er wordt van uit gegaan dat de groep 'Facilitair' die voor externe klanten werkt (in 2015 ongeveer 20 AJ), ook extern geplaatst wordt. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 58

133 afname van Wsw en van kosten Wsw kosten Elke keer als de kosten aangepast moeten (en kunnen) worden aan het verminderd aantal Wsw is een moment waarop ook overwogen kan worden om niet meer verder te gaan. Er is dus eigenlijk geen sprake van één omslagpunt, maar van meerdere. In hoeverre op een bepaald moment het punt bereikt wordt dat gevonden wordt dat 'het echt niet meer kan', hangt namelijk af van het succes van het doorlopende aanpassen aan het verminderd aantal Wsw-medewerkers. Naarmate dat beter lukt, wordt minder snel het punt bereikt dat 'het niet meer kan'. Bovendien is afweging per werksoort verschillend. Bij beschut binnen is de begeleidingsintensiteit hoog en is er sprake van hoge inzet van fysieke infrastructuur (huisvesting, machines/installaties). Bij externe plaatsingen is de beleidsintensiteit lager en zijn er weinig fysieke middelen nodig. Dit maakt dat bij beschut eerder het punt wordt bereikt dat de kosten door kleinere schaalgrootte hoger worden, waardoor de voordelen van integratie van het overblijvende Wsw-beschut en Nieuw Beschut groter worden. Ook neemt bij een kleinere groep medewerkers voor beschut de flexibiliteit af. Dit is een nadeel bij het werven van opdrachten. Bij een groter aantal medewerkers kan er makkelijker geschoven worden om de klant toch telkens tijdig te bedienen. Omdat er bij extern weinig materiele kosten zijn is het makkelijker de uitvoeringskosten aan te passen aan het verminderende aantal Wsw. Ook kan de overgang van de GR naar de andere uitvoering vloeiender lopen. De caseloads van de verschillende consulenten/jobcoaches kunnen immers gaandeweg al verdeeld worden op basis van de nieuwe situatie, bijvoorbeeld dat na beëindiging van de GR, de werkzaamheden per gemeentelijke apart wordt uitgevoerd. Bovendien heeft de gemeente tegen die tijd een staande organisatie voor de overige doelgroepen, vanuit de Participatiewet. Het (verminderde) aantal gedetacheerde Wsw-medewerkers kan dan soepel overgenomen worden door de gemeente, maar ook door een andere organisatie die externe plaatsen van personen met een arbeidsbeperking organiseren. Zoals hierboven gesteld is het niet goed mogelijk om eenduidig op basis van scherpe berekeningen het omslagpunt te bepalen. Vanuit de bedrijfsvoering is het maar de vraag hoe succesvol tussentijds telkens de kosten aangepast kunnen worden aan het verminderde aantal Wsw-medewerkers. Financieel gezien is het de vraag hoe de kosten Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 59

134 bij een alternatieve uitvoering, buiten de GR, zullen zijn. Beleidsmatig is het de vraag of en wanneer de individuele gemeenten de uitvoering van de Wsw willen en kunnen integreren in de uitvoering van de Participatiewet. In algemene zin kan gesteld worden dat: Er een omslagpunt zou kunnen zijn na de realisatie van de overplaatsingen en vervreemdingen, ongeveer na het jaar 2018/2019. Er is dan een andere type overhead/management nodig. Na een jaar of 10 tot 15 is er per werksoort nog maar 2 tot 3 fte nodig voor de begeleiding van de Wsw-medewerkers. Dat lijkt wel een minimum grootte van de organisatie te zijn, gelet op gewenste flexibiliteit en continuïteit. Gemeenten kunnen verschillen in de visie op het omslagpunt. Daarom is het ook goed om na te gaan hoe de procedure is voor opheffing van de GR. Hierover is een en ander opgenomen in de Gemeenschappelijke Regeling Reestmond. Hierin staat dat de regeling kan worden opgeheven als tenminste 3 van de raden en 3 van de colleges opheffing wenselijk vinden. Ook wordt aangegeven dat het Algemeen Bestuur dan een liquidatieplan opstelt, waarin wordt opgenomen hoe het vermogen vereffend wordt. Bezittingen en schulden De gemeenschappelijke regeling zal een besluit moeten nemen over de wijze waarop de bezittingen en schulden worden toegerekend. In algemene zin kan worden gesteld dat bij vereffening het waarschijnlijk is dat op basis het aantal geplaatste personen het vermogen vereffend wordt. Dit is immers ook de verdeelsleutel voor de jaarlijkse gemeentelijke bijdrage. Er is een kans aanwezig dat er bij liquidatie een positieve afrekening komt naar de gemeenten: de boekwaarde van de huisvesting lijkt minimaal een reële marktwaarde en de solvabiliteit is gunstig. Daarbij kan er een verschil zijn in het moment van vereffening mede in relatie tot de scenariokeuze. Wanneer op latere termijn wordt vereffend en in de tussentijd het pand mogelijk is verkocht kan de verhouding tussen bezittingen en schulden minder gunstig zijn dan wanneer op korte termijn wordt vereffend. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 60

135 Projectorganisatie Reestmond gaat een verandering doormaken die gedurende een aantal jaren specifieke aandacht van directie, management en kader vraagt, waaraan financiële effecten en eenmalige kosten zijn verbonden. Om deze verandering voldoende te kunnen monitoren, en waar nodig bij te stellen is het aan te bevelen om deze projectmatig aan te sturen. Risico s en risicobeheersing In de risicobeheersing van dit project is het belangrijk om stil te staan dat er voor het slagen op meerdere vlakken sprake is van verbouwen terwijl de winkel open blijft: - Personeel Reguliere taken en daarmee functies komen vanuit door- en uitstroom te vervallen. Wsw-ers zullen door- en uitstromen en daarmee hun vertrouwde werkplek moeten verlaten. Ze krijgen in sommige gevallen een andere werkleider en zullen van nogal wat collega s afscheid moeten nemen. Risico: Onzekerheid bij het personeel ten aanzien van hun positie en/of werkplek. Dit kan zich vertalen in ziekteverzuim, verlies van productiviteit of onrust. Risocobeheersing: De overgang van taken en medewerkers moet tijdig geformaliseerd zijn. Mensen moeten ook goed geïnformeerd zijn over het doel en de persoonlijke consequenties. Immers niet alleen organisaties moeten de verandering doen slagen, maar juist hun medewerkers. Daarbij zal speciale aandacht besteed moeten worden aan de doelgroep Wsw. Het betreft dan niet alleen hun positie, maar ook hun werkomgeving. Meer dan nu zullen zij op een andere locatie, met andere collega s werken. Die verandering behoeft een goede begeleiding. Voldoende informatie en aandacht vertaalt zich zeker ook in een goede regie vanuit de jobcoaches. Het verantwoordelijk management van Reestmond zal uitvoering moeten geven aan een krimp van een organisatie die zij zelf hebben helpen op te bouwen. Dat is geen eenvoudige opgave en aandacht zal nodig zijn om hen te begeleiden in dit proces. - Lopende opdrachten De gemeenten hebben de ambitie om in een sneller tempo Wsw-medewerkers te plaatsen in detachering of begeleid werken dan gebruikelijk was bij Reestmond. Er zal op de werkvloer meer doorstroom plaatsvinden dan de organisatie gewend is. Bestaande opdrachtgevers krijgen te maken met een wijziging bij de organisatie waar ze mee samenwerken. Risico: Het risico bestaat dat de focus op door- en uitstroom leidt tot verwaarlozing van opdrachten, met als gevolg kwaliteitsverlies, productie verlies en/of late oplevering. Opdrachtgevers kunnen daardoor, of door angst voor de impact van de transitie hun relatie met Reestmond minder intensief maken of beëindigen. De keerzijde is dat de opdrachten wel goed blijven lopen maar de door- en uitstroom niet. Dan worden de geprognosticeerde inkomsten door gemeenten niet behaald. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 61

136 Risicobeheersing: Op afdelingsniveau moet een goede personeelsplanning worden ingericht om te kunnen voorspellen of er aanvullende maatregelen nodig zijn om opdrachten af te kunnen wikkelen. Op basis van het door- en uitstroomschema moet maandelijks de voortgang worden gemonitord en besproken, zowel binnen Reestmond als tussen Reestmond en gemeenten. Evaluatie van het scenario Onderstaande onderwerpen zijn gehanteerd in de scenariovergelijking en vormen de basis om de gepleegde inspanningen te kunnen evalueren. Flexibiliteit Voor de vier gemeenten is er in dit scenario een gezamenlijke verantwoordelijkheid ten aanzien van de doelgroep Wsw, maar volledige flexibiliteit om te komen tot invulling van het beleid op de nieuwe doelgroep Participatiewet. Behouden kwaliteiten Reestmond behoudt alle taken ten aanzien van de doelgroep Wsw. Daarmee blijft de beschikbare kwaliteit van de organisatie behouden. Wel gaat dit scenario ervan uit dat in een relatief korte periode er veel mensen vanuit een WOL-, detacherings- of Begeleid Werkenplaats bij een regulier bedrijf zullen werken. Dat betekent dat de er in een eigen werkomgeving steeds minder mensen zullen werken. Ook zal het aantal mensen dat door eigen leiding wordt aangestuurd afnemen. De kwaliteiten in jobcoaching en begeleiding zijn in dit scenario essentieel, omdat deze een belangrijk element zijn in het duurzaam kunnen maken van plaatsingen. Het aantal reguliere medewerkers zal naar verloop van tijd dus afnemen. Bij vervreemding van onderdelen is het uitgangspunt dat zij meegaan naar de samenwerkingspartner. Voor de projectfase is naar verwachting aanvullende expertise en of capaciteit nodig, voor het managen van de verandering, voor arbeidsontwikkeling en voor acquisitie op WOL, detachering en Begeleid Werken. Beperken ondernemersrisico Het uitgangspunt in dit scenario is dat het aantal activiteiten voor eigen rekening en risico sterk wordt beperkt. Medewerkers werken waar mogelijk voor en bij een inlener. Bij de activiteiten op de eigen locatie wordt zoveel mogelijk gewerkt met samenwerkingspartners die alle ondernemersactiviteiten op zich nemen, zodat Reestmond zich slechts hoeft te concentreren op het leveren van de juiste hoeveelheid medewerkers met de passende capaciteiten. Gedurende de projectfase is er sprake van een verhoogd risico, omdat er extra gelden nodig zijn voor het realiseren van de verandering, omdat de beweging van binnen naar buiten effect heeft op de opdrachtenportefeuille en omdat het risico bestaat dat de verandering meer tijd nodig heeft dan gepland. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 62

137 Zo regulier mogelijk De essentie van dit scenario is dat de volledige focus wordt gelegd op het gemeentelijk beleid dat mensen met een arbeidsbeperking zo regulier mogelijk gaan werken. Invulling van de verantwoordelijkheid naar de medewerkers Het beleidsuitgangspunt van de gemeenten en ook van het Rijk dat mensen zo regulier mogelijk werken wordt vorm gegeven binnen het kader dat het daarbij moet gaan om een passende plaats, met zoveel mogelijk kans op een duurzame plaatsing. Daarmee wordt een maatwerkoplossing geboden. Het kleiner worden van de eigen organisatie heeft effect op het aantal dienstverbanden van reguliere medewerkers. Als uitgangspunt wordt hierbij gehanteerd dat bij vervreemding de reguliere medewerkers van het desbetreffende bedrijfsonderdeel hun werk volgen. Voor de andere medewerkers wordt het proces van het sociaal plan gevolgd. Veel medewerkers zullen een verandering doormaken, omdat ze zelf elders gaan werken, of collega s hebben die elders gaan werken. Regie De sturing op de uitvoering vanuit de gemeenten is indirect, zoals in de huidige situatie. Het bedrijf Reestmond krijgt een duidelijke bestuursopdracht om de verandering vorm te geven op basis van een plan van aanpak. Van bedrijfsvoering naar sturing op proces Zoals verwoord bij Zo regulier mogelijk is in dit scenario de klassieke Wsw spagaat niet meer aanwezig, de volledige focus is gericht op de juiste persoon op de juiste plek. Financieel Uitgangspunten bij de meerjarenbegroting: 1. Overplaatsing van 60 Fte van beschut naar detacheringen. Dit betreft de overplaatsing van een kleine 27 fte vanuit metaal. De rest komt uit Assemblage en Verpakken 2. Het afstoten van Groen. 3. Afstoten van de afdeling Metaal 4. Beheersen kosten krimp-inefficiency Consequenties: 1. Een lagere Netto Toegevoegde Waarde per medewerker 2. Lagere kosten. De kosten van het direct regulier personeel worden gedekt door de nieuwe partij (door overname of detachering of anderszins). Wel komen er kosten bij voor een consulent. Daarnaast dalen de materiele kosten. 3. Eenmalige kosten vanwege het afstoten. 4. Doorlooptijd van de verandering. Totaal financiële effecten van scenario 2 Het financiële effect van afstoten metaal en overplaatsen van medewerkers van beschut naar Groepsdetacheringen en Groen (bij vervreemding) is: Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 63

138 Tabel -3 Voordeel Metaal, overplaatsingen en Groen totaal metaal voordeel overplaatsing voordeel groen voordeel voordeel lagere krimpinefficienties De eenmalige kosten zijn: Tabel -4 Eenmalige kosten scenario 2 eenmalige kosten Metaal Overplaatsingen Groen Totaal Aansluiting bij de Participatiewet Dit scenario is volledig in lijn met de beleidsuitgangspunten van de vier gemeenten. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 64

139 Scenario snel regulier Flexibiliteit + t.a.v. nieuwe doelgroep (geen leveringsverplichting, best mogelijk traject kiezen) Behouden kwaliteiten - deel van de kwaliteit vertrekt, kwaliteit in werk (organiseren) blijft deels behouden + kwaliteit gaat deels mee met vervreemding, minder boventalligheid - extra inzet/kwaliteit nodig voor omvorming Beperken ondernemersrisico's + risico's worden verlegd naar samenwerkingspartners - sterke inzet op acquisitie noodzakelijk Zo regulier mogelijk Verantwoordelijkheid naar medewerkers + volledige inzet op zo regulier mogelijk + juiste persoon op juiste plek - medewerkers (niet beschutte deel vd doelgroep) ervaren druk om te moeten presteren en veranderen Regie Invloed Zeggenschap - sturing indirect Van bedrijfsvoering naar proces juiste persoon op juiste plek Financieel (exploitatie, frictie, risico) + duidelijke inhoudelijke opdracht + sturing op voorkomen spagaat + opbrengsten 60 FTE van binnen naar buiten -/+ frictiekosten geconcentreerd in korte periode - projectkosten voor beweging van binnen naar buiten Aansluiting bij P-Wet, 3 D's + In lijn met uitgangspunten Participatiewet Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 65

140 Bijlage 2, toelichting IST-situatie Het bedrijf Reestmond heeft organisatorisch de focus op een drietal pijlers: BV s, deelnemingen (momenteel geen actieve) en strategische samenwerkingen: RRC RSP Bestolux De Reest Multimedia Stoffeerderij Joustra Postbezorging Cycloon Jurenco (deel van de metaal) Werkbedrijf Industrie: Assembleren en verpakken Metaal KAM en Magazijn Detacheringen en Begeleid Werken Werkbedrijf Diensten: Catering Schoonmaak Groen en stratenmaken Detacheren en Begeleid Werken Reestmond is een relatief klein bedrijf, met een kleine staf. Met oog op kostenbeheersing om de staf zo klein mogelijk te kunnen houden wordt er samengewerkt met andere SW bedrijven, bijvoorbeeld op het gebied van salarisverwerking, ICT, P&O, maar ook op incidentele activiteiten als functiewaardering. Financieel Het subsidieresultaat De loonkosten per arbeidsjaar 11 gemiddelde erg hoog. (AJ) zijn bij Reestmond in vergelijk met het landelijke De oorzaak voor de hoge loonkosten kunnen tweeërlei zijn: Voor dezelfde werkzaamheden worden de medewerkers bij Reestmond beter beloond dan medewerkers bij andere SW bedrijven. Het niveau van de medewerkers is gemiddeld hoger; dus de medewerkers kunnen meer dan elders en worden daarom beter betaald. Omdat het relatief hoge beloningsniveau al geruime tijd bestaat, is er geen duidelijke verklaring meer te geven voor dit hoge salarisniveau. Er zijn wel voor een aantal incidentele situaties verklaringen, bijvoorbeeld voor medewerkers bij wie de beperking in de loop van de tijd is toegenomen en die in functioneren zijn beperkt, maar op basis van de toenmalige CAO niet in loon zijn teruggegaan. Daarmee zijn die medewerkers gemiddeld hoger gekwalificeerd dan elders. Dit lijkt ook te zien in het aantal Wsw-medewerkers in hogere loonschalen. Reestmond hanteert geen overall formatiebegroting. Reestmond kan niet 11 Een arbeidsjaar is een voltijdsplaats gecorrigeerd voor de mate van handicap. Deze correctie is overigens niet heel erg sterk: slechts voor een zeer beperkt deel van de medewerkers wordt een correctie toegepast. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 66

141 meer terughalen hoe de hoge loonkosten zijn ontstaan, waarschijnlijk stamt dit uit de periode voor het jaar Het bedrijfsresultaat: In 2013 zijn er incidentele posten van ongeveer euro 12. In de landelijke cijfers is niet te herleiden in welke mate er bij andere bedrijven sprake is van incidentele posten. Daarom is de vergelijking met het landelijk gemiddelde opgesteld met en zonder incidentele posten. Tabel 0-1: bedrijfsresultaat exclusief incidentele posten per AJ landelijk Reestmond verschil NTW arbeidskosten regulier materiele kosten bedrijfsresultaat Wsw Tabel 0-2: bedrijfsresultaat inclusief incidentele posten per AJ landelijk Reestmond verschil NTW arbeidskosten regulier materiele kosten bedrijfsresultaat Wsw Kosten regulier personeel Bij Reestmond is dit zijn de kosten voor regulier personeel aanmerkelijk lager dan gemiddeld. Deze lagere verhouding heeft een sterk positief financieel effect: de kosten voor regulier personeel zijn hierdoor 1,5 miljoen lager dan wanneer het regulier personeel het landelijk gemiddelde zou volgen. De achtergrond van dit lage aantal fte regulier personeel is een bewust zuinig beleid van de directie van Reestmond. Hoger gekwalificeerd Wsw-personeel is waar mogelijk ingezet op taken waar in veel Wsw bedrijven regulier personeel werkzaam is. Zo worden taken op het gebied van KAM coördinatie en Technische Dienst geheel door SW medewerkers uitgevoerd. Deze medaille heeft op termijn een keerzijde. Wanneer de SW-medewerkers die nu specialistische of aansturende taken uitvoeren met pensioen gaan, zullen deze taken waarschijnlijk tegen hogere kosten worden uitgevoerd. Tenslotte zijn in een gemiddeld SW- bedrijf relatief meer reguliere productiekrachten werkzaam. Deze productiekrachten, met name in het groen, voeren specialistische taken uit, waardoor beter renderende opdrachten kunnen worden verworven. Zelfs wanneer het voordeel van minder fte reguliere krachten voor dit effect wordt gecorrigeerd, voert Reestmond de werkzaamheden uit met gemiddeld minder regulier personeel. Gemeentelijke samenwerking binnen sociaal domein Algemeen Gemeenten staan voor de uitdaging de decentralisaties inhoudelijk en qua budget zo goed mogelijk uit te voeren. Een deel van de taken voeren zij op lokaal niveau uit, anderen op (sub)regionaal niveau. Zo goed als alle gemeenten zijn onderdeel van een 12 Dit zijn kosten voor en voorziening van afvloeiing van personeel en een afwaardering op een BV. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 67

142 samenwerkingsverband gericht op de decentralisatie van Jeugdzorg en AWBZ-taken. Vanuit het Rijk is hier ook op gestuurd. Samenwerking tussen gemeentes binnen het sociaal domein was er vooral met betrekking tot uitvoering van de Wsw. Daarnaast zijn er gemeenten die ambtelijk samenwerking hebben gezocht, maar vanuit een lokale wens. De komst van de arbeidsmarktregio s (zie volgende paragraaf) maakt dat deze samenwerking tussen gemeenten zich op een hoger geografisch schaalniveau uitbreidt en richt op alle gemeenten in de arbeidsmarktregio. Vanuit het Rijk is er vooral sturing op de uitvoering van de nieuwe taken rondom jeugd en ondersteuning en minder op de uitvoering van de Participatiewet. Ook in de Reestmond regio is sprake van gemeentelijke samenwerking. Meppel, Westerveld en Staphorst werken samen met Steenwijkerland en Zwartewaterland op het gebied van de decentralisaties. Beleidsvoorbereiding heeft gezamenlijk plaatsgevonden en geleid tot een gezamenlijke missie en visie over decentralisaties en de wens de Participatiewet samen vorm te geven. Wel geldt dat waar individuele gemeenten afwijkende keuzes willen maken over het inzetten van beleid of uitvoering dit mogelijk moet zijn. De Wolden maakt deel uit van de arbeidsmarktregio Drenthe en is met betrekking tot de arbeidsmarkt gericht op Hoogeveen. Met deze gemeente is sinds 1 januari 2015 een ambtelijke samenwerkingsorganisatie gevormd. Westerveld werkt samen (kijkend vanuit de Participatiewet) in een Intergemeentelijke Sociale Dienst (IGSD, één sociale dienst die werkt ten behoeve van meerdere gemeenten) met de gemeente Steenwijkerland. In april 2013 besloot Steenwijkerland deze verregaand te laten samenwerken met het SW-bedrijf NoordWestGroep. Staphorst maakt soms gebruik van Leerwerkcentrum Meppel. (Het Leer Werk Centrum is het re-integratiecentrum voor bijstandsgerechtigden in de gemeente Meppel. Hier doen werkzoekenden arbeidsritme, werkervaring en vakgerichte scholing op, waarbij het accent ligt op individuele en persoonlijke begeleiding). Ook is er samenwerking op het gebied van reintegratie en accountmanagement. Beleidsmatig en bestuurlijk In de beleidsplannen rondom het thema gemeentelijke samenwerking is er geen directe link naar de uitvoering, dus ook niet naar Reestmond. Er zijn kaders die consequenties zullen hebben, zoals: 8. Efficiency en effectiviteit in de uitvoering (geen dubbelingen in het proces) 9. Wsw medewerkers in principe op gelijke wijze benaderen als andere doelgroepen Betrokkenheid bij meerdere samenwerkingsverbanden in het sociaal domein leidt zowel bij De Wolden als Westerveld tot de vraag in hoeverre dat naar de toekomst wenselijk blijft: Doordat bij de IGSD Steenwijkerland-Westerveld/NoordWestGroep de re-integratie en de Wsw bij elkaar komen, speelt bij Westerveld de vraag of er door intensieve samenwerking of fusie van de Wsw uitvoeringsbedrijven Reestmond en NoordWestGroep effectiviteits- of efficiency voordelen te behalen zijn. De Wolden ervaart verschillen in de uitvoering van de bedrijven en een onevenredige druk op de eigen organisatie om de rol naar beide bedrijven goed in te kunnen vullen. Arbeidsmarktregio en werkbedrijf Algemeen In de Wet SUWI (Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen) staat dat gemeenten, sociale partners en UWV voor de regionale arbeidsmarkt op bestuurlijk niveau samenwerken. In de 35 arbeidsmarktregio s worden Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 68

143 regionale Werkbedrijven gevormd, waarin sociale partners, gemeenten en UWV afspraken maken en de voortgang monitoren. Een van de doelen van het werkbedrijf is dat er per arbeidsmarktregio één aanspreekpunt komt voor werkgevers, er één registratiesysteem is van vacatures en werkzoekenden, en dat er per regio een arbeidsmarktagenda en afspraken rondom het realiseren van de garantiebanen en beschut werk worden gemaakt. De inrichting van het Werkbedrijf verschilt per regio, afhankelijk van de regionale behoeften. De wethouder van de centrumgemeente heeft als taak om het overleg op gang te brengen. Beleidsmatig en bestuurlijk In de beleidsplannen rondom het thema gemeentelijke samenwerking is er geen directe link naar de uitvoering, dus ook niet naar Reestmond. De sub-regio SSWZM, valt, samen met 9 andere gemeenten, onder de arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek (centrumgemeente Zwolle). De Wolden behoort met 5 andere gemeenten tot de arbeidsmarktregio Drenthe (centrumgemeente Emmen). De vestigingsplaatsen van Reestmond en Alescon zijn respectievelijk de arbeidsmarktregio s IJsselvechtstreek en Groningen en Drenthe. Beide regio s zullen een eigen aanpak formuleren ten aanzien van de inrichting van het werkbedrijf. Daaruit zullen zeker consequenties volgen voor de uitvoeringsorganisaties Wsw. Te denken valt aan werkgeversbenadering, arrangementen, loonwaardemethodieken. De sub-regio SSWZM van de arbeidsmarktregio IJsselvechtstreek werkt volgens een uniforme werkgeversbenadering waarbij Dariuz wordt gebruikt als loonwaardebepalingssysteem. Er wordt gewerkt aan uniformering van werkprocessen. Toeleiding/ Re-integratie/ visie Participatiewet Algemeen Het uitgangspunt van de Participatiewet is dat iedereen die kan werken, werkt, zo regulier mogelijk. De gemeente kan daarbij ondersteuning bieden zoals een (tijdelijke) werkplek om arbeidsritme op te doen, opleiding of het bieden van ondersteuning bij het vinden van een baan. De re-integratiebudgetten die gemeenten daarvoor beschikbaar hebben, zijn echter de laatste jaren sterk gedaald. Ook is de kijk op re-integratie veranderd. Waar voorheen snelheid om iemand uit de uitkering te helpen meer voorop stond (en de plaatsing op een (tijdelijk) traject bij bijvoorbeeld een SW bedrijf hier al voor zorgde), verschuift het accent meer naar wat nodig is om iemand duurzaam uit de uitkering te laten stromen. Dat kunnen ook andere factoren zijn zoals schulden of mantelzorg. De rol van klantmanager verandert meer naar een coach die regie voert op het proces om iemand uit de uitkering te helpen. De klantmanager kijkt meer dan voorheen naar wat iemand wel kan en de verantwoordelijkheid die de inwoner daar zelf in heeft. Beleidsmatig en bestuurlijk Er zijn veel overeenkomsten in de plannen van de vier Reestmond gemeenten: Integrale dienstverlening in de vorm van maatwerk. Uitgaan van eigen kracht. Dienstverlening is leidend, niet de huidige organisatiestructuren. Op termijn komen tot een nieuwe ondersteuningsstructuur. Aansluiting zoeken tussen arbeidsmatige dagbesteding en nieuw beschut. Ten aanzien van financiën wordt gesproken over zo budgettair neutraal mogelijk. Nog niet duidelijk is of alle gemeenten een precies beeld hebben van de beschikbare budgetten, verplichte uitgaven en het resterend vrij te besteden deel. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 69

144 Daar waar Meppel, De Wolden en Staphorst de regie op uitvoering van de Participatiewet bij de gemeenten leggen, is de uitvoeringsregie voor Westerveld verlegd naar de IGSD/NWG, binnen gestelde kaders. Ten aanzien van uitvoeringsvraagstukken geven de gemeenten expliciet aan dat daar waar dienstverlening leidend moet zijn er wel gebruik gemaakt kan worden van (onderdelen van) bestaande infrastructuren/organisaties. Dat gebruik is dan nadrukkelijk niet omdat we die organisatie nu eenmaal toch hebben, maar omdat de infrastructuur, delen van de infrastructuur of kwaliteiten van de organisatie of specifieke medewerkers een goed antwoord bieden op de vraag van de klant. Een structurele rol in de begeleiding van Participatiewet-cliënten vanuit Reestmond wordt door de gemeenten niet gezien. Wel kan het zo zijn dat de beschikbare kennis en kunde kan worden ingezet (vanuit Reestmond of door deze op te nemen in een andere structuur). Jongeren Het tegengaan van jeugdwerkloosheid heeft de laatste jaren vanuit het Rijk veel aandacht gekregen. Ook gemeenten hebben geld gekregen om in hun regio jongeren aan werk te helpen. Dit geld is onder andere besteed aan activiteiten als het Jongerenloket. Gemeenten werken in hun regio hiervoor veelal samen met scholen, UWV en andere instellingen. Kijkend naar de uitvoering van de Participatiewet dan geven gemeenten vaak aan dat jongeren voor hen een prioritaire doelgroep zijn. Daarbij is de aansluiting van jongeren afkomstig van bijvoorbeeld VSO scholen naar zo regulier mogelijk werk of andere meer passende voorzieningen een aandachtspunt. Tot en met 2014 was er bij de meeste SW bedrijven, ook Reestmond, een nauwe samenwerking om jongeren die naar verwachting een Wsw indicatie zouden krijgen, zo naadloos mogelijk te laten instromen. Beleidsmatig en bestuurlijk De beleidsplannen geven aan dat de gemeenten bijzondere aandacht voor jongeren van belang vinden. Door hen te begeleiden en ondersteunen van de overstap van school naar werk en tijdens de werkende periode wil men uitval voorkomen. Daarbij ziet men geen rol voor Reestmond. Tegenprestatie Algemeen Wanneer een inwoner een uitkering ontvangt, dan kan de gemeente vragen een tegenprestatie te verrichten. Een tegenprestatie is een onbetaalde maatschappelijk nuttige activiteit van beperkte duur en omvang. De tegenprestatie zijn werkzaamheden die worden verricht naast of in aanvulling op reguliere arbeid. Ze mogen niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt. Ook mag de tegenprestatie het re-integratiebeleid niet doorkruisen. Het oordeel in hoeverre concrete activiteiten hieraan voldoen ligt bij het college. Beleidsmatig en bestuurlijk Alle vier de gemeenten hanteren de tegenprestatie dan wel wederkerigheid. De voorwaarden verschillen per gemeente. Een structurele rol voor Reestmond wordt niet gezien of niet gezien als passend als maatschappelijk nuttige activiteit, en de tegenprestatie kan niet gericht zijn op exploitatiedoelstellingen van Reestmond. Wel kan er in individuele gevallen, op verzoek van de betrokken inwoner een tijdelijke plaatsing worden gedaan. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 70

145 Nieuw Beschut werk Algemeen Beschut werk is een voorziening binnen de Participatiewet bedoeld voor inwoners die met behulp van werkplekaanpassing en/of begeleiding arbeidsvermogen hebben. Deze begeleiding en/of werkplekaanpassing is echter dermate groot dat niet van een werkgever kan worden verwacht dat zij deze persoon in dienst neemt. Dit in tegenstelling tot een garantiebaan. Beschut werk gaat gepaard met een (gemeentelijk) dienstverband en (minimaal) minimumloon. Gemeenten ontvangen budget om vanaf 2015 beschutte werkplekken te realiseren. Het ministerie gaat er van uit dat de plekken in 2023 zijn gerealiseerd. Financiering van deze plekken komt uit het BUIG budget door middel van loonkostensubsidie en uit het participatiebudget voor begeleiding en werkplekaanpassing. De opbouw van dit nieuw beschut werk gaat geleidelijk en is gekoppeld aan de afbouw van de Wsw. Daarbij denkt het ministerie aan gemiddeld een derde van de uitstroom Wsw per jaar Beschut werk wordt vaak gelijk gesteld aan (beschut werken in) de Wsw. Het kent echter een aantal belangrijke verschillen: er is bij beschut werk geen sprake van een CAO Wsw. Ook kan de werkplek, net als bij de uitvoering van Wsw overigens, zich bij een reguliere werkgever bevinden. Gemeenten zijn niet verplicht beschutte werkplekken aan te bieden. Hiervoor heeft bijvoorbeeld de gemeente Tilburg gekozen. Als gemeenten hier wel toe besluiten dan mogen zij dit naar eigen inzicht vormgeven. Wel wordt beschut werk gezien als een taak waarover afstemming dient plaats te hebben binnen het werkbedrijf. De eerste ervaringen met het aanvragen van een advies beschut werk bij het UWV geven het beeld van een strengere toepassing van de criteria dan verwacht. Beleidsmatig en bestuurlijk De gemeenten willen beschut werk organiseren in samenhang met arbeidsmatige dagbesteding en mogelijk zelfs bij organisaties die dit aanbieden. Uitgangspunt is dat mensen dichtbij de eigen woon/ leefomgeving werkzaam zijn. Westerveld en Meppel geven aan dat het uitgangspunt, ook bij beschut, zo regulier mogelijk (en dus bij werkgever) werken is. Beschut werk is maatwerk, dat zo lokaal mogelijk tot stand moet komen. De gemeenten zijn allen voornemens aan beschut werk invulling te geven, zo budgettair neutraal mogelijk. De inzet van Reestmond op nieuw beschut wordt gezien in het eerder besproken kader van kwaliteit: niet omdat we die organisatie nu eenmaal toch hebben, maar omdat de infrastructuur, delen van de infrastructuur of kwaliteiten van de organisatie of specifieke medewerkers een goed antwoord bieden op de vraag van de klant. Daarbij zal Reestmond niet als formeel werkgever fungeren. Werkgeversbenadering Algemeen De Participatiewet, die tot doel heeft mensen zo regulier mogelijk te laten werken, is in werking getreden, de teruglopende re-integratiebudgetten, de toenemende publieke en private samenwerking op (sub)regionaal niveau en opkrabbelende economie maken dat de prikkel voor gemeenten om te komen tot een aangescherpte gemeentelijke werkgeversbenadering toeneemt. Een werkgeversbenadering die tot doel heeft om daadwerkelijk tot duurzame uitstroom dan wel (tijdelijke) werkplekken voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt te komen. Maar wellicht ook steeds meer kijkt naar Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 71

146 mogelijke andere samenwerkingsvormen tussen bedrijven en gemeente die goed zijn voor de kwaliteit van leven in de stad of het dorp. Beleidsmatig en bestuurlijk In de Arbeidsmarktregio s zijn afspraken gemaakt over (de ontwikkeling van een gezamenlijke) werkgeversdienstverlening. Tussen Steenwijkerland, Westerveld, Zwartewaterland, Staphorst en Meppel functioneert inmiddels een afgestemde werkgeversbenadering, waarbij ook de NoordWestGroep, Reestmond en UWV participeren. De uitvoering hiervan heeft al consequenties gehad voor de uitvoering door de betrokken instanties (zo is bijvoorbeeld een accountmanager van Reestmond gedetacheerd bij de gemeente Meppel), er zal de komende tijd een nog verder integratie plaatsvinden. Wsw Per januari 2015 is er een instroomstop op de Wsw. Iedereen die een vast Wsw dienstverband had op 31 december 2014 behoudt zijn rechten en plichten conform de Wsw en de CAO Wsw. Het aantal mensen dat gebruik maakt van de Wsw zal de komende decennia door natuurlijke uitstroom afnemen. De verwachting is dat dit met een snelheid van zo n 6% per jaar gebeurt. De Wsw wachtlijst is per januari 2015 opgehouden te bestaan. Diegenen die voldoen aan de voorwaarden krijgen prioriteit bij de instroom op garantiebanen. De visie op de uitvoering van SW bedrijven het laatste decennium is veranderd. Mensen met een beperking dienen zo regulier mogelijk te werken. Er dient meer gekeken te worden naar wat iemand wel kan in plaats van naar wat iemand niet kan. Het beschutte werk binnen de muren van een SW bedrijf is alleen bedoeld voor diegenen die daar echt op zijn aangewezen en ook dat kan wellicht anders georganiseerd worden. Beleidsmatig en bestuurlijk Alle gemeenten geven aan dat het beleid van binnen naar buiten, zoveel mogelijk plaatsen in de reguliere arbeidsmarkt moet worden doorgezet. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten: Ten aanzien van uitvoeringsvraagstukken geven de gemeenten aan dat dienstverlening leidend moet zijn. Er kan gebruik gemaakt kan worden van (onderdelen van) bestaande infrastructuren/organisaties. Dat gebruik is dan nadrukkelijk niet omdat we die organisatie nu eenmaal toch hebben, maar omdat de infrastructuur, delen van de infrastructuur of kwaliteiten van de organisatie of specifieke medewerkers een goed antwoord bieden op de vraag van de klant. Mocht een nieuw besluit over de positionering leiden tot nieuwe taken voor Reestmond en/of toenemende financiële risico s, dan heeft De Wolden de voorkeur om de GR relatie om te zetten naar een inkooprelatie. Staphorst ziet veel mogelijkheden binnen de eigen gemeente om nieuwe doelgroepers te plaatsen, maar ook om de Wsw medewerkers die (op termijn) detacheerbaar zijn aan een baan te helpen. Westerveld ziet in een samenwerkingsscenario met de NoordWestGroep mogelijkheden om in een toekomstig krimpscenario wat langer armslag te houden om de taken zo goed mogelijk uit te voeren. Ten aanzien van de spagaat van de Wsw is verbetering van arbeidsmogelijkheden richting de reguliere markt prioritair ten opzichte van het in stand houden van de huidige infrastructuur. De verantwoordelijkheid van de gemeenten betreft ook het reguliere personeel. Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 72

147 Bijlage 3 trajecten niet-wsw: Gegevens traject naam module Aantal van jaar 2012 Aantal van jaar 2013 Aantal van jaar 2014 (leeg) WIW WWB - Standaard traject WIW / ID 3 2 ID WIW Participatiebaan 1 1 WWB - Participatiebaan WWB - Participatiebaan 12 6 Re-integratie inburgering (24 mnd) Re-integratietraject Inburgering (24 mnd) 5 4 Re-integratie inburgering (12 mnd) Re-integratietraject Inburgering (12 mdn) 13 6 WSW - Detachering 1 WWB WWB - Participatiebaan 1 Traject Traject IGSD 2 Traject Traject IGSD Kort traject 11 1 Traject Traject Meppel Kort traject 4 Traject Traject Meppel 2 1 Traject Traject Staphorst Voorschakel WSW dvb Traject Traject Meppel Workshops 1 Traject Traject IGSD Voorschakel WSW dvb 2 2 Traject Traject Westerveld Voorschakel WSW dvb Traject Traject Meppel Voorschakel WSW dvb Traject Traject De Wolden Voorschakel WSW dvb 4 1 Traject Traject Meppel Loonk. sub. aanm. gem. 6 Traject Traject IGSD Peilperiode 8 Traject Traject IGSD Intake Traject Traject Westerveld Intake 2 WSW - Detachering WSW - Detachering proefplaatsing 1 ONBEKEND UWV - Sociale Activering 1 Traject Traject Staphorst Werkstage aanm. gem. 1 1 Traject Traject Staphorst Intake 1 Verzameltraject (overig) Verzameltraject (overig) IGSD 3 Verzameltraject (overig) Verzameltraject (overig) De Wolden 2 Opleidingen Metaal Opleidingen Metaal Fase 2 6 Traject Traject Staphorst Workshops 1 WWB Voorschakel traject WSW dienstverband 1 1 Reintegratietraject Reintegratietraject 2 2 Traject Traject Staphorst Fit-test 1 Werkstage UWV - IRO 1 Werkstage Werkstage 1 Traject Traject Westerveld Werkstage aanm. gem. 1 Verzameltraject (overig) Verzameltraject (overig) Meppel 1 1 Verzameltraject (overig) Verzameltraject (overig) UWV 1 Verzameltraject (overig) Verzameltraject (overig) Slager 1 Traject 2014 Traject IGSD 2014 Participatietraject 2 Traject 2014 Traject IGSD 2014 Kort traject 12 Traject 2014 Traject IGSD 2014 Diagnose fase 13 Traject 2014 Traject Meppel 2014 Participatietraject 2 Traject 2014 Traject Meppel 2014 Intake 1 Traject 2014 Traject IGSD 2014 Intake 7 Traject 2014 HKS Metals Diagnose fase 1 Eindtotaal Toekomst GR Sociale Werkvoorziening Reestmond - Eindrapportage Pagina 73

148

149

150

Visie Dienstverlening 2016-2020. Maatwerk, vertrouwen en eenvoud

Visie Dienstverlening 2016-2020. Maatwerk, vertrouwen en eenvoud Visie Dienstverlening 2016-2020 Maatwerk, vertrouwen en eenvoud VISIE DIENSTVERLENING 2016-2020 'Lever de klant niets wat hij niet nodig heeft, lever de klant alles wat hij nodig heeft.' januari 2016 1

Nadere informatie

Gemeente De Wolden. Agenda Gemeenteraad 1 / 5

Gemeente De Wolden. Agenda Gemeenteraad 1 / 5 Agenda Gemeenteraad Om 19.30 uur begint de Openbare Raadsavond met een presentatie van de bibliotheekplannen door mevrouw De Haas, bibliotheekmanager Drenthe. Aansluitend vindt de Openbare Raadsvergadering

Nadere informatie

Vaststellingsbesluit. bestemmingsplan "Kleine Kernen Zuid 2010" (vastgesteld) 113

Vaststellingsbesluit. bestemmingsplan Kleine Kernen Zuid 2010 (vastgesteld) 113 Vaststellingsbesluit bestemmingsplan "Kleine Kernen Zuid 2010" (vastgesteld) 113 bestemmingsplan "Kleine Kernen Zuid 2010" (vastgesteld) 114 Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 29 maart 2012

Nadere informatie

GEMEENTE HOOGEVEEN. Raadsvoorstel

GEMEENTE HOOGEVEEN. Raadsvoorstel Datum raadsavond : Programma Onderwerp : Hoogeveen Ontwikkelt : Verklaring van geen bedenkingen en delegatie bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan in het kader van de Wabo. Samenvatting

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 27 juni 2013 Agendapuntnummer : XI, punt 5 Besluitnummer : 999 Portefeuillehouder : Burgemeester Roger de Groot Aan de gemeenteraad Onderwerp: Kaderstellende

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad, RAADSVOORSTEL NR. 19-45 Raadsvergadering Zaaknummer 18 april 2019 653643 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3, Bunnik.

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Werkhovenseweg 16. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Werkhovenseweg 16. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 27-10-2016 16-063 Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Werkhovenseweg 16 Aan de raad, Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Werkhovenseweg 16 Gevraagde beslissing

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 12-09-2013 13-065 Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg Aan de raad, Onderwerp Gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg.

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 10 mei 2012 Agendapuntnummer : VIII, punt 6 Besluitnummer : 389 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Programma Decentralisaties.

Nadere informatie

ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST

ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST Steller advies: Zaaknummer Afdeling: Datum: O. de Man 1891268 Ruimte 27-10-2017 Onderwerp: Ontwerpbestemmingsplan Soesterengweg 6 zenden aan de raad ter vaststelling. Voorstel

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan "Buitengebied, Woutersdijk 2, Valburg"

Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Buitengebied, Woutersdijk 2, Valburg gemeente Overbetuwe Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan "Buitengebied, Woutersdijk 2, Valburg" Ons kenmerk: 17rb000093 Nr. 10 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester

Nadere informatie

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht; venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vilgert 47 Velden' raadsnummer 2019 14 collegevergadering d.d. 22-01-2019 raadsvergadering d.d. 27-02-2019 fatale termijn programma

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17-12-2015 15-091 Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Bedrijventerrein De Raaphof

Nadere informatie

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.

Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr. Raadsvoorstel Agendapunt: 16 Onderwerp: Bestemmingsplan 'Stedelijk Gebied: Lensheuvel 91, Reusel' Datum voorstel: 5 juni 2018 Vergaderdatum: 3 juli 2018 Registratienr.: 060-2018 Opsteller: Toon Capel Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'.

Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'. Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 12 Onderwerp: Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'. Datum: 22 juli 2014 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP va01)

Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP va01) B en W Adviesnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP19009- va01) Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 15 juli 2019 Afdeling/Team Stad

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 31 oktober 2013 Agendapuntnummer : XV, punt 5 Besluitnummer : 1105 Portefeuillehouder : Burgemeester Roger de Groot Aan de gemeenteraad Onderwerp: Nota Evenementen.

Nadere informatie

Doetinchem, 2 juli 2008 ALDUS VASTSTELD 10 JULI 2008. Visie op dienstverlening

Doetinchem, 2 juli 2008 ALDUS VASTSTELD 10 JULI 2008. Visie op dienstverlening Aan de raad AGENDAPUNT 7k ALDUS VASTSTELD 10 JULI 2008 Visie op dienstverlening Voorstel: 1. Vaststellen visie op dienstverlening voor de periode 2008-2015: Wij als organisatie spelen constant in op een

Nadere informatie

Onderwerp Bestemmingsplan Neede, Plan Hondelink Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

Onderwerp Bestemmingsplan Neede, Plan Hondelink Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Bestemmingsplan Neede, Plan Hondelink 29. Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en Economisch

Nadere informatie

Foech ried/kolleezje De raad stelt bestemmingsplannen vast. Het college is verantwoordelijk voor de voorbereiding.

Foech ried/kolleezje De raad stelt bestemmingsplannen vast. Het college is verantwoordelijk voor de voorbereiding. Riedsútstel Informatiecarrousel : 18 oktober 2012 Status : Informerend Agindapunt : 5 Portefúljehâlder : J. Lammers Amtner : mw. M. Streefkerk Taheakke : Bijlage 1 Procedurevarianten bestemmingsplannen

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Achterdijk 37 Odijk' Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Achterdijk 37 Odijk' Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 26-10-2017 17-082 Onderwerp Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Achterdijk 37 Odijk Gevraagde beslissing 1. Het bestemmingsplan Achterdijk 37 Odijk

Nadere informatie

Raadsvergadering. 8 maart

Raadsvergadering. 8 maart RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 8 maart 2018 18-017 Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Odijk, Zeisterweg 103' Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Odijk, Zeisterweg 103 Gevraagde

Nadere informatie

Onderwerp Bestemmingsplan Borculo, uitbreiding park gemeentehuis Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

Onderwerp Bestemmingsplan Borculo, uitbreiding park gemeentehuis Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Bestemmingsplan Borculo, uitbreiding park gemeentehuis 21. Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie

Nadere informatie

Beoogd resultaat Betere dienstverlening aan de klant door een duidelijke, efficiënte procedure en het voorkomen van regeldruk of vertragingen.

Beoogd resultaat Betere dienstverlening aan de klant door een duidelijke, efficiënte procedure en het voorkomen van regeldruk of vertragingen. Onderwerp Verklaring van geen bedenkingen en delegatie bevoegdheid tot het vaststellen van een exploitatieplan in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (voortaan Wabo). Voorgesteld besluit:

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële herziening Dorp Odijk 2012, snippergroen

Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële herziening Dorp Odijk 2012, snippergroen RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 23 juni 2016 16-042 Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële snippergroen Aan de raad, Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan partiële snippergroen Gevraagde

Nadere informatie

raadsvoorstel voorstel B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten:

raadsvoorstel voorstel B&W stelt de raad voor het volgende te besluiten: raadsvoorstel zaak/onderwerp Z-15-07182 / Vaststellen van de zienswijze op de conceptbegroting voor 2016 van de Gemeenschappelijke Regeling Kust-, Duin- en Bollenstreek (GR-KDB) portefeuillehouder J. Roeffen

Nadere informatie

26 maart 2019 R.P. Hoytink-Roubos G.W. Janssen tel: :

26 maart 2019 R.P. Hoytink-Roubos G.W. Janssen tel: : Zaaknummer Raadsvergadering 167379 21 mei 2019 gemeente ~- Berkelland Onderwerp Collegevergadering Portefeuillehouder Steller Bestemmingsplan "Buitengebied, Schuppen Recreatie 2018" 26 maart 2019 R.P.

Nadere informatie

BESLUITENLIJST van de openbare oriënterende raadsbijeenkomst van de gemeente Borger-Odoorn

BESLUITENLIJST van de openbare oriënterende raadsbijeenkomst van de gemeente Borger-Odoorn BESLUITENLIJST van de openbare oriënterende raadsbijeenkomst van de gemeente Borger-Odoorn Datum: 21 april 2016 Locatie: Raadzaal van het gemeentehuis te Exloo Aanvang: 19.00 uur Sluiting: 20.05 uur Voorzitter:

Nadere informatie

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1 Raadsvoorstel Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Zandeind 29a" (Riel) Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage XX-XX-XXXX XX-XX-XXXX 1. Vast te stellen bestemmingsplan

Nadere informatie

Raadsvergadering. 8 maart

Raadsvergadering. 8 maart RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 8 maart 2018 18-016 Onderwerp Bestemmingsplan 'Hollendewagenweg 21 Werkhoven' Aan de raad, Onderwerp Bestemmingsplan Hollendewagenweg 21 Werkhoven. Gevraagde beslissing

Nadere informatie

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie. Raadsvoorstel Zaaknummer: 2017-008843 gemeente Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Zandeind 29a" (Riel) Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen 20-06-2017 30-01-2018 Ter inzage 1.

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.17.0834 B.17.0834 Landgraaf, 10 mei 2018 ONDERWERP: Vaststelling Bestemmingsplan Woning Vogelzankweg ong. PROGRAMMA 9. Volkshuisvesting,

Nadere informatie

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. bestemming bedrijf naar wonen aan de Krullelaan 36 te Zeist

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. bestemming bedrijf naar wonen aan de Krullelaan 36 te Zeist VOORBLAD RAADSVOORSTEL 12RAAD0116 Ronde Tafel : N.v.t. Debat : N.v.t. Raadsvergadering : 04 december 2012 Gewijzigd voorstel : - Portefeuillehouder : Jacqueline Verbeek Organisatieonderdeel : Publiek &

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz RAADSVOORSTEL ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz Portefeuillehouder Dhr. S. Jansen Ronde Tafel 24 januari 2017 Opsteller Mevrouw Y.W.E.P Kerkhof Debat 07 februari 2017 Zaak/stuknummer

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.: Agendapunt nr.: Raadsvoorstel Onderwerp: Gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied 2009, herziening Kattenbos 6 te Reusel Datum besluit B&W: 5 februari 2019 Vergaderdatum: 12 maart 2019

Nadere informatie

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO

Gemeenteraad. Onderwerp: Volgnummer Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith '. Dienst/afdeling SRO Gemeenteraad Onderwerp: Volgnummer 2015-53 Vaststellen bestemmingsplan 'partiële herziening 1 Buitengebied Lith - 2013'. Dienst/afdeling SRO De raad van de gemeente Oss; gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Bijlage II advies Externe veiligheid. Uitgevoerd door de regionale uitvoeringsdienst Drenthe 6 oktober 2015

Bijlage II advies Externe veiligheid. Uitgevoerd door de regionale uitvoeringsdienst Drenthe 6 oktober 2015 Bijlage II advies Externe veiligheid Uitgevoerd door de regionale uitvoeringsdienst Drenthe 6 oktober 2015 Memo Aan : Sander Slijkhuis Organisatie : Gemeente De Wolden Van Team Betreft : Henk Zwiers :

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan. Aan de Gemeenteraad Raad Status 14 mei 2009 Besluitvormend Onderwerp Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan Punt no. 10 Te besluiten om 1. de voorbereiding/procedure

Nadere informatie

De voorzitter van de raad van de gemeente Terschelling roept de leden van de raad op tot het houden van een openbare vergadering op:

De voorzitter van de raad van de gemeente Terschelling roept de leden van de raad op tot het houden van een openbare vergadering op: Agenda Raad De voorzitter van de raad van de gemeente Terschelling roept de leden van de raad op tot het houden van een openbare vergadering op: Dinsdag 22 december 2015, aanvang 19.30 uur in de raadzaal

Nadere informatie

Onderwerp Bestemmingsplan "Neede, De Berg 2010" Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Onderwerp Bestemmingsplan Neede, De Berg 2010 Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Bestemmingsplan "Neede, De Berg 21" Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en Economisch

Nadere informatie

". gemeente Bronckhorst

. gemeente Bronckhorst ". gemeente Bronckhorst Raadsbesluit Behorende bij raadsvoorstel met nummer: Raad-00320/12 De raad van de gemeente Bronckhorst; gelezen het voorstel van het college van b en w van 15 januari 2018; besproken

Nadere informatie

Beoogd effect Een actueel regionaal risicoprofiel dat bijdraagt aan de doelstelling om risicogericht te kunnen werken.

Beoogd effect Een actueel regionaal risicoprofiel dat bijdraagt aan de doelstelling om risicogericht te kunnen werken. Portefeuillehouder Datum raadsvergadering mr. S.C.C.M. Potters 31 januari 2019 Datum voorstel 18 december 2018 Agendapunt Onderwerp Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Utrecht De raad wordt voorgesteld

Nadere informatie

B en W Adviesnota ADVIES. ontwerpbestemmingsplan Janslust 5 Heide.

B en W Adviesnota ADVIES. ontwerpbestemmingsplan Janslust 5 Heide. Onderwerp ontwerpbestemmingsplan Janslust 5 Heide. Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 24 juni 2019 Team Ruimtelijke Ontwikkeling Naam steller Maud Godschalk Portefeuillehouder Martijn

Nadere informatie

Onderwerp Afgeven van een (ontwerp)vvgb voor woning van de fam. Sikkema aan de Westersingel 9 Noardburgum

Onderwerp Afgeven van een (ontwerp)vvgb voor woning van de fam. Sikkema aan de Westersingel 9 Noardburgum Raadsvoorstel Vergadering : 10 april 2014 Agendapunt : 7 Status : Besluitvormend Programma : (10) Ruimtelijke Ordening Portefeuillehouder : G.H. Schippers Behandelend ambt. : Johan Kok E-mail : jkok@t-diel.nl

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik'

RAADSVOORSTEL. Nummer Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik' RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 01-11-2018 18-088 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening Buitengebied Bunnik' Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Parapluherziening

Nadere informatie

Doel van dit voorstel: De ingediende aanvraag om omgevingsvergunning planologisch mogelijk maken.

Doel van dit voorstel: De ingediende aanvraag om omgevingsvergunning planologisch mogelijk maken. Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2015-083 Houten, 17 november 2015 Onderwerp: Verzoek om Verklaring van geen bedenkingen uitbreiden en wijzigen bedrijf Schonauwenseweg 8 Beslispunten: ^ 1. het Toetsingskader

Nadere informatie

Delegatie vaststelling Exploitatieplan art lid 3 Wet ruimtelijke ordening

Delegatie vaststelling Exploitatieplan art lid 3 Wet ruimtelijke ordening Onderwerp Volgnr. 2014-001 Delegatie vaststelling Exploitatieplan art. 6.12 lid 3 Wet ruimtelijke ordening Portefeuillehouder wethouder B. de Peuter Ambtenaar S. Ouwerkerk Afdeling Ruimte Datum voorstel

Nadere informatie

2017/53151 gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders

2017/53151 gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders *2017053151* Burgemeester & Wethouders De leden van de gemeenteraad Zaanstad Stadhuisplein 100 1506 MZ Zaandam Postbus 2000 1500 GA Zaandam Telefoon 14 075 www.zaanstad.nl PORTEFEUILLEHOUDER 09-01-2018

Nadere informatie

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Winsum op 19 mei 2015 in de raadzaal Voorzitter: M.A.P. Michels Griffier: J. van der Meer Aanwezig: Gemeentebelangen: G. Kersaan,

Nadere informatie

RAADSVERGADERING 26 MAART NR. IV

RAADSVERGADERING 26 MAART NR. IV RAADSVERGADERING 26 MAART NR. IV 2015 Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor de Openbare Raadsvergadering op donderdag 26 maart 2015 om 19.30 uur in het

Nadere informatie

A.J. Gerritsen 25 september 2014

A.J. Gerritsen 25 september 2014 Portefeuillehouder Datum raadsvergadering A.J. Gerritsen 25 september 2014 Datum voorstel 15 juli 2014 Agendapunt Onderwerp Publicatie van gemeentelijke kennisgevingen De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Nadere informatie

12 maart n.v.t. wethouder H.G. Engberink. Onderwerp Voorstel tot gewijzigd vaststellen bestemmingsplan Buitengebied, Waterstraat 32 te Wijhe

12 maart n.v.t. wethouder H.G. Engberink. Onderwerp Voorstel tot gewijzigd vaststellen bestemmingsplan Buitengebied, Waterstraat 32 te Wijhe Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 12 maart 2018 11 n.v.t. wethouder H.G. Engberink Zaaknummer 1379-2018 Datum B&W-besluit

Nadere informatie

V A L K E N S WA A R. D

V A L K E N S WA A R. D G E M E E N T E V A L K E N S WA A R. D Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 678 cev(o)valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 10raad00743 onderwerp Vaststellen

Nadere informatie

CONCEPT t.b.v. ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan

CONCEPT t.b.v. ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan CONCEPT t.b.v. ter inzage legging ontwerpbestemmingsplan Raadsvoorstel 2015/ Portefeuillehouder Collegevergadering Raadsvergadering Adam Elzakalai Steller C. Blankestijn (023 5676074 ) 1. Samenvatting

Nadere informatie

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 14 september 2016

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 14 september 2016 RAADSBESLUIT Vaststelling bestemmingsplan "Gebrande Hoefstraat 2 te Rucphen" 28 september 2016 De raad van de gemeente Rucphen, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 12 juli 2016, overwegende

Nadere informatie

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2017;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2017; gemeen te Overbetuwe Onderwerp: Bestemmingsplan "Eist, Van Oldenbarneveltstraat 22" O Ons kenmerk: 17RB000102 Nr. 18 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

gemeente eijsdervmargraten

gemeente eijsdervmargraten gemeente eijsdervmargraten Aan de gemeenteraad Raadsvoorstel Nummer: 11IN002555 1. Vermelding onderwerp en beslispunten Voorstel tot vaststelling 'Partiële herziening bestemmingsplan Kern Cadier en Keer

Nadere informatie

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 24 januari 2018

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 24 januari 2018 RAADSBESLUIT Vaststelling bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, herstelbesluit recreatieobjecten' 31 januari 2018 De raad van de gemeente Rucphen, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 26 mei 2016 Agendapuntnummer : VI, punt 8 Besluitnummer : 1969 Portefeuillehouder : Wethouder Jan ten Kate Aan de gemeenteraad Onderwerp: Fietspad Meppelerweg.

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 193184 Datum : 17 november 2015 Programma : Woon en leefomgeving Blad : 1 van 5 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. H.C.V.

Nadere informatie

Zaaknummer : 16242. 1 van 5

Zaaknummer : 16242. 1 van 5 Aan de gemeenteraad van3 : Gemeente Lemsterland Raadsvergadering : 19 december 2013 Commissievergadering : 4 december 2013 Agendapunt : RB 5 Nummer : 2013/ Datum voorstel : 5 november 2013 Onderwerp :

Nadere informatie

Raadsvoorstel. J.A.E. Landwehr 29 november september De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Raadsvoorstel. J.A.E. Landwehr 29 november september De raad wordt voorgesteld te besluiten: Portefeuillehouder Datum raadsvergadering J.A.E. Landwehr 29 november 2018 Datum voorstel 18 september 2018 Agendapunt Onderwerp Herontwikkeling locatie Utrechtseweg 341, De Bilt De raad wordt voorgesteld

Nadere informatie

Conform deze nieuwe nota zijn er richtlijnen voor de ontwerpbegroting 2017 opgesteld die ter vaststelling aan de raad worden voorgelegd.

Conform deze nieuwe nota zijn er richtlijnen voor de ontwerpbegroting 2017 opgesteld die ter vaststelling aan de raad worden voorgelegd. Raadsvoorstel Datum (datum) Agenda nr.: (in te vullen door griffie) raadsvergadering: Portefeuillehouder: Dhr. Theunis Registratiecode: (in te vullen door griffie) Onderwerp: Nota Verbonden Partijen Aan

Nadere informatie

portefeuillehouder M. Bosman openbaar geheim 01/10/

portefeuillehouder M. Bosman openbaar geheim 01/10/ ÏÏH Zuidpias Raadsvoorstel 1 I Vaststellen bestemmingsplannen "Groot Swanla' raadsvergadering 29 oktober 2013 portefeuillehouder M. Bosman behandelend ambtenaar L. Fassotte-Bams Datum bijlagen openbaar

Nadere informatie

Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per september 2012

Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per september 2012 Griffie Postbus 20 7920 AA Zuidwolde tel. 0528-378376 Toezeggingen Totaal Raad, plus voortgang afhandeling moties stand van zaken per september Data Onderwerp Afspraak/toezegging Actie door 2011 9 juni

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan John. F. Kennedylaan 23eo. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan John. F. Kennedylaan 23eo. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 9 oktober 2014 14-087 Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan John. F. Kennedylaan 23eo Aan de raad, Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan John. F. Kennedylaan 23eo

Nadere informatie

*Z006BB2F632* documentnr.: INT/G/14/07582 zaaknr.: Z/G/14/08602

*Z006BB2F632* documentnr.: INT/G/14/07582 zaaknr.: Z/G/14/08602 Grave *Z006BB2F632* documentnr.: INT/G/14/07582 zaaknr.: Z/G/14/08602 Raadsvoorstel Onderwerp : Vaststellen Verordening behandeling bezwaarschriften Grave 2014 Datum college : 29 april 2014 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01)

Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01) B en W Adviesnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01) Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 15 april 2019 Afdeling/Team Stad Dorpen

Nadere informatie

E.G.M. van den Boom / september 2017

E.G.M. van den Boom / september 2017 steller telefoonnummer email Agendapunt commissie: 3.2 E.G.M. van den Boom 3665 Evelien.van.den.Boom@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 246333/254627 11 september 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. Jacqueline Verbeek publiek & dienstverlening :j Bestemmingsplan "Odijkerweg e.o."

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. Jacqueline Verbeek publiek & dienstverlening :j Bestemmingsplan Odijkerweg e.o. VOORBLAD RAADSVOORSTEL Gemeente Zeist I 13RV0039 Ronde Tafel Debat Raadsvergadering Gewijzigd voorstel Portefeuillehouder Organisatieonderdeel Telefoon Datum Onderwerp I 14 mei 2013 Jacqueline Verbeek

Nadere informatie

Vaststellen bestemmingsplan 'Kom Woudrichem-Oudendijk - Gasleiding Middelvaart 2015' Volgnr Corsa kenmerk / 15.

Vaststellen bestemmingsplan 'Kom Woudrichem-Oudendijk - Gasleiding Middelvaart 2015' Volgnr Corsa kenmerk / 15. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Kom Woudrichem-Oudendijk - Gasleiding Middelvaart 2015' Volgnr. 2015-023 Corsa kenmerk 15.0006401 / 15.0006401 Portefeuillehouder Ambtenaar Afdeling wethouder I.

Nadere informatie

1. Beslispunten De gemeenteraad Gooise Meren stelt het postzegelbestemmingsplan Oudere Dorp Brinklaan 15ab vast.

1. Beslispunten De gemeenteraad Gooise Meren stelt het postzegelbestemmingsplan Oudere Dorp Brinklaan 15ab vast. Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 13443 De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen postzegelbestemmingsplan - Oudere Dorp Brinklaan 15ab Aan de raad, 1. Beslispunten De gemeenteraad

Nadere informatie

Dienstverleningsvisie Gemeente Woudenberg

Dienstverleningsvisie Gemeente Woudenberg Dienstverleningsvisie Gemeente Woudenberg 2016-2020 0 Inhoudsopgave Inleiding 2. Resultaat visie 2010-2015 2. Gebaseerd op onderzoeken en gesprekken 2. Van vaststelling tot realisatie 2. Toekomstbeeld

Nadere informatie

Team ROB. Ontwerp bestemmingsplan "Hoek Veldkampsteeg-Steginksweg, rood voor rood woning" Besluitenlijst d.d. d.d.

Team ROB. Ontwerp bestemmingsplan Hoek Veldkampsteeg-Steginksweg, rood voor rood woning Besluitenlijst d.d. d.d. Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Team ROB Ontwerp bestemmingsplan "Hoek Veldkampsteeg-Steginksweg, rood voor rood woning" 1- Notagegevens Notanummer 718179 Datum 21-6-2012 Programma: Ruimtelijke

Nadere informatie

Het bestemmingsplan legt gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden planologisch-juridisch

Het bestemmingsplan legt gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden planologisch-juridisch voorstel raad en raadsbesluit gemeente Landgraaf Programma ONDERWERP: Vaststelling bestemmingsplan Steenen Kruis. Raadsvoorstelnummer: 63 PROGRAMMA 2. Ruimte en Herstructurering Documentnummer: Landgraaf,

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Verordening jeugdhulp gemeente Bunnik 2015 en Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015

Raadsvergadering. Onderwerp Verordening jeugdhulp gemeente Bunnik 2015 en Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015 RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 30 oktober 2014 14-101 Onderwerp Verordening jeugdhulp gemeente Bunnik 2015 en Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Bunnik 2015 Aan de raad, Onderwerp

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik 2014

Raadsvergadering. Onderwerp Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik 2014 RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 23 januari 2014 13-117 Onderwerp Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften gemeente Bunnik 2014 Aan de raad, Onderwerp Verordening Commissie voor de Bezwaarschriften

Nadere informatie

RAADSVERGADERING 29 SEPTEMBER NR. XI

RAADSVERGADERING 29 SEPTEMBER NR. XI RAADSVERGADERING 29 SEPTEMBER NR. XI 2016 Aan de leden van de Raad Aan de wethouders en de secretaris Hierbij nodig ik u uit voor een Openbare Raadsvergadering op donderdag 29 september 2016 om 19.30 uur

Nadere informatie

Artikel 34 In dit artikel zijn nu alle nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven geregeld. Er staan geen verwijzingen naar andere bestemmingen in.

Artikel 34 In dit artikel zijn nu alle nevenactiviteiten bij agrarische bedrijven geregeld. Er staan geen verwijzingen naar andere bestemmingen in. Raadsvoorstel ^ _ Gemeente w e III K B tl l K Usselstein Aan de raad van de gemeente Usselstein Zaaknummer "142784 Programma : Woon- en leefomgeving Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. H.C.V. Veldhuijsen

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Datum: Portefeuillehouder: 19 september 2017 Krieger Domein / Team: Ruimtelijk/ projectmanagement Behandeld door: P. Hania NIET OPENBAAR Onderwerp:

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 8-08-2006 Onderwerp: Voortgang procedures 'het Wapen van Utrecht'. Conceptbesluit: Samenvatting: - kennis te nemen van de ingediende

Nadere informatie

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing?

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? ' ř Gemeente fi Bergen op Zoom Voorlegger I Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam

Nadere informatie

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch. Informerende Commissie. Bespreken.

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch. Informerende Commissie. Bespreken. Raad VOORBLAD Onderwerp IJsbaan Ruurlo Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en Economisch Domein Informerende Commissie

Nadere informatie

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken.

Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein. Informerende Commissie. Bespreken. Raad VOORBLAD Onderwerp IJsbaan Ruurlo Agendering Commissie Bestuurlijk Domein Gemeenteraad Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en Economisch Domein Informerende Commissie

Nadere informatie

Onderwerp Deregulering afgeven (algemene) verklaring van geen bedenkingen weigeren omgevingsvergunning - Besluitvormend

Onderwerp Deregulering afgeven (algemene) verklaring van geen bedenkingen weigeren omgevingsvergunning - Besluitvormend BESLUIT OPSCHRIFT Vergadering van 1 november 2016 bestemd voor de gemeenteraad Besluit nummer: 2016_BW_00825 Onderwerp Deregulering afgeven (algemene) verklaring van geen bedenkingen weigeren omgevingsvergunning

Nadere informatie

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Zienswijzenrapport 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01 Inhoudsopgave Zienswijzen 3 1. Inleiding 3 2. De ontvankelijkheid van zienswijzen 3 3. Overwegingen

Nadere informatie

Raadsvergadering. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI)

Raadsvergadering. Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI) RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17-12-2015 15-097 Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst Werk en Inkomen (GR RDWI) Aan de raad, Onderwerp Gemeenschappelijke Regeling Regionale Dienst

Nadere informatie

: Coördinatieregeling ruimtelijke besluiten. Beslispunt(en): 1. De coördinatieverordening Wro gemeente Woensdrecht vaststellen

: Coördinatieregeling ruimtelijke besluiten. Beslispunt(en): 1. De coördinatieverordening Wro gemeente Woensdrecht vaststellen Voorstel aan de Raad Onderwerp : Coördinatieregeling ruimtelijke besluiten Raadsvergadering : 26 juni 2013 Agendapunt : Portefeuillehouder : A.Th.S. van der Wijst Datum : 14 mei 2013 Bestuurlijk kader

Nadere informatie

Voorstel voor de Raad

Voorstel voor de Raad Voorstel voor de Raad Datum raadsvergadering : 31 januari 2013 Agendapuntnummer : I, punt 11 Besluitnummer : 737 Portefeuillehouder : Wethouder Mirjam Pauwels Aan de gemeenteraad Onderwerp: Wet aanscherping

Nadere informatie

Agenda en notulen. Publicatieblad openbare bekendmakingen gemeente Brummen. Datum: 5 juni 2013 Weeknummer: 23. Forum Ruimte 13 juni 2013

Agenda en notulen. Publicatieblad openbare bekendmakingen gemeente Brummen. Datum: 5 juni 2013 Weeknummer: 23. Forum Ruimte 13 juni 2013 Agenda en notulen Forum Ruimte 13 juni 2013 Op donderdag 13 juni 2013 vindt het forum Ruimte plaats. Locatie: Tjark Rikscentrum Eerbeek De onderwerpen die op de agenda staan: Vragenronde Ter kennisname

Nadere informatie

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan Centrum en omgeving t.b.v. nieuwbouw Vomar ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar SAMENVATTING Op 22 mei 2017 is door Trottoir Participaties B.V. (Hoorne Vastgoed) een verzoek om wijziging

Nadere informatie

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 10

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. 2. Voorstel. Agenda nr. 10 Raadsvoorstel Agenda nr. 10 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Buitengebied Someren, 2e partiële herziening, bedrijfswoningen Vlasakkers Soort: Besluitvormend Opsteller: W.J.H.M. van Soerland Portefeuillehouder:

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 02-11-2010 Onderwerp: Gevallen waarin geen verklaring van geen bedenkingen is vereist. Conceptbesluit: Samenvatting: Bijlagen: De raad

Nadere informatie

BESLUITENLIJST van de vergadering van het college van B&W d.d. 17 mei 2016

BESLUITENLIJST van de vergadering van het college van B&W d.d. 17 mei 2016 Nr. e160018552 Casenr. 16e0004127 BESLUITENLIJST van de vergadering van het college van B&W d.d. 17 mei 2016 Aanwezig: De heer A.A.J. Baars, burgemeester De heer mr. J. van den Bosch, wethouder De heer

Nadere informatie

Vastgesteld bestemmingsplan Groenvoorziening Klokkengietersstraat 2-96 te Venlo

Vastgesteld bestemmingsplan Groenvoorziening Klokkengietersstraat 2-96 te Venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp raadsnummer 2012 87 collegevergadering raadsvergadering fatale termijn programma portefeuillehouder Vastgesteld bestemmingsplan Groenvoorziening Klokkengietersstraat

Nadere informatie

Concept verslag en besluitenlijst vergadering algemeen bestuur RUD Drenthe

Concept verslag en besluitenlijst vergadering algemeen bestuur RUD Drenthe Concept verslag en besluitenlijst vergadering algemeen bestuur RUD Drenthe d.d. 30 november 2015 Aanwezig: gedeputeerde H. Jumelet Provincie Drenthe Wethouder H. Heijerman Gemeente Aa en Hunze wethouder

Nadere informatie

0 Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10)

0 Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10) Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10) Programma Stedelijke ontwikkeling B. Velthuis Samenvatting Het plangebied ligt centraal in stadsdeel Dukenburg,

Nadere informatie

Nota van zienswijzen Aanvragen omgevingsvergunning 1 e fase voor de activiteit gebruik Nuenen-West bouwveld A (artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder

Nota van zienswijzen Aanvragen omgevingsvergunning 1 e fase voor de activiteit gebruik Nuenen-West bouwveld A (artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder Nota van zienswijzen Aanvragen omgevingsvergunning 1 e fase voor de activiteit gebruik Nuenen-West bouwveld A (artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, onder 3 Wabo) Nuenen, 23 april 2014 corsanummer: 2014.07858

Nadere informatie

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Nee

Zijn in het voorstel één of meer van de volgende aspecten van toepassing? Nee Gemeente p Bergen op Zoom Voorlegger Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Contactpersoon Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummeren naam Toepassen gemeentelijke coördinatieregeling

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan 'Gastransportleiding' gemeente Peel en Maas / gemeente Venlo

Vaststelling bestemmingsplan 'Gastransportleiding' gemeente Peel en Maas / gemeente Venlo Raadsvoorstel venlo GEMEENTEBESTUUR onderwerp raadsnummer 2017 collegevergadering d.d. raadsvergadering d.d. fatale termijn programma portefeuillehouder Vaststelling bestemmingsplan 'Gastransportleiding'

Nadere informatie