Proefverslag 308. Inleiding. (proef VLA-30; PV-308; Y1991) auteurs: dr. W.A.G. Veen dr. A. Veldman drs. J. Veling ir. C.H.M. Smits.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Proefverslag 308. Inleiding. (proef VLA-30; PV-308; Y1991) auteurs: dr. W.A.G. Veen dr. A. Veldman drs. J. Veling ir. C.H.M. Smits."

Transcriptie

1 Proefverslag 308 VERGELIJKING VAN EEN INERTE MET EEN NIET-INERTE NSP-BRON TEN AANZIEN VAN FYSISCH- CHEMISCHE KENMERKEN VAN VOEDERS EN DARMINHOUD, ILEALE EN FECALE VERTEERBAARHEID EN MICROBIËLE ACTIVITEIT IN DE DARM VAN JONGE VARKENS (proef VLA-30; PV-308; Y1991) auteurs: dr. W.A.G. Veen dr. A. Veldman drs. J. Veling ir. C.H.M. Smits september 1991 Inleiding Recent zijn op De Schothorst een aantal proeven uitgevoerd, waarbij de betekenis van niet-zetmeel koolhydraten in de voeding van biggen en varkens een onderwerp van studie was. Onder niet-zetmeel koolhydraten (in het Engels: non starch polysaccharides = NSP) worden polysacchariden en oligosacchariden verstaan, die door de verteringsenzymen van het dier niet kunnen worden afgebroken. Deze verbindingen kunnen in meer of mindere mate door bacteriën in het spijsverteringskanaal worden gefermenteerd. Belangrijke niet-zetmeel koolhydraten zijn n, ß-glucanen, pentosanen en cellulose. NSP-bronnen die voornamelijk bestaan uit cellulose en lignine, zoals stro en zonnebloemzaaddoppen, worden blijkens eerder onderzoek door bacteriën uit het darmkanaal van varkens nauwelijks afgebroken. We noemen dit inerte NSP-bronnen. Zowel deze inerte NSP-bronnen als die welke door bacteriën gedeeltelijk worden gefermenteerd, kunnen bepaalde fysischchemische effecten hebben op het voeder of op de spijsbrij, zoals het binden van water. Zo heeft de eigenschap dat het in waterig milieu een gel vormt. Door gelvorming in de spijsbrij zijn de nutriënten voor de enzymen moeilijker bereikbaar. Dit zou tot een lagere verteerbaarheid kunnen leiden. Uit recent gepubliceerd onderzoek blijkt echter dat in de dunne darm al gedeeltelijk kan worden afgebroken door bacteriën. Uit de verteringsproef VLF-28 (PV-272) bleek dat de schijnbare ileale eiwit-verteerbaarheid lager was op een rantsoen rijk aan pulpen dan op een rantsoen waarin een vergelijkbare hoeveelheid ruwe celstof afkomstig was uit stro en zonnebloemdoppen. Dit zou kunnen worden toegeschreven aan celwandgebonden ruw eiwit, maar ook aan gedeeltelijke fermentatie van -achtige verbindingen in de dunne darm of aan de gelerende eigenschappen van deze stoffen. Ook aan het onderscheid tussen de verteerbaarheid van nutriënten in de dunne darm en die in het gehele maagdarmkanaal wordt steeds meer aandacht besteed. Om de verteerbaarheid in de dunne darm te meten staan ons in principe twee technieken ter beschikking. De dunne darminhoud kan worden bemonsterd via een fistel die aan het einde van de dunne darm, vlak voor de blinde darm, is aangebracht. Het is ook mogelijk om het einde van de dunne darm operatief aan te sluiten op het rectum, waardoor de dikke darm bij de passage van de spijsbrij wordt overgeslagen (ileorectostomie). In het hier beschreven experiment is gebruik gemaakt van de laatstgenoemde techniek. Als de dikke darm uitgeschakeld is, betekent dat nog niet dat er geen bacteriële fermentatieprocessen meer optreden. Ook in de dunne darm komen bacteriën voor. Daarom kunnen er ook in de dunne darm fermentatieproducten ontstaan, zoals vluchtige vetzuren, ammoniak en biogene aminen. De laatste ontstaan door decarboxylering van aminozuren. Deze biogene aminen kunnen diverse effecten hebben. De belangrijkste zijn: beschadiging van de darmwand, ontregeling van de bloeddoorstroming van weefsels, en effecten op de bloeddruk en op het centrale zenuwstelsel. De vorming van deze biogene aminen was in deze proef ook een belangrijk punt van onderzoek.

2 Proefopzet Proefdoel Nagaan wat het effect is van een toevoeging van of stro aan een basisvoer op het waterbindend en zwellend vermogen van dat voer, op het waterbindend vermogen en de viscositeit van de chymus en op de ileale en fecale verteerbaarheid van nutriënten bij jonge varkens. Proefbehandelingen Drie intacte en twee IR-biggen (één IR-big viel vóór het begin van de proef uit) werden gedurende vier achtereenvolgende weken op verteringskooien gehouden. In die tijd doorliepen zij in verschillende volgorde drie proefbehandelingen. De beide IR-biggen startten op proefbehandeling A en doorliepen in de tweede en derde periode resp. behandeling B en C en behandeling C en B. Daarna volgden voor deze biggen na een kort verblijf in de stal nog een extra ronde op de controlebehandeling A. De intacte biggen doorliepen een Latijns vierkant (3 dieren, 3 periodes, 3 behandelingen). De aanloopperiode op de balanskooien bedroeg voor alle biggen vijf dagen. De tussenperiodes waren drie dagen en de periodes van mestverzameling waren zes dagen lang. De samenstelling van het basisvoer A is vermeld in tabel 1. Het voer van behandeling B bestond uit 97% basisvoer + 3% citrus en dat van behandeling C uit 95% basisvoer + 5% tarwestro. Omdat de absorptie van mineralen voor een groot gedeelte in de dikke darm plaatsvindt, kregen de IR-biggen extra mineralen opgelost in water toegediend. De samenstelling van dit mineralenmengsel is eveneens in tabel 1 vermeld. Tabel 1 Samenstelling van basisvoer en mineralenmengsel basisvoer A mineralen * % (g/l) aardappeleiwit 3,50 KCl 0,372 msa-weipoeder 6,00 CaCl2.6H2O 0,548 destructievet 0,60 MgCl2.6H2O 0,304 gerst 32,70 NaCl 5,38 maïs, ontsloten 20,00 Na-acetaat.3H2O 6,80 sojaschroot (48% re) 13,40 tapioca (66%) 20,00 krijt 0,70 lys.+meth.-premix (394) 0,20 mono-ca-fosfaat 0,70 min./vit.-premix (232) 0,50 zout 0,20 diamol 1,50 * Wünsche e.a., Arch.Tierernährung, 37, 745 (1987) Ter compensatie van verlies aan de energie, die normaal via de vorming van vluchtige vetzuren in de dikke darm nog beschikbaar komt, kregen de IR-biggen ook een glucose-oplossing toegediend. Voer- en waterverstrekking De biggen kregen het voer in twee gelijke porties, 's morgens om 8.30 uur en 's middags om uur. De IR-biggen kregen de porties voer vermengd met 75 ml van een mineralenoplossing. Na elke voerbeurt kregen zij bovendien 500 ml van een glucoseoplossing (100 g/l) en als dat op was 2 l water. Deze laatste hoeveelheid werd geleidelijk verhoogd, zodat deze biggen steeds 1 l water meer kregen dan de intacte biggen. De intacte biggen kregen in het begin per dag 2 x 1,5 l water via de voerbak, vanaf de 12de dag 2 x 2 l en vanaf de 21ste dag 2 x 2,5 l. De drinknippels waren afgesloten. De dieren namen dus alleen overdag water op. De verstrekte hoeveelheid voer bedroeg 4 % van het geschatte lichaamsgewicht halverwege een proefperiode. De intacte biggen wogen aan het begin van de proef 28,2-28,7 kg en aan het einde 49,1-54,8 kg. De IR-biggen wogen aan het begin respectievelijk 34,8 en 38,1 kg en aan het einde 39,3 en 42,3 kg. Chymus- en mestverzameling en chemische analyse Van de intacte biggen werd de mest van dag en nacht verzameld. Van de IR-biggen werd alleen de 's nachts geproduceerde chymus

3 verzameld. Op één dag in de verzamelperiode werd overdag ml chymus apart verzameld en vermengd met 10% formalineoplossing. De helft van deze hoeveelheid werd direct ingevroren en de andere helft werd gevriesdroogd. In dit gevriesdroogde materiaal werd later het gehalte aan HCl-as en de biogene aminen bepaald. In het ingevroren materiaal werd na ontdooien het gehalte aan vluchtige vetzuren en droge stof bepaald. In de verse mest en verse chymus werden ds, re, rv, rc, ras, NSP, en HCl-as bepaald. In de chymus werden bovendien de ph, de viscositeit (na centrifugering) en het waterbindend vermogen bepaald. Het voer werd geanalyseerd op de gehaltes ds, re, rv, rc, ras, HCl-as, en NSP en op het zwelvermogen en het waterbindend vermogen voor en na enzymatische vertering met pepsine-hcl en pancreatine. Resultaten De resultaten van de analyse van de voeders zijn weergegeven in tabel 2. Tabel 2 Chemische samenstelling en fysische kenmerken van de voeders A B C basisvoer basisvoer basisvoer + 3% citrus- + 5% tarwestro vocht g/kg ruw eiwit g/kg ruw vet (B) g/kg ruwe celstof g/kg ruw as g/kg NSP* g/kg ** g/kg HCl-as g/kg 20,6 20,1 20,8 litergewicht g zwellend vermogen *** 1,5 2,4 1,8 waterbindend vermogen**** g/kg idem na enzymatische afbraak g/kg viscositeit in mpa/s 1,50 23,63 2,21 * NSP = niet-zetmeel polysacchariden ** Bepaald als galacturonzuur. *** Factoriële volumetoename na bevochtiging (gem. van 2, 4 en 6 uur op water staan). **** Toename van het vochtgehalte nadat de droge stof 24 uur bij 37 C met water was geïncubeerd. De gehaltes van het basisvoer kwamen zeer goed overeen met de verwachte waarden. Uit het gehalte in de voeders A en B kan worden berekend dat het preparaat ca. 477 g zuivere /kg, bepaald als galacturonzuur, bevatte. Na analyse van het preparaat zelf werd 420 g galacturonzuur/kg gevonden. Ook tarwestro bevat of althans de bouwsteen van, galacturonzuren. Uit de gehaltes in voer A en C werd voor stro een gehalte berekend van 70 g/kg. Door de toevoeging van stro steeg het gehalte NSP in het rantsoen. Volgens berekening bevatte het stro 564 g/kg. Verhoging van het gehalte van het voer leidde tot een verhoging van het litergewicht, het waterbindend vermogen, het zwellend vermogen en de viscositeit. Toevoeging van stro leidde alleen tot een verhoging van het waterbindend vermogen. Na een in vitro enzymatische vertering van het voer met behulp van pepsine en pancreatine, nam het waterbindend vermogen per kg droge stof toe. De verschillen tussen voer A enerzijds en B en C anderzijds werden dan kleiner. In tabel 3 zijn de verteringscoëfficiënten van de nutriënten voor de intacte dieren weergegeven (mestverteerbaarheid). Tabel 3 Verteringscoëfficiënten (fecaal) van de nutriënten A B C ksv

4 basisvoer basisvoer basisvoer +3% citrus- +5% tarwestro DS 85,54 86,04 80,75 2,97 RE 85,49 85,23 81,09 5,00 RV 77,66 77,43 75,02 5,18 RC 42,06 41,86 31,62 13,65 OK 93,27 93,67 90,42 1,60 NSP 60,05 64,91 47,71 5,07 OS 88,92 89,30 84,05 2,70 Toevoeging van citrus aan het basisvoer leidde niet tot een lagere verteerbaarheid van de nutriënten. De wezenlijk lagere verteerbaarheid van droge stof, organische stof, overige koolhydraten en NSP van voer C kan worden verklaard uit de onverteerbaarheid van stro zelf. In tabel 4 zijn de verteringscoëfficiënten op ileaal niveau weergegeven. Tabel 4 Verteringscoëfficiënten (ileaal) van de nutriënten A B C ksv basisvoer basisvoer basisvoer +3% citrus- +5% tarwestro DS 62,33 69,63 58,80 9,34 RE 62,59 69,61 63,93 14,67 RV 68,18 75,30 67,75 9,34 OK 73,18 78,62 71,02 6,30 - * - * 11,05** n.b. OS 66,84 73,66 63,48 8,04 * één of twee negatieve waarden ** gemiddelde van 2 waarnemingen De verteringscoëfficiënten van rc en NSP waren negatief. De verteringscoëfficiënt van werd 4x bepaald op behandeling A en 2x op B, resp. C. Alleen op behandeling C werden twee positieve verteringscoëfficiënten gevonden. Er waren significante verschillen tussen de verteerbaarheid van voer A, respectievelijk B en C. De fysische kenmerken van de chymus van de IR-biggen zijn weergegeven in tabel 5 en de parameters voor microbiële activiteit in tabel 6. De hoeveelheden vluchtige vetzuren en biogene aminen zijn weergegeven in relatie tot de opgenomen droge stof. Deze waarden worden beschouwd als een maatstaf voor de fermentatie van de spijsbrij. In verband met de negatieve werking die er van biogene aminen op de darmwand kan uitgaan, is ook de concentratie van deze stoffen in de chymus en in de droge stof van de chymus relevant. Deze concentraties zijn vermeld in tabel 7. Tabel 5 Fysische kenmerken van de chymus A B C IR-big basisvoer basisvoer basisvoer nr. +3% citrus- +5% tarwestro waterbindend vermogen, g/kg viscositeit, 8 1,94 1,57 1,83 mpa/s 9 2,21 1,78 1,79 8 1, ,68 - -

5 Tabel 6 Fermentatieparameters in chymus (per kg opgenomen droge stof) A B C basisvoer basisvoer basisvoer +3% citrus +5% tarwestro Ph 6,17 6,15 * 6,42 azijnzuur, g 2,52 4,98 2,40 propionzuur, g 0,79 1,98 0,07 boterzuur, g 0,16 0,21 0,19 totaal vluchtige vetzuren 3,47 7,17 2,66 tyramine, mg 4,26 1,52 1,10 putrescine, mg 2,48 2,78 1,76 cadaverine, mg 3,62 2,70 3,08 histamine, mg 22,15 17,64 20,68 agmatine, mg 0,58 1,01 0,66 totaal biogene aminen 33,09 25,65 27,28 De meeste waarden zijn het gemiddelde van twee waarnemingen. * groot verschil in duplo: 6,72-5,58 Tabel 7 Concentratie van biogene aminen in de chymus A B C basisvoer in chymus basisvoer +3% citrus in chymus basisvoer +5% tarwestro in chymus os ds os ds os ds tyramine, mg/kg 1,4 12,0 0,5 4,5 0,3 2,6 putrescine, mg/kg 0,8 7,1 1,0 8,4 0,5 4,2 cadaverine, mg/kg 1,2 10,4 1,0 8,4 0,8 7,5 histamine, mg/kg 7,4 61,0 7,0 57,6 5,8 50,2 agmatine, mg/kg 0,2 1,6 0,4 3,2 0,2 1,6 totaal mg/kg 11,0 92,1 9,9 82,1 7,6 66,1 De chymus op behandeling B (voer met het meeste ) had een hoger waterbindend vermogen, maar geen hogere viscositeit. Bij alle behandelingen was er een sterk negatieve correlatie tussen WBV en viscositeit van de chymus (r=-0,96). Uit tabel 6 blijkt verder dat het voer met citrus tot meer fermentatieproducten in de dunne darm in de vorm van vluchtige vetzuren leidde dan het basisvoer of het voer met stro. Er was echter geen verschil in de productie van biogene aminen. Discussie In proef VLF-28 (PV-272) was de ileale eiwitverteerbaarheid van een voer met citrus- en bietenpulp punten lager en de fecale eiwitverteerbaarheid 8-10 punten lager vergeleken met een zetmeelrijk controlevoer. De lagere verteerbaarheid zou kunnen worden toegeschreven aan het hogere ruwe celstofgehalte van het voer, maar extra ruwe celstof uit stro en zonnebloemdoppen had een veel minder negatief effect. Daarom werd verondersteld dat de lagere verteerbaarheid vooral moest worden toegeschreven aan het feit dat een deel van het ruw eiwit was vervangen door slecht verteerbaar celwandgebonden eiwit. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de uit citruspulp en bietenpulp negatief had gewerkt door gelvorming in de dunne darm. De onderhavige proef geeft daarvoor echter geen aanwijzingen, want de viscositeit van de vloeistoffase in de dunne darm was bij de behandeling met citrus niet hoger dan op de controlebehandeling (tabel 5). Ook is het mogelijk dat -achtige verbindingen in de dunne darm al in belangrijke mate door bacteriën worden benut, waarbij bacterieel eiwit ontstaat. Dit leidt dan tot een daling van de schijnbare ileale eiwitverteerbaarheid. In deze proef kon echter geen afname van enige betekenis van de hoeveelheid opgenomen in de dunne darm worden waargenomen. Het feit dat enkele malen meer in de dunne darm werd gevonden dan van het voer afkomstig kon zijn, is mogelijk het gevolg van extra mucineproductie door de darmwand. Ook in mucine komen galacturonzuren voor. Dit heeft een negatieve invloed op de schijnbare verteerbaarheid. Het is dus mogelijk dat ook op behandeling B enige werkelijke vertering van door micro-organismen

6 heeft plaatsgehad. In het algemeen moet worden opgemerkt dat waarnemingen aan slechts twee proefdieren te beperkt is om tot duidelijke conclusies te kunnen komen. Er was ook geen negatief effect op de schijnbare ileale eiwitverteerbaarheid (tabel 4). Dat er toch wel enige bacteriële fermentatie op rantsoen B heeft plaatsgevonden, kan worden geconcludeerd uit de iets verhoogde productie van vluchtige vetzuren (tabel 6). Het relatieve aandeel van azijnzuur in de vluchtige vetzuren steeg. Dit is in overeenstemming met literatuurgegevens. In de mest werd geen bepaald, maar wel niet-zetmeel koolhydraten (NSP). Aangezien mag worden aangenomen dat de NSPfractie in ruwe voor 100% uit (= galacturonzuur) bestaat, kon de fecale verteerbaarheid van citrus in voer B worden geschat. Deze kwam uit op ongeveer 100%. Albers (1975) en Den Hartog et al. (1988) vonden verteringscoëfficiënten van respectievelijk 96,5 en 92%. Wittenburg et al. (1990) vonden voor appel en voor suikerbieten resp. een verteringscoëfficiënt van 78 en van 93. Zij vonden in een experiment met IR-biggen echter ook een vrij hoge ileale verteerbaarheid, namelijk respectievelijk 42 en 53%. In geen van de geraadpleegde literatuurbronnen is sprake van citrus zoals die door ons werd gebruikt. Uit de genoemde en andere literatuurbronnen blijkt dat s van verschillende herkomst in uiteenlopende mate kunnen worden gefermenteerd. Dat wij geen verlaagde schijnbare fecale eiwitverteerbaarheid vonden, ondanks het feit dat de citrus kennelijk volledig in de einddarm werd gefermenteerd, is enigszins onverwacht. Albers (1975) vond onder invloed van wel een verhoogde fecale uitscheiding van eiwit en ook van vet en ruwe celstof. Pectinetoevoeging had geen verhoging van de viscositeit van de darmchymus tot gevolg. Dit had wel verwacht mogen worden, omdat kennelijk nauwelijks werd gefermenteerd. Wel werd een iets hoger waterbindend vermogen gevonden, wat de passagesnelheid van de chymus kan verhogen. Toevoeging van tarwestro leidde niet tot een wezenlijke daling van de vertering van nutriënten op ileaal niveau. Wel was er een wezenlijk lagere fecale verteerbaarheid van droge stof, organische stof en overige koolhydraten. Ook deze resultaten zijn niet in overeenstemming met die van Den Hartog et al. (1988), die met 5% tarwestro wel een lagere ileale eiwitverteerbaarheid vonden. Zoiopoulos e.a. (1978) vonden dat gerstestro in varkensvoer de ileale en fecale organische stofvertering evenals de ileale N-vertering deed afnemen, maar niet de fecale N-vertering. Berekening leert dat de extra hoeveelheid ruwe celstof en NSP in de dikke darm niet werd gefermenteerd. Dit komt overeen met gegevens uit proef VLF-28. Het waterbindend vermogen en de viscositeit van de chymus was gemiddeld niet verschillend tussen een rantsoen met stro en de controlebehandeling. In de chymus konden diverse biogene aminen worden aangetoond. Behalve die in de tabel zijn vermeld, toonde het CIVO in de twee geanalyseerde monsters ook spermine, spermidine en phenylethylamine aan. Uit de data komt de tendens naar voren dat er minder biogene aminen worden gevormd bij stro (82 % t.o.v. controle) of (77 % t.o.v. controle) in het voer. Schneider e.a. (1989) vonden bij een voer met 7,5 ruwe celstof in vergelijking met 2,5 % ruwe celstof in de dunne darm een afname van de biogene aminevorming met 40 %. Zij schreven dit toe aan een gewijzigde fermentatie, in die zin dat meer fermenteerbare vezelresten als energiedrager beschikbaar zijn en aldus meer aminozuren in microbieel eiwit worden ingebouwd i.p.v. gedecarboxyleerd. In onze proef bevatte alleen het voer met tarwestro meer ruwe celstof dan het controlevoer. Er wordt wel verondersteld dat de vorming van aminen, die een basisch karakter hebben, toeneemt bij toenemende productie van vluchtige vetzuren. Hierdoor zou een phdaling, die ongunstig is voor een aantal bacteriesoorten, gedeeltelijk kunnen worden gecompenseerd. Dit werd niet bevestigd door de resultaten van behandeling B, waar een hogere vluchtige vetzurenproductie gepaard ging met een lagere productie van biogene aminen in vergelijking met behandeling A (tabel 6). Van de bepaalde aminen vertoonde histamine veruit de hoogste concentratie in de chymus (tabel 7). Alhoewel over de fysiologische effecten van biogene aminen al veel bekend is, kan op dit moment nog niets worden gezegd over de gezondheidsrisico's voor de big in relatie tot een gegeven concentratie in de chymus. Dit te meer omdat de aminen ook door de darm kunnen worden geabsorbeerd en daarna pas een negatief effect kunnen hebben. Wel is het aannemelijk dat op de behandeling met de hoogste concentratie aminen in de chymus ook de meeste aminen zijn geabsorbeerd. Op de behandeling met stro was de concentratie van de biogene aminen in de chymus lager dan op de beide andere behandelingen. Samenvatting en conclusies Er werd gedurende vier weken een verteringsproef uitgevoerd met drie intacte en twee ileorectostomie biggen, die achtereenvolgens in verschillende volgorde drie proefvoeders kregen. De intacte biggen wogen aan het begin van de proef gemiddeld 28,5 kg en aan het einde 52 kg. De IR-biggen wogen gemiddeld 36, respectievelijk 41 kg. De proefvoeders bestonden uit een basisvoer van granen, tapioca, sojaschroot, aardappeleiwit en msa-weipoeder en mengsels van respectievelijk 97% basisvoer + 3% citrus en 95% basisvoer + 5% tarwestro. Bij beide soorten biggen werd de verteerbaarheid van de nutriënten bepaald en bij de IR-biggen ook de productie van vluchtige vetzuren en biogene aminen in de dunne darm. - Citrus gedroeg zich in deze proef volledig indifferent. Er was geen nadelig effect op de vertering van de nutriënten op ileaal noch op fecaal niveau. Pectine werd, in tegenstelling met literatuurgegevens over appel, op ileaal niveau nauwelijks gefermenteerd. In de dikke darm werd het volledig gefermenteerd. - Tarwestro had geen negatief effect op de vertering van nutriënten in de dunne darm. De fracties NSP en RC werden ook in de dikke darm niet gefermenteerd.

7 - Het waterbindend vermogen van de chymus op de behandeling met nam toe, maar de viscositeit niet. Op de behandeling met stro nam het waterbindend vermogen iets minder toe. - De productie van vluchtige vetzuren in de dunne darm bij de IR-biggen was op de behandeling met hoger dan op de controlebehandeling of de behandeling met stro. Dit wijst er op dat er enige fermentatie van citrus in de dunne darm plaatsvond. - Er waren geen verschillen van betekenis in de productie van biogene aminen per kg opgenomen droge stof.

De Weende-analyse bij veevoeding. Scheikunde voor VE41, Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans

De Weende-analyse bij veevoeding. Scheikunde voor VE41, Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE41, 2017-2018 Auteur: E. Held; bewerkt : door H. Hermans Weende-analyse: DS-gehalte Droge stof (DS): Het materiaal dat overblijft als, door verwarming

Nadere informatie

Proefverslag 350 VERLAGING VAN HET RUW EIWITGEHALTE IN VOEDER VOOR LACTERENDE ZEUGEN. Inleiding. Proefopzet Proefdieren. Proefbehandelingen lactatie

Proefverslag 350 VERLAGING VAN HET RUW EIWITGEHALTE IN VOEDER VOOR LACTERENDE ZEUGEN. Inleiding. Proefopzet Proefdieren. Proefbehandelingen lactatie Proefverslag 350 VERLAGING VAN HET RUW EIWITGEHALTE IN VOEDER VOOR LACTERENDE ZEUGEN (proef VFB-31; PV-350; Y1992) december 1992 auteurs: ir. C.H.M. Smits dr. ir. P.J. van der Aar Inleiding Het systeem

Nadere informatie

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding

2.2 De Weende-analyse bij veevoeding 2.2 De Weende-analyse bij veevoeding Scheikunde voor VE31-VE41, 2018-2019 Auteur: E. Held; bewerkt door H. Hermans : Hoofdstuk 2 De Weende-analyse (presentatie) 1 Bij het oprispen boeren komt methaan (CH4)

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 106 Samenvatting Samenvatting Actieve sportpaarden krijgen vaak vetrijke rantsoenen met vetgehalten tot 130 g/kg droge stof. De toevoeging van vet verhoogt de energiedichtheid van voeders.

Nadere informatie

HET EFFECT VAN SEMI-AD LIBITUM TROGVOEDERING EN AD LIBITUM BRIJBAKVOEDERING MET SLACHTVARKENSVOEDER EW 1,10 OF EW 1,03

HET EFFECT VAN SEMI-AD LIBITUM TROGVOEDERING EN AD LIBITUM BRIJBAKVOEDERING MET SLACHTVARKENSVOEDER EW 1,10 OF EW 1,03 Proefverslag 322 HET EFFECT VAN SEMI-AD LIBITUM TROGVOEDERING EN AD LIBITUM BRIJBAKVOEDERING MET SLACHTVARKENSVOEDER EW 1,10 OF EW 1,03 (proef VMC-31; PV-322; Y1992) auteur: ir. C.H.M. Smits februari 1992

Nadere informatie

Proefverslag 349. Inleiding. VOEDERPROEF PSC-31 Doel van de proef. (voederproef PSC-31 en verteringsproef LPD-31; PV-349; Y1992) oktober 1992

Proefverslag 349. Inleiding. VOEDERPROEF PSC-31 Doel van de proef. (voederproef PSC-31 en verteringsproef LPD-31; PV-349; Y1992) oktober 1992 Proefverslag 349 HET EXPANDEREN EN/OF PELLETEREN VAN SLACHTKUIKENVOEDERS EN HET VERWERKEN VAN EEN TECHNOLOGISCH BEHANDELD RAAPZAAD/ PAARDEBONENMENGSEL IN SLACHTKUIKENVOEDERS (voederproef PSC-31 en verteringsproef

Nadere informatie

Een vergelijking van vismelen door opname in biggenvoeders op basis van geselecteerde kwaliteitscriteria

Een vergelijking van vismelen door opname in biggenvoeders op basis van geselecteerde kwaliteitscriteria Proefverslag 527 Een vergelijking van vismelen door opname in biggenvoeders op basis van geselecteerde kwaliteitscriteria (proef VOC38; projectcode VO955; PV527; Y1999) auteurs: dr. A. Veldman ir. G.J.

Nadere informatie

Proefverslag 500. Het effect van het EW-gehalte en het FK-niveau op de NH 3 -emissie bij vleesvarkens, geschat via metingen op balanskooien

Proefverslag 500. Het effect van het EW-gehalte en het FK-niveau op de NH 3 -emissie bij vleesvarkens, geschat via metingen op balanskooien Proefverslag 500 Het effect van het EW-gehalte en het FK-niveau op de NH 3 -emissie bij vleesvarkens, geschat via metingen op balanskooien (fase 4 van BTOC-project SBC 95019) (proef LVE-37, projectcode

Nadere informatie

Energie WAARDERING. Voederwaarde bepaling 26/09/2018

Energie WAARDERING. Voederwaarde bepaling 26/09/2018 VAKGROEP VOORTPLANTING VERLOSKUNDE EN BEDRIJFSDIERGENEESKUNDE FACULTEIT DIERGENEESKUNDE UNIVERSITEIT GENT Voederwaarde bepaling Jenne De Koster, Geert Opsomer, Miel Hostens Energie WAARDERING Het hechten

Nadere informatie

Proefverslag 364 KWALITEITSBEOORDELING VAN VISMEEL. Inleiding. (proef LAB-30; PV-364; Y1993)

Proefverslag 364 KWALITEITSBEOORDELING VAN VISMEEL. Inleiding. (proef LAB-30; PV-364; Y1993) Proefverslag 364 KWALITEITSBEOORDELING VAN VISMEEL (proef LAB-30; PV-364; Y1993) auteurs: ir. G.J. Borggreve dr. A. Veldman ir. C.H.M. Smits juni 1993 Inleiding Vismeel kan aanzienlijk variëren in kwaliteit.

Nadere informatie

trefwoorden: vismeel, vismeelkwaliteit, eiwitverteerbaarheid, biogene aminen, aminozuren, versheid, droogtemperatuur, productiewijze

trefwoorden: vismeel, vismeelkwaliteit, eiwitverteerbaarheid, biogene aminen, aminozuren, versheid, droogtemperatuur, productiewijze Proefverslag 507 De waarde van verschillende vismeelkwaliteiten (proef VOE-37, projectcode VO95-5 ; PV-507; Y1998) auteurs: dr. A. Veldman ir. G.J. Borggreve november 1998 trefwoorden: vismeel, vismeelkwaliteit,

Nadere informatie

Proefverslag 348 HET EFFECT VAN FOLIUMZUUR OP DE REPRODUCTIVITEIT VAN ZEUGEN. Inleiding. (proef VFA-30; PV-348; Y1992) oktober 1992

Proefverslag 348 HET EFFECT VAN FOLIUMZUUR OP DE REPRODUCTIVITEIT VAN ZEUGEN. Inleiding. (proef VFA-30; PV-348; Y1992) oktober 1992 Proefverslag 348 HET EFFECT VAN FOLIUMZUUR OP DE REPRODUCTIVITEIT VAN ZEUGEN (proef VFA-30; PV-348; Y1992) oktober 1992 auteurs: ir. C.H.M. Smits dr.ir. P.J. van der Aar Inleiding Foliumzuur is een in

Nadere informatie

Invloed voeding op pensfermentatie in melkvee

Invloed voeding op pensfermentatie in melkvee Invloed voeding op pensfermentatie in melkvee André Bannink andre.bannink@wur.nl Animal Sciences Group Wageningen UR in samenwerking met : Jan Dijkstra, Lsg Diervoeding, Wageningen Universiteit Pensfermentatie

Nadere informatie

Optimale biggen voeding Hoe verteerd een big en hoe kan ik hem daarbij helpen?

Optimale biggen voeding Hoe verteerd een big en hoe kan ik hem daarbij helpen? Optimale biggen voeding Hoe verteerd een big en hoe kan ik hem daarbij helpen? Albert Timmerman Hoe kunnen we door middel van voer onze biggen helpen opnemen en verteren en daarmee de weerstand en resultaten

Nadere informatie

Proefverslag 433 SCREENING OF EMULSIFIERS. Screening van emulgatoren

Proefverslag 433 SCREENING OF EMULSIFIERS. Screening van emulgatoren Proefverslag 433 Screening van emulgatoren (proeven LPE-33, LPF-33 en PSL-33 ; PV-433; Y1995) auteurs: ir. C. Adams dr. W.A.G. Veen ir. C.H.M. Smits oktober 1995 trefwoorden: emulgatoren, vetvertering

Nadere informatie

De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem

De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem Proefverslag nr. 649 oktober 2004 auteur: dr. ir. W.M. van Straalen

Nadere informatie

Vergisting van eendenmest

Vergisting van eendenmest Lettinga Associates Foundation for environmental protection and resource conservation Vergisting van eendenmest Opdrachtgever: WUR Animal Sciences Group Fridtjof de Buisonjé Datum: 3 oktober 2008 Lettinga

Nadere informatie

Nieuw licht op het ontsluiten van granen

Nieuw licht op het ontsluiten van granen Nieuw licht op het ontsluiten van granen De basis voor goed biggenvoer ligt in een combinatie van hoogwaardige grondstoffen van constante kwaliteit. De behoefte aan een gedegen basis is alleen maar groter

Nadere informatie

Fundamenten rekenregels enterisch methaan

Fundamenten rekenregels enterisch methaan Fundamenten rekenregels enterisch methaan ( in de KringLoopWijzer ) André Bannink Wageningen Livestock Research Monitoren BKG emissies On-line meting CH 4 -emissie, onzeker op nationale schaal en op bedrijfsniveau,

Nadere informatie

De energiewaarde voor gerst wordt berekend op basis van de volgende chemische samenstelling (g/kg) en coëfficiënten:

De energiewaarde voor gerst wordt berekend op basis van de volgende chemische samenstelling (g/kg) en coëfficiënten: REKENVOORBEELDEN VOEDERWAARDEN VARKENS 1 Energiewaarde varkens: NEv en EW 1.1 Rekenvoorbeelden Ter verduidelijking van de energiewaardeberekening bij varkens zijn twee rekenvoorbeelden uitgewerkt. In deze

Nadere informatie

Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven

Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven Eiwitbehoeftes van zwarte soldatenvlieg larven Larven van de zwarte soldatenvlieg zijn in staat om heel wat verschillende reststromen om te zetten tot nutritionele biomassa. In het kader van de projecten

Nadere informatie

INVLOED VAN PENSVERZURING OP DE VOEROPNAME EN MELKPRODUCTIE EN MAATREGELEN OM PENSVERZURING TE VERHELPEN

INVLOED VAN PENSVERZURING OP DE VOEROPNAME EN MELKPRODUCTIE EN MAATREGELEN OM PENSVERZURING TE VERHELPEN SCH-2002-17 INVLOED VAN PENSVERZURING OP DE VOEROPNAME EN MELKPRODUCTIE EN MAATREGELEN OM PENSVERZURING TE VERHELPEN De fermentatie van voedermiddelen in de pens speelt een cruciale rol in de voorziening

Nadere informatie

Passagesnelheid (Kp) van deeltjes Gehalten aan verteerbare organische stof (VOS) van geplette tarwe, geplette gerst en tarwevlokken

Passagesnelheid (Kp) van deeltjes Gehalten aan verteerbare organische stof (VOS) van geplette tarwe, geplette gerst en tarwevlokken Voorstel in situ pensafbraakkarakteristieken voor de gemalen voedermiddelen gerst, tarwe, mais, triticale en rogge en voor geplette gerst, geplette tarwe, tarwevlokken en gemalen ontsloten mais, Inleiding

Nadere informatie

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren.

Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Aanmeldingsformulier voor proeven met gewervelde dieren. Secretariaat DEC Aanvrager: Afdeling: Titel dierproef: Practicum ANU30806: Invloed koolhydraten en vetten op de energiestofwisseling bij varkens

Nadere informatie

Machiel C. Blok Veevoederbureau Productschap Diervoeder. Achtergronden van het CVB DVE/OEB 2007 systeem voor melkvee

Machiel C. Blok Veevoederbureau Productschap Diervoeder. Achtergronden van het CVB DVE/OEB 2007 systeem voor melkvee Machiel C. Blok Veevoederbureau Productschap Diervoeder Achtergronden van het CVB DVE/OEB 2007 systeem voor melkvee Inleiding Opzet van de presentatie Opbouw DVE Chemische componenten en fracties in situ

Nadere informatie

Maïsrassenkeuze i.f.v. de voederkwaliteit

Maïsrassenkeuze i.f.v. de voederkwaliteit Maïsrassenkeuze i.f.v. de voederkwaliteit J. De Boever Studieavond voor de Veehouderij Oostkamp 6/02/2013 Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek Eenheid Dier www.ilvo.vlaanderen.be Beleidsdomein

Nadere informatie

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1

Voederwaarde-onderzoek Gras ingekuild Kuilkenner Excellent kuil 1 Onderzoek Onderzoek-/ordernummer: Datum verslag: 731267/002743994 22-07-2011 Oogstdatum: Datum monstername: Monster genomen door: Contactpersoon monstername: 16-05-2011 07-07-2011 Dick Huiberts: 0652002131

Nadere informatie

Het gebruik van DDGS bij vleesvarkens. Samenstelling (g/kg DS) Samenstelling (g/kg DS) Sam Millet. Studiedag Recent voedingsonderzoek op ILVO DIER

Het gebruik van DDGS bij vleesvarkens. Samenstelling (g/kg DS) Samenstelling (g/kg DS) Sam Millet. Studiedag Recent voedingsonderzoek op ILVO DIER tarwe milo/ maïs fermentatie Het gebrui van bij vleesvarens ethanol draf Sam Millet solubles Wet cae Ingedite solubles DGS Studiedag Recent voedingsonderzoe op ILVO DIER Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoe

Nadere informatie

Proefverslag 476. Effect van α-galactosiden op de technische resultaten van vleeskuikens

Proefverslag 476. Effect van α-galactosiden op de technische resultaten van vleeskuikens Proefverslag 476 Effect van α-galactosiden op de technische resultaten van vleeskuikens (proef PSF-36, projectcode PS94-2; PV-476; Y1997) auteurs dr. A. Veldman ir. A. Smulders ir. H. Enting juni 1997

Nadere informatie

Proefverslag 310 HET GESCHEIDEN VOEREN VAN SLACHTKUIKENOUDERDIEREN - TURBOVOER, MEEL, KRUIMEL. Inleiding. Proefopzet Doel van de proef

Proefverslag 310 HET GESCHEIDEN VOEREN VAN SLACHTKUIKENOUDERDIEREN - TURBOVOER, MEEL, KRUIMEL. Inleiding. Proefopzet Doel van de proef Proefverslag 310 HET GESCHEIDEN VOEREN VAN SLACHTKUIKENOUDERDIEREN - TURBOVOER, MEEL, KRUIMEL (proef PMB-29; Hypeco-II; PV-310; Y1991) auteurs: ir. H.P. Stappers dr. H.A. Vahl september 1991 Inleiding

Nadere informatie

In deze circulaire zal aandacht worden besteed aan maatregelen om deze ongewenste situaties te voorkomen of te beperken.

In deze circulaire zal aandacht worden besteed aan maatregelen om deze ongewenste situaties te voorkomen of te beperken. SCH-1996-20 DE INTERNE OF VOERGEBONDEN WARMTE VAN VARKENSVOEDERS Inleiding Van de energie die met het voer aan varkens wordt verstrekt komt een aanzienlijk deel vrij als warmte. Dit is de interne of voergebonden

Nadere informatie

Kwantificeren CH 4 reductie voerspoor: Rekenregels KringloopWijzer. André Bannink Wageningen UR Livestock Research

Kwantificeren CH 4 reductie voerspoor: Rekenregels KringloopWijzer. André Bannink Wageningen UR Livestock Research Kwantificeren CH 4 reductie voerspoor: Rekenregels KringloopWijzer André Bannink Wageningen UR Livestock Research Bestaande rekenregel : IPCC Tier 2 IPCC-Tier 2 : Volwassen herkauwers (geen feedlot) 6.5%

Nadere informatie

22/01/2013. Deel 1: Inleiding. Deel 2: Voeding -> hondenpoep. Invloed van voeding op hondenpoep Prof. Hesta Myriam Labo Dierenvoeding UGent

22/01/2013. Deel 1: Inleiding. Deel 2: Voeding -> hondenpoep. Invloed van voeding op hondenpoep Prof. Hesta Myriam Labo Dierenvoeding UGent Deel 1: Invloed van voeding op hondenpoep Prof. Hesta Myriam Labo Dierenvoeding UGent Deel 2: Voeding -> hondenpoep Inhoud 1. Natuurlijke voedingsgewoonten 2. Beschikbare voeders 3. Hoeveelheid voer Taxonomie

Nadere informatie

trefwoorden: vismeel, vismeelkwaliteit, eiwitverteerbaarheid, biogene aminen, aminozuren, versheid, droogtemperatuur, productiewijze.

trefwoorden: vismeel, vismeelkwaliteit, eiwitverteerbaarheid, biogene aminen, aminozuren, versheid, droogtemperatuur, productiewijze. Proefverslag 477 De waarde van verschillende vismeelkwaliteiten (proef VOE-35, projectcode VO95-5 ; PV-477; Y1997) auteurs: dr. A. Veldman ir. G.J. Borggreve juni 1997 trefwoorden: vismeel, vismeelkwaliteit,

Nadere informatie

Lezing Rijpaardenfokvereniging Limburg

Lezing Rijpaardenfokvereniging Limburg Lezing Rijpaardenfokvereniging Limburg Bijzonderheden spijsvertering paard Het paard: Produceert voortdurend maagzuur Is een lange duureter Heeft een zeer kleine maag Heeft relatief weinig zetmeelsplitsende

Nadere informatie

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN

HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN HUMUSZUREN ALS HULPMIDDEL VOOR DE OPTIMALISATIE VAN OPBRENGST EN KWALITEIT VAN RAAIGRAS BIJ VERMINDERDE BEMESTING Greet Verlinden, Thomas Coussens en Geert Haesaert Hogeschool Gent, Departement Biowetenschappen

Nadere informatie

Bewaarbaarheid van de kuil. Blgg

Bewaarbaarheid van de kuil. Blgg Bewaarbaarheid van de kuil Blgg Inhoud Kengetallen gemiddeld bedrijf Conservering Belang ds bij conservering Verloop conservering Ontstaan van broei Nieuw kengetal broeigevoeligheid Voorbeelden broei Maatregelen

Nadere informatie

Proefverslag 432 DAMAGE TO THE STOMACH WALL IN FATTENING PIGS. Maagwandbeschadigingen bij vleesvarkens

Proefverslag 432 DAMAGE TO THE STOMACH WALL IN FATTENING PIGS. Maagwandbeschadigingen bij vleesvarkens Proefverslag 432 Maagwandbeschadigingen bij vleesvarkens Proef I: Proef II: Effect van deeltjesgrootte op de technische resultaten en op de maagwandscore bij vleesvarkens (VMA-34; PV-432). Effect van deeltjesgrootte

Nadere informatie

Inschatten van nutriëntenbenutting via NIRS analyses

Inschatten van nutriëntenbenutting via NIRS analyses Inschatten van nutriëntenbenutting via NIRS analyses Louis Paternostre, Johan De Boever, Laid Douidah, Sam Millet 02/04/2019 Wat is NIRS? NIRS = Nabij infrarood reflectie spectroscopie Spectroscopie verwijst

Nadere informatie

KOOLHYDRAATSAMENSTELLING VOEDERMIDDELEN

KOOLHYDRAATSAMENSTELLING VOEDERMIDDELEN KOOLHYDRAATSAMENSTELLING VOEDERMIDDELEN In de voedermiddelen die aan landbouwhuisdieren worden vervoederd kunnen zeer veel verschillende koolhydraten voorkomen. In dit document wordt een toelichting gegeven

Nadere informatie

Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien

Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien Quinoa-GPS in het rantsoen voor melkkoeien Ronald Zom, Herman van Schooten en Ina Pinxterhuis Quinoa is een eenvoudig te telen gewas dat in korte tijd een hoge opbrengst geeft, goed te conserveren is en

Nadere informatie

Proefverslag 429. Zink in het dragende zeugenvoer ZINC IN FEED FOR PREGNANT SOWS

Proefverslag 429. Zink in het dragende zeugenvoer ZINC IN FEED FOR PREGNANT SOWS Proefverslag 429 Zink in het dragende zeugenvoer (proef VFD-33; PV-429; Y1995) auteurs: drs. A. Dirkzwager dr. A. Veldman september 1995 trefwoorden: Zink, huidconditie, zeugen, kleur, huidscore, Zn, plasmaspiegels,

Nadere informatie

Van maaien..tot inkuilen

Van maaien..tot inkuilen Van maaien..tot inkuilen Tijdstip van maaien Weersverwachtingen Voldoende RE in het gras 15 a 16% RE in basisrantsoen Meer maïs in het rantsoen hoger RE-gehalte in gras Voldoende suiker in het gras Minimaal

Nadere informatie

Koeienvoer klas 1. Werkboek: Koeienvoer klas 1

Koeienvoer klas 1. Werkboek: Koeienvoer klas 1 Koeienvoer klas 1 1 Inhoud Hoofdstuk 1: Verteringsstelsel van de koe... 3 1.1: Herkauwen en speeksel... 3 1.2: Magenstelsel... 5 1.3: Darmstelsel... 8 1.4: Verteringsstelsel kalf... 8 Hoofdstuk 2: Voedingsstoffen

Nadere informatie

Minpunten: bevat erg veel zetmeel; kan beperkend werken in een konijnenvoer

Minpunten: bevat erg veel zetmeel; kan beperkend werken in een konijnenvoer Voedermiddelen De volgende voedermiddelen zullen in dit document aan bod komen: gerst, maïs, tarwe, tarwegries/zemelen/kriel, tarwevoerbloem, tarweglutenvoermeel, ontvette palmpitten, ontvet raapzaad,

Nadere informatie

graskuil en snijmaïs en de invloed van stro-opname op de gehouden vleesvarkens P.A. Kemme, J.Th.M. van Diepen en A.W. Jongbloed!

graskuil en snijmaïs en de invloed van stro-opname op de gehouden vleesvarkens P.A. Kemme, J.Th.M. van Diepen en A.W. Jongbloed! Verteerbaarheid en voederwaarde van graskuil en snijmaïs en de invloed van stro-opname op de verteerbaarheid in biologisch gehouden vleesvarkens P.A. Kemme, J.Th.M. van Diepen en A.W. Jongbloed!"# $ %&'()(

Nadere informatie

De invloed van extra vitamine E, seleen en arseen op de humorale immuniteit en de technische resultaten bij slachtkuikens

De invloed van extra vitamine E, seleen en arseen op de humorale immuniteit en de technische resultaten bij slachtkuikens Proefverslag 290 De invloed van extra vitamine E, seleen en arseen op de humorale immuniteit en de technische resultaten bij slachtkuikens (2 proeven PSE-29 en PSC-30, PV-290; Y1990) auteurs: dr. H.A.

Nadere informatie

SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als

SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als 109 SAMENVATTING Technische mengsels van vetoplosbare polychloorbifenylen (PCBs) zijn gebruikt als vloeistof in transformatoren, condensatoren en als brandvertragers, vanwege hun thermostabiliteit, chemische

Nadere informatie

1.Interactie op-niveau x. 2.Dosis respons proef. MMM-4 Verminderen fosforverliezen bij vleeskuikens. Twee fosforexperimenten vleeskuikens 27/11/2013

1.Interactie op-niveau x. 2.Dosis respons proef. MMM-4 Verminderen fosforverliezen bij vleeskuikens. Twee fosforexperimenten vleeskuikens 27/11/2013 MMM-4 Verminderen fosforverliezen bij vleeskuikens 26 november, 2013 Marinus van Krimpen, Paul Bikker, Age Jongbloed Twee fosforexperimenten vleeskuikens 1.Interactie op-niveau x Ca/oP-verhouding x groeisnelheid

Nadere informatie

We gaan vooruit! Voeding en bigkwaliteit. Kennissessie biggenopfok maandag 7 december Albert Timmerman

We gaan vooruit! Voeding en bigkwaliteit. Kennissessie biggenopfok maandag 7 december Albert Timmerman We gaan vooruit! Voeding en bigkwaliteit Kennissessie biggenopfok maandag 7 december Albert Timmerman In 10 stappen naar kwaliteitsbiggen Stap 1 Eerste brandstof Biestopname: big moet 24 uur na geboorte

Nadere informatie

Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) balen juli. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) balen juli. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen Kuilkenner Grasbalen (afgesloten) Uw klantnummer: 2011239 H. Holman Markewg 17 9307 PC STEENBERGEN DR Eurofins Agro Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Johan de Vries: 0652002171 T klantenservice:

Nadere informatie

SAMENVATTING Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3.1 Hoofdstuk 3.2 Hoofdstuk 3.2 Hoofdstuk 3.3

SAMENVATTING Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3.1 Hoofdstuk 3.2 Hoofdstuk 3.2 Hoofdstuk 3.3 SAMENVATTING Gesproeidroogd bloedplasma, spray-dried animal plasma (SDAP), is een bijproduct van slachterijen. Het plasma dat verkregen is van geslachte varkens of runderen wordt gesproeidroogd en kan

Nadere informatie

TARWE INGEKUILD IN DRAF VERGELEKEN MET GEPLETTE TARWE EN

TARWE INGEKUILD IN DRAF VERGELEKEN MET GEPLETTE TARWE EN TARWE INGEKUILD IN DRAF VERGELEKEN MET GEPLETTE TARWE EN INGEKUILDE GEMALEN TARWE BIJ MELKVEE S. De Campeneere, J. De Boever, D. De Brabander Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) Eenheid

Nadere informatie

Koeienvoer klas 1 WERKBOEK

Koeienvoer klas 1 WERKBOEK Koeienvoer klas 1 WERKBOEK 1 Inhoud Hoofdstuk 1: Verteringsstelsel van de koe... 3 1.1: Herkauwen en speeksel... 3 1.2: Magenstelsel... 5 1.3: Darmstelsel... 8 1.4: Verteringsstelsel kalf... 8 Hoofdstuk

Nadere informatie

Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding?

Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding? Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding? Ant Koopmans Wilfried van Straalen Gezonde Melkveehouderij, Zwolle, 15-01-14 Indeling Fosfor huishouding en behoefte Effect van laag P: Korte termijn:

Nadere informatie

Fipronil: onderzoeken en bevindingen tot nu toe

Fipronil: onderzoeken en bevindingen tot nu toe Guillaume Counotte, Ruth Bouwstra, Christiaan ter Veen, Jeanine Wiegel (GD) Kijk voor de laatste updates op: www.gddiergezondheid.nl/fipronil Fipronil: onderzoeken en bevindingen tot nu toe Aan het begin

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 119 120 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft onderzoek naar de voorziening met essentiële vetzuren van gespeende biggen. Gewervelde dieren hebben in de voeding de essentiële vetzuren linolzuur

Nadere informatie

Voorlopige lijst maatregelen stoppersregeling Actieplan Ammoniak Veehouderij. Toelichting:

Voorlopige lijst maatregelen stoppersregeling Actieplan Ammoniak Veehouderij. Toelichting: Voorlopige lijst maatregelen stoppersregeling Actieplan Ammoniak Veehouderij Rijk-IPO-VNG-werkgroep Actieplan Ammoniak Veehouderij, 6 juli 12 Toelichting: De lijst is een voorlopige lijst, in die zin dat

Nadere informatie

Voorbeeld. Stichting Biomentor. Advies Voorbeeld

Voorbeeld. Stichting Biomentor. Advies Voorbeeld Voorbeeld Advies Voorbeeld Stichting Biomentor Visueel: Stengelig met veel wel variatie, veel tinten groen, (rondvormige) bloemhoofden, kruiden, lekkere (reukgras) geur, goede stengel/blad verhouding Vochtgehalte:

Nadere informatie

Stikstofretentie en -excretie door varkens; verschillen tussen beren en borgen

Stikstofretentie en -excretie door varkens; verschillen tussen beren en borgen Stikstofretentie en -excretie door varkens; verschillen tussen beren en borgen Commissie Deskundigen Meststoffenwet. Notitie opgesteld door Dr. P. Bikker, Livestock Research, Wageningen University Goedgekeurd

Nadere informatie

Grondstoffenlijst KDV

Grondstoffenlijst KDV Grondstoffenlijst KDV GRONDSTOFFENLIJST KDV // KETEN DUURZAAM VARKENSVLEES 2018 PAG. 2 Inhoud 1. Inleiding 2. Toepassing 2.1 Beoordelingscriteria 2.2 Mengvoer 2. Diercategorieën 2.4 Controle en certificering

Nadere informatie

Kringloopdenken. centraal. op elk melkveebedrijf! ir. Frank Verhoeven

Kringloopdenken. centraal. op elk melkveebedrijf! ir. Frank Verhoeven Kringloopdenken centraal op elk melkveebedrijf! ir. Frank Verhoeven Inhoud - Introductie - Duurzame melk en de kringloopwijzer - Wetgeving geeft weinig andere opties - Van kringloopwijzer naar kringloopboer!

Nadere informatie

Soycomil Soja-eiwitconcentraat

Soycomil Soja-eiwitconcentraat Soycomil Soja-eiwitconcentraat Algemeen Er zijn verschillende soja-eiwitconcentraten op de markt met onderling verschillende gehaltes aan eiwit en ruwe celstof. Soycomil is een hoogwaardige soja-eiwitconcentraat

Nadere informatie

Onder het begrip koolhydraten. Koolhydraten

Onder het begrip koolhydraten. Koolhydraten Koolhydraten gist Onder het begrip koolhydraten verstaan we alle moleculen die opgebouwd zijn uit koolstof, zuurstof en waterstof en die bepaalde chemische eigenschappen gemeenschappelijk hebben. Koolhydraten

Nadere informatie

De in vitro verteerbaarheid van gedroogde algen

De in vitro verteerbaarheid van gedroogde algen De in vitro verteerbaarheid van gedroogde algen De in vitro verteerbaarheid van gedroogde algen M.M. van Krimpen P.G. van Wikselaar P. Bikker Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen UR Livestock Research,

Nadere informatie

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling

Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Particles Matter: Transformation of Suspended Particles in Constructed Wetlands B.T.M. Mulling Zwevende stof vormt een complex mengsel van allerlei verschillende deeltjes, en speelt een belangrijke rol

Nadere informatie

Perspectief Kroos Toepassing diervoer. Gert Hemke Hemke Nutri Consult

Perspectief Kroos Toepassing diervoer. Gert Hemke Hemke Nutri Consult Perspectief Kroos Toepassing diervoer Gert Hemke Hemke Nutri Consult Agenda Kringloop : gebruik mest en stallucht Samenstelling kroos Basis voederwaarde Componenten met extra waarde Functionele activiteit

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting - voor niet ingewijden

Nederlandse samenvatting - voor niet ingewijden Nederlandse samenvatting - voor niet ingewijden Blootstelling aan contaminanten kan gebeuren door het inslikken van verontreinigde grond. Grond kan samen met voedsel ingenomen worden. Daarnaast krijgen

Nadere informatie

dieren, dan door een grotere activiteit per cel. In hoofdstuk 5 wordt de invloed van phenobarbital en methylcholanthreen beschreven.

dieren, dan door een grotere activiteit per cel. In hoofdstuk 5 wordt de invloed van phenobarbital en methylcholanthreen beschreven. SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een verslag gegeven van een aantal experimenten welke gedaan worden om te onderzoeken of er enzymhistochemische en/of andere morfologische criteria zqn te vinden

Nadere informatie

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof

BAM - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof - Bemonsterings- en analysemethodes voor bodem in het kader van het mestdecreet Bodem Bepaling van snel vrijkomende organische stikstof VERSIE 3.0 juni 2010 Pagina 1 van 5 BAM/deel 1/12 1 PRINCIPE Het

Nadere informatie

Droge stof gehalte (DM, Dry Matter) 100% - vocht. Het d.s. gehalte van deze partij is goed (91,3) Een DE gehalte 2.0 is goed

Droge stof gehalte (DM, Dry Matter) 100% - vocht. Het d.s. gehalte van deze partij is goed (91,3) Een DE gehalte 2.0 is goed Advies Voorbeeld voorbeeld Visueel: Dunne stengels, veel variatie in dikte, voldoende blad, veel variatie in kleur, iets teveel bruin, bloeiwijzen, reukgras, weinig zaadhoofden, Stichting Biomentor URL

Nadere informatie

Juiste bepaling van kuildichtheden t.b.v. voorraadberekening voor BEX en BEP Samenvatting van het onderzoek

Juiste bepaling van kuildichtheden t.b.v. voorraadberekening voor BEX en BEP Samenvatting van het onderzoek Juiste bepaling van kuildichtheden t.b.v. voorraadberekening voor BEX en BEP Samenvatting van het onderzoek Herman van Schooten, Wageningen UR Livestock Research Gerard Abbink, BlggAgroXpertus December

Nadere informatie

Verteerbaarheid en voederwaarde van eiwitrijke grondstoffen bij biologische biggen

Verteerbaarheid en voederwaarde van eiwitrijke grondstoffen bij biologische biggen Verteerbaarheid en voederwaarde van eiwitrijke grondstoffen bij biologische biggen voor biologische agroketens C.M.C. van der Peet-Schwering G.P. Binnendijk J. Th. M. van Diepen Colofon In Nederland vindt

Nadere informatie

Grondstoffenlijst KDV

Grondstoffenlijst KDV Grondstoffenlijst KDV GRONDSTOFFENLIJST KDV // KETEN DUURZAAM VARKENSVLEES 2018 PAG. 2 Inhoud 1. Inleiding 2. Toepassing 2.1 Beoordelingscriteria 2.2 Mengvoer 2. Diercategorieën 2.4 Controle en certificering

Nadere informatie

4.1 Voederwaarderingssystemen voor paarden en pony s

4.1 Voederwaarderingssystemen voor paarden en pony s 4 Paarden en pony s 4.1 Voederwaarderingssystemen voor paarden en pony s Sinds januari 2005 zijn voor paarden en pony s twee officiële CVB systemen van kracht, een netto energiesysteem (met als kengetal

Nadere informatie

Niet-technische samenvatting 2015132-2. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project

Niet-technische samenvatting 2015132-2. 1 Algemene gegevens. 2 Categorie van het project Niet-technische samenvatting 2015132-2 1 Algemene gegevens 1.1 Titel van het project Het ontwikkelen van voeders en voersupplementen die de gezondheid van varkens ondersteunen. 1.2 Looptijd van het project

Nadere informatie

Supplementen. voeding. Steeds vaker zie ik rantsoenen waar een hele serie. supplementen aan is toegevoegd. De reden voor het gebruik

Supplementen. voeding. Steeds vaker zie ik rantsoenen waar een hele serie. supplementen aan is toegevoegd. De reden voor het gebruik Supplementen Steeds vaker zie ik rantsoenen waar een hele serie supplementen aan is toegevoegd. De reden voor het gebruik van supplementen is vaak onvrede over de gezondheid, de conditie of de prestaties

Nadere informatie

In dit deel van de bronnenbundel wordt eerst het verteringsstelsel van koeien beschreven. Daarna wordt het verteringsstelsel van varkens beschreven.

In dit deel van de bronnenbundel wordt eerst het verteringsstelsel van koeien beschreven. Daarna wordt het verteringsstelsel van varkens beschreven. Spijsvertering In dit deel van de bronnenbundel wordt eerst het verteringsstelsel van koeien beschreven. Daarna wordt het verteringsstelsel van varkens beschreven. a. Spijsvertering rundvee Als je goed

Nadere informatie

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet Balen 73 x. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet Balen 73 x. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen Voederwaardeonderzoek Grasbalen (afgesloten) Voeding compleet Uw klantnummer: 2704803 D. Oosterhof Het Zuid 53 9203 TC DRACHTEN Eurofins Agro Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Sipke Nijboer:

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Samenvatting Men schat dat in 2005 ongeveer 40.000 mensen in Nederland een nieraandoening hadden. Hiervan waren ruim 5500 patiënten afhankelijk van dialyse. Voor dialysepatiënten

Nadere informatie

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1 Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman Saalland Advies 1 Wat ga ik vertellen? Wie ben ik? Wat is het? Eigen stappen Tips Vragen Saalland Advies 2 Introductie Akkerbouwbedrijf

Nadere informatie

CALM DIET VOOR DE KAT

CALM DIET VOOR DE KAT Wanneer uw kat last heeft van stress of een stressvolle situatie wordt verwacht, kan uw dierenarts een speciale dieetvoeding voorschrijven. Calm Diet van Royal Canin is speciaal ontwikkeld voor katten

Nadere informatie

Optimale voeding. Hoe verteerdeenbig en hoe kanikhem daarbij helpen. Albert Timmerman

Optimale voeding. Hoe verteerdeenbig en hoe kanikhem daarbij helpen. Albert Timmerman Optimale biggen voeding Hoe verteerdeenbig en hoe kanikhem daarbij helpen Albert Timmerman Wat zien we in praktijk? Veel gezondheidsproblemen (Verterings-)diarree Streptococcen Plotse sterfte Oornecrose

Nadere informatie

Ruwvoer Visie. Piet Riemersma

Ruwvoer Visie. Piet Riemersma Piet Riemersma riemersma@iperen.com 2016 Procesmanagement: de schakels in het ruwvoerproces Bodem Structuur Textuur Org.stof ph Bodemleven Werking mest- Stoffen Uitspoeling Bemesting Macro Micro Vormen

Nadere informatie

suis bij biggen via voeding

suis bij biggen via voeding Bestrijding van Streptococcus suis bij biggen via voeding Carola van der Peet-Schwering, Nienke Dirx, Rudolf Raymakers Overzicht presentatie Aanleiding onderzoek Doel Opzet onderzoek Resultaten Conclusies

Nadere informatie

Van dit product worden onderstaand allereerst de gehalten van de benodigde componenten weergegeven:

Van dit product worden onderstaand allereerst de gehalten van de benodigde componenten weergegeven: REKENVOORBEELDEN VOEDERWAARDEN HERKAUWERS 1 Energiewaarde herkauwers: VEM en VEVI In het rekenvoorbeeld voor de VEM-en VEVI waarde voor herkauwers wordt uitgegaan van een willekeurige partij palmpitschilfers

Nadere informatie

Proefverslag 351 VOERSTRATEGIEËN VOOR HET MESTEN VAN LAMMEREN. Inleiding. Proefopzet Proefdoel. Proefbehandelingen. (proef SVA-32: PV-351; Y1992)

Proefverslag 351 VOERSTRATEGIEËN VOOR HET MESTEN VAN LAMMEREN. Inleiding. Proefopzet Proefdoel. Proefbehandelingen. (proef SVA-32: PV-351; Y1992) Proefverslag 351 VOERSTRATEGIEËN VOOR HET MESTEN VAN LAMMEREN (proef SVA-32: PV-351; Y1992) december 1992 auteur: ir. J.J. Heeres-van der Tol Inleiding In de eerste lammerenproef (SVA-31), uitgevoerd in

Nadere informatie

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten

Dia 1. Dia 2 Wat is voeding: Dia 3. Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema. Koolhydraten Dia 1 Voeding - Alles over voeding - Voeding in de praktijk - Voedingsschema Dia 2 Wat is voeding: Voeding = alle organische stoffen die je als mens of organisme nodig hebt om energie op te wekken in je

Nadere informatie

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT

ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT ONDERZOEK NAAR DE WATERKWALITEIT Naam: Klas: Datum: 1 Situering van het biotoop Plaats: Type water: vijver / meer / ven / moeras/ rivier / kanaal / poel / beek / sloot / bron Omgeving: woonkern / landbouwgebied

Nadere informatie

Mijn kat heeft darmproblemen wat nu?

Mijn kat heeft darmproblemen wat nu? TROVET Intestinal, volledig, licht verteerbaar, hypoallergeen dieetvoeder voor katten ter ondersteuning van het maagdarmstelsel Mijn kat heeft darmproblemen wat nu? betrouwbare en betaalbare dieetvoeding

Nadere informatie

Gezondheid en gefermenteerde voeders

Gezondheid en gefermenteerde voeders Gezondheid en gefermenteerde voeders OPNV Ede, 12 juni 2012 Ronald Scholten (Nutreco R&D) 1 Introductie 1993 1999 Proefstation Varkenshouderij Rosmalen project brijvoer en bijproducten 1997 2001 PhD Fermentation

Nadere informatie

KUNNEN VOEDERBIETEN PERSPULP VERVANGEN IN HET

KUNNEN VOEDERBIETEN PERSPULP VERVANGEN IN HET KUNNEN VOEDERBIETEN PERSPULP VERVANGEN IN HET MELKVEERANTSOEN? Daniël De Brabander en Sam De Campeneere Vlaamse overheid, Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek (ILVO) Eenheid Dier Alex De Vliegher

Nadere informatie

TC-CVB-15a Bijlage 7

TC-CVB-15a Bijlage 7 TC-15a Bijlage 7 Effect van het nieuwe NEv systeem 1 op de samenstelling van varkensvoeders 1. Inleiding Op verzoek van de CVB werkgroep Voeding en Voederwaardering Varkens en Pluimvee (VVVP) heeft CVB

Nadere informatie

Voeding. Voeding = eten

Voeding. Voeding = eten Voeding Voeding = eten Alle dieren en mensen moeten eten om in leven te blijven!! Goed voer is belangrijk voor een goede conditie Voeding Vitaminen Vit. A Vit. B 1-12 Vit. C Waar wordt het voer /eten voor

Nadere informatie

SKIN CARE DIET VOOR DE HOND

SKIN CARE DIET VOOR DE HOND SKIN CARE DIET VOOR DE HOND Voeding speelt een belangrijke rol bij de behandeling van huidaandoeningen. Vaak zal uw dierenarts daarom een speciale dieetvoeding voorschrijven, zoals Skin Care Diet van Royal

Nadere informatie

Lunchbijeenkomst DAP Horst

Lunchbijeenkomst DAP Horst Lunchbijeenkomst DAP Horst Hoe groeit een big? Hoe groeit S.Suis? 19 & 27 januari 2016 Merijn Veldkamp Denkavit Nederlands familiebedrijf (sinds 1929) Hoofdactiviteiten: Voeders voor jonge dieren (± 420.000

Nadere informatie

Kuilkenner Gras ingekuild kuilsilo 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen

Kuilkenner Gras ingekuild kuilsilo 2. Uw klantnummer: Eurofins Agro Postbus 170 NL AD Wageningen Kuilkenner Gras ingekuild kuilsilo 2 Uw klantnummer: 2011239 H. Holman Markewg 17 9307 PC STEENBERGEN DR Eurofins Agro Postbus 170 NL - 6700 AD Wageningen T monstername: Johan de Vries: 0652002171 T klantenservice:

Nadere informatie

Granen in de Melkveehouderij. Henk Woolderink/ Roy Berentsen 30 mei 2013

Granen in de Melkveehouderij. Henk Woolderink/ Roy Berentsen 30 mei 2013 Granen in de Melkveehouderij Henk Woolderink/ Roy Berentsen 30 mei 2013 Aandachtspunten Ontwikkelingen mestbeleid! Dreigend ruwvoeroverschot? Krachtvoervervangers! Projectmatig! Voedergewassen Eigen eiwit

Nadere informatie

1. Waarom hoeven herkauwers niet alle essentiële aminozuren via het voer op te nemen.

1. Waarom hoeven herkauwers niet alle essentiële aminozuren via het voer op te nemen. 2.4: Eiwitten 1. Waarom hoeven herkauwers niet alle essentiële aminozuren via het voer op te nemen. Plantaardige aminozuren worden door de pensmicroben omgezet in dierlijke aminozuren. 2. Hoe wordt het

Nadere informatie

Rapport: Fruitmix (mango/avocado) als voeder voor BSF larven. Thomas Spranghers VIVES

Rapport: Fruitmix (mango/avocado) als voeder voor BSF larven. Thomas Spranghers VIVES Rapport: Fruitmix (mango/avocado) als voeder voor BSF larven Thomas Spranghers VIVES Op vraag van een afvalverwerkend bedrijf werd een fruitmix onderzocht in het Insectlab. Over de samenstelling van deze

Nadere informatie