nr. 404 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 17 februari 2017 aan LIESBETH HOMANS Taalopleidingen NT2 - Aanbod voor nieuwkomers

Transcriptie

1 SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 404 van ROBRECHT BOTHUYNE datum: 17 februari 2017 aan LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING Taalopleidingen NT2 - Aanbod voor nieuwkomers Sommige van de werkzoekenden die bij VDAB zijn ingeschreven zijn de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig. Voor hen worden taalopleidingen aangeboden. Betreffende het taalbeleid voor nieuwkomers bestaan er verschillende instanties en organisaties: - Vanuit inburgering worden i.h.k.v. inburgeringstrajecten intakes gedaan voor NT2. - Ook de Huizen van het Nederlands doen intakes en verwijzen door naar opleidingscentra/vdab/centra voor volwassenenonderwijs (CVO). - Vanuit VDAB worden taalopleidingen gegeven - Vanuit CVO s worden taalopleidingen gegeven 1. Welke organisaties staan in voor de intakes van taalondersteuningsnood/taalopleidingen/opleidingsniveau? Hoeveel intakes voerden elk van deze organisaties in 2016? 2. Waren er in 2016 wachtlijsten die doorlopen moesten worden indien men als nieuwkomer een intake wenste/nodig had (bij de Huizen van het Nederlands of via een inburgeringstraject)? Graag totaal aantal en opdeling naar: a) organisaties waar de wachtlijst loopt; b) duurtijd van de wachtlijst. 3. Er werd gewerkt aan een versterkte samenwerking tussen de agentschappen en VDAB. Hoever staan deze en op welke vlakken zal de samenwerking nog geïntensifieerd worden? 4. Naargelang van het gezichtspunt is de berekening van de kostprijs van een opleiding NT2 op verschillende manieren verrekend. Hoe verhouden de kosten per opleiding van een VDAB NT2-opleiding zich t.a.v. deze bij een gelijkaardige opleiding bij een CVO/centrum voor basiseducatie (CBE)? 5. Indien wachtlijsten te lang worden, zou VDAB via tendering trajecten uitbesteden. a) Wat is de procedure ter zake? b) Hoeveel NT2-opleidingen werden er in 2016 uitbesteed? c) Aan wie werden zij doorgegeven?

2 d) Hoeveel bedroeg de kostprijs per opleiding als gevolg van het uitbesteden? 6. Projectmiddelen die via artikel 107 worden vooropgesteld, dienen om de CVO de kans te geven om ook tijdens de zomermaanden een aanbod NT2 in te richten. Welk zomeraanbod werd in 2016 aangeboden? Graag opsomming van aanbod en kostprijs. Inzake opleiding NT2 bij VDAB. 7. Hoeveel opleidingen NT2 werden in 2016 gestart bij VDAB? Globaal overzicht en opdeling naar: a) Gender 8. Hoeveel van de gestarte opleidingen NT2 bij VDAB werden (vroegtijdig) stopgezet in 2016? Graag overzicht per jaar en opdeling naar: a) Gender 9. Wat is de top 3 van redenen van stopzetting? Graag opgave per jaar. 10. Hoeveel gestarte opleidingen NT2 bij VDAB werden in 2016 volbracht? Graag overzicht per jaar en opdeling naar: a) Gender c) Geslaagd/niet geslaagd 11. Hoelang was de wachtlijst in 2016 voor een NT2-opleiding bij VDAB? 12. Wat is het afsprakenkader omtrent de uitstroommeting na het volgen van een NT2- opleiding? 13. Hoeveel mensen stromen door naar werk in 2016 na een opleiding NT2 bij VDAB? Inzake opleiding NT2 bij CVO/CBE. 14. Hoeveel opleidingen NT2 werden gestart in 2016? Graag overzicht per jaar en opdeling naar: a) Gender c) Nationaliteit d) Opleidingsniveau NT2 15. Hoeveel van de gestarte opleidingen NT2 werden in 2016 (vroegtijdig) stopgezet? Graag globaal overzicht en opdeling naar: a) Gender c) Nationaliteit d) Opleidingsniveau NT2 16. Wat is de top 3 van redenen van stopzetting? Graag opgave per jaar. 17. Hoeveel gestarte opleidingen NT2 werden in 2016 volbracht? Graag overzicht per jaar en opdeling naar:

3 a) Gender c) Nationaliteit d) Opleidingsniveau NT2 e) Geslaagd/niet geslaagd 18. Hoelang was de wachtlijst in 2016 voor een NT2-opleiding bij CBO/CBE? Deze vraag werd gesteld aan de ministers Hilde Crevits (nr. 312), Liesbeth Homans (nr. 404), Philippe Muyters (nr. 373)

4 LIESBETH HOMANS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, WONEN, GELIJKE KANSEN EN ARMOEDEBESTRIJDING GECOÖRDINEERD ANTWOORD op vraag nr. 404 van 17 februari 2017 van ROBRECHT BOTHUYNE 1. De intakes gebeuren door de drie Agentschappen Integratie en Inburgering en het Huis van het Nederlands Brussel. Intake is een verzamelbegrip dat niet gebruikt wordt voor rapportering. Wat wel geteld wordt zijn de unieke personen die langskomen voor een gesprek in het kader van een taalopleiding NT2. Dit kunnen zowel mensen zijn die voor het eerst langskomen, als mensen die al eerder langskwamen. Personen die langskomen voor een eerste gesprek beschouwen we als personen waarbij een intake is afgenomen. In 2016 kwamen er in totaal unieke personen langs voor een gesprek. Hiervan kwamen er unieke personen langs voor een eerste gesprek. De verdeling van het aantal eerste gesprekken in 2016 over de verschillende instanties ziet er als volgt uit: Atlas In-Gent Agentschap Integratie en Inburgering Huis van het Nederlands Brussel Totaal Voor de intake NT2 en inburgering zijn er geen wachtlijsten. 3. De samenwerkingsovereenkomst (SO) tussen de 3 Agentschappen Integratie en Inburgering en VDAB werd ondertekend, na goedkeuring door de verschillende Raden van Bestuur. Ondertussen hebben de vertegenwoordigers van de centrale diensten van het Vlaams Agentschap en VDAB een 'Ronde van Vlaanderen' achter de rug. Op deze ronde werd de SO grondig toegelicht en werd er, door medewerkers in de organisaties, hierover inhoudelijk overlegd en gediscussieerd. Op vandaag zijn er overal regionale overlegplatformen, die werken aan operationele doelstellingen, afspraken en de vertaling daarvan in de praktijk. Uiteraard kaderen al deze afspraken binnen de doelstellingen van de SO. VDAB rekent hiermee op een versnelde toeleiding vanuit de Agentschappen Integratie en Inburgering. Er zal nu verder prioritair gewerkt worden op alle doelstellingen en het installeren van de volledige overlegstructuur, zoals opgenomen in de SO. 4. Aangezien de boekhouding nog niet is afgesloten en de kostprijsberekening nog niet is afgerond, kan er voor wat de VDAB betreft geen geactualiseerd antwoord gegeven worden voor Uiteraard kan VDAB enkel rapporteren voor haar eigen NT2- opleidingen. Voor het volwassenenonderwijs kan de berekening van de kostprijs voor het behalen van een niveau Nederlands op verschillende manieren gebeuren, afhankelijk van de invalshoek.

5 Vertrekkend van het aantal lesurencursist dat NT2 genereerde in de referteperiode en de relatieve kostprijs die daar tegenover stond, komen we op volgend gemiddeld bedrag per cursist (inclusief leraarsuren of VTE, punten voor het aanstellen van administratieve medewerkers en werkingsmiddelen): - Centrum voor volwassenenonderwijs (CVO): 827 euro; - Centrum voor basiseducatie (CBE): euro (NT2 en alfa samen). De berekening via cursistenaantallen en een gemiddeld aantal lestijden van 130 voor CVO en CBE NT2 en 115 lestijden voor CBE alfa, geeft qua orde-grootte vergelijkbare cijfers: - CVO NT2: 970 euro; - CBE NT2: euro; - CBE alfa: euro. De kostprijs van een traject bij CBE is hoger dan dat bij CVO. De cursisten van de CBE zijn vaker laaggeschoold en vereisen meer ondersteuning. Dit impliceert een hogere kost. Dit uit zich ook in de werkingsmiddelen. Per LUC ontvangt een CBE een compensatie van 1,9938 euro. Een CVO ontvangt slechts 0,80 euro per LUC. De werkingsmiddelen vormen een onderdeel van de berekening van de gemiddelde kostprijs NT2. Verder spelen volgende factoren ook een rol: - de CBE hebben een lagere deler dan de CVO. Dit heeft tot gevolg dat de klasgroepen in de CBE kleiner zijn. Een lesgever kost verhoudingsgewijs dus meer in de basiseducatie; - de gemiddelde loonkost van lesgevers en administratief personeel in een CBE is verschillend van deze van een CVO; - het aantal te geven lestijden van lesgevers is verschillend tussen CBE en CVO. Om evenveel lessen te organiseren in een CBE, moeten dus meer lesgevers aangesteld worden. 5. a) VDAB heeft in 2016 sterk ingezet op de samenwerking met onderwijs voor het geven van beroepsgerichte NT2-opleidingen. De VDAB capaciteit wordt prioritair aangevuld via samenwerkingsovereenkomsten met onderwijs. Aanvullend worden de NT2-opleidingen in de markt gezet via de wetgeving overheidsopdrachten. Voor de Vlaamse uitbestedingen NT2 wordt hiervoor sinds 2014 een onderhandelingsprocedure met bekendmaking gehanteerd. VDAB publiceert alle centrale uitbestedingen via het elektronische platform e-notification sinds 1 januari Provinciale uitbestedingen verlopen eveneens via de wetgeving overheidsopdrachten. Afhankelijk van de waarde van de opdracht, worden deze opdrachten in de markt gezet via een onderhandelingsprocedure met of zonder bekendmaking. b) De NT2-opleidingen zijn collectieve opleidingen die in groep worden gegeven: - Vlaamse uitbesteding: 52 groepen (= 634 individuele opleidingen) werden toegewezen aan partners via de uitbesteding NT2; - Provinciale uitbestedingen: 47 groepen (= 564 individuele opleidingen), werden toegewezen aan partners via de uitbesteding NT2; - Bovenop deze aantallen, komen de NT2-opleidingen via onderwijs. Aantal beëindigde opleidingen naar financieringsvorm 2016 Financieringsvorm Financieringsvorm Totaal % financiering VDAB 11. VDAB eigen beheer Derden WOO Derden subsidiëring 17 Totaal % financiering VDAB 2.551

6 Totaal 2. Gemengde financiering 78 Totaal 3. Erkenning (opleidings)aanbod bij andere actoren Eindtotaal c) De aflopende centrale en provinciale uitbestedingen van beroepsgerichte NT2- pakketten werden gegund aan Eurospeak en de Lift. Voor de nieuwe Vlaamse oproep 2017 werd gekozen voor een raamovereenkomst met meerdere aanbieders voor beroepsgerichte NT2-opleidingen. Deze raamovereenkomst werd gegund aan Eurospeak als eerst gerangschikte en Vokans als tweede gerangschikte. d) De kost per opleiding is afhankelijk van de inhoud en duurtijd van het NT2-pakket. Een algemene kost per opleiding is bijgevolg niet te bepalen. Aangezien de jaarrekeningen 2016 nog niet zijn opgemaakt, kan VDAB geen volledig kostenplaatje geven. De uitgaven voor uitbesteding voor 2016 die momenteel gekend zijn: - uitbestedingen: euro; - samenwerking met onderwijs: euro. 6. De projectmiddelen die via artikel 107 worden voorzien, dienen om de CVO de kans te geven om ook tijdens de maanden juli en augustus een aanbod NT2 in te richten, teneinde wachtlijsten te vermijden en in een continuering van het aanbod gedurende de zomer te voorzien. In het kader van de asielcrisis werd in 2016 het budget voor zomeraanbod verdubbeld. Het centrumbestuur ontvangt voor de goedgekeurde aanvragen een subsidie van 92,28 euro per lestijd. In deze subsidie is de kost voor de leerkracht en een bedrag voor werkingsmiddelen vervat. De cursisten in het zomeraanbod komen niet in aanmerking voor de berekening van het aantal lesurencursist; het zomeraanbod valt als dusdanig buiten het reguliere aanbod. In 2016 werden 44 trajecten in zomeraanbod ingericht, voor een totale kost van ,80 euro. 7. VDAB spreekt niet van gestarte opleidingen, wel van beëindigde opleidingen. Dit omvat zowel de stopgezette opleidingen als de uitgevoerde (volbrachte) opleidingen. Opleidingen gestart in 2016 maar nog niet beëindigd, worden hierin niet meegeteld. Dit om continuïteit in de rapportering te garanderen. Aantal beëindigde opleidingen NT2 sector = taalondersteuning statuut = werkzoekend a) naar geslacht: Aantal beëindigde opleidingen volgens geslacht geslacht 2016 M V Eindtotaal b) naar leeftijd: Aantal beëindigde opleidingen volgens leeftijd leeftijd

7 en+ 182 Eindtotaal Aantal stopgezette opleiding NT2 a) naar geslacht Aantal stopgezette* opleidingen volgens geslacht geslacht 2016 M 230 V 289 Eindtotaal 519 * stopgezette= exclusief deze wegens tewerkstelling --> positieve stopzetting b) naar leeftijd: Aantal stopgezette* opleidingen volgens leeftijd leeftijd en+ 27 Eindtotaal 519 * stopgezette= exclusief deze wegens tewerkstelling --> positieve stopzetting 9. Redenen voor stopzetting opleiding NT2: Stopgezet 795 Door de klant 39 door klant - ongeldige reden (+A8) 24 door klant - geldige reden 80 Om technische redenen 34 Wegens langdurige ziekte 82 Wegens mutatie 39 Wegens ongeschiktheid 194 Wegens orde en tucht 27 Wegens tewerkstelling (tijdens opleiding) 276 De top 3 van redenen van stopzetting in 2016: 1. Wegens tewerkstelling (tijdens opleiding); 2. Wegens ongeschiktheid; 3. Wegens langdurige ziekte. 10. Volbrachte of uitgevoerde opleidingen NT2 a) naar geslacht: Aantal uitgevoerde opleidingen volgens geslacht geslacht 2016 Man Vrouw Eindtotaal 2.403

8 b) naar leeftijd: Aantal uitgevoerde opleidingen volgens leeftijd Leeftijd en+ 140 Eindtotaal c) naar geslaagd/niet geslaagd: Aantal uitgevoerde opleidingen volgens resultaat Resultaat 2016 Geslaagd Niet geslaagd 510 Totaal Uitgevoerd Elke werkzoekende die een opleiding wenst te volgen, kan hiervoor een aanvraag indienen. De VDAB gaat vervolgens na of de opleidingskeuze van de werkzoekende past in diens traject naar werk en of de keuze voor het beroep (en de opleiding) realistisch en haalbaar is. Dit gebeurt tijdens het diagnosetraject, waarbij afgetoetst wordt in welke mate de werkzoekende voldoet aan de instapvoorwaarden. Op dit moment is de werkzoekende nog niet in wachttijd. Uiteraard dient VDAB de diagnose zo snel mogelijk te stellen. Een kandidaat is in wachttijd vanaf het moment dat het diagnosetraject met een positief advies werd afgerond. Om een accuraat beeld van de wachttijden te geven, hanteert VDAB de mediaan van de wachttijd. De mediaan wordt enkel berekend op de kandidaten die effectief staan te wachten voor opname in opleiding. Eind december 2016 bedraagt de mediaan van de wachttijd 13 dagen voor de sector taalondersteuning. Dit betekent dus dat 50% van de cursisten binnen de 13 dagen na einde diagnosetraject (= positief advies voor opname in de opleiding) met de opleiding zijn gestart. 12. De uitstroommeting na het volgen van een NT2-opleiding volgt grotendeels de principes van de algemene uitstroommeting 3 maanden na competentieversterkende actie. De uitstroom wordt ook gemeten na het einde van een cluster (= een groep van opleidingen bij 1 cursist die niet onderbroken worden door een (geldige) opleiding voor een periode van 3 maanden / ongeldige opleiding= webleren, leerlingenopleiding, werknemersopleiding, opleiding bij zuivere derden). De meting omvat volgende principes: - We wensen een algemeen beeld te krijgen op de uitstroom naar werk van alle bereikte cursisten. Daarom werd ervoor gekozen om de meting uit te breiden voor alle beëindigde opleidingsclusters ongeacht het eindresultaat van de hoofdopleiding. Voordien werd dit beperkt tot de positief beëindigde opleidingsclusters. Dit heeft als gevolg dat ook clusters waarvoor de cursist een negatief eindresultaat behaalde (stopzetting of niet geslaagd was) meegenomen worden en kan leiden tot lagere uitstroomcijfers. - Om een snellere opvolging van onze cursisten te bewerkstelligen, werd het meetmoment vervroegd naar 3 maanden in plaats van na 6 maanden. Belangrijke noot: Door de verschillen in opbouw van de clusters en de uiteindelijke presentatie, zijn de resultaten van deze meting niet te vergelijken met deze van de standaard uitstroommeting (= uitstroom 3 maanden na competentieversterkende actie).

9 - Het is ook belangrijk dat klanten voldoende kansen krijgen om te starten aan een opleidingscluster ondanks twijfel over de haalbaarheid voor deze cursist, maar waarbij de klant toch snel genoeg voldoende zekerheid krijgt over zijn/haar leerweg. Hier wordt eveneens rekening mee gehouden door enkel de clusters waarvoor minstens 100u in een opleidingscentrum gepresteerd werden mee te nemen in de meting. In tegenstelling tot de standaard uitstroommeting wordt bij de opbouw van de clusters wel rekening gehouden met de niet-vaktechnische opleidingen. Zo worden opleidingen die onder meer onder taalondersteuning vallen of doelgroepspecifieke ontwikkeltrajecten ook meegenomen. Daarnaast worden enkel de clusters waar een NT2 (hoofd)opleiding en/of begeleidingsactie is opgenomen, gepresenteerd in de uiteindelijke meting. 13. In onderstaande tabel wordt de uitstroom op sectorniveau weergegeven. Niet alle clusters hebben immers een hoofdopleiding NT2 en cursisten kunnen naast een NT2 opleiding/begeleiding ook een andere (beroepsgerichte) opleiding gevolgd hebben. De uitstroomresultaten komen dan toe aan de sector waartoe de hoofdopleiding behoort. Enkel de uitstroom van de sector 'Taalondersteuning' geeft de uitstroom weer van cursisten waarvan de hoofdopleiding van de cluster een NT2-opleiding is. Uitstroom in 2016 voor clusters afgesloten in de periode oktober 2015 t.e.m. september 2016 Sector hoofdopleiding Aantal afgesloten clusters Uitstroom naar werk na 3 mndn Uitstroom naar werk na 3 mndn (%) AFWERKING BOUW ,91% BOUWLOGISTIEK ,00% BUSINESS SUPPORT ,75% CONFECTIE ,00% GOEDERENBEHANDELING ,17% HORECA ,85% HVAC TECHNIEKEN ,00% INDUSTRIËLE ELEKTROTECHNIEK ,00% INDUSTRIËLE ONDERHOUDS- EN PRODUCTIETECHNIEKEN ,29% INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE ,00% INSTALLATIE EN ELEKTRICITEIT BOUW ,86% LASTECHNIEKEN ,90% LOGISTIEKE COÖRDINATIE ,78% METAALCONSTRUCTIE ,71% ONDERHOUDSELEKTRICITEIT ,00% ONDERHOUDSMECHANICA 1 0 0,00% PLAATWERK EN KOETSWERK ,00% RETAIL ,43% RUWBOUW ,56% SCHOONMAAK EN ONDERHOUD ,42% SOCIAL PROFIT ,56% VERSPANINGSTECHNIEKEN ,00% VOERTUIGONDERHOUD ,00% WEGENBOUW ,78%

10 WEGTRANSPORT ,32% TAALONDERSTEUNING ,32% Eindtotaal ,66% De uitstroom na een cluster met een NT2 (hoofd)opleiding en/of begeleiding bedraagt 40,66%. Uit de gegevens blijkt duidelijk dat de uitstroomkansen significant toenemen als na de NT2-opleiding nog een beroepsopleiding volgt. 14. Het NT2-aanbod is modulair georganiseerd door de CVO en CBE. De databank volwassenenonderwijs, DAVINCI, is opgebouwd vanuit een financieringslogica, waarin we per refertejaar rekenen. Een refertejaar loopt telkens van 1 april X t.e.m. 31 maart X+1. Een module valt binnen een refertejaar als het registratiemoment van de module (1/3 van de cursus) binnen de referteperiode valt. De cijfers voor refertejaar 2015 zijn nu, in tegenstelling tot het antwoord op de schriftelijke vraag nr.402, definitief. Refertejaar 2016 is nog volop gaande en de cijfers voor refertejaar 2016 zijn dus nog niet definitief. In bijlage (Excel-tabel) vindt u in vier aparte tabbladen de gevraagde cijfers. Voor gender, leeftijd en nationaliteit keken we telkens naar het aantal fysieke personen waarvoor we een inschrijving terugvonden in minimaal één module van een opleiding binnen het studiegebied NT2. Hierbij wordt elke fysieke persoon slechts éénmalig geteld, ongeacht of hij/zij zich in de loop van de referteperiode één of meerdere keren inschreef voor een opleiding, ongeacht of het inschrijvingen in hetzelfde of in een ander studiegebied of stelsel betreft en ongeacht of het inschrijvingen in hetzelfde CVO of in verschillende CVO s betreft. Voor de laatste tabel, nl. op basis van opleidingsniveau NT2, werken we met unieke inschrijvingen in een opleiding. Iemand die zich gedurende een referteperiode twee of meer keer inschrijft in dezelfde opleiding en binnen hetzelfde stelsel, wordt slechts eenmaal geteld. Wanneer hij/zij zich twee (of meer) keer inschrijft in dezelfde opleiding, maar in een verschillend stelsel (de ene keer lineair, de andere keer modulair), dan wordt hij tweemaal geteld. Wanneer hij/zij zich in twee verschillende opleidingen - al dan niet binnen hetzelfde studiegebied - inschrijft, wordt hij tweemaal geteld. Voor alle tabellen geldt dat we kijken naar het aantal inschrijvingen die geregistreerd werden tot aan het fotomoment. We houden, net als in de cijfers voor de vorige refertejaren, en net als in de cijfers die gegeven werden in de statistische jaarboeken tot nu toe, geen rekening met eventuele uitschrijvingen van cursisten of afgelaste modules. De cijfers die hier weergegeven worden zijn naar alle waarschijnlijkheid een lichte overschatting van het aantal inschrijvingen of fysieke personen die op het registratiemoment van de module nog actief ingeschreven zijn in de module. 15. Omwille van de modulaire opbouw van het NT2-aanbod en de huidige structuur van het datawarehouse is het momenteel niet mogelijk om voor grote groepen cursisten na te gaan of ze volledig met een opleiding gestopt zijn, of enkel uitschreven voor enkele modules binnen deze opleiding. Het datawarehouse bevat ook nog geen extra gegevens over studietrajecten (d.w.z. het traject dat iemand volgt binnen één opleiding). 16. Cursisten zijn volgens de regelgeving van het beleidsdomein Onderwijs niet verplicht om een reden op te geven voor het voortijdig beëindigen van een opleiding. Centra bevragen dit wel, indien mogelijk, en ze registreren dit in DAVINCI, maar deze gegevens zijn niet sluitend. Uit diverse onderzoeken weten we dat er veel redenen zijn waaraan de cursistenuitval in het volwassenenonderwijs te wijten kan zijn. Vaak

11 vernoemde oorzaken zijn: de moeilijke combinatie van opleiding met een professioneel of familiaal leven, de onderschatte werklast, het conflict tussen het verwachtingspatroon van de cursist en de opleiding en familiale of medische redenen (gebrek aan kinderopvang, zwangerschap, ziekte, ). 17. Omdat de kwaliteit van de gegevens omtrent studiebewijzen behaald in het volwassenenonderwijs op dit moment nog onvoldoende is, worden voorlopig geen data hieromtrent vrijgegeven. 18. In het volwassenenonderwijs was er de afgelopen jaren een beperkt aantal cursisten dat niet binnen het semester met een module kon starten. Hieronder een overzicht van het aantal wachtenden in de CVO en de CBE bij de laatste aanbodbevragingen door AHOVOKS: CVO CBE Februari September Februari September Februari September T.o.v. een jaarlijks totaal van ca cursisten gaat het telkens om een heel laag aandeel wachtende cursisten (cf. Onderwijsstatistieken : cursisten in NT2 CVO, in alfa CBE en in NT2 CBE). Er zijn geen gegevens beschikbaar over de gemiddelde wachttijden bij de CVO en de CBE. Met de uitrol van het datawarehouse op de databank volwassenenonderwijs in de loop van 2017, zal dit gegeven wel beschikbaar worden. BIJLAGE 1. Tabel 1: Aantal fysieke personen in het opleidingsgebied NT2 naar geslacht op het registratiemoment; Tabel 2: Aantal fysieke personen in het opleidingsgebied NT2 naar geboortejaar en geslacht op het registratiemoment; Tabel 3: Aantal fysieke personen in het opleidingsgebied NT2 naar werelddeel, nationaliteit en geslacht op het registratiemoment; Tabel 4: Aantal unieke inschrijvingen in het opleidingsgebied NT2 per type opleiding, opleidingsgebied en opleiding op het registratiemoment.