DIGITAL DIVIDE: EEN OUD FENOMEEN IN EEN NIEUW JASJE

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "DIGITAL DIVIDE: EEN OUD FENOMEEN IN EEN NIEUW JASJE"

Transcriptie

1 DIGITAL DIVIDE: EEN OUD FENOMEEN IN EEN NIEUW JASJE EEN ZOEKTOCHT NAAR DE DIGITAL DIVIDE BIJ TELEVISIE, INTERNET EN MOBIELE TELEFONIE DOCTORAALSCRIPTIE THEATER-, FILM- EN TELEVISIEWETENSCHAP UNIVERSITEIT UTRECHT SPECIALISATIE NIEUWE MEDIA EN DIGITALE CULTUUR ANKE VAN DE VLIET DECEMBER 2006

2 Student: Begeleider: Anke van de Vliet Drs. Imar de Vries Tweede Lezer: december 2006 Dr. Sybille Lammes

3 Inhoudsopgave Voorwoord 1 Inleiding 2 Hoofdstuk 1 Digital divide 1.1 Inleiding Het begrip begrijpen Het recht op informatie Conclusie en werkdefinitie 25 Hoofdstuk 2 Media-revolutie? 2.1 Inleiding Informatisering van de samenleving Revolutie versus evolutie Conclusie 40 Hoofdstuk 3 Televisie en digital divide 3.1 Inleiding De Nederlandse televisiehistorie in vogelvlucht Theorie en praktijk: Digital divide en televisie in Nederland Conclusie 56 Hoofdstuk 4 Internet en digital divide 4.1 Inleiding De Nederlandse computer- en Internethistorie in vogelvlucht Theorie en praktijk: Digital divide en Internet in Nederland Conclusie 68 Hoofdstuk 5 Mobiele telefonie en digital divide 5.1 Inleiding De Nederlandse mobiele telefoniehistorie in vogelvlucht Theorie en praktijk: Digital divide en mobiele telefonie in Nederland Conclusie 81

4 Hoofdstuk 6 Conclusie en discussie 82 Bronnen 86

5 Voorwoord Na het eerste jaar TFTV wist ik het heel zeker, de specialisatie nieuwe media moest en zou ik volgen. Tijdens het lezen van de vele artikelen voor de lessen van de nieuwe media vakken, kwam ik voor het eerst in aanraking met het begrip de digital divide. In de teksten bleef de definitie vaak vaag en werd het te pas en te onpas gebruikt, iets waar ik me stoorde, waar we in de les over discussieerden en waaraan ik vervolgens geen aandacht meer besteedde. Het idee om een aantal jaren later mijn scriptie over dit onderwerp te schrijven zou toen niet in me zijn opgekomen. Zo n twee jaar geleden kwam ik bij Sybille Lammes met een wat onsamenhangend scriptievoorstel over de waarde van informatie en de wereldproblematiek. Sybille adviseerde me nog eens na te denken over het voorstel en kwam met het idee om de digital divide daarbij te betrekken om zo mijn verhaal concreter te krijgen. Dat leek me wel het proberen waard en niet veel later diende ik het scriptievoorstel in, waarop deze scriptie is gebaseerd. Door de zwangerschapsverlof van Sybille kreeg ik Imar de Vries als nieuwe begeleider. Van hem kreeg ik veel nieuwe tips en informatie en maakte ik nieuwe plannen, om vervolgens tot het resultaat te komen dat nu voor u klaar ligt om te worden gelezen. Maar voordat het zo ver is wil ik graag bedanken: Imar, voor zijn eeuwige geduld, opbouwende kritiek en zijn zeer positieve houding ten opzichte van alles dat ik schreef. Mede daardoor heb ik deze scriptie kunnen afronden. Sybille, voor haar goede eerste aanzet en het aandragen van Imar als nieuwe begeleider. Annemiek en Wim, voor hun vertrouwen en geloof in mij. Karen, voor een luisterend oor en het wegmasseren van een vermoeid hoofd, schouders en nek. Niek, voor al zijn steun tijdens mijn studiejaren en het aanhoren van mijn scriptiegeklaag. En verder natuurlijk alle familie en vrienden die mij direct en indirect hebben gesteund. Bedankt allemaal! 1

6 Inleiding "I think there is a Mercedes-Benz divide. I'd like one. I can't afford it." Micheal Powell, voormalig FCC directeur De voormalige directeur van het Amerikaanse Federal Communications Commission, Micheal Powell, gaf het bovenstaande antwoord op de vraag of de toegang tot technologie zou verbeteren voor mensen met een laag inkomen. Het was zijn manier om te zeggen dat het de rijkeren onder ons zijn de zich als eerste de nieuwe technologieën kunnen veroorloven (Scott 2005). Dat rijke mensen eerder toegang hebben tot nieuwe en daarom vaak dure technologieën is logisch aangezien zij het geld ervoor hebben. Maar bij die toegang tot technologie komt volgens vele wetenschappers heel wat kijken. Daarbij kun je denken aan de kennis van bijvoorbeeld de hardware en software en het sociale netwerk van een persoon. Wanneer we de literatuur over digital divide erop naslaan, blijkt dat dit begrip zowel meerdere definities als interpretaties kent en dat leidt tot verwarring bij het gebruik van het begrip. Letterlijk vertaald betekent digital divide zoiets als een digitaal onderscheid en dat onderscheid duidt vaak op het verschil tussen mensen die toegang hebben tot digitale media en de informatie die zij verschaffen en de mensen die dat niet hebben. Maar waaruit dat verschil in toegang tot de digitale media precies bestaat blijft onduidelijk. De term digital divide kom je vooral tegen bij het lezen van mediawetenschappelijke literatuur over de ongelijke toegang tot en gebruik van het Internet. De komst van Internet heeft een hoop nieuwe termen met zich meegebracht, maar we kunnen ons afvragen of de digital divide wel zo n nieuw fenomeen is? De kloof waar de digital divide zich op toespitst, lijkt immers verder te reiken dan alleen digitale media. Zo hadden mensen vroeger ook problemen met het verkrijgen van toegang tot een informatief medium als televisie. Het woordje digital in de term digital divide doet vermoeden dat het een mediaspecifiek begrip is, maar de problematiek rondom het toegang kunnen krijgen tot iets, in dit geval media, staat een veel breder gebruik toe. Ik verwacht daarom dat dit moderne begrip ook aan te wenden is voor het aanwijzen voor de problematische toegang bij andere informatieve media. Daarbij is het interessant om te kijken of er sprake kan zijn van een evolutie van het begrip door het naast televisie en computers met Internet ook te onderzoeken bij een nieuwere mediavorm 2

7 zoals mobiele telefonie. Er wordt hier gesproken van een evolutie, aangezien ik de verwachting heb dat de digital divide op elk medium een andere uitwerking heeft en omdat ik verwacht dat de kloof waarvan men spreekt met de komst van nieuwere media minder wordt. In deze scriptie zal een poging worden ondernomen om de digital divide te betrekken op oudere, niet digitale, media zoals televisie en op nieuwere digitale media zoals de mobiele telefoon. Dit wordt gedaan om te zien of er misschien sprake kan zijn van een ontwikkeling of een verandering bij dit begrip en om te zien of een nieuwer medium zoals mobiele telefonie de digital divide kan verminderen. De vraag waarop in de komende hoofdstukken een antwoord zal worden gezocht is: Hoe manifesteert de digital divide zich bij een nieuw medium als Internet in vergelijking met het oudere medium televisie en een nieuwer medium als mobiele telefonie? Met andere woorden, is er daadwerkelijk zoveel verschil tussen de beginjaren van een medium en de situatie in een later stadium wat betreft de informatievoorziening door middel van oudere en nieuwere media? En zou het kunnen dat de digital divide zich ontwikkelde met de jaren en dat het veel eerder waarneembaar is dan in het digitale tijdperk waarvan men spreekt? In de conclusie zal op deze vragen een antwoord gezocht worden. Eerder werd al de onduidelijke definiëring van de digital divide genoemd en om met dit begrip te kunnen werken is het juist van belang een concrete werkdefinitie op te stellen. In de eerste twee hoofdstukken wordt het theoretische kader geschept door middel van een theoretisch literatuuronderzoek. In het eerste hoofdstuk wordt gekeken naar wat er allemaal gezegd is over de digital divide en ook wie er wat zegt over die divide. Op die manier wordt er naar een analytisch model toegewerkt dat vervolgens op de latere hoofdstukken kan worden toegepast. Het behandelen van de theorie in chronologische volgorde laat zien hoe de digital divide per auteur veranderd en laat zien welke factoren een auteur toekent aan de digital divide. Die factoren worden steeds in een tabel naast elkaar geplaatst, zodat er een duidelijk overzicht ontstaat van de factoren waaruit de digital divide is opgebouwd. Om het naar mijn mening evoluerende aspect van de digital divide te kunnen herkennen wordt er in hoofdstuk twee ingegaan op media-evolutie. Meerdere wetenschappers zijn van mening dat nieuwe mediavormen geen gevolg zijn van een 3

8 revolutie, maar eerder van een evolutie. Wanneer bewezen kan worden dat de media evolueren, dan is het aannemelijker dat een modern begrip gebruikt kan worden op zowel nieuwere en oudere media. In het tweede hoofdstuk wordt uitgelegd waarom bepaalde ontwikkelingen worden gezien als revolutionair, ondanks het feit dat ze een lange tijd nodig hadden om te ontwikkelen. Dit idee zou ook voor de digital divide kunnen opgaan. Dit begrip duikt plotseling op als een mediaspecifiek begrip in het digitale tijdperk, maar waarschijnlijk had dit begrip lange tijd gehad om zich te ontwikkelen. Aan de hand van het theoretische kader dat in de eerste twee hoofdstukken uiteengezet is, worden de hoofdstukken drie, vier en vijf behandeld. Er zal in deze praktijkhoofdstukken gekeken worden naar hoe de digital divide zich manifesteert bij zowel televisie, Internet en mobiele telefonie in Nederland vanaf de beginjaren van hun introductie tot Dit alles om uiteindelijk in de conclusie een antwoord te kunnen geven op de hoofdvraag. 4

9 Hoofdstuk 1 Digital divide 1.1 Inleiding Bij het noemen van woorden zoals bloem, kat of fiets zullen de meeste mensen direct een idee hebben van wat ermee bedoeld wordt. Bij de definitie van het begrip de digital divide ligt dat anders. Voor dit begrip is geen eenvoudige omschrijving te vinden in het woordenboek. Vaak wordt het in krantenartikels of websites kort omschreven als een kloof tussen de mensen die wel toegang hebben tot computers met Internet en de mensen die dan niet hebben. Maar wat houdt het toegang hebben tot iets precies in? Hoe komt het dat sommige mensen nu eenmaal wel toegang kunnen krijgen tot digitale media en andere niet? Beide vragen kunnen zeer uitgebreid beantwoord worden, waardoor de definitie van de digital divide al gauw onhandelbaar wordt. Theoretisch en praktisch bekeken zou elke Nederlander een computer met Internet kunnen bereiken, er staan immers computers in ieder openbaar gebouw die vaak vrij toegankelijk zijn. Uit de Internetmonitor van Trendbox.nl is gebleken dat in 2005 slechts 1 procent van de ondervraagde jongeren zegt zelf geen gebruik te maken van het Internet. Daar tegenover staat 79 procent van alle Nederlanders van 16 jaar en ouder die zegt het Internet wel eens te gebruiken, waarvan 70 procent nog diezelfde week (Trendbox 2005). Ondanks de groei van het aantal Internetgebruikers in de afgelopen tien jaar, is er nog altijd een groep mensen in Nederland die moeilijk of geen toegang heeft tot de digitale snelweg. Ben je bijvoorbeeld moeilijk te been, dan heb je niets aan die openbare gebouwen of de buurman op de hoek met een computer. Dankzij subsidies kunnen sommige van deze mensen toch toegang krijgen tot een eigen aangepaste computer, maar dan kan blijken dat niet elke website toegankelijk is voor mensen met een bepaalde handicap (Stichting Waarmerk Drempelvrij 2004). Op de site van drempelvrij.nl pleit men dan ook voor een keurmerk voor sites en ICT producten die goed toegankelijk zijn voor mensen met een lichamelijke beperking. Met alleen de fysieke toegang is de digital divide nog niet volledig behandeld, want hierboven gaat het over de Internetgebruikers, niet de bezitters. Volgens Webwereld.nl mochten we Nederland in 2004 nog niet tot een breedbandland benoemen. Meer dan 40 procent van de huishoudens in Nederland beschikte toen namelijk nog helemaal niet over een Internetaansluiting. Voor de gelukkigen onder ons die tegenwoordig wel over een eigen computer met Internet beschikken doet 5

10 zich een ander probleem voor; traag Internet. Want je kunt op je bureau wel een heel goede computer hebben staan, maar geldt dat ook voor de Internetverbinding? Uit onderzoek van het onderzoeksbureau Telecompaper blijkt dat in juni ,3 procent van alle huishoudens of 4,61 miljoen huishoudens in Nederland al toegang had tot breedband Internet, ten opzichte van 58,2 procent eind december Naar verwachting zullen begin 2007 ongeveer vijf miljoen huishoudens zijn aangesloten op breedband Internet (Telecompaper 2006). Toch betekent dit dat er nog steeds heel wat mensen zijn die dat niet hebben. Het optimaal benutten van de mogelijkheden van een computer met snel Internet zal voornamelijk weggelegd zijn voor mensen die kennis hebben van de techniek en interesse hebben in het product. Want wat als je computer verouderd is en je geen idee hebt hoe je deze optimaal kan laten werken met de snelle Internetaansluiting? Wellicht heeft iemand in een ontwikkelingsland die kennis wel omdat zijn of haar interesse daar ligt, maar zijn de financiële middelen er niet om zelf over een computer te beschikken. Dit alles geeft aan dat bij een begrip zoals de digital divide meer komt kijken dan het simpelweg toegang hebben tot een technisch instrument, zoals een computer. In dit hoofdstuk zullen we gaan zien dat het toegang hebben tot iets van heel wat verschillende factoren afhangt. Het heeft onder andere te maken met je eigen gezondheid, bereidbaarheid te leren, geld en de afstemming van je computer op de Internetverbinding. Er zijn boeken vol geschreven over het probleem van wel of geen toegang hebben tot de digitale media en de een noemt het digital divide, een ander spreekt weer van een digitale scheidslijn of de digitale kloof. Welk synoniem er ook voor de digital divide gebruikt wordt, ze hebben het allemaal over het buitensluiten van bepaalde groeperingen. In dit eerste hoofdstuk zal gezocht worden naar de overeenkomsten en verschillen in theorieën over de digital divide, om zo tot een beter hanteerbare definitie te komen voor de volgende hoofdstukken. In dit eerste hoofdstuk is het dan ook niet de bedoeling theorieën te weerleggen of te ontkrachten. Puur omdat de digital divide geen duidelijke oorsprong kent, is het juist van belang de theorieën naast elkaar te plaatsen om te zien waar de overeenkomsten zitten en waar ze elkaar kunnen aanvullen. Om een goede indruk te krijgen wat we allemaal tot de digital divide kunnen rekenen, worden in 1.2 zowel de meest uitgebreide theorieën hierover, dan wel theorieën die indirect ingaan op de digital divide op een rij gezet. Het zal duidelijk worden dat de digital divide geen eenduidige definitie kent en dat de ene auteur 6

11 meer de nadruk legt op de politieke aspecten van de divide, terwijl anderen meer aandacht schenken aan sociale factoren. De theorieën samen zullen zorgen voor een meer volledig beeld van wat de digital divide inhoud. Naast de manier waarop politici en wetenschappers omgaan met de digital divide, zal dit hoofdstuk ook ingaan op het belang van de digital divide in het algemeen. Willen we begrijpen waarom er überhaupt aandacht wordt geschonken aan zoiets als de digital divide dan is het onder andere belangrijk om te kijken naar het belang dat wij in de Westerse wereld schenken aan informatie. Paragraaf 1.3 zal zich toeleggen op de rol die informatie speelt in met name onze moderne Westerse samenleving, ons recht op informatie, onze wil tot zelfbeschikking en macht. Daarna volgt er in paragraaf 1.4 een conclusie op dit hoofdstuk en er zal uitleg gegeven worden over welke definitie van de digital divide in deze scriptie gehanteerd zal worden. 1.2 Het begrip begrijpen De oorsprong Bij het zoeken naar de oorsprong van de term digital divide blijkt al snel dat dit begrip geen eenduidig begin kent. Zo blijkt dat sommigen de uitvinding van de term in hun schoenen geschoven krijgen terwijl ze zelf ontkennen het bedacht te hebben. Weer anderen zeggen het te hebben verzonnen zonder het te kunnen bewijzen. Zo zouden de speechschrijvers van The Clinton Administration het begrip rond 1993 in het leven hebben geroepen om het verschil aan te geven tussen de mensen die wel toegang hebben tot digitale informatiebronnen en diegenen die dat niet hebben (Tabarrok 1999). Maar naast de speechschrijvers van de voormalige president van Amerika, zouden er nog meer mensen verantwoordelijk kunnen zijn voor de oorsprong van de term digital divide. Donna L. Hoffman schreef in haar stuk The evolution of the Digital Divide (2001) dat een voormalig voorzitter van The Markle Foundation, Lloyd Morrisset, verantwoordelijk was voor het opwerpen van de term digital divide (Hoffman 2001:48). De mensen rond Lloyd Morrisset durfden echter met zekerheid te zeggen dat die eer hem niet toekwam (Foster 2001). Sociaal wetenschapper Neil Selwyn daarentegen meende te weten dat het begrip bij centraal linkse socialisten vandaan komt (Selwyn 2002:4). Maar deze eer kregen ook een groep journalisten 7

12 van de LA Times, Larry Irving een voormalig assistent-secretaris bij Communications and Information at the U.S. Department of Commerce en er werd gesproken van een digital divide guru die werkte bij dezelfde U.S. Department of Commerce (Foster 2001). Wat uiteindelijk zeker is, is dat de term midden jaren negentig zijn intreden deed en dat het meer bekendheid kreeg toen voormalig president van de Verenigde Staten Bill Clinton het begrip ging gebruiken voor zijn politieke agenda. De onduidelijke oorsprong en inhoud van het begrip heeft niemand ervan weerhouden de term toch te gaan gebruiken, waardoor er verschillende in- en aanvullingen aan zijn gegeven, zoals we in de volgende drie subparagrafen zullen zien. Daarin worden verschillende wetenschappelijke onderzoeken over de digital divide uiteengezet die een aantal factoren op zullen leveren waaruit de digital divide bestaat volgens de auteurs. Die factoren worden naast elkaar in tabellen geplaatst om een duidelijk overzicht te creëren van alle genoemde factoren. Dit is nodig aangezien er in de drie praktijkhoofdstukken gezocht zal worden naar de digital divide en daarbij is een zo breed mogelijke definitie gewenst, omdat dit het meest duidelijke beeld zal geven van hoe de digital divide zich manifesteert bij andere media dan digitale media. Toegepast wetenschappelijk onderzoek in Amerika Het Amerikaanse ministerie van handel (NTIA) deed als een van de eerste een poging de digital divide te begrijpen en vast te leggen in een reeks van onderzoeken onder de naam Falling through the net. In het onderzoeksrapport Falling through the net: Defining the digital divide (1999) onderzocht men naast toegang en gebruik van het Internet, het aantal mensen in Amerika dat was aangesloten op het Internet met een eigen computer (NTIA 1998). Het kunnen verkrijgen van Internettoegang thuis of buitenshuis en het gebruik ervan was in dit onderzoek de omschrijving van de digital divide. Tussen 1994 en 1998 constateerden zij dat het bezit van het aantal mensen met een computer met Internet was gestegen. Allereerst onderzochten ze alleen het bezit van een computer met Internet thuis. Vervolgens keken ze naar toegang en gebruik van Internet thuis en buitenshuis, daarbij kwamen een aantal factoren naar voren die een rol speelden bij het wel of geen toegang hebben tot Internet: inkomen afkomst educatie 8

13 staat/ regio type huishouden leeftijd geslacht Met name voor het toegang hebben en het daadwerkelijk gebruiken van Internet kwam volgens het NTIA er een extra factor bij, die van geslacht (ibid.). Ze ontdekten dat mannen en vrouwen het Internet vooral thuis gebruikten, maar het waren vaker de mannen die ook buitenshuis van het Internet gebruik maakten. Men concludeerde over het bezitten van een computer met Internet in Amerika dat steeds meer mensen zich lieten aansluiten op het net. Maar wanneer men beweert dat steeds meer mensen een computer met Internettoegang in huis hebben, kun je je afvragen of de digital divide niet groter wordt voor de kleiner wordende groep mensen zonder computer met Internet. De NTIA leek zich daar ook bewust van te zijn, aangezien er een groep mensen overbleef die om verschillende geografische en demografische redenen geen toegang hadden tot het Internet. Daardoor werd de groep mensen die al aangesloten was op het Internet steeds informatierijker, terwijl de mensen die het niet hadden steeds verder achterop raakten. De toegang tot en het gebruik van het Internet werd in dit onderzoek het meest benadrukt. Er werd daarbij gekeken naar welke plekken het meest gebruikt werden om te Internetten naast het beschikking hebben over Internet thuis. Dat waren allereerst de werkplek en studieplekken zoals scholen en universiteiten. Daarna volgden de bibliotheken en communicatiecentra. De toegang tot Internet thuis werd bepaald door het soort modem, de provider en de regio (ibid.). Het NTIA verschafte met dit onderzoek een zeer uitgebreide uiteenzetting van wat de digital divide kon zijn. Dat begon met het benoemen van het wel of niet bezitten en gebruiken van een computer met Internet, maar al gauw bleek dat gebruik en bezit niet zo gemakkelijk waren te benoemen. Het wel of niet gebruiken en bezitten van een computer hing af van heel veel factoren en daarvan werden er al enkelen genoemd. Het NTIA noemde al inkomen, afkomst, educatie, type huishouden, leeftijd, regio, staat en geslacht, maar er zouden nog meer factoren in dit rijtje geplaatst kunnen worden zoals onder andere gezondheid, type werk en het hebben van een sociaal netwerk. 9

14 Het onderzoek van het NTIA spitste zich toe op Amerika, maar de meeste factoren die zijn genoemd lijken vrij universeel toepasbaar, omdat het hier persoonskenmerken betreft. De factoren die een rol spelen bij het toegang krijgen tot Internet waar dan ook ter wereld hangt wellicht af van de plek waar deze wordt onderzocht. Toegepast wetenschappelijk onderzoek in Nederland Het uit Amerika overgewaaide concept lijkt in de Nederlandse politiek sceptisch te zijn ontvangen. Voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) deed Dr. Valerie Frissen een onderzoek naar de digital divide in Nederland. In haar De mythe van de digitale kloof (2000) plaatste zij vraagtekens bij het tweedelige karakter van de kloof. Zij vroeg zich af of er überhaupt gesproken moest worden van een kloof tussen de informatie haves en have nots. Want waar het publieke debat zich bezig hield met de vraag hoe de kloof te dichten viel, bleek volgens haar uit marktontwikkelingen dat dit soort vragen achterhaald waren. Het viel Frissen op dat rond 2000 ongeveer zestig procent van de Nederlanders een pc in huis had, twintig procent had ook Internet en een op de drie Nederlanders was in het bezit van een GSM (Frissen 2000:6). Dat de digital divide een dynamisch karakter heeft, onderschrijft ook Frissen in haar onderzoek. Het feit dat er werd gesproken van een digital divide of digitale kloof zou naar haar mening echter zorgen voor een statisch karakter. Een kloof suggereert dat iets tweedelig is en tegenover elkaar staat. Maar wanneer de digital divide nader bestudeerd wordt, blijkt dat er meerdere gebruikersgroepen aan te wijzen zijn en dat deze allemaal om hun eigen technologische, economische en sociale redenen ICT zijn gaan gebruiken. Aan de hand van een onderzoek van Van Breemen en Terstroot uit 1999, liet Frissen zien welke factoren er volgens haar meespeelden bij het wel of niet gebruiken en toegang tot Internet: financiële factoren, die bepalen wie er eerder de relatief dure ICT apparatuur kan aanschaffen persoonlijke factoren: - geslacht - leeftijd - opleidingsniveau - etniciteit 10

15 praktische factoren: - kennis en vaardigheden, zoals het vermogen tot lezen en schrijven, literacy, het kunnen omgaan met kwantitatieve informatie, numeracy, en eerdere ervaring en vertrouwdheid met nieuwe technologie, informacy - gebruiksvriendelijkheid psychologische factoren, die kunnen en reden zijn waardoor mensen vrees voor ICT ontwikkelen sociale factoren, zoals en netwerk van familie, vrienden en kennissen die elkaar kunnen helpen nieuwe technieken eigen te maken Volgens Frissen waren dit allemaal mogelijke verklaringen waarom mensen wel of niet konden deelnemen aan ICT (ibid.: 12). Vaak was het volgens haar een combinatie van een aantal bovenstaande factoren waardoor mensen afzien van ICT mogelijkheden. Merkwaardig genoeg was Frissen van mening dat de tweedeling waar doorgaans over gesproken wordt, nog maar zelden was benaderd op een dergelijke manier. Toch hebben we in het onderzoek van het NTIA kunnen zien dat zij al op de hoogte waren van een samenspel van meerdere factoren. Wat Frissen wel terecht heeft aangekaart, is het feit dat de notie van tijd totaal over het hoofd werd gezien in veel onderzoeken naar de digital divide. Tijd is een factor die zij nog aan het rijtje van Van Breemen en Terstroot heeft toegevoegd. Daarnaast vond ze het belangrijk dat er niet alleen werd gekeken naar hoe men toegang kreeg tot Internet, maar ook naar hetgeen waartoe iemand daadwerkelijk toegang had. Dit zou tot een afzonderlijk onderzoek moeten leiden, waar Frissen zich niet over uitliet. De vraag die ze wel beantwoord wilde zien, was waarom de verschillen in ICT bezit of toegang überhaupt werden gezien als maatschappelijk probleem. Het antwoord op de vraag waarom de digital divide überhaupt ter sprake is gekomen in onder andere de politiek, is volgens Frissen het fundamentele recht van een burger te participeren in een democratische samenleving. Wanneer we de digital divide vanuit dat oogpunt benaderen zouden we volgens Frissen naar iets anders moeten kijken dan alleen toegang tot of bezit van computers met Internet. Net zo belangrijk is het dat de politiek zorgt voor diverse communicatieplatforms en informatievoorzieningen (ibid.: 20-24). Het accent komt volgens Frissen op deze manier meer op de inhoud en gebruikspraktijken te liggen. 11

16 Nu is het maar de vraag of je een publiek domein zoals het Internet door de politiek zou moeten laten controleren of inrichten. Wel is het wenselijk dat de overheid zich inzet voor betere voorzieningen en zich verder niet al te veel bemoeit met de inhoud ervan, we leven immers in een democratie waarin informatie vrij mag rondgaan. Daarbij komt ook nog het feit dat Internet schijnbaar grensloos, oncontroleerbaar en dynamisch van aard is. Het is niet verwonderlijk dat Frissen zich afvraagt waartoe men überhaupt toegang krijgt, eenmaal aangesloten op het Internet. Zij geeft als een van de eersten een antwoord op de vraag waarom de digital divide überhaupt een onderwerp van discussie is voor de politiek. En zij twijfelt aan het tweedelige karakter van de digital divide. In tabel 1 zijn de twee theorieën naast elkaar gezet wat betreft de factoren die volgens hen de digital divide bepalen. Hierdoor komen de overeenkomsten en verschillen van beide theorieën duidelijk naar voren. NTIA Frissen inkomen (1) financiële (1) afkomst (2) etniciteit (2) educatie (3) opleidingsniveau (2) regio/staat (4) - huishouden (5) - leeftijd (6) leeftijd (2) geslacht (7) geslacht (2) - praktische fac. (3) - psychologische fac.(4) - sociale fac. (5) - tijd (6) Tabel 1. Factoren die een rol spelen bij de digital divide Zo zien we dat het onderzoek van Frissen heel duidelijk een extra aanvulling geeft op het onderzoek van het NTIA, dat zich voornamelijk richt op de persoonlijke factoren waardoor iemand wel of geen toegang kan krijgen tot de digital divide. Naast de persoonlijke factoren die het NTIA al had genoemd, richt Frissen zich ook op de praktische, psychologische en sociale aspecten van de digital divide en het wel of geen tijd hebben voor ICT in het algemeen. Het schijnbaar tweedelige karakter van de digital divide waarbij de gebruikers groepen worden opgedeeld in haves en have nots, wordt door deze tabel enigszins ontkracht. Want wanneer al deze factoren van invloed zijn op het wel of niet hebben van een computer met Internet, dan geeft de factor tijd wellicht al aan dat er misschien ook wel een groep haves without time to use zou moeten bestaan. En de factor regio/staat zou een groep have nots because of remote area, but wants 12

17 kunnen opleveren. Het zou heel omslachtig zijn om dit allemaal te moeten vermelden, wellicht dat er daarom gesproken wordt van de mensen die wel of geen toegang tot Internet kunnen krijgen. Dat daar weer verschillende gradaties in bestaan heeft Frissen duidelijk naar voren gebracht. Sociaal cultureel wetenschappelijk onderzoek Wanneer we kijken naar sociaal cultureel wetenschappelijk onderzoek dat niet direct in opdracht van de politiek is gedaan, dan valt te constateren dat er een heleboel onderzoeken over de digital divide werden afgeleverd rond Hieronder zullen een aantal theorieën behandeld worden, afkomstig vanuit verschillende disciplines. Het naast elkaar zetten van die ideeën levert op deze manier waarschijnlijk het meest gevarieerde beeld op van welke factoren er allemaal meespelen bij de digital divide. Zo geeft de politiek wetenschapper Pippa Norris vanuit haar discipline haar visie op de digital divide. Norris is een van de velen mensen die na het ontstaan van het begrip vragen is gaan stellen over de inhoud en gevolgen van de digital divide. In haar boek Digital Divide: Civic Engagement, information poverty, and the Internet worldwide (2001) beschrijft Norris de digital divide als een meervoudig dimensionaal fenomeen. Daarbij maakt zij een onderscheid tussen de global divide, social divide en de democratic divide. Onder de global divide valt volgens haar de ongelijkheid in de toegang tot Internet tussen verschillende landen. Het verschil tussen de arme en rijkere landen is volgens haar zo groot dat die eerste ook in de toekomst niet de kans zullen krijgen de achterstand van onder andere de digitale media in te halen. Door schulden, ziekte en onwetendheid zullen ze blijvend een achterstand houden ten opzichte van het Westen. Het is nog maar de vraag of armere landen de rijkere ooit kunnen bijbenen wat betreft de digitale technologieën. Norris hoopt dan ook dat de komst van goedkopere en mobiele technologieën, hulp vanuit het buitenland en marktwerking daar ooit verandering in zullen brengen (Norris 2001: 4-7). De toegang tot digitale media binnen de landsgrenzen is eveneens niet eerlijk verdeeld. Het opheffen van deze social divide is lange tijd een belangrijk streefpunt geweest op veel politieke agenda s, aangezien Internet een steeds grote rol speelt op zowel het gebied van werk en vrije tijd. In veel publieke gebouwen kan men tegenwoordig terecht bij een computer met Internet, en alle scholen zijn aangesloten op het net. Maar ondanks de moeite van de overheden constateert Norris nog steeds een kloof tussen verschillende groepen. Uit de vele statistieken die Norris in haar 13

18 werk behandelt, blijkt dat de volgende factoren allemaal een rol spelen waarvan Internettoegang afhangt (ibid.:11): inkomen educatie etniciteit sekse leeftijd burgerlijke staat handicap land Om de potentiële impact aan te geven die de digitale wereld zou kunnen hebben op de politiek, macht en de samenleving, spreekt Norris van een democratic divide. Dit onderdeel van de digital divide richt zich op wat voor invloed digitale technologieën kunnen uitoefenen op de publieke sfeer. De zogenaamde cyberoptimisten wijzen op de democratische betrokkenheid die het Internet de burger biedt. Midden jaren negentig dacht men dat door middel van politieke chatrooms of electronisch stemmen de burger beter zou kunnen participeren. Hoe meer het Internet zich ontwikkelde, des te meer de cyber-pessimisten spraken van een nieuw medium dat wordt gebruikt voor macht en rijkdom. De informatie- armen zouden geen toegang hebben tot deze nieuwe democratische middelen. De cyber-sceptici vonden dat beide partijen overdreven, aangezien het Internet tot nu toe nog geen directe invloed heeft gehad op het dagelijks leven (ibid.: 13). Norris is van mening dat zowel de cyber-pessimisten, optimisten en sceptici gelijk kunnen hebben wat betreft de digital divide, aangezien het begrip zo omvangrijk is. Het idee dat ongelijkheid te verhelpen is door middel van het schijnbaar democratische Internet deelt zij niet met de optimisten. Ze noemt het naïef om te denken dat de virtuele wereld geen onderscheid zal maken tussen arm en rijk, omdat dit onderscheid nu eenmaal bestaat in het dagelijkse leven. Het is een feit dat er ongelijkheid bestaat in de wereld. Norris noemt dit de absolute ongelijkheid en die is niet op te lossen in een korte tijd. Ze vindt het daarom interessanter om te kijken naar de relatieve ongelijkheid. Norris denkt dat het vergelijken van verschillende communicatietechnologieën en hun toegankelijkheid een veel genuanceerder resultaat oplevert. Dit doet ze aan de hand van het onderzoeken van de global divide in Bangladesh, Brazilië en Namibië. Hieruit 14

19 blijkt dat niet zozeer het probleem is dat Brazilianen niet genoeg Portugese sites kunnen vinden of dat Bangladesh geen goede Internetverbinding heeft. Het probleem is eerder dat de armere bevolking net als met Internettoegang ook moeilijk toegang krijgen tot andere vormen van communicatiemiddelen zoals de krant, radio en televisie (ibid.: 49-66). Net als Frissen koestert Norris de hoop dat de marktwerking ervoor zal zorgen dat vooral de financiële factor betreffende de digital divide verzwakt wordt. Het onderzoek van Norris richt zich in grote mate op de global divide. Zij constateert dat in het Westen de kosten voor een computer met Internet aan het dalen zijn. Mocht die trend zich voortzetten dan hoopt ze dat de kloof tussen arm en rijk binnen de landgrenzen en erbuiten zal veranderen. Veranderen is hier waarschijnlijk het beste woord, want ze zullen vermoedelijk niet verdwijnen. Ook hoogleraar sociologie Neil Selwyn is van mening dat de digital divide zich op zowel globaal, lokaal en sociaal niveau afspeelt. In zijn werk Defining the digital divide (2002) benadert hij de digital divide vanuit een sociologisch perspectief. Wat Pippa Norris omschrijft als social divide wordt door Neil Selwyn gezien als social inclusion, waarvan de digital divide weer een onderdeel zou zijn. Hierdoor zou je kunnen denken dat de lastige definiëring van de digital divide een gevolg is van taal. Selwyn geeft dit min of meer zelf al aan door te stellen dat de woorden zoals het toegang hebben tot Internet, meer oproepen dan enkel het wel of niet toegang krijgen tot Internet. Om tot een betere definiëring te komen van de digital divide kijkt hij allereerst naar de vraag: Wat is ICT? Een term als ICT wordt vaak gebruikt bij het uitleggen van de digital divide en betekent letterlijk informatie- en communicatietechnologie. Toch wordt de afkorting ICT vaak gebruikt om alles rondom het Internet mee aan te duiden. Selwyn vindt dat ICT gezien zou moeten worden als overkoepelende term voor zowel computer hard- als software, waardoor het dus duidt op wijd uiteenlopende technologieën. Hierdoor wordt de inhoud van de digital divide ook een stuk breder (Selwyn 2002: 7). Daarop volgt de vraag: Wat is toegang?. Selwyn merkt op dat het fysiek toegang hebben tot een computer niet meteen betekent dat je die computer ook kunt gebruiken. De redenen waarom je een computer misschien niet kunt gebruiken kunnen uiteen lopen van de locatie van de computer, eigen vaardigheid op een computer en het wel of niet hebben van een Internetverbinding. En wat als er wel 15

20 een Internetverbinding is, maar je maakt er nooit gebruik van? Dat is de derde vraag die Selwyn onder de loep neemt. De overweging om wel of geen gebruik te maken van een Internetverbinding heeft volgens Selwyn te maken met een complexe mix van verschillende factoren (ibid.: 9): economische sociale psychologische pragmatische Van groot belang acht hij dat we begrijpen waarom mensen ICT gebruiken en hoe men daarin wordt gestuurd. Selwyn gaat in op het idee van socioloog en filosoof Pierre Bourdieu, dat er verschillende vormen zijn van kapitaal. Zo lijkt hem het economische kapitaal het meest voor de hand liggend voor mensen om wel of geen ICT te gebruiken. Maar toch kan dit niet de enige factor zijn in de omgang met ICT. Wat mensen doen met ICT hangt volgens Selwyn ook samen met lagen van cultureel kapitaal. Want in hoeverre zijn mensen bereidt mee te gaan met de overheersende cultuur en de ontwikkelingen op het gebied van ICT? En hoe belangrijk is iemands sociale kapitaal, waarbij het draait om sociale verplichting tussen vrienden en familie (ibid.:13-15)? Naast de drie kapitaalvormen van Bourdieu zou nog er een vierde vorm van kapitaal bij kunnen; het technische kapitaal. Het technische kapitaal wordt gevormd door wat een individu aan economisch, cultureel en sociaal kapitaal bezit. De snelle verandering van ICT maakt het noodzakelijk dat mensen meer verstand krijgen van de techniek achter ICT. Wanneer je de techniek beter begrijpt kun je niet alleen informatie ontvangen via ICT maar ook verstrekken (ibid.: 15). Selwyn geeft aan dat de vragen die samenhangen met de digital divide problematisch zijn, waardoor een term als de digital divide nog ongrijpbaarder wordt. Daar waar Norris het heeft over een duidelijk verschil tussen social divide en global divide, lijkt Selwyn deze twee samen te voegen. Hij ziet de wereldproblematiek als een afspiegeling van wat er op kleine schaal binnen een land gebeurt en geeft daardoor meer aandacht aan het sociale aspect van de divide. Dit ondanks het feit dat hij ICT een politieke aangelegenheid noemt. De vormen van kapitaal waarvan Selwyn spreekt zouden bij de theorie van Norris passen in zowel social en global divide. 16

21 Naast de vele overeenkomsten tussen bovenstaande theorieën, lijkt onder andere Norris weinig aandacht te besteden aan de interpretatie van woorden. Selwyn doet dat wel en biedt daarmee een waardevolle aanvulling op de theorie van Norris. Want alle aspecten van een definitie uitleggen is nog niet hetzelfde als de definitie interpreteren. Het is onmogelijk om de interpretatie van ieder individu te behandelen, maar het is wel noodzakelijk te kijken naar waar interpretatie kan verschillen wat betreft de definitie van de digital divide. Het is juist het verschil in interpretatie, waardoor de digital divide verschillende invullingen kan krijgen. Hieronder worden de drie laatst behandelde theorieën nog eens schematisch weergegeven, om net als bij de theorieën van Frissen en het NTIA de overeenkomsten en verschillen te benadrukken. Norris Selwyn Bourdieu (volgens Selwyn) inkomen (1) economische (1) econ. kapitaal (1) etniciteit (3) - - educatie (2) - - land (8) - - burgerlijke st. (6) - - leeftijd (5) - - sekse (4) - - validiteit (7) pragmatische (4) - psychische (3) - - sociale factor (2) sociaal kap. (3) - - cultureel kap. (2) - - (technisch kap.) (schuld) (ziekte) (onwetendheid) Tabel 2. Factoren die een rol spelen bij de digital divide De theorie van van Selwyn heeft sterke overeenkomsten met die van socioloog Paul DiMaggio, maar ze werken het idee van de digital divide allebei net iets anders uit, waardoor er wederom nuanceverschillen komen in de uitleg van de definitie. In From the Digital Divide to Digital Inequality (2001) richt DiMaggio zich op digital inquality in plaats van digital divide. Volgens hem gaat digital inequality verder dan de digital divide, aangezien het bij die eerste niet alleen gaat om het feit dat mensen wel of geen toegang hebben, maar ook over de manier waarop mensen handelen (DiMaggio 2001: 1). Toch zagen we bij de voorgaande onderzoekers ook al dat zij zich niet enkel afvroegen wie er toegang heeft, maar ook waartoe men toegang heeft en hoe. 17

22 Net als Selwyn legt DiMaggio de nadruk op het eigen handelen van een individu en het feit dat men verder moet kijken wat toegang hebben tot iets inhoud. Hij constateert dat een persoon beperkt kan worden in zijn handelen door verschillende soorten van ongelijkheid. Zo is er ongelijkheid in: techniek bezit ICT vaardigheden sociaal netwerk inkomen educatie Allereerst kijkt hij naar de ongelijkheid in techniek, aangezien hij verwacht dat hoe beter de hardware en software zijn hoe meer iemand aan de digitale apparatuur zal hebben. Vervolgens de ongelijkheid van het bezit van digitale apparatuur. DiMaggio is van mening dat mensen meer hebben aan ICT wanneer men er gemakkelijk over kan beschikken (ibid.: 8). Zo is thuis een computer hebben velen malen prettiger werken dan in een Internetcafé. Een derde vorm van ongelijkheid heeft te maken met de vaardigheid van een persoon. Het is van belang hoe goed een persoon kan werken met een computer en hoe snel diegene iets nieuws kan leren. En ten vierde wordt een persoon geholpen door vrienden of familie die al meer weten van ICT (ibid.: 10)? Een sociaal netwerk is vaak erg belangrijk voor een sneller leerproces. De vijfde vorm van ongelijkheid richt zich op het feit dat inkomen en educatie de manier waarop we Internet gebruiken kan beïnvloeden. In tegenstelling tot de andere wetenschappers noemt DiMaggio de factoren inkomen en educatie als laatste. Hierdoor lijkt het alsof DiMaggio meer waarde hecht aan de kwaliteit van hard- en software en het bezit ervan, dan aan het inkomen zoals de meeste ander auteurs. Overigens is DiMaggio daarmee de eerste auteur tot nu toe die het belang van de kwaliteit van hard- en software en het daadwerkelijk bezitten als een factor benoemt die de digital divide kan veroorzaken. In De digitale kloof wordt dieper 2003 onderstreept ook media- en communicatie wetenschapper Jan A.G.M. van Dijk het belang van hard- en software, maar wel op een andere manier dan DiMaggio. Van Dijk constateert dat qua bezit van de juiste hard- en software in Nederland nauwelijks nog sprake is van een kloof, maar op het 18

23 gebied van vaardigheden en gebruik bestaat de tweedeling nog wel degelijk. Hij noemt de discussie die er tot nu toe gevoerd is over de digital divide oppervlakkig, waarbij men bezit en vaardigheden overschat, men zich te veel fixeert op alleen de sociologische persoonskenmerken zoals inkomen, etniciteit, leeftijd, geslacht en opleiding en er te weinig gekeken wordt naar de sociale context en levensstijl van een individu (Van Dijk 2003: 6). Van Dijk spreekt in verband met de digital divide liever van relatieve tweedelingen, dan van een absolute tweedeling zoals die er nu is. De absolute tweedeling duidt te veel op het wel of niet hebben van het een of het ander, in dit geval het wel of niet toegang hebben tot Internet. Zijn relatieve tweedeling moet duidelijk maken dat er bij een digital divide naar meer gekeken moet worden dan alleen bezit, maar ook naar allerlei persoonsvariabelen en naar de complexiteit, de sociale, culturele en economische verschillen in een land (ibid.: 9). Van Dijk is van mening dat het bezit van ICT vooral afhangt van oude diepgewortelde ongelijkheden zoals inkomen en opleiding. De nieuwere ongelijkheden richten zich meer op waar je de strategische en informatievaardigheden inzet. De digital divide bestaat volgens Van Dijk uit zowel technologische, economische als maatschappelijke factoren en deze hebben allemaal invloed op elkaar. Zo spelen allereerst de persoonlijke factoren een grote rol op het soort toegang dat iemand krijgt tot ICT. De manier waarop iemand vervolgens toegang heeft tot informatietechnologieën heeft op zijn beurt weer bepaalde gevolgen (ibid.: 16). Bijvoorbeeld het ongelijk participeren aan de huidige en toekomstige samenleving. De factoren die Van Dijk noemt zijn net als voorgaande auteurs op een rij te zetten: Soort toegang: - motivatie - bezit - vaardigheden - gebruik Sociale Kenmerken: - leeftijd - geslacht - etniciteit Soort hulpbronnen: - materiële o.a. inkomen 19

24 - cognitieve o.a. opleiding - sociaal netwerk - cultuurgoederen Een belangrijke toevoeging die Van Dijk maakt op voorgaande theorieën is de factor motivatie. Motivatie is voor hem lange tijd de belangrijkste reden waarom mensen wel of geen toegang krijgen of willen hebben tot Internet. De sociale kenmerken en de soorten hulpbronnen of het gebrek eraan kunnen de motivatie en de andere verschillende soorten van toegang die Van Dijk noemt beïnvloeden. Van Dijk ziet daarbij een verschuiving in het belang van motivatie en bezit naar vaardigheden en gebruik. Dat neemt niet weg dat motivatie en bezit nog steeds belangrijke factoren zijn. Gebruik is steeds belangrijker gaan worden voor Van Dijk, aangezien deze factor het beste kan weergeven wat de reële insluiting en uitsluiting van maatschappelijke processen is. Samen met de bovenstaande rij factoren kan er bijvoorbeeld gekeken worden naar de gebruiksduur, de gebruikstoepassing en gebruikskosten om te bepalen wie, wat, hoe lang, waarom en waarvoor gebruik maakt van ICT (ibid.:34). Dimaggio Van Dijk inkomen (5) inkomen (8) - etniciteit (7) educatie (5) opleiding (9) - leeftijd (5) - geslacht (6) vaardigheid (3) vaardigheid (3) sociaal netwerk(4) sociaal netw. (10) techniek (1) - bezit (2) bezit (2) - cultuurgoed (11) motivatie (1) gebruik (4) Tabel 3. Factoren die een rol spelen bij de digital divide Bovenstaande tabel maakt duidelijk dat Van Dijk zeker ten opzichte van Dimaggio een zeer uitgebreid beeld geeft van het aantal factoren dat ten grondslag ligt aan de digital divide. Naast dit scala aan factoren maakt Van Dijk nog een interessante opmerking rondom de digital divide, namelijk dat er in landen waarin men een lage sociale, economische en culturele ongelijkheid kent, vaak een minder diepe digital divide hebben. De hoeveelheid mensen die in dit soort landen überhaupt toegang tot Internet hebben is veel kleiner ten opzichte van de groep mensen die dat niet 20

25 hebben. Dat neemt niet weg dat voor alle landen geldt dat het gebrek om te kunnen participeren volgens Van Dijk een steeds groter probleem wordt. Niet zozeer het wel of niet bezitten en gebruiken van een computer, maar het feit dat mensen een ICT achterstand oplopen, betekent dat ze uitgesloten zullen worden in steeds meer aspecten van de samenleving waarin ze leven. De idee van uitsluiting van de samenleving en het al eerder genoemde recht tot informatie brengt ons bij de inhoud van de volgende paragraaf. Daarin zal aan de hand van onder andere socioloog en filosoof Michel Foucault en psycholoog Abraham J. Maslow gekeken worden naar het algemene belang van de digital divide voor onze samenleving en de macht die gepaard gaat met het bezit van informatie. Want het valt af te vragen waarom we in de Westerse wereld zoveel waarden hechten aan informatie en hoe het komt dat er überhaupt een verschil is ontstaan in het bezit van informatie. 1.3 Het recht op informatie De manier waarop de digital divide gebruikt wordt in de speeches van bijvoorbeeld voormalig president van Amerika Bill Clinton, maar ook andere politieke of commerciële lezingen kan soms wat populistisch overkomen, maar daarmee kaarten zij wel een probleem aan waar politici zich terecht over buigen. Toegang tot informatie lijkt een fundamenteel recht, maar uit paragraaf 1.2 blijkt dat er verschillende factoren zijn die er voor zorgen dat niet iedereen gelijke toegang heeft tot de informatie op Internet. Maar afgezien van dat fundamentele recht zou je je kunnen afvragen waarom die informatie en de toegang ertoe nu zo belangrijk is? En of het nastreven van gelijke toegang tot de informatieve media überhaupt een realistisch doel is? Informatie en kennis Dat wij op dit moment in een informatieve samenleving leven wordt ons dagelijks in en door de media duidelijk gemaakt. Is het niet in een reclameboodschap, dan wordt er wel aandacht aan besteed in de krant, het journaal, allerlei folders in brievenbus, reclame in de openbare ruimte of via de mail. We worden nu eenmaal, zeker in de westerse maatschappijen, omringd door allerlei vormen van media. Het moeten missen van een van die vormen van communicatieve en informatieve media is voor velen van ons ondenkbaar geworden, ook voor diegene die nog opgegroeid zijn met 21

26 oudere vormen van informatieve media. Uit een onderzoek van de prijsvergelijkingsite Kelkoo blijkt een zesde van de 1671 ondervraagde Nederlandse Internetters zelf aangeeft dat zijn Internetgedrag voelt als een verslaving. Daarnaast geeft achtentachtig procent aan dat ze Internet zullen missen als ze er geen toegang toe zouden hebben (Heijmans 2006). Om tot de oorsprong te komen van het recht op informatie en kennis waar wij in de informatiesamenleving zo veel waarden aan hechten, zal men terug moeten gaan naar het begin van de vrijheid van meningsuiting en de ontwikkelingen van een censuurloze democratie. De achttiende eeuw staat bekend als de periode van de Verlichting, een tijd waarin onder andere een idee als dat van de vrijheid van meningsuiting steeds meer aansluiting vindt (Dommering 2000). Dat neemt niet weg dat er ook voor het ontstaan van de boekdrukkunst, vrijheid van meningsuiting en de democratie al zoiets bestond als informatie. Maar zeker na en ten tijde van de Verlichting werden allerlei omgangsvormen en persoonlijke leefregels een stuk soepeler, waardoor onder andere auteurs en journalisten steeds meer vrijheid kregen om te schrijven wat ze wilden. Vrijheid van meningsuiting is een van de rechten die vallen onder het recht op vrije communicatie. Maar wat houdt communicatievrijheid nu precies in? In het boek Informatierecht (2000) van Egbert van Dommering wordt vermeld dat informatievrijheid duidt op zowel het uiten, verspreiden en kennis nemen van een mening. Hierbij zou de overheid zich van oudsher niet mogen mengen in het communicatieproces. Ze mogen zich niet bemoeien met de inhoud van communicatieprocessen, wel moeten ze er op toezien dat iedereen toegang kan krijgen tot die communicatieprocessen. Het recht zich te mogen uiten is dus rechtstreeks verbonden met het recht om toegang te krijgen tot communicatiemiddelen (ibid.: 48). Dit idee van Van Dommering komt overeen met de theorie van Duits filosoof en socioloog Jurgen Habermas. Die beschreef in zijn boek Strukturwandel der Offentlichkeit (1962) het idee van de optimale publieke sfeer. Voor een optimale publieke sfeer moet een ruimte zijn waarbinnen rationele discussies kunnen worden gevoerd, vrij van dwingende machten (Habermas:1963). Hierbij kun je denken aan het al oude instituut; de bibliotheek, waar je tegen een lage abonnementsprijs boeken kunt lenen, de krant kunt lezen en les kunt krijgen in lezen of over het gebruik van een computer en tegen kleine betaling kunt Internetten. 22

WHITEPAPER HOME DECO VROUWEN TOT 35 ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED 66% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN

WHITEPAPER HOME DECO VROUWEN TOT 35 ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED 66% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN WHITEPAPER HOME DECO 66% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR VROUWEN TOT 35 ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN Nederlanders houden zich graag bezig met het inrichten van hun huis. Vrouwen hebben meer interesse

Nadere informatie

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER,

80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, Meting juni 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl 80% VAN DE NEDERLANDERS TYPEERT ZICH ALS GOEDE-DOELENGEVER, AL ZIEN MINDER

Nadere informatie

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)?

Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Welke kansen bieden internet en sociale media (niet)? Chris Aalberts Internet en sociale media hebben de wereld ingrijpend veranderd, dat weten we allemaal. Maar deze simpele waarheid zegt maar weinig

Nadere informatie

Eric Sleeuwits en Chantal van der Wijk

Eric Sleeuwits en Chantal van der Wijk Dankwoord Allereerst wil ik alle mensen bedanken die mij hebben geholpen bij het schrijven van dit boek en de mensen die mij in de tussentijd gesteund hebben. Zoals mijn collega s, ouders en vriendin.

Nadere informatie

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken?

3. Wat betekent dat voor de manier waarop lesgegeven zou moeten worden in de - voor jou - moeilijke vakken? Werkblad: 1. Wat is je leerstijl? Om uit te vinden welke van de vier leerstijlen het meest lijkt op jouw leerstijl, kun je dit simpele testje doen. Stel je eens voor dat je zojuist een nieuwe apparaat

Nadere informatie

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan!

Ten slotte wens ik je veel plezier bij het lezen. Hopelijk geeft het de kennis en de inspiratie om ook zelf met je kinderen aan de slag te gaan! inleiding Voor al mijn kinderen schrijf ik hun ontwikkelingen op in een schrift. Ik schrijf op wanneer en hoelang ze sliepen, wat ze aten, hoe ze speelden en hoe we samen de dag doorbrachten. Dat lijkt

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12

Inhoud. Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12 Inhoud Inleiding... 4 Hoofdstuk 1 Het ontstaan van de rechten... 6 Hoofdstuk 2 De belangrijkste rechten...12 Onderwerp 1 Gelijkheid...13 De rechten van Tim... 14 Onderwerp 2 Toegankelijkheid...17 De rechten

Nadere informatie

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29%

Grafiek 26.1a Het vóórkomen van verschillende vormen van discriminatie in Leiden volgens Leidenaren, in procenten 50% 18% 19% 17% 29% 26 DISCRIMINATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het vóórkomen en melden van discriminatie in Leiden en de bekendheid van en het contact met het Bureau Discriminatiezaken. Daarnaast komt aan de orde

Nadere informatie

HC zd. 42 nr. 31. dia 1

HC zd. 42 nr. 31. dia 1 HC zd. 42 nr. 31 weinig mensen zullen zeggen dat ze leven voor het geld geld maakt niet gelukkig toch zeggen we er graag achteraan: wel handig als je het hebt want waar leef ik voor? een christen mag zeggen:

Nadere informatie

WHITEPAPER HEALTH 51% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN GEZONDHEIDS PRODUCTEN

WHITEPAPER HEALTH 51% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN GEZONDHEIDS PRODUCTEN WHITEPAPER HEALTH NEDERLANDERS ZIJN GEEN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN GEZONDHEIDS- PRODUCTEN 51% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN GEZONDHEIDS PRODUCTEN Vrouwen zijn meer geïnteresseerd

Nadere informatie

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht

Van mij. Een gezicht is geen muur. Jan Bransen, Universiteit Utrecht [Gepubliceerd in Erik Heijerman & Paul Wouters (red.) Praktische Filosofie. Utrecht: TELEAC/NOT, 1997, pp. 117-119.] Van mij Een gezicht is geen muur Jan Bransen, Universiteit Utrecht Wij hechten veel

Nadere informatie

Vijftien jaar internet. Wat heeft het voor ons betekend?

Vijftien jaar internet. Wat heeft het voor ons betekend? Rapport Vijftien jaar internet. Wat heeft het voor ons betekend? Voor: Online Breedband B.V. Door: Synovate Synovate Inhoud Samenvatting 3 Onderzoeksopzet 5 Belangrijkste resultaten 6 - Internetgebruik

Nadere informatie

Rob Duits Sander Helling Xander Knol André van de Polder Paco Josée Klas: Rood. Onderzoeksrapport. Medialandschap

Rob Duits Sander Helling Xander Knol André van de Polder Paco Josée Klas: Rood. Onderzoeksrapport. Medialandschap Rob Duits Sander Helling Xander Knol André van de Polder Paco Josée Klas: Rood Onderzoeksrapport Medialandschap Inhoudsopgave 05 Voorbereiding onderzoek - Doel van het onderzoek - Onderzoeksvraag en deelvragen

Nadere informatie

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1

Hoe gelukkig ben je? Opdracht 1 Hoe gelukkig ben je? Geluk is een veranderlijk iets. Het ene moment kun je jezelf diep gelukkig voelen, maar het andere moment lijkt het leven soms maar een zware last. Toch is voor geluk ook een soort

Nadere informatie

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 8 november 2006 1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Nadere informatie

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers

Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Docent Kunsteducatie in de schijnwerpers Master-thesis over de werkwijze van de docent kunsteducatie in het VMBO en VWO Tirza Sibelo Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen Richting: Sociologie

Nadere informatie

PERSONAL CARE WHITEPAPER JONGERE VROUWEN STAAN MEER OPEN VOOR HET PROBEREN VAN NIEUWE PRODUCTEN 55% VAN NEDERLANDERS

PERSONAL CARE WHITEPAPER JONGERE VROUWEN STAAN MEER OPEN VOOR HET PROBEREN VAN NIEUWE PRODUCTEN 55% VAN NEDERLANDERS WHITEPAPER PERSONAL CARE 55% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR EEN NIEUWE AANBIEDER OP HET GEBIED VAN PERSOONLIJKE VERZORGING JONGERE VROUWEN STAAN MEER OPEN VOOR HET PROBEREN VAN NIEUWE PRODUCTEN Vrouwen

Nadere informatie

HC zd. 22 nr. 32. dia 1

HC zd. 22 nr. 32. dia 1 HC zd. 22 nr. 32 een spannend onderwerp als dit niet waar is, valt alles duigen of zoals Paulus het zegt in 1 Kor. 15 : 19 als wij alleen voor dit leven op Christus hopen zijn wij de beklagenswaardigste

Nadere informatie

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen.

N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. ADHD Wachtkamerspecial Onderbehandeling van ADHD bij allochtonen: kinderen en volwassenen N. Buitelaar, psychiater en V. Yildirim, psycholoog. Beiden werkzaam bij Altrecht Centrum ADHD Volwassenen. Inleiding

Nadere informatie

Voorwoord 9. Inleiding 11

Voorwoord 9. Inleiding 11 inhoud Voorwoord 9 Inleiding 11 deel 1 theorie en geschiedenis 15 1. Een omstreden begrip 1.1 Inleiding 17 1.2 Het probleem van de definitie 18 1.3 Kenmerken van de representatieve democratie 20 1.4 Dilemma

Nadere informatie

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B

Samenvatting. Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren. Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Samenvatting Clay Shirky Iedereen Hoofdstuk 4 Eerst publiceren, dan filteren Esther Wieringa - 0817367 Kelly van de Sande 0817383 CMD2B Deze samenvatting gaat over hoofdstuk 4; eerst publiceren dan filteren,

Nadere informatie

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier

Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Ervaringen Voorbeeld jouw ervaring delen? formulier Vraag 1 Hoe heb je zielsliefde ontdekt, en ontdekte je zielsliefde het ook op dat moment? Ik ontmoette haar op mijn werk in de rookruimte. We konden

Nadere informatie

Inge Test 07.05.2014

Inge Test 07.05.2014 Inge Test 07.05.2014 Inge Test / 07.05.2014 / Bemiddelbaarheid 2 Bemiddelbaarheidsscan Je hebt een scan gemaakt die in kaart brengt wat je kans op werk vergroot of verkleint. Verbeter je startpositie bij

Nadere informatie

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie: BIJGESTELDE VISIE OP HET LEERGEBIED DIGITALE GELETTERDHEID Digitale geletterdheid is van belang voor leerlingen om toegang te krijgen tot informatie en om actief te kunnen deelnemen aan de hedendaagse

Nadere informatie

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten

Pizza Verdi. Opdrachtenblad. Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten Pizza Verdi Regie: Gary Nadeau Jaar: 2011 Duur: 8 minuten Opdrachtenblad Lesuurpakket Pizza Verdi (thema s: sociale verschillen, stereotyperingen/vooroordelen; verdiepingsopdracht Amerikaanse burgerrechten)

Nadere informatie

NVAB-richtlijn blijkt effectief

NVAB-richtlijn blijkt effectief NVAB-richtlijn blijkt effectief Nieuwenhuijsen onderzocht de kwaliteit van de sociaal-medische begeleiding door bedrijfsartsen van werknemers die verzuimen vanwege overspannenheid, burn-out, depressies

Nadere informatie

Doel van Bijbelstudie

Doel van Bijbelstudie Bijbelstudie Hebreeën 4:12 Want het woord Gods is levend en krachtig en scherper dan enig tweesnijdend zwaard en het dringt door, zó diep, dat het vaneen scheidt ziel en geest, gewrichten en merg, en het

Nadere informatie

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.

Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Deze factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding. Internet meest gebruikte informatiebron bij zoeken naar passende zorgverzekering Marjan van der Maat &

Nadere informatie

Onderzoek nieuwe examenprogramma MAW

Onderzoek nieuwe examenprogramma MAW Onderzoek nieuwe examenprogramma MAW Voorbeeldlesmateraal maakt vernieuwingen Maatschappijwetenschappen concreet en uitvoerbaar In het kader van haar afstudeerproject voor de eerstegraads lerarenopleiding

Nadere informatie

Samen eenzaam. Frida den Hollander

Samen eenzaam. Frida den Hollander Samen eenzaam Samen eenzaam Frida den Hollander Tweede editie Schrijver: Frida den Hollander Coverontwerp: Koos den Hollander Correctie: Koos den Hollander ISBN:9789402122442 Inhoud Inleiding 1 Ik ben

Nadere informatie

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders

Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne. Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtone Nederlanders Samenvatting 3-meting effectonderzoek integratiecampagne Onderzoek onder allochtonen 1) Integratiecampagne

Nadere informatie

Recht op toegang tot het internet?

Recht op toegang tot het internet? Deze samenvatting is een bewerking van de presentatie zoals die gehouden is op vrijdag 3 juni 2008 tijdens de studiemiddag Behoud en vernieuwing in het informatierecht van de Vereniging voor Media- en

Nadere informatie

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede

EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede EénVandaag en Nibud onderzoeken armoede Doel Armoede is geen eenduidig begrip. Armoede wordt vaak gemeten via een inkomensgrens: iedereen met een inkomen beneden die grens is arm, iedereen er boven is

Nadere informatie

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL Meting maart 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID

Nadere informatie

Uiteindelijk gaat het om het openbreken van macht

Uiteindelijk gaat het om het openbreken van macht Uiteindelijk gaat het om het openbreken van macht Als hoogleraar Publieke Innovatie aan de Universiteit Utrecht onderzoekt Albert Meijer vernieuwing in de publieke sector. Open Overheid en Open Data maken

Nadere informatie

Uit huis gaan van jongeren

Uit huis gaan van jongeren Arie de Graaf en Suzanne Loozen Jaarlijks verlaten bijna een kwart miljoen jongeren het ouderlijk huis. Een klein deel van hen is al vóór de achttiende verjaardag uit huis gegaan. De meeste jongeren gaan

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

Latijn: iets voor jou?

Latijn: iets voor jou? : n j i t a L r o o v s iet jou? De Romeinen en wij Waar komen onze letters vandaan? Hoe komen we aan de namen van de maanden? De antwoorden op vele van deze vragen vind je vaak in het verleden bij de

Nadere informatie

Voorwoord. Martin Sykes www.storiesthatmovemountains.com www.facebook.com/storiesthatmovemountains www.overtuigenmetstorytelling.

Voorwoord. Martin Sykes www.storiesthatmovemountains.com www.facebook.com/storiesthatmovemountains www.overtuigenmetstorytelling. Voorwoord Ik was al vijf jaar bezig met het ontwikkelen en toepassen van de ideeën in dit boek voordat ik ze in 2006 voor het eerst in het openbaar presenteerde tijdens de zevende jaarlijkse Europese conferentie

Nadere informatie

Verstandelijke beperkingen

Verstandelijke beperkingen 11 2 Verstandelijke beperkingen 2.1 Definitie 12 2.1.1 Denken 12 2.1.2 Vaardigheden 12 2.1.3 Vroegtijdig en levenslang aanwezig 13 2.2 Enkele belangrijke overwegingen 13 2.3 Ernst van verstandelijke beperking

Nadere informatie

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen

Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Zelfmanagement bij mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden door verstandelijke beperkingen Een speciale uitdaging voor het huisartsenteam en het steunnetwerk Dr. Jany Rademakers, NIVEL Drs. Jeanny

Nadere informatie

Welke opties hebt u in een gesprek? Meer dan u denkt! Erica Huls Gespreksadvies voor wethouders en raadsleden

Welke opties hebt u in een gesprek? Meer dan u denkt! Erica Huls Gespreksadvies voor wethouders en raadsleden Welke opties hebt u in een gesprek? Meer dan u denkt! Erica Huls Gespreksadvies voor wethouders en raadsleden Actueel en fundamenteel De tijd dat politici kiezers wonnen met redevoeringen in achterzaaltjes

Nadere informatie

Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf

Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf Breien in de late middeleeuwen Een stukje geschiedenis over een geliefd tijdverdrijf Madonna met breiwerk, 1400-1410. Geschilderd door Bertram von Minden (1340-1414), detail uit het Buxtehude Altaar Onderzoek

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Voorwoord 5. Inleiding 11

Inhoudsopgave. Voorwoord 5. Inleiding 11 Inhoudsopgave Voorwoord 5 Inleiding 11 1 Eerste verkenning 15 1.1 Waarom is kennis van religie belangrijk voor journalisten? 16 1.2 Wat is religie eigenlijk? 18 1.2.1 Substantieel en functioneel 18 1.2.2

Nadere informatie

Samen sta je sterk. Adviesrapport. Project: Communicatieplan

Samen sta je sterk. Adviesrapport. Project: Communicatieplan Project: Communicatieplan Smokeless Nathalie Kooiman, 0863131 Charlotte Voorn, 0847183 Wendy Lanser, 0862815 Rowan Lens, 0857190 CDM1A Hogeschool Rotterdam Rowan Lens - CDM1A - Hogeschool Rotterdam 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Serious gaming in het basisonderwijs Adviesnota

Serious gaming in het basisonderwijs Adviesnota 2012 Serious gaming in het basisonderwijs Adviesnota Carolien Popken SAB Schoolvereniging Aerdenhout- Bentveld 14-6-2012 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Onderzoek... 4 Voorwoord... 4 Antwoord op de deelvragen

Nadere informatie

De Cues Filtered Out Theorie

De Cues Filtered Out Theorie De Cues Filtered Out Theorie Sommige mensen zien Computer mediated communication als een mindere vorm van communicatie, ook volgens de Cues Filtered Out theorie ontbreekt er veel aan deze communicatievorm.

Nadere informatie

Probleem? Geen probleem. Met de vaardigheden die Humanitas je aanreikt, verander je je leven. Helemaal zelf. En het mooie is: iedereen kan het.

Probleem? Geen probleem. Met de vaardigheden die Humanitas je aanreikt, verander je je leven. Helemaal zelf. En het mooie is: iedereen kan het. ONTMOET HUMANITAS Probleem? Geen probleem. Met de vaardigheden die Humanitas je aanreikt, verander je je leven. Helemaal zelf. En het mooie is: iedereen kan het. Zonder uitzondering. Lukt het je niet alleen,

Nadere informatie

Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019

Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019 Examenbespreking havo maatschappijwetenschappen Donderdag 23 mei 2019 Het correctievoorschrift van het CvTE is bindend. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het beoordelingsmodel. Dit verslag

Nadere informatie

Culture Shock -PIM. GROEP 7 ESRA ATESCELIK STUDENT NR: 1783262 JUNI 2009 Eak500@few.vu.nl. Esra Atescelik juni 2009 1

Culture Shock -PIM. GROEP 7 ESRA ATESCELIK STUDENT NR: 1783262 JUNI 2009 Eak500@few.vu.nl. Esra Atescelik juni 2009 1 GROEP 7 ESRA ATESCELIK STUDENT NR: 1783262 JUNI 2009 Eak500@few.vu.nl Esra Atescelik juni 2009 1 Inhoudsopgave 1. Concept Culture Shock.3 1.1 Definitief concept 4 1.2 Interactief gedeelte van de film..4

Nadere informatie

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen!

Inhoud. 1 Wil je wel leren? 2 Kun je wel leren? 3 Gebruik je hersenen! 4 Maak een plan! 5 Gebruik trucjes! 6 Maak fouten en stel vragen! 1 Wil je wel leren? Opdracht 1a Wat heb jij vanzelf geleerd? 7 Opdracht 1b Van externe naar interne motivatie 7 Opdracht 1c Wat willen jullie graag leren? 8 2 Kun je wel leren? Opdracht 2a Op wie lijk

Nadere informatie

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het

Nadere informatie

Nederlanders aan het woord

Nederlanders aan het woord Nederlanders aan het woord Veteranen en de Nederlandse Veteranendag 2014 Trends, Onderzoek en Statistiek (TOS) Directie Communicatie Documentnummer: TOS-14-066a Belangrijkste inzichten Nederlander hecht

Nadere informatie

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten Bron: http://ninabrackman.blogspot.nl/p/de-alchemist-paulo-coelho.html Dit is een deel van een blog over De Alchemist van Paulo Coelho door Nina Brackman.

Nadere informatie

Als eerste bedankt voor het aanschaffen van deze PDF waarin ik je handige tips en trucs zal geven over het schrijven van een handleiding.

Als eerste bedankt voor het aanschaffen van deze PDF waarin ik je handige tips en trucs zal geven over het schrijven van een handleiding. Bedankt! Als eerste bedankt voor het aanschaffen van deze PDF waarin ik je handige tips en trucs zal geven over het schrijven van een handleiding. Graag zou ik je willen vragen mij een email te sturen

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-II

maatschappijwetenschappen pilot havo 2015-II Opgave 2 De digitale stedeling Bij deze opgave horen de teksten 2 en 3. Inleiding Gebruik van sociale media vormt een steeds belangrijker onderdeel van ons dagelijks leven. Sociale media zijn toepassingen

Nadere informatie

Verhaal van verandering

Verhaal van verandering Belgische Ashoka Fellow Ashoka : Kun je ons iets vertellen over je familie en waar je bent opgegroeid? Ingrid : Ik ben opgegroeid in Antwerpen, een belangrijke stad in Vlaanderen, België. Ik heb een oudere

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

De Popularisering van het Internet in Nederland Trendrapport Internetgebruik 2011

De Popularisering van het Internet in Nederland Trendrapport Internetgebruik 2011 De Popularisering van het Internet in Nederland Trendrapport Internetgebruik 2011 Prof. Dr. Jan A.G.M. van Dijk Vakgroep Media, Communicatie en Organisatie Trendrapport Computer en Internetgebruik 2010

Nadere informatie

Meting september 2013

Meting september 2013 Meting september 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl Donateursvertrouwen daalt in tegenstelling tot consumentenvertrouwen

Nadere informatie

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft.

Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Maurice Jongmans is Adviseur Social Media en Zoekmachineoptimalisatie bij Webtechniek in Delft. Webtechniek is gespecialiseerd in technische oplossingen voor internet en applicaties. Sinds 2000 is het

Nadere informatie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie Zaken voor mannen Verhalen van mannen met epilepsie Introductie Niet alle mannen vinden het prettig om over hun gezondheid te praten. Ieder mens is anders. Elke man met epilepsie ervaart zijn epilepsie

Nadere informatie

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN

HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN HET BELANGRIJKSTE OM TE WETEN OM MEER ZELFVERTROUWEN TE KRIJGEN Gratis PDF Beschikbaar gesteld door vlewa.nl Geschreven door Bram van Leeuwen Versie 1.0 INTRODUCTIE Welkom bij deze gratis PDF! In dit PDF

Nadere informatie

WHITEPAPER FINANCE 50% VAN DE NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR EEN NIEUWE AANBIEDER VAN FINANCIËLE PRODUCTEN EN VERZEKERINGEN

WHITEPAPER FINANCE 50% VAN DE NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR EEN NIEUWE AANBIEDER VAN FINANCIËLE PRODUCTEN EN VERZEKERINGEN WHITEPAPER FINANCE 50% VAN DE NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR EEN NIEUWE AANBIEDER VAN FINANCIËLE PRODUCTEN EN VERZEKERINGEN NEDERLANDERS ZIJN ERG AFWACH- TEND ALS HET GAAT OM FINANCIËLE PRODUCTEN EN DIENSTEN

Nadere informatie

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot

F r a n c i s c u s. v a n. Leven met aandacht. w e g D e. Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot Leven met aandacht Erfgoed Congregatie Zusters Franciscanessen van Oirschot w e g D e v a n F r a n c i s c u s 2 Leven met aandacht Inhoud 1 De weg van Franciscus 9 2 De oprichting van de congregatie

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

WHITEPAPER FOOD VROUWEN TOT 35 JAAR ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN VOEDING

WHITEPAPER FOOD VROUWEN TOT 35 JAAR ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN VOEDING WHITEPAPER FOOD 70% VAN DE NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN VOEDINGSMIDDELEN VROUWEN TOT 35 JAAR ZIJN VOORLOPERS OP HET GEBIED VAN VOEDING Vrouwen hebben een grotere interesse in voeding,

Nadere informatie

Kraak de geest van de DJ

Kraak de geest van de DJ Kraak de geest van de DJ Een observatie Door Nicky van Veen Inleiding Hoe komt het dat creatievelingen zo goed kunnen performen en zo creatief kunnen zijn op het moment dat ze moeten schitteren. Om dit

Nadere informatie

Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO

Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO Portret van H. Gerealiseerd door H. en Linde Stael In samenwerking met het SIHO Dit portret gaat over H., een vrouw die met een evoluerende spierziekte nog lang voor de klas heeft gestaan in het lager

Nadere informatie

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010

Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de belastingaangifte. Nibud, 2010 Uitkomsten peiling kennis en gedrag omtrent de Nibud, 2010 Inleiding In dit rapport staan de resultaten beschreven van een peiling onder lezers van De Telegraaf over hun kennis en gedrag omtrent de. De

Nadere informatie

Werken aan 21 e eeuwse vaardigheden met NPDL

Werken aan 21 e eeuwse vaardigheden met NPDL Werken aan 21 e eeuwse vaardigheden met NPDL Door: Fréderieke van Eersel (Eigenaar Eduet www.eduet.nl /adviseur eigentijds onderwijs) Op veel onderwijssites en in veel beleidsstukken kom je de term 21st

Nadere informatie

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken!

E-PAPER. Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken! Dé expert in praktische apotheektrainingen E-PAPER Drie praktische tips om je werk als apothekersassistent(e) leuker te maken! 1 Inhoudsopgave De cliënt en ik 3 Weet jij nog waarom je in de apotheek wilde

Nadere informatie

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg

Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Is jouw maand ook altijd iets te lang? Onderzoek Jongerenpanel Tilburg Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Tilburg DIMENSUS beleidsonderzoek December 2012 Projectnummer 507 Inhoudsopgave Samenvatting

Nadere informatie

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING VOORWOORD Content marketing is uitgegroeid tot één van de meest populaire

Nadere informatie

Meting maart 2014 DONATEURSVERTROUWEN BLIJFT STIJGEN

Meting maart 2014 DONATEURSVERTROUWEN BLIJFT STIJGEN Meting maart 2014 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEURSVERTROUWEN BLIJFT STIJGEN Nederland is duidelijk op weg naar een

Nadere informatie

Inleiding CUSTOMER TOUCH MODEL. Is het mogelijk klanten zo goed te kennen dat je kunt voorspellen wat ze gaan kopen voordat ze dat zelf weten?

Inleiding CUSTOMER TOUCH MODEL. Is het mogelijk klanten zo goed te kennen dat je kunt voorspellen wat ze gaan kopen voordat ze dat zelf weten? Inleiding Is het mogelijk klanten zo goed te kennen dat je kunt voorspellen wat ze gaan kopen voordat ze dat zelf weten? Er zijn geruchten dat Amazon een dergelijke gedetailleerde kennis van haar klanten

Nadere informatie

Enkele vragen aan Kristin Harmel

Enkele vragen aan Kristin Harmel Enkele vragen aan Kristin Harmel Waar gaat Zolang er sterren aan de hemel staan over? Zolang er sterren aan de hemel staan gaat over Hope McKenna- Smith, eigenaresse van een bakkerij in Cape Cod. Ze komt

Nadere informatie

VIRTUEEL LEEFSTIJL CENTRUM TESTAPP RESULTATEN

VIRTUEEL LEEFSTIJL CENTRUM TESTAPP RESULTATEN VIRTUEEL LEEFSTIJL CENTRUM TESTAPP RESULTATEN WAAROM DE TESTAPP? In eerdere verkenningen zijn verschillende ideeën naar voren gekomen voor ontwerp van het virtueel leefstijlcentrum. De functionaliteiten

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

Op de volgende pagina volgen wat foto s

Op de volgende pagina volgen wat foto s Wat is een IT biografie?: In een IT biografie beschrijf je alles wat je kan op het gebied van IT en wat je nog wilt leren op het gebied van IT. Je leert de persoon kennen (mij) op het gebied van IT. In

Nadere informatie

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT Wie zei: Het is mijn taak om dit land goed te besturen. Maar al die ministers moeten zich er niet mee bemoeien. 1. koning Willem I 2. koning Willem II 3. koning

Nadere informatie

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen

3.6 Diversiteit is meer dan verschil in cultuur 91 3.7 Antwoorden uit de gezondheidswetenschappen Inhoud Inleiding 7 1 Diversiteit in jouw leven 13 1.1 Identiteit 13 1.2 Sociale identiteit 15 1.3 Sociale deelidentiteiten 17 1.4 Multiculturele persoonlijkheden 20 1.5 Aspecten van persoonlijkheden 24

Nadere informatie

WHITEPAPER FASHION 22% VAN NEDERLANDERS IS VOORLOPER OP HET GEBIED VAN KLEDING 75% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN KLEDING

WHITEPAPER FASHION 22% VAN NEDERLANDERS IS VOORLOPER OP HET GEBIED VAN KLEDING 75% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN KLEDING WHITEPAPER FASHION 75% VAN NEDERLANDERS STAAT OPEN VOOR NIEUWE AANBIEDERS VAN KLEDING 22% VAN NEDERLANDERS IS VOORLOPER OP HET GEBIED VAN KLEDING Vooral vrouwen zijn geïnteresseerd in kleding. Zij zoeken

Nadere informatie

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst?

Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Opgave 1 Heeft het vrijwilligerswerk toekomst? Bij deze opgave horen tekst 1 en 2 en de tabellen 1 tot en met 3 uit het bronnenboekje. Inleiding In Nederland zijn ruim 4 miljoen mensen actief in het vrijwilligerswerk.

Nadere informatie

Beinvloeding van glossylezers door middel van persuasive design.

Beinvloeding van glossylezers door middel van persuasive design. Beinvloeding van glossylezers door middel van persuasive design. Fleur Bukman User Experience Design - Seminar CMD - jaar 3 Studentnummer: 1618817 Docent: Hans Kemp Mei 2015 1 Inhoudsopgave Inleiding 3

Nadere informatie

Waar toezicht opduikt daar zijn of daar komen problemen zullen veel mensen denken.

Waar toezicht opduikt daar zijn of daar komen problemen zullen veel mensen denken. Dames en heren, De uitnodiging om hier op het lustrumsymposium te komen spreken grijp ik graag aan om mij als toezichthouder nu eens een keer niet te richten op problemen. Waar toezicht opduikt daar zijn

Nadere informatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie

Wijkaanpak. bekendheid, betrokkenheid en communicatie Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente Deventer Karen Teunissen April 2006 Inhoudsopgave Inleiding 3 Hoofdstuk 1 Bekendheid en betrokkenheid 4 Samenvatting 8 Hoofdstuk 2 Communicatie 9 Samenvatting 12

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst.

Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Hallo, Wij zijn Kai & Charis van de Super Student en wij geven studenten zin in de toekomst. Dat is namelijk helemaal niet zo makkelijk. Veel studenten weten nog niet precies wat ze willen en hoe ze dat

Nadere informatie

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009)

Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009) Mexicaanse Griep-onderzoek (april november 2009) Meteen nadat de Mexicaanse griep voor het eerst in het nieuws kwam (eind april 2009) is via Peil.nl onderzoek hiernaar gedaan onder de Nederlandse bevolking.

Nadere informatie

De probleemstelling voor het onderzoek is als volgt geformuleerd:

De probleemstelling voor het onderzoek is als volgt geformuleerd: Samenvatting De opkomst van Health 2.0 en e-health zorgt ervoor dat de patiënt verandert naar zorgconsument. Health 2.0 zorgt voor een grote mate van patiënt-empowerment; zorgconsumenten nemen zelf de

Nadere informatie

28% 72% 30% 70% Aantal geregistreerde deelnemers : 141 Periode evaluatie : 19 maart 2014 t/m 6 april 2014 Aantal evaluaties : 101

28% 72% 30% 70% Aantal geregistreerde deelnemers : 141 Periode evaluatie : 19 maart 2014 t/m 6 april 2014 Aantal evaluaties : 101 Aantal geregistreerde deelnemers : 11 Periode evaluatie : 19 maart 01 t/m 6 april 01 Aantal evaluaties : 101 8% ingevuld niet ingevuld % 0% anoniem niet anoniem 0% RESULTATEN EVALUATIE ICT-PRAKTIJKDAG

Nadere informatie

1. Inleiding Hoe wordt mijn website gemakkelijk gevonden in de verschillende zoekmachines.

1. Inleiding Hoe wordt mijn website gemakkelijk gevonden in de verschillende zoekmachines. Samenvatting In deze whitepaper wordt de vraag beantwoord: Hoe kan ik mijn website beter vindbaar maken in zoekmachines?. Om hier achter te komen wordt eerst achtergrond informatie gegeven over hoe zoekmachines

Nadere informatie

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans LEADERSHIP IN PROJECT-BASED ORGANIZATIONS Dealing with complex and paradoxical demands Leiderschap

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Samenvatting, conclusies en discussie

Samenvatting, conclusies en discussie Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit

Nadere informatie

Instructie: Landenspel light

Instructie: Landenspel light Instructie: Landenspel light Korte omschrijving werkvorm In dit onderdeel vormen groepjes leerlingen de regeringen van verschillende landen. Ieder groepje moet uiteindelijk twee werkbladen (dus twee landen)

Nadere informatie

Uit de burn-out Therapiegroep werkstresshantering

Uit de burn-out Therapiegroep werkstresshantering Uit de burn-out Therapiegroep werkstresshantering Albert Schweitzer ziekenhuis mei 2009 pavo 0202 Inleiding Als u last heeft van een burn-out door stress op het werk kunt u de therapiegroep werkstresshantering

Nadere informatie