2016 IN CIJFERS AANTALLEN BW CGG CAR REVAL DAC TOTAAL

Transcriptie

1 2016 IN CIJFERS AANTALLEN BW CAR REVAL DAC TOTAAL In 2016 hebben we met de verschillende afdelingen van Groep LITP aan 6259 personen één of ander vorm van gespecialiseerde geestelijke gezondheidszorg verleend. Deze zorg is multidisciplinair, multi-methodisch en wordt aan een variatie van cliënten aangeboden. We zien recent een significante stijging van de caseload in het. Bij de volwassen en ouderenteams van het gaan we van 3012 cliënten in 2015 naar 3275 in Bij de ouderenteams stijgt het aantal cliënten van 568 naar 704. Dit is een stijging van respectievelijk 8 en 23%. Binnen dag-activering zien we eveneens een stijging van 9% (van 133 naar 145 deelnemers). Voor REVAL zijn de cijfers identiek aan vorig jaar. Binnen Beschut Wonen is er een lichte daling in het aantal cliënten maar zien we een duidelijke stijging in het aantal gerealiseerde ligdagen. Ook dit jaar hebben we voor het cijfermateriaal beroep gedaan op verschillende soorten registratiegegevens: via het elektronisch patiëntendossier voor het, via registratie uit de facturatiegegevens en via het Registratie Platform Limburg (RPL) voor de andere diensten (REVAL, CAR, Beschut Wonen en Dagactivering) Een vertaling van zorg naar cijfermateriaal en vice versa is geen vanzelfsprekend gegeven, cijfers geven vaak slechts een beperkte voorstelling van de feiten en reduceren de realiteit van elke dag zoals onze medewerkers en onze cliënten dit ervaren. Ook dit jaar kiezen we er voor om, naast de traditionele cijfers van aantallen, verwijzers en diagnostische categorieën, u ook inzage te geven in wat we doen, hoe frequent we dat doen en hoe lang de wachttijd is in de verschillende afdelingen. We laten u dus meekijken in hoe we omgaan met de ons ter beschikking gestelde financiële middelen, de keuzes die we maken en de resultaten die dit oplevert. Daarnaast willen we zo ook transparantie bieden en openstaan voor suggesties ter verbetering. 1 Binne katern cijfers 2017.indd 2 14/06/17 23:19

2 ZORGCIRCUIT VOLWASSENEN VERWIJZING Ook in 2016 komen het gros van de verwijzingen naar onze diensten vanuit een partner in de gezondheidszorg: in REVAL geldt dit voor 89% van de verwijzingen, in Beschut Wonen voor 76%, dag-activering 70%, volwassenen en ouderen respectievelijk 57% en 58%. Een belangrijk deel van de cliënten in het consulteert op eigen initiatief, 23% en 25%. Voor de andere afdelingen is dit eerder beperkt (5-8%). DIAGNOSE Wanneer we kijken naar de diagnose dan blijven cliënten met een affectieve stoornis een belangrijke doelgroep (40% in, 85% in REVAL en 34% in DAC). Cliënten met een psychotische problematiek zien we voornamelijk in dag-activering (37%) en Beschut Wonen (38%). Eén derde van de cliënten van het heeft een lichtere stoornis (bijvoorbeeld een aanpassingsstoornis). Persoonlijkheidsstoornissen als hoofddiagnose worden voornamelijk in het behandeld en dit aantal blijft stabiel op ca 15%. 232 Binne katern cijfers 2017.indd 3 14/06/17 23:19

3 Binne katern cijfers 2017.indd 4 14/06/17 23:19 3

4 ACTIVITEITEN 2016 volwassenen ouderen REVAL BW Dag activering Aantal cliënten Aantal financieel kwetsbaren * 32,2% 60% 85% 88% Wachttijd aanmelding tot intake 46 dagen 28 dagen 1-3 md Variabel** Variabel Wachttijd aanmelding tot 2de gesprek 92 dagen 52 dagen Variabel Variabel Variabel * Berekend op basis van het RIZIV-statuut van de cliënt ** Toelichting zie tekst De volwassenen- en ouderenteams van het realiseren in 2016 met 25 VTE hulpverleners zorg voor 3979 cliënten. Een cliënt voor de volwassenteams wacht gemiddeld iets meer dan zes weken op het eerste gesprek en het vervolg van de behandeling duurt dan gemiddeld nog even lang. De totale wachttijd tot het tweede gesprek stijgt licht in vergelijking met voorgaande jaren maar situeert zich beneden het sectorgemiddelde. Elke cliënt, die zich aanmeldt in het volwassenteam van het, krijgt vóór het eerste gesprek een telefoon van een zorgverstrekker die de vraag van de cliënt helpt verhelderen. Tijdens deze screening wordt een voorlopig advies gegeven en wordt er, indien aangewezen, met de verwijzer(s) en andere betrokken hulpverleners contact opgenomen in functie van een zo goed mogelijke afstemming en organisatie van het zorgtraject. In 2016 stroomden 1026 cliënten uiteindelijk niet door naar een hulpverlener: zij vonden een oplossing bij zorgverstrekkers in het zorgnetwerk buiten onze organisatie. In de ouderenteams heeft een cliënt binnen de vier weken een eerste afspraak en nog eens drie weken erna kan de behandeling starten. In REVAL (vier vestigingen) werden 258 cliënten in behandeling genomen. In 2016 zijn er 132 nieuwe cliënten gestart. De gemiddelde duur van een behandeltraject is - net zoals in maanden. De gemiddelde deelname in therapiedagen varieert sterk, omdat gewerkt wordt met individuele programma s op maat. De wachttijden variëren van 1 tot drie maanden. In 2016 zien we in REVAL een stijging met 10% van de groep cliënten met een financieel kwetsbaar statuut. In Beschut Wonen beschikken we over 68 plaatsen en in 2016 hebben 74 cliënten hiervan gebruikt gemaakt. Met een totaal aantal verblijfsdagen van is een gemiddelde bezetting van 92% gerealiseerd. Dit is een stijging met 11% in vergelijking met Wat betreft de wachttijden is er voor groepswonen een wachttijd van drie maanden, voor individueel beschut wonen wacht men gemiddeld anderhalf jaar. De beschikbare capaciteit is onvoldoende, zeker voor wat betreft individueel beschut wonen. In dag activering komen in cliënten gemiddeld drie maal per week gespreid over twee vestigingen. Op de Schans zien we een wachttijd van 11 maanden, een lichte daling in vergelijking met 2015 (12 maanden). Voor ontmoeting (De Link) is de wachttijd beduidend korter namelijk drie weken. 4 Binne katern cijfers 2017.indd 5 14/06/17 23:19

5 ZORGCIRCUIT KINDEREN EN JONGEREN VERWIJZING De meeste verwijzingen in het zorgcircuit K&J komen vanuit een organisatie in de gezondheidszorg. Op de tweede plaats komt onderwijs (CLB en school). Voor blijft 1/5 van de cliënten zich aanmelden op eigen initiatief of op initiatief van de omgeving. DIAGNOSE In het vormen stoornissen in de kindertijd (ADHD, ASS, gedragsstoornis) met 34% en secundaire doelgroepen (o.a. angst- en stemmingsstoornis) met 35% de belangrijkste redenen voor aanmelding. In CAR heeft de grootste groep cliënten (38%) een pervasieve ontwikkelingsstoornis (Autisme Spectrum). De tweede grootste groep (33%) heeft een complexe ontwikkelingsstoornis (stoornis op verschillende domeinen: taal of leren, motoriek, aandacht/geheugen, auditieve en/of visuele functies, executieve functies, visuo-spatieel functioneren en psychosociaal functioneren, al dan niet in combinatie met een verstandelijke beperking). 5 Binne katern cijfers 2017.indd 6 14/06/17 23:19

6 ACTIVITEITEN 2016 CAR Aantal cliënten Aantal financieel kwetsbaren 30.6% 26.5% Wachttijd aanmelding tot intake 42 dagen 30 dagen Wachttijd aanmelding tot behandeling 92 dagen 95 dagen Het CAR met vestiging in Genk en in Hasselt heeft in 2015 voor 473 cliënten een therapeutisch zorgtraject gerealiseerd. Daarnaast heeft men voor 246 kinderen een uitgebreid multidisciplinair onderzoek afgenomen, zonder dat zij daarna intern instromen in een behandeling. Het eerste gesprek na aanmelding kan doorgaans binnen de 30 dagen gerealiseerd worden. Daarna kan men binnen de twee à vier weken instromen voor een onderzoeksfase (bilan) en eens dit bilan afgerond, stroomt men na drie maanden in voor behandeling. De kinder- en jongerenteams van het (met vestigingen in Maasmechelen, Genk, Beringen en Overpelt ongeveer 16 VTE zorgpersoneel) hebben in 2016 voor 1084 cliënten een zorgtraject gerealiseerd. De wachttijd voor een eerste gesprek is 42 dagen (sector gemiddelde is 56 dagen) en gemiddeld start de behandeling dan zeven weken later. Deze laatste wachttijd is in 2016 gestegen met twee weken. Een kwart van de cliënten in 2016 had meer dan 10 afspraken. Naast de 1084 cliënten in zorg, meldden zich ook 398 cliënten aan die, na een uitgebreide telefonische vraagverheldering, niet instromen in het maar toe geleid worden naar een andere meer geschikte zorgvorm. We constateren een forse verlenging van de behandelduur (van 269 dagen in 2015 naar 321 in 2016) evenals een lichte stijging van de het gemiddeld aantal afspraken per zorgtraject (van 11.2 naar 12.5). In zowel K&J als in CAR zien we in 2016 eveneens een lichte stijging van de groep kinderen die opgroeien in een financieel kwetsbaar gezin. 6 Binne katern cijfers 2017.indd 7 14/06/17 23:19

7 GROEP LITP. DOET MEE AAN VIP² GGZ INDICATORENPROJECT Het Vlaams Indicatoren Project voor de geestelijke gezondheidszorg (VIP² GGZ) ontwikkelt systematische indicatoren om kwaliteit te meten. Met de afdelingen voor volwassenen uit Groep LITP (, REVAL en Beschut Wonen) hebben we in 2016 deelgenomen aan de Vlaamse Patiënten Peiling. Deze peiling is ontwikkeld door het Vlaams Patiëntenplatform. De vragenlijst onderzoekt 11 dimensies en bevat 37 vragen rond ervaringen van patiënten. Tijdens twee weken in mei 2016 hebben in Groep LITP 466 patiënten de vragenlijst ontvangen. Het ging over patiënten die ouder dan 18 jaar waren, minimum vier gesprekken, dagdelen, of begeleidingscontacten hadden ontvangen en zij moesten voldoende Nederlands begrijpen. Personen met beperkte cognitieve mogelijkheden of personen in crisis werden niet in de steekproef geïncludeerd. Iedere patiënt die tot de steekproef behoorde werd uitgenodigd om deel te nemen. Deelname was niet verplicht maar men werd wel aangemoedigd om deel te nemen. De anonimiteit van deelname was gegarandeerd. In REVAL heeft het grootste deel van de patiënten de vragenlijst op de afdeling ingevuld. Voor en Beschut Wonen was dit niet het geval en heeft men de vragenlijst deels meegenomen om thuis in te vullen. Mogelijk verklaart dit de lagere participatiegraad. In het totaal hebben 230 patiënten (bijna 50% van de steekproef) van Groep LITP de vragenlijst ingevuld. AANTAL UITGEDEELDE VRAGENLIJSTEN: 466 AANTAL INGEVULDE VRAGENLIJSTEN: REVAL BESCHUT WONEN REVAL BESCHUT WONEN ALGEMENE CONCLUSIES Het samenvattend rapport (Ghekiere, et al.) vermeldt volgende conclusie: Algemeen gezien tonen deze cijfers een positief verhaal. De gemiddelde voorziening krijgt een score van 7,9/10, wat zeker niet slecht is. In de centra geestelijke gezondheidszorg behaalt men een algemeen cijfer hoger dan het gemiddelde (8.6) waaruit men kan concluderen dat patiënten tevredenheid behoorlijk hoog is. In LITP is de score 8.5. In de revalidatiecentra behaalt men ook een algemeen cijfer hoger dan het gemiddelde (8.06). Ook hier ligt de patiënten tevredenheid behoorlijk hoog. In REVAL (LITP) is de gemiddelde score 7.9. In de sector beschut wonen wijst het algemene cijfer - dat hoger ligt dat het gemiddelde (8.2) - eveneens op een behoorlijk hoge patiëntentevredenheid. In de afdeling beschut wonen van onze groep, is de score Binne katern cijfers 2017.indd 8 14/06/17 23:19

8 ANALYSE RESULTATEN GROEP LITP Naast deze meer dan behoorlijke algemene scores lichten we enkele onderdelen uit het geheel. Enerzijds omdat ze voor ons een bevestiging betekenen van de kwaliteit van zorg die we met de Groep LITP hoog in het vaandel dragen. Anderzijds omdat het soms gaat om elementen in de zorg waarvoor onze ethisch doel hoger ligt dan patiënten op dit moment bij ons ervaren. De therapeutische relatie (begrijpelijke uitleg krijgen, zich gerespecteerd voelen, vertrouwen hebben, zich vrij voelen om vragen te stellen) wordt in alle drie de afdelingen goed tot heel goed beoordeeld door de deelnemers aan de peiling. Ook wat betreft zorg op maat (zich begrepen voelen, voorkeur voor behandelfocus, uitgaan van mogelijkheden in plaats van beperkingen, aangespoord worden tot zelfverantwoordelijkheid, aandacht voor lichamelijke gezondheid) halen we een goede score. De score op deze beide domeinen is voor ons erg belangrijk. In onze strategische doelstellingen Groep LITP 2020 beschrijven we immers het belang van de zorg op maat gedachte. Het domein van informatie over psychische problemen en behandeling (informatie over de problematiek en behandeling, informatie over medicatie en kosten ziekenhuisopname) wordt redelijk goed beoordeeld. Toch is dit item een aandachtspunt. Zo wordt het onderdeel informatie over medicatie in de drie afdelingen door een belangrijke groep (tussen 10 en 30%) als onvoldoende ervaren. Dit heeft mogelijk te maken met het relatief beperkt aantal medische behandelingen zoals medicatie opvolging. Het blijft dus mogelijk dat dit item voor veel patiënten niet van toepassing is en dat de gemeten ontevredenheid meer te maken heeft met het ontbreken van het medicatie aanbod dan met de kwaliteit ervan. Wanneer het gaat over organisatie van zorg en samenwerking tussen hulpverleners scoren we goed tot heel goed wat betreft kijken naar de persoon in zijn geheel in plaats van alleen naar de problemen, gelijkaardige informatie geven, interne samenwerking, voldoende tijd nemen en vlot bereikbaar zijn. Een aandachtspunt voor alle afdelingen is de samenwerking met externe hulpverleners of diensten zoals de huisarts, zelfstandig psychotherapeut, OCMW. De deelnemers aan de peiling ervaren de zorg die zij ontvangen als voldoende veilig (correcte voorstelling, veiligheid, bejegening en opvolging wanneer het slecht gaat) en ervaren de hulpverleners als voldoende deskundig. Voor het domein patiënten rechten behalen de drie afdelingen een goede beoordeling wat betreft privacy en informatiedeling (beroepsgeheim). In dit domein is er een aandachtspunt wat betreft de mogelijkheid om een andere hulpverlener te kiezen en geïnformeerd worden rond het recht op een tweede mening. Resultaat en evaluatie van zorg: quasi alle deelnemers voelen zich geholpen door de behandeling. En ook het grootste deel voelt zich minstens soms betrokken in de evaluatie van de behandeling. Op dit laatste terrein is het nodig extra te investeren. In onze strategische doelstellingen is feedbackgerichte monitoring en bijsturing van de hulpverlening immers een belangrijk aandachtspunt. Wat betreft inspraak (aangespoord worden om mee te beslissen in de inhoud van behandeling, onderzoek of testen) zijn er een beperkt aantal patiënten (5-11%) die hierin een tekort ervaren. Dit is voor ons een belangrijk aandachtspunt gezien de herstelgerichte visie die we hanteren in onze zorg. BESLUIT We hebben uit deze eerste Vlaamse Patiënten Peiling geleerd dat we op een aantal terreinen goed bezig zijn maar dat er zeker ook een aantal punten zijn die onze aandacht en bijsturing vragen in de organisatie van een goede zorg. Het ging in 2016 om een eerder beperkte groep en zeker voor het was de steekproef klein. We beschouwen deze meting dan ook als een nulmeting en zullen deze resultaten vergelijken met de resultaten van Binne katern cijfers 2017.indd 1 14/06/17 23:19