SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel RECHT DONDERDAG 6 OKTOBER UUR

Transcriptie

1 SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel RECHT DONDERDAG 6 OKTOBER UUR Nakijkinstructie: Als bij een vraag een x-aantal antwoorden wordt gevraagd, wordt alleen het eerste x-aantal antwoorden meegenomen in de beoordeling. Aan het alleen vermelden van het juiste ja of nee wordt geen punt toegekend. Aan het vermelden van het juiste ja of nee met een verkeerde toelichting wordt geen punt toegekend. Indien gevraagd wordt naar een wetsartikel en een specifiek lid is van toepassing, dan krijgt de student alleen een punt als de student het juiste lid heeft genoemd. Indien gevraagd wordt naar een wetsartikel, zal slechts het eerst vermelde artikel worden beoordeeld. Dit geldt ook indien de student meerdere leden van hetzelfde artikel vermeldt. SPD Bedrijfsadministratie recht B / 9

2 2016 NGO-ENS B / 9

3 Opgave 1 (22 punten) Vraag 1 Vraag 2 Vraag 1 Heeft de professionele partij een consument tegenover zich, dan wordt de laatste extra beschermd. (1 punt) In geval van een consumentenkoop is er een zwarte en een grijze lijst van toepassing die het begrip onredelijk bezwarend invullen. (1 punt) Deze lijsten zijn niet van toepassing op een zakelijke overeenkomst of het begrip onredelijke bezwarendheid wordt voor een zakelijke overeenkomst niet in de wet ingevuld. (1 punt) Vermelding wetsartikel 6:236 BW (zonder vindplaats geen Vermelding wetsartikel 6:237 BW (zonder vindplaats geen Vraag 2 Lid 1 van artikel 2:203 BW bepaalt dat slechts verplichtingen voor de vennootschap ontstaan wanneer zij die rechtshandelingen/de koopovereenkomst na haar oprichting uitdrukkelijk (1 punt) of stilzwijgend bekrachtigt (1 punt). Door de kantoorinrichting in gebruik te nemen, is er sprake van stilzwijgende bekrachtiging. (2 punten) Dus de vennootschap wordt verbonden. (1 punt) Vraag 3 Een besluit dat strekt tot uitkering heeft geen gevolgen zolang het bestuur geen goedkeuring heeft verleend. (1 punt) Het bestuur weigert (slechts) de goedkeuring indien het weet of redelijkerwijs behoort te voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zal blijven voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden. (1 punt) Indien de vennootschap na een uitkering niet kan voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden, zijn de bestuurders die dat ten tijde van de uitkering wisten of redelijkerwijs behoorden te voorzien jegens de vennootschap hoofdelijk verbonden voor het tekort dat door de uitkering is ontstaan. (1 punt) Degene die de uitkering ontving terwijl hij wist of redelijkerwijs behoorde te voorzien dat de vennootschap na de uitkering niet zou kunnen voortgaan met het betalen van haar opeisbare schulden, is gehouden tot vergoeding van het tekort dat door de uitkering is ontstaan, ieder voor ten hoogste het bedrag of de waarde van de door hem ontvangen uitkering. (1 punt) Vermelding wetsartikel 2:216 BW (zonder vindplaats geen Vraag 4 (3 punten) Concurrent schuldeiser. (2 punten) Vermelding wetsartikel 3:277 lid 1 BW (zonder lidnummer of vindplaats geen SPD Bedrijfsadministratie recht 3 / 9

4 Vraag 5 Recht van parate executie. (3 punten) Of De pandhouder is bevoegd het verpande goed te verkopen en het hem verschuldigde op de opbrengst te verhalen. (3 punten) Vermelding wetsartikel 3:248 lid 1 BW (zonder lidnummer of vindplaats geen SPD Bedrijfsadministratie recht 4 / 9

5 Opgave 2 (18 punten) Vraag 6 Vraag 7 Vraag 8 Vraag 9 (3 punten) Europese Commissie. (6 punten) 1. Afspraken die de mededinging kunnen verhinderen, beperken of vervalsen. (2 punten) Vermelding wetsartikel 6 lid 1 Mw (zonder lidnummer of vindplaats geen 2. Misbruik (maken) van een economische machtspositie. (2 punten) Vermelding wetsartikel 24 lid 1 Mw (zonder lidnummer of vindplaats geen Autoriteit Consument & Markt (ACM) of Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa). (3 punten) Vermelding wetsartikel 2 Mw (zonder vindplaats geen 1. Bestuurlijke boete. (2 punten) 2. Last onder dwangsom. (2 punten) Vermelding wetsartikel 56 Mw (zonder vindplaats geen SPD Bedrijfsadministratie recht 5 / 9

6 Opgave 3 (27 punten) Vraag 10 Vraag 11 Vraag 12 Vraag 13 Vraag 14 Martine heeft vier weken in dienst van de werkgever arbeid verricht (1 punt) zonder dat haar wettelijke vertegenwoordiger een beroep op de in de onbekwaamheid gelegen vernietigingsgrond heeft gedaan (1 punt). Daardoor wordt Martine geacht de toestemming van die vertegenwoordiger tot het aangaan van deze arbeidsovereenkomst te hebben verkregen. (1 punt) Vermelding wetsartikel 7:612 lid 2 BW (zonder lidnummer of vindplaats geen Voor het verstrekken van een elektronische opgave is uitdrukkelijk instemming van de werknemer vereist. (2 punten) Vermelding wetsartikel 7:625 lid 4 BW (zonder lidnummer of vindplaats geen Hij heeft bij wijziging van de arbeidsvoorwaarde een zwaarwichtig belang. (2 punten, 1 punt indien arbeidsvoorwaarde niet wordt vermeld) Het belang van de werknemer dat door de wijziging zou worden geschaad, moet daarvoor naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid wijken. (2 punten) Vermelding wetsartikel 7:613 BW (zonder vindplaats geen Bij arbeidszaken is de kantonrechter bevoegd of de kantonrechter behandelt en beslist over zaken betreffende een arbeidsovereenkomst. (1 punt) Vermelding wetsartikel 93 sub c Rv (zonder subnummer of vindplaats geen Partijen kunnen in zaken voor de kantonrechter in persoon procederen of bij de kantonrechter is geen sprake van een verplichte procesvertegenwoordiging. (1 punt) Vermelding wetsartikel 7:670a lid 2 sub b (zonder lid- of subnummer of vindplaats geen Door de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling verliest de schuldenaar van rechtswege de bevoegdheid om over de tot de boedel behorende goederen te beschikken. Of Hij is beschikkingsonbevoegd geworden. (2 punten) Vermelding wetsartikel 296 lid 1 sub a Fw (zonder lid- of subnummer of vind- SPD Bedrijfsadministratie recht 6 / 9

7 plaats geen Vraag 15 Vijf jaar. (3 punten) Drie jaar is niet de maximale termijn, hiervoor krijgt de student geen punten. Vermelding wetsartikel 349a lid 1 Fw (zonder lidnummer of vindplaats geen SPD Bedrijfsadministratie recht 7 / 9

8 Opgave 4 (16 punten) Vraag 16 Vraag 17 Vraag 18 Vraag 19 De werkgever krijgt een boete van maximaal 455,- (2 punten) opgelegd door UWV (1 punt). Kleine Gids of , p. 31. (1 punt) Werkgevers met maximaal 25 medewerkers zijn niet verplicht om zich te laten ondersteunen door een deskundige bij het voeren van hun verzuimbeleid of vanaf 26 medewerkers is dit verplicht. (2 punten) Kleine Gids of , p. 31. (1 punt) Een second opinion (1 punt) vragen aan UWV. (1 punt) Deze mogelijkheid bestaat zowel voor de werknemer als voor de werkgever. (1 punt) Klein Gids of , p. 33. (1 punt) Door een arbeidsdeskundige. (1 punt) Hij maakt een vergelijking tussen het maatmaninkomen en de resterende verdiencapaciteit of hij maakt een vergelijking tussen het loon dat de werknemer verdiende voordat hij ziek werd en het loon dat de werknemer nog kan verdienen. (2 punten) Klein Gids of , p. 52. (1 punt) SPD Bedrijfsadministratie recht 8 / 9

9 Opgave 5 (17 punten) Vraag 20 Vraag 21 Vraag 22 Vraag 23 Een rechtspersoon staat, wat het vermogensrecht betreft, gelijk met een natuurlijk persoon. (3 punten) Vermelding wetsartikel 2:5 BW (zonder vindplaats geen Ja. (1 punt) De statuten kunnen ook aan andere personen dan bestuurders bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen. (3 punten) Vermelding wetsartikel 2:130 lid 4 BW (zonder lidnummer of vindplaats geen De raad van commissarissen. (3 punten) Vermelding wetsartikel 2:162 BW (zonder vindplaats geen Het recht van enquête. (2 punten) Vermelding wetsartikel 2:344 sub a BW (zonder subnummer of vindplaats geen Vermelding wetsartikel 2:346 lid 1 sub c BW (zonder lid- of subnummer of vindplaats geen Einde correctiemodel SPD Bedrijfsadministratie recht 9 / 9