Doc. N C44 Brussel, MH/GVB/LC A D V I E S. betreffende

Transcriptie

1 Doc. N C44 Brussel, MH/GVB/LC A D V I E S betreffende EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE HET BESCHIKBAAR STELLEN VAN INFORMATIE OVER NIEUWE PERSONENAUTO S OM DE CONSUMENTEN TE INFORMEREN OVER HET BRANDSTOFVERBRUIK EN DE CO2-UITSTOOT BIJ DE VERBRANDING ***

2 2 In een brief van 20 november 2000, vraagt mevrouw M Aelvoet, Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO over een ontwerp van koninklijk besluit betreffende het beschikbaar stellen van informatie over nieuwe personenauto s om de consumenten te informeren over het brandstofverbruik en de CO2 uitstoot bij de verbranding. De raadpleging van de Hoge Raad is vereist op grond van artikel 14 van de wet van 14 juli 1991 betreffende de handelspraktijken en de voorlichting en bescherming van de consument. Na raadpleging van het interfederaal bureau nr. 4, brengt het bureau van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO op 12 december 2000 eenparig volgend advies uit. De Hoge Raad heeft kennis genomen van het ontwerp van koninklijk besluit en stelt vast dat het is opgesteld met het oog op de omzetting van de Richtlijn 1999/94/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 13 december 1999 betreffende de beschikbaarheid van consumenteninformatie over het brandstofverbruik en de CO2- uitstoot bij het op de markt brengen van nieuwe personenauto s. De Hoge Raad formuleert volgende bemerkingen bij het reglementeringsontwerp dat hem werd voorgelegd. ALGEMENE BEMERKINGEN Bijkomende administratieve lasten De Hoge Raad stelt dat deze reglementering voor de sector een bijkomende administratieve last betekent die indruist tegen het beleid van de federale regering om te komen tot een administratieve vereenvoudiging voor de bedrijven en in het bijzonder de KMO s. Problematiek van de onafhankelijke verkopers De Hoge Raad meent dat het consumenteninformatiesysteem zoals voorzien in dit ontwerp, enkel opgesteld is vanuit het oogpunt van verkopers van nieuwe voertuigen die behoren tot een officieel verdelersnet en geenszins rekening houdt met de problematiek van de onafhankelijke verkopers van nieuwe voertuigen. Dit komt in verschillende artikelen tot uiting.

3 3 Ingevolge artikel 2 van het ontwerp moeten de fabrikanten, invoerders en andere personen die nieuwe personenauto s op de Belgische markt aanbieden, hun agenten of concessiehouders bevoorraden met de brandstofverbruiksetiketten en de brandstofverbruiksgids. Daarnaast bepalen artikels 3 en 5 dat iedereen die nieuwe personenauto s voor verkoop of leasing aanbiedt (dus ook de onafhankelijke verkopers) ervoor moet zorgen dat : - een brandstofverbruiksetiket in het verkooppunt op duidelijk zichtbare wijze op elk desbetreffend model van nieuwe personenauto wordt aangebracht. - voor elk automerk, een affiche (dan wel een display) aanwezig is met een lijst van officiële brandstofverbruiksgegevens en officiële specifieke C02-uitstoot-gegevens voor alle in of via het betrokken verkooppunt uitgestalde of te koop of voor leasing aangeboden nieuwe modellen personenauto s. Deze gegevens worden op een duidelijk zichtbare plaats aangebracht en voldoen aan de beschrijving in bijlage III van het ontwerp K.B. Door dit verplicht consumenteninformatiesysteem, zijn alle verkopers van nieuwe voertuigen afhankelijk van de gegevens die hen verschaft worden door de fabrikanten, invoerders en andere personen die nieuwe personenauto s op de Belgische markt aanbieden. Eveneens wordt in artikel 2 vastgelegd op welke wijze de verkopers van de officiële verdelersnetten moeten worden geïnformeerd door de fabrikanten, invoerders en andere personen die nieuwe personenauto s op de Belgische markt aanbieden. Voor de onafhankelijke verkopers van nieuwe voertuigen is echter niet voorzien in een informatiesysteem ondanks het feit dat de genoemde verplichtingen ook voor hen gelden. Vanuit praktisch oogpunt zal het dus voor deze onafhankelijke verkopers haast onmogelijk zijn om in regel te zijn met deze verplichtingen. Het is eveneens noodzakelijk dat wordt voorzien in bepalingen die specifiek gericht zijn op de onafhankelijke verkopers. Zoniet zullen zij eens te meer afhankelijk zijn van de goodwill van de fabrikanten, invoerders en andere personen die nieuwe personenauto s op de Belgische markt aanbieden. Daar in artikel 9 bepaald wordt dat de Dienst voor het Leefmilieu van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu de bevoegde autoriteit is die verantwoordelijk is voor de uitvoering en de werking van het in hoofdstuk I beschreven consumenteninformatiesysteem, stelt de Hoge Raad in dit kader voor dat in het K.B. een artikel wordt ingevoegd waarbij bepaald wordt dat : - alle fabrikanten, invoerders en andere personen die nieuwe personenauto s op de Belgische markt aanbieden verplicht zijn om een exemplaar van het brandstofvignet voor elk type voertuig dat zij op de Belgische markt aanbieden, over te maken aan de Dienst voor het Leefmilieu van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu. - de brandstofvignetten van alle voertuigen die via de officiële verdelersnetten op de Belgische markt worden aangeboden, op aanvraag gratis verkrijgbaar zijn bij de Dienst voor het Leefmilieu van het Ministerie van Sociale Zaken, Volksgezondheid en Leefmilieu of gratis kunnen opgevraagd worden op de website van de dienst :

4 4 Ook de bepalingen in verband met de uithanging van de affiche met de lijst van officiële brandstofverbruiksgegevens en officiële specifieke CO2-uitstoot-gegevens voor alle in of via het betrokken verkooppunt uitgestalde of te koop of voor leasing aangeboden nieuwe modellen personenauto s, zijn duidelijk opgesteld vanuit de optiek van verkopers die behoren tot een officieel verdelersnet. Voor deze verdelers is het inderdaad perfect mogelijk om de affiche op te stellen volgens de normen van bijlage III en minstens om de 6 maanden aan te passen en ondertussen bijgekomen modellen onderaan bij te schrijven. Voor onafhankelijke verkopers van nieuwe voertuigen daarentegen die in sommige gevallen grote hoeveelheden modellen en types van voertuigen te koop aanbieden zal het daarentegen vanuit praktisch oogpunt haast onmogelijk zijn om deze affiche op te maken en actueel te houden, rekening houdend met de verplichtingen die gesteld zijn in bijlage III van het onderhavige ontwerp. Deze zullen weliswaar beroep kunnen doen op een display. Hiervoor werd echter geen omschrijving gegeven in bijlage III. De Hoge Raad is de mening toegedaan dat moet voorzien worden in deze omschrijving omdat artikel 5, laatste alinea bepaalt dat deze gegevens op een duidelijk zichtbare plaats worden aangebracht en voldoen aan de omschrijving in bijlage III. SPECIFIEKE BEMERKINGEN Bij het artikelsgewijs onderzoek, kunnen eveneens volgende opmerkingen worden gemaakt. Titel In de titel van het KB in het Nederlands is een fout geslopen : de woorden de verbranding moeten vervangen worden door de woorden het op de markt brengen van nieuwe personenauto s. Overweging Allereerst moet in de overwegingen de uitdrukking «Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Middenstand gegeven op» worden vervangen door «Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO gegeven op» (wet van 27 mei 1999 tot wijziging van de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979, B.S ). Artikel 1 Artikel 1 4 is weggevallen. Hier dient de definitie van verkooppunt zoals bepaald in artikel 2 4 van de Europese Richtlijn te worden opgenomen. Artikel 1 10 : dit is een definitie die werd toegevoegd. Deze definitie vindt men niet terug in de Richtlijn. De vraag wordt gesteld in welke mate men de vermelding van het brandstofverbruik en de C02-emissie kan controleren op het internet en welke sancties men daaraan zou verbinden. Dit geldt vooral voor buitenlandse aanbieders van nieuwe voertuigen. Ontstaat er hierdoor geen concurrentievervalsing tussen de buitenlandse en binnenlandse aanbieders? De Hoge Raad pleit ervoor om deze verplichting niet op te leggen voor internet.

5 5 Artikel 2 In artikel 2 worden de woorden de affiche (of display) best toegevoegen achter het woord brandstofverbruiksgids. Men kan immers vrezen dat indien de dealer of agent zelf moet instaan voor de aanmaak van een affiche (of display) zoals gedefinieerd in artikel 5 van het voorontwerp van KB, de aangeboden informatie onvolledig zal zijn en vaak ook niet correct. Het is daarom wenselijk dat de constructeur-invoerder instaat voor het aanleveren van de affiches/displays aan zijn dealbestand. De fabrikant/invoerder moet ook daar zijn verantwoordelijkheid opnemen. Bij te voegen artikel De Hoge Raad is ervan overtuigd dat de concrete toepassing van dit KB heel wat praktische problemen zal veroorzaken. De importeurs moeten de nodige schikkingen nemen om brandstofetiketten en dergelijke aan te maken. Computerprogramma s dienen geschreven te worden. De informatie dient overgemaakt te worden aan de dealers en de agenten, De Hoge Raad vraagt dan ook uitdrukkelijk een artikel 12 toe te voegen aan dit KB waarin een termijn van minstens 6 maanden wordt toegestaan vanaf publicatie in het Belgisch Staatsblad voor het in voege treden van dit KB. Dit is zeker nodig voor het nog verder kunnen gebruiken van het huidige reclamemateriaal en de aanmaak van nieuw reclamemateriaal. Zoniet zal men genoodzaakt zijn heel wat materiaal (catalogussen) weg te gooien, wat vanuit milieu- en financieel oogpunt een zeer slechte zaak is. Bijlagen In bijlage I en IV dient in de beschrijving telkens de volgende zin te worden toegevoegd. Een regelmatig en goed onderhoud van de wagen volgens de voorschriften van de constructeur bevordert ook een vermindering van het brandstofverbruik en de CO2- uitstoot. In bijlage I wordt een verplicht model opgenomen voor het brandstofetiket. Hierbij wordt het woord schakeling best vervangen door versnellingsbak. Dit is een meer courant taalgebruik. Men kan zich tevens afvragen hoe men de waarden van het gemiddelde brandstofverbruik en CO2-uitstoot voor benzine en diesel heeft bepaald. Volgens vertegenwoordigers van de betrokken beroepsorganisaties zijn deze waarden als volgt : Brandstofverbruik CO2-uitstoot Benzine 7,3 L / 100 km 174 g / km Diesel 6,1 L/ 100 km 161 g / km De Hoge Raad wenst een aantal bemerkingen te maken bij de visuele voorstelling van CO2-uitstoot en het brandstofverbruik op het brandstofetiket. Het ontwerp voorziet op een schaal kleuren aan te brengen volgens de graad van CO2- uitstoot en brandstofverbruik. Zeven verschillende kleuren zijn voorzien, gaande van donkergroen tot rood.

6 6 Vermits deze schaalverdeling niet voorzien werd door de Europese richtlijn, doch enkel in België van toepassing zou worden, kan eenzelfde type van voertuig een verschillende beoordeling krijgen naargelang het land waar het te koop wordt aangeboden. Dit kan men bezwaarlijk duidelijke consumenteninformatie noemen. De Hoge Raad beklemtoont de noodzaak tot Europese harmonisering. Het gebruik van eenzelfde waardeschaal is absoluut noodzakelijk. Wellicht zullen verscheidene importeurs deze etiketten door middel van een informaticaprogramma aan hun concessiehouders en agenten ter beschikking stellen. Deze zullen het etiket moeten afprinten. Door kleuren te gebruiken is het dus noodzakelijk dat zij over een kleurenprinter beschikken en dat is niet altijd het geval. De Hoge Raad stelt eveneens voor om in plaats van een ronde schaal een rechte schaal, in de vorm van een balk te gebruiken, hetgeen eenvoudiger is voor de programmatie. De Hoge Raad bemerkt dat een verschillende CO2-schaalindeling voor benzine en voor diesel wordt aangewend. Zo wordt bijvoorbeeld een CO2-uitstoot van meer dan 250 g/km bij een benzinewagen rood ingekleurd, bij een dieselwagen is dat al bij meer dan 235 g/km. De efficiëntie hiervan is zeer betwistbaar. Dit kan verwarring stichten. Het gebruik van eenzelfde schaalverdeling voor benzine en diesel is noodzakelijk. In bijlage III dienen de woorden of display te worden toegevoegd telkens wanneer het woord affiche wordt gebruikt. Bijlage IV : De Hoge Raad vreest dat algemene reclame voor een bepaald merk of voor een garage waarbij één van hun modellen wordt gebruikt als eyecatcher, zonder dat er enige verwijzing is naar dit model, ook onderworpen zal worden aan deze reglementering. Vandaar dat de Hoge Raad in de voorlaatste paragraaf van deze bijlage de volgende zin wenst toe te voegen : Dit geldt in het bijzonder indien er geen tekstuele verwijzing gebeurt naar het model. BESLUIT Mits rekening wordt gehouden met bovenvermelde bemerkingen, brengt de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de KMO een gunstig advies uit over dit ontwerp van koninklijk besluit.