Bedrijfsresultaat financieel

Transcriptie

1 Stichting Het Zelfstandig Gymnasium Kwaliteitssysteem Meting 2012 (schooljaar of kalenderjaar 2011) Bedrijfsresultaat financieel school liquiditeit solvabiliteit uitgaven per leerling in EUR balanstotaal per leerling in EUR rentabiliteit (%) personeelskosten per leerling 1 0, ,24 0, , ,16 0, , ,1 5 0,44 0, , , , ,13 0, , , , ,12 0, , ,50 0, , ,41 0, , ,01 0, , ,08 0, , ,61 0, , , , ,79 0, , ,70 0, , ,68 0, , ,36 0, , ,12 0, , ,59 0, , ,23 0, ,5 29 2,49 0, , ,12 0, , ,09 0, , , ,29 0, , ,64 0, , , , Gemiddeld 2,17 0, , Maximum 9,12 1, , Minimum 0,08 0, ,7 4525

2 Stichting Het Zelfstandig Gymnasium Kwaliteitssysteem Meting 2012 (schooljaar of kalenderjaar 2011) Bedrijfsresultaat onderwijskundig school aantal vakken geslaagden cijfers se cijfers ce abs. verschil cese voor ce vakken gemiddeld doorstroom percentage onderbouw gemiddeld doorstroom percentage bovenbouw instroom niveau prestaties wo 1 13,44 6,6 6,9 0,22 84,9 88,1 1, ,34 6,9 6,6 0,26 83,6 91,2 1, ,42 6,9 7,0 0,05 87,2 89,6 1, ,28 6,9 6,9 0,06 86,7 89,9 1, ,50 7,0 7,2 0,13 91,7 92,5 1, ,48 6,8 6,9 0,10 87,2 88,4 1, ,58 6,9 6,8 0,01 88,2 92,8 1, ,71 6,4 6,1 0,29 85,7 81,0 1, ,09 6,8 6,5 0,37 88,5 87,6 1, ,8 6,5 0,32 90,5 91,8 1, ,78 6,7 6,5 0,30 83,9 88,7 1, ,73 6,9 6,8 0,04 89,9 88,2 1, ,61 7,2 6,8 0,34 94,2 93,7 1, ,84 6,9 6,8 0,16 92,1 92,4 1, ,41 7,0 6,7 0,36 95,2 94,5 1, ,33 7,0 6,7 0,30 85,2 86,0 1, ,63 7,1 6,9 0,27 87,1 91,6 1, ,98 6,8 6,9 0,01 89,7 91,1 1, ,43 7,0 6,8 0,18 88,6 94,6 1, ,73 6,7 6,7 0,04 90,5 90,8 1, ,79 7,1 6,9 0,21 89,5 88,2 1, ,77 6,9 6,5 0,41 84,8 88,8 1, ,28 6,5 6,3 0,31 83,9 80,1 1, ,80 7,1 6,9 0,16 95,7 96,6 1, ,26 6,7 6,6 0,15 90,9 89,6 1, ,45 7,2 6,8 0,41 89,5 91,7 1, ,29 6,7 6,5 0,15 94,5 88,6 1, ,52 7,0 6,7 0,26 93,4 96,1 1, ,09 6,7 6,2 0,52 84,9 85,8 1, ,29 6,8 6,6 0,24 90,4 92,0 1, ,69 7,3 6,8 0,48 92,2 97,0 1, ,11 7,1 7,0 0,06 95,0 95,3 1, ,27 7,1 6,7 0,31 93,1 88,1 1, ,41 6,9 6,8 0,19 89,4 93,0 1, ,94 6,7 6,5 0,29 83,9 85,3 1, ,35 6,9 6,3 0,61 92,0 85,8 1, ,96 6,9 6,8 0,14 86,2 89,9 1, ,55 7,1 6,7 0,38 90,5 92,7 1,00 gemiddelde 12,71 6,9 6,7 0,24 89,2 90,2 1,02 93 maximum 13,55 7,3 7,2 0,61 95,7 97,0 1,18 97 minimum 12,26 6,4 6,1 0,01 83,6 80,1 1,00 86

3 Stichting Het Zelfstandig Gymnasium Kwaliteitssysteem Meting 2012 (schooljaar of kalenderjaar 2011) Bedrijfsresultaat overig school markt aandeel (o/oo) vertrokken personeel (%) ziekteverzuim (%) verzuim frequentie 1 6,16 12,2 4,4 2 3,66 11,8 6, ,18 18,7 3, ,20 14,5 4,8 5 4,23 30,6 6, ,90 3,1 4, ,94 16,8 3, ,08 4,3 4, ,38 6,4 1, ,68 9,3 11 4,85 12,9 3, ,97 6,3 2, ,94 22,7 2, ,47 15,9 4, ,35 7,8 17 7,51 14,1 3, ,52 9,9 4, ,70 9,2 21 6,68 16,7 5, ,56 7,7 2, ,84 10,1 3, ,86 14,6 2, ,73 14,9 27 7,99 16,2 28 7,94 17,2 3, ,55 13,1 3, ,66 12,5 1, ,18 10,3 4, ,73 21,0 3, ,06 13,6 2, , ,97 17,1 3, ,24 9,9 3, ,90 6, ,57 6,3 2, ,34 23,3 42 3,79 9,3 4, ,15 7,6 gemiddeld 4,71 13,0 3,8 141,5 maximum 7,99 30,6 6,9 227,0 minimum 1,68 3,1 1,3 41,0

4 Stichting Het Zelfstandig Gymnasium Kwaliteitssysteem Meting 2012 (schooljaar of kalenderjaar 2011) Bedrijfsresultaat financieel beoordeling (schaal 0-5) school liquiditeit solvabiliteit uitgaven per leerling in EUR balanstotaal per leerling in EUR rentabiliteit (%) personeelsk osten per leerling totaal deelname relatief score percentage % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % 43 0 Gemiddelde 1,4 3,0 1,5 1,7 1,3 2,1 7,7 26,3 38,4 Maximum Minimum

5 Stichting Het Zelfstandig Gymnasium Kwaliteitssysteem Meting 2012 (schooljaar of kalenderjaar 2011) Bedrijfsresultaat onderwijskundig beoordeling (schaal 0-5) school aantal vakken geslaagden cijfers se cijfers ce verschil cese gemiddeld doorstroom percentage onderbouw gemiddeld doorstroom percentage bovenbouw instroom niveau prestaties relatief score universiteit totaal deelname percentage % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % Gemiddelde 3,5 1,5 2,6 2,7 2,8 3,2 1,2 2,6 19,7 39,5 49,8 Maximum Minimum

6 Stichting Het Zelfstandig Gymnasium Kwaliteitssysteem Meting 2012 (schooljaar of kalenderjaar 2011) Bedrijfsresultaat overig beoordeling (0-5) Totaal beoordeling INK-punten school markt aandeel Verloop personeel Ziekteverzuim% Ziekte Meldingsfrequentie totaal deelname relatief score percentage school totaal score totaal deelname percentage t.o.v. deelname percentage t.o.v. maximum deelname % 1 45, % 30% % 2 73, % 49% % 3 63, % 42% % 4 54, % 36% % 5 62, % 42% % 6 67, % 45% % 7 60, % 40% % 8 37, % 25% % 9 66, % 45% % 10 25, % 17% % 11 72, % 48% % 13 68, % 46% % 14 71, % 48% % 15 52, % 35% % 16 57, % 38% % 17 57, % 39% % 18 65, % 44% % 19 44, % 30% % 21 62, % 41% % 22 64, % 43% % 23 81, % 54% % 25 72, % 48% % 26 29, % 20% % 27 87, % 58% % 28 52, % 35% % 29 70, % 47% % 30 53, % 36% % 31 49, % 33% % 32 54, % 37% % 33 39, % 27% % 34 40, % 27% % 35 71, % 48% % 36 45, % 30% % 37 53, % 35% % 38 43, % 29% % 41 16, % 11% % 42 70, % 47% % 43 40, % 27% Gemiddelde 2,3 1,3 3,1 1,8 7,3 17,4 41,4 gemiddeld 56, ,2% 37,6% Maximum ,0 maximum 87, % 58% Minimum ,0 minimum 16, % 11%

7 Stichting Het Zelfstandig Gymnasium Kwaliteitssysteem Meting 2012 (schooljaar of kalenderjaar 2011) Normtabel grenswaarden oordeel liquiditeit solvabiliteit uitgaven per leerling balans totaal per leerling rentabiliteit personeels kosten per leerling aantal examen vakken cijfers school onderzoek cijfers centraal examen doorstroming onderbouw doorstroming bovenbouw niveau instroom prestaties universiteit markt aandeel verloop personeel Verschil cese ziekteverzuimpercentage ziektemeldingsfrequentie ref. waarde nulpunt 1,0-0, , ,50 6,7 6,1 0, ,95 87, ,5 11,0 210 stapgrootte 0,5 0, , ,30 0,1 0,2-0, ,05 2,00 2-3,0-2,0-30 weegfactor 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00 2,00 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,75 1,00 1,00 1,00 1,00 gem 2,00 1,75 1,00 methode lin lin abs abs lin abs lin lin lin abs lin lin lin lin lin lin lin lin Overzicht waarderingen 0 grens 0-1 1,5 0, , ,80 6,8 6,3 0, ,00 89,0 1,0 14,5 9,0 180 grens 1-2 2,0 0, , ,10 6,9 6,5 0, ,05 91,0 3,0 11,5 7,0 150 grens 2-3 2,5 0, , ,40 7,0 6,7 0, ,10 93,0 5,0 8,5 5,0 120 grens 3-4 3,0 0, , ,70 7,1 6,9 0, ,15 95,0 7,0 5,5 3,0 90 grens 4-5 3,5 0, , ,00 7,2 7,1 0, ,20 97,0 9,0 2,5 1,0 60 grens(4-5) ,05 grens(3-4) ,15 grens(2-3) ,25 grens (1-2) ,35 grens (0-1) ,45 0 Voorbeelden Bij de indicator "solvabiliteit" wordt de waardering 3 gegeven voor waarden van 0,50 t/m 0,69. De waardering 5 geldt voor alle waarden boven 0,90; de waardering 0 voor alle waarden onder 0,10. Bij de indicator "Verschil ce-se" wordt de waardering 3 gegeven voor waarden tussen 0,25 en 0,16 en voor waarden tussen -0,16 en -0.,25 Voor de wiskundeliefhebbers: er wordt gewerkt met de absolute waarde van het verschil in cijfers tussen ce en se. De waardering 5 krijgt men bij verschillen van hoogsten 0,05 punten tussen de beide cijfers. Bij verschillen van 0,46 punten of meer is er de waardering 0.

8 Financiële resultaten % 60% 50% 40% score 30% 20% 10% 0% schoolnummer relatief tov deelname absoluut tov maximum deelname

9 Onderwijskundige resultaten % 90% 80% 70% 60% score 50% 40% 30% 20% 10% 0% schoolnummer relatief tov deelname absoluut tov maximum deelname

10 Resultaten overige aspecten % 90% 80% 70% 60% score 50% 40% 30% 20% 10% 0% schoolnummer relatief tov deelname absoluut tov maximale deelname

11 Bedrijfsresultaat als percentage van de deelname % 90% 80% 70% 60% score 50% 40% 30% 20% 10% 0% schoolnummer gem max min

12 Bedrijfsresultaat als percentage van de maximale deelname % 90% 80% 70% 60% score 50% 40% 30% 20% 10% 0% schoolnummer gem max min

13 Totaal bedrijfsresultaat en maximale score (absolute waarde) ,0 140,0 120,0 100,0 score 80,0 60,0 40,0 20,0 0, schoolnummer score INK-punten deelname INK-punten gem max min

14 Stichting Het Zelfstandig Gymnasium Technische toelichting Kwaliteitssysteem 2012 Definities Bedrijfsresultaat financieel De getallen hebben betrekking op het kalenderjaar vóór het jaar van de enquête, d.w.z. het jaar t-1. Liquiditeit = (Voorraden + Vorderingen + Effecten + Liquide middelen) / Kortlopende schulden. Solvabiliteit = (Eigen vermogen + Voorzieningen) / Balanstotaal. Uitgaven per leerling = (Uitgaven rijksmiddelen + Uitgaven eigen middelen ) / Aantal leerlingen; waarbij het aantal leerlingen wordt bepaald op: 7/12 * aantal leerlingen (t-2) + 5/12 *aantal leerlingen (t-1). Balanstotaal per leerling = Balanstotaal / Aantal leerlingen; waarbij het aantal leerlingen wordt bepaald op: 7/12 * aantal leerlingen (t-2) + 5/12 *aantal leerlingen (t-1). Rentabiliteit = ( Totaal inkomsten totaal uitgaven) / Totaal inkomsten * 100%. Personeelskosten per leerling = (Kosten directie + op + oop) /Aantal leerlingen; waarbij het aantal leerlingen wordt bepaald op: 7/12 * aantal leerlingen (t-2) + 5/12 *aantal leerlingen (t-1). Bedrijfsresultaat onderwijskundig Aantal vakken geslaagden = Gemeenschappelijk deel (6 vakken) + de overige examenvakken. Cijfers se = Som van de gemiddelden per vak per school / Aantal vakken waarin op de school schoolexamen wordt afgelegd. Cijfer ce = Som van de gemiddelden per vak per school / Aantal vakken waarin op de school centraal examen wordt afgelegd. Verschil ce se voor ce vakken = de absolute waarde van het verschil tussen het schoolgemiddelde van de ce-cijfers over alle vakken waarin een centraal examen wordt afgelegd en het schoolgemiddelde van de se-cijfers voor die vakken. De absolute waarde betekent dat het verschil altijd in een positief getal wordt omgezet, onafhankelijk van het feit welk gemiddelde hoger is. Bijvoorbeeld: ce = 6,68 se = 6,40; het absolute verschil is 0,28. ce = 6,30 se = 6,75, het absolute verschil is 0,45.

15 Gemiddeld doorstroompercentage onderbouw = het gemiddelde van de doorstroompercentages van klas 1 naar klas 2,van klas 2 naar klas 3 en van klas 3 naar klas 4(drie overgangen). Gemiddeld doorstroompercentage bovenbouw = het gemiddelde van de doorstroompercentages van klas 4 naar klas 5,van klas 5 naar klas 6 en van klas 6 naar het eindexamen (drie overgangen). Instroomniveau = (Aantal vwo-adviezen * 1 + aantal vwo/havo-adviezen * 1,5 + aantal havoadviezen * 2 + aantal havo/mavo-adviezen * 2,5 + aantal vmbo-adviezen * 3) / totaal aantal adviezen. Prestaties wo = (2 * (%wo + %anders) uitval% j uitval% m) / 2. Volgens de gegevens op de website Onderwijs in cijfers van CFI (meest recente gegevens zijn van eindexamen 2010 en uitval 2011). Hierbij is aangenomen dat de geslaagden die iets anders zijn gaan doen dan doorstromen naar wo of hbo (meestal: een jaar naar het buitenland) uiteindelijk in het wo terecht zullen komen. Bedrijfsresultaat overig Marktaandeel = Aantal leerlingen / (2 * aantal inwoners gemeente / aantal gymnasia gemeente + aantal inwoners Coropgebied / aantal gymnasia Coropgebied) * 3 * 1000 o/oo (promille). De Coropgebieden zijn 40 regio s in Nederland die in statische onderzoeken gebruikt worden. Vertrokken personeel = Aantal vertrekkende personeelsleden in de loop van een schooljaar / Aantal personeelsleden aan het begin van het schooljaar * 100%. Ziekteverzuimpercentage = Aantal verzuimde dagen / Totaal aantal gewerkte dagen * 100% De gebruikte definitie is landelijk vastgesteld en wordt o.a. door Caso-Edukaat berekend. Verzuimfrequentie = Aantal ziektemeldingen / Aantal personeelsleden. Normering Algemeen Er wordt gebruik gemaakt van een lineaire schaal en van een absolute schaal. In beide schalen worden de oordelen 0 t/m 5 gebruikt. Bij een lineaire schaal wordt met een nulpunt en een stapgrootte de grenzen tussen 0 en 1, 1 en 2 enz. vastgelegd. Bij een stijgende lineaire schaal resulteert een hogere meetwaarde in een hoger oordeel; bij een dalende schaal resulteert een lagere meetwaarde in een hoger oordeel. Bij een absolute schaal wordt eerst het verschil berekend tussen de gemeten waarde en een referentiewaarde. Vervolgens worden deze verschillen met een lineaire schaal in een beoordeling omgezet. Het gevolg is dat de hoogste beoordeling gegeven wordt aan waarden die in de buurt van de referentiewaarde liggen en dat er een lagere waardering komt naarmate de afwijking van de referentiewaarde groter is.

16 In de Normtabel zijn nulpunt, stapgrootte en referentiewaarde te vinden en wordt per kengetal aangegeven, welke schaal gebruikt is. Voor de duidelijkheid zijn ook alle grenswaarden vermeld. De normen zijn in 2002 zodanig vastgesteld, dat de gemiddelde beoordeling van de deelnemers uitkomt op (ongeveer) 2,5 en dat alle waarden (0 t/m 5) voorkomen. Dat betekent dat in volgende jaren geconstateerd kan worden of de gymnasia er als groep op vooruit gaan of niet. In 2011 is de beoordeling aangepast voor het onderdeel resultaten wo, op grond van de gewijzigde definitie van het kengetal. Totaalbeoordeling Het is de bedoeling dat de totale beoordeling in het INK-model 1000 punten omvat. Daarvan zijn er in het resultaatgebied Bedrijfsresultaat 150 te vergeven. Voor de deelgebieden is de verdeling: Financiën 60 Onderwijs 70 Overige 20 Dat betekent dat de totale score op de financiële kengetallen wordt omgerekend naar 60 INKpunten, de totaalscore voor de onderwijskundige kengetallen naar 70 INK-punten en de overige kengetallen naar 20 INK-punten. Voorbeeld. In 2003 zijn er 6 financiële kengetallen. De maximale score daarop is 6 * 5 = 30. Voor de omrekening naar de INK-puntenschaal is het nodig met 60 / 30 (= 2) te vermenigvuldigen. In 2002 zijn slechts 5 financiële kengetallen gebruikt met een maximumscore van 25 punten. Voor de omrekening is toen de factor 60 / 25 (= 2,40) gebruikt. Op die manier behoudt een deelterrein steeds hetzelfde aandeel in de totale INK-score, onafhankelijk van het aantal kengetallen. De omrekeningsfactor voor onderwijs is 70 / (aantal kengetallen * 5) en voor overige 20 / (aantal kengetallen * 5). De beoordeling is op twee manieren weergegeven: 1. een percentage, waarbij de score wordt gedeeld door de maximale score op de onderdelen, waarop een kengetal voor die school kon worden berekend. Dat is een soort relatieve score t.o.v. de meting van de school. 2. een percentage, waarbij de score wordt gedeeld door de maximaal mogelijke score. Dat is een soort absolute score t.o.v. het kwaliteitssysteem.

17 Voorbeeld Een school levert gegevens voor 4 van de 6 financiële kengetallen en behaalt resp. het oordeel 2, 2, 3, 4 (totaal 11). De relatieve score is dan 11 / (4 * 5) * 100% = 11 / 20 * 100% = 55% De absolute score is dan 11 / (6 * 5) * 100% = 11 / 30 * 100% = 33,3% De eerste score geeft aan dat de school gemiddeld scoort op de beoordeelde punten. De tweede score geeft aan dat de school meer zou moeten meten. Overzichten De eerste drie overzichten geven de kengetallen zoals die uit de jaarlijkse enquête berekend kunnen worden. Hierbij is uitgegaan van de opgave van de scholen, waarbij apert onjuiste opgaven weggelaten zijn. Het is waarschijnlijk dat in diverse kengetallen interpretatieverschillen tussen scholen zitten. Er zal de komende jaren geprobeerd moeten worden deze interpretatieverschillen te verkleinen. De volgende drie overzichten geven de beoordelingen in een schaal 0 t/m 5, die berekend worden door de normering los te laten op de kengetallen. In de laatste kolom wordt een relatief scorepercentage gegeven. Op het zesde blad is ook de totaalbeoordeling vermeld, na de omrekening in INK-punten. Zowel het relatieve als het absolute percentage is vermeld (laatste twee kolommen). Het zevende blad bevat de normering. Staafdiagrammen De eerste drie staafdiagrammen bevatten per deelgebied de percentages uit de laatste kolom op de overzichtsbladen 4, 5 en 6 (het relatieve percentage) en het absolute percentage. De donkere balk geeft aan, hoe de school het doet op de kengetallen die voor die school te berekenen waren. De lichte balk geeft aan, hoe de school het doet t.o.v. alle kengetallen. Het vierde diagram geeft het relatieve percentage voor het totale bedrijfsresultaat. Het vijfde diagram geeft het absolute percentage voor het totale bedrijfsresultaat. Het laatste diagram geeft de totale score van de school (donker) en de maximale score voor de kengetallen die voor de school berekend konden worden (licht). G.J. Smit Februari 2013