Opdracht 1: Cursus. Opdracht 2: Beoordeel 3 websites

Transcriptie

1 Opdracht 1: Cursus a) Doe de cursus op de website. Print je scoreformulier uit, scan het formulier en sla het op in een apart mapje "mediawijsheid" als opdracht 1. SCORE: 12 punten 8-15 punten (maximaal aantal te halen punten: 35) De betrouw baarheid en kw aliteit van deze site laat te w ensen over. Wil je de informatie toch gaan gebruiken, bekijk deze dan kritisch en neem niet zomaar alles aan w at er staat. Beter is om verder te zoeken op internet naar een meer betrouw bare site. Wordt er reclame gemaakt op de site, dan zijn er een aantal punten in mindering gebracht. Dit kan voor een deel de oorzaak zijn van de lage score. Onderkant formulier Opdracht 2: Beoordeel 3 websites Gebruik de checklist om drie websites voor kinderen te beoordelen. Kopieer de uitkomsten en sla dat in hetzelfde mapje mediawijsheid 2. SCORE: 32 punten punten (maximaal aantal te halen punten: 35) Ondanks dat deze site enkele minpunten zal hebben, is de score toch boven het gemiddelde. Waarschijnlijk is dit een betrouw bare site. Maar blijf kritisch: w ordt er toch geen commerciële reclame voor iets gemaakt?

2 SCORE: 26 punten punten (maximaal aantal te halen punten: 35) Ondanks dat deze site enkele minpunten zal hebben, is de score toch boven het gemiddelde. Waarschijnlijk is dit een betrouw bare site. Maar blijf kritisch: w ordt er toch geen commerciële reclame voor iets gemaakt? SCORE: 29 punten punten (maximaal aantal te halen punten: 35) Ondanks dat deze site enkele minpunten zal hebben, is de score toch boven het gemiddelde. Waarschijnlijk is dit een betrouw bare site. Maar blijf kritisch: w ordt er toch geen commerciële reclame voor iets gemaakt?

3 Opdracht 3 Mediawijsheid Schrijf na het kijken van de video's een stuk van een 1/2 A4-tje over: a Wat jij onder mediawijsheid verstaat. in hoeverre jij op de hoogte bent van het begrip media, en hoe je er mee om gaat. b. Waarom het onderdeel van de lessen op school zou moeten zijn. omdat het internet heel erg groot is, en heel gevaarlijk kan zijn. Doormiddel van lessen word de kans denk ik kleiner op gevaar. c. Welke aspecten jij belangrijk zou vinden om te behandelen. Veilig surfen op het internet. Dat niet alles op het internet te vertrouwen is. De risico s die er op het internet zijn. Opdracht 4 Reageer op de volgende stelling: Over internetsex moeten we niet moeilijk doen, dat is gewoon onderdeel van de internetgeneratie. We moeten er wel moeilijk over doen, omdat het een erg vervelende situatie is. De kinderen moeten te horen krijgen dat internetsex niet normaal is, en ze daar zich het beste van kunnen distantiëren Opdracht 5: Opvoedingsstijl Beschrijf je opvoedingsstijl en mening in een 1/2 A 4 tje. Ik zou zelf kinderen op de hoogte laten stellen over de keerzijde van het internet. Ik wil ze er niet bang voor maken maar vooral bewust van laten worden dat er ook een andere kant is en hoe ze daar het best mee om kunnen gaan. Als er iets (vervelends) gebeurd op internet waar ik niet van weet, mogen de kinderen met dat in alle vertrouwen vertellen, zo kan ik kijken naar een eventuele oplossing of tips. Wanneer het komt tot profielen sites, wil ik natuurlijk wel weten wat hij er precies allemaal neer zet. Maar voordat hij ook echt een profiel aanmaakt wil ik wel even met hem overleggen. Kent hij de risico s? Wat kan je er wel en wat kan je er niet op zetten? En dat hij me wel alles verteld wat er gebeurd. Ik maak hem natuurlijk dan ook helemaal duidelijk dat hij bij mij terecht kan als er iets is etc. Ik denk niet dat ik mijn kind dingen zou verbieden. Tenzij ze natuurlijk heel erg slecht zijn. Het ligt denk ik ook heel erg aan de leeftijd van het kind. Als een kind oud genoeg is vind ik wel dat het een keer zelf mag beslissen. Ik zou ook vertrouwen op mijn kind, dat hij er zorgvuldig mee om gaat.

4 Opdracht 6: Leeftijd en begeleiding Lees de achtergrondinformatie op de website over de leeftijdscategorie waar jij stage in loopt. Geef aan met welke aspecten jij het vooral eens bent. Met de meeste stellingen ben ik het uiteraard eens. Het is inderdaad zo dat ze liever naar disney XD of naar Nickelodeon kijken. Maar ik merk dat als we op mijn stageschool, nieuws uit de natuur gaan kijken of een andere publieke zender, de kinderen het fantastische vinden. Ik denk dat als je kinderen het ook thuis aan zou bieden dat ze het dan ook zouden kijken. Het is denk ik makkelijker om tekenfilms te gaan kijken dan echt nieuws uit de natuur te gaan kijken. Wat ook heel erg in is, zijn de boeken van Geronimo Stilton. Dat komt denk ik het meest door dat je geurplaatjes er in hebt zitten. Het zorgt dat de kinderen er nieuwsgierig naar worden. Maar ik denk niet dat het echt zorgt dat de kinderen het boek gaan lezen. Meestal zoeken ze dan gewoon de geurplaatjes op.

5 Opdracht 7: Twee interviews met kinderen Bedenk van tevoren 10 vragen. Interview 2 kinderen van je stageschool over wat zij wel en niet mogen van hun ouders op het gebied van media, hoeveel tijd ze eraan besteden, wat populair is etc. Schrijf een verslag van eem 1/2 A4-tje over het interview. Interview kinderen (1) 1. Zit je vaak op het internet? Elke dag wel eens even 2. Wat doe je dan het liefst? Facebook, Twitter, Hyves, Spelletjes Spelletjes en hyves 3. Weten je ouders dat je dit doet? ja 4. Weet je ook wat je ouders hier van vinden? ze vinden het goed, zolang ik maar geen onbekende mensen toevoeg. 5. Chat je met mensen die je niet kent? Via spelletjes, of chatrooms? nee 6. Hoe lang mag je van je ouders op de computer zitten? 2uur 7. Zit je soms ook stiekem langer op het internet? nee 8. Wist je dat het internet best gevaarlijk kon zijn? Ja 9. Geef je soms persoonlijke informatie aan mensen? Nee, nooit. 10. Wat is jouw favoriete site, welke sites zijn populair? hyves.nl, habbohotel.nl en spele.nl

6 Interview kinderen (2) 1. Zit je vaak op het internet? Na school soms 2. Wat doe je dan het liefst? Facebook, Twitter, Hyves, Spelletjes Ik doe soms spelletjes op het internet 3. Weten je ouders dat je dit doet? Ja 4. Weet je ook wat je ouders hier van vinden? goed 5. Chat je met mensen die je niet kent? Via spelletjes, of chatrooms? Nee nooit 6. Hoe lang mag je van je ouders op de computer zitten? 1 uur per dag 7. Zit je soms ook stiekem langer op het internet? Ja, heel soms 8. Wist je dat het internet best gevaarlijk kon zijn? Ja, mijn ouders hebben mij dingen verteld waar ik voor uit moet kijken 9. Geef je soms persoonlijke informatie aan mensen? Nee 10. Wat is jouw favoriete site, welke sites zijn populair?

7 Opdracht 8: Een interview met je stagebegeleid(st)er Bedenk van tevoren 5 vragen. Interview je stagebegeleid(st)er over de rol die de leraar/school heeft over het aanleren van gezond mediagedrag en het herkennen van gevaren. Interview Stagebegeleidster 1. Wat weet je allemaal over de gevaren van internet? ik zit zelf bijna nooit op het internet, en kom zelf ook niet de gevaren tegen. Natuurlijk hoor je wel vaak in het nieuws hoe gevaarlijk het internet kan zijn. 2. Heeft deze school een keer last gehad van deze gevaren? nee wij hebben als school nog nooit een virus gehad, daarom hebben wij ook een dure virusscanner, die tot nu toe nog erg goed werkt. 3. Word er ook voorlichting gegeven over internet etc nee, er valt kinderen veel meer te leren over internet, dus het is wel goed om daar als school meer aandacht aan te besteden denk ik. 4. Vind je dat het nodig is om voorlichting te geven over het internet? ja, ik vind het erg belangrijk omdat het internet heel erg groot is en je komt er van alles tegen, wij kunnen er mede voor zorgen als school dat de kinderen veilig met het internet omgaan. 5. Wat is je eigen mening er over cyberpesten? ik keur alle soorten pesten natuurlijk af. Het is alleen moeilijker om achter cyberpesten te komen omdat iedereen anoniem op het internet kan, en wij als school er geen vinger achter kunnen krijgen.

8 Opdracht 9: Cyberpesten Geef aan wat jij zou doen als je erachter kwam dat: 1. Een medestudent ge-cyberpest werd. als ik daar lucht van zou krijgen, of diegene komt het me vertellen op onderzoek uitgaan wie dat zou kunnen zijn, en eventueel de ouders benaderen. Ook zal ik praten met het kind, en naar oplossingen zoeken. 2. Interview je stagebegeleid(st)er wat hij/zij zou doen als hij/zij wist dat er gecyberpest werd in de klas. 1. Op onderzoek gaan. 2. Nog een gesprek voeren met het kind. 3. Met de ouders een gesprek hebben over de situatie 4. Een gesprek voeren met het kind en de gene die he conflict heeft veroorzaakt. 5. Samen een oplossing bedenken Interview Stagebegeleidster 1. Wat is je eigen mening er over cyberpesten? ik keur alle soorten pesten natuurlijk af. Het is alleen moeilijker om achter cyberpesten te komen omdat iedereen anoniem op het internet kan, en wij als school er geen vinger achter kunnen krijgen 2. Heb je een klas meegemaakt die daar last van heeft gehad. nee, het is nog niet voorgekomen, maar ik ben er wel op voorbereid dat dat een keer kan gebeuren. 3. Wat voor actie zou je ondernemen als er iemand in deze klas last van had? Ik zou direct met het kind gaan praten hoelang deze situatie al zo is. En in hoeverre hij of zei er last van heeft. Daarna schakel ik, mits het kind het goed vind, de ouders in. En hoop er achter te kunnen te komen wie er aan het pesten is.