Inzichten uit de financiële benchmark MBO

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inzichten uit de financiële benchmark MBO"

Transcriptie

1 Inzichten uit de financiële benchmark MBO Sectorresultaten kalenderjaar 2013 November 2014

2

3 Inhoud Inleiding 5 Samenvatting 6 Financiële kengetallen Rentabiliteit MBO door extra middelen gestegen van 0,4% naar 2,3% 9 Aantal instellingen met negatief rendement fors gedaald 10 Werkelijke rentabiliteit hoger dan begroot 11 Solvabiliteit opnieuw licht gestegen: van 50,8% naar 51,5% 12 Liquiditeit door laat beschikbaar komen extra middelen gestegen van 1,21 naar 1,44 14 Nadere analyse financiële kengetallen Stijging financiële ratio's wel zichtbaar in ROC's en AOC's, niet in vakscholen 16 Grotere instellingen verbeteren rendement opnieuw 17 Combinatie rentabiliteit en solvabiliteit: 31,7% voldoet aan eisen OCW 18 Combinatie rentabiliteit en liquiditeit: 60,3% voldoet aan eisen OCW 19 Kosten en baten Aantal deelnemers beroepsonderwijs daalt met 2,1%, gewogen aantal stijgt met 1,1% 21 Stijging rijksbijdragen beroepsonderwijs teniet gedaan door daling totale baten 22 Aandeel personeelskosten na jaren van lichte daling weer gestegen: van 69,0% naar 69,7% 23 Personeelsformatie afgenomen met 1,0%, salariskosten met 1,6% gestegen 25 Stijging in de salariskosten vooral bij vakscholen en grote instellingen zichtbaar 26 Aantal gewogen deelnemers per fte onderwijzend personeel gestegen van 16,0 tot 16,2 27 Huisvestingskosten per vierkante meter opnieuw gestegen, van 105 tot ICT-kosten per gewogen deelnemer in 2013 gemiddeld Bijlagen Bijlage 1: Begripsomschrijvingen en aantal deelnemers aan financiële benchmark Bijlage 2: Onderzoeksverantwoording 32 Bijlage 3: Financiële positionering MBO-instellingen 33 Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

4

5 Inleiding Dit rapport geeft uitgebreid inzicht in de sectorresultaten van de financiële benchmark MBO. Het rapport heeft betrekking op de cijfers van het kalenderjaar 2013, het jaar waarin het herfstakkoord werd gesloten op basis waarvan extra middelen naar de sector toegevloeid zijn. In het vierde kwartaal kwam voor het MBO 84 miljoen beschikbaar; dit vierde kwartaal drukte een stempel op de financiële ratio s voor het jaar De middelen kwamen op 18 december 2013 beschikbaar, zodat de instellingen ze in dat jaar niet meer of slechts gedeeltelijk konden besteden. Hoewel de middelen dus grotendeels aangewend worden in de jaren na 2013, moesten ze mede op grond van Europese richtlijnen als bate in 2013 worden verantwoord. Als gevolg hiervan zijn de rentabiliteit en liquiditeit over het hele jaar genomen gestegen, terwijl de eerste drie kwartalen van 2013 bij veel instellingen in het teken stonden van bezuinigingen en reorganisaties. De benchmark wordt in opdracht en onder regie van de MBO Raad uitgevoerd door PwC met als belangrijkste doel om de instellingen via een individuele rapportage inzicht te bieden in hun positie ten opzichte van andere instellingen. Daarnaast worden de benchmarkresultaten gebruikt om een beeld van de sector te schetsen als referentiekader. Niet alleen de huidige positie maar ook een trendreeks over de afgelopen jaren en een toekomstbeeld. De financiële benchmark is in de loop van de jaren uitgegroeid tot een gezaghebbend instrument. De sector zelf, maar ook stakeholders als het ministerie van OCW inclusief de Onderwijsinspectie beschouwen de cijfers als feiten die niet ter discussie staan. Teneinde de ontwikkelingen inzichtelijk te maken, presenteert de MBO Raad de cijfers elk jaar aan de vaste onderwijscommissie van de Tweede Kamer. Dit jaar, de negende benchmarkronde, hebben 63 van de 66 MBO-instellingen aan de benchmark deelgenomen. Basis voor de benchmark zijn gegevens uit het Elektronisch Financieel Jaarverslag, die worden gecompleteerd met gegevens die de instellingen online aanleveren aan de MBO Raad. De online aanlevering van gegevens voor de financiële benchmark is ook dit jaar een succes gebleken. Voor de deelnemers is het aanleveren eenvoudiger geworden en de validatie kan sneller worden uitgevoerd. De online aanlevering is inmiddels onderdeel geworden van een speciaal portaal voor de bredere Benchmark middelbaar beroepsonderwijs, die naast de financiële prestaties ook het studiesucces en het deelnemersoordeel omvat. Met dit portaal kunnen instellingen: gegevens uploaden voor de financiële benchmark; een toekomstprognose opstellen als onderdeel van het jaarverslag (continuïteitsparagraaf); eigen benchmarkrapportages en rapportages van andere instellingen inzien; de prestaties van de eigen instelling vergelijken met zelfgekozen referentie-instellingen en daarvan een rapport genereren. Dit benchmarkportaal maakt de benchmark toegankelijker en biedt via één toegangspoort inzicht in alle drie benchmarkonderdelen. De gebruikswaarde van de benchmark voor de instellingen wordt daarmee verder verhoogd. Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

6 Samenvatting Kernbevindingen samengevat Tabel 1: Benchmarkuitkomsten 2013 in één oogopslag Kengetal Mutatie Rentabiliteit 0,4% 2,3% 1,9 procentpunt Percentage instellingen met negatief rendement 35,0% 19,0% - 16,0 procentpunt Percentage instellingen met meerjarig negatief rendement 22,0% 13,6% - 8,4 procentpunt Solvabiliteit 1 (exclusief voorzieningen) 50,8% 51,5% 0,7 procentpunt Liquiditeit 1,21 1,44 0,23 Aantal deelnemers BOL en BBL (- 2,1%) Aantal deelnemers BOL en BBL, gewogen voor leerweg en type onderwijs (basis voor bekostiging) (1,1%) Rijksbijdrage beroepsonderwijs, cijfers van 59 instellingen die in de jaren deelnamen (bedragen x 1.000) Formatie in fte (cijfers van 59 instellingen die in de jaren deelnamen) (3,4%) (- 1,0%) Aantal gewogen deelnemers per fte onderwijzend personeel 16,0 16,2 0,2 Aandeel onderwijzend plus direct onderwijsondersteunend personeel in personeelslasten Bron: Benchmark MBO 2012 en ,9% 82,3% 0,4 procentpunt Mede door de extra middelen die door het herfstakkoord in december 2013 beschikbaar zijn gekomen, is zowel de rentabiliteit als liquiditeit substantieel gestegen. Ook de solvabiliteit is gestegen. De rentabiliteit van de sector is gestegen van 0,4% naar 2,3%, een trendbreuk in een jarenlange reeks van percentages net boven de 0%. Doordat de middelen op 18 december beschikbaar kwamen, hebben de meeste instellingen het extra budget in 2013 niet of slechts gedeeltelijk in kunnen zetten. Zonder de extra middelen zou het rendement 0,5% hebben bedragen. In de vergelijking tussen schooltypen AOC s, ROC s en vakscholen valt op dat de ROC s voor het eerst het hoogste rendement van de drie schooltypen weten te realiseren. De vakscholen blijven op het gebied van rendement en solvabiliteit achter, waarbij moet worden opgemerkt dat de cijfers worden vertekend door achterblijvende prestaties van één instelling. Bij 12 instellingen is sprake van een negatief rendement; vorig jaar waren dat er 21. Het percentage instellingen met meerjarig negatief rendement is gedaald van 22,0% in 2012 naar 13,6% in Het gemiddeld eigen vermogen en vreemd vermogen (respectievelijk 35,1 en 18,9 miljoen per instelling) zijn in 2013 nauwelijks gewijzigd ten opzichte van Kengetallen in onderling verband Om een integraal beeld van de financiële positie te verkrijgen, zijn in de navolgende figuur de rentabiliteit, liquiditeit en solvabiliteit samengenomen. De rentabiliteit en liquiditeit bepalen de positie van de instellingen in de matrix. De instellingen zijn door bollen weergegeven, waarbij de omvang van de bol de solvabiliteit weergeeft. De ingetekende grenzen zijn de signaleringsgrenzen die door financiële instellingen (zoals banken) worden gehanteerd. 6 Inzichten uit de financiële benchmark MBO november 2014

7 Figuur 1: Rentabiliteit , liquiditeit en solvabiliteit 2013 per instelling 14% 12% 10% 8% Gemiddelde rentabiliteit % 4% 2% 0% -2% -4% -6% Omvang solvabiliteit > 20% Omvang solvabiliteit < 20% -8% -10% -12% -14% -16% Bron: Benchmark MBO Liquiditeit n=63 16 instellingen voldoen aan alle eisen van de financiële instellingen (de instellingen in het groene vak, 25,4%). Voor de financiële continuïteit hoeft het overigens niet direct consequenties te hebben als een instelling buiten de grenzen valt, zeker niet wanneer de solvabiliteit goed op orde is. Kosten en baten Het aantal deelnemers in het MBO is voor het derde jaar achtereen afgenomen, dit jaar met 2,1%. Het aantal deelnemers in de BBL en de deeltijd-bol nam af (- 14,9% en - 43,1%), maar het aantal deelnemers in de voltijd-bol nam toe (+ 3,8%). Het aantal deelnemers waarop de bekostiging is gebaseerd - het aantal deelnemers gecorrigeerd voor leerweg en type instelling - is eveneens gestegen(+ 1,14%). De totale baten van de instellingen zijn in 2013 met 1,5% afgenomen. Weliswaar steeg de rijksbijdrage, maar deze stijging is teniet gedaan door de daling van de overige baten zoals volwasseneneducatie, contractonderwijs en verhuuropbrengsten. Het aandeel personeelskosten binnen de totale kosten is opnieuw gestegen en bedraagt nu 69,7%. Daarbij is de personeelsformatie voor het tweede achtereenvolgende jaar iets afgenomen, en wel met 1,0%. In het licht van de toename van het aantal gewogen deelnemers valt dit op, maar hier wordt het effect zichtbaar van het feit dat de eerste drie kwartalen van 2013 nog in het teken stonden van bezuinigingen. De sector is erin geslaagd om binnen de personeelskosten het aandeel kosten voor onderwijzend personeel opnieuw te verhogen. Samen met de kosten voor direct onderwijsondersteunend personeel is het aandeel nu 82,3%. Het aandeel kosten voor directie en management is verder gedaald tot 4,0%. Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

8 Financiële kengetallen

9 Rentabiliteit MBO door extra middelen gestegen van 0,4% naar 2,3% De rentabiliteit van MBO-instellingen - het gemiddelde resultaat voor MBO, educatie, contractactiviteiten en andere diensten is mede door het beschikbaar komen van de extra middelen uitgekomen op 2,3%. Ten opzichte van het zeer bescheiden rendement van de jaren daarvoor is er sprake van een trendbreuk. Daarbij moet worden bedacht dat niet eerder dan 18 december 2013 het extra budget in geld beschikbaar kwam; zonder de extra middelen zou het rendement 0,5% bedragen. In de trendreeks hieronder is ook het door de instellingen begrote rendement opgenomen: voor ,6%. Dat is in lijn met 2012 en lager dan de realisatie van 2,3% in 2013, maar de begrotingen zijn dan ook opgesteld voordat er zekerheid bestond over het beschikbaar komen van extra middelen voor de sector. Figuur 2: Ontwikkeling rentabiliteit 2006 tot en met 2013 en begrote rentabiliteit % 3% 3,2% 2,3% 2% 1% 0% -1% 0,0% -0,5% 0,6% 1,0% 0,2% 0,4% 0,6% Rentabiliteit Rentabiliteit begroot Rentabiliteit zonder extra middelen -2% 2006 n= n= n= n= n= n= n= n= n=63 Bron: Benchmark MBO 2006 tot en met 2013, meerjarenbegrotingen De rentabiliteit van de individuele instellingen varieert van - 17,1% tot + 14,8%, waarmee de spreiding groter is dan vorig jaar. Figuur 3: Rentabiliteit per instelling % 15% 10% 5% 0% -5% -10% ROC AOC Vakschool Gemiddelde 2013: 2,3% -15% -20% n = 63 instellingen MBO-instellingen die een beroep doen op kredietverschaffing dienen te voldoen aan eisen die financiële instellingen opleggen. 34,9% kan geen beroep doen op aanvullende kredietverschaffing, aangezien de instellingen niet aan deze eisen voldoen Daarnaast stelt het ministerie van OCW eisen aan de rentabiliteit; aan deze eisen voldoet 19,0% van de instellingen niet. Tabel 2: Instellingen buiten de signaleringsgrenzen OCW en financiële instellingen: rentabiliteit Signaleringsgrens Hoogte signaleringsgrens Aantal instellingen boven de grens Aantal instellingen beneden de grens OCW Minimaal 0% gemiddeld, gemeten over 3 jaar Financiële instellingen Minimaal 0% gemiddeld gemeten over afgelopen 3 jaar, maximaal 5% Percentage instellingen beneden de grens Geen bovengrens 12 19,0% ,0% Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

10 Aantal instellingen met negatief rendement fors gedaald Van de 63 instellingen behalen er 12 (19,0%) in 2013 een negatief rendement, duidelijk minder dan vorig jaar (21 instellingen, 35,0%). De extra middelen zijn deels gebruikt om exploitatietekorten af te dekken, terwijl ze zijn bedoeld om kosten van kwaliteitsverbetering en innovatie te dekken. Van de instellingen met een negatief rendement is de gemiddelde rentabiliteit in ,9%. Tabel 3: Instellingen met een negatief rendement Jaar Totaal aantal instellingen Instellingen met negatieve rentabiliteit in de benchmark Aantal Percentage Gemiddelde ,0% - 3,9% ,0% - 4,1% ,1% - 4,3% ,6% - 2,7% ,2% - 3,4% ,0% - 4,1% Bron: Benchmark MBO 2008 tot en met ,6% van de instellingen heeft te maken met een meerjarig negatief rendement. Dat betekent een aanzienlijke daling van het aantal ten opzichte van 2012 (22%). In de helft van de instellingen met een meerjarig negatief rendement is drie jaar of langer achtereen sprake van een negatief rendement. Tabel 4: Instellingen met een meerjarig negatief rendement Jaar Totaal aantal instellingen Instellingen met negatieve rentabiliteit in de benchmarks Aantal Percentage Gemiddelde 2012 en 2013 negatief ,6% - 6,4% 2011 t/m 2013 negatief ,8% - 6,4% 2010 t/m 2013 negatief ,4% - 3,7% 2009 t/m 2013 negatief ,9% - 4,4% 2008 t/m 2013 negatief ,9% - 4,4% 2007 t/m 2013 negatief ,9% - 4,4% 2006 t/m 2013 negatief % - Bron: Benchmark MBO 2006 tot en met 2013 Totale omvang resultaat opnieuw positief Het saldo van het rendement van alle instellingen in 2013 uitgedrukt in euro s is positief: 96,2 miljoen. Vorig verslagjaar was het saldo 6,8 miljoen. Het effect van de extra middelen is hier duidelijk zichtbaar. De middelen zullen naar verwachting in de komende jaren tot besteding leiden. Tabel 5: Ontwikkeling omvang resultaat (bedragen x 1 miljoen) Jaar Totale omvang resultaat (in miljoenen euro s) n Instellingen met positief resultaat Instellingen met negatief resultaat Omvang resultaat Aantal instellingen Gemiddeld resultaat Omvang resultaat Aantal instellingen Gemiddeld resultaat , ,2 51 1,9-23,5 12-2, , ,2 39 1,7-60,3 21-2, , ,1 39 1,3-89,8 22-4, , ,5 43 1,4-38,6 19-2, , ,8 40 1,5-36,3 19-1, , ,8 33 1,5-83,7 27-3,1 Bron: Benchmark MBO 2008 tot en met Inzichten uit de financiële benchmark MBO november 2014

11 Werkelijke rentabiliteit hoger dan begroot De rentabiliteit in 2013 is met 2,3% hoger dan de 0,3% die de instellingen hadden begroot voor dat jaar. Ten tijde van het opstellen van de begroting was nog niet bekend dat het extra budget beschikbaar zou komen. Zonder dit budget zou het rendement in lijn hebben gelegen met dat van Toch zijn er 10 instellingen waar het rendement ondanks de extra middelen lager is uitgekomen dan was begroot. De begrotingen die de instellingen voor 2013 hadden opgesteld, laten zien dat de rijksbijdrage hoger, maar de overige overheidsbijdragen en subsidies en de overige baten lager uitgekomen zijn dan begroot (respectievelijk 10,0% en 19,2% lager). De afschrijvingen vallen 6,1% hoger uit dan begroot. Tabel 6: Analyse omvang afwijkingen begroot versus gerealiseerd rendement 2013 Omvang verschil tussen begroot en gerealiseerd rendement Aantal instellingen Percentage instellingen Verschil tussen werkelijk en begroot rendement > 1 procentpunt 53 84,1% 68,3% Verschil tussen werkelijk en begroot rendement > 2,5 procentpunt 30 47,6% 40,0% Verschil tussen werkelijk en begroot rendement > 5 procentpunt 12 19,0% 20,0% Bron: Benchmark MBO 2012 en 2013 Rentabiliteit in 2014 op 0,6% begroot Voor 2014 hebben de MBO-instellingen een rendement van gemiddeld 0,6% geraamd. De opbouw is als volgt. Tabel 7: Begrote rentabiliteit 2014 Begroot voor 2013 Aantal instellingen Percentage instellingen Meer dan 5 % rendement 7 11,1% 3,3% 2,5% tot 5% rendement 3 4,7% 3,3% 1% tot 2,5% rendement 14 22,2% 23,4% 0% tot 1% rendement 17 27,0% 40,0% 0% tot - 1% rendement 8 12,7% 3,3% - 1% tot - 2,5% rendement 6 9,5% 16,7% - 2,5% tot - 5% rendement 6 9,5% 5,0% Minder dan - 5% rendement 2 3,2% 3,3% Totaal % 100% Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

12 Solvabiliteit opnieuw licht gestegen: van 50,8% naar 51,5% De solvabiliteit 1 van de sector (het eigen vermogen ten opzichte van het totaal vermogen) is net als vorig jaar zeer licht gestegen: van 50,8% in 2012 naar 51,5% in Ook de solvabiliteit 2 (inclusief voorzieningen) is zeer licht toegenomen, van 56,4% tot 56,9%. Figuur 4: Ontwikkeling solvabiliteit 2006 tot en met % 50,8% 48,6% 49,6% 48,8% 50,8% 51,5% 40% 41,2% 41,9% Solvabiliteit 20% 0% 2006 n= n= n= n= n=62 n=60 n=60 n=63 Bron: Benchmark MBO 2006 tot en met 2013 De solvabiliteit loopt uiteen van 16,3% tot 89,6%. Daarmee is de spreiding iets afgenomen. Instellingen met een hoge solvabiliteit beschikken over extra leencapaciteit. Figuur 5: Solvabiliteit per instelling % 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% ROC AOC Vakschool Gemiddelde: 51,5% n = 63 instellingen Ook voor de solvabiliteit hanteren het ministerie van OCW en de financiële instellingen signaleringsgrenzen. De signaleringsgrens van OCW heeft betrekking op de solvabiliteit inclusief voorzieningen, de grens van de financiële instellingen op de solvabiliteit exclusief voorzieningen. Er zijn in beide gevallen nauwelijks instellingen die een te lage solvabiliteit hebben. Wel heeft 44% een te hoge solvabiliteit volgens de normen van het ministerie. Tabel 8: Instellingen buiten de signaleringsgrenzen OCW en financiële instellingen: solvabiliteit Signaleringsgrens Hoogte signaleringsgrens Aantal instellingen boven de grens Aantal instellingen beneden de grens OCW Minimaal 30% maximaal 60% Percentage instellingen beneden de grens ,8% Financiële instellingen Minimaal 20% 1 Geen bovengrens 2 3,2% 1 De stijging in de solvabiliteit in 2010 is het gevolg van een wijziging in de verslaggevingssystematiek inzake de bapo-regeling. 12 Inzichten uit de financiële benchmark MBO november 2014

13 Omvang eigen vermogen in de sector nagenoeg gelijk gebleven De omvang van het eigen vermogen in de sector bedroeg in miljoen en in miljoen. In 2013 hebben meer organisaties aan de benchmark deelgenomen dan in 2012, hierdoor is in feite sprake van stabilisatie. Ook het gemiddelde eigen vermogen per instelling is nagenoeg stabiel gebleven: 35,2 miljoen in 2012 en 35,1 miljoen in Tabel 9: Omvang eigen vermogen 2008 tot en met 2013 (bedragen x 1miljoen) Jaar Totale omvang eigen vermogen Aantal instellingen Gemiddelde eigen vermogen per instelling , , , , , ,6 Bron: Benchmark MBO 2008 tot en met 2013 Omvang vreemd vermogen in de sector gestabiliseerd Ook het vreemd vermogen in de sector is gestabiliseerd. In 2012 bedroeg het vreemd vermogen 1,15 miljard. In ,19 miljard, maar deze mutatie is veroorzaakt doordat in 2013 meer instellingen aan de benchmark deelnemen. Het vreemd vermogen per instelling bleef nagenoeg gelijk. Er is per saldo dus niet (extra) afgelost. Figuur 6: Ontwikkeling vreemd vermogen ,2 1,0 0,8 x ,6 0,4 Vreemd vermogen 0, n= n= n= n= n=60 n=60 n=63 Bron: Benchmark MBO 2007 tot en met 2013 Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

14 Liquiditeit door laat beschikbaar komen extra middelen gestegen van 1,21 naar 1,44 De toekenning van de extra middelen per eind december 2013 is niet alleen zichtbaar in de rentabiliteit, maar ook in de liquiditeit van de sector. De liquiditeit is gestegen van 1,21 in 2012 naar 1,44 in Daarmee ligt de liquiditeit op het hoogste niveau sinds Figuur 7: Liquiditeit ,6 1,4 1,4 1,2 1,1 1,1 1,0 1,3 1,3 1,2 0,8 Liquiditeit 0,4 0, n= n= n= n=59 n=62 n=61 n=60 n=63 Bron: Benchmark MBO 2006 tot en met 2013 De liquiditeit in 2013 loopt uiteen van 0,1 tot 5,6, waarmee de spreiding opnieuw iets is afgenomen. Figuur 8: Liquiditeit per instelling ROC AOC Vakschool Gemiddelde 2013: 1,4 0 n = 63 instellingen 11 instellingen voldoen niet aan de minimumeis van 0,5 die OCW stelt en 25 niet aan de eisen van de financiële instellingen. Tabel 10: Instellingen buiten de signaleringsgrenzen OCW en financiële instellingen: liquiditeit Signaleringsgrens Hoogte signaleringsgrens Aantal instellingen boven de grens Aantal instellingen beneden de grens Percentage instellingen beneden de grens OCW Minimaal 0,5 N.v.t ,5% Financiële instellingen 0,7 1, ,2% 14 Inzichten uit de financiële benchmark MBO november 2014

15 Nadere analyse financiële kengetallen

16 Stijging financiële ratio's wel zichtbaar in ROC's en AOC's, niet in vakscholen Figuur 9: Rentabiliteit per type instelling 4% 3,2% 3% 2,7% 2,6% 2,5% 2% 1,5% 1% 0,7% 0,7% 0,8% 0,9% 0,1% 0,3% 0,3% 0,0% 0% -0,6% -0,5% -1% ROC AOC Vakschool In de ROC's en AOC's is een substantiële stijging van de rentabiliteit te zien. Voor het eerst behalen de ROC's van de drie schooltypen het hoogste rendement. In de vakscholen blijft die stijging gemiddeld nagenoeg achterwege. De cijfers voor de vakscholen worden echter beïnvloed door één instelling met een zeer laag rendement. Als deze instelling buiten beschouwing wordt gelaten, komt het rendement voor de vakscholen uit op 2,7%, hoger dus dan dat van de ROC's en AOC's. -2% 2009 n= n=62 n=61 n=60 n=63 Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met 2013 Figuur 10: Solvabiliteit per type instelling 80% 60% 40% 60,0% 61,2% 63,4% 57,9% 56,0% 58,3% 57,6% 58,3% 56,8% 50,3% 45,7% 44,6% 46,4% 47,7% 36,3% ROC AOC Vakschool De solvabiliteit per schooltype laat een beeld zien dat vergelijkbaar is met de rentabiliteit: in ROC s en AOC s gestegen, maar in vakscholen niet. Daar is de solvabiliteit iets gedaald (voor wat betreft de solvabiliteit speelt niet de beïnvloeding door een instelling met een afwijkende waarde). 20% 0% 2009 n= n= n=61 n=60 n=63 Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met 2013 Figuur 11: Liquiditeit per type instelling 2,4 2,2 2,0 1,8 1,6 1,4 1,2 1,0 0,8 0,6 0,4 0,2 0,0 0,9 1,6 0,8 0, n=59 2,2 1,1 1,1 0,7 Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met ,1 1,0 0,9 2,2 1,3 1, n=62 n=61 n=60 n=63 2,1 ROC AOC Vakschool Ook de liquiditeit vertoont hetzelfde beeld: een stijging in ROC s en AOC s en een (lichte) daling in vakscholen. De liquiditeit in vakscholen blijft met gemiddeld 2,1 overigens hoog. 16 Inzichten uit de financiële benchmark MBO november 2014

17 Grotere instellingen verbeteren rendement opnieuw Figuur 12: Rentabiliteit per grootteklasse 5% 4% 3% 2,4% 2% 1% 0,4% 0,2% 0% -0,3% -1% -2% -3% 2009 n=59 2,5% 1,9% 1,0% 0,8% 0,3% -0,3% -0,4% 4,1% 2,0% 1,7% 1,8% 1,2% 0,9% -0,5% -1,1% -2,4% n=62 n=61 n=60 n= miljoen miljoen miljoen miljoen 2013 is het jaar waarin alle grootteklassen een stijging laten zien van het rendement en gemiddeld een positief rendement behalen. De instellingen met een rijksbijdrage van meer dan 90 miljoen (grootste instellingen) realiseren voor het eerst sinds 2009 weer een positief rendement; de stijging is daar met 2,9% (van - 1,1% naar + 1,8%) ook het grootst. Ook de kleinste instellingen (< 30 miljoen) behalen weer een positief rendement. Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met 2013 Figuur 13: Solvabiliteit per grootteklasse 60% 52% 53% 57% 53% 55% 56% 52% 52% 50% 47% 46%45% 46% 46% 45% 41% 41% 39%39%39% 40% 20% 0-30 miljoen miljoen miljoen miljoen De solvabiliteit stijgt in alle grootteklassen behalve in de klasse 31-60miljoen: daar is sprake van een daling met 4,4%, terwijl de solvabiliteit in deze grootteklasse in 2012 het hoogst was. 0% 2009 n= n= n=61 n=60 n=63 Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met 2013 Figuur 14: Liquiditeit per grootteklasse 1,9 1,8 1,9 1,8 1,6 1,7 1,7 1,6 1,5 1,5 1,4 1,4 1,3 1,2 1,2 1,0 1,0 0,9 0,9 0,9 0,8 0,8 0,8 0,8 0,7 0,7 0,7 0,6 0,4 0,2 0, n=59 n=62 n=61 n=60 n= miljoen miljoen miljoen miljoen Zoals ook in de andere jaren is de liquiditeit in kleinere instellingen hoger dan in grotere. Een van de verklaringen kan zijn dat grotere instellingen meer mogelijkheden hebben om via gericht treasurybeleid op de liquiditeit te sturen en daarom toe kunnen met een lagere liquiditeit. Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met 2013 Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

18 Combinatie rentabiliteit en solvabiliteit: 31,7% voldoet aan eisen OCW De financiële ratio s bieden het meeste inzicht wanneer zij met elkaar worden gecombineerd. Ook het ministerie van OCW en financiële instellingen beschouwen financiële prestaties op deze manier. Allereerst de combinatie tussen rentabiliteit en solvabiliteit. In de figuur hierna is de positie van de instellingen weergegeven in een matrix met de solvabiliteit op de x-as en de rentabiliteit op de y-as. De rentabiliteit is berekend over de laatste drie jaar, om te voorkomen dat een incidentele uitschieter het beeld te zeer beïnvloedt. In de figuur geven de stippellijnen de eisen van het ministerie van OCW weer. Daarmee laat de figuur tegelijkertijd zien hoeveel instellingen aan deze combinatie-eisen voldoen. Het ministerie van OCW vraagt een rentabiliteit van minimaal 0% berekend over de voorgaande drie jaar en een solvabiliteit (in het verslagjaar) van tussen de 30% en 60% (zie tabel 2). Figuur 15: Positionering instellingen op gemiddelde rentabiliteit over 2011 tot en met 2013 en solvabiliteit 2 per ultimo 2013 op basis van vereisten OCW 15% 10% 0-30 miljoen Rentabiliteit 5% 0% miljoen miljoen miljoen -5% - 10% %- 0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Solvabiliteit n = 63 instellingen Bron: Benchmark MBO 2010 tot en met 2013 De figuur laat het volgende zien. 20 van de 63 instellingen vallen binnen de door OCW aangegeven grenzen (de instellingen in het gekleurde vak). Dat is bijna een derde (31,7%), vergelijkbaar met vorig jaar. 33 instellingen vallen op één gebied buiten de grenzen, meestal vanwege een solvabiliteit die hoger is dan de bovengrens van OCW. 10 instellingen vallen buiten beide grenzen, vergelijkbaar met vorig jaar. Evenals vorige jaren kunnen zowel grote als kleine instellingen aan de eisen van OCW voldoen. De omvang van de instelling behoeft dus geen belemmering te zijn. 18 Inzichten uit de financiële benchmark MBO november 2014

19 Combinatie rentabiliteit en liquiditeit: 60,3% voldoet aan eisen OCW Op dezelfde wijze als hiervoor de combinatie van rentabiliteits- en solvabiliteiteisen is weergegeven, toont de figuur hieronder de combinatie van rentabiliteits- en de liquiditeitseisen van OCW. Gevraagd wordt een rentabiliteit van meer dan 0% berekend over de voorgaande drie jaar en een liquiditeit (in het voorgaande jaar) van meer dan 0,5. Figuur 16: Positionering instellingen op gemiddelde rentabiliteit over 2011 tot en met 2013 en liquiditeit per ultimo % 10% 0-30 miljoen Rentabiliteit 5% 0% miljoen miljoen miljoen -5% - 10% - 15%- 0,0 0,5 1,0 1,5 2,0 2,5 3,0 3,5 4,0 4,5 5,0 5,5 6, Liquiditeit n = 63 instellingen Bron: Benchmark MBO 2010 tot en met 2013 De figuur laat het volgende zien. 38 van de 63 instellingen vallen binnen de door de OCW aangegeven grenzen (de instellingen in het gekleurde vak). Dat is 60,3%, iets meer dan vorig jaar (50,0%). 18 instellingen vallen op één gebied buiten de grenzen door een te lage rentabiliteit of liquiditeit. 7 instellingen vallen buiten beide grenzen door een te lage rentabiliteit én liquiditeit, evenveel als vorig jaar. Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

20 Kosten en baten

21 Aantal deelnemers beroepsonderwijs daalt met 2,1%, gewogen aantal stijgt met 1,1% Het aantal deelnemers aan het MBO in absolute zin is opnieuw gedaald. Het aantal deelnemers in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL) daalt fors (- 14,9%) en het aantal deelnemers in de beroepsopleidende leerweg (BOL) deeltijd nog sterker (- 43,1%). Dit laatste is conform het landelijk beleid. Door een stijging van het aantal deelnemers in de voltijd-bol met 3,8% blijft de totale mutatie beperkt tot - 2,1% oftewel deelnemers. Tabel 11: Ontwikkeling aantal deelnemers beroepsonderwijs 2008 tot en met 2013, ongewogen Type deelnemer Aantal deelnemers Mutatie Per Per Per Per Per Per Aantal Percentage BBL ,9% BOL deeltijd ,1% BOL voltijd ,8% Totaal ,1% Bron: Benchmark MBO 2008 tot en met 2013 Dat bij de voltijd-bol nog steeds sprake is van een stijging, heeft waarschijnlijk te maken met het economisch klimaat en het feit dat jongeren daardoor overstappen van de BBL- naar de BOL-opleiding. Nadere analyse van de daling in de BBL leert dat vooral het aantal deelnemers op niveau 1 en 2 daalt. Deze daling wordt op zijn beurt deels veroorzaakt door de afname van het contractonderwijs voor deelnemers van 23 jaar en ouder. Het aantal deelnemers dat wordt gehanteerd als basis voor de bekostiging (gewogen deelnemers), is in tegenstelling tot het absolute aantal deelnemers niet gedaald maar juist iets gestegen. Dat komt omdat een deelnemer aan een voltijdse opleiding voor de bekostiging een hogere wegingsfactor heeft dan een deelnemer aan een deeltijdopleiding (BBL of BOL deeltijd). Een deelnemer aan een voltijd-bol telt voor 1,0 mee in de weging, een deelnemer aan een deeltijdopleiding in een AOC voor 0,5 en in een ROC of vakschool voor 0,35. Tabel 12: Ontwikkeling aantal deelnemers beroepsonderwijs 2008 tot en met 2013, gewogen voor leerweg en type instelling Type deelnemer Aantal deelnemers Mutatie Per Per Per Per Per Per Aantal Percentage Totaal gewogen aantal deelnemers ,14% Bron: Benchmark MBO 2008 tot en met 2013 Het aantal gewogen deelnemers is in 2013 gestegen met oftewel 1,14%. Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

22 Stijging rijksbijdragen beroepsonderwijs teniet gedaan door daling totale baten De rijksbijdrage in 2013 is substantieel gestegen, gemiddeld 3,4%. De rijksbijdrage voor het voortgezet onderwijs daalt zeer licht (-0,7%) maar de daling van de overige baten (-25,3%) is zeer fors te noemen. De daling, die zich nu voor het derde achtereenvolgende jaar voordoet, is te zien in alle onderdelen van de overige baten; daaronder ook de inkomsten uit volwasseneneducatie, contractonderwijs en verhuuropbrengsten. In onderstaande tabel zijn de cijfers gebaseerd op de 59 instellingen die gedurende 2011 tot en met 2013 aan de benchmark hebben deelgenomen, en dus niet op de 63 deelnemers van Voor deze benadering is gekozen omdat het aantal deelnemers in 2013 groter is dan in 2012 en een mutatie dus veroorzaakt zou kunnen worden door een wijziging in het aantal instellingen. Dit zou het zicht op de ontwikkeling in de rijksbijdrage belemmeren. Tabel 13: Ontwikkeling rijksbijdragen gebaseerd op 59 instellingen Baten Rijksbijdrage in duizenden euro s Mutatie % Rijksbijdragen beroepsonderwijs ,4% Rijksbijdragen voortgezet onderwijs ,7% Overige baten ,3% Totale baten 59 instellingen ,5% Bron: Benchmark MBO 2011 tot en met 2013 De rijksbijdrage per gewogen deelnemer (deelnemers waarop de bekostiging is gebaseerd) stijgt met 3,1%. De stijging is het saldo van de stijging van de rijksbijdrage en de stijging van het aantal gewogen deelnemers. De rijksbijdrage per gewogen deelnemer bedraagt in De rijksbijdrage per fte in het beroepsonderwijs is eveneens gestegen: van in 2012 naar in Dit is een stijging van 4,4%. De stijging is het saldo van een gestegen rijksbijdrage en zoals verderop in deze rapportage beschreven een licht dalende formatie. Figuur 17: Ontwikkeling rijksbijdrage per fte beroepsonderwijs n= n= n=62 n=61 n=60 n=63 Bron: Benchmark MBO 2008 tot en met Inzichten uit de financiële benchmark MBO november 2014

23 Aandeel personeelskosten na jaren van lichte daling weer gestegen: van 69,0% naar 69,7% Het aandeel personeelskosten in de totale kosten is na drie jaar van (lichte) daling nu weer gestegen. De stijging gaat gepaard met een daling van vooral het aandeel van de categorie overige kosten. Figuur 18: Kostenstructuur beroepsonderwijs % 90% 80% 70% 13,8% 8,2% 6,1% 3,9% 13,2% 7,6% 5,8% 4,8% 14,1% 6,4% 6,1% 4,2% 13,3% 6,7% 6,1% 4,0% 13,8% 6,5% 6,4% 3,5% 13,3% 13,2% 12,9% 6,7% 6,2% 6,3% 7,0% 7,5% 7,6% 3,6% 4,1% 3,5% 60% 50% 40% 30% 68,2% 68,7% 69,2% 69,9% 69,7% 69,3% 69,0% 69,7% 20% 10% 0% 2006 n= n= n= n= n= n=61 n=60 n=63 Overige kosten Huisvestingskosten Afschrijvingen Overige personele kosten Personeelskosten Bron: Benchmark MBO 2006 tot en met 2013 Stijging aandeel personeelskosten veroorzaakt door stijging kosten onderwijzend personeel Binnen de categorie personeelskosten stijgt het aandeel kosten van onderwijzend personeel (van 68,3% naar 68,7%). Daarmee wordt de stijgende lijn die vanaf 2007 zichtbaar is, voortgezet. De kostenaandelen van de andere categorieën zijn in 2013 gedaald, vooral het aandeel kosten voor management en directie; dit aandeel bedraagt nu 4%. De sector is er in 2013 dus niet alleen in geslaagd om een groter percentage middelen in te zetten voor personeel, maar ook om daarvan een groter percentage in te zetten voor het primaire proces. Figuur 19: Opbouw personele lasten % 75% 50% 67,5% 66,4% 66,5% 67,8% 68,3% 68,5% 68,3% 68,7% 80,3% 80,0% 79,9% 80,8% 81,2% 81,3% 81,9% 82,3% 25% 12,8% 13,6% 13,4% 13,0% 12,9% 12,8 13,6% 13,6% 14,6% 14,7% 14,7% 14,3% 14,0% 14,1 13,8% 13,7% 0% 5,1% ,3% ,4% ,8% ,7% ,7% 4,3% ,0% 2013 Onderwijzend personeel Direct onderwijsondersteunend personeel Indirect onderwijsondersteunend personeel Directie en management Bron: Benchmark MBO 2006 tot en met 2013 Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

24 Als het aandeel kosten voor onderwijzend personeel en direct onderwijsondersteunend personeel wordt samengenomen, is er nog steeds sprake van een stijging (2012: 81,9% en ,3%). Uitsplitsing naar type instelling laat zien dat het aandeel nog steeds het grootst is bij de AOC s (83,7% tegen in 82,3% in ROC s en 81,5% in vakscholen) maar dat de verschillen opnieuw zijn afgenomen. Het kostenaandeel voor directie en management blijft het hoogst bij de vakscholen, maar ook hier wordt het verschil met de andere schooltypen kleiner. Figuur 20: Opbouw personele lasten per type instelling % 75% 67,6% 70,6% 68,1% 68,1% 71,5% 68,9% 68,3% 71,2% 68,3% 68,2% 70,6% 67,6% 68,7% 70,6% 68,1% 50% 25% 13,0% 13,1% 12,9% 13,0% 12,7% 12,4% 12,8% 12,7% 13,6% 13,9% 13,6% 13,6% 13,1% 13,6% 13,5% 0% 14,6% 11,3% 13,5% 14,2% 11,0% 13,2% 14,2% 11,2% 13,4% 13,9% 12,5% 13,4% 13,9% 12,1% 13,4% 4,8% 5,0% 5,4% 4,7% 4,8% 5,6% 4,7% 4,5% 5,6% 4,3% 3,7% 5,2% 4,3% 4,2% 4,9% ROC AOC VAK ROC AOC VAK ROC AOC VAK ROC AOC VAK ROC AOC VAK Onderwijzend personeel Direct onderwijsondersteunend personeel Indirect onderwijsondersteunend personeel Directie en management Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met 2013 De inhaalslag van de grootste instellingen (grootteklasse 4, rijksbijdrage meer dan 90 miljoen) is ook in 2013 zichtbaar. De daling van het aandeel kosten voor directie en management is in deze groottesklasse het sterkst (van 4,7 naar 4,2%). In de kleinste instellingen (grootteklasse 1, rijksbijdrage minder dan 30 miljoen) is het aandeel eveneens gedaald, maar met 4,9% nog altijd het hoogste van alle grootteklassen. Figuur 21: Opbouw personele lasten per grootteklasse 1 t/m % 75% 69,9% 68,8% 68,2% 66,6% 71,5% 69,0% 68,5% 67,3% 69,6% 69,3% 68,8% 67,7% 68,6% 68,7% 68,7% 67,8% 68,3% 69,8% 68,2% 68,6% 50% 25% 0% 12,1% 14,0% 13,7% 12,3% 11,0% 13,3% 13,9% 12,5% 11,8% 13,2% 13,6% 12,2% 12,7% 13,0% 14,1% 13,5% 12,4% 12,6% 14,6% 13,5% 12,1% 15,5% 13,5% 14,0% 11,6% 13,4% 13,7% 15,0% 13,2% 14,7% 13,4% 13,8% 13,6% 13,9% 14,4% 13,3% 14,4% 13,8% 13,5% 13,7% 5,9% 3,7% 4,1% 5,6% 5,8% 4,3% 4,0% 5,2% 5,4% 4,1% 3,8% 5,5% 5,1% 3,9% 3,8% 4,7% 4,9% 4,0% 3,5% 4,2% Onderwijzend personeel Direct onderwijsondersteunend personeel Indirect onderwijsondersteunend personeel Directie en management Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met Inzichten uit de financiële benchmark MBO november 2014

25 Personeelsformatie afgenomen met 1,0%, salariskosten met 1,6% gestegen De totale personeelsformatie in de sector is iets afgenomen. Gebaseerd op de 59 instelingen die zowel in 2012 als 2013 aan de benchmark hebben deelgenomen, is een daling met 1,0% te zien. Omdat zoals eerder aangegeven pas zeer laat in het jaar bekend werd dat de sector op extra middelen zou kunnen rekenen, hebben veel instellingen zich in 2013 nog gericht op een stabilisatie of reductie van de personeelsformatie, ondanks het feit dat het aantal gewogen deelnemers steeg. Tabel 14: Mutatie personeelsformatie gebaseerd op 59 instellingen Functiegroepen Formatie Mutatie Fte % Onderwijzend en direct onderwijsondersteunend personeel ,4% Indirect onderwijsondersteunend personeel en directie/management ,5% Totaal ,0% Bron: Benchmark MBO 2012 en 2013 Instellingen met een rijksbijdrage van minder dan 30 miljoen voeren als enige een sterkere reductie door op de formatie onderwijzend en direct onderwijsondersteunend personeel dan op de overige functiegroepen. De grootste instellingen reduceren de formatie in alle functiegroepen. In de beide overige grootteklassen stijgt de formatie onderwijzend en direct onderwijsondersteunend personeel iets en daalt de formatie in de overige functiegroepen. Tabel 15: Mutatie personeelsformatie per grootteklasse Functiegroepen Mutatie grootteklasse < 30mln 30-60mln 60-90mln >90mln Onderwijzend en direct onderwijsondersteunend personeel - 1,5% 0,5% 0,8% - 1,6% Indirect onderwijsondersteunend personeel en directie/management - 0,1% - 1,1% - 2,4% - 6,1% Totaal - 1,2% 0,2% 0,2% - 2,5% Bron: Benchmark MBO 2012 en 2013 De salariskosten per fte in de sector zijn gestegen. De stijging bleef beperkt: van in 2012 tot in 2013, een stijging van 1,6% Daarmee is de stijging geringer dan de 2,0% stijging tussen 2011 en Figuur 22: Salariskosten per fte in loondienst beroepsonderwijs 2009 tot en met n= n= n=61 n=60 n=63 Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met 2013 De salarisontwikkeling zal het gevolg zijn van gestegen premies (sociale verzekeringen, maar vooral pensioenpremies) en CAO-effecten. Op instellingsniveau spelen ook verschillen in leeftijds- of functieopbouw of een inschalingsbeleid een rol. Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

26 Stijging in de salariskosten vooral bij vakscholen en grote instellingen zichtbaar De verschillen in salariskosten per fte tussen de instellingstypes zijn opnieuw kleiner geworden, vooral omdat de inhaalslag van de AOC s ook dit jaar zichtbaar is. De salariskosten in de vakscholen blijven wel het hoogst en en zijn ook het meest gestegen. Figuur 23: Salariskosten per fte in loondienst beroepsonderwijs 2009 tot en met 2013 per type instelling ROC AOC Vakschool n= n=62 n=61 n=60 n=63 Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met 2013 De verschillen in salariskosten per grootteklasse zijn dit jaar weer iets toegenomen. Dat komt vooral omdat de salariskosten in de grootteklasse 3 (rijksbijdrage tussen 60 en 90 miljoen) achterblijven: de salarissen waren in deze klasse in 2012 al het laagste en zijn ook het minst gestegen. De verschillen tussen de andere drie klassen zijn zeer gering. Figuur 24: Salariskosten per fte in loondienst beroepsonderwijs 2009 tot en met 2013 per grootteklasse miljoen miljoen miljoen miljoen n=59 n=62 n=61 n=60 n=63 Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met Inzichten uit de financiële benchmark MBO november 2013

27 Aantal gewogen deelnemers per fte onderwijzend personeel gestegen van 16,0 tot 16,2 Het feit dat het aantal gewogen deelnemers is gestegen en de formatie is gedaald (zij het beide beperkt) betekent dat het aantal gewogen deelnemers per fte onderwijzend personeel is toegenomen. In 2012 bedroeg het aantal gewogen deelnemers per fte onderwijzend personeel 16,0 en in ,2. Figuur 25: Aantal gewogen deelnemers per fte onderwijzend personeel beroepsonderwijs 2009 tot en met ,1 16,0 15,7 16,0 16, n= n= n=61 n=60 n=63 Bron: Benchmark MBO 2009 tot en met 2013 Ook als het onderwijzend en direct onderwijsondersteunend personeel worden samengenomen, blijkt er nog steeds sprake te zijn van een stijging van het aantal gewogen deelnemers per fte: in ,2 en in ,4. De spreiding tussen instellingen is aanzienlijk; dit geldt voor alle schooltypen. Figuur 26: Aantal gewogen deelnemers per fte onderwijzend plus direct onderwijsondersteunend personeel beroepsonderwijs 2013 per instelling ROC AOC Vakschool Gemiddelde: 13,4 8 4 n = 63 instellingen Worden alle categorieën personeel samengenomen, dan stijgt het aantal gewogen deelnemers per fte van 10,5 in 2012 tot 10,7 in Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

28 Huisvestingskosten per vierkante meter opnieuw gestegen, van 105 tot 108 De huisvestingskosten per vierkante meter (inclusief afschrijvingskosten) zijn gestegen, van 105 naar 108. Daarmee wordt de stijgende reeks vanaf 2010 ook in 2013 voortgezet: de kosten zijn in die vier jaar met 10% toegenomen. Een deel daarvan wordt verklaard door inflatie. Het totale aantal vierkante meters per fte is iets gestegen, dit terwijl veel instellingen juist streven naar een reductie. De kosten per vierkante meter lopen nog steeds sterk uiteen, binnen alle instellingstypen. De kosten variëren van 37 tot 358 (of 251 als de instelling met 358 buiten beschouwing wordt gelaten). Het aantal vierkante meters per gewogen deelnemer bedraagt in ,2. Figuur 27: Huisvestingskosten per vierkante meter 2013 per instelling ROC AOC Vakschool Gemiddelde: n = 63 instellingen Het aandeel panden in eigendom van MBO-instellingen blijft hoog, enkele uitzonderingen daargelaten. Gemiddeld is 81,9% van alle vierkante meters in eigendom van de instellingen. In 2012 was dat 83,8%. Figuur 28: Aantal vierkante meters eigendom als percentage van het totale aantal vierkante meters per instelling 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% ROC AOC Vakschool Gemiddelde: 81,9% n = 63 instellingen De totale boekwaarde van de gebouwen en terreinen van de 63 instellingen die in 2013 aan de benchmark deelnemen, bedraagt 2,9 miljard; de totale WOZ-waarde 3,3 miljard. Opvallend is dat de WOZ-waarde is gestegen terwijl een daling door de marktomstandigheden in de lijn der verwachtingen ligt. Voor 15 instellingen ligt de WOZ-waarde beneden de boekwaarde, gemiddeld 15,4 miljoen per instelling, in totaal 232 miljoen. 28 Inzichten uit de financiële benchmark MBO november 2013

29 ICT-kosten per gewogen deelnemer in 2013 gemiddeld 504 In deze benchmarkrapportage worden dit jaar ook de ICT-kosten nader belicht. Dit betreft alle aan ICT toe te rekenen kosten waaronder ook afschrijvingen en personele lasten. Gemiddeld per gewogen deelnemer geven de MBO-instellingen in aan ICT uit. De kosten lopen uiteen van 127 tot De totale ICT-kosten van de 63 deelnemers aan de benchmark 2013 bedragen 218 miljoen. Figuur 29: ICT-kosten per gewogen deelnemer ICT-kosten per gewogen deelnemer per instelling Gemiddelde: n = 59 instellingen De ICT-kosten zijn als volgt opgebouwd. Tabel 16: Opbouw ICT-kosten Kostensoort Aandeel Personele kosten 28,8% Inhuur en uitbesteding 7,9% Hardware 9,0% Software 17,6% Datacommunicatie 5,1% Telefonie 5,1% Organisatiekosten 3,0% Afschrijvingen ICT en telefonie 3,0% Totaal (gebaseerd op 59 instellingen) 100% Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

30 Bijlagen

31 Bijlage 1: Begripsomschrijvingen en aantal deelnemers aan financiële benchmark 2013 Tabel 17: Begripsomschrijving Begrip Omschrijving Rentabiliteit Solvabiliteit Liquiditeit Signaleringsgrenzen Het resultaat van de gewone bedrijfsvoering als percentage van de baten van de gewone bedrijfsvoering Het eigen vermogen als percentage van het totale vermogen Vlottende activa gedeeld door de kortlopende schulden (current ratio) Grenzen die het ministerie van OCW dan wel financiële instellingen (waaronder banken) hanteren voor de risicobepaling. De grenzen van de financiële instellingen zijn gebaseerd op gesprekken met enkele financiële instellingen Tabel 18: Aantal deelnemers per instellingstype Instellingstype ROC AOC Vakschool Totaal 63 63* 61 Tabel 19: Aantal deelnemers per grootteklasse Grootteklasse in rijksbijdrage per jaar Klasse 1: minder dan 30 miljoen Klasse 2: tussen 30 en 60 miljoen Klasse 3: tussen 60 en 90 miljoen Klasse 4: meer dan 90 miljoen Totaal 63 63* 61 De namen van de deelnemende instellingen zijn opgenomen in de figuren in bijlage 3. In de benchmark MBO 2013 zijn van 63 instellingen de gegevens ontvangen. Met uitzondering van Lentiz Onderwijsgroep, Onderwijsgroep Noord en de STC-Group hebben alle Nederlandse MBO-instellingen deelgenomen aan de benchmark. * Ook in 2012 hebben 63 MBO-instellingen deelgenomen, maar in dat jaar konden de cijfers van de drie instellingen die zijn voortgekomen uit de Amarantisgroep nog niet als basis voor de analyses worden gebruikt. Dit jaar is dat wel het geval. Inzichten uit de financiële benchmark MBO november

32 Bijlage 2: Onderzoeksverantwoording De financiële benchmark MBO wordt door PwC uitgevoerd in opdracht van en in nauwe samenwerking met de MBO Raad. PwC maakt hierbij gebruik van gegevens uit het Elektronisch Financieel Jaarverslag (EFJ). Deze gegevens worden door de instellingen die aan de benchmark deelnemen, aangevuld en via uploaden aangeleverd bij PwC. De gegevens die in de benchmark zijn gebruikt, zijn door PwC gevalideerd maar er is geen accountantscontrole uitgevoerd. De instellingen zijn en blijven verantwoordelijk voor de kwaliteit van de aan PwC aangeleverde gegevens. De gevalideerde gegevens zijn door PwC verwerkt tot spiegelrapportages voor de individuele instellingen en tot het sectorbeeld dat in deze rapportage is weergegeven. De conclusies in dit sectorrapport zijn door de MBO Raad geaccordeerd. De financiële benchmark is zoveel mogelijk toegespitst op het MBO. Eventuele andere activiteiten van de instellingen zijn buiten beschouwing gebleven, behalve als de kengetallen niet uit te splitsen waren; dit is het geval bij de rentabiliteit, solvabiliteit en liquiditeit. Deze kengetallen hebben dan ook betrekking op de gehele instelling. Om tot een toerekening van kosten aan het MBO te komen, hebben de instellingen zelf de kosten van het onderwijzend personeel gesplitst. De andere personeelskosten zijn door PwC toegerekend op basis van het aandeel MBO in de rijksbijdrage van de instelling. Figuur 30: Schematische opbouw kosten instelling Totaal instellingen Middelbaar beroepsonderwijs Voortgezet onderwijs/vmbo Educatie Contractonderwijs Personeelskosten onderwijzend personeel Personeelskosten onderwijzend personeel Personeelskosten onderwijzend personeel Personeelskosten onderwijzend personeel Personeelskosten ondersteunende diensten Afschrijvingen Huisvestingskosten Overige kosten De sectorcijfers in dit rapport zijn de ongewogen gemiddelden van alle aan de benchmark deelnemende instellingen. De scores van de instellingen zijn dus bij elkaar opgeteld en gedeeld door 63, zonder rekening te houden met de omvang van de instelling. Die keuze is gemaakt omdat het in de benchmark gaat om de prestaties van de instelling, ongeacht de omvang. Indien absolute aantallen (zoals de hoogte van de rijksbijdrage) over meerdere jaren zijn vergeleken, is de vergelijking gebaseerd op het aantal instellingen dat in alle betreffende jaren aan de benchmark heeft deelgenomen. Dit is gedaan om te voorkomen dat mutaties moeten worden toegeschreven aan een verschil in aantallen instellingen. Daar waar in het rapport een verschil wordt opgemerkt, wordt gedoeld op een statistische significantie bij een betrouwbaarheidsniveau van 5%. Dit betekent dat de kans dat het verschil op toeval berust, kleiner is dan 5%. 32 Inzichten uit de financiële benchmark MBO november 2014

Inzichten uit de financiële benchmark MBO

Inzichten uit de financiële benchmark MBO Inzichten uit de financiële benchmark MBO Sectorresultaten kalenderjaar 2012 November 2013 Inhoud Inleiding 5 Samenvatting 6 Financiële kengetallen Rentabiliteit MBO licht gestegen, van 0,2% naar 0,4%

Nadere informatie

Inzichten uit de financiële benchmark MBO

Inzichten uit de financiële benchmark MBO Inzichten uit de financiële benchmark MBO Sectorresultaten kalenderjaar 2010 November 2011 Inhoud Samenvatting 5 Financiële kengetallen Gemiddelde rentabiliteit gestegen van -1,3% naar 1,0% 9 Negen instellingen

Nadere informatie

Inzichten uit de financiële benchmark MBO

Inzichten uit de financiële benchmark MBO Inzichten uit de financiële benchmark MBO Sectorresultaten kalenderjaar 2011 November 2012 Inhoud Samenvatting 5 Financiële kengetallen Rentabiliteit MBO gedaald naar 0,2% na twee jaar van stijging 9

Nadere informatie

Financiële positie MBO-scholen: Sector laat stabiel beeld zien. Inzichten uit de financiële benchmark MBO. Sectorresultaten verslagjaar 2016

Financiële positie MBO-scholen: Sector laat stabiel beeld zien. Inzichten uit de financiële benchmark MBO. Sectorresultaten verslagjaar 2016 Financiële positie MBO-scholen: Sector laat stabiel beeld zien Inzichten uit de financiële benchmark MBO Sectorresultaten verslagjaar 2016 Oktober 2017 Inhoud Vooraf 5 Samenvatting 6 Financiële kengetallen

Nadere informatie

Financiële positie MBO-scholen: sector financieel gezond, maar beeld per school verschilt

Financiële positie MBO-scholen: sector financieel gezond, maar beeld per school verschilt Financiële positie MBO-scholen: sector financieel gezond, maar beeld per school verschilt Inzichten uit de financiële benchmark MBO Sectorresultaten verslagjaar 2017 Oktober 2018 Inhoud Vooraf 5 Samenvatting

Nadere informatie

Inzichten uit de financiële benchmark MBO

Inzichten uit de financiële benchmark MBO Inzichten uit de financiële benchmark MBO Op weg naar toekomstbestendig onderwijs: betere vakmensen in de 21e eeuw Sectorresultaten Inhoud Vooraf 4 Financiële kengetallen Rentabiliteit positief dankzij

Nadere informatie

Mbo-scholen gemiddeld genomen financieel gezond. Inzichten uit de financiële benchmark MBO. Sectorresultaten verslagjaar 2014

Mbo-scholen gemiddeld genomen financieel gezond. Inzichten uit de financiële benchmark MBO. Sectorresultaten verslagjaar 2014 Mbo-scholen gemiddeld genomen financieel gezond Inzichten uit de financiële benchmark MBO Sectorresultaten verslagjaar 2014 December 2015 Inhoud Vooraf 5 Samenvatting 6 Financiële kengetallen sector Rentabiliteit

Nadere informatie

Financiële positie MBO-scholen: tijdig inspelen op nieuwe ontwikkelingen noodzakelijk

Financiële positie MBO-scholen: tijdig inspelen op nieuwe ontwikkelingen noodzakelijk Financiële positie MBO-scholen: tijdig inspelen op nieuwe ontwikkelingen noodzakelijk Inzichten uit de financiële benchmark MBO Sectorresultaten verslagjaar 2015 Oktober 2016 Inhoud Vooraf 5 Samenvatting

Nadere informatie

Financiën (VO) RSG Magister Alvinus

Financiën (VO) RSG Magister Alvinus Financiën (VO) 2012 Dit rapport over de financiën van het bestuur toont detailinformatie over de kengetallen en verdeling van de lasten. Er wordt een trend van vijf jaar getoond en een vergelijking gemaakt

Nadere informatie

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014

FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS. Utrecht, november 2014 FINANCIËLE RAPPORTAGE FUNDEREND ONDERWIJS 2014 Utrecht, november 2014 INHOUD Inleiding 5 1 Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs 7 2 Expertisecentra 10 3 Voortgezet onderwijs 12 4 Samenwerkingsverbanden

Nadere informatie

Vierde benchmark middelbaar beroepsonderwijs. Financiële prestaties MBO-instellingen voor het vierde achtereenvolgende jaar gebenchmarkt

Vierde benchmark middelbaar beroepsonderwijs. Financiële prestaties MBO-instellingen voor het vierde achtereenvolgende jaar gebenchmarkt Vierde benchmark middelbaar beroepsonderwijs Financiële prestaties MBO-instellingen voor het vierde achtereenvolgende jaar gebenchmarkt Vierde benchmark middelbaar beroepsonderwijs Financiële prestaties

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2010 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR

JAARREKENINGEN 2010 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR JAARREKENINGEN 2010 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Utrecht, december 2011 Inleiding... 4 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs... 5 1.1 Financieel beeld...

Nadere informatie

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief Utrecht, december 2013 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1. Basisonderwijs en speciaal basisonderwijs...

Nadere informatie

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans.

Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. FINANCIEEL BELEID Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2014. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs Apeldoorn en omgeving (SKVOA) Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 31082 Onderzoeksnummer : 285999 Documentnummer

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting ROC TOP Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 42625 Onderzoeksnummer : 289366 Periode onderzoek : Jan -Oktober 2016 Datum vaststelling : November 2016

Nadere informatie

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES

JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES JAARVERSLAG 2013 PRESENTATIE GEMEENTEN, RAAD VAN TOEZICHT, GMR EN DIRECTIES Juni 2014 JAARVERSLAG; PROCES Maart t/m Mei: voorbereiding jaarafsluiting Mei: accountantscontrole Juni: opstellen bestuursverslag

Nadere informatie

Servicedocument. Voor het opnemen van een continuïteitsparagraaf in het. Geïntegreerd Jaardocument 2013 en verder

Servicedocument. Voor het opnemen van een continuïteitsparagraaf in het. Geïntegreerd Jaardocument 2013 en verder Servicedocument Voor het opnemen van een continuïteitsparagraaf in het Geïntegreerd Jaardocument 2013 en verder MBO Raad maart 2014 Inleiding Voor u ligt het servicedocument voor het opnemen van een continuïteitsparagraaf

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Vakinstelling SVO Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 68095 Onderzoeksnummer : 289306 Periode onderzoek : Mei 2016-November 2017 Datum vaststelling

Nadere informatie

Financiële benchmark over de cijfers van 2014

Financiële benchmark over de cijfers van 2014 Financiële benchmark over de cijfers van 01 Jaarlijkse financiële benchmark van de kengetallen, opgesteld naar aanleiding van de cijfers voortkomend uit de jaarrekeningen over het jaar 01 Ridderkerk, 1

Nadere informatie

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie :

Bestuursnummer : Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie : RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij ROC van Amsterdam Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 40833 Datum onderzoek : 2013 Datum vaststelling : 3 december 2013 Onze Referentie

Nadere informatie

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen. Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen. Jaar kengetal Gemiddelde sector Indicator risicoanalyse inspectie 2016 73,6% 1 Don: ondergrens 3 2015 75% Don: ondergrens 3

Nadere informatie

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten

Verzuimcijfers 2010 sector Gemeenten Verzuimcijfers 00 sector Gemeenten A+O fonds Gemeenten, april 0 Ziekteverzuim bij gemeenten daalt licht tot, procent in 00 Het ziekte van gemeenten is in 00 licht gedaald tot, procent. Ten opzichte van

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35803 20 december 2013 Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 december 2013, nr. FEZ/579396

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

Impressie ICT Benchmark GGZ 2012 Inzicht in prestaties door benchmarking van ICT-kosten met andere GGZ-instellingen

Impressie ICT Benchmark GGZ 2012 Inzicht in prestaties door benchmarking van ICT-kosten met andere GGZ-instellingen Impressie ICT Benchmark GGZ 2012 Inzicht in prestaties door benchmarking van ICT-kosten met andere GGZ-instellingen Impressie ICT Benchmark GGZ 2012 Inzicht in prestaties door benchmarking van ICT-kosten

Nadere informatie

SALDO COLLECTIEF PERSONEEL ( ) (VERSCHIL REALISATIE T.O.V. BEGROTING) EXPLOITATIE NAAR SALDI SALDO COLLECTIEF HUISVESTING

SALDO COLLECTIEF PERSONEEL ( ) (VERSCHIL REALISATIE T.O.V. BEGROTING) EXPLOITATIE NAAR SALDI SALDO COLLECTIEF HUISVESTING KENGETALLEN 82 83 EXPLOITATIE NAAR SALDI Het exploitatieresultaat bedraagt negatief 469. (begroot: positief 342.) ten opzichte van positief 1.315. vorig jaar en kan als volgt worden geanalyseerd. Saldo

Nadere informatie

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2011 Sparrenheuvel, 3708 JE Zeist (030) 2 270 500 offertebureau@mxi.nl www.mxi.nl Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Zevende ronde ICT Benchmark Gemeenten 2011 3 1.2 Waarom

Nadere informatie

SALDO COLLECTIEF PERSONEEL -673.000 (VERSCHIL REALISATIE T.O.V. BEGROTING) EXPLOITATIE NAAR SALDI SALDO COLLECTIEF HUISVESTING 150.

SALDO COLLECTIEF PERSONEEL -673.000 (VERSCHIL REALISATIE T.O.V. BEGROTING) EXPLOITATIE NAAR SALDI SALDO COLLECTIEF HUISVESTING 150. K KENGETALLEN 8 81 EXPLOITATIE NAAR SALDI Het exploitatieresultaat bedraagt positief 1.315. (begroot: negatief 2.672.) ten opzichte van positief 4.196. vorig jaar en is als volgt opgebouwd. Saldo bedrijfsvoering:

Nadere informatie

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2010

IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2010 IMPRESSIE ICT BENCHMARK GEMEENTEN 2010 Sparrenheuvel 32, 3708 JE Zeist (030) 2 270 500 offertebureau@mxi.nl www.mxi.nl Inhoudsopgave 1 Stijging van ICT-kosten per medewerker 3 2 De uitkomsten van de ICT-benchmark

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij STICHTING VOOR R.K. HOGER- EN MIDDELBAAR VOORBEREIDEND ONDERWIJS NOORDELIJK ROTTERDAM

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij STICHTING VOOR R.K. HOGER- EN MIDDELBAAR VOORBEREIDEND ONDERWIJS NOORDELIJK ROTTERDAM RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij STICHTING VOOR R.K. HOGER- EN MIDDELBAAR VOORBEREIDEND ONDERWIJS NOORDELIJK ROTTERDAM Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 78482 Onderzoeksnummer

Nadere informatie

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN Berenschot Evaluatie wet VTH Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 3 ANALYSE FINANCIËLE RATIO S OMGEVINGSDIENSTEN 22 mei 2017 Bijlage 3. Analyse financiële ratio s omgevingsdiensten Inleiding In deze

Nadere informatie

Toelichting Begroting Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena

Toelichting Begroting Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena Toelichting Begroting 2015 Stichting Openbaar Onderwijs Land van Altena November 2014 Hoofdstuk: Inleiding Inhoudsopgave Inleiding... 2 1. Toelichting resultaat... 4 2. Besluiten... 6 3. Aandachtspunten

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2011 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2011 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Mijlpalen in sturing en transparantie

Mijlpalen in sturing en transparantie Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2007 Mijlpalen in sturing en transparantie KENNISCENTRUM Benchmark middelbaar beroepsonderwijs 2007 Brancherapport 28 februari 2008 Inhoud Samenvatting.....................................................................5

Nadere informatie

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Stichting 070Watt Pletterijkade 15 2515 SG Den Haag KvK-nummer: 60690461 RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015 Inhoud ACCOUNTANTSVERSLAG Samenstellingsverklaring Resultaat-analyse Financiële positie JAARSTUKKEN

Nadere informatie

Impressie ICT Benchmark Gemeenten 2012 Inzicht in prestaties door benchmarking van ICT-kosten met andere gemeenten

Impressie ICT Benchmark Gemeenten 2012 Inzicht in prestaties door benchmarking van ICT-kosten met andere gemeenten Impressie ICT Benchmark Gemeenten 2012 Inzicht in prestaties door benchmarking van ICT-kosten met andere gemeenten Impressie ICT Benchmark Gemeenten 2012 Inzicht in prestaties door benchmarking van ICT-kosten

Nadere informatie

BENCHMARK OP MAAT. 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12. Bijlage

BENCHMARK OP MAAT. 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12. Bijlage BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Jaarverslag 2016 Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en

Nadere informatie

BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaatbestemming)

BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaatbestemming) JAARREKENING 2013 BALANS PER 31 DECEMBER 2013 (na verwerking resultaatbestemming) 2013 2012 ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa 301.692 349.096 301.692 349.096 Vlottende activa Vorderingen 192.327

Nadere informatie

Begroting Het Baken Almere Begroting Pagina 1 van 5

Begroting Het Baken Almere Begroting Pagina 1 van 5 Pagina 1 van 5 De begroting 2014 sluit met een voordelig saldo van 40.000. In de begroting 2014 is een taakstelling van circa 1,2 miljoen opgenomen waarvan een bedrag van circa 0,9 miljoen concreet ingevuld

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Stichting BOOR Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41775 Onderzoeksnummer : 249318 Datum onderzoek : oktober 2013 december 2013 Datum

Nadere informatie

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2008 Jaarrekening

Nadere informatie

a. Instellingsgegevens; b. Indicator Percentage Nieuwe VSV ers van de studiejaren 2010/2011, 2011/2012, 2012/2013 en 2013/2014

a. Instellingsgegevens; b. Indicator Percentage Nieuwe VSV ers van de studiejaren 2010/2011, 2011/2012, 2012/2013 en 2013/2014 Toelichting Indicatoren GJ MBO 2015 Algemene toelichting Volgens de regeling Jaarverslaggeving Onderwijs, die per 1 januari 2008 in werking is getreden, moeten bekostigde onderwijsinstellingen aan het

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Stichting Protestants Christelijk Basisonderwijs Leiderdorp Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41316 Onderzoeksnummer : 285715 Documentnummer

Nadere informatie

Financiële benchmark over de cijfers van 2013

Financiële benchmark over de cijfers van 2013 Financiële benchmark over de cijfers van 2013 Jaarlijkse financiële benchmark van de kengetallen, opgesteld naar aanleiding van de cijfers voortkomend uit de jaarrekeningen over het jaar 2013. Ridderkerk,

Nadere informatie

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl

Jaarverslag Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer sportbedrijfdeventer.nl Jaarverslag 2016 Foto: Coen Schilderman - Sportfoto van het jaar 2016 (Emma Oosterwegel) Sportbedrijf Deventer Smeenkhof 12a Deventer 0570-503939 sportbedrijfdeventer.nl Financieel economisch verslag Voor

Nadere informatie

Toelichting Indicatoren GJ MBO 2017

Toelichting Indicatoren GJ MBO 2017 Toelichting Indicatoren GJ MBO 2017 Algemene toelichting Volgens de regeling Jaarverslaggeving Onderwijs, die per 1 januari 2008 in werking is getreden, moeten bekostigde onderwijsinstellingen aan het

Nadere informatie

Instroom en inschrijvingen

Instroom en inschrijvingen Instroom en inschrijvingen Minder studenten beginnen aan opleidingen in de sector Onderwijs... 2 Instroom pabo keldert in 2015 maar herstelt zich deels in 2016... 3 Minder mbo ers naar sector Onderwijs...

Nadere informatie

Financiële benchmark over de cijfers van 2012

Financiële benchmark over de cijfers van 2012 Financiële benchmark over de cijfers van 2012 Jaarlijkse financiële benchmark van de kengetallen, opgesteld naar aanleiding van de cijfers voorkomend uit de jaarrekeningen van het jaar 2012. Ridderkerk,

Nadere informatie

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van:

Tussentijdse rapportage 2016 mrt van: Tussentijdse rapportage 216 mrt van: Tussentijdse rapportage 1 van 16 8-5-216 RESULTAAT IN EURO Ontwikkeling van opbrengsten en kosten Zoals blijkt uit de winst-en-verliesrekening bedraagt het resultaat

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij de Stichting Hogeschool Utrecht Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 40516 Onderzoeksnummer : 277404 Periode onderzoek : Juli 2014 Datum vaststelling

Nadere informatie

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij de OPEN UNIVERSITEIT Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 30720 Onderzoeksnummer : 284528 Datum onderzoek : januari-maart 2016 Datum vaststelling : 3 mei 2016

Nadere informatie

ICT Benchmark Gemeenten 2009 Een impressie

ICT Benchmark Gemeenten 2009 Een impressie ICT Benchmark Gemeenten 2009 Een impressie ICT Benchmark Gemeenten 2009 Een impressie Deze rapportage is bedoeld om de lezer een indruk te geven van de resultaten die de ICT Benchmark Gemeenten oplevert

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG 2017 FINANCIEEL ECONOMISCH JAARVERSLAG GECONSOLIDEERDE BALANS 2017 Het balanstotaal ultimo 2017 bedraagt 20.282.000 en is daarmee 578.000 lager dan de balans ultimo 2016. Dit betekent een daling van 2,8%.

Nadere informatie

IMPRESSIE BMT Inzicht door benchmarking van kosten en kwaliteit van medische technologie

IMPRESSIE BMT Inzicht door benchmarking van kosten en kwaliteit van medische technologie Inzicht door benchmarking van kosten en kwaliteit van medische technologie IMPRESSIE BMT 2013 Sparrenheuvel 32, 3708 JE Zeist (030) 2 270 500 offertebureau@mxi.nl www.mxi.nl IMPRESSIE BENCHMARK MEDISCHE

Nadere informatie

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG

FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG OVERZICHT JAARVERSLAG 2014 FINANCIEEL ECONOMISCH VERSLAG Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2014 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij de Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij de Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij de Stichting Openbare Scholengroep Vlaardingen Schiedam Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41568 Onderzoeksnummer : 285916 Datum onderzoek :

Nadere informatie

Medewerkersonderzoek

Medewerkersonderzoek Medewerkersonderzoek 2014-2015 Sectorrapportage Inhoudsopgave Duiding...2 Instellingen naast elkaar...11 Scores...17 Scores op de thema s...18 Scores op de vragen...20 Scores naar achtergrondvariabelen...25

Nadere informatie

Jaarverslag Missie:

Jaarverslag Missie: Jaarverslag 2014 Missie: SSOL verzorgt gespecialiseerd onderwijs, diagnostiek, advies, consultatie, begeleiding en scholing en ontwikkelt expertise voor leerlingen van 3 tot 20 jaar in de doelgroepen zeer

Nadere informatie

Significante groei en sterk vertrouwen

Significante groei en sterk vertrouwen Significante groei en sterk vertrouwen Administratie- en accountantskantoren, aangesloten bij NOAB en Fiscount, laten significante groei in omzet en resultaat zien. Tevens groei in personeel. Kortom er

Nadere informatie

Benchmark VVT (inleiding) 2017 Adstrat 1

Benchmark VVT (inleiding) 2017 Adstrat 1 Benchmark VVT (inleiding) Adstrat heeft een interne benchmark uitgevoerd onder grotere VVT-organisaties om meer inzicht te krijgen in de financiële positie en verschillen in bedrijfsperformance De benchmark

Nadere informatie

Trends in passend onderwijs

Trends in passend onderwijs DEFINITIEF Trends in passend onderwijs 2014-2017 DUO Informatieproducten Susan Borggreve, Daniël van Eck & Thijs Nielen 12 juni 2018 Inhoud 1 SAMENVATTING... 3 2 LEESWIJZER... 5 3 ONTWIKKELINGEN IN LEERLINGAANTALLEN...

Nadere informatie

Analyse instroom

Analyse instroom Instroomontwikkeling 2016 2017 In 2016 was er een instroomtoename van 5,5% bij de hbo-bachelor- en ad-opleidingen, opgebouwd uit: Een toename van de directe doorstroom vanuit havo, mbo en vwo met 1,0%

Nadere informatie

Financieel economisch verslag

Financieel economisch verslag Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2016 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens van dochteronderneming

Nadere informatie

Impressie resultaten ICT Benchmark GGZ 2014 VERBETEREN DOOR TE VERGELIJKEN

Impressie resultaten ICT Benchmark GGZ 2014 VERBETEREN DOOR TE VERGELIJKEN Impressie resultaten ICT Benchmark GGZ 2014 VERBETEREN DOOR TE VERGELIJKEN Project 113333 Versie 00-01 / 12 januari 2015 IMPRESSIE ICT BENCHMARK GGZ 2014 Voor u ligt de impressie van de ICT Benchmark GGZ

Nadere informatie

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande

Jaarrekening Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg MT 's-gravenzande Jaarrekening 2013 Stichting Vrije Christelijke School Westerlee Galgeweg 57 2671MT Voorblad 0 Inhoud Opdracht 2 Resultaatvergelijk 3 Financiele positie 5 Grondslagen 7 Balans 9 V en W 11 Materiele activa

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT bij Stichting Scholengroep Primato te Hengelo Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41814 Onderzoeksnummer : 284469 Edocsnummer : 4910737

Nadere informatie

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen

Financieel verslag 2011/2012. Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Vlissingen Financieel verslag 2011/2012 Mixed Hockeyclub Voorbeeld Sportpark Hoefslag 12 2342 KM Voorblad 0 Inhoud Bestuursverslag 2 Algemeen 3 Resultaatvergelijk 4 Financiele positie 5 Jaarrekening 7 Balans 8 Staat

Nadere informatie

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003. In deze notitie wordt een beeld geschetst van de ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt. De notitie is als volgt ingedeeld: 1. Samenvatting.

Nadere informatie

Kwartaalmonitor detacheringsbranche Rapportage Q4 2016

Kwartaalmonitor detacheringsbranche Rapportage Q4 2016 www.pwc.nl Kwartaalmonitor detacheringsbranche Rapportage Q4 2016 29 maart 2017 Beste deelnemer, Bijgaand ontvangt u de "Kwartaalmonitor voor de Detacheringsbranche". De monitor ziet toe op het vierde

Nadere informatie

Derde benchmark middelbaar beroepsonderwijs

Derde benchmark middelbaar beroepsonderwijs Derde benchmark middelbaar beroepsonderwijs Derde benchmark middelbaar beroepsonderwijs 30 maart 2009 Inhoud Inleiding....................................................................5 1 Deelnemers

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN (DEFINITIEF) FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

RAPPORT VAN BEVINDINGEN (DEFINITIEF) FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN (DEFINITIEF) FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Onderwijs Stichting College Hageveld Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 78157 Onderzoeksnummer : 249329 Documentnummer : 4397189

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting dr. Aletta Jacobs College

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT. bij Stichting dr. Aletta Jacobs College RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij Stichting dr. Aletta Jacobs College Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 42534 Onderzoeksnummer : 278606 Datum onderzoek : september november 2014

Nadere informatie

JAARVERSLAGEN ANALYSE 2010 Intrakoop

JAARVERSLAGEN ANALYSE 2010 Intrakoop JAARVERSLAGEN ANALYSE 2010 Intrakoop De inkoopcoöperatie van de zorg Datum : september 2011 Versie : 0.1 Auteurs : Intrakoop i.s.m. Marlyse-Research Inhoud 1. Resultatenrekening... 2 1.1 Personeelskosten

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente te Zeist

FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT. Bij Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente te Zeist RAPPORT VAN BEVINDINGEN DEFINITIEF FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT Bij Vereniging Scholen der Evangelische Broedergemeente te Zeist Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 29577 Onderzoeksnummer : 282182 Edocs

Nadere informatie

jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing

jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing Ons nummer: O17.001486 *O17.001486* Informatie raad/mededeling college Onderwerp jaarstukken 2016 Stichting RSG Magister Alvinus en Stichting Gearhing Commissie Boarger en Mienskip Collegebesluit d.d.

Nadere informatie

JAARVERSLAGENANALYSE 2014 SECTORRAPPORT GEHANDICAPTENZORG

JAARVERSLAGENANALYSE 2014 SECTORRAPPORT GEHANDICAPTENZORG JAARVERSLAGENANALYSE 2014 SECTORRAPPORT GEHANDICAPTENZORG Een analyse van de financiële positie, uitgaven, capaciteit en productie van zorgorganisaties actief in de gehandicaptenzorg augustus 2015 Intrakoop,

Nadere informatie

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen

Stichting Hope of the Nations M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen M.F. Lodewijk Hogeweg 16D 8278 BC Kamperveen INHOUDSOPGAVE Pagina Rapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Jaarstukken 2011 Jaarrekening 9 Balans per 31 december 2011 10 Winst-en-verliesrekening

Nadere informatie

Agendanr. : Voorstelnr. : 2007-059 Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007.

Agendanr. : Voorstelnr. : 2007-059 Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007. Agendanr. : Voorstelnr. : 2007-059 Onderwerp : De Stichting De Blauwe Loper: jaarverslag en jaarrekening 2005 en begroting 2007. Aan de Raad, Heerhugowaard, Beknopt voorstel Het jaarverslag 2005 van de

Nadere informatie

6 Zeven jaar ICT Benchmark Woningcorporaties

6 Zeven jaar ICT Benchmark Woningcorporaties 6 Zeven jaar ICT Benchmark Woningcorporaties Een aanzet tot trendanalyse Ies van Rij en Patrick van Eekeren In 2008 is voor de zevende keer de jaarlijkse ICT Benchmark Woningcorporaties (wtco) uitgevoerd.

Nadere informatie

Quick Scan BIS-instellingen

Quick Scan BIS-instellingen Quick Scan BIS-instellingen rapportnr. 1351 2 juni 2015 Analyse van de gevolgen van de bezuinigingen a.d.h.v. financiële indicatoren Quick Scan BISinstellingen Eindrapport M.A.G. Gielen, MSc Drs. M.M.

Nadere informatie

ZorgRating. Financiële gezondheid ziekenhuizen

ZorgRating. Financiële gezondheid ziekenhuizen ZorgRating Financiële gezondheid ziekenhuizen Financiële positie ziekenhuizen verbetert, personeel niet in loondienst en dure geneesmiddelen zetten operationele kasstroom onder druk Financiële positie

Nadere informatie

JAARVERSLAGENANALYSE 2014 SECTORRAPPORT VVT

JAARVERSLAGENANALYSE 2014 SECTORRAPPORT VVT JAARVERSLAGENANALYSE 2014 SECTORRAPPORT VVT Een analyse van de financiële positie, uitgaven, capaciteit en productie van zorgorganisaties actief in de Verpleging, Verzorging en Thuiszorg juni 2015 Intrakoop,

Nadere informatie

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak

Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak Duurzaamheid van werk binnen de banenafspraak 2017-2018 Analyse op basis van het doelgroepregister en de polisadministratie 1 Inhoud Inleiding...3 Aanleiding...3 Aanpak, perioden en meetmomenten...3 Samenvatting...4

Nadere informatie

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren

Trends Cijfers &Werken in de overheid- en onderwijssectoren Trends Cijfers 2018 &Werken in de overheid- en onderwijssectoren 20 85 45 45% % 30 48% 100 24 95 82% 20 52% 70 85% 80 50% 76% 46% 88 61% 52 90 70 88% 30 22% 48% 40 46% 92% 82 30% 63% 50 % 23 45% 8 0% 88

Nadere informatie

Impressie resultaten ICT Benchmark GGZ 2013 VERBETEREN DOOR TE VERGELIJKEN

Impressie resultaten ICT Benchmark GGZ 2013 VERBETEREN DOOR TE VERGELIJKEN Impressie resultaten ICT Benchmark GGZ 2013 VERBETEREN DOOR TE VERGELIJKEN Project 112315 Versie 01 / 13 november 2013 IMPRESSIE ICT BENCHMARK GGZ 2013 Voor u ligt de impressie van de ICT Benchmark GGZ

Nadere informatie

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT

FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT RAPPORT VAN BEVINDINGEN D E F I N I T I E F FINANCIEEL CONTINUITEITSTOEZICHT bij: Stichting Noventa Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 41005 Onderzoeksnummer : 279870/ 4499332 Naam: : Stichting Noventa

Nadere informatie

Financieel economisch verslag

Financieel economisch verslag OVERZICHT JAARVERSLAG 2013 Financieel economisch verslag Voor de overzichtelijkheid zijn in het jaarverslag 2013 uitsluitend de kerncijfers en de balans en de winst- en verliesrekening opgenomen. De gegevens

Nadere informatie

Impressie Benchmark Medische Technologie 2013

Impressie Benchmark Medische Technologie 2013 Impressie Benchmark Medische Technologie 2013 Impressie Benchmark Medische Technologie 2013 Inzicht in prestaties door benchmarking van kosten en kwaliteit van medische technologie met andere ziekenhuizen.

Nadere informatie

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent Arbeidsmarkt in vogelvlucht Gemiddeld over de afgelopen vier maanden is er een licht stijgende trend in de werkloosheid. Het aantal banen van werknemers stijgt licht en het aantal openstaande vacatures

Nadere informatie

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs

Grootste stijging aantal nieuwe WIA-uitkering in het hoger beroepsonderwijs Langdurig zieke werknemers die in aanmerking komen voor een uitkering op grond van arbeidsongeschiktheid vielen voorheen onder de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). Op 1 januari 2006 maakte

Nadere informatie

Veel gestelde vragen en antwoorden over resultaten, opbouw en methode Aedes-benchmark

Veel gestelde vragen en antwoorden over resultaten, opbouw en methode Aedes-benchmark Veel gestelde vragen en antwoorden over resultaten, opbouw en methode Aedes-benchmark Resultaten Huurdersoordeel (bouwsteen Kwaliteit) Wat is het belangrijkste resultaat van het huurdersoordeel? Het Huurdersoordeel

Nadere informatie

Financiële positie kinderopvangorganisaties per 31 december

Financiële positie kinderopvangorganisaties per 31 december Financiële positie kinderopvangorganisaties per 31 december 2003 05-0249 Utrecht, april 2005 Inhoud Samenvatting............................................................... 5 Inleiding...................................................................

Nadere informatie

Quick Scan meerjarig gesubsidieerde fondsinstellingen

Quick Scan meerjarig gesubsidieerde fondsinstellingen Quick Scan meerjarig gesubsidieerde fondsinstellingen rapportnr. 1360 4 juni 2015 Analyse van de gevolgen van de bezuinigingen a.d.h.v. financiële indicatoren Quick Scan meerjarig gesubsidieerde fondsinstellingen

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de stadsdelen

Ontwikkelingen in de stadsdelen 21 14 In de eerste drie kwartalen van 14 is het totaal aantal transacties met een stijging van 4% sterk toegenomen ten opzichte van de eerste drie kwartalen van 1. De markt lijkt bezig met een sterke opleving.

Nadere informatie

BRANCHERAPPORTAGE. REDERIJEN AMSTERDAM 2009 2010 2011 jaarbasis jaarbasis jaarbasis EXPLOITATIECIJFERS

BRANCHERAPPORTAGE. REDERIJEN AMSTERDAM 2009 2010 2011 jaarbasis jaarbasis jaarbasis EXPLOITATIECIJFERS ontwikkeling aantal passagiers 3.300.000 3.200.000 3.100.000 3.000.000 2.900.000 2.800.000 2.700.000 2.600.000 2007 2008 2009 2010 2011 ontwikkeling werkgelegenheid 2011 1.013 396 2010 941 372 2009 882

Nadere informatie

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk

53% 47% 51% 54% 54% 53% 49% 0% 25% 50% 75% 100% zeer moeilijk moeilijk komt net rond gemakkelijk zeer gemakkelijk 30 FINANCIËLE SITUATIE In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de financiële situatie van de Leidse burgers. In de enquête wordt onder andere gevraagd hoe moeilijk of gemakkelijk men rond kan komen met het

Nadere informatie

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting 2017/23670 Managementsamenvatting Het jaar 2016 stond voor BaanStede in het teken van discussie over en voorbereiding van de opheffing van de huidige gemeenschappelijke regeling voor uitvoering van de

Nadere informatie

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT STICHTING ROOMS KATHOLIEKE SCHOLEN DIEMEN

RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT STICHTING ROOMS KATHOLIEKE SCHOLEN DIEMEN RAPPORT VAN BEVINDINGEN FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT STICHTING ROOMS KATHOLIEKE SCHOLEN DIEMEN Plaats : Utrecht Bestuursnummer : 28963 Onderzoeksnummer : 249016 Datum onderzoek : oktober 2013 januari

Nadere informatie