Visserij voor dummies

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Visserij voor dummies"

Transcriptie

1 Visserij voor dummies Tim College Eerste leerjaar

2 Introductie op het lesprogramma Dummy Docent: Thommie van Schie Contact: VISSERIJ VOOR DUMMIES 2 / 75

3 Lesmodules Lesmodule 1 p.4 Passieve visserijmethoden Lesmodule 2 p.33 Weekdieren Lesmodule 3 p.64 Vissersvaartuigen VISSERIJ VOOR DUMMIES 3 / 75

4 Lesmodule 1 Passieve visserijmethoden Inleiding In dit lesboek zullen een aantal visserijmethodes worden besproken die vooral op kleine schaal worden beoefend door Nederlandse vissers. Deze visserijmethoden behoren tot de passieve visserijmethoden, ook wel staand want methodes genoemd. Dit betekent dat de vangst afhankelijk is van activiteit/beweging van de doelsoort ten opzichte van het vistuig. De visserij met sleepnetten behoort tot de actieve visserijmethodes (gaand want methodes), want hierbij gaat men actief jagen op een bewuste doelsoort. Onder passieve visserijmethodes vallen onder andere de: beugvisserij (longline visserij); de jigvisserij; handlijnmethode; visserij met staande netten; en de visserij met potten en korven. De Nederlandse vissersvloot viste met name met de boomkormethode, waardoor er een vrij eenzijdige visserij op platvis ontstond die veel kritiek kreeg voor z n negatieve effecten op het zee-ecosysteem. Toen deze visserijmethode onder druk kwam te staan door de hoge brandstofprijzen en een groeiende maatschappelijke kritiek, werd er door vissers ook steeds meer gekeken naar andere visserijmethoden. Zodoende is er gekeken naar visserijmethodes die werden gebruikt in andere Europese landen om Nederland heen. Nederlandse vissers zijn daarmee gaan experimenteren, waaronder enkele passieve visserijmethodes. Sommige van deze passieve visserijmethodes bleken succesvol en andere methodes bleken minder succesvol in Nederlandse wateren. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 4 / 75

5 De handlijnmethode zal ook in dit lesboek worden behandeld. Hengelsport De belangrijkste voordelen van passieve visserijmethodes zijn over het algemeen: relatief lage investeringskosten; een gunstig rendement (kosten ten opzichte van inkomsten); de mogelijkheid tot het toepassen van meerdere vistechnieken, waardoor je als visser flexibeler bent (multi-purpose visserij) minder bodemberoering ten opzichte van de sleepnettenvisserij; hoge selectiviteit; betere kwaliteit vis (en daarmee mogelijk ook een hogere prijs); en een laag brandstofverbruik en verminderde CO2-uitstoot. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 5 / 75

6 Inhoud 1 Handlijnmethode 1.1. Beschrijving 1.2. Werkwijze 1.3. Doelsoorten en bijvangsten 1.4. Gedrag van de vis ten opzichte van vistuig 1.5. Verwerking 1.6. Duurzaamheid Visserij met staande netten 2.1. Beschrijving 2.2. Werkwijze 2.3. Doelsoorten en bijvangsten 2.4. Gedrag van de vis ten opzichte van vistuig 2.5. Verwerking 2.6. Duurzaamheid VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 6 / 75

7 1 Handlijnmethode Bij de handlijnen methode wordt er vooral gevist bij wrakken waar zeebaarzen in hoge concentraties aanwezig zijn. Voor het vangen van deze vis wordt uitsluitend een hengel gebruikt. Er wordt voor anker gevist bij een wrak of ander object, zandbanken of obstructies, waar de vis zich ophoudt. Meerdere boten tegelijk aan het vissen met de handlijn. Essies foto s 1.1. Beschrijving Deze visserijmethode wordt over het algemeen beoefend door kleine boten. Hierdoor is deze vorm van visserij sterk afhankelijk van de weersomstandigheden. Het zeebaarsseizoen loopt van mei tot oktober, maar meestal vist men van april tot december. Een handlijnvisser vist gemiddeld 70 dagen per jaar. Er wordt voornamelijk kunstaas gebruikt, zoals shads, pilkers, lepels, jiggen, pluggen en een enkele keer levend aas zoals zagers, mesheften of zachte krab. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 7 / 75

8 Boot met handlijnvissers. Essies foto s De laatste jaren zijn het zeebaars- en kabeljauwbestand achteruitgegaan op de Noordzee. Dat kan komen door de koude winters van de laatste jaren, maar ook overbevissing op deze bestanden wordt genoemd als één van de mogelijke oorzaken. Dat is niet onopgemerkt gebleven en er zijn daarom ook maatregelen genomen om het zeebaarsbestand te beschermen. Deze maatregelen zijn vastgelegd in het zeebaarsbeheerplan. Zo zijn er onder andere gebieden ingesteld waarin men niet op zeebaars mag vissen en is het aantal vissen dat een sportvisser mee naar huis mag nemen verlaagt. Het dalende zeebaars- en kabeljauwbestand heeft met name grote gevolgen voor de beroepsmatige handlijnvissers, want deze vissers kunnen niet overschakelen op het vangen van andere vissoorten omdat hun hengel daarvoor niet geschikt is. Door hun kleinschaligheid zijn ze kwetsbaar en daarom heeft de Europese Commissie toegezegd om kleinschalige visserij te beschermen en voor te trekken Werkwijze Met behulp van GPS en kaartplotter vaart het vaartuig naar een geschikte plaats. De elektronische kaartplotter geeft de precieze ligging van het wrak. Bovenstrooms van het wrak worden ongeveer vier ankers met boeien uitgezet. Het schip meert aan één van de ankers aan en met behulp van de ankerlier wordt het schip op de gewenste positie geplaatst ten opzichte van het wrak. Hierbij moet zo min mogelijk geluid worden gemaakt om de zeebaars niet af te schrikken. Daarom wordt er ook niet over het wrak gevaren. Daarna worden de hengels uitgeworpen. Het is de bedoeling dat de vishaken precies boven of naast het wrak terechtkomen. Om dit te bereiken kan de visser met de lengte van de ankerlijn, de vislijn en met het gewicht van het lood variëren. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 8 / 75

9 Handlijnvissen bij een wrak Er moet rekening gehouden worden met de diepte en de stroomsterkte. De kennis en ervaring van de visser, maar ook de wendbaarheid van het schip spelen hierbij een grote rol. Als de vangsten op de gekozen positie tegenvallen, dan kan de ankerlijn verder worden uitgevierd om dichter bij het wrak te vissen. Er kan ook gekozen worden voor een ander anker, zodat een ander deel van het wrak bevist kan worden. Er kan gevarieerd worden met verschillende types kunstaas. Als het nodig is, wordt er naar een ander wrak gevaren. Bij het volgende getij draait de stroom en wordt dezelfde procedure herhaalt aan de andere kant van het wrak Doelsoorten en bijvangsten De (hand)lijnvissers vissen nagenoeg het hele jaar door gericht op zeebaars met als bijvangst kabeljauw en witte koolvis (pollak). Met name zeebaars wordt graag gevangen door vissers, want er wordt in het algemeen goed betaald voor deze vis. Zeebaarzen in de Middellandse VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 9 / 75

10 zee paaien van januari tot maart, terwijl de soortgenoten aan de noordgrens van het verspreidingsgebied (bij de Britse eilanden) dit doen van maart tot juni in water met een diepte van meer dan 20 meter. Nadat de larven uitgekomen zijn gaan ze naar kraamkamers in een rivierdelta. Hier blijven ze tot ze volwassen zijn. In de winter worden er zelden zeebaarzen waargenomen in de Noordzee. Tijdens de zomer maken sommige zeebaarzen voedseltrektochten in de zuidelijke gedeelten van de Noordzee. Ze leven in zout en brak water en heel af en toe zwemmen ze de rivieren op. Zeebaarzen kunnen een leeftijd van 25 jaar bereiken, een lengte van 1 meter en een gewicht van 10 kg. Garnalen, weekdieren en kleine vis worden als voedsel gegeten door zeebaarzen. Zeebaars is de voornaamste doelsoort van de handlijnvisserij. Nederlands Visbureau Kabeljauw is een belangrijke bijvangstsoort voor deze visserijmethode. Daarom koopt een merendeel van de handlijnvissers kabeljauwquotum, zodat de als bijvangst gevangen kabeljauw meegenomen en gemijnd mag worden. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 10 / 75

11 Kabeljauw op ijs. Essies foto s 1.4. Gedrag van de vis ten opzichte van vistuig In de wintermaanden zien zeebaarzen het kunstaas niet. Zij eten in de winter s nachts en in de zomermaanden juist overdag. Binnen het zeebaarsseizoen zijn drie periodes die de keuze van vismateriaal, vistechniek en aas beïnvloeden. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 11 / 75

12 1. Bij de start van het seizoen zijn er wisselvallige vangsten van magere zeebaarzen. Na de winter vertonen de vissen een agressief voedselgedrag bij de zeebodem. Er wordt dieper gevist, waardoor er meer bijvangsten zijn. Om de bodem sneller te bereiken, wordt er meer lood gebruikt. Het troebele water 2. bemoeilijkt het vissen. Dat is vooral het geval na stormweer. Tijdens de zomermaanden worden de zeebaarzen dikker en actiever, waardoor het nodig is het aasaanbod te variëren. De vissen jagen tijdens korte periodes enkele meters boven de zeebodem in heel helder water. Daarom kunnen er beter volledig nylon vislijnen gebruikt worden. Dat is doorzichtiger dan dyneema. Naast zeebaars worden er dan ook vaak steenbolk en kabeljauw 3. gevangen, want deze houden zich ook dicht op bij de zeebodem. In het najaar gaat de zeebaars opnieuw veel agressiever dichter bij de bodem jagen. Er wordt opnieuw dieper en zwaarder gevist en de helderheid van het water neemt weer af. Het vissen is nogal ingewikkeld, omdat de vis zich dicht boven de wrakken ophoudt. Dit kan leiden tot materiaalverlies. Zeebaars aan de haak geslagen. Essies foto s VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 12 / 75

13 1.5. Verwerking De vissen die worden gevangen worden direct gedood zodra ze aan boord komen. Daarna worden ze gelabeld en op ijs gedaan. Deze vissen worden vervolgens ook verhandeld via de visafslag. De aan de haak geslagen zeebaars wordt binnengehaald (links), gelabeld (midden) en op ijs gedaan (rechts). Essies foto s 1.6. Duurzaamheid Deze methode levert nauwelijks discards op, heeft geen bodemberoering, weinig brandstofverbruik en kwalitatief uitmuntende vis, waar een hogere prijs voor wordt gegeven vergeleken met de vis afkomstig uit de nettenvisserij. In 2011 kregen 21 vissers die zijn aangesloten bij de Vereniging van Beroepsmatige Handlijnvissers Nederland (VBHL) het MSCcertificaat voor hun manier van vissen. Dit MSC-certificaat werd in 2015 echter geschorst, want toen voldeed deze visserij niet meer aan de eisen die door MSC worden gesteld. Dat komt doordat er met deze visserijmethode gericht gevist wordt op zeebaars, terwijl dit visbestand onder druk staat. Als oorzaken hiervan noemt men de toegenomen visserijdruk van de laatste jaren in combinatie met achtereenvolgende jaren van slechte aanwas van jonge zeebaars. Ook ontbraken er Europese maatregelen die ervoor zouden zorgen dat het zeebaarsbestand zich zou kunnen herstellen. Er zijn inmiddels maatregelen genomen door de Europese Commissie voor sportvissers (zie de afbeelding hieronder) en beroepsvissers welke worden beschreven in een zeebaarsbeheerplan. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 13 / 75

14 Sportvissers mogen tot 1 juli 2016 geen zeebaars meenemen. zeehengelsport.nl 2 Visserij met staande netten In Nederland bestaat de kleinschalige visserij vooral uit staande netten visserij. Staande netten zijn geschikt om onder de kust te vissen, maar ook op verre visgronden en in de binnenwateren. Een staand net is een vistuig bestaande uit een van drijvers voorziene bovenpees en een verzwaarde onderpees met daartussen een één- of meerwandig netwerk. Een staand net wordt aan beide zijden op de zeebodem verankerd. Een staand net staat loodrecht op de bodem en wordt niet door stroming of enigerlei trekkracht voortbewogen. In Nederland is het recreatief vissen met staande netten in het zeegebied en kustwateren in principe verboden, maar kustgemeenten kunnen vrijstelling aanvragen. In een aantal kustgemeenten is het vissen met deze netten dus onder bepaalde voorwaarden wél toegestaan. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 14 / 75

15 Een staand net. Topvisser.nl De staande netten methode vindt meestal plaats binnen de twaalfmijlszone. Hier vissen niet alleen vissers met staande netten, maar ook kottervissers. Hierdoor kan het erg druk zijn op het visbestek. Daarom onderhouden de meeste staande nettenvissers contact met andere schepen en naburige vissers om de posities en de vrije visbestekken op elkaar af te stemmen. Maar door de toegenomen drukte is het haast onvermijdelijk dat er conflicten kunnen ontstaan tussen de verschillende gebruikers van de zee. Zulke conflicten kunnen bijvoorbeeld ontstaan op het moment dat het tuig van kottervissers en staande nettenvissers met elkaar in botsing komt. Dit is nadelig voor beide vissers en benadrukt nogmaals het belang van communicatie om dit soort conflicten te vermijden. Het is belangrijk dat posities goed op elkaar worden afgestemd. Bij de staande nettenvisserij moet er onderscheid gemaakt worden tussen de volgende vangstprincipes: Kieuwnetten; deze netten zijn gebaseerd op het principe dat een vis wel zijn kop door een maas van een net kan steken, maar er niet meer uit terug kan omdat hij dan achter de kieuwdeksels blijft hangen. De visserij met kieuwnetten of starre netten maakt gebruik van dit vangstprincipe. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 15 / 75

16 Hier zie je hoe een kieuwnet werkt. De vis zwemt met zijn kop door een maas van het staande net en blijft haken met zijn kieuwen. Seafish Warnetten; deze netten zijn gebaseerd op hetzelfde principe als kieuwnetten, maar deze netten hangen minder strak in het water. De bovenpees van een warnet heeft minder drijfvermogen en staat vaak minder hoog in de waterkolom dan een kieuwnet. Een warnet is effectiever voor het vangen van demersale soorten, zoals platvissen en schaaldieren, doordat deze vissen door hun lichaamsvorm niet gemakkelijk gevangen kunnen worden door een kieuwnet. Maar in een warnet kunnen deze soorten wel verstrikt raken en gevangen worden. Spiegel- of schakelnetten: deze netten zijn gebaseerd op hetzelfde principe als kieuwnetten, maar bestaan uit meerdere lagen. Eén of meer fijnmazige netten hangen voor een grootmazig net. De vis trekt het fijnmazige net door de grote mazen heen en raakt zo gevangen in een zelf veroorzaakt zakje van netwerk. De visserij met spiegel- of schakelnetten maakt gebruik van dit vangstprincipe. Hier zie je hoe een spiegel-of schakelnet werkt. De vis zwemt door de grote mazen aan de buitenkant, maar raakt met zijn kieuwen verstrikt in het middelste net. In een poging om te ontsnappen zwemt hij het fijnmazige net door het grootmazig net en raakt hij verder verstrikt. Seafish Drijfnetten: deze netten hangen net als staande netten rechtop in het water, met boeien aan de bovenkant en gewichten aan de onderkant van het net. Alleen staan deze netten niet vast, maar drijven deze netten met de zeestroming mee. Deze netten kunnen kilometers lang zijn, enorme afstanden afleggen en zorgen ervoor dat er allerlei zeedieren in verstrikt kunnen raken. Drijfnetten staan bekend om hun bijvangst van dolfijnen, schildpadden, vogels en walvissen en dragen voor een belangrijk deel bij aan het probleem van spooknetten. Mede daarom zijn drijfnetten verboden binnen Europa. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 16 / 75

17 Hier zie je hoe een drijfnet werkt. Het net is niet verankerd aan de bodem en drijft vrij in de waterkolom. Seafish 2.1. Beschrijving Staande netten zijn verticaal in het water staande of hangende netten met een overwegend rechthoekige vorm. De onderkant is verzwaard en de bovenkant wordt door middel van drijvers of een drijflijn omhoog gehouden, waardoor een vrijwel verticale wand van netwerk ontstaat. Staande netten worden zowel verankerd als met de stroom meedrijvend toegepast. Ze worden meestal in de richting van de vloedstroom geplaatst, want de stroom is van belang voor deze visserijmethode. Bij een sterke stroming liggen de netten plat tegen de zeebodem en neemt het vangvermogen van het net af. Bij weinig stroming of bij het kenteren van het tij staan de netten recht en vangen ze het beste. Rond springtij wordt meestal minder gevist, omdat de kans op het instromen van grondvuil groter is. Drijflijn van een staand want net. Waar men met de meeste visserijmethodes actief opzoek gaat naar de vis en men inspanningen moet verrichten om de vis te vangen, daar doet men dat met de staande nettenmethode niet. De vis zwemt meestal zonder enige stimulering in de netten en daarom behoren staande netten tot de passieve vistuigen. Het vangvermogen van passieve vistuigen wordt dus onder andere bepaald door de activiteit van de vis. Verder heeft de maaswijdte ook een grote invloed op het vangvermogen van het net. Door het kiezen van de goede maaswijdte kan de grootte van de te vangen vis worden bepaald. Ondermaatse vis ontsnapt gemakkelijk door de mazen van het net, terwijl grotere vissen VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 17 / 75

18 onvoldoende door de mazen kunnen worden vastgehouden. De vangst van ondermaatse vis kan met behulp van de juiste maaswijdte worden voorkomen. De effectiviteit en ook de selectiviteit van kieuwnetten wordt echter niet alleen bepaald door de maaswijdte. Ook de vorm waarin de mazen in het water hangen is erg belangrijk. Als de mazen maar een beetje openstaan, geeft het netwerk aan naderende vissen de indruk van een ondoordringbare wand en is de kans groot dat ze dit obstakel proberen te ontwijken. De vorm van de mazen wordt bepaald door de verdelingsverhouding die internationaal door het symbool E wordt aangeduid. De verdelingsverhouding is het quotiënt van de lengte van de pees waaraan de mazen bevestigd zijn en de gestrekte lengte van de mazen die aan deze pees bevestigd zijn. Bij kieuwnetten worden meestal de beste resultaten bereikt als E = De positie van de staande netten in de waterkolom wordt bepaald door de diepte waarop de te vangen vis voorkomt. Op- of bij de bodem verankerde staande netten worden vooral voor de vangst van demersale vissoorten gebruikt. Wanneer de netten op de zeebodem worden uitgezet, zijn er ankers nodig en een lijn die tot het wateroppervlak komt. Soms worden er ook palen gebruikt. De ankerlijn is aan het anker bevestigd. De bovenpees wordt met een voorslag van een paar vadem gevlochten lijn op het anker bevestigd. De onderpees is met een los eindje aan de bovenpees vastgemaakt. Om de onderkant van deze netten goed in contact met de bodem te brengen en om te zorgen dat de te vangen vis goed in het net blijft zitten, zijn ze zo samengesteld dat de onderpees 15% tot 40% langer is dan de bovenpees. De overmaat aan lengte van de onderpees wordt sleep genoemd. Veel sleep is visnamiger en de pezen en netten draaien minder snel in elkaar. Minder sleep zorgt voor minder ongewenst vuil. De toegepaste sleep is afhankelijk van het visbestek en het inzicht van de visser. Dit type vistuig kan ook in diep water worden toegepast, zoals in IJsland waar met bodemnetten op een diepte van 200 meter op kabeljauw wordt gevist. De positie van het net in de waterkolom heeft invloed op de vangst. Zo kun je doelgericht vissen op pelagische soorten door de staand want aan het wateroppervlak te plaatsen (links), net boven de grond (midden) of op demersale soorten door het op de bodem te plaatsen (rechts). Men kan er ook voor kiezen om te vissen op pelagische vissoorten met staande netten. De positie van het staande net ligt dan hoger in de waterkolom, zoals te zien is in onderstaande afbeeldingen. Het net blijft dan wel vast staan in de waterkolom door de ankers die bevestigd zijn aan de onderpees. Bij de visserij met staande netten worden jonen (boeien) gebruikt met daaraan een vlag, want deze zorgen ervoor dat de visser zijn netten terugvindt. Verder maakt men met staande netten vaak gebruik van een overhaalmachine. Deze machine scheidt de bovenpees van de onderpees, waardoor er geen wikkelingen in de netten achterblijven. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 18 / 75

19 Materialen voor staande netten Vroeger werden de netten gemaakt van natuurlijke materialen, zoals katoen. Later volgden netten van gedraaid nylon en tegenwoordig gebruikt men voornamelijk netten gemaakt van transparant monofilament of multifilament garen. Monofilament is goedkoper en heeft een groter vangvermogen dan multifilament. Een nadeel van monofilament is dat het springerig is en daardoor, ondanks het dunnere garen, toch veel plaats inneemt. Ook treedt bij monofilament netten een grotere beschadiging van de vissen op en sterft de vis eerder in het net. Multifilament heeft als voordeel dat het langer meegaat, minder vuil vangt en het de vis minder beschadigt. Een monofilament net (links) en een multifilament net (rechts). Filmar & Xinhai Het is belangrijk dat het garen dun, zacht en soepel is, zodat er zo min mogelijk verstoring van de stroming is in stromend water. Dit bevordert namelijk het vangvermogen van het net. Vissen die zich door het water verplaatsen, wekken in de verplaatsingsrichting een drukgolf op. Deze golf wordt verstoord als de vis een vast voorwerp nadert. Met behulp van z n zijlijnorganen kan een vis deze verstoring van het drukveld waarnemen en het obstakel ontwijken. Dun garen verkleint dus ook de kans op visuele waarneming door de vis. Het garen moet echter wel zo sterk zijn dat het de krachten van de voor zijn vrijheid vechtende vis kan weerstaan. Ook moet het garen elastisch/rekbaar zijn, zodat de gevangen vis vastgehouden wordt zolang het net in zee staat, maar ook tijdens het halen van het net. Dit vasthoudende vermogen van het net mag echter ook weer niet zo sterk zijn dat de vis niet uit het net geschud of geplukt kan worden. Omdat de afmetingen van de gevangen vis door de maaswijdte bepaald worden, moeten de knopen van het netwerk goed gefixeerd zijn, terwijl het garen niet in zeewater mag krimpen. De maaswijdte moet weer terugkeren naar z n oorspronkelijke grootte na verwijdering van de vangst. In de praktijk blijkt dat er veel verschil is in de kwaliteit van het garen Werkwijze Er kan met staande netten op verschillende soorten gevist worden op verschillende plekken. Dat maakt het lastig om een algemene werkwijze voor de staande nettenmethode te beschrijven. Daarom zal er allereerst een aantal algemene zaken besproken worden die van belang zijn voor de werkwijze van staande netten. Daarna zal er kort worden ingegaan op de VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 19 / 75

20 werkwijze van warnetten, het wrakken op kabeljauw, de warnetvisserij op tong en de werkwijze van spiegel/schakelnetten. Algemeen Bij het uitvaren zijn er verschillende factoren waar rekening mee moet worden gehouden. Het weer is erg belangrijk. Bij slecht weer worden de netten niet geschoten in verband met de veiligheid, maar ook is het risico op verlies van het net groot. Ook bij springtij is het moeilijk vissen. Dit komt doordat de netten plat tegen de bodem gedrukt worden, waardoor hun visnamigheid sterk terugloopt. Daarnaast heeft ook de helderheid van het water invloed op de visnamigheid, omdat de vis de netten waar kan nemen. Hoge concentraties algen en plankton kunnen een nadelig effect hebben op de visnamigheid. Zo kunnen ze zich aan het net hechten, waardoor de zichtbaarheid van het net toeneemt. Als er teveel algen in het net blijven hangen, dan kan de visnamigheid afnemen. Ecomare Op grond van kennis over stromingen, visconcentraties en visactiviteit worden de netten vaak dwars op de trekrichting van de vis geplaatst. Wanneer de vis niet trekt, wordt er gerekend op zijn activiteit, zoals het zoeken naar voedsel. Op die manier kunnen de vissen met het net in aanraking komen en gevangen worden. Het is voor een visser dus belangrijk om rekening te houden met de verschillende factoren. Een visser kan hier op inspelen door te spelen met het tijdstip van uitzetten en binnenhalen. Ook het drijfvermogen van de bovenpees is verschillend op te zetten. Werkend van 500 gram per 100 m tot aan 2500 gram per 100 m. Het is begrijpelijk dat de onder(lood)pees ook aangepast moet worden wanneer er veel drift gebruikt wordt. Werkwijze warnetten Bij deze methode worden de vissen gevangen doordat ze in het net verward raken. Dit kan worden bevorderd door: de verdelingsverhouding te verkleinen waardoor het netwerk losser en slapper komt te hangen (E = ); VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 20 / 75

21 de onderpees een veel grotere lengte dan de bovenpees te geven; de onderpees slechts weinig te verzwaren; en/of door dun, soepel en transparant garen voor het netwerk te gebruiken. Er worden vooral vissen gevangen waarvan de grootste dwarsdoorsnede groter is dan de omtrek van de mazen. Meestal worden de vissen gevangen door een combinatie van omklemming, bijvoorbeeld van de snuit van een maas van het netwerk. Vervolgens verwarren de vissen zich in het netwerk bij pogingen zich te bevrijden. Er worden zowel grote als kleine vissen gevangen, zonder dat ze met hun kop in contact komen met het netwerk. Dit is vooral het geval bij vissen die veel harde vinnen en stekels hebben. Met warnetten worden zowel zoetwater- en zeevissen gevangen, als ook schaaldieren zoals kreeften, krabben en grote garnalen. In de Noordzee wordt er voornamelijk met warnetten gevist op kabeljauw, tong en tarbot. Werkwijze wrakken op kabeljauw Nederlandse vissers pasten tot voor enkele jaren de staande nettenvisserij met name toe in de buurt van wrakken. Door de schaarste van kabeljauw in de zuidelijke Noordzee wordt deze visserij de laatste jaren bijna niet meer toegepast. Bij wrakken staan de netten enkele uren in zee en op open visgronden tot 24 uur. Het is bekend dat veel vissoorten voorkomen bij onderwatergelegen- of aan de oppervlakte drijvende voorwerpen. De Noordzeebodem bestaat voor een belangrijk deel uit zand en slib. Op wrakken komen planten en dieren voor die niet op zachte bodems kunnen groeien, zoals zeeanemonen, poliepen, zakpijpen, sponzen, krabben en kreeften. Ook kabeljauw komt veel voor bij deze wrakken. Daar zijn de volgende verklaringen voor: het bieden van bescherming tegen bijvoorbeeld roofvissen; de aanwezigheid van voedsel, doordat er veel zeedieren en planten leven rond wrakken; en/of dat een wrak dient als oriëntatiepunt. Een groot aantal wrakken heeft een kabeljauwpopulatie. De vissers sporen de wrakken op met GPS, een dieptemeter en soms een sonar. Omdat niet alle wrakken een kabeljauwpopulatie hebben, wordt vervolgens eventueel op verschillende koersen over het wrak gevaren om met het echolood zowel de ligging en omvang van het wrak, als ook de aanwezigheid van voldoende kabeljauw, waar te nemen. De positie van het wrak wordt aangegeven door opzij van het wrak een anker met joon overboord te zetten. Vaak is een joon voorzien van een radarreflector en/of een joonlicht. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 21 / 75

22 Uitzetten van meerdere staand want netten bij een wrak (van a naar g). Uitzetten netten wrak Aan deze joon is met een korte strop een blaas bevestigd. De positie van de blaas ten opzichte van de joon geeft de richting van het tij aan. Vervolgens worden voor de stroom enige netten over het wrak geschoten. Bij het schieten van de netten wordt meestal een reeks van drie aan elkaar bevestigde netten in zee gezet. Kleine wrakken worden wel met een reeks van twee netten bevist. Bij zeer grote wrakken worden wel vier of soms zelfs vijf netten in een reeks toegepast. De netten zijn meestal ongeveer twee meter hoog en hebben een maaswijdte van minimaal 14 cm. Bij de wrakken worden de netten geplaatst op het moment dat de stroom van hoog naar laag tij verandert of omgekeerd. De netten worden onder een bepaalde hoek bij het wrak geplaatst, zodat ze onder invloed van het getij parallel met het wrak komen te staan. Tijdens het schieten worden achtereenvolgens een beginanker met daaraan, door een lange lijn verbonden, beginjoon, de vleet (zeer lang drijvend visnet) en een eindanker met eindjoon in zee gezet. De ankers wegen ongeveer 18 kg. Als er veel stroom is (zoals voor onze kust), moeten er aan het begin en aan het eind van de reeks netten twee achter elkaar bevestigde ankers gebruikt worden. De jonen zijn bevestigd aan het eerste en laatste anker dat overboord gaat. Het beginanker wordt al op ongeveer 100 tot 150 meter van het wrak overboord gezet. Dit doet men zodat een deel van de vleet al geschoten is, zodra de kotter zich boven het wrak bevindt. De reden hiervoor is dat de netten door de stroom in en over het wrak gezet worden. Door voor tij te schieten, komen de netten strakgespannen en evenwijdig aan de stroom in en over het wrak te staan. Hierdoor wordt de kans op het blijven haken van het netwerk zo klein mogelijk. Zodra de eerste reeks netten geschoten is, wordt de joon die het wrak markeert opgepikt. De kotter vaart weer over het wrak om met behulp van het echolood vast te stellen of de geschoten netten goed over het midden van het wrak staan. Vervolgens wordt aan weerszijden van het wrak nog een reeks netten over het wrak geschoten. Er wordt geprobeerd VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 22 / 75

23 deze tweede reeks zoveel mogelijk evenwijdig aan de eerste reeks te schieten, waarbij de begin- en eindjoon de richting aangeeft, waarin geschoten moet worden. De netten kunnen worden geschoten zodra de ankers met jonen aan het begin en einde van de reeks netten vastgemaakt zijn. Binnenhalen netten Vaak proberen staand want vissers om meerdere netten bij meerdere wrakken te schieten voordat het tij van richting verandert. Zodra het tij van richting is veranderd, wordt naar het eerste wrak teruggevaren en worden de netten gehaald. Bij het inhalen wordt de joon het eerst aan boord gepakt. Vervolgens wordt de nethaler of het powerblok gestart. Deze bevindt zich aan stuurboordzijde, vlak achter de bak. Deze nethaler is van het trommel- of van het transportbandtype. Het trommeltype bestaat uit een roterende, horizontale trommel met een rubber beklede haalrol. Boven de trommel bevinden zich een of twee rollen waar het netwerk onderdoor loopt en die het netwerk op de trommel drukken. Er kan gevarieerd worden met de kracht waarmee deze rollen het netwerk op de haalrol drukken. Het binnenhalen van de joon (links) en de vangst (rechts). Het transportbandtype bestaat uit een korte transportband, waarboven zich een of twee holle, plastic cilinders bevinden. Deze cilinders kunnen geheel of gedeeltelijk met water gevuld worden en zijn scharnierend opgehangen, zodat het netwerk op de onderste transportband gedrukt wordt. Tijdens het halen van de netten staat één van de opvarenden bij de nethaler. Is deze van het trommeltype, dan moet hij meehelpen om het net aan boord te halen door aan het net te trekken. De schipper manoeuvreert met het schip, terwijl de andere opvarenden de vangst uit het net verwijderen. Zodra de vangst groot is, dan passeert het hele net met de daarin aanwezige vis de nethaler. Als er zich maar weinig vissen in het net bevinden, dan wordt alleen de bovensim op de nethaler gebracht. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 23 / 75

24 Werkwijze warnetten tong De tongennetten zijn verschillend van kleur. Ze staan vooral in het donker en staan gemiddeld 12 uur in zee. Vaak vissen schepen met monofilament en multifilament netten. De monofilament netten worden dan het eerst geschoten en het eerst weer gehaald. De bovenpees van een tongennet is ongeveer 50 meter lang. Het netwerk dat aan deze pees bevestigd wordt is 2000 mazen lang en heeft een maaswijdte van mm. De netten zijn mazen diep en de aan de onderkant bevestigde loodsim heeft een lengte die 15%-40% langer is dan de bovensim. De monofilament netten zijn mazen diep en ongeveer een meter hoog. De visserij met deze staande netten op tong wordt met grote aantallen netten beoefend, waarbij voor de Nederlandse vloot een maximum geldt van 500 netten van 50 meter lengte per stuk. Deense vissers zetten soms wel 800 netten in zee. De meeste Nederlandse vissers vissen met ongeveer 100 tot 350 netten. De ankerdreggen. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 24 / 75

25 De bak waarin het net kan worden opgeslagen. De netten worden vaak in series van 10 tot 14 netten geschoten. Bij het begin van het uitzetten wordt een anker van het dregtype met een gewicht van ongeveer 12 kg overboord gezet. Aan dit anker zijn zowel de eerste markeringsjoon als het begin van de eerste serie netten bevestigd. Tussen 2, 3 of 4 series van netten worden tussenankers bevestigd. Dit is afhankelijk van de stroom en van het gevaar op beschadiging door andere vissers. Als de netten scheuren of de verbinding tussen de netten verbroken worden, dan kan bij de ankers waarvan de positie in de plotter is opgeslagen worden gedregd, waardoor het halen kan worden voortgezet. Het einde van het vistuig wordt weer met een anker op zijn plaats gehouden en door een joon met een of twee vlaggen aangegeven. Werkwijze spiegel/schakelnetten Bij dit type staande net gebuikt men in plaats van een enkelvoudig net een driedubbel net, waarbij het middelste net een maaswijdte heeft dat kleiner is dan de twee gelijke buitenkanten. De vis zwemt door de grote maas, vervolgens door de middelste kleine maas en zwemt zich klem op de andere buitenmaas. De vis raakt hierdoor verstrikt. Zoals alle staande netten, zijn spiegels gebaseerd op het kieuwnetprincipe, dat wil zeggen, dat de vis vast komt te zitten achter de kieuwen. Hierdoor is deze visserij selectief: De kleine vis zwemt erdoorheen, maar ook de grote vis die door een te kleine maaswijdte zich niet vast kan zwemmen, rolt uit het net vandaan. Dit laatste heft men op door gebruik van spiegelnetten. Hierdoor behoudt men ook de grote vis doordat die zich door de 3 mazen vast zwemt. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 25 / 75

26 De vissen zwemmen met het fijnmazige net door de grote mazen van het buitenste net en raken als het ware verstrikt in een soort zak van netten. Hierdoor kunnen er ook grotere vissen gevangen worden die normaalgesproken niet gevangen zouden worden met een kieuw/warnet. Marksir Een spiegel- of schakelnet. ILVO Het vissen op grote platvissoorten zoals tarbot en griet gebruikt grofmazige spiegelnetten met mazen vanaf 130 mm tot 270 mm volle maas, die over de open zeebodem worden geschoten. Schakels hebben een groter vangvermogen dan kieuwnetten, maar de selectiviteit is veel kleiner. Schakels zijn veel duurder dan kieuwnetten en warnetten en vragen veel meer VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 26 / 75

27 tijd en arbeid bij zowel uitzetten, halen en het uit de netten verwijderen van de vissen. Ook hecht zich meer vuil in een spiegel/schakelnet, zoals pijlinktviseieren, waardoor de visnamigheid afneemt. Deze methode is niet geschikt voor de wrakkenvisserij. De sta-tijd van de netten in deze visserij varieert tussen de 12 en 36 uur Doelsoorten en bijvangsten Voornaamste doelsoorten van de Nederlandse staande nettenvisserij zijn tong en kabeljauw. Maar er zijn meerdere doelsoorten waarop gevist kan worden met de staand want methode, zoals tarbot, griet, zeebaars en harder. Schar en bot zijn belangrijke bijvangstsoorten van de staande nettenvisserij en deze worden het gehele jaar bijgevangen met de staande nettenmethode. Ook worden er strandkrabben en zwemkrabben ongewenst bijgevangen met deze visserijmethode. Het bijvangen van bruinvissen is een groot kritiekpunt bij deze visserijmethode, maar door pingers te gebruiken (zie onderstaande afbeelding) kan de bijvangst van bruinvissen worden voorkomen. Pingers maken een geluid wat bruinvissen op afstand moet houden van het staande net. Resultaten met pingers zijn echter tot op heden nog wisselend. Bruinvissen kunnen verstrikt raken in staand want netten (links), maar met behulp van pingers (rechts) hoopt men het bijvangen van bruinvissen te voorkomen. Total Fishing Tong De tongvisserij speelt zich af van de maanden maart tot oktober, waarbij de staande nettenvisserij op tong voor de kust loopt van juni tot oktober. Hoge prijzen voor het huren en kopen van tongquotum hebben een negatief effect gehad op de rentabiliteit van de staande nettenvisserij. Kabeljauw De kabeljauwvisserij speelt zich af in de winter en wordt uitgeoefend van november tot maart. Dan zijn deze op de kust aanwezig door de trek naar het koudere kustwater, met een vangstpiek in december tot en met februari. Deze visserij heeft vaak een aantrekkelijke bijvangst van tarbot, griet en schar. Door het verdwijnen van de kabeljauw voor de Nederlandse kust, het kabeljauw herstelplan en het gebrek aan kabeljauwquotum bij staande nettenvissers is deze visserij de laatste jaren wel bepekt. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 27 / 75

28 Tarbot Op tarbot wordt in het seizoen van de paaitrek gevist. Tarbot wordt vaak op dezelfde manier bevist als tong. Vissers richten zich vooral op grote moederdieren tijdens de paaiperiode. De netten blijven wel vijf dagen in zee staan voordat ze worden ingehaald. Met schakelnetten worden meer kleine tarbotten gevangen. De laatste visserij in de winter en het voorjaar levert minder op en vaak vangt men dan nog slechts de kleinere tarbot. Het is dus een seizoensgebonden visserij die loopt van december tot mei, met twee pieken in december en april. Griet De vangperiode voor griet loopt van februari tot half juni met een piek in de maanden april/ mei. Soorten die gevangen worden met de staand wantmethode zijn onder andere tarbot (links), griet (midden) en harder (rechts). Nederlands Visbureau & FishXL Zeebaars en harder Tussen de zomer en de herfst wordt deze methode het meest beoefend (mei tot en met september). Zeebaars komt redelijk vaak voor met noord- of noordwesten wind en wordt ook bij wrakken gevangen. Er kan op deze soorten gevist worden met kleinere mazen van 80 en 100 mm, maar ook met grotere mazen van 11/12 cm gestrekte maas. Vaak worden de netten geschoten met eb of vloed. Als het tij kentert worden de netten weer gehaald. Bij grote vangsten worden na het klaren de netten direct weer geschoten. De netten staan vaak slechts een paar uur in het water. Ook wordt op harder en zeebaars gevist op de oostelijke en westelijke Waddenzee. Een tiental vissers, meestal eenmansbedrijfjes, vissen daar met staande netten op deze vissoorten Gedrag van de vis ten opzichte van vistuig De vis zwemt meestal zonder enige stimulering in de netten en daarom behoren staande netten tot de passieve vistuigen. Het vangvermogen van passieve vistuigen wordt onder andere bepaald door de activiteit van de vissen. Vissen die (tijdelijk) een passief gedrag hebben, worden dan niet gevangen. Staande netten zijn daarom vooral effectief als vissen zich verplaatsen en ze worden daarom veel toegepast tijdens de paaitrek of als vissen zich erg actief voeden. De vis dringt tijdens de migratie met zijn kop in het netwerk. De omtrek van de mazen is kleiner dan de grootste dwarsdoorsnede van de vis. Een vis die op deze manier in aanraking komt met garen van de maas zal vaak als schrikreactie een paar harde klappen met de staart geven. Hierdoor dringt de vis nog verder met zijn kop in de maas, waardoor er druk op de keel VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 28 / 75

29 uitgeoefend wordt. De kieuwdeksels zetten hierdoor uit, waardoor ook ontsnapping in achterwaartse richting niet meer mogelijk is. Hoewel het vangprincipe van kieuwnetten vooral gebaseerd is op het achter de kieuwen vastzitten in een maas van het netwerk, is dit niet de enige manier waarop een vis met een kieuwnet gevangen kan worden. Zo kan vooral bij kieuwnetten van dun en soepel garen een vis met een hard uitsteeksel, kaakboog of zelfs tand in het net vastraken en vervolgens door pogingen om zich te bevrijden in het netwerk verward raken. Het kieuwnet werkt dan als warnet. Ook kan het voorkomen dat een grote vis alleen met het voorste deel van de snuit in een maas dringt. De maas kan daarbij zo strak om de snuit komen te zitten dat de vis zich niet meer kan bevrijden. De vis zit dan gewigd in het netwerk. We kunnen de vissen die met een kieuwnet gevangen worden onderscheiden in: Gekieuwd; De vis is tot voorbij de kieuwdeksels in een maas gezwommen en kan niet terug omdat de kieuwdeksels dit verhinderen. Gewigd; De vis wordt door een maas die strak om het lichaam zit vastgehouden. Verward; De vis zit met een uitsteeksel of geheel verward in het net. Een vis is gekieuwd als de vis in het net zit zoals getoond in A. Als het net om de vis zit zoals getoond bij B, dan is de vis gewigd. FAO De relatie tussen de lengte van de vissen die gevangen worden en de maaswijdte (de selectiviteit ) is alleen voor gekieuwde of gewigde vissen aanwezig. Deze selectiviteit wordt ook bepaald door de vorm van de vis. Zo zal een vis met een hoge rug vrijwel nooit gewigd in het net voorkomen. Door de hoge rug zal het garen van een maas weer makkelijk langs het lichaam glijden, tenzij dit garen achter de kieuwdeksels blijft hangen en de vis gekieuwd is. Door de hoge vorm van de rug komt gewigd vangen bijna niet voor. Kleine vissen met veel uitsteeksels en grotere vissen met veel en ook grotere stekels hebben de meeste kans om in het netwerk verward te raken. Het in netwerk verward raken wordt verder bevorderd door de soepelheid van het gebruikte garen en de spanning waarmee het netwerk in het water hangt. VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 29 / 75

30 De maaswijdte van kieuwnetten wordt bepaald door de omtrek van de grootste dwarsdoorsnede van volwassen exemplaren van de vissoort waarop gevist wordt. Als richtlijn voor een aantal soorten gelden onderstaande waarden: Sardien: 3 5 cm Haring: 5½ 6½ cm Makreel: 4,8 5,4 cm Zalm: cm Kabeljauw: cm De ervaring heeft geleerd dat kabeljauw vooral gevangen wordt bij het kenteren van het tij als ze bij het wrak van positie veranderen. Komen er in korte tijd veel kabeljauwen in een net, dan zitten die veelal gekieuwd in de mazen. Is het aantal kabeljauwen minder, dan zitten de meeste verward in het netwerk Verwerking Net als bij de verwerking bij alle andere visserijmethodes is het belangrijk dat de vis zo snel mogelijk wordt teruggekoeld voor een zo hoog mogelijke kwaliteit. Het enige probleem waar men met deze visserijmethode weleens tegenaan kan lopen wat betreft de verwerking is het verstrikt/verward raken van de netten. Met name bij het gebruik van spiegel/schakelnetten draaien de netten nogal eens in elkaar. Dan gaat de vangst achteruit en het kost ook veel tijd om de netten te klaren. Deze netten ( Trammel nets in het Engels) worden in Denemarken niet voor niets trouble nets genoemd. Het klaren van de netten kan soms veel tijd kosten bij deze visserijmethode. ILVO VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 30 / 75

31 De vangst wordt gekoeld naar de afslag gebracht. De Goede Vissers 2.6. Duurzaamheid De staande nettenvisserij wordt over het algemeen gezien als een selectieve visserijmethode met weinig bijvangst van ondermaatse vis en geen bodemberoering. Daarnaast zijn de onkosten relatief beperkt in vergelijking met andere visserijmethoden. Ook hebben een aantal staande nettenvissers in Nederland een MSC-certificaat gehad, maar in 2013 hebben de vissers hier afstand van moeten doen vanwege de te hoge kosten voor het certificaat. Helaas is de toepassing van deze visserijmethode beperkt, want het is een seizoensgebonden visserij en kan dus niet het gehele jaar beoefend worden. Een andere beperkende factor kan het arbeidsintensieve karakter van deze visserijmethode zijn. Het uit de netten ontwarren van de vissen en het weer klaarmaken van de netten is veel werk. Daarnaast is voor het beoefenen van deze manier van vissen veel ervaring nodig. Een probleem bij staande netten is de bijvangst van zeezoogdieren. Dit is sterk afhankelijk van het type staande net dat toegepast wordt, het seizoen en het gebied waarin gevist wordt. Zo is er bij de visserij met staande netten op kabeljauw en tarbot in de wintermaanden een grotere kans op de ongewenste bijvangst van bruinvissen. Om dit te voorkomen moeten schepen groter dan 12 meter pingers aanbrengen. Pingers zijn akoestische afschrikmiddelen. Deze apparaatjes zenden voor bruinvissen onaangename tonen uit. Ook mijdt men zoveel mogelijk gebieden met grote populaties zeehonden, want deze kunnen zowel de zeehond, het net als ook de vangst beschadigen. Een ander probleem is dat staande netten verloren kunnen gaan door verschillende redenen. De mogelijke effecten hiervan zijn: het blijven doorvissen van het net in zee (spooknetten); verstrengeling van zeevogels en zeezoogdieren in de verloren netten; en/of VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 31 / 75

32 afval van het verloren vistuig in zee, waarbij met name plastic bestanddelen voor negatieve effecten kunnen zorgen. Tong gevangen met een staand want net. W. Overduin VISSERIJ VOOR DUMMIES PASSIEVE VISSERIJMETHODEN 32 / 75

33 Lesmodule 2 Weekdieren Inleiding Weekdieren (mollusca), waaronder ook schelpdieren vallen, zijn dieren zonder botten of graten en hebben weke lichamen. De meeste weekdieren gebruiken kalkachtige schelpen of platen als versteviging van hun lichaam en/of ter bescherming. Tot de weekdieren behoren onder andere de tweekleppige schelpdieren, de slakken en de koppotigen, zie onderstaande afbeelding. In de hoofdstukken hieronder bespreken we de slakken. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 33 / 75

34 Enkele groepen dieren die tot de weekdieren behoren. ProSea VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 34 / 75

35 Inhoud 1 Slakken (Gastropoda) 1.1. Wulk 1.2. Alikruik Tweekleppige schelpdieren 2.1. Blauwe mossel 2.2. Oesters 2.3. Kokkel 2.4. Strandschelp 2.5. Zwaardschede 2.6. Sint jacobsschelp VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 35 / 75

36 1 Slakken (Gastropoda) Slakken uit de zee worden in Nederland maar weinig gegeten. Dit laat niet weg dat sommige landen dit als een ware delicatesse zien. In Nederland zijn voor de visserij twee soorten van belang: de wulk en de alikruik. Een Alikruik (Littorina littorea). R. Groeneveld VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 36 / 75

37 Een wulk (Buccinum undatum). A. Hansen 1.1. Wulk De wulk (Buccinum undatum) is geen doelsoort, maar wordt door Nederlandse vissers als bijvangst gevangen. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 37 / 75

38 De schelp van een wulk. Biopix Een wulk op een zanderige bodem. BioImages De wulk behoort, samen met de noordhoren (Neptunea antiqua), tot de familie van wulkachtigen. De schelp van de wulk heeft zeven tot acht windingen en is grijs tot geelbruin. Over de breedte lopen ribben en in de lengte kun je groeilijnen zien. De noordhoren (max. 20 cm lang) wordt groter dan de wulk (max. 11 cm lang) en heeft meer ribben (reliëf) op de schelp. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 38 / 75

39 De schelp van de noordhoren kan erg op die van de wulk lijken, maar wordt groter en heeft meer reliëf. Aphotomarine De speekselklier van de noordhoren bevat een licht giftig stofje (tetriamine). Hierom worden noordhorens soms uit de vangsten van wulken verwijderd. Hij kan wel gegeten worden, maar dan wordt de klier eerst verwijderd. Consumptie van (teveel) tetriamine kan leiden tot verschillende ziekteverschijnselen en zelfs verlammingen en dubbel zien. Een eikapsel van de wulk. G. Geller-Grim VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 39 / 75

40 De wulk maakt een eikapsel om de eitjes heen en zet ze aan elkaar vast zodat een bal vormt, zie de afbeelding hieronder. Deze kan je vaak op het strand vinden. Larfjes die uit het eikapsel komen hebben direct al een miniatuur schelpje. Jonge wulken, al met een miniatuur schelp, kruipen uit het eikapsel. D.P. Wilson 1.2. Alikruik De alikruik (Littorina littorea) wordt in Nederland niet veel gegeten en gekweekt, hoewel hij in verschillende landen een delicatesse is. De slak wordt gekookt en vervolgens met een kromme naald uit zijn huisje gepeuterd. Ze worden vanuit Nederland geëxporteerd naar Engeland en Ierland. In de oesterputten in Yerseke worden ze tijdelijk opgeslagen. Om de levende alikruiken van de dode te onderscheiden worden gele plastic flappen neergelegd in de oesterputten. De levende alikruiken kruipen erop en hechten zich er met een slijmlaagje op vast. Zo worden alleen levende alikruiken boven gehaald. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 40 / 75

41 Twee alikruiken op een stenen ondergrond. VLIZ De alikruik is meestal niet groter dan 4 centimeter en heeft een kegelvormig zwart, soms groen tot bruinachtig huisje. Dit is een zeediertje dat zich in de waterlaag tussen eb en vloed vasthecht aan bijvoorbeeld een meerpaal, betonrand of steen. Bij eb kun je deze diertjes verzamelen. In Zeeland worden ze ook wel kreukels genoemd. De alikruik zet eitjes in doorzichtige eikapsels af, wat erg lijkt op dat van de wulk. Na enkele dagen kruipen de larfjes al uit de eikapsels en zwemmen ze eerst een tijd vrij rond voordat ze een schelpje ontwikkelen. 2 Tweekleppige schelpdieren In Nederland wordt een variatie aan tweekleppige schelpdieren (Bivalvia) bevist en gekweekt. De belangrijkste hiervan worden in dit hoofdstuk besproken, namelijk de: Mossel Oester Kokkel Strandschelp Mesheften Sint jacobsschelp De tweekleppige schelpdieren die hier worden besproken eten grotendeels hetzelfde. Mosselen, oesters, kokkels, strandschelpen, mesheften en sint jacobsschelpen; allemaal eten ze plankton. Daarnaast eten ze ook wel bacteriën en dode planten- en dierenresten wat ze binnenkrijgen met het water waaruit ze hun voedsel filteren. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 41 / 75

42 2.1. Blauwe mossel De blauwe mossel (Mytilus edulis) behoort tot de weekdieren en is een tweekleppig schelpdier. De gekweekte mossel wordt meestal verkocht bij een lengte van 4 à 6 cm lang. Mosselen kunnen 18 tot 24 jaar oud worden. De blauwe mossel is economisch gezien het belangrijkste schelpdier voor Nederland. De belangrijkste afzetmarkten zijn België en Frankrijk. In Nederland wordt mosselzaad, jonge mosseltjes van rond de 1 á 2 cm, gevangen en opgekweekt op speciaal aangelegde kweekpercelen (bodemcultuur) of aan hangende structuren (hangcultuur). De blauwe mossel (Mytilus edulis). Wikimedia Commons Mosselzaadvisserij Het mosselzaad wordt gevangen op natuurlijke mosselbanken met sleepnetten die er overheen schrapen of door mosselzaadvanginstallaties (MZI s). MZI s zijn hangende netten aan drijvende structuren zoals tonnen of buizen. Het mosselzaad zet zichzelf vast aan de netten en wordt daarna van de netten afgeborsteld waarna de mosselen op de kweekpercelen worden opgekweekt. Met MZI s kunnen grote hoeveelheden gevangen worden. Een nadeel is de hoge prijs als gevolg van de dure structuren. Mosselzaadvisserij op mosselbanken neemt steeds meer af, terwijl MZI s steeds meer worden gebruikt. Dit komt doordat de mosselzaadvisserij op mosselbanken schadelijke effecten kan hebben op de zeebodem. Met het gebruik van MZI s zal er geen bodemcontact meer zijn bij het winnen van mosselzaad. Daarnaast verwacht men dat de druk op de mosselbanken in de Waddenzee afneemt, want de druk van deze visserij was in het verleden te groot. Rond 2020 mag er geen mosselzaad meer gevist worden op mosselbanken, de vergunningen om dat te mogen doen lopen dan af. Mosselzaadvissers stappen daardoor steeds meer over naar de MZI s. Mosselzaad wordt in het voor- en het najaar gevangen, met name in de Waddenzee en in mindere mate in de Oosterschelde en de Voordelta. Vissers hebben een speciale vergunning nodig in het kader van de Natuurbeschermingswet. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 42 / 75

43 Op deze foto s zijn twee verschillende MZI s te zien die gebruikt worden om mosselzaad in te vangen. Rijke Waddenzee & Lekker Tafelen Bodemcultuur Als het mosselzaad eenmaal is gevangen wordt het overgrote deel uitgestrooid op de kweekpercelen. Deze liggen voor het grootste deel in de Waddenzee en in mindere mate in de Oosterschelde. Het ondiepe, voedselrijke water van de Waddenzee is uitstekend voor een snelle groei van de mosselen. Zodra de mosselen 4 á 5 cm zijn ( halfwasmosselen ), na ongeveer maanden, worden ze verplaatst naar de meer beschutte percelen waar ze uitgroeien tot consumptiemosselen van vijf cm en groter. Deze beschutte percelen, over het algemeen in de Oosterschelde, zijn dieper en hebben een zwakkere stroming waardoor het water minder zand- en slibdeeltjes bevat. Dit wordt gedaan om de mossel kans te geven zichzelf van de zand- en slibdeeltjes te ontdoen. Deze laatste stap verhoogt de kwaliteit van het product. Het zand zou anders tussen de tanden van de consument terecht komen. Bij een bodemcultuur worden mosselen uitgezet op bodempercelen om uit te groeien tot consumptiemosselen. Fish & season VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 43 / 75

44 Hangcultuur Een kleiner deel van het mosselzaad wordt in lange, kousvormige netten gestopt die aan drijvende constructies hangen. In die netten wordt het mosselzaad tot consumptiemossel opgekweekt. Het voordeel hiervan is dat de hangculturen niet in aanraking komen met bodem en daardoor minder zand- en slibdeeltjes in het vlees komt. Hierdoor hoeven ze ook niet meer verplaatst te worden zodat ze zichzelf schoonspoelen van het zand. Verder zijn de hangende mosselen onbereikbaar voor bodemroofdieren zoals krabben en zeesterren en komen er geen krabbetjes in de mosselen. De mosselen groeien ook iets sneller waardoor ze eerder op de markt komen. Het kweken van hangcultuurmosselen is wel arbeidsintensiever dan de bodemcultuur en daardoor ook duurder. Mosselen die worden opgekweekt tot consumptiemosselen in een hangcultuur. Schmidt Zeevis Ontwikkeling van de mosselkweek De mosselkweek in Nederland is ontwikkeld over 500 jaar. Deze ontwikkeling is op een tijdlijn hieronder samengevat. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 44 / 75

45 De ontwikkeling van de mosselcultuur in Nederland. Prosea Kenmerken Mosselen leven dicht op elkaar, vastgehecht aan elkaar en aan de ondergrond (stenen, schelpen, palen, touwen, enzovoorts). Een mossel plakt zich aan een soortgenoot of de ondergrond vast met sterke hechtdraden, ook wel byssusdraden of de baard van de mossel genoemd. Dit zijn extreem elastische draden met aan het einde een hechtvoetje dat aan de ondergrond zit vastgelijmd. Het wonderlijke is dat de lijm werkt in zeewater en plakt op stenen, schelpen en zelfs slijm van bacteriën en algen (algenfilm). Nog geen enkele lijm door mensen gemaakt heeft deze combinatie van eigenschappen. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 45 / 75

46 De blauwe mossel op een harde ondergrond in een intergetijdengebied. Bij laagwater komen de mosselen droog te liggen. De schelpen gaan dicht totdat de mosselen weer onder water staan. T. Willis De mossel heeft een lange, asymmetrische schelp die vrij dun en hard is. De schelp is blauwzwart gekleurd met een dun glanzend vlies dat bij het opdrogen snel afschilfert. De binnenkant van de schelp is parelmoer glanzend. Waterfilter De mossel verzameld voedsel uit water door het er uit te filtreren. Hij pompt water door een instroomopening naar binnen. Het water loopt langs de kieuwen en stroomt daarna naar buiten via de uitstroomopening. De kieuwen nemen zuurstof op en trilhaartjes vangen het voedsel. Bij het binnenhalen van water komen er ook andere zwevende deeltjes, zoals slib- en zanddeeltjes, mee die via de uitstroomopening worden uitgeworpen/geloosd. Om te voorkomen dat deze deeltjes gelijk weer in de instroomopening terecht komen, worden ze eerst vermengd met slijm en daarna als kleine pakketjes uitgeworpen. Deze pakketjes, pseudofaeces genoemd, gedragen zich als grote korrels en zinken naar de bodem. Hierdoor komen de mosselen op een dikke sliblaag te liggen en maken ze het water minder troebel doordat ze deeltjes invangen en laten bezinken. Eén mossel kan 1,5 liter water per uur langs zijn kieuwen pompen. De huidige mosselpopulatie kan het hele volume van de Waddenzee in één week filtreren. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 46 / 75

47 Een mossel tijdens het filtreren van water. Biopix Eten en gegeten worden De mossel zelf wordt door een groot aantal verschillende roofdieren gegeten. Jonge mosselen voornamelijk door vissen en garnalen. Zodra ze groter worden is de schelp te dik voor deze roofdieren. Dan worden de mosselen interessanter voor krabben, zeesterren en vogels zoals scholeksters en eidereenden. De mossel is zelfs niet veilig voor andere weekdieren. Zo boren de purperslak en tepelhoorn, geduchte roofslakken, een gaatje in de schelp met hun rasptong. Door dit gaatje spugen ze een zuur naar binnen dat het weefsel van de mossel afbreekt en vloeibaar maakt. De roofslak hoeft dan alleen nog maar het halfverteerde vlees uit de schelp te zuigen. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 47 / 75

48 De zeester vindt de mossel een smakelijk hapje. Ecomare Voortplanting Eén mossel laat in het voorjaar miljoenen eieren of zaadcellen vrij in het water. Vrouwtjes en mannetjes doen dit ongeveer gelijktijdig, als het water boven de 12 graden komt. De eitjes worden in het water bevrucht. Er zijn aanwijzingen dat er in het voorjaar meerdere voortplantingsgolven voorkomen. De larven die uit de eitjes komen zweven ruim een maand vrij rond in het water als dierlijk plankton. Waar de larven uiteindelijk terechtkomen is afhankelijk van de stromingen, die hen ver van hun hun brongebied kunnen brengen. Als ze in die tijd niet worden opgegeten of sterven van de honger, vestigen ze zich op een harde ondergrond. De fase waarin larven zich vestigen aan de bodem wordt broedval genoemd. Slechts één op de eitjes overleeft en bereikt deze fase, en maximaal 10% daarvan wordt volwassen. Aan elkaar gehechte mosselen. Onder de grotere mosselen is mosselzaad te zien. Wikimedia Commons Mosselbank Jonge mosselen hebben iets hards nodig om zich aan vast te hechten, zoals rotsen, schelpen touwen, palen of kettingen. Maar dit kunnen ook andere mosselen zijn. Zo hechten ze zich vast aan volwassen mosselen, of aan andere jonge mosselen die zelfs nog in het water drijven. Bij dat laatste vormt zich dan een cluster van mosselen in het water, welke zwaarder wordt naarmate meer mosselen zich eraan hechten. Uiteindelijk wordt de cluster zwaar genoeg om naar de bodem te zinken en te blijven liggen. Waarschijnlijk zenden larven die zich hechten een chemisch signaal uit dat andere larven stimuleert om ook te hechten. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 48 / 75

49 Een drooggevallen mosselbank. Ecomare Mosselen die aan elkaar hechten kunnen uiteindelijk een mosselbank vormen. Dit kan beginnen met één mossel die zich hecht aan een schelp of steen, of een cluster van mosselen die uiteindelijk zinkt. Mosselbanken vormen belangrijke leefgebieden voor andere soorten en zijn voedselrijke plekken voor tal van zeedieren en vogels. Mosselbanken zijn hot spots voor biodiversiteit; ze trekken veel verschillende soorten bodemdieren aan Oesters In Nederland worden twee soorten oesters gekweekt: de Japanse oester, oftewel de Zeeuwse oester of creuse (Crassostrea gigas) en de platte oester (Ostrea edulis). De Japanse oester komt van oorsprong niet in Europa voor, maar in Zuidoost Azië en Japan, en is in de jaren zestig in Nederland geïntroduceerd. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 49 / 75

50 De Japanse oester is ovaal en grillig gevormd. Worms editorial board VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 50 / 75

51 De platte oester is ronder en gladder dan de Japanse oester. Wikimedia Commons Jaarlijks worden in Nederland tussen de 20 en 35 miljoen Japanse oesters en 1 miljoen platte oesters geproduceerd. In vergelijking: Frankrijk produceert 1,3 miljard oesters per jaar. De Nederlandse kweek van Japanse oesters is semi-natuurlijk: jonge oesters worden op natuurlijke wijze ingevangen en verder opgekweekt op bodemkweekpercelen. Na Frankrijk is Nederland het tweede exporterende land van oesters binnen de EU. De meeste oesters gaan naar België, dat zo n 50 procent van de Zeeuwse oesters afneemt. 25 procent blijft in Nederland, 20 procent gaat naar Italië en 5 procent wordt naar andere landen geëxporteerd. De platte oester is de meest waardevolle oestersoort in Europa, deze plant zich moeilijker voort, is moeilijker te kweken en mede daardoor schaarser dan de Japanse. De Japanse oester groeit ook sneller, deze is na drie jaar consumptiegeschikt, tegenover de platte oester die er vijf jaar over doet. De platte oester is kwetsbaar tegenover de eencellige parasiet Bonamia sp., die een ziekte overbrengt welke verantwoordelijk is voor veel sterfte van platte oesters. De Japanse oester kweek heeft veel last van een agressief herpes virus en de Japanse oesterboorder, een slak die gaatjes in de oesters boord. Als deze bedreigingen samen aanwezig zijn op een perceel, dan kan dat tot 100% sterfte van de Japanse oesters leiden. Wilde oesters In deze gebieden maar ook op de Waddenzee zijn wilde Zeeuwse oesterbanken te vinden. De oesters van deze banken zijn niet geschikt voor grootschalige consumptie. Zij hebben weinig vlees, omdat ze al hun energie steken in de groei van de schelp. Door hun langwerpige vorm is het opensteken van deze oester erg lastig. Hij is messcherp, geschubd en heeft een schelp waarvan gemakkelijke scherpe flinters afbreken. Verder hebben de wilde oesters de neiging elkaar te overwoekeren, waardoor alle oesters op de wilde banken aan elkaar groeien. De wilde oesters zorgen wel voor zaadproductie. Dit zaad komt ook op de kweekpercelen terecht. Het bestaan van deze wilde oesters begint op veel plaatsen een plaag te worden. Het is de kunst van de kweker om van het zaad van de wilde oester uiteindelijk een marktwaardig product te maken. De kweek van oesters In de maanden juli en augustus planten oesters zich voort. In deze maanden drijven in de Oosterschelde oesterlarfjes. Door het toenemende gewicht van hun schelp zakken ze na een paar weken naar de bodem, wat broedval wordt genoemd. De oesterkweker vangt dit op zijn percelen op met collecteurs. Dit zijn voorwerpen waar de oester zich aan vast kan hechten. Die voorwerpen hebben wel een vereiste: het moet de oesters stimuleren om individueel erop te groeien zodat ze elkaar niet overwoekeren. In Nederland worden hiervoor mosselschelpen gebruikt waarbij dit zo werkt. Aan een consumptieoester kun je zien of hij op mosselschelpen heeft gegroeid, dan zitten er namelijk stukjes mosselschelp op de oester. Naast het opvangen van oesterbroed met collecteurs word het ook geproduceerd in speciale kwekerijen. Hierin worden ouderdieren aangezet tot voortplanting, waarna de larven onder min of meer gecontroleerde omstandigheden worden opgekweekt. Tijdens het groeiproces VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 51 / 75

52 verplaatst de kweker de oesters af en toe naar andere percelen. Het verplaatsen van oesters is nodig om ze optimaal te laten groeien. De Zeeuwse oester (creuse) wordt gemiddeld twee keer per jaar verplaatst. De platte oester wordt jaarlijks verplaatst. Het oesterbroed van de Zeeuwse oester en de platte oester wordt eerst in ondiep water een paar maanden opgekweekt. Hier blijft de oester een paar maanden liggen. Daarna wordt de oester verplaatst naar de percelen waar op dat moment de juiste natuurlijke omstandigheden heersen die passen bij de levensfase waarin de oester verkeert. In de laatste fase komen de oesters op de beste, schone gronden terecht met het voedselrijkste water en veel stroming. Hier is een continue toevoer van voedsel, waardoor het vlees in de schelp mooi vol wordt. Voor de Zeeuwse oester is het verplaatsen niet alleen om de oester optimaal te laten groeien, maar ook om de vorm van de oester te beïnvloeden. De oester is namelijk geneigd schuin of rechtop te gaan staan en verschillende vormen aan te nemen. Door de oester van perceel naar perceel te verplaatsen krijgt hij niet de kans om rechtop te gaan staan en wordt hij ovaal van vorm. Door dit speciale proces heeft de kweker van een wilde oester een marktwaardig product van topkwaliteit gemaakt. Oesters kunnen scherpe riffen vormen. Bas Kers Platte oesters hebben meer zorg en aandacht van de kweker nodig. De platte oester is gevoeliger voor ziekten en moet daarom nauwkeurig gecontroleerd worden. De exacte herkomst van de Bonamiasis ziekte is nog niet bekend. Er wordt continue onderzoek gedaan door de Europese Unie om te achterhalen welke factoren een rol spelen bij de ontwikkeling van de ziekte. Als de oesters klaar zijn voor consumptie, worden ze opgevist en aan de handelaren verkocht. De handelaar bewaart de oesters vervolgens in betonnen oesterputten of bassins. Hier staan de oesters in kratten in vers zeewater gestapeld. De befaamde oesterbassins in Yerseke staan in verbinding met de Oosterschelde via een waterinlaat. In de verwaterbassins wordt het milieu van de Oosterschelde zoveel mogelijk nagebootst. Het water wordt ververst met behulp van de getijden en pompinstallaties. Dit verwateren wordt gedaan om: de oesters zichzelf te laten zuiveren van zand en slib. de oester tot rust te laten komen. Het opvissen van de oester zorgt voor een aanzienlijke hoeveelheid stress. Stress kan van invloed zijn op de kwaliteit van de oester. de sluitspier van de oester te trainen. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 52 / 75

53 De oesters in de oesterputten. Natural Holland In de verwaterbassins wordt af en toe water toegevoerd en afgevoerd waardoor ze afwisselend droog en onderwater staan. Na deze periode zijn de oesters in staat de schelp langer dicht te houden en is er zo op voorbereid om op land langer vers te blijven. Na de verwaterperiode worden de oesters bij de handelsbedrijven gesorteerd en verpakt. De platte oesters worden machinaal gesorteerd op gewicht. Zeeuwse oesters worden handmatig gesorteerd. Elke oester wordt nagelopen om te kijken of hij niet stuk is. Door op de oester te kloppen kun je horen of hij vol water zit. Als hij hol klinkt, is de oester lek en kan hij niet verpakt worden. Het verpakken van de oesters gebeurt handmatig. Oesters moeten in de verpakking altijd met de bolle kant naar beneden liggen. Zo blijft het vocht goed in de schelp zitten. De oesters worden verpakt in mandjes van 12, 25, 50 en 100 stuks. De platte oesters zitten in ronde mandjes, Zeeuwse oesters (creuse) worden in rechthoekige mandjes verpakt. Verder zijn er nieuwe verpakkingen in de vorm van een afgesloten doorzichtige plastic doos. Ontwikkeling van de oesterkweek De oesterkweek in Nederland is ontwikkeld over 500 jaar, maar sinds 1850 pas op grotere schaal. Deze ontwikkeling is op een tijdlijn hieronder samengevat. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 53 / 75

54 De ontwikkeling van de oestercultuur in Nederland. Prosea Voortplanting De platte oesters en Japanse oesters verschillen in hun voortplantingsproces en worden daarom apart besproken. De platte oester Platte oesters beginnen hun leven als mannetje. In het voortplantingsseizoen, laat in de zomer (juli-augustus) als de temperatuur hoog genoeg is (zo n 15 graden), laten ze hun sperma los in het water. Daarna veranderen ze in een vrouwtje, om direct in hetzelfde seizoen nog de eitjes te bevruchten. Bij een lagere watertemperatuur, zoals in Scandinavië, gaat deze verandering naar een vrouwtje langzamer. Hierdoor zijn de oesters daar niet meer in staat om VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 54 / 75

55 in hetzelfde seizoen toe komen aan het produceren van eitjes en moeten ze wachten tot de volgende zomer. De oesters laten hun sperma los. Hama Hama Het vrouwtje produceert tot een miljoen eieren per keer die ze in haar schelp houdt. Het sperma in het water haalt ze naar binnen waardoor de eitjes kunnen worden bevrucht. Bij uitkomst van de eieren blijven de larven nog even hangen in de schelp van hun moeder. Daar ontwikkelen ze nog 8 tot 15 dagen door totdat ze kunnen zwemmen en voedsel verteren. Dan verlaten ze hun moeder en zweven ze rond in het water als plankton. Ze zijn namelijk nog niet sterk genoeg om zelfstandig te zwemmen en drijven dus met de stromingen mee. Na 8-10 dagen zetten de larven zich voorgoed aan de bodem vast. Als het lukt om zich vast te hechten, dan groeit de larve binnen twee tot vijf jaar uit tot een consumptieoester. Het grootste deel van de larven sterft echter af. Nadat vrouwtjes succesvol larven hebben voortgebracht veranderen ze in enkele dagen weer in mannetjes om het volgende seizoen weer als man te beginnen. Japanse oester De voortplanting van de Japanse oester is behoorlijk anders, en je zou kunnen zeggen: een stuk simpeler dan die van de platte oester. Een Japanse oester is namelijk óf een mannetje, óf een vrouwtje. Eicellen en zaadcellen worden vrij in het water losgelaten, waarna de eicellen worden bevrucht. Eitjes en larven missen dus de bescherming van de schelp van hun moeder en bevinden zich direct in het vrije water. De Japanse oesters planten zich voort in de zomer bij een temperatuur hoger dan 19 graden celsius Kokkel Voor 2005 werd er commercieel en grootschalig op kokkels gevist, wat de mechanische kokkelvisserij werd genoemd. Vanaf schepen werd gevist met de kokkelkor, een kooi op sleden met daartussen een mes. Een buis voor het mes spoot het zand tussen de kokkels weg waarna ze werden opgevangen en via een zuiger werden opgezogen. Door een rooster met VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 55 / 75

56 spijlen bleven alleen de grotere kokkels over die aan boord werden gezogen. De mechanische kokkelvisserij nam sterk toe en werd efficiënter, waardoor ook de vangst per schip vergrootte. Maar de kokkelpopulatie nam af en daardoor namen ook de populaties van verschillende schelpdier etende wadvogels af. De mechanische kokkelvisserij (links) werd steeds efficiënter en is tegenwoordig verboden in de Waddenzee. Men vist nu hoofdzakelijk met de kokkelbeugel (rechts) op kokkels. C. de Boer & Waddenzeeschool Sinds 2005 is deze manier van kokkelvissen in de Waddenzee verboden. In de Oosterschelde en Voordelta mag in goede kokkeljaren nog met grote schepen op kokkels worden gevist. Tegenwoordig vist men in de Waddenzee alleen nog kokkels met de hand. Men harkt de kokkels bij elkaar met een kokkelbeugel, een soort hark met een zakvormig net. Kokkelvissers vangen ook Japanse oesters mee, wat sinds 2010 mag. Oesters en kokkels aangevoerd door handkokkelaars krijgen het keurmerk Waddengoud. Kokkels uit Nederland worden vooral gegeten in Spanje, Italië en Portugal in Tapas en Paella gerechten. In Nederland worden ze nauwelijks gegeten. Kokkels zijn een waardevol product. Nederlandse kokkels worden voornamelijk geëxporteerd. Vishandel Tel VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 56 / 75

57 Kenmerken De kokkel (Cerastoderma edule) is meestal twee á drie cm (maximaal vijf), is geribbeld in de lengte en heeft over het algemeen een vuilwitte kleur. Kijk je vanaf de zijkant op de schelp, dan lijkt het wel een hartje. Vandaar dat de Kokkel ook wel hartschelp wordt genoemd. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 57 / 75

58 Ecomare De kokkel leeft vooral in de getijdenzone en tot 20 m diepte. De kokkel heeft een sterke voet die hij uit de schelp kan steken om zich in te graven in zand- en slibbodems tot een diepte van twee tot 5 cm. Jonge kokkels zijn het snelst en graven zich het diepste in, namelijk tot wel 20 cm. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 58 / 75

59 De kokkel heeft een gespierde voet om zich in te graven. Ecomare De kokkel heeft een siphon (een soort slurf) waardoor water naar binnen- en buiten stroomt. Ecomare De kokkelpopulatie in de Waddenzee wisselt elk jaar. Bij een minder jaar voor de kokkelstand krijgen schelpdier etende vogels het moeilijk. Er gaan dan veel vogels dood en de populaties van die vogels kunnen dan flink afnemen. Eten en gegeten worden Kokkels eten, zoals veel schelpdieren, plankton dat ze uit het water filteren. In de Waddenzee komen veel kokkels voor en worden ze door verschillende wadvogels en vissen gegeten. De vissen happen vaak ook alleen de siphon af, de slurf die boven de bodem uitsteekt en waardoor water naar binnen- of naar buiten stroomt. Een siphon kan weer aangroeien. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 59 / 75

60 Voortplanting Kokkels zijn of vrouwelijk óf mannelijk. Verder verloopt de voortplanting van de kokkel hetzelfde als die van de mossel. De bevruchting vindt dus in het water plaats. De kokkel heeft zijn paaitijd in juni en juli met vaak een tweede piek in september. De kokkellarve heeft een voorkeur voor modderig zand Strandschelp Strandschelpen worden door maar een paar ondernemers gevangen, met ongeveer dezelfde methode als de mechanische kokkelvisserij. Het verschil is de spijlbreedte van de kor en de zuigbuizen die veel langer kunnen zijn. Dit is afhankelijk van de diepte (tot wel 30 m). Die lange buizen zijn nodig omdat strandschelpen in de Noordzee dieper zitten dan kokkels in de Waddenzee. De halfgeknotte strandschelp (Spisula subtruncata). Biopix De meest soorten die onder deze familie vallen zijn driehoekig van vorm en hebben doorgaans een grootte van circa 3 cm. De stevige strandschelp (Spisula solida) is de grootste met 4,5 cm. Andere spisula soorten zijn de halfgeknotte strandschelp (Spisula subtruncata) en de ovale strandschelp (Spisula elliptica). De schelpen leven in het zand, in water met variabele diepten en in getijdenzones tot wel 100 meter. Hiervan vormt de halfgeknotte strandschelp het grootste aandeel van beviste strandschelpen. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 60 / 75

61 de stevige strandschelp (Spisula solida). Ecomare 2.5. Zwaardschede De Amerikaanse zwaardschede (Ensis directus), ook wel mesheft genoemd, wordt door enkele Nederlandse schepen bevist. Bijna de hele vangst gaat naar Spanje om in de Tapas terecht te komen. In de Noordzeekustzone mag op mesheften gevist worden, maar niet in de Waddenzee. De schelpdieren leven rechtop in het zand op de bodem van de zee en worden met een mengsel van lucht en water uit het zand geblazen. De schelpen zijn erg broos en raken snel beschadigd. Vervolgens worden ze door een soort korf opgeschept en binnenboord gehaald. De schelpen worden na aanvoer levend bewaard of bevroren. Ze kunnen al dan niet schoongemaakt verhandeld worden. VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 61 / 75

62 De schelp van een amerikaanse zwaardschede. Ecomare 2.6. Sint jacobsschelp Wereldwijd bekeken is de sint jacobsschelp (Pecten maximus) één van de belangrijkste schelpdieren voor de visserij met jaarlijks meer dan een miljoen ton dat wordt opgevist. In Frankrijk, België, Engeland en Spanje worden deze schelpdieren gericht bevist. Nederlandse vissers vangen ze alleen als bijvangst, maar landen ze wel op havens van Frankrijk en België aan vanwege de hogere prijs die ze er hiervoor krijgen. Sint Jakob De Sint Jacobsschelp is vernoemd naar de heilige Jacobus de meerdere. Pelgrims namen de schelp mee ten teken dat ze de tocht naar Santiago de Compostella (wat Sint Jakob betekent) hadden voltooid. Later werd het een teken van de pelgrimstocht, waardoor struikrovers uit een erecode de pelgrims met rust lieten. Sint jacobsschelp De sint jacobsschelp kan wel 20 cm breed worden en is vaak vuilwit tot bruin gekleurd. Deze schelp komt voor van Noorwegen tot Portugal op een diepte tot 110 m. De sint jacobsschelp heeft een bijzondere strategie om roofdieren te ontlopen. Met lichtgevoelige plekjes op de rand van de schelp kan hij licht en donker waarnemen, waardoor hij een naderend roofdier kan opmerken. Wanneer het schelpdier dit opmerkt klapt hij zijn schelp snel open en dicht waardoor hij zich afzet tegen het water en van de bodem opspringt en zelfs kan zwemmen. De sint jacobsschelp is hermafrodiet, dit betekent dat ze zowel mannelijke- als vrouwelijke geslachtsdelen en -cellen hebben. Het melkwitte sappige vlees is het mannelijke deel van het vlees (de klier) en wordt noix genoemd. Het vrouwelijke deel ligt ernaast, dit wordt corail of VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 62 / 75

63 gewoon kuit genoemd en is wisselend bleekroze tot rood. De voortplantingsperiode ligt tussen mei en oktober. Andere namen voor de sint jacobsschelp zijn mantelschelp of jacobsmantel. In de handel is de schelp vooral onder de naam saint jacques of scallops bekend. De sint jacobsschelp Biopix VISSERIJ VOOR DUMMIES WEEKDIEREN 63 / 75

64 Lesmodule 3 Vissersvaartuigen Inleiding In Nederland wordt al eeuwenlang gevist, zowel in zoet binnenwater als op zee. In de 16e eeuw werden bijvoorbeeld zalm en haring al massaal gevangen. De visserij bracht veel geld op en politiek gezien stond de visserij op de agenda bij onderhandelingen over handel tussen diverse landen. De vloot bestond vroeger uit veel kleine schepen. Eerst waren de schepen nog van hout en voeren zij met zeilen. Later werden zij van staal gebouwd en zorgde een motor voor de voortstuwing. VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 64 / 75

65 Vroeger werden vissersschepen ook nog van hout gemaakt, zoals deze bomschuit Prinses Sophie op het strand van Scheveningen. Hendrik Willem Mesdag Vooral in de 19e en 20e eeuw werd een grote vissersvloot opgebouwd, waardoor de capaciteit toenam. Deze schaalvergroting vond plaats in Nederland en andere Europese landen, met als resultaat een fors toenemend vangstvermogen. In de jaren zestig nam het aantal schepen en het motorvermogen pas echt flink toe. Pas sinds 2002 is de vlootomvang voor nagenoeg alle segmenten gekrompen. De huidige Nederlandse zeevisserij (aanvoersector) bestaat uit de volgende onderdelen: De kotters die op platvis, rondvis en garnalen vissen. Ook wel de kottervisserij genoemd. Een diverse groep schepen die vissen met staande netten, hengel, fuiken en korven, kleine trawls en de schelpdiervisserij. Ook wel de overige kleine zeevisserij genoemd. De hektrawlers die o.a. op haring, (hors)makreel en sardinella s vissen. Ook wel grote zeevisserij genoemd. De visserij- en kweek van mosselen en oesters. De mosselkweek- en visserij vind plaats op de Waddenzee en in de Zeeuwse wateren terwijl de oesterkweek- en visserij uitsluitend in de Zeeuwse wateren plaatsvindt. VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 65 / 75

66 Vlootsamenstelling Nederlandse visserijvloot vanaf VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 66 / 75

67 Inhoud 1 Veiligheid 1.1. Ongevallen voorkomen 1.2. Veiligheid en regelgeving 1.3. Veiligheidstraining 1.4. Veiligheidsvoorschriften VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 67 / 75

68 1 Veiligheid Veiligheid binnen de visserij is niet vanzelfsprekend. Stormen, kapseizen, overboord vallen en het werken met zware objecten vormen een constant gevaar. Het gemiddelde aantal ongevallen in de visserij ligt beduidend hoger dan het internationale gemiddelde in andere beroepen, zie het kader hieronder. Het zal je dan ook niet verbazen dat de visserij wordt gezien als één van de gevaarlijkste beroepen ter wereld (onder andere door de Verenigde naties en de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO)). In Nederland toonde de veiligheidsbalans van 2008 dat het aantal doden in de zeevisserij rond de 7 doden per was, dit is bijna veertien keer zo hoog in vergelijking met andere beroepen van dat jaar. Cijfers van het aantal ongevallen zijn waarschijnlijk ook niet volledig. Dit komt doordat niet alle ongevallen op de visserijvloot gemeld worden uit angst voor sancties van de overheid, zo blijkt uit een gesprek met de visserijsector en onderzoeksraad veiligheid in Ongevallen in de visserij In Nederland ligt het gemiddelde van dodelijke ongevallen in de visserij minstens 2 keer zo hoog als het nationale gemiddelde. In Australië is dit bijna 18 keer zo hoog en in de VS 25 tot 30 keer zo hoog. Op de Noordzee zijn van alle zeevarende schepen vissersschepen relatief het meest betrokken bij ongevallen. Jaarlijks is 1,4% van de visserijschepen betrokken bij een incident, van de koopvaardij is dit 1,7%. Scheepsongevallen bestaan uit: Aanvaringen (52%) Strandingen (18%) Brand/explosie (9%) Zinken (2%) Overige ongevallen (19%), zoals: man overboord; en verpletterd- of beklemd worden door zware objecten VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 68 / 75

69 Overlevingspakken verhogen de kans op overleven in het water aanzienlijk en dienen aan boord te zijn. Poolstation Voorkomende niet-dodelijke ongevallen zijn het breken van armen of benen, amputaties van vingers, handen, armen en benen, en verwondingen aan het hoofd en de nek. Interessant bij deze scheepsongevallen is dat bij maar liefst 65% (mede) sprake is van een menselijke fout. Verder is sprake van vaar technische oorzaken (50%), slechte weersomstandigheden (35%) en gebreken aan schip/lading (20%). Weersomstandigheden zorgen voor of dragen bij aan 35% van de ongevallen op zee, terwijl voor menselijke fouten dit 60% is. Zwitserwskuytevaert blogspot 1.1. Ongevallen voorkomen Het voorkomen van ongevallen ligt voor een groot deel in de handen van de zeevarenden zelf. Voorzorgsmaatregelen treffen en risico s ten alle tijden vermijden is noodzakelijk voor een veilige visserij. Dit wordt nog in de weg gezeten doordat gevaar wordt geaccepteerd als onderdeel van het vissersbestaan. Gevaar hoort er nu eenmaal bij, aldus veel vissers, waardoor nog te veel risico s worden genomen. Uitkijk Een goede uitkijk is onmisbaar voor het schip en de bemanning. De wettelijke verplichtingen met betrekking tot de wacht staan beschreven in het BVA (Internationale Bepalingen ter VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 69 / 75

70 voorkoming van aanvaringen op zee), hierin staat beschreven dat de brug te allen tijde bemand dient te zijn en alle hulpmiddelen dient te gebruiken. Om wacht te mogen lopen dient men in het bezit te zijn van een wachtbevoegdheid, die men kan aanvragen bij certificering organisaties (zoals bijvoorbeeld Kiwa). De vissersbond is van mening dat een goede uitkijk prima kan gebeuren door één bekwaam persoon die gebruikt maakt van alle hulpsystemen aan boord. Er moet dan wel nog een tweede persoon bij als de situatie hier om vraagt zoals bij mist, slecht weer en bij het oversteken van drukke vaarwegen. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) vindt dat een goede uitkijk betekent dat er s nachts twee man in de brug moeten staan. Een uitkijk moet altijd goed uitgerust zijn, wat vaak niet het geval is en een risico vormt. Zo was de aanvaring van de LT 36 in 2014 te wijten aan vermoeidheid van de bemanning na zes dagen op zee met erg slecht weer, zo wees onderzoek van de MAIB uit. Het onderzoek concludeert dat de wachtsman van de LT 36 geen effectieve uitkijk waardoor hij de tanker op 1 mijl afstand niet had gezien toen hij van koers veranderde in de richting van de tanker. Vermoeidheid Veel uren werken en nachtdiensten zorgen voor vermoeidheid en slaapgebrek. Vermoeidheid is meer dan een gevoel van moe zijn, het is een verlies van je vermogen om waakzaam te blijven, een taak goed uit te voeren, duidelijk en logisch nadenken en om goed te communiceren en reageren. Vermoeidheid zorgt voor een groot veiligheidsrisico. De meeste ongelukken gebeuren dan ook wanneer de meeste vissers vermoeid zijn: s nachts. Dit komt doordat de menselijke biologische klok is ingesteld om actief te zijn tijdens de dag en te rusten in de nacht. Nachtelijke activiteiten verstoren dit ritme. Hierdoor kun je tijdens nachtelijk werk vermoeid worden. Onderzoek geeft aan dat de alertheid van mensen gemiddeld afneemt vanaf 9 uur s avonds. Alertheid is op zijn minst tussen 3 en 5 uur in de ochtend. De ene mens kan beter tegen verstoring van dag- en nachtritme dan de ander. Toch heeft 25% tot 50% last van vermoeidheid of slaperigheid tijdens een nachtdienst. Een korte powernap van ongeveer 20 minuten verhoogt de alertheid al aanzienlijk. VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 70 / 75

71 Rustregels Regels over rust voor de zeescheepvaart staan in het arbeidstijdenbesluit. In elke periode van 24 uur dien je minimaal 10 uur te rusten. Die 10 uur mag over niet meer dan twee periodes worden verdeeld. Dus 3 4 uur mag volgens deze regels niet. Hiernaast moet na 6 uur ononderbroken arbeid een kwartier pauze worden genomen. Elke week moet je minimaal 77 uur rusten. Onderzoek wijst uit dat je door deze uren aan te houden acceptabel uitgerust en alert bent. Voldoende rust vraagt van de schipper en bemanning flexibiliteit in werk- en rustschema. De Nederlandse Vissersbond heeft voor verschillende visserijen werk- en rustschema s ontwikkeld. Alert en uitgerust te werk gaan verkleint de kans op ongelukken. Helaas komt het in de visserij nog wel voor dat je de voorgeschreven uren rust niet haalt. En ook al haal je de voorgeschreven uren rust, dan nog kan je door het zware werk toch vermoeid raken en minder alert zijn. Wil je weten hoe je ervoor zorgt dat je ook dan toch alert bent, of ten minste je alertheid verhoogt? Zie dan het kader hieronder. VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 71 / 75

72 Het eten van méér eiwitten dan koolhydraten verhoogt de alertheid (met name s nachts). Outback 1.2. Veiligheid en regelgeving Bij trawlerbedrijven is veiligheid over het algemeen beter geregeld dan bij de veel kleinere kotterbedrijven. De zeer grote trawlerbedrijven hebben een uitgebreid veiligheidsmanagementsysteem en veiligheidsfunctionarissen in dienst. Bij de veel kleinere kotterbedrijven is dit vaak niet het geval, vooral omdat ruimte en geld ontbreekt. Om veilig te vissen heb je o.a. genoeg- en goede bemanning nodig, veiligheids-, nood- en reddingsmiddelen en een veilig schip. Regelgeving stelt eisen om de veiligheid in de visserij te verhogen. Eisen worden gesteld aan de: bemanning (o.a. Wet Zeevarenden); veiligheidstraining van vissers (o.a. STCW-F code ; Besluit Zeevisvaartbemanning 2001 ); veiligheidsvoorschriften voor bemanning en schepen (o.a. Schepenwet ; Vissersvaartuigenbesluit 2002); en het lopen van de wacht (Internationale Bepalingen ter voorkoming van aanvaringen op zee) Veiligheidstraining Om dienst te kunnen doen aan boord van een vissersschip heb je o.a. een basis veiligheidstraining vissersvaartuigen nodig. Hiervoor moet je een erkende opleiding afronden met ten minste de volgende onderdelen: persoonlijke overlevingstechnieken inclusief het gebruik van reddingsgordels en overlevingspakken; brandbescherming en brandbestrijding; noodprocedures; de beginselen van eerste hulp bij ongevallen; voorkoming van verontreiniging op zee; en VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 72 / 75

73 voorkoming van ongevallen aan boord. Een training in basis veiligheid (Basic Safety Training) is verplicht. Vissersbond 1.4. Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften hebben betrekking op o.a. de constructie van het schip, de stabiliteit, installaties, alarmen, bescherming van de bemanning, veiligheids- en reddingsmiddelen en noodprocedures en radiocommunicatie. We doorlopen een paar van die reddingsmiddelen hieronder. Groepsreddingsmiddel Elk vaartuig moet twee groepsreddingsmiddelen hebben, waar plaats is voor ten minste de gehele bemanning. Een groepsreddingsmiddel kan een reddingsvlot of reddingsboot zijn, waarvan er allerlei verschillende types zijn. Zo heb je gedeeltelijk en geheel overdekte reddingsboten, automatisch opblaasbare reddingsvlotten en vaste reddingsvlotten. Hiernaast kan een schip ook een hulpverleningsboot of man overboord boot (MOB) hebben, die bijvoorbeeld drenkelingen oppikt, reddingsvlotten bij elkaar sleept of ze van een zinkend of brandend schip weg sleept. VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 73 / 75

74 Reddingsboot aan boord van de pelagische trawler KW 174, Annelies Ilena. ProSea Overlevingspakken en reddingsgordels Aan boord moeten reddingsgordels en overlevingspakken voor elke opvarende aanwezig zijn. Het is van belang de middelen te testen op de staat, maar ook op pasvorm. Reddingsboeien Aan boord moet je een aantal verschillende typen reddingsboeien hebben. Je hebt reddingsboeien met een: drijvende reddingslijn, zelfontbrandend licht; en een zelfwerkend rooksignaal die vanaf de brug ontkoppeld kan worden. Lijnwerptoestel Een lijnwerptoestel schiet een lijn of projectiel af om een drenkeling of reddingsvlot te bereiken. Noodsignaal Valscherm Een valschermsignaal schiet je af en dat brandt vervolgens op ongeveer 300 meter. Het moet minstens 40 seconden branden met een felle, rode kleur en dalen met niet meer dan 5 meter per seconde. Noodsignaal Handstakelicht Een handstakelicht hou je in de hand en het moet minstens één minuut branden met een rode kleur. VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 74 / 75

75 Noodsignaal Drijvende rooksignalen Deze drijven op het water en stoten gekleurde rook uit voor ten minste 3 minuten. Noodsignalen zijn er in verschillende vormen en maten. Het wordt aangeraden verschillende typen aan boord te hebben, omdat het per (weer)situatie afhankelijk kan zijn welke het beste werkt. Fakkels.com Contact met hulpdiensten Om te communiceren en aan te geven waar je je bevindt moeten VHF portofoons en radar transponders (Automatic identification system of afgekort AIS) aan boord zijn. Radar transponders moeten snel in een groepsreddingsmiddel geplaatst kunnen worden. VISSERIJ VOOR DUMMIES VISSERSVAARTUIGEN 75 / 75

QuickTime en een -decompressor zijn vereist om deze afbeelding weer te geven.

QuickTime en een -decompressor zijn vereist om deze afbeelding weer te geven. Fuikenvisserij Een fuik is een langwerpig, taps toelopend, rondgebreid net met een wijde opening en meerdere 'kelen': versmallingen met daarin een netwerk dat het terugzwemmen van de vis belemmert. Een

Nadere informatie

MINiSTERiE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappeiijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.

MINiSTERiE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappeiijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z. MINiSTERiE VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappeiijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.) (Voorzitter : F. UEVENS, directeur-generaa!) GEGEVENS OVER

Nadere informatie

Kreeftachtigen hebben meestal kleine ogen, waar ze maar weinig mee zien. Ze kunnen wel bijzonder goed ruiken.

Kreeftachtigen hebben meestal kleine ogen, waar ze maar weinig mee zien. Ze kunnen wel bijzonder goed ruiken. Kreeftachtigen Er zijn veel verschillende soorten kreeftachtigen. Van ieder soort leven er vaak zeer grote aantallen in zee. Kreeftachtigen zijn bijvoorbeeld de roeipootkreeftjes, de zeepissebedden en

Nadere informatie

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9.

inh oud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 3. Vissen 4. Kwallen 5. Zoogdieren 6. Schaaldieren 7. Stekelhuidigen 8. Zeewier 9. Leven onder water inhoud 1. Leven onder water 3 2. Dieren en planten 4 3. Vissen 5 4. Kwallen 7 5. Zoogdieren 8 6. Schaaldieren 9 7. Stekelhuidigen 10 8. Zeewier 11 9. Weekdieren 12 10. Filmpje 13 Pluskaarten

Nadere informatie

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit?

... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? ... Hoe ziet een Rijke Noordzee eruit? Samen voor een gezonde zee!... Stichting De Noordzee is de onafhankelijke natuur- en milieuorganisatie die zich inzet voor een duurzaam gebruik van de Noordzee en

Nadere informatie

Probleemstelling: Wat zijn de bedreigende factoren voor de vissen in de Waddenzee? En welke is de meest bedreigende?

Probleemstelling: Wat zijn de bedreigende factoren voor de vissen in de Waddenzee? En welke is de meest bedreigende? Klas: V5B/V5C Bio cluster 7/2 Datum: 21 05 2010 Namen v/d groep: Chris Klaver, Loes Klaver, Isabel Schilder en Lisanne van Dijk. Titel v/d opdracht: Visserij Omschrijving v/h onderwerp: Visserij in de

Nadere informatie

Samenvatting praktijkonderzoek passieve vistuigen in de Noordzee

Samenvatting praktijkonderzoek passieve vistuigen in de Noordzee Het project Kenniskringen visserij wordt gefinancierd door het Europees Visserijfonds investering in duurzame visserij Afdeling Visserij Postbus 68 1970 AB IJmuiden Kenniskringen Visserij: staandwant T.a.v.

Nadere informatie

paling onderzoek Prosea Eerste leerjaar

paling onderzoek Prosea Eerste leerjaar paling onderzoek Prosea Eerste leerjaar http://vistikhetmaar.nl/lesprogramma/paling-onderzoek/ Introductie op het lesprogramma Docent: Jerry Lust Contact: jerry@prosea.info PALING ONDERZOEK 2 / 15 Lesmodules

Nadere informatie

Notitie voorstel beheerplan staande nettenvisserij in kustzone van Nederland

Notitie voorstel beheerplan staande nettenvisserij in kustzone van Nederland Notitie voorstel beheerplan staande nettenvisserij in kustzone van Nederland Emmeloord, 1 november 2007 Opgesteld door: D.J.T. Berends (Nederlandse Vissersbond) in samenspraak Ed Reker, Rems Cramer, Arjan

Nadere informatie

informatie: schelpen - slakken

informatie: schelpen - slakken informatie: schelpen - slakken Er leven tientallen soorten slakken op het wad en op de bodem van de Noordzee. Hun huisjes vind je vaak als schelpen op het strand. Er zijn slakjes die vooral grazend door

Nadere informatie

6.5. Boekverslag door J woorden 12 juni keer beoordeeld

6.5. Boekverslag door J woorden 12 juni keer beoordeeld Boekverslag door J. 2224 woorden 12 juni 2006 6.5 59 keer beoordeeld Vak Economie Visserij Hoofdstukindeling 1. Geschiedenis 2. Kotters 3. Trawlers 4. Het leven aan boord van een kotter 5. Hoe ziet een

Nadere informatie

De visserij. Frank Beens Groep 7

De visserij. Frank Beens Groep 7 De visserij Frank Beens Groep 7 Inhoud Inleiding Hoofdstukken 1. Geschiedenis 2. Waar wordt op gevist? 3. De Genemuider vissers 4. De visafslag 5. Vis is gezond 6. Vragen Eigen mening Bronvermelding Inleiding

Nadere informatie

Werkstuk ANW Visserij

Werkstuk ANW Visserij Werkstuk ANW Visserij Werkstuk door een scholier 2066 woorden 1 augustus 2003 6,1 57 keer beoordeeld Vak ANW Geschiedenis Vroeger al was de visserij erg belangrijk voor Nederland. Er zijn heel veel plaatsen

Nadere informatie

De zee heeft jou nodig!

De zee heeft jou nodig! De zee heeft jou nodig! Je houdt van producten die uit de zee komen en die doen je goed. Maar de vangst en zelfs de kweek van bepaalde vissoorten heeft nare gevolgen: overbevissing, bedreiging met uitsterven,

Nadere informatie

Werkstuk Biologie Vissen uit de Noordzee

Werkstuk Biologie Vissen uit de Noordzee Werkstuk Biologie Vissen uit de Noordzee Werkstuk door een scholier 1335 woorden 5 juni 2005 6 116 keer beoordeeld Vak Biologie INHOUD HOOFDSTUK 1 INLEIDING HOOFDSTUK 2 PLATVISSEN HOOFDSTUK 3 RONDVISSEN

Nadere informatie

De Noordzee HET ONTSTAAN

De Noordzee HET ONTSTAAN De Noordzee De Noordzee is de zee tussen Noorwegen, Groot-Brittannië, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en Denemarken. De Noordzee is een ondiepe (30-200 m) randzee van de Atlantische oceaan met

Nadere informatie

Wageningen IMARES Harder en zeebaars

Wageningen IMARES Harder en zeebaars Harder en zeebaars Biologie en visserij in Nederland en Europa Tammo Bult, Floor Quirijns, Harriët van Overzee, Stijn Bierman is een samenwerkingsverband tussen Wageningen UR en TNO Harder en Zeebaars

Nadere informatie

Haag - Rohrbeck. Luister naar de zee!

Haag - Rohrbeck. Luister naar de zee! Belangrijke informatie Dit product gebruikt drie batterijen van 1,5V (knoopcel batterijen van het type AG10/LR1130). Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. Plaats de nieuwe batterijen met

Nadere informatie

Haring. Atlantische Oceaan. www.cookingclass.be

Haring. Atlantische Oceaan. www.cookingclass.be Haring Atlantische Oceaan Haring De haring is de meest verbruikte vis, vroeger nog meer dan nu. Hij is bovendien erg voedzaam en in vergelijking met andere vissen vrij goedkoop. Een maatje is een haring

Nadere informatie

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee De zee Inhoud. 1. De zee is groot 3 2. Zonder zee geen leven 4 3. Golven 5 4. De zee is zout 6 5. De zee en rivieren 7 6. De kleur van de zee 8 7. De kust en de branding 9 8. Sporten op zee 10 9. Werken

Nadere informatie

Het strand, kwallen en krabben

Het strand, kwallen en krabben Het strand, kwallen en krabben Eb en vloed Door de getijden en de invloed van wind en zee is het strand nooit even breed. Soms gebeurt het dat als je terugkomt van het zwemmen, het water wel heel dicht

Nadere informatie

Zeevisserij in beweging. Gepresenteerd door Jochen Depestele

Zeevisserij in beweging. Gepresenteerd door Jochen Depestele Zeevisserij in beweging Naar een duurzame visserij Jochen Depestele,, Hans Polet, Els Vanderperren, Hendrik Stouten en Kris Van Craeynest,, ILVO-Visserij, Visserij, Oostende, België Gepresenteerd door

Nadere informatie

VERORDENING (EEG) Nr. 3440/84 VAN DE COMMISSIE. van 6 december inzake voorzieningen aan sleepnetten, Deense zegennetten (snurrevod) en

VERORDENING (EEG) Nr. 3440/84 VAN DE COMMISSIE. van 6 december inzake voorzieningen aan sleepnetten, Deense zegennetten (snurrevod) en 7. 12. 84 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 318/23 VERORDENING (EEG) Nr. 3440/84 VAN DE COMMISSIE van 6 december 1984 inzake voorzieningen aan sleepnetten, Deense zegennetten (snurrevod)

Nadere informatie

Overleving ondermaatse zeebaars

Overleving ondermaatse zeebaars Overleving ondermaatse zeebaars Catch & Release lijngevangen zeebaars 21 December 2016, Pieke Molenaar Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Presentatie ter beantwoording van een

Nadere informatie

Ik ben het Net. Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! VISSERIJ 7 8 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer.

Ik ben het Net. Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! VISSERIJ 7 8 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer. VISSERIJ Ik ben het Net Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Aangeboden door Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer. www.eu.nl -> onderwijs Europese Unie Haring! Verse

Nadere informatie

De voetafdruk verkleinen. Verschuiving naar low impact visserij

De voetafdruk verkleinen. Verschuiving naar low impact visserij De voetafdruk verkleinen Verschuiving naar low impact visserij e voetafdruk verkleinen Verschuiving naar low impact visserij Veelgebruikt vistuig in Europa De mariene biodiversiteit neemt snel af. Vanwege

Nadere informatie

LEERLINGENBLAD VAN:... NAAR DE HAAIEN! DOE-HET-ZELF LES BASISONDERWIJS GROEP 7 & 8 EEN WERELD VOL WATER

LEERLINGENBLAD VAN:... NAAR DE HAAIEN! DOE-HET-ZELF LES BASISONDERWIJS GROEP 7 & 8 EEN WERELD VOL WATER LEERLINGENBLAD VAN:...... DOE-HET-ZELF LES BASISONDERWIJS GROEP 7 & 8 EEN WERELD VOL WATER 2 EEN WERELD VOL WATER Als je vanuit de ruimte naar de aarde kijkt zie je heel veel blauw. Dat komt omdat onze

Nadere informatie

Wij vangen deze. Uitgave natuurlijk verantwoord

Wij vangen deze. Uitgave natuurlijk verantwoord Wij vangen deze vis wijzer Uitgave 2009 natuurlijk verantwoord Wij vangen deze VIS wijzer Overbevissing en illegale visserijpraktijken zijn onderwerpen die met regelmaat tot maatschappelijke discussie

Nadere informatie

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien:

Bewoners. Noordzee. Introductie. Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien: Gemiddelde: diepte 94 meter Oppervlak: 572.000 km2 Bodem: hoofdzakelijk zand Bewoners van de Noordzee Introductie Als de Noordzee een paspoort zou hebben dan zou het er zo uitzien: De Noordzee is natuurlijk

Nadere informatie

Ik ben het Net. Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!. VISSERIJ 5 6 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer.

Ik ben het Net. Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!. VISSERIJ 5 6 GROEP. Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer. VISSERIJ Ik ben het Net Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!. Aangeboden door Dit verhaal is onderdeel van de Europese Verhalenkoffer. www.eu.nl -> onderwijs Europese Unie Haring! Verse

Nadere informatie

Kijk uit! Pas OP! LEERlingenblad van:... speurles. basisonderwijs groep 4, 5 & 6

Kijk uit! Pas OP! LEERlingenblad van:... speurles. basisonderwijs groep 4, 5 & 6 LEERlingenblad van:... Kijk uit! Pas OP! speurles basisonderwijs groep 4, 5 & 6 weetje Professoren hebben uitgerekend dat er op de aarde 1.386.000.000.000.000.000.000 liter water is. 2 Kijk uit! Loop jij

Nadere informatie

Den Haag 13 maart 2013. 1/6/2014 NEDERLANDSE VISSERSBOND - Derk Jan Berends

Den Haag 13 maart 2013. 1/6/2014 NEDERLANDSE VISSERSBOND - Derk Jan Berends Den Haag 13 maart 2013 1/6/2014 NEDERLANDSE VISSERSBOND - Derk Jan Berends 1 Introductie Voorstellen Doel: kennis uitwisselen over de visserijpraktijk, knelpunten en oplossingen bespreken betreffende bemanningszaken.

Nadere informatie

Verslag onderzoek slijtage van elektrode strengen op eurokotters

Verslag onderzoek slijtage van elektrode strengen op eurokotters Verslag onderzoek slijtage van elektrode strengen op eurokotters Arm 33, Arm 25, Arm 46, YE 138 en Th 6 Johan Wouters, VKC Consultancy en projectmanagement Mei 2014 Verslag van onderzoek naar vervanging

Nadere informatie

DE GEWONE ZEEHOND. Huiler

DE GEWONE ZEEHOND. Huiler DE GEWONE ZEEHOND Huiler Je gelooft het bijna niet als je in die mooie zwarte ogen kijkt, maar een gewone zeehond is een echt roofdier. Zijn scherpe tanden en gestroomlijnde lichaam zijn perfect voor het

Nadere informatie

Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk. Terugvangproef bot en tarbot 2018

Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk. Terugvangproef bot en tarbot 2018 Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk Terugvangproef bot en tarbot 2018 Vismonitoring Grote Kreek Ouwerkerk Terugvangproef bot en tarbot 2018 In opdracht van: Sportvisserij Zuidwest Nederland Uitgevoerd

Nadere informatie

ALMELOSCHE HENGELAARSVERENIGING VISCHLUST VISSEN IN NOORWEGEN

ALMELOSCHE HENGELAARSVERENIGING VISCHLUST VISSEN IN NOORWEGEN ALMELOSCHE HENGELAARSVERENIGING VISCHLUST VISSEN IN NOORWEGEN Zeevissen in Noorwegen Programma Introductie Waarom Noorwegen? Korte introductie van het land Voorbereiding van de visreis Van Zuid naar Noord,

Nadere informatie

PERSDOSSIER MOSSELEN

PERSDOSSIER MOSSELEN PERSDOSSIER MOSSELEN Mosselen algemeen De mossel is een belangrijk product uit de Nederlandse schelpdierteelt. In Europa worden er jaarlijks circa 700 miljoen kilo mosselen geproduceerd, waarvan ongeveer

Nadere informatie

Deel 4: de bedreigingen voor het koraal

Deel 4: de bedreigingen voor het koraal Lesstof Deel 1: het koraalrif Deel 2: het koraal Deel 3: het belang van koraal Deel 4: de bedreigingen voor het koraal Deel 5: het beschermen van het koraal Deel 4: De bedreigingen voor het koraal Deze

Nadere informatie

IMARES Wageningen UR. VIP project Passieve Visserij Ontwikkeling

IMARES Wageningen UR. VIP project Passieve Visserij Ontwikkeling VIP project Passieve Visserij Ontwikkeling B van Marlen 1, Christian Vandenberghe 2, Norbert van Craeynest 2, Arjan Korving 3, Rems Cramer 3, Ed Reker 3 Rapport C117/11 IMARES Wageningen UR Institute for

Nadere informatie

PROEVEN MET STAANDE WARNETTEN VOOR TONG

PROEVEN MET STAANDE WARNETTEN VOOR TONG M in tster ie VAN LANDBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kom m issie voor Toegepast Wetenschappetijk Onderzoek in de Ze e visse rij (T.W.O.Z.) (Voorzitter : F. HEVENS, directeur-generaa!) PROEVEN

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2009 tijdvak 1 biologie CSE GL en TL Bijlage met informatie. 913-0191-a-GT-1-b De Waddenzee - Informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met

Nadere informatie

WIE EET WAT OP HET WAD

WIE EET WAT OP HET WAD Waddenzee De prachtige kleuren, de zilte geuren en de geluiden van de vele vogels, maken de Waddenzee voor veel mensen tot een geliefd gebied. Maar niet alleen mensen vinden het fijn om daar te zijn, voor

Nadere informatie

Schaal- en schelpdieren. Waar gaat deze kaart over? Garnalen. Wat wordt er van jou verwacht? Schelpdieren

Schaal- en schelpdieren. Waar gaat deze kaart over? Garnalen. Wat wordt er van jou verwacht? Schelpdieren Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over schaal- en schelpdieren. We behandelen drie soorten garnalen en mosselen. Je leert hoe deze garnalen en mosselen eruit zien en waar ze leven. Ook leer je

Nadere informatie

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken.

Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. De Waddenzee Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. 2p 40 In de informatie worden biotische en

Nadere informatie

het strand, kwallen en krabben

het strand, kwallen en krabben het strand, kwallen en krabben eb en vloed Door de getijden en de invloed van de zee is het strand nooit even breed. Soms gebeurt het dat als je terugkomt van het zwemmen, het water wel heel dicht bij

Nadere informatie

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp!

Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Netje is een meid! Vrolijke meid, uit een vissersdorp! Haring! Verse haring! Wie maakt me los! Ik heb verse haring! Ha... ja, nou heb ik jullie aandacht, hè? Sorry, ik ben uitverkocht. Vandaag geen haring

Nadere informatie

Zelfbemonstering MSC. Urk, Inger Wilms Duurzame visserij

Zelfbemonstering MSC. Urk, Inger Wilms Duurzame visserij Zelfbemonstering MSC Urk, 20-03-2014 Inger Wilms Duurzame visserij MSC Certificering CVO twinrig, flyshoot, outrig Geslaagd onder voorwaarden (conditions) 1. Meer informatie nodig over bijvangst/discards

Nadere informatie

Examentrainer. Vragen. De iep. De medicinale bloedzuiger

Examentrainer. Vragen. De iep. De medicinale bloedzuiger Examentrainer Vragen De iep De iep is een boomsoort die goed tegen luchtverontreiniging kan. De iep is dan ook in veel steden aangeplant. De boom komt ook veel in de kuststreken voor, omdat hij goed bestand

Nadere informatie

DE CALIFORNISCHE ZEELEEUW

DE CALIFORNISCHE ZEELEEUW DE CALIFORNISCHE ZEELEEUW Zwemmende acrobaat De Californische zeeleeuw is één van de meest elegante waterdieren die er bestaat. Met snelheden van wel 40 kilometer per uur schiet hij als een pijl door het

Nadere informatie

CALIFORNISCHE ZEELEEUW

CALIFORNISCHE ZEELEEUW CALIFORNISCHE ZEELEEUW Zwemmende acrobaat De Californische zeeleeuw is een van de meest elegante waterdieren die er bestaan. Met snelheden van wel 40 kilometer per uur schieten ze als een pijl door het

Nadere informatie

LESBESCHRIJVING GROEP 1-2

LESBESCHRIJVING GROEP 1-2 LESBESCHRIJVING GROEP 1-2 DOELEN: Leerlingen weten welke walvissen er in de Noordzee leven. Leerlingen weten welk voedsel de walvissen eten. Leerlingen weten op welke manier de walvissen met elkaar communiceren.

Nadere informatie

BELGISCHE ZEEVISSERIJ

BELGISCHE ZEEVISSERIJ NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg 44 000 BRUSSEL Tel. : 53.9.50 BELGISCHE ZEEVISSERIJ JAAR 984 Uittreksel "Landbouw/statistieken nr 4, 5, 98". I N H O U D S O P G A V E ZEEVISSERIJ Jaar

Nadere informatie

Mul Mul wordt het hele jaar door in de Noordzee gevangen, maar is in de zomer op zijn best. Wordt ook wel koningspoon genoemd, maar is geen familie van de poon. Het visvlees is stevig en een beetje zoet

Nadere informatie

Les met werkblad - biologie

Les met werkblad - biologie Les met werkblad - biologie Doel: Leerlingen hebben na de deze les een idee hoe het is om te wadlopen. Ze weten wat ze onderweg tegen kunnen komen. Materialen: - Werkblad 5: Wadlopen - Platte bak (minimaal

Nadere informatie

De Waddenzee - Informatie

De Waddenzee - Informatie De Waddenzee - Informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 40 tot en met 52. Bij het beantwoorden van die vragen kun je de informatie gebruiken. Informatie 1 De Waddenzee R

Nadere informatie

Bijlage VMBO-GL en TL

Bijlage VMBO-GL en TL Bijlage VMBO-GL en TL 2016 tijdvak 2 biologie CSE GL en TL Deze bijlage bevat informatie. GT-0191-a-16-2-b Koraalriffen Lees eerst informatie 1 tot en met 7 en beantwoord dan vraag 42 tot en met 54. Bij

Nadere informatie

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN. NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979

KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN. NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979 KONINKRIJK BELGIE MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN 1 i NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvenseweg 44-1000 BRUSSEL 1 DE BELGISCHE ZEEVISSERIJ IN 1979 ''1 «i T Uittreksel "Landbouwstatistieken" nr

Nadere informatie

Opdrachten Oevergroep

Opdrachten Oevergroep Opdrachten Oevergroep Ho, stop! Voordat jullie met de schepnetjes naar het water rennen, eerst even dit! De Waal is de drukst bevaren rivier van Europa en door haar bedding stromen miljoenen liters water

Nadere informatie

Vissen met zorg. factsheets kwaliteit en duurzaamheid. staandwant-, puls-, twinrig- en flyshootvisserij. Kees Taal. Wim Zaalmink.

Vissen met zorg. factsheets kwaliteit en duurzaamheid. staandwant-, puls-, twinrig- en flyshootvisserij. Kees Taal. Wim Zaalmink. Vissen met zorg factsheets kwaliteit en duurzaamheid staandwant-, puls-, twinrig- en flyshootvisserij Kees Taal Wim Zaalmink Maart 2012 LEI, onderdeel van Wageningen UR, Den Haag Voorwoord Met trots presenteer

Nadere informatie

Factsheet: Schol. versie maart 2013 VISSERIJ

Factsheet: Schol. versie maart 2013 VISSERIJ Factsheet: Schol versie maart 2013 Schol is een belangrijke vissoort voor de Nederlandse vissector, zelfs één van de belangrijkste wat betreft aanvoer op de Nederlandse afslagen; bijna 50% van alle vis

Nadere informatie

Voedselweb van strand en zee

Voedselweb van strand en zee Spel Doel: Materialen: Groepsgrootte: Duur: De leerlingen leren zeedieren en planten (organismen) kennen en leren wie wie eet. - Voor elke leerling een kaart met een plaatje van een zeedier, of -plant

Nadere informatie

Ing. S.W. Verver, dr. ir. R.E. Grift, mw. ir. F.J. Quirijns. RIVM, Milieu- en natuurplanbureau De heer drs. W. Ligtvoet Postbus BA BILTHOVEN

Ing. S.W. Verver, dr. ir. R.E. Grift, mw. ir. F.J. Quirijns. RIVM, Milieu- en natuurplanbureau De heer drs. W. Ligtvoet Postbus BA BILTHOVEN Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV Postbus 68 Postbus 77 1970 AB IJmuiden 4400 AB Yerseke Tel.: 0255 564646 Tel.: 0113 572781 Fax.: 0255 564644 Fax.: 0113 573477 Internet:postkamer@rivo.dlo.nl

Nadere informatie

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011

Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Uitkomsten enquête over de Noordzee visbestanden 2011 Inger Wilms, Pvis. Dit artikel beschrijft de uitkomsten van de Noordzee enquête die afgelopen zomer gehouden is onder Noordzee vissers uit België,

Nadere informatie

Koninkrijk België. iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL

Koninkrijk België. iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL Koninkrijk België iii ni s teri e van Economische Zaken NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE STATISTIEK Leuvensewey 44 - ÏÜUO BRUSSEL LE BELGISChE ZEEVISSERIJ in 1973 U ittreksel "Landbouwstatistieken" nr 5-6 mei-juni

Nadere informatie

Pagina 1. VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT - BASISSET Bijgewerkt op: 25 november 2014

Pagina 1. VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT - BASISSET Bijgewerkt op: 25 november 2014 VRAGEN EN ANTWOORDEN AANLANDPLICHT - BASISSET Bijgewerkt op: 25 november 2014 In dit document wordt antwoord gegeven op een aantal veel gestelde vragen over de aanlandplicht. Aan de publicatie kunnen geen

Nadere informatie

de Commerciële kieuw- en warrelnetvisserij,

de Commerciële kieuw- en warrelnetvisserij, Is het je ook opgevallen? De voorbije maanden is er bijna geen week voorbijgegaan of de zeeën en oceanen waren in het wereldnieuws. Eerst was er de tornado aan berichten over voorspelde zeespiegelstijgingen

Nadere informatie

Zegen vismethoden. Scheepvaart en Transport College Eerste leerjaar.

Zegen vismethoden. Scheepvaart en Transport College Eerste leerjaar. Zegen vismethoden Scheepvaart en Transport College Eerste leerjaar http://www.vistikhetmaar.nl/lesprogramma/zegen-vismethoden/ Introductie op het lesprogramma Zegen vismethoden. Docent: Henk Redert Contact:

Nadere informatie

Drie massagraven voor de Nederlandse kust

Drie massagraven voor de Nederlandse kust Nederlandse kust biologie van Learning by Action en Stichting De Noordzee deze les werd mogelijk gemaakt door het Prins Bernard Cultuurfonds Doel Materialen Vak Niveau Duur Werkwijze De leerlingen kunnen

Nadere informatie

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1. Bijlage met informatie.

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1. Bijlage met informatie. Bijlage VMBO-KB 2009 tijdvak 1 biologie CSE KB Bijlage met informatie. 913-0191-a-KB-1-b De Waddenzee - Informatie Lees eerst informatie 1 tot en met 5 en beantwoord dan vraag 37 tot en met 46. Bij het

Nadere informatie

NAVIGO NATIONAAL VISSERIJMUSEUM 1

NAVIGO NATIONAAL VISSERIJMUSEUM 1 NAVIGO NATIONAAL VISSERIJMUSEUM 1 COLOFOON Concept - Danny Vanthournout, aquariumtechnicus - Ann Legein, educatief medewerker Realisatie - Danny Vanthournout, aquariumtechnicus - Ann Legein, educatief

Nadere informatie

VERDERE PROEVEN MET EEN DUBBELBOOMNET VOOR GARNALEN EN RONDVtS

VERDERE PROEVEN MET EEN DUBBELBOOMNET VOOR GARNALEN EN RONDVtS MiiSTERIE VA LADBOUW Bestuur voor Landbouwkundig Onderzoek Kommissie voor Toegepast Wetenschappeiijk Onderzoek in de Zeevisserij (T.W.O.Z.) (Voorzitter : F. DEVES, directeur-generaai) VERDERE PROEVE MET

Nadere informatie

11 BELANGRIJKE REDENEN WAAROM RECREATIEVE KIEW- EN WARRELNETTEN MOETEN VERBODEN WORDEN IN BELGIE

11 BELANGRIJKE REDENEN WAAROM RECREATIEVE KIEW- EN WARRELNETTEN MOETEN VERBODEN WORDEN IN BELGIE 11 BELANGRIJKE REDENEN WAAROM RECREATIEVE KIEW- EN WARRELNETTEN MOETEN VERBODEN WORDEN IN BELGIE 1. Dankzij de Habitatrichtlijn van de Europese Unie is de bruinvis een beschermde soort die onder het strengste

Nadere informatie

MINISTERIE VAN EZ T.A.V.IR. H.R. OFFRINGA POSTBUS 20401 2500 EK DEN HAAG. Afdeling Vis. Geachte heer Offringa,

MINISTERIE VAN EZ T.A.V.IR. H.R. OFFRINGA POSTBUS 20401 2500 EK DEN HAAG. Afdeling Vis. Geachte heer Offringa, Postbus 68 1970 AB IJmuiden MINISTERIE VAN EZ T.A.V.IR. H.R. OFFRINGA POSTBUS 20401 2500 EK DEN HAAG Afdeling Vis ONDERWERP Beperkingen zeebaars Geachte heer Offringa, POSTADRES Postbus 68 1970 AB IJmuiden

Nadere informatie

Visvangst in de Noordzee,

Visvangst in de Noordzee, Indicator 4 september 2009 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Door overbevissing zijn veel

Nadere informatie

Duurzame garnalenvisserij VOF Koster

Duurzame garnalenvisserij VOF Koster Duurzame garnalenvisserij VOF Koster WR 3 Noordster van VOF Koster en duurzaamheid De maatschap VOF Koster van Dirk en Wilma Koster vist met de WR3 Noordster op garnalen, vanaf het historische visserseiland

Nadere informatie

Leuke weetjes, puzzels, een kleurplaat en meer!

Leuke weetjes, puzzels, een kleurplaat en meer! Alles over HAAIEN Leuke weetjes, puzzels, een kleurplaat en meer! Haaienweetjes Vinnen De meeste haaien hebben acht vinnen. Deze gebruiken ze om vooruit te komen en om rechtop te zwemmen. De vorm van de

Nadere informatie

Bewoners van de Noordzee

Bewoners van de Noordzee Bewoners van de Noordzee Doel Materialen Vak Niveau Duur Werkwijze De leerlingen kunnen: verschillende groepen dieren noemen die in de Noordzee leven (vissen, anemonen, kwallen,kreeftachtigen); uitleggen

Nadere informatie

KK Garnalen Noord - De zeeflap & zeefmat

KK Garnalen Noord - De zeeflap & zeefmat KK Garnalen Noord - De zeeflap & zeefmat De eerste resultaten 9 December 2016 Alicia Hamer Pieke Molenaar Josien Steenbergen Europese Unie, Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij Presentatie ter

Nadere informatie

Rivierkreeftkorf - Mei 2017

Rivierkreeftkorf - Mei 2017 Rivierkreeftkorf - Mei 2017 Het innovatie-team van Blokland Visserij & Visserij Benodigdheden heeft een nieuw type (rivier)kreeftkorf ontwikkeld. De start van dit type innovatie dateert 2014. Na uitvoerige

Nadere informatie

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8. Zee, strand en duin inhoud Zee, strand en duin 3 1. Zand 4 2. Zon en wind 5 3. Het duin 6 4. Dieren in het duin 7 5. Eb en vloed 8 6. De jutter 9 7. Schelpen 10 8. De zeehond 11 9. Naar het strand 12 10.

Nadere informatie

SUMWING INSTALLATIE EN

SUMWING INSTALLATIE EN SUMWING INSTALLATIE EN GEBRUIK HANDLEIDING versie 1, 9 juni 2009 10 tot 12 meter versie HFK Engineering 2009 HFK Engineering is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit

Nadere informatie

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VWO NATUUR EN MILIEU De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.

Nadere informatie

inktvissen prosea Eerste leerjaar

inktvissen prosea Eerste leerjaar inktvissen prosea Eerste leerjaar http://vistikhetmaar.nl/lesprogramma/inktvissen/ Introductie op het lesprogramma Docent: Jerry Lust Contact: jerry@prosea.info INKTVISSEN 2 / 50 Lesmodules Lesmodule 1

Nadere informatie

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 Lesbrief Onderbouw voortgezet onderwijs - VMBO NATUUR EN MILIEU De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam binnen.

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104, wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104, wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.5.2015 COM(2015) 212 final 2015/0108 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) 2015/104, wat bepaalde vangstmogelijkheden betreft

Nadere informatie

inhoud 1. Dolfijnen 2. De bouw van een dolfijn 3. De zintuigen 4. De school 5. Voedsel 6. Sprongen en spel 8. Gevaar! 9.

inhoud 1. Dolfijnen 2. De bouw van een dolfijn 3. De zintuigen 4. De school 5. Voedsel 6. Sprongen en spel 8. Gevaar! 9. Dolfijnen inhoud 1. Dolfijnen 3 2. De bouw van een dolfijn 4 3. De zintuigen 6 4. De school 7 5. Voedsel 8 6. Sprongen en spel 9 8. Gevaar! 10 9. Soorten dolfijnen 11 10. Filmpje 15 Pluskaarten 16 Bronnen

Nadere informatie

LESBESCHRIJVING GROEP 3-4

LESBESCHRIJVING GROEP 3-4 LESBESCHRIJVING GROEP 3-4 DOELEN: Leerlingen weten welke walvissen er in de Noordzee zwemmen. Leerlingen weten wat de uiterlijke kenmerken van deze dieren zijn. Leerlingen kunnen verschillen en overeenkomsten

Nadere informatie

Fauna en flora van de Noordzee

Fauna en flora van de Noordzee Welkom in SEAFRONT, hét themapark over zee en zeevaart, over vis en visserij! Ik ben de mascotte van SEAFRONT. Vandaag gaan wij samen op stap! Kijk straks goed rond tijdens je bezoek, als je mij ziet is

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 06 juni 2014 Betreft Maatregelen zeebaars

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 06 juni 2014 Betreft Maatregelen zeebaars > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

GEWONE ZEEHOND. Huiler

GEWONE ZEEHOND. Huiler GEWONE ZEEHOND Huiler Je zou het bijna niet geloven, maar een gewone zeehond is een echt roofdier! De zeehond is met zijn gestroomlijnde lichaam, speciale neus en handige snorharen helemaal aangepast op

Nadere informatie

Ronde Tafel Discussie Zeebaars

Ronde Tafel Discussie Zeebaars Ronde Tafel Discussie Zeebaars Vrijdag 20 maart 2015 IMARES, IJmuiden. Aanleiding Op initiatief van de kenniskring Kleinschalige Kust- en zeevisserij werd afgelopen vrijdag 20 maart 2015 een bijeenkomst

Nadere informatie

Zeg ken jij de mossel?

Zeg ken jij de mossel? Zeg ken jij de mossel? Even voorstellen Wat kan de mossel? Hoe wordt de mossel gebruikt? Kwaliteit? Aad Smaal, Wageningen Universiteit ZAZ EXPERT MEETING 28 NOV 2017 De mossel Tweekleppig weekdier Zowel

Nadere informatie

Vissen in de Ardennen

Vissen in de Ardennen Vissen in de Ardennen Inleiding Bent u van plan om uw hengels mee te nemen op vakantie? Hier volgen enkele praktische tips die u kunnen helpen om uw favoriete sport in alle rust te beoefenen. Zoals in

Nadere informatie

DE BRUINVIS. Kleinste walvisachtige van ons grootste natuurgebied, de Noordzee

DE BRUINVIS. Kleinste walvisachtige van ons grootste natuurgebied, de Noordzee DE BRUINVIS Kleinste walvisachtige van ons grootste natuurgebied, de Noordzee Bruinvis paspoort Lengte Gewicht Leeftijd Groepsgrootte 1-10 Voedsel vrouw ± 1,60 m man ± 1,45 m vrouw ± 60 kg man ± 50 kg

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2 NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in Rotterdam

Nadere informatie

Een kink in de kabeljauw. ILVO-Visserij. Visserij. ILVO - Dier (Visserij)

Een kink in de kabeljauw. ILVO-Visserij. Visserij. ILVO - Dier (Visserij) Een kink in de kabeljauw ILVO-Visserij Visserij Mei 2008 Inhoud Inleiding De Belgische situatie Alternatieven voor de boomkor De alternatieve boomkor De garnalenpulskor Alternatieve methodes voor boomkorvaartuigen

Nadere informatie

Introductie in de hardervisserij op de Waddenzee

Introductie in de hardervisserij op de Waddenzee Introductie in de hardervisserij op de Waddenzee www.goedevissers.nl www.wadvistochten.nl Welkom nieuwe hardervisser! Je staat op het punt om aan te monsteren in één van de oudste visserijen die we kennen;

Nadere informatie

WERKBUNDEL SEAFRONT ZEEBRUGGE Niveau 1 (1-2 de leerjaar)

WERKBUNDEL SEAFRONT ZEEBRUGGE Niveau 1 (1-2 de leerjaar) GEBOUW 1 WATER We volgen eens een druppeltje water: 1. een druppeltje water zit in de zee en hij krijgt het zo warm dat het naar boven stijgt. 2. Dat druppeltje water kruipt in een wolk. 3. Als de wolk

Nadere informatie

NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU

NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU NATIONALE AAL MANAGEMENTSPLANNEN BINNEN DE EU De paling, een mythe waarover nog maar weinig bekend is. Een inventarisatie februari 2011 Pagina 1 van 8 NEDERLAND Door de aanwezigheid van te weinig data,

Nadere informatie