EV/DI/ /OPRICHTING STICHTING concept 16 mei 2017

Transcriptie

1 EV/DI/ /OPRICHTING STICHTING concept 16 mei Heden, *, verscheen voor mij, Mr Edith Seline Voskamp, notaris te Rijswijk: * te dezen handelend als gevolmachtigde van: de heer EDWIN AREND LODDER, kwartiermaker CTO Metropool, geboren te 's-gravenhage op vierentwintig april negentienhonderd vijfenvijftig, legitimatie: paspoort met nummer NYC68CJ48, geldig tot zeventien juli tweeduizend vijfentwintig, uitgegeven te Zoetermeer op zeventien juli tweeduizend vijftien, wonende te 2719 TS Zoetermeer, Aluin 3, gehuwd, hierna te noemen: "de oprichter". De verschenen persoon, handelend als gemeld, verklaarde dat de oprichter bij deze een stichting - hierna te noemen: de stichting opricht, die wordt geregeerd door de volgende STATUTEN. Naam en vestigingsplaats. Artikel De stichting draagt de naam: Stichting CTO Metropool Den Haag-Rotterdam- Dordrecht. De verkorte naam van de stichting is "CTO Metropool" 2. De stichting is gevestigd in de gemeente Den Haag. Doel. Artikel 2. De stichting heeft ten doel het creëren van een optimale Topsport CTO/RTO infrastructuur in de Metropool (regio Den Haag, Rotterdam en Dordrecht) waar topsporters en talenten kunnen trainen, studeren en wonen alsmede het verrichten van al hetgeen met het bovenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn. Door nauw samen te werken met partners uit de sport, onderwijs-, kennis- en onderzoekinstellingen, bedrijfsleven en overheid zal de stichting zowel op het gebied van topsport als talentontwikkeling voor alle partijen een win-win situatie en synergie realiseren.

2 - 2 - Vermogen. Artikel Het tot verwezenlijking van het doel van de stichting bestemde vermogen wordt gevormd door: a. giften en donaties; b. subsidies en sponsorbijdragen; c. hetgeen verkregen wordt door erfstellingen of legaten; d. hetgeen verkregen wordt uit door de stichting uitgeoefende activiteiten; e. hetgeen op andere wijze verkregen wordt. 2. De stichting mag geen uitkeringen doen aan een oprichter of aan een bestuurder. Hieronder wordt mede begrepen het genieten van enig voordeel ten laste van de stichting, hetzij rechtstreeks, hetzij middellijk, uit hoofde van aan de stichting geleverde goederen of diensten. 3. Kosten die bestuurders in de uitoefening van hun functie maken, worden hun door de stichting vergoed. Bestuurders ontvangen geen beloning voor hun werkzaamheden. Bestuur; samenstelling. Artikel Het bestuur bestaat uit zes natuurlijke personen, waaronder een bestuurder A, een bestuurder B, een bestuurder C, een bestuurder D en een bestuurder E. 2. Bestuurder A wordt benoemd door de Gemeente Den Haag. Bestuurder B wordt benoemd door de Gemeente Rotterdam. Bestuurder C wordt benoemd door de Gemeente Dordrecht. Bestuurder D wordt benoemd door het Koninklijk Nederlands Watersport Verbond, een vereniging, ingeschreven in het handelsregister onder nummer , of haar rechtsopvolger onder algemene titel. Bestuurder E wordt benoemd door de Nederlandse Volleybal Bond, een vereniging, ingeschreven in het handelsregister onder nummer , of haar rechtsopvolger onder algemene titel. De zesde bestuurder wordt benoemd door het bestuur en heeft de functie van (onafhankelijk) voorzitter. De overige bestuurders kunnen NOC*NSF, een vereniging, ingeschreven in het handelsregister onder nummer , verzoeken om een niet bindende voordracht te doen voor de benoeming van de

3 - 3 - (onafhankelijk) voorzitter. Indien er geen voorzitter in functie is, zal bestuurder A de functie van voorzitter waarnemen. Niet benoembaar tot bestuurder is degeen die verkeert in een toestand als vermeld in de onderdelen b. en c. van lid 5 van dit artikel. Evenmin zijn tot bestuurder benoembaar personen die in de voorafgaande periode van vijf jaar als bestuurder van een stichting door de rechtbank werden ontslagen en personen die in die periode door de overige bestuurders van de stichting werden ontslagen als bestuurder van de stichting. Tenslotte zijn niet tot bestuurder benoembaar personen die een dienstbetrekking hebben, danwel anderszins werkzaam zijn bij één van de stichting betrokken partijen. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk, doch in elk geval binnen drie maanden na het ontstaan ervan, voorzien. Een niet-voltallig bestuur behoudt zijn bevoegdheden. 3. Het bestuur wijst uit zijn midden nog een secretaris en een penningmeester, dan wel in de plaats van de beide laatsten een secretaris-penningmeester, aan. 4. Bestuurders worden benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar. Een aftredende bestuurder kan onmiddellijk tot bestuurder worden herbenoemd. Een bestuurder kan in totaal echter niet langer dan acht jaar bestuurder zijn Bestuurders treden af volgens een door het bestuur op te maken rooster; een volgens rooster aftredende bestuurder is onmiddellijk herbenoembaar. De in een tussentijdse vacature benoemde neemt op het rooster de plaats in van degeen in wiens vacature hij werd benoemd. 5. Een bestuurder verliest zijn functie: a. door zijn overlijden; b. door zijn faillissement of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen of doordat hij surséance van betaling aanvraagt; c. door zijn ondercuratelestelling of de onderbewindstelling van zijn gehele vermogen; d. door zijn vrijwillig aftreden; e. door zijn ontslag door de rechtbank;

4 - 4 - f. door het verstrijken van de periode waarvoor hij is benoemd; g. door zijn ontslag door degene die hem benoemt; h. door het niet meer voldoen aan de kwaliteitseisen die gesteld worden aan de benoembaarheid van bestuurders. Bestuur; taken en bevoegdheden. Artikel Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. Elke bestuurder is tegenover de stichting gehouden tot een behoorlijke vervulling van de hem opgedragen taak. 2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de stichting kunnen worden gekend. 3. Het bestuur is bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen en tot het sluiten van overeenkomsten, waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt. Zodanig besluit kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van het aantal uitgebrachte stemmen. 4. Het bestuur is ook bevoegd te besluiten tot het verrichten van rechtshandelingen terzake waarvan een tegenstrijdig belang bestaat tussen de stichting en een of meer bestuurders. Zodanig besluit kan het bestuur slechts nemen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen. Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en de besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de daaraan verbonden organisatie. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door het bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen

5 Het niet voldaan zijn aan het vereiste gesteld in de laatste zinnen van de beide voorgaande leden kan slechts door de stichting worden ingeroepen. Bestuur; vertegenwoordiging. Artikel Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. 2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende bestuurders en aan een CTO manager wat betreft de rechtshandelingen als bedoeld in artikel 7 lid 3. De bevoegdheid tot vertegenwoordiging door een CTO manager strekt zich binnen de grenzen als vermeld in artikel 7 lid 3 ook uit tot daden van beschikking en omvat ook het recht van substitutie 3. De in de beide vorige leden van dit artikel opgenomen bevoegdheid van het bestuur en bestuurders tot vertegenwoordiging van de stichting bestaat ook indien tussen de stichting en één of meer bestuurders een tegenstrijdig belang bestaat als bedoeld in onder meer artikel 47 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 4. Het bestuur kan besluiten tot de verlening van, hetzij incidentele hetzij doorlopende, volmacht aan één of meer bestuurders, aan een CTO manager, alsook aan anderen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. CTO manager. Artikel Het bestuur kan een CTO manager benoemen. Het bestuur stelt de arbeidsvoorwaarden van de CTO manager vast. Hierbij wordt rekening gehouden met de richtlijnen uit de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen. 2. De CTO manager is belast met de dagelijkse leiding van de activiteiten van de stichting en draagt zorg voor de uitvoering van die besluiten waarvan de uitvoering door het bestuur aan hem is opgedragen. Voorts is de CTO manager belast met de dagelijkse leiding over de werkorganisatie en draagt zorg voor de inrichting van de werkorganisatie. 3. De taken, bevoegdheden en de nadere regels ten aanzien van het functioneren van de CTO manager worden geregeld in een reglement. Het bepaalde in artikel

6 is hierop van toepassing. Bestuur; werkwijze. Artikel Zowel de voorzitter als de CTO manager, ieder afzonderlijk, alsmede ten minste twee van de overige bestuurders gezamenlijk, zijn bevoegd een vergadering van het bestuur bijeen te roepen. 2. De bijeenroeping van de vergaderingen van het bestuur geschiedt door de in het voorgaande lid bedoelde personen, dan wel namens dezen door de secretaris, schriftelijk, met inachtneming van een termijn van ten minste zeven dagen, de dag van bijeenroeping en die van de vergadering niet meegerekend, onder opgave van de dag, het aanvangstijdstip en de plaats van de vergadering alsmede van de te behandelen onderwerpen (agenda). 3. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden ter plaatse te bepalen door degeen die de vergadering bijeenriep, dan wel deed bijeenroepen, casu quo met inachtneming van het navolgende. Het bestuur kan bij reglement dan wel bijzonder daartoe strekkend besluit bepalen in welke plaats(en) de bestuursvergaderingen zullen worden gehouden. 4. Indien werd gehandeld in strijd met enige bepaling van de twee vorige leden kan het bestuur niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits de ter vergadering afwezige bestuurders vóór het tijdstip van de vergadering schriftelijk zullen hebben verklaard zich niet tegen besluitvorming te verzetten. 5. Een bestuurder kan zich door een andere bestuurder ter vergadering schriftelijk doen vertegenwoordigen. Een bestuurder kan niet meer dan één medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen. 6. In de vergaderingen van het bestuur heeft iedere bestuurder één stem. Voorzover in deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven, worden de besluiten door het bestuur genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen in een vergadering waarin ten minste de helft van het aantal bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stemmen bij een stemming over de benoeming van personen, dan is deze persoon niet benoemd.

7 - 7 - Indien bij een stemming over de benoeming van personen kan worden gekozen tussen meer dan twee personen en daarbij door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen, die het grootste aantal stemmen kregen, zonodig na tussenstemming over personen die een gelijk aantal stemmen verkregen. Indien voor het nemen van een besluit het vereiste aantal bestuurders niet aanwezig of vertegenwoordigd is, kan geen tweede vergadering worden bijeengeroepen. Leiding van de vergaderingen; notulen; besluitvorming buiten vergadering. Artikel De voorzitter leidt de vergaderingen van het bestuur; bij zijn afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding. 2. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de vergaderingen worden gehouden. Wanneer de voorzitter een van het navolgende afwijkende wijze van stemming bepaalde, zullen evenwel, indien één of meer bestuurders dit vóór de stemming verlangen, stemmingen over de benoeming van personen schriftelijk geschieden en stemmingen over zaken hoofdelijk. Een schriftelijke stemming vindt plaats bij anonieme gesloten stembriefjes. 3. Het door de voorzitter van de vergadering ter vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voorzover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een bestuurder dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming. 4. Van het verhandelde in de vergaderingen van het bestuur worden notulen gehouden door de secretaris of door de daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon. De notulen worden vastgesteld in dezelfde of in een volgende, zo redelijkerwijs mogelijk de eerstvolgende, vergadering en ten blijke daarvan door de voorzitter

8 - 8 - en de notulist van die vergadering ondertekend. 5. Het bestuur kan ook op andere wijze dan in een vergadering besluiten nemen, mits alle bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen en geen van hen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet. Een besluit is alsdan genomen, indien de vereiste meerderheid van de bestuurders zich vóór het voorstel heeft verklaard. Deze stemmen dienen schriftelijk te zijn uitgebracht. Onder "schriftelijk" wordt hier verstaan: per e- mail, per telefax of via enig ander telecommunicatiemiddel dat in staat is geschreven tekst over te brengen. Van elk buiten vergadering genomen besluit wordt mededeling gedaan in de eerstvolgende vergadering, welke mededeling in de notulen van die vergadering wordt vermeld. De uitgebrachte stemverklaringen worden bij deze notulen gevoegd. Boekjaar; verslaggeving; begroting. Artikel Het boekjaar van de stichting is het kalenderjaar. 2. De penningmeester sluit per de laatste dag van het boekjaar de boeken van de stichting af en maakt daaruit zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee maanden na afloop van het boekjaar, een balans en een staat van baten en lasten op over het verstreken boekjaar. De penningmeester zendt deze stukken vóór het einde van de in de voorgaande zin bedoelde termijn aan alle bestuurders. Deze stukken worden door het bestuur in een vergadering, te houden binnen drie maanden na afloop van het boekjaar, vastgesteld en ten blijke daarvan door alle bestuurders ondertekend. Ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt. 3. Het bestuur kan, alvorens tot de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten over te gaan, deze stukken doen onderzoeken door een door hem aan te wijzen accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. Deze deskundige brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur en legt daaromtrent een verklaring af. 4. In een vergadering te houden vóór de afloop van het boekjaar stelt het bestuur

9 - 9 - een begroting van de baten en lasten van het volgende boekjaar vast. Het ontwerp daarvoor wordt door de penningmeester gemaakt en aan alle bestuurders toegezonden uiterlijk in de voorlaatste maand van het boekjaar voorafgaand aan dat waarop de begroting betrekking heeft. 5. Het bestuur kan besluiten dat de secretaris een verslag zal opmaken over de gang van zaken in de stichting en over het door het bestuur gevoerde beleid in het verstreken boekjaar. Als het bestuur zodanig besluit heeft genomen is het bepaalde in lid 2 van dit artikel van overeenkomstige toepassing. Reglementen. Artikel Het bestuur kan een of meer reglementen vaststellen waarin al hetgeen naar zijn oordeel regeling of nadere regeling behoeft, wordt opgenomen. Een reglement wordt schriftelijk vastgelegd met vermelding van de dag waarop het van kracht wordt, welke datum niet kan zijn gelegen vóór die waarop het besluit werd genomen. Het bestuur kan reglementen wijzigen en intrekken. 2. Bepalingen opgenomen in een reglement die strijdig zijn met de wet en/of met deze statuten zijn onverbindend. Intentieovereenkomst. Artikel 11A. De publiekrechtelijke en privaatrechtelijke rechtspersonen die het recht hebben een bestuurder te benoemen in de statuten zullen hun samenwerking in de stichting nader regelen in een intentieovereenkomst die schriftelijk vastgelegd zal worden. In de intentieovereenkomst komen de volgende onderwerpen aan de orde: a. Uitgangspunten en doelstelling van de stichting CTO Metropool; b. Accreditatie door NOC*NSF en topsportprogramma s; c. Bestuursmodel en voorgenomen ontwikkeling; d. Dagelijkse leiding; e. Financiering; f. Detachering medewerkers. Statutenwijziging. Artikel 12.

10 Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen. 2. Het besluit van het bestuur tot statutenwijziging kan slechts worden genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. 3. Bij de oproeping tot de vergadering, waarin een voorstel tot statutenwijziging zal worden gedaan, dient dit steeds te worden vermeld. Tevens dient een afschrift van het voorstel, bevattende de woordelijke tekst van de voorgestelde wijziging, bij de oproeping te worden gevoegd. De termijn van de oproeping bedraagt in dit geval ten minste twee weken. 4. Een statutenwijziging treedt in werking op het door het bestuur bij het besluit tot statutenwijziging bepaalde tijdstip, doch niet eerder dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Bestuurders die bevoegd zijn tot vertegenwoordiging van de stichting zijn tevens bevoegd deze akte te doen verlijden. Het bestuur kan een of meer bestuurders en ook anderen, zowel gezamenlijk als afzonderlijk, machtigen de akte van statutenwijziging te doen verlijden. Daarvan dient te blijken uit een geschrift. Indien zodanige machtiging door het bestuur is verleend, sluit zij, tenzij anders is vermeld, de bevoegdheid in tot het verlenen van opdracht aan de notaris. 5. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en een volledige doorlopende tekst van de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister. Fusie; splitsing; omzetting. Artikel 13. Op een besluit van het bestuur tot fusie of splitsing in de zin van Titel 7 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek alsook op een besluit van het bestuur tot omzetting van de stichting in een andere rechtsvorm overeenkomstig artikel 18 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, is het bepaalde in de leden 2 en 3 van het vorige artikel zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing, zulks onverminderd de eisen van de wet. Ontbinding en vereffening. Artikel Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in de leden 2 en 3

11 van artikel 12 zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. 2. Een eventueel batig saldo zal worden uitgekeerd aan degenen die hebben bijgedragen aan de vorming van het vermogen van stichting en wel naar rato van hun bijdrage. 3. De vereffening geschiedt door de bestuurders. De bestuurders kunnen als vereffenaars bij besluit genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van hun aantal, steeds een of meer van hen met de verdere vereffening belasten alsook in hun plaats en/of naast hen een of meer anderen. 4. De vereffenaars dragen er zorg voor dat van de ontbinding inschrijving geschiedt in het handelsregister. 5. Blijkt aan de vereffenaar(s) dat de schulden van de stichting de baten vermoedelijk zullen overtreffen dan doet/doen hij/zij aangifte tot faillietverklaring, tenzij alle bekende schuldeisers desgevraagd, schriftelijk, instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement. 6. Na de ontbinding blijft de stichting voortbestaan voorzover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van deze statuten zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de stichting uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden "in liquidatie". 7. De stichting houdt op te bestaan op het tijdstip waarop geen aan haar dan wel aan de vereffenaar(s) bekende baten meer aanwezig zijn. De vereffenaar(s) doet/doen van het ophouden te bestaan van de stichting opgave aan het handelsregister. 8. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden stichting gedurende de door de wet bepaalde termijn onder berusting van de door de vereffenaar(s) aangewezen persoon. Deze persoon is gehouden zijn aanwijzing ter inschrijving op te geven aan het handelsregister. Slotbepaling. Artikel 15. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op eenendertig december

12 tweeduizendzeventien. *FACULTATIEF *Overgangsbepaling. Artikel 16. In afwijking van het bepaalde in lid 1 van artikel 4 bestaat het bestuur tot een door het bestuur te bepalen tijdstip doch uiterlijk tot *een september tweeduizendzeventien uit *één/... bestuurder*s die alle bestuursfuncties *uitoefent/uitoefenen zonder enige titel te voeren. Deze *bestuurder*s *is/zijn gehouden onverwijld, doch in elk geval vóór gemelde datum, te voorzien in de samenstelling van het bestuur overeenkomstig artikel 4. Slotverklaring. Ten slotte is namens de oprichter verklaard: *Benoemd is tot bestuurder * OF *Benoemd zijn tot bestuurders in de achter hun naam vermelde letter en functie: 1. *, geboren te * op *, voorzitter; 2. *, geboren te * op *, bestuurder A, *secretaris*penningmeester; 3. *, geboren te * op *, bestuurder B, *secretaris*penningmeester; 4. *, geboren te * op *, bestuurder C, *secretaris*penningmeester; 5. *, geboren te * op *, bestuurder D, *secretaris*penningmeester; 6. *, geboren te * op *, bestuurder E, *secretaris*penningmeester. Volmacht../. De volmacht is vervat in een geschrift, dat aan deze akte zal worden gehecht. Slot akte. Deze akte is in minuut opgemaakt en verleden te Rijswijk op de datum in de aanhef van deze akte vermeld. Nadat de inhoud van deze akte zakelijk aan de verschenen persoon is opgegeven en toegelicht, heeft deze verklaard van de inhoud van deze akte kennis te hebben genomen en op volledige voorlezing daarvan geen prijs te stellen. Vervolgens is deze akte, na beperkte voorlezing overeenkomstig de wet, door de verschenen persoon, die mij, notaris, bekend is, en mij, notaris, ondertekend.