CALL FOR PROPOSALS Onderzoeksprogramma Sport Juli 2012

Transcriptie

1 Technologiestichting STW NWO-Geesteswetenschappen ZonMw In opdracht van het Ministerie van VWS en NOC*NSF In samenwerking met Stichting Innovatie Alliantie CALL FOR PROPOSALS Onderzoeksprogramma Sport Juli 2012 Deadline projectideeën: 13 september 2012, vóór 12:00 uur Deadline uitgewerkte aanvragen: 27 november 2012, vóór 12:00 uur 1

2 2

3 Inhoud 1. ACHTERGROND VAN HET PROGRAMMA Budget en looptijd Geldigheidsduur call for proposals RICHTLIJNEN VOOR AANVRAGERS Aanvragers Consortium Onderzoeksprojecten, subsidies Bijdragen onderzoeksinstellingen, (potentiële) gebruikers Beoordelingsprocedure Procedure Criteria Ontvankelijkheid Criteria voor projectideeën Criteria voor uitgewerkte aanvragen Opstellen en indienen van een aanvraag Het opstellen van een aanvraag Het indienen van een aanvraag Contact en overige informatie Contact Inhoudelijke vragen Technische vragen Overige informatie, downloads

4 1. ACHTERGROND VAN HET PROGRAMMA Het onderzoeksprogramma Sport is ontwikkeld om het wetenschappelijk onderzoek op het terrein van sport te versterken en duurzame kennis ten behoeve van beleid en praktijk op te bouwen. Het ministerie van VWS en NOC*NSF hebben de Technologiestichting STW, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek/Geesteswetenschappen (NWO/G) en ZonMw de opdracht gegeven een integraal onderzoeksprogramma Sport te ontwikkelen. Dit in samenwerking met de Stichting Innovatie Alliantie (SIA). Daarnaast overweegt TNO partner te worden bij het programma door menskracht beschikbaar te stellen voor samenwerkingsverbanden op projectniveau. Met dit programma wordt uitvoering gegeven aan het Sectorplan sportonderzoek en onderwijs Fundament onder de Olympische Ambities. De terreinen waarop het onderzoeksprogramma Sport zich concentreert zijn ondergebracht in de volgende pijlers: Presteren, gericht op het optimaliseren van (top)sportprestaties en bevorderen van innovaties (aandachtsgebieden: adaptatie en herstel; motorisch leren; weerstand; monitoring en feedback) Meedoen, gericht op sportparticipatie en de betekenis daarvan voor de samenleving (aandachtsgebieden: participeren in sport; sport, cultuur en identiteit; maatschappelijke betekenis van sport) Vitaal, gericht op het bevorderen van vitaliteit en gezondheid door sportief bewegen (aandachtsgebieden: stimuleren sportieve/actieve leefstijl; preventie en curatie van sportgerelateerde gezondheidsproblemen; sport en bewegen als therapie). Deze drie terreinen vormen de pijlers waaruit het programma is opgebouwd. De onderlinge samenhang en afbakening van de pijlers komt tot uiting in de inhoud en de organisatie. Het gaat nadrukkelijk om een integraal programma, met zoveel mogelijk dezelfde procedures, randvoorwaarden en beoordelingscriteria. Voor een toelichting op de drie pijlers van het programma raadpleegt u de programmatekst, zie hiervoor de websites en/of Voor het gehele programma geldt dat: aanvragen zowel op wetenschappelijke kwaliteit als maatschappelijke relevantie worden beoordeeld; valorisatie en aansluiting op de (beroeps)praktijk een belangrijke randvoorwaarde is; samenwerking tussen onderzoekers en (potentiële) gebruikers verplicht is. Aanvragen moeten om die reden in de vorm van een consortium worden ingediend, d.w.z. een samenwerkingsverband tussen onderzoekers en (potentiële) gebruikers. Onder (potentiële) gebruikers wordt verstaan de sportsector (sportverenigingen, sportbonden, andere sportaanbieders), het (sportgerelateerde) onderwijs, de zorg en overheden die sportbeleid voeren, het bedrijfsleven waaronder ook het MKB (mede in verband met sportinnovaties) en maatschappelijke organisaties; de (potentiële) gebruikers in het consortium dragen in geld en/of in natura bij aan de projecten waarin zij participeren. 1.1 Budget en looptijd Het onderzoeksprogramma Sport heeft een looptijd van 4 jaar ( ). Het beschikbare budget vanuit het onderzoeksprogramma Sport in deze subsidieronde is in totaal 9,75 miljoen en zal evenredig worden verdeeld over de drie pijlers. Een deel van het budget wordt gereserveerd voor pijleroverstijgende aanvragen. 2

5 1.2 Geldigheidsduur call for proposals De call for proposals is geldig voor deze subsidieronde die een sluitingsdatum kent op 13 september 2012 voor projectideeën en 27 november 2012 voor uitgewerkte aanvragen. 3

6 2. RICHTLIJNEN VOOR AANVRAGERS Subsidieaanvragen geven uitwerking aan één of meer van de pijlers van het onderzoeksprogramma Sport: Presteren (STW), Meedoen (NWO/G) of Vitaal (ZonMw). U dient een subsidieaanvraag in bij de voor uw aanvraag meest geschikte pijler. Bij pijleroverstijgende aanvragen, d.w.z. aanvragen die uitwerking geven aan meer dan één pijler, dient u in bij de pijler waar het zwaartepunt van de aanvraag ligt. Indien bepaalde randvoorwaarden voor het indienen van subsidieaanvragen, procedures en beoordelingscriteria voor een specifieke pijler afwijken, wordt dat in deze call vermeld. De subsidieronde kent twee fases, namelijk (a) een fase van projectideeën en (b) een fase van uitgewerkte aanvragen. 2.1 Aanvragers Aanvragen kunnen worden ingediend door senior onderzoekers, d.w.z. ervaren gepromoveerde onderzoekers met een aanstelling bij aan a) een Nederlandse universiteit/umc en/of b) een van de KNAW- en NWO-instituten (zie ook de Regeling Subsidieverlening NWO, art 1.1.1; Subsidievoorwaarden en subsidiebepalingen ZonMw); senior onderzoekers, die ten minste over een masterdiploma beschikken en een aanstelling hebben bij een Nederlandse hogeschool; senior onderzoekers, die ten minste over een masterdiploma beschikken en een aanstelling hebben bij het Mulier Instituut. De bovenvermelde senioronderzoekers moeten een vaste aanstelling hebben of een tijdelijke aanstelling gedurende de looptijd van het aanvraagproces en het onderzoek. 2.2 Consortium Binnen het onderzoeksprogramma Sport is samenwerking tussen onderzoekers en (potentiële) gebruikers verplicht. Onder (potentiële) gebruikers wordt verstaan de sportsector (sportverenigingen, sportbonden, andere sportaanbieders), het (sportgerelateerde) onderwijs, de zorg, overheden, het bedrijfsleven waaronder het MKB (mede in verband met sportinnovaties) en maatschappelijke organisaties. De leden van het consortium worden betrokken bij de opzet van het onderzoek en bij de uitvoering ervan. De (potentiële) gebruikers in het consortium dragen in geld en/of in natura bij aan de projecten waarin zij participeren. De omvang van deze bijdrage is ten minste 30% van het bedrag waarvoor subsidie wordt gevraagd. Bij de projectideeën moet(en) een brief/brieven worden toegevoegd - als afzonderlijke bijlage(n) bij de factsheet in pdf-formaat - waaruit de intentie blijkt van (potentiële) gebruikers om aan het project bij te dragen. Uit deze brief/brieven moet ook duidelijk worden of de voorgenomen bijdragen in geld en/of in natura zullen zijn en wat de indicatieve omvang ervan zal zijn. De brief/brieven moet(en) zijn ondertekend door een tekenbevoegd persoon -en op briefpapier- van de betreffende organisaties en/of bedrijven zijn geprint. Aan de uitgewerkte aanvraag moet(en) een steunbrief/-brieven worden toegevoegd - als afzonderlijke bijlage(n) bij de factsheet in pdf-formaat - ter bevestiging van de door de partners te leveren bijdragen. In de steunbrief moet expliciet de toegezegde financiële dan wel de 4

7 gekapitaliseerde materiële en/of personele bijdrage worden vermeld. De brief moeten zijn ondertekend door een tekenbevoegd persoon- en op briefpapier - van de partner(s) zijn geprint. 2.3 Onderzoeksprojecten, subsidies Onderzoeksprojecten Het onderzoeksprogramma Sport kent twee typen onderzoeksprojecten of subsidievormen, elk met een maximale looptijd van 4 jaar: 1) onderzoeksprojecten met een maximaal aan te vragen subsidiebedrag van ; 2) onderzoeksprojecten met een maximaal aan te vragen subsidiebedrag van Voor beide typen onderzoeksprojecten geldt dat subsidies alleen kunnen worden aangevraagd voor onderzoeksprojecten waaraan ten minste twee (deeltijd)onderzoekers deelnemen; voorstellen voor individuele projecten kunnen niet worden ingediend. Bij de tweede subsidievorm, waarbij de maximale subsidieomvang bedraagt, geldt als extra voorwaarde dat de betrokken onderzoekers afkomstig moeten zijn uit (a) verschillende disciplines en (b) verschillende onderzoeksinstellingen (universiteiten/umc, hogescholen, wetenschappelijke instituten). Deze subsidievorm is er mede op gericht de onderlinge samenwerking te stimuleren tussen onderzoekers van diverse disciplines èn onderzoeksinstellingen. Subsidies Voor de subsidievoorwaarden per pijler wordt u verwezen naar de subsidievoorwaarden van respectievelijk NWO voor Meedoen en Presteren en ZonMw voor Vitaal. Alleen de volgende categorieën kunnen voor subsidie opgevoerd worden: - Personele kosten (voor specifieke voorwaarden wordt u verwezen naar de subsidievoorwaarden van respectievelijk NWO voor Meedoen en Presteren en ZonMw voor Vitaal): Aio-plaatsen (maximale subsidietermijn van 4 jaar op basis van 1,0 fte); Postdoc-plaatsen (maximale subsidietermijn van 3 jaar op basis van 1,0 fte; de minimale omvang van de aanstelling is 0,5 fte voor minimaal 1 jaar); Embedded research-plaatsen; (Vervangings)subsidies voor aanvragers (NWO/STW, zie hieronder); voor onderzoekers (ZonMw, zie subsidievoorwaarden); (Vervangings)subsidies voor docentonderzoekers die een aanstelling hebben bij een hogeschool; - Materiële kosten direct gerelateerd aan het onderzoek (materialen, reizen, valorisatie, apparatuur en nieuwe investeringen). Daarbij geldt dat ten minste 5 % van het totale projectbudget dus inclusief de bijdragen van de (potentiële) gebruikers - gereserveerd moet worden voor valorisatiedoeleinden; - Subsidie voor materiële kosten van aio s en postdocs. Voor aio s en postdocs (uitsluitend voor nieuwe aanstellingen, niet voor zittend personeel) zijn middelen beschikbaar tot een maximum van voor de gehele projectperiode voor kosten die direct gerelateerd zijn aan het onderzoek (bijv. promotiekosten en (buitenlands) congresbezoek). Embedded research-plaatsen Embedded research (praktijkonderzoek/onderzoek van embedded scientists ) kan verschillende vormen aannemen. Het kan gaan om een onderzoeker die tijdelijk gestationeerd is bij een bedrijf of organisatie (bijv. een sportbond) en daar onderzoek doet. Onderzoekers en kennisgebruikers kunnen zo samen iets onderzoeken of verder ontwikkelen. Het kan ook gaan om iemand uit de sportwereld die tijdelijk of voor een gedeelte van de werktijd werkzaam is binnen een onderzoeksomgeving onder begeleiding van een senior onderzoeker. In alle gevallen betreft het nadrukkelijk onderzoeksplaatsen. 5

8 De subsidie kan gebruikt worden voor tijdelijke aanstellingen van personeel aan de instelling/organisatie/het bedrijf waar zij gestationeerd worden (junior-onderzoeker, aio en postdoc). In het geval van een junior-onderzoeker zal op basis van ervaring en type werkzaamheden het aangevraagde bedrag worden getoetst. Voor het aanvragen van subsidie voor embedded researchplaatsen gelden de volgende voorwaarden: de maximaal aan te vragen subsidie is , de minimale omvang bedraagt ; De minimale duur is zes maanden, de maximale duur 48 maanden. In alle gevallen van subsidieverlening wordt de subsidie verstrekt aan de aanvragende onderzoeksinstelling en niet rechtstreeks aan een bedrijf of organisatie waar een onderzoeker tijdelijk wordt gestationeerd. Voor NWO en STW gelden voor personele kosten naast het bovenstaande de volgende regeling. Voor ZonMw wordt verwezen naar de subsidievoorwaarden ZonMw: Aio- en postdocplaatsen De aio- en postdoc-plaatsen zijn bedoeld voor nieuw en tijdelijk personeel. Deze kunnen dus niet worden ingezet voor zittend personeel (dat geldt ook voor de aanvrager(s) zelf). Alleen voor het Mulier Instituut geldt dat personele kosten mogen worden aangevraagd voor zittend personeel. Hierbij zijn de boven vermelde randvoorwaarden ten aanzien van i) de categorieën waarvoor subsidie kan worden aangevraagd, ii) de looptijd van de projecten en iii) omvang en duur van de verschillende typen aanstellingen onverminderd van toepassing. Aan een subsidie voor een aio is de voorwaarde verbonden dat deze onderzoeker promoveert aan een universiteit met een hoogleraar als promotor. Vervangingssubsidies Aanvragers kunnen voor zichzelf een vervangingssubsidie aanvragen. De vervangingssubsidie is een subsidie ten behoeve van (hoofd en/of mede-)aanvragers in dienst van de instelling. De werkgever kan hiermee de kosten dekken voor een vervanger die het niet-onderzoeksdeel van de taken van de aanvrager(s) overneemt (zoals onderwijstaken). De aanvrager(s) worden op die manier vrijgesteld om in het onderzoeksproject te participeren en bij te dragen aan de producten. De vervangingssubsidie is dus nadrukkelijk geen subsidie voor begeleiding van projectmedewerkers, maar bedoeld voor een nieuwe activiteit van de aanvrager(s). Eventuele meerkosten, voortvloeiende uit de aanstelling van de vervanger, komen voor rekening van de instelling (niet voor STW/NWO). Aangegeven moet worden op welke wijze (duur en fte) in de vervanging is of wordt voorzien. Voor aanvragers van universiteiten, NWO- en KNAW-instituten is de omvang van de vervangingssubsidie in totaal maximaal ,-- per project voor een periode van maximaal 24 maanden op basis van 0,5 fte per jaar. Spreiding van de omvang over meerdere jaren is toegestaan. De aanvrager of mede-aanvrager mag het maximale bedrag aanvragen, ook mogen ze het bedrag delen. Het is dus een maximaal bedrag per project. Uitsluitend voor aanvragers verbonden aan het Mulier Instituut geldt dat de maximale omvang van de vervangingssubsidie bedraagt (uitgaande van maximaal 48 maanden op basis van 0,5 fte). Per jaar is er dus maximaal beschikbaar voor een vervanging op basis van 0,5 fte. Vervangingssubsidies zoals hierboven beschreven - kunnen in het onderzoeksprogramma Sport ook worden aangevraagd voor docentonderzoekers die een aanstelling hebben bij een hogeschool. De maximale omvang van de vervangingssubsidie bedraagt (uitgaande van maximaal 48 maanden op basis van 0,5 fte). Per jaar is er dus maximaal beschikbaar voor een vervanging op basis van 0,5 fte. Bij subsidies voor aanvragers aan een Nederlandse universiteit/umc, een van de NWO-en KNAWinstituten, en het Mulier Instituut, geldt dat de personele kosten worden gesubsidieerd in overeenstemming met de overeenkomst van NWO en VSNU Akkoord bekostiging wetenschappelijk 6

9 onderzoek De instelling waar het onderzoek wordt uitgevoerd dient akkoord te gaan met de bepalingen in de overeenkomst van NWO en VSNU Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek Ook zijn altijd de Algemene Subsidiebepalingen NWO 2011 integraal van toepassing. Bij subsidies voor aanvragers aan een Nederlandse hogeschool dient de instelling waar het onderzoek wordt uitgevoerd akkoord te gaan met de bepalingen die door STW/NWO en SIA in gezamenlijkheid voor het HBO worden vastgesteld. Deze bepalingen worden gebaseerd op de overeenkomst van NWO en VSNU Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek 2008 en de Algemene Subsidiebepalingen NWO 2011 maar houden rekening met de specifieke context van het HBO. 2.4 Bijdragen onderzoeksinstellingen, (potentiële) gebruikers Bijdragen onderzoeksinstellingen De onderzoeksinstelling waar het onderzoek wordt uitgevoerd draagt zorg voor de benodigde infrastructuur, waaronder huisvesting en de begeleiding van de projectmedewerkers. Kosten voor computers, reguliere software en andere kosten die behoren bij de standaardfaciliteiten van de universiteiten en onderzoeksinstellingen zijn uitgesloten van subsidie. Dat geldt ook voor de kosten voor management en coördinatie van onderzoeksprojecten. Wanneer onderzoeksinstellingen naast de benodigde infrastructuur ook op andere wijze bijdragen aan het onderzoek, wordt hun bijdrage niet meegerekend in de verplichte bijdrage van 30% van de (potentiële) gebruikers. Bijdragen (potentiële) gebruikers Voor alle onderzoeksprojecten is een bijdrage van de (potentiële) gebruikers binnen het consortium vereist. De omvang van deze bijdrage dient ten minste 30% te zijn van het bedrag waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Een voorbeeld: bij een subsidiebedrag van dienen de begrote kosten ten minste te zijn, waarvan ten minste wordt bijgedragen door de externe partner(s). De bijdrage van de (potentiële) gebruikers kan verschillende vormen aannemen: het beschikbaar stellen van financiële middelen, het beschikbaar stellen van personeel als ook het verzorgen van activiteiten ten behoeve van de valorisatie. In natura bijdragen worden alleen geaccepteerd onder de voorwaarde dat die integraal onderdeel zijn van het onderzoeksplan en als identificeerbare inspanning kunnen worden aangetoond. Begeleiding, consultancy en/of deelname aan het consortium vallen hier niet onder. Niet-financiële bijdragen dienen te worden gekwantificeerd. Voor het kwantificeren van de in natura bijdragen van potentiële partners worden twee integrale uurtarieven geaccepteerd met een maximum van elk van uren per jaar, namelijk (1) een senior-onderzoek-uurtarief van 116, toepasbaar voor alle medewerkers met een academische opleiding; en (2) een junioronderzoek-uurtarief van 81, toepasbaar voor alle medewerkers met een hbo-opleiding. Gekwantificeerde in natura bijdragen die worden opgevoerd in de begroting moeten corresponderen met de steunbrief waarin de toezegging van de bijdrage en de hoogte van bedrag door de gebruiker worden bevestigd. STW/NWO/ZonMw bepalen of de hoogte van het genoemde matchingbedrag aan de gestelde eis voldoet, dat wil zeggen ten minste 30% bedraagt van het bedrag waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Voor verdere uitgangspunten en voorwaarden voor samenwerking met commerciële partijen zie de programmatekst, zie hiervoor de websites en 7

10 Subsidievoorwaarden, gedragscode Op deze call for proposals zijn van toepassing: voor de pijlers Presteren en Meedoen de Algemene Subsidievoorwaarden van NWO ( voor de pijler Vitaal de Algemene Subsidievoorwaarden van ZonMw ( Verder geldt de Gedragscode Belangenverstrengeling ( 8

11 3. Beoordelingsprocedure 3.1 Procedure De beoordelingsprocedure kent twee fases, namelijk (a) de fase waarin de projectideeën beoordeeld worden en (b) de fase waarin de uitgewerkte aanvragen beoordeeld worden. Projectideeën en uitgewerkte aanvragen moeten binnen de kaders van het programma vallen. Projectideeën Indiening van een projectidee, voorafgaand aan een uitgewerkte aanvraag, is verplicht. STW/NWO/ZonMw stellen de administratieve ontvankelijkheid van de projectideeën vast (zie 3.2.1). Binnen de verschillende pijlers Vitaal, Presteren en Meedoen beoordeelt de betreffende pijlercommissie vervolgens de projectideeën aan de hand van de daartoe opgestelde criteria (zie 3.2.2). Pijleroverstijgende projectideeën worden beoordeeld door de pijlercommissie waar het zwaartepunt van het projectidee ligt. Dit met consultatie van de commissie(s) van de andere pijler(s) waarop de aanvraag eveneens betrekking heeft. Voor een pijleroverstijgend projectidee neemt u voorafgaand aan de indiening contact op met het secretariaat van de pijler waar het zwaartepunt van uw aanvraag ligt. De projectideeën worden beoordeeld op hun (vooruitzicht op) wetenschappelijke kwaliteit en hun (vooruitzicht) op maatschappelijke relevantie. De als beste beoordeelde projectideeën worden geselecteerd voor uitwerking. Daarbij geldt de vuistregel dat ca. 1,5 maal het aantal te honoreren projecten in deze fase wordt voorgedragen. Alleen projectideeën met voldoende vooruitzicht op zowel wetenschappelijke kwaliteit als maatschappelijke relevantie, kunnen een advies ontvangen om een uitgewerkte subsidieaanvraag in te dienen. De pijlercommissies leggen hun oordeel in de vorm van een advies voor aan de stuurgroep. Deze besluit op basis van de voordrachten welke aanvragers al dan niet een positief advies ontvangen om een uitgewerkte aanvraag in te dienen. Daarbij kunnen ook beleidsmatige overwegingen een rol spelen. Een voorbeeld daarvan is de spreiding van de voorstellen over de aandachtsgebieden binnen de pijlers. Uitgewerkte aanvragen 1 De pijlercommissies beoordelen de uitgewerkte subsidieaanvragen op maatschappelijke relevantie en wetenschappelijke kwaliteit. Pijleroverstijgende aanvragen worden beoordeeld door de pijlercommissie waar het zwaartepunt van de aanvraag ligt. Dit met consultatie van de commissie(s) van de andere pijler(s) waarop de aanvraag eveneens betrekking heeft. Het voorgenomen oordeel van de pijlercommissie wordt opgestuurd naar de hoofdaanvrager, die in staat wordt gesteld een weerwoord te geven. Op basis van de aanvraag, het voorgenomen oordeel en het weerwoord besluit de pijlercommissie tot een definitief oordeel en stelt een prioriteitsvolgorde op. Dit oordeel en de prioriteitsvolgorde komen tot stand op basis van de scores van de aanvragen op de criteria wetenschappelijke kwaliteit en maatschappelijke relevantie. Daarbij wegen beide criteria even zwaar. Alleen aanvragen die op wetenschappelijk kwaliteit als ten minste goed beoordeeld worden en maatschappelijk relevant zijn, komen in aanmerking voor subsidie. De pijlercommissies adviseren de stuurgroep over de te honoreren aanvragen. De stuurgroep toetst de beoordelingsprocedure marginaal en stelt vervolgens op basis van het advies van de pijlercommissies - een voordracht op voor de te honoreren aanvragen. Daarbij kunnen beleidsmatige overwegingen een rol spelen. Een voorbeeld daarvan is evenals bij de projectideeën - de spreiding van de voorstellen over de aandachtsgebieden binnen de pijlers. De (gebieds)besturen van STW, In het uitzonderlijke geval er minimaal 4 keer zoveel voorstellen worden ingediend dan gefinancierd kunnen worden, vindt er een voorselectie plaats. 9

12 NWO en ZonMw nemen op basis van het advies van de stuurgroep het besluit over de te honoreren aanvragen. Globale planning Datum Mijlpaal 13 september uur Deadline indienen projectidee medio oktober 2012 Ontvangst advies stuurgroep projectidee wel/niet uitwerken 27 november uur Deadline indienen uitgewerkte aanvraag 15 januari 2013 Ontvangst voorgenomen oordeel pijlercommissie 22 januari 2013 Deadline wederhoor 1 maart 2013 Besluit wel/niet toekennen aanvragen 1 oktober 2013 Uiterste startdatum onderzoeksprojecten 3.2 Criteria Ontvankelijkheid Bij de ontvankelijkheid voor projectideeën en uitgewerkte aanvragen wordt gekeken naar de technische aspecten van de aanvraag: - de aanvraag is elektronisch ingediend via het indiensysteem van de desbetreffende pijlerorganisatie (voor Presteren en Meedoen: Iris, STW en NWO respectievelijk; voor Vitaal: ProjectNet, ZonMw); - de aanvraag is voor de deadline ingediend; - de aanvraag is correct en volledig opgesteld 2 ; - de aanvraag is volgens het opgegeven format; - de aanvraag is ingediend door een senior onderzoeker verbonden aan een Nederlandse universiteit / UMC, hogeschool, een door NWO erkende onderzoeksinstelling of het Mulier Instituut; - alleen ingeval van een projectidee: de aanvraag is opgesteld in het Engels of in het Nederlands; - alleen ingeval van een projectidee: de intentieverklaring van de externe partner(s) is op het bureau ontvangen - als afzonderlijke bijlage(n) bij de factsheet in pdf-formaat. De pijlercommissies beoordelen vervolgens of de aanvragen in inhoudelijk opzicht ontvankelijk zijn: - de aanvraag valt binnen de kaders van het onderzoeksprogramma Sport en heeft betrekking op één of meer van de drie pijlers (Presteren, Meedoen, Vitaal). Bij de ontvankelijkheid van de uitgewerkte aanvragen wordt tevens gekeken of: - voldaan is aan de voorwaarde dat eerst een vooraanmelding is ingediend; - de aanvraag in het Engels is opgesteld; - de verklaring en ondertekening door de aanvrager en instelling waar onderzoek wordt uitgevoerd, is ontvangen - als afzonderlijke bijlage bij de factsheet in pdf-formaat; 2 Wanneer correctie van de aanvraag mogelijk is, zal de aanvrager de gelegenheid krijgen om zijn/haar aanvraag binnen 48 uur aan te passen. Als de aanvraag binnen de gestelde tijd niet is gecorrigeerd, zal de aanvraag niet in behandeling worden genomen. Na goedkeuring zal een gecorrigeerde aanvraag alsnog in behandeling worden genomen. 10

13 - Voor Vitaal dient daarnaast een hardcopy van de subsidieaanvraag voorzien van de handtekening van de bestuurlijk verantwoordelijke en projectleider en penvoerder door ZonMw uiterlijk 1 week na de digitale indiening ontvangen te zijn; - de steunbrief/ven van de partner(s) is/zijn ontvangen - als afzonderlijke bijlage(n) bij de factsheet in pdf-formaat Criteria voor projectideeën (Voldoende) vooruitzicht op wetenschappelijke kwaliteit: - originaliteit en/of innovativiteit van de vraagstelling en/of methode; - helderheid van de probleemstelling; - geschiktheid van de benadering/methodologie. (Voldoende) vooruitzicht op maatschappelijke relevantie: - aanduiding van de aansluiting op de praktijk en het te verwachten bredere belang van het onderzoek; - meerwaarde ten opzichte van bestaande kennis en/of interventies/producten; - wijze waarop en mate van betrokkenheid van de (potentiële) gebruikers bij de vraagstelling; - in geval van interventieonderzoek breedtesport: in de praktijk worden al verschillende interventies uitgevoerd die (nog) niet op (kosten)effectiviteit zijn onderzocht. Het gaat dan niet alleen om nieuwe interventies, maar ook doorontwikkeling van bestaande interventies. Bij de beschrijving en keuze van de interventies wordt onder meer gebruik gemaakt van de (onder voorbehoud) theoretisch goed onderbouwde interventies uit de databanken van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen en het Centrum voor Gezond Leven (zie de databases van het NISB en het CGL). Bij de selectie van de projectideeën wordt ook de spreiding van de projectideeën over de verschillende aandachtsgebieden binnen de pijlers betrokken Criteria voor uitgewerkte aanvragen Wetenschappelijke kwaliteit - originaliteit en/of innovativiteit van de vraagstelling en/of methode; - helderheid van de probleemstelling; - geschiktheid van de benadering/methodologie; - de samenhang tussen de beschrijving van het onderzoek en de onderdelen daarbinnen, en tussen de afzonderlijke onderdelen; - haalbaarheid van het onderzoeksvoorstel en het werkplan, inclusief de omvang van de aangevraagde personele middelen in relatie tot de beoogde onderzoeksresultaten; - positionering in internationaal wetenschappelijk onderzoekskader; - kwaliteit van de samenstelling van het consortium voor wat betreft de onderzoekers, organisatie en inbedding van het onderzoek; - voor onderzoeksprojecten met een maximaal aan te vragen subsidiebedrag van : samenwerking tussen onderzoekers uit (a) verschillende disciplines en (b) verschillende typen - onderzoeksinstellingen. Maatschappelijke relevantie - het project valt binnen de kaders van de pijler waar het wordt ingediend; - aanduiding van de aansluiting op de praktijk en het te verwachten bredere belang van het onderzoek; 11

14 - meerwaarde ten opzichte van bestaande kennis en/of interventies/producten; - kwaliteit en relevantie van de samenstelling van het consortium mede gelet op valorisatie en implementatie van de onderzoeksresultaten; - wijze waarop en mate van betrokkenheid van de (potentiële) gebruikers bij de vraagstelling en uitwerking van het voorgestelde onderzoek en gedurende de uitvoering van het onderzoek; - wijze waarop en mate van betrokkenheid van de (potentiële) gebruikers bij de implementatie en valorisatie van de onderzoeksresultaten 3 ; - wijze waarop en mate waarin onderzoeksresultaten doorwerken in het academisch en/of hboonderwijs; - in geval van interventie-onderzoek breedtesport: in de praktijk worden al verschillende interventies uitgevoerd die (nog) niet op (kosten)effectiviteit zijn onderzocht. Het gaat dan niet alleen om nieuwe interventies, maar ook doorontwikkeling van bestaande interventies. Bij de beschrijving en keuze van de interventies wordt onder meer gebruik gemaakt van de (onder voorbehoud) theoretisch goed onderbouwde interventies uit de databanken van het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen en het Centrum voor Gezond Leven (zie de databases van het NISB en het CGL). De criteria wetenschappelijke kwaliteit en maatschappelijke relevantie wegen in de beoordeling even zwaar. Wanneer in uitzonderlijke gevallen een verdere selectie nodig is, krijgt de maatschappelijke relevantie extra aandacht. 3 Voor onderzoek met betrekking tot de pijler Vitaal kan men gebruik maken van de aanpak van kennistransfer sportgezondheid (KTS) van de Vereniging van Sportgeneeskunde (VSG). 12

15 4. Opstellen en indienen van een aanvraag 4.1 Het opstellen van een aanvraag Indiening van een projectidee, voorafgaand aan een uitgewerkte aanvraag, is verplicht. Na de deadline kan een projectidee/uitgewerkte aanvraag niet meer worden verbeterd of aangevuld, anders dan op initiatief van STW/NWO/ZonMw (zie 3.2.1). Voor het opstellen van een projectidee gebruikt u de Richtlijnen voor de opzet van een projectidee. Deze kunt u downloaden van de website, adres Voor het opstellen van een uitgewerkte aanvraag gebruikt u de Richtlijnen voor de opzet van een uitgewerkte aanvraag. Deze kunt u vanaf 16 juli 2012 downloaden van de website (zie 5.2). 4.2 Het indienen van een aanvraag Sluitingsdatum voor het indienen van projectideeën is 13 september 2012, vóór 12:00 uur. Voor uitgewerkte aanvragen is dat 27 november 2012, vóór uur. Aanvragen kunnen uitsluitend elektronisch en conform de richtlijnen worden ingediend. Bij Presteren via het Iris-systeem STW Bij Meedoen via het Iris-systeem NWO Bij Vitaal via ProjectNet-systeem ZonMw. Tips voor indiening via Iris en ProjectNet: - Als de hoofdaanvrager nog geen Iris of ProjectNet account heeft, moet dit minimaal een dag van te voren aangemaakt worden. Dit om eventueel aanmeldproblemen nog op tijd te kunnen verhelpen. Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen account in te dienen. De werkwijze en handleiding van Iris vindt u op ( en voor ProjectNet op ( - Een elektronische aanvraag bestaat uit twee delen: een factsheet (online webformulier) waarop de kerngegevens van zowel aanvrager als aanvraag staan, en het voorstel zelf. De factsheet vult en dient u in met behulp van Iris/ProjetNet. Gelijktijdig met het elektronisch indienen van deze factsheet verstuurt u als attachment, in PDF-format, het voorstel. Het pdf-document mag op geen enkele wijze beveiligd zijn opdat een goede verwerking van uw aanvraag is gegarandeerd. - Projectideeën worden niet als hardcopy ingediend. - Iris en ProjectNet bevestigen via een de ontvangst van uw elektronische aanvraag. - Voor vragen van technische aard zie Voorts: - Uw projectidee dient opgesteld te zijn in het Nederlands of Engels. - Met uw projectidee dient u als bijlage de intentieverklaring(en) van de externe partners toe te voegen. - De uitgewerkte aanvraag moet in het Engels opgesteld zijn. - Bij uw uitgewerkte aanvraag dient u als bijlage toe te voegen de steunbrief/steunbrieven van de externe partners. - U wordt verzocht uw elektronisch ingediende uitgewerkte aanvraag schriftelijk te bevestigen. Hiervoor is een voorbeeldformulier beschikbaar (zie 5.2). U dient de categorieën uit dat formulier te volgen, waaronder een akkoordverklaring van de instelling waar het onderzoek wordt uitgevoerd. - Voor Vitaal dient daarnaast een hardcopy van uw subsidieaanvraag voorzien van de handtekening van de bestuurlijk verantwoordelijke en projectleider en penvoerder door ZonMw uiterlijk 1 week 13

16 na de digitale indiening ontvangen te zijn. Deze stuurt u op t.a.v. Lisette Remmerswaal, Secretaresse Programma Sport, Postbus , 2509 AE Den Haag. - Voor zowel de projectideeën als de uitgewerkte aanvragen geldt dat 1) andere bijlagen dan de gevraagde niet in behandeling worden genomen, 2) verwijzingen naar externe documenten (anders dan de literatuurverwijzingen) vermeden moeten worden, en 3) aanbevelingsbrieven of andersoortige referenties anders dan de steunbrieven - niet aan de aanvraag mogen worden toegevoegd. 14

17 5. Contact en overige informatie 5.1 Contact Inhoudelijke vragen Voor inhoudelijke informatie kunt u contact opnemen met: Pijler Presteren: Marjolein van Dalen (programmasecretaris) Tel: + 31 (0) m.vandalen@stw.nl Pijler Meedoen: Coen Wilders (programmasecretaris) Tel: + 31 (0) c.wilders@nwo.nl Pijler Vitaal: Abida Durrani (programmasecretaris) Tel: + 31 (0) durrani@zonmw.nl Hogescholen kunnen zich met specifieke vragen over de betrokkenheid van het HBO wenden tot de Stichting Innovatie Alliantie (SIA) Tel: +31 (0) secretariaat@innovatie-alliantie.nl Voor informatie over de mogelijkheden van samenwerking met TNO kunt u contact opnemen met Dr. J.H. (Janine) Stubbe (Research Scientist Life Style) Tel: +31 (0) janine.stubbe@tno.nl Technische vragen Bij technische vragen betreffende het gebruik van het elektronisch indiensysteem van STW (pijler Presteren), NWO (pijler Meedoen) en ZonMw (pijler Vitaal) neemt u contact op met de desbetreffende helpdesk. De helpdesk is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van tot uur. STW Iris bereikbaarheid helpdesk: van maandag t/m vrijdag van tot uur, telefoonnummer , of adres iris@stw.nl. NWO Iris bereikbaarheid helpdesk: van maandag t/m vrijdag van tot uur, telefoonnummer , of per iris@nwo.nl. ZonMw ProjectNet bereikbaarheid helpdesk: van maandag t/m vrijdag van 08:00 tot 17:00 uur, telefoonnummer , of per projectnet@zonmw.nl. 15

18 Vermeld in uw uw telefoonnummer zodat wij u eventueel kunnen terugbellen. 5.2 Overige informatie, downloads Meer informatie over de pijlers van het onderzoeksprogramma Sport kunt u vinden in de programmatekst. Deze is te downloaden van de programmawebsite, adres en Daar kunt u ook andere relevante documenten downloaden. Vanaf 16 juli 2012: Richtlijnen voor de opzet van een projectidee Presteren Richtlijnen voor de opzet van een projectidee Meedoen Richtlijnen voor de opzet van een projectidee Vitaal Richtlijnen voor de opzet van een uitgewerkte aanvraag Presteren Richtlijnen voor de opzet van een uitgewerkte aanvraag Meedoen Richtlijnen voor de opzet van een uitgewerkte aanvraag Vitaal Vanaf 1 november 2012: Tabel Research Budget Voorbeeldformulier 'Verklaring en ondertekening door de aanvrager' 16