Jaarverslag. Instituut. Bouwrecht. voor 1 5

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Jaarverslag. Instituut. Bouwrecht. voor 1 5"

Transcriptie

1 Jaarverslag 2 0 Instituut voor 1 5 Bouwrecht

2

3 Jaarverslag Instituut voor Bouwrecht

4

5 Inhoudsopgave Voorwoord 1 A. In vogelvlucht 2 1. Waar staat het Instituut voor Bouwrecht voor? 2 2. Wat doet het Instituut voor Bouwrecht? 3 3. Strategie 4 4. Hoe verhoudt het Instituut voor Bouwrecht zich tot de bouw rechtelijke wereld? 4 5. Banden van het Instituut 5 B. Activiteiten Onderzoek Onderzoek klachten en geschillen bij bouwen Naar een wettelijke regeling voor stedelijke herverkaveling 7 2. Onderwijs Inleiding Karakter van het onderwijs Inhoud van het onderwijs en waardering 8 3. De uitgeeffunctie Tijdschrift voor Bouwrecht Boeken Actualiteiten Bouwrecht Virtueel Kenniscentrum Kennisportaal Scriptieprijs De platform functie Inleiding Expert meeting Wet Kwaliteitsborging Platform of Experts in Planning Law Ministerie I en M en IBR expert meeting: Omgevingsplan en evenementen De Europese Vereniging voor Bouwrecht Vereniging voor Bouwrecht Inleiding VBR-preadvies Vereniging voor Bouwrecht Advocaten Inleiding Bestuur Lidmaatschap Vergaderingen 15 iii C. Financiering 16 D. Bijlagen Samenstelling Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur Medewerkers Leerstoelen Bouwrecht Inhoud Tijdschrift voor Bouwrecht Samenstelling Redactie, Redactieraad en de Redactie commissie Verrichte onderzoeken Overzicht bijeenkomsten Onderwijsprogrammaraad en Comité van Aanbeveling Overige publicaties, voordrachten en activiteiten van medewerkers 46

6

7 Voorwoord Het verslagjaar laat zich het beste kenmerken als een jaar van business as usual. Er stonden geen grote bijeenkomsten op de agenda en de nieuwe behuizing die in het vorige verslagjaar is betrokken, voelde alsof het Instituut nooit ergens anders heeft gezeten. Een belangrijke ontwikkeling is wel geweest de vernieuwing van de software omgeving van het secretariaat. Dat was voor het secretariaat wel een omvangrijke operatie, die veel van het werken van het secretariaat in heeft beïnvloed. Het gaat hier om de administratie betreffende alle adressen, waarover het Instituut beschikt, alsmede administratie van alle cursisten en hetgeen zij afnemen. Dit nieuwe systeem moest min of meer op maat gebouwd worden en voorts moest er geleerd worden om er mee te kunnen werken. Veel van dit werk kon in de zomermaanden plaats vinden. Het jaar is voor de publicatie afdeling van het Instituut zeer productief gebleken. Er zijn maar liefst 13 nieuwe titels uitgebracht. In het jaar werden ook nieuwe titels in voorbereiding genomen. Met het in de lucht gaan van de IBR Tracker heeft het Instituut laten zien mee te gaan in de grote digitale ontwikkelingen, die zo kenmerkend zijn voor dit tijdsgewricht. Inhoudelijk bevond het Instituut zich in het verslagjaar in de voorhoede van de twee grote wetsoperaties die thans plaatsvinden: betreffende de Omgevingswet en betreffende de Wet Kwaliteitsborging in de bouw. Bij deze operaties zijn medewerkers van het Instituut geraadpleegd door resp. het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Kortom: het jaar was een rustig jaar met veel aandacht voor het nieuwe werken en opereren in een veranderende wereld. Den Haag, mei Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis (directeur)

8 2 A. In vogelvlucht 1. Waar staat het Instituut voor Bouwrecht voor? Traditiegetrouw wordt in het jaarverslag begonnen met de beantwoording van de vraag: waar staat het Instituut voor Bouwrecht voor? Het Instituut voor Bouwrecht, opgericht op 30 december 1968, houdt zich bezig met het bouwrecht in de brede zin van het woord. Het nemen van een initiatief om een bouwwerk te realiseren, de ontwikkeling van een binnenstedelijk gebied, de vorm waarin opdrachten in de markt gezet kunnen worden tot en met de beheerfase en de sloop van gerealiseerde bouwwerken: alles wat juridisch met deze onderwerpen te maken heeft, is onderwerp van juridische studie, onderwijs en gedachtevorming van het Instituut voor Bouwrecht. Daarmee is ook duidelijk dat het Instituut voor Bouwrecht zich bezig houdt met het publiek- en privaatrecht. Een weg kan immers niet gebouwd worden zonder kennis van de publiekrechtelijke regelgeving, maar ook niet zonder kennis van het privaatrecht. En hetzelfde geldt voor alle bouwprojecten. De beoefening van het bouwrecht onder de vlag van het Instituut voor Bouwrecht staat echter voor nog meer. Kenmerkend in de jarenlange praktijk van het onderzoek van het Instituut voor Bouwrecht is de integrale benadering van juridische vraagstukken. Integraal doordat juridische vraagstukken, indien deze zich daartoe lenen, benaderd worden vanuit het publiekrecht én vanuit het privaatrecht. Maar ook integraal doordat juridische vraagstukken benaderd worden vanuit een wetenschappelijke kant én vanuit een praktische kant. Het bouwrecht is een toegepaste wetenschap en dat vereist dat zinvol nadenken over dit onderdeel van het recht altijd dient te geschieden vanuit de gedachte dat de praktijk met de resultaten van het onderzoek iets moet kunnen. Waar trekt het Instituut voor Bouwrecht de grens voor onderzoeksvragen? Die grens wordt bepaald door de statuten: Het doel van de Stichting Instituut voor Bouwrecht is het op onafhankelijke wijze bevorderen van de wetenschappelijke en praktische beoefening van het bouwrecht, alsmede van de studie van juridische en maatschappelijke vraagstukken en verschijnselen in het algemeen, voor zover die betrekking hebben op of van betekenis kunnen zijn voor de kennis en verdieping van het bouwrecht. De kern van de statuten wordt gevormd door het woord onafhankelijk. Het Instituut voor Bouwrecht verricht zijn werkzaamheden zonder last of ruggespraak van partijen die vanwege hun politieke of economische achtergrond voor bepaalde belangen staan. Uiteraard verricht het Instituut voor Bouwrecht werkzaamheden voor bepaalde partijen zoals brancheverenigingen of overheden, maar aan die werkzaamheden worden altijd voorwaarden verbonden om te waarborgen dat het onderzoek en de uitkomsten in een sfeer van academische vrijheid gerealiseerd worden. Dat neemt soms de vorm aan van een begeleidingscommissie waarin verschillende belangen vertegenwoordigd zijn. Soms is de financiering van een onderzoek afkomstig uit verschillende bronnen. En heel vaak wordt de onafhankelijkheid gewaarborgd door de openbaarheid van de onderzoeksresultaten. Kortom het Instituut voor Bouwrecht is een in Nederland unieke denktank gericht op de maatschappelijk en economisch van groot belang zijnde wereld van bouwen, ontwikkelen en beheersen van de omgeving. Het Instituut voor Bouwrecht wordt bestuurd door een Algemeen Bestuur en een Dagelijks Bestuur. De samenstellingen van deze besturen treft u aan in D.1. De samenstelling van de medewerkers van het Instituut voor Bouwrecht is opgenomen in D Wat doet het Instituut voor Bouwrecht? Het Instituut voor Bouwrecht: doet onderzoek verzorgt onderwijs publiceert fungeert als ontmoetingscentrum voor bouwrechtelijk Nederland. Onderzoek Het Instituut voor Bouwrecht verricht onderzoek op verzoek van derden en op eigen initiatief. Het onderzoek varieert van niveau van enerzijds promotieonderzoek tot anderzijds dat van concrete onderzoeksopdrachten van verschillende omvang.

9 3 Onderwijs Het Instituut voor Bouwrecht verzorgt zeer succesvol verschillende vormen van onderwijs. Een deel van het onderwijs komt ten goede aan de klassieke achterban van het Instituut voor Bouwrecht: de bouwrecht specialisten. Dit zijn juristen werkzaam in de advocatuur, het bedrijfsleven of de overheid die zich geheel of gedeeltelijk toeleggen op het bouwrecht. Daarnaast verzorgt het Instituut voor Bouwrecht in-company bijeenkomsten. Publiceren Tot enkele jaren geleden publiceerde het Instituut voor Bouwrecht tezamen met derden. Daar is sinds het verslagjaar 2008 verandering in gekomen doordat het Instituut voor Bouwrecht aanvankelijk minder omvangrijke, maar allengs grotere publicaties geheel in eigen beheer ging uitgeven. Enerzijds is de uitgeeffunctie voor het Instituut voor Bouwrecht van structureel belang geworden, anderzijds kan geconstateerd worden dat het een belangrijke plaats in de uitgevende wereld heeft verworven. Met regelmaat wordt het Instituut voor Bouwrecht benaderd met de vraag of een publicatie zich leent voor uitgeven door het Instituut voor Bouwrecht. Naar verwacht mag worden, zal de uitgeeffunctie in de komende jaren nog belangrijker worden. Deze functie biedt de mogelijkheid om de statutair omschreven onafhankelijkheid te realiseren. Het spreekt voor zich dat de publicaties niet beperkt zijn tot folio (papieren) uitgaven. Het Instituut voor Bouwrecht publiceert uiteraard ook op het internet. Dat gebeurt om te beginnen door middel van het digitale magazine Actualiteiten Bouwrecht. Dit is een (uitsluitend) digitaal magazine, waarin de lezer dagelijks op belangrijke jurisprudentie en ontwikkelingen wordt gewezen; wekelijks wordt het magazine in zijn geheel verzonden. Ook boeken worden digitaal aangeboden, o.a. voor tablets middels de gratis app Bliyoo. Voorts is er het Virtuele Kenniscentrum. Het Virtuele Kenniscentrum is in 2007 in de lucht gegaan. De bezoeker kan daar tegen betaling verschillende dossiers raadplegen, waarin zich jurisprudentie, regelgeving, literatuur en andere, voor dat onderwerp van belang zijnde, informatie bevindt. In het verslagjaar is alle online content samengebracht op één platform: IBR Tracker. Het is nu mogelijk om met één zoekopdracht in alle publicaties van het Instituut voor Bouwrecht te zoeken. De website van het Instituut voor Bouwrecht is ook een belangrijke bron van informatie voor bouwrechtelijk Nederland. Alle bijeenkomsten van het Instituut voor Bouwrecht worden daar genoemd en via de website kan men zich opgeven voor het bijwonen van een bijeenkomst. De uitgaven van het Instituut voor Bouwrecht zijn via de website te bestellen. Op de website is een aparte plaats gereserveerd voor het Europese platform. Een uitputtend beeld van de site is hiermee natuurlijk niet gegeven.

10 4 Platform Het Instituut voor Bouwrecht fungeert als ontmoetingscentrum voor bouwrechtelijk Nederland. Dit is een belangrijke functie van het Instituut voor Bouwrecht, die het Instituut voor Bouwrecht sinds jaar en dag vervult. Het Instituut voor Bouwrecht organiseert met enige regelmaat expertmeetings over onderwerpen, waarvoor het van belang is dat de betrokkenen met elkaar van gedachten kunnen wisselen in een onafhankelijke omgeving. Het kan hier gaan om concrete wetsontwerpen of om ontwikkelingen in een deelgebied van het bouwrecht. Het Instituut voor Bouwrecht verwijst voorts met regelmaat kennis zoekenden door naar de juiste vindplaats. Studenten weten het Instituut voor Bouwrecht te vinden o.a. vanwege de zeer uitgebreide bibliotheek, waarvan de collectie ook online is te raadplegen. 3. Strategie Het Instituut voor Bouwrecht vervult een centrale plaats in bouwrechtelijk Nederland. Zowel voor de praktijk als voor de wetenschap. Opdrachtgevende partijen en opdrachtnemende partijen onderkennen deze centrale rol van het Instituut voor Bouwrecht. Met regelmaat wordt het Instituut voor Bouwrecht dan ook benaderd om vanuit een partij overstijgende invalshoek antwoord te geven op vragen waar de praktijk mee worstelt en die een onafhankelijk en wetenschappelijk verantwoord antwoord behoeven. De strategie van het Instituut voor Bouwrecht is er dan ook vanzelfsprekend op gericht deze positie te behouden en te borgen. Dit vereist dat de werkwijze van het Instituut voor Bouwrecht garant staat om deze rol mogelijk te maken. Dat betekent concreet het volgende: Het Instituut voor Bouwrecht ontplooit zoveel mogelijk activiteiten, waaruit onderzoek (mede) gefinancierd kan worden. Het Instituut voor Bouwrecht doet zijn onderzoek op een manier die maakt dat er geen twijfel kan ontstaan aan de onafhankelijkheid. Met het ontplooien van meer activiteiten is sinds enkele jaren begonnen. Het onderwijs is uitgebouwd, waardoor het Instituut voor Bouwrecht thans een van de meest succesvolle aanbieders van bouwrechtelijk onderwijs is. Het gaat er in de komende tijd om deze positie te consolideren en, waar mogelijk, nog verder uit te bouwen. De uitgeeffunctie is uitgebouwd met het Tijdschrift voor Bouwrecht (TBR). De strategie zal er in de komende jaren op gericht zijn dat de leidinggevende positie wordt geconsolideerd. Het uitgeven van het tijdschrift dat wetenschappelijk er toe doet en dat tegelijkertijd de praktijk van de bouwrechtjurist weet te bedienen, vereist degelijkheid en onafhankelijkheid. Onafhankelijkheid is ook een conditio sine qua non voor de kwaliteit en het gezag van het onderzoek dat op het Instituut voor Bouwrecht wordt verricht. Die onafhankelijkheid wordt op een aantal manieren geborgd: onderzoek wordt begeleid door gemengd samengestelde begeleidingscommissies; adviesaanvragen ten behoeve van een bepaald concreet geschil of probleem, waar maar een partij mee te maken heeft en waarbij een partij invalshoek wordt gekozen, worden niet aangenomen; de financiering van onderzoek wordt zo breed mogelijk gezocht. Het laatste punt laat zien dat de beide doelen waarop de strategie van het Instituut voor Bouwrecht zich richt met elkaar verbonden zijn. Meer activiteiten maakt dat het Instituut voor Bouwrecht zijn opdracht, neergelegd in de statuten, beter kan vervullen. Anders gezegd: meer inkomsten uit eigen bronnen maakt dat het Instituut voor Bouwrecht datgene waartoe het Instituut voor Bouwrecht in het leven is geroepen, kan doen op de wijze die eveneens omschreven is in de statuten, namelijk onafhankelijk en ten goede komend aan bouwbreed Nederland. 4. Hoe verhoudt het Instituut voor Bouwrecht zich tot de bouwrechtelijke wereld? De opdrachtgevers Het Instituut voor Bouwrecht krijgt opdrachten uit verschillende hoeken. De overheid, zowel de Rijksoverheid als de lagere overheid, is traditioneel een grote opdrachtgever. De opdrachten zijn van uiteenlopende aard: het meewerken aan verschillende vormen van regelgeving; het evalueren van regelgeving; het schrijven van brochures waarin regelgeving wordt uitgelegd etc.; het verzorgen van cursussen voor overheden. Deze opdrachten worden veelal opgedragen nadat concurrentie heeft plaatsgevonden. Daarnaast wordt beroep gedaan op het Instituut voor Bouw-

11 recht om mee te denken in tal van werkgroepen. Gewezen wordt in dit verband op de formulering van de model inkoopvoorwaarden van de VNG en aan bijvoorbeeld de Richtlijn Proportionaliteit in het kader van het aanbestedingsrecht. Opdrachten worden voorts verleend door brancheorganisaties zoals de Neprom, Bouwend Nederland en de BNA uiteraard met inachtneming van de hiervoor gemaakte opmerkingen inzake de onafhankelijkheid. Met deze organisaties onderhoudt het Instituut voor Bouwrecht goede banden en wordt ook met enige regelmaat verzocht mee te denken over verschillende ontwikkelingen. Samenwerkingsverbanden Het Instituut voor Bouwrecht werkt nauw samen met verschillende universiteiten. Het gaat hier om te beginnen om de universiteiten waaraan een bouwrechtleerstoel verbonden is: Groningen, Leiden, Tilburg en Delft. Het initiatief tot het in het leven roepen van de leerstoelen is in het verleden door het Instituut voor Bouwrecht genomen. De financiering van de leerstoelen kwam aanvankelijk ook ten laste van het Instituut voor Bouwrecht, maar dat is thans niet meer het geval. Wat Groningen betreft, heeft het Instituut voor Bouwrecht nog steeds betrokkenheid bij het Curatorium van de leerstoel. De band met Tilburg is van oudsher innig en het Instituut voor Bouwrecht juicht dan ook toe dat de leerstoel bouwrecht opnieuw bezet is. In Leiden wordt de leerstoel bekleed door een lid van het Algemeen Bestuur. Ook de band met Delft is innig: de leerstoel wordt bekleed door de directeur van het Instituut voor Bouwrecht. Van de leerstoelen in Groningen, Leiden en Delft is een verslag opgenomen in D.3. Met de Universiteit van Utrecht, Amsterdam, de VU, de Universiteit Maastricht en de Open Universiteit bestaan eveneens goede contacten alsmede met de Technische Universiteiten van Twente en Eindhoven. Deze banden bestaan doordat gastcolleges worden verzorgd en/of door betrokkenheid bij activiteiten van het Instituut voor Bouwrecht van verschillende personen werkzaam bij deze universiteiten. Aan de Juridische Faculteit van de Universiteit Utrecht is op initiatief van de Raad van Arbitrage voor de Bouw een Masterclass Bouwrecht ontwikkeld, die in het jaar 2013 van start is gegaan. Het Instituut voor Bouwrecht heeft bij het opstellen van het curriculum een belangrijke rol gespeeld en zal tevens een deel van het onderwijs verzorgen. In dit kader mag vermelding verdienen dat aan de verschillende opleidingen het boek Bouwrecht in kort bestek wordt gebruikt. De evaluatie van de masterclass is goed geweest en in het komende verslagjaar wordt deze herhaald wederom met medewerking van het Instituut. Met de Amsterdam School of Real Estate (UvA) bestaat ook een goede band doordat dr. ir. A.G. Bregman voor een dag in de week aldaar werkzaam is. Het Instituut voor Bouwrecht gaat voorts soms ad hoc samenwerkingsverbanden aan met adviesbureaus of brancheorganisaties indien een onderwerp of opdracht daartoe aanleiding geeft. Samenwerking vindt eveneens plaats met de zusterorganisaties, zoals SBR-Curnet, STABU, CROW, de Betonvereniging, ISSO om maar een paar organisaties te noemen. Niet alleen wordt regelmatig met deze organisaties overlegd, ook worden onderzoeken samen uitgevoerd of worden lezingen verzorgd. De ondersteuning van buiten De wereld om het Instituut voor Bouwrecht heen, de praktiserende en de wetenschappelijke wereld, ondersteunt het Instituut voor Bouwrecht op tal van manieren. Om te beginnen is daar de Onderwijsprogrammaraad, waarin een groot aantal personen zitting heeft en welke gremia van groot belang zijn voor de keuze van onderwerpen waar het Instituut voor Bouwrecht zich bezig mee houdt en de manier waarop. Daarnaast kan het Instituut voor Bouwrecht altijd een beroep doen op personen om zitting te nemen in begeleidingscommissies. Dit is intensief werk en het Instituut voor Bouwrecht prijst zich dan ook zeer gelukkig dat steeds weer personen gevonden kunnen worden om dit soort werkzaamheden te verrichten. Voorts dient gewezen te worden op de grote groep docenten, op wie steeds weer een beroep gedaan kan worden. Met het dagblad Cobouw heeft het Instituut voor Bouwrecht een bijzondere band. Medewerkers van het Instituut voor Bouwrecht publiceren in deze krant over interessante uitspraken en/of onderwerpen die actueel zijn. Het Instituut voor Bouwrecht wordt daarmee wekelijks onder de aandacht gebracht van een grote groep in het bouwrecht geïnteresseerden. De bijdragen worden al enkele jaren geleverd en worden bijzonder gewaardeerd door lezers. 5. Banden van het Instituut Om te illustreren hoe nauw het Instituut is verbonden met de bouwrechtelijke wereld volgt hier een greep uit die wereld: 5

12 6 Organisaties Aboma + Keboma BV Aedes Arbouw Betonvereniging BIM Loket BOB Opleidingen Bouwcentrum Bouwcampus Bouwend Nederland Bouwen met Staal Building Information Raad Centrum Hout Centrum Ondergronds Bouwen (COB) CROW Deltares Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) ISSO Bond van Nederlandse Architecten (BNA) NEN Neprom NVB NLingenieurs PIANOo Platform 31 RIONED SBK SBR-Curnet STABU TNO Bouw en Ondergrond Aantal bedrijven en overheden in IBR databestand: Juridische wereld American Bar Association Architectuur Lokaal Deutsche Gesellschaft für Baurecht E.V. Europese Vereniging voor Bouwrecht (EVBR) Geschillencommissie Garantiewoningen Bouw International Bar Association Juristenvereniging Appartementsrecht Koninklijk Instituut van Ingenieurs KIVI NIRIA Nederlandse Juristen-Vereniging (NJV) Nederlandse Vereniging voor Aanbestedingsrecht (NVvA) Nederlandse Vereniging voor Energierecht (Ne- VER) Nederlandse Vereniging voor Rechtsvergelijking (NVvR) Raad van Arbitrage voor de Bouw (RvA) SSR Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland Vereniging voor Bestuursrecht (VAR) Vereniging voor Bouwrecht (VBR) Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten (VBR-A) Vereniging voor Burgerlijk recht (VBR) Vereniging voor Mededingingsrecht Vereniging Vrienden van Ars Aequi UK Society of Construction Law Aantal advocatenkantoren in IBR databestand: 846 Overheden Gemeenten Provincies Raad voor de Veiligheid Rijksoverheid (diverse ministeries) Waterschappen Wereld wetenschappelijk onderwijs Open Universiteit (OU) Rijksuniversiteit Groningen (RUG) Universiteit Leiden (LEI) Universiteit Utrecht (UU) Universiteit van Amsterdam (UvA) Universiteit van Tilburg (UvT) Universiteit Twente (UT) Technische Universiteit Delft (TU Delft) Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) De betrokkenheid van het Instituut voor Bouwrecht bij deze organisaties blijkt uit de regelmatige contacten die er zijn met bijvoorbeeld de uitnodigingen om op verschillende manieren deel te nemen in activiteiten van deze organisaties. In dit verband verdient vermelding de betrokkenheid van het Instituut bij de ontwikkelingen rond de Bouwcampus, waar het Instituut virtueel mede een rol speelt.

13 B. Activiteiten 1. Onderzoek In dit hoofdstuk worden enkele onderzoeken in het bijzonder belicht. Voor een volledig overzicht van het in verrichte onderzoek raadplege men deel D onder Naar een wettelijke regeling voor stedelijke herverkaveling In 2005 verscheen Bouwrecht Monografie nr. 26 Publiek-private samenwerking bij de ruimtelijke inrichting en haar exploitatie. Sindsdien hebben zich verschillende ingrijpende wijzigingen in o.a. de regelgeving voorgedaan. Met subsidie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is dit boek herzien, leidend tot het Juridisch Handboek Gebiedsontwikkeling van de hand van dr. ir. A.G. Bregman, mr. A.Z.R. Koning en mr. R.W.J.J. de Win. Dit Juridisch Handboek Gebiedsontwikkeling biedt een overzicht van de mogelijkheden om gebiedsontwikkelingen juridisch effectief en efficiënt in te kaderen. Dat gebeurt zowel door een beschrijving van de geldende regels, als aan de hand van recente voorbeelden van gebiedsontwikkeling ten behoeve van onder meer woningbouw, natuur, bedrijventerreinen, en culturele functies. De totstandkoming van het Handboek is begeleid door een breed samengestelde begeleidingscommissie. Het Handboek is onlangs verschenen. Op 16 juni is een minisymposium gehouden naar aanleiding van het verschijnen van het Handboek. 1.2 Praktische toelichting op de UAV-GC 2005 en Jurisprudentiebundel UAV- GC 2005 Zoals bekend, wordt het privaatrechtelijke bouwrecht vergaand beheerst door het zogenaamde autonome recht, dat gevormd wordt door de algemene voorwaarden. Het Instituut heeft op de UAV 2012 en op de DNR 2011 een drietal toelichtingen gepubliceerd op eigen initiatief. Op de UAV 2012 zijn er twee toelichtingen: UAV 2012 toegelicht en Praktische toelichting op de UAV De tweede toelichting is vooral bedoeld voor de praktijk van alledag en met name gericht op juridisch minder ingevoerde lezers; de eerste veronderstelt juridische kennis. In is in deze reeks een nieuwe publicatie verschenen de: Praktische toelichting op de UAV-GC 2005 gericht wederom op de praktijk van alledag. De UAV-GC 2005 worden gebruikt in de situatie dat de opdrachtgever ontwerp en uitvoering aan één partij opdraagt. Deze voorwaarden zijn lange tijd vooral gebruikt in de infrastructuur (GWW), maar worden in toenemende mate ook gehanteerd in de B&U sector. De behoefte aan een praktische toelichting is dan ook groot. In dit verband wordt ook gewezen op de publicatie, eveneens uit het verslagjaar: Jurisprudentiebundel UAV-GC In deze aan het eind van het verslagjaar verschenen bundel, zijn alle uitspraken opgenomen van zowel de RvA als van de burgerlijke rechter waarin de UAV-GC 2005 aan de orde zijn. Beide publicaties zijn eigen initiatieven van het Instituut geweest. 2. Onderwijs 2.1. Inleiding Het Instituut voor Bouwrecht verzorgde in het verslagjaar wederom een zeer groot aantal onderwijsbijeenkomsten. Deze bijeenkomsten voorzien in de behoefte aan kennisoverdracht die met name in de bouwrechtadvocatuur bestaat alsmede bij juristen werkzaam bij de overheid of het bedrijfsleven Karakter van het onderwijs Het Instituut voor Bouwrecht is een door de NOvA erkende onderwijsinstelling, wat voor de advocaten die gebruik maken van het onderwijsaanbod van belang is in verband met de zekerheid die zij aan deze status kunnen ontlenen omtrent het niveau van de cursussen. Het kwaliteitsplan, ingediend door het Instituut, vermeldt o.a. het volgende omtrent de opvattingen van het Instituut over het onderwijsaanbod: Het karakter van het onderwijs Het Instituut voor Bouwrecht ziet het onderwijs als een mes dat aan twee kanten snijdt. Onderwijs dient om kennis over te dragen van een docent naar de deelnemers, maar net zo belangrijk is dat kennis wordt overgedragen van de deelnemers naar elkaar en naar de docent. Onderwijsbijeenkomsten van het Instituut voor Bouwrecht kenmerken zich door interactiviteit tussen alle betrokkenen. Na afloop van een bijeenkomst zijn de deelnemers geestelijk verrijkt maar ook de docent. 7

14 8 Inhoudelijk Het onderwijs is op academisch niveau, met uitzondering van het onderwijs dat aan de hiervoor laatstgenoemde doelgroep wordt verzorgd. Op dit aspect wordt hieronder bij onderdeel D7 ingegaan. Het onderwijs beoogt de deelnemers te sterken in de van hen, gegeven hun dagelijkse werkzaamheden, verwachte kritische houding en bij te dragen aan de eveneens voor de praktijk van belang zijnde behoefte aan reflectie, waaraan de dagelijkse werkzaamheden wel eens in de weg kunnen staan. Uit de aard der zaak speelt vorming van kennis op zich ook een grote rol. Maar het doel van het onderwijs verzorgd door het Instituut voor Bouwrecht is uitdrukkelijk dus op meer gericht dan alleen kennisoverdracht. Strategie De strategie van het Instituut voor Bouwrecht betreffende het onderwijs is dat onderwijs bijdraagt aan het op een zo hoog mogelijk plan tillen van de beoefening van het bouwrecht in de praktijk, waarmee beoogd wordt de justitiabelen te voorzien van een zo degelijk mogelijke praktijk van het bouwrecht. Daarnaast beoogt het Instituut voor Bouwrecht met het onderwijsprogramma de wetenschappelijke onderzoeksfunctie van het Instituut voor Bouwrecht te versterken Inhoud van het onderwijs en waardering Het Instituut bood in het verslagjaar 50 bijeenkomsten aan. Een overzicht van deze cursussen is opgenomen in bijlage D7. In het algemeen kan gezegd worden dat de bijeenkomsten zowel inhoudelijk als wat organisatie betreft goed gewaardeerd worden. De inkomsten uit het onderwijs zijn in het verslagjaar op peil gebleven. 3. De uitgeeffunctie 3.1 Tijdschrift voor Bouwrecht Naast het Tijdschrift voor Bouwrecht geeft het Instituut voor Bouwrecht nog meer uit. Het fonds boeken breidt zich gestaag uit. In het verslagjaar zijn de volgende boeken verschenen: Ruimtelijke ordening op niveau Leidraad inbrengwaarde (2e druk) Zelfrealisatie bij onteigening in Vlaanderen en Nederland Juridisch Handboek Gebiedsontwikkeling De hybride vraag van de opdrachtgever De model-splitsingsreglementen toegelicht Praktische toelichting op de UAV-GC 2005 Studies in European Construction Law Auteursrecht van de architect (3e druk) Interbestuurlijk toezicht in de ruimtelijke ordening Jurisprudentiebundel UAV-GC 2005 Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 De reikwijdte en rechtsgrondslag van nadeelcompensatie in het omgevingsrecht (VBR preadvies nr. 43) Dit overzicht weerspiegelt het beleid van het Instituut voor Bouwrecht om bouwbreed bezig te zijn. Er zijn publicaties die zeer de diepte ingaan, publicaties die een praktische invalshoek hebben en publicaties die het publiek- en het privaatrecht dekken. Het belang van het uitgeven van deze boeken is gelegen in wederom de financiële opbrengsten als het strategisch belang van het Instituut voor Bouwrecht als hét kennisinstituut in de bouw. 3.3 Actualiteiten Bouwrecht Naast boeken wordt het elektronische magazine Actualiteiten Bouwrecht uitgegeven. Deze uitgave mocht zich in het verslagjaar verheugen in een stabiel aantal abonnees. Het elektronische magazine wordt overwegend gevuld door bijdragen geschreven op het Instituut voor Bouwrecht zelf. Daarnaast worden ook wekelijks bijdragen van correspondenten geplaatst. Een aantal correspondenten krijgt wekelijks één of meer uitspraken van arbiters of van de overheidsrechter opgestuurd om deze te bewerken en gereed te maken voor publicatie in Actualiteiten Bouwrecht. Daarnaast worden met enige regelmaat bewerkingen geplaatst van de hand van advocaten. Het betreft dan bewerkingen van uitspraken op hun vakgebied. Soms gaat het om uitspraken die zij zelf hebben gesignaleerd, maar soms ook uitspraken die door het Instituut voor Bouwrecht zijn toegestuurd. 3.4 Virtueel Kenniscentrum Omdat steeds meer informatie via het internet wordt verspreid, is het Instituut voor Bouwrecht in verslagjaar 2007 gestart met het Virtueel Kenniscentrum. Het Virtueel Kenniscentrum is bedoeld voor iedereen die in de dagelijkse praktijk met het bouwrecht te maken heeft: advocaten, notarissen, juristen werkzaam bij de rijks-, provinciale- en gemeentelijke overheid, juristen werkzaam bij bouwbedrijven, ingenieursbureaus en projectontwikkelaars. Zij kunnen hun voordeel doen met een abonnement op het

15 9 Virtueel Kenniscentrum. Het is voor veel bouwrecht geïnteresseerden niet meer mogelijk alles zelf bij te houden en paraat te hebben voor wanneer zich een probleem op een bepaald gebied voordoet. Toch is er wel behoefte aan kennis. In die lacune van kennismanagement voorziet het Virtueel Kenniscentrum. In een groot aantal dossiers is kennis geordend: jurisprudentie, regelgeving, literatuur. Deze dossiers worden dagelijks bijgehouden en uitgebreid. Daarnaast worden regelmatig nieuwe dossiers toegevoegd. Het Virtueel Kenniscentrum maakt onderdeel uit van de IBR Tracker. IBR Tracker In het verslagjaar is het online kennisportaal IBR Tracker online gekomen. In dit portaal zijn alle publicaties van het Instituut voor Bouwrecht samengebracht. Met één zoekopdracht kunnen full text zoekopdrachten worden uitgevoerd in de volgende bronnen: Tijdschrift voor Bouwrecht IBR Publicaties Bouwrecht Monografieën IBR Praktijkboeken Redes Feestbundels IBR Cahiers VBR Preadviezen Actualiteiten Bouwrecht Kennisdossiers IBR Bibliotheekcatalogus 4. Scriptieprijs De IBR Scriptieprijs bestaat nu 9 jaar. Deze prijs bestaat uit een Privaatrechtelijke prijs en een Publiekrechtelijke prijs. Het reglement luidt gelijk voor beide scriptieprijzen. Voor beide prijzen is er een eigen jury bestaande uit hoogleraren op het betreffende vakgebied. De onderverdeling is als volgt:

16 10 Jury IBR Scriptieprijs Privaatrecht: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, prof. mr. J.M. Hebly, prof. mr. D.A. Lubach, prof. mr. C.E.C. Jansen. Jury IBR Scriptieprijs Publiekrecht: prof. mr. N.S.J. Koeman, prof. mr. J. Struiksma, prof. mr. R. Uylenburg. Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis is voorzitter van beide jury s. In het verslagjaar heeft er een uitreiking van de IBR Scriptieprijzen Publiekrechtelijk en Privaatrechtelijk bouwrecht plaatsgevonden tijdens de VBR Jaarvergadering gehouden op donderdag 10 december te Amersfoort. De prijzen werden uitgereikt door de Voorzitter van de Jury s, prof. dr. mr. M.A.B. Chao-Duivis. De Voorzitter merkte op dat de ingezonden scripties allen een hoog niveau hadden. De prijswinnaars scoorden op alle beoordelingscriteria goed tot heel goed. IBR SCRIPTIEPRIJS PUBLIEKRECHTELIJK BOUWRECHT De eerste prijs was voor mr. T.A. Meijering voor de scriptie: Kostenverhaal bij organische gebiedsontwikkeling: droom of werkelijkheid? In hoeverre past het huidige en toekomstige instrumentarium voor kostenverhaal bij organische gebiedsontwikkeling? Afgestudeerd aan: Vrije Universiteit Amsterdam Scriptiebegeleiders: prof. mr. J. Struiksma, prof. mr. C.E.C. Jansen (tweede lezer), mr. dr. H.C. Borgers Cijfer scriptie: 9 De tweede prijs is uitgereikt aan mr. E.M.A. van der Aa voor de scriptie: Private kwaliteitsborging in de bouw Afgestudeerd aan: Universiteit Tilburg Scriptiebegeleiders: mr. dr. S. van Gulijk, prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels Cijfer scriptie: 8 IBR SCRIPTIEPRIJS PRIVAATRECHTELIJK BOUWRECHT De eerste prijs is uitgereikt aan: mr. M.A. Saleem voor de scriptie: Doorwerking van publiekrechtelijke beginselen in private aanbestedingen. Een evenredige verdeling van lusten en lasten. Afgestudeerd aan: Universiteit van Amsterdam Scriptiebegeleiders: prof. dr. M.W. Hesselink en dr. L.K.L. Tjon Soei Len Cijfer scriptie: 9 De tweede prijs ging naar: mr. G. Bouwman, het onderwerp van deze scriptie is: Screening in het aanbestedingsrecht. Een onderzoek naar de juridische mogelijkheden voor het uitsluiten van ondernemingen bij een overheidsopdracht op basis van het schenden van mensenrechten. Afgestudeerd aan: Universiteit Utrecht Scriptiebegeleiders: Prof. mr. E.R. Manunza en Prof. dr. S.A. de Vries Cijfer scriptie: 9 Tot slot was er en eervolle vermelding voor ir. L. Cheung Titel van de scriptie: Research into the influence of mutual trust between the Client and the Contractor on the efficiency and the effectiveness of the change management process for complex D&B infrastructure projects using the UAC-IC Lessons learned from a comparison between the UAC-IC 2005 and the NEC3 ECC and the FIDIC Yellow Book Afgestudeerd aan: Technische Universiteit Delft Afstudeercommissie: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, dr.ir. M.G.C. Bosch-Rekveldt, ir. L.P.I.M. Hombergen en ing. M.C. Dijkstra Cijfer scriptie: 9 De prijzen werden dit jaar wederom mogelijk gemaakt door de kantoren Heijltjes Advocaten en Haans Advocaten: de eerste prijzen ( 1000,-) door Heijltjes Advocaten en de tweede prijzen ( 500,-) door Haans Advocaten. De juryrapporten zijn gepubliceerd op de website van het IBR. 5. De platform functie 5.1. Inleiding Het Instituut voor Bouwrecht heeft o.a. als taak het werken in de bouwrechtelijke wereld te ondersteunen. Dat gebeurt op verschillende manieren waaronder het functioneren als platform functie. In dat kader worden soms expert meetings georganiseerd of andere vormen van bij elkaar kunnen komen van betrokkenen uit het veld Expert meeting Wet Kwaliteitsborging Het Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft op 25 juni 2014 het Wetsvoorstel Kwaliteitsborging in de bouw voor consultatie openbaar gemaakt. Met dit voorstel wordt een nieuw stelsel van kwaliteitsborging voor het bouwen geïntroduceerd, waarbij voor bepaalde categorieën bouwwerken gebruik dient te worden gemaakt van toegelaten instrumenten voor kwaliteitsborging om te waarborgen dat aan de

17 bouwtechnische voorschriften kan worden voldaan. Voorts wordt voorzien in enkele wijzigingen van het Burgerlijk Wetboek ter versterking van de privaatrechtelijke positie van de bouwconsument. De consultatie heeft ten doel reacties te delen met oog op het wetsvoorstel kwaliteitsborging in de bouw. Daartoe heeft het Instituut voor Bouwrecht op 18 augustus 2014 een expertmeeting georganiseerd. Daarbij stond het voorstel voor een wijziging van de kwaliteitsborging voor het bouwen centraal. De belangrijke, eerste aanzet voor deze gedachtewisseling is geschreven in het rapport Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw door prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis en mr. H.P.C.W. Strang van het Instituut voor Bouwrecht. De expertmeeting is opgedeeld in drie delen, namelijk een eerste blok waarin de eerste gedachten over het wetsvoorstel op tafel zijn gelegd, vervolgens een tweede blok waarin het privaatrechtelijk deel van het wetsvoorstel naar voren kwam en een afsluitend blok betreffende het publiekrechtelijk deel van het voorstel. De beraadslagingen vonden plaats aan de hand van een tweetal inleidingen per blok door mr. W.M.J.M. Heijltjes, dr. A.R. Neerhof, mr. W.J.M. Herber en ing. W.G.H. Ankersmit. Tijdens de expertmeeting is het wetsvoorstel bediscussieerd door 29 deelnemers, afkomstig uit de advocatuur, wetenschap, opdrachtgevers, brancheorganisaties en opdrachtnemers. De uitkomst van de bijeenkomst is aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken gezonden. 5.3 Platform of Experts in Planning Law iop 8 en 9 februari 2007 vond er in Den Haag een internationale conferentie op het gebied van Planning Law plaats. Deze conferentie werd georganiseerd door het Instituut voor Bouwrecht in nauwe samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu. Het thema van deze conferentie was de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening. Tijdens de conferentie kwam de wens naar voren om een vervolg te geven aan de uitwisseling van kennis, die door de deelnemers als inspirerend en leerzaam werd ervaren. Aan het eind van dag is daarom besloten een Platform of experts in Planning Law op te richten en hebben de deelnemers een Agreement ondertekend. Dit internationale platform geeft de mogelijkheid tot rechtsvergelijking op het gebied van ruimtelijke ordening tussen de verschillende landen. Tevens werd afgesproken dat dit platform een eigen website zou krijgen. Deze website is opgezet door het Instituut voor Bouwrecht in samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu en sinds eind 2007 in de lucht : De redactie lag tot eind 2013 bij het Instituut voor Bouwrecht. Vanaf 2014 ligt de redactie bij een medewerker van één van de andere oprichters van het Platform, te weten: Professor Rachelle Alterman. Op de website wordt zoveel mogelijk beschikbare informatie verzameld over Planning Law van de deelnemende landen. Per land is wetgeving, jurisprudentie, vakliteratuur en beleid te vinden, en de informatie zal steeds verder worden uitgebreid. Eens in de vier maanden wordt een nieuwsbrief verzonden met recente nieuwsberichten en publicaties van de website. Conferentie Na de succesvolle conferenties in Leuven in 2008, Berlijn in 2009, Espoo (nabij Helsinki) in 2010 en Kopenhagen in 2011, Lissabon 2012 en Athene in 2013, Den Haag 2014 vond de conferentie in het verslagjaar op 9 en 10 oktober plaats in Torun (Polen). Het onderwerp Landscape Protection in Planning Law en de daaraan gekoppelde rechtsvergelijkende case die de deelnemers vooraf hadden uitgewerkt gaven wederom aanleiding tot een levendige discussie. De deelnemers gaven aan deze uitwisseling van kennis zeer waardevol te vinden. Hiernaast was ook tijd voor culturele activiteiten. Informatie over deze, en over de voorgaande conferentie, is te vinden op de eerdergenoemde website. Op de website zijn ook de uitwerkingen van de case te vinden. De Conferentie van 2016 zal plaatsvinden in Spanje. 5.4 Ministerie Infrastructuur en Milieu en IBR expert meetings Omgevingswet: planschade/nadeelcompensatie en voorbereidingsprocedures In samenwerking met het Ministerie van Infrastructuur en Milieu organiseerde het Instituut voor Bouwrecht twee expertmeetings in het verslagjaar. De reden voor het organiseren van deze expertmeetings was dat er met betrekking tot deze onderwerpen bij de uitwerking in de invoeringswet en de uitvoeringsregelgeving die worden voorbereid door het ministerie, een aantal mogelijk te hanteren uitgangspunten om een nadere doordenking vragen. Het IBR biedt 11

18 12 als kennisinstituut een onafhankelijk platform waar deze discussie heeft plaatsgevonden. De uitkomsten worden meegenomen in het wetgevingstraject. Expertmeeting Omgevingswet: voorbereidingsprocedure De expertmeeting vond plaats op vrijdag 23 januari van 13.00u tot 17.00u (locatie Ministerie I&M). In deze expertmeeting stond de voorbereidingsprocedure centraal. De reden voor het organiseren van deze expertmeeting was dat er met betrekking tot dit onderwerp bij de uitwerking in de omgevingswet, een aantal mogelijk te hanteren uitgangspunten om een nadere doordenking vragen. Naast organisatorische werkzaamheden heeft het IBR samen met het ministerie de vraagstelling uitgewerkt. Er werd aan de hand van een discussienotitie gediscussieerd met een select aantal (14 deelnemers) deskundigen vanuit de wetenschap, brancheorganisatie en de praktijk. Expertmeeting Omgevingswet: planschade en nadeelcompensatie De expertmeeting vond plaats op dinsdag 28 april van 13.00u tot 16.00u (locatie Ministerie I&M). In deze expertmeeting stond centraal de in de Omgevingswet en de daarop gebaseerde uitvoeringsregelgeving op te nemen regeling voor planschade en nadeelcompensatie. Aan de hand van stellingen werd over dit onderwerp van gedachten gewisseld. De stellingen hadden betrekking op de volgende thema s: 1. Een limitatieve lijst met schadeoorzaken in de Omgevingswet? 2. Uitnodigingsplanologie, krimp en schade 3. Schaduwschade De discussie vond plaats met deskundigen vanuit de wetenschap, brancheorganisaties en de praktijk (35 deelnemers). De verslaglegging werd verzorgd door het Instituut voor Bouwrecht. 6. De Europese Vereniging voor Bouwrecht De Europese Vereniging voor Bouwrecht, waarvan de directeur van het Instituut voor Bouwrecht secretaris is, vergaderde in het verslagjaar in Londen. Bijzonder aan deze bijeenkomst was de presentatie van het omvangrijke boek: Studies in European Construction Law. De redactie van het boek stond onder leiding van de directeur van het Instituut en mr. H.P.C.W. Strang was onmisbaar bij dat proces. Tijdens het congres is voor de vierde keer de European Society of Construction Law Master Thesis Prize uitgereikt. Aan deze wedstrijd kunnen alle studenten deelnemen die tijdens hun masterstudie (of een nationale equivalent daarvan) een scriptie hebben geschreven. De scriptie is afgerond en beoordeeld in het collegejaar voorafgaand aan het jaar waarin de prijs wordt uitgereikt. De scriptie dient betrekking te hebben op het bouwrecht. Voorbeelden van mogelijke onderwerpen zijn: bouwcontracten, professionele aansprakelijkheid van architecten of ingenieurs, aanbestedingsrecht, eigendomsrecht, PFI en arbitrage/bemiddeling/geschillenbeslechting. De eerste prijs bestaat uit een geldbedrag van 2500,- en de tweede prijs uit een geldbedrag van 1000,-. Beide prijswinnaars worden uitgenodigd de scriptie te bewerken tot een artikel voor het vaktijdschrift International Construction Law Review. De jury van de ESCL Master Thesis Prize wordt gevormd door de voorzitter en twee juryleden. De voorzitter van de ESCL is tevens voorzitter van de jury. De voorzitter stelt elk jaar twee juryleden aan. De voorzitter van de ESCL was in het verslagjaar Richard Bailey (Partner at Goodman Derrick LLP). Professor dr. Benoît Kohl (Professor, University of Liège and University of Paris II - Counsel, Stibbe Brussels) en professor dr. Anthony P. Lavers (Counsel, White & Case LLP, London - Visiting Professor of Law, Oxford Brookes University) en Professor Dr. Hugues Perinet-Marquet (professor, University of Paris II) zijn door de voorzitter aangesteld als juryleden. Er zijn in het vierde jaar van het bestaan van deze prijs 9 inzendingen binnengekomen afkomstig van studenten van verschillen Universiteiten (TU Delft, King s College London, University of Strathclyde). De prijsuitreiking was een succes. De prijzen zijn uitgereikt op vrijdag 2 oktober tijdens de ESCL conferentie te Londen. Eerste prijs: LONNEKE CHEUNG Title: Research into the influence of mutual trust between the Client and the Contractor on the efficiency and the effectiveness of the change management process for complex D&B infrastructure projects using the UAC-IC 2005: Lessons learned from a comparison between the UAC-IC 2005 and the NEC3 ECC and the FIDIC Yellow Book. (Delft University of Technology).

19 Tweede prijs: ADRIANA SPASSOVA Title: Is the Bulgarian Building Control regime more bureaucratic than the regimes in the leading European countries? (A comparison with the English, German, French and Italian regimes, focusing on the minimum scope of design approval for building permit). (King s College London) Via de website van ESCL ( node/106) is een kort verslag opgenomen en kan het juryrapport worden gedownload. In het kader van de EVBR is de afgelopen jaren gewerkt aan een overzicht in de vorm van een handboek over het private bouwrecht in de verschillende landen die lid zijn van de EVBR. De werkzaamheden aan het boek zijn in het verslagjaar afgerond, waarna op het EVBR congres in Londen de boekpresentatie heeft plaatsgevonden. Het betreft een omvangrijk werk, getiteld Studies in European Construction Law, waaraan auteurs uit 12 Europese landen hebben meegewerkt. De werkzaamheden aan het boek zijn gecoördineerd door de directeur van het Instituut en mr. H.P.C.W. Strang en het boek is door het Instituut voor Bouwrecht uitgegeven. 7. Vereniging voor Bouwrecht 7.1 Inleiding Op 27 juni 1972 werd de Vereniging voor Bouwrecht door een aantal bestuursleden van het Instituut voor Bouwrecht en door enkele andere in bouwrecht geïnteresseerden opgericht. Het in haar statuten verwoorde doel van de Vereniging voor Bouwrecht vertoont gelijkenis met dat van het Instituut voor Bouwrecht en luidt als volgt: Het op onafhankelijke wijze bevorderen van de belangstelling voor de wetenschappelijke en praktische beoefening van het bouwrecht in de ruimste zin des woords alsmede van de studie van juridische en maatschappelijke vraagstukken en verschijnselen in het algemeen, voor zover die betrekking hebben op of van betekenis kunnen zijn voor de kennis en de ontwikkeling van het bouwrecht. Het Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht zijn nauw met elkaar verbonden. Het Instituut voor Bouwrecht verzorgde het secretariaat alsmede het penningmeesterschap van de Vereniging voor Bouwrecht. Het bestuur van de Vereniging voor Bouwrecht bestond per 31 december uit de volgende personen: prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans (voorzitter) prof. mr. N.C. Oostrom-Streep mr. M. Lurks mr. D. Korsse mr. M.M. Kaajan mr. L.C. van den Berg mr. A.M.J. Vos mr. J. Verbeek Voor het verzorgen van het secretariaat en het penningmeesterschap van de Vereniging voor Bouwrecht ontvangt het Instituut voor Bouwrecht een jaarlijkse vergoeding; in het verslagjaar bedroeg deze ,- excl. BTW. Aan het eind van het verslagjaar stonden er 1359 leden bij de Vereniging voor Bouwrecht ingeschreven tegenover 1369 aan het einde van VBR-preadvies In het verslagjaar is in de reeks VBR-preadviezen nummer 43 verschenen: De reikwijdte en rechtsgrondslag van nadeelcompensatie in het omgevingsrecht van de preadviseurs mr. dr. G.M. van den Broek en mr. dr. M.K.G. Tjepkema. Mr. dr. G.M. van den Broek Mr. dr. M.K.G. Tjepkema De reikwijdte en rechtsgrondslag van nadeelcompensatie in het omgevingsrecht Publicatie van de Vereniging voor Bouwrecht Nr

20 14 Dit boek is uitgegeven door het Instituut voor Bouwrecht en besproken op de VBR-jaarvergadering van 10 december te Amersfoort. 8. Vereniging voor Bouwrecht Advocaten 8.1 Inleiding Op 10 juni 1997 heeft het bestuur van de Vereniging voor Bouwrecht in nauwe samenwerking met het Instituut voor Bouwrecht het initiatief genomen tot de oprichting van de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten. De reden hiervoor is dat de Nederlandse Orde van Advocaten een permanente opleiding voor advocatuur heeft geïntroduceerd op grond waarvan elke advocaat verplicht is jaarlijks opleidingspunten te behalen door het volgen van onderwijs aan door de Orde erkende onderwijsinstellingen. De oprichting van een Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten biedt de mogelijkheid om deze erkenning door de Nederlandse Orde van Advocaten te verkrijgen en stelt de advocatuur op de navolgende wijze in staat om de vereiste opleidingspunten te behalen. De samenwerking van de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten met het Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht levert voor advocaat-leden door deelname aan de Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht georganiseerde bijeenkomsten opleidingspunten op. De activiteiten van de Vereniging voor Bouwrecht- Advocaten bestaan in hoofdzaak uit het organiseren van studiebijeenkomsten samen met het Instituut voor Bouwrecht en de Vereniging voor Bouwrecht, waarbij de meerdaagse verdiepingscursus privaatrechtelijk- en publiekrechtelijk bouwrecht een centrale plaats innemen. Voor een overzicht van de in het jaarverslag gehouden cursussen en studiebijeenkomsten wordt verwezen naar D Bestuur Het bestuur van de Vereniging voor Bouwrecht- Advocaten bestond per 31 december uit de volgende personen: mr. ing. J.J. van de Vijver (voorzitter) mr. J.H.B. Averdijk mr. W.M.J.M. Heijltjes mr. M.C. Brans prof. mr. G.A. van der Veen Het secretariaat en het penningmeesterschap worden vervuld door het Instituut voor Bouwrecht. Voor het verzorgen daarvan ontvangt het Instituut voor Bouwrecht een vergoeding van excl. BTW. 8.3 Lidmaatschap Tot het lidmaatschap kunnen in principe alleen advocaten worden toegelaten die ten minste zeven jaar als advocaat zijn ingeschreven overeenkomstig het bepaalde van de Advocatenwet en die ten minste een derde van de fulltime werktijd besteden aan het bouw- of het onroerend-goedrecht. Naast de mogelijkheid tot het toelaten van aspirant-leden, bevatten de statuten eveneens (onder bepaalde voorwaarden) een ontheffing van deze toelatingseisen. Aan het eind van het verslagjaar stonden er 558 leden bij de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten ingeschreven. 8.4 Vergaderingen De Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten organiseert in samenwerking met de Vereniging voor Bouwrecht jaarlijks drie kwartaalvergaderingen en een jaarvergadering. De vergaderingen die in het verslagjaar zijn gehouden zijn beschreven in het overzicht van de bijeenkomsten. Zie hiervoor D7.

21 C. Financiering De exploitatielasten van het Instituut voor Bouwrecht bedroegen in ongeveer (2014: ) De begrote exploitatielasten bedroegen Deze kosten worden voor een groot deel gedekt door inkomsten uit onderwijs, het uitgeven van het maandelijkse vakblad, opdrachten en onderzoek. Ten opzichte van 2014 is er circa minder subsidies ontvangen. De totale inkomsten op subsidies zijn in circa Dit is minder dan 1% van de totale opbrengsten. Voor een verdere toelichting over de financiële verantwoording van het Instituut voor Bouwrecht verwijzen wij naar de jaarrekening van. Deze is na goedkeuring van de directie op te vragen bij de administratie. In het jaarrekening rapport inzake de verantwoording is de financiële verantwoording over het verslagjaar neergelegd. Deze verantwoording in gecontroleerd door een externe accountant. De verantwoording gaf de accountant geen aanleiding tot nader commentaar. Na controle en onderzoek van de overgelegde gegevens hechtte de accountant daaraan de verklaring dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van het vermogen van het Instituut voor Bouwrecht op 31 december en van het resultaat over. 15

22 D. Bijlagen 1. Samenstelling Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur 3. Leerstoelen Bouwrecht Leerstoel Groningen 16 Algemeen Bestuur en het Dagelijks Bestuur: prof. mr. J. Struiksma* - voorzitter mevr. mr. F.M.M. Rasenberg* - vice-voorzitter mr. drs. J. Fijneman - penningmeester prof. mr. P.J.J. van Buuren mr. G. Engelen prof. mr. J.M. Hebly mr. H.W.R.A.M. Janssen prof. mr. N.S.J. Koeman* prof. mr. A.G.A. Nijmeijer mr. J.W. van Nouhuys mr. H.D. van Romburgh* mr. R.B. Schnepper mevr. mr. D.M.C. Schuurmans prof. mr. G.A. van der Veen mr. ing. J.J. van de Vijver* (per einde verslagjaar teruggetreden) mr. D.E. van Werven prof. mr. W.C.T.F. de Zeeuw* * tevens lid Dagelijks Bestuur 2. Medewerkers Juridisch medewerkers: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, directeur dr. ir. A.G. Bregman, senior juridisch stafmedewerker drs. E. Cortvriendt, promovendus mr. R.W.M. Kluitenberg, eindredacteur TBR/uitgever mr. A.Z.R. Koning, senior juridisch stafmedewerker mr. H.P.C.W. Strang, juridisch medewerker mr. N. van Wijk- van Gilst, juridisch stafmedewerker/redacteur Het secretariaat bestond per einde jaarverslag uit: mevr. E. Boomer-van der Ploeg (secretaresse) mevr. D. Buis (secretaresse) mevr. L. de Groot-Maas (management assistente) Student-assistenten: S.A.K. d Azevedo J.J. Karens M.A. Overmars Wat betreft de activiteiten van de leerstoel bouwrecht te Groningen, bekleed door prof. mr. D.A. Lubach, kan het navolgende worden opgemerkt. Onderwijs In het verslagjaar zijn voor wat betreft het vakgebied van de leerstoelhouder de vakken Bouwrecht en Bestuur, Aansprakelijkheid en Privaatrecht gedoceerd. Een substantiële bijdrage aan het vak Bouwrecht is gegeven door dr.ir A.G Bregman die het aanbestedingsrecht voor zij rekening heeft genomen en aandacht heeft gegeven aan de juridische aspecten van het grondbeleid. In het verslagjaar hebben prof. mr. K.J. de Graaf en prof.mr G.A. van der Veen het vak Omgevingsrecht verzorgd. Het vak Bestuur, Aansprakelijkheid en Privaatrecht is een verplicht vak in de publiekrechtelijke afstudeerrichting en wordt gevolgd door 70 studenten. In het verslagjaar is het aantal contacturen verdubbeld ten opzichte van voorgaande jaren. Dat gaf de mogelijkheid voor een intensievere betrokkenheid van de studenten en tot meer aandacht voor buitenlandse rechtstelsels In het vak Bouwrecht werden de hoofdlijnen van het architectenrecht, het aanbestedings- en aannemingsrecht behandeld. Het vak Ruimtelijk Bestuursrecht werd gevolgd door ongeveer 70 studenten, deels vanuit de Faculteit Planologie en Geografie (ongeveer 35). Het vak Bouwrecht wordt gevolgd door ongeveer 60 studenten, waarvan een aantal als contractstudent, werkzaam in de advocatuur. Het vak Bouwrecht is aanbevolen voor de masterstudenten Vastgoedkunde van de faculteit Planologie en Geografie. Deze aanbeveling wordt zo goed gevolgd dat het merendeel van de studenten uit deze faculteit komt. Ook in het verslagjaar werd een aantal scripties op het terrein van de genoemde vakken geschreven. De nadruk ligt onverminderd op aansprakelijkheidsverhoudingen in het aannemingsrecht. In het privaatrechtelijk bouwrecht is er een toenemende aandacht te bespeuren voor Europeesrechtelijke

23 vraagstukken en nieuwe contractvormen in het aannemingsrecht. Onderzoek Het onderzoek wordt verricht in het kader van het onderzoeksprogramma Public Law en Public Trust. In het verslagjaar is de basis gelegd voor een onderzoek naar aansprakelijkheidsvragen samenhangend met de beslissing van de Duitse Bondsregering tot het op termijn sluiten van de bestaande kerncentrales. Het onderzoek heeft geresulteerd in een publicatie in de bundel On Lawmaking and Public Trust onder redactie van Suzanne Comtois en Kars de Graaf NILG Governance en recht 14, Eleven, international publishing: Dick. A. Lubach, The case of the Atomausstieg in Germany, Who has to pay (p ) De betrokkenheid bij aan het Instituut voor Bouwrecht lopend onderzoek blijft bestaan als lid van de Redactieraad van het Tijdschrift voor Bouwrecht. Het hoofdredacteurschap van de ( voormalig)groene Reeks Ruimtelijk Bestuursrecht (Kluwer) en de losbladige uitgave Bestuursaansprakelijkheid (Elsevier) is gecontinueerd. In de eerstgenoemde bundel zijn de commentaren op de Wabo, de Woningwet en de Huisvestingswet onderwerp van actualisatie. Het promotie onderzoek van mr. W. de Vries naar internationale samenwerking op het terrein van de ruimtelijke ordening ter bescherming van de Waddenzee heeft vertraging opgelopen. gestreefd wordt nu naar promotie aan het eind van 2016 De leerstoelhouder is betrokken bij het promotieonderzoek van mr. J.F.de Groot, Stedelijke herverkaveling; Een onderzoek naar de juridische mogelijkheden voor innovatief omgaan met eigendomsverhoudingen bij binnenstedelijke herontwikkeling o.l.v. dr. ir. A.G. Bregman. Leerstoel Leiden Met ingang van 1 mei 2003 is prof. mr. J.M. Hebly leerstoelhouder aan de Universiteit Leiden om voor één dag per week werkzaam te zijn, eerst als bijzonder hoogleraar Bouwrecht, sinds 2008 als hoogleraar Bouwrecht en sinds 2011 als hoogleraar Bouwen aanbestedingsrecht. Onderwijs Keuzevak Bouw- en Aanbestedingsrecht In de periode maart/april is voor bachelorstudenten het keuzevak Bouwrecht van 5 weken à 4 uur gegeven (5 ECTS). In de periode november/december is tijdens de avonduren voor masterstudenten het profileringsvak Aanbestedingsrecht van 5 weken à 4 uur gegeven (5 ECTS). Het profileringsvak maakt deel uit van het masterprofiel Onroerend Goed. Scripties In het verslagjaar zijn de navolgende scripties begeleid en afgerond: Matthieu Kamerman Arnold Groeneveld Sjaak Keuvelaar Marleen de Vette Mike van Eck Shevin Özge Zengin -Epozdemir 'Is een rekenvergoeding bij de (Europese) aanbesteding van werken gewenst?' 'De CvA marginaal getoetst?' 'Onderhoudscontracten en Contractvrijheid' 'De Inbestedingsdoctrine. Naar huidig en toekomstig recht' 'Van geld over de balk naar geld in de knip. Oplossingen om manipulatieve inschrijvingen tegen te gaan.' 'Arbitraal beton of deskundigencement in gemetselde overheidsrechtspraak De scriptiestudenten zijn bij hun afstuderen door de leerstoelhouder toegesproken. 17 International Advanced Master Public Procurement Law LLM Advanced Studies in International Civil and Commercial Law Leiden 20/22 oktober

24 18 PAO onderwijs De Europese aanbesteding in Nederland Specialisatieopleiding Civiele Cassatie, Juridisch PAO Leiden, 1 juni Onderwijs gerelateerde activiteiten Voorzitter commissie Juridisch PAO Universiteit Leiden Voorzitter examencommissie Juridische Faculteit Leiden, 27 augustus Onderzoek Fellow Meijers Instituut, onderzoeksschool juridische faculteit Universiteit Leiden Promotie-activiteiten Promotor van mr. T.H. Chen voor een onderzoek over gunningssystemen en strategisch inschrijven Lid promotiecommissie mr. A. Drahmann, "Transparante en eerlijke verdeling van schaarse besluiten", promotie 5 februari, Universiteit Leiden Onderzoek gerelateerde activiteiten Voorzitter Begeleidingscommissie IBR onderzoek 'Hybride Contracten', Instituut voor Bouwrecht, Amsterdam 24 april Publicaties Titel 12: Aanneming van werk (artikelen 750 t/m 769), in: A.I.M. van Mierlo e.a. (red.), SDU commentaar Vermogensrecht, SDU Den Haag, p (met M.B. Klijn) Tekst & Commentaar Aanbestedingsrecht, eindredactie (met E.R. Manunza), Wolters Kluwer, tweede druk, Deventer Commentaar artikelen 1.22, en : AW 2012, in: Tekst & Commentaar Aanbestedingsrecht, Wolters Kluwer, tweede druk, Deventer (BONG), Groningen 17 maart Expertmeeting Consultatie Aanbestedingswet Instituut voor Bouwrecht, Amsterdam 24 april (voorzitter) Breakfast Briefing Aanbestedingswet Houthoff Buruma, Amsterdam/Rotterdam 29/30 april Inhouse cursus Aanbestedingsrecht Schiphol Group, Schiphol 12 mei Recente ontwikkelingen nieuwe Aanbestedingswet, private tenders en veilingen Breakfast Meeting Houthoff Buruma, Rotterdam 28 mei Magna Charta Tweede Bouwdiner Academie voor de Rechtspraktijk, Neerijnen 11 juni Rechtsbescherming bij aanbesteding (Webinar) Academie voor de Rechtspraktijk, Waardenburg 10 september Overige activiteiten relevant voor de leerstoel Lid algemeen bestuur Stichting Instituut voor Bouwrecht Lid redactieraad Tijdschrift voor Bouwrecht Bestuurslid Nederlandse Vereniging voor Aanbestedingsrecht Voorzitter Wetenschappelijke Raad Houthoff Buruma Country Correspondent The Netherlands, European Procurement & Public Private Partnership Law Review (EPPPL) Jurylid scriptieprijs Vereniging voor Bouwrecht Jurylid scriptieprijs Nederlandse Vereniging voor Aanbestedingsrecht Leerstoel TU Delft Voordrachten, lezingen e.d. In het verslagjaar heeft de leerstoelhouder de navolgende activiteiten verricht op symposia, seminars en andere bijeenkomsten: Rechtsbescherming (Webinar) Academie voor de Rechtspraktijk, Waardenburg 5 februari Inhouse cursus UAV-GC 2005 Waterschap AA en Maas, 's-hertogenbosch 16 maart Cursus Bouwrecht opfris en actualiteiten Bureau Opleidingen Noordelijke Gerechten Per 1 september 2004 is aan de Faculteit Bouwkunde van de TU Delft een leerstoel bouwrecht in het leven geroepen. Deze stoel wordt sinds die tijd bekleed door de directeur van het Instituut voor Bouwrecht. De benoeming betreft een aanstelling van anderhalve dag in de week.

25 Onderwijs In de verslagperiode zijn colleges verzorgd ten behoeve van Bachelor en Masterstudenten. De colleges betroffen het privaatrechtelijk bouwrecht, waaronder het aanbestedingsrecht. In samenwerking met de Faculteit Civiele Techniek is het vak Construction and Infrastructure Law verzorgd. In het samenwerkingsverband 3 TU is wederom de cursus Legal and Governance verzorgd, waarin de leerstoelhouder het contracten- en aanbestedingsrecht voor haar rekening nam. Naast het reguliere onderwijs meldden zich wederom scriptie-studenten aan. Een van deze studenten was succesvol, dat zijn afstudeerscriptie in bewerkte vorm is gepubliceerd in het Tijdschrift voor Aanbestedingsrecht en in The International Construction Law Review en dat deze scriptie de tweede prijs 2014 heeft gewonnen van de Europese Vereniging voor Bouwrecht. Promotie begeleiding Mr. H.P.C.W. Strang, coördinatie en toezicht in de bouw; aanvang september Mr. M. Nagelkerke (promotor), DBFM in the Dutch context, aan welke (juridische) voorwaarden moet zijn voldaan voor een evenwichtige toepassing van DBFM-contracten in de Nederlandse context? 4. Inhoud Tijdschrift voor Bouwrecht Januari Ten geleide Mr. G.H.J Heutink en mr. A. Franken van Bloemendaal,De ladder voor duurzame verstedelijking nader beschouwd (Deel B). Vervolg op TBR 2014/128 Mr. T.H.H.A. van der Schoot, Gebiedsaanwijzing voor modernisering of vervanging van bouwwerken. Onbekend maakt onbemind Mr. F.A. Mulder en mr. S.G.A. de Boer, Wel of niet het bestemmingsplan elimineren? Verslag van het seminar van de Vereniging voor Onteigeningsrecht en de Vereniging van Onteigeningsadvocaten over het eliminatiebeginsel Mr. J.W. Bitter, Modernisering van het arbitragerecht (Deel 2). De wet van 2 juni 2014; wijzigingen in Boek IV Rv. (de Arbitragewet). En in bepalingen de arbitrage betreffende in de boeken 3, 6 en 10 BW Professor Anthony Lavers PhD. D.Litt, Developments in resolution of construction contract disputes in the United Kingdom and Ireland Februari Mr. H.C.W.M. Moesker en prof. mr. A.G.A. Nijmeijer, Reactie op een melding is een Awb-besluit. Soms Mr. dr. M.A.M. Dieperink, Betere investeringskansen voor windenergie op zee? (I) Een analyse van de nieuwe Wet windenergie op zee Mr. M.W. Scheltema, mr. M. Rus-van der Velde, mr. J.S. Procee, mr. R.T. Wiegerink en mr. K.E. Haan, Kroniek onteigeningsjurisprudentie 2014 Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, Naar een andere regeling van de aansprakelijkheid na oplevering: exit onderscheid verborgen en niet-verborgen gebreken Mr. W.J.M. Herber, Aansprakelijkheid van de aannemer na de oplevering Mr. W.M.J.M. Heijltjes, Bouwkwaliteit moet uit het ontwerp komen. Inleiding expertmeeting 18 augustus 2014 Wetsvoorstel kwaliteitsborging Mr. dr. A.J. van Heeswijck, De verplichting tot het creëren van zoveel mogelijk maatschappelijke waarde voor de publieke middelen Maart Mr. A.M. van Rijsewijk en mr. R.C.V. Mans, NENnormen Bouwbesluit moeten gratis en openbaar zijn Mr. R.H.W. Frins LL.M, Het onderscheid tussen mitigatie en compensatie: alea iacta est? Prof. mr. C.E.C. Jansen, Coherentie en integratie van juridisch-administratieve voorwaarden in de bouw. Jaarrede uitgesproken op 11 december 2014 tijdens de jaarvergadering van de Vereniging voor Bouwrecht Constructieve veiligheid: een onderzoek naar communicatie en borging in bouwprocessen. Voorkomen is beter dan genezen. Verslag van de jaarvergadering van de Vereniging voor Bouwrecht gehouden op 11 december 2014 te Amersfoort Mr. P. Vermeij, De toepassing van de omkeringsregel binnen het bouwrecht April Mr. B. Blaisse - Verkooijen, De Nationale ombudsman en het aanbestedingsrecht 19

26 20 Mr. ing. Th. Peters, Gebiedsaanwijzingen en gebiedsregelingen als basis voor een nieuwe Omgevingswet Prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans, mr. F.A. Mulder en mr. J.S. Procee, Wijzigingen in de Onteigeningswet Verslag van het seminar van de Vereniging voor Onteigeningsrecht over de (on)wenselijkheid van wijzigingen in de onteigeningsregelgeving Mr. M.Y. Schaub, Aandacht voor overgangsrecht. De betekenis van art. 6:230c BW voor overeenkomsten die voor 28 december 2009 zijn gesloten Mei Dr. mr. M.A. Geertse, Uitsluiting en uitbuiting in architectenselecties Mr. dr. M.A.M. Dieperink, Betere investeringskansen voor windenergie op zee? (II). Een analyse van de tenderregeling voor de Borssele-kavels Mr. V.H.M. van Os MSc, Schade voor opdrachtgevers door vertraging: over de kortingsregeling in de UAV 2012 (1989) Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, Voordrachten Congres Overheidsopdrachten België-Nederland Prof. mr. G.W.A. van de Meent, mr. R.S. Damsma en mr. C.G. van Blaaderen, Gevolgen van de komst van de Aanbestedingswet 2012 voor de Nederlandse aanbestedingspraktijk Mr. N. Kiekens, Toepassing van de overheidsopdrachtenreglementering op de toekomstige realisatie van onroerend goed Mr D.J.L. van Ee MSc MRE, Wijzigingen tijdens de uitvoering van de overeenkomst Prof. mr H.D. van Romburgh, Integriteit en aanbestedingsrecht: een op elkaar aangewezen stel Ir. MAB B. Baeyens, Beoordelingsmethodieken en wegingssystemen Juni Mr. H.C.W.M. Moesker, De Reparatiewet BZK 2014 en de Bouwverordening. Herallocatie gemeentelijke stedenbouwkundige voorschriften Dr. G.L. Dusseldorp en mr. dr. J. Nijland, Bundeling en aanpassing van regels op het terrein van (onroerend) cultureel erfgoed in de Erfgoedwet en de Omgevingswet. Gevolgen voor de (notariële) praktijk nader beschouwd Mr. dr. J.H.G. van den Broek, Funambulisme in de Omgevingswet. Flexibiliteit en kenbaarheid Mr. drs. S. van den Boogaart en mr. L.F. Dröge, Back-to-back contracteren bij DBFM(O)-projecten. Aandachtspunten, risico's en valkuilen bij het backto-back doorleggen van rechten en verplichtingen Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Consultatie Aanbestedingswet Verslag Expertmeeting Instituut voor Bouwrecht d.d. 24 april Juli Mr. H. Koolen. Instructieregels in de provinciale verordening: overspelen de provincies hun ruimtelijke ordeningshand? Mr. dr. ing. G.J. Kremers. Paragraaf 3b van hoofdstuk IV Wbb. Op weg naar een integrale aanpak van grootschalige grondwaterverontreiniging Mr. dr. F.J. van Velsen. Aansprakelijkheid voor schades door werkzaamheden vanaf een ponton Mr. M.A. Moolhuizen en mr. K.K.S. te Brake. De DBFMO-overeenkomst voor huisvestingsprojecten ontrafeld Augustus Prof. mr. A.G.A. Nijmeijer. Omgevingswet I: het wetsvoorstel geamendeerd Mr. F.A.M. Hobma en drs. C.N. Van der Heiden. Rechtsvergelijking van publiekrechtelijk kostenverhaal bij organische gebiedsontwikkeling Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Een nieuwe fase in het leerstuk van algemene voorwaarden (Deel 1) Mr. A.M. Klunne. De vaststellingsovereenkomst in de bouwpraktijk September Mr. B.J.P. Stramrood. Vijf jaar relativiteit. Een overzicht van de toepassing van het bestuursrechtelijke relativiteitsvereiste door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Mr. dr. S. van Gulijk. Tendensen in de civiele rechtspraak van belang voor het bouwrecht Mr. P. Vermeij. De niet-gerechtvaardigde buitengerechtelijke beëindiging van de overeenkomst tot aanneming van werk Mr. D.J.L. van Ee MSc MRE. De instaprechten van financiers bij projectgebonden publiek private samenwerking

27 TIJDSCHRIFT VOOR BOUWRECHT TBR De ladder voor duurzame verstedelijking nader beschouwd (Deel B). Vervolg op TBR 2014/128 Mr. G.H.J Heutink en mr. A. Franken van Bloemendaal Gebiedsaanwijzing voor modernisering of vervanging van bouw werken. Onbekend maakt onbemind Mr. T.H.H.A. van der Schoot Wel of niet het bestemmingsplan elimineren? Verslag van het seminar van de Vereniging voor Onteigeningsrecht en de Vereniging van Onteigenings advocaten over het eliminatiebeginsel Mr. F.A. Mulder en mr. S.G.A. de Boer 1 JANUARI Modernisering van het arbitragerecht (Deel 2). De wet van 2 juni 2014; wijzigingen in Boek IV Rv. (de Arbitragewet). En in bepalingen de arbitrage betreffende in de boeken 3, 6 en 10 BW Mr. J.W. Bitter Developments in resolution of construction contract disputes in the United Kingdom and Ireland Professor Anthony Lavers PhD. D.Litt Mr. B.J.H. Blaisse-Verkooijen, mr. J.C. Binnerts en mr. L.A. Dutmer. Kroniek adviezen Commissie van Aanbestedingsexperts (Deel 1) December Prof. mr. A.G.A. Nijmeijer. Omgevingswet. Gebodsbepalingen in het omgevingsplan: (veel) eenvoudiger gezegd dan gedaan Mr. C.J.J.C. Arnouts MRE MRICS. Huurkoop onroerende zaken: een sprookje zonder (goed) einde? Mr. B.J.H. Blaisse-Verkooijen, mr. J.C. Binnerts en mr. L.A. Dutmer. Kroniek adviezen Commissie van Aanbestedingsexperts (Deel 2) Mr. S.W. Derksen en mr. N. Amiel. Streng toezicht op hotelmatige verhuur 5. Samenstelling Redactie en Redactieraad De Redactie/Redactieraad van het Tijdschrift voor Bouwrecht bestaat uit: 21 Mr. D.C. Orobio de castro, mr. E. Verweij en mr. I.A.F. Hendriksen. Kroniek van het Europese Aanbestedingsrecht Prof. mr. H.D. van Romburgh. Over proportionaliteit en bagatelopdrachten Oktober Mr. I.L. Haverkate. Gebruikskruimels van rechtswege, of toch niet.?! Mr. J.S.O. den Houting. De mededelingsplicht van de aannemer bij opzegging van een aannemingsovereenkomst Mr. F.R.A. Schaaf. De paardensprong in het adviseursrecht. Beschouwingen naar aanleiding van HR 20 januari 2012, NJ 2012, 59 (Wierts / Visseren) Mr. M.C.E. van der Vleuten. VvE s met eigenaarbewoners en huurders. Huurdersparticipatie in gemengde complexen November Prof. mr. H.Ph.J.A.M. Hennekens. Enkele knellende punten in de gemeentelijke structuur. De raad en het college van B&W in de ruimtelijke ordening Mr. ir. S. Handgraaf en mr. P. de Putter. Hemelwater in de woning: zaak van gemeente of burger? dr. ir. A.G. Bregman prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis mr. F.A.M. Hobma mr. R.W.M. Kluitenberg (eindredacteur) mr. A.Z.R. Koning mr. N. van Wijk- van Gilst De Redactieraad bestaat uit: mr. B. van den Berg mr. R.G.T. Bleeker prof. mr. P.J.J. van Buuren (voorzitter) mr. A.M.B. Chao mr. J.J. Dammingh mr. M.A.M. Dieperink mr. S. van Gulijk prof. mr. J.M. Hebly mr. J.A.W. Huijben prof. mr. C.E.C. Jansen mr. A.A.C.J. Janssen mr. J.G.J. Janssen prof. mr. N.S.J. Koeman mr. drs. D. Korsse prof. mr. P.H.L.M. Kuypers prof. mr. D.A. Lubach mr. J.S. van Luik mr. M. Lurks mr. dr. E.R. Manunza prof. mr. G.W.A. van de Meent prof. mr. R.F.H. Mertens mr. H.C.W.M. Moesker prof. mr. A.G.A. Nijmeijer mr. dr. drs. C.M.D.S. Pavillon mr. ing. C.H.N.M. Petit prof. mr. H.D. Ploeger

28 22 prof. mr. drs. B.P.M. van Ravels prof. mr. H.F.M.W. van Rijswick prof. mr. dr. H.D. van Romburgh mr. S.J.H. Rutten prof. mr. B.J. Schueler prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans prof. mr. J. Struiksma mr. F.H.A.M. Thunnissen mr. J. Verbeek mr. F.J. Vonck mr. A.G.J. van Wassenaer mr. D.E. van Werven 6. Verrichte onderzoeken In het verslagjaar is door de medewerkers van het Instituut voor Bouwrecht veel onderzoekswerk gedaan. De onderwerpen van de verschillende onderzoeken bevestigen de breedte van het veld, waarop het Instituut voor Bouwrecht opereert. Daarnaast valt op dat het onderzoek van verschillende diepgang is. Dit laatste bevestigt dat het Instituut voor Bouwrecht, zoals sinds jaar en dag gebruikelijk, de diverse typen actoren weet te bedienen. In dit overzicht wordt van al deze onderzoeken kort verslag gedaan en aangegeven of het onderzoek voltooid is of nog niet. Plattelandswoningen en luchtkwaliteit In opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het IBR een onderzoeksopdracht uitgevoerd inzake de wettelijke regeling van de Plattelandswoning. Dit naar aanleiding van een recente uitspraak van de Raad van State over de toepasselijkheid van de regelgeving inzake luchtkwaliteit bij zogenaamde plattelandswoningen. Het onderzoek wordt door het IBR als hoofdopdrachtnemer uitgevoerd in samenwerking met bureau Pro Facto uit Groningen, dat verwant is aan de RuG. Het onderzoek omvatte in hoofdzaak rechtsvergelijking (door middel van onderzoek naar de situatie in Vlaanderen, Duitsland en Denemarken) naar de wijze waarop in die landen wordt omgegaan met het fenomeen voormalige agrarische bedrijfswoningen die voor hun oorspronkelijke doel niet langer nodig zijn, in het bijzonder wat betreft de wettelijke regeling omtrent de luchtkwaliteit met betrekking tot dergelijke woningen. Het onderzoek is geheel in het verslagjaar uitgevoerd. Adviescommissie Eenvoudig Beter In het kader van het project Eenvoudig Beter, dat zich richt op de Omgevingswet, functioneert een vijftal adviescommissies die over de gewenste structuur en inhoud van de nieuwe wetgeving adviseren. Een van de commissies richt zich onder voorzitterschap van de heer Stadig op het onderwerp Wonen en Cultuur. De heer Bregman heeft in deze commissie zitting. De Commissie vergadert zo vaak als ontwikkelingen rondom de Omgevingswet daartoe aanleiding geven, tot nu toe enkele malen per jaar. Vervolgonderzoek naar de informatieplicht in de Schipholregio In aansluiting op een eerder verricht onderzoek naar uitwerking van de Informatieplicht in verband met geluidsbelasting rondom de Luchthaven Schiphol zoals bedoeld in het Convenant omgevingskwaliteit middellange termijn heeft het IBR een vervolgonderzoek uitgevoerd dat strekt tot het doen van voorstellen voor de implementatie van de in het vorige onderzoek gedane aanbevelingen. Aan het IBR in het kader van deze implementatie gevraagd om een tweetal artikelen te schrijven, specifiek gericht op de vastgoedpraktijk, teneinde de reikwijdte van de informatieplicht bij de verkoop van woningen (nogmaals) onder de aandacht van die doelgroep te brengen. De heer dr. ir. A.G. Bregman, mevrouw mr. A.Z.R. Koning en de heer mr. H.P.C.W. Strang hebben in dat kader een artikel voor het blad Vastgoedmarkt geschreven alsmede een achtergrondartikel ten behoeve van de website bezoekbas.nl, waarop diverse informatie over (geluidhinder rondom) Schiphol is te vinden. Met het in het verslagjaar schrijven en publiceren van deze artikelen is de onderzoeksopdracht uitgevoerd. Opdrachten van derden Juridisch Handboek Gebiedsontwikkeling In 2005 verscheen Bouwrecht Monografie nr. 26 Publiek-private samenwerking bij de ruimtelijke inrichting en haar exploitatie. Sindsdien hebben zich verschillende ingrijpende wijzigingen in o.a. de regelgeving voorgedaan. Met subsidie van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft het IBR in het verslagjaar gewerkt aan de herziening van dit boek. Deze herziening geschiedt in samenspraak met een begeleidingscommissie. Naast dr. ir. A.G. Bregman is tevens mr. A.Z.R. Koning betrokken bij de totstandkoming van het handboek vanuit het Instituut. Het onderzoek is afgerond in het verslagjaar en het eerste exemplaar van het boek is tijdens het IBR minisymposium Gebiedsontwikkeling op 16 juni uitgereikt aan drs. E.P. Stigter, directeur Eenvoudig Beter Ministerie van Infrastructuur en Milieu.

29 Promotie onderzoek: coördinatie en toezicht in de bouw In september 2009 is mr. H.P.C.W. Strang begonnen met een promotieonderzoek naar toezicht en coördinatie in het bouwproces. Dit onderzoek vindt plaats onder begeleiding van prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, beoogd promotor. Aanleiding voor het onderzoek is de juridische problematiek die het gevolg is van een toenemende complexiteit van bouwprocessen. Coördinatie en toezicht zijn belangrijke thema s in complexe bouwprocessen met veel verschillende participanten. Het privaatrechtelijke onderzoek richt zich op toezicht en coördinatie in brede zin. Wat betreft het toezicht houdt dit in dat zowel het op dit moment in beweging zijnde publiekrechtelijke bouwtoezicht als het onderling door contractspartijen gehouden toezicht onderwerp van onderzoek zijn. De studie naar coördinatie richt zich op coördinatie in zowel ontwerpfase als uitvoeringsfase. Deze onderwerpen zullen vanuit de invalshoeken van de verschillende participanten in het bouwproces bekeken worden. In het verslagjaar is het onderzoek vooral gericht geweest op het onderdeel coördinatie. 23 Promotieonderzoek naar Rijkssturing in de ruimtelijke ordening Door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is een financiële bijdrage verstrekt voor een promotieonderwerp op het thema Rijkssturing in de ruimtelijke ordening. Mr. C.P. Hageman werkt sinds 1 juni 2012 aan zijn proefschrift. Arbeidsrechtelijk is de promovendus een dienstverband aangegaan met de Amsterdam School of Real Estate (ASRE). Mr. C.P. Hageman verblijft 3 dagen per week bij het Instituut. Het werk heeft goede voortgang. Promotieonderzoek naar de mogelijkheden van gebiedsgerichte normstelling Door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu is een financiële bijdrage toegezegd voor een promotieonderwerp op het thema Gebiedsgerichte normstelling. Aanleiding tot dit promotieonderzoek is de introductie van het fenomeen plattelandswoning, waardoor ook andere dan agrarische bedrijfswoningen mogelijk worden in gebieden waar geurnormen worden overschreden. Op 1 september 2013 is mr. E. Cortvriendt gestart met het promotieonderzoek. Zij is voor de duur van het promotieonderzoek in dienst bij het Instituut. Ook dit onderzoek heeft goede voortgang. Deze studie zal resulteren in een publicatie die onderdeel uitmaakt van de wetenschappelijke literatuur. Voorts zal de studie ook van nut kunnen zijn voor juristen in de bouwpraktijk. Begeleidingscommissie: Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, Directeur Instituut voor Bouwrecht en hoogleraar bouwrecht TU Delft G.J. van Leeuwen, Directeur Vereniging Bouwen Woningtoezicht Nederland Mr. ing. B. Rademaker, Beleidscoördinator Ministerie van Infrastructuur en Milieu/ Bestuurslid VBR Ir. D. Spekkink, Directeur Spekkink C&R Mr. D.E. van Werven, Jurist bouw- en aanbestedingsrecht Bouwend Nederland/Lid Redactieraad TBR 7. Overzicht bijeenkomsten Studiemiddag: Tussen krimp en krapte; nieuwe arrangementen bij gebiedsontwikkeling Datum: dinsdag 27 januari Inleider(s): prof. dr. ir. A.G. Bregman en mr. G. t HartHet karakter van gebiedsontwikkeling verandert. Als gevolg van de gewijzigde economische omstandigheden en onder invloed van ontwikkelingen op het gebied van onder meer het aanbestedingsrecht zijn bij gebiedsontwikkeling samenwerkingsvormen gebaseerd op het joint-venturemodel

30 24 (waarbij een publiek-private grondexploitatiemaatschappij (GEM) wordt opgericht) min of meer in onbruik geraakt. Andere samenwerkingsmodellen, zoals het concessiemodel-nieuwe-stijl, zijn daarentegen in opkomst. Het karakter van gebiedsontwikkeling verandert ook, omdat het zwaartepunt van de opgave gedurende de komende jaren zal liggen bij herstructurering van het bestaande bebouwde gebied. Gebiedsontwikkeling krijgt ook een minder grootschalig karakter. Een planmatige aanpak wordt op veel plaatsen verruild voor een meer organische ontwikkeling. Deze nieuwe realiteit bij gebiedsontwikkeling heeft niet alleen gevolgen voor de juridische vormgeving bij nieuwe gebiedsontwikkelingen, maar ook voor gebiedsontwikkelingen waarbij al een of meer samenwerkingsovereenkomsten zijn gesloten is vaak herziening van de afspraken noodzakelijk. Voor de publiekrechtelijke inkadering kan gebruik worden gemaakt van het instrumentarium dat de Wet ruimtelijke ordening, Wet algemene bepalingen omgevingsecht en de Crisis- en herstelwet biedt. Tijdens deze studiemiddag worden de mogelijkheden behandeld om bij gebiedsontwikkeling anno nu, bij zowel contractvorming als publiekrechtelijke inkadering, maatwerk te leveren. Daarbij is aandacht voor situaties waarin in het verleden gesloten samenwerkingsovereenkomsten wegens gewijzigde omstandigheden en inzichten moeten worden aangepast. Studiedag: Rechten van schuldeisers: retentie- en insolventierecht (I en II) Datum: donderdag 29 januari Inleider(s): mr. G.J. Huith, mr. M.J.R. Jansen en A.D. van Dalen (I): Retentierecht in het bijzonder in de bouwpraktijk Het retentierecht is in deze tijden van crisis een geducht wapen in de strijd tussen een partij die stelt recht te hebben op betaling en diens wederpartij die daar anders over denkt. In deze bijeenkomst wordt het retentierecht in het algemeen kort uiteengezet. Daarna volgt de bespreking van de toepassing in de bouwwereld en wordt aan de hand van vele voorbeelden ingegaan op tal van praktische aandachtspunten. Zoals: wat is het retentierecht en wanneer kan het worden uitgeoefend? Wie kan het uitoefenen (zoals onderaannemers) en welke gevolgen heeft het voor zowel de schuldenaar als de overige betrokkenen op het werk? Ten slotte zal aandacht worden besteed aan het uitoefenen van het retentierecht in een faillissement. (II): Insolventierecht voor de bouwpraktijk Faillissementen van bouwondernemingen zijn schering en inslag. Vaak met grote gevolgen voor toeleveranciers, onderaannemers en andere stakeholders. Hoe kunnen belanghebbenden invloed uitoefenen op de afwikkeling van een faillissement en op welke wijze kunnen zij hun schade beperken? Deze vragen - en meer - worden beantwoord tijdens deze bijeenkomst. U krijgt allereerst een korte introductie in het insolventierecht. Zo wordt toegelicht hoe om te gaan met lopende procedures waarbij een gefailleerde onderneming procespartij is en de gevolgen van de afkoelingsperiode voor stakeholders. Vervolgens worden enkele praktische en procedurele aspecten die spelen in het faillissement van een bouwonderneming nader beschouwd. Daarna zal uitvoerig aandacht worden besteed aan de praktische en juridische gevolgen van een faillissement op lopende overeenkomsten, zoals aannemingsovereenkomsten of huurovereenkomsten. Ook de positie van zekerheidsgerechtigden komt daarbij uitgebreid aan bod. Deze studiedag bestaat uit twee dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden, maar deelnemers aan beide dagdelen genieten voorrang. Cursus: Bouwtechniek voor juristen Data: dinsdag 3 en 10 februari Inleider(s): ir. J. Buijs De afgelopen jaren is er veel belangstelling getoond voor de studiedag Bouwtechniek voor juristen. Op veler verzoek is de studiedag uitgebreid tot een tweedaagse cursus waarin op de onderwerpen dieper zal worden ingegaan. In deze cursus zal uitgebreid de techniek van het bouwen worden behandeld, van de kelder tot de nok. Daarnaast zal uitgebreid worden ingegaan op de eisen en normen welke bij de diverse gebouwonderdelen gelden, op welke wijze en met welke middelen de communicatie tussen de bouwpartners plaatsvindt en op welke wijze gerealiseerde onderdelen van een gebouw moeten worden beoordeeld. Naast de theoretische stof zullen vele praktijkvoorbeelden de twee cursusdagen verlevendigen. Voor de juristen die in het veld van de bouwuitvoering werkzaam zijn, wordt een inzicht geboden in de technieken van de uitvoering en de communicatie van ontwerp naar realisatie en vooral in de onderlinge samenhang hiervan. Op 3 februari zal in de ochtend het ontwerpen met regels worden besproken: Bouwbesluit, Energieprestatie, het bestek, de verschillende soorten tekeningen etc. In de middag worden alle activiteiten onder de grond behandeld: bodemonderzoeken, grondwerken, bouwputten en fundatietechnieken en kelders. Op 10 februari zullen in de ochtend de hoofddraagconstructies boven de grond, de bouwstoffen en technieken, de omkleding met gevels en daken worden behandeld en in de middag worden de afbouwtechnieken, uitvoeringseisen en uitvoeringsbeoordelingen besproken.

31 In company Lunch-discussiebijeenkomst over geïntegreerde contracten voor AKD te Amsterdam Datum: dinsdag 3 februari Inleider(s): prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Studiedag: Onregelmatig verloop van een bouwproject; voortijdige beëindiging en stagnatie (I en II) Datum: woensdag 11 februari Inleider(s): mr. G.J. Huith, mr. A.F.J. Jacobs, mr. A. Moret en mr. L. Mundt (I): Beëindiging in onvoltooide staat, ontbinding Voortijdige beëindiging van de aannemingsovereenkomst - door opzegging of ontbinding om welke reden dan ook - is mede vanwege de crisis een veel voorkomend verschijnsel. Mag een opdrachtgever altijd opzeggen? Wat zijn bij opzegging de rechten van de opdrachtgever en de aannemer? Zijn de economische omstandigheden een grond voor voortijdige beëindiging? Op welke gronden kan ontbinding van de aannemingsovereenkomst plaatsvinden? Wat zijn de rechtsgevolgen van ontbinding? Wanneer hebben partijen aanspraak op vergoeding van schade? Mag de opdrachtgever het werk door een derde laten voltooien, als de aannemer tekortschiet? (II): Stagnatieschade De bouw gaat (helaas) vrijwel altijd gepaard met stagnatie. Stagnatie roept netelige vragen op die in deze bijeenkomst aan de orde zullen komen zodat ze na afloop van deze middag minder netelig zijn voor u. Wanneer is er sprake van stagnatieschade? Wat zijn de rechten van de opdrachtgever en de aannemer? En hoe moeten die rechten hard gemaakt worden? Wie moet wat en hoe bewijzen? En wat geldt eigenlijk als stagnatieschade, welke kosten vallen daaronder? Deze studiedag bestaat uit twee dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden; deelnemers aan beide dagdelen genieten voorrang. Over deze onderwerpen is veel rechtspraak en wordt u op systematische wijze door deze grote bron van rechtspraak heen geloodst. Studiemiddag: Capita Selecta Aanbestedingsrecht Datum: donderdag 12 februari Inleider(s): mr. R.S. Damsma Het aanbestedingsrecht ontwikkelt zich erg snel en kent inmiddels vele deelonderwerpen. In deze studiemiddag zal met name worden ingezoomd op regels die niet (enkel) gelden voor Europese aanbestedingen, maar ook op ander type procedures zoals meervoudige onderhandse procedures. Naast regels uit Europa zijn er in Nederland sinds de inwerkingtreding van de Aanbestedingswet 2012 (april 2013) namelijk ook nationaal aanbestedingsregimes die gelden wanneer de Europese richtlijnen niet van toepassing zijn (bijv. opdrachten onder de drempelwaarden of wanneer sprake is van een B- dienst). Aangezien een groot deel van de overheidsopdrachten niet Europees worden aanbesteed, zijn die nationale regimes in de praktijk van groot belang. De nationale regimes zijn geënt op de Europese procedures, maar kennen de nodige afwijkingen. Ook private partijen organiseren steeds vaker procedures die gelijkenis vertonen met aanbestedingen. De rechtspraak met betrekking tot dergelijke private aanbestedingen is daardoor in een stroomversnelling gekomen. Tot slot zal naast privaat aanbesteden en nationale aanbestedingsregimes worden ingegaan op diverse onderwerpen die gelden voor alle type aanbestedingen, zoals de werking van de algemene beginselen, het clusterverbod, maatschappelijke waarde en de verplichting objectieve criteria te hanteren bij het selecteren van partijen bij een aanbestedingsprocedure. Wat houden deze onderwerpen in? Wat vindt men ervan terug in de regelgeving (huidig en komend waaronder de nieuwe aanbestedingsrichtlijnen en de nationale implementatie ervan) en wat leren rechtspraak en literatuur? De onderwerpen worden besproken niet alleen van uit het perspectief van een procederende jurist, maar ook vanuit het perspectief van de jurist die aanbestedende diensten of inschrijvers bijstaat in de fase dat er nog geen conflict is en die juist probeert conflicten te voorkomen. Tijdens de bijeenkomst is ruimschoots gelegenheid tot het stellen van vragen en het voeren van discussie. In company DNR 2011 en UAV-GC voor EPO te Rijswijk Datum: maandag 16 februari Inleider(s): prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis en mr. A.G.J. van Wassenaer van Catwijck Actualiteiten college Bestemmingsplan c.a. Datum: dinsdag 3 maart Inleider(s): mr. T.E.P.A. Lam en prof. mr. A.G.A. Nijmeijer Het ruimtelijke bestuursrecht is voortdurend in beweging. In deze bijeenkomst komen naast recente ontwikkelingen op het gebied van het ruimtelijke ordeningsrecht, de omgevingsvergunning(procedure), ontheffing- en bestemmingsplanjurisprudentie aan de orde. Ontwikkelingen op het gebied van de rechtspraak en relevante actuele ontwikkelingen op het gebied van de wet- en regelgeving (Wro, Wabo, Crisis- en herstelwet etc.) komen aan de orde. Tijdens het college is er ruime gelegenheid voor discussie. Van de te bespreken onderwerpen wordt ongeveer twee weken voorafgaand aan de bijeenkomst concrete informatie toegezonden per en/of per post. 25

32 26 De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I. Suy ir. drs. N.G. Meijerink In company Lunch-discussiebijeenkomst over ketensamenwerking voor AKD te Amsterdam Datum: dinsdag 3 maart Inleider(s): prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Studiemiddag: Milieu en ruimtelijke ordening: ontwikkelingen in de rechtspraak en de praktijk Datum: woensdag 4 maart Inleider(s): mr. D.A. Cleton Milieuaspecten (geluid, luchtkwaliteit, bodem, externe veiligheid, etc.) maken niet alleen integraal onderdeel uit van de ruimtelijke ordening maar krijgen in de rechtspraak ook inhoudelijk steeds meer een prominente rol. Bovendien is in de huidige wetgeving op verschillende wijzen ruimte gezocht voor het vergroten van de mogelijkheden dat ondanks een (tijdelijke) overschrijding van toepasselijke milieunormen toch bepaalde, maatschappelijk wenselijke, ruimtelijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Te denken valt aan onder meer het bestemmingsplan met bijzondere kenmerken op grond van de Crisis- en herstelwet (als opvolger van het Gebiedsontwikkelingsplan, het bestemmingsplan-plus genoemd), een programmatische aanpak, de systematiek van de Interimwet Stad en Milieu. Tijdens deze studiemiddag krijgt u inzicht in de reikwijdte en toepassingsmogelijkheden van dergelijke regelingen, mede aan de hand van praktijkvoorbeelden en concrete milieuaspecten en uitspraken van de Afdeling Bestuursrechtspraak Raad van State. Er is ruime gelegenheid voor het stellen van vragen. Studiemiddag: Koop van onroerende zaken (non-conformiteit en NVM-koopakte) Datum: donderdag 5 maart Inleider(s): mr. J.J. Dammingh Wat kan een koper doen als hij na de levering ontdekt dat de door hem gekochte woning vol met boktor blijkt te zitten? En wat is voor hem mogelijk als blijkt dat op de gekochte woning een aanwijzing als beschermd dorpsgezicht rust, waardoor hij de woning niet mag verbouwen? Kan hij in zulke gevallen schadevergoeding vorderen van de verkoper of kan hij de koopovereenkomst ontbinden? De koper van een woning zal zich soms voelen alsof hij op drijfzand staat, en hetzelfde geldt voor de ondernemer die een bedrijfspand heeft gekocht waaraan een gebrek blijkt te kleven. Na het volgen van deze bijeenkomst zult u de koper op adequate wijze over zijn mogelijkheden kunnen adviseren, en ook zult u een verkoper kunnen bijstaan die zich wil verweren tegen een door de koper tegen hem ingestelde vordering. Het Burgerlijk Wetboek bevat, in (o.m.) art. 7:17 BW, een risicoregeling aan de hand waarvan in een concreet geval kan worden bepaald of een aan de gekochte onroerende zaak klevend gebrek voor risico van de verkoper dan wel voor risico van de koper komt. In de praktijk wordt vaak gebruik gemaakt van de NVM-koopakte (= een standaardmodel voor een koopcontract), die een aparte risicoregeling bevat. De NVM-koopakte is in 2014 op een aantal punten aangepast. De diverse bepalingen van deze akte worden besproken, en daarbij wordt ook ingegaan op de wijzigingen die de akte in 2014 heeft ondergaan. In dit verband zal ook aandacht worden besteed aan de boetebedingen in de NVM-koopakte. Wanneer wordt een boete verbeurd, en is er ruimte voor matiging van een verbeurde boete? Gedurende de bijeenkomst komen de volgende aspecten aan de orde: non-conformiteit (en de diverse vorderingen die de koper eventueel tegen de verkoper kan instellen bij feitelijke of juridische gebreken), de bepalingen uit de NVM-koopakte, onbekendheids- en ouderdomsclausules, de klachtplicht van de koper (ex art. 7:23 BW), verzuim en ingebrekestelling en het boetebeding (in een koopcontract). De stof wordt aan de hand van concrete casus besproken, waarbij ook aan recente jurisprudentie (en overige actuele ontwikkelingen) aandacht wordt besteed. Studiedag: Duurzaam aanbesteden en staatssteun bij gebiedsontwikkeling (I en II) Datum: dinsdag 10 maart

33 Inleider(s): dr. ir. A.G. Bregman, mr. A.G.J. van Wassenaer van Catwijck en prof. dr. B. Hessel, (I): Aanbesteden van Duurzame Bouwprojecten Duurzaam wordt meer en meer de norm, zie bijvoorbeeld het Energieakkoord, CO2 prestatieladders, etc. Hoe kan het doel duurzaam bouwen vertaald worden in aanbestedingsrechtelijke termen die de rechterlijke toets kunnen doorstaan? In deze bijeenkomst wordt met name aandacht besteed aan het gunningscriterium de economisch meest voordelige inschrijving, hoe kwaliteit objectief te definiëren, andere creatieve oplossingen en de juridische risico s. Tijdens de bijeenkomst zal uitgebreid gelegenheid geboden worden om vragen te stellen en om in discussie te gaan met de inleiders. (II): Actualiteiten college Staatssteun bij gebiedsontwikkeling Als gevolg van jurisprudentie van zowel de Europese Commissie als de burgerlijke en de bestuursrechter staan de Europese regels inzake het verbod van ongeoorloofde staatssteun al geruime tijd volop in de belangstelling. Een gebiedsontwikkeling zonder een staatssteuncheck is ondenkbaar geworden. Centrale vragen hierbij zijn: bij welke typen transacties kan sprake zijn van staatssteun, welke criteria gelden bij de beoordeling of is er mogelijk sprake van ongeoorloofde staatssteun, wat is in dezen de betekenis van verschillende publiek private samenwerkingsvormen en in hoeverre kan subsidieverlening als ongeoorloofde staatssteun worden aangemerkt? Op deze en andere vragen zal tijdens de studiemiddag worden ingegaan. Daarbij is ruime aandacht voor recente zaken zoals die in Leidschendam-Voorburg. Deze studiedag bestaat uit twee dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden, maar deelnemers aan beide dagdelen genieten voorrang. Studiemiddag: Procesrecht voor bouwrecht advocaten Datum: woensdag 11 maart Inleider(s): mr. J.W. Bitter en mr. Y.R.R.R. de Mul De meeste geschillen voortvloeiend uit bouwovereenkomsten worden voorgelegd aan de Raad van Arbitrage voor de Bouw. Kennis van het arbitrageprocesrecht is dan ook een basiskennis onderdeel voor iedere privaatrechtelijke bouwrecht jurist. Maar met enige regelmaat worden geschillen ook voorgelegd aan de overheidsrechter. In deze bijeenkomst is het uitgangspunt het (nieuwe) arbitragerecht, met waar dat voor de hand ligt, doorkijkjes naar het gewone procesrecht. Binnen het arbitragerecht wordt bijzondere aandacht geschonken aan arbitragereglement en de praktijk bij de Raad van Arbitrage. Zo vormt deze bijeenkomst een opfriscursus en een actualiteiten college. Studiemiddag: Detailhandel en ruimtelijke ordening Datum: donderdag 12 maart Inleider(s): mr. H.A.J. Gierveld, mr. I.L. Haverkate en mr. G.H.J. Heutink Met haar brief van 9 januari 2014 heeft de Minister van Infrastructuur en Milieu een wijziging aangekondigd van art van het Bro, waarin de op 1 oktober 2012 in werking getreden ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen. De wijziging is van kracht geworden met ingang van 1 juli Tevens heeft de minister aangekondigd dat zij wilde onderzoeken in hoeverre bij de vaststelling van bestemmingsplannen en de verlening van vergunningen tot afwijking van bestemmingsplannen door provincie of gemeente eisen worden gesteld in strijd met art. 14, aanhef en onder 5, van de Dienstenrichtlijn. De Vrije Universiteit Amsterdam heeft de opdracht gekregen om onderzoek te doen naar de gemeentelijke praktijk in het licht van de verbodsbepalingen van de Dienstenrichtlijn. De Europese Commissie werkt aan een Europees Actieplan inzake detailhandel (ERAP) uitgaande van de toepasselijkheid van de Dienstenrichtlijn op de commerciële vestiging van detailhandel. Tegelijkertijd heeft de Afdeling een aantal uitspraken gedaan waarin is overwogen dat detailhandel - tenminste in een aantal gevallen - niet is aan te merken als een activiteit die valt onder de reikwijdte van de Dienstenrichtlijn. In de bijeenkomst zal centraal staan welke mogelijkheden de provincie en de gemeente hebben om via het ruimtelijk ordeningsrecht detailhandelsbeleid te voeren en welke eisen, gesteld aan de vergunningverlening, in strijd kunnen komen met het Europese recht of met een goede ruimtelijke ordening. Daarbij zullen de bevindingen van de VU en de stand van zaken van het ERAP-onderzoek besproken worden. Er zal ook ruim aandacht zijn voor de ontwikkelingen in wet- en regelgeving: de Dienstenrichtlijn, de Dienstenwet, de Regeling indicatieve vaststelling reikwijdte Dienstenwet, de Wro, het Bro en in het bijzonder de in art genoemde actuele regionale behoefte, de provinciale verordeningen op grond van art. 4.1 Wro en de regels/praktijk op gemeentelijk niveau. Tot slot zal de jurisprudentie van het Hof van Justitie en de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State worden behandeld. Met name wordt stilgestaan bij de jurisprudentie over art , en van het Bro en overweging 9 van de considerans en verschillende artikelen van de Dienstenrichtlijn. De studiemiddag zal rijkelijk voorzien worden van voorbeelden uit de praktijk en zal afsluiten met aanbevelingen voor de gemeentelijke praktijk en de advies- en procespraktijk van bestuursrechtadvocaten en juristen. In company Procesrecht voor Netlaw te Alkmaar Datum: donderdag 12 maart Inleider(s): mr. J.W. Bitter en mr. Y.R.R.R. de Mul 27

34 28 Studiemiddag: Bouwen en (gebiedsgerichte) bodemsanering Datum: woensdag 18 maart Inleider(s): mr. drs. M.A. de Groote en prof. mr. G.A. van der Veen Bij bouwprojecten speelt de kwaliteit van de bodem een belangrijke rol. Bodemverontreiniging kan milieurisico s alsook financiële risico s met zich meebrengen. Eenmaal geconstateerde bodemverontreiniging moet op een goede manier worden aangepakt, omdat er anders praktische en juridische problemen kunnen ontstaan. Er spelen meerdere vragen. Moet er wel of juist niet worden gesaneerd? En op welke manier precies? Wie draagt de kosten van de sanering? Is er verhaal van die kosten mogelijk op de vervuiler? Wat kan er eigenlijk op verontreinigde grond worden gebouwd? Biedt bodemverontreiniging misschien juist kansen om een bepaald gebied op de schop te nemen? Wat is de beste manier om afspraken te maken met betrokken partijen over bodemverontreiniging en aansprakelijkheid? Om dergelijke vragen te kunnen beantwoorden is het nodig om inzicht te hebben in wet- en regelgeving over bodemverontreiniging. Vooral de Wet bodembescherming biedt het wettelijk kader. Naast de uitgebreide aandacht voor het publiekrecht richt de bijeenkomst zich tevens op civielrechtelijke aspecten. Daarbij valt te denken aan contracteren en aansprakelijkheid voor bodemverontreiniging. Ook wordt ingegaan op meer specifieke thema s, zoals de integrale of gebiedsgerichte aanpak. Momenteel is gebiedsgericht werken de trend. Na afloop van de bijeenkomst zijn de deelnemers op de hoogte van de regelgeving en recente rechtspraak rond bodemverontreiniging en weten zij hoe er op een adequate wijze kan worden omgegaan met bodemverontreiniging bij bouwen. Verdiepingscursus Capita Selecta Aanneming van Werk (I en II) Datum: donderdag 19 maart Inleider(s): mr. W.J.M. Herber (I) en mr. S.J.H. Rutten (II) (I): De prijs van het werk Het bedrag dat de aannemer aan het eind van zijn werkzaamheden ontvangt is zelden gelijk aan de aanneemsom die bij het aangaan van de overeenkomst is afgesproken. Dat heeft verschillende oorzaken. Om te beginnen doet zich bijna altijd meer- en minderwerk voor, maar daarnaast kan er sprake zijn van kostenverhogende omstandigheden en recht op bijbetaling. Het verschil tussen de verschillende betalingen wordt in deze bijeenkomst uiteengezet. Het systeem van zowel de UAV als de UAV-GC wordt uiteengezet, waarbij met name gebruik gemaakt wordt van recente jurisprudentie. Een onmisbare cursus voor iedere privaatrechtelijke bouwrecht advocaat. (II): Goed en deugdelijk werk en de regeling van de aansprakelijkheid In het bouwrecht gaat het aan het eind van de dag om het gerealiseerde bouwwerk. Essentieel bij de vraag of dat bouwwerk goed is gerealiseerd is de vraag naar goed en deugdelijk werk. Wat moet daar nu onder verstaan worden? Hoe gaan arbiters daar mee om? Wat is voor een eventueel verzet tegen de stelling dat niet voldaan is aan die eisen noodzakelijk? En: hoe zit de regeling van de aansprakelijkheid voor bouwstoffen (voorgeschreven, niet voorgeschreven, functioneel ongeschikt etc.)? Hoe luiden de regels omtrent voorgeschreven leveranciers en onderaannemers? Deze onderwerpen komen in dit dagdeel aan de orde. Studiemiddag: Recente ontwikkelingen rondom het erfpachtrecht Datum: dinsdag 24 maart Inleider(s): mr. F.J. Vonck De erfpachtpraktijk verandert. In belangrijke gemeenten - Utrecht en Amsterdam - waar erfpacht de standaardrechtsfiguur is voor gronduitgifte, worden belangrijke hervormingen doorgevoerd. Waar in deze plaatsen het gebruik van erfpacht wordt afgebouwd, was elders in het land de laatste jaren juist een opleving zichtbaar in het gebruik van erfpacht, onder meer bij de ontwikkeling van gebieden. Ook de pogingen die worden ondernomen om zogenoemde particuliere erfpacht weer financierbaar te krijgen, zijn noemenswaardig. Het erfpachtrecht haalt bovendien regelmatig de nationale pers en de Vereniging Eigen Huis vraagt voortdurend aandacht voor de positie van de erfpachter bij de aanpassing van de canon. Ook in de rechtszaal staat de rechtspositie van de erfpachter - zowel bij de aanpassing als bij de beëindiging van erfpachtverhoudingen - steeds vaker ter discussie. In deze bijeenkomst wordt de kennis van het erfpachtrecht opgefrist en worden actuele ontwikkelingen in zowel de rechtspraak als in de gronduitgiftevoorwaarden en het beleid daarom heen uitgezet. Tijdens de bijeenkomst is er vanzelfsprekend volop gelegenheid om vragen te stellen. In company Inleiding Staatssteun van de Masterclass Bouwrecht voor de UU Datum: maandag 30 maart Inleider(s): dr. ir. A.G. Bregman In company Opleveringsperikelen voor WTS Advocaten te Den Haag Datum: maandag 30 maart Inleider(s): prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis In company Lunch-discussiebijeenkomst over kwaliteitsborging voor AKD te Amsterdam

35 Datum: dinsdag 31 maart Inleider(s): prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Studiemiddag: Milieueffectrapportage in het Omgevingsrecht Datum: woensdag 1 april Inleider(s): mr. dr. M.A.A. Soppe en mr. S.M. van Velsen Het instrument milieueffectrapportage (m.e.r.) kan onder meer bij de besluitvorming in het kader van de ruimtelijke ordening een (voorname) rol spelen. Met het opstellen van een milieueffectrapport (MER) wordt niet alleen zorg gedragen voor voldoende onderzoek naar de te verwachten milieueffecten van de voorgenomen activiteit, maar ook worden daarmee mogelijke alternatieven systematisch in kaart gebracht en eveneens op hun mogelijke milieugevolgen bezien. De praktijk wijst uit dat een juiste uitvoering van de m.e.r.-regelgeving zeker ook in de ruimtelijke ordeningspraktijk niet zelden een lastige opgave is. Dit wordt mede veroorzaakt door de frequent gewijzigde m.e.r.-regelgeving. Mede daardoor is er voorts sprake van een constante stroom aan jurisprudentie. Gedegen kennis van de relevante jurisprudentie van zowel de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State als van het Hof van Justitie van de Europese Unie, is onmisbaar. Tijdens deze op de praktijk gerichte studiemiddag wordt ingegaan op zowel de huidige m.e.r.-regelgeving als ook op de te verwachten wijzigingen daarin. Ook zal er uitgebreid aandacht zijn voor de eerder genoemde jurisprudentie. De opzet van de studiemiddag is zodanig dat de regelgeving en jurisprudentie integraal worden besproken aan de hand van de volgende vier thema s: werkingssfeer m.e.r.-regelgeving (wanneer moet er een MER worden opgesteld?) inhoud van een MER verschillende m.e.r.-(beoordeling)procedures oorwerking van een MER in de besluitvorming In company Burgerlijk recht: Adviseursrecht van de Masterclass Bouwrecht voor de UU Datum: woensdag 1 april Inleider(s): prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis IBR Cursus Appartementsrecht Data: donderdag 9, 16, 23 en 30 april Docenten: mr. R.P.M. de Laat, prof. mr. dr. R.F.H. Mertens, mr. N.L.J.M. Rijssenbeek, prof. mr. A.A. van Velten, mr. G.G.J.D. Verdoes Kleijn en mr. M.C.E. van der Vleuten In deze tijd van crisis, stedelijke verdichting en aflopende erfpachtcontracten De rust in de gebiedsontwikkeling als gevolg van de crisis is grotendeels schijn. De druk op de steden wordt immers dagelijks groter en deze druk is alleen te weerstaan in de hoogte. Het appartementsrecht is hét middel om dit in goede banen te leiden. Er speelt nog meer. Wanneer de functies in een appartementencomplex wijzigen, zijn wijzigingen van de splitsingen noodzakelijk. Hoe daar mee om te gaan? En wat te doen met aflopende erfpachtovereenkomsten? Met kennis van het appartementsrecht kunt u meedenken en meewerken aan oplossingen. Het appartementsrecht heeft raakvlakken met het goederenrecht en met het verenigingsrecht en daarnaast heeft het een aantal eigenaardigheden wanneer het op procederen aankomt. In deze uit vier delen bestaande cursus worden al deze onderwerpen aan de hand van vele praktijkvoorbeelden uitgelicht en toegelicht door docenten die allen hun sporen in de praktijk en/of de wetenschap hebben verdiend. De cursus is een samenhangend geheel, maar leent zich ook uitstekend om modulair te volgen. IBR Basiscursus Locatieontwikkeling Alle relevante aspecten in één cursus. Data: donderdag 9, 16, 23 en 30 april Docenten: prof. dr. ir. A.G. Bregman, mr. W.C.F. van Gelder, mr. J.F. de Groot, mr. B. Rademaker, mr. R.W.J.J. de Win en drs. A. Wolting Het Instituut voor Bouwrecht organiseert een grondige kennismakingscursus locatieontwikkeling. In deze cursus worden de belangrijkste juridische vraagstukken bij locatieontwikkeling intensief en interactief behandeld, zodat de cursist na afloop weet met welke juridische vragen hij bij de in de aan verandering onderhevige locatieontwikkeling rekening moet houden. In een inleidend college komt het proces van gebiedsontwikkeling aan de orde, waarbij er onder meer aandacht is voor samenwerkingsmodellen, de risico-actoranalyse en typen gebiedsontwikkelingen. De hoofdlijnen van de omgevingsrechtelijke wetgeving bij locatieontwikkeling komen aan de orde en de Wabo met betrekking tot planologische maatregelen en vergunningverlening bij locatieontwikkeling. Voorts wordt het gebruik van de Wet voorkeursrecht gemeenten, onteigeningswet en de regeling inzake grondexploitatie in de Wro bij locatieontwikkeling uiteen gezet en wordt er ingegaan op aanbesteding en staatssteun. De cursus wordt besloten met een interactieve terugblik op alle onderdelen. De cursus is inclusief het binnenkort te verschijnen Juridisch Handboek bij Gebiedsontwikkeling van de hand van prof. dr. dr. A.G. Bregman, mr. A.Z.R. Koning en mr. R.J.J. de Win. In company Bouwrecht voor DAS Rechtsbijstand te Amsterdam Datum: maandag 13 april Inleider(s): mr. J.W. Bitter en mr. W.J.M. Herber 29

36 Studiemiddag: Schadevergoedingsrecht in het gemene recht en het bouwrecht Datum: dinsdag 14 april Inleider(s): mr. ir. F.M. van Cassel-van Zeeland en mr. dr. L. Reurich Het schadevergoedingsrecht in het bouwrecht wordt ten dele beheerst door de regels uit het BW. Een ander deel wordt beheerst door de in de Bouw gangbare algemene voorwaarden. Voor de dagelijkse praktijk is van belang hoe er in de rechtspraak van met name de Raad van Arbitrage voor de Bouw mee omgegaan wordt. In deze bijeenkomst worden in de eerste 2 uur de algemene regels uit het BW uiteengezet. Het gaat dan om de vraag of de schade concreet of abstract moet worden berekend, wat de reikwijdte is van de rechterlijke schatting (art. 6:97 BW) en wat een en ander betekent voor de manier waarop de schade moet worden onderbouwd. In de tweede helft wordt mede aan de hand van casussen uit de doeken gedaan waar u in bouwrechtelijke procedures aan moet denken. Hoe wordt schade in de bouw berekend, en tegen welke bewijsperikelen kunt u aanlopen. Praktische toelichting op de UAV-GC 2005 Actualiteiten college Jurisprudentie Omgevingsrecht Datum: donderdagmiddag 30 april Inleider(s): prof. mr. P.J.J. van Buuren en mr. J. Hoekstra Het omgevingsrecht blijft volop in beweging. Nieuwe wetgeving en jurisprudentie volgen elkaar in hoog tempo op. In dit actualiteiten college wordt een aantal relevante ontwikkelingen behandeld. Het accent ligt op een bespreking van recente uitprof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis mr. A.Z.R. Koning 30 1e VBR(-A) kwartaalvergadering: Het nieuwe bouwen: tussen droom en daad... Datum: vrijdag 17 april Inleider(s): J.W. van de en prof. mr. H.D. Ploeger Aantal deelnemers: 98 Actualiteiten college Bouwcontractenrecht Datum: dinsdagmiddag 21 april Inleider(s): mr. A. ter Mors Wekelijks worden door arbiters en rechters uitspraken gedaan die van belang zijn voor de privaatrechtelijke bouwpraktijk. Dit is teveel om zelf allemaal bij te houden en dankzij deze bijeenkomst hoeft dat ook niet. Aan de orde komen recente ontwikkelingen op het gebied van het adviseursrecht, aannemingsrecht en koop-/aannemingsrecht. Het gaat hier om ontwikkelingen op het gebied van de rechtspraak en de wet- en regelgeving. VBR-A/IBR Cursus Privaatrechtelijk bouwrecht Data: woensdag 22 en 29 april, 20 en 27 mei, 3, 10, 17 en 24 juni Docenten: mr. J.W. Bitter, mr. R.G.T. Bleeker, ir. P. Brouwer, prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis, mr. T.J. Dorhout Mees, mr. ir. A. de Groot, mr. G.J. Huith, mr. ing. I. de Groot, mr. J.G.J. Janssen, mr. J.F. van Nouhuys en mr. D.E. van Werven In deze meerdaagse verdiepingscursus worden de volgende cursusonderdelen behandeld: bouwvoorbereiding, aanbesteding, bouwcontracten (contractvormen in de bouw, basisprincipes en aansprakelijkheid voor gebreken), projectontwikkeling, contracteren met de overheid, PPS, DBFMO-contracten, bouwfinanciering (tijd en geld), Capita Selecta (appartementsrecht, burenrecht, erfpacht, mandeligheid, erfdienstbaarheden, transacties onroerend goed en bodemverontreiniging, Wet voorkeursrecht gemeenten), bouwprocesrecht, garanties en verzekeringen. Verondersteld wordt dat de deelnemer basiskennis heeft op het terrein van het privaatrechtelijk bouwrecht. In company Bouwrecht voor DAS Rechtsbijstand te Den Bosch Datum: woensdag 29 april Inleider(s): mr. J.W. Bitter en mr. W.J.M. Herber

37 spraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zo kunnen een of meerdere van de volgende actualiteiten aan de orde komen: provinciale interventies: de reactieve aanwijzing en de provinciale ruimtelijke verordeningen alsmede ontheffingen op grond van de verordeningen overgangsrecht, bestemmingsplan en relativiteit definitieve geschillenbeslechting en ruimtelijke besluiten: de bestuurlijke lus, het in stand laten van rechtsgevolgen en het zelf voorzien in een bestemmingsplan op te nemen voorwaardelijke verplichtingen (bevoegdheden)overeenkomsten en het bestemmingsplan planschade onder de (nieuwe) Wro de ladder van de duurzame verstedelijking en de uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen exploitatieplan: verschillende besluitonderdelen, belanghebbendheid, de gevolgen van een vernietiging en rechterlijke toetsing varia Wabo, waaronder de onlosmakelijke samenhang, de te volgen voorbereidingsprocedure, vergunningvrij bouwen, aanhakende toestemmingen en handhaving stand van zaken van het wetsvoorstel voor de nieuwe Omgevingswet Studiemiddag: Back-to-back contracten Datum: dinsdag 19 mei (was donderdag 5 februari ) Inleider(s): prof. mr. M.E. Koppenol-Laforce en mr. J.S.O. den Houting Bij de realisatie van een werk zijn vaak meer dan twee partijen betrokken mede ook vanwege steeds verdergaande specialisatie van bouwbedrijven. Daarbij kan de opdrachtgever ervoor kiezen het werk op te splitsen en voor ieder deel een aannemingsovereenkomst te sluiten (nevenaanneming), of zij kan het volledige werk opdragen aan een aannemer die dan vervolgens delen daarvan weer aan derden opdraagt (onderaanneming). In dat laatste geval zal de aannemer (die dan hoofdaannemer wordt) proberen haar verplichtingen jegens de opdrachtgever zoveel als mogelijk door te leggen aan de onderaannemer(s). In de praktijk blijkt dat echter niet altijd te lukken en sluiten hoofd- en onderaannemingsovereenkomst vaak niet naadloos op elkaar aan. Zelfs niet als in de onderaannemingsovereenkomst een zogenaamde back-to-back clausule is opgenomen. Tijdens deze studiemiddag zal de verhouding tussen de hoofdaannemingsovereenkomst en de onderaannemingsovereenkomst aan de orde komen en zullen een aantal complicaties worden besproken die zich hierbij voor kunnen doen. Daarbij zal in het bijzonder worden stilgestaan bij de back-to-back clausule, eventuele battle of forms, de verrekening van meer- en minderwerk, planning en kortingsregelingen, goedkeuring van betalingstermijnen, vrijwaringsperikelen en geschillenbeslechting. Ook zal worden ingegaan op specifieke problemen die kunnen optreden als er met buitenlandse partijen wordt gecontracteerd. Studiemiddag: Geluid (g)een hinder bij ruimtelijke ontwikkeling Datum: woensdag 20 mei Inleider(s): mr. D.A. Cleton De wet- en regelgeving inzake geluidhinder is technisch van aard en de normering is voor de verschillende geluidsbronnen verschillend geregeld, terwijl er ook nog eens diverse mogelijkheden zijn om van die normen af te wijken. Het is dan ook niet eenvoudig om goed inzicht te krijgen in deze voor de bouwen ruimtelijke ordeningspraktijk belangrijke materie. Tijdens deze bijeenkomst komt de relevante wetgeving met bijbehorende jurisprudentie over geluidhinder ten gevolge van wegen, spoorwegen, bedrijven (al dan niet op industrieterreinen) en vliegvelden aan de orde, inclusief de doorwerking daarvan in bestemmingsplannen (waaronder het geluidverdelingsplan) en omgevingsvergunningen. Naast de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder komen (onderdelen van) de Wet luchtvaart, de Wet milieubeheer (o.a. het (beoogde) nieuwe hoofdstuk 11), het Activiteitenbesluit en de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening aan bod, terwijl ook de afwijkingsmogelijkheden uit de Interimwet stad-en-milieubenadering en de Crisisen herstelwet niet zullen ontbreken. Uiteraard wordt ook aandacht besteed aan Swung 1 en 2. Daarbij wordt vooral ook accent gelegd op een proactieve benadering: van te voren denken over geluid in het kader van planvorming en ontwerp, voorkomt problemen bij besluiten en procedures. Uiteraard maakt ook de vraag welke vormen van rechtsbescherming er mogelijk zijn, onderdeel uit van het programma. Actualiteiten college Onteigeningsrecht; Procedure en schadeloosstelling Datum: donderdagmiddag 21 mei Inleider(s): mr. J.F. de Groot en mr. J.A.M.A. Sluysmans Het Onteigeningsrecht is continu onderhevig aan veranderingen. Voor elke bouwrechtjurist is het van belang op de hoogte te zijn van deze ontwikkelingen. Na afloop van deze bijeenkomst bent u weer goed geïnformeerd. De actualiteiten en capita selecta in het formele en het materiële Onteigeningsrecht worden behandeld, mede in het licht van de overige instrumenten van grondbeleid. 31

38 32 Tijdens het college is er ruim gelegenheid voor discussie. Van de te bespreken onderwerpen wordt ongeveer twee weken voorafgaand aan de bijeenkomst concrete informatie toegezonden per en/of per post. Verdiepingscursus Actualiteiten in het Aanbestedingsrecht (I t/m IV) Data: donderdag 21 en 28 mei Inleider(s): mr. P.F.C. Heemskerk (I), mr. J.F. van Nouhuys (IV), mr. F.M.M. Rasenberg (III) en mr. M. van Rijn (II) Deze verdiepingscursus bestaat uit vier dagdelen waarin het aanbestedingsrecht uit de doeken wordt gedaan. Daarbij worden twee doelen nagestreefd: u wordt bij de tijd gebracht wat betreft actuele ontwikkelingen en u krijgt het overzicht van verschillende onderwerpen aangeboden. Waar dat relevant is, zal aan Europese ontwikkelingen bij alle dagdelen aandacht worden besteed. Dagdeel III is deels expliciet aan het Europese recht gewijd. Deze verdiepingscursus bestaat uit vier dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden; deelnemers aan alle dagdelen genieten voorrang. (I): De voorbereiding van de aanbesteding en de inschrijving De voorbereiding van de aanbesteding bekeken vanuit het perspectief van de aanbestedende dienst en van een inschrijver. De volgende onderwerpen komen aan de orde (vooral aan de hand van recente rechtspraak): de formulering van geschiktheidseisen en gunningscriteria, welke fouten worden daarbij veel gemaakt? Wat is de betekenis van de gids proportionaliteit? Wat is het verschil tussen strategisch inschrijven en inschrijven tegen een abnormaal lage prijs en wat is rechtens in die situaties? (II): Uitzonderingen op de aanbestedingsplicht, motiveringsplichten en wezenlijke wijziging In dit dagdeel worden de uitzonderingen op de aanbestedingsplicht belicht en voorts wordt aandacht besteed aan het begrip aanbestedende dienst; (quasi) in house aanbesteden; de beoordeling van de aanbieding (vooral de wijze waarop beoordelingen plaatsvinden en de motivering van de beoordeling); de vraag naar de wezenlijke wijziging tijdens de aanbestedingsprocedure en na het sluiten van de overeenkomst alsmede de mogelijke juridische gevolgen daarvan. Vanzelfsprekend vindt de bespreking plaats aan de hand van recent verschenen rechtspraak. (III): Europees aanbestedingsrecht; enkele bijzondere procedures Het Europese aanbestedingsrecht staat in het eerste deel van dagdeel III centraal. Hoe staat het met de ontwikkeling van de richtlijnen en welke jurisprudentie van belang voor de Nederlandse aanbestedingspraktijk is recent verschenen? Voorts komen in dit dagdeel de concurrentiegerichte dialoog, de concessies en de raamovereenkomsten aan de orde. Bij de bespreking zal ingegaan worden op recent verschenen rechtspraak. (IV): Rechtsbescherming in het aanbestedingsrecht De rechtsbescherming blijft een punt van aandacht voor iedere aanbestedingsrecht jurist. De onderwerpen die in dit dagdeel aan de hand van de rechtspraak de revue passeren zijn: de eigenaardigheden van de verschillende vormen van rechtsbescherming (burgerlijke rechter, ombudsman, Wet NERPE, Commissie van Aanbestedingsexperts). En in het verlengde van dit alles: wat is de rol van accountants? Ook deze bijeenkomst wordt opgezet rond recent verschenen rechtspraak. Studiemiddag: Publiek-private samenwerking bij gebiedsontwikkeling Datum: dinsdag 26 mei Inleider(s): prof. dr. ir. A.G. Bregman Ondanks de economische crisis blijft er samengewerkt worden tussen overheden (vaak gemeenten) en marktpartijen (beleggers, corporaties, zorg- en onderwijsinstellingen, ontwikkelaars en bouwers). Deze Publiek-Private Samenwerking (PPS) is altijd een vorm van maatwerk. Uiteraard zijn er onderwerpen die steeds weer terugkomen en al worden ze in concrete gevallen steeds anders ingevuld, het is wel goed om te weten welke onderwerpen dat zijn en hoe de invulling ervan er uit kan zien. U krijgt tijdens de studiemiddag inzicht in het PPS-proces, in de motieven voor samenwerking, hoe bij minder beschikbare financiële middelen kansen op succes kunnen worden vergroot en de risico s kunnen worden beperkt, welke juridische vormen in welke situatie de voorkeur verdienen, welke fasen in het PPS-proces kunnen worden onderkend en welke stappen/producten/juridische afspraken in die fase aan de orde (moeten) komen. De vraag of er voortijdig afscheid genomen kan worden en hoe in dat geval met elkaar om te gaan, wordt ook behandeld. Tot slot is er aandacht voor de vraag welke onderdelen van een project moeten worden aanbesteed. Studiemiddag: Kabels en leidingen Datum: woensdag 27 mei Inleider(s): prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans en mr. dr. F.J. van Velsen Bovengronds maar vooral ook ondergronds bevinden zich vele soorten kabels en leidingen. Het bouwen nabij kabels en leidingen brengt veel verschillende juridische vragen en mogelijk problemen met zich mee. Deze bijeenkomst richt zich op een aantal voor de bouwpraktijk belangrijke juridische aspecten van kabels en leidingen. Prof. mr. J.A.M.A. (Jacques) Sluysmans zal in het bijzonder stilstaan bij de gedoogplichten voor kabels en leidingen, alsmede bij de schadeaspecten rond het leggen en verleggen van kabels en leidingen. Daarbij gaat het dan om de aansprakelijkheden zo-

39 als die voortvloeien uit toepasselijke algemene voorwaarden en publiekrechtelijke regelingen. De heer mr. dr. F.J. (Frans) van Velsen bespreekt de leidingschades. Hij zet de grote lijnen van het leerstuk neer en gaat dan in op specifieke deelonderwerpen. Hij evalueert wat de WION tot op heden heeft gebracht en welke valkuilen daarin zitten. Zijn proefschrift 'Aansprakelijkheid bij leidingschades' is als handboek verschenen in de serie Bouwrecht Monografieën. Studiemiddag: Bescherming of verzwaring? De stand van zaken rond algemene voorwaarden en redelijkheid en billijkheid Datum: dinsdag 2 juni Inleider(s): mr. dr. M.Y. Schaub en mr. A.M. Ubink De algemene voorwaarden regeling in het BW geeft de wederpartij van de gebruiker van de voorwaarden bescherming indien de inlichtingenplicht is geschonden en in verband met het onredelijk bezwarende karakter van de voorwaarden. Met name op het gebied van de inlichtingenplicht is de regeling, onder meer als gevolg van de implementatie van Richtlijn 2006/123/EG (de Dienstenrichtlijn), veranderd. Veranderd: niet eenvoudiger geworden. Wat betreft de inhoud van de algemene voorwaarden is er een toename te bespeuren van het beroep op het onredelijk bezwarende karakter van bedingen in algemene voorwaarden. Het leerstuk van redelijkheid en billijkheid wordt ook vaak ingezet in procedures ten einde bescherming te verkrijgen. Ten opzichte van consumenten moet rekening worden gehouden met Richtlijn 93/13/EG. Deze richtlijn heeft een eigen oneerlijkheidstoets die door rechters ambtshalve toegepast moeten worden. Dat betekent voor ondernemers een groter risico dat bepaalde voorwaarden van tafel gaan. Wat is de huidige stand van zaken met deze leerstukken en wat moet u daarvan weten als bouwrechtadvocaat? In deze bijeenkomst wordt kennis opgefrist en wordt u geïnformeerd over hoe de vlag er nu juridisch bij hangt. Studiedag: Het bestuursprocesrecht in de bouwpraktijk Datum: woensdag 3 juni Inleider(s): mr. dr. L.M. Koenraad Het eerste deel van de ochtend is gereserveerd voor een beschouwing over definitieve geschilbeslechting. Dan zal specifiek aandacht worden besteed aan de wijze waarop met gebreken in besluiten wordt omgegaan. Binnen dit kader zal onder meer de werking van de art. 6:19 (nieuwe besluiten hangende bezwaar en beroep), 6:22 (passeren van vormgebreken), 8:41a (finaliseringsplicht), 8:69 (omvang geding), 8:69a (relativiteitsvereiste) en 8:72 (uitspraakbevoegdheden) Awb worden besproken. Daarnaast zullen de concentratiebepalingen - de art. 4:19 (verbeurte van dwangsommen door het bestuursorgaan), 4:125 (bijkomende beschikkingen), 5:25 (kostenbeschikking) en 5:37 (invorderingsbeschikking) Awb - aan bod komen. Het tweede deel van de ochtend is gewijd aan een bespreking van de materiële gevolgen van wachten met het beslissen op aanvragen, en in het bijzonder aan het van rechtswege ontstaan van vergunningen. Dan zal specifiek aandacht worden besteed aan het opschorten en verlengen van beslistermijnen, alsmede aan de keuze tussen de bezwaarschriftprocedure en de uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Binnen dit kader zal onder meer de werking van de artikelen 4:20c (rechtsbescherming tegen een van rechtswege verleende vergunning), 4:20e (verbinden van voorschriften aan een van rechtswege verleende vergunning) en 4:20f (intrekken van een van rechtswege verleende vergunning) aan de orde komen. Het eerste deel van de middag is bedoeld voor een uiteenzetting over de financiële gevolgen van wachten met beslissen op aanvragen, en in het bijzonder aan verbeurte van dwangsommen door bestuursorganen. Dan zal specifiek aandacht worden besteed aan de problematiek van de dwangsommenjagers. Binnen dit kader zal onder meer art. 4:17 (ingebrekestelling), 4:99 (wettelijke rente) en 8:90 (vergoeding van vertragingsschade) Awb aan de orde komen. Het tweede deel van de middag is gewijd aan de schadevergoeding wegens onrechtmatige besluitvorming. Dan zal specifiek aandacht worden besteed aan het nieuwe schadevergoedingsrecht en het daarbij behorende overgangsrecht. Binnen dit kader zal de werking van titel 8.4 Awb aan de hand van een praktisch stappenplan worden besproken. Voorafgaand aan de bijeenkomst kunt u eigen casusposities aan de orde stellen. Deze kunt u tot 15 mei mailen naar onderwijs@ibr.nl. Op die wijze kan de inleider optimaal maatwerk leveren. 2e VBR(-A) kwartaalvergadering: Klimaatbestendig bouwen: Dakpark Rotterdam Datum: vrijdag 5 juni Inleider(s): mr. A.Z.R. Koning, H. van Noort, E. Santhagens, K. Stroeve en J. Veenstra Studiedag: Bouwen en ruimtelijk ordening in de Omgevingswet Datum: woensdag 10 juni Inleider(s): prof. mr. A.G.A. Nijmeijer en mr. ing. B. Rademaker Aan het begin van de zomer in 2014 werd het wetsvoorstel Omgevingswet bij de Tweede Kamer ingediend. Dit wetsvoorstel is een eerste stap in de stelselherziening in het omgevingsrecht in Nederland. Vanzelfsprekend heeft het wetsvoorstel grote gevolgen voor de juridische bouwpraktijk. Tijdens 33

40 34 De modelsplitsingsreglementen toegelicht Handleiding voor de praktijk mr. N.L.J.M. Rijssenbeek Datum: donderdag 11 juni Inleider(s): mr. R.G.T. Bleeker en mr. B. van der Zijpp Het gebruik van de UAV-GC 2005 neemt hand over hand toe. Steeds meer opdrachtgevers zetten hun opdrachten op deze manier in de markt. Hoog tijd daarom voor een exclusief aan deze set van algemene voorwaarden gewijde bijeenkomst. Wat komt er aan de orde? Voor een goed begrip van deze algemene voorwaarden is van belang dat men zich realiseert wat de plaats van de UAV-GC 2005 in het bouwcontractenrecht is. Deze plaats geeft immers inzicht in de gekozen verdeling van taken en verantwoordelijkheden. Naast deze algemene inleiding komen de belangrijkste onderwerpen aan de orde: de verdeling van de risico s over beide partijen, de regeling van de aansprakelijkheid voor de bodemgesteldheid, de financiële bepalingen en de regeling van de termijnverlenging. Tot slot zal aandacht besteed worden aan de wijze van aanbesteding van dit contracttype. Deze is immers medebepalend voor de inhoud. Tijdens deze bijeenkomst zal uitgebreid gelegenheid worden geboden voor discussie. De inleiders hebben jarenlange ervaring met deze algemene voorwaarden. deze cursus wordt u bijgepraat over het wetsvoorstel en de gevolgen daarvan voor de bouw en ruimtelijke ordening. Tijdens deze verdiepingsdag wordt in het bijzonder ingegaan op het omgevingsplan (de opvolger van het huidige bestemmingsplan) en de omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit en de omgevingsvergunning voor afwijkingen van het omgevingsplan (afwijkactiviteit). Aan de orde komen verder onder andere de volgende onderwerpen: De nieuwe voorbereidingsprocedures De rol van de gemeenteraad bij de omgevingsvergunning Welke onderwerpen kunnen en moeten in het omgevingsplan worden gereguleerd Hoe werkt het met binnenplanse vergunningenstelsels of meldingsverplichtingen Wat is een maatwerkvoorschrift Hoe worden gemeentelijke monumenten straks aangewezen en gereguleerd Welke positie heeft de provincie bij het omgevingsplan en de vergunning voor een afwijkactiviteit Blijft de reactieve aanwijzing bestaan. Naar aanleiding van vragen uit de zaal kunnen nog andere onderwerpen aan bod komen. Studiemiddag: UAV-GC 2005 Minisymposium Gebiedsontwikkeling Datum: dinsdag 16 juni Inleider(s): dr. ir. A.G. Bregman, mr. A.Z.R. Koning, E. Masselink, mr. J.A.E. Nijenhuis, drs. E.P. Stigter en B. van Tartwijk Onlangs is het Juridisch Handboek Gebiedsontwikkeling gepubliceerd. Dit boek, dat met een bijdrage van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu tot stand is gekomen, bevat een schat aan informatie over alle juridische aspecten van gebiedsontwikkeling. Een groot aantal actuele projecten is beschreven, waarbij het accent ligt op de juridische aspecten. Tijdens dit minisymposium zal het Handboek worden aangeboden aan drs. E.P. Stigter, directeur Eenvoudig Beter. Vanuit zowel marktpartijen als vanuit de (gemeentelijke) overheid zal op dit boek worden gereageerd en zullen actuele trends bij gebiedsontwikkeling worden geschetst. Het Juridisch Handboek Gebiedsontwikkeling zal aan het einde van de bijeenkomst aan u worden uitgereikt. Studiemiddag: Kosten van niet-ongestoord werken in de bouw Datum: woensdag 17 juni Inleider(s): ing. C.M. de Bruijn en mr. S.J.H. Rutten Bouwers voeren een werk graag efficiënt uit, zeker nu in de bouw de marges steeds meer onder druk zijn komen te staan. Maar wat als er tijdens de bouw gebeurtenissen plaatsvinden waardoor een

41 bouwer niet efficiënt kan werken, bijv. omdat de gegevensverstrekking gebrekkig is, omdat de bouwplaatsomstandigheden en logistiek niet stroken met de afspraken, omdat de hoeveelheden dusdanig veranderen dat de moeilijkheidsgraad van het werk verandert, omdat een van de nevenaannemers achter blijft en de voortgang van het werk hindert, of omdat tijdens de uitvoering van een werk blijkt dat de werkelijke toestand afwijkt van de in het bestek beschreven toestand? Er is geen sprake van stilstand; de bouwers kunnen met hun ploegen en materieel aan het werk blijven. Door bepaalde oorzaken wordt het de bouwers echter onmogelijk gemaakt om een normale productie en productiviteit op dit werk te behalen. Door het niet efficiënt kunnen inzetten van personeel en materieel lopen de kosten van de bouwer op. Indien een derde voor het niet-ongestoord en daarmee niet efficiënt kunnen werken aansprakelijk kan worden gehouden, zal de bouwer deze kosten als zijnde schade op die derde willen verhalen. Maar hoe deze kosten te kwantificeren en aan te tonen? In de procespraktijk blijken rechters en arbiters vaak strenge eisen te stellen aan het bewijs van de ontstane meerkosten. In deze bijeenkomst krijgt u een overzicht van de belangrijkste aspecten en principes die een rol spelen bij het bepalen van de kosten van een bouwwerk, waarbij veel aandacht wordt besteed aan de factor arbeid en het vakgebied van Arbeidskunde. Het werk van bouwkundige aannemers komt aan bod, maar ook het werk van installateurs en betonvlechters. Ook wordt ingegaan op arbeidskundige onderzoeksmethodes en verrekeningsmethodieken voor arbeids- en materiaalkosten in de verschillende branches. Door inzicht te hebben in deze aspecten en principes wordt duidelijk welke gegevens arbiters en (rechtbank)deskundigen nodig hebben bij het beoordelen van een meerkostenvordering, zodat u beter kunt beoordelen welke gegevens tijdens de bouw moeten worden vastgelegd om in een eventuele procedure een zo goed mogelijke bewijspositie te creëren. Studiedag: Oude, nieuwe, bekende en onbekende instrumenten in de ruimtelijke ordening bij gebiedsontwikkeling Datum: vrijdag 19 juni (was maandag 18 mei ) Inleider(s): mr. H. Barendregt, mr. A.Z.R. Koning en mr. S.M. van Velsen Het ruimtelijk ordenings-instrumentarium is de afgelopen decennia enorm in beweging. Wijzigingen in de Wro, het Bro, de Wabo, het Bor zijn legio. Daarbij zijn er met de Chw nieuwe of aangepaste instrumenten geïntroduceerd en biedt de Chw o.a. de mogelijkheden om tijdelijk af te wijken van bepaalde wetten en te experimenteren met mogelijkheden die de nieuwe Omgevingswet gaat bieden. De wijzigingen in huidige wetgeving en de beschikbaarheid van nieuwe instrumenten maken het voor betrokkenen bij bouwprojecten en gebiedsontwikkelingen niet altijd eenvoudig om daarin de juiste weg te vinden. Een veel gehoorde klacht is dat wetgeving te ingewikkeld is en belemmerend werkt. Ook zou het huidige instrumentarium niet voldoende bruikbaar zijn om gewenste ontwikkelingen mogelijk te maken. De vraag is of dit wel zo is. In deze bijeenkomst wordt stil gestaan bij de (on) mogelijkheden van het huidige instrumentarium en op welke wijze hiervan strategisch gebruik kan worden gemaakt. Wat zijn aandachtspunten bij de keuze van het geschikte instrument en welke belemmeringen treden op? Is er wellicht meer mogelijk dan soms gedacht wordt, bijvoorbeeld door een project aan te melden voor de Chw? U wordt in een dag geheel bijgepraat. In de ochtend zal het wettelijk instrumentarium overzichtelijk uiteen worden gezet. Aan de orde komen: de breedte van het bestemmingsplan (en inpassingsplan), de omgevingsvergunning voor het afwijken van het bestemmingsplan, coördinatieregelingen, integrale besluitvorming met het projectuitvoeringsbesluit, bestemmingsplan plus, innovatieve ontwikkelingen en het afwijken van wet- en regelgeving, voor- en nadelen van de verschillende instrumenten, aandachtspunten bij gebruik van deze instrumenten (zoals onderzoeksverplichtingen, milieueffectrapportage, uitvoerbaarheid, afwegingsruimte). Vervolgens zal in de middag aan de hand van sprekende actuele cases in de vorm van een workshop de toepassing van het in de ochtend uiteengezette instrumentarium worden geoefend. Daarbij ligt de nadruk of tips and tricks en do s and dont s afkomstig van, uit de praktijk, ervaren docenten. Niet alleen theorie, maar vooral ook een praktische invulling van die theorie! Basiskennis van het omgevingsrecht wordt verondersteld. In company Meerwerk voor WTS Advocaten te Den Haag Datum: donderdag 25 juni Inleider(s): prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Basiscursus Bouwrecht van Start tot Finish Introductie tot het publieke en private Bouwrecht Datum: dinsdag 15 september Inleider(s): prof. mr. J. Struiksma en mr. A.G.J. van Wassenaer van Catwijck Waar gaat het bouwrechtelijk vakgebied over? Dat is de vraag die centraal staat in deze basiscursus. Met een helicopterview wordt een overzicht geboden op het juridische landschap van gebiedsontwikkeling en bouwen; van initiatieffase tot uitvoering en exploitatie. Belangrijke vragen daarbij zijn: 35

42 36 Wat is het project: hoe bepaal je wanneer en voor wie een project succesvol zal zijn, wat zijn projectdoelen? Van wie is de grond nu, en van wie straks, wat voor private of publieke transacties komen daarbij kijken? Wie betalen de bouwkosten en hoe financieren zij die? Hoe en door wie zal het project worden gebruikt? Met wat voor partijen kom je tot realisatie van het project en hoe contracteren welke partijen die? Welke publiekrechtelijke medewerking is nodig om het project mogelijk te maken en welke middelen hebben die publieke partijen om er op toe te zien dat iedereen zich aan de regels houdt? Wie kunnen het project maken en wie kunnen het breken? Tijdens deze cursus hanteren we een geïntegreerde aanpak: zowel het privaatrechtelijke als het publiekrechtelijke bouwrecht komen aan de orde. We doen dat aan de hand van de casus van het voormalige KNSF-fabrieksterrein te Muiden. Dit terrein wordt sinds enkele jaren herontwikkeld tot een woon- en werkgebied (zie Er spelen en speelden hier allerlei voor het onderwerp van de cursus heel illustratieve problemen. Aan de hand van deze casus wordt u meegenomen naar de wereld van stakeholders, gemeentepolitiek, verhouding tussen diverse overheden, macht en onmacht van grondbezitter, verhouding tot andere (grote) projecten in de omgeving, crisismanagement, risicomanagement, lobbytrajecten, doorzettingsvermogen en business cases. Daarbij wordt aandacht besteed aan onderwerpen als: aanbestedingsrecht, adviseursrecht, recht van aanneming van werk: volgens de wet/uav 2012/ UAV-GC 2005/DBFM(O) en geschilbeslechting. Verder worden behandeld: planologisch beleid, doorwerking van rijks- en provinciaal beleid, planologische instrumenten, wettelijke randvoorwaarden ten aanzien van milieu en natuur, omgevingsvergunning en grondbeleid. In company Verenigingsrecht voor de Rechtbank Amsterdam Datum: dinsdag 15 september Inleider(s): mr. M.C.E. van der Vleuten Lunchbijeenkomst Recente rechtspraak onvoorziene omstandigheden Datum: woensdag 16 september Inleider(s): mr. B.D.A. Zwart In korte tijd, rond lunchtijd, wordt u bijgepraat over de recente rechtspraak rond onvoorziene omstandigheden. Het leerstuk onvoorziene omstandigheden heeft jaren een wat slaperig bestaan geleid. De economische crisis die zich vooral in bouwrechtelijke sferen heeft doen voelen heeft het leerstuk echter wakker geschud. Enkele keren per jaar buigen rechters en arbiters zich over dit leerstuk. Toepassing ervan kan lucht geven aan een van de partijen, maar kan voor de andere partij wellicht teleurstellend uitpakken. Hoe staat de rechtspraak er op dit moment voor? Welke uitspraken zijn van belang en wat moet u daarvan weten met het oog op uw praktijk? Vanuit die praktische invalshoek wordt deze bijeenkomst opgezet. Wat heeft u er aan in de dagelijkse praktijk? Daartoe worden de voorwaarden van toepasselijkheid van het leerstuk belicht en wordt uiteengezet wat u van de recente rechtspraak moet weten. Uiteraard met als zwaartepunt de relevantie voor de bouwrechtpraktijk. Lunchbijeenkomst De Utrechtse aanpak kantorenleegstand Datum: donderdag 17 september Inleider(s): dr. ir. A.G. Bregman en ir. M. Fellinger In korte tijd, rond lunchtijd, wordt u bijgepraat over het insolventierecht. Kantorenleegstand is een hardnekkig probleem dat in vele gemeenten speelt en aangepakt dient te worden. In de provincie Utrecht is men volop bezig de kantorenleegstand aan te pakken. Die aanpak bestaat kort gezegd uit een sturend (regulerend) spoor en een faciliterend spoor. De kern van het sturende spoor is dat door middel van een of meer provinciale inpassingsplannen in 2017 planologische overcapaciteit wordt gereduceerd. Het gaat daarbij om, in vigerende bestemmingsplannen opgenomen, niet gerealiseerde kantorenbestemmingen. Mede om het risico op planschadeclaims zoveel mogelijk te beperken, is er inmiddels een thematische structuurvisie Kantoren in procedure gebracht. Hier wordt onder meer mee beoogd om volledige voorzienbaarheid van de beoogde reductie in het leven te roepen (passieve risicoaanvaarding). Het faciliterende spoor is gericht op de herbestemming en transformatie van bestaande leegstaande kantoorgebouwen. De provincie ondersteunt de gemeenten bij dit proces. Tijdens deze lunchbijeenkomst wordt u door twee docenten die nauw betrokken zijn bij de Utrechtse aanpak kantorenleegstand volledig op de hoogte gebracht van deze aanpak. Geannuleerd wegens te weinig deelnemers. In company Basiscursus ruimtelijk ordeningsrecht voor beleidsmedewerkers DGRW Datum: donderdag 17 september Inleider(s): prof. mr. P.J.J. van Buuren en mr. J. Hoekstra

43 In company Appartementsrecht voor Rechtbank Amsterdam Datum: donderdag 17 september Inleider(s): mr. M.C.E. van der Vleuten Lunchbijeenkomst Uitspraken Commissie van Aanbestedingsexperts Datum: maandag 21 september Inleider(s): mr. P.F.C. van Heemskerk In korte tijd, rond lunchtijd, krijgt u een representatief beeld van de uitspraken van de Commissie van Aanbestedingsexperts voorgeschoteld. De Commissie van Aanbestedingsexperts heeft inmiddels een groot aantal (tegen de 200) uitspraken gedaan. Deze uitspraken maken deel uit van het aanbestedingsrecht en bevatten informatie, waarover de aanbestedingsrechtelijk geïnteresseerde jurist moet beschikken. Het is wel weer een extra bron van informatie en daarom is deze lunchbijeenkomst een uitgelezen kans om eens grondig voorgelicht te worden over wat geleerd kan worden van de inhoud van de uitspraken en over de procedure bij de Commissie. VBR-A/IBR Cursus Ruimtelijk Omgevingsrecht Data: woensdag 23 en 30 september, 7 en 14 oktober, 4, 11, 18 en 25 november en 2 december Docenten: mr. N.H. van den Biggelaar, mr. G.M. van den Broek, mr. J.F. de Groot, mr. J. Hoekstra, mr. A.R. Klijn, prof. mr. N.S.J. Koeman, prof. mr. D.A. Lubach, mr. B.J.P.G. Roozendaal, mr. M.W.L. Simons-Vinckx, mr. M.A.A. Soppe en mr. J.A.M. van der Velden In deze geactualiseerde verdiepingscursus worden na een inleiding in het omgevingsrecht de volgende onderwerpen behandeld: het systeem en de kern van de ruimtelijke ordening, Wabo en vergunningverlening, ruimtelijke ordening, milieu, natuur, planrealisatie en grondbeleid, besluitaansprakelijkheid en planschade en nadeelcompensatie. Verondersteld wordt dat de deelnemer basiskennis heeft op het terrein van het publiekrechtelijk bouwrecht. De cursus wordt in de vorm van een hoorcollege gegeven met discussies en casusbehandelingen. Studiemiddag Informatie- en mededelingsplichten in het gewone recht en in het bouwrecht Datum: donderdag 24 september Inleider(s): mr. K.J.O. Jansen en mr. A.M. Ubink Het leerstuk informatie- en mededelingsplichten maakt sinds lange tijd deel uit van zowel het gewone recht als het bouwrecht. In verschillende regelingen zijn specifieke bepalingen aan te treffen over deze verplichtingen en daarnaast is er de algemene eis aan deelnemers aan het rechtsverkeer dat men zich actief opstelt in dezen. Voor het gewone recht gaan de gedachten vooral uit naar het leerstuk van de dwaling, wanprestatie en non-conformiteit. In deze bijeenkomst ligt de nadruk op de precontractuele mededelingsplicht, maar ook de buitencontractuele waarschuwingsplicht komt aan bod. Voor het bouwrecht gaan de gedachten uit naar de specifieke bepalingen naast de waarschuwingsplicht inzake fouten in stukken afkomstig van de opdrachtgever, zoals in par. 6 lid 14 UAV 2012 vorm is gegeven. Het gemene recht komt eerst aan bod. Wat is de stand van zaken op dit moment betreffende deze verplichtingen? Van welke rechtspraak dient ook de bouwrechtjurist kennis te hebben? Aan de hand van relevante rechtspraak wordt een checklist gepresenteerd voor beantwoording van de vraag wanneer (contracts)partijen gehouden zijn tot informatievergaring en/of -verstrekking. Ook processuele kwesties komen aan de orde, zoals de verdeling van de bewijslast en de vraag hoe partijen de correcte naleving van een mededelingsplicht kunnen bewijzen. In het tweede deel wordt het onderwerp uitgediept voor het bouwcontractenrecht: welke informatie -en mededelingsverplichtingen zijn opgenomen in de bekende algemene voorwaarden (UAV 2012, UAV- GC 2005 en DNR 2011) en wat leert recente rechtspraak op dit gebied? Wat is de reikwijdte van de precontractuele waarschuwingsplicht en de waarschuwingsplicht tijdens aanbestedingen? Hoe zit het met de informatieplicht in het geval van onvoorziene omstandigheden? Wat moet meegedeeld worden als een partij zich op bepaalde rechten beroept? Wanneer wordt een mededeling vereist om een bepaald recht uit te kunnen oefenen, bijv. de mededelingsplicht in relatie tot meerwerk en de meldingsplicht in het kader van een beroep op termijnverlenging? Lunchbijeenkomst Insolventierecht voor de bouwpraktijk Datum: maandag 28 september Inleider(s): mr. M.J.R. Jansen en mr. A.D. van Dalen In korte tijd, rond lunchtijd, wordt u bijgepraat over het insolventierecht. Faillissementen van bouwondernemingen zijn schering en inslag. Vaak met grote gevolgen voor toeleveranciers, onderaannemers en andere stakeholders. Hoe kunnen belanghebbenden invloed uitoefenen op de afwikkeling van een faillissement en op welke wijze kunnen zij hun schade beperken? Deze vragen - en meer - worden beantwoord tijdens deze lunchbijeenkomst. U krijgt een korte introductie in het insolventierecht. Zo wordt toegelicht hoe om te gaan met lopende procedures waarbij een gefailleerde onderneming procespartij is en wat de gevolgen zijn van de afkoelingsperiode voor stakeholders. Vervolgens worden enkele praktische en procedurele aspecten die spelen in het faillissement van een bouwonderneming nader beschouwd. Daarna zal uitvoerig aandacht worden besteed aan de praktische en juridische gevolgen van een fail- 37

44 38 lissement op lopende overeenkomsten, zoals aannemingsovereenkomsten of huurovereenkomsten. Ook de positie van zekerheidsgerechtigden komt daarbij uitgebreid aan bod. Studiedag Kernonderwerpen Bouwcontractenrecht: prijs van het werk en aansprakelijkheid na oplevering (I en II) Datum: woensdag 30 september Inleider(s): mr. L.C. van den Berg (I en II), mr. R.M. Sluijter (II) en mr. B. van der Zijpp (I) Dagdeel (I): De prijs van het werk volgens UAV 2012/UAV-GC 2005/BW De aanneemsom is maar zelden de prijs waartegen een werk uiteindelijk wordt afgerekend. Na het sluiten van de overeenkomst zijn er vele redenen waarom prijsaanpassing - al naar gelang de inhoud van de toepasselijke algemene voorwaarden - geïndiceerd kan zijn. De rechtspraak over dit onderwerp is overvloedig. Deze onderwerpen horen tot het hart van het civiele bouwrecht en een grondige kennis ervan is dan ook geen overbodige luxe. In deze bijeenkomst komen de volgende onderwerpen aan de orde: aspecten van meer- en minder werk bijbetaling de prijs (art. 7:752 BW) de prijs van kostenverhogende omstandigheden de prijs van stagnatie en inefficiency Deze onderwerpen worden belicht aan de hand van de UAV, UAV-GC en het BW en/of de rechtspraak. Tijdens de bijeenkomst is uitgebreid gelegenheid voor discussie. Dagdeel (II): Aansprakelijkheid na oplevering De aansprakelijkheid na oplevering is een van de belangrijkste thema s in de bouwrechtspraak. De regels onder vigeur van de wet, de UAV 2012 (1989) en de UAV-GC 2005 zijn niet geheel gelijkluidend en het is dan ook van groot belang om te onderkennen wat het eigene is aan de verschillende regels. In deze cursus worden de regels uit de doeken gedaan voorzien van een overzicht van belangrijke en recente rechtspraak. Daarbij gaat het met name om de volgende onderwerpen: het verschil tekortkoming-gebrek; relevantie toezicht tijdens uitvoering en/of oplevering voor de aansprakelijkheid na oplevering; duur van de aansprakelijkheid; termijn van doen van mededeling dat er een gebrek is; verval- en verjaringstermijnen; omvang van de aansprakelijkheid en welke formele vereisten in acht genomen moeten worden door een opdrachtgever die de aannemer/ opdrachtnemer aansprakelijk wil stellen na oplevering. Tijdens deze bijeenkomst is volop gelegenheid voor het stellen van vragen. Actualiteiten college Wabo en vergunningvrij bouwen Datum: donderdagmiddag 1 oktober Inleider(s): prof. mr. A.G.A. Nijmeijer en mr. ing. B. Rademaker In dit actualiteiten college krijgt u in vogelvlucht een update van de jurisprudentie, praktijkervaringen en (komende) wetsontwikkelingen over de omgevingsvergunning (Wabo, Bor en Mor). Daarbij wordt ook gekeken naar de regeling voor vergunningvrije bouw-, planologische- en monumentenactiviteiten. Verder komt de toepassing van de planologische omgevingsvergunning aan bod. Studiemiddag Wezenlijke wijziging Datum: dinsdag 6 oktober Inleider(s): mr. D.J.L. van Ee en mr. ir. M.B. Klijn Tijdens de uitvoering van (overheids)opdrachten zijn wijzigingen aan de orde van de dag. Maar op grond van vaste rechtspraak mogen er in beginsel geen wezenlijke wijzigingen doorgevoerd worden in een overeenkomst die op basis van een gereguleerde aanbesteding tot stand is gekomen. Een bepaling met deze strekking is inmiddels gecodificeerd in richtlijn 2014/24/EU die uiterlijk 18 april 2016 in Nederland geïmplementeerd zal worden. Wat mag en wat mag niet? In deze bijeenkomst wordt op deze vraag uitgebreid ingegaan, waarbij de verschillende soorten wijzigingen aan de orde komen aan de hand van de rechtspraak en de nieuwe richtlijnen. Vanzelfsprekend wordt stil gestaan bij de mogelijkheden om wijzigingen door te voeren zonder verplichte heraanbesteding. Het theoretisch kader wordt in deze bijeenkomst geïllustreerd aan de hand van verschillende praktijkvoorbeelden. Studiemiddag Verzekeringsrecht in de bouw Datum: woensdag 7 oktober Inleider(s): mr. T.J. Dorhout Mees en mr. A.P.E. de Ruiter Bij de afwikkeling van bouwschades spelen verzekeringen vaak een belangrijke rol. Als er een adequate verzekeringsdekking is, komt dat de voortgang van het bouwproces ten goede, zowel omdat daardoor normaal gesproken de discussie over de vraag aan wiens tekortkomingen de schade is te wijten geen rol speelt en voorts omdat bouwpartijen niet door het ontstaan van schade in hun voortbestaan worden bedreigd. Dat zou zonder verzekering wel het geval kunnen zijn, indien een schade voor rekening van een bouwpartij komt die de schade niet kan dragen en daardoor insolvent wordt. Ondanks deze belangrijke rol bij de afwikkeling van schades bestaat vaak in onvoldoende mate aandacht voor verzekeringen bij de contractering in de bouw. In geval van schades plukt men daar dan de wrange vruchten van. Het probleem wordt nog

45 vergroot door het feit dat in toenemende mate verschillende, van het traditionele model afwijkende, overeenkomsten tussen de bouwpartijen worden gesloten waarop de standaard verzekeringsproducten onvoldoende zijn toegesneden. Ook is de speelruimte voor bouwpartijen bij aanbestedingen vaak beperkt. In deze bijeenkomst wordt aandacht besteed aan deze complicaties en wordt bezien op welke wijze dergelijke complicaties zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. Daartoe zal tevens een overzicht worden gegeven van de belangrijkste eigenschappen en beperkingen van een aantal veel gebruikte bouwverzekeringen: de aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB), de beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen voor architecten en constructeurs en de CAR-verzekering. Auteursrecht van de architect prof. mr. C.A. Adriaansens In company Bouwrecht/bouwkunde voor Studiecentrum Rechtspleging te Utrecht Datum: woensdag 7 oktober Inleider(s): prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis en mr. B. van der Zijpp Studiemiddag Aanbod en aanvaarding? Hoe bedoelt u! Datum: donderdag 8 oktober Inleider(s): mr. G.J. Huith Een aanbesteding is niets meer dan een (gereguleerde) precontractuele fase met als doel de meest geschikte aanbieding voor een opdracht te kunnen aanvaarden. Overheidsaanbestedingen kennen echter hun eigen wet- en regelgeving, jurisprudentie en dynamiek. Daardoor wordt niet zelden een opdracht gegund, zonder dat duidelijk is welk aanbod daarmee is aanvaard. Dat leidt tot geschillen. Deze bijeenkomst belicht aan de hand van actuele jurisprudentie, literatuur en concrete praktijkvoorbeelden op welke wijze de precontractuele fase de uitvoering van een opdracht ongewenst beïnvloedt. Tijdens de bijeenkomst wordt ingegaan op diverse veel voorkomende geschilpunten, zoals de gevolgen tijdens de uitvoering van het niet voldoen aan onderzoeks-, informatie- en waarschuwingsverplichtingen in de inlichtingenfase, interpretatiemethoden van bestekken en vraagspecificaties, doorwerking van EMVI-criteria tijdens de uitvoering en de gevolgen het verlengen of verstrijken van gestanddoeningstermijnen. Studiedag De Grondexploitatiewet in de praktijk Datum: donderdag 8 oktober Inleider(s): de heer J.A.M. van den Brand, dr. ir. A.G. Bregman en ir. ing. T.A. te Winkel MRICS RTsv RMT De Grondexploitatiewet (Afdeling 6.4 Wro) bevat het kostenverhaalinstrumentarium en de mogelijkheid voor gemeenten voor het stellen van locatieeisen. Op 1 juli is het 7 jaar geleden dat de Wro in werking trad. Sindsdien is er veel ervaring 3 e druk opgedaan, ook met de toepassing van de regeling inzake grondexploitatie in de wet. Er heeft zich op veel onderdelen van de wet interessante jurisprudentie ontwikkeld met betrekking tot diverse aspecten van de toepassing van de regeling (o.a. over het begrip anderszins verzekerd zijn van kostenverhaal, waardering inbrengwaarde, toepassing criteria profijt, causaliteit en proportionaliteit en bijvoorbeeld over de gevolgen van partiële vernietiging van een bestemmingsplan voor het daarmee verbonden exploitatieplan). Deze aspecten zijn zeker ook van belang in de actuele praktijk, waarin op veel plaatsen nieuwe initiatieven voor locatie- en gebiedsontwikkeling worden ontplooid. Steeds weer rijzen dezelfde vragen: moet ik de regeling toepassen, zo nee is het desalniettemin verstandig de regeling toe te passen en hoe pas ik de regeling toe? Deze vragen komen aan de orde, mede in het licht van de ontwikkelde jurisprudentie. Daarbij zal afzonderlijke aandacht zijn voor de Leidraad Inbrengwaarden. In een afzonderlijke inleiding zal worden ingegaan op de juiste hantering van deze leidraad. Lunchbijeenkomst Introductie Staatssteun Datum: maandag 12 oktober Inleider(s): mr. dr. N. Saanen In korte tijd, rond lunchtijd, krijgt u een introductie over staatssteun. Overheden spelen een actieve rol in de bouwrechtelijke wereld. Enerzijds zijn overheden het bevoegd 39

46 40 gezag waar het gaat om vergunningen en anderzijds zijn overheden grote opdrachtgevers met specifieke belangen bij ontwikkelingen van bouwprojecten. In die laatste rol is het leerstuk van staatssteun niet het eerste waar de privaatrechtelijk georiënteerde bouwrecht jurist aan denkt. Wie echter de rechtspraak er op na slaat, ziet dat staatssteun wel een onderwerp is waar terdege rekening mee moet worden gehouden. In deze lunchbijeenkomst krijgt u een introductie van dit leerstuk. Daarbij komen de volgende onderwerpen aan de orde: Wanneer is er sprake van staatssteun? Wanneer moet staatssteun gemeld worden en waar moet dat gemeld worden? Wat als staatssteun niet gemeld wordt? Welke uitzonderingen zijn er? Aan de hand van deze concrete vragen worden de basisbegrippen en de hoofdlijnen van het leerstuk staatssteun toegespitst op de bouw uiteengezet. In company Basiscursus ruimtelijk ordeningsrecht voor beleidsmedewerkers DGRW Datum: dinsdag 13 oktober Inleider(s): prof. mr. P.J.J. van Buuren en mr. J. Hoekstra In company Bouwrecht/bouwkunde voor Studiecentrum Rechtspleging te Utrecht Datum: woensdag 14 oktober Inleider(s): ir. J.E.M. Buijs Studiemiddag Invordering bestuurlijke dwangsommen Datum: donderdag 15 oktober Inleider(s): prof. mr. P.J.J. van Buuren en prof. mr. drs. F.C.M.A. Michiels De last onder dwangsom is een veel gebruikt handhavingsinstrument, waarvan de toepassing maatwerk vergt. Dit vereist zowel bij bestuursorganen als bij degenen die overtreders en derden bijstaan diepgaande kennis. Dit is te meer het geval sinds ook besluiten tot invordering van verbeurde dwangsommen een regeling in het bestuursrecht hebben gevonden. Die regeling heeft de praktijk voor vele vragen gesteld. Deze vragen zijn inmiddels deels in de rechtspraak beantwoord, deels nog niet, en er komen nog voortdurend nieuwe vragen bij. Tijdens deze verdiepende bijeenkomst wordt u grondig bijgepraat en wordt met u gediscussieerd over de recente ontwikkelingen in de rechtspraak ten aanzien van de last onder dwangsom, in het bijzonder ten aanzien van de invordering van verbeurde dwangsommen. Onderwerpen die in elk geval aan bod komen zijn: overtrederschap, rechtsopvolging, verbeurte, bewijs, invorderingsprocedure (inclusief dwangbevel en rente), verjaring van de invorderingsbevoegdheid, beginselplicht tot invordering en de eventuele uitzonderingen daarop, positie van de derde bij niet invorderen en rechtsbeschermingsaspecten. Deze bijeenkomst betreft een verdieping van uw kennis omtrent de last onder dwangsom en de invordering van dwangsommen. Heeft u ervaring met bestuurlijke handhaving en heeft u behoefte aan verdieping, dan is deze bijeenkomst geschikt voor u. In company Basiscursus ruimtelijk ordeningsrecht voor beleidsmedewerkers DGRW Datum: maandag 26 oktober Inleider(s): prof. mr. P.J.J. van Buuren en mr. J. Hoekstra Studiemiddag IE rechten in het bouwrecht Datum: dinsdag 3 november Inleider(s): mr. H. Smeltekop Architectonische ontwerpen zijn auteursrechtelijk beschermd indien ze een zekere mate van oorspronkelijkheid hebben en de maker bij het ontwerpen creatieve keuzes heeft gemaakt. Maar wie is de maker? Dat is de in opdracht van een eindgebruiker werkende architect, maar dat is ook de architect die werkt in een DBFM(O) consortium of die werkt ten behoeve van een UAV-GC 2005 opdrachtgever. De wereld van het ontwerpen is met andere woorden veelkleuriger maar, mede door de toepassing van nieuwe technologie ook complexer geworden. Wat is de inhoud van het auteursrecht van de ontwerper in deze veranderende wereld? De wereld verandert ook nog op een andere manier: door de breed op gang komende transformatie van bouwwerken worden ontwerpen van nog levende architecten vaak ingrijpend gewijzigd. Wat betekent dat auteursrechtelijk? Verwant aan het auteursrecht van de ontwerpende architect is de intellectuele eigendom van de software ontwerper, wiens maatwerk ontwerp gebruikt wordt bij tal van installaties etc. De privaatrechtelijk georiënteerde bouwrecht jurist dient ook van de juridische implicaties van dit recht op de hoogte te zijn. In deze bijeenkomst wordt dan ook met name stilgestaan bij recente ontwikkelingen in het auteursrecht van de ontwerper en bij het recht van de software ontwikkelaar. Aandacht wordt besteed aan recente rechtspraak, het werken met BIM, contractuele aspecten van software ontwikkeling en de rechten van de opdrachtgever van architecten opdrachten en software ontwikkelingsopdrachten. In company UAV-GC 2005 voor het Rijksvastgoedbedrijf te Den Haag Datum: dinsdag 3 en dinsdag 17 november Inleider(s): twee docenten van het RVB en prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis

47 Studiemiddag Anders Dan Rechtspraak (ADR) Datum: donderdag 5 november Inleider(s): mr. ing. J.J. van de Vijver en mr. A.G.J. van Wassenaer van Catwijck Geschilbeslechting in het bouwcontractenrecht wordt vaak opgedragen aan de Raad van Arbitrage of aan de overheidsrechter. Daar wordt men uitstekend bediend: maar er zijn nog wel andere manieren om om te gaan met geschillen. Om te beginnen kan geprobeerd worden te voorkomen dat het tot geschillen komt. In het moderne bouwcontractenrecht zijn velen zich er van bewust dat er sprake is van een betere voltooiing van een project indien er geen juridische procedure achter aan komt. Moderne bouwcontracten hebben daartoe voorzieningen en daarnaast is met kleine gedragswijzigingen ook veel verbetering te boeken. Mocht dit niet helpen dan nog hoeft de zaak niet zo hoog op te lopen dat het tot een echt geschil komt. Er is de laatste jaren veel ervaring opgedaan met mediation in de bouw en ervaringen leren dat dat vaak bevredigender is dan elkaar in rechte te ontmoeten. In deze, interactieve, studiemiddag komen zowel geschilvoorkoming als alternatieve vormen van geschilbeslechting aan de orde. IBR Cursus Algemeen Aanbestedingsrecht Data: donderdag 5, 12, 19 en 26 november en 3 en 10 december Docenten: mr. B.J.H. Blaisse-Verkooyen, mr. R.G.T. Bleeker, mr. S.C. Brackmann, mr. G. t Hart, mr. G.J. Huith, mr. C.R.V. Lagendijk, mr. J.W.A. Meesters, mr. J.F. van Nouhuys en mr. A.G.J. van Wassenaer van Catwijck Het Instituut voor Bouwrecht organiseert voor de zesde keer een inleidende cursus Aanbestedingsrecht. In deze cursus wordt een overzicht van het hele aanbestedingsrecht geboden, bedoeld voor de algemene aanbestedingspraktijk, dus van belang voor de aanbesteding van bouwgerelateerde opdrachten en alle andere opdrachten. Deze basiscursus is bedoeld als eerste grondige kennismaking met het aanbestedingsrecht. In deze cursus worden de grote thema s behandeld, zodat de cursist na afloop goed beslagen ten - aanbestedingsrechtelijk - ijs komt. De onderwerpen, door ervaren docenten uiteengezet in interactieve colleges, betreffen: beginselen van het aanbestedingsrecht, de procedures, de criteria, rechtsbescherming, 2-Bdiensten, onder de drempel aanbesteden, aanbesteden bij gebiedsontwikkeling, dienstenconcessies, in-house aanbesteding en afsluitend de lakmoesproef: lessons learned, waarbij al het uiteengezette in een praktisch kader wordt geplaatst. De cursus wordt in de vorm van een hoorcollege gegeven met discussie en casusbehandelingen. Studiedag (Ruimtelijk) bestuursrecht voor privatisten (vakjuristen privaatrechtelijk bouw- en vastgoedrecht) Datum: woensdag 11 november (was dinsdag 16 juni ) Inleider(s): mr. G.H.J. Heutink, mr. J. Hoekstra en prof. mr. J. Struiksma In deze bijeenkomst worden bestuursrechtelijke onderwerpen behandeld, waarmee ook privatisten regelmatig te maken hebben: uitleg van bestuursrechtelijke kernbegrippen: bestuursorgaan, aanvraag, besluit, rechtsoordeel, regels en voorschriften en het belanghebbendenbegrip. stand van zaken van het wetsvoorstel voor de nieuwe Omgevingswet. aanvragen en besluiten in de bestuurlijke fase: procedure voorschriften bij de aanvraag, de voorbereidingsprocedures, bekendmaking en inwerkingtreding van besluiten, de rechtsbescherming, ex nunc toetsing en bestuurlijke heroverweging. aanvragen en besluiten in de beroepsfase: procedure in beroep en hoger beroep. Bevoegdheid, ontvankelijkheid, rechtmatigheids- en ex tunc toetsing. Definitieve geschillenbeslechting en uitspraakbevoegdheden: de bestuurlijke lus, het in stand laten van rechtsgevolgen en het zelf voorzien. De relativiteitseis, het belang en belanghebbendheid. Een goede procesorde. planologische maatregelen ingevolge de Wro, omgevingsvergunningen ingevolge de Wabo. Strategische keuzes bij de te volgen procedure: planherziening, omgevingsvergunning, coördinatieregeling en voorbereidingsprocedures. De toepassing van structuurvisies en andere beleidsdocumenten van gemeente, regio en provincie. Regionale en provinciale afstemming. de exploitatieopzet bij nieuwe ontwikkelingen: het systeem, de anterieure overeenkomst en het exploitatieplan. Procedurele aspecten. De samenhang met het bestemmingsplan. voorwaardelijke verplichtingen, de complementaire overeenkomst, de (bevoegdheden)overeenkomsten en het bestemmingsplan. interne bestuurlijke bevoegdhedenverdelingen, attributie, mandaat; actualiteiten en rechtspraak. Wabo, Wro en aanverwante wetten en regelingen (Bro, Bor, Woningwet, Monumentenwet): indieningseisen, de ruimtelijke onderbouwing, duurzame verstedelijking, de rol van het Unierecht in de ruimtelijke ordening, actualiteiten en rechtspraak. Studiemiddag Instructieregels in het Omgevingsrecht 41

48 42 Datum: donderdag 12 november Inleider(s): mr. dr. D. Korsse Sinds de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening zijn instructieregels het eerst aangewezen instrument van het Rijk en de provincies om te waarborgen dat hun beleid doorwerkt in de planologische besluitvorming op gemeentelijk niveau. Deze regels vormen tegenwoordig één van de belangrijkste beperkingen van de besluitvorming over nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Dat roept vragen op over de mogelijkheden en de begrenzing van de instructieregelbevoegdheid. In het recente verleden zijn dergelijke vragen bijvoorbeeld gerezen over de ladder duurzame verstedelijking uit het Bro en de Brabantse instructieregels over zorgvuldige en duurzame veehouderij. Het is voor de praktijk van belang die onduidelijkheden zo veel mogelijk in beeld te krijgen zodat daarop geanticipeerd kan worden bij de planologische besluitvorming omtrent bouwprojecten/gebiedsontwikkelingen. Zeker nu de instructieregelbevoegdheid een plaats heeft gekregen in het wetsvoorstel Omgevingswet en de reikwijdte van die bevoegdheid daarin bovendien is uitgebreid. Na een inleidende beschrijving van het instrument instructieregels zal tijdens deze studiemiddag de actuele stand van zaken rond dit instrument worden doorgenomen. Daarbij wordt uiteraard veel aandacht besteed aan de relevante jurisprudentie, maar er wordt ook stilgestaan bij de ontwikkelingen in de wetgeving en de instructieregels zelf. Bovendien wordt de regeling van de instructieregelbevoegdheid in de Omgevingswet uiteengezet. Studiemiddag Vertraging; algemeen tijdschema, kritieke pad, mijlpalen, coördinatie, vertragingsschade, korting Datum: dinsdag 17 november Inleider(s): mr. B.C.M. den Teuling en mr. H.F. Bol De tijd is in bouwprojecten een belangrijke factor. Tijdens deze cursus wordt besproken hoe deze factor optimaal contractueel kan worden geregeld. Daarnaast wordt ingegaan op de verschillende aspecten van vertraging. Wat kan de opdrachtgever doen als de overeengekomen opleverdatum dreigt te worden overschreden en wanneer heeft de aannemer aanspraak op een verlenging van de bouwtijd? In dat verband komt ook de analyse van vertraging aan bod en de rol van het kritieke pad in de planning. Ook de korting blijft uiteraard niet onbesproken. Kan de opdrachtgever die al voor de oplevering inhouden en daarnaast nog aanvullende schadevergoeding eisen? De aannemer lijdt veelal vertragingsschade. Onder welke voorwaarden kan hij die op de opdrachtgever verhalen en welke posten komen dan voor vergoeding in aanmerking? Wat te doen als de opdrachtgever niet betaalt? Aan de hand van de UAV 2012 en relevante jurisprudentie wordt over al deze zaken duidelijkheid gegeven. En natuurlijk krijgt u praktische wenken. Studiemiddag De ladder voor duurzame verstedelijking; horde of instrument? Datum: dinsdag 17 november Inleider(s): mr. R. van Bommel en mr. G.H.J. Heutink Per 1 oktober 2012 is de ladder voor duurzame verstedelijking (art lid 2 en lid 3 Bro) in werking getreden, op 1 juli 2014 gevolgd door lid 4. Provinciale of gemeentelijke overheden die (in een verordening, een bestemmingsplan, een wijzigings- of uitwerkingsplan of een grote omgevingsvergunning) een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk willen maken zullen hun besluiten daartoe - als procesvereiste - moeten motiveren aan de hand van de ladder. Deze motiveringseis heeft sedert de invoering van de ladder een keur van vragen opgeroepen. De stroom jurisprudentie neemt toe, maar is niet altijd eenvoudig te duiden en te categoriseren. Tijd voor een studiemiddag, die gericht zal zijn op de vraag hoe de proceseis in de motivering van besluiten vorm moet krijgen en aan welke eisen nu exact moet worden voldaan om de stedelijke ontwikkeling langs de hordes van de bestuurlijke en rechterlijke toetsing te loodsen. Alle ins & outs van de ladder zullen aan de orde komen, en er zal aandacht worden besteed aan de ontwikkelingen in de jurisprudentie van het afgelopen jaar. Ook de ontwikkelingen rond de evaluatie van de ladder op nationaal en Europees wetgevingsniveau zullen aan de orde komen. Onder meer de volgende aspecten passeren de revue: wanneer is sprake van een nieuwe stedelijke ontwikkeling in de zin van art lid 2 Bro aanhef? Wat is actuele (regionale) behoefte, hoe moet die in kaart worden gebracht en wat moet worden onderzocht? Wat zijn de eisen die kunnen worden gesteld aan transformatie of herstructurering, hoe zit het met de ladder in provinciale verordeningen en wat is de betekenis van eisen van het Unierecht (ondermeer het recht op vrije vestiging) in het licht van de duurzaamheidsladder? Beide inleiders hebben regelmatig over het onderwerp gepubliceerd, en zijn vanuit hun disciplines op dagelijkse basis met de ladder bezig. De algemene inleiding van mr. Van Bommel zal gericht zijn op stedelijke ontwikkelingen in alle sectoren, de inleiding van mr. Heutink zal hoofdzakelijk gericht zijn op stedelijke voorzieningen zoals horeca, maatschappelijke voorzieningen en detailhandel. Studiemiddag Transformatie als blijvende vorm van vastgoedontwikkeling Datum: donderdag 19 november Inleider(s): mr. dr. F.A.M. Hobma en mr. E.A. Minderhoud Het accent bij gebieds- en vastgoedontwikkeling is de afgelopen jaren steeds meer verschoven van ont-

49 ESCL Studies in European Construction Law Editors Monika Chao-Duivis Giovanni Iudica Benoît Kohl Anthony Lavers Hugues Périnet-Marquet Hubert Stöckli Panagiotis Verveniotis European Society of Construction Law wikkeling van uitbreidingslocaties naar ontwikkelingen in bestaand bebouwd gebied. Behalve om sloop en nieuwbouw gaat het hierbij ook om renovatie met behoud van de bestaande bestemming en om transformatie van bestaand vastgoed, in het bijzonder leegstaande kantoren, naar een andere bestemming. In veel gevallen is die nieuwe bestemming een woonfunctie. Bij een dergelijke transformatie spelen verschillende juridische vragen: hoe kan de publiekrechtelijke inkadering het beste plaatsvinden, wat zijn de mogelijkheden voor tijdelijke transformatie, wat is de betekenis van de Leegstandwetgeving en hoe kan onnodige planschade worden vermeden? Op al dergelijke vragen zal tijdens deze studiemiddag worden ingegaan, waarbij er volop ruimte is voor vragen van en interactie met de deelnemers. Studiedag Windenergie op Land: privaatrechtelijk en publiekrechtelijk (I en II) Datum: dinsdag 24 november Inleider(s): mr. dr. M.A.M. Dieperink (II), prof. mr. H.D. Ploeger (I) en prof. mr. J. Struiksma (II) Dagdeel (I) Privaatrechtelijke vormgeving van duurzame energie opwekking Energie opwekking gebeurt op vele manieren. We kennen al heel lang de opwekking middels grote centrales, maar die hebben niet langer het alleenrecht. Windparken en zonnepanelen op woningen zijn twee nieuwe vormen die behoorlijk in opkomst zijn. Deze nieuwe manieren roepen privaatrechtelijke vragen op van enerzijds vormgeving van onderlinge relaties van verschillende betrokkenen bij een windmolenpark en anderzijds vragen van eigendom. In deze bijeenkomst wordt een overzicht gegeven van deze privaatrechtelijke vragen, waarvan de beantwoording interessant kan zijn voor menig eigenaar van grond of van een woning. Allereerst wordt ingegaan op de goederenrechtelijke aspecten rond energie opwekking middels zonnecollectoren en windturbines. Met name wordt antwoord gegeven op praktische vragen rond natrekking, de vestiging van (collectieve) opstalrechten en aanvullende regelingen voor toegang, windvang en kabels. In dit verband wordt ook besproken de noodzaak voor, en de vorm van vergoedingen voor grondeigenaren, grondgebruikers en naburen. Voorts zal aandacht worden besteed aan de (on) mogelijkheden van de community benefit agreement. Dit reeds in de USA toegepaste instrument biedt via het civiele recht de gelegenheid om potentiële NYMBIES te betrekken in de voordelen van de opwekking van duurzame energie, en zo eventuele levende bezwaren tegen de realisatie van zo n project zoveel mogelijk weg te nemen. Dagdeel (II) Windenergie en Omgevingsrecht De Rijksoverheid zet in op 6000 MW windenergie op Land per Om die doelstelling te bereiken zijn de komende jaren veel nieuwe projecten nodig. Steeds vaker gaat het daarbij om grotere projecten, met grotere turbines. De impact van windenergie op de omgeving wordt daardoor steeds groter en is voer voor politieke en maatschappelijke discussies. Participatie is daarbij het toverwoord. Participatie kan onder meer worden gebruikt door de inzet van omgevingsrechtelijke instrumenten. Deze bijeenkomst gaat over het voor windprojecten op land geldende omgevingsrechtelijke kader. Aan de orde komen onder meer: Stand van zaken: Energieakkoord, Rijkstructuurvisie wind op land, participatie en het participatieplan (in de Omgevingswet) Bevoegdheidsverdeling tussen gemeente en provincies (in de Elektriciteitwet 1998); provinciale structuurvisies Toepassing van de coördinatieprocedures uit de Wro. Toepasselijkheid van de Belemmeringenwet Privaatrecht Activiteitenbesluit en maatwerkvoorschriften Wettelijk kader voor externe veiligheid, vliegveiligheid en radarzonering Deze studiedag bestaat uit twee dagdelen die elk afzonderlijk gevolgd kunnen worden; deelnemers aan beide dagdelen genieten voorrang. Actualiteiten college Bouwcontractenrecht Datum: donderdagmiddag 26 november Inleider(s): mr. J.P.F.W. van Eijck en mr. F.R.A. Schaaf 43

50 44 Tijdens dit actualiteiten college komen ontwikkelingen en (recente) rechtspraak op het gebied van het adviseursrecht (inclusief algemene aspecten beroepsaansprakelijkheid en algemene voorwaarden), het aannemingsrecht en de koop-/aannemingsovereenkomst aan de orde. Tijdens het college is er ruim gelegenheid voor discussie. Studiedag DBFMO-projecten (I en II) Datum: dinsdag 1 december Inleider(s): mr. M.A. Moolhuizen (I) en mr. W.Z. de Jongh (II) Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst maken steeds meer gebruik van het DBFMO-model. Denk daarbij aan bouwprojecten voor wegen, tunnels en sluizen of aan een rechtbank, gevangenis of ministerie. Dagdeel (I): DBFMO-contracten in de praktijk In deze bijeenkomst worden de juridische aspecten van DBFMO-contracten (Design, Build, Finance, Maintain, Operate) behandeld aan de hand van recente projecten. De nieuwste DBFMO-modelovereenkomst wordt in dit dagdeel uitgebreid behandeld. Kennis van dit contractmodel hoort dan ook thuis in de gereedschapskist van iedere privaatrechtelijke bouwrechtjurist. Voorts zal de inleider aan de hand van zijn praktijkervaring u ook inzicht bieden in de relaties tussen de verschillende private partijen die een consortium vormen om als opdrachtnemer in een DBFMO-overeenkomst te kunnen functioneren. Mr. Mark Moolhuizen is sinds de introductie van DB- FMO-projecten in Nederland betrokken bij een groot aantal projecten, zoals A59, Kromhout Kazerne, Nationaal Militair Museum, A1/ A6, RIVM, Bezuidenhoutseweg 30 en gemeentehuis Westland. Dagdeel (II): Financiering van DBFMO-projecten Een essentieel onderdeel van DBFMO-projecten is de financiering en de sturende en controlerende rol die de banken spelen bij de totstandkoming en uitvoering van het project (de tucht van de banken ). In deze bijeenkomst wordt nader ingegaan op de uitgangspunten van projectfinanciering en de eisen waaraan een project moet voldoen wil het financierbaar zijn (de bankability toets). Nader wordt ingegaan op de verbanden tussen het DBFMO-contract en de financiering. De verschillende onderdelen van de financieringsdocumentatie en zekerheidsstructuur komen uitvoerig aan bod. Ten slotte worden financieringsvormen besproken die ontwikkeld zijn en ontwikkeld worden als alternatief voor bankfinanciering. Het gaat daarbij vooral om financiering door verzekeraars, pensioenfondsen en andere institutionele beleggers. Zij hebben weer andere wensen ten aanzien van de financiële bepalingen in het DBFMO-contract dan de banken. Hoe gaat de Staat daarmee om? Mr. Zeeger de Jongh is betrokken bij nagenoeg alle DBFM(O)-projecten die in Nederland zijn of nu worden aanbesteed waaronder recentelijk Internationale School Eindhoven, Nationaal Militair Museum, gevangenis Zaanstad, RIVM, Knoopkazerne, sluizen Limmel, IJmuiden en Beatrix en A6. Hij bereikte Financial Close op alle drie de PPS projecten die tot op heden (deels) met niet-bancaire leningen werden gefinancierd. Studiedag Actualiteiten Omgevingsrecht (Wabo/Wro/Chw) (I en II) Datum: vrijdag 4 december Inleider(s): prof. mr. P.J.J. van Buuren (II), mr. J. Hoekstra (II) en mr. T.E.P.A. Lam (I) Dagdeel (I) De gevolgen van de permanent gemaakte Crisis- en herstelwet Op 25 april 2013 is de Wijziging van de Crisis- en herstelwet (Chw) en diverse andere wetten in verband met het permanent maken van de Crisis- en herstelwet en het aanbrengen van enkele verbeteringen op het terrein van het omgevingsrecht, in werking getreden, met uitzondering van enkele bepalingen uit deze wet. Naast verlenging van de werking van de Chw regelt deze wet enkele (de Chw aanvullende) verbeteringen van het omgevingsrecht (hoofdstuk 2). Het gaat om gerichte verbeteringen die op korte termijn zijn te realiseren (quick wins). De verbeteringen zijn gegroepeerd rondom drie inhoudelijke thema s: (1) minder lasten, (2) snelle, flexibele en zorgvuldige besluitvorming en (3) het wegnemen van problemen in de praktijk. Tijdens deze bijeenkomst wordt u meegenomen door de gevolgen voor de (rechts)praktijk van de wijzigingen die in het omgevingsrecht zijn opgetreden. Daarbij zal tevens recente jurisprudentie aan de orde komen betrekking hebbend op de Chw. Dagdeel (II) Actualiteiten college Jurisprudentie Omgevingsrecht Het omgevingsrecht blijft volop in beweging. Nieuwe wetgeving en jurisprudentie volgen elkaar in hoog tempo op. In dit actualiteiten college wordt een aantal relevante ontwikkelingen behandeld. Het accent ligt op een bespreking van recente uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Zo kunnen een of meerdere van de volgende actualiteiten aan de orde komen: provinciale interventies: de reactieve aanwijzing en de provinciale ruimtelijke verordeningen alsmede ontheffingen op grond van de verordeningen overgangsrecht, bestemmingsplan en relativiteit definitieve geschillenbeslechting en ruimtelijke besluiten: de bestuurlijke lus, het in stand laten van rechtsgevolgen en het zelf voorzien in een bestemmingsplan op te nemen voorwaardelijke verplichtingen (bevoegdheden)overeenkomsten en het bestemmingsplan

51 planschade de ladder van de duurzame verstedelijking uitvoerbaarheid van bestemmingsplannen exploitatieplan: verschillende besluitonderdelen, belanghebbendheid, de gevolgen van een vernietiging en rechterlijke toetsing beheers verordening varia Wabo, waaronder de onlosmakelijke samenhang, de te volgen voorbereidingsprocedure, vergunningvrij bouwen en aanhakende toestemmingen handhaving (last onder dwangsom of bestuursdwang) stand van zaken van het wetsvoorstel voor de nieuwe Omgevingswet Van de te bespreken onderwerpen wordt ongeveer twee weken voorafgaand aan de bijeenkomst concrete informatie toegezonden per - in combinatie met een downloadmogelijkheid - en/of per post. Tot 15 november bestaat de mogelijkheid om actuele onderwerpen aan te dragen voor te behandelen jurisprudentie. U kunt dit mailen naar onderwijs@ibr.nl. Actualiteiten college Aanbestedingsrecht Datum: dinsdagmiddag 8 december Inleider(s): mr. M.M. Fimerius In dit actualiteiten college worden de ontwikkelingen op het gebied van het aanbestedingsrecht besproken aan de hand van actuele Europese jurisprudentie en relevante (hogere) nationale jurisprudentie. Ook zal er aandacht worden besteed aan de ontwikkelingen in verband met de implementatie van de nieuwe Europese richtlijnen. Tijdens dit college is er tevens gelegenheid voor discussie. Van de te bespreken onderwerpen wordt ongeveer twee weken voorafgaand aan de bijeenkomst concrete informatie toegezonden per en/of gewone post. In company Bouwwerkzaamheden en schade aan gebouwen voor Arag Rechtsbijstand te Leusden Datum: dinsdag 8 december Inleider(s): mr. J.P. Barth en mr. H. Stroeve Studiemiddag Doorpakken met het Programma Aanpak Stikstof (PAS) Datum: donderdag 10 december Inleider(s): prof. mr. A.A. Freriks en ir. N. Jeurink Op 1 juli treedt het Programma Aanpak Stikstof (hierna PAS) naar verwachting in werking. Het programma heeft tot doel een vermindering van de stikstofbelasting van voor stikstof gevoelige habitats in Natura 2000-gebieden te realiseren en daardoor ruimte te creëren voor economische ontwikkelingen. Het middel daartoe is een samenhangende, overkoepelende aanpak die dwingend doorwerkt in het beleid van verschillende overheden. De maatregelen in het PAS moeten ertoe leiden dat de stikstofdepositie afneemt. De ontwikkelingsruimte die daardoor ontstaat kan worden toegedeeld bij toestemmingsbesluiten voor projecten en andere handelingen die een zodanige stikstofdepositie veroorzaken op een voor stikstof gevoelig habitat waarvan de kritische depositiewaarde wordt overschreden, dat er voor die activiteit vooraf toestemming is vereist. Het PAS is voor de bouwpraktijk derhalve van groot belang. Daar waar eerder onmogelijk kon worden gebouwd omdat er sprake was van een verhoogde stikstofdepositie ter plaatse die van invloed is op een Natura 2000 gebied, is dit nu wellicht wel mogelijk met de toekenning van ontwikkelingsruimte. Na het volgen van deze studiemiddag bent u geheel op de hoogte van de werking van het PAS, de eerste ervaringen en mogelijke complicaties en de gevolgen van het PAS voor ruimtelijke ontwikkelingen. Naast de relevante juridische vragen zal ook worden ingegaan op de werking van AERIUS. Studiemiddag: De juridische ins-and-outs van het Bouwbesluit 2012 Datum: vrijdag 11 december (was dinsdag 9 juni ) Inleider(s): dr. A.R. Neerhof In deze bijeenkomst komen de juridische aspecten van het Bouwbesluit 2012 aan bod. Voor specialisten in de bouw is kennis en kunde omtrent het Bouwbesluit 2012 vereist, alle bouwwerken, te bouwen en bestaand, dienen op grond van de Woningwet te voldoen aan de technische voorschriften uit het Bouwbesluit In deze bijeenkomst wordt ingegaan op de systematiek van het besluit, op de verplichtingen en de jurisprudentie. Geen cursus over de technische aspecten van het Bouwbesluit 2012, maar een diepgaande uiteenzetting van de juridische aspecten. De volgende onderwerpen komen aan de orde: Het Bouwbesluit 2012 en de Woningwet/Wabo Systematiek en begrippenkader Onderscheid bouwtechnische en gebruikstechnische eisen Gevolgen wijziging bestemming van een bestaand gebouw (bijvoorbeeld in geval van transformatie) Artikel 122 Woningwet (beletsel duurzaam bouwen In company Bouwtechniek voor juristen voor Arag Rechtsbijstand te Leusden Datum: woensdag 15 december Inleider(s): ir. J.M. Buijs 45

52 46 Studiemiddag Beëindiging van een overeenkomst vanwege economische redenen Datum: woensdag 16 december Inleider(s): mr. J.R. Gal en mr. G. t Hart De economische crisis, waar we langzaam uitkomen, heeft contractspartijen laten zien dat het zeer relevant kan zijn voortijdig afscheid van elkaar te nemen. Maar kan dat juridisch? Ontbinding, onvoorziene omstandigheden, een beroep op wilsgebreken of redelijkheid en billijkheid hebben alle zo hun eigenaardigheden en zijn niet zo maar in te zetten wanneer economische redenen een partij willen doen besluiten afscheid te nemen van de andere partij en een gezamenlijk project niet door te laten gaan. Het gaat in deze cursus vooral om de gronden van de voortijdige beëindiging en de vereisten die daaraan worden gesteld, de gevolgen worden summier geschetst. In deze bijeenkomst krijgt u een overzicht van deze middelen mede aan de hand van recente rechtspraak. Eerst komt het BW aan de orde en vervolgens wordt naar de praktijk van bouwprojecten gekeken. Studiemiddag De nieuwe positie van Woningcorporaties Datum: woensdag 16 december Inleider(s): dr. ir. A.G. Bregman, mr. R.L.M. Hoes en mr. J.R. Radermacher Schorer Op 1 juli dit jaar zullen de Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting en de via een novelle aangebrachte wijzigingen daarin in werking treden. De wetten beogen het functioneren van woningcorporaties als ondernemingen met een maatschappelijke taak te verbeteren. De wetten voorzien daartoe in een wijziging van de Woningwet en een aantal andere wetten. In de Woningwet zal worden bepaald dat de Autoriteit woningcorporaties, opvolger van het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV), extern toezicht zal houden op de woningcorporaties in Nederland en op de naleving van de regels voor staatssteun. Eén van de vragen die naar aanleiding van de wetswijziging is gerezen is of het toezicht daarin zodanig is vormgegeven dat daardoor een aanbestedingsplicht ontstaat voor woningcorporaties. De regering is van mening dat de regels die in de wetswijziging zijn opgenomen voor het toezicht op toegelaten instellingen, niet maken dat er sprake is van het beschreven toezicht in de zin van de aanbestedingsregels. Tijdens deze bijeenkomst wordt u door deskundige inleiders vanuit zowel het perspectief van de rijksoverheid als vanuit corporaties, geheel bijgepraat over de nieuwe positie van woningcorporaties. De vraag naar de mogelijke aanbestedingsplicht komt daarbij vanzelfsprekend aan de orde. 8. Onderwijsprogrammaraad en Comité van Aanbeveling De Onderwijsprogrammaraad wordt gevormd door de volgende leden: mr. R. van Bommel prof. mr. P.J.J. van Buuren prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis L. de Groot-Maas mr. F.A.M. Hobma mr. J. Hoekstra mr. A.F.J. Jacobs prof. mr. C.E.C. Jansen mr. S. Könemann mr. A.Z.R. Koning dr. mr. N.C. van Oostrom-Streep mr. T.Th. Post dr. H.J. de Vries mr. A.G.J. van Wassenaer van Catwijck mr. D.E. van Werven Het Comité van Aanbeveling bestaat uit: mr. V. van Egmond mr. G.J. Huith drs. C.B.F. Kuijpers mr. M. Lurks mr. P.A.T.N. van Thiel-Wortmann drs. D.J. Tijl mr. Z.J.G. Wijnands mr. N. Zandvliet 9. Overige publicaties, voordrachten en activiteiten van medewerkers De medewerkers van het Instituut voor Bouwrecht laten ook op andere manieren van zich horen in de bouwrechtelijke wereld. Het gaat daarbij om publicaties die voor derden zijn geschreven, lidmaatschap van externe werkgroepen en het geven van onderwijs etc. Daarvan wordt hieronder verslag gedaan. Dr. ir. A.G. Bregman Schrijft op regelmatige basis artikelen voor Cobouw. Schrijft op regelmatige basis redactionele bijdragen voor de Actualiteiten Bouwrecht (Ezine) van het Instituut. Spreker op diverse IBRstudiebijeenkomsten (over staatssteun, aanbesteding, gebiedsontwikkeling en de regeling inzake grondexploitatie in de Wro). Herverkaveling als instrument voor gebiedsontwikkeling een update, Am-

53 sterdam School of Real Estate, Paper 07, Oktober ; Two Road Maps for EU-proof Land Deals, [] The International Construction Law Review, Volume 32, part 2, April, p. 155; Arjan Bregman en Rick Meijer, Herdefiniëren plancapaciteit zonder schadeclaims, Grondzaken in de praktijk: -6; Arjan Bregman, Regina Koning en Hugo Strang, Ongehoord lawaai van vliegtuigen, Vastgoedmarkt, november, p.28/29; A.G. Bregman, A.Z.R. Koning en R.W.J.J. de Win, Juridisch Handboek Gebiedsontwikkeling, Instituut voor Bouwrecht, mei ; College over Staatssteun als onderdeel van de Masterclass Bouwrecht van de Universiteit Utrecht te Utrecht op 307 maart ; Prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Schrijft op regelmatige basis artikelen voor Cobouw. Algemeen secretaris Europese Vereniging voor Bouwrecht. Voordrachten bij verschillende organisaties. Zij is uit hoofde van haar functie verbonden aan: Raad van Advies van de Vereniging voor Aanbestedingsrecht. Lid van de editorial board van The International Construction Law Review. Voorzitter van de Peer Review Committee The International Construction Law Review. Voorzitter van de Werkgroep PG01 van STABU. Publicaties: Naar een andere regeling van de aansprakelijkheid na oplevering: exit verborgen en niet-verborgen gebreken, TBR 2016, p. 106 e.v. De hybride vraag van de opdrachtgever, een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgeveropdrachtnemer, tezamen met W.A.I. Suy en N.G. Meijerink. Consultatie Aanbestedingswet 2012, verslag expertmeeting Instituut voor Bouwrecht d.d. 24 april, TBR p Juridische handreiking relatie BIM-protocol en de DNR 2011 (voor adviseurs en opdrachtgevers)(verschijnt september ). Praktische toelichting op de UAV-GC 2005 (in samenwerking met A.Z.R. Koning, die de toelichting op par. 9 tot en met 12 voor haar rekening nam) (verschijnt september ). Mede-editor (voorzitter editorial committee) van Studies in European Construction Law, uitgegeven onder auspiciën van de EVBR door IBR Hoofdstuk The Netherlands, in van Studies in European Construction Law, uitgegeven onder auspiciën van de EVBR door IBR, p. 13 e.v. Mr. A.Z.R. Koning Schrijft op regelmatige basis artikelen voor de Cobouw. Schrijft op regelmatige basis artikelen voor Actualiteiten Bouwrecht Secretaris Instituut voor Bouwrecht Scriptieprijs: Scriptieprijzen Publiekrecht en Privaatrecht. Secretaris ESCL Master Thesis Prize Secretaris VBR en VBR-A Heeft zitting in de Onderwijsprogrammaraad van het Instituut Heeft zitting in de Redactieraad van het Tijdschrift voor Bouwrecht Dr. ir. A.G. Bregman, mr. A.Z.R. Koning, mr. R.W.J.J. de Win, Juridisch Handboek Gebiedsontwikkeling, Den Haag: IBR Mr. H.P.C.W. Strang Promotieonderzoek naar toezicht en coördinatie in het bouwproces. Secretaris Stichting GarantieWoning. Schrijft op regelmatige basis artikelen voor Cobouw, rubriek jurisprudentie. Schrijft op regelmatige basis artikelen voor Actualiteiten Bouwrecht en wekelijks een jurisprudentiekroniek voor Actualiteiten Bouwrecht. Lid Adviesraad STABU. M.A.B. Chao-Duivis & H.P.C.W. Strang, in: Monika Chao-Duivis e.a. (eds.), Studies in European Construction Law, Den Haag: IBR, p , W. Boot, K.C. Terwel & H.P.C.W. Strang, Legal matters related to structural damage in the Netherlands, Forensic Engineering (3), p

54 Mr. N. van Wijk- van Gilst Redacteur Tijdschrift voor Bouwrecht. Verantwoordelijk voor de inhoud van Actualiteiten Bouwrecht van het Instituut. Verantwoordelijk voor het Virtueel Kenniscentrum van het Instituut Verantwoordelijk voor het organiseren van het jaarlijkse congres van het Platform of Experts in Planning Law. Schrijft op regelmatige basis artikelen voor de website van PIANOo (Kroniek Aanbestedingsrecht), Cobouw (rubriek jurisprudentie), en verzorgt de bijdragen Bouwrecht in Ars Aequi Kwartaal Signaal. 48

IBR SCRIPTIEPRIJS 2014-2015

IBR SCRIPTIEPRIJS 2014-2015 IBR SCRIPTIEPRIJS 2014-2015 PRIVAATRECHTELIJKE BOUWRECHT JURYRAPPORT Het Instituut voor Bouwrecht (IBR) heeft o.a. als taak het bevorderen van de wetenschappelijke en praktische beoefening van het bouwrecht

Nadere informatie

IBR SCRIPTIEPRIJS

IBR SCRIPTIEPRIJS IBR SCRIPTIEPRIJS 2016-2017 PUBLIEKRECHTELIJK BOUWRECHT JURYRAPPORT Het Instituut voor Bouwrecht (IBR) heeft o.a. als taak het bevorderen van de wetenschappelijke en praktische beoefening van het bouwrecht

Nadere informatie

IBR SCRIPTIEPRIJS

IBR SCRIPTIEPRIJS IBR SCRIPTIEPRIJS 2016-2017 PRIVAATRECHTELIJK BOUWRECHT JURYRAPPORT Het Instituut voor Bouwrecht (IBR) heeft o.a. als taak het bevorderen van de wetenschappelijke en praktische beoefening van het bouwrecht

Nadere informatie

Jaarverslag. Instituut. Bouwrecht. voor 1 6

Jaarverslag. Instituut. Bouwrecht. voor 1 6 Jaarverslag 2 0 Instituut voor 1 6 Bouwrecht Jaarverslag Instituut voor Bouwrecht Inhoudsopgave Voorwoord 1 A. In vogelvlucht 2 1. Waar staat het Instituut voor Bouwrecht voor? 2 2. Wat doet het Instituut

Nadere informatie

Jaarverslag. Instituut. Bouwrecht. voor

Jaarverslag. Instituut. Bouwrecht. voor Jaarverslag 2 0 1 2 Instituut voor Bouwrecht Jaarverslag Instituut voor Bouwrecht Inhoudsopgave Voorwoord 1 In vogelvlucht 2 1. Waar staat het Instituut voor Bouwrecht voor? 2 2. Wat doet het Instituut

Nadere informatie

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013

Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 Privaatrechtelijke Bouwregelgeving Editie 2013 samengesteld door: prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ISBN 978-90-78066-82-8 NUR 822 2013, Stichting Instituut

Nadere informatie

Voorwoord... Verkort geciteerde literatuur... Gebruikte afkortingen... DNR 2011 (2005), SR 1997 en RVOI Verplichtingen van de adviseur...

Voorwoord... Verkort geciteerde literatuur... Gebruikte afkortingen... DNR 2011 (2005), SR 1997 en RVOI Verplichtingen van de adviseur... Inhoud Voorwoord... Verkort geciteerde literatuur... Gebruikte afkortingen... Inleiding...... 9 11 13 483. 484. 485. Inleiding... DNR 2011 (2005), SR 1997 en RVOI 2011... Vervallen... 18 Hoofdstuk 22.

Nadere informatie

De hybride vraag van de opdrachtgever

De hybride vraag van de opdrachtgever De hybride vraag van de opdrachtgever Een onderzoek naar flexibele verdeling van ontwerptaken en -aansprakelijkheid in de relatie opdrachtgever-opdrachtnemer prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis ing. W.A.I.

Nadere informatie

Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw

Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw Naar een andere verdeling van verantwoordelijkheid in de bouw Onderzoek naar privaatrechtelijke verbeteringsmogelijkheden van de bouwkwaliteit

Nadere informatie

CONCEPT. Vereniging voor Bouwrecht. te 's-gravenhage. Financiële verantwoording over het jaar Geen accountantscontrole toegepast

CONCEPT. Vereniging voor Bouwrecht. te 's-gravenhage. Financiële verantwoording over het jaar Geen accountantscontrole toegepast Vereniging voor Bouwrecht te 's-gravenhage Financiële verantwoording over het jaar 2015 Geen accountantscontrole toegepast Inhoudsopgave Pagina Jaarrekening Balans per 31 december 2015 2 Staat van baten

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement POOLS-NEDERLANDSE KULTURELE VERENIGING

Huishoudelijk Reglement POOLS-NEDERLANDSE KULTURELE VERENIGING Huishoudelijk Reglement POOLS-NEDERLANDSE KULTURELE VERENIGING 1. Leden 1.01 Ieder lid heeft recht op: a. een uitnodiging voor toegang tot Algemene Vergaderingen en andere voor de leden georganiseerde

Nadere informatie

Post-Master Indirecte Belastingen 2017

Post-Master Indirecte Belastingen 2017 Post-Master Indirecte Belastingen 2017 WELKOM BIJ EFS, ERASMUS UNIVERSITY ROTTERDAM Europese Fiscale Studies (EFS) is een samenwerking van de secties fiscaal recht en fiscale economie van de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Praktische toelichting op de UAV 2012

Praktische toelichting op de UAV 2012 Praktische toelichting op de UAV 2012 Praktische toelichting op de UAV 2012 prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2012 1 e druk ISBN 978-90-78066-56-9 NUR 822 2012, Stichting Instituut

Nadere informatie

Beleidsplan 2013-2016. Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum

Beleidsplan 2013-2016. Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum Beleidsplan 2013-2016 Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum Beleidsplan Vereniging van Vrienden van het Allard Pierson Museum Inleiding... 3 Activiteiten... 3 Organisatie en financiën...

Nadere informatie

Executive onderwijs. Samenwerking tussen lokale en regionale overheden 2019

Executive onderwijs. Samenwerking tussen lokale en regionale overheden 2019 Juridisch inzicht is essentieel voor succesvolle samenwerking tussen overheden. Mr. dr. Willem Janssen v Executive onderwijs Samenwerking tussen lokale en regionale overheden 2019 Masterclass voor professionals

Nadere informatie

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september)

De Raad van Toezicht voert tenminste jaarlijks met de Raad van Bestuur een functionering en beoordelingsgesprek. (in de maand september) TAKEN EN BEVOEGDHEDEN RAAD VAN TOEZICHT ALERIMUS 1. Taak en werkwijze: De Raad van Toezicht heeft tot taak toezicht te houden op het besturen door de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in

Nadere informatie

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken.

4. Bij voorkeur zal de raad van toezicht van Stichting P60 bij de werving van nieuwe toezichthouders buiten het eigen netwerk zoeken. REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT Opgesteld door de voorzitter op 25.03.2013 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 27.05.2013 te Amstelveen HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit

Nadere informatie

LEI Plagiaat ongegrond

LEI Plagiaat ongegrond CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie

Nadere informatie

2. Dit reglement geldt voor alle aspirant-leden en gewone leden van de NOB.

2. Dit reglement geldt voor alle aspirant-leden en gewone leden van de NOB. Reglement Permanente Educatie Als bedoeld in artikel 6 lid 3 van de statuten van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs en vastgesteld door het bestuur van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs

Nadere informatie

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage s-gravenhage Jaarrekening 2014 18 juni 2015-1 - Inhoud Blad Jaarrekening 2014 3 Bestuursverslag 4 Jaarrekening 7 Balans per 31 december 2014 (na bestemming batig saldo) 8 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

Beleidsplan Studievereniging voor Octrooirecht. Juni 2017

Beleidsplan Studievereniging voor Octrooirecht. Juni 2017 Beleidsplan 2017-2018 Studievereniging voor Octrooirecht Juni 2017 1. Inleiding 2 2. Bestuur en commissies 2 3. Leden 5 4. Bekend maken 6 5. Activiteiten 7 6. Nieuwsbrief 7 1 1. Inleiding In dit beleidsplan

Nadere informatie

Stichting Future Finance Proffessor Tulpstraat HA AMSTERDAM. KvK-nummer: JAARVERSLAG 2017

Stichting Future Finance Proffessor Tulpstraat HA AMSTERDAM. KvK-nummer: JAARVERSLAG 2017 Stichting Future Finance Proffessor Tulpstraat 30 1018 HA AMSTERDAM KvK-nummer: 63451174 JAARVERSLAG 2017 Inhoud BESTUURSVERSLAG Bestuursverslag 2017 JAARVERSLAG 2017 JAARREKENING Balans Staat van baten

Nadere informatie

Bouw en projectontwikkeling

Bouw en projectontwikkeling Bouw en projectontwikkeling Bouw en projectontwikkeling Bouw en projectontwikkeling Het slagen van een bouwproject staat of valt bij een goede samenwerking tussen partijen. Bouw Bouwen is samenwerken.

Nadere informatie

JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 2014

JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 2014 JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT 2014 STICHTING HET ERFDEEL Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van de Raad van Toezicht van Stichting Het Erfdeel. Hiermee legt de RvT verantwoording af over haar wijze

Nadere informatie

Meerjaren Speurwerkprogramma Voortgangsrapportage 2013 Vraaggestuurd Programma Evidence Based Design

Meerjaren Speurwerkprogramma Voortgangsrapportage 2013 Vraaggestuurd Programma Evidence Based Design TNO-rapport TNO 2014 R10446 Meerjaren Speurwerkprogramma 2011-2014 Voortgangsrapportage 2013 Vraaggestuurd Programma Evidence Based Design Gebouwde Omgeving Van Mourik Broekmanweg 6 2628 XE Delft Postbus

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 2 februari 2015 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

DE VLAAMSE RUIMTELIJKE PLANNINGSPRIJS 2014 Een initiatief van de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning Met steun van de Vlaamse Regering

DE VLAAMSE RUIMTELIJKE PLANNINGSPRIJS 2014 Een initiatief van de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning Met steun van de Vlaamse Regering DE VLAAMSE RUIMTELIJKE PLANNINGSPRIJS 2014 Een initiatief van de Vlaamse Vereniging voor Ruimte en Planning Met steun van de Vlaamse Regering 1. vooraf In 2014 organiseert de VRP de Vlaamse Ruimtelijke

Nadere informatie

Beleidsplan Studievereniging voor Octrooirecht. Juni 2016

Beleidsplan Studievereniging voor Octrooirecht. Juni 2016 Beleidsplan 2016-2017 Studievereniging voor Octrooirecht Juni 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Bestuur & Commissies 3. Leden 4. Bekend maken 5. Activiteiten 6. Nieuwsbrief 1. Inleiding In dit beleidsplan

Nadere informatie

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels

Totstandkomingsgeschiedenis Fusiegedragsregels 1 Inleiding 1.1 Algemeen Het SER-besluit Fusiegedragsregels is op 15 mei 1970 door de Sociaal-Economische Raad ( SER ) vastgesteld (inwerkingtreding op 19 juni 1970). De fusiegedragsregels zijn laatstelijk

Nadere informatie

Jaarplan Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland

Jaarplan Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland Jaarplan 2018 Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland Mei 2018 1 Jaarplan 2018 van de Vereniging Bouw- en Woningtoezicht Nederland 1 Inleiding We hebben ook dit jaar weer gekozen voor een beknopt

Nadere informatie

Dankwoord Stellingen bij het preadvies. 1. Aanleiding 1 2. Centrale onderzoeksvraag en uitwerking 3 3. Aansluiting bij de politieke agenda 4

Dankwoord Stellingen bij het preadvies. 1. Aanleiding 1 2. Centrale onderzoeksvraag en uitwerking 3 3. Aansluiting bij de politieke agenda 4 Dankwoord Stellingen bij het preadvies xi xiii Inleiding op het preadvies 1. Aanleiding 1 2. Centrale onderzoeksvraag en uitwerking 3 3. Aansluiting bij de politieke agenda 4 Deel I De rol van het privaatrecht

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4-3 0 3 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen de Examencommissie Ma Linguistics, verweerder 1. Ontstaan en loop van het geding Met de op 5

Nadere informatie

Voorwoord. Wassenaar, augustus 1989 M.A. van Wijngaarden. Voorwoord mr. R.G.T. Bleeker

Voorwoord. Wassenaar, augustus 1989 M.A. van Wijngaarden. Voorwoord mr. R.G.T. Bleeker Voorwoord Veel geschillen in de bouw worden veroorzaakt door onduidelijkheden of tegenstrijdigheden in het bestek of de aannemingsovereenkomst. Het doel van dit deel van Hoofdstukken Bouwrecht is in de

Nadere informatie

2. Vraag: Is het waar dat u niet weet welke hoogleraren worden uitgeleend door bedrijven omdat die informatie niet in de jaarverslagen staat?

2. Vraag: Is het waar dat u niet weet welke hoogleraren worden uitgeleend door bedrijven omdat die informatie niet in de jaarverslagen staat? 1. Vraag: Wat is uw oordeel over het bericht Niemand zegt te weten hoeveel de profs bijverdienen, waaruit blijkt dat 1200 hoogleraren door derden worden betaald, ondermeer door bedrijven, kerken, patiëntenclubs,

Nadere informatie

Voorwoord... Verkort geciteerde literatuur... Gebruikte afkortingen... De honorering van de adviseur...

Voorwoord... Verkort geciteerde literatuur... Gebruikte afkortingen... De honorering van de adviseur... Inhoud Voorwoord... Verkort geciteerde literatuur... Gebruikte afkortingen... 9 11 13 Hoofdstuk 25. De honorering van de adviseur... 522. 523. A. 524. 525. 526. 527. 528. 529. B. 530. 531. 532. 533. 534.

Nadere informatie

BELEIDSPLAN. Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland. www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986

BELEIDSPLAN. Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland. www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986 BELEIDSPLAN Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986 BELEIDSPLAN STICHTING OPEN 1 1. INLEIDING Voor u ligt het beleidsplan

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 27 januari 2014 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

REGLEMENT VAN BEROEP STICHTING GARANTIEWONING

REGLEMENT VAN BEROEP STICHTING GARANTIEWONING REGLEMENT VAN BEROEP STICHTING GARANTIEWONING Artikel 0: Definities Artikel 1: Reglement Artikel 2: Keurmerk Artikel 3: Beroep Artikel 4: College van beroep Artikel 5: Kamers Artikel 6: Secretariaat Artikel

Nadere informatie

Reglement voor de Internal Audit Scriptie Award

Reglement voor de Internal Audit Scriptie Award Reglement voor de Internal Audit Scriptie Award Inleiding Het SVRO bestuur (Stichting Verenigde Register Operational Auditors) heeft met de Internal Audit Scriptie Award tot doel de ontwikkeling van het

Nadere informatie

Juridisch Post Academisch Onderwijs Universiteit Leiden

Juridisch Post Academisch Onderwijs Universiteit Leiden Juridisch Post Academisch Onderwijs Universiteit Leiden Opleidingen Cursussen Symposia Incompany www.paoleiden.nl Juridisch PAO Universiteit Leiden Postacademisch onderwijs aan de Leidse Rechtenfaculteit

Nadere informatie

Fiscaal instituut Tilburg (FIT)

Fiscaal instituut Tilburg (FIT) Fiscaal instituut Tilburg (FIT) Post-Master Tax Assurance/VPB Post-Master Tax Assurance (TA) is een relatief nieuw vakgebied waarin belastingen worden bezien vanuit meerdere perspectieven. Bij grotere

Nadere informatie

HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE

HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE HEIJMANS N.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE Vastgesteld door de RvC op 10 maart 2010 1 10 maart 2010 INHOUDSOPGAVE Blz. 0. Inleiding... 3 1. Samenstelling... 3 2. Taken en bevoegdheden... 3 3. Taken betreffende

Nadere informatie

2. De achtergrond: het Wetsvoorstel MO; stand van zaken en algemeen

2. De achtergrond: het Wetsvoorstel MO; stand van zaken en algemeen MEMO Aan : Leden Woningbouwvereniging Amerongen Leden Adviesraad Volkshuisvesting Amerongen Leden Raad van Toezicht Woningbouwvereniging Amerongen Bestuur Woningbouwvereniging Amerongen Leden Geschillencommissie

Nadere informatie

ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN

ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN NA/60009382 ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN Profielschets Adviesgroep Bestuurlijke Vraagstukken 1 Algemeen 1.1 Leidend voor het functioneren van de Adviesgroep Bestuurlijke

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 180 Besluit van 8 april 2014 tot wijziging van het Besluit Nationale Unesco Commissie inzake de nieuwe Koninkrijksverhoudingen, de uitvoeringspraktijk

Nadere informatie

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer

Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD. master city developer Strategisch sturen in stedelijke gebiedsontwikkeling MCD master city developer Ontwikkel een eigen visie Werk je in stedelijke gebiedsontwikkeling of herstructurering dan is de MCD opleiding voor jou een

Nadere informatie

leergang projectontwikkeling

leergang projectontwikkeling Inleiding Professionalisering van het vak is in alle NEPROM-opleidingen hét uitgangspunt Een goede samenwerking tussen overheid en smaatschappijen bevorderen, staat bij de NEPROM hoog op de agenda. Daarnaast

Nadere informatie

Inhoudsopgave INLEIDING ONDERZOEK COMMUNICATIE ORGANISATIE CONCLUSIES & AANBEVELINGEN BIJLAGE 1: TOELICHTING KENNISINSTITUUT BIER

Inhoudsopgave INLEIDING ONDERZOEK COMMUNICATIE ORGANISATIE CONCLUSIES & AANBEVELINGEN BIJLAGE 1: TOELICHTING KENNISINSTITUUT BIER Jaarverslag 2010 Inhoudsopgave INLEIDING ONDERZOEK COMMUNICATIE ORGANISATIE CONCLUSIES & AANBEVELINGEN BIJLAGE 1: TOELICHTING KENNISINSTITUUT BIER 3 4 5 6 7 8 2 Inleiding Voor u ligt het jaarverslag 2010

Nadere informatie

Mr. M.A. van Wijngaarden. emeritus hoogleraar bouwrecht aan de Rijksuniversiteit Leiden. Hoofdstukken BOUWRECHT 8

Mr. M.A. van Wijngaarden. emeritus hoogleraar bouwrecht aan de Rijksuniversiteit Leiden. Hoofdstukken BOUWRECHT 8 Mr. M.A. van Wijngaarden emeritus hoogleraar bouwrecht aan de Rijksuniversiteit Leiden Hoofdstukken BOUWRECHT 8 Totstandkoming overeenkomst met architect en raadgevend ingenieur Toepasselijkheid voorwaarden

Nadere informatie

BESTUURSREGLEMENT STICHTING PRO

BESTUURSREGLEMENT STICHTING PRO BESTUURSREGLEMENT STICHTING PRO Vastgesteld door het Bestuur op 23 november 2017 I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie 1. Dit Bestuursreglement (het reglement ) is vastgesteld ingevolge artikel

Nadere informatie

Nederlandse Brandwonden Stichting

Nederlandse Brandwonden Stichting Nederlandse Brandwonden Stichting REGLEMENT AUDITCOMMISSIE Vastgesteld door de Raad van Toezicht op 24 april 2012 1/7 0. Inleiding 0.1 Dit reglement is opgesteld door de Raad van Toezicht (hierna RvT)

Nadere informatie

JAARVERSLAG Brederodestraat VG Amsterdam Nederland. Rabobank: NL44RABO

JAARVERSLAG Brederodestraat VG Amsterdam Nederland.  Rabobank: NL44RABO JAARVERSLAG 2013 Brederodestraat 104 4 1054 VG Amsterdam Nederland www.stichtingopen.nl info@stichtingopen.nl Rabobank: NL44RABO0143176986 JAARVERSLAG STICHTING OPEN 2013 1 INHOUDSOPGAVE 1. VOORWOORD...

Nadere informatie

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk

UAV 2012 Toegelicht. Handleiding voor de praktijk. prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis. Eerste druk UAV 2012 Toegelicht Handleiding voor de praktijk prof. mr. dr. M.A.B. Chao-Duivis Eerste druk s-gravenhage - 2013 1 e druk ISBN 978-90-78066-67-5 NUR 822 2013, Stichting Instituut voor Bouwrecht, s-gravenhage

Nadere informatie

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011

Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 Directiereglement Voorgesteld door de directie op: 14 juni 2011 Vastgesteld door de raad van toezicht op: 14 juni 2011 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit Reglement is opgesteld

Nadere informatie

Reglement voor de Audit Commissie Stichting WSW

Reglement voor de Audit Commissie Stichting WSW Reglement voor de Audit Commissie Stichting WSW Vastgesteld door de Raad van Commissarissen bij besluit van d.d. 27 maart 2013 Artikel 1 Vaststelling en reikwijdte reglement 1. Dit reglement is vastgesteld

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 39157 4 november 2015 Overeenkomst Staat NEN en NEC Partijen: 1. De Staat der Nederlanden, waarvan de zetel is gevestigd

Nadere informatie

Goudzwaard School of Fair and Green Economics 1

Goudzwaard School of Fair and Green Economics 1 Goudzwaard School of Fair and Green Economics 1 Comité van Aanbeveling: Prof. Dr. H.H.F. (Herman) Wijffels, hoogleraar duurzaamheid en maatschappelijke verandering (Universiteit Utrecht) en oprichter Sustainable

Nadere informatie

Reglement Cultuurraad

Reglement Cultuurraad Reglement Cultuurraad Eindhoven, 11 oktober 2016 Inhoudsopgave Artikel 1. Begripsbepalingen 3 Artikel 2. Status en inhoud van de regels 3 Artikel 3. Taken en werkwijze Selectiecommissie 3 Artikel 4. Samenstelling

Nadere informatie

NORMSTELLING IONISERENDE STRALING UIT BOUWMATERIALEN BEZIEN VANUIT DE PRAKTIJK

NORMSTELLING IONISERENDE STRALING UIT BOUWMATERIALEN BEZIEN VANUIT DE PRAKTIJK NORMSTELLING IONISERENDE STRALING UIT BOUWMATERIALEN BEZIEN VANUIT DE PRAKTIJK synthese tussen milieu, bouwen en wonen Betonvereniging c l u Ir Civieltechnisch Centrum Uitvoering Research en Regelgeving

Nadere informatie

NEDERLANDSE VERENIGING VAN STRAFRECHTADVOCATEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT 1. TOELATING. Voorwaarden

NEDERLANDSE VERENIGING VAN STRAFRECHTADVOCATEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT 1. TOELATING. Voorwaarden NEDERLANDSE VERENIGING VAN STRAFRECHTADVOCATEN HUISHOUDELIJK REGLEMENT 1. TOELATING Voorwaarden 1.1. Tot gewoon lid van de Vereniging worden toegelaten advocaten, die voldoen aan de in artikel 6 van de

Nadere informatie

Leidraad 20 Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij een aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier

Leidraad 20 Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij een aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier Leidraad 20 Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij een aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier Titel Leidraad Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport "Klagen bij de politie"

Ministerie van Binnenlandse Zaken Aanbieding rapport Klagen bij de politie Ministerie van Binnenlandse Zaken ++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++++ Aanbieding rapport "Klagen bij de politie" Datum Aan 6 maart l998 De korpsbeheerders De korpschefs : Directie Politie : EA98/U600

Nadere informatie

Executive onderwijs. Samenwerking tussen lokale en regionale overheden Succesvol samenwerken door een multidisciplinaire

Executive onderwijs. Samenwerking tussen lokale en regionale overheden Succesvol samenwerken door een multidisciplinaire i Executive onderwijs Samenwerking tussen lokale en regionale overheden 2018 Masterclass voor professionals Kijk voor meer informatie over onze opleidingen op www.uu.nl/rebo/executive Recht, Economie,

Nadere informatie

LEERGANG AANBESTEDINGSRECHT VOOR JURISTEN VOORJAAR 2016 VU LAW ACADEMY

LEERGANG AANBESTEDINGSRECHT VOOR JURISTEN VOORJAAR 2016 VU LAW ACADEMY VU LAW ACADEMY LEERGANG AANBESTEDINGSRECHT VOOR JURISTEN VOORJAAR 2016 Prof. mr. Chris Jansen (cursusleider): DE LEERGANG COMBINEERT EEN STERKE THEORETISCHE BASIS MET EEN GOED INZICHT IN DE PRAKTISCHE

Nadere informatie

Reglement Remuneratiecommissie Raad van Commissarissen Menzis

Reglement Remuneratiecommissie Raad van Commissarissen Menzis Reglement Remuneratiecommissie Raad van Commissarissen Menzis Inhoud I. Inleiding... 2 II. Samenstelling... 2 III. Taken en bevoegdheden... 2 IV. Verantwoording uitvoering beloningsbeleid - remuneratierapport...

Nadere informatie

ieder heel uur dat hij academisch of postacademisch onderwijs heeft gevolgd dat de praktijkuitoefening of de praktijkvoering ten goede komt, indien:

ieder heel uur dat hij academisch of postacademisch onderwijs heeft gevolgd dat de praktijkuitoefening of de praktijkvoering ten goede komt, indien: Verordening advocatuur Artikel 4.4 Opleidingspunten http://regelgeving.advocatenorde.nl/content/artikel-44-opleidingspunten 1 Een advocaat behaalt elk kalenderjaar ten minste twintig opleidingspunten,

Nadere informatie

Beleidsplan Stichting Vrienden van Sypesteyn. Datum 1 maart Stichting Vrienden van Sypesteyn. Auteur

Beleidsplan Stichting Vrienden van Sypesteyn. Datum 1 maart Stichting Vrienden van Sypesteyn. Auteur Beleidsplan 2018-2022 Stichting Vrienden van Sypesteyn Datum 1 maart 2018 1 Auteur Stichting Vrienden van Sypesteyn 1. Inleiding Voorwoord Voor u ligt het beleidsplan 2018-2022 van de Stichting Vrienden

Nadere informatie

Inhoudsopgave INLEIDING 3 ONDERZOEK 4 COMMUNICATIE 5 ORGANISATIE 6 CONCLUSIES & AANBEVELINGEN 7 BIJLAGE 1: TOELICHTING KENNISINSTITUUT BIER 8

Inhoudsopgave INLEIDING 3 ONDERZOEK 4 COMMUNICATIE 5 ORGANISATIE 6 CONCLUSIES & AANBEVELINGEN 7 BIJLAGE 1: TOELICHTING KENNISINSTITUUT BIER 8 Jaarverslag 2011 Inhoudsopgave INLEIDING 3 ONDERZOEK 4 COMMUNICATIE 5 ORGANISATIE 6 CONCLUSIES & AANBEVELINGEN 7 BIJLAGE 1: TOELICHTING KENNISINSTITUUT BIER 8 2 Inleiding In dit jaarverslag staan de belangrijkste

Nadere informatie

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage Jaarrekening 2015 25 mei 2016-1 - Inhoud Blad Jaarrekening 2015 3 Bestuursverslag 4 Jaarrekening 7 Balans per 31 december 2015 (na bestemming batig saldo) 8 Staat van baten en lasten over 2015 9 Toelichting

Nadere informatie

Communicatieplan. Conform 2.C.1, 2.C.2, 2.C.3 en 3.C.2. Gedocumenteerd intern en extern communicatieplan van. Henzen Wegenbouw B.V.

Communicatieplan. Conform 2.C.1, 2.C.2, 2.C.3 en 3.C.2. Gedocumenteerd intern en extern communicatieplan van. Henzen Wegenbouw B.V. Communicatieplan Conform 2.C.1, 2.C.2, 2.C.3 en 3.C.2 Gedocumenteerd intern en extern communicatieplan van Henzen Wegenbouw B.V. Auteur(s): Dhr. P. Henzen, (Directie) Mevr. H. Nawijn (CO 2-functionaris)

Nadere informatie

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet

Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet Preadviezen voor de Vereniging voor Bouwrecht Nr. 38 Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet prof. mr. J.M.

Nadere informatie

Beleidsregels van het ministerie van Financiën omtrent de Grote Financiën Prijs (Reglement Grote Financiën Prijs)

Beleidsregels van het ministerie van Financiën omtrent de Grote Financiën Prijs (Reglement Grote Financiën Prijs) Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken Datum Uw brief (Kenmerk) Ons kenmerk 22 januari 2013 BJZ 2012-247 M Onderwerp Grote Financiën Prijs Beleidsregels van het ministerie van Financiën omtrent de Grote

Nadere informatie

Concept raamovereenkomst (bedoelt voor discussie doeleinden) BLUSLAARZEN VEILIGHEIDSREGIO ZUID-HOLLAND ZUID. Perceel: 1. bluslaarzen, CPV: ;

Concept raamovereenkomst (bedoelt voor discussie doeleinden) BLUSLAARZEN VEILIGHEIDSREGIO ZUID-HOLLAND ZUID. Perceel: 1. bluslaarzen, CPV: ; Concept raamovereenkomst (bedoelt voor discussie doeleinden) BLUSLAARZEN VEILIGHEIDSREGIO ZUID-HOLLAND ZUID Perceel: 1. bluslaarzen, CPV: 18830000-6; Juni 2016 De ondergetekenden: De Gemeenschappelijke

Nadere informatie

De nieuwe Omgevingswet in de praktijk

De nieuwe Omgevingswet in de praktijk Postbus 30 3300 AA info@planschade.net 078-614 24 08 of 078-631 47 18 www.planschade.net JvO-seminars 2016 De nieuwe Omgevingswet in de praktijk 30 juni 2016 Gemeentehuis Zwolle aanvang 10:00 u 22 september

Nadere informatie

MET WOORD EN KAART OVER DETAILLERING EN REIKWIJDTE VAN BESTEMMINGSPLANREGELING

MET WOORD EN KAART OVER DETAILLERING EN REIKWIJDTE VAN BESTEMMINGSPLANREGELING MET WOORD EN KAART OVER DETAILLERING EN REIKWIJDTE VAN BESTEMMINGSPLANREGELING BOUWRECHT MONOGRAFIEËN Geschriftenreeks op het stuk van onderwerpen die voor de studie en voor de beoefening van het bouwrecht

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 31 007 Parlementair onderzoek Onderwijsvernieuwingen Nr. 2 BRIEF VAN DE COMMISSIE PARLEMENTAIR ONDERZOEK ONDERWIJSVERNIEUWINGEN Aan de Voorzitter

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/98571

Nadere informatie

Artikel 6 Lid van de vereniging kan zijn iedere natuurlijk persoon die instemt met het doel van de vereniging.

Artikel 6 Lid van de vereniging kan zijn iedere natuurlijk persoon die instemt met het doel van de vereniging. Statuten Zoals vastgesteld door het Congres bijeen op 16 december 1990 te Wageningen; waarna verleden in een akte houdende de oprichting van de vereniging, op 4 januari 1991 te Amsterdam; en voor het laatst

Nadere informatie

# ontwerp wedstrijd 2015. voorwaarden

# ontwerp wedstrijd 2015. voorwaarden # ontwerp wedstrijd 2015 voorwaarden voorwaarden artikel 1. doel Het doel van de HEMA ontwerpwedstrijd is een bijdrage te leveren aan de praktijkvorming van de deelnemers van de betrokken opleidingen voor

Nadere informatie

A. De Stichting Natuurlijk Kind en Paard bestuurlijk I. Algemeen

A. De Stichting Natuurlijk Kind en Paard bestuurlijk I. Algemeen A. De bestuurlijk I. Algemeen Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de statuten. Het huishoudelijk reglement wordt samengesteld en goedgekeurd door het voltallige

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 17024 21 augustus 2012 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 14 augustus 2012, nr. IENM/BSK-2012/145416,

Nadere informatie

Regeling erkenning opleidingsinstellingen. De Algemene Raad,

Regeling erkenning opleidingsinstellingen. De Algemene Raad, Regeling erkenning opleidingsinstellingen De Algemene Raad, Gelet op artikel 3, vijfde lid, Verordening op de vakbekwaamheid juncto artikel 6 Regeling vakbekwaamheid, Gelet op artikel 11a Stageverordening

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement Raad van Toezicht NLPO

Huishoudelijk Reglement Raad van Toezicht NLPO Huishoudelijk Reglement Raad van Toezicht NLPO Inhoud Inleidend Artikel: Status en inhoud van de regels Raad van Toezicht NLPO 1. Samenstelling Raad van Toezicht 2. Voorzitter Raad van Toezicht 3. (Her)benoeming,

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING THEATER DAKOTA Cultural Governance in Theater Dakota Vastgesteld door het bestuur van de Stichting Cultuuranker Escamp op: 26 november 2012 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

BIJZONDERE REGELS FILATELISTISCHE LITERATUUR Pag. 1

BIJZONDERE REGELS FILATELISTISCHE LITERATUUR Pag. 1 BIJZONDERE REGELS FILATELISTISCHE LITERATUUR Pag. 1 Bijzondere regels voor de Beoordeling van Filatelistische literatuur op FIP-tentoonstellingen. (vertaling van de SREV=Special Regulations for the Evaluation

Nadere informatie

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage

Stichting Vrienden van Onze Taal s-gravenhage s-gravenhage Jaarrekening 2012 31 mei 2013-1 - Inhoud Blad Jaarrekening 2012 3 Bestuursverslag 4 Jaarrekening 7 Balans per 31 december 2012 8 Staat van baten en lasten over 2012 9 Toelichting op de balans

Nadere informatie

Reglement van de Auditcommissie van NOC*NSF

Reglement van de Auditcommissie van NOC*NSF Reglement van de Auditcommissie van NOC*NSF 1. Inleiding 1.1. In dit Reglement van de Auditcommissie van NOC*NSF worden de volgende definities gehanteerd: Algemeen Directeur : de statutair directeur, bedoeld

Nadere informatie

Jaarverslag SBO-Tilburg Stedelijk Bewoners Overleg Tilburg

Jaarverslag SBO-Tilburg Stedelijk Bewoners Overleg Tilburg Stedelijk Bewoners Overleg Tilburg 27 april 2016 Inhoudsopgave pagina 1. Inleiding 2 2. Activiteitenplan 3 2.1 Deskundigheidsbevordering 3 Cursussen Vraagbaakfunctie 2.2 Beleidsontwikkeling en -beïnvloeding

Nadere informatie

Merkpresentatie ESB 2017

Merkpresentatie ESB 2017 Merkpresentatie ESB 2017 Voorwoord Wie wil begrijpen hoe de economie in elkaar steekt, vindt in ESB (Economisch Statistische Berichten) de ideale informatiebron. Al meer dan honderd jaar biedt ESB inzicht

Nadere informatie

CONCEPT Huishoudelijk Reglement van de VERENIGING IAF NEDERLAND

CONCEPT Huishoudelijk Reglement van de VERENIGING IAF NEDERLAND CONCEPT Huishoudelijk Reglement van de VERENIGING IAF NEDERLAND Begripsbepaling In dit reglement wordt verstaan onder: 1. de vereniging: de Vereniging International Association of Facilitators Netherlands

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT HOGESCHOOL LEIDEN ALGEMEEN Artikel 1. Algemene bepalingen 1. Dit reglement is het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht, bedoeld in artikel 15 van de statuten van

Nadere informatie

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K U I T S P R A A K 1 4 2 3 4 van het van de Universiteit Leiden inzake het beroep van [naam], appellant tegen het Bestuur van de Faculteit Wiskunde & Natuurwetenschappen, verweerder 1. Ontstaan en loop

Nadere informatie

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf Format samenvatting aanvraag Opmerking vooraf Mocht u de voorkeur geven aan openbaarmaking van de gehele aanvraag in plaats van uitsluitend onderstaande samenvatting dan kunt u dat kenbaar maken bij het

Nadere informatie

Over inhoud, functie en kwaliteit van het bestek. rg(j3r Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam

Over inhoud, functie en kwaliteit van het bestek. rg(j3r Stichting Bouwresearch. Copyright SBR, Rotterdam Over inhoud, functie en kwaliteit van het bestek 132 rg(j3r Stichting Bouwresearch rapporteur: ir. M.G.M. Nelissen Twijnstra Gudde N.V. Over inhoud, functie en kwaliteit van het bestek 132 Rotterdam, 1986.

Nadere informatie

Activiteitenplan 2019 Commissie MKB

Activiteitenplan 2019 Commissie MKB Activiteitenplan 2019 Commissie MKB Maart 2019 Colofon Dit document is vastgesteld door de Commissie MKB. Status Deze publicatie is samengesteld voor leden en dient ter ondersteuning van de praktijk. De

Nadere informatie

BELEIDSPLAN 2016/2017

BELEIDSPLAN 2016/2017 BELEIDSPLAN 2016/2017 1. ALPHA Het Algemeen Platform Humanoria Amsterdam is de faculteitsvereniging voor de studieverenigingen en bladen van de Faculteit der Geesteswetenschappen aan de Universiteit van

Nadere informatie

1. Over Stichting Martin Luther Heritage Foundation

1. Over Stichting Martin Luther Heritage Foundation Beleidsplan 2017-2019 1. Over Stichting Martin Luther Heritage Foundation Theoloog Maarten Luther (1483-1546) is een van de belangrijkste reformatoren en grondlegger van het protestantisme. Door zijn toedoen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1. Inleiding. 2. Historie. 3. Doelstelling van het fonds. 4. Maatschappelijke omgeving. 5. Activiteiten. 6.

Inhoudsopgave. 1. Inleiding. 2. Historie. 3. Doelstelling van het fonds. 4. Maatschappelijke omgeving. 5. Activiteiten. 6. Jaarverslag 2014 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Historie 3. Doelstelling van het fonds 4. Maatschappelijke omgeving 5. Activiteiten 6. Het bestuur 7. Adviescommissie Projecten 8. Beleidsplan van de stichting

Nadere informatie

In deze brief licht ik het voornemen tot oprichting van deze rechtspersoon nader toe.

In deze brief licht ik het voornemen tot oprichting van deze rechtspersoon nader toe. > Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Bestuur, Democratie & Financiën Europa en Binnenlands Bestuur Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus

Nadere informatie