Inhoudsindicatie Gegevens. Uitspraak. ECLI:NL:RBBRE:2010:BL0898, Rechtbank Breda, , en
|
|
- Johanna Kuiper
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:RBBRE:2010:BL0898, Rechtbank Breda, , en Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak Datum Publicatie Zaaknummer en Bijzondere Eerste aanleg - meervoudig kenmerken Rechtsgebied Straf(proces)recht <div class="parablock">aan verdachte wordt de in- en uitvoer van heroïne, de uitvoer van XTC en hashish, het aanwezig hebben van amfetamine en het witwassen van geld ten laste gelegd.naar het oordeel van de rechtbank is er sprake van een ernstige schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijk proces is tekort gedaan. Immers, door het handelen van enkele bij het onderzoek betrokken verbalisanten, valt niet meer naar Inhoudsindicatie behoren te reconstrueren hoe het verhoor van verdachte precies is verlopen. De bekentenis van verdachte vormt naar het oordeel van de rechtbank een essentieel onderdeel van het gehele onderzoek. Deze verklaring, en daarmee ook het gehele onderzoek, is dermate besmet, dat daaraan verregaande consequenties dienen te worden verbonden. Nu er sprake is van een fundamentele inbreuk op de procesorde, dient, los van de vraag of de verdachte in zijn belangen is geschaad, het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging. Die inbreuk raakt de rechtspleging immers in haar kern.</div> Vindplaats rechtspraak-nl Uitspraak RECHTBANK BREDA Sector strafrecht parketnummers: 02/ en 02/ vonnis van de meervoudige kamer d.d. 27 januari 2010 in de strafzaak tegen [verdachte] geboren te [plaats en datum] wonende te [adres] raadsman mr. P.J. Silvis, advocaat te Schiedam 1 Onderzoek van de zaak De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 13 januari 2010, waarbij de officier van justitie, mr. De Brouwer, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt. 2 De tenlastelegging De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig artikel 313 van het Wetboek van Strafvordering. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte: t.a.v. 02/ : Feit 1: 17,5 kilo amfetamine aanwezig heeft gehad; Feit 2: XTC-pillen heeft uitgevoerd, dan wel hieraan medeplichtig is geweest; Feit 3: heroïne en/of hashish, dan wel een ander soort drugs, heeft uitgevoerd; Feit 4: geld heeft witgewassen. t.a.v. 02/ : Feit 1: 86 kilo heroïne naar Engeland heeft uitgevoerd; Feit 2: heroïne heeft uitgevoerd; Feit 3: 330,7 kilo heroïne heeft uitgevoerd; Feit 4: 60 kilo heroïne heeft ingevoerd, dan wel hieraan medeplichtig is geweest. 3 De voorvragen De dagvaarding is geldig. De rechtbank is bevoegd. De ontvankelijkheid van de officier van justitie. De verdediging heeft betoogd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard dient te worden in de vervolging van verdachte. Er is een aantal voorschriften geschonden, welke vormverzuimen zouden moeten leiden tot deze niet-ontvankelijkheid. Het gaat om een schending van de artikelen 28, lid 2, 29, lid 3, 126aa, lid 2, 152, 153, lid 2 en 177a, van het Wetboek van Strafvordering, en artikel 6, lid 3 onder b, van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 2] hebben op 14 oktober 2008 op ambtseed een verklaring ondertekend. De verdediging is van mening dat aan deze verklaring dusdanige bezwaren kleven dat er sprake is van ernstige onherstelbare onrechtmatigheden. Door het handelen van de opsporingsambtenaren zijn er meerdere ernstige (onherstelbare) inbreuken gemaakt op de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor met grove veronachtzaming van de belangen van verdachte
2 aan diens recht op een eerlijke behandeling van zijn zaak is tekortgedaan. Het zogeheten Karmancriterium is hier bovendien aan de orde. Men moet niet alleen kijken naar de vraag of de belangen van verdachte zijn geschaad, maar ook naar het belang dat de gemeenschap heeft bij de inachtneming van het wettelijke systeem bij de berechting van strafzaken. De vormverzuimen zijn dermate ernstig en raken het juridische systeem zo in de kern, dat dit het Zwolsmancriterium waarbij wel gekeken wordt naar de belangen van een specifieke verdachte overstijgt. De officier van justitie heeft bepleit dat de essentiële vraag die gesteld dient te worden in het kader van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering, de volgende is: is bij het verbaliseren van (een deel van) het verhoor van verdachte [verdachte] van 9 oktober 2008 sprake geweest van een verzuim dat niet meer kan worden hersteld? De officier van justitie is van mening dat dit niet het geval is. Volgens hem heeft het herstel zelfs al plaatsgevonden. Op 15 oktober 2008 is het proces-verbaal van het verhoor van [verdachte] op 9 oktober 2008 immers integraal aan [verdachte] en zijn raadsman voorgelezen. Daarbij is hem expliciet de mogelijkheid geboden op- en aanmerkingen te maken. [verdachte] heeft hier op detailniveau ook gebruik van gemaakt. Tot op heden is het proces-verbaal van het voorlezen van de verklaring nimmer door [verdachte] of zijn raadsman betwist. Er is dan ook geen reden om te twijfelen aan hetgeen in voormelde processen-verbaal is opgetekend. De gehele gang van zaken ten tijde van de verhoren van de betrokken verbalisanten bij de rechter-commissaris heeft weliswaar gezorgd voor een hoop ruis en onrust, maar behoort niet van invloed te zijn op de vraag die ten aanzien van de niet-ontvankelijkheidsverweren dient te worden beantwoord. Derhalve is de officier van justitie van mening dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in de vervolging van verdachte. Indien de rechtbank van oordeel zou zijn dat in de zaak van verdachte [verdachte] het openbaar ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard, dan raakt deze niet-ontvankelijkheid in ieder geval niet de andere verdachten in dit onderzoek. De rechtbank overweegt ten aanzien van het verweer omtrent de eventuele niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie als volgt. Op 9 oktober 2008 heeft een verhoor plaatsgevonden van verdachte [verdachte] door de verbalisanten [naam verbalisant 2] en [naam verbalisant 1]. Blijkens het proces-verbaal dat naar aanleiding van dit verhoor is opgemaakt, begon [verdachte] bij aanvang van het verhoor diverse zaken in zijn algemeenheid op te sommen. Na ongeveer drie uur is het verhoor afgebroken. Het proces-verbaal van het betreffende verhoor is op ambtseed opgemaakt, gesloten en getekend op 14 oktober Uit de getuigenverhoren bij de rechter-commissaris van met name de verbalisanten [naam verbalisant 2] van 16 november 2009 en [naam verbalisant 1] van 18 november 2009 en 24 november 2009 is voor de rechtbank komen vast te staan dat het proces-verbaal van 14 oktober 2008, waarin de verklaring van [verdachte] van 9 oktober 2008 is opgenomen, niet volledig overeenkomt met de gehele gang van zaken op 9 oktober 2008, hetgeen uiteindelijk ook door [naam verbalisant 2] en [naam verbalisant 1] zelf bij de rechter-commissaris is bevestigd. In het algemeen hebben zij aangegeven dat er na afloop van het verhoor op 9 oktober 2008 nog het nodige knip- en plakwerk heeft plaatsgevonden in de verklaring die is afgelegd op die bewuste dag. Zo zijn er aanvullingen gemaakt, zijn bepaalde zinnen uitgebreider op papier gekomen en zijn er wijzigingen aangebracht in de volgorde. De aanvullingen die zijn gemaakt, betreffen zowel inhoudelijke als tekstuele aanvullingen. De verbalisanten hebben onder meer zaken achteraf aangevuld, waarvan zij dáchten dat [verdachte] ook hierover had verklaard. In ieder geval is onduidelijk gebleven en valt ook niet meer te achterhalen wat de verbalisanten exact na afloop van het verhoor hebben aangevuld en/of gewijzigd. Concluderend kan gesteld worden dat de oorspronkelijke verklaring van 9 oktober 2008 dusdanig aangepast, gewijzigd en aangevuld is, dat er van deze oorspronkelijke verklaring weinig meer is overgebleven. De rechtbank overweegt dat dit mogelijk ondervangen had kunnen worden door het terughalen van het brondocument, hetgeen (technisch) echter niet meer mogelijk blijkt te zijn. Ook zijn er geen audio- dan wel video-opnamen van het betreffende verhoor gemaakt, zodat ook op die wijze niet meer te achterhalen valt hoe het oorspronkelijke verhoor van [verdachte] exact is verlopen, welke vragen er zijn gesteld en wat hij heeft verklaard. Voorts staat vast dat de verbalisanten op 14 oktober 2008 het proces-verbaal op ambtseed hebben opgemaakt, gesloten en getekend, zónder dit te communiceren met verdachte [verdachte]. De wijzigingen en correcties waren op dat moment immers nog niet aan [verdachte] voorgelegd. De rechtbank is van oordeel dat de verbalisanten een aanvullend proces-verbaal hadden moeten opmaken, waaruit zou blijken dat er later nog wijzigingen en aanvullingen in het brondocument zijn aangebracht. In een aanvullend proces-verbaal had tevens kunnen worden opgenomen dat bepaalde delen van het proces-verbaal van 14 oktober 2008 uit eigen wetenschap van (één van) de verbalisanten zijn voortgekomen en dat zij zich na afloop van het verhoor nog dingen konden herinneren die ook nog door [verdachte] gezegd zouden zijn ten tijde van het verhoor. Dit alles had de transparantie naar het oordeel van de rechtbank ten goede kunnen komen. In het proces-verbaal van 14 oktober 2008 is opgenomen dat het eerste gedeelte van de afgelegde verklaring door verbalisant [naam verbalisant 2] aan [verdachte] is voorgelezen op 9 oktober [verdachte] zou enkele kleine correcties in die verklaring hebben aangebracht en zou voor het overige hebben aangegeven dat zijn verklaring juist op papier was gezet. Uit het verhoor van verbalisant [naam verbalisant 1] van 24 november 2009 blijkt echter dat ook het eerste deel van die verklaring niet op die manier aan [verdachte] is voorgelezen. Zoals hiervoor reeds is vastgesteld, hebben de verbalisanten immers na afloop nog wijzigingen en aanvullingen aangebracht in de verklaring van 9 oktober 2008, ook in dat eerste deel. De officier van justitie heeft tijdens het getuigenverhoor van [naam verbalisant 1] aangegeven dat het proces-verbaal van 14 oktober 2008 meinedig is, daar waar het gaat om de opmerking van de verbalisanten dat zij het eerste deel van de verklaring van [verdachte] op 9 oktober 2008 aan hem hebben voorgelezen. Dit dient er naar de mening van de officier van justitie echter niet toe te leiden dat daarmee het gehele proces-verbaal van 14 oktober 2008 als meinedig moet worden gekwalificeerd, hetgeen hij ter zitting van 13 januari 2010 naar het oordeel van de rechtbank voldoende helder heeft uiteengezet. Verbalisanten [naam verbalisant 2] en [naam verbalisant 3] hebben vervolgens op 15 oktober 2008 aan [verdachte] aangegeven dat zij [verdachte] s verklaring van 9 oktober 2008 aan hem zouden voorlezen en dat hij daarop kon reageren als hij iets op te merken had. [naam verbalisant 2] is vervolgens begonnen met het voorlezen van die verklaring. De rechtbank stelt echter vast dat het niet correct is dat hier wordt gesproken over de verklaring van [verdachte] zelf, nu uit het voorgaande blijkt dat er het nodige is gewijzigd en aangevuld door de verbalisanten. In die zin kon op dat moment al niet meer worden gesproken van dé verklaring van [verdachte]. De rechtbank is van oordeel dat de verbalisanten bij hun opmerking over het voorlezen van het eerste deel hadden moeten aangeven dat er het nodige knip- en plakwerk had plaatsgevonden na afloop van het verhoor op 9 oktober Overigens heeft verbalisant [naam verbalisant 2] bij zijn verhoor bij de rechter-commissaris wel verklaard dat hij dit tegen [verdachte] heeft verteld, maar dat dit zo niet in het proces-verbaal is opgenomen. Uit het proces-verbaal van 15 oktober 2008 leidt de rechtbank wel af dat [verdachte] op verschillende momenten aan de verbalisanten duidelijk heeft gemaakt dat er dingen in de verklaring verdraaid zouden zijn en daarom niet zouden kloppen. Naar het oordeel van de rechtbank was dit voor de verbalisanten de derde mogelijkheid om aan te geven dat de verklaring van [verdachte] van 9 oktober 2008 op sommige punten was aangepast en aangevuld. De eerste mogelijkheid had een aanvullend proces-verbaal kunnen zijn, de tweede het voorafgaande aan het verhoor van 15 oktober 2008 wijzen van [verdachte] op de aangebrachte wijzigingen en de derde tijdens het verhoor en de reactie van [verdachte] op het voorhouden van de verklaring van 9 oktober De verbalisanten hebben dit echter naar het oordeel van de rechtbank ten onrechte nagelaten. De rechtbank stelt vast dat alle hiervoor omschreven fouten en onregelmatigheden pas ten tijde van de verhoren bij de rechter-commissaris aan het licht zijn gekomen. Verbalisant [naam verbalisant 1] is als tactisch coördinator aan het onderzoek verbonden. De rechtbank stelt vast dat [naam verbalisant 1] tijdens zijn verhoren regelmatig is teruggekomen op eerdere antwoorden, waarvan hij eerder in het verhoor had aangegeven hier 100% zeker van te zijn. [naam verbalisant 1] heeft hierbij zelf onder meer verwezen naar zijn ambtseed. Het is niet alleen de verdediging geweest die vraagtekens heeft geplaatst bij de betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van [naam verbalisant 1]. Ook de rechter-commissaris heeft op enig moment aangegeven ernstig te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring(en) van [naam verbalisant 1]. De rechtbank acht het bijzonder kwalijk dat de verbalisanten in sterke mate aanleiding hebben gegeven tot het in twijfel trekken van hun betrouwbaarheid, waardoor zij naar het oordeel van de rechtbank tevens de betrouwbaarheid van het gehele onderzoek op het spel hebben gezet. Dit geldt met name voor de verbalisanten [naam verbalisant 1] en [naam verbalisant 4], die respectievelijk als tactisch coördinator en teamleider een zeer groot en belangrijk aandeel hebben gehad in het gehele onderzoek. Ten slotte wordt door de verbalisanten wisselend en/of tegenstrijdig verklaard met betrekking tot het antwoord op de vraag wat de wetenschap van de verbalisanten [naam verbalisant 2] en [naam verbalisant 1] is geweest over aan de zaak gerelateerde informatie ten tijde van het verhoor van [verdachte] op 9 oktober 2008 en welke antwoorden van [verdachte] dus gedeeltelijk zijn gebaseerd op vragen, voortkomende uit die wetenschap. De rechtbank concludeert hiermee dat er zowel op 9 als op 15 oktober 2008 als in de tijdspanne tussen beide data, het nodige is misgegaan. De vraag die voorts dient te worden beantwoord is of dit consequenties dient te hebben, en zo ja, welke. Op grond van al het vorenstaande is de rechtbank tot het volgende oordeel gekomen. De rechtbank stelt vast dat er in ieder geval is gehandeld in strijd met het bepaalde in artikel 29, lid 3, van het Wetboek van Strafvordering, waarin is bepaald dat de verklaringen van een verdachte zo veel mogelijk in zijn eigen woorden moeten worden opgenomen, en de artikelen 152 en 153, lid 2, van het Wetboek van Strafvordering, waarin is bepaald op welke wijze een proces-verbaal dient te worden
3 opgemaakt en aan welke vereisten het dient te voldoen. Dit zijn vormverzuimen en de vraag dient te worden beantwoord welke consequenties in het licht van artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering daaraan moeten worden verbonden. Dit artikel stelt dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk kan worden verklaard, indien blijkt dat bij het voorbereidend onderzoek vormen zijn verzuimd die niet meer kunnen worden hersteld. In tegenstelling tot hetgeen door de officier van justitie ter zitting van 13 januari 2010 is betoogd, is de rechtbank van oordeel dat er in het onderhavige geval sprake is van een vormverzuim dat onherstelbaar is. Naar het oordeel van de rechtbank miskent de officier van justitie immers een aantal belangrijke punten, te weten: 1. hetgeen is opgenomen in het proces-verbaal van 14 oktober 2008 was in feite niet zíjn ([verdachte] s) verklaring; 2. de verbalisanten hebben op 15 oktober 2008 tot driemaal toe verzuimd aan [verdachte] te melden dat er aanvullingen en wijzigingen waren toegevoegd aan zijn verklaring van 9 oktober In ieder geval blijkt dit op geen enkele wijze uit het proces-verbaal van 15 oktober 2008; 3. [verdachte] heeft op 15 oktober 2008 aangegeven dat hij het allemaal niet wilde horen, dat hij zich wilde beroepen op zijn zwijgrecht en dat hij zich niet lekker voelde. De opmerking van de officier van justitie dat de verklaring van [verdachte] op 15 oktober 2008 aan [verdachte] is voorgelezen, komt daarmee immers in een geheel ander licht te staan. Alles afwegende komt de rechtbank tot het oordeel dat er sprake is van een ernstige schending van de beginselen van een behoorlijke procesorde, waardoor met grove veronachtzaming van de belangen van de verdachte aan diens recht op een eerlijk proces is tekort gedaan. Immers, door het handelen van de verbalisanten valt niet meer naar behoren te reconstrueren hoe het verhoor van [verdachte] op 9 oktober 2008 precies is verlopen. De rechtbank is van oordeel dat er de nodige vraagtekens geplaatst dienen te worden bij de volgorde waarin het een en ander zou zijn verklaard, de wetenschap van aan de zaak gerelateerde informatie bij de verbalisanten [naam verbalisant 2] en [naam verbalisant 1], de vragen die aan [verdachte] zijn gesteld en de aanvullingen die na afloop van het verhoor door de verbalisanten zijn gemaakt op de verklaring. De bekentenis van [verdachte] vormt naar het oordeel van de rechtbank een essentieel onderdeel van het gehele onderzoek. Door de hiervoor geschetste gang van zaken is die verklaring, en daarmee ook het gehele onderzoek, dermate besmet, dat daaraan verregaande consequenties dienen te worden verbonden. Nu er sprake is van een fundamentele inbreuk op de procesorde, dient, los van de vraag of de verdachte in zijn belangen is geschaad, het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging. Die inbreuk raakt de rechtspleging immers in haar kern. De rechtbank verwijst hierbij naar de arresten van het Gerechtshof s-gravenhage van 21 februari 2008 (LJN BC7164) en de Hoge Raad van 1 juni 1999 (LJN ZD1143), waarin het zogeheten Karmancriterium is vastgelegd. Hierbij wordt met name in aanmerking genomen dat de gemeenschap een wezenlijk belang heeft bij eerlijke en volledige verbalisering door de politie, goede invulling van diens verantwoordelijkheid voor de opsporing door het openbaar ministerie en juiste informering van de rechter. Naar het oordeel van de rechtbank is daar in deze zaak geen sprake van. Gelet op het vorenstaande behoeven de overige door de raadslieden gevoerde verweren geen nadere bespreking. 4 De beslissing De rechtbank: - verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk in de vervolging van verdachte. Dit vonnis is gewezen door mr. Van Gameren, voorzitter, mr. De Graaf en mr. Josten, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Korsten, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 27 januari BIJLAGE I: De tenlastelegging t.a.v. 02/ : 1. hij in de periode van 30 januari tot en met 10 februari 2006 te Breda, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 17,5 kilo amfetamine, zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaak 1) art 2 ahf/ond B Opiumwet 2. hij op of omstreeks 8 maart 2007 te Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht ruim XTC-pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal, bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het tweede of derde lid van artikel 2 van die wet; (zaak 2) subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 2 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: [mededader] op of omstreeks 8 maart 2007 te Breda, althans in Nederland, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, ruim xtc-pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel vermeld op de bij die wet behorende lijst I tot het plegen van welk misdrijf hij, verdachte, op een of meer tijdstippen in
4 de periode van 20 februari 2007 tot en met 8 maart 2007 te Breda, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door die [mededader] in contact te brengen met de leverancier van die xtc-pillen; 3. hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 augustus 2007 tot en met 13 november 2007 te Rotterdam en/of Breda, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een (of meer) handelshoeveelhe(i)d(en) heroine en/of een of meer handelshoeveelhe(i)d(en) van een materiaal bevattende een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere bestanddelen zijn toegevoegd (hashish), zijnde heroine en/of hashish een middel als bedoeld in respectievelijk de bij de Opiumwet behorende lijst I en lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet, althans opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een (of meer) handelshoeveelhe(i)d(en) van een of meer middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I en/of lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; (zaak 3) art 3 ahf/ond A Opiumwet art 11 lid 5 Opiumwet 4. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 oktober 2005 tot en met 26 september 2008 te Breda en/of Dongen en/of Rotterdam, althans in Nederland, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, immers heeft hij, verdachte (een) voorwerp(en), te weten geld, verworven, voorhanden gehad, overgedragen en/of omgezet, althans van een voorwerp, te weten geld, gebruik gemaakt, terwijl hij wist dat bovenomschreven voorwerp - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was uit enig misdrijf; (zaak I) art 420ter Wetboek van Strafrecht art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht t.a.v. 02/ : 1. hij op 31 juli 2008 te Tilburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (met bestemming Engeland), als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de opiumwet, 86 kilo heroine, althans een of meer handelshoeveelheden heroine, zijnde heroine een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;(zaak A) 2. hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 januari 2007 tot en met 30 juni 2007 te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk
5 buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht een handelshoeveelheid heroïne (verpakt in mayonaise-emmers), zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;(zaak B) 3. hij in of omstreeks de periode van 1 april 2008 tot en met 3 april 2008 te Ridderkerk en/of te Maasdijk en/of te Rotterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht, 330,7 kilo heroine, althans een (handels)hoeveelheid heroine, zijnde heroine een middel als bedoeld in de bij die wet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;(zaak C) 4. hij in de periode van 1 tot en met 11 juni 2008 te Tilburg, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer ander(en) opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft gebracht ongeveer 460 kilo, althans ongeveer 60 kilo, althans een handelshoeveelheid heroïne, zijnde heroïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;(zaak D) subsidiair, althans, indien het vorenstaande onder 4 niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden: hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2008 tot en met 11 juni 2008 te Rotterdam en/of te Dongen, althans in Nederland, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk vervoeren en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen van ongeveer 60 kilo, althans een handelshoeveelheid, heroïne, zijnde heroïne een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen, zich en/of een of meer anderen gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat/die feit(en) heeft getracht te verschaffen, hebbende verdachte met twee N.N. aanbieders van heroïne contacten gelegd en/of onderhouden en/of afgesproken dat hij, verdachte, die 60 kilo, althans een handelshoeveelheid heroïne, geleverd zou krijgen; art 10a lid 1 ahf/sub 2 alinea Opiumwet art 10 lid 4 Opiumwet Bron: Datum: :33:10 Alle rechten voorbehouden. Alle auteursrechten en databankrechten van deze tekst worden uitdrukkelijk voorbehouden. Deze rechten berusten bij Sdu Uitgevers. Niets uit NDFR mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch,mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted in any form or by any means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the publisher s prior consent.
ECLI:NL:RBMNE:2016:5688
ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:4569
ECLI:NL:RBMNE:2016:4569 Instantie Datum uitspraak 16-08-2016 Datum publicatie 17-08-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland 16/652521-15 (P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917
ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 11-12-2003 Datum publicatie 12-12-2003 Zaaknummer 3498-01 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2015:6277
ECLI:NL:RBNNE:2015:6277 Instantie Datum uitspraak 13-11-2015 Datum publicatie 17-03-2016 Zaaknummer 18.720178-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Nederland Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499
ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2017:5840
ECLI:NL:RBDHA:2017:5840 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 01-06-2017 Datum publicatie 01-06-2017 Zaaknummer 09/852030-17 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieDe verdachte heeft tegen het hiervoor genoemde vonnis hoger beroep ingesteld.
arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN locatie Arnhem Afdeling strafrecht Parketnummer: X Uitspraak d.d.: 15 juni 2016 TEGENSPRAAK Verkort arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken gewezen op het hoger
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx?snelzoeken=true&searchtype=ljn&ljn=bz...
Page 1 of 5 LJN: BZ4987, Rechtbank Alkmaar, 15.740827-12 Datum 20-03-2013 uitspraak: Datum 20-03-2013 publicatie: Rechtsgebied: Straf Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:Niet-ontvankelijkheid
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420
ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:5380
ECLI:NL:RBGEL:2016:5380 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 05-09-2016 Datum publicatie 11-10-2016 Zaaknummer 05/880280-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999
ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5999 Instantie Datum uitspraak 16-05-2012 Datum publicatie 16-05-2012 Zaaknummer 20-002733-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273
ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2017:978
ECLI:NL:GHSHE:2017:978 Instantie Datum uitspraak 17-02-2017 Datum publicatie 10-03-2017 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003836-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieGERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken
parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377
ECLI:NL:RBASS:2011:BQ1377 Instantie Rechtbank Assen Datum uitspraak 15-04-2011 Datum publicatie 15-04-2011 Zaaknummer 19.605555-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993
ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012
ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158
ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733
ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ3733 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 07-06-2012 Datum publicatie 11-03-2013 Zaaknummer 13/666528-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2014:2835
ECLI:NL:RBGEL:2014:2835 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 29-04-2014 Datum publicatie 29-04-2014 Zaaknummer 05/900024-12 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 29 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5286 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 13-12-2016 Zaaknummer 23-000227-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:2029
ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2017:2237
ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675
ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatiegewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte:
Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken Arrest gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Rotterdam van 26 augustus 2008 in de strafzaak tegen de verdachte: (naam
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:3775
ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341
ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBNHO:2017:2863
ECLI:NL:RBNHO:2017:2863 Instantie Datum uitspraak 30-01-2017 Datum publicatie 07-04-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Noord-Holland 15/871465-15 (P) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:7744
ECLI:NL:RBMNE:2016:7744 Instantie Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 07-08-2017 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer 16.705352.15 en 16.702009.13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieUitspraak. parketnummer: datum uitspraak: 3 november 2016 TEGENSPRAAK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5390 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer 23-003117-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:1041
ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2011:BT7627
ECLI:NL:RBMAA:2011:BT7627 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 14-10-2011 Datum publicatie 14-10-2011 Zaaknummer 03/706108/11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011
ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieParketnummer: /17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak
vonnis GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00480/17 Uitspraak: 2 november 2018 Tegenspraak Vonnis van dit Gerecht in de strafzaak tegen de verdachte: R.M.C., geboren op Curaçao, wonende
Nadere informatieECLI:NL:OGEAA:2016:411
ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810
ECLI:NL:RBZUT:2005:AU3810 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 05-10-2005 Datum publicatie 05-10-2005 Zaaknummer 06-0604540-04 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieStrafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11
ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2015:738
ECLI:NL:GHSHE:2015:738 Instantie Datum uitspraak 09-03-2015 Datum publicatie 09-03-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-003525-14 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2006:AX3957
ECLI:NL:GHARN:2006:AX3957 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-05-2006 Datum publicatie 23-05-2006 Zaaknummer 21-000822-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1480. Datum uitspraak: Datum publicatie: Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg - meervoudig.
ECLI:NL:RBOVE:2016:1480 Instantie: Rechtbank Overijssel Datum uitspraak: 26-04-2016 Datum publicatie: 26-04-2016 Zaaknummer: 08.910038-15 (P) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 12-05-2010 Zaaknummer 24-002146-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782
ECLI:NL:RBALK:2011:BQ2782 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum uitspraak 27-04-2011 Datum publicatie 27-04-2011 Zaaknummer 14.701108-10 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBAMS:2016:3968
ECLI:NL:RBAMS:2016:3968 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 30-06-2016 Datum publicatie 30-06-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 13/993032-16 (Promis) Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1117
ECLI:NL:RBOVE:2016:1117 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 04-04-2016 Datum publicatie 04-04-2016 Zaaknummer 08/993061-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:264
ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518
ECLI:NL:GHLEE:2011:BU1518 Instantie Datum uitspraak 17-10-2011 Datum publicatie 25-10-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-003332-09 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2015:84
ECLI:NL:GHDHA:2015:84 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 27-01-2015 Datum publicatie 27-01-2015 Zaaknummer 22000511-14 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieDit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.
ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:10274, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:GHDHA:2016:1491, Gerechtshof Den Haag, 06-04-2016, BK-15/01012 en BK-15/01013 Inhoudsindicatie Gegevens Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-04-2016 Datum Publicatie 26-05-2016 Formele
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2017:2291
ECLI:NL:GHDHA:2017:2291 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 24-05-2017 Datum publicatie 09-08-2017 Zaaknummer 22-005150-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699
ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4699 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000669-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2016:2091 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 03-06-2016 Datum publicatie 16-08-2016 Zaaknummer 23-003649-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieUitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK
ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatiearrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)
arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis
Nadere informatieECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598
ECLI:NL:RBZUT:2003:AH9598 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 03-06-2003 Datum publicatie 09-07-2003 Zaaknummer 06/080083-03 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264
ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5264 Instantie Datum uitspraak 26-11-2008 Datum publicatie 26-11-2008 Rechtbank 's-hertogenbosch Zaaknummer 01/825102-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieredelijk vermoeden van schuld uitdrukkelijk onderbouwd verweer met conclusie
ECLI:NL:RBZLY:2008:BF8796 Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum uitspraak 30-09-2008 Datum publicatie 14-10-2008 Zaaknummer 07.977203-06 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540
ECLI:NL:GHSGR:2008:BO1540 Instantie Datum uitspraak 16-07-2008 Datum publicatie 25-10-2010 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-006152-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieGERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN S T R A F V O N N I S in de zaak tegen de verdachte: RH, geboren te Curaçao, wonende te Sint Maarten 1. Onderzoek van de zaak Het onderzoek ter openbare terechtzitting
Nadere informatieECLI:NL:RBALM:2008:BD0835
ECLI:NL:RBALM:2008:BD0835 Instantie Rechtbank Almelo Datum uitspraak 29-04-2008 Datum publicatie 29-04-2008 Zaaknummer 08/710423-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2004:AR4555
ECLI:NL:RBBRE:2004:AR4555 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 26-10-2004 Datum publicatie 26-10-2004 Zaaknummer 02/002315-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:HR:2014:381. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 13/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556, Gevolgd
ECLI:NL:HR:2014:381 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 18-02-2014 Datum publicatie 19-02-2014 Zaaknummer 13/02084 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:2556,
Nadere informatieECLI:NL:HR:2010:BO2558
ECLI:NL:HR:2010:BO2558 Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 02-11-2010 Datum publicatie 03-11-2010 Zaaknummer 09/00354 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BO2558
Nadere informatieUitspraak RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT. Strafrecht. Zittingsplaats: Breda. parketnummer:
ECLI:NL:RBZWB:2015:6813 Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum uitspraak 22-10-2015 Datum publicatie 22-10-2015 Zaaknummer 02-812678-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Op tegenspraak
Nadere informatieZoekresultaat - inzien document. ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: Uitspraak. Rechtbank Oost-Brabant
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RBOBR:2015:5776 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ec Instantie Datum uitspraak 07-10-2015 Datum publicatie 07-10-2015 Rechtbank Oost-Brabant
Nadere informatieECLI:NL:GHDHA:2014:205
ECLI:NL:GHDHA:2014:205 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 06-02-2014 Datum publicatie 06-02-2014 Zaaknummer 2200071413 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715
ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ9715 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 26-05-2011 Datum publicatie 29-06-2011 Zaaknummer 16-504228-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:GHARN:2009:BH3792
ECLI:NL:GHARN:2009:BH3792 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 23-02-2009 Datum publicatie 26-02-2009 Zaaknummer 24-001873-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieGerechtshof 's-hertogenbosch Instantie Datum uitspraak Datum publicatie ECLI ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ8214
Gerechtshof 's-hertogenbosch, 25-08-2006, 05/00487 Inhoudsindicatie Ingevolge artikel 3.20, lid 5, van de Wet IB 2001is de bijtelling privé-gebruik auto, als bedoeld in dat artikel, niet van toepassing
Nadere informatiehttp://zoeken.rechtspraak.nl/resultpage.aspx
LJN: BK6789, Gerechtshof 's-gravenhage, 22-000700-08 Datum uitspraak: Datum publicatie: Rechtsgebied: 16-12-2009 16-12-2009 Straf Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Computercriminaliteit.
Nadere informatieECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061
ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369
ECLI:NL:RBBRE:2009:BH5369 Instantie Rechtbank Breda Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 10-03-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 02/628386-08 [P] Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:4588
ECLI:NL:RBROT:2017:4588 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 10/740469-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8372
ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ8372 Instantie Datum uitspraak 23-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 02-666988-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBLIM:2017:3848
ECLI:NL:RBLIM:2017:3848 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 25-04-2017 Datum publicatie 26-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 03/866133-15
Nadere informatieECLI:NL:RBROT:2017:6331
ECLI:NL:RBROT:2017:6331 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 09-08-2017 Datum publicatie 18-08-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 10/049808-15 en 10/231146-15
Nadere informatieECLI:NL:RBOVE:2016:1622
ECLI:NL:RBOVE:2016:1622 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 10-05-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 08/760127-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2013:5798
ECLI:NL:RBGEL:2013:5798 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 17-12-2013 Zaaknummer 06/950395-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:RBONE:2013:BY9769
ECLI:NL:RBONE:2013:BY9769 Instantie Datum uitspraak 28-01-2013 Datum publicatie 29-01-2013 Rechtbank Oost-Nederland Zaaknummer 05/901294-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2014:1006
ECLI:NL:RBDHA:2014:1006 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 29-01-2014 Datum publicatie 29-01-2014 Zaaknummer 09/818467-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RBMNE:2016:7618
ECLI:NL:RBMNE:2016:7618 Instantie Datum uitspraak 19-08-2016 Datum publicatie 20-03-2017 Zaaknummer 16/659626-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht
Nadere informatieECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992
ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)
Nadere informatieECLI:NL:RBNNE:2017:1824
ECLI:NL:RBNNE:2017:1824 Instantie Datum uitspraak 18-05-2017 Datum publicatie 18-05-2017 Rechtbank Noord-Nederland Zaaknummer 18/850096-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatietegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 12 februari 2015, nummer LEE 13/1129, in het geding tussen belanghebbende en
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 05-04-2016, 15/00291 Inhoudsindicatie Heffingsambtenaar maakt de waarde van een in de commerciële sfeer geëxploiteerde onroerende zaak niet aannemelijk. Hof stelt de waarde
Nadere informatieECLI:NL:GHSHE:2012:BY3370
ECLI:NL:GHSHE:2012:BY3370 Instantie Datum uitspraak 16-11-2012 Datum publicatie 16-11-2012 Zaaknummer 20-003891-10 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer
ECLI:NL:GHAMS:2014:2785 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 22-04-2014 Datum publicatie 31-10-2014 Zaaknummer 23-003653-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:GHARL:2017:2188
ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht
Nadere informatieUitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Uitspraak d.d.: 1 december 2015 TEGENSPRAAK. Promis
ECLI:NL:GHARL:2015:10200 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 01-12-2015 Datum publicatie 22-05-2017 Zaaknummer 21-001318-15 Formele relaties Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:3394, Niet ontvankelijk
Nadere informatieECLI:NL:RBMAA:2010:BN4824
ECLI:NL:RBMAA:2010:BN4824 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 30-06-2010 Datum publicatie 23-08-2010 Zaaknummer 03/700103-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatieDit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.
vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar
Nadere informatieECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2894
ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2894 Instantie Rechtbank Haarlem Datum uitspraak 24-05-2006 Datum publicatie 22-11-2006 Zaaknummer 15/500189-06 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste
Nadere informatie1. Het onderzoek ter terechtzitting Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 23 mei 2013.
ECLI:NL:RBMNE:2013:CA2571 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 06-06-2013 Datum publicatie 10-06-2013 Zaaknummer 16/661190-13 (P) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg
Nadere informatieECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388
ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht
Nadere informatieBPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding. Proceskosten.
ECLI:NL:GHARL:2017:4578, Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 30-05-2017, 15/00942 Inhoudsindicatie BPM. Dwangsom. Kennelijk niet-ontvankelijk. Bezwaar tegen voldoening op aangifte van nihil. Immateriële schadevergoeding.
Nadere informatieECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01
ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-11-2016 Datum publicatie 06-02-2017 Zaaknummer 200.174.828/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht
Nadere informatie