Collegevoorstel. Zaaknummer: Visiedocument Transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Collegevoorstel. Zaaknummer: Visiedocument Transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant"

Transcriptie

1 Zaaknummer: Onderwerp: Visiedocument Transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant Collegevoorstel Inleiding De nieuwe wet op de Jeugdhulp (Jeugdwet) gaat naar verwachting op 1 januari 2015 in. Er komt dan één financieringsstroom voor de zorg voor de jeugd binnen één wettelijk kader, waar er nu diverse geldstromen en verantwoordelijkheden 1 zijn. Hierna wordt voorgesteld om kennis te nemen van het Visiedocument Transitie Jeugdzorg Regionaal bestuurlijk Overleg Noordoost Brabant (zie bijlage) en de raad via de bijgevoegde memo te informeren over de stand van zaken rondom de transitie Jeugdzorg. Feitelijke informatie Omvang van de decentralisatie De gemeente krijgt vanaf 1 januari 2015 de regie over alle jeugdhulp 2 voor 0-18 jaar: - De geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd (j-ggz). - De provinciale jeugdzorg, waaronder alle taken die Bureau Jeugdzorg uitvoert, het advies- en meldpunt kindermishandeling (AMK), de kindertelefoon, pleegzorg, de ambulante en residentiële jeugdzorg. - De jeugdzorg Plus (gesloten jeugdzorg). - De jeugdreclassering. - De jeugdbescherming. - De zorg voor de jeugd met een (licht)verstandelijke beperking (jeugd-vb). Met uitzondering van de verblijfszorg voor jeugdigen die heel hun leven intensieve 24-uurszorg nodig zullen hebben. - Begeleiding, persoonlijke verzorging en kortdurend verblijf voor jeugdigen met verstandelijke, lichamelijk of zintuiglijke beperking of een somatische of psychiatrische aandoening of beperking. De grootte van de doelgroep en het budget Op basis van cijfers over zorggebruik, de kosten en de wijze van financiering is het nu mogelijk om een voorzichtige inschatting te maken over de doelgroep. Uit landelijke cijfers blijkt dat zo n 15% van de jeugdigen serieuze problemen ervaren bij het opgroeien (in Heusden zouden dit ongeveer 1400 jeugdigen zijn). Op basis van de beschikbare gegevens uit de landelijke jeugdmonitor 3 kunnen we een voorlopige inschatting geven van het gebruik van de jeugdzorg. De jeugdmonitor gaat uit van 1300 Heusdense jeugdigen in de jeugdhulp. Hiervan zijn er zo n 235 die nu jeugdzorg en begeleiding krijgen vanuit de AWBZ (onder andere verstandelijk en lichamelijk gehandicapten), 865 jeugdigen die zorg krijgen vanuit de Zorgverzekeringswet (met name j-ggz) en 200 jeugdigen die ondersteund worden vanuit de provinciale jeugdzorg. Op basis van de meicirculaire 2013 is het voorlopige budget van 2015 voor Heusden bekend gemaakt, dit bedraagt ,00. Dit is echter een indicatie. De verwachting is dat in de septembercirculaire het definitieve budget voor 2015 bekend gemaakt zal worden. Er is daarmee minder budget beschikbaar voor de uitvoering van de jeugdzorg dan in de huidige situatie. Dit geeft gemeenten de (financiële) prikkel om de zorg beter, efficiënter, maar ook goedkoper te organiseren. De aangekondigde efficiencykorting over de transitiebudgetten is echter verdeeld over meerdere jaren. Hoofdlijnen visiedocument Transitie Jeugdzorg van Noordoost Brabant Op 31 januari 2012 heeft u ingestemd met de startnotitie Transitie Jeugdzorg Brabant Noordoost. Hiermee is een start gemaakt met de voorbereiding op de Transitie Jeugdzorg. In het visiedocument is weergegeven hoe de jeugdzorgtaken vormgegeven gaan worden in Noordoost Brabant. Dit is de volgende stap in de voorbereiding op de transitie. 1 Op dit moment zijn zowel het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, het ministerie van Veiligheid en Justitie, de provincie Noord-Brabant, de gemeente als de zorgverzekeraar verantwoordelijk voor een gedeelte van de jeugdzorg en de jeugdhulpverlening. 2 Dit is op basis van het wetsvoorstel van 1 juli De definities van de diverse vormen van jeugdzorg zijn opgenomen in de memo aan de raad. 3 Uit Factsheet Meicirculaire Midden-Brabant k2 gebaseerd op De cijfers uit bijlage II van het visiedocument zijn gedateerd. 1

2 Zaaknummer: Onderwerp: Visiedocument Transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant De visie omvat de volgende keuzes: - We kiezen niet alleen voor transitie maar ook voor transformatie: bij transitie gaat het om de verschuiving van verantwoordelijkheid naar de gemeenten, bij transformatie gaat het om een herziening en verandering van het hele jeugdzorgstelsel. - We kiezen voor een integrale aanpak, op gemeentelijk en op regionaal niveau worden de drie transities (AWBZ, Participatie en Jeugdzorg) in samenhang opgepakt. - We doen een concreet voorstel over een afstemmingstructuur met passend onderwijs. - We hanteren een centrale toegang tot gespecialiseerde jeugdzorg via de Centra Jeugd en Gezin. - We hebben een aantal uitgangspunten voor het opdrachtgeverschap van de gemeenten geformuleerd. De methodiek van bestuurlijk aanbesteden lijkt hierbij het beste te passen. - Voor de transitie jeugdzorg willen wij met 20 gemeenten regionaal samenwerken; bij de keuze voor een regionaal intensief samenwerkingsscenario tussen gemeenten wordt naast een gezamenlijk financiering ook gezamenlijk beleid gemaakt dat uitgaat van de solidariteitsgedachte tussen gemeenten. - Wij stellen voor om jeugdzorg in principe zo laag als mogelijk (lokaal) en hoog als nodig (subregionaal, regionaal en bovenregionaal) te organiseren. Per vorm is een voorstel gedaan. Afweging Samenwerking Noordoost Brabant en Midden-Brabant We hebben als gemeente Heusden langere tijd samengewerkt in de regio Noordoost Brabant (subregio de Meierij). De transitie jeugdzorg is echter verbonden aan de ontwikkelingen binnen de Wmo-AWBZ (decentralisatie AWBZ 4 ) en de ontwikkelingen op het gebied van Werk en Inkomen (decentralisatie Participatie 5 ). Dit blijkt ook uit het Visiedocument Transitie Jeugdzorg Regionaal bestuurlijk Overleg Noordoost Brabant. De gemeente Heusden werkt vooral op het gebied van Werk en Inkomen (Baanbrekers en SET) nauw samen met de Langstraatgemeenten Loon op Zand en Waalwijk. In het verlengde hiervan heeft u op 11 december 2012 besloten in te groeien in de regio Midden-Brabant/Hart van Brabant en op 23 april 2013 ingestemd met het Functioneel Ontwerp Jeugdstelsel Hart van Brabant. De samenwerking met Noordoost Brabant op het gebied van jeugd wordt de komende tijd afgebouwd. Het voorstel is daarom enkel kennis te nemen van het Visiedocument Transitie Jeugdzorg Noordoost-Brabant en dit niet voor verdere besluitvorming aan de raad voor te leggen maar deze te informeren met bijgaand memo. Aandachtspunten In de overstap naar Hart van Brabant zijn er enkele aandachtspunten waaronder: - Het correct afbouwen van de samenwerking met de gemeenten en de jeugdzorgaanbieders in Noordoost Brabant, met name rondom de van Haaftenversnelling 6. Dit is mede van belang om te zorgen dat er goed wordt omgegaan met de continuïteit van zorg in het eerste jaar van de transitie. Voor kinderen en gezinnen die in 2014 al zorg ontvangen, is geregeld dat zij in 2015 zorg blijven krijgen van dezelfde aanbieder. De afspraken rondom continuïteit worden opgenomen in de transitie-arrangementen die regionaal opgesteld worden. - Het gedwongen kader (de jeugdzorg Plus, de jeugdreclassering en de jeugdbescherming) is verbonden met partners op het gebied van veiligheid. Daarnaast zal het AMK en het Steunpunt Huiselijk Geweld worden samengevoegd tot het Advies- en Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) 7. Ook hier is een koppeling met veiligheid zoals binnen het gedwongen kader. De gemeente Heusden is op dit moment onderdeel van het veiligheidshuis s-hertogenbosch en omgeving, het politiedistrict Meierij, en het Parket en de Raad van de Kinderbescherming in s -Hertogenbosch. De komende tijd wordt bekeken of een overstap naar Midden-Brabant voor het gedwongen kader en het te vormen 4 de ondersteunende zorg aan huis vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten 5 voorheen Wet Werken naar Vermogen 6 Vanaf 1 januari 2013 hebben de gemeenten in Noordoost Brabant al de verantwoordelijkheid over een deel van de jeugdzorg van de provincie overgenomen. Dit geldt echter alleen voor de aanbieders die in Noordoost Brabant gevestigd zijn. 7 Dit zal worden opgenomen in de nieuwe Wmo en wordt ook benoemd in de concept-jeugdwet. 2

3 Zaaknummer: Onderwerp: Visiedocument Transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant AMHK mogelijk is en, zo ja, hoe we deze overstap soepel kunnen laten verlopen. Inzet van Middelen Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Risico's Er zijn geen financiële en/of personele consequenties verbonden aan dit voorstel. Procedure Het Regionaal Bestuurlijk Overleg zal op de hoogte worden gebracht van de keuze om kennis te nemen van het Visiedocument Transitie Jeugdzorg van Noordoost Brabant en dit niet ter besluitvorming voor te leggen aan de raad. Voorgenomen besluit Wij stellen u voor bijgaand besluit vast te stellen. 3

4 Zaaknummer: Onderwerp: Visiedocument Transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant BESLUIT Het college van Heusden heeft in de vergadering van 27 augustus 2013 besloten: - kennis te nemen van het Visiedocument Transitie Jeugdzorg van Noordoost Brabant en dit gezien de overstap naar Hart van Brabant niet voor verdere besluitvorming voor te leggen aan de raad; - de raad via bijgaande memo te informeren over de stand van zaken rondom de transitie jeugdzorg. namens het college van Heusden, de secretaris, mr. J.T.A.J. van der Ven 4

5 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (concept ) Visiedocument Transitie Jeugdzorg 1 april 2013 Regionaal bestuurlijk Overleg Noordoost Brabant Subregio De Meierij: s-hertogenbosch, Vught, Boxtel, Sint-Michielsgestel, Schijndel, Haaren, Heusden. Subregio Maasland: Oss, Bernheze, Maasdonk. Subregio Uden/Veghel: Uden, Veghel, Sint Oedenrode, Boekel en Landerd; Subregio Land van Cuijk: Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert. Sint Anthonis. 1

6 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Leeswijzer Gemeenten in Noordoost Brabant (20 gemeenten) hebben op 13 oktober 2011 afgesproken het transitie/transformatieproces jeugdzorg gezamenlijk op te pakken. Dit gebeurt in 3 stappen. Stap 1 Vaststellen van de Startnotitie Transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant hiermee is besloten dat gemeenten gezamenlijk een visie en uitgangspunten voor de transitie willen formuleren. Tevens hebben zij hiertoe een projectstructuur vastgesteld als instrument om dit gezamenlijke proces voor te bereiden. Tevens is ingestemd met de procesaanpak en tijdsplanning. Besluitvorming hierover is afgerond in januari Stap 2 Komen tot de vaststelling van een visiedocument dat duidelijkheid moet geven over de visie op de transitie, welke uitgangspunten en aanbevelingen bevat en aangeeft wat de voor en nadelen zijn om dit regionaal te doen. Tevens zijn financieringssystematiek en regionale samenwerkingsscenario s tussen gemeenten nader bekeken. Stap 2 ligt via dit onderliggende document nu aan u voor en zal via besluitvorming in de 20 colleges en gemeenteraden voor de zomer 2013 zijn afgerond. Stap 3 Uitvoerings- en implementatieplan volgt na besluitvorming over stap 2. Uit het proces van besluitvorming over stap 2 moet duidelijk worden welke opties uitgewerkt moet worden die voor uitvoering en organisatie nodig zijn. Afgerond januari

7 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Inhoudsopgave Leeswijzer... 2 Inhoudsopgave... 3 Samenvatting Inleiding Visie op opvoeden en opgroeien in Noordoost Brabant Cijfers en Feiten Uitgangspunten bij het concreet maken van de visie Hoe zorgen we ervoor dat de zorg beter aansluit bij de behoeften van ouders en jeugdigen? Wat gaan we beter en anders doen zodat het ook werkt? Wat vinden we belangrijk bij de uitvoering? Op welke manier werkt de organisatie/instellingen van de zorg mee aan een positief resultaat? Wat houdt de gemeentelijke taak in? Hoe ver gaat de verantwoordelijkheid van de gemeente? Beweging in beeld Transitieagenda Noordoost Brabant Aanpak van het proces in de themagroepen Themagroep I: Toegang/indicatie en Transitiebestendig CJG Themagroep II: Indicatie/toegang tot (gespecialiseerde) jeugdzorg Themagroep III: Passend onderwijs Themagroep IV: Financieringssystematiek en regionale samenwerking Inrichting van het jeugdzorgstelsel

8 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) 7. Participatie & Communicatieplan Inleiding Participatie & Communicatiedoelstelling Kernboodschap Communicatie-effecten Communicatiemiddelen Vervolgproces & plan van aanpak procesplanning De Versnelling eerste stap transitie Voorbereiding en ontwerpfase Implementatie en invoeringsfase Lijst met gebruikte afkortingen & definities Bijlage I Regionaal Communicatieplan Bijlage II Transitie Jeugdzorg in cijfers

9 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Samenvatting Met ingang van 1 januari 2015 zijn de gemeenten verantwoordelijk voor bijna alle vormen van hulp en zorg voor jeugdigen en opvoeders. Dit decentralisatieproces bevat een bestuurlijke en organisatorische kant, de Transitie, maar beoogt ook een volledig andere manier van werken te realiseren, een cultuuromslag, de Transformatie. De visie van de samenwerkende gemeenten in de regio Noordoost Brabant op de decentralisatie van de jeugdzorg omvat zowel de Transitie als de Transformatie. Met de uitvoering van jeugdzorg en preventief jeugdbeleid streeft de regio naar: a) Het bieden van een positieve basis in de lokale samenleving, met veel informele steun van sociale netwerken (civil society) en algemene voorzieningen en; b) Een samenhangende zorgstructuur voor het signaleren en aanpakken van problemen en die erop is gericht de opvoeding niet over te nemen maar zoveel mogelijk te versterken. Uiteindelijk is alle jeugdbeleid erop gericht dat kinderen gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen aan de samenleving. De regio heeft voor de uitwerking van de visie een aantal concrete uitgangspunten geformuleerd aan de hand van de volgende vragen: Hoe zorgen we ervoor dat de zorg beter aansluit bij de behoeften van ouders en jeugdigen? Wat gaan we beter en anders doen, zodat hetgeen wat we doen ook werkt? Wat vinden we belangrijk bij de uitvoering van de hulp- en dienstverlening? Op welke manier werkt de jeugdzorginstelling mee aan een positief resultaat? Hoe ver gaat de verantwoordelijkheid van de gemeente? Aan het geven van handen en voeten aan deze uitgangspunten, wat moet er geregeld worden?, hoe gaat het eruit zien? (de Transitie-agenda), is gewerkt in vier themagroepen: Transitiebestendige CJG s Wat is nodig om de CJG s zo in te richten dat zij de basis voor en de toegang tot de gespecialiseerde jeugdzorg kunnen zijn? Kern van advies Op alle vindplekken 2 zijn (zorg- of welzijns-) generalistische professionals beschikbaar. Zij vormen het CJG op locatie. Deze professionals hebben een mandaat om bepaalde (lichte) vormen van zorg zelf in te kunnen zetten (met afbakeningen in tijd, geld en veiligheids- problematiek). Ze weten waar hun grenzen liggen en wie ze kunnen inschakelen als een casus hun mandaat te boven gaat. 2 De belangrijkste vindplekken zijn peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, consultatiebureaus, scholen PO/VO/MBO/SO, wijken, zorgpleinen, werkpleinen, jongerenwerk en huisartsen. 5

10 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Lokaal is er de mogelijkheid om op afroep te overleggen met relevante partijen uit de nulde- eerste- en tweede lijn. Als in geval van veiligheidsproblematiek gezinnen te motiveren zijn om hulp te accepteren, worden zij binnen het CJG geholpen. Als dat niet het geval is, zal de (huidige) jeugdbescherming de regie voeren over de zorgcoördinatie in het gezin. Lopende het onderzoek blijft het CJG wel medeverantwoordelijk voor het gezin. Zorg in ieder geval voor het volgende basisaanbod: o Consultatiebureaus/JGZ 0-4, kinder- en peuterspeelzalen o Maatschappelijk Werk en Jeugdgezondheidszorg 4-19 o Zorgteam (voorschools, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en ROC) Naast dit basisaanbod kan een breder basisaanbod beschikbaar zijn op basis van lokale kennis van behoeften. Zorg voor beschikbare experts/vakspecialisten die invliegen als vragen te complex worden Deze experts opereren onafhankelijk van instellingen. Bij complexe of veiligheidsproblematiek, als ouders en/of jongeren niet te motiveren zijn en/of er sprake is van onveilige situaties worden de taken en verantwoordelijkheden van het lokale CJG overschreden en moet de (huidige) jeugdbescherming de regie voeren over de zorgcoördinatie in het gezin. Afstemming: er is, in voorkomende gevallen, altijd nadrukkelijk afstemming tussen nulde- eerste- en tweedelijnszorg bijvoorbeeld via een casuïstiekoverleg CJG (eventueel een plus - overleg gericht op veiligheidsproblematiek). De afstemming kan ook op een andere manier geregeld worden. Er is een poortwachter aanwezig die (namens de gemeenten) de budgetten kan bewaken en beoordeelt of de juiste zorg in wordt gezet (volgens het transformatie principe en zo-zo-zo principe). Toegang tot de gespecialiseerde zorg Voor welke vormen van zorg willen we vooraf een toets laten plaatsvinden, hoe passen we die zorg in een integraal plan van aanpak? Hoe gaan we dat toetsingsproces dan inrichten? Kern van advies Deskundige professionals (daar waar de vraag binnenkomt) die samenwerken in een team en met het gezin een integraal plan van aanpak maken. Een eenvoudige toets op de inzet van duurdere zorgvormen. Bewaking van kwaliteit van de plannen van aanpak en bewaking van het budget door een poortwachter onder gemeentelijke regie. 6

11 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Passend Onderwijs Op welke manier kunnen we in onze regio de ontwikkelingen rond Passend Onderwijs verbinden met de Transitie Jeugdzorg? Hoe is de regio-indeling daarop van invloed? Hoe is de rolverdeling? Kern van advies Eén effectieve overlegstructuur voor Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg. Integrale benadering van didactische vragen en vragen over ontwikkeling en opvoeding: daarvoor sluiten de schoolinterne zorg structuur en de zorgstructuur van het CJG op elkaar aan. Een gezamenlijke ontwikkelagenda van gemeenten en onderwijs richting de totstandkoming van het ondersteuningsplan van de nieuwe samenwerkingsverbanden. Samenwerking en financiering Welke financieringssystematiek geeft de gemeenten de meeste sturingsmogelijkheden en de minste risico s? Welke scenario s zijn er voor samenwerking tussen gemeenten en welk scenario is het meest passend voor welke vormen van zorg? Hoe solidair willen gemeenten zijn? Kern van advies Keuze voor het Governance-model Een integrale benadering van Opdrachtgeverschap voor AWBZ/WMO en Jeugdwet Een keuze voor het model van Bestuurlijk Aanbesteden Eigen bijdrage voor bepaalde vormen van jeugdhulp is wettelijk verplicht. Beperkte mogelijkheden voor het PersoonsGebonden Budget (PGB). De schaalgrootte van de regionale samenwerking afstemmen op de zorgvormen van de gespecialiseerde jeugdzorg: hoe duurder en exclusiever de zorg, hoe groter de schaal van de samenwerking vanwege risicospreiding, behoud van expertise en onderhandelingspositie van gemeenten. Dit visiedocument wordt afgesloten met een plaatje van de gewenste situatie, gebaseerd op de hiervoor genoemde uitgangspunten en de uitwerking daarvan (zie hoofdstuk 6). In hoofdstuk 7 is aangegeven op welke manier we met de diverse belanghebbende partijen communiceren en deze laten participeren in het visievorming traject, waaronder niet in de laatste plaats ouders en jeugdigen zélf. Hoofdstuk 8 geeft een eerste doorkijk naar het vervolgproces, en de eerste stappen die we als regio hierin willen zetten. 7

12 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) 1. Inleiding Om de grote druk op de jeugdzorg terug te dringen en de huidige verkokering op te heffen wordt alle zorg voor jeugd in één hand gelegd, de hand van de gemeente. Daartoe is een nieuw wettelijke kader (Jeugdwet) in de maak. Het is een gegeven dat het met 90% van de jeugdigen goed gaat, 5% van de jeugdigen kunnen met relatief eenvoudige hulp geholpen worden. Bij 5% van de jeugd wordt gespecialiseerde ( jeugd) zorg ingezet. Ontschotting van geldstromen biedt gemeenten meer mogelijkheden voor integrale en daarmee effectievere hulp aan jeugdigen en gezinnen. De decentralisatie van de zorg voor jeugd biedt volop kansen voor verbetering. Deze decentralisatie houdt direct verband met andere decentralisaties en met de beweging richting passend onderwijs. Al deze ontwikkelingen beïnvloeden elkaar. Een deel van de zorg voor jeugdigen met een psychische aandoening of jeugdigen met een lichamelijke of verstandelijke handicap, nu gefinancierd via de AWBZ, wordt ondergebracht in de Jeugdwet. Er wordt een splitsing aangebracht tussen jeugd tot 18 jaar en jeugd 18+. De keuzes die gemeenten in beide kaders nemen moeten uiteraard goed op elkaar afgestemd zijn. Ook zijn er veel raakvlakken met de Participatiewet. Veel jongeren die veel gebruik maken van zorg stromen met een hele zwakke positie in op de arbeidsmarkt. Deze jongeren kunnen wel degelijk een toegevoegde waarde hebben: het gaat erom hun vermogen en motivatie scherp in beeld te krijgen en te koppelen aan de vraag van de arbeidsmarkt en om hen in staat te stellen de nodige werknemersvaardigheden op te doen. Tenslotte zijn er directe verbanden met de invoering van Passend Onderwijs. Veel leerlingen in het (speciaal) onderwijs ontvangen zorg in de thuissituatie of op school. Zij hebben die zorg nodig om in het onderwijs te kunnen functioneren. Gemeenten en onderwijs zullen samen moeten bepalen hoe de verhouding zal zijn tussen de ondersteuning die de scholen zelf invullen en de zorg die daarbij aanvullend door gemeenten gefinancierd kan worden. De hoofddoelstellingen van het nieuwe jeugdzorgstelsel zijn: Ouders zijn als eersten verantwoordelijk voor het gezond en veilig opgroeien van hun kinderen, voor de ontwikkeling van de talenten van hun kinderen op weg naar een zelfstandig leven; De overheid komt pas in beeld als dit niet vanzelf gaat; Eerdere ondersteuning en zorg op maat en een betere samenwerking rond gezinnen. Dat betekent enerzijds dat ouders, kinderen en andere opvoeders gemakkelijk ergens terecht moeten kunnen met vragen over opvoeden en opgroeien: daarmee kan het ontstaan of het verergeren van problemen mogelijk worden voorkomen. Dat betekent anderzijds dat, wanneer er daadwerkelijk problemen zijn, er hulp en ondersteuning geboden wordt, snel en op maat, waarmee escalatie van de problematiek tegengegaan kan 8

13 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) worden. Deze gespecialiseerde jeugdzorg moet naadloos aansluiten op de jeugdtaken waar gemeenten nu al voor verantwoordelijk zijn. In het kader van de decentralisatie van de jeugdzorg worden de begrippen transitie en transformatie vaak gebruikt. Het zijn twee aparte processen waarbij het transitieproces vooral gaat om de structuur en het bij het transformatieproces vooral gaat over het handelen en de cultuur. De decentralisatie van de jeugdzorg is bij uitstek een proces waar beide processen hand in hand gaan. Via onderstaand schema willen wij dit verder toelichten. In Noordoost Brabant pleiten we voor het samengaan van beide processen om te komen tot verandering en innovatie in het jeugdzorgstelsel. Transitie & Transformatie Transitie: De overgang van verantwoordelijkheden. Transformatie: Opnieuw inrichten van processen en nieuwe verhoudingen. In de stelselwijzingen van de jeugdzorg spelen drie soorten vraagstukken een rol: Het stelsel: onder andere afspraken tussen bestuurslagen, budgetverdeling (systemen, wet- en regelgeving, besturing en toezicht. De organisatie: onder andere effecten, strategie, sturing, interactie, inkoop en verantwoording. De uitvoering: onder andere competenties, werkwijze, dienstverleningen interactie met burger/cliënten. Bron: Decentralisatie van de jeugdzorg de Rotterdamse ontwikkelingsagenda ) Figuur 1: Samengaan transitie en transformatie in Noordoost Brabant De Transformatieopdracht geldt overigens niet alleen voor de professionals en instellingen welke nu niet onder het gemeentelijk jeugdbeleid vallen, de gespecialiseerde jeugdzorg. Ook van instellingen die nu al onder gemeentelijke verantwoordelijkheid vallen vragen we een omslag in denken en in doen. Bovendien zijn gemeenten zélf aan zet als het gaat om de beoogde cultuuromslag. Immers, integraal denken en handelen is ook binnen veel gemeenten, die net als het uitvoerende veld in vele afzonderlijke hokjes zijn ingedeeld, nog geen gemeengoed. 9

14 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) In verschillende inspraakreacties bij het concept van deze visie, is met klem gewezen op het belang van de transformatiebeweging. Deze insprekers geven het grote belang aan van het ontwikkelen van een nieuwe manier van denken en van het bieden van hulp, naast de vrij technische operatie van decentralisatie en transitie. Als we echt anders willen gaan werken dan moet er zwaar ingezet worden op cultuuromslag en mentaliteitsverandering, niet alleen bij professionals, maar ook bij ouders en jeugdigen zelf. Waar het gaat om het in gesprek raken en goed luisteren naar burgers, zijn vooral de individuele gemeenten aan zet. Inwoners van een gemeente kunnen immers het beste worden betrokken bij en aangesproken door het beleid van hun eigen gemeente. Gemeenten zullen op hun eigen manier invulling geven aan de kantelinggedachte en de beweging richting meer inzet van burgerkracht. Vanuit de regionale samenwerking worden gemeenten in die beweging uiteraard ondersteund. Participatie van betrokkenen Diverse instellingen en organisaties hebben in het consultatietraject te kennen gegeven dat zij eerder bij het proces van de visieontwikkeling betrokken hadden willen worden. We hebben er in de regio Noordoost bewust voor gekozen om eerst zelf als bestuurders en ambtenaren een visie te ontwikkelen op een voor velen van ons nieuw beleidsterrein waar forse (instellings)belangen spelen. We hebben ons uiteraard wel georiënteerd, velen van ons hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid werkbezoeken te brengen aan verschillende instellingen en te praten met professionals, pleegouders en cliënten. We hebben hen echter bewust pas in een later stadium formeel bij het proces betrokken. Inmiddels is die betrokkenheid wel vormgegeven door het voeren van verschillende overleggen, het inrichten van platforms die als gesprekspartner kunnen blijven dienen gedurende het hele transitieproces en uiteraard door middel van het consultatietraject op de visie. In een vervolgtraject richting 2015 zullen wij verder werken aan de concretisering van de visie tot een functioneel ontwerp en vervolgens een uitvoeringsplan. Wij zullen mensen vanuit de verschillende instellingen en organisaties en cliënten(organisaties) verzoeken een actieve rol te spelen in dit vervolgtraject. Velen hebben reeds aangegeven hier belangstelling voor te hebben. 10

15 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) 2. Visie op opvoeden en opgroeien in Noordoost Brabant Centraal bij de uitvoering van de transitie agenda voor Noordoost Brabant 3 staat: Het belang om kinderen, jongeren en gezinnen in een vroegtijdig stadium, snel en zo dichtbij mogelijk te ondersteunen en in hun eigen omgeving te helpen bij het opgroeien en opvoeden tot volwassen en zelfstandige burgers. Om dit te bevorderen is het nodig om: a. een sterke en positieve basis in de lokale samenleving voor jeugdigen en hun ouders te hebben door het versterken van informele steun van sociale netwerken (civil society) en de algemene voorzieningen; b. een samenhangende zorgstructuur te realiseren die erop gericht is de opvoeding niet over te nemen maar zoveel mogelijk te versterken. Hierdoor kunnen kinderen gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen aan de samenleving. 3 Noordoost Brabant bestaat uit vier subregio s en 20 gemeenten te weten; subregio De Meierij: s-hertogenbosch, Vught, Boxtel, Sint-Michielsgestel, Schijndel, Haaren, Heusden; subregio Maasland: Oss, Bernheze, Maasdonk; subregio Uden/Veghel: Uden, Veghel, Sint-Oedenrode, Boekel en Landerd; subregio Land van Cuijk: Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert, Sint Anthonis. 11

16 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) 3. Cijfers en Feiten In januari 2012 heeft het Transitie-Aanjaagteam aan Bureau De Jeugdzaak opdracht verleend onderzoek te doen naar het zorggebruik van de jeugdzorg in gemeenten in de regio Noordoost Brabant. Het doel van het onderzoek is inzicht te krijgen in het zorgaanbod, het zorggebruik en de bijbehorende zorgkosten. De cijfers moeten ook inzicht verschaffen over de mate waarin groei is te verwachten in bepaalde vormen van zorggebruik en tot welke financiële effecten dat leidt. Tevens kunnen de cijfers illustreren hoe kleine afwijkingen in zorggebruik grote budgettaire consequenties kunnen hebben op het niveau van gemeenten en subregio s. In het onderzoek zijn twee hoofdvragen aan de orde: A. Wat is het zorggebruik van de provinciale jeugdzorg, de jeugd-lvb en de jeugd-ggz per gemeente, subregio en de regio Noordoost Brabant? B. Wat zijn de kosten van de provinciale jeugdzorg, de jeugd-lvb en de jeugd-ggz per gemeente, subregio en de regio Noordoost Brabant? Voor de beantwoording van bovenstaande hoofdvragen verwijzen wij u naar de separate bijlage 2: Jeugdigen in Zorg in Noordoost Brabant (De Jeugdzaak april 2013). 12

17 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) 4. Uitgangspunten bij het concreet maken van de visie 4.1 Hoe zorgen we ervoor dat de zorg beter aansluit bij de behoeften van ouders en jeugdigen? Zorg op maat en een betere samenwerking rond jeugd en gezinnen is een van de redenen van deze stelselwijziging. Daarom is het van belang de positie van ouders en jeugdigen ook goed te beschrijven in deze visie. De vragen van jeugdigen en ouders zijn leidend bij het inrichten van het aanbod: verschillende vormen van ondersteuning en hulp worden geboden in samenhang en versterken elkaar, overlap wordt voorkomen. Ouders en jeugdigen hebben de mogelijkheid om hulp te zoeken in hun eigen omgeving (eventueel onder leiding van een coachende professional). We verwachten een positieve bijdrage van ouders en jeugdigen bij het oplossen van hun hulpvraag of verbeteringen in hun situatie (positief ouderschap). Het recht op zorg wordt vervangen door de introductie van een algemene zorgplicht (vergelijkbaar met het compensatiebeginsel WMO). Hierdoor ontstaat ruimte om maatwerk te bieden daar waar nodig. Dat betekent dat we van ouders en jeugdigen verwachten dat zij hun energie zoveel mogelijk richten op het op eigen kracht en met inzet van de mogelijkheden in hun eigen omgeving aanpakken van hun problemen en dat de inzet van hulp door professionele of gespecialiseerde instellingen niet altijd vanzelfsprekend is. Gemeenten in Noordoost Brabant overwegen de mogelijkheid een PGB (persoonsgebonden budget) te verstrekken in nader te beschrijven situaties en uitvoerende instellingen die voldoen aan de kwaliteitscriteria. 4.2 Wat gaan we beter en anders doen zodat het ook werkt? Ieder kind groeit bij voorkeur op in een gezin (in verschillende verschijningsvormen). Het versterken van de eigen kracht en de sociale netwerken rond kinderen en gezinnen staat daarom centraal. Ondersteuning en hulp door vrijwilligersorganisaties en professionals worden pas geboden wanneer opvoeders geen adequate ondersteuning in hun eigen netwerk kunnen vragen en/of kunnen vinden. De aldus te bieden ondersteuning en hulp zijn gericht op het versterken van de eigen mogelijkheden van kinderen en opvoeders en worden gedurende een zo kort mogelijke termijn en, als het kan door vrijwilligers, geboden. Ondersteuning en hulp zijn steeds gericht op het bieden van perspectief aan jeugdigen en gezinnen: dat betekent dat er sprake is van succes wanneer de ondersteuning en hulp (mede) tot gevolg hebben dat een gezin zonder zorg of hulp kan functioneren en dat een jeugdige voor zover mogelijk een startkwalificatie haalt en/of regulier werk heeft. 13

18 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Wanneer intensieve gespecialiseerde en/of meer langdurige zorg noodzakelijk is en/of wanneer de opvoeding (al dan niet tijdelijk) overgenomen moet worden, wordt de benodigde hulp toch bij voorkeur dichtbij of in het gezin geboden. Wanneer de veiligheid, gezondheid en /of cognitieve ontwikkeling van een kind ernstig in het gedrang komt of het kind zélf de veiligheid van de samenleving in gevaar brengt, zal de gemeente de verantwoordelijkheid nemen voor snel en adequaat ingrijpen door professionals en het treffen van passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen. Aan doelgroepen die op dit moment oververtegenwoordigd zijn in de gespecialiseerde zorg zal extra aandacht worden besteed om hen eerder en beter te bereiken met lichtere vormen van ondersteuning en hulp. 4.3 Wat vinden we belangrijk bij de uitvoering? Professionals werken samen met het gezin, het sociale netwerk en overige betrokken professionals. Zij zijn primair gericht op het versterken van de zelfredzaamheid van het gezin en het netwerk (en derhalve op het zo snel mogelijk overbodig maken van hun eigen inzet!) en zijn gericht op het bieden van perspectief op een zelfstandig leven. Strubbelingen in de ontwikkeling van een kind worden niet onnodig geproblematiseerd. Vragen en/of problemen van jeugdigen en ouders worden altijd bezien in de context van het gezin en het sociale netwerk: de professional heeft oog voor alle leefdomeinen en weet tevens om te gaan met culturele diversiteit. Dit vereist een brede kennis en ontwikkeling en een andere houding, met respect voor de privacy van de gezinnen. Professionals zijn dus enerzijds terughoudend met het zich te snel en te intensief bemoeien met een gezin, maar zijn anderzijds in staat signalen die duiden op onveiligheid of ernstige ontwikkelingsbelemmeringen voor kinderen, goed te onderkennen en vervolgens tijdig actie te ondernemen. Professionals zoeken elkaar op om elkaars werkwijze en specifieke deskundigheden te leren kennen, krachten te bundelen en samen te werken. Professionals werken met effectieve methodes. 4.4 Op welke manier werkt de organisatie/instellingen van de zorg mee aan een positief resultaat? Vragen van ouders en jeugdigen en/of signalen die duiden op problemen, worden opgepakt door professionals uit de eerste lijn, die dicht bij gezinnen en in de sociale omgeving van gezinnen werken: deze professionals maken een integraal plan van aanpak en besteden zo min mogelijk tijd aan (casus)overleg en zoveel mogelijk tijd aan het werken met en in het gezin: zij doen zoveel mogelijk zélf en schakelen alleen andere (gespecialiseerde) professionals in als dit echt nodig is. Bij zwaardere problematieke vindt tijdige opschaling plaats. Bij het maken van een plan van aanpak worden alle leefdomeinen in beeld gebracht, wordt de problematiek geanalyseerd en wordt vervolgens samen met het gezin 14

19 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) bepaald wat nodig is: ook de inzet van gespecialiseerde zorg kan integraal onderdeel uitmaken van dit plan van aanpak. Het uitgangspunt is dat een vaste contactpersoon zoveel mogelijk zorg zelf verleent. Hij/.zij schakelt alleen andere ( gespecialiseerde) professionals in als dit echt nodig is. Instellingen zorgen ervoor dat de desbetreffende eerstelijns-professionals voldoende bagage hebben om een verantwoorde afweging omtrent de noodzaak van de inzet van gespecialiseerde zorg te kunnen maken en dat zij een voldoende stevige positie kunnen innemen ten opzichte van de aanbieders van gespecialiseerde zorg. Instellingen werken samen met andere instellingen om te komen tot de best verantwoorde zorgtrajecten. Instellingen werken zo veel als mogelijk vraaggericht; in zoverre dat het vraaggerichte zorgtraject leidt tot een oplossing van de hulpvraag of een verbetering van de situatie. Op basis van heldere (kwaliteits)eisen wordt door de instellingen verantwoording afgelegd over behaalde resultaten Op regionaal niveau worden goede verbindingen gemaakt tussen de CJG s (en CJG s op locatie) en het Veiligheidshuis en aanpak huiselijk geweld. Op dit moment zijn de veiligheidsketen en jeugdzorgketen te veel gescheiden circuits. Hierdoor vallen er te veel (probleem)gezinnen tussen wal en schip. Beide ketens moeten meer geïntegreerd worden. 4.5 Wat houdt de gemeentelijke taak in? Hoe ver gaat de verantwoordelijkheid van de gemeente? Gemeenten zijn primair zélf verantwoordelijk voor de ondersteuning van hun eigen inwoners, in dit geval jeugdigen, ouders en andere opvoeders. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor een positief opvoedklimaat, van preventie en voegsignalering tot en met de zware gespecialiseerde zorg. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor goede gezondheidszorg via de inzet van de GGD. Een goede koppeling tussen de jeugdgezondheidszorg en jeugdzorg is van belang. Dit geldt overigens ook voor een goede koppeling tussen het welzijnswerk en jeugdzorg. Gemeenten betrekken ouders en jongeren, maatschappelijke organisaties en uitvoerende professionals bij de totstandkoming van dat beleid. Gemeenten leggen bij de ondersteuning van jeugdigen en opvoeders verbanden tussen zorg, onderwijs, werk en inkomen, sport en veiligheid. Zij sturen op samenwerking en afstemming tussen uitvoerende instellingen om te komen tot een integrale aanpak van meervoudige problematiek in gezinnen, maar ook intern, binnen de eigen beleidsafdelingen is sprake van samenwerking en van integraal beleid 15

20 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Gemeenten zorgen voor een adequaat basisaanbod en voor een goede en sluitende zorgstructuur, met name in een rond het onderwijs, maar ook rond andere instanties waar ouders en jongeren terecht kunnen: zij zorgen ervoor dat diegenen in de gemeente die problemen als eerste kunnen signaleren, bijvoorbeeld huisartsen, een goede toegang hebben tot en voldoende vertrouwen kunnen hebben in de werking van de zorgstructuur De 20 gemeenten in Noordoost Brabant vinden de schaal van Noordoost Brabant een goede schaal om de samenwerking rond jeugd en het proces van Transitie Jeugdzorg vorm te geven. Gemeenten kopen de noodzakelijke ondersteuning en zorg in bij uitvoerende organisaties. Daarbij wordt gestuurd op doelmatigheid, doelgerichtheid en kostenbeheersing. Gemeenten stellen voorwaarden en kwaliteitseisen op en vragen de instellingen om hierover verantwoording af te leggen, waarbij zij zorgen voor zo min mogelijk administratieve lasten. Gemeenten zorgen ervoor dat er voor cliënten een mogelijkheid is voor keuzevrijheid en om hun waardering voor de geboden zorg kenbaar te maken. Op gemeentelijk en op bovengemeentelijk niveau wordt de transitie van de jeugdzorg in samenhang opgepakt met de transitie AWBZ, de Participatie wet en Passend onderwijs. Gemeenten spreken de intentie uit om de deskundigheid, kennis en ervaring van de huidige professionals zoveel mogelijk voor de regio te behouden. Gemeenten spreken zich uit voor het in overleg met elkaar, en verdeeld over de regio, gebruik maken van de mogelijkheden van het experimenteer- c.q. voorloperartikel in de gewijzigde Wet op de Jeugdzorg. Dit artikel maakt het mogelijk om in de transitieperiode formeel al verantwoordelijkheden over te hevelen van de provincie naar de gemeenten. Gemeenten spreken zich uit voor het in overleg met elkaar, en verdeeld over de regio, gebruik maken van de mogelijkheden van het inrichten van voorloop pilots voor een integrale aanpak van jeugdzorg en passend onderwijs. De 20 gemeenten ontwikkelen een visie op de samenwerking en samenhang met het Veiligheidshuis (op item kinderen/gezinnen) en de koppeling met de aanpak Huiselijk Geweld. 16

21 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) 4.6 Beweging in beeld In onderstaande figuur is de gewenste beweging in beeld gebracht. 17

22 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) 5. Transitieagenda Noordoost Brabant 5.1. Aanpak van het proces in de themagroepen. De transitieagenda is uitgewerkt door vier themagroepen die bemenst zijn met ambtelijke medewerkers van alle betrokken 20 gemeenten. Per themagroep was er een opdrachtverstrekking (opgave) met uit te zoeken vragen. Per onderwerp was er een trekker die lid was van het aanjaagteam. Dit visiedocument bevat per thema een samenvatting van de opdracht/opgave, de ambitie, overwegingen en aanbevelingen. Voor thema II De toegang is door de themagroep besloten de opbrengsten voor te leggen aan cliënten en burgers om te horen wat zij ervan vinden. De reacties zijn verwerkt in de notitie van themagroep II. Voor brede inspraak van het maatschappelijk veld en cliënten verwijzen we u naar hoofdstuk 7 het participatie & communicatieplan. De brede betrokkenheid via themagroepen heeft er voor gezorgd dat de transformatie van de jeugdzorg breed leeft en er een actieve bijdrage is geleverd door iedere gemeente 5.2 Themagroep I: Toegang/indicatie en Transitiebestendig CJG Inleiding Iedere gemeente in Noordoost Brabant is verantwoordelijk voor een goed georganiseerd en ingevuld lokaal preventief jeugdbeleid. Het CJG is een onderdeel hiervan. Iedere gemeente of subregio beschikt inmiddels over een CJG. In drie subregio s is dit subregionaal georganiseerd (Maasland, Uden/Veghel en Land van Cuijk). In de Meierij is dit vooral lokaal georganiseerd. De CJG s bevinden zich in verschillende ontwikkelingsfases, ook het inhoudelijk aanbod is nogal verschillend. Verondersteld kan worden dat veel problemen laagdrempelig en met eenvoudige ondersteuning opgelost kunnen worden. Duidelijk is dat de CJG s (centraal of op locaties) een belangrijke positie innemen om de doelstelling van de transitieagenda te realiseren. Door de Transitie Jeugdzorg krijgen gemeenten vanaf 2015 de verantwoordelijkheid over alle vormen van jeugdhulpverlening. De zorg moet efficiënt en doelmatig worden ingezet. Hiervoor is lokaal een toegankelijke en goede zorgstructuur nodig met competente professionals. Met de CJG s is hier de afgelopen jaren door alle gemeenten op ingezet. Om nu ook te komen tot een efficiënter stelsel jeugdhulpverlening en het beroep op dure individuele 2 e lijns voorzieningen terug te dringen, zijn verschuivingen noodzakelijk naar lokaal. Bij ingewikkelde en dure vormen van zorg moet een beoordelingssystematiek worden ingericht om te weten wat ouder, kind of gezin nodig hebben en om het budget te bewaken. 18

23 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Opgave Hoe kan het plaatselijke CJG zich zodanig blijven ontwikkelen dat het toegankelijk is en de meeste vragen en problemen daar afgevangen kunnen worden? Hoe regelen we een goede aansluiting met de gespecialiseerde zorg als zwaardere zorg nodig is? Ambitie 1. Inrichting: Het CJG is op een zodanige wijze ingericht dat zorg zo licht mogelijk, zo efficiënt mogelijk en zo snel mogelijk, en waar mogelijk lokaal geregeld kan worden. 2. Basisaanbod: Er is een goed basisaanbod in het CJG met ruimte voor lokale verschillen. 3. Zorgstructuur: Er is een sluitende zorgstructuur om gespecialiseerde zorg in te kunnen zetten. 4. Kostenbeheersing: Er is beheersing op de kosten van dure/gespecialiseerde zorg. Overwegingen Inrichting Veel problemen beginnen klein, maar als ze escaleren worden ze groot. Sommige problemen gaan niet over, de meeste wel. In alle gevallen is het de bedoeling dat er zoveel mogelijk herstel van het gewone leven plaatsvindt. Ook iemand met een probleem wil graag zo goed mogelijk meedoen. Het CJG herstelt zo veel mogelijk het normale leven en versterkt de opvoeding en eigen kracht. Het aanbod is effectief geweest indien: De algemene gezondheid, opvoeding en ontwikkeling van jeugd is bevorderd; Problemen bij gezondheid, ontwikkeling, opgroeien en opvoeden zijn voorkomen; (Beginnende) problemen zijn verholpen of hanteerbaar gemaakt; De veiligheid van de jeugdige en de samenleving is hersteld. Basisaanbod Ieder CJG heeft een basisaanbod op het gebied van opvoeden en opgroeien, dat wordt uitgevoerd met goede professionals en effectieve programma s. Dit is in de gehele regio gelijk. Naast het basisaanbod JGZ is een breed basisaanbod beschikbaar op basis van kennis van behoeften. Vanwege het verschil in lokale situaties en hun problematiek is exact dezelfde structuur en exact hetzelfde aanbod niet noodzakelijk, zelfs niet gewenst. De structuur en het aanbod moeten aansluiten bij de lokale situatie en de vraag. Zorgstructuur Er is (boven)regionaal behoefte om deskundig advies in te winnen van experts/ vakspecialisten die integrale afwegingen kunnen maken over de aard en aanpak van een problematiek. Deze specialisten opereren onafhankelijk van de instellingen. Kostenbeheersing Zie ook uitwerking themagroep IV 19

24 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Aanbevelingen Inrichting Op alle vindplekken 4 zijn (zorg- of welzijns)generalistische professionals beschikbaar. Zij vormen het CJG op locatie. Deze professionals hebben een mandaat om bepaalde (lichte) vormen van zorg zelf in te kunnen zetten (met afbakeningen in tijd, geld en veiligheids - problematiek). Ze weten waar hun grenzen liggen en wie ze kunnen inschakelen als een casus hun mandaat te boven gaat. Lokaal is er de mogelijkheid om op afroep te overleggen met relevante partijen uit de nulde- eerste- en tweede lijn. Als in geval van veiligheidsproblematiek gezinnen te motiveren zijn om hulp te accepteren worden zij binnen het CJG geholpen. Als dat niet het geval is, zal de (huidige) jeugdbescherming de regie voeren over de zorgcoördinatie in het gezin. Lopende het onderzoek blijft het CJG wel medeverantwoordelijk voor het gezin. Basisaanbod Zorg in ieder geval voor het volgende basisaanbod: Consultatiebureaus/JGZ 0-4, kinderdagopvang en peuterspeelzalen; Maatschappelijk Werk en Jeugdgezondheidszorg 4-19; Zorgstructuur Zorgteam (voorschools, primair onderwijs, voortgezet onderwijs en ROC; Naast dit basisaanbod, kan een breder basisaanbod beschikbaar zijn op basis van lokale kennis van behoeften. Zorg voor beschikbare experts/vakspecialisten die invliegen als vragen te complex worden; Deze experts opereren onafhankelijk van instellingen; Bij complexe of veiligheidsproblematiek, als ouders en/of jongeren niet te motiveren zijn en/of er sprake is van onveilige situaties, worden de taken en verantwoordelijkheden van het lokale CJG overschreden en moet de (huidige) jeugdbescherming de regie voeren over de zorgcoördinatie in het gezin; Afstemming: Er is, in voorkomende gevallen, altijd nadrukkelijk afstemming tussen nulde- eerste- en tweedelijnszorg bijvoorbeeld via een casuïstiekoverleg CJG (eventueel een plus - overleg gericht op veiligheidsproblematiek); De afstemming kan ook op en andere manieren geregeld worden. 4 De belangrijkste vindplekken zijn peuterspeelzalen, kinderdagverblijven, consultatiebureaus, scholen PO/VO/MBO/SO, wijken, zorgpleinen, werkpleinen en huisartsen. 20

25 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Kostenbeheersing Er is een poortwachter aanwezig die (namens de gemeenten) de budgetten kan bewaken en beoordeelt of de juiste zorg in wordt gezet (volgens de transformatie en het zo-zo-zo principe: zo kort mogelijk, zo dichtbij mogelijk, zo snel mogelijk). 5.3 Themagroep II: Indicatie/toegang tot (gespecialiseerde) jeugdzorg Opgave/Ambitie Minder problematiseren, minder en beter afgewogen inzet van dure zorg en beter inzetten van eigen mogelijkheden We maken teveel gebruik van dure en veraf georganiseerde gespecialiseerde zorgvormen, terwijl we meer nabije en goedkopere alternatieven onvoldoende overwegen. Anderzijds wordt soms te lang gewacht met de inzet van noodzakelijke gespecialiseerde zorg en lopen situaties uit de hand. Ook zijn we te weinig flexibel bij het inzetten van gespecialiseerde zorg en onderzoeken we te weinig de mogelijkheden tot het maken van effectieve combinaties van verschillende zorgvormen en het inzetten van gespecialiseerde zorg in deeltijd. We leggen teveel nadruk op de tekorten van ouders en kinderen en kijken te weinig naar de mogelijkheden, zowel bij ouders en kinderen zelf, als in hun directe omgeving. Die houding vinden we niet alleen bij professionals, ook ouders zélf zijn vaak gericht op de zorg waarop zij recht menen te hebben en minder op de oplossingen die zij zelf of in hun eigen omgeving kunnen vinden. Meer integraal werken Er is één vaste contactpersoon ( casusverantwoordelijke ) voor het gezin (een teamlid van het CJG team) en één (overdraagbaar) dossier. Er is sprake van méér doen en praten mét gezinnen en minder van (met elkaar) praten over gezinnen. Wanneer gespecialiseerde zorg nodig is wordt een cliënt vanuit het CJG niet overgedragen aan een andere instelling, maar wordt de expertise van die instelling ingevoegd in het traject dat vanuit het CJG al met het gezin is ingezet. Wanneer gezinnen in eerste instantie niet gemotiveerd zijn om hulp te aanvaarden, zijn de professionals in het CJG team in hoge mate in staat hen alsnog te motiveren. Wanneer sprake is van een onveilige situatie in een gezin zijn de professionals in het CJG team in staat de risico s met de ouders te bespreken en hun zorgen daaromtrent met de ouders te delen. Wanneer dit niet lukt en wanneer de onveilige situatie blijft bestaan of acuut bedreigend is, wordt direct en tijdig de Jeugdbescherming ingeschakeld. Een eenvoudige toets op de inzet van duurdere zorgvormen: bewaking van de kwaliteit van de plannen van aanpak en bewaking van het budget voor de inzet van hulp bij opvoeden en opgroeien door een poortwachter onder gemeentelijke regie. Het integrale plan van aanpak kan zowel inzet van (vrijwilligers) uit het eigen netwerk en de eigen omgeving omvatten, als ook de inzet van dure en minder dure vormen van 21

26 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) professionele hulp en zorg. Alle zorgvormen die onderdeel zijn van het plan van aanpak worden zoveel mogelijk in de directe omgeving van het gezin uitgevoerd. In plaats van de huidige manier van indicaties stellen, willen we een eenvoudige toets op de inzet van alleen de duurdere vormen van zorg voor jeugd. Minder dure vormen van hulp en ondersteuning kunnen zonder deze toets worden ingezet. De toets wordt uitgevoerd door een poortwachter, onder directe gemeentelijke regie. De poortwachter bekijkt of de inzet van duurdere zorgvormen voldoende is gemotiveerd en bewaakt het voor opvoed- en opgroeihulp beschikbare budget. Andere toegangen: Jeugdhulp in de zin van de nieuwe Wet kan behalve via een besluit van het College ook nog toegekend worden door: - De huisarts - De (kinder) rechter - De jeugdreclassering - De jeugdbescherming Gemeenten hebben geen directe invloed op deze toegangen, maar moeten wel de rekening betalen. Het voeren van goed overleg met en het opbouwen van een goede samenwerkingsrelatie met deze personen en instanties is derhalve cruciaal. Waar het gaat over de huisartsen is opgenomen in de nieuwe Wet dat gemeenten, huisartsen en zorgverzekeraars afspraken maken over de doorverwijzing. Overwegingen/aanbeveling Er zal op korte termijn fors geïnvesteerd moeten worden in kennis en vaardigheden van de CJG- professionals; We zullen op korte termijn moeten investeren in het vergroten van het volume inzetbare vrijwilligers en in de scholing van vrijwilligers; We moeten investeren in de afstemming en samenwerking tussen CJG team en huisartsen; we gaan in overleg met de huisartsen in de regio Noordoost om nadere afspraken te maken in lijn met de landelijke afspraken; Er is aandacht nodig voor goede afstemming met c.q. integratie van de zorgstructuren in het onderwijs met het CJG team. 5.4 Themagroep III: Passend onderwijs Inleiding Schoolbesturen en samenwerkingsverbanden zijn verantwoordelijk voor de interne ondersteuningsstructuur. De gemeente is met de decentralisatie van de jeugdzorg (en preventief jeugdbeleid) verantwoordelijk voor de externe ondersteuningsstructuur (alles om het onderwijs). Een samenhangend en afgestemd stelsel van interne en externe leerlingenzorg moet het doel zijn van de samenwerking. Immers kinderen en jongeren moeten in een zo vroeg mogelijk stadium en in de eigen omgeving geholpen worden om escalatie van problemen te voorkomen. 22

27 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Uitgangspunten voor de samenwerking met het onderwijs zoals in hoofdstuk 4 geformuleerd zijn: het onderwijs is mede verantwoordelijk voor de opvoeding van kinderen en geeft daar, naast de onderwijsgevende taak, samen met gemeenten onder meer invulling aan door het inrichten en in stand houden van professionele zorgteams op de scholen; het onderwijs en gemeenten zorgt ervoor dat in de zorgteams integrale plannen van aanpak worden gemaakt en dat vanuit de zorgteams zo snel mogelijk actie wordt ondernomen richting gezinnen. Opgave Op welke wijze is Passend Onderwijs te verbinden met de Transitie Jeugdzorg en zijn beide stelselwijzigingen in samenhang met elkaar te ontwikkelen? Deelvragen die hierbij beantwoord dienen te worden: Hoe willen we in Noordoost Brabant de afstemming met het onderwijs vorm geven? Op welke schaal? Wat zijn de keuzemogelijkheden nu de regio-indeling passend onderwijs niet gelijk is aan de samenwerkingsschaal Transitie Jeugdzorg? Hoe zijn c.q. worden de taken en rollen en verantwoordelijkheden verdeeld in die situaties waarbij (extra) inzet door het onderwijs en gemeenten (jeugdzorg) nodig is? Hoe past de voorloperaanpak hierbij? De antwoorden beperken zich tot hoofdlijnen. Veel is nog in ontwikkeling, bijvoorbeeld de inrichting van de nieuwe samenwerkingsverbanden binnen het onderwijs, waardoor verschillende onderdelen nog niet tot in detail uit te werken zijn. Ambitie Het doel en de ambitie zijn tot een beter en effectiever stelsel te komen. De aansluiting tussen onderwijs en jeugdzorg vormt hierin een cruciale schakel. Om tot een beter stelsel en goede aansluiting te komen is een effectieve overlegstructuur nodig. Voor een effectieve overlegstructuur zien wij de volgende uitgangspunten: Structuur voor Passend Onderwijs wordt afgestemd met de bestaande structuur voor Transitie Jeugdzorg. Dit is nodig voor de samenhang en om inhoudelijk verbindingen te kunnen leggen; Structuur moet recht doen aan de schaal van BNO en ruimte bieden aan subregio's en lokale verschillen tussen gemeenten ('couleur locale'); In de structuur zijn de gemeenteraden van de 20 deelnemende gemeenten het hoogste besluitnemend orgaan voor zaken waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn. Alle portefeuillehouders jeugd en onderwijs van de 20 gemeenten in BNO zijn in het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) vertegenwoordigd. 23

28 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Overwegingen Met de huidige ontwikkelingen binnen jeugdzorg en onderwijs ontstaat een festival van kansen voor een effectiever stelsel. In de eerste plaats kansen om kinderen, jongeren en hun ouders in of vanuit de school sneller de hulp en ondersteuning te kunnen bieden wanneer zij die nodig hebben. In de tweede plaats kansen op professioneel vlak waarbij, om integraal te werken en professionals ruimte te bieden, een beweging in gang wordt gezet van specialisme naar meer generalisme, van specifiek naar meer algemeen. In de derde plaats institutionele kansen waarbij ontschotting tussen instellingen en financiën de huidige versnippering tegengaat en bijdraagt aan een overzichtelijker en beter samenhangend stelsel. In de vierde plaats kansen om het gemeentelijk Onderwijs Achterstanden Beleid (vve, schakelklassen, zomerschool, etc.) beter te benutten en waar nodig deel uit te laten maken van een passend antwoord op de leer- en ondersteuningsbehoefte van onze kinderen en jongeren. Om deze kansen te benutten is het van belang te komen tot een aansluitingsmodel en een overlegstructuur waarin onderwijs en gemeenten de verbinding tussen Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg in samenhang kunnen vormgeven en afstemmen. Aanbevelingen In de ideale situatie worden didactische vragen én vragen over ontwikkeling en opvoeding zoveel als mogelijk integraal benaderd en niet in aparte, gescheiden systemen van onderwijs en jeugdzorg. In de Voorloperaanpak waar gemeenten in Noordoost Brabant en onderwijs samen aan meedoen, wordt bovenstaand model in pilots uitgewerkt. Met deze pilots wordt op kleine schaal ervaring opgedaan met de randvoorwaarden, kwaliteit en effectiviteit van het model alvorens het in te voeren in de hele regio. Het is bekend dat de regio s voor passend onderwijs en de Transitie Jeugdzorg niet samenvallen. Wat dit precies betekent, is onderwerp van nader onderzoek, maar kinderen en gezinnen mogen hier niet de dupe van worden. Daarom is het aan te bevelen dat de school en professionals vragen voor ondersteuning en begeleiding in eerste instantie behandelen ongeacht de woonplaats van het kind of het gezin. Pas als er inzet vanuit de gespecialiseerde jeugdzorg nodig is, dient een afweging gemaakt te worden of de casus overgeheveld moet worden naar een aangrenzende regio. Het principe zo dicht mogelijk bij de jongere/gezin de zorg organiseren is hierbij het uitgangspunt. Om genoemde aansluiting te bereiken, stellen gemeenten samen met onderwijs een gezamenlijke agenda en stappenplan op. Deze agenda bevat gemeenschappelijke uitgangspunten om passend onderwijs in samenhang met Transitie Jeugdzorg vorm te geven. Tevens bevat het de gemeenschappelijke thema s die in het Ondersteuningsplan van de nieuwe samenwerkingsverbanden aan de orde komen. 24

29 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Om een goede afstemming te bereiken tussen de drie passende onderwijsregio s in Noordoost Brabant ( 30-5,30-6 en 2507) en jeugdzorg stellen wij het volgende voor: OOGO ( Op overeenstemming Gericht Overleg) per passend onderwijsregio te organiseren; Minimaal 1 maal per jaar met de drie passende onderwijsregio s overleg over de overkoepelende onderwerpen; Ambtelijke afstemming op schaal van Noordoost tussen onderwijsambtenaren en jeugdambtenaren ter bewaking van de samenhang tussen passend onderwijs en transitie jeugdzorg. 5.5 Themagroep IV: Financieringssystematiek en regionale samenwerking Inleiding In de bestuurlijke afspraken is geconstateerd dat op alle taken bij de Transitie Jeugdzorg voldoende bestuurskracht nodig is. De redenen hiervoor zijn: behoud van opgebouwde expertise, financiële risicospreiding bij de inkoop van zorg, keuzevrijheid van cliënten en de beperking van administratieve lasten. In het nieuwe Jeugdwet komt te staan voor welke gemeentelijke taken landelijke kwaliteitseisen gaan gelden en welke waarborgen er voor ouders en kind moeten zijn 5. De verwachting is dat voor bepaalde groepen jongeren, alsmede voor jeugdbescherming en jeugdreclassering, als voorwaarde bovenlokale samenwerking van gemeenten voorgeschreven gaat worden. Het heeft de voorkeur van het Kabinet (Rutte II) om bij de decentralisatie op termijn gemeenten na te streven met een omvang van inwoners. Gemeenten hebben deze opschaling nodig om een goede partner te zijn voor maatschappelijke organisaties zoals zorginstellingen en om financiële risico s te kunnen dragen en te beschikken over de benodigde kennis en capaciteit. Hiervoor streeft het kabinet enkele tweesporen beleid na. Spoor 1: krachtige samenwerkingsverbanden nastreven bij de decentralisaties( congruente samenwerking). Spoor2: meer schaalvergroting nastreven door provincies meer initiatieven te laten nemen voor gemeentelijke herindelingen. Waar nodig zal regionale samenwerking in de decentralisatiewetgeving worden meegenomen. Opgave Welke financieringssystematiek geeft gemeenten de meeste mogelijkheden om te sturen op transformatie in de jeugdzorg? Welke regionale samenwerkingsscenario s zijn er tussen gemeenten om de transformatie in de jeugdzorg te bevorderen en wat zijn de voor en nadelen hiervan? 5 Beleidsbrief VWS Geen kind buiten Spel. 25

30 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Ambitie Gemeenten willen het systeem van jeugdzorgaanbieders zó beïnvloeden dat de gewenste transformatie kan plaatsvinden. De gemeenten willen dit doen binnen de financiële kaders die door het rijk gegeven zijn. Gemeenten willen geen wachtlijsten en bureaucratische indicatiestellingen. De inpassing moet aansluiten op het preventief jeugdbeleid en de CJG ontwikkeling. Gemeenten streven na meer te investeren in de 0 e en 1 e lijn zodat inzet van de gespecialiseerde jeugdzorg kan worden verminderd. De regionale samenwerking biedt een oplossing voor de jeugdzorgvormen die te specialistisch zijn om lokaal of subregionaal vorm te geven. Daarnaast biedt het een oplossing voor de financiële risico s voor individuele gemeenten. Verder zal voor sommige jeugdzorgvormen landelijk een regionale samenwerkingschaal tussen gemeenten voorgeschreven worden. Overwegingen Nadere toelichting op de vormen van sturen In de studie van Movisie Sturing van Welzijn wordt onderscheid gemaakt tussen twee vormen van sturing: New Public Management: Wanneer er overeenstemming is over de oplossingen voor de problematiek (een duidelijke productspecificatie) die kan worden vastgelegd in een overeenkomst. Governance: Wanneer er (nog) geen overeenstemming of helderheid is over oplossingen voor de problematiek worden aanbiedende partijen betrokken bij de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de problematiek In de verschillende fasen van de beleidscyclus vervullen de partners verschillende rollen: Sterke sturing is gekoppeld aan een hoog expertiseniveau en een grote verantwoordelijkheid en controleerbaarheid. De tweedelijns jeugdzorg is voor gemeenten echter een nieuwe taak, waarbij de schaal die nodig is om de expertise op te bouwen veelal groter is dan de schaal van de gemeente zelf. Gemeenten willen wel de samenhang in de jeugdzorgketen behouden (inhoud) en willen we grip houden op de budgetten voor de zorg (proces). De vraag is of we moeten kiezen voor het sturen op inhoud of sturen op processen. Wat het beste past bij een/de gemeente(n) hangt o.a. af van de beschikbare expertise en de gewenste samenhang in de keten van het jeugdbeleid: - Leg je de inhoud vast dan bestaat de kans dat op procesaspecten minder kan worden gestuurd; - stuur je vooral op het proces, dan loop je het risico niet bij te kunnen sturen op inhoud, maar daar alleen op te kunnen selecteren. 26

31 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Aan ons nu de taak om in te schatten welke keuze leidt tot welke risico s bij de aansturing. Complex hierbij is dat we met een groot aantal gemeenten hierin samen optrekken die wellicht verschillen wat betreft expertise en gewenste mate van sturing. Waarom kiezen we voor Governance model? Het proces dat we samen ingaan is een ontwikkelingstraject. Hierbij hebben zowel de gemeenten als de aanbieders van jeugdzorg verplichtingen en verantwoordelijkheden. Samen gaan we een lerend proces in, dat verschillende fases zal kennen. In de praktijk zal het niet zo zijn dat je alleen op inhoud of alleen op proces stuurt. De verwachting is dat we gedurende de 1 e jaren van het proces expertise op inhoud nodig hebben. Na een aantal jaren zouden we inhoudelijk wat meer afstand kunnen nemen en ons meer op het proces moeten richten. De gemeente stelt de inhoudelijk doelstellingen vast en het is van belang om te werken aan het expertiseniveau binnen de gemeenten. Hiermee bereiken wat we willen: sturen op de transformatie die nodig is. In het implementatieplan zal vorm gegeven moeten worden aan het expertiseniveau dat nodig is. Integrale benadering opdrachtgeverschap Inmiddels is het onderwerp opdrachtgeverschap nader onderzocht en zijn er verdergaande inzichten. Daar komt bij dat we er steeds meer van overtuigd zijn dat we als het kan moeten kiezen voor dezelfde inkoopsystematiek voor hulp in het kader van de transitie AWBZ /WMO als in het kader van de Jeugdwet. Zowel voor de inkoop in het kader van de WMO als voor die in het kader van de Jeugdwet worden in de regio inmiddels de volgende uitgangspunten geformuleerd: In het sociale domein zijn gemeenten en instellingen van elkaar afhankelijk en ook instellingen zijn onderling afhankelijk. Niemand is gebaat bij concurrentie, zeker ook de cliënt niet, maar de huidige subsidiesystematiek werkt juist concurrentie in de hand en stimuleert geen samenwerking en kennisdeling. Het nieuwe inkoopmodel moet recht doen aan dit complexe karakter en de netwerkstructuur van het sociale domein; Gemeenten willen een nieuwe benadering in de WMO en de Jeugdwet, waarbij we niet meer problemen voor mensen oplossen, maar het zelfoplossend vermogen van mensen versterken en vraaggericht werken. Dit vraag een omslag tot in de haarvaten van de betrokken instellingen (en gemeenten ) en maakt het moeilijk om vooraf aanbod vast te leggen, zoals nu vaak in contracten en subsidies gebeurt. Afspraken moeten flexibel zijn en partijen moeten steeds bereid zijn de eigen bijdrage te heroverwegen en bij te stellen; Gemeenten willen meer sturen op effecten en niet op aanbod. We willen op zoek naar afspraken die zo dicht mogelijk bij het effect liggen en ruimte laten aan instellingen om daar dan het goede instrumentarium bij in te zetten. Om de gewenste effecten te bereiken hebben instellingen ruimte nodig om hun aanbod, hun instrumentarium aan te passen aan wat er nodig is, zonder procedures en 27

32 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) ander tijdrovend ongemak. Het is een grote uitdaging om goed te formuleren welke effecten we met het beleid en dus met de opdrachtverlening beogen. Het budget wordt zeer fors gekort: gemeenten en instellingen moeten nieuwe manieren van werken gaan vinden, waar oude bestaande functies vervallen. Met de inkoop moeten ontwikkeling en innovatie worden gestimuleerd en beloond; Nadere toelichting op bestuurlijk aanbesteden Bij hiervoor genoemde uitgangspunten lijkt het model van bestuurlijk aanbesteden het beste te passen. Een vorm van aanbesteden waarbij we niet vooraf in detail vastleggen welke activiteiten moeten worden uitgevoerd. Maar wel moet duidelijk zijn aan welke doelstellingen de instellingen werken en wat zij van de gemeenten mogen verwachten. Er kan gewerkt worden met twee niveaus van contracteren: Een basisovereenkomst waarin de onderlinge verhouding, communicatie en overleg geregeld wordt en waarin afspraken over randvoorwaarden en basale onderwerpen als kwaliteit, toetreding, uittreding en dergelijke. Deelovereenkomsten over concrete deelopdrachten: zoveel mogelijk op basis van effecten geformuleerd in meetbare termen. Bij het werken met deelovereenkomsten is zowel subsidie als het inkopen van zorg mogelijk. Contracteren in deze vorm, met de bovengenoemde uitgangspunten, geeft onzekerheid voor instellingen. Afspraken over hoe om te gaan met deze onzekerheden en risico s horen bij de te maken afspraken in de basisovereenkomst. Eigen bijdrage In de huidige situatie is het zo dat als een kind in een jeugdzorginstelling of in een pleeggezin woont, betalen zijn ouders daarvoor een bepaald bedrag per maand. Dit is de ouderbijdrage in de provinciale jeugdzorg. Ook als het kind alleen in de weekenden bij een pleeggezin is of dagbehandeling heeft, betalen de ouders een ouderbijdrage. De ouder die onderhoudsplichtig is moet de ouderbijdrage betalen. Zak- en kleedgeld krijgt het kind van de jeugdzorginstelling. Soms betaalt de instelling ook een deel van de reiskosten naar huis. Een instelling mag overigens zelf beslissen wat ze wel en niet betaalt. De hoogte van de ouderbijdrage in de jeugdzorg is afhankelijk van de leeftijd van het kind en het soort hulpverlening dat het kind krijgt. De hoogte van de bijdrage is niet afhankelijk van het inkomen. Of de hulpverlening vrijwillig of justitieel (onvrijwillig) is, maakt voor de hoogte van de ouderbijdrage geen verschil. Er zijn vrijstellingsmogelijkheden. Jongeren die zelf geld verdienen of een uitkering krijgen, en in een instelling wonen, betalen een eigen bijdrage. Als de jongere een uitkering heeft, is die eigen bijdrage even hoog als het netto maandinkomen, min een kwart van het minimumloon dat voor die leeftijd geldt. Afwegingen en overwegingen eigenbijdragen In de provinciale jeugdzorg geldt op dit moment al een eigen bijdrage bij uithuisplaatsing van de jeugdige. Op grond van de Jeugdwet is het vanaf 2015 verplicht voor gemeenten om een inkomensafhankelijke eigen bijdrage in te voeren. Het voordeel hiervan is dat ouders 28

33 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) ( nog meer) bewust zijn van hun verantwoordelijkheden. Het nadeel zou kunnen zijn dat het een zorgmijdend effect kunnen hebben bij vrijwillige hulpverlening. Gezien de grote financiële bezuiniging in de jeugdzorg is het noodzakelijk voor bepaalde vormen van jeugdzorg een eigenbijdragen vast te stellen. Voor de vaststelling wordt nog een ministeriële regeling uitgewerkt. Inning gebeurd niet door de gemeente zelf hiervoor wordt een rechtspersoon door het ministerie aangewezen (dit zou bijvoorbeeld het Centraal Administratie Kantoor (CAK) kunnen zijn of Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen (LBIO). Nadere toelichting op persoonsgebonden budget (PGB) De PGB mogelijkheid is op dit moment alleen van toepassing in de jeugd LVB en jeugd GGZ maar niet voor provinciale jeugdzorg. Met een PGB kan geen geneeskundige behandeling of therapie worden betaald, maar moet men eerder denken aan weekendopvang, logeerhuizen etc., inzet van persoonlijke ondersteuner. Om in aanmerking te komen voor een persoonsgebonden budget in de jeugdzorg, moest er voor jongeren onder de 18 een indicatie worden aangevraagd bij en afgegeven worden door het Bureau Jeugdzorg. De indicatie kan, naar keuze, worden verzilverd in de vorm van een PGB of 'zorg in natura'. Een groot deel van de groei van de pgb s heeft plaatsgevonden in de zorg voor jeugd. Er is sprake geweest van wildgroei waarbij het niet duidelijk was of dit de daadwerkelijke zorg ten goede kwam. De voordelen voor cliënten om regie te voeren over hun eigen leven en maximale flexibiliteit in dienstverlening die past bij hun persoonlijke situatie, zijn vaak genoemde argumenten om pgb s ook voor de jeugdzorg te behouden. Binnen het nieuwe wettelijk kader voor de transitie van jeugdzorg blijft het mogelijk voor gemeenten om met pgb s te gaan werken in plaats van zorg in natura. Dat is dan mogelijk voor alle vormen van jeugdhulp, echter wanneer jeugdhulp wordt ingezet in het kader van jeugdbescherming of jeugdreclassering is het niet mogelijk om die zorg via een PGB in te zetten. Bij de beoordeling van de vraag of de inzet van zorg via een PGB wenselijk is, zouden de volgende aspecten afgewogen moeten worden: het ontbreken van een alternatief voor zorg in natura; de mogelijkheid van de ouder om regie te kunnen voeren op de zorg (jeugdzorg en jeugdbescherming zijn uitgezonderd) de doelmatigheid van de ingekochte zorg. 29

34 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Voor- en nadelen voor gemeente Voordelen Meer zeggenschap cliënt (maatwerk mogelijk) Cliënt is zelf verantwoordelijk voor bewaken kwaliteit (minder controle door gemeente mogelijk?) Geen wachtlijsten Kans op wisselende zorgverleners Nadelen Risico op fraude Ouder kan opvoeding niet aan Voor- en nadelen voor cliënt Voordelen Zelf de regie voeren over de zorg Zelf bepalen wie welke hulp of ondersteuning gaat geven Zelf de tijden bepalen waarop de hulp geboden wordt Zelf bepalen wat de zorgverlener moet doen en hoe dit moet gebeuren Nadelen Werkgeverschap met daarbij horende verplichtingen Zelf voor vervanging zorgen bij uitval Zelf toezien op kwaliteit Beperkt door financiële ruimte van het budget Uitbesteding administratie is mogelijk Zelf hulp zoeken bij onduidelijkheden of besluitvorming Verantwoording en administratie PGB vragen discipline, kennis en tijd In principe moet het mogelijk zijn om binnen de jeugdzorg in Noordoost Brabant te werken met PGB s maar dan niet om de redenen die tot nu toe veel gebruikt worden. Het zou de voorkeur hebben (zoals bijv. in het visievoorstel transitie AWBZ) te werken met vouchers in plaats van met contante budgetten. Hierdoor wordt zeker gesteld dat de middelen ook daadwerkelijk aan zorg voor de jeugdigen worden besteed. Er moet voldoende flexibiliteit komen bij te contracteren partijen om aan de vraag van ouders en jeugdigen te voldoen (bijvoorbeeld: als ondersteuning in de avonduren wenselijk is in plaats van tijdens kantoortijden moet dit ook in zorg in natura geleverd kunnen worden). Deze flexibiliteit moet in de subsidieafspraken worden geregeld. Daar waar dit niet kan zal PGB afgewogen moeten worden. Deze zgn particuliere jeugdzorg moet dan ook verkrijgbaar zijn. In een uitvoeringsplan zal dit nader uitgewerkt moeten worden. 30

35 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Aanbevelingen Samenvatting aanbevelingen over financieringsystematiek Kiezen voor het Governance model om te kunnen sturen op maatschappelijke effecten. Wij willen de oplossingen voor maatschappelijke problemen gezamenlijk met de jeugdzorg aanbieders formuleren. Kiezen voor dezelfde financieringsystematiek en opdrachtgeverschap voor transitie AWBZ en voor de transitie jeugdzorg in Noordoost Brabant vanwege het belang van een integrale benadering van ondersteuning van burgers die zorg nodig hebben. Kiezen voor het model van bestuurlijk aanbesteden met een basisovereenkomst en deelovereenkomsten. Financiering via subsidie blijft mogelijk in een deelovereenkomst. Wij willen duidelijke zakelijke afspraken maken en financiële prikkels inbouwen om de transformatie vorm te geven. Gemeenten willen sturen op effecten en niet op aanbod. Wij bevelen aan de kanteling ook in de Nulde en Eerste lijn te verwerken in de financieringsafspraken en opdrachtverstrekkingen (lokale aangelegenheid met gevolgen voor de gespecialiseerde jeugdzorg). Het financieringsproces in hoofdfases inrichten, flexibiliteit en vraaggericht werken inbouwen. In het implementatieplan procesindicatoren en prestatie-indicatoren benoemen. Informatiesystemen zijn afgeleide hiervan. Het instrument van PGB voor Noordoost handhaven in die gevallen waar zorg in natura niet aanwezig is of geleverd kan worden. Onderzoeken of er met vouchers gewerkt kan worden. Daar waar een kinderbeschermingsmaatregel uitgesproken is, is het instrument van PGB niet van toepassing. De invoering van eigenbijdragen voor bepaalde vormen van jeugdzorg is wettelijk verplicht. Aanbevelingen over regionale samenwerking: De schaalgrootte van regionale samenwerking aanpassen op de zorgvormen van de gespecialiseerde jeugdzorg. In principe zo laag mogelijk en hoog als nodig de zorgvormen organiseren. De voorgestelde verdeling, schaal overnemen (zie tabel op volgende pagina). Argumenten die bij de verdeling van de zorgvormen een rol hebben gespeeld zijn, risicospreiding, behoud van expertise, betere onderhandelingspositie, slagkracht van de gezamenlijke gemeenten. Kiezen voor een regionaal intensief samenwerkingsscenario tussen gemeenten, waarbij naast gezamenlijke financiering, gezamenlijk beleid wordt gemaakt en dat uitgaat van de solidariteitsgedachte tussen gemeenten voor die zorgvorm waarbij dit van toepassing is. Na deze keuze door de 20 gemeenten op dit onderdeel, zal een organisatievorm verder worden uitgewerkt. 31

36 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Onderdelen Argumenten Schaal Spoedeisende Jeugdzorg Jeugdbescherming Jeugdreclassering AMK Omvang en effectief en efficiënt Omvang en risicospreiding en behoud van expertise Omvang en risicospreiding en behoud van expertise Omvang en risicospreiding en expertise Bovenregionaal (Noordoost en Zuidoost huidige samenwerkingsniveau) Regionaal Regionaal Regionaal Pleegzorg Verblijf jeugdzorg Verblijf GGZ Verblijf LVB Deeltijd verblijf (jeugdzorg) Enkelvoudig ambulant jeugdzorg Enkelvoudig ambulant GGZ Enkelvoudig ambulant LVG Licht pedagogische hulp Omvang en risicospreiding, behoud van specialisatie. Betere onderhandelingspositie Behoud van specialisatie en risicospreiding Betere onderhandelingspositie Behoud specialisatie en risicospreiding Betere onderhandelingspositie Behoud specialisatie en risicospreiding Betere onderhandelingspositie Behoud specialisatie en risicospreiding Zo dicht mogelijk bij kinderen en ouders; financiële risico s zijn te overzien Zo dicht mogelijk bij kinderen en ouders Zo dicht mogelijk bij kinderen en ouders Zo dicht mogelijk bij kinderen en ouders Regionaal Regionaal Regionaal Regionaal Regionaal Subregionaal Subregionaal Subregionaal Lokaal/subregionaal Tabel 1: Voorgestelde verdeling samenwerking naar zorgvormen. 32

37 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) 6. Inrichting van het jeugdzorgstelsel Als je de uitkomsten en aanbevelingen van de themagroepen verwerkt kom je tot onderstaand organisatieplaatje. Waarbij de CJG-er op locatie dezelfde positie heeft als een sociaal wijkteam. Figuur 2: Inrichting van het jeugdzorgstelsel Noordoost Brabant Poortwachter is onafhankelijk en vooruitgeschoven post namens de (gezamenlijke) gemeenten. Hij/zij levert zelf geen hulp maar heeft wel verstand van inhoud, bewaakt budgetten en inzet van zorg, bevordert vraaggericht werken van instellingen, bewaakt de transformatie. CJG-ers op locatie kunnen rechtstreeks ook (tot een bepaald bedrag) 2e lijns zorg inzetten. Zij stemmen dit af met de poortwachter. 33

38 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) 7 Participatie & Communicatieplan 7.1 Inleiding Een duidelijke randvoorwaarde voor het behalen van de achterliggende visie is, dat de visie, concrete uitgangspunten en uitwerkingen onvoorwaardelijk geaccepteerd worden en er transformatiebereidheid ontstaat bij alle betrokkenen. Alleen dan zal een proces van transitie en werkelijke transformatie op gang gebracht kunnen worden. Om deze doelstelling te bereiken is het van belang tijdig te communiceren met de doelgroepen en ze te betrekken (participatie) in de verschillende transitiefasen. Veranderingsbereidheid en medewerking is nodig om tot implementatie over te kunnen gaan. Met een participatie & communicatieplan wordt geborgd dat alle partijen op een eenduidige, heldere en voor ieder te begrijpen wijze, worden voorzien in de informatiebehoeften. Het uitgangspunt hierbij is, dat de informatie steeds op een wijze wordt verstrekt, die belanghebbenden zal motiveren te participeren in het transitieproces. We onderkennen enkele doelgroepen in het kader van Transitie Jeugdzorg. De doelgroepen zijn: Overheden Noordoost Brabant Instellingen Huisartsen Onderwijs Professionals Klanten/cliënten Burgers In de voorbereiding- en ontwerpfase is een uitgewerkt participatie/communicatieplan geschreven worden. Onderstaand de kapstok voor het participatie en communicatieplan. Verdere uitwerking zie bijlage Participatie & Communicatiedoelstelling Draagvlak en optimale afstemming zijn cruciaal om op innovatieve wijze vorm te geven aan de transitie jeugdzorg. Doel van dit communicatieplan: Alle belanghebbenden worden tijdig en adequaat geïnformeerd en betrokken in het transitieproces van de jeugdzorg in Noordoost Brabant zodat er draagvlak ontstaat voor de visie en aanpak van de transformatie. In de concrete uitwerking van het participatie en communicatieplan zullen deze doelstellingen SMART geoperationaliseerd worden. 34

39 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) 7.3 Kernboodschap Nieuwe aanpak jeugdzorg Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor bijna alle vormen van hulp en zorg voor jeugdigen en opvoeders. Voor jeugdigen en opvoeders betekent dit: Minder verwijsmomenten (één gezin, één plan); Snelle inzet van hulp en zorg op maat; Meer preventie om verergering van problemen te voorkomen. Mogelijk goedkopere hulp en zorg. Regio Noordoost Brabant start in 2013 (versnellingsinitiatief) De provincie Noord-Brabant gaat samen met gemeenten uit regio Noordoost Brabant al per 1 januari 2013 deels op deze manier werken. De verantwoordelijkheid voor enkelvoudige ambulante jeugdzorg gaat dan naar de gemeenten. Het gaat om hulpverlening aan jeugdigen met complexe bij opgroei- en opvoedingsproblemen door middel van een aantal gesprekken. Deze gesprekken vinden plaats bij een instelling voor jeugdzorg of thuis in het gezin. Door per 1 januari 2013 hiermee te starten, doen de gemeenten begeleid ervaring op met de nieuwe visie, taak en organisatie op het gebied van jeugdzorg. Ook is er tijd om de taken zorgvuldig en gecontroleerd over te nemen van de provincie. Hierdoor zijn ze beter voorbereid op de grote overdracht in Communicatie-effecten Binnen het Transitieproces in Noordoost Brabant hebben we te maken met verschillende doelgroepen. Dit vraagt om verschillende benaderingswijzen in de communicatie. Het is belangrijk dat per doelgroep een geschikte manier en middelen worden gebruikt in het transitieproces. Het samenspel tussen de doelgroepen; overheid, instellingen, onderwijs, huisartsen, professionals en klanten leidt tot (systeem)gedrag, dat de zorg voor jeugd in zijn geheel in meerdere of mindere mate effectief maakt. Met behulp van een goed participatie/communicatieplan willen wij dit proces positief beïnvloeden. Door het bewerkstellingen van een goede interactie tussen de doelgroepen willen we ervoor zorgen dat de transitie tot stand komt. Door de juiste communicatiemiddelen in te zetten, kunnen we dit gedrag hopelijk positief sturen. 35

40 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Figuur 4: Interactie tussen doelgroepen leidt tot bepaald systeemgedrag. Wat willen we bij de verschillende doelgroepen bereiken? Overheden Noordoost Brabant Bij de doelgroep overheden kunnen we onderscheid maken tussen de betrokken wethouders, de ambtenaren en de gemeenteraden. Het doel is om deze groepen optimaal te informeren over, en te betrekken bij de vorming van het visiedocument. Op deze manier wil het aanjaagteam binnen de regio voldoende bestuurlijke en ambtelijke draagvlak krijgen voor de visie en het implementatie en uitvoeringsplan. Instellingen Het is belangrijk eerste en tweedelijns instellingen alsmede onderwijs in het kader van Passend Onderwijs te betrekken bij de vorming van het visiedocument. Instellingen moeten zich herkennen in de visie en deze delen, zodat zij de visie niet zien als iets wat hen vanuit de politiek opgelegd wordt. Wanneer betrokken instellingen de visie niet delen zal dit de uitvoering in de praktijk onmogelijk maken. Onderwijs Met name op het deelonderwerp Passend Onderwijs is deze doelgroep van essentieel belang om tot een goede visie en concrete afspraken te komen. Maar ook in zijn algemeenheid is het belangrijk om betrokkenheid en draagvlak na te streven op de transitie jeugdzorg. 36

41 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Huisartsen/Professionals: De huisarts in een belangrijke schakel in het proces. Als vindplaats, doorverwijzer en contactpersoon voor jeugdigen en gezinnen zijn zij in de keten betrokken. Draagvlak en betrokkenheid in het transitieproces van deze doelgroep is nodig. Professionals uit het veld zullen de visie van de regio in de praktijk gaan uitvoeren. Door professionals deelgenoot te maken van het proces hoopt het aanjaagteam dat het draagvlak op de werkvloer vergroot wordt en de visie op een goede manier vertaald wordt naar de praktijk. Klanten/cliënten: Het is belangrijk om deze doelgroep te betrekken bij de visievorming. Welke gevolgen heeft onze visie voor de cliënten? Cliëntenraden kunnen ons waardevolle input geven ten behoeve van het visiedocument. Burgers: Voor burgers en inwoners is communicatie over het transitieproces niet de eerste focus. Natuurlijk zal er wel algemene informatie verspreidt worden wat het transitieproces betekend voor de burgers. Ook zullen alle inwoners van de 20 gemeenten van Noordoost Brabant op de hoogte moeten zijn waar men terecht kan voor vragen over jeugd en jeugdhulp (na transitie), hoe het nieuwe systeem werkt etc. Daarnaast kan burgerparticipatie in het transitieproces worden ingezet voor een frisse en onafhankelijke blik op de stelselwijziging, als spiegel voor beleidsmakers, instellingen en professionals. 7.5 Communicatiemiddelen Het onderliggende communicatieplan beschrijft enkele activiteiten en middelen die nu worden ingezet door het aanjaagteam Transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant. Tijdens de vergaderingen van het aanjaagteam zal communicatie ook een vast agendapunt zijn om tijdig te kunnen anticiperen en bijstellen op vragen en behoeften van de verschillende doelgroepen. 1) Doelgroep: Overheden Noordoost Brabant (Sub) Regionaal Bestuurlijk Overleg & ambtelijk aanjaagteam Noordoost Brabant De reguliere (sub) regionale overlegstructuur zal worden ingezet om de transitie Jeugdzorg in de regio vorm en inhoud te geven en besluitvorming voor te bereiden. Het ambtelijk aanjaagteam NO is verantwoordelijk voor de uitvoering en rapporteert de voortgang van het transitieproces in het Regionaal Bestuurlijk Overleg NO. 37

42 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Raadsinformatieavonden Op subregionaal en lokaal niveau zijn in het eerste kwartaal 2012 raadsleden geïnformeerd over de Transitie Jeugdzorg in zijn algemeenheid. In enkele gemeenten heeft ook de raad zich op eigen initiatief laten informeren over het transitieproces door een eigen bijeenkomst te plannen. Ook in het totale transitieproces van 2012 tot 2015 kunnen dergelijke informatieavonden op initiatief van de gemeenten georganiseerd worden. Nieuwsflits Transitie Noordoost Het RBO en ambtelijk aanjaagteam transitie geeft gedurende de gehele voorbereidingsperiode ( ) regelmatig een nieuwsbrief uit over ontwikkelingen en vorderingen in het proces van transitie in Noordoost Brabant. Deze nieuwsbrief wordt ook ter beschikking gesteld aan de gemeenteraden in Noordoost zodat zij proactief informatie ontvangen over de voortgang en voorliggende keuzes. Brede raadsbijeenkomsten De eerste brede raadsbijeenkomst is gepland op 24 oktober Hierbij zijn al de gemeenteraden van Noordoost Brabant uitgenodigd om met elkaar te discussiëren over de concept visie van de regio. Dit instrument kan eventueel ook in de toekomst gebruikt worden om met gemeenteraden in gesprek te gaan. 2) Doelgroep: Instellingen In de oriëntatiefase zijn er veldbijeenkomsten georganiseerd om te brainstormen over de op stapel staande transitie van de jeugdzorg. Voor bestuurders en ambtenaren was het in deze oriëntatie ook belangrijk om een goed beeld te vormen van de verschillende vormen van jeugdzorg en een kennis making met de instellingen die deze zorg leveren in de regio Noordoost Brabant. Hiervoor organiseerde het aanjaagteam in februari en maart enkele werkbezoeken voor ambtenaren en bestuurders jeugd. Bij de onderstaande instellingen hebben we in de keuken mogen kijken. Bijzonder Jeugdwerk Brabant, provinciale jeugdzorgaanbieder. Het thema was gesloten jeugdzorg. De La Salle, instelling voor licht verstandelijk gehandicapten. Het thema was jeugd verstandelijk gehandicapten. Oosterpoort en Stichting Maashorst, provinciale jeugdzorgaanbieder. De thema s waren pleegzorg en medische kinderopvang. Bureau Jeugdzorg, vestiging Den Bosch. Het thema was spoedeisende jeugdzorg, veiligheid en bescherming. Topaze, provinciale jeugdzorgaanbieder. Het thema was het project ervarend leren ( op de boerderij). Met het centrum voor kinder- en jeugdpsychiaterie Herlaarhof. Het thema was jeugd-ggz. Veldbijeenkomsten en werkbezoeken als communicatie/participatie instrument kunnen ook in de overige fasen van de transitie jeugdzorg worden ingezet. 38

43 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Bestuurlijk Klankbord Instellingen Noordoost Een bestuurlijk klankbord Instellingen zal in het najaar 2012 worden ingesteld. Tot maart 2013 zal de visie en uitgangspunten met dit klankbord worden besproken in enkele bijeenkomsten. Ook in het totale vervolgproces (ontwerp en implementatiefase) kan dit bestuurlijk klankbord van grote waarde zijn voor draagvlak en uitwerking van de visie in concrete handvaten en een hernieuwd jeugdzorgstelsel. 3) Doelgroep: Huisartsen /Professionals (Ronde) tafelgesprekken In het najaar 2012 en eerste kwartaal 2013 zullen er één of enkele ronde-tafelgesprekken plaatsvinden met huisartsen en professionals om de (concept) visie te spiegelen aan de uitvoeringspraktijk. Vragen die daar bediscussieerd worden zijn bijvoorbeeld: Waar lopen professionals tegenaan in de praktijk en geeft de visie daar (deels) antwoord op? Wat kan de conceptvisie betekenen voor het dagelijks werk? Na afloop van deze ronde-tafel wordt geëvalueerd en verder invulling gegeven aan het betrekken van professionals in het transitieproces. 4) Betrekken van burgers en cliënten bij de transitie van de jeugdzorg Klankbordgroep cliëntenraden en ervaringsdeskundigen Voor cliëntenraden en betrokken burgers in de jeugdzorg om zo hun ideeën en meningen te verzamelen. Deze input levert een bijdrage aan de visie op de transitie van de jeugdzorg voor de regio Noordoost Brabant. Na dit eerste inspraak traject zal met deze klankbordgroep besproken worden welk vervolg dit moet hebben in het vervolgtraject en als concreet plan worden uitgewerkt in het implementatie en uitvoeringsplan. Bijeenkomsten met onafhankelijke burgers Wanneer er alleen een bijeenkomst voor actieve burgers en cliënten wordt georganiseerd is de diversiteit aan meningen en ideeën wellicht beperkt. Daarom zal in het eerste kwartaal 2013 een bijeenkomst georganiseerd worden met burgers, met of zonder specifieke ervaring met de jeugdzorg. Dit om ideeën en meningen te horen van zoveel mogelijk verschillende burgers en perspectieven in relatie met de inrichting van de jeugdzorg. 39

44 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) 8 Vervolgproces & plan van aanpak procesplanning Het transitieproces in Noordoost Brabant kent een aantal hoofdfasen: 1) Oriëntatie- & verkenningsfase ( ) 2) Beleid/visie vormingsfase (2012) 3) Voorbereiding/ontwerpfase ( ) 4) Implementatie en uitvoeringsfase ( ) Op 1 januari 2015 gaat de wettelijke verantwoordelijkheid voor de gespecialiseerde jeugdzorg over van provincies naar gemeenten. Deze zomer hebben de Brabantse gemeenten en de provincie onderzocht of het mogelijk is om als gemeenten al in 2013 of 2014 de verantwoordelijkheid voor het ambulante deel van de jeugdzorg van de provincie over te nemen. Gemeenten zouden daarmee al kunnen sturen op zorgvernieuwing en op samenwerking tussen hulp- en zorgverleners uit verschillende domeinen rondom een gezin (één gezin, één plan). Bovendien doen gemeenten ervaring op met hun regionale visie, hun nieuwe taak en de organisatiestructuur die zij voor de toekomstige uitvoering hebben ontworpen. Deze versnelling kan als eerste stap in de transitie worden gezien. 8.1 De Versnelling eerste stap transitie Op 1 januari 2015 gaat de wettelijke verantwoordelijkheid voor de gespecialiseerde jeugdzorg over van provincies naar gemeenten. In de zomer van 2012 hebben de Brabantse gemeenten en de provincie onderzocht of het mogelijk is om als gemeenten al in 2013 of 2014 de verantwoordelijkheid voor het ambulante deel van de jeugdzorg van de provincie over te nemen. Gemeenten zouden daarmee al kunnen sturen op zorgvernieuwing en op samenwerking tussen hulp- en zorgverleners uit verschillende domeinen rondom een gezin (één gezin, één plan). Bovendien doen gemeenten ervaring op met hun regionale visie, hun nieuwe taak en de organisatiestructuur die zij voor de toekomstige uitvoering hebben ontworpen. Het voorstel is op 27 augustus door GS geaccordeerd en op 13 september door de wethouders jeugd van alle gemeenten in Noordoost-Brabant. De regio Noordoost wil deze zogenaamde versnelling laten ingaan op 1 januari Daarom vindt er in de komende maand besluitvorming plaats over een bestuursovereenkomst waarin concrete afspraken tussen gemeenten (onderling) en provincie zijn vastgelegd. Indien deze eerste stap van de transitie breed wordt omarmd, ondertekenen gemeenten en provincie op 1 november a.s. de regionale overeenkomst. Door per 1 januari 2013 hiermee te starten, doen de gemeenten vooraf ervaring op met de nieuwe visie, taak en organisatie op het gebied van jeugdzorg. Ook is er tijd om de taken zorgvuldig en gecontroleerd over te nemen van de provincie. Hierdoor zijn ze beter voorbereid op de grote overdracht in

45 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Wat is enkelvoudig ambulante jeugdzorg? Als alle gemeenten uit de regio Noordoost-Brabant het voorstel accepteren dan gaat de verantwoordelijkheid voor enkelvoudige ambulante jeugdzorg over naar de gemeenten. Het gaat om hulpverlening aan jeugdigen met complexe opgroei- en opvoedingsproblemen door middel van een aantal gesprekken. Deze gesprekken vinden plaats bij een instelling voor jeugdzorg, thuis in het gezin of op school. Wie komen in aanmerking voor ambulante jeugdzorg? De doelgroep van enkelvoudig ambulante jeugdzorg bestaat uit jeugdigen en gezinnen met complexe opgroei- en opvoedingsproblemen: Jeugdigen/ouders die zich vrijwillig met een hulpvraag melden bij het Centrum voor Jeugd en Gezin of bij een van de lokale hulpinstellingen. Ouders die omgangsbegeleiding na echtscheiding van de rechter opgelegd hebben gekregen. Jeugdigen die onder de jeugdbescherming of jeugdreclassering vallen. De indicatiestelling en begeleiding van deze jeugdigen blijven ook tijdens de versnelling bij BJZ. De gemeenten zijn in de bovengenoemde situaties verantwoordelijk voor het regelen van de zorg. Waar gaan gemeenten over vanaf 2013? Gemeenten krijgen de bevoegdheid tot het maken van afspraken met de vier gespecialiseerde jeugdzorginstellingen in de regio over de levering van enkelvoudig ambulante jeugdzorg. Het Rijk geeft aan dat er nog geen middelen kunnen worden overgedragen naar gemeenten maar dat het mogelijk is om te werken met gesloten beurzen : De provincie verstrekt de doeluitkering voor de jeugdzorg aan de gespecialiseerde jeugdzorgaanbieders. Dit is nu ook al gebruikelijk. De gemeenten bepalen voor een deel dat hen is toegerekend hoe er zorg wordt geleverd en onder welke voorwaarden. Dit gebeurt in onderhandeling met de jeugdzorgaanbieders. Provincie en gemeenten moeten daarvoor overeenkomen welk deel van de doeluitkering kan worden ingevuld en bewaakt door gemeente X, welk deel door gemeente Y et cetera. Dit is het zogenaamde trekkingsrecht per gemeente. In een regionale bestuursovereenkomst leggen gemeenten onderlinge afspraken over samenwerking vast. Ook beschrijven gemeenten daarin hoe zij met de trekkingsrechten omgaan en hoe zij willen zorgen dat zij de beschikbare capaciteit goed inzetten en niet overschrijden. Daarnaast krijgen de gemeenten de mogelijkheid om jeugdzorg zonder indicatie van Bureau Jeugdzorg (BJZ) in te zetten. Dit betekent dat de gemeente zelf kan bepalen welke jeugdigen enkelvoudig ambulante jeugdzorg kunnen krijgen. 41

46 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Hiervoor geldt als voorwaarde van het Rijk en de provincie dat BJZ hierbij betrokken wordt. BJZ kijkt vooral naar de veiligheidssituatie van het kind en of de juiste zorg wordt voorgesteld. Dit doet BJZ zonder dat de jeugdige een extra professional hoeft te zien. Als de gemeente en BJZ het eens zijn over de inzet van ambulante jeugdzorg, worden de jeugdige en het gezin begeleid door een vaste contactpersoon die namens de gemeente handelt. In samenwerking met BJZ wordt momenteel uitgewerkt hoe de betrokkenheid van BJZ wordt vormgegeven. De gemeenten kunnen hiervoor capaciteit van BJZ op de locaties van de Centra voor Jeugd en Gezin in de regio inzetten. Zo werken gemeenten en provincie ook aan overdracht of behoud van kennis in de sector. Wat betekent de versnelling voor jeugd en gezin? De overdracht van enkelvoudig ambulante jeugdzorg naar gemeenten betekent voor jeugd en gezin: Minder verwijsmomenten (één gezin, één plan); Snelle inzet van hulp en zorg op maat; Meer preventie om verergering van problemen te voorkomen; Mogelijk goedkopere hulp en zorg. Afspraken tussen gemeenten Het budget en het aantal cliënten dat jaarlijks met enkelvoudig ambulante jeugdzorg wordt geholpen, is circa 4,5 miljoen en circa cliënten op jaarbasis. Gemeenten krijgen een trekkingsrecht. Dit is een percentage van het totale regiobudget dat is omgerekend in een aantal uren ambulante jeugdzorg. De gemeente maakt afspraken met zorgaanbieders over de wijze waarop de uren worden ingezet. In de regionale bestuursovereenkomst is afgesproken dat gemeenten er voor zorgen dat zij het totale regiobudget niet zullen overschrijden. Natuurlijk kan er binnen dat budget wel een vorm van verschuiving, ook wel verevening genoemd, plaatsvinden. De gemeenten in Noordoost hebben hierover een vorm van solidariteit afgesproken in de regionale bestuursovereenkomst. Als in de ene gemeente iets meer uren zorg nodig zijn en in een andere gemeente zijn uren over, dan is het mogelijk om deze te verevenen. De afspraak is dat de trekkingsrechten per subregio worden gebundeld en dat verevening daarbinnen op subregionaal niveau wordt geregeld. Ook is het mogelijk om tussen subregio s met uren te schuiven. Dit gebeurt door besluitvorming in het Regionaal Bestuurlijk Overleg. Een andere afspraak in de bestuursovereenkomst is dat de gemeenten s-hertogenbosch en Oss, namens de andere gemeenten de gewenste afspraken met de zorgaanbieders maken. Hiermee geven zij vorm aan de rol van centrumgemeente. s-hertogenbosch doet dat voor de Meierij, Oss doet dat voor Maasland, Uden/Veghel en Land van Cuijk. 42

47 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Regionale Stuurgroep Na besluitvorming richten gemeenten, provincie, jeugdzorgaanbieders en Bureau Jeugdzorg een regionale stuurgroep in. De stuurgroep volgt de ontwikkeling tijdens de versnelling in 2013 op de voet. Daar waar nodig lost deze groep knelpunten op, monitort de zorginzet, stuurt bij en legt voorstellen voor besluitvorming voor aan het Regionaal Bestuurlijk Overleg. 8.2 Voorbereiding en ontwerpfase Na besluitvorming over het visiedocument dat duidelijkheid moet geven over de visie op de transitie, uitgangspunten en aanbevelingen zal gestart kunnen worden met het uitwerken van het ontwerp van het vernieuwde jeugdzorgstelsel. Uiteindelijk zal dit leiden tot een implementatie en uitvoeringsplan leiden. Ervaringen die we als regio opdoen in het kader van de versnelling kunnen worden meegenomen in dit implementatie en uitvoeringsplan. 8.3 Implementatie en invoeringsfase Dit betreft de daadwerkelijke uitvoerings- van het implementatie en invoeringsplan zoals genoemd in de vorige paragraaf. Duidelijk is dat per 1 januari 2015 de transitie jeugdzorg een feit is. Het aanjaagteam voorziet een implementatie en invoering in 2014 zodat alle betrokken partijen op 1 januari 2015 klaar kunnen staan voor de jeugdigen in Noordoost Brabant en het nieuwe jeugdzorgstelsel een feit is. 43

48 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Lijst met gebruikte afkortingen & definities Afkortingen: CJG Centrum Jeugd en Gezin CJG op locatie Vooruitgeschoven post van het CJG in een wijk of in de natuurlijke omgeving van jongeren en gezinnen ( bijvoorbeeld wijkpunten, scholen/ consultatiebureaus of huisartsen) AMK Advies- en meldpunt kindermishandeling SHG Steunpunt huiselijk geweld AWBZ Algemene wet bijzondere ziektekosten BJZ Bureau Jeugdzorg WJZ Wet op de jeugdzorg CIZ Centrum Indicatiestelling Zorg CvI Commissie van Indicatiestelling GGZ Geestelijk gezondheidszorg LVB/LVG Licht verstandelijk beperkt/gehandicapt OM Openbaar Ministerie (V)OTS Voorlopige Onder toezichtstelling JR Jeugd Reclassering RvK Raad voor de Kinderbescherming WMO Wet maatschappelijke ondersteuning Wsw Wet sociale werkvoorziening Participatiewet Begrippen: Nulde lijn: Eerste lijn: Tweede lijn: Netwerk- Organisatie: Onder andere: Vrijwilligers, verenigingen, vrienden, mantelzorg, onderwijs. Hulpverlenende instellingen zonder voorafgaande indicatiestelling door Bureau Jeugdzorg. (onder andere: Maatschappelijk werk, welzijnswerk, jeugdgezondheidszorg, huisartsen, verloskundigen, MEE, Consultatiebureau). Gespecialiseerde jeugdzorg (na indicatie BJZ, of doorverwijzing door huisarts). Organisatievorm waarbij meerdere zelfstandige organisaties samenwerken. 44

49 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (versie ) Bijlage I Regionaal Communicatieplan Zie separaat bijgevoegde bijlage Bijlage II Transitie Jeugdzorg in cijfers Zie separaat bijgevoegde bijlage 45

50 Implementatie communicatieplan Transitie Jeugdzorg Saskia Meijs 20 maart 2013 Versie 5 (definitief) Situatieschets Wat is de transitie jeugdzorg? Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor bijna alle vormen van hulp en zorg voor jeugdigen en opvoeders. Op grond van het regeerakkoord van het kabinet RutteI worden gemeenten financieel en uitvoeringstechnisch verantwoordelijk voor de uitvoering van alle jeugdzorg die nu onder het rijk, de provincie, de AWBZ en de Zorgverzekeringswet valt. Concreet wordt de gemeente verantwoordelijk voor: - Provinciale jeugdzorg (Wet op de jeugdzorg), waaronder jeugdbescherming en jeugdreclassering; - Jeugd GGZ (Zorgverzekering en AWBZ); - Zorg voor verstandelijke gehandicapte jeugd (AWBZ). De overdracht van taken van de diverse overheden naar de gemeenten wordt transitie jeugdzorg genoemd. Naast een nieuw wettelijk kader komt er ook één financieringsstroom voor alle vormen van ondersteuning en hulp aan kinderen en hun opvoeders Het rijk en de provincie verwachten een actieve houding van gemeenten. Zij willen deze Transitie het liefst in regionaal verband met regiogemeenten aanpakken. Wat zijn de beoogde gevolgen van de transitie jeugdzorg? De transitie biedt gemeenten meer mogelijkheden voor integrale en daarmee effectievere hulp aan jeugdigen en gezinnen. De decentralisatie van jeugdzorg biedt volop kansen voor verbetering. De hoofddoelstellingen van het nieuwe jeugdzorgstelsel zijn: Ouders zijn als eersten verantwoordelijk voor het gezond en veilig opgroeien van hun kinderen, voor de ontwikkeling van de talenten van hun kinderen op weg naar een zelfstandig leven en worden op die verantwoordelijkheid aangesproken; De overheid komt pas in beeld als dit niet vanzelf gaat; Eerdere ondersteuning en zorg op maat en een betere samenwerking rond gezinnen. Kinderen, ouders en andere opvoeders moeten dus gemakkelijk ergens terecht kunnen met vragen over opvoeden en opgroeien: dat voorkomt mogelijk het ontstaan of het verergeren van problemen. En wanneer er problemen zijn, wordt er snel en op maat hulp en ondersteuning geboden, waardoor de problemen niet escaleren. Deze gespecialiseerde jeugdzorg moet naadloos aansluiten op de jeugdtaken waar gemeenten nu al voor verantwoordelijk zijn. Voor jeugdigen en opvoeders betekent het nieuwe jeugdzorgstelsel: Minder verwijsmomenten (één gezin, één plan); Als het nodig is snelle inzet van hulp en zorg op maat; Meer preventie om verergering van problemen te voorkomen/ op te lossen; 1

51 Een beroep op de inzet van eigen mogelijkheden binnen het eigen netwerk; Goedkopere hulp en zorg; Kostenbesparing. Voor gemeenten betekent het nieuwe jeugdzorgstelsel: Het bieden van een positieve basis in de lokale samenleving. Bevorderen van de inzet van informele steun van sociale netwerken en algemene voorzieningen en; Een samenhangende zorgstructuur creëren voor het signaleren en aanpakken van problemen. Die erop gericht is de opvoeding niet over te nemen maar zoveel mogelijk te versterken. Ervoor zorgen dat jeugdigen gezond en veilig opgroeien, hun talenten ontwikkelen en naar vermogen meedoen aan de samenleving. Hoe en wanneer vindt de transitie jeugdzorg plaats? Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor bijna alle vormen van hulp en zorg voor jeugdigen en opvoeders. Het jeugdzorgstelsel wordt dan volledig aangepast aan de nieuwe jeugdwet. De gemeenten maken het beleid. Centrum Jeugd en Gezin (CJG) is het aanspreekpunt voor hulp in de jeugdzorg. 2

52 Communicatieplan 1. Communicatiedoelgroep De primaire doelgroepen zijn: Cliënten; (autochtone en allochtone) Jeugdigen en (pleeg)ouders of andere opvoeders o die momenteel gebruik maken van jeugdzorg. De colleges van de twintig deelnemende gemeenten in Noordoost Brabant, subregio's De Meierij, Maasland, Uden/Veghel, Land van Cuijk en Statenleden o die meewerken aan de transitie jeugdzorg. De gemeenteraden van de twintig deelnemende gemeenten in Noordoost Brabant, subregio's De Meierij, Maasland, Uden/Veghel, Land van Cuijk o die meewerken aan de transitie jeugdzorg. Medewerkers van de afdelingen Zorgplein, RBL BNO, Werk en inkomen (of soortgelijke afdelingen bij de andere 19 gemeenten) o die meewerken aan de transitie jeugdzorg. Nulde lijn: instellingen zoals sportclubs, vrijwilligerswerk, kinderopvang, onderwijs en huisartsen o die momenteel werkzaamheden doen m.b.t. jeugdzorg o die per 1 januari gaan werken volgens het nieuwe jeugdzorgstelsel Eerste lijn: professionele jeugdinstellingen die vrij toegankelijke jeugdzorg bieden (zonder indicatie), zoals GGD, maatschappelijk werk en welzijnswerk o die momenteel werkzaamheden doen m.b.t. jeugdzorg o die per 1 januari gaan werken volgens het nieuwe jeugdzorgstelsel Tweede lijn: jeugdzorginstellingen (gespecialiseerde jeugdzorg) o die momenteel werkzaamheden doen m.b.t. jeugdzorg o die per 1 januari gaan werken volgens het nieuwe jeugdzorgstelsel WMO-raden van gemeenten en cliëntenraden van jeugdzorginstellingen o die meedenken over de transitie jeugdzorg De secundaire doelgroepen zijn: (autochtone en allochtone) Inwoners o die soms informele netwerk vormen voor cliënten o die geïnteresseerd zijn in jeugdzorg (om welke reden dan ook) Pers 3

53 2. Communicatiedoelen Centrum Jeugd en Gezin (CJG) is het aanspreekpunt voor hulp in de jeugdzorg. Jeugdigen en hun (pleeg)ouders kunnen hier gemakkelijk terecht met vragen over opvoeden en opgroeien: dat voorkomt mogelijk het ontstaan of het verergeren van problemen. CJG is dan ook een belangrijk orgaan in de transitie jeugdzorg. Projectdoel transitie jeugdzorg Wanneer er problemen zijn, wordt er snel en op maat hulp en ondersteuning geboden, waardoor de problemen niet escaleren. Deze gespecialiseerde jeugdzorg moet naadloos aansluiten op de jeugdtaken waar gemeenten nu al voor verantwoordelijk zijn. Communicatiedoel Het communicatiedoel is om de communicatie over de transitie jeugdzorg zo goed mogelijk te laten verlopen; Primaire doelgroepen op tijd en volledig te informeren zodat zij op de hoogte blijven van de veranderingen en gevolgen daarvan. De communicatiedoelen per doelgroep stellen we op aan de hand van gewenste kennis, houding en gedrag. Dit is wat we willen bereiken. Cliënten; (autochtone en allochtone) Jeugdigen en ouders of andere opvoeders o Kennis: Cliënten weten in grote lijnen wat de transitie jeugdzorg is, Waarom en hoe het plaatsvindt en wat de gevolgen ervan zijn voor zichzelf en hun kind(eren). Dit is maatwerk per cliënt! o Houding: Cliënten begrijpen de transitie jeugdzorg, maar (sommigen) zien liever anders. o Gedrag: Cliënten blijven jeugdzorg afnemen in het nieuwe jeugdzorgstelsel. Of cliënten gaan zelfstandig op zoek naar andere (soorten) hulpverlening. De gemeenteraden van de twintig deelnemende gemeenten in Noordoost Brabant, subregio's De Meierij, Maasland, Uden/Veghel, Land van Cuijk o Kennis: De gemeenteraden weten wat de transitie jeugdzorg is, waarom en hoe het plaatsvindt en wat de gevolgen ervan zijn voor zichzelf en de betrokken doelgroepen. o Houding: Ze begrijpen de transitie jeugdzorg, maar (sommigen) zien liever anders. o Gedrag: De gemeenteraden in Noordoost Brabant gaan gezamenlijk aan de slag met de transitie jeugdzorg. Daarnaast werken ze nauw samen met Provincie, betrokken onderwijs-, zorginstellingen en huisartsen. Ze weten waar ze wel en niet op mogen sturen. 4

54 De colleges van de twintig deelnemende gemeenten in Noordoost Brabant, subregio's De Meierij, Maasland, Uden/Veghel, Land van Cuijk o Kennis: De colleges weten wat de transitie jeugdzorg is, waarom en hoe het plaatsvindt en wat de gevolgen ervan zijn voor de organisatie en de betrokken doelgroepen. o Houding: Ze begrijpen de transitie jeugdzorg, maar (sommigen) zien liever anders. o Gedrag: De colleges in Noordoost Brabant gaan gezamenlijk aan de slag met de transitie jeugdzorg. Hierbij staan de wensen en behoeften van cliënten centraal. Daarnaast werken ze nauw samen met Provincie, betrokken onderwijs-, zorginstellingen en huisartsen. Ze weten waar ze wel en niet op mogen sturen en over mogen beslissen. Medewerkers van de afdelingen Zorgplein, RBL BNO, Werk en inkomen Nulde lijn: instellingen zoals sportclubs, vrijwilligerswerk, kinderopvang, onderwijs en huisartsen Tweede lijn: jeugdzorginstellingen (gespecialiseerde jeugdzorg) Eerste lijn: professionele jeugdinstellingen die vrij toegankelijke jeugdzorg bieden (zonder indicatie), zoals GGD, maatschappelijk werk en welzijnswerk WMO-raden van gemeenten en cliëntenraden van jeugdzorginstellingen o Kennis: Ze weten wat de transitie jeugdzorg is, waarom en hoe het plaatsvindt en wat de gevolgen ervan zijn voor de organisatie en de cliënten. o Houding: Ze begrijpen de transitie jeugdzorg, maar (sommigen) zien liever anders. o Gedrag: Ze gaan in gesprek met de gemeenten in Noordoost Brabant om goed voorbereid te zijn op de transitie jeugdzorg. Hierbij staan de wensen en behoeften van cliënten centraal. Hun inhoudelijk taken zijn duidelijk en deze voeren ze tijdig, correct en effectief uit. Secundaire doelgroepen o Kennis: De secundaire doelgroepen weten in grote lijnen wat de transitie jeugdzorg is, waarom en hoe het plaatsvindt en wat de gevolgen ervan zijn. o Houding: Ze begrijpen de transitie jeugdzorg, maar (sommigen) zien liever anders. o Gedrag: De secundaire doelgroepen zien Noordoost Brabant als vooruitstrevende regio op het gebied van jeugdzorg. Sommigen dragen dit uit en maken gebruik van deze ervaringen. Geïnteresseerden nemen contact op met CJG, de onderwijs-, zorginstellingen, huisartsen of gemeenten voor meer informatie. 5

55 3. Communicatiestrategie Strategie We richten ons eerst op het zo goed mogelijk informeren van de primaire doelgroepen. Daarna informeren we pas de secundaire doelgroepen. We focussen ons op bestaande communicatiemiddelen van de overheden en onderwijs-, zorginstellingen en huisartsen, om hun achterban en de cliënten te bereiken. Denk hierbij aan middelen als een (nieuws)brief, folder en de websites. Het is belangrijk dat de primaire doelgroepen juist en tijdig geïnformeerd worden. Zij zullen namelijk hun bestaande cliënten, en geïnteresseerden in hun omgeving, inlichten over de mogelijke (proces)veranderingen. Inhoudelijke informatie en werkinstructies De projectleiders (Hanny van Moosdijk en Ingrid de Vries) verspreiden taakomschrijvingen, werkinstructies en informatie over nieuwe ontwikkelingen en gevolgen hiervan. De kartrekkers van de deelnemende gemeenten helpen de projectleiders hierbij. De informatie wordt verspreid onder de volgende doelgroepen: Medewerkers van de afdelingen Zorgplein, RBL BNO, Werk en inkomen Onderwijs-, zorginstellingen en huisartsen; nulde/ eerste lijn Jeugdzorginstellingen; tweede lijn (gespecialiseerde jeugdzorg) WMO-raden van gemeenten en cliëntenraden van jeugdzorginstellingen WMO-raden en cliëntenraden informeren ze ook door informatiebijeenkomsten te organiseren. Bestaande communicatiemiddelen Daarnaast hebben we bestaande communicatiemiddelen van de gemeenten in Noordoost Brabant, die we inzetten om de secundaire doelgroepen te bereiken. Denk hierbij aan de lokale en regionale kranten, de websites, social media en persberichten/-uitnodigingen. De centrale boodschap zal zijn: Waar kunnen secundaire doelgroepen terecht met problemen of vragen over jeugdzorg? LET OP: De communicatiemiddelen en -boodschap verschilt per doelgroep! 6

56 4. Kernboodschap Voor alle doelgroepen moeten we goed verwoorden wat de transitie jeugdzorg is en wat het voor hen betekent. Dit verwoorden we in een kernboodschap, die in alle communicatiemiddelen terugkomt: Nieuwe aanpak jeugdzorg Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor bijna alle vormen van hulp en zorg voor jeugdigen en opvoeders. Voor jeugdigen en opvoeders betekent dit: Minder verwijsmomenten (één gezin, één plan); Als het nodig is snelle inzet van hulp en zorg op maat; Meer preventie om verergering van problemen te voorkomen/ op te lossen; Een beroep op de inzet van eigen mogelijkheden binnen het eigen netwerk; Mogelijk goedkopere hulp en zorg; Kostenbesparing. 7

57 5. Communicatiemiddelen en planning Projectplanning Nog aan te leveren. Verantwoordelijken: Hanny van Moosdijk en Ingrid de Vries. Communicatieplanning * Bende van 3 = Dorothé, Chris/ Saskia en Pieter Middelen Primaire Secundaire Data Wie heeft de regie? doelgroep doelgroep Free publicity Persbericht/ persuitnodiging X X Bende van 3 + Betreffende gemeente lokale pers Persbericht/ persuitnodiging X X Projectleiding + Bende van 3 regionale pers Persbericht/ persuitnodiging X X Projectleiding + Betreffende gemeente landelijke pers Lokale tv/radio/ Kabelkrant X X Bende van 3 + Betreffende gemeente Regionale tv/radio X X Projectleiding + Bende van 3 Landelijke tv/radio X X Projectleiding + Betreffende gemeente Eigen middelen Intranet X Betreffende gemeente Gemeentelijke website X X Bende van 3+ Betreffende gemeente Nieuwsbrieven X X K2 + Bende van 3 - CJG is afzender Raadsinformatiebrieven X Bende van 3 Informatie-/ X : cliëntenen Projectleiding participatiebijeenkomst WMO raden : Maatschappelijke instellingen Social Media X X Provincie + Projectleiding Presentaties verzorgen X Voorbeeld: VNG N.t.b. 8

58 (i.p.v. werkbezoeken ontvangen) jeugdfestival oktober 2013 Populaire versie visie X X April 2013 Bende van 3 Basispresentatie X X April 2013 Bende van 3 Overige middelen Folder (Maasland Comm.) X December 12 / januari 13 Projectleiding + Bende van 3 Pleio X X Provincie (Netwerkjeugd.nl) Filmpje (YouTube) X X December 2013 N.t.b. App X X Provincie + Projectleiding 6. Organisatie en samenwerking Projectleiders - Ingrid de Vries (Den Bosch) Verantwoordelijk voor de inhoud. - Hanny van Moosdijk (Oss) Eindverantwoordelijk voor communicatie. Woordvoerder richting alle doelgroepen. Stemt alles inhoudelijk af met betrokken partijen. - Petra van Dijk/ Heidi van Cuijk (Provincie) Eindverantwoordelijke voor de overdracht jeugdzorg aan gemeenten. Projectondersteuning - Albert van Grootel (K2) Inhoudelijke ondersteuning. Communicatieadviseurs - Dorothé Gevers (Den Bosch) Verantwoordelijk voor uitvoering - Saskia Meijs/ Chris Perreijn (Oss) communicatieplan. - Pieter Thielen (Provincie) Bestuurders - Ruud Schouten (Wethouder Den Bosch) Woordvoerders richting pers. - René Peters (Wethouder Oss) - Brigite van Haaften (Gedeputeerde Provincie) - Wim Hillenaar (Burgemeester Cuijk, voorzitter RBO BNO en voorzitter Stuurgroep Versnelling) 9

59 Contactpersonen per regio (versie ) Gemeente Oss, afdeling Communicatie Aanspreekpunt subregio Maasland, Uden/Veghel en Land van Cuijk is Saskia Meijs en Chris Perreijn Subregio Maasland Gemeente Oss- Saskia Meijs Gemeente Bernheze- Annet Abrahamse Gemeente Maasdonk- Mirjam Krijnen ) Subregio Uden/Veghel Gemeente Uden- Marina Salden gemeente Veghel- Greet Buter Gemeente Landerd- Jonna van Hoesel Gemeente Boekel- Hanneke Dam ) Gemeente St. Oedenrode- Astrid Jacobs Subregio Land van Cuijk Gemeente Cuijk- Floor de graaf Gemeente Boxmeer- Jan Bleumer Gemeente Grave- dhr./mevr. van Veen Gemeente St. Anthonis- Diny van Vliet / Koen Pols Gemeente Mill en St. Hubert- Dick van der Werl Gemeente Den Bosch, afdeling Communicatie Aanspreekpunt voor de subregio De Meijerij is Dorothe Gevers Subregio De Meijerij Gemeente Den Bosch- Dorothe Gevers Gemeente Schijndel- Marion van Roessel Gemeente Vught- Marijke de Jong Gemeente Boxtel- Judith de Hoog ( l, of Gemeente Haaren- Helma Drunen Gemeente Heusden- gelet op overgang naar Brabant midden keuze om communicatie in eigen hand te houden contactpersoon Anne-Lieke Piggen Gemeente St. Michielsgestel- Trudy van de Westelaken Provincie Noord Brabant Aanspreekpunt voor communicatie met de provincie is Peter Thielen 10

60 Communicatielijnen De communicatieadviseurs van gemeente Den Bosch en Oss (Dorothé en Saskia/Chris) en de provincie (Pieter) zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van het communicatieplan en de inzet van de communicatiemiddelen. Zij bepalen samen wat en hoe er over de transitie jeugdzorg gecommuniceerd wordt. De inhoud wordt altijd gecontroleerd door (één van de) projectleiders. Vervolgens zorgen de communicatieadviseurs ervoor dat de communicatie-uitingen volledig en op tijd bij de communicatieadviseurs van de overige 18 gemeenten komen voor verdere lokale verspreiding. Regionale (incl. De Gelderlander en De Limburger) en landelijke media worden benaderd door Dorothé, Pieter of Saskia. De projectleiders (Hanny, Ingrid en Petra) verspreiden taakomschrijvingen, werkinstructies en informatie over nieuwe ontwikkelingen en gevolgen hiervan. Zij blijven ook eindverantwoordelijk voor communicatie. Regelmatig overleg met Dorothé, Saskia en Pieter is dan ook noodzakelijk. Vragen over communicatie? Neem contact op met: - Dorothé Gevers d.gevers@s-hertogenbosch.nl Saskia Meijs s.meijs@oss.nl Chris Perreijn c.perreijn@oss.nl Taakverdeling Meer informatie over de taakverdeling, zie volgende bladzijde. 11

61 12

62 7. Budget Budget: Hanny/ Ingrid aanvullen Uren communicatie: n.t.b. 8. Evaluatie Tijdens en na communicatietraject evalueren de communicatieadviseurs met de projectleiders hoe de communicatie én samenwerking gaat en ging. Zijn de doelgroepen voldoende geïnformeerd? Wat gaat goed en wat moet beter? Waarom? Dit koppelen we ook terug naar de afdeling Communicatie van onze eigen gemeente en de andere deelnemende gemeenten. 13

63 JEUGDIGEN IN ZORG IN NOORDOOST BRABANT Inzicht in de gegevens over de zorg voor Jeugd in Noord Oost Brabant April 2013 De JeugdZaak Wim de Jong Zefanja van der Kolk Annemiek van Woudenberg

64 INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Vooraf... 4 Inleiding... 4 Opdracht... 4 Aanpak en verloop van het onderzoek... 5 Leeswijzer... 7 Hoofdstuk 2 Bevindingen... 8 Bevindingen: proces... 8 Bevindingen: inhoud... 8 Conclusies en aanbevelingen... 9 Hoofdstuk 3 Het veld van de Jeugdzorg en de spelers De aanbieders Lokale voorzieningen Jeugd- en Opvoedhulp Jeugd GGZ Jeugd (Licht)Verstandelijk Beperkten (LVB) Financiers, prijsbepalers en inkopers Het Rijk De Provincie De Zorgverzekeraar Zorgverzekeringswet Het Zorgkantoor Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) Het Centraal Administratie Kantoor (CAK) Het College voor zorgverzekeringen De Nederlandse zorgautoriteit De Gemeente De toegang tot de zorg Toegang Bureau Jeugdzorg De huisarts Het Centrum indicatiestellingen zorg (CIZ) Hoofdstuk 4 Zorgvormen en zorgaanbieders Lokale jeugdzorg Bureau Jeugdzorg

65 4.3 Jeugd & Opvoedhulp Jeugd-GGZ Jeugd-LVB Hoofdstuk 5 Cijfers Bureau Jeugdzorg Jeugd & Opvoedhulp Jeugd-GGZ Jeugd-LVB Begeleiding in de Jeugd-GGZ en Jeugd-LVB Bijlage 1: Belangrijke begrippen Bijlage 2: Brief voor dataverzameling Bijlage 3: Gevraagde en geleverde data Bijlage 4: Aanbevelingen zorgaanbieders

66 HOOFDSTUK 1 VOORAF INLEIDING De verantwoordelijkheid en de financiële middelen voor alle vormen van jeugdzorg zullen per 1 januari 2015 naar de gemeente gaan. Het gaat om de transitie van Jeugd- en Opvoedhulp, jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (jeugd-ggz) en de zorg voor jeugd met een (licht) verstandelijke beperking (jeugd-(l)vb). Tot 2015 worden de middelen nog verdeeld via de provincie, de zorgverzekeraar en het Rijk. Daarna komt er in het nieuwe stelsel één wettelijk kader (de Jeugdwet) en één financiering voor de jeugdzorg. In het bestuursakkoord tussen Rijk, IPO en gemeenten is opgenomen dat gemeenten voor bepaalde vormen van zorg regionaal moeten optrekken. Een gemeente of een groep van gemeenten is daarmee per 1 januari 2015 bestuurlijk verantwoordelijk om ervoor te zorgen dat haar jeugdigen en gezinnen minstens de wettelijk bepaalde zorg ontvangen. Het is de bedoeling dat het zorgaanbod goed aansluit op de zorgvragen van jeugdigen en gezinnen in de gemeente. De regio Noordoost Brabant met vier subregio s en twintig gemeenten trekt in dit traject gezamenlijk op. Om greep te krijgen op deze opgave is het belangrijk een goed kwantitatief beeld te hebben van het hele veld inclusief de financiën. Daarom hebben de gemeenten samen de opdracht gegeven voor een inventariserend en verkennend onderzoek met een eerste analyse. Dit onderzoek moest houvast opleveren voor de beslissingen waar zij voor staan op het punt van o.a. samenwerking en kostenbeheersing. OPDRACHT De opdracht voor het onderzoek hebben de samenwerkende gemeenten voorjaar 2012 verstrekt aan de JeugdZaak. Het doel van het onderzoek is om te herkennen welke vormen van zorgaanbod er zijn, wat het zorggebruik en de daarbij horende zorgkosten zijn, wat de ontwikkeling daarin is en de verdeling over subregio s en gemeenten. De oorspronkelijke opdracht heeft de volgende elementen en luidt als volgt: 1) Het zorgaanbod in NO Brabant Een inventarisatie van alle werksoorten in de jeugdzorg, jeugd-ggz en jeugd (L)VB Welke instellingen bieden welk zorg aan? Een financiële vertaling per zorgvorm 4

67 Een uitsplitsing naar regio en gemeente 2) Het zorgverbruik in NO Brabant Een inventarisatie van aantallen kinderen en jeugdigen dat gebruik maakt van de verschillende vormen van zorg, inclusief inzicht in aantallen kinderen en jeugdigen dat gebruik maakt van meerdere trajecten tegelijkertijd 3) Een analyse naar verhoudingen tussen gemeenten in NOB, regio s in NOB, provincie Brabant en Nederland AANPAK EN VERLOOP VAN HET ONDERZOEK Om antwoorden te krijgen op de bovengenoemde vragen is deskresearch gedaan naar de rol en taken van de huidige spelers in het jeugdzorgveld in Noordoost Brabant: bekostigende instellingen, uitvoerende instellingen en indicatieorganen. Vervolgens zijn zowel de bekostigende instellingen als de uitvoerende instellingen benaderd. De bekostigende instellingen zijn de zorgkantoren, zorgverzekeraars, de provincie Noord-Brabant en het Rijk. Indicerende partijen zijn de toegang van Bureau Jeugdzorg (BJZ), het Centrum Indicatiestellingen Zorg (CIZ) en de huisarts, jeugdarts of andere medisch specialist. De uitvoerende instellingen zijn de aanbieders van jeugd & opvoedhulp, jeugd-ggz en jeugd-(l)vb 1. Zij ontvingen een brief met daarin de uitleg van het onderzoek en de gewenste informatie die nodig is voor de dataverzameling (bijlage 2). Deze instellingen zijn vervolgens gebeld om contactpersonen te vinden bij de dataverzameling. Met de meeste instellingen is een afspraak gemaakt om de dataverzameling te bespreken. Ook zijn zorgkantoor en zorgverzekeraar benaderd. De gehele zorg voor jeugd omvat ook uit het lokale veld waar een belangrijke preventieve taak ligt. Deze basis draagt bij aan gezond en veilig opgroeien en opvoeden. Het in kaart brengen van deze zorg valt buiten het onderzoek. Graag benadrukken we echter het belang van het lokale veld en de versterking hiervan net als de aansluiting bij de meer gespecialiseerde zorg voor jeugdigen, om de transitie te laten slagen. Bij de bekostigende instellingen (provincie, zorgverzekeraar, zorgkantoren en het Rijk) is nagegaan van welke instellingen zij zorg inkopen met betrekking tot de verschillende vormen van jeugdhulp, en welk budgetten hieraan verbonden zijn. Bij de uitvoerende instellingen is nagegaan welke kosten zij opvoeren voor het uitvoeren van de zorg. Om het zorggebruik in kaart te brengen is bij uitvoerende instellingen nagegaan hoeveel zorggebruikers uit elke gemeente gebruik maken van verschillende zorgvormen. Het verkrijgen van gegevens over aantallen jeugdigen in zorg verliep, ondanks de gevoerde gesprekken, (zeer) moeizaam. Dit had verschillende oorzaken. Die varieerden van het eenvoudigweg niet voorhanden zijn van gegevens in de registraties en gebreken daarin tot weigering om gegevens te leveren vanwege redenen van privacy gevoeligheid, andere prioriteiten en/of bescherming van bedrijfsgegevens. In bijlage 3 staat een overzicht met hetgeen geleverd is per organisatie. Ondanks incompleetheid en andere gebreken van de cijfers werd -in overleg met de opdrachtgever- gekozen voor het toch uitbrengen van de cijfers eind september 2012 in de vorm van een rapport om daarover in gesprek te gaan met gemeenten en de zorgaanbieders. De gevonden cijfers boden na een eerste analyse voldoende stof voor een gesprek naar oorzaken van duidelijke, maar onverklaarde verschillen. De gedachte was om de gezamenlijke expertise van de zorgaanbieders en andere betrokken partijen aan te spreken om tot plausibele verklaringen te komen of althans veelbelovende zoekrichtingen te benoemen. Deze bijeenkomst is gehouden op 17 december 2012, maar leverde niet het gewenste gesprek op, omdat de zorgaanbieders te veel vragen hadden bij de verwerkte gegevens. Wel deden zij in die bijeenkomst aanbevelingen voor de vormgeving van het nieuwe jeugdstelsel in de regio (zie bijlage 4). Ook zijn afspraken gemaakt over de verwerking van het commentaar en het alsnog leveren van gegevens. Alle zorgaanbieders hebben de gelegenheid gekregen hun kritiek schriftelijk of mondeling te funderen. Een aantal heeft dit gedaan. Met hen zijn gesprekken gevoerd en hun suggesties zijn verwerkt in dit herziene rapport. 1 In januari 2013 werd duidelijk dat alle zorg voor alle jeugdigen met een verstandelijke beperking onder verantwoordelijkheid van de gemeente zou gaan vallen, bij aanvang van dit onderzoek was dat alleen de licht verstandelijk beperkten zorg. 5

68 In overleg met de opdrachtgever is vervolgens opnieuw bepaald welke informatie nog op tafel moest komen en tegen welke inspanningen. Inmiddels was er zicht op het beschikbaar komen van nieuwe en verbeterde cijfers over het aantal jeugdigen dat gebruik maakt van de zorg en diensten van Bureau Jeugdzorg over In overleg met de opdrachtgever is besloten deze cijfers ook mee te nemen in het definitieve rapport. Het betreft cijfers van het PON. Het PON heeft in opdracht van de provincie samen met Bureau Jeugdzorg verbeterde jeugdzorgcijfers achterhaald. Deze gegevens zijn 4 april 2013 bekend geworden. De JeugdZaak heeft toegang tot deze gegevens gekregen en deze verwerkt in haar rapport. De VNG heeft in maart 2013 een opdracht gegeven aan Vektis om gegevens over het GGZ zorggebruik voor 2011 en 2012 per gemeente uit te vragen. Deze gegevens worden eind april 2013 verwacht en kunnen dan toegevoegd worden aan dit rapport in een extra bijlage. Terugblikkend op de opdracht kan gesteld worden dat niet alle benodigde gegevens boven water zijn gekomen (zie ook onderstaand overzicht). Sommige analyses konden vanwege incompleetheid niet gemaakt worden. Voor andere bleek geen tijd meer. Het opleveren van dit eindrapport had prioriteit. Wat biedt dit onderzoek wel? Het geeft enig zicht op de jeugdigen die gebruik maken van verschillende vormen van zorg en in mindere mate de daarbij behorende kosten. Ook geldt dat voor de verdeling ervan over gemeenten en subregio s. Van sommige zorgvormen is inderdaad duidelijk geworden dat die zo duur zijn dat kleine gemeente door beperkte verschuivingen in gebruik budgettair in de problemen komen. Van andere is een groei zichtbaar die wellicht noopt tot bijsturing. Dit onderzoek levert verder inzicht op in de huidige registraties en de onvolkomenheden daarin en het volstrekt niet afgestemd zijn op beleidsvragen van gemeenten. Overzicht: Compleetheid in de cijfers in een oogopslag Aantallen zorggebruik Kosten Indicaties/verwijzing Bureau Jeugdzorg Gespecificeerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Gespecifieerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Niet van toepassing Jeugd & Opvoedhulp Gespecificeerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Gespecificeerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Gespecifieerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet GGZ-jeugd Gespecificeerd DEELS Actueel Meerjarig DEELS Compleet Gespecifieerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Gespecifieerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Begeleiding j-ggz Gespecifieerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Jeugd-LVB Begeleiding j- LVB Gespecificeerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Gespecificeerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Gespecifieerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Gespecifieerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Gespecifieerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Gespecificeerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Gespecifieerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet Gespecifieerd naar gemeenten Actueel Meerjarig Compleet 6

69 LEESWIJZER In hoofdstuk 2 worden de belangrijkste bevindingen genoemd, zowel over het proces als de inhoud. In hoofdstuk 3 bieden wij een beknopt overzicht van de samenhang van het hele veld van de Jeugdzorg zoals dat onder verantwoordelijkheid komt van de gemeenten. Eerst beschrijven wij de verschillende vormen van zorg. We doen dat in een vaste volgorde: Lokale voorzieningen, Jeugd- en Opvoedhulp, jeugd Geestelijke Gezondheidszorg (jeugd-ggz) en de zorg voor jeugdigen met een Licht Verstandelijk Beperkten (jlvb). Deze indeling wordt gehanteerd in het gehele rapport. Daarna worden de financiers behandeld: het Rijk, de provincie, het zorgkantoor en de zorgverzekeraar. Tenslotte beschrijven wij de partijen die de toegang verschaffen met een verwijzing of indicatie: Bureau Jeugdzorg, huisarts en andere medisch specialisten, Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). In hoofdstuk 4 bieden wij een overzicht van de zorgvormen Jeugd & opvoedhulp, jeugd-ggz en jeugd(l)vb. Dit is een verdiepend hoofdstuk dat de zorgsectoren en hun zorg verder verkent. De daadwerkelijke cijfers vindt u in hoofdstuk 5. In hoofdstuk 5 staan de resultaten van de inventarisatie van het zorggebruik van jeugdigen in Noordoost Brabant. Voor Bureau Jeugdzorg, Jeugd & Opvoedhulp, Jeugd-GGZ en jeugd-lvb worden cijfers geboden over het zorggebruik. De begeleiding die zowel binnen de jeugd-ggz als de jeugd-lvb wordt geboden is apart behandeld in het hoofdstuk. Waar dat relevant kan zijn doen we al een bewerking van de cijfers zodat duiding mogelijk is. Gevonden zijn opmerkelijke relatieve verschillen per gemeente en grote groei bij bepaalde zorgvormen en/of de kosten daarvan. Van enkele belangrijke begrippen wordt in bijlage 1 de definitie gegeven. 7

70 HOOFDSTUK 2 BEVINDINGEN BEVINDINGEN: PROCES Om helder zicht te krijgen op het zorggebruik en de daaraan verbonden zorgkosten is een bepaalde registratiesystematiek bij de zorgaanbieders noodzakelijk. Op dat vlak waren er meerdere problemen. Registraties van zorgaanbieders en zorgkantoor zijn niet ingericht op beleidsvragen van gemeenten. Het zijn vaak real-time-systemen. Het terughalen van historie is soms niet mogelijk of zeer bewerkelijk. Het kost veel tijd om de gevraagde informatie op te leveren bijvoorbeeld in verband met het terugvoeren van gegevens naar postcode of gemeente. Een aantal zorgorganisaties gaf aan geen gegevens te kunnen of willen leveren of pas veel later in verband met andere prioriteiten. Sommige informatie was volgens de zorgaanbieders te privacygevoelig of valt onder vertrouwelijke bedrijfsinformatie. Een zorgaanbieder gaf aan dat de registratie van de gebruikte zorgvorm niet altijd zuiver is. Dit gebeurt bijvoorbeeld wanneer een jeugdige toegewezen wordt naar een zorgvorm waar een wachtlijst voor is. In dat geval kan er een andere zorgvorm worden ingezet, zonder dat dit goed geregistreerd wordt. Dit komt regelmatig voor. De jeugdigen zitten dan op plaatsen die bestemd zijn voor een andere doelgroep. Daardoor ontstaat een vertekend beeld van het zorggebruik. De zorgtoewijzer houdt vaak en heel begrijpelijk rekening met urgentie. Indien het van belang is dat iemand snel zorg ontvangt, krijgt hij ook snel een plaats, maar niet altijd de juiste plaats. Hierdoor blijft een prikkel om het aanbod kwantitatief of kwalitatief aan te passen achterwege. Je kunt dit vergelijken met verkeerde bed - problemen bij ziekenhuizen. (Het aanpakken daarvan heeft in die sector overigens veel doelmatigheidswinst opgeleverd). Een registratieprobleem is dat soms de woonplaats van een jeugdige onbekend is of vaak verandert. Registratie van een jeugdige op woonplaats moeder of op ouder met gezag is in een aantal gevallen mogelijk tot het moment van herindicatie. Bij een voogdijmaatregel wordt de woonplaats geregistreerd bij Bureau Jeugdzorg Eindhoven. De woonplaats van kinderen die in een residentiële opvang verblijven wordt vaak ook in de desbetreffende gemeente van de instelling geregistreerd, dat geldt bijvoorbeeld voor de kinderen die in Reek (Maashorst) verblijven. BEVINDINGEN: INHOUD - Verreweg het meest wordt gebruik gemaakt van jeugd-ggz zorg. Als we kijken naar de zorgvormen van de Jeugd- en Opvoedhulp dan is het gebruik van ambulante zorg het hoogst, gevolgd door pleegzorg. Dit is in overeenstemming met landelijke gegevens. 2 - Er zijn grote verschillen in relatief zorggebruik tussen gemeenten uitgedrukt in een aantal per 1000 jeugdigen. Bij Jeugd- en Opvoedhulp is er een gemeente die 77% hoger scoort dan het gemiddelde van NO-Brabant en enkele gemeenten die meer dan 40% lager uitkomen. De verschillen van de subregio s zijn kleiner: -9% en +23%. Bij Begeleiding is er een gemeente die 45% hoger scoort dan het gemiddelde. Bij de J-GGZ is er een gemeente die 25% lager scoort dan gemiddeld - De groei van de kosten van de intramurale voorzieningen jeugd-lvb is 75% in de periode Hiervan is 24% volumegroei en 9% in stijging van het prijspeil. Grootste deel wordt veroorzaakt door verschuiving naar zwaardere vormen van wonen met (intensieve en zeer intensieve) behandeling en begeleiding. - Er is in de periode % groei in kosten van extramurale voorzieningen voor jeugd-lvb (inclusief begeleiding). Dat zit voor 9% in volumegroei en voor 28% in prijsstijging. De groei in uitgaven 2 Bot, S. (red.), Roos, de, S., Sadiraj, K., Keuzenkamp, S., Broek, van den, A. & Kleijnen, E. (2013). Terecht in de Jeugdzorg: voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Den Haag: SCP. 8

71 is volledig terug te voeren tot de stijging van het volume dagbesteding en vooral de prijsstijging ervan, 80% in drie jaar. - Kosten van de jeugd-ggz zijn niet bekend. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Voor de grote relatieve verschillen in zorggebruik tussen gemeenten is niet direct een plausibele verklaring. Nadere analyse is hierbij als eerste aan te bevelen vanwege twee redenen. Als de oorzaken van de verschillen kunnen worden gevonden kan dat op het spoor brengen van besparingsmogelijkheden doordat beleid gemaakt kan worden op achterliggende oorzaken. In de tweede plaats kan een verklaring ervan bijdragen aan acceptatie van verschillen. Vanzelfsprekend is dat overigens niet. Dat hangt af van de aanvaardbaarheid van de gevonden oorzaak. Het onverklaarde deel kan spanningen opleveren tussen gemeenten, zeker als zij samenwerken met een gezamenlijk budget. Er zijn verschillende verklaringen te noemen voor de grote relatieve verschillen. De hypothesen zijn geformuleerd op basis van de literatuur en de gesprekken met zorgaanbieders. Mogelijke verklaringen voor relatieve verschillen in zorggebruik tussen gemeenten zijn: Hogere scores bij de ene zorgvorm worden gecompenseerd bij andere. Bijvoorbeeld in de ene gemeente meer hulp bij de ene zorgvorm dan de andere zorgvorm. Volgens landelijk onderzoek 2 is het gebruik van GGZ-zorg in een gemeente met hoger opgeleide bevolking hoger. Verwacht mag worden dat je dat terugziet bij het zorggebruik. Sociaaleconomische verschillen: Volgens landelijk onderzoek 3 is het zorggebruik in een gemeente met meer armoede en werkloosheid hoger. Een gemeente met meer kwetsbare gezinnen zal een groter beroep doen op Jeugdzorg. Een indicator is het aantal eenoudergezinnen. Geografische afstand tot de zorgaanbieders. De meer perifere gebieden zullen minder zorggebruik hebben. De vraag is of dat in dezelfde mate geldt voor zorgvraag. Kwaliteit van de zorgstructuur en het voorliggende veld. Hoe beter de preventie nu al werkt, hoe minder kinderen in de zware zorg. Dat geldt ook nu al. 2 Een gemeente met een hoge sociale cohesie zal minder beroep op jeugdzorg doen. Bron? Hiervan zijn in landelijke databronnen cijfers beschikbaar per gemeente. Een laatste aanbeveling betreft de registratie. Onze tabel 2 uit het hoofdstuk Cijfers kan een basis vormen voor het definiëren van de informatievraag aan Jeugdhulp-aanbieders. Het inzichtelijk maken van de zorgkosten voor de verschillende sectoren en de verschillende zorgvormen is een lastige opgave. Het is ons bekend dat er in NOB inmiddels een werkgroep actief is die zich met deze problematiek bezighoudt. 3 Bot, S. (red.), Roos, de, S., Sadiraj, K., Keuzenkamp, S., Broek, van den, A. & Kleijnen, E. (2013). Terecht in de Jeugdzorg: voorspellers van kind- en opvoedproblematiek en jeugdzorggebruik. Den Haag: SCP. 9

72 HOOFDSTUK 3 HET VELD VAN DE JEUGDZORG EN DE SPELERS In het huidige stelsel zijn er verschillende uitvoerende organisaties, financieringsstromen, vormen van toewijzing en bekostigende instellingen. In dit hoofdstuk van de resultaten wordt kort geschetst wat tot 2015 de rol van de verschillende spelers is en de wijze van financiering. In hoofdstuk 4 worden de zorgvormen uitvoeriger toegelicht. Zie figuur 1. Figuur 1: Huidige situatie 3.1 DE AANBIEDERS LOKALE VOORZIENINGEN Dit is -in grote lijnen- de zorg voor jeugd en gezin, zoals die nu al onder verantwoordelijkheid van de gemeente wordt georganiseerd in collectieve en individuele voorzieningen zoals de Jeugdgezondheidszorg (wet Publieke Gezondheid), WMO functies (informatie en advies, licht pedagogische hulp, signaleren en verwijzen en coördinatie van zorg) en de uitvoering van de leerplicht. Gemeenten voeren deze zorg lokaal of sub regionaal uit, bijvoorbeeld via de Centra voor Jeugd en Gezin (CJG) en professionele formatie in de Zorgadvies Teams (ZAT s) op scholen. Instellingen die deze zorg uitvoeren zijn onder andere organisaties voor Maatschappelijk werk, Welzijnswerk, MEE en de jeugdgezondheidszorg. JEUGD- EN OPVOEDHULP Aanbieders van Jeugd en Opvoedhulp (J&O) bieden zorg voor jeugdigen en hun gezinnen gericht op opvoed- en opgroeiproblemen. Het gaat om kinderen en jeugdigen tot 18 jaar. Jeugd- en opvoedhulp wordt aangeboden door J&O instellingen en door Bureau Jeugdzorg. Zij hebben acceptatieplicht mits de zorgvorm ook beschikbaar is, werken vraaggericht, benaderen zorgvragen multidisciplinair, zorgen voor continuïteit en organiseren de 10

73 nazorg. De hulp wordt uitgevoerd door jeugdhulpverleners (maatschappelijk werker, sociaal pedagogische hulpverleners, psychologen etc.) en gedragswetenschappers. De hulp wordt zowel in het gedwongen als in het vrijwillige kader geboden. JEUGD GGZ Aanbieders van jeugd-ggz bieden hulp aan kinderen of jeugdigen met problemen in het gedrag of de ontwikkeling van levensgebieden, zoals thuis, op school of in contact met leeftijdsgenoten. Bij de jeugd-ggz richt behandeling zich niet alleen op jeugdigen, maar ook op hun ouders. Jeugd-GGZ wordt aangeboden door GGZ-instellingen, vrijgevestigde psychologen/therapeuten en particuliere praktijken, psychiatrische afdeling van een algemeen (PAAZ) of academisch ziekenhuis (PUK, Psychiatrische Universiteits Kliniek). Veel professionals in de geestelijke gezondheidszorg hebben een BIG registratie of staan geregistreerd in een privaat register van een beroepsvereniging, zij moeten hiervoor voldoen aan kwaliteitseisen. Het gaat dan om de psychologen, orthopedagogen, (kinder)psychiaters, psycho- en vaktherapeuten en sociaal psychiatrisch verpleegkundigen. JEUGD (LICHT)VERSTANDELIJK BEPERKTEN (LVB) De Jeugd-L(V)B is bedoeld voor kinderen met een verstandelijke beperking en bijkomende problematiek. Instellingen die behandeling bieden aan jeugdigen met een LVB zijn Orthopedagogische behandelcentra (OBC s), en voor behandeling aan jeugdigen met een LVB én gedragsproblematiek en MultiFunctionele Centra 4 (MFC s), voor een combinatie van psychiatrische behandeling en orthopedagogische zorg. Daarnaast bieden instellingen voor gehandicaptenzorg en zorgboerderijen begeleiding aan jeugdigen en ouders. Professionals die de ondersteuning uitvoeren zijn: pedagogische medewerkers, jeugdhulpverleners, beeldend therapeuten, therapeuten, GZ-psychologen, GZ kinder- en jeugd psychiaters en gedragswetenschappers. 3.2 FINANCIERS, PRIJSBEPALERS EN INKOPERS Niet-geïndiceerde lokale zorg en collectieve voorzieningen voor de jeugdigen en hun ouders worden nu al bekostigd door gemeenten. Voor geïndiceerde zorg zijn er tot 2015 vier financiële stromen: 1. via het Rijk (ministeries van VWS en van V&J) voor Jeugdzorg plus en gedwongen hulpverlening 5, 2. provinciaal voor de financiering van Bureau Jeugdzorg en Jeugd & Opvoedhulp, 3. ZVW voor de financiering van de jeugd-ggz en 4. AWBZ (algemene wet bijzondere ziektekosten) voor de financiering van voorzieningen voor verstandelijke beperkten, begeleiding en langdurig verblijf jeugd-ggz 6. In de tabel is dit aangegeven. In 2015 komt er één financieringsstroom. Zorgsoort Lokale voorzieningen voor jeugd en gezin Bureau Jeugdzorg BJZ: gedwongen hulpverlening (JR en JB) Jeugd & Opvoedhulp Jeugd & Opvoedhulp: Jeugdzorg plus Jeugd-GGZ Jeugd-LVB Begeleiding Zorgfinanciering in de huidige situatie loopt via: Gemeentefonds Provinciale financiering Landelijke financiering (van V&J) Provinciale financiering Landelijke financiering (VWS) ZVW en AWBZ AWBZ AWBZ (natura en PGB) 4 In Noordoost Brabant heeft de Herlaarhof een MFC met behandeling voor jeugdigen met een licht verstandelijke beperking en psychiatrische problematiek. 5 Dit gaat via BJZ 6 alleen bij opname in een GGZ-instelling die langer dan een jaar duurt. Dan valt het verblijf onder de AWBZ en anders valt de zorg onder de ZVW(zorgverzekeringswet) 11

74 HET RIJK Het Rijk (Ministerie van VWS) financiert in de huidige situatie rechtstreeks Jeugdzorg plus. Daarnaast wordt de gedwongen hulpverlening (Jeugdbescherming en Jeugdreclassering) gefinancierd door het Ministerie van V&J, deze middelen worden verdeeld over de Bureaus Jeugdzorg. DE PROVINCIE De provincie is in het huidige stelsel verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet op de Jeugdzorg en de provinciale jeugdzorg, daarmee doelend op de Jeugd & Opvoedhulp. Zij zijn daarmee verantwoordelijk voor de financiering van de taken die Bureau Jeugdzorg uitvoert en de gecontracteerde Brabantse zorgaanbieders. De provincie krijgt hiervoor de doeluitkering Jeugdzorg van de Rijksoverheid. Bureau Jeugdzorg Noord Brabant had in 2011 een budget van 63 miljoen euro 7 voor al het werk in de provincie. Daarnaast financiert de provincie de zorgaanbieders. Voor 2012 was dit een bedrag van 30 miljoen euro voor de zorgaanbieders in Noordoost Brabant (Oosterpoort, Herlaarhof, Maashorst, Topaze) 8. Ook autonome middelen van de provincie worden ingezet ter bevordering van de zorg voor jeugd, maar niet voor de bekostiging van de zorg van jeugd & opvoedhulporganisaties of bureau jeugdzorg, maar voor overige trajecten ter versterking van de zorg voor jeugd, zoals bijvoorbeeld innovatie van de jeugdzorg en de RAP gelden. DE ZORGVERZEKERAAR De zorgverzekeraar is belast met het uitvoeren van de Zorgverzekeringswet (ZVW). Er zijn in Nederland 31 zorgverzekeraars. Zorgverzekeraars zijn verenigd in de belangenorganisatie Zorgverzekeraars Nederland. De landelijke verzekeraars maken afspraken met enkele honderden aanbieders van jeugd-ggz over ongeveer zorgprestaties. De grootste zorgverzekeraar in de regio NO Brabant is UVIT, een coöperatie van Univé-VGZ-IZA- Trias. De zorgverzekeraar heeft dus afspraken met de aanbieders van jeugd-ggz. ZORGVERZEKERINGSWET Iedere Nederlander is verplicht een basisverzekering af te sluiten bij een zorgverzekeraar om de kosten voor medisch noodzakelijke zorg te dekken. De inhoud van het basispakket is door de overheid wettelijk vastgesteld 9 en voor iedereen hetzelfde. Het bevat alle noodzakelijke zorg zoals ziekenhuiszorg, medicijnen, hulpmiddelen en huisartsenzorg. Iedereen van 18 jaar en ouder betaalt een verplicht eigen risico voor de zorgverzekering ( 350). De zorgverzekeraar bekostigt de jeugd-ggz. Van de eerstelijns psychologische zorg tot een intramurale behandeling van maximaal 1 jaar. 10 HET ZORGKANTOOR De uitvoering van de AWBZ is sinds 1998 in handen van de zorgkantoren. Deze zijn door de gezamenlijke zorgverzekeraars in het leven geroepen. Zorgkantoren zijn zelfstandig werkende kantoren - nauw gelieerd aan de zorgverzekeraar ter plekke - die zorgvraag en zorgaanbod in een specifieke regio zo goed mogelijk op elkaar trachten af te stemmen. De grootste zorgverzekeraar in een zorgkantoorregio is de concessiehouder, en heeft daarmee de plicht voor het uitvoeren van de zorgkantoorfunctie. Elke concessiehouder kan één of meerdere zorgkantoren beheren. Zorgkantoren maken en monitoren productieafspraken met de instellingen in de zorgregio s. Het zorgkantoor heeft hiervoor verschillende contracten met zorgaanbieders. Zij hanteren hiervoor een overeenkomst met de zorgaanbieder, voor het effectueren van productieafspraken tussen zorgkantoor en 7 Het PON: Jeugd in cijfers. 8 Deze vier zorgaanbieders bedienen de grootste groep jeugdigen uit de gemeenten in Noordoost Brabant. Een kleinere groep zal ook gebruik maken van jeugd & opvoedhulp buiten de regio, maar ook jeugdigen van buiten de regio zullen gebruik maken van de zorg van deze vier instellingen. Aanname is dat deze uitwisseling geen grote invloed zal hebben op het budget voor jeugd en opvoedhulp voor jeugdigen in Noordoost Brabant. 9 CZ (College Zorgverzekeraars) stelt jaarlijks het basispakket van de zorg samen en adviseert hiermee de minister van VWS. 10 Intramurale behandelingen worden vervolgens betaald vanuit de AWBZ. 12

75 zorgaanbieder. Voor NO Brabant is de concessiehouder Univé-VGZ-IZA-Trias. De zorgkantoren zijn verantwoordelijk voor de bekostiging van de AWBZ zorg. ALGEMENE WET BIJZONDERE ZIEKTEKOSTEN (AWBZ) De AWBZ is een volksverzekering voor langdurige zorg en dure, onverzekerbare risico's. Iedereen die in Nederland woont of werkt is hiervoor verzekerd en heeft recht op vergoeding van AWBZ-zorg. Nederlandse burgers met een inkomen betalen premie. De AWBZ-premie wordt ingehouden op het loon of de uitkering. De verschillende vormen van hulp of zorg vanuit de AWBZ worden zorgfuncties genoemd. De overheid stelt vast welke zorgfuncties deel uitmaken van de AWBZ. De AWBZ is er voor volwassenen en jeugdigen met een chronische ziekte, een handicap en/of beperking. Verschillende (vormen van) zorg voor jeugdigen worden gefinancierd vanuit de AWBZ, het gaat dan om: - Langdurige verblijf in het kader van een behandeling in een GGZ instelling. - Begeleiding (op basis van verschillende grondslagen) - Vervoer naar instelling waar een jeugdige AWBZ zorg krijgt. - Jeugd-LVB. Het gaat dan om verschillende vormen van behandeling. HET CENTRAAL ADMINISTRATIE KANTOOR (CAK) Zowel in ZVW als in AWBZ worden eigen bijdragen gevraagd van cliënten, deze worden geïnd via het Centraal Administratie Kantoor HET COLLEGE VOOR ZORGVERZEKERINGEN Het College Voor zorgverzekeringen (CVZ) is een zelfstandig bestuursorgaan op het terrein van de sociale ziektekostenverzekeringen: de Zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De taken van CVZ zijn advisering over de inhoud van het basispakket voor de zorgverzekering (dus ook jeugd-ggz en AWBZ); verdeling van de premiegelden onder de zorgverzekeraars; regelingen uitvoeren voor bijzondere groepen, zoals de regeling wanbetalers en de regeling onverzekerden. Vanaf 2013 gaat het CVZ Zorginstituut Nederland heten met als extra taken kwaliteitsbeheer van de zorg (Kwaliteitsinstituut) en vernieuwing van zorgberoepen en opleidingen. DE NEDERLANDSE ZORGAUTORITEIT De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is de toezichthouder op alle zorgmarkten in Nederland. De NZa ziet toe op de marktwerking, concurrentieverhoudingen en reclameregels. De Nza werkt toe naar integrale tarieven, dus inclusief de gebouwen van waaruit de zorg geleverd wordt. DE GEMEENTE Gemeenten zijn nu verantwoordelijk voor de lokale voorzieningen voor opvoed- en opgroeiondersteuning. De gemeente ontvangt vanaf 2015 financiële middelen voor alle taken op het gebied van jeugdhulp, en dus ook de jeugd en opvoedhulp, jeugd-ggz en de jeugd-(l)vb, via het Gemeentefonds (zie figuur 2). Deze gelden zijn vrij te besteden door de gemeenten. In de verschillende gemeentefondscirculaires (o.a. de meicirculaire 11 ) krijgen de gemeenten gedetailleerde informatie over hoogte van deze geldstroom op macroniveau en over de verdeling ervan over de individuele gemeenten. 11 In de meicirculaire moet het Rijk de gemeenten financiële duidelijkheid geven voor het volgende begrotingsjaar. 13

76 Figuur 2: Nieuwe situatie vanaf DE TOEGANG TOT DE ZORG Op dit moment zijn alle vormen van gespecialiseerde zorg voor jeugd alleen toegankelijk met een indicatie of verwijzing12. Indicaties worden gegeven om kwalitatieve (de juiste zorg) en budgettaire (de minst dure zorg) redenen. Er zijn nu drie toegangswegen voor geïndiceerde zorg: de indicaties kunnen worden gesteld door het Bureau Jeugdzorg; door een arts namelijk de huisarts, jeugdarts of andere medisch specialist en door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) (zie ook de tabel aan het einde van deze paragraaf). Daarnaast kan een rechter gedwongen hulpverlening opleggen. Hoe de indicatiestroom ofwel de toegang tot de zorg gaat worden vormgegeven vanaf 2015 is nu nog niet uitgewerkt. Gemeentes staan voor de keuze welke zorg zij vrij toegankelijk maken en voor welke zorg een vorm van beschikking vereist is. TOEGANG BUREAU JEUGDZORG Naast diverse andere taken (zie hoofdstuk 4.2) heeft BJZ op dit moment een hoofdrol in de indicatiestelling voor jeugd- en opvoedhulp, en een kleinere rol in de toegang tot jeugd-ggz en de jeugd-lvb. BJZ geeft verder indicaties af voor de landelijk werkende instellingen (LWI). BJZ is een onafhankelijk bestuursorgaan. DE HUISARTS De huisarts speelt een belangrijke rol bij vragen die ouders en jeugdigen hebben over opvoeden en opgroeien en kan doorverwijzen naar jeugd-ggz. In de nieuwe Jeugdwet mag de huisarts verwijzen naar alle jeugdhulp, dus naar jeugd-ggz, jeugd- en opvoedhulp en jeugd (L)VB. De gemeente, de huisarts en de zorgaanbieders moeten hierover afspraken maken. Immers de huisarts bepaalt (mede) de toegang tot zorg en de gemeente betaalt die zorg 12 Bij de experimenteerruimte binnen de versnelling is hiervoor een speciale procedure afgesproken. 14

Visiedocument Transitie Jeugdzorg 1 april 2013

Visiedocument Transitie Jeugdzorg 1 april 2013 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (concept 04-10- 2012) Visiedocument Transitie Jeugdzorg 1 april 2013 Regionaal bestuurlijk Overleg Noordoost Brabant Subregio De Meierij: s-hertogenbosch,

Nadere informatie

Raadsvoorstel Agendanr. :

Raadsvoorstel Agendanr. : Raadsvoorstel Agendanr. : Reg.nr. : 163427 B&W verg. : 21 mei 2013 Commissie : MO Onderwerp: Visiedocument transitie Jeugdzorg Cie_verg. : 12 juni 2013 Raadsverg. : 25 juni 2013 1) Status Op grond van

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Nummer. Bijlagen -

RAADSVOORSTEL. Nummer. Bijlagen - RAADSVOORSTEL Onderwerp Agendanummer Vaststelling visiedocument transitie jeugdzorg Nummer Steller Marjolein van Meeuwen Portefeuillehouder(s) J.C.M. Hendriks-van Kemenade Doorkiesnummer steller 0413-481316

Nadere informatie

Onderwerp : Vaststelling visiedocument transitie jeugdzorg

Onderwerp : Vaststelling visiedocument transitie jeugdzorg Zaaknummer Documentnummer Z-12-02024 INT/003998 Raadsvergadering : 17 juni 2013 Agendapunt : Onderwerp : Vaststelling visiedocument transitie jeugdzorg Samenvatting voorstel De transitie jeugdzorg wordt

Nadere informatie

Visiedocument Transitie Jeugdzorg Concept 4 oktober 2012

Visiedocument Transitie Jeugdzorg Concept 4 oktober 2012 Visie op transitie Jeugdzorg Noordoost Brabant (concept 04-10- 2012) Visiedocument Transitie Jeugdzorg Concept 4 oktober 2012 Regionaal bestuurlijk Overleg Noordoost Brabant Subregio De Meierij: s-hertogenbosch,

Nadere informatie

Jeugdzorg Brabant Noord Oost. 11 november 2013

Jeugdzorg Brabant Noord Oost. 11 november 2013 Jeugdzorg Brabant Noord Oost 11 november 2013 Betrokken partijen Regionaal Transitie-arrangement Noordoost- Brabant Gemeenten Zorginstellingen Financiers, Provincie, Zorgkantoor VGZ en Zorgverzekeraar

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/13/00889 zaaknr.: Z/C/13/00926 Raadsvoorstel : Vaststelling visiedocument transitie jeugdzorg Datum college : 14 mei 2013

documentnr.: INT/C/13/00889 zaaknr.: Z/C/13/00926 Raadsvoorstel : Vaststelling visiedocument transitie jeugdzorg Datum college : 14 mei 2013 documentnr.: INT/C/13/00889 zaaknr.: Z/C/13/00926 *Z00187AC30A* Raadsvoorstel Onderwerp : Vaststelling visiedocument transitie jeugdzorg Datum college : 14 mei 2013 Portefeuillehouder : Hillenaar Contactpersoon

Nadere informatie

DE ZORG VOOR DE JEUGD VAN DE TOEKOMST

DE ZORG VOOR DE JEUGD VAN DE TOEKOMST DE ZORG VOOR DE JEUGD VAN DE TOEKOMST Visiedocument Transitie Jeugdzorg & Versnelling Transitie Jeugdzorg Raadsbijeenkomst 5 september 2012 Indeling 1. Context 2. Visie 3. VoortgangtransitieLand van Cuijk

Nadere informatie

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg.

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg. Onderwerp Decentralisatie Jeugdzorg Status Informerend Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg. Inleiding Gemeenten worden verantwoordelijk voor

Nadere informatie

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN Samenvatting Kompas voor de zorg voor de jeugd in Fryslân De zorg voor de jeugd valt vanaf 2015 onder de taken van de gemeente. De 27 Friese gemeenten

Nadere informatie

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg)

Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1. Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg) RAADSVOORSTEL Verseon kenmerk: 386736 Raadsvergadering van 14 maart 2013 Agendanummer: 9.1 Onderwerp: Inrichting stelsel Zorg voor jeugd (transitie jeugdzorg) Verantwoordelijk portefeuillehouder: A. Grootenboer-Dubbelman

Nadere informatie

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013

Stelselwijziging jeugd. Informatie 20 februari 2013 Stelselwijziging jeugd Informatie 20 februari 2013 Inhoud - Decentralisatie jeugdzorg - In dialoog met ouders www.krimpenaandenijssel.nl Was Wordt OUD NIEUW (2015) AWBZ J-LVG en PGB voor J-LVG / J-GGZ

Nadere informatie

Onderwerpen. Jeugdzorg Noordoost Brabant

Onderwerpen. Jeugdzorg Noordoost Brabant Onderwerpen Jeugdzorg Noordoost Brabant Verandering in de jeugdzorg Inhoudelijke opgave centraal Wat komt er op gemeente af Regionale samenwerking Provinciaal beleid Rijksbeleid Invoeringskosten Voor u

Nadere informatie

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg

Beleid Jeugdhulp. De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg Beleid Jeugdhulp De aanpak in Stein, de Westelijke Mijnstreek en Zuid-Limburg Agenda Wie ben ik? - Sandra Raaijmakers, beleidsmedewerker jeugdzorg Wat is mijn doel voor de avond? - Informeren over stand

Nadere informatie

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen. Datum: 28-10-14 Onderwerp Beleidsplan jeugd en verordening jeugdhulp Status Besluitvormend Voorstel 1. het regionale beleidsplan jeugd vast te stellen 2. het lokale beleidsplan jeugd gemeente Boxtel 2015

Nadere informatie

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake Lokaal en regionaal beleidskader voor jeugdzorg. Samenvatting Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost 2014-2018 Inleiding Op 1 januari 2015

Nadere informatie

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden.

N.B. Voor Haaglanden geldt dat de taken die in dit plaatje bij de provincie liggen de verantwoordelijkheid zijn van het stadsgewest Haaglanden. De nieuwe Jeugdwet Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor jeugdhulp. De nieuwe Jeugdwet is er voor alle kinderen en jongeren tot 18 jaar die tijdelijk of langer durend ondersteuning nodig hebben

Nadere informatie

Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing

Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing Bestuursopdracht 2012 Subregio West-Brabant Oost Oktober 2012 Transformatie jeugdzorg: samen werken aan vernieuwing Bestuursopdracht 2012 Subregio

Nadere informatie

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK)

Het organiseren van een Meldpunt Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (AMHK) Vragenlijst Inhoud: 1. In hoeverre is er een gedeelde visie in de regio over wat er op lokaal, regionaal en bovenregionaal niveau dient te worden ingekocht en georganiseerd? Er vindt al goede samenwerking

Nadere informatie

documentnr.: INT/C/13/04858 zaaknr.: Z/C/13/04881 : Vaststelling Functioneel Ontwerp Transitie Jeugdzorg

documentnr.: INT/C/13/04858 zaaknr.: Z/C/13/04881 : Vaststelling Functioneel Ontwerp Transitie Jeugdzorg documentnr.: INT/C/13/04858 zaaknr.: Z/C/13/04881 *Z0047F148FD* Raadsvergadering : 13 februari 2014 Agendapunt : 19 Mill, 14 januari 2014 Onderwerp : Vaststelling Functioneel Ontwerp Transitie Jeugdzorg

Nadere informatie

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost

Regionale visie op welzijn. Brabant Noordoost-oost Regionale visie op welzijn Brabant Noordoost-oost Inleiding Als gemeenten willen we samen met burgers, organisaties en instellingen inspelen op de wensen en behoeften van de steeds veranderende samenleving.

Nadere informatie

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014 DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN Raadsvoorstellen 2014 Presentatie: 11-12 12-20132013 Planning raadsbesluiten Beleidskader (nieuwe Wmo en Jeugdwet): januari 2014 Transitiearrangement Zorg voor Jeugd: :

Nadere informatie

Onderwerp : Transitiearrangement Jeugdzorg regio Noordoost Brabant.

Onderwerp : Transitiearrangement Jeugdzorg regio Noordoost Brabant. Zaaknummer Documentnummer Z-12-02024 INT/005217 Raadsvergadering : 9 december 2013 Agendapunt : 8 Onderwerp : Transitiearrangement Jeugdzorg regio Noordoost Brabant. Samenvatting voorstel Door de decentralisatie

Nadere informatie

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Factsheet Jeugdarts en de Jeugdwet 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en opvoedproblemen, en geestelijke

Nadere informatie

Startnotitie Transitie Jeugdzorg Brabant Noordoost. ( 13 oktober 2011)

Startnotitie Transitie Jeugdzorg Brabant Noordoost. ( 13 oktober 2011) 1 Startnotitie Transitie Jeugdzorg Brabant Noordoost. ( 13 oktober 2011) I-WL/2012/569 Aanjaagteam Noordoost Brabant Gemeente Den Bosch- Romy van den Hogen Gemeente Schijndel- Toon Boselie Gemeente Oss-

Nadere informatie

Vragenlijst gemeentelijke samenwerking decentralisatie AWBZ naar WMO

Vragenlijst gemeentelijke samenwerking decentralisatie AWBZ naar WMO Reactie regio Brabant Noordoost-oost Reg.nr.: I-SZ/2013/519 Vragenlijst gemeentelijke samenwerking decentralisatie AWBZ naar WMO Governance 1 Met welke gemeenten werkt u op dit moment samen bij de voorbereiding

Nadere informatie

Medisch specialist ziekenhuis

Medisch specialist ziekenhuis Factsheet Medisch specialist ziekenhuis en de Jeugdhulp Almere 2015 Gemeenten worden vanaf 2015 verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: ondersteuning, hulp en zorg aan jeugdigen en ouders bij opgroei- en

Nadere informatie

Over zorg voor de jeugd en de Jeugdwet. hoorn.nl

Over zorg voor de jeugd en de Jeugdwet. hoorn.nl Over zorg voor de jeugd en de Jeugdwet hoorn.nl Wmo Partici patiewet Jeugdwet gemeente Aanleiding Jeugdwet huidige stelsel versnipperd samenwerking rond gezinnen schiet tekort druk op gespecialiseerde

Nadere informatie

Beoogd effect We voldoen aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Beoogd effect We voldoen aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen. Aan de gemeenteraad Volgnummer: Dienst/afdeling: Onderwerp Beleidsplan jeugd en Verordening jeugdhulp. Voorstel 1. Het beleidsplan jeugd gemeente Oss vast te stellen. 2. De Verordening jeugdhulp gemeente

Nadere informatie

Nieuwe Jeugdwet 1. Vanaf 01 januari 2015 geldt de nieuwe Jeugdwet. Vanaf dat moment is de gemeente

Nieuwe Jeugdwet 1. Vanaf 01 januari 2015 geldt de nieuwe Jeugdwet. Vanaf dat moment is de gemeente «Naam_» «Adres_Compleet» «PC_Woonplaats» Datum 02 december 2014 Onderwerp Aantal bijlagen Nieuwe Jeugdwet 1 Beste ouder(s), cliënt(en), Vanaf 01 januari 2015 geldt de nieuwe Jeugdwet. Vanaf dat moment

Nadere informatie

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost

Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost Managementsamenvatting Regionaal Beleidskader Route Zuidoost 2015-2018 Inleiding Op 1 januari 2015 treedt de Jeugdwet in werking. Gemeenten worden bestuurlijk en financieel verantwoordelijk voor alle vormen

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Eerder en Dichtbij. Projectplan Eerder en Dichtbij Projectplan Bussum, augustus september 2012 1. Inleiding De pilot Eerder en Dichtbij is een verlening van de eerste pilot Meer preventie minder zorg. Het doel van de pilot was oorspronkelijk

Nadere informatie

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013

Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Presentatie t.b.v. studiedag 16 mei 2013 Mezelf even voorstellen Een verkenning op hoofdlijnen van de raakvlakken tussen Passend onderwijs en zorg voor jeugd Met u in gesprek Samenwerken! Doelstelling

Nadere informatie

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper

PAOG nascholing JGZ Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper PAOG nascholing JGZ 26-11-2013 Integrale Aanpak Jeugdzorg Eerder, sneller, beter en goedkoper Gemeenten: verantwoordelijk voor sociale domein Nieuwe verantwoordelijkheden Per 1-1-2015, invoering 3 decentralisaties

Nadere informatie

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012 Waar gaan we het over hebben? 1. Waarom decentraliseren? 2. Decentralisatie Jeugdzorg 3. Decentralisatie

Nadere informatie

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling transitiearrangement (RTA) regio Noordoost Brabant.

Onderwerp: Voorstel tot vaststelling transitiearrangement (RTA) regio Noordoost Brabant. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Voorstel tot vaststelling transitiearrangement (RTA) regio Noordoost Brabant. Nummer: 6f. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 29 oktober 2013 Aanleiding Door de decentralisatie

Nadere informatie

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek

hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek Betreft Vergaderdatum hoofdlijnennotitie Decentralisatie Jeugdzorg Westelijke Mijnstreek 25-februari-2014 Gemeenteblad 2014 / Agendapunt Aan de Raad Voorstel De gemeenteraad wordt voorgesteld: 1. De hoofdlijnennotitie

Nadere informatie

Stelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten

Stelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten Stelselherziening Jeugdzorg Standpunten van het Platform Middelgrote Gemeenten 12 april 2011 I. Aanleiding Een belangrijk onderdeel van het bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten is de stelselherziening

Nadere informatie

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp 10 november 2014 Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp Geachte heer, mevrouw, Op 1 januari 2015 gaat de nieuwe Jeugdwet

Nadere informatie

Transitie jeugdzorg. Besluiten functioneel ontwerp. Annemiek van Woudenberg Projectmanager Land van Cuijk

Transitie jeugdzorg. Besluiten functioneel ontwerp. Annemiek van Woudenberg Projectmanager Land van Cuijk Transitie jeugdzorg Besluiten functioneel ontwerp Annemiek van Woudenberg Projectmanager Land van Cuijk Proces transitie jeugdzorg 1 januari 2013 start de versnelling Transitie jeugdzorg. Voor de zomer

Nadere informatie

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) BOB 14/001 BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET) Aan de raad, Voorgeschiedenis / aanleiding Per 1 januari 2015 worden de volgende taken vanuit het rijk naar de gemeenten gedecentraliseerd:

Nadere informatie

Jeugdhulp in Nissewaard

Jeugdhulp in Nissewaard Jeugdhulp in Nissewaard Projectleider decentralisatie jeugdhulp Angela van den Berg Regisseur jeugd en gezin JOT kernen Jolanda Combrink Inhoud 1. Wat verandert er? 2. Beleidskaders 3. Jeugdhulpplicht

Nadere informatie

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013

presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013 presentatie aan de raadscommissie Samenleving van de gemeente Brielle door Pascalevan der Wekken, interim beleidsmedewerker Jeugd op 22 mei 2013 Waarom decentraliiseireiri)? veranderde visie: van recht

Nadere informatie

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012

6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012 6 februari 2012 Voortgang Transitie Jeugdzorg Raadsinformatieavond Haaren februari 2012 WELKE OUDERS EN KINDEREN? GGZ voor jeugd Licht verstandelijk beperkte jeugdigen Jeugdstrafrecht Jeugdzorg en Jeugdbescherming

Nadere informatie

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd

Aan de Raad. Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd Aan de Raad Agendapunt: 9 Onderwerp: Vaststellen Regionaal Transitiearrangement Zorg voor Jeugd Kenmerk: Status: SaZa - Welzijn / YK Besluitvormend Kollum, 3 december 2013 Samenvatting Gemeenten worden

Nadere informatie

Implementatie communicatieplan Transitie Jeugdzorg Saskia Meijs 20 maart 2013 Versie 5 (definitief) Situatieschets

Implementatie communicatieplan Transitie Jeugdzorg Saskia Meijs 20 maart 2013 Versie 5 (definitief) Situatieschets Implementatie communicatieplan Transitie Jeugdzorg Saskia Meijs 20 maart 2013 Versie 5 (definitief) Situatieschets Wat is de transitie jeugdzorg? Per 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling Functioneel Ontwerp (FO) transitie jeugdzorg Noordoost-Brabant.

Onderwerp: Vaststelling Functioneel Ontwerp (FO) transitie jeugdzorg Noordoost-Brabant. Gemeente Boxmeer Onderwerp: Vaststelling Functioneel Ontwerp (FO) transitie jeugdzorg Noordoost-Brabant. Nummer: 7k. AAN de Raad van de gemeente Boxmeer Boxmeer, 7 januari 2014 Aanleiding Door de decentralisatie

Nadere informatie

De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen. André Schoorl Programma stelselherziening jeugd

De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen. André Schoorl Programma stelselherziening jeugd De nieuwe Jeugdwet op hoofdlijnen André Schoorl Programma stelselherziening jeugd Aanleiding Conclusies Parlementaire werkgroep 2011: - Huidige stelsel is versnipperd - Samenwerking rond gezinnen schiet

Nadere informatie

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen. Datum: Onderwerp Beleidsplan jeugd en verordening jeugdhulp Status Besluitvormend Voorstel 1. het regionale beleidsplan jeugd vast te stellen 2. het lokale beleidsplan jeugd gemeente Boxtel 2015 vast te

Nadere informatie

Raadsvoorstel *Z002E947ECC* Onderwerp Functioneel Ontwerp Transitie Jeugdzorg. G.A.J. Adams. Beslispunten

Raadsvoorstel *Z002E947ECC* Onderwerp Functioneel Ontwerp Transitie Jeugdzorg. G.A.J. Adams. Beslispunten Raadsvoorstel Onderwerp Functioneel Ontwerp Transitie Jeugdzorg Raadsvergadering 28 januari 2014 Agendapunt Portefeuillehouder G.A.J. Adams Zaak- \ Documentnummer Z/G/13/04666 \ INT/G/13/02785 Beslispunten

Nadere informatie

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013 Transitie jeugdzorg Ab Czech programmamanager gemeente Eindhoven januari 2013 1. Samenhangende maatregelen Decentralisatie jeugdzorg Decentralisatie participatie Decentralisatie AWBZ begeleiding Passend

Nadere informatie

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid:

Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: 2 juni 2014 Sociaal Domein Gemeenten krijgen vanaf 2015 veel meer verantwoordelijkheid: Jeugdzorg, AWBZ-begeleiding naar Wmo, Participatiewet. Samenhang met ontwikkelingen Publieke Gezondheidszorg en Passend

Nadere informatie

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota 2 Samenvatting van de concept kadernota - Heel het Kind Heel het Kind Op 18 februari 2014 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Jeugdwet aangenomen. Daarmee

Nadere informatie

Onderwerp Overeenkomst met provincie over uitvoering taken op het gebied van jeugdzorg

Onderwerp Overeenkomst met provincie over uitvoering taken op het gebied van jeugdzorg Zaaknummer: OWZAP02 Onderwerp Overeenkomst met provincie over uitvoering taken op het gebied van jeugdzorg Collegevoorstel Inleiding De provincie Noord-Brabant en de gemeenten in de regio Brabant noordoost

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen.

Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen kan er meer vast te stellen. Raadsvoorstel Aan : Gemeenteraad Datum vergadering : 15 oktober 2014 Agenda nummer : 2014-07-13997 Portefeuillehouder : K. Krook Onderwerp : Vaststelling beleidsplan Wmo 2015 en Jeugdwet 2015 en 2016 Samen

Nadere informatie

Informatieavond Beleidsstukken Wmo 2015 en Jeugdwet

Informatieavond Beleidsstukken Wmo 2015 en Jeugdwet Informatieavond Beleidsstukken Wmo 2015 en Jeugdwet Woensdag 20 augustus 2014 Programma Welkom en inleiding Voorstellen sprekers Beleidsstukken Jeugdwet Beleidsstukken Wmo 2015 Jeugdwet wetgeving Invoering

Nadere informatie

Regiemodel Jeugdhulp 2015

Regiemodel Jeugdhulp 2015 Regiemodel Jeugdhulp 2015 Visie op de inrichting van een nieuw stelsel voor jeugdhulp na de decentralisatie versie 1 november 2012 Registratienr. 12.0013899 1 INLEIDING... 2 1.1 Schets van de opbouw van

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg en Jeugdgezondheidszorg. Contactpersonenavond AJN Zuid-Holland 19 september 2013

Transitie Jeugdzorg en Jeugdgezondheidszorg. Contactpersonenavond AJN Zuid-Holland 19 september 2013 Transitie Jeugdzorg en Jeugdgezondheidszorg Contactpersonenavond AJN Zuid-Holland 19 september 2013 23 maart 2007 1 Doelen van van de de avond avond 2 Programma Terugblik Inleiding stelselwijziging, tijdpad

Nadere informatie

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams

Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling. Sociaal medische contractering Jeugd. Organisatie wijkteams Vangnet 0-99 Onafhankelijke regie Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Sociaal medische contractering Jeugd Organisatie wijkteams Lokaal beeld van de transities Wilt u wijkgericht

Nadere informatie

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden INLEIDING: Veel bijeenkomsten bezocht en meegedacht die gaan over de transitie. Inschrijven en verkrijgen van een raamovereenkomst met de 14 Twentse gemeenten De planning voor 2015 maken tot zover de indicatie

Nadere informatie

Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit

Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit Jeugdigen en Gezinnen Versterken Dichtbij kind en gezin, meer samenhang en kwaliteit Inleiding Per 1 januari 2015 worden de gemeenten verantwoordelijk voor de zorg voor jeugdigen. Hieronder vallen de jeugd-ggz

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. 1005258 Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink. Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL. 1005258 Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink. Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente SAMENVATTING RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 1005258 Fiselier, Kristel SAM-MO Janneke Oude Alink ONDERWERP Samenwerken aan Jeugdzorg in Twente AGENDANUMMER SAMENVATTING

Nadere informatie

Hoofdstuk 2. Gemeente

Hoofdstuk 2. Gemeente Fawzi Salih van K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd heeft voor u een eerste screening gemaakt van hoofdstuk 2. Het resultaat van de screening is terug te vinden op de volgende pagina s. De samenvatting per

Nadere informatie

Raadsvergadering 27 februari en 6 maart 2014 Datum

Raadsvergadering 27 februari en 6 maart 2014 Datum Jeugd, Zorg & Welzijn Raadsvoorstel Voorstel nr Raadsvergadering 27 februari en 6 maart 2014 Datum 9-01-2014 Onderwerp Vaststelling nota Jeugd, onze zorg Portefeuille P. Blokhuis Aan de gemeenteraad Voorstel

Nadere informatie

Raadscommissie 13 oktober 2014 Transitie Jeugdzorg Sint Anthonis

Raadscommissie 13 oktober 2014 Transitie Jeugdzorg Sint Anthonis Raadscommissie 13 oktober 2014 Transitie Jeugdzorg Sint Anthonis Annemiek van Woudenberg transitiemanager Land van Cuijk Jeannette Posthumus CJG manager Land van Cuijk 2013 RICHTEN 2014 INRICHTEN 2015

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Vergadering : 20 november Agendapunt : 9 : Besluitvormend Programma : (6) Welzijn Portefeuillehouder : D. Fokkema. Aan de Raad.

Raadsvoorstel. Vergadering : 20 november Agendapunt : 9 : Besluitvormend Programma : (6) Welzijn Portefeuillehouder : D. Fokkema. Aan de Raad. Raadsvoorstel Vergadering : 20 november 2014 Agendapunt : 9 Status : Besluitvormend Programma : (6) Welzijn Portefeuillehouder : D. Fokkema Behandelend ambt. : Gerda Baan E-mail : gbaan@t-diel.nl Telefoonnummer

Nadere informatie

Functioneel Ontwerp 3D Hilvarenbeek

Functioneel Ontwerp 3D Hilvarenbeek Functioneel Ontwerp 3D Hilvarenbeek? Wat kan ik zelf? Kan iemand mij helpen? signaleren Samenwerkende professionals Dorps netwerk Jeugd en gezin Zorg en ondersteuning Werk en inkomen Samenhangend ondersteuning

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen.

Het college van burgemeester en wethouders geeft in zijn reactie aan de conclusies van de rekenkamer te herkennen. tekst raadsvoorstel Inleiding Vanaf januari 2015 (met de invoering van de nieuwe jeugdwet) worden de gemeenten verantwoordelijk voor alle ondersteuning, hulp en zorg aan kinderen, jongeren en opvoeders.

Nadere informatie

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg

opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg opzet quick scan financiële risico s decentralisatie jeugdzorg 1 inleiding aanleiding voor de quick scan In het regeerakkoord heeft het kabinet aangekondigd dat de jeugdzorg wordt gedecentraliseerd naar

Nadere informatie

INLEIDING. Openingsfilm

INLEIDING. Openingsfilm Gemeente Oosterhout INLEIDING Openingsfilm OPGROEIEN IN NEDERLAND Kinderen gelukkigste Westerse wereld 85% gaat het goed 15% op enig moment at risk 5% risico op maatschappelijke uitval door problemen Jeugdzorgsector

Nadere informatie

Veelgestelde vragen over de decentralisatie van de jeugdzorg

Veelgestelde vragen over de decentralisatie van de jeugdzorg Veelgestelde vragen over de decentralisatie van de jeugdzorg Decentralisatie 1. Wat is de gedachte achter de decentralisatie van de jeugdzorg? De kerngedachte is het samenbrengen van alle zorg voor jeugd

Nadere informatie

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond Visie en Stappenplan Transitie Jeugdzorg IJmond versie 8 februari 2012 1 1. Aanleiding Gemeenten worden volgens het Regeerakkoord 2010-2014

Nadere informatie

MILL EN SINT HUBERT MAASDONK LANDERD HAAREN

MILL EN SINT HUBERT MAASDONK LANDERD HAAREN BERNHEZE BOEKEL BOXMEER BOXTEL CUIJK GRAVE Jeugd- en opvoedhulp (JHV) Versie 3 oktober '13 Oosterpoort (2012) Jeugdhulp indicatie 55 10 28 27 72 34 9 33 26 13 235 231 17 12 26 15 111 71 29 1054 Verblijf

Nadere informatie

Transitieavond Maandag 16 april 2012 19.30 uur 22.00 uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV

Transitieavond Maandag 16 april 2012 19.30 uur 22.00 uur. 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV Transitieavond Maandag 16 april 2012 19.30 uur 22.00 uur 1.Inleiding 2.Jeugdzorg 3.AWBZ 4.WWNV Kabinet Rutte Gemeenten zijn in staat de eigen kracht en de mogelijkheden van burgers en hun sociale netwerk

Nadere informatie

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond *2012/8521* 2012/8521 registratienummer 2012/8521 Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond 1. Aanleiding Gemeenten worden volgens het Regeerakkoord 2010-2014 en de Bestuursafspraken

Nadere informatie

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Raadsvoorstel Voorstelnummer: 2017-084 Houten, 28 november 2017 Onderwerp: Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten Beslispunten: 1. De regionale koers maatschappelijke

Nadere informatie

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad

Gemeente Langedijk. Voorstel aan de raad Gemeente Langedijk Raadsvergadering : Agendanummer : Portefeuillehouder Afdeling Opsteller : B.J.N Fintelman : Beleid en Projecten : J.R.A. (Nelly) Wijnker Voorstel aan de raad Onderwerp : Beleidsplan

Nadere informatie

*Z00921B188A* documentnr.: INT/M/14/10694 zaaknr.: Z/M/14/12103

*Z00921B188A* documentnr.: INT/M/14/10694 zaaknr.: Z/M/14/12103 *Z00921B188A* documentnr.: INT/M/14/10694 zaaknr.: Z/M/14/12103 Raadsvoorstel Onderwerp : Vaststelling Beleidsplan 2015-2018 Jeugd Land van Cuijk en Verordening Jeugdhulp gemeente Mill en Sint Hubert 2015

Nadere informatie

Raadsvoorstel 11-3-2014. 14int00269. Organisatievorm regionale samenwerking aan Jeugdzorg in Twente

Raadsvoorstel 11-3-2014. 14int00269. Organisatievorm regionale samenwerking aan Jeugdzorg in Twente Raadsvoorstel raadsvergadering 11-3-2014 agendapunt nummer 14int00269 onderwerp Organisatievorm regionale samenwerking aan Jeugdzorg in Twente Aan de gemeenteraad. Samenvatting voorstel In de notitie "Samenwerken

Nadere informatie

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties

Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Bijlage 1: Achtergrondinformatie Transitie Jeugdzorg en verbinding decentralisaties Achtergrondinformatie: De transitie van de jeugdzorg dient één centrale missie: er voor zorgen dat jeugdigen gezond en

Nadere informatie

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg Ontwikkelingen in de jeugdzorg g Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg Presentatie ti Evaluatie Wet op de jeugdzorg (2009) Contouren nieuwe stelsel Marktanalyse in het kader

Nadere informatie

Kwaliteit. 1 Inleiding. 2 De wettelijke voorwaarden. 2.1 Jeugdwet

Kwaliteit. 1 Inleiding. 2 De wettelijke voorwaarden. 2.1 Jeugdwet Kwaliteit 1 Inleiding Wat is kwaliteit van zorg en wat willen we als gemeenten samen met onze zorgaanbieders ten aanzien van kwaliteit afspreken? Om deze vraag te beantwoorden vinden twee bijeenkomsten

Nadere informatie

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin)

Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin) Vergadering: 11 maart 2014 Agendanummer: 9 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: W. Zorge Behandelend ambtenaar Tina Bollin, 0595-447776 E-mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. Tina Bollin) Aan de gemeenteraad,

Nadere informatie

Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013

Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013 Passend Onderwijs & Transitie Jeugdzorg 16 september 2013 Arjan Reniers a.reniers@hco.nl Instructie Onze school beschikt over een ondersteuningsprofiel en ik weet (in grote lijnen) wat daarin staat. Ja

Nadere informatie

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1 Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond 22 januari 2013 14/02/2013 1 Headlines/voorlopige conclusies Deel I: Tussenevaluatie Buurtteams Jeugd en Gezin Pilot Ondiep/Overvecht 14/02/2013 2 Facts en figures

Nadere informatie

Bijeenkomst samenwerkingsverband PO Duin en Bollenstreek

Bijeenkomst samenwerkingsverband PO Duin en Bollenstreek Bijeenkomst samenwerkingsverband PO Duin en Bollenstreek Transitie van de jeugdzorg naar gemeenten. Wat betekent dat voor kinderen, ouders en onderwijs? Marion Goedhart, trekker transitie jeugdzorg gemeenten

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Programma. Samen aan de slag Bijeenkomst voor de gemeenteraden 12 juni Aanleiding - decentraliseren. Doel van deze bijeenkomst

Programma. Samen aan de slag Bijeenkomst voor de gemeenteraden 12 juni Aanleiding - decentraliseren. Doel van deze bijeenkomst Samen aan de slag Bijeenkomst voor de gemeenteraden 12 juni 2014 Programma 19.30 Welkom, opening 19.45 Presentatie over de EHZ samenwerking 20.15 Workshops (2 ronden van elk een half uur) Doel van deze

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs

Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Transitie Jeugdzorg en Passend Onderwijs Naam Pieter Dekkers Ton Edelbroek Datum 5 december 2012 Opbouw presentatie 1. Introductie workshopleiders 2. Probleemschets 3. Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg

Nadere informatie

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden.

SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden. SCHRIFTELIJKE VRAGEN AAN HET COLLEGE Nb: vragen en antwoorden worden verzonden aan College, MT en alle raadsleden. Pag 1 INDIENING Vragensteller: Ida Sabelis, Co Leuven, GroenLinks Onderwerp: Decentralisatie

Nadere informatie

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen. Beleidsplan Onderdeel Vrij en niet vrij toegankelijke jeugdhulp In deze memo wordt nader in gegaan op de volgende onderwerpen: A. Eenduidige definiëring typen jeugdhulp B. Definiëring welke jeugdhulp wel

Nadere informatie

Perceelbeschrijving. Jeugd en gezinsteam

Perceelbeschrijving. Jeugd en gezinsteam Perceelbeschrijving Jeugd en gezinsteam Samenwerkende gemeenten Holland Rijnland: Alphen aan den Rijn Hillegom Kaag en Braassem Katwijk Leiden Leiderdorp Lisse Nieuwkoop Noordwijk Noordwijkerhout Oegstgeest

Nadere informatie

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur Transitie Jeugdzorg Door José Vianen; Adviseur relevante thema s 1. Transitie jeugdzorg 2. Wat beogen we? 3. Kansen van de transitie 4. Concept wettekst 5. Richtlijnen en planning 1 Aanleiding van de transitie:

Nadere informatie

Agendapunt 2. Twee punten bij mededelingen en actualiteit:

Agendapunt 2. Twee punten bij mededelingen en actualiteit: Agendapunt 2 Vergadering : Bestuurlijk Overleg Sociaal Domein Regio Amersfoort Datum : 22 november 2018 Onderwerp : Mededelingen en actualiteit Bijlage : 2 Twee punten bij mededelingen en actualiteit:

Nadere informatie

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD Onderwerp: Beleidsplan jeugdhulp lokaal Registratienummer: 00531755 Op voorstel B&W d.d.: 18-11-2014 Datum vergadering: 27-01-2015 Portefeuillehouder: M. Schlösser Rol gemeenteraad:

Nadere informatie

AAN DE RAAD. Raadsvergadering d.d. : 26 juni 2014 Voorstelnummer : Portefeuillehouder : E. Hollenberg Carrousel d.d.

AAN DE RAAD. Raadsvergadering d.d. : 26 juni 2014 Voorstelnummer : Portefeuillehouder : E. Hollenberg Carrousel d.d. AAN DE RAAD Raadsvergadering d.d. : 26 juni 2014 Voorstelnummer : Portefeuillehouder : E. Hollenberg Carrousel d.d. : 12 juni 2014 Afdeling : Welzijn Opsteller : I. Sneekes Onderwerp : De inrichting van

Nadere informatie

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh wim.hoddenbagh@vng.nl Datum 27 oktober 2010 Onderwerp Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Telefoonnummer 070-3738602 Feiten en cijfers transitie jeugdzorg Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim

Nadere informatie

Kaderstellende notitie. De basis voor andere jeugdzorg dichtbij, in samenhang, effectief

Kaderstellende notitie. De basis voor andere jeugdzorg dichtbij, in samenhang, effectief Kaderstellende notitie De basis voor andere jeugdzorg dichtbij, in samenhang, effectief Colofon De basis voor andere jeugdzorg in de Kempen Teksten en samenstelling: S. Kuijpers, gemeente Bergeijk M. Jacobs

Nadere informatie

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg

Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg Informatiebijeenkomst Veranderingen in de zorg Welkomstwoord Wethouder Homme Geertsma Wethouder Erik van Schelven Wethouder Klaas Smidt Inhoud Doel & programma bijeenkomst Veranderingen in de zorg Visie

Nadere informatie