Aan de gemeenteraad van Nijmegen Geachte raad,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Aan de gemeenteraad van Nijmegen Geachte raad,"

Transcriptie

1 Directie Grondgebied Stadsontwikkeling Planologie en Juridische Zaken Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon (024) Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus HG Nijmegen Datum Datum uw brief Ons kenmerk G230/ Contactpersoon Mariska Versleijen Onderwerp Raamwerk Nijmegen Heyendaal Aantal bijlagen 1 Doorkiesnummer Geachte raad, Hierbij bieden wij u ter informatie het raamwerk Nijmegen Heyendaal aan. Het raamwerk Nijmegen Heyendaal vormt de basis voor het gelijknamige bestemmingsplan. Met het raamwerk wordt beoogd een beleidskader op te stellen voor het plangebied om de gewenste ontwikkeling te bepalen. Eventuele opmerkingen van uw raad zullen wij bij het opstellen van het voorontwerpbestemmingsplan meenemen. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mevr. dr. G. ter Horst P. Eringa aanbiedingsbrief gemeenteraad.doc

2

3 Raamwerk Nijmegen Heyendaal Projectteam: John Groeneweg Gerda Hendriks Eef Janssen Klaas Pruijsen Kees Teeken Mariska Versleijen Planteam: Arno Nikkelen Kees Teeken Mariska Versleijen

4 Inhoudsopgave 1. INLEIDING AANLEIDING OPGAVE PLANGEBIED VIGERENDE BESTEMMINGSPLANNEN LEESWIJZER ALGEMEEN KADER COALITIEAKKOORD KANSENBOEK STRUCTUURVISIE RUIMTELIJK KADER CULTUURHISTORIE RUIMTELIJKE STRUCTUUR HOOGBOUW BEELDKWALITEIT ONTWIKKELINGEN FUNCTIONEEL KADER WONEN ECONOMISCHE ACTIVITEITEN MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN VERKEER GROEN WATER MILIEUKADER ALGEMEEN BEDRIJVIGHEID GELUID BODEM LUCHT EXTERNE VEILIGHEID JURIDISCHE VORMGEVING PLANVORM BESTEMMINGEN VRIJSTELLINGS- EN WIJZIGINGSBEVOEGDHEDEN HANDHAVING ALGEMEEN RETROSPECTIEVE TOETS BIJLAGEN BIJLAGE 1: VIGERENDE BESTEMMINGSPLANNEN... 65

5 Plangebied Nijmegen Heyendaal 2

6 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Het college heeft op 12 maart 2002 besloten om in de periode van elk jaar twee actualisatieplannen ter hand te nemen. Het doel van de actualiseringsinhaalslag is: te komen tot een bestand van bestemmingsplannen met een leeftijd conform de eisen vanuit de Wet op de Ruimtelijke Ordening; eenduidigheid te creëren in de juridisch planologische regelgeving voor de bestaande stad met actuele gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden om: - snel en adequaat in te kunnen spelen op initiatieven van particulieren en bedrijven (geen lange procedures); - gewenste ontwikkelingen te kunnen realiseren en ongewenste ontwikkelingen te kunnen voorkomen; - de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid te vergroten; - de handhaafbaarheid te vereenvoudigen; - het risico van planschade te verkleinen; de grote hoeveelheid bestemmingsplannen (ruim 600) voor de bestaande stad te reduceren (tot maximaal 20) door bestemmingsplannen te maken voor grotere gebiedseenheden; een efficiënter beslag op de ambtelijke capaciteit door systematische vernieuwing van bestemmingsplannen in plaats van ad hoc opstellen van versnipperde kleine plannen. In 2003 is gestart met de bestemmingsplannen Nijmegen Zuid en Nijmegen Midden, in 2004 met Nijmegen Oud West, Nijmegen Goffert/Winkelsteeg en Nijmegen Dukenburg en in 2005 met Nijmegen Heyendaal. 1.2 Opgave De afdeling Stadsontwikkeling van de directie Grondgebied van de gemeente Nijmegen staat voor een drietal omvangrijke opgaven: Het actualiseren van de bestemmingsplannen (o.a. bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal); Het opstellen van beeldkwaliteitscriteria voor bouwplannen en ruimtelijke ontwikkelingen (Kadernota en Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit); Het verkennen van de ruimtelijke consequenties van de stadsvisie (Kansenboek en Uitwerking Kansenboek). Het onderhavige raamwerk Nijmegen Heyendaal vormt de basis voor het gelijknamige bestemmingsplan. Met het raamwerk wordt beoogd een beleidskader op te stellen voor het plangebied om de gewenste ontwikkeling te bepalen. De actualisatieopgave is daarom onlosmakelijk verbonden met de andere opgaven. 1.3 Plangebied Het bestemmingsplan Nijmegen Heyendaal wordt aan de westzijde begrens door de St. Annastraat, aan de noord-oostzijde door de spoorlijn en aan de zuidzijde door de Houtlaan, Kwekerijweg en d Almarasweg. Het plangebied omvat de terreinen van het UMC St. Radboud, de RUN en de HAN, Park Brakkenstein en een woonbuurt. Heyendaal 1.4 Vigerende bestemmingsplannen Voor het plangebied zijn momenteel 19 bestemmingsplannen vigerend, waarvan 9 moederplannen en 10 deelplannen (zie bijlage 1). Met de actualisatie zal in één klap het totaal van 19 bestemmingsplannen voor dit gebied worden gereduceerd tot 1 bestemmingsplan. 3

7 1.5 Leeswijzer In hoofdstuk 2 staat het algemeen kader waarbinnen het plangebied moet worden gezien. Hierin komen het Coalitieakkoord, het Kansenboek en de Structuurvisie aan de orde. In hoofdstuk 3 wordt het ruimtelijk kader omschreven. Het ruimtelijk kader omvat de cultuurhistorie, de ruimtelijke structuur, de hoogbouw, de beeldkwaliteit en de ontwikkelingen. Vervolgens komt in hoofdstuk 4 het functioneel kader aan de orde voor wat betreft de functies wonen, economische activiteiten, maatschappelijke voorzieningen, verkeer, groen en water. Hoofdstuk 5 bevat het milieukader. Hierbij gaat het om de milieufactoren bedrijvigheid, geluid, bodem, lucht en externe veiligheid. In hoofdstuk 6 wordt de juridische vormgeving bepaald aan de hand van het standaard-bestemmingsplan. Hierbij komen de planvorm, de bestemmingen en de vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden aan de orde. Tot slot wordt in hoofdstuk 7 ingegaan op het handhavingsbeleid en de retrospectieve toets. 4

8 2. Algemeen kader 2.1 Coalitieakkoord In het Coalitieakkoord Samen Sterk - Bruggen bouwen aan de Waal staan enkele belangrijke uitgangspunten voor de ontwikkeling van het nieuwe bestemmingsplan. Ongedeeld Nijmegen Nijmegen is een stad waar alle Nijmegenaren een goede woning kunnen kiezen, in een voor hen aantrekkelijke buurt met een goed leefklimaat. Waar Nijmegenaren uit verschillende delen van Nijmegen elkaar ontmoeten en samen leven. En samen werken aan het verbeteren van kansen voor Nijmegen. Bij nieuwbouw van woningen in Nijmegen sturen we op tempo. Tot 2010 bouwen we woningen en hebben we plannen voor woningen. Voor de bouw van voldoende betaalbare en bereikbare woningen is bouwen voor de behoefte aan sociale woningbouw ons uitgangspunt. We willen netto betaalbare huurwoningen toevoegen in de sociale sector en sociale koopwoningen bouwen. Werkend Nijmegen Een stad die aantrekkelijk is om in te werken en waar elke inwoner die wil en kan werken, aan het werk is. We streven naar een goed ondernemersklimaat, een sterke binnenstad, beter bereikbaar en een duurzame economische groei. Bruisend Nijmegen Nijmegen: een bruisende stad om van te genieten. Van cultuur, sport, onze mooie bosrijke omgeving en natuurlijk van onze grote evenementen. We willen bereiken dat zoveel mogelijk mensen deelnemen en genieten van wat Nijmegen te bieden heeft. Veilig Nijmegen Nijmegen, een stad waar mensen zich veilig kunnen voelen. Op straat, op het werk, bij het uitgaan en thuis. Onze aanpak is een combinatie van repressie en preventie. We werken zoveel mogelijk wijkgericht, samen met onze partners. Vernieuwend Nijmegen Nijmegen is een stad in ontwikkeling. We streven naar een gezond leefklimaat in een gezonde lucht. We zorgen er voor dat mensen woningen krijgen die ze willen, dat bedrijven goed gehuisvest zijn en dat onze kinderen les krijgen in eigentijdse schoolgebouwen. We passen de verkeersinfrastructuur zo aan dat Nijmegen goed bereikbaar is. We gaan de projecten die in gang zijn gezet afmaken. Ze zijn van essentieel belang voor de stedelijke ontwikkeling. Onder andere SSHN op campus, RUN, HAN, UMC, d Almarasweg. Projecten leggen een druk op de actualisatie van de bestemmingsplannen. We willen deze actualisatie, daar waar mogelijk, versneld afronden. Voor Heyendaal is ook een ruimtelijke visie vastgesteld. De ruimtelijke visie Heyendaal Samenspel in Landschap is noodzakelijk om alle nieuwbouwontiwkkelingen van UMC, Radboud Universiteit en HAN in een landschappelijke en stedenbouwkundige samenhang vorm te geven. We willen hierbij de landschappelijke kwaliteiten van het oorspronkelijke landgoed Heyendaal behouden, een goede koppeling met Park Brakkenstein en het behoud van een aantal cultuurhistorisch waardevolle gebouwen. Daarnaast zullen we de infrastructuur voor zowel openbaar vervoer, langzaam verkeer als gemotoriseerd verkeer versterken door middel van fietspaden, het realiseren van parkeerfaciliteiten en vrije busbanen. Bestuurlijk Nijmegen Nijmegen, een stad waar burgers tevreden zijn over de dienstverlening, waar bruggen zijn geslagen tussen bestuur, burgers, ondernemers en instellingen en waar een gezond bestuurlijk klimaat heerst. 5

9 2.2 Kansenboek In Kansen voor de Keizerstad: Ruimtelijke verkenning 2030 staat het ruimtevraagstuk centraal. Een groot deel van Nijmegen en omgeving zal wanneer we alle ruimtevragen honoreren van karakter veranderen. Dit plaatst ons voor de noodzaak keuzes te maken. Niet alles kan immers overal tegelijk. Tot nu toe hebben we met een beetje inschikken alle ruimtebehoeften geaccommodeerd. Inmiddels is het besef doorgedrongen dat dat niet ten koste mag gaan van de ruimtelijke kwaliteit en dat gestreefd moet worden naar een stad in balans. Daarom zijn keuzes noodzakelijk: willen we de door burgers gewenste kwaliteit waarborgen dan kan niet aan alle kwantitatieve ruimtebehoeften onbeperkt worden voldaan. Ruimtelijke ordening is in essentie een keuzeproces. Een en ander resulteert in de volgende uitgangspunten: Wij kiezen ervoor om nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen met respect in te passen in het ons omringende, alom gewaardeerde landschap. Door de stedelijke ontwikkelingen enerzijds te bundelen op locaties en vervoersassen in de stad waar nu al dynamiek heerst en anderzijds de extensieve gebieden zodanig te ontwikkelen dat ze toegevoegd worden aan het stadsweefsel, worden de huidige woon- en verblijfskwaliteiten van de stad ontzien. Het versterken van de typisch Nijmeegse kenmerken. In Kansen voor de Keizerstad, uitwerking kansenboek zijn deze uitgangspunten verder uitgewerkt en worden de volgende thema s onderscheiden: sterke wijken, vitale werkgebieden, stad aan het water, herkenbare stadsrand en stadspoorten, dynamische knopen, duurzame stedelijke dragers, beleefbaar groen en water in de stad, stad en regio. De ruimtelijke agenda in relatie tot het plangebied luidt als volgt: Thema s Lopende projecten Nieuwe kansen Sterke wijken Woningbouw hard tot 2006 Woningbouw zacht na 2006 Vitale werkgebieden Heyendaal (kenniscentrum / Health - Valley) Stad aan het water - - Herkenbare Park Brakkenstein, Structuurvisie Visie Groene Stadsrand + Stadspoorten (St. stadsrand en Heyendaal, balans bebouwd/onbebouwd Annastraat) stadspoorten Vingerstructuur groene stadsrand Nieuw perspectief sportvelden Dynamische knopen Knoop Heyendaal Knoop Heyendaal, infrastructuur Regiorail LV en OV routes tussen knopen Duurzame stedelijke dragers Beleefbaar stedelijk groen en water 2.3 Structuurvisie Stedelijke dragers (St. Annastraat, Heyendaalseweg, Groenewoudseweg) Spoorzone Groenstructuur Heyendaal Vingerstructuur groene stadsrand Stedelijke dragers (Groenewoudseweg) Heyendaalseweg en Kapittelweg Laanbeplanting hoofdwegen (St. Annastraat, Heyendaalseweg, Groenewoudseweg) Versterken relaties met groene stadsrand, vingervormige structuur In maart 2003 heeft Kuiper Compagnons een geactualiseerde structuurvisie Heyendaal Samenspel in landschap opgesteld in opdracht van de RUN en het UMC St. Radboud. Deze structuurvisie is uitgangspunt bij de nieuwbouwplannen van de universiteit en het academisch ziekenhuis. Het college van burgemeester en wethouders heeft op 28 februari 2006 de structuurvisie vastgesteld onder de volgende voorwaarden: De Heyendaalseweg en de overige doorgaande wegen moeten de functie als gebiedsontsluitingsweg B behouden; Er dient aangesloten te worden op het ondertekende convenant Bereikbaarheidsvisie Heyendaal d.d. 14 september 2005; Voor de in rood aangegeven gebouwen in het rapport Waardestelling objecten Campus Heyendaal dient een uiterste inspanning te worden geleverd om deze gebouwen te behouden en te integreren. Het betreft de volgende gebouwen: Erasmusplein 1, en 36, G. v. Swietenlaan 4, Geert Grooteplein Noord 17, 21, 23, 25 en 27, Geert Grooteplein Zuid bij 10, Kapittelweg 26, 28 en 30, Zernikeplaats 2; Voor de nieuwbouw van gebouw R moet een aantal bomen verdwijnen. De compensatie hiervoor biedt mogelijkheden om de groenzone aan weerszijden van de René Descartesdreef en tussen 6

10 deze weg en de Erasmuslaan als volledig groene zone te behouden en te versterken. Dit betekent geen ruimte reserveren voor ontwikkellingslocaties en op langere termijn, indien Tandheelkunde verplaatst wordt, het bebouwingsoppervlak van nieuwbouw verkleinen met compensatie in de hoogte en de vrijkomende ruimte bestemmen voor groen. 7

11 8

12 3. Ruimtelijk kader 3.1 Cultuurhistorie Historische ontwikkeling De oudste gegevens Het plangebied is lang onbebouwd gebleven. Eeuwenlang was het een deel van het heidegebied ten zuiden van de stad dat bekend staat als de Mokerheide. Op de kaart van Jacob van Deventer uit 1557 wordt het gebied ten zuiden van het buurtschap Sint Anna niet afgebeeld. Het ontstaan van landgoederen Vanaf de 16 de eeuw zijn er een paar kleinere ontginningen aan de rand van deze heide geweest. Drie daarvan liggen in het plangebied en die zijn in latere eeuwen uitgegroeid tot landgoederen. Wat daarvan na de grote veranderingen in de 20 ste eeuw overgebleven is, staat momenteel op de monumentenlijst. Op de kaart hiernaast, die in 1780 in opdracht van stadhouder Willem V gemaakt is door kapitein Hottinger, is het gehucht Sint Anna op het kruispunt van wegen vermeld en ook staan drie landgoederen op de grens van de heide aangegeven. Links Heyendaal, in het midden Brakkenstein, met het sterrenbos dat nog steeds bestaat en meteen rechts daarvan een derde landgoed Kenterberg, dat buiten de grenzen van deze bestemmingsplan actualisatie ligt. Het landgoed De Driehuizen, dat ten zuiden van Brakkenstein ligt, werd in 1780 nog niet vermeld. Op de topografische kaart van Tranchot en Von Müffling uit 1820, is te zien dat de ontginning van de heide sinds 1780 voortgeschreden is. Het huis De Driehuizen ( Dreyehuisen ) staat op deze kaart wel aangegeven. Maar er is ook te zien dat de omvang bescheiden was en dat de aanleg niet in de schaduw kon staan van Heyendaal en Brakkenstein. De naam Kenterberg is op deze tekening veranderd in Ketelenberg maar van een aanleg als landgoed is weinig meer te herkennen. De lanenstructuur, die daar in 1780 nog voorkwam, is verdwenen. Van de drie landgoederen heeft Heyendaal de oudste papieren. In het schepenprotocol van 1532 is sprake van een landstreek Heyingendael. In 1654 behoort het gebied met die naam aan Nicolas Vijgh, heer van Ubbergen en Sleewijk, die er vermoedelijk een hofstede liet bouwen. In 1705 is er sprake van een Huys en hofstadt met plantage. Het genoemde huis lag ter plaatse van het huidige huis Oud Heyendaal. Opeenvolgende eigenaren hebben het bezit sindsdien vergroot. In 1912 werd het verkocht aan Frans Jurgens, margarinefabrikant in Oss. Hij stichtte diverse nieuwe gebouwen, waaronder het huidige Huize Heyendaal. In 1949 werd een groot gedeelte van het landgoed verkocht aan de Sint Radboudstichting ten behoeve van de bouw van de Universiteit. Het landgoed Brakkenstein is waarschijnlijk iets jonger. Het wordt voor het eerst als goet genoemd in Ook dit landgoed is door opvolgende eigenaren vergroot en van nieuwe gebouwen voorzien. In 1915 werd het verkocht aan Victor Jurgens, een neef van Frans die in 1912 Heyendaal kocht. Hij liet er een nieuw stalgebouw, een tuinmanswoning en een waterput bouwen. De parkaanleg is diverse malen aangepast maar de oudste delen gaan terug tot het begin van de 18 de eeuw toen het sterrenbos werd aangelegd. Sinds 1951 is het landgoed eigendom van de gemeente Nijmegen. De jongste van de drie is het landgoed De Driehuizen. In een schepenprotocol uit 1708 is sprake van een bouwhof gelegen op den Hoogenveld, aen de heyde, genaemt de Drie Huizen. Nadat een volgende eigenaar in het begin van de 20 ste eeuw grote delen van het terrein verkocht had, raakten 9

13 het huis en de bijgebouwen in verval. Als gevolg daarvan is een grote schuur verdwenen, maar het huis zelf is inmiddels gerestaureerd. Spoorlijnen Het gebied zou vanaf het midden van de 19 de eeuw grote veranderingen ondergaan. Bij de plannen voor een spoorlijn van Nederland naar Duitsland maakte Nijmegen zich al vòòr 1850 sterk voor een lijn ten westen van de Rijn die ook Nijmegen zou aandoen. Uiteindelijk besloot de Rijnspoor Maatschappij om Nijmegen links te laten liggen en de lijn vanaf Arnhem op de rechter Rijnoever naar Duitsland aan te leggen. Zo hoefde men geen grote bruggen over de Rijn en de Waal aan te leggen, maar slechts één kleinere over de IJssel. Vooruitlopend op de landelijke beslissingen zorgde een Nijmeegs-Kleefs initiatief voor een spoorlijn naar Kleef. De lijn werd op 8 augustus 1865 feestelijk geopend. Op de kaart hiernaast, uit de gemeente atlas van 1866, staat hij aangegeven. Hij liep van Kleef via Groesbeek naar Nijmegen. Vanaf Groesbeek ging hij met een grote boog door de Groesbeekse bossen en vervolgens in noordelijke richting naar de stad. In de gemeente Nijmegen doorsneed hij de terreinen van Brakkesteyn en De Driehuizen. De verkoop van grond voor de spoorlijn leidde daar tot nieuwe investeringen. Zo werd in 1865 het oude huis Brakkenstein in neoclassicistische stijl herbouwd en bij De Driehuizen sloopte men in 1868 de bestaande gebouwen om er een Duitse modelboerderij van te maken. Na het landgoed Brakkenstein maakte de lijn een lichte knik naar het noordwesten om verder evenwijdig met de Groesbeekseweg naar de stad te gaan. Het station Nijmegen lag ten westen van de Sint Annastraat, ongeveer ter hoogte van De Vereeniging. Toen de Staat omstreeks 1874 plannen maakte voor de aanleg van een spoorlijn van Arnhem over Nijmegen naar s-hertogenbosch, was het niet mogelijk het station van de nieuwe lijn dicht bij het bestaande Nijmeegse station aan te leggen. Dat had te maken met de plek waar de spoorbrug over de Waal aangelegd zou worden en met de afmetingen van de boogstralen die voor een spoorlijn nodig waren. Er zijn verschillende locaties voor het nieuwe station bestudeerd, maar in alle gevallen zou de bestaande spoorlijn naar Kleef verlegd moeten worden om tot één nieuw station te kunnen komen. Uiteindelijk is gekozen voor de plek die het verst van de stad af lag; het tegenwoordige station. Het verleggen van de spoorlijn had gevolgen voor de wegen in het hele gebied. In de omgeving van het nieuwe station moest veel opgehoogd worden om aan te sluiten op de hoogte van de spoorbrug en diverse bestaande wegen werden verlegd. Zo ontstonden o.a. de huidige Kraijenhofflaan / Koninginnelaan en de Nieuwe Nonnendaalseweg. In het plangebied zou de lijn vanaf de d Almarasweg meer naar het westen gaan lopen en werd ingegraven in het terrein. Op het kaartje links, uit 1880, is behalve de nieuwe lijn ook het oude tracé nog zichtbaar. Bij de Driehuizerweg, de Heyendaalseweg, de Groenestraat (die toen door liep over de Sint Annastraat tot aan het kruispunt met de Heyendaalseweg / Driehuizerweg) en de Sint Annastraat vroegen de vele kruisingen om een oplossing. Alleen voor de belangrijkste wegen, de Sint Annastraat en de Driehuizerweg werden eenvoudige viaducten voorzien. Bij de Driehuizerweg werden kosten van de overspanning beperkt door de brug haaks op de spoorlijn te leggen en de weg om te leggen. Bij minder belangrijke wegen, zoals de Heyendaalseweg en de Groenestraat, verviel zelfs de doorgaande verbinding; de wegen werden omgelegd. Als opvolger van de Groenestraat tussen de Sint Annastraat en de Heyendaalseweg / Driehuizerweg ontstonden zo twee nieuwe wegen. Aan de noordzijde van het spoor de Groenewoudseweg en aan de zuidzijde de Verlengde Groenestraat. Op het kaartje rechts, uit 1913, is deze situatie goed weergegeven. 10

14 Stadsuitbreidingen in de 20 ste eeuw Tegenwoordig is de situatie nogal veranderd. Met een nieuw viaduct is de rechtstreekse verbinding van de Groenestraat met de Heyendaalseweg hersteld. Die heet nu Groenewoudseweg en de verbinding naar de Sint Annastraat heet nu Oude Groenewoudseweg. De naam van de Verlengde Groenstraat bleef echter bestaan, maar dat is nu een aftakking van de Groenewoudseweg. De Heyendaalseweg is in een iets ander tracé teruggekomen en heeft nu een viaduct in de as van de weg. Maar de Driehuizerweg is tussen Park Brakkenstein en de spoorlijn geheel verdwenen. Ten noorden van de spoorlijn herinnert slechts een klein stukje van de Professor Korststraat nog aan de oude weg. Voor de bebouwing van het gebied was de katholieke emancipatie, die in de 19 de eeuw opgang kwam, van grote invloed. Na 1920 zorgde die op verschillende plaatsen buiten de oude stad voor grote bouwcomplexen. Zo ook in het plangebied. Ten zuiden van de Groenewoudseweg werd in 1926 het, onlangs gesloopte, Sint Canisiusziekenhuis aan de Sint Annastraat gesticht. Ook de verschillende kloosterorden stichtten hier grote complexen; de paters Jezuïeten tussen 1927 en 1929 het Berchmanianum aan de Houtlaan en de paters Dominicanen aan de Driehuizerweg (nu Heyendaalseweg 121) tussen 1930 en 1932 het studiehuis Albertinum. Dit laatste complex ligt net buiten het plangebied. Voor de verdere bebouwing binnen het plangebied is de ontwikkeling van de in 1923 gestichtte rooms-katholieke universiteit van groot belang geweest. Na de tweede wereldoorlog besloot de universiteit namelijk om geheel nieuw te bouwen als een campus buiten de stad. Daartoe werd het landgoed Heyendaal aangekocht. Het grote terrein tussen de Sint Annastraat, Groenewoudseweg, Driehuizerweg en Houtlaan werd vanaf 1950 tot campus ingericht. Als gevolg daarvan werd de Heyendaalseweg nu de belangrijke doorgaande weg en verviel een gedeelte van de Driehuizerweg. Ook ontstond het station Heyendaal voor de bereikbaarheid van de universiteit per spoor. Monumenten In het plangebied en de directe omgeving bevinden zich verschillende solitaire monumenten en ook één monumenten complex. Rijksmonumenten vinden we op de volgende adressen: Verlengde Groenestraat nr. 75, Bisschop Hamerhuis; Sint Annastraat nr. 283, villa; Geert Grooteplein Noord nr. 9, Huize Heyendaal; Driehuizerweg nr. 281 (Schelpenhuis), nr. 283 (dressuurstal), nr. 285 e.a.(het landgoed met de villa Brakkenstein), nr. 285 (parkaanleg), ongenummerd bij nr. 285 (waterput), nr. 287 (tuinmanswoning), en ongenummerd bij nr. 287 (toegangshek). Deze nummers zijn ook als onderdeel van het complex Landgoed Brakkenstein beschermd; Houtlaan nr. 4, Collegium Berchmanianum; Sint Annastraat nr. 244, praktijkwoning (net buiten het plan gebied); Sint Annastraat nr. 338b, bloemisterij (net buiten het plangebied); Heyendaalseweg nrs. 121 t/m 133, Albertinum, inclusief tuinaanleg (net buiten het plangebied). En Gemeentelijke Monumenten op de volgende adressen: René Descartesdreef nr. 21, Oud Heyendaal, met bomenrij langs de René Descartesdreef; Sint Annastraat nr. 256, woonhuis (net buiten het plangebied); Driehuizerweg nr. 321 t/m 329, De Driehuizen (net buiten het plangebied). In het kader van de belangstelling voor de architectuur van de wederopbouwperiode heeft de gemeente Nijmegen onlangs een inventarisatie laten maken van de cultuurhistorische waarden van diverse universiteitsgebouwen. Gebleken is dat enkele gebouwen bijzondere cultuurhistorische kwaliteiten bezitten. Een nadere afweging van belangen zou er toe kunnen leiden dat enkele gebouwen op de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst worden. Omdat de komende tijd een grote 11

15 vernieuwing van de universiteitsgebouwen zal worden uitgevoerd, vindt er overleg plaats over inpassing van enkele waardevolle bestaande gebouwen in de nieuwbouwplannen. Het gaat om de volgende gebouwen: Erasmusplein 1, Erasmusgebouw; Erasmuslaan 15-17, voormalig klooster en kapel, thans studentenkerk; Erasmuslaan 36, centrale Universiteitsbibliotheek; Geert Grooteplein Noord 17 en G. v. Swietenlaan 4, voorm. verpleegstersflat, thans Transitorium; Geert Grooteplein Noord 21, Preklinisch hoofdgebouw; Geert Grooteplein Noord 23, 25, 27, Prekliniek en Preklinisch Instituut; Geert Grooteplein Zuid bij 10, verpleeggebouw A; Kapittelweg 26, 28, 30, dienstwoningen; Zernikeplaats 2, ketelhuis en dienstwoning. Archeologische waarden Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient, volgens dit verdrag, de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen. Het archeologiebeleid van de gemeente Nijmegen is, in overeenstemming met Malta, er op gericht om het bodemarchief zoveel mogelijk te ontzien. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die ook als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het verhaal van de plek ook door toekomstige generaties nog worden gelezen. Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft Bureau Archeologie van de gemeente Nijmegen een archeologische aandachtsgebiedenkaart ontwikkeld waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en zones zijn aangegeven. In de oostelijke helft van het plangebied ligt één van deze zogenoemde aandachtsgebieden (zie kaartuitsnede). Het betreft het vermoedelijke tracé van de weg die in de Romeinse tijd van het centrum van Nijmegen naar de Romeinse nederzettingen in Mook en Cuijk liep. Binnen de gemeentegrens van Nijmegen zijn tot op heden (nog) geen restanten van de weg aangetroffen. Net buiten de gemeentegrens in het bos Heumensoord is de weg in het landschap nog enigszins zichtbaar als een zes meter brede verhoging met bermsloten. Naast de weg lag een wachtpost, gebouwd rond na Chr. Deze wachtpost bestond uit een houten gebouw in de vorm van een toren op een klein terrein dat door een muur en greppel was omgeven. De weg is in de buurt van Cuijk op nog enkele plaatsen waargenomen. Langs Romeinse wegen worden in de regel vaak bewoningssporen aangetroffen. Ook was het in die tijd gebruikelijk om de doden langs wegen te begraven. Voor de rest van het plangebied bestaat een lage verwachting op het aantreffen van archeologische vondsten. Voor het aangegeven gebied op de archeologische aandachtsgebiedenkaart van Nijmegen geldt een onderzoeksverplichting. De kosten van archeologisch onderzoek (inclusief uitwerking en rapportage) zullen als gevolg van de implementatie van het Verdrag van Valletta ten laste komen van de verstoorder van het bodemarchief (verstoorder betaalt-principe). Bij grondwerkzaamheden in het archeologisch aandachtsgebied dient te worden bepaald of er al dan niet archeologische begeleiding of een opgraving moet plaatsvinden. Grondwerkzaamheden die in het resterende deel van het plangebied plaatsvinden, worden incidenteel geïnspecteerd door Bureau Archeologie op het 12

16 voorkomen van archeologische vondsten. Bij het aantreffen daarvan zal in overleg worden getreden met de betrokken partijen om, indien nodig, aanvullende waarnemingen te verrichten. Explosieven Op basis van historische gegevens en interviews met betrokkenen vanuit de gemeente is een globale risicokaart vervaardigd, waarop risicogebieden zijn aangegeven met een mogelijke aanwezigheid van niet-gesprongen explosieven in de ondergrond. Risicogebieden zijn gebieden waar bombardementen en oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden. De kaart is gecombineerd met een kaart van de bebouwde gebieden ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. In de destijds bebouwde gebieden is het risico op het vinden van explosieven namelijk kleiner dan in de destijds onbebouwde gebieden. De combinatie van deze twee kaarten leidt tot een viertal gebiedskarakteristieken: 1. risicogebied en onbebouwd ten tijde van WO II; 2. risicogebied en bebouwd ten tijde van WO II; 3. buiten risicogebied en onbebouwd ten tijde van WO II; 4. buiten risicogebied en bebouwd ten tijde van WO II. De vier gebieden kennen een aflopende schaal wat betreft de aanwezigheid van niet-gesprongen explosieven en daarmee wat betreft risico. Uitgangspunt is om de risico s op incidenten met nietgesprongen explosieven te minimaliseren. Binnen het plangebied komen alle gebiedskarakteristieken voor. Een brede zone rondom de spoorlijn en de Driehuizerweg valt binnen deelgebied 1. Dit is het hoogste risicoprofiel. In deze destijds onbebouwde gebieden vonden in de WO II noemenswaardige oorlogshandelingen plaats. Het risico bestaat van niet-gesprongen explosieven in de ondergrond. Mogelijke vondsten kunnen bestaan uit (mortier-)granaten of blindgangers naar aanleiding van bombardementen. De risico s worden op dit moment te hoog ingeschat om zonder voorafgaand veldonderzoek bouwwerkzaamheden uit te voeren. Het onderzoek bestaat tenminste uit een combinatie van een uitgebreid historisch onderzoek, gevolgd door een veldonderzoek met behulp van magnetometers. Het historische onderzoek kan zich voor het overgrote deel baseren op de zogenaamde multi-temporele uitwerking die vanaf 2001 is gemaakt. Deze uitwerking heeft reeds locaties in kaart gebracht waar de kans op aanwezigheid van niet-gesprongen explosieven groot is. Het veldonderzoek volgend op het historische onderzoek betreft een veldonderzoek volgens de Waalsprongmethode (een zeer intensieve methode waarbij elke vierkante meter van een terrein volledig wordt afgespeurd) of de Schipholmethode (een methode waar op zeer specifieke locaties in het veld wordt gezocht). Een klein deel van de zone rondom de spoorlijn in de noordelijke punt van het plangebied valt binnen deelgebied 2. Door de bebouwing van destijds veronderstellen we dat de dichtheid en verscheidenheid van eventuele niet-gesprongen explosieven in de ondergrond relatief beperkt is. Veldonderzoek hoeft dan ook alleen uitgevoerd te worden op plaatsen die aan de hand van historisch onderzoek als mogelijke risicoplaats zijn aangeduid. Het historische onderzoek dient zich vooral te richten op historische luchtfoto s, archiefmateriaal en eventuele persoonlijke overleveringen van mensen. De St. Annastraat en het voormalige CWZ-terrein vallen binnen deelgebied 4 en de rest van het plangebied valt binnen deelgebied 3. Zowel in deelgebied 3 als 4 is een nader historisch of aanvullend veldonderzoek bij stedelijke herstructureringen of inbreidingen niet nodig. 3.2 Ruimtelijke structuur Ruimer kader Heyendaal ligt in de zuid-oosthoek van Nijmegen op ongeveer 3 km van het stadscentrum. Het plangebied is aan drie zijden ingeklemd door stedelijk gebied: aan de noordzijde door de wijk Galgeveld, aan de westzijde door de wijken Hazenkamp en St. Anna en aan de oostkant aan de overkant van het spoor door de wijk Groenewoud. Aan de zuidkant is de overgang tweeledig; zowel stedelijk (de wijk Brakkenstein), als landschappelijk in combinatie met sportvelden (het gebied Driehuizen). 13

17 14

18 Vanuit het centrum van Nijmegen is de wijk Brakkenstein bereikbaar via de St. Annastraat en de Heyendaalseweg. De Heyendaalseweg loopt bijna centraal in noord-zuid richting door het plangebied. Naast deze verkeersontsluitingsfunctie moet de Heyendaalseweg ook een intermediair gaan vormen tussen de bebouwingsconcentraties ten oosten en westen van de Heyendaalseweg. Aan de zuidzijde is de relatie met het buitengebied nog steeds aanwezig. Op deze plek penetreert het groen het stedelijk gebied; via het gebied Driehuizen, Park Brakkenstein tot in de groene zones op de campus (zone Houtlaan en centrale zone Heyendaal). Naar de toekomst toe zal Driehuizen meer ruimte gaan bieden voor sportactiviteiten. Net buiten het plangebied ligt het belangrijke knooppunt station Heyendaal. Nabij het station staat een aantal plannen op stapel waarbij de nieuwbouw van het ROC in combinatie met studentenhuisvesting de belangrijkste zijn. De bereikbaarheid voor langzaam verkeer en openbaar vervoer wordt met de aanleg/verlenging van een vrije busbaan en een vrijliggend fietspad langs het spoor sterk verbeterd. Plangebied Een aantal noord-zuid en oost-west lijnen bepaalt de hoofdstructuur van het plangebied. In noord-zuid richting zijn dat de St. Annastraat, de Heyendaalseweg en de spoorlijn. In oost-west richting lopen de Groenewoudseweg, de Kapittelweg, de Erasmuslaan, de Houtlaan/Kwekerijweg/d Almarasweg. Het grootste deel van het plangebied wordt ingenomen door het monumentale Park Brakkenstein, de campus van de Radbouduniversiteit (RUN) en het Radboudziekenhuis (UMC St. Radboud) en de locatie Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN). In beperkte mate komt woningbouw voor en wel op de volgende locaties: ten noorden van de Kapittelweg op het voormalig CWZ ziekenhuisterrein en de hoek St. Annastraat/Kapittelweg; binnen de IBIM driehoek ten noorden van de Groenewoudseweg en langs de Verlengde Groenestraat. Heyendaal is een voormalig landgoed; er zijn nog duidelijke fragmenten aanwezig en herkenbaar, zowel landschappelijk als bouwkundig. Qua bebouwing doet het kasteeltje Heyendaal aan de Philip van Leijdenlaan en het Huis Heyendaal aan het eind van de René Descartesdreef nog herinneren aan oude vervlogen tijden. Deelgebieden In ruimtelijke zin bestaat het plangebied van noord naar zuid uit 4 deelgebieden: het voormalig IBIM-terrein (ten noorden van de Groenewoudseweg); het voormalig CWZ-terrein en het terrein van de HAN (tussen de Groenewoudseweg en de Kapittelweg); de campus Heyendaal met de RUN en het UMC St. Radboud (tussen de Kapittelweg en de Houtlaan); Park Brakkenstein. Historische context Voormalig IBIM-terrein De driehoekige ruimte tussen de St. Annastraat, Groenewoudseweg en de spoorlijn is langs de randen bebouwd met voornamelijk woningbouw, langs de St. Annastraat in een gesloten wand (jaren vorige eeuw) en langs de Groenewoudseweg in een meer open structuur van vrijstaande woningen. Op het binnenterrein zijn twee bedrijfsgebouwen gerealiseerd waarvan het gebouw waar nu Doornroosje gevestigd is (een voormalig schoolgebouw) het oudste is. Voormalig CWZ-terrein Tussen de Kapittelweg en de Groenewoudseweg is begin 20 e eeuw het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis gebouwd. Het ziekenhuis heeft zo n 75 jaar gefunctioneerd op deze locatie. Eind 20 e eeuw 15

19 16

20 was de gehele bouwkundige en logistieke structuur van het ziekenhuis zwaar verouderd. Er werd besloten een nieuw ziekenhuis te bouwen in het Jonkerbos aan de Weg door Jonkerbos. Alle ziekenhuisbebouwing is gesloopt. Vanaf begin jaren 90 is gestart met de voorbereiding en bouw van een nieuwe woonwijk op het voormalig ziekenhuisterrein. De ontsluiting van de wijk loopt via de Groenewoudseweg en de Kapittelweg. Vanaf de Hatertseweg/St. Annastraat is een ontsluiting voor langzaam verkeer. De wijk bestaat voornamelijk uit grondgebonden woningen. Centraal ligt een groene zone met een viertal appartementencomplexen. Ten oosten van het voormalig CWZ-terrein zijn de randen het eerst bebouwd geweest. Langs de Verlengde Groenestraat valt het Bisschop Hamerhuis op. In de jaren 30 vorige eeuw is een aantal grondgebonden woningen gerealiseerd. Later zijn enkele wooncomplexen voor studenten toegevoegd. Universiteit (RUN) De eerste rooms katholieke universiteit van Nederland is in 1923 gesticht in Nijmegen. In eerste instantie nam de universiteit haar intrek in stadspanden in het centrum. Na de 2 e wereldoorlog werd een plan gemaakt voor de universiteit op het landgoed Heyendaal. Ook Galgenveld werd toen in de plannen voor de universiteit opgenomen. Toen de universiteit rond 1960 de beschikking kreeg over het gehele landgoed Heyendaal is de optie Galgenveld verlaten. Alle universiteitsbebouwing werd op Heyendaal geprojecteerd. De Driehuizerweg vormde de oostgrens en de verbindingsroute naar de stad. Later werd de Driehuizerweg afgesloten en kreeg de Heyendaalseweg een belangrijke ontsluitingsfunctie. De ontwikkeling van de medische- en de B-faculteit kreeg alle ruimte. Samenhang tussen beide ontwikkelingen was ver te zoeken. Hierdoor zijn er ondefinieerbare ruimten ontstaan. De Heyendaalseweg vormde een duidelijke scheiding tussen de B-faculteit en het medisch cluster (academisch ziekenhuis en collegezalen/medische bibliotheek). Begin jaren 70 vorige eeuw is in de zuidelijke zone van Heyendaal het Erasmusgebouw, de Bibliotheek en het Spinozagebouw gerealiseerd, waardoor ook de A-Faculteit haar eigen uitstraling kreeg. Later in de jaren 70 is als reactie op deze hoogbouw de kleinschalige laagbouw aan de Thomas van Aquinostraat gebouwd. Er is op Heyendaal in opeenvolgende naoorlogse perioden een staalkaart ontstaan van architectuuren stedenbouwopvattingen, en dit alles in een parkachtige setting. Met de realisatie van de universiteitsbebouwing nam het aantal studenten en medewerkers drastisch toe. Een goede bereikbaarheid was geboden. Met de komst van de NS voorstadshalte Heyendaal en een aantal buslijnen is de bereikbaarheid van de campus wat het openbaar vervoer betreft op een goed peil gebracht. Park Brakkenstein Park Brakkenstein is gelegen op een ruitvormig terrein, aan de noord- en westkant begrensd door het universiteitsterrein, aan de oostkant door de spoorlijn naar Venlo en aan de zuidkant door een strook sportvelden aan de d Almarasweg. Het landgoed Brakkenstein wordt het eerst genoemd in de 17 e eeuw. Op kaarten uit de 18 e eeuw vertoont het landgoed een sterrenbosstructuur. In 1865 is villa Huize Brakkesteyn met een losstaand koetshuis met kapel gebouwd. Later zijn nog meerdere bouwwerken in het park verschenen, zoals het karakteristieke stalgebouw uit 1916, de tuinmanswoning, een waterput en de toegangshekken. Het stalgebouw bestond uit stallen, een koetshuis, een zadelkamer en een woning voor de stalknecht. In 1928 werd het voormalige koetshuis/kapel verbouwd tot kinderspeelhuis, dat verwijzend naar de muurbedekking het schelpenhuis wordt genoemd. Momenteel is de villa in gebruik als horecalocatie, de tuinmanswoning en het schelpenhuis als woonhuis en het stalgebouw is nog grotendeels in gebruik als paardenverblijf. De linkervleugel is verbouwd tot woonhuis. Rond 1970 is in opdracht van de Universiteit in de zuidoost hoek een botanische tuin aangelegd. Het park wordt aan 4 zijden omgeven door lanen met beuken. De hoofdtoegang bevindt zich in de zuid-west punt van de ruit. In de lange diagonaal van de ruit loopt een beukenlaan. In het midden van de laan sluiten aan weerszijden onder 45 graden lanen aan. De lanen behoren tot de sterrenbosstructuur. Tussen de geometrische lanen lopen golvende paden. Het park bestaat uit open weiden en compacte bosopstanden. Het park inclusief de genoemde bouwwerken is een Rijksmonument. Bestaande ruimtelijke structuur Voormalig IBIM-terrein Ingeklemd tussen spoorlijn, St. Annastraat en Groenewoudseweg ligt de zgn. IBIM driehoek. Langs de 17

21 Groenewoudseweg treffen we losse lintbebouwing aan en langs de St. Annastraat een gesloten bebouwingswand, beide uit de periode begin 20 e eeuw. Het binnengebied grenzend aan de spoorlijn wordt in beslag genomen door 2 gebouwen: Spacsport en Cultureel Centrum Doornroosje. Langs het spoor dat verdiept ligt wordt op dit moment gewerkt aan de langzaamverkeersverbinding richting station Heyendaal. Voormalig CWZ-terrein en HAN-terrein Ten noorden van de Kapittelweg is een groot deel van de HAN gerealiseerd, een aaneenschakeling van gebouwen met centraal aan de westzijde een open groen plein. De hoogte van de gebouwen is divers. Het parkeren is voor een deel ondergronds opgelost, maar voor een groot deel op maaiveld. De zuid-oost hoek van de driehoek ligt nog braak en wordt momenteel als parkeerterrein gebruikt. Langs de Laan van Scheut staat een aantal losstaande gebouwen, van gebouw Trigon in het zuiden tot het Bisschop Hamerhuis in het noorden. De Laan van Scheut en het verlengde hiervan vormt een balangrijke langzaam verkeerroute. Op het voormalig CWZ-terrein is een woonwijk gebouwd. Centraal ligt een groene zone met 4 appartementencomplexen. Ten noorden en ten zuiden van de groene zone liggen 2 buurtjes met ieder een eigen architectuurtaal. De groene zone sluit aan op de Laan van Scheut. Campus met RUN en UMC St. Radboud Anno 2006 treffen we een plangebied aan dat sterk in ontwikkeling is. De laatste jaren is intensief gewerkt en gebouwd aan een vernieuwing van de B-faculteit en het UMC (Universitair Medisch Centrum). Tussen deze twee clusters loopt de Heyendaalseweg als een barrièrre. UMC St. Radboud Het UMC is in een soort carré gegroupeerd rondom het Geert Grooteplein, een groen plein boven op een parkeerkelder. Naar het zuiden toe is de bebouwing opgerukt richting René Descartedreef en zelfs daarover heen (tandheelkunde) en naar het oosten tot aan de Heyendaalseweg. Naar het noorden toe loopt de bebouwing tot de Kapittelweg. Ondanks deze bouwontwikkeling en de daarbij horende parkeervraag is nog steeds een belangrijke groenstructuur aanwezig, met name in de centrale zone rond Erasmuslaan en Rene Descartedreef. RUN: A-faculteit Ten zuiden van de Erasmuslaan heeft de A-faculteit haar eigen identiteit gekregen. De belangrijkste gebouwen zijn de ruim 80 meter hoge Erasmustoren, het Spinozagebouw en de Universiteitsbibliotheek. Tussen het Spinozagebouw en de Erasmustoren loopt de Thomas van Aquinostraat, een straatje met aan weers zijden kleinschalige bebouwing. Tussen de compacte bebouwing van de A-faculteit en de Houtlaan loopt een groene buffer met bosopstand. Als enige bebouwing treffen we hier het klooster Berghmanianum en het Max Planck Instituut aan. RUN: B-faculteit De B-faculteit heeft de afgelopen jaren een metamorfose ondergaan. Na sloop van de oorspronkelijke panden uit de jaren 50 vorige eeuw is langs de Heyendaalseweg nieuwbouw in een kamstructuur gerealiseerd; in een vast ritme staat loodrecht op de Heyendaalseweg een aantal identieke bouwmassa s die onderling met elkaar verbonden zijn. Ten oosten van de B-faculteit staat enige losse bebouwing in een parkachtige setting. Een nieuwe ontsluitingsweg tegenover de Kapittelweg loopt door het gebied. Deze weg sluit in de toekomst aan op de Driehuizerweg langs het Park Brakkenstein. Ten zuiden van de B-faculteit wordt een studentencomplex met een ondergrondse parkeervoorziening gebouwd en nog meer in zuidelijke richting is begin 2000 het Gymnasion in combinatie met kantooren onderwijshuisvesting voor de RUN en de HAN gebouwd. Onder het complex ligt een parkeergarage. Door het parkeren op maaiveld te vervangen door ondergrondse parkeeraccomodaties is het mogelijk de groenstructuur van de campus te koppelen aan het Park Brakkenstein. Ten zuiden van het Gymnasion ligt een aantal sportvelden. De ruimtelijk ontwikkeling van de afgelopen jaren is gebaseerd op een structuurvisie die in opdracht van de Radboud Universiteit Nijmegen en het UMC St. Radboud is opgesteld en in grote lijnen door de gemeente is geaccordeerd. 18

22 Groenstructuur Dat Heyendaal oorspronkelijk een landgoed was is nog altijd herkenbaar. Vooral de zone rondom de Rene Descartesdreef en de Erasmuslaan ademt nog de sfeer van weleer; oude beukenlanen, grote struiken rodondendron en gevarieerde bosopstanden. De relatie met het buitengebied is nog steeds aanwezig via Park Brakkenstein en Landgoed de Driehuizen. Tussen het universiteitsterrein en de wijk Brakkenstein loopt een dichte groene zone bosopstand. Twee gebouwen zijn in deze zone gesitueerd, klooster Berchmanianum en het Max Planck Insituut. Rondom het klooster is enige lucht, het Max Planck Instituut staat in het bos. Eveneens van belang is de groene zone op het voormalig CWZterrein met loodrecht daarop de groene zone langs de Laan van Scheut. Belangrijke groene lijnen zijn het spoor, de St. Annastraat en de Heyendaalseweg. De groenstrook langs de St. Annastraat verbreedt zich ter plaatse van het kasteeltje Heyendaal tot aan de Kapittelweg. Langs de Kapittelweg loopt de groene lijn tot aan de Laan van Scheut. 3.3 Hoogbouw De notitie Hoogbouw Nijmegen boven de boomgrens spreekt zich uit over de kansen en mogelijkheden van hoogbouw. De definitie van hoogbouw wordt gerelateerd aan de stedenbouwkundige context, de situatie waarin men de hoogbouw beschouwt. Voor Nijmegen wordt de volgende indeling gehanteerd: 2-3 lagen, al dan niet met kap, is laagbouw; 4-8 lagen (ca m.) is middelhoogbouw; meer dan 8 lagen (hoger dan ca. 25 m.) is hoogbouw. Een belangrijke hoogbouwcluster is gesitueerd rond de knoop Heyendaal. Op de campus van de Radbouduniversiteit en het UMC St. Radboud valt een groot deel van de gebouwen onder middelhoogbouw, maar er zijn ook diverse gebouwen met 12 lagen. Ook staat er het hoogste gebouw van Nijmegen, de Erasmustoren met 22 lagen, ruim 80 meter hoog. 3.4 Beeldkwaliteit Inleiding Met de Kadernota Beeldkwaliteit geeft de gemeente aan de kwaliteit en samenhang van het stadsbeeld te willen behouden en versterken. Alle benodigde vakdisciplines zullen daarbij samenwerken en gebiedsgericht worden ingezet. De cultuurhistorie van de stad wordt als inspirator en katalysator gebruikt om nieuwe ontwikkelingen te plaatsen binnen het verhaal van de bestaande stad. Het begrip beeldkwaliteit is verbonden met de mate waarin we een positief of negatief beeld van onze omgeving hebben. Als een omgeving of gebouw een slechte indruk achterlaat kunnen we spreken van een lage beeldkwaliteit. Er is sprake van een hoge beeldkwaliteit wanneer een straat, plein of gebouw een positieve indruk oproept. Structuur, identiteit en belevingswaarde zijn bepalend voor de uiteindelijke beeldkwaliteit. In de Uitwerkingsnota Beeldkwaliteit zijn de ambities voor wat betreft de beeldkwaliteit van de stad vertaald in criteria voor bouwplannen en ruimtelijke ontwikkelingen. Toetsingsniveau s De gemeente onderscheidt bij de ruimtelijke ontwikkeling van de stad twee zogenaamde toetsingsniveaus: een bijzonder en een regulier toetsingsniveau. In gebieden waar een bijzonder toetsingsniveau geldt, zal de gemeente een meer actieve rol spelen bij de totstandkoming van nieuwe ontwikkelingen. Er zullen ook hogere eisen worden gesteld aan initiatieven en bouwplannen van derden. In gebieden waar een regulier toetsingsniveau van kracht is, zullen minder strenge eisen worden gesteld aan bouwplannen. Er wordt wel gewaakt voor achteruitgang en verlies van bestaande ruimtelijke kwaliteiten. 19

23 Op vrijwel het gehele plangebied is het bijzonder toetsingsniveau van toepassing. Alleen op de woonbuurt op het voormalige CWZ-terrein, ingeklemd tussen de St. Annastraat, de Kapittelweg, de Laan van Scheut en de Groenewoudseweg is het reguliere toetsingsniveau van kracht. Levenscyclus Ieder stadsdeel maakt een eigen ontwikkeling door. We kunnen hierbij spreken van een levenscyclus, die begint met de ontwikkelingsfase van het gebied. In een ontwikkelingsgebied ontstaat een nieuw woon- of werkgebied op een plek die daarvoor voor een ander gebruik diende. Nadat de ontwikkelingsfase is afgerond, is het nieuwe gebied voltooid en zal het beheerd en onderhouden moeten worden. Het gebied komt dan in de beheerfase. Na verloop van tijd kunnen er door maatschappelijke en ruimtelijke veranderingen knelpunten ontstaan in het gebied. Om problemen te voorkomen of aan te pakken kan ervoor gekozen worden om het gebied te herstructureren of te revitaliseren. Daardoor kan het weer beter gaan functioneren. Ook komt het voor dat gebieden zo goed functioneren en gewaardeerd worden dat men besluit het gebied een beschermde status te geven. Dat wil zeggen dat er behoudend met veranderingen in het gebied wordt omgegaan. Het gebied kan bijvoorbeeld worden aangewezen als gemeentelijk beschermd stadsbeeld indien er cultuurhistorische, architectonische en stedenbouwkundige kwaliteiten aanwezig zijn die het waard zijn om behouden te blijven. De campus met de RUN en het UMC St. Radboud is een herstructurerings- en revitaliseringsgebied en Park Brakkenstein is een beschermingsgebied. Verder zijn het voormalige IBIM-terrein ten noorden van de Groenewoudseweg en de locatie Kapittelweg/Heyendaalseweg aangemerkt als ontwikkelingsen transformatiegebied. De rest van het plangebied is beheergebied. Bouwstenen In Nijmegen komen samenhangende ruimtelijke eenheden voor met eigen beeldkenmerken. Dit kunnen bijvoorbeeld buurten, wijken of kleinere ensembles zijn. Om de eenheden te kunnen benoemen, is het begrip bouwstenen geïntroduceerd. Binnen het plangebied zijn de volgende bouwstenen herkenbaar: H2 W2 W8 B1 V1 G1 G2 Historische bebouwingslinten en dorpskernen (de St. Annastraat en het voormalige IBIMterrein ten noorden van de Groenewoudseweg); Tuinwijk (de woningen tussen de Proosdijweg en de Kapittelweg en de woningen langs de Verlengde Groenestraat); Woongebieden vanaf 1990 (de woonbuurt op het voormalige CWZ-terrein); Werkgebieden (de spoorzone ten noorden van de Groenewoudseweg); Voorzieningen (station Nijmegen Heyendaal); Gebouwen en complexen in het groen (de campus van de RUN en het UMC St. Radboud, Park Brakkenstein); Sport- en recreatieterrein (Heyendaalseweg/Kwekerijweg/d Almarasweg). Voor het gehele plangebied zijn de algemene beeldkwaliteitscriteria van toepassing. Voor de specifieke bouwstenen c.q gebiedstypen zijn tevens specifieke toetsingscriteria van toepassing. 3.5 Ontwikkelingen Binnen de grenzen van het plangebied doen zich de komende 10 jaar diverse ontwikkelingen voor. Net buiten de plangrenzen wordt met de bouw van het nieuwe ROC in combinatie met studentenwoningen de toon gezet voor de toekomst van de stationsomgeving Heyendaal. De aanlanding van een fietspad en een busbaan door de spoorlijn op de Heyendaalseweg heeft een enorme infrastructurele aanpassing van de stationomgeving tot gevolg. Binnen de plangrenzen spelen de grootste ontwikkelingen zich af op de campus van de RUN en het UMC St. Radboud en op het terrein van de HAN ten noorden van de Kapittelweg. In wat beperkter omvang zal ook de driehoek tussen de St. Annastraat, Groenewoudeseweg en het spoor worden getransformeerd (voormalig IBIM terrein). Daarnaast is er nog een aantal locaties die voor 20

24 herontwikkeling in aanmerking komen, nl. de sportvelden aan de d Almarasweg en de manege in Park Brakkenstein. Dit laatste is sterk afhankelijk van wel of geen verplaatsing van de athletiekbaan Brakkenstein. In het hiernavolgende zal gedetailleerd worden ingegaan op de aard van de ontwikkelingen op genoemde locaties. Ontwikkeling campus RUN en UMC St. Radboud Op basis van de geactualiseerde Structuurvisie Heyendaal samenspel in landschap die in opdracht van de Radboud Universiteit en het UMC St. Radboud door Kuiper Compagnons is opgesteld, is zowel voor het UMC als voor de Universiteit een richting aangegeven voor de te realiseren nieuwbouw op de campus. In het kader van de toekomstige ontwikkelingen zijn 4 clusters te onderscheiden: cluster Toernooiveld/B-faculteiten; cluster UMC St Radboud; cluster A-faculteiten; sportcluster. Cluster Toernooiveld/B-faculteiten De oorspronkelijke gebouwen worden op 1 na gesloopt en vervangen door nieuwbouw in een kamstructuur haaks op de Heyendaalseweg. Er ontstaan zodoende 4 vleugels van 5 royale bouwlagen die onderling met elkaar verbonden worden. Verder naar het zuiden is langs de Heyendaalseweg na sloop van het langgerekte bouwblok ruimte voor nieuwbouw, waarbij kan worden voortgeborduurd op de kamstructuur, maar dit is geen noodzaak. Een optie is om hier in de toekomst het Bestuursgebouw en de Aula naar toe te verhuizen. In het verlengde van de groene zone Heyendaal (René Descartedreef/Erasmuslaan) komt een brede groene zone richting Park Brakkenstein, waardoor Park Brakkenstein als uitloopgebied wordt aangehaakt aan de campus. Ten noorden van deze groene verbindingszone is een woningbouwcomplex voor studenten en gasten uit binnen- en buitenland in aanbouw. Het complex bestaat uit een aantal woontorens op een dek waaronder een parkeergarage is gesitueerd. Tussen de nieuwbouw van de B-faculteit en de spoorlijn wordt de Driehuizerweg doorgetrokken naar het noorden om aan te sluiten op het kruispunt Heyendaalseweg/Kapittelweg. Aan de verlengde Driehuizerweg is een aantal nieuwe gebouwen gerealiseerd zoals het Magnetenlaboratorium, Mercator 2, Logistiek Centrum en een gebouw in de vorm van een lelie in het water (NMR nucleair magnetic resonance laboratorium). Het overige gebied heeft een rommelig karakter, maar zal in de toekomst kunnen uitgroeien tot een bedrijvenpark met solitaire bedrijfsbebouwing in een groene setting. Cluster UMC St Radboud De bebouwingscluster is grofweg gesitueerd rondom het Geert Grooteplein, een groen verblijfsplein bovenop een parkeergerage. Rondom het plein loopt een verbindingsas die de gebouwen boven- en ondergronds aan elkaar koppelt. De vernieuwingsslag vindt in eerste instantie met name aan de zuidkant van het Geert Grooteplein plaats. Parallel aan het Geert Grooteplein loopt de centrale as als onderdeel van de verbindingsas. Aan beide zijden van deze as wordt de nieuwbouw gerealiseerd. Naar het Geert Grooteplein vormt de nieuwbouw een duidelijke wand. Ten zuiden van de centrale as steekt de nieuwbouw de centrale groenzone in. Als eerste in de vernieuwingsoperatie zijn het Researchgebouw aan de oostzijde van het Geert Grooteplein en het Onderwijsgebouw aan de westzijde van het plein gerealiseerd. Ten zuiden van de centrale as is het gebouw Vrouw en kind opgeleverd. Aansluitend zal aan de zuidkant van de centrale as het Heelkundegebouw R worden gebouwd. Tussen centrale as en Geert Grooteplein wordt naast het Diagnostiekgebouw P-Oost het Diagnostiekgebouw P-West gerealiseerd. De operatie aan de zuidkant van het Geert Grooteplein wordt voortgezet in westelijke richting waarbij de bestaande ziekenhuisbebouwing wordt vervangen door nieuwbouw. Hiermee verschuift de hoofdentree van het ziekenhuis in oostelijk richting tot aan het Geert Grooteplein. Een uiterste inspanning wordt geleverd om Verpleeggebouw A vanwege cultuurhistorische waarde te handhaven. Het gebouw van Tandheelkunde op de hoek Philips van Leydenlaan/Erasmuslaan zal haar functie op die plek verliezen en verplaatst worden naar de Kapittelweg. Het bestaande gebouw Tandheelkunde kan gesloopt worden en vervangen door een kleiner gebouw in oppervlak maar hoger in hoogte. Hierdoor kan de groenzone Heyendaal versterkt worden. Ten noorden van het Geert Grooteplein wordt eveneens een aantal gebouwen gesloopt en vervangen. De orientatie op de Kapittelweg wordt verbeterd. Ten zuiden van de Kapittelweg tegenover 21

25 22

26 het Trigongebouw en op de hoek Kapittelweg/Heyendaalseweg komt een gebouwde parkeervoorziening. Cluster A-faculteiten Buiten de interne verbouwing van de grootschalige bebouwing rondom het Erasmusplein zijn er op korte termijn geen nieuwe ontwikkelingen te verwachten. Op de lange termijn zal het Bestuursgebouw en de Aula naar verwachting verhuizen naar de Heyendaalseweg tussen de B-faculteit en de nieuwbouw Studentenhuisvesting. De achterblijvende bebouwing kan een andere functie krijgen. Op de lange termijn is het parkeerterrein voor het Bestuursgebouw een potentiële bouwlocatie. Sportcluster Met de bouw van het Gymnasion is het belangrijkste gebouw gerealiseerd. Ten zuiden van het Gymnasion is ruimte gereserveerd voor sportvelden. In de oksel van het gebouw Gymnasion kan een deel van de beschikbare ruimte worden ingezet voor bebouwing. Ontwikkeling HAN Ten noorden van de Kapittelweg wordt de komende jaren de bebouwing voor de HAN voltooid. Op de hoek Kapittelweg/Heyendaalseweg zal de wand langs de Kapittelweg verder worden ingevuld, hetzij voor de HAN, hetzij voor de Universiteit. Het parkeren dient zo veel mogelijk in een gebouwde (ondergrondse) voorziening te worden opgelost. Ontwikkeling voormalig IBIM-terrein Langs het voormalig IBIM-terrein is onlangs parallel aan het spoor een fietspad richting Heyendaal aangelegd. Het gat in de gesloten bebouwingswand aan de St. Annastraat is opgevuld. Op korte/middenlange termijn blijft de bebouwing van Spacsport en Doornroosje gehandhaafd. De herontwikkeling wordt gefaseerd uitgevoerd. De hieronder beschreven ontwikkeling geldt inclusief handhaving Spacsport en Doornroosje. Indien bebouwing Spacsport en Doornroosje beschikbaar komt, kan deze ontwikkeling verder worden afgerond. Achter de bebouwing St.Annastraat is parallel aan de St. Annastraat woonbebouwing geprojecteerd in maximaal 3 bouwlagen. De bebouwingsaccenten komen aan de rand langs het spoor te liggen: één op de hoek St. Annastraat/spoorlijn (maximaal 6 bouwlagen), één als eindpunt van de geprojecteerde nieuwbouw parallel aan de St. Annastraat (maximaal 5 bouwlagen) en één op de hoek spoor/groenewoudseweg (maximaal 14 bouwlagen). Ontwikkeling Sportvelden d Almarasweg Deze ontwikkeling is afhankelijk van wel of geen verplaatsing van de athletiekbaan Brakkenstein naar Driehuizen. Ontwikkeling manege Park Brakkenstein In de zone tussen Park Brakkenstein en het spoor ligt de manege met dressuurstal. In het park zelf ligt het koetshuis waarin naast de woonfunctie ook een aantal paardenstallen is opgenomen. Het koetshuis, een monument, blijft ongewijzigd in gebruik. De manege echter oefent een (te) sterke claim uit op het functioneren van het openbare Park Brakkenstein. Vandaar dat de gemeente de hippische functie in de toekomst wil afbouwen en de manege gaat aankopen. Vervolgens kan er in de strook tussen park en spoor een herontwikkeling op gang gebracht worden. Er is een aantal opties in studie. Momenteel wordt gedacht aan woningbouw, gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening in combinatie met groen. In dit verband wordt ook onderzocht de langzaam verkeersverbinding over het spoor richting Groenewoud in ere te herstellen. Hiermee zal de d Almarasweg voor fietsverkeer sterk ontlast kunnen worden. 23

27 24

28 4. Functioneel kader 4.1 Wonen Woonvisie Wonen is een alledaags woord voor een alledaagse zaak. Iedereen doet het. De betekenis is voor alle inwoners van Nijmegen groot. Tegelijkertijd is die betekenis voor iedereen anders. Een goed woonklimaat voor al die verschillen draagt bij aan een goede leefbaarheid. Een goed woonklimaat is de basis voor een leefbaar, sociaal en vitaal Nijmegen. Als gemeente bouwen we niet zelf. De gemeente stelt wel inhoudelijke en procesmatige kaders om gewenste uitkomsten te bereiken. Dit is gedaan in de Woonvisie Nijmegen Ten eerste wil Nijmegen een ongedeelde stad zijn. Het gaat hier om het voorkomen van een sociaaleconomische tweedeling binnen stadsdelen maar ook binnen wijken. Nijmegen stelt de wijk centraal. Doel is het realiseren van woonmilieus waarin mensen graag samenleven. Met een positief gewaardeerd woonklimaat. Leefbaar, veilig, en met variatie in het aanbod zodat mensen niet noodgedwongen hun wijk uitmoeten als ze aan een nieuwe stap in hun wooncarrière toe zijn. Het tweede uitgangspunt is bewoners binden. Dit kan alleen als rekening wordt gehouden met individuele woonwensen en financiële mogelijkheden van bewoners. Ten derde willen we bouwen voor de buurt van morgen. Woonwensen veranderen onder de invloed van maatschappelijke veranderingen. Als we willen aansluiten bij de woningvraag van morgen moeten we rekening houden met zaken als vergrijzing, woonverdunning en thuiswerken. Tot slot staat de gemeente voor de afweging van individuele en collectieve belangen. Als overheid moeten we waarborgen scheppen voor een goede afweging van veel belangen. Dit stelt hoge eisen aan procesgang en transparantie van besluitvorming. Zodat iedereen inzicht heeft in de wijze waarop belangen worden afgewogen. Vanuit de doelstelling voldoende woningen, van goede kwaliteit en gevarieerd benoemt de Woonvisie de centrale opgaven voor het wonen in Nijmegen: De nieuwbouwopgave. Voor het wegwerken van het woningtekort en het opvangen van de toekomstige groei in de vraag naar woningen is een toevoeging aan de voorraad nodig. Tot 2010 willen we ca woningen bouwen. De behoefte is nog groter, ca woningen, maar het is niet realistisch om dat in 5 jaar op te lossen. De kwaliteit van de bestaande voorraad. Daarnaast heeft de kwaliteit van de bestaande voorraad een impuls nodig om aan de woonwensen van mensen te kunnen blijven voldoen. In delen van de woningvoorraad van de corporaties gaat het hier om herstructureringsplannen, maar ook in de particuliere voorraad zijn investeringen in kwaliteit nodig. Wonen en zorg op maat. De vergrijzing, het langer zelfstandig wonen van ouderen en de extramuralisering leidt de komende jaren tot een sterke groei van de vraag naar zelfstandige woonruimte voor zorgbehoevenden. Er moeten meer combinaties van wonen, zorg en dienstverlening komen. Wonen en zorg Dit laatste onderdeel is verder uitgewerkt in de visie Wonen en Zorg uit Uitgangspunt is een verdeling van de stad in 15 woonservicegebieden van ca inwoners. Doelstelling is om in elk gebied een wijkservicepunt en enkele steunpunten te realiseren. Op deze wijze moet er een goede geografische spreiding en een betere matching met de vraag naar combinaties van wonen en zorg ontstaan. Een wijkservicepunt is het kloppende hart van het woonservicegebied. Het is bij voorkeur gesitueerd in de directie nabijheid van voorzieningen zoals winkels en openbaar vervoer, en kan meerdere gebouwen omvatten. Ook kunnen bestaande gebouwen zoals wijkcentra of verzorgingstehuizen 25

29 26

30 functies vervullen. Welke functies samenkomen staat op voorhand niet vast. Gedacht moet worden aan: zorgdiensten: dagopvang, nachtopvang, alarmeringspost, (para)-medische diensten e.d. welzijnsdiensten: activiteitenruimte, maaltijdgebruik, cursusruimte e.d. commerciële diensten: kapper, pedicure, winkel, bank, fitness e.d. woondiensten: buurtconciërge, servicepunt, woningcorporatie e.d. openbare diensten: gemeentelijke diensten, bibliotheek, kerken, scholen e.d. Een steunpunt is kleinschalig en fungeert als uitvalsbasis voor het verlenen van zorg, en is tevens ontmoetingspunt voor zorgvragers en een centrum van recreatieve activiteit. Steunpunten zullen veelal gelegen zijn in, of dichtbij beschutte woonvormen. Naast een servicepunt en enkele steunpunten moet er in elk woonservicegebied een breed scala aan woonvormen worden gerealiseerd in een toegankelijke woonomgeving. Ouderen die behoefte hebben aan comfort en beschutting verkiezen een woonzorgcomplex. Dementerenden en verstandelijk gehandicapten zijn aangewezen op groepswoningen met 24-uurs toezicht. Relatief gezonde ouderen kiezen wellicht voor een gezamenlijk woonproject. De meeste zorgvragers wonen echter in een gewone woning. Plangebied Het grootste deel van het gebied is in gebruik door o.a. de Radboud Universiteit, het UMC St. Radboud en de Hogeschool Arnhem Nijmegen. Het wonen in Heyendaal vindt in het noordelijk deel van het gebied plaats De helft van de 754 woningen is in het midden van de jaren 90 van de vorige eeuw gebouwd op de locatie die vrijkwam na het vertrek van het CWZ. Naast de zelfstandige woningen staan er nog 156 wooneenheden van de SSHN in het gebied. In 2006 worden er door de SSGN 410 zelfstandige eenheden toegevoegd ten noorden van het Gymnasion. Van de 754 zelfstandige woningen zijn er 291 (39%) laagbouw en 453 (61%) gestapeld. De onzelfstandige eenheden van de SSHN zijn allemaal gestapeld. Alle onzelfstandige eenheden vallen in de betaalbare huur categorie. Van de zelfstandige woningen zijn er 361 (48%) huurwoningen en 393 (52%) koopwoningen. Profilering van woonmilieus Om Heyendaal ook in de toekomst een aantrekkelijk stadsdeel te laten zijn is het wenselijk om de woonmilieus wat scherper ten opzichte van elkaar te profileren. De algemene tendens in de woningvraag is een zekere tweedeling met aan de ene kant mensen die een rustig, ruim, groen en monofunctioneel woonmilieu wensen. Aan de andere kant is er de groep die opteert voor een levendiger, drukker, stedelijk woonmilieu met meer stapeling en meer andere functies, dichtbij openbaar vervoer. Voor het noorderlijk puntje van het woongebied is het wenselijk dat het woonmilieu zich ontwikkelt richting stadsbuurt. Dit betekent dat het accent ligt op middelhoogbouw (>2/3) afgewisseld met hoog- en/of laagbouw. Er is een mix van koop en huurwoningen (>1/2 koop, > 1/3 huur). Waarbij alle prijsklassen aanwezig zijn, dus zowel goedkoop, middelduur als duur. Het woonmilieu op het voormalige CWZ terrein blijft een tuindorp gedifferenteerd karakter. Hiermee zijn de kaders en uitgangspunten voor het thema wonen in Heyendaal weergeven. Bij het benutten van ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden dienen deze punten, die zich concentreren op een toekomstgerichte variatie in woningaanbod en woonmilieus en een antwoord op de komende vergrijzing, richtinggevend zijn. 4.2 Economische activiteiten Inleiding In het plangebied vindt een breed scala aan economische activiteiten plaats. Vanaf ongeveer 1950 ontwikkelde de wijk Heyendaal zich tot de grootste werklocatie van de stad (sinds 2002). De belangrijkste dragers hiervan zijn de Radboud Universiteit, Het Universitair Medisch Centrum St. Radboud en de Hogeschool voor Arnhem en Nijmegen. In de afgelopen jaren vestigden zich, in het Universitair Bedrijvencentrum en later in de Mercator Science Park gebouwen, geleidelijk ook steeds meer bedrijven op het terrein. Dit betreft met name 27

31 28

32 kantoor- en laboratoriumfuncties. Voor zwaardere bedrijfsactiviteiten of activiteiten zonder relatie met onderzoeks- of onderwijsfunctie zijn op Heyendaal weinig mogelijkheden. Kantoren In 1999 is een kantorenonderzoek verricht waaruit voldoende ruimte voor uitbreiding van het aanbod bleek. De toevoeging sinds 1999 is (wordt) met name ontwikkeld in de Brabantse Poort, Stationsomgeving, Mercator en de Waalsprong. Door het verslechterende economisch klimaat is de marktopname sterk afgenomen, terwijl het aanbod sterk is gestegen. Ondanks dat de verschillende onderwijs- en medische instellingen op Heyendaal een enorme hoeveelheid kantoorruimte tot hun beschikking hebben, geldt Heyendaal binnen het kantorenbeleid niet als een echte grote kantorenlocatie. Dit komt met name door het feit dat de instellingen hun eigen dynamiek kennen die slechts beperkt invloed heeft op de kantorenmarkt in Nijmegen. In het kantorenmarktonderzoek (1999) blijkt dat het terrein slechts als vijfde kantorenlocatie van Nijmegen te boek staat, met een totale voorraad van minder dan m2 (dus exclusief aanwezige instellingen). Sinds 1999 hebben zich echter wel aanzienlijke wijzigingen voorgedaan in dit beeld door de komst van het Universitair Bedrijven Centrum en later het Mercator Science Park (I en II). Dit is mede de reden dat momenteel wordt gewerkt aan een nieuw kantorenmarktonderzoek, dat gereed zal zijn midden Per 2003 zijn twee Mercatorgebouwen gerealiseerd met een gezamenlijk vloeroppervlak van m2. Het totale plan voorziet in een ontwikkeling van vier tot vijf panden waarmee uiteindelijk een oppervlak van ongeveer m2 beschikbaar komt. Deels bestemd voor kantooractiviteiten, deels ook ingericht met laboratoriumvoorzieningen. De eerste stap om dit laatste te realiseren is inmiddels gezet met de ontwikkeling van een derde Mercator-gebouw. Mercator II heeft het thema ICT meegekregen en Mercator III zal zich met name richten op de bio-medische research en de moleculaire life sciences. Horeca Het horecabeleid bepaalt dat er in Nijmegen met name ruimte is voor horeca in het stadscentrum. Daarbuiten wordt alleen horeca toegestaan die bestemd is voor eigen bewoners en dus een wijkfunctie vervult. In het plangebied is beperkt buurtverzorgende horeca aanwezig: 1. Driehuizerweg 285 Chalet Brakkestein 2. St. Annastraat 259 Café De heeren van Sint Anna Uitbreiding van deze voorzieningen ligt niet voor de hand. Naast deze horeca hebben diverse instellingen in het gebied horecavoorzieningen binnen hun muren. Denk bijvoorbeeld aan de Mensa, het restaurant van het Radboud en het cultuurcafé van de universiteit. Deze horecagelegenheden zijn ondergeschikt en vallen hierdoor onder de volgende beperkingen: Ondersteunende horeca bij bestemming*: food-detailhandel non-food detailhandel maatschappelijke en recreatieve voorzieningen oppervlakte 20m2 / max. 25% vvo 50m2 / max 25% max. 10% (maatschappelijke voorzieningen) max. 12% (sporthallen) sportveld 150 m2 plus per extra veld, 75m2, met max. van 375 m2. per straatzijde max. 1 bedrijf nvt nvt * bron: Beleidsnotitie Ondersteunende horeca, najaar 2001 Huidige situatie Het plangebied telt een 125-tal bedrijven (zie tabel 1). Het grootste deel hiervan is gevestigd op het universiteitsterrein (Toernooiveld en Thomas van Aquinostraat) en op de St. Annastraat. Van alle bedrijven in Heyendaal zijn bijna 20 bedrijven gevestigd in de kleine woonwijk in de noord-west hoek. De St. Annastraat herbergt 22 ondernemingen (alleen aan oostzijde gerekend). De bedrijven in het 29

33 30

34 plangebied zijn vooral actief in de zakelijke dienstverlening (42), Gezondheids- en Welzijnszorg (16), Onderwijs (16). straatlang Toernooiveld St. Annastraat Rode Kruislaan Thomas van Aquinostraat Albert Schweitzerlaan Kapittelweg Groenewoudseweg Erasmuslaan Geert Grooteplein-Zuid Laan van Scheut Overig Branche Overige zakelijke dienstverlening Onderwijs Gezondheids- en welzijnszorg Speur- en ontwikkelingswerk Detailhandel e.d Computerservice en informatietechnologie Cultuur, sport en recreatie Verhuur van en handel in onroerend goed Financiele diensten e.d Logies-, maaltijden- en drankenverstrekking beroeps- levensbeschouwelijke en politieke organisaties e.d Groothandel en handelsbemiddeling Overige dienstverlening Gezondheidszorg Financiële instellingen Uitgeverijen, drukkerijen e.d (Code nog niet vastgesteld) Vervaardiging van chemische producten Openbaar bestuur, overheidsdiensten e.d Eindtotaal Totaal Bedrijf aan huis Zoals vermeld is slechts een beperkt deel van de bedrijvigheid gevestigd in woonhuizen, met name in het noordelijk deel van het gebied. Hierbij gaat het vaak om bouwbedrijven, bedrijven in de IT en automatisering, handel en autorijscholen. Dit is toegestaan met een maximum van 50 m2 oppervlakte en indien het geen overlast veroorzaakt. Detailhandel In de jaren 70 en 80 is binnen de Nederlandse distributieplanologie een fijnmazig netwerk van detailhandelsvoorzieningen gerealiseerd. Vanuit een theoretische benadering werd het distributielandschap verdeeld in winkelcentra van verschillende niveaus, logisch gespreid over de ruimte. In de omgeving van het plangebied zijn meerdere winkelcentra gevestigd: met name het wijkwinkelcentrum St. Jacobslaan (4) en de buurtwinkelcentra aan de Heyendaalseweg (8) en De Fest (7) hebben een functie voor werknemers en studenten. De (dagelijkse) detailhandel in wijken dient hier zoveel mogelijk geconcentreerd aanwezig te zijn. Binnen het detailhandelslandschap wordt de positie van trafficknooppunten steeds belangrijker. Hierbij kan gedacht worden aan OV-knooppunten, maar ook aan knooppunten van autoverkeer. In het plangebied zijn enkele winkels aanwezig aan de St. Annastraat en de Groenewoudseweg. 4.3 Maatschappelijke voorzieningen Binnen het plangebied komen tal van maatschappelijke voorzieningen voor. De grootste zijn uiteraard de Radboud Universiteit Nijmegen, het Universitair Medisch Centrum St. Radboud en de Hogeschool Arnhem-Nijmegen. Hieronder volgt een totaaloverzicht. 31

35 Voorgezet onderwijs Radboud Universiteit Nijmegen Hogeschool Arnhem-Nijmegen Sportvoorzieningen Gymnasion, Heyendaalseweg. Voetbalaccommodatie Kolping-Dynamo, d Almarasweg. Tennispark Rapiditas, d Almarasweg. Manege Brakkenstein, d Almarasweg. Tennisbanen, d Almarasweg (achter manege Brakkenstein). Sportzaal Hogeschool Arnhem-Nijmegen, Kapittelweg. Zorg en welzijn Universitair Medisch Centrum St. Radboud. Cultuur Doornroosje stedelijk poppodium, Groenewoudseweg 322. Kinderopvang KDV Heyendaal, Toernooiveld 15. Ouderen Kloosterverzorgingshuis Berchmanianum, Houtlaan Verkeer Gemotoriseerd verkeer Een goed functionerend hoofdwegennet is van groot belang voor het leefbaar houden van de woongebieden en voor het economisch functioneren van de stad. Hierbij geldt dat op het gehele wegennet functie, gebruik en vormgeving op elkaar moeten zijn afgestemd. In het categoriseringsplan is nader bepaald welke wegen onder een bepaalde categorie vallen. Er zijn in Nijmegen 3 categorieën te onderscheiden: - gebiedsontsluitingsweg A (50 km) - gebiedsontsluitingsweg B (50 km) - erftoegangswegen (30 km) Het onderscheid tussen GOW-A en GOW-B is met name te vinden in de intensiteiten, fietsvoorzieningen en parkeervoorzieningen. GOW-A wegen hebben een intensiteit van meer dan motorvoertuigen per etmaal en voor GOW-B ligt dat onder de Daarnaast dienen GOW- A wegen voorzien te zijn van fietspaden. GOW-B kunnen uitgevoerd worden met aanliggende fietsvoorzieningen. Op GOW-A wegen kan niet geparkeerd worden (wel op naastgelegen parallel wegen). Bij GOW-B wegen bij voorkeur ook niet, maar is het wel mogelijk in parkeerhavens. In het plangebied geldt de volgende categorisering: gebiedsontsluitingsweg A: St. Annastraat; gebiedsontsluitingsweg B: Groenewoudseweg, Heyendaalseweg, Kapittelweg, Erasmuslaan, Houtlaan, d Almarasweg, Kwekerijweg. De Heyendaalseweg krijgt in de gezamenlijke visie van ziekenhuis en universtiteit een functie als gemeenschappelijk erf. Op dit moment is de Heyendaalseweg echter een belangrijke toegangs- en doorgangsweg, benoemd als gebiedsontsluitingsweg B. Deze verkeersfunctie dient ook in de toekomst behouden te blijven. Dit geldt ook voor de overige openbare wegen op Heyendaal. Indien het mogelijk is om naast deze belangrijkste functie de openbare ruimte in te richten als gemeenschappelijk erf dan is daartegen geen bezwaar. Het woongebied binnen het plangebied is ingericht en uitgevoerd als 30 km-gebied. Het inrichten van verkeersluwe 30 km-gebieden past in het verbeteren van de verkeersruimte voor voetgangers. Verkeersluwe gebieden hebben het karakter van een verblijfsgebied waarbij de verbetering van de 32

36 directe woonomgeving centraal staat. Eind 2006 zijn in alle Nijmeegse wijken 30 km-gebieden aangelegd. Wellicht wordt op termijn gestart met duurzaam veilig fase 2, waarbij de aandacht meer komt te liggen op de aanpak van de wegen met een ontsluitende of stroomfunctie. In het categoriseringsplan is nader bepaald welke wegen onder deze categorie vallen. Verkeersveiligheid Van de wegen en kruispunten in Nijmegen zijn de ongevallen in de periode geanalyseerd. Hieruit blijkt dat in het plangebied geen locaties als een black-spot aangemerkt kunnen worden. Een black-spot is een locatie waar, in een periode van 3 jaar, 6 of meer letselongevallen en/of dodelijke ongevallen plaatsvinden. Wel is het kruispunt Heyendaalsweg-Groenewoudseweg als een zogenaamde gevaarlijke locatie aangemerkt. Een gevaarlijke locatie wordt omschreven als een locatie waar, in een periode van 3 jaar, 4 tot 5 letselongevallen en/of dodelijke ongevallen plaatsvinden. Het College heeft besloten dit kruispunt in 2006 opnieuw in te richten en zo de verkeersveiligheid te verbeteren. Sinds september 2000 wordt er in het plangebied gecontroleerd op de Sint Annastraat d.m.v. flitspalen. Dit heeft een daling in het aantal letselongevallen teweeg gebracht van gemiddeld 40%. Parkeren Voor Heyendaal is een goed evenwicht gewenst tussen economische ontwikkelingen, bereikbaarheid en leefbaarheid. Het parkeren speelt daarbij een hoofdrol. De locatie en het aantal parkeerplaatsen moet aansluiten op de behoeften van de gebruiker, waarbij de negatieve gevolgen van dit verkeer voor de leefbaarheid van het omliggende gebied moeten worden beperkt. In dat kader gaat het om het bedenken van slimme formules en oplossingen. Bij het mobiliteitsbeleid staat het bereikbaarheidsprofiel centraal. Ieder gebied kent daarbij zijn eigen problematiek en mogelijkheden, die moeten worden onderkend en benut. Het is daarbij niet altijd mogelijk om aan alle wensen van de gebruiker tegemoet te komen. Daar waar nodig moet een verantwoord compromis worden gesloten. Op het knooppunt Heyendaal zal grote zorg besteed moeten worden aan de afstemming van het parkeeraanbod op de behoefte. Door druk op de parkeervoorzieningen in de knooppunten, ondervinden de omliggende stadsdelen vaak een negatieve invloed. De (woon)omgeving van de RUN en het UMC St. Radboud is zo'n invloedsgebied. In onderstaande tabel zijn de doelen per bereikbaarheidsprofiel en gebruikersprofiel voor Heyendaal weergegeven (bron: bereikbaarheidsvisie Heyendaal 2005). Bereikbaarheidsprofiel Gebruikersprofiel Beleidsdoel Knooppunt Heyendaal Werker - Selectief autogebruik. Vervoermanagement. - Beperking parkeergelegenheid. - Stimuleren alternatief vervoer d.m.v. beprijzen. - Ketenmobiliteit, parkeren op afstand en overstap op OV en fiets. Bezoeker (ziekenhuis) - Gastvrijheid. - Kortparkeren in bezoekersgarage. - Parkeren in de omliggende wijken tegengaan. Bezoeker (universiteit) - Gastvrijheid. - Langparkeren in garage, niet op straat. - Parkeren in de omliggende wijken tegengaan. Invloedsgebied Heyendaal Bewoner - Stimuleren woonfunctie in menggebieden. - Selectief autobezit. - Uitgangspunt is parkeren op eigen terrein (garage, oprit). Werker - Selectief autogebruik. - Voorzien in eigen parkeerbehoefte (nieuwbouw). - Stimuleren alternatief vervoer d.m.v. beprijzen. Tegengaan van buurtvreemd parkeren (vreemparkeren). Bezoeker (winkel) Bezoeker (leisure) - Ruimte voor kortparkeren t.b.v. bedrijvigheid in het gebied. - Bezoeker van specifieke aantrekkingspunten. - Oplossing op maat. Tussen de gebruikerswensen en het bereikbaarheidsprofiel bestaat doorgaans de nodige spanning. Deze spanning treedt op als er een te grote verkeersdruk ontstaat door (zoekende) parkeerders, ten 33

37 34

38 koste van het verblijfsklimaat. Ook treedt er spanning op als de vraag naar parkeerruimte op een specifieke plaats en tijd het aanbod ter plaatse overtreft. Op dat moment wordt de parkeerruimte een economisch goed. Om in dit spanningsveld te kunnen sturen kan gebruik worden gemaakt van onderstaand instrumentarium: - benutten (beschikbare parkeerplaatsen optimaal gebruiken, o.a. reguleren); - beprijzen (instellen parkeertarief); - bouwen (aanleg van nieuwe parkeervoorzieningen). In de geactualiseerde structuurvisie Heyendaal, samenspel in landschap' geven de RUN en het UMC St. Radboud aan hoe zij de door hen opgeroepen parkeervraag denken te faciliteren. "De huidige parkeervoorzieningen zijn ontoereikend om de druk op de campus op te kunnen vangen. Van wezenlijke betekenis dat (...) in directe samenhang met de recente nieuwbouwplannen (UMC St. Radboud, FNWI, Gymnasion, Studentenhuisvesting) parkeervoorzieningen voor zover mogelijk onderdeel uitmaken van de bebouwing". Ter vervanging van tijdelijke parkeervoorzieningen zullen op enkele locaties grotere concentraties worden gerealiseerd. Als mogelijke locaties wordt gedacht aan de hoek van de Kapittelweg en de Heyendaalseweg en de op termijn vrijkomende zone aan de Philips van Leydenlaan. "Momenteel telt Heyendaal circa 4700 parkeerplaatsen, verdeeld over een aantal grotere en kleinere lokaties. (...) Door de autonome groei van de automobiliteit en de activiteiten binnen Heyendaal zijn er inmiddels belangrijke tekorten en sluit qua ruimtelijke spreiding het aanbod niet aan op de vraag. De actuele behoefte is onlangs berekend op 6000 tot 7000 parkeerplaatsen. De volgende parkeerconcentraties worden voorgesteld: ter hoogte van het huidige Technisch Centrum (1000 tot 2000 plaatsen); in de westflank/ontwikkelingszone van het UMC (1000 plaatsen); oostelijk van het Erasmusgebouw, onder het sportcomplex, zo mogelijk doorlopend tot het Erasmusplein (ca. 700 plaatsen); onder de nieuwbouw studentenhuisvesting (ca. 100 plaatsen); onder de toekomstige bebouwing tussen Comeniuslaan - Montessorilaan (ca. 250 plaatsen); onder de bebouwing van de B-faculteiten (ca. 300 plaatsen). De parkeerplaatsen in het plangebied zullen bij voorkeur in gebouwde parkeervoorzieningen worden gerealiseerd. Met de realisatie van de geplande parkeervoorzieningen moet het parkeren in de groenzones verdwijnen. Binnen het plangebied is ook een woongebied gelegen. Uitgangspunt qua parkeren is hier dat het aantal parkeerplaatsen overeenstemt met de (verwachte) parkeerbehoefte. De in 2003 geactualiseerde CROW-parkeernormering is hier van toepassing (CROW - publicatie 182). Speciale aandacht is gewenst voor het in stand houden van parkeren op eigen terrein. Speciale voorlichting hierover naar (nieuwe) bewoners is gewenst. De rekenwijze die door de gemeente wordt gehanteerd om de parkeerbehoefte bij woningen te beoordelen wijkt niet wezenlijk af van de parkeerkencijfers van het CROW. In verband met de eenduidigheid wordt voorgesteld om bij de beoordeling van bouwplannen uit te gaan van deze laatste CROW-publicatie. Type woning Minimum parkeerkencijfer CROW, afhankelijk van bereikbaarheidsprofiel in ster stedelijk gebied Woning duur 1,3-1,7 1,4-1,5 Woning midden 1,2-1,6 1,1-1,4 Woning goedkoop 1,1-1,3 0,7-1,3 Serviceflat / aanleunwoning 0,3-0,3 0,5-1,0 Kamerhuur 0,2-0,2 0,2-0,3 Gemeente Nijmegen: parkeernormen bij woningen 1993 De parkeerkencijfers kunnen ook worden gebruikt om in bestaande situaties het parkeerareaal te beoordelen. In overleg met belanghebbenden kunnen op basis van deze beoordeling maatregelen worden voorgesteld of uitgewerkt. De overheid kan hierbij een regiefunctie vervullen. De veroorzakers van het parkeervraagstuk zullen zelf worden aangesproken op hun verantwoordelijkheid om een oplossing te vinden. Openbaar Vervoer Openbaar vervoer moet niet alleen een goed alternatief zijn voor de auto (bereikbaarheidsfunctie). Ook diegenen die niet over een geschikt, eigen vervoermiddel beschikken moeten per openbaar 35

39 vervoer naar de belangrijke (sociale) voorzieningen kunnen reizen (sociale functie). Het lijnennet is iets dat constant in beweging is omdat de stad verandert en de financiële middelen variëren. Het Knooppunt Arnhem-Nijmegen is verantwoordelijk voor de aansturing van het openbaar vervoer. Het vervoerbedrijf is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het lijnennet. In 2004 is een plan gemaakt dat bestaat uit een basisnetwerk en maatwerk voor Nijmegen. Het is de bedoeling dat het basisnetwerk de komende jaren zoveel mogelijk hetzelfde blijft. Het is onderverdeeld in de volgende onderdelen: - het regionale netwerk; - het (verlengd) stedelijke netwerk; - maatwerk. De basisfilosofie van het netwerk is een stelsel van lijnen met een optimale verhouding tussen zo snel mogelijk in de bus (reizen) en zo snel mogelijk naar de bus (lopen en wachten). Bij het regionale vervoer ligt de nadruk op snelheid en minder op ontsluiting, hoewel een ontsluiting van verder gelegen kernen in de regio wel behoort bij dit netwerk. Alle lijnen hebben het karakter van een verbindende lijn met eindbestemming Nijmegen CS. Bij de ontwikkeling van het nieuwe stedelijk netwerk is de traditionele scheiding tussen stadsbus en streekbus verlaten. Het gebied rond Nijmegen, in een straal van 10 kilometer, wordt gezien als een verstedelijkt gebied. Het biedt een snelle(re) verbinding tussen het stadscentrum en de belangrijke woon- en werkgebieden. De lijnen hebben een snel karakter tot aan de rand van de woonlocaties, daarna hebben ze een meer ontsluitend karakter. Daarnaast dient vanuit het grootste deel van de woonlocaties in Nijmegen het dichtstbijzijnde deelcentrum (winkelgebied) bereikt te kunnen worden. Aanvullend op het openbaar-vervoernetwerk en Regiotaxi KAN wordt in overleg met gebruikers of intermediairs een aantal extra aanvullingen geboden, zoals vervoer naar onderwijsconcentraties, of evenementenvervoer. Dit is het maatwerk. De Heyendaal Shuttle die vanaf december 2004 rijdt, is hier ook een voorbeeld van. In de geactualiseerde structuurvisie Heyendaal, samenspel in landschap geven de RUN en het UMC St. Radboud aan hoe zij naar openbaar vervoer in Heyendaal kijken. Er wordt vanuit gegaan dat busdiensten zullen rijden over de Philips van Leydenlaan en de Heyendaalseweg. De introductie van hoogwaardig openbaar vervoer over een vrije busbaan via spoorkuil, Heyendaalseweg, Erasmuslaan, en Sint Annastraat geeft een impuls aan de bereikbaarheid. Vanuit het stedebouwkundig concept zijn ideale halteplaatsen gelegen bij de Heyendaalseweg de plaats van de centrale ziekenhuis-as en bij het knooppunt Erasmusplein. Alle onderdelen van de campus zijn goed per bus bereikbaar. Alleen de afstand van potentiële halteplaatsen naar een nieuwe hoofdentree van het UMC St. Radboud blijft te groot. Het belang van de stationslocatie kan in de toekomst toenemen als er meer frequente treinverbindingen komen en als de vrije busbaan door de spoorkuil wordt gerealiseerd. Het station Heyendaal zou beter in oostelijke richting verschoven kunnen worden zodat de perrons de Heyendaalseweg kruisen, met opgangen aan weerszijden van het viaduct. Door inrichtingsmaatregelen kan de stationsomgeving worden geaccentueerd. Verbetering van de voetgangers- en fietsrelaties met Heyendaal is essentieel. De zones aan weerszijden van de Heyendaalseweg voorzien in rechtstreekse verbindingen. Busroutes De instituten die zijn gelegen aan de Heyendaalseweg, Erasmuslaan, Philips van Leijdenlaan en Kapittelweg trekken de meeste reizigers. Daar is dan ook het lijnennet op gericht. Vooral de haltes aan de Heyendaalseweg en de Philips van Leijden spelen een belangrijke rol, daar zijn de buslijnen geconcentreerd. In 2002 is de busbaan geopend tussen Nijmegen Centraal Station en de St. Annastraat. Een groot aantal bussen rijdt via deze busbaan naar Heyendaal en bedienen het gebied via de Philips van Leijdenlaan. Andere lijnen rijden via de St. Bernhardstraat naar de Heyendaalseweg. De belangrijkste verbinding is de Heyendaal Shuttle. Dit is een pendelbus tussen Centraal Station en Heyendaal. Hier wordt gereden met geleed materieel (bussen van 18 meter) en zonder dienstregeling. De bussen rijden af en aan om de enorme vraag naar vervoer te kunnen verwerken. De Heyendaal Shuttle rijdt, komende vanaf de busbaan langs het spoor, een rondje over de Kapittelweg, Heyendaalsweg, Erasmuslaan en Philips van Leijdenlaan. Als straks de busbaan is 36

40 doorgetrokken naar de Heyendaalseweg, zal dit gevolgen hebben voor de routes, maar niet voor de wegen waarover bussen zullen rijden. Ontwikkelingen De belangrijkste ontwikkeling is de doortrekking van de busbaan naar de Heyendaalseweg. Deze is medio 2006 gereed. Het zwaartepunt van Heyendaal verschuift richting Heyendaalseweg en met de verlenging van de busbaan kunnen reizigers zeer snel en betrouwbaar naar hun bestemming worden gebracht. De Heyendaal Shuttle rijdt voortaan eerst naar de Heyendaalseweg, maar rijdt vervolgens wel hetzelfde rondje Heyendaal. Ook andere lijnen zullen de verlengde busbaan nemen om later hun weg te vervolgen. De wens bestaat om ook op dat rondje Heyendaal vrijliggende infrastructuur voor het openbaar vervoer aan te leggen, in elk geval met de klok mee, zodat de Heyendaal Shuttle een goede doorstroming heeft. Het voordeel is niet alleen dat hiermee het zwaartepunt van Heyendaal het snelste bediend wordt, maar ook dat station Heyendaal een overstapfunctie krijgt. Reizigers kunnen makkelijker overstappen tussen bus en trein. Een laatste ontwikkeling is de ontwikkeling van een systeem van Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV). In december 2005 besluit de gemeenteraad over de aanleg van een HOV-systeem, met een lichte systeemsprong. Hierbij is sprake van een bus met een vorm van geleiding. De meest kansrijke verbinding is Waalsprong - centrum - centraal station - Heyendaal. Herinrichting rondje Heyendaal Vanwege de vele ontwikkelingen op Heyendaal groeit het aantal werknemers, studenten en bezoekers fors. Dit betekent dat ook het aantal verkeersbewegingen zal groeien. Om dit in goede banen te leiden, is een herinrichting van het rondje Heyendaal noodzakelijk. De Radbouduniversiteit Nijmegen is wegbeheerder van de Erasmuslaan en de Philips van Leijdenlaan. De gemeente Nijmegen is wegbeheerder van de Kapittelweg en Heyendaalseweg. De ontwerpen moeten voldoen aan een aantal randvoorwaarden, waaronder Duurzaam Veilig. Daarom streven we naar vrijliggende fietspaden. Het openbaar vervoer moet goed kunnen doorstromen, liefst met vrijliggende infrastructuur. Daarnaast moeten alle gebouwen goed ontsloten zijn. Het autoverkeer mag niet te veel oponthoud ondervinden, mede omdat stilstaande auto s met draaiende motor zorgen voor relatief veel vervuiling. Op dit moment wordt gewerkt aan een schetsontwerp voor dit rondje. De ontwerpen van de RUN en de gemeente Nijmegen worden op elkaar afgestemd. Uit deze schetsontwerpen blijkt dat het ontwerp volgens de gestelde eisen en wensen niet binnen het huidige profiel passen. Er is meer verkeersruimte nodig dan de huidige beschikbare ruimte. Met de verschillende instanties zal worden overlegd hoe het uiteindelijke profiel eruit komt te zien en welke consequenties dit zal hebben voor het bestemmingsplan. Op dit moment is alleen bekend dat waarschijnlijk meer verkeersruimte nodig is, maar het is nog niet mogelijk om aan te geven op welke lokcties dit nodig is en hoeveel extra ruimte nodig is. Wanneer het voorontwerpbestemmingsplan wordt opgesteld, hopen we meer duidelijkheid te hebben. Fietsverkeer Het doel van het fietsbeleid is om zoveel mogelijk mensen te laten profiteren van de voordelen van het fietsen. Deze voordelen zijn enerzijds persoonlijk (gezondheid, in de stad vaak sneller) en anderzijds maatschappelijk (bereikbaarheid centrum en voorzieningen, milieu). Nijmegen kiest voor zodanig investeren in de fiets dat de stad een goed alternatief heeft voor verplaatsingen met de auto. Het gaat dan om het: realiseren van directe en samenhangende routes; verhogen van verkeersveiligheid fietsers; realiseren van comfortabele en aantrekkelijke routes; optimaliseren van aansluiting tussen openbaar vervoer en fiets. 37

41 Een toename van het fietsgebruik kan bereikt worden door een fietsroutenetwerk te realiseren met een maaswijdte van meter, dat de belangrijkste routes voor het fietsverkeer omvat en de voornaamste voorzieningen ontsluit. Het fietsnetwerk omvat de volgende wegen in het plangebied: Heyendaalseweg Kwekerijweg/d Almarasweg Houtlaan St. Annastraat deel Groenewoudseweg Kapittelweg Erasmuslaan Philips van Leydenlaan fietspad door de spoorkuil Een aantal wegen uit deze opsomming behoren tot het hoofdfietsnetwerk en maakt deel uit van het Investeringsprogramma Fietsinfrastructuur. Dit houdt in dat deze routes qua comfort en kwaliteit worden opgewaardeerd. Planning (situatie november 2005): Kwekerijweg/d Almarasweg: aanleg fietsstroken eind Heyendaalseweg: opwaardering na Het gedeelte ten zuiden van de Houtlaan, valt net buiten het plangebied, wordt in 2006 voorzien van rode fietsstroken. St. Annastraat: opwaardering gehele route. En gedeeltelijke realisatie twee richtingen fietspad tussen Houtlaan en Kapittelweg aan de kant van Heyendaal. Ook wordt de kruising met de Hatertseweg aangepast, zodat fietsers hier kunnen oversteken. Deel Groenewoudseweg: opwaardering na De Driehuizerweg maakt geen deel uit van het Uitvoeringsprogramma Fietsinfrastructuur. Het fietspad door de spoorkuil vanaf Station Nijmegen CS tot de St. Annastraat is begin 2002 gerealiseerd. Momenteel is de verdere verbinding langs de spoorkuil naar Station Heyendaal in aanleg. Deze aanleg is medio 2006 gereed. Het fietspad wordt doorgetrokken over de viaduct van de St. Annastraat en vervolgens over het talud aansluitend op de Verlengde Groenestraat richting station Heyendaal. Er wordt een aftakking naar de Laan van Scheut gerealiseerd. Bij toekomstige ontwikkelingen worden naast infrastructurele maatregelen voor het openbaar vervoer ook maatregelen getroffen voor de fiets. Volgens de schetsontwerpen worden, door de universiteit (wegbeheerder), langs de Kapittelweg, Erasmuslaan en Philips van Leydenlaan vrijliggende fietspaden gerealiseerd (stand van zaken november 2005). Hiermee wordt het fietsnetwerk versterkt. Naast het fietsroutenetwerk is het belangrijk dat er voldoende stallingsmogelijkheden worden aangeboden door het UMC St. Radboud en de RUN. Belangrijke doelgroepen zijn werknemers, bezoekers en studenten. De bedrijven moeten zelf voor voldoende stallingen (op eigen terrein) zorgen. De gemeente wenst dat de stallingen moeten voldoen aan het Fietsparkeur 1 (kwaliteitseisen). In de geactualiseerde structuurvisie Heyendaal, samenspel in landschap geven de RUN en het UMC St. Radboud aan hoe zij de ontsluiting van Heyendaal voor de fiets zien. De (externe) uitgangsposities zijn goed. Er zijn rechtstreekse fietsroutes aansluitend op het stedelijk centrum en de omliggende woonwijken. Binnen Heyendaal zijn er evenwel nogal wat lacunes en discontinuïteiten. Het is wenselijk op de campus een fijnmaziger en meer samenhangend netwerk van fietsroutes te laten ontstaan. Veiligheid is daarbij een belangrijk aspect, reden waarom gekozen is voor vrijliggende routes langs de Heyendaalseweg. Belangrijke ingrediënten voor het plan van fietsverbindingen zijn een betere relatie met station Heyendaal, een rechtstreekse verbinding tussen Bisschop Hamerhuis en de studentenhuisvesting naar het zuiden, het autovrij maken van de Erasmuslaan, de opwaardering van de Driehuizerweg als aantrekkelijke fietsroute en het verbeteren van de oversteekbaarheid van de Sint Annastraat, de Heyendaalseweg en de Kapittelweg. De gemeentelijke ambitie van een hoogwaardige fietsroute langs de spoorkuil is in deze visie opgenomen. Goede 1 Het Keurmerk, FietsParKeur, wordt toegekend als een fietsparkeersysteem aan een aantal normen voldoet. Kwaliteitseisen voor een goed fietsparkeersysteem zijn te vinden in het gebruikersgemak, de kans op schade of letsel, de kraak- en vandaalbestendigheid, de duurzaamheid en de informatie over het systeem. Aspecten zoals ruimtegebruik, vormgeving, installatiegemak en prijs komen niet terug in het Keurmerk omdat de koper daar zelf eenvoudig overwegingen over kan maken. 38

42 stallingsgelegenheid is eveneens van niet te onderschatten belang voor stimulering van het fietsgebruik. Het aantal benodigde standplaatsen is groot. In het totaal gaat het om circa plaatsen. De A-faculteiten nemen hiervan meer dan de helft voor hun rekening. De huidige faciliteiten laten plaatselijk te wensen over. 4.5 Groen Europees beleid Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn De Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn maken deel uit van de Europese regelgeving en zijn van kracht in alle Europese lidstaten. Beiden kennen een gebiedsbeschermings- en een soortenbeschermingscomponent. Het aspect soortenbescherming van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn is in de Nederlandse Flora- en faunawet opgenomen. De uiterwaarden van de Waal zijn aangemeld als Speciale Beschermingszone voor de Vogelrichtlijn en het gebied van de Gelderse Poort is tevens aangemeld als Speciale Beschermingszone voor de Habitatrichtlijn. Vanuit de Europese regelgeving dienen ingrepen in of nabij deze gebieden getoetst te worden op hun effecten ten aanzien van de beschermde status. Vanuit het plangebied is er geen effect te verwachten op de europees beschemde gebieden, binnen dit bestemmingsplan behoeft hier geen rekening mee gehouden te worden. Conventie van Bern Een groot aantal Europese landen, waaronder Nederland heeft de Conventie van Bern ondertekend. Dit is een verdrag waarin het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijke leefmilieu bepleit wordt. De landen verplichten zich nader te noemen soorten te beschermen door geschikte en noodzakelijke wettelijke en bestuurlijke maatregelen te nemen waardoor de habitat behouden blijft. De kwetsbare en bedreigde soorten zijn opgenomen in de nationale Rode Lijsten Nationaal beleid Binnen de Nederlandse natuurwetgeving hebben twee wetten specifiek betrekking op de bescherming van de natuur. Het gaat hierbij om de Flora- en faunawet en Natura De Flora- en faunawet richt zich specifiek op de bescherming van soorten, terwijl Natura 2000 zich beperkt tot de bescherming van specifiek aangemerkte gebieden. Flora- en faunawet De bescherming van plant- en diersoorten is geregeld in de Flora- en faunawet. Het doel van deze wet is het in stand houden en beschermen van in het wild voorkomende planten- en diersoorten. Deze wet hanteert daarbij het nee, tenzij principe. Dat betekent dat alle schadelijke handelingen ten aanzien van beschermde planten- en diersoorten in principe verboden zijn. Alleen onder strikte voorwaarden zijn afwijkingen van de verbodsbepalingen mogelijk. Hiertoe zal een ontheffing ex artikel 75 moeten worden aangevraagd. Natuurbeschermingswet 1998 De Natuurbeschermingswet heeft als doel het beschermen en instandhouden van bijzondere gebieden in Nederland. De wet kent drie typen gebieden: Natura 2000-gebieden - dit zijn alle gebieden die beschermd worden conform de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. beschermde natuurmonumenten (particulier eigendom) en staatsnatuurmonumenten (staatseigendom). Gebieden die de Minister van LNV aanwijst ter uitvoering van verdragen of andere nationale verplichtingen (o.a. Wetlands). Handelingen binnen beschermde gebieden die de wezenlijke kenmerken van het gebied aantasten zijn in principe verboden, en worden slechts onder strikte voorwaarden toegestaan. Bij ruimtelijke ingrepen in de nabije omgeving van de beschermde gebieden moet worden bepaald in hoeverre de externe werking van de ingreep een effect heeft op het beschermde gebied. De uiterwaarden van de 39

43 Waal vallen onder de beschermde gebieden uit de Natuurbeschermingswet Vanuit het plangebied is er geen invloed op deze gebieden. Provinciaal beleid Ecologische Hoofdstructuur De Ecologische Hoofdstructuur (EHS) is een netwerk van bestaande en nog te ontwikkelen natuurgebieden in Nederland. De EHS is door de provincies vertaald in de Gebiedsplannen Natuur en Landschap. Nijmegen valt binnen het gebiedsplan Rivierenland. Hierin is de EHS rondom Nijmegen opgenomen. De uiterwaarden van de Waal, de stuwwal, de Ooijpolder en de bosgebieden ten zuiden van Nijmegen zijn opgenomen in de EHS. Een deel van de landbouwgronden die grenzen aan Dukenburg evenals het bosgebied van Vogelzang valt binnen de EHS. Gemeentelijk beleid Groenstructuurplan Nijmegen Rijk aan Groen (1997) Met behulp van het groenstructuurplan Nijmegen Rijk aan Groen geeft de gemeente richting aan haar groenbeleid en bepaalt ze de kaders en richtlijnen voor toekomstige ontwikkelingen. Het groenstructuurplan vervult hierbij de rol van een sturingsinstrument voor zowel de korte als de lange termijn en geeft een samenhangend toekomstbeeld voor de onbebouwde, openbare ruimte gericht op een kwalitatief aantrekkelijke stad. Met als centrale doelstelling het realiseren van een leefbare, groene stad om in te wonen, te werken en te recreëren. In het groenstructuurplan staan de hoofdlijnen van het groenbeleid aangegeven met als één van de belangrijkste doelstellingen het realiseren en veiligstellen van een hoofdgroenstructuur. Onder de hoofdgroenstructuur verstaan wij die groene elementen en gebieden welke samen de ruimtelijke structuur van Nijmegen versterken. In het kort de groene contramal van de gebouwde structuur. Daarbij wordt gestreefd naar samenhang en diversiteit, maar ook naar continuïteit en een evenwichtige verdeling van intensief en extensief gebruik. Kom je buiten spelen (2002) De hoofddoelstelling van deze beleidsnota voor kinderspeelplaatsen (t/m 12 jaar) in Nijmegen is het creëren van een goede speelinfrastructuur voor kinderen, afgestemd op hun behoeften, zodat ze volop de kans krijgen zich op een veilige manier lichamelijk, geestelijk en sociaal optimaal te ontwikkelen. Ze heeft betrekking op 220 speelplekken en 6 wijkspeeltuinen. Op basis van enkele criteria (stedelijke norm kinderspeelplaatsen, onderhoudstoestand en spreiding), is aan elke Nijmeegse wijk een prioriteit, van 1 tot 3, toegekend. Wijken met een prioriteit 1 krijgen de aanpakstatus, wijken met prioriteit 2 de attentiestatus en wijken met prioriteit 3 zijn echter goed voorzien in speelplekken en krijgen een preventie en routinestatus. De nota heeft geen betrekking op het beleid ten aanzien van recreatieve (sport)voorzieningen zoals trapveldjes, sport- en spelpleinen, jongerenontmoetingsplaatsen en jeu-de-boules banen. Dit beleidsveld heeft alleen betrekking op het woonwijkje Park Heyendaal. Natuurwaardenkaart (2005) De wijze waarop in Nijmegen omgegaan wordt met de natuurwetgeving is nader uitgewerkt in de Richtlijn Natuur die doorvertaald is naar de Natuurwaardenkaart. Op basis van deze kaart kan een inschatting gemaakt worden in hoeverre binnen een gebied beschermde en bedreigde planten- en diersoorten voorkomen. Het plangebied kent een relatief hoger natuurwaarde, wat wil zeggen dat aanbevolen wordt om bij ruimtelijke ingrepen te inventariseren op het voorkomen van beschermde en bedreigde soorten. Binnen het plangebied moet vooral aandacht gegeven worden aan vleermuizen, steenmarters en vogels. Groenstructuur Hoofdgroenstructuur De hoofdgroenstructuur van Heyendaal bestaat uit groen van regionaal en landelijk niveau, groen van stedelijk niveau en het groen op wijkniveau. 40

44 Park Brakkenstein en het groen van Heyendaal evenals de laanstructuren langs de hoofdwegen (Heyendaalseweg, d Almarasweg, Houtlaan, Kapittelweg, Verlengde Groenestraat en St. Annastraat) hebben een betekenis op stedelijk niveau. In beide gebieden zijn de overblijfselen van de voormalige landgoederen Heyendaal en Brakkenstein nog duidelijk waarneembaar. De gebieden bezitten een belangrijke cultuurhistorische waarde dat voor een deel in de groenstructuur is terug te lezen. Het landgoed Brakkenstein is al meerdere eeuwen oud en heeft in die periode verschillende eigenaren gehad die allen hun eigen stempel op het gebied hebben gedrukt. Sinds 1951 is het landgoed een openbaar park waarvan een deel als botanische tuin is ingericht. Het totale park is een Rijksmonument en wordt als zodanig beschermd en gekoesterd. Het park is ingericht in de landschapsstijl met grasvelden en groepjes bomen. De oorspronkelijke laanstructuur vanuit het oude sterrenbos zijn behouden gebleven. In april 2006 is een plan gemaakt waarin de benodigde maatregelen beschreven zijn om het park weer in optimale conditie te brengen. Het plan biedt daarmee een kader voor de toekomst van het park. Ondanks de voortdurende ontwikkelingen op het terrein van de universiteit en de UMC is het groene karakter van het voormalige landgoed Heyendaal duidelijk bewaard gebleven. Op diverse plaatsen zijn de karakteristieke landgoedelementen zoals de formele lanen en bosfragmenten dudelijk herkenbaar. Tussen het medische cluster aan de noordzijde en de A-faculteiten aan de zuidzijde ligt een groengebied met de omvang van een park. Aan weerszijden van de René Descartesdreef is het parkachtig van karakter met gazons, bijzondere solitaie bomen en grote groepen rododendrons. Aan weerszijden van de Erasmuslaan is het karakter voornamelijk bosachtig doorsneden met smalle wandelpaden. In het bosgedeelte nabij het bestuursgebouw en de Aula bevinden zich restanten van oude lanen. Het bosgebied ten zuiden van de A-faculteit loopt door tot aan de Houtlaan, een deel behoort tot het klooster Berchmanianum. Aan de noordzijde van het UMC terrein bij de villa van het voormalige landgoed en de hoek met de Philip van der Leydenlaan en de Kapittelweg is het karakter van het landgoed nog steeds goed waar te nemen. De ruime gazons, de monumentale bomen en boomgroepen herinneren aan vroegere tijden. Voor de campus van de Radboud Universitet en het UMC Radboud is een structuurvisie opgesteld: Heyendaal Samenspel in landschap. Deze visie is een ontwikkelingsrichting voor het gebied en moet een antwoord geven op de actuele ruimtevragen zonder daarbij toekomstige ontwikkelingen te belemmeren. Het versterken van het groene imago door het benutten en uitbouwen van de landschappelijke kwaliteiten is een belangrijke ambitie. De groene kwaliteit is in de visie gekozen als speerpunt. Niet alleen door te koesteren wat er is, maar door een visie te ontwikkelen hoe bestaande fragmenten uitgebouwd kunnen worden tot een nieuw geheel. In de ontwikkelingsvisie wordt een centrale parkzone ontwikkeld om de groene kwaliteiten van de campus te behouden en waar nodig opnieuw tot stand te brengen. Deze zone vormt een verbinding tussen de landgoedfragmenten van Heyendaal en het park Brakkenstein. Naast beide landgoederen en het terrein van de Radboud Universiteit ten noorden van de Heyendaalseweg zijn nog drie deelgebieden te onderscheiden: de zogenaamde HAN-driehoek, de woonwijk op het voormalige CWZ-terrein en de driehoek tussen de spoorlijn, St. Annastraat en de Verlengde Groenestraat. Ieder deelgebied kent zijn eigen groenstructuur, een structuur op wijkniveau. Binnen de Han-driehoek zijn een aantal monumentale boomstructuren gehandhaafd. Een van deze oude boomstructuren in het verlengde van de Laan van Scheut vormt de scheiding tussen de woonwijk en de scholen-driehoek. De woonwijk op het voormalige CWZ terrein kent een centrale groenzone rondom de appartementsgebouwen. Ook hier zijn fragmenten bewaard gebleven van de oude groenstructuur op het ziekenhuisterrein. Deze zone sluit aan bij een aantal diepe tuinen van de woningen aan de St. Annastraat. In enkele tuinen staan monumentale bomen. Aan de overzijde van de Verlengde Groenestraat is geen sprake van een duidelijke groenstructuur. Binnen het plangebied is een duidelijke bomenstructuur aanwezig in de volgende straten: de Verlengde Groenestraat, de Kapittelweg en de Houtlaan. Langs de Heyendaalseweg en de St. Annastraat is de laanstructuur fragmentarisch aanwezig. Beide wegen kennen wel een groen karakter 41

45 42

46 door de aanwezigheid van brede groene bermen, oude houtwallen en solitaire bomen. Bij de verdere ontwikkeling van het plangebied moet deze groene uitstraling behouden blijven en daar waar dit mogelijk is versterkt worden. In die straten waar deze boomstructuur nog geheel of gedeeltelijk ontbreekt, zouden wij die willen realiseren. Echter de aanwezigheid van kabels en leidingen in de ondergrond zorgen ervoor dat niet overal bomen geplant kunnen worden. Bij reconstructiewerken bekijken wij dan of een wijziging van het kabeltracé mogelijk is, zodat de ontbrekende boomstructuur alsnog aangeplant kan worden. Het bestemmingsplan moet het mogelijk maken dat de gewenste groenstructuur daadwerkelijk gerealiseerd dan wel veiliggesteld kan worden. Natuur en landschap Het plangebied grenst aan de spoorlijn Nijmegen-Venlo, die de verbinding vormt vanuit de stad naar het omliggende landschap. Via deze spoorlijn met de daarbij behorende spoorbermen ontstaat een directe relatie tussen het omliggende landschap en de groengebieden binnen het plangebied. De spoorlijn is hiermee een belangrijke ecologische verbinding en van grote waarde voor de natuur in de stad. Bij de verdere uitwerking van de ontwikkelingslocaties dient een zorgvuldige afweging gemaakt te worden of een natuurwaardenonderzoek, een inventarisatie naar beschermde flora en fauna, noodzakelijk is. Bij de start van iedere ontwikkeling dient een afweging gemaakt te worden in hoeverre een inventarisatie in het kader van de natuurwetgeving noodzakelijk is. Waardevolle bomen Dit zijn individuele exemplaren die dusdanig waardevol zijn, dat specifieke bescherming gewenst is. Om de monumentale status te bepalen zijn meerdere criteria gehanteerd: leeftijd (minimaal 50 jaar), conditie (levensverwachting minimaal 10 jaar) en habitus; ruimtelijke betekenis voor de omgeving (sfeerbepalend, structuurbepalend, herkenningspunt); cultuurhistorische betekenis; ecologische betekenis, genetische waarde; uitzonderlijk formaat, snoeiwijze e.d. De groeicondities van deze monumentale bomen en boomgroepen worden in het bestemmingsplan veiliggesteld. spelen en recreëren Dit onderdeel heeft alleen betrekking op de woonwijk. In de groenstrook rondom de appartementsgebouwen aan de Albert Schweizerstraat is een speelplek voor de leeftijdsgroep tot 12 jaar ingericht. Daarnaast is er een Jeu de Boulesbaan aanwezig. Voor de oudere jongeren (12 t/m 18 jaar) zijn geen voorzieningen aanwezig. Aandachtpunten vanuit groen, natuur en landschap Verkoop openbare ruimte Steeds vaker willen bewoners gemeentegrond kopen of annexeren zij deze. Hierdoor ontstaan onlogische kavelgrenzen en is onduidelijk welke gronden gemeentelijk eigendom zijn en welke niet. Bij het uitvoeren van beheer- en onderhoudswerkzaamheden wordt hier regelmatig hinder van ondervonden. Door de aanwezigheid van obstakels, in de vorm van aangebrachte erfafscheidingen en bouwwerken, zijn gedeelten van het openbaar groen onbereikbaar geworden. Momenteel is een voorstel in afronding om duidelijkheid te scheppen welke gronden wel en welke niet voor verkoop in aanmerking komen. In het verlengde hiervan dient het nieuwe bestemmingsplan ruimte te bieden voor de eventuele verkoop van openbare gronden. 43

47 4.6 Water Beleid Vierde Nota Waterhuishouding De hoofddoelstelling is: Het hebben en houden van een veilig en bewoonbaar land en het instandhouden en versterken van gezonde en veerkrachtige watersystemen, waarmee een duurzaam gebruik blijft gegarandeerd. De doelstelling specifiek voor stedelijk water is: Stedelijke watersystemen zijn een belangrijke 'drager' voor stadslandschappen. De NW4 benadrukt het afkoppelen van verhard oppervlak en het infiltreren van afstromend regenwater. Het doel is om in 2050 in bestaand stedelijk gebied 20% en in nieuw stedelijk gebied 60% van het verhard oppervlak afgekoppeld te hebben. Hierbij moet wel gelet worden op de aanpak van diffuse verontreinigingsbronnen (bedrijven, goten, wegen etc.). Waterbeleid in de 21e Eeuw Anders omgaan met water' Water zal, meer dan nu het geval is, sturend zijn bij de ruimtelijke inrichting en grondgebruik in Nederland. Bij nieuwe ruimtelijke besluiten moeten de gevolgen voor veiligheid en wateroverlast expliciet in beeld worden gebracht in een aparte paragraaf in de nota van toelichting en onderdeel vormen van de integrale afweging. Deze Watertoets heeft in de Wet op de Ruimtelijke Ordening per 1 november 2003 een plek gekregen en moet worden toegepast bij het opstellen van structuurplannen, bestemmingsplannen en artikel 19 procedures. Een tweede aspect uit dit beleidstuk is het hanteren van de trits vasthouden, bergen en afvoeren als strategie voor het tegengaan van wateroverlast. Hogergelegen en/of bovenstroomsgelegen gebieden mogen niet langer hun waterproblemen afwentelen op lagergelegen, respectievelijk benedenstroomse gebieden. Derde Gelders Waterhuishoudingsplan (concept) De beleidshoofdlijnen uit het provinciaal waterhuishoudingsplan hebben voornamelijk betrekking op het landelijk gebied en zijn minder van belang voor dit plangebied. Wel belangrijk is dat het grondwaterbeheer geleid wordt door het draagkrachtprincipe en niet langer door onttrekkingplafonds. Het plangebied ligt deels in het huidige grondwaterbeschermingsgebied Heumensoord. In zo'n gebied zullen de waterbalans en de functies gaan bepalen of grondwateronttrekkingen moeten afnemen of kunnen toenemen. Hiertoe worden wellicht nieuwe beschermingsgrenzen bepaald (100-jaarszone), die veel verder het plangebied inreiken. In de lijn van de Europese Kaderrichtlijn Water wil de provincie dat alle gemengde overstorten op regionale oppervlaktewateren worden gesaneerd. Daartoe moet elke verandering in de stedelijke waterketen en/of stedelijke herstructurering worden benut. Afkoppelen speelt daarin een belangrijke rol. Op deze wijze wordt de verplichte basisinspanning gehaald (convenanten met en vergunningen bij Waterschap Rivierenland en Rijkswaterstaat). Integraal Waterbeheersplan Gelders Rivierengebied (IWGR-2) De waterkwantiteits- en kwaliteitsbeheerders binnen het Gelders rivierengebied presenteren in dit plan hun beleid voor de periode Het belangrijkste streven in dit plan is te komen tot 'ecologisch gezond' water, waar planten en dieren goed kunnen gedijen. Emissies vanuit de waterketen vormen hierbij een bedreiging. In het IWGR-2 is het volgende beleid vastgesteld: De sanering van de gemeentelijke riolering met kracht voortzetten; Stikstof- en fosfaatreducerende maatregelen bij de RWZI's nemen; De aanpak van diffuse bronnen voort zetten en zonodig intensiveren. Voor het overstorten van gemengde stelsels in het stedelijk gebied zijn de volgende beleidsregels vastgesteld: Sinds 1992 geldt voor het beperken van de vuiluitworp de basisinspannning; Gemeenten dienen in 2006 de vuiluitstoot uitstoot uit overstorten met 50% gereduceerd te hebben; 44

48 Aangezien er in het bereiken van de basisinspanning een achterstand is ontstaan, zal er via rioleringsplannen en handhaving in overleg met gemeenten tot een inhaalslag gekomen moeten worden. Gemeentelijk Waterplan Het in juni 2001 vastgestelde Waterplan Nijmegen vormt voor de Nijmeegse waterpartners de inhoudelijke en procesmatige basis voor het samen werken aan een duurzame waterketen, een gezond veerkrachtig watersysteem en een aantrekkelijke leefomgeving in Nijmegen tegen de laagst maatschappelijke kosten. Het plan geeft vanuit een visie op de lange termijn (50 jaar) een beschrijving van het totale waterbeleid voor de middellange termijn (15 jaar) met een programma voor de eerste 5 jaar. Belangrijke doelstellingen zijn: Optimalisatie van de waterbeheerketen samen met de waterpartners; Gezond maken van de stadswateren; Afkoppelen van regenwater op een liefst zichtbare wijze; Bevordering van het waterbewustzijn bij de Nijmegenaren. In het Waterplan is het afkoppelen van verhard oppervlak (gebouwen en openbare ruimte) in gebieden met een gemengd rioolstelsel één van de speerpunten. Doel daarbij is om het percentage van 7% afgekoppeld oppervlak in 2000 te verhogen tot 14% in 2005 en 26% in Deze duurzaamheidsdoelstelling vanuit het Waterplan is gebaseerd op de landelijke afspraak om de vuiluitworp van de riolering te verminderen met 50%. Dit wordt de basisinspanning genoemd. De basisinspanning kan aangepakt worden met end-of-pipe -strategieën (bergbezinkbassins bouwen) of met een bronaanpak (verhard oppervlak afkoppelen). De gemeente Nijmegen heeft samen met de waterpartners gekozen voor het laatste. Tevens is afgesproken dat de basisinspanning pas gehaald behoeft te worden in 2019 door naast het afkoppelen vóór 2005 een zandfiltratie bij de RWZI aan te leggen voor extra zuivering. Bestaande situatie en randvoorwaarden en aanbevelingen Oppervlaktewater Binnen het plangebied is geen oppervlaktewater aanwezig, behoudens een vijver in park Brakkenstein. Er zijn geen randvoorwaarden en aanbevelingen ten aanzien van oppervlaktewater. Grondwater Het plangebied bevindt zich voor een deel in het grondwaterbeschermingsgebied Heumensoord. Het betreft het gedeelte ten zuiden van de Kapittelweg. De provincie is hiervoor bevoegd gezag. Riolering De riolering van het woongebied ten noorden van de Kapittelweg is een gemengd stelsel en in beheer bij de gemeente. De riolering op het ziekenhuis- en universiteitscomplex is in beheer bij de respectievelijke eigenaren en sluit op een aantal punten aan op het gemengde gemeentelijke rioolstelsel. Vanwege de aard en omvang van indirecte lozing van afvalwater vanuit het complex is er sprake van een vergunning inzake de Wet Verontreiniging Oppervlaktewater. Het Waterschap Rivierenland is hiervoor bevoegd gezag. Afkoppelen en infiltreren van hemelwater Convenant Duurzaam bouwen in het KAN 2000 Bij infiltratie van hemelwater dient conform het convenant "Duurzaam bouwen in het KAN 2000" gebruik te worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen Bouwverordening Met ingang van 1 juni 2006 geldt op grond van de gemeentelijke bouwverordening bij (vervangende) nieuwbouw een inspanningsverplichting om het hemelwater van verhard oppervlak op eigen terrein te infiltreren in de bodem. Alleen indien dit vanwege de grondwaterstanden en doorlatendheid van de 45

49 Grondwaterbeschermingsgebied Heumensoord Legenda m Grondwaterbeschermingsgebied grondwaterbescherming maaiveldhoogte 3D 46

50 bodem technisch niet mogelijk is of de ruimte ontbreekt voor de benodigde waterhuishoudkundige voorzieningen kan hierop ontheffing worden aangevraagd. Pas in dat geval kan het hemelwater worden afgevoerd naar het gemeentelijk rioolstelsel. Om die reden wordt sterk aanbevolen om bij aanleg van infiltratievoorzieningen een onderzoek uit te (laten) voeren naar de doorlatendheid van de bodem en de grondwaterstanden. Ontwerprichtlijnen regenwater Bij het ontwerp van voorzieningen voor berging, infiltratie en afstroming van regenwater moet in ieder geval rekening gehouden worden met de volgende uitgangspunten: de voorzieningen voor het bergen van regenwater moeten een inhoud hebben van minimaal 15 mm gerelateerd aangesloten verhard oppervlak. Voorbeeld: Bij een wooncomplex met een verhard oppervlak van 1000 m² (daken en wegen samen) dient er 15 mm x m² = 15 m³ aan waterberging gerealiseerd te worden; berging van regenwater moet gezocht worden boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand; afstroming en berging van hemelwater dienen bij voorkeur zo veel mogelijk bovengronds plaats te vinden (zichtbaar en beheersbaar); groenvoorzieningen kunnen medegebruikt worden voor bergen/infitreren van regenwater; gebruik van niet-uitloogbare bouwmaterialen; het oppervlak van weg- en terreinverharding zoveel mogelijk te beperken; gebruik van waterdoorlatende (elementen)verharding of halfverharding; toepassing van vegetatiedaken. Overige technische ontwerprichtlijnen voor het bergen en infiltreren van hemelwater op eigen terrein kunnen worden ontleend aan de ISSO-publicatie Hemelwater binnen de perceelsgrenzen. 47

51 48

52 5. Milieukader 5.1 Algemeen Uitgangspunt is een verdere versterking van een drietal hoofdactiviteiten, namelijk: de onderwijsfunctie op HBO en Universitair gebied; onderzoek op wetenschappelijk- en bedrijfsmatig gebied met daarbij een toenemende gerichtheid op praktische (bedrijfs-)toepassingen; verpleging van de mens (academisch ziekenhuis St.Radboud). Deze activiteiten zijn in de jaren 50 in dit gebied gestart en in de loop der jaren verder versterkt. In het plangebied zijn genoemde drie aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden. Dit heeft geleid tot de grootste concentratie van arbeidsplaatsen binnen Nijmegen en betekent voor Nijmegen en omstreken een zeer belangrijke economische factor. In het kader van de Wet milieubeheer zijn alle activiteiten van de universiteit evenals die van het ziekenhuis ondergebracht in één complexvergunning. De HBO-onderwijs activiteiten in het plangebied, die vooral geconcentreerd zijn in het gebied Kapittelweg/Verlengde Groenestraat, zijn eveneens in één vergunning ondergebracht. Voor een versterking van (bedrijfsmatig-)onderzoek en ontwikkeling is het science-park ontwikkeld. Dit bevindt zich op de kop Heyendaalseweg en de spoorlijn Nijmegen-Venlo. Voor één bedrijfsverzamelgebouw van dit park is een separate milieuvergunning afgegeven. Het plangebied is omgeven door woonwijken. Ondanks de bovengenoemde activiteiten zijn de milieugevolgen voor de (woon-)omgeving zeer marginaal. Met betrekking tot de mogelijke hinder is alleen de verkeersaantrekkende werking significant. In dit verband worden er momenteel grootschalige infra-structurele verkeersvoorzieningen getroffen. Hierdoor zal voor de omgeving de mate van geluid- en parkeerhinder tot een acceptabel niveau worden beperkt. 5.2 Bedrijvigheid Bedrijvigheid is in de zin van de Wet milieubeheer die bedrijvigheid die vermeld staat in het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer (IvB) en als zodanig als inrichting aangemerkt kan worden. In het nieuwe bestemmingsplan zal de toelaatbaarheid van bedrijven en bedrijfsactiviteiten gekoppeld worden aan de Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen. Deze staat betreft een opsomming van binnen de gemeente Nijmegen gangbare voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten. Naar gelang de te verwachten milieubelasting en hinder naar de omgeving toe zijn deze bedrijven/activiteiten ingedeeld in een aantal categorieën. Omdat de Staat van Bedrijfsactiviteiten wordt gebruikt voor de milieuzonering in het kader van bestemmingsplannen zijn hierbij alleen de ruimtelijk relevante milieuaspecten waaronder geluid, geur, stof, gevaar (vooral brand- en explosiegevaar), verkeersaantrekkende werking en visuele aspecten van belang. De Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen is een verbijzonderde afgeleide van de VNG publicatie Bedrijven en milieuzonering. Daar deze Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen voor alle nieuwe bestemmingsplannen binnen de gemeente Nijmegen toegepast gaat worden, bevat zij ook typen bedrijven die binnen dit plangebied zeker niet gewenst zijn. Het plangebied Heyendaal omvat buiten een aantal kleinere woongebieden voornamelijk de complexen van de Radbouduniversiteit Nijmegen met daaronder begrepen het Radboudziekenhuis. Voorts bevindt zich binnen het plangebied ook de centrale vestiging van de Hogeschool voor Arnhem en Nijmegen (HAN). Een eerste uitgangspunt is dat vooral binnen en in de onmiddellijke nabijheid van de woongebieden de bedrijvigheid, die is ingedeeld in de milieucategorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten Model Nijmegen passend is. 49

53 50

54 Een tweede uitgangspunt is echter ook dat bestaande bedrijvigheid, die qua milieubelasting in principe niet thuishoort in en nabij woongebieden en waarvoor verplaatsing op korte termijn geen haalbare kaart is, op basis van verworven rechten moet worden geaccepteerd. Deze bedrijvigheid zal als een verbijzondering op de toegelaten categorieën worden toegestaan. Bij deze acceptatie dient er wel van te worden uitgegaan dat deze bedrijvigheid dan ook aan de milieucriteria van de Wet milieubeheer (Wm) moet voldoen, zodat van een onaanvaardbare hinder naar de omgeving toe geen sprake kan zijn. Duidelijk is dat de thans nog (marginaal) aanwezige bedrijvigheid langs de verkeersassen minder snel onaanvaardbare overlast zal geven dan dezelfde activiteit in de erachter gelegen rustige woonstraten. Overigens komt binnen de woonstraten van het bestemmingsplan Heyendaal nauwelijks bedrijvigheid voor. Bedrijvenlijst Heyendaal Straat Huisnummer Naam SBI Code SBI Omschrijving Categorie Hindercirkel D Almarasweg 18 Nuon 4000 Gasdrukregelstation 1 30 D Almarasweg 28 Nuon 4000 Gasdrukregelstation 1 30 Erasmuslaan 9 HAN Hoger beroepsonderwijs 2 30 Erasmuslaan 17 Radboud Universiteit Nijmegen / Universitair Medisch Centrum Wetenschappelijk onderwijs Academisch ziekenhuis Houtlaan 0 Nuon 4000 Gasdrukregelstation 1 30 Kapittelweg 33 HAN Hoger beroepsonderwijs 2 30 St. Annastraat 237 Drukkerij Luxor Overige drukkerijen 2 30 Toernooiveld 212 Science Park Nijmegen B. V Economische onderzoek /adviesbureaus Toernooiveld 214 Spierings Medische Techniek Vervaardiging medische 2 30 apparaten etc. Verlengde 100 Telfort 6420 Telecommunicatie 2 30 Groenestraat Wundtlaan 1 Max Planck Instituut Wetenschappelijk onderwijs 2 30 Maatgevende bedrijvigheid binnen het plangebied In de bovenstaande lijst zijn ook opgenomen de Hogeschool voor Arnhem en Nijmegen (HAN), Kapittelweg 33, en de Radboud Universiteit Nijmegen / Universitair Medisch Centrum, Erasmuslaan 17. Hoewel dienstverlenende bedrijvigheid en onderwijsinstituten in feite in een lijst met bedrijven niet worden opgenomen, omdat dit type instituten vanuit ruimtelijke optiek niet tot de bedrijvigheid wordt gerekend, zijn ze hier wel opgenomen. In feite betreft het hier wel activiteiten die het aanzicht van de wijk Heyendaal voor het grootste deel bepalen en een aanzienlijke invloed op hun naaste omgeving uitoefenen. Ook het Max Planck Instituut aan de Wundtlaan 1 kan hiertoe gerekend worden en is daarom vermeld. Hinder van buiten het plangebied Met betrekking tot de hinder die mogelijk veroorzaakt wordt door bedrijven en inrichtingen van buiten het plangebied naar het plangebied Heyendaal toe kan gesteld worden dat hier de volgende inrichtingen van belang zijn: Bedrijvenlijst omgeving Heyendaal Straat Huisnummer Naam SBI Code SBI Omschrijving Categorie Hindercirkel Hatertseweg 8 Nuon Trafostation Hatertseweg 12 St. Annamolen 1561 Graanmaalderij/windmolen Houtlaan 29 Verstraaten V.O.F Handel in en reparatie van 2 30 personenauto's Houtlaan 31 Hendriks IJsbedrijf V.O.F. Ambachtelijk ijsbereider 2 50 Houtlaan 61 R A. Adolfs 3614 Vervaardiging van overige meubels St. Annastraat 196 Texaco Verhoeven 5050 Benzineservicestation 2 30 St. Annastraat 198 Jeka B. V Vervaardiging van bedrijfsmeubels

55 52

56 De hindercirkels van bovenstaande bedrijven betreffen vooral geluid. Met betrekking tot het trafostation, welke een gesloten gebouw betreft, kan opgemerkt worden dat de hinder vanuit deze inrichting door de bovenstaande hindercirkel te zwaar zal worden weergegeven. Vooral de St. Annamolen, thans overwegend een detailhandel met een windmolen waarin thans grotendeels voor onderwijsdoeleinden wordt gemalen, is niet zozeer de in deze inrichting ontwikkelde activiteit van belang, maar meer het gegeven dat een windmolen tijdens het in werking zijn een duidelijke geluidsbelasting op de omgeving kan hebben. Met de windrechten van deze molen is binnen het bestemmingsplan Nijmegen Midden rekening gehouden. De huidige invulling in de naaste omgeving van de molen binnen het plangebied Heyendaal tast deze rechten niet aan. De beide opgevoerde meubelmakers aan de Houtlaan 196 en de St. Annastraat 198 kunnen wel invloed hebben op een eventueel gewijzigde invulling van hun naaste omgeving binnen het plangebied Heyendaal. Met betrekking tot de ijsbereider aan de Houtlaan 31 kan gesteld worden dat dit een op klein en ambachtelijke schaal werkend bedrijf is dat alleen voor de eigen verkooporganisatie binnen Nijmegen werkt. Hoewel hier de milieucategorie al van 3 naar 2 is bijgesteld, is de vraag gerechtvaardigd of deze inschaling niet alsnog als te zwaar moet worden aangemerkt. 5.3 Geluid Onderzoeksgebied Het plangebied ligt binnen zones van de: - Sint Annastraat; - Heyendaalseweg; - Groenewoudseweg; - Kapittelweg; - Houtlaan; - Kwekerijweg; - d Almarasweg; - Spoorlijn Nijmegen-Venlo De zones langs deze (spoor)wegen zijn de aandachtsgebieden voor de Wet geluidhinder. Bij nieuwe geluidsgevoelige bestemmingen binnen deze aandachtsgebieden moet de geluidsbelasting door het weg- en treinverkeer worden bepaald. Onder geluidsgevoelige bestemmingen verstaat de Wet geluidhinder woningen, onderwijsgebouwen en gebouwen voor medische zorg. De overige wegen binnen het plangebied zijn of worden ingericht als 30 km-gebied en hebben geen zone. Toetsing Wet geluidhinder De onderzoeksresultaten moeten worden getoetst aan de voorkeursgrenswaarden van de Wet geluidhinder. Dit zijn de waarden die bij voorkeur niet mogen worden overschreden. Als deze waarden worden overschreden moet worden onderzocht of de geluidsbelasting kan worden teruggebracht. De voorkeursgrenswaarde voor verkeerslawaai bedraagt 50 db(a) en 57 db(a) voor spoorweglawaai. Ontheffingen Onder voorwaarden is het mogelijk om een hogere geluidsbelasting toe te staan. Hiervoor moet een ontheffing worden verleend door Gedeputeerde Staten van Gelderland. Om de ontheffing te krijgen moet een zogenaamd verzoek hogere grenswaarden worden ingediend. Deze ontheffingsprocedure neemt zo n 4 maanden in beslag. De Gemeente Nijmegen wil spaarzaam omgaan met ontheffingen en niet automatisch de hoogste ontheffing aanvragen. 53

57 Bodem Inleiding Bij de beoordeling van de bodemkwaliteit wordt gebruik gemaakt van de toetsingswaarden uit de Wet bodembescherming (Circulaire Interventiewaarden Bodemsanering (DBO/ ) en aanvullingen) en van de beoordelingssystematiek uit de publicatie 'Bouwen op verontreinigde grond' van de VNG (1995). Criteria en beoordeling In het plangebied zijn verschillende bodemonderzoeken uitgevoerd. Deze zijn op de kaart met groen aangegeven en door bureau Bodem beoordeeld. De onderzoeken voldoen niet allen aan de onderzoeksnorm NEN 5740, omdat een aantal van de onderzoeken van voor 2003 zijn. Toen gold de NVN5740. De gebieden en onderzoeken zijn te onderscheiden in de volgende deelgebieden: IBIM-terrein St. Annastraat; woningen en bedrijven langs de St. Annastraat; Spac sport terrein en voormalige kolenhandel; voormalige CWZ-terrein en nieuwe bebouwing; universiteit; manege en sportvelden; botanische tuin; terrein langs spoor Heyendaal. Per gebied is kort aangegeven wat bekend is van de bodemsituatie. Dat kan n.a.v. bodemonderzoeken of n.a.v. historische (bedrijfs)informatie zijn. Uit het bodeminformatiesysteem blijkt verder dat alle ondergrondse voorraadtanks binnen het gebied zijn gesaneerd (met zand afgevuld of verwijderd). Gebouw.shp St rat en.shp HBB(punten) PU PE PV NV Onderzoeken Loc at ies HB B(vlakken) Nazca Legenda <Empty Picture> <Empty Picture> Bureau Bodem Postbus HG Nijmegen fax: tel: N Meters

58 Uit genoemde bodemonderzoeken of historische bedrijfsinformatie per gebied blijkt het volgende: 1. IBIM-terrein, St. Annastraat 298 Dit terrein is gesaneerd in Er was een verontreiniging met minerale olie in de boven en ondergrond. Door middel van ontgraving en in-situ sanering is de verontreiniging gesaneerd. 2. woningen en bedrijven langs de St. Annastraat Uit het historisch onderzoek in het kader van het landsdekkend beeld blijkt dat op de St. Annastraat/ Kapittelweg 72 een witwasserij, op de St. Annastraat 201 een schoenen/hout/zeepfabricage, op de St. Annastraat 235 en drukkerijen en op de Groenewoudseweg 318 een smederij aanwezig waren. Van deze locaties zijn geen bodemonderzoek beschikbaar. Op de Groenewoudseweg 346/ hoek St. Annastraat was een gloeilampenfbriek en o.a. een bandenservicebedrijf aanwezig. Mogelijk zou sprake kunnen zijn van bodemverontreiniging op de locaties. De bedrijfspanden aan de St. Annastraat die tegenover de Groeneweg liggen zijn wel onderzocht op bodemverontreiniging. In 1999 is bij het bouwrijpmaken van het kantorenterrein de bodem gesaneeerd. In de grond werden olievaten gevonden van de vroegere garageactiviteiten van Presto. 3. Spac sport terrein en voormalige kolenhandel Uit bodemonderzoek blijkt dat de bodem van het parkeerterrein ten oosten van Spac sport incidenteel sterk verontreinigd is met PAK en lood vanwege vroegere bedrijfsacitiviteiten. Een afperkend onderzoek heeft nog niet plaatsgevonden. 4. voormalige CWZ-terrein en nieuwe bebouwing In begin van de jaren 90 is de bodem van het terrein van het voormalige ziekenhuis gesaneerd; De grond is toen geschikt gemaakt voor woningbouw. 5. universiteit en ziekenhuis Het universiteitsterrein is voortdurend in verandering. Omdat er veel wordt gebouwd is ook veel over de bodem bekend via verkennende bodemonderzoeken. Op het Toernooiveld is onlangs een bodemsanering uitgevoerd. Verder is er nog 1 locatie waar een monitoring van een restverontreiniging met minerale olie in de grond (op 19 m-mv) plaatsvindt. 6. manege en sportvelden In 2006 is de bodem aan de d Almarasweg onderzocht. Er zijn slechts lichte verontreinigingen in de bovengrond aangetoond. 7. botanische tuin Hiervan zijn geen bodemonderzoeken bekend. 8. terrein langs spoor Heyendaal De spoorlijn en het tracé van het fietspad zijn onderzocht door de Stichting bodemsanering NS. Het overgrote deel van het onderzochte terrein was niet noemenswaardig verontreinigd. In 2004 zijn enkele spots of kleinere terreindelen waar sprake was van een sterke PAK of zware metalen verontreiniging gesaneerd. N.b. Omdat het grondwater zich meer dan 5 meter diep bevindt is dit vaak niet onderzocht. Dit is volgens de onderzoeksnorm NEN Conclusie Volgens de onderzoeksrapporten en historische bedrijfsinformatie zijn een aantal vanuit historische bedrijfsinformatie potentieel verontreinigde percelen in het gebied niet of nog niet goed onderzocht. Van de overige delen is veelal bodemonderzoek voorhanden, maar deze zijn veelal ouder dan 5 jaar. Indien er nieuwbouwlocaties in het gebied komen, wordt geadviseerd om een verkennend bodemonderzoek en eventueel asbestonderzoek conform de dan geldende normen te doen. 55

59 Richtlijnen bij de grondwerkzaamheden Op basis van de vastgestelde bodemkwaliteit van de onderzochte grond mag de eventueel te ontgraven grond binnen de locatie worden hergebruikt. De licht verontreinigde bovengrond mag niet in de onderste schone (ongeroerde) laag worden toegepast; Voor het hergebruik van grond buiten de locatie bestaan regels, waaronder het bouwstoffenbesluit en actief bodembeheer. Deze zijn van toepassing wanneer te ontgraven grond elders wordt hergebruikt en wanneer grond van buiten de locatie op het terrein wordt toegepast; Als bij grondwerkzaamheden duidelijk afwijkend (bodem)materiaal wordt waargenomen moeten de werkzaamheden worden gestopt en het materiaal worden onderzocht. Aan de hand van de resultaten wordt bepaald of de werkzaamheden kunnen worden voortgezet of dat aanvullend onderzoek en/of aanvullende maatregelen nodig zijn; In de verkennende bodemonderzoeken is niet specifiek gekeken naar het voorkomen van asbest in de bodem. Als asbest wordt aangetroffen of verwacht wordt dit aan te treffen, wordt geadviseerd een bodemonderzoek gericht op asbest uit te laten voeren. 5.5 Lucht Inleiding Diverse bronnen veroorzaken luchtverontreiniging. Ten aanzien hiervan zijn in het op 19 juli 2001 van kracht geworden Besluit Luchtkwaliteit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) nadere uitwerkingen van de luchtkwaliteitsgrenswaarden opgenomen. Het betreft hier de grenswaarden voor: Stikstofdioxide (NO 2 ); Fijn stof (PM10); Benzeen (C 6 H 6 ); Zwaveldioxide (SO 2 ); Koolmonoxide (CO) en Benzo(a)pyreen (BaP). In Nederland worden in het algemeen alleen voor NO 2 en PM10 mogelijk overschrijdingen verwacht. De grenswaarden betreffen bestuurlijke normen, ook beneden de grenswaarden zijn in studies gezondheidseffecten waargenomen. Het Besluit Luchtkwaliteit laat gemeenten vrij om beneden de grenswaarden andere normen te hanteren, bijvoorbeeld ten aanzien van bepaalde gebieden of bestemmingen (bijvoorbeeld scholen etc.). Een dergelijk beleid is in Nijmegen (nog) niet voorhanden. Op 6 januari 2004 is het "Uitvoeringsprogramma Verbetering Luchtkwaliteit Nijmegen " door het college vastgesteld. In dit uitvoeringsprogramma wordt vooralsnog geen strenger beleid vastgesteld voor extra gevoelige bestemmingen dan al in de normering van het Besluit Luchtkwaliteit is vastgelegd. Wel wordt samen met de provincie Gelderland de noodzaak van een dergelijk beleid beoordeeld en zo nodig alsnog vastgesteld. Op 5 augustus 2005 is een herzien besluit van kracht geworden ( Besluit luchtkwaliteit 2005 ). In dit besluit luchtkwaliteit 2005 zijn de grenswaarden getalsmatig niet aangepast. Wel kent het besluit van 2005 een aantal belangrijke aanpassingen, t.w. (1) zeezoutcorrectie; (2) mogelijkheid tot salderen en (3) het buiten werking stellen van het stand-still beginsel van de Wet milieubeheer. Aanleiding voor het nieuwe Besluit waren de vele recente uitspraken van de Raad van State waarbij diverse besluiten werden en nog steeds worden vernietigd wegens ontoereikende onderbouwing. De grote maatschappelijke en economische gevolgen van deze ontwikkelingen maakte het noodzakelijk het Besluit luchtkwaliteit van 2001 aan te passen. Ook in het nieuwe besluit blijft toetsing aan de grenswaarden uitgangspunt. Ad (1) Het besluit geeft echter ruimte voor een aftrek van fijn stof afkomstig van natuurlijke bronnen, t.w. zeezoutcorrectie. Dit is nader uitgewerkt in de Meetregeling luchtkwaliteit Ad (2) Daarnaast biedt het besluit ruimte voor plannen die de heersende concentratie niet of slechts in beperkte mate verslechteren. Als plannen de luchtkwaliteit op een bepaalde plek verslechteren, bestaat de mogelijkheid tot salderen. Als ervoor wordt gezorgd dat de luchtkwaliteit op een andere plek vooruit gaat kunnen die plannen toch doorgaan. De mogelijkheid tot salderen wordt nader uitgewerkt in een AMvB. Deze zal begin 2006 gepubliceerd worden. In de tekst van deze rapportage wordt alleen ingegaan op de rekenresultaten voor PM10 en NO 2. Voor de overige stoffen zoals bovengenoemd, worden geen overschrijdingen geconstateerd. 56

60 Getalsmatig kan de normering voor NO 2 en PM10 als volgt weergegeven worden: norm ingangsdatum plandrempel NO 2 48 ug/m³ grenswaarde NO 2 40 ug/m³ jaargemiddelde grenswaarde PM10 40 ug/m³ daggemiddelde grenswaarde PM10 max. 35 dagen/jaar > 50 ug/m³ Grenswaarden geven een niveau van de buitenluchtkwaliteit aan dat, in het belang van de bescherming van de gezondheid van de mens en van het milieu, binnen een bepaalde termijn moet worden bereikt. Grenswaarden zijn harde normen. Plandrempels zijn uit de grenswaarden afgeleid. Deze worden elk jaar strenger totdat de grenswaarde is bereikt in het jaar waarop deze van kracht wordt. Wanneer de plandrempel overschreden wordt geeft dat aanleiding tot het opstellen van een plan met maatregelen om aan de waarde te kunnen voldoen. Wegverkeer en luchtkwaliteit Binnen het plangebied bevinden zich o.a. de RUN, het UMC en de HAN. RUN/UMC is de grootste werkgever in Nijmegen en trekt ook veel bezoekend verkeer. Derhalve is het wenselijk om in deze paragraaf aandacht aan de verkeersaantrekkende werking te besteden. Bij eventuele overschrijding van grenswaarden kunnen eventuele geplande maatregelen (vervoersmanagement, routering etc.) gebruikt worden om aan grenswaarden te voldoen. Momenteel ontbreken hierover nadere gevens zodat hier niet verder op ingegaan kan worden. Voor de luchtkwaliteit in het plangebied Heyendaal zijn naast de heersende achtergrondconcentraties de volgende wegen van belang: St. Annastraat, Houtlaan, Kwekerijweg/d Almarasweg, Heyendaalseweg, Kapittelweg, Groenewoudseweg en de busbaan door de spoorkuil. De bijdrage van genoemde wegen is bepaald voor de jaren 2004 en 2010 met behulp van de VMK (verkeersmilieukaart PROMIL) van de gemeente Nijmegen. In deze VMK zijn lokale gegevens over verkeersintensiteiten etc. opgenomen. Als rekenhart voor de luchtkwaliteit is in de VMK opgenomen het CAR II 4.1 model (door TNO ontwikkeld in het kader van het Besluit Luchtkwaliteit). Op korte termijn zullen actuelere berekeningen beschikbaar komen. Het CAR wordt door de rijksoverheid in maart/april steeds beschikbaar gesteld waarmee voor het afgelopen kalenderjaar gerekend kan worden alsmede nieuwe prognoses voor toekomstige jaren. De berekeningen zijn uitgevoerd op het trottoir langs de wegen. Dit wordt beschouwd als de dichtst bij de wegen gelegen locaties, waar mensen langere tijd kunnen verblijven. De bijdrage van de overige wegen op het trottoir binnen het plangebied zijn overigens wel weergegeven in het Rapport Luchtkwaliteit Nijmegen Bestaande situatie 2004 (verkeersgegevens en emissies 2004): bij vergelijking van de berekende concentraties in 2004 met de uiteindelijk geldende normen in 2010, blijkt in 2004 geen overschrijding van de norm voor het jaargemiddelde NO 2 op het trottoir langs wegen in het plangebied; bij vergelijking van de berekende concentraties in 2004 met de uiteindelijk geldende normen in 2005, blijkt in 2004 op het trottoir geen overschrijding van de norm voor het jaargemiddelde PM10; bij vergelijking van de berekende concentraties in 2004 met de uiteindelijk geldende normen in 2005, blijkt in 2004 op het trottoir geen overschrijding van de grenswaarde voor 24- uursgemiddelden voor PM10 (t.w. niet vaker dan 35 keer per jaar een 24-uursgemiddelde dat hoger ligt dan 50 ug/m³); op de gevels van panden langs de wegen binnen het plangebied worden voor 2004 geen overschrijdingen berekend; voor de busbaan zijn momenteel nog geen berekeningen beschikbaar. Toekomstige situatie 2010 (verkeersgegevens 2015 en emissiefactoren 2010): de grenswaarden voor jaargemiddelde NO 2 en jaargemiddelde PM10 worden op trottoirs en op gevels niet overschreden; voor PM10 wordt de grenswaarde voor 24-uursgemiddelden op trottoirs langs de genoemde wegen mogelijk overschreden. Op korte termijn komen actuelere prognoses beschikbaar; voor de busbaan zijn momenteel nog geen berekeningen beschikbaar. 57

61 Conclusies: voor de bestaande (woon)bebouwing zijn er wat betreft de grenswaarden van het Besluit Luchtkwaliteit geen belemmeringen en lijken er geen saneringsituaties aanwezig te zijn; in 2010 wordt op trottoirs langs bovengenoemde wegen alsmede langs de busbaan de grenswaarde voor het daggemiddelde PM10 mogelijk overschreden. Nieuwe berekeningen moeten dit nader uitwijzen; wanneer nieuwbouw van woningen en andere gevoelige objecten gepland wordt langs de bovengenoemde wegen alsmede de busbaan, dan dient hierover nader advies ingewonnen te worden. Dit betreft bijv. ontwikkelingen op het terrein Spac Sport / Doornroosje en op RUN/UMC ; bij bestaande scholen, kinderdagverblijven, zorginstellingen of sportterreinen in de eerstelijnsbebouwing langs genoemde wegen dient bij ingrijpende wijzigingen nader advies gevraagd te worden. Dit om de herinrichting zodanig uit te voeren dat de belasting van kwetsbare groepen door de luchtkwaliteit zoveel mogelijk te beperken; er dient nadere aandacht aan de verkeersaantrekkende werking van de RUN/UMC besteedt te worden. Bij eventuele overschrijding van grenswaarden kunnen eventuele geplande maatregelen (vervoersmanagement, routering etc.) gebruikt worden om aan grenswaarden te voldoen. Ter verbetering van de lokale luchtkwaliteit zijn in algemene zin o.a. de volgende maatregelen mogelijk: verminderen behoefte verplaatsing: zorgen voor befietsbare en beloopbare afstanden en duidelijke routes. Het effect is minder en kortere vervoersbewegingen; beïnvloeden vervoerwijze keuze: zorgen voor alternatieven. Het effect is dat mogelijk ook andere, schonere alternatieven van vervoer worden gekozen; beïnvloeden routekeuze: zorgen voor goede regionale routes. Het effect is dat de vervoersbewegingen worden verdeeld over meerdere routes of over minder gevoelige routes; beïnvloeden aandeel vrachtverkeer: zorgen voor goede regionale routes. Het effect is mogelijk minder vrachtverkeer, dat sterk vervuilend is; beïnvloeden rijgedrag: het effect is dat door sneller doorschakelen en niet te hard te rijden kan de emissie per voertuig worden teruggebracht; verminderen uitstoot: het effect is dat door gebruik te maken van alternatieve brandstoffen de emissie per voertuig wordt verminderd; weren vervoersstromen: het effect is dat bepaalde vervuilende bronnen, zoals bijvoorbeeld vrachtverkeer, binnen bepaalde gebieden in de gemeente worden geweerd. Dit zouden gebieden in de buurt van scholen, sportvelden of winkelboulevards kunnen zijn; communicatie: het effect is dat door betere afstemming tussen betrokken partijen bepaalde maatregelen gemakkelijker geïmplementeerd kunnen worden en dat meer draagvlak voor de maatregelen wordt gevormd; beïnvloeden van de overdracht (bredere wegprofielen en minder aaneengesloten bebouwing): het effect is dat de luchtverontreiniging hierdoor de kwetsbare gebieden niet bereikt; het beschermen van de kwetsbare personen (bijv. kinderdagverblijven, zorginstellingen, scholen en sportterreinen) aan de ontvangstzijde. Overige bronnen van luchtverontreiniging Verder dient aandacht besteed te worden aan de invloed van de volgende bronnen van luchtverontreiniging: Treinverkeer Door middel van een rekenonderzoek is de invloedsfeer van treinverkeer nog in onderzoek. Grote stadsverwarmingsinstallaties of WKKinstallaties (NOx-bronnen) Binnen het plangebied heeft de WKC (warmtekrachtcentrale) van RUN/UMC een relevante bijdrage op de luchtkwaliteit door uitstoot van NO 2. De invloedsfeer is op bijgaand kaartje weergegeven. De maximale bijdrage bedraagt 1,5 58

Bouwen. aan de campus

Bouwen. aan de campus Bouwen aan de campus Het ontwikkelingsplan De afgelopen tien jaar is hard gebouwd op de campus van de Radboud Universiteit en het UMC St Radboud. Met het Huygensgebouw, Sterrenbosch, het Gymnasion en de

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied uiteengezet. De ruimtelijke structuur is beschreven

Nadere informatie

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum:

HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: HET POORTJE; Toelichting stedenbouwkundige inpassing Datum: 14-4-2009 Huidige situatie De locatie maakt deel uit van het ontwikkelingsgebied Heerenveen Noordoost; een langgerekt gebied tussen grofweg de

Nadere informatie

Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden (februari 2013) Ontwikkelstrategie

Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden (februari 2013) Ontwikkelstrategie (februari 2013) Ontwikkelstrategie Lammenschans, Leiden in opdracht van: Gemeente Leiden februari 2013, Amsterdam Kerkstraat 204 1017 GV Amsterdam Postbus 15550 1001 NB Amsterdam Soeters Van Eldonk architecten

Nadere informatie

4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE

4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE 4. BESCHRIJVING EN ANALYSE BESTAANDE SITUATIE 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt een beeld geschetst van de bebouwde kom van Hertme, zoals deze nu is. Achtereenvolgens komen aan de orde: Cultuurhistorisch

Nadere informatie

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn

memo Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg 63 en 65 te Doorn memo aan: van: c.c.: Inge Eising Gemeente Utrechtse Heuvelrug Mariël Gerritsen Pieter Birkhoff Van Wijnen Groep N.V. datum: 14 december 2015 betreft: Verlegging rode contour ter plaatse van de Driebergsestraatweg

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied uiteengezet. De ruimtelijke structuur is beschreven

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing De Kouwe Noord 3, Geffen Gemeente Oss Raadhuislaan 2 5341 GM Oss T: 14 0412 F: 0412 642605 www.oss.nl RUIMTELIJKE ONDERBOUWING De Kouwe Noord 3 te Geffen Februari maart 2016 1

Nadere informatie

2 Stedenbouwkundig kader

2 Stedenbouwkundig kader 2 Stedenbouwkundig kader Oude situatie Stedenbouwkundig plan Profielen Geluid Parkeren 5 Oude situatie DEELGEBIED WEST GEBIEDEN BESTAAND BOS BESTAAND BOS - WAARDEVOL DEELGEBIED OOST BESTAANDE BEBOUWING

Nadere informatie

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland Identificatie Planstatus identificatiecode datum: status: NL.IMRO.0687.BPWBGMEERST-VG98 19 augustus 2011 vastgesteld HOOFDSTUK 1 Doel

Nadere informatie

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN

Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN Zwembad De Vijf Heuvels Potdijk 5 te Markelo BEELDKWALITEITPLAN colofon SAB Arnhem bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres: postbus 479 6800 AL Arnhem T (026) 3576911 F

Nadere informatie

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014

Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst. nummer: datum: 21 mei 2014 Hulst Visie Grote Kreekweg gemeente Hulst opdrachtgever: gemeente Hulst nummer: 0677.009386.00 datum: 21 mei 2014 referte: Ing. Jos van Jole 1 Inhoud Inleiding 3 Analyse 4 Beleidsmatige uitgangspunten

Nadere informatie

KAVELKOMPAS. KAVEL GROENEDAAL Perceel KTG00A3022

KAVELKOMPAS. KAVEL GROENEDAAL Perceel KTG00A3022 KAVELKOMPAS KAVEL GROENEDAAL Perceel KTG00A3022 Adres: Groenedaal 1 te Kloetinge Oppervlakte: 2275 m2 (vastgesteld door het Kadaster) Huidige eigenaar: Gemeente Goes Huidig gebruik: O.B.S. de Kloetingse

Nadere informatie

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE Zaaknr. : 2015EAR0009 Zaakomschrijving : CPO Lindevoort Rekken Specialisme : Cultuurhistorie (excl. Archeologie) Behandeld door : Roy Oostendorp Datum : 7 oktober 2015

Nadere informatie

beschrijving plankaart.

beschrijving plankaart. 06. plan. "Op en langs het voormalige tracé van de A9 wordt de vrijkomende ruimte gebruikt om nieuwe hoogwaardige woongebieden te realiseren binnen de bebouwde kom van Badhoevedorp. Deze gebieden krijgen

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" 1 INLEIDING Aanleiding en doel...

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE 1 INLEIDING Aanleiding en doel... GEMEENTE WOENSDRECHT BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" BIJLAGE 5 bij de TOELICHTING BEELDKWALITEITSPLAN Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2 Ligging

Nadere informatie

WELSTANDSCRITERIA GEBIEDEN. Hoofdstuk 4

WELSTANDSCRITERIA GEBIEDEN. Hoofdstuk 4 WELSTANDSCRITERIA GEBIEDEN Hoofdstuk 4 Een belangrijke peiler van de welstandsnota is het gebiedsgerichte welstandsbeleid. De gebiedsgerichte welstandscriteria worden gebruikt voor de kleine en middelgrote

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017, pag. 1 van 12 Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017 Gemeente Oss, oktober 2017 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

Concept programma van eisen. Laan naar Emiclaer 2

Concept programma van eisen. Laan naar Emiclaer 2 Concept programma van eisen Laan naar Emiclaer 2 Naam Strategisch Vastgoed Locatie Laan naar Emiclaer 2 Wijk Zielhorst Bestuurlijk opdrachtgever Wethouder P. van den Berg Opdrachtgever V. Labordus Datum

Nadere informatie

Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden

Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden Actualisatie 2013 TasT, projecten voor tastbaar erfgoed in opdracht

Nadere informatie

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK 1. Wettelijk kader In 1992 werd het Verdrag van Valletta ( Malta ) opgesteld. Dit Verdrag stelt

Nadere informatie

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468

BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 BLATENPLAN EWIJK BEELDKWALITEIT 10 oktober 2011 projectnummer 100468 colofon SAB Arnhem B.V. Contactpersoon: Arjan van der Laan bezoekadres: Frombergdwarsstraat 54 6814 DZ Arnhem correspondentieadres:

Nadere informatie

memo Inleiding Kader Historische wordingsgeschiedenis B.V. Stichts Beheer datum: 30 oktober 2015 cultuurhistorische memo plan Castor Veenendaal

memo Inleiding Kader Historische wordingsgeschiedenis B.V. Stichts Beheer datum: 30 oktober 2015 cultuurhistorische memo plan Castor Veenendaal memo aan: t.a.v.: kenmerk: B.V. Stichts Beheer Gerard Heuvelman DETE/80108.03 datum: 30 oktober 2015 betreft: cultuurhistorische memo plan Castor Veenendaal Inleiding Het plan Castor betreft een woningbouwontwikkeling

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

NOTITIE HATTEM BERG EN BOS STEDEN- BOUWKUNDIGE STRUCTUUR

NOTITIE HATTEM BERG EN BOS STEDEN- BOUWKUNDIGE STRUCTUUR NOTITIE HATTEM BERG EN BOS STEDEN- BOUWKUNDIGE STRUCTUUR Notitie Hattem Berg en Bos stedenbouwkundige structuur Code 1016302.01 / 13 november 2012 GEMEENTE HATTEM 1016302.01 / 13 NOVEMBER 2012 NOTITIE

Nadere informatie

vaststellen bestemmingsplan "Bartok"

vaststellen bestemmingsplan Bartok Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. Documentnummer : 2015.0.053.200 Zaaknummer: 2014-12-01755 Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan "Bartok" Aan de gemeenteraad. Arnhem, 9 juni 2015 VOORSTEL

Nadere informatie

GEMEENTE CRANENDONCK. Stedenbouwkundig en landschappelijk inrichtingsplan Meemortel ong, Budel

GEMEENTE CRANENDONCK. Stedenbouwkundig en landschappelijk inrichtingsplan Meemortel ong, Budel GEMEENTE CRANENDONCK Stedenbouwkundig en landschappelijk inrichtingsplan Meemortel ong, Budel Stedenbouwkundig en landschappelijk inrichtingsplan Meemortel ong Budel Projectnr. 009-036 / januari 2015 INHOUD

Nadere informatie

ERFGOED, ERFBETER, ERFBEST. Cultuurhistorische waarden: inventariseren, vastleggen en ontwerpen Februari 2012

ERFGOED, ERFBETER, ERFBEST. Cultuurhistorische waarden: inventariseren, vastleggen en ontwerpen Februari 2012 ERFGOED, ERFBETER, ERFBEST Cultuurhistorische waarden: inventariseren, vastleggen en ontwerpen Februari 2012 Cultureel Erfgoed Wat is er aan de hand De bescherming van het cultureel erfgoed koppelen aan

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA RIJSSEN-HOLTEN Rijssen Bedrijven Gebiedsgerichte criteria 31 mei 2012

WELSTANDSNOTA RIJSSEN-HOLTEN Rijssen Bedrijven Gebiedsgerichte criteria 31 mei 2012 WELSTANDSNOTA RIJSSEN-HOLTEN Rijssen Bedrijven Gebiedsgerichte criteria 31 mei 2012 2 WELSTANDSNOTA RIJSSEN-HOLTEN - 3 RIJSSEN BEDRIJVEN Inhoudsopgave 1.0 Rijssen bedrijven gebiedsgerichte criteria 1.1

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II, Herziening I Betreft Status Bovenkamp II Heerde vastgesteld Datum 30 mei 2011 Bovenkamp II, herziening I, vastgesteld,

Nadere informatie

Projectnummer: Onderdeel : Stedenbouwkundige onderbouwing. Opdrachtgever : de Eekelaar NV Baarleseweg RH Chaam

Projectnummer: Onderdeel : Stedenbouwkundige onderbouwing. Opdrachtgever : de Eekelaar NV Baarleseweg RH Chaam Projectnummer: 22435 Onderdeel : Stedenbouwkundige onderbouwing Omschrijving : De Eekelaar 43 appartementen met commerciële ruimten en parkeerkelder Aan de Dorpsstraat te Chaam Opdrachtgever : de Eekelaar

Nadere informatie

24 juli 2017 vaststellen bestemmingsplan 'Camping Lindenhof 2017'

24 juli 2017 vaststellen bestemmingsplan 'Camping Lindenhof 2017' Verantwoordelijk team Ruimtelijke Ontwikkeling & Milieu Nummer Kenmerk Raad d.d. 27792 27 september 2017 Paragraaf begroting Portefeuillehouder 2 mr. J. (Jasper) Verstand Steller A. (Arjen) Ruiter Datum

Nadere informatie

Gemeente Lingewaard. Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness Centre Huissen

Gemeente Lingewaard. Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness Centre Huissen Gemeente Lingewaard Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness Centre Huissen Juli 2011 Gemeente Lingewaard Ruimtelijke onderbouwing Realisatie berging en overkapping bij Fitness

Nadere informatie

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College,

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Leudal Postbus ZG Heythuysen. Geacht College, Bergs Advies B.V. Leveroyseweg 9a 6093 NE Heythuysen Telefoon (0475) 49 44 07 Fax (0475) 49 23 63 E-mail info@bergsadvies.nl Internet www.bergsadvies.nl BIC code: RABONL2U IBAN: NL76RABO0144217414 K.v.K.

Nadere informatie

Geen huizenbouw in park Oudegein!

Geen huizenbouw in park Oudegein! Geen huizenbouw in park Oudegein! Wethouder Adriani van de gemeente Nieuwegein (o.a. Ruimtelijke Ordening) stelt in een artikel in het AD van 13-02-2013 over de geplande huizenbouw in park Oudegein het

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan. Beers, Elstweg 5

Beeldkwaliteitsplan. Beers, Elstweg 5 Beeldkwaliteitsplan Beers, Elstweg 5 gemeente Cuijk Concept In opdracht van: Ariëns groep Door: HSRO Stedenbouw en Ruimtelijke ontwikkeling April 2016 Beeldkwaliteitsplan Beers, Elstweg 5 gemeente Cuijk

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beleidsplanning cultuurhistorie. BW-nummer -

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Beleidsplanning cultuurhistorie. BW-nummer - Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Beleidsplanning cultuurhistorie Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 1031 BW-nummer - Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting Een aantal veranderingen

Nadere informatie

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte

Bijlage 1. Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Bijlage 1 Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens de Verordening Ruimte Onderbouwing Zuidrand De Mortel, fase 1 volgens Verordening Ruimte, fase 2 In onderstaande tabel geeft de gemeente Gemert-Bakel

Nadere informatie

Ruimtelijke inpassing asielzoekerscentrum te Heerenveen Maart 2016

Ruimtelijke inpassing asielzoekerscentrum te Heerenveen Maart 2016 Ruimtelijke inpassing asielzoekerscentrum te Heerenveen Maart 2016 1. Aanleiding De gemeenteraad van Heerenveen heeft op 30 november 2015 ingestemd met de vestiging van een azc voor 600 toekomstige bewoners

Nadere informatie

Bestemmingsplan Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) Vastgesteld

Bestemmingsplan Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) Vastgesteld Bestemmingsplan Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) Vastgesteld Vastgesteld, d.d 24 januari 2019 Wateringse Veld Noord, 1e herziening (Haags Buiten) bestemmingsplan Wateringse Veld Noord,

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Torenstraat 7 Gassel

Beeldkwaliteitsplan Torenstraat 7 Gassel 1 Gegevens over het plan: Plannaam: Datum: April 2017 Projectnummer Buro SRO: 14.40.09 Gegevens projectbetrokkenen: Opdrachtgever: Contactpersoon opdrachtgever: Dhr. G. Ariens Dhr. G. Ariens Gegevens Buro

Nadere informatie

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142)

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Nota van zienswijzen Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142) Geanonimiseerde versie Beleid & Regie 16 januari 2018 Inleiding Het ontwerp bestemmingsplan

Nadere informatie

Wirzenheem Winschoten. Beeldkwaliteitsplan woningbouw en supermarkt

Wirzenheem Winschoten. Beeldkwaliteitsplan woningbouw en supermarkt Wirzenheem Winschoten Beeldkwaliteitsplan woningbouw en supermarkt Verantwoording Titel Wirzenheem Winschoten, beeldkwaliteitsplan woningbouw en supermarkt Projectnummer 234664 Datum 15 oktober 2007 Auteurs

Nadere informatie

t bouwhuis enschede Masterplan geeft zorgterrein kwaliteiten van landgoed terug

t bouwhuis enschede Masterplan geeft zorgterrein kwaliteiten van landgoed terug t bouwhuis enschede Masterplan geeft zorgterrein kwaliteiten van landgoed terug Masterplan t Bouwhuis Masterplan geeft zorgterrein kwaliteiten van landgoed terug 1. landgoederen Zorgterrein t Bouwhuis

Nadere informatie

A13/A16 ROTTERDAM. Toelichting Deelgebied Terbregseveld. Februari 2015

A13/A16 ROTTERDAM. Toelichting Deelgebied Terbregseveld. Februari 2015 A13/A16 ROTTERDAM Toelichting Deelgebied Terbregseveld Februari 2015 TOELICHTING DEELGEBIED TERBREGSEVELD Het gebied Het Terbregseveld ligt binnen de gemeente Rotterdam en is globaal begrensd door de Rotte

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Welstandscriteria 18 woningen Oirschotseweg 94 / beleidsregel / / Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Beleidsregel voor de beoordeling van bouwplannen voor woningbouw langs de Oirschotseweg 94

Nadere informatie

Gemeente Haaksbergen. Gebiedsvisie Buurserstraat/Julianastraat

Gemeente Haaksbergen. Gebiedsvisie Buurserstraat/Julianastraat Gemeente Haaksbergen Gebiedsvisie Buurserstraat/Julianastraat Vastgesteld door de gemeenteraad van Haaksbergen dd 30 mei 2012 Gemeente Haaksbergen Gebiedsvisie Buurserstraat/Julianastraat Opgesteld door:

Nadere informatie

KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN

KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen Zaagmolen KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Inhoud Beeldkwaliteit Kavelpaspoorten Projectnummer : 11008-001 Bestand : 11008-001-19 Datum : 30 september

Nadere informatie

Schijndelseweg 170. Nota van Kaders en kansen

Schijndelseweg 170. Nota van Kaders en kansen Schijndelseweg 170 Nota van Kaders en kansen Inhoudsopgave Inleiding 2 Bestaande situatie 3 Historie 3 Huidige situatie 5 Geldend bestemmingsplan 6 Kaders, kansen en risico s 8 Kaders 8 Kansen 8 Risico

Nadere informatie

Binnenstad Langestraat 54-56, 58 en 60

Binnenstad Langestraat 54-56, 58 en 60 Binnenstad Langestraat 54-56, 58 en 60 Inhoudsopgave T oelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Het plangebied 3 Hoofdstuk 2 Beleidsnota Beeldbepalende Panden 4 Hoofdstuk 3 Toepassing

Nadere informatie

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94

Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Welstandscriteria 18 woningen Oirschotseweg 94 / beleidsregel / / Welstandscriteria woningen Oirschotseweg 94 Beleidsregel voor de beoordeling van bouwplannen voor woningbouw langs de Oirschotseweg 94

Nadere informatie

De Tuinen II. Beeldkwaliteitsplan juni 2010

De Tuinen II. Beeldkwaliteitsplan juni 2010 De Tuinen II Beeldkwaliteitsplan 267.00.01.40.02 1 juni 2010 Beeldkwaliteitsplan De Tuinen II 267.00.01.40.02 1 juni 2010 Inhoud 1.0 Doel en status 07 2.0 Karakterschets van het gebied 09 3.0 Beeldkwaliteitscriteria

Nadere informatie

Inhoudsopgave. 1- Aanleiding voor aanpassing beeldkwaliteitplannen 3. 2- Ligging en hoofdopzet stedenbouwkundige plan 5

Inhoudsopgave. 1- Aanleiding voor aanpassing beeldkwaliteitplannen 3. 2- Ligging en hoofdopzet stedenbouwkundige plan 5 Inhoudsopgave 1- Aanleiding voor aanpassing beeldkwaliteitplannen 3 2- Ligging en hoofdopzet stedenbouwkundige plan 5 3- Algemene ontwikkelcriteria 6 3.1 Bebouwingsvorm 6 3.2 Architectuur, kleur en materiaalgebruik

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT 30 augustus 2016 vastgesteld 52-027 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3

Nadere informatie

Ontwikkeling Schakenbosch

Ontwikkeling Schakenbosch 1 Inloopavond maandag 7 november 2016 Doel inloopavond Informatie geven over de start van de nieuwe ontwikkeling Vragen, wensen en ideeën ophalen Bestaande situatie Schakenbosch is een groen parkgebied:

Nadere informatie

Collegevoorstel 61/2003. Registratienummer 3.10714. Opgesteld door, telefoonnummer J.H. Berends, 2833. Programma Grondbeleid. Portefeuillehouder Depla

Collegevoorstel 61/2003. Registratienummer 3.10714. Opgesteld door, telefoonnummer J.H. Berends, 2833. Programma Grondbeleid. Portefeuillehouder Depla 61/2003 Registratienummer 3.10714 Opgesteld door, telefoonnummer J.H. Berends, 2833 Programma Grondbeleid Portefeuillehouder Depla Onderwerp van het voorstel ROC-Waalboog-Heyendaal Voorstel om te besluiten

Nadere informatie

5. Typologieën voor bebouwing

5. Typologieën voor bebouwing 5. Typologieën voor bebouwing Met de eerder genoemde landschappelijke nrichting als basis is tijdens workshops gediscussieerd over geschikte vormen van bebouwing in het gebied. Belangrijke conclusie daarin

Nadere informatie

ADVIES ''GOOT- EN BOUWHOOGTE B-PLAN CAMPING LEUDAL Roggelseweg 54, 6081 NP Haelen - PNR AV.GEM-LD-6081LD (print op A3)

ADVIES ''GOOT- EN BOUWHOOGTE B-PLAN CAMPING LEUDAL Roggelseweg 54, 6081 NP Haelen - PNR AV.GEM-LD-6081LD (print op A3) INLEIDING Het plangebied betreft het het terrein van Camping Leudal. Op het terrein van de camping bevinden zich chalets en zullen chalets worden gerealiseerd. Het terrein heeft een recreatieve bestemming.

Nadere informatie

BIJLAGE 4. Cultuurhistorie in Bitswijk

BIJLAGE 4. Cultuurhistorie in Bitswijk BIJLAGE 4 Cultuurhistorie in Bitswijk Cultuurhistorie Bitswijk Cultuurhistorische kenmerken Inleiding In dit hoofdstuk is eerst de kop van Bitswijk als historisch samenhangende buurtschap met specifieke

Nadere informatie

Bijlage 3 Stedenbouwkundig advies

Bijlage 3 Stedenbouwkundig advies Bijlage 3 Stedenbouwkundig advies STEDENBOUWKUNDIG ADVIES DE STAD 16 Vraagstelling Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan er pas worden gesproken over een aanvaardbare inbreidingslocatie indien de voorgenomen

Nadere informatie

Ede - Oost Spoorzone. Masterplan voor de herontwikkeling van vier kazerneterreinen, spoorzone, stationsomgeving

Ede - Oost Spoorzone. Masterplan voor de herontwikkeling van vier kazerneterreinen, spoorzone, stationsomgeving Ede - Oost Spoorzone Masterplan voor de herontwikkeling van vier kazerneterreinen, spoorzone, stationsomgeving en industrieterrein. Ede - Oost Spoorzone Masterplan voor de herontwikkeling van vier kazerneterreinen,

Nadere informatie

MASTERPLAN WAGENWERKPLAATS

MASTERPLAN WAGENWERKPLAATS MASTERPLAN WAGENWERKPLAATS Verslag bijeenkomst 19 december 2016 2 Verslag bijeenkomst 19 december 2016 Impressie bijeenkomst De gemeente Amersfoort heeft afgelopen zomer, zoals aangegeven, het Masterplan

Nadere informatie

WELSTANDSNOTA RIJSSEN-HOLTEN - 1 RIJSSEN WONEN 31

WELSTANDSNOTA RIJSSEN-HOLTEN - 1 RIJSSEN WONEN 31 Situering - De situering van de bebouwing dient te worden afgestemd op de bebouwingskarakteristieken van de directe omgeving. - In gebieden waarbij in de situering sprake is van een grote mate van eenheid

Nadere informatie

Datum uw brief. Tijdens de Politieke Avond van 22 oktober 2008 heeft uw Raad een aantal moties aangenomen. In deze brief geven wij een reactie daarop.

Datum uw brief. Tijdens de Politieke Avond van 22 oktober 2008 heeft uw Raad een aantal moties aangenomen. In deze brief geven wij een reactie daarop. Directie Bestuursstaf Ingekomen stuk D2 (PA 17 december 2008) Kabinet en Bestuursondersteuning Aan de gemeenteraad van Nijmegen Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 91 11 Telefax (024)

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 3 juli 2014 Status definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat ICG Informatie Contractenbuffet RWS, N.Landsman Telefoon 088 7972502 Email contractenbuffet@rws.nl

Nadere informatie

BORGSTEDE EN OMGEVING

BORGSTEDE EN OMGEVING UITSNEDE STRUCTUURKAART 56 UITSNEDE VOORBEELDUITWERKING BORGSTEDE EN OMGEVING STEDENBOUWKUNDIGE STRUCTUUR Uitgangspunt voor de stedenbouwkundige structuur voor het deelgebied Borgstede e.o. is de bestaande

Nadere informatie

Bijlage 1: Topografische kaart van het studiegebied (2008)

Bijlage 1: Topografische kaart van het studiegebied (2008) Bijlagen Gebiedsvisie Bethlehem Bijlage 1: Topografische kaart van het studiegebied (2008) J F Kennedylaan Terborgseweg Ondernemingsweg Lijsterbeslaan Abdijlaan Bedrijvenweg Oude Terborgseweg Rekhemseweg

Nadere informatie

4f 0431/13 TER INZAGE BIJLAGE(N) 19 december 2013 Commissie RZ OZ David Moolenburgh N.N.C. Plug 0297-29 18 31

4f 0431/13 TER INZAGE BIJLAGE(N) 19 december 2013 Commissie RZ OZ David Moolenburgh N.N.C. Plug 0297-29 18 31 Raadsvoorstel [ bijlage] AAN AGENDAPUNT NUMMER RAADSVERGADERING COMMISSIE ORGANISATIEONDERDEEL PORTEFEUILLEHOUDER BEHANDELEND AMBTENAAR TOESTELNUMMER de gemeenteraad 4f 0431/13 TER INZAGE BIJLAGE(N) ja

Nadere informatie

Kennis nemen van de stand van zaken van de herontwikkeling van het project Scapino / De Nieuwe Brink.

Kennis nemen van de stand van zaken van de herontwikkeling van het project Scapino / De Nieuwe Brink. Aan de leden van de commissie Vergadering d.d. Casenummer Notitienummer Commissienotitie Ruimte 20 juni 2012 AB12.00587 CN2012.023 Gemeente Bussum Kennis nemen van de stand van zaken van de herontwikkeling

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Reactiebrief Nijmegen op bestemmingsplan Roozenburg

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Reactiebrief Nijmegen op bestemmingsplan Roozenburg Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Reactiebrief Nijmegen op bestemmingsplan Roozenburg Programma / Programmanummer Ruimte & Bouwen / 9210 Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting De gemeente Beuningen

Nadere informatie

INHOUDELIJKE TOELICHTING

INHOUDELIJKE TOELICHTING Agendapunt: 9 No. 04/'09 Dokkum, 26 november 2008 ONDERWERP: beeldcriteria de Twine SAMENVATTING: De welstandsnota bevat geen uitgewerkte welstandscriteria voor (her)ontwikkelingsprojecten. Dergelijke

Nadere informatie

3.2.1 Dorpskarakteristiek

3.2.1 Dorpskarakteristiek 3.2 De Glind Wegbeplanting en bosjes in het kampenlandschap Recreatieve voorzieningen in de kern Oorspronkelijk bestond de Glind uit een verzameling boerderijen Beperkte nieuwbouw vindt plaats waarbij

Nadere informatie

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM. Bestemmingsplan. Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bestemmingsplan Reparatieplan Groene Gordijn. Status: ONTWERP 1 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. DOEL EN OPZET BESTEMMINGSPLAN... 3 1.1 AANLEIDING EN DOEL... 3 1.2 LIGGING EN BEGRENZING

Nadere informatie

Bijlage 1 bij regels: Inventarisatie Stads- en dorpsgezichten Gebied VII Hushoven

Bijlage 1 bij regels: Inventarisatie Stads- en dorpsgezichten Gebied VII Hushoven Bijlage 1 bij regels: Inventarisatie Stads- en dorpsgezichten Gebied VII Hushoven Omvang gebied Hushoverweg, Daemenstraat, Sint Donatuskapelstraat, Maasenweg (zoals op kaart aangegeven) Plaats Weert Datum

Nadere informatie

ONTWIKKELVISIE CENTRUM ROCKANJE DECEMBER 2014

ONTWIKKELVISIE CENTRUM ROCKANJE DECEMBER 2014 ONTWIKKELVISIE CENTRUM ROCKANJE DECEMBER 2014 1. Inleiding De visie heeft betrekking op het dorpscentrum van Rockanje. Met het dorpscentrum wordt in de eerste plaats bedoeld het Dorpsplein. Dit plein moet

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Maalderij t Stoom in Gilze

Beeldkwaliteitsplan Maalderij t Stoom in Gilze Beeldkwaliteitsplan Maalderij t Stoom in Gilze 1. INLEIDING Aan de Nieuwstraat 113a in Gilze staat sinds 1892 Maalderij 't Stoom. In 1910 is de stoommachine vervangen door een nieuwere machine en hebben

Nadere informatie

Structuurvisie Losser. Commissie Ruimte 24 april 2012

Structuurvisie Losser. Commissie Ruimte 24 april 2012 Structuurvisie Losser Commissie Ruimte 24 april 2012 Doel en status nwro verplicht gemeenten een structuurvisie op te stellen waarin het ruimtelijk beleid in hoofdzaak vastligt en de samenhang met andere

Nadere informatie

ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL

ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL ROOD VOOR ROOD GROENRIJK / LANDSCHAPSPLAN EN INRICHTINGSVOORSTEL De ontwikkeling van het landschap Het perceel ligt ten oosten van Enschede aan de voet van de stuwwal waarop de stad is gevestigd. De voet

Nadere informatie

GEMEENTE GRAVE. Ontwerp Beeldkwaliteitsplan Ligplaats woonboot Nieuwe Haven Grave

GEMEENTE GRAVE. Ontwerp Beeldkwaliteitsplan Ligplaats woonboot Nieuwe Haven Grave GEMEENTE GRAVE Ontwerp Beeldkwaliteitsplan Ligplaats woonboot Nieuwe Haven Grave 27 oktober 2015 Pagina 2 Pagina 3 Inhoudsopgave Inleiding 4 Aanleiding Doel Status Plangebied 5 Ligging plangebied Locatiekenmerken

Nadere informatie

BIJLAGE 1 BIJ PLAN VAN AANPAK. Toelichting afweging per locatie structuurvisie Eibergen

BIJLAGE 1 BIJ PLAN VAN AANPAK. Toelichting afweging per locatie structuurvisie Eibergen BIJLAGE 1 BIJ PLAN VAN AANPAK Toelichting afweging per locatie structuurvisie Eibergen 1 1. Huenderstraat 2 (locatie voormalig kantoor Betula) Centrum 2011, bestemming Maatschappelijk Het perceel is in

Nadere informatie

gemeentebestuur VERZONDEN Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid de leden van de gemeenteraad

gemeentebestuur VERZONDEN Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid de leden van de gemeenteraad gemeentebestuur Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Team Beleid de leden van de gemeenteraad uw brief van uw kenmerk ons kenmerk 636340 datum 18 oktober 2011 betreft VERZONDEN 2 1. 11.11 actualisatie bestemmingsplan

Nadere informatie

Informatieavond SPVE Westrand Sportcluster 26 september 2011

Informatieavond SPVE Westrand Sportcluster 26 september 2011 Informatieavond SPVE Westrand Sportcluster 26 september 2011 Agenda opening portefeuillehouder Westrand, Peter de Baat toelichting opzet informatieavond door voorzitter Westrandgroep, Anne Lize van der

Nadere informatie

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013 NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);

Nadere informatie

Vooroverleg ex artikel 3.11 Bro beleidsvoornemen conceptbeleidsvoornemen Dorpsvisie Hierden

Vooroverleg ex artikel 3.11 Bro beleidsvoornemen conceptbeleidsvoornemen Dorpsvisie Hierden Vooroverleg ex artikel 3.11 Bro beleidsvoornemen conceptbeleidsvoornemen Dorpsvisie Hierden Datum: 29 november 2010 Vooroverlegpartner Reactie Antwoord Actie Provincie Gelderland De provincie Gelderland

Nadere informatie

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg

Welstandsparagraaf Locatie Voorweg Welstandsparagraaf Locatie Voorweg concept november 2010 inhoudsopgave 1 Locatie en programma 2 Ruimtelijke structuur 3 Stedenbouwkundig uitgangspunt 4 Welstandsbeleid 5 Welstandscriteria Algemeen Hoofdvorm/Massavorm

Nadere informatie

HERONTWIKKELING MOLENWAL

HERONTWIKKELING MOLENWAL STARTNOTITIE HERONTWIKKELING MOLENWAL (VOORMALIGE BUSREMISE) Maart 2011 Gemeente Oudewater Sector REV 1 Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE... 2 1 INLEIDING... 3 2 PLANGEBIED... 4 2.1 HET PLANGEBIED... 4 2.2 PROGRAMMA...

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

1.6 Leeswijzer. van de inrichting van de openbare ruimte opgenomen.

1.6 Leeswijzer. van de inrichting van de openbare ruimte opgenomen. 1.6 Leeswijzer Het onderhavige beeldkwaliteitsplan omvat, naast deze inleiding, twee delen. In deel B worden de criteria voor toetsing van bouwplannen in het kader van welstand gegeven. Deel A omvat de

Nadere informatie

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief 3 Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie Datum 6 april 2011 Status Definitief Colofon Uitgegeven door Rijkswaterstaat DI-IMG Informatie Contractenbuffet IMG, N. Landsman Telefoon 088 7972502 Fax contractmanagement.img@rws.nl

Nadere informatie

Nota archeologie gemeente Roermond 2011

Nota archeologie gemeente Roermond 2011 Inleiding In opdracht van de gemeente Roermond is in de periode 2006 2008 een archeologieatlas voor de gehele gemeente vervaardigd. Deze atlas vormt de basis voor het Roermondse archeologiebeleid dat transparant

Nadere informatie

bedrijventerrein t58 tilburg Bedrijvenpark te midden van groen en water, aan de rand van de snelweg

bedrijventerrein t58 tilburg Bedrijvenpark te midden van groen en water, aan de rand van de snelweg bedrijventerrein t58 tilburg Bedrijvenpark te midden van groen en water, aan de rand van de snelweg Bedrijvenpark Noord Surfplas Bedrijvenpark zuid Bedrijventerrein T58 Bedrijvenpark te midden van groen

Nadere informatie

Druten Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Druten! Jaarverslag Zorg voor een mooi. Druten

Druten Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Druten! Jaarverslag Zorg voor een mooi. Druten Jaarverslag Commissie Ruimtelijke Kwaliteit Zorg voor een mooi! Wilt u meer weten? Contactpersoon Lucas Reijmer Functie adviseur ruimtelijke kwaliteit Telefoon 026 442 17 42 Email l.reijmer@geldersgenootschap.nl

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d. 2 maart Voorstel nr.: 17/06.

Raadsvergadering d.d. 2 maart Voorstel nr.: 17/06. Raadsvergadering d.d. 2 maart 2006. Voorstel nr.: 17/06. Onderwerp: Herhaling voorbereidingsbesluit Wilhelminapark en Geesten. Bijl.: 2. Oegstgeest, 31 januari 2006. Aan de raad. 1. Relatie met Programbegroting

Nadere informatie

Beeldkwaliteitsplan Harinxmaland Fase 1 E

Beeldkwaliteitsplan Harinxmaland Fase 1 E Beeldkwaliteitsplan Harinxmaland Fase 1 E Beeldkwaliteitsplan Fase 1 E Harinxmaland Vastgesteld door de gemeenteraad op Inhoud 1. Inleiding... 4 1.1 Achtergrond... 4 1.2 Plangebied... 5 2. Uitgangspunten...

Nadere informatie

KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen. Zaagmolen

KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen. Zaagmolen KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Watermolen Zaagmolen KAVELPASPOORTEN / WATERMOLEN 24 SCHAGEN Inhoud Beeldkwaliteit Kavelpaspoorten Projectnummer : 11008-001 Bestand : 11008-001-19 Datum : 30 september

Nadere informatie

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument

Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument Besluit tot aanwijzing gemeentelijk monument GM035 (kazemat) Biesenweg 5 6164 RB Geleen Burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen, overwegende: dat naast de door het rijk aangewezen en op grond van

Nadere informatie