De rol van de oorsprongsregels in de internationale handel Door: Bestuur Economische Betrekkingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De rol van de oorsprongsregels in de internationale handel Door: Bestuur Economische Betrekkingen"

Transcriptie

1 De rol van de oorsprongsregels in de internationale handel Door: Bestuur Betrekkingen 1. Inleiding Ondernemers, die op de internationale markt handel drijven, worden vaak geconfronteerd met de vraag naar een bewijs van oorsprong. In sommige gevallen kan een goed slechts in een land ingevoerd worden als het vergezeld is van een bewijs van oorsprong (de landenvoorschriften vermelden het certificaat van oorsprong als een formaliteit die vervuld moet zijn vooraleer een product gededou-aneerd kan worden). In andere gevallen eist de invoerder dat de uitvoerder hem een oorsprongsbewijs bezorgt om daarmee een vermindering of vrijstelling van invoerrechten te bekomen. Tenslotte wordt er in de internationale handel vaak gebruik gemaakt van het documentair krediet. De letters of credit bepalen zeer dikwijls dat, om de betaling van de geleverde goederen te aanvaarden, de exporteur een certificaat van oorsprong dient over te maken. Oorsprong en certificaten van oorsprong zijn dus essentiële begrippen voor de goede afwikkeling van een handelstransactie met derde landen. Een goede kennis van de oorsprongsregels is dan ook een must voor handelaars die internationaal handel drijven. De opzet van de drie artikelen die in Trefpunt economie verschijnen, is de leek voor te lichten over deze specifieke bevoegdheid van de Dienst Internationaal Tarifair en Niet-Tarifair Beleid van het Bestuur Betrekkingen. Het eerste deel zal een aantal definities behandelen die het begrip oorsprong kaderen binnen de internationale handel. In een tweede bijdrage komen de oorsprongsregels op een eerder algemene wijze aan bod. Deze bijdrage zal eveneens het begrip niet-preferentiële oorsprong behandelen. In een derde en laatste artikel zal een protocol van preferentiële oorsprong geanalyseerd worden. 2. Inleidende begrippen 2.1. Het begrip oorsprong Oorsprong De uitvoerder die geconfronteerd wordt met de vraag naar een bewijs van oorsprong stelt zich automatisch de vraag: Wat is oorsprong?. Het Van Dale Groot Woordenboek der Nederlandse Taal geeft volgende beschrijvingen van het begrip oorsprong (1):. 1. punt, omstandigheid waaruit iets ontstaat, syn. bron, aanvang, begin: 2. afkomst:. 3. herkomst:. Zoekt men naar het woord herkomst, dan wordt men doorverwezen naar de woorden oud gebruik, afstamming of oorsprong. Het woordenboek helpt de handelaar bijgevolg niet veel als hij wil te weten komen wat het begrip oorsprong betekent in het kader van de internationale handel. Bijgevolg hanteert men in dit kader een specifiek begrippenapparaat dat de oorsprong van goederen definieert. Wanneer men in het kader van de internationale handel over het begrip oorsprong spreekt, bedoelt men de plaats waar goederen zijn voortgebracht of geproduceerd. Er is bijgevolg een geografische band tussen een land en de vervaardiging van het betrokken product. Als men bijgevolg zegt dat een goed van oorsprong uit de Europese Unie is, bedoelt men in feite dat het goed in de Europese Unie geproduceerd werd. De oorsprong van het goed is als het ware de nationaliteit van het goed. Niet alle goederen, die in de Europese Unie een fabricageproces doorlopen hebben, zijn daardoor van oorsprong uit de Europese Unie. 2

2 Zolang het gaat om producten die hier volledig tot stand zijn gekomen, zonder ook maar de geringste toevoeging van een bestanddeel van oorsprong uit een land dat geen Lidstaat van de Europese Unie is, zal de toekenning van de oorsprong weinig of geen problemen opleveren. Dit geldt bijvoorbeeld voor producten van de land- en tuinbouw, de visserij, delfstoffen. De tijd dat de meeste goederen volledig in één land tot stand komen, is echter voorbij. De mondialisering van de industrie heeft immers voor gevolg dat goederen tot stand komen door het samenvoegen van onderdelen of bestanddelen van verschillende oorsprong. Wanneer bijvoorbeeld een Amerikaan een Pontiac Le Mans van General Motors koopt, gaat hij of zij onbewust een internationale transactie aan. Van de tienduizend dollar die GM ontvangt, gaan drieduizend dollar naar Zuid-Korea voor het routinewerk en de assemblage, 1750 dollar naar Japan voor geavanceerde onderdelen (motoren, dwarsassen en elektronica), 750 dollar naar Duitsland voor (technische) ontwerpen, vierhonderd dollar naar Taiwan, Singapore en Japan voor kleine onderdelen, tweehonderdvijftig dollar naar Groot- Brittannië voor reclame- en marketingdiensten, en ongeveer vijftig dollar naar Ierland en Barbados voor gegevensverwerking. De rest minder dan vierduizend dollar gaat naar strategen in Detroit, advocaten en bankiers in New York, lobbyisten in Washington, verzekerings- en gezondheidsmedewerkers overal in het land en aandeelhouders van General Motors van wie de meeste in de US wonen, maar onder wie zich steeds meer buitenlanders bevinden (2). Men kan dit fenomeen eigenlijk ook als volgt omschrijven: nous sommes entrés dans l ère non seulement des entreprises multinationales mais aussie des marchandises multinationales (3) Om in deergelijke gevallen de oorsprong of de nationaliteit van het product te bepalen, werd een geheel van regels opgesteld, de zogenoemde oorsprongsregels. Deze regels steunen voornamelijk op de samenstelling van de producten, veeleer dan op de gerealiseerde toegevoegde waarde. De oorsprongsregels kunnen in dit kader dan ook omschreven worden als de administratief opgelegde productievoorwaarden, waaraan een product moet voldoen opdat men het een Europees, Belgisch product mag noemen. Het zijn dus de voorwaarden waaraan voldaan moet worden opdat een product de nationaliteit krijgt van een land Het bewijs van oorsprong De douane zal echter niet zonder slag of stoot de opgegeven oorsprong van een product aanvaarden. Men dient immers een bewijs van oorsprong voor te leggen. Wat dient verstaan te worden onder een oorsprongsbewijs en zijn er verschillende soorten van oorsprongsbewijzen? Over het algemeen kan gesteld worden dat de bewijsstukken inzake de oorsprong kunnen worden geleverd door een eenvoudige verklaring van de fabrikant, de producent, de leverancier, de expediteur. Dergelijke verklaring wordt ook wel de eigen verklaring inzake oorsprong genoemd. In een aantal gevallen is het echter nodig dat deze vermelding gewaarmerkt wordt. Dit betekent dat de bovenvermelde verklaring het visum krijgt van de daartoe bevoegde overheid. Bijlage D.2 van de Conventie van Kyoto maakt ter zake volgend onderscheid (4): a) certificaat van oorsprong : een bepaald formulier, waarmee de goederen kunnen worden geïdentificeerd en waarin de autoriteit of instelling die bevoegd is dit certificaat af te geven, uitdrukkelijk verklaart dat de goederen waarop het certificaat betrekking heeft van oorsprong zijn uit een bepaald land. Dit certificaat kan eveneens een verklaring van de fabrikant, de producent, de leverancier, de exporteur of een ander bevoegd persoon bevatten. b) gewaarmerkte verklaring inzake oorsprong : een verklaring inzake de oorsprong, gewaarmerkt door een autoriteit of instelling die daartoe bevoegd is. Meestal denkt men echter aan het certificaat van oorsprong als men het over het bewijs van oorsprong heeft. Zoals de oorsprong van een goed vergeleken kan worden met de nationaliteit van dat goed, kan het certificaat van oorsprong vergeleken worden met de identiteitskaart Oorsprong en herkomst Is aan de hand van deze regels eenmaal de oorsprong van een product vastgesteld, dan blijft deze oorsprong behouden, zolang het betrokken product in een ander land geen be- of verwerking heeft ondergaan, die voldoende zijn om de oorsprong te wijzigen Trefpunt economie 3A 3

3 Men kan dit vergelijken met de nationaliteit van de burgers. Waar men zich ook ter wereld bevindt, men blijft zijn nationaliteit behouden, tot op het ogenblik dat men aan een aantal regels voldoet, dat een nationaliteitswijziging met zich brengt. Er bestaat dan ook vaak verwarring tussen de begrippen oorsprong en herkomst. Oorsprong duidt op het land van productie, en herkomst zegt iets over het land waar het goed voor het laatst vertoefd heeft, alvorens het naar het land van bestemming werd verzonden. Een wagen van Japanse oorsprong die in de Europese Unie wordt ingevoerd vanuit Slovenïe heeft als land van oorsprong Japan en als land van herkomst Slovenië. Men kan dan ook stellen: Les règles d origine sont l ensemble des méthodes qui caractérisent une marchandise en s appuyant sur des éléments de référence tenant à sa constitution plutôt qu au hasard des circuits d acheminement jusqu au lieu de sa consommation (5). 3. De functie van oorsprong in de internationale handel 3.1. Handelsbeleid Inleiding Onder internationaal handelsbeleid verstaat men doorgaans het geheel van voorschriften en reglementen die de handelsstromen beïnvloeden. Deze wijzigingen kunnen waargenomen worden zowel op het vlak van de richting van de handelsstromen, als op het vlak van de volumes. Doorgaans maakt men een onderscheid tussen niet-tarifaire en tarifaire handelsmaatregelen. Meestal wordt één van volgende redenen opgegeven om in tegenstelling tot de volledige vrijhandel de handelsstromen te beïnvloeden: - bescherming tegen de concurrentie van landen met lage lonen, met het oog op de bescherming van de tewerkstelling; - nationale veiligheid en strategische zelfvoorziening; - bescherming van jonge industrieën (infant industries). Wanneer men handelsmaatregelen treft ten gunste of ten nadele van de producten die in een bepaald land vervaardigd zijn, denkt men automatisch aan de oorsprong of de nationaliteit van de goederen die geviseerd worden. Op dat ogenblik komt het begrip oorsprong van goederen ter sprake. De oorsprong van de goederen is van belang om er voor te zorgen dat de handelsmaatregelen ten gunste of ten nadele spelen van de landen die men door de bewuste maatregel beoogt. In deze zin kan dan ook gesteld worden dat de oorsprongsregels een instrument van secundair handelsbeleid zijn (6) Niet-tarifaire handelsmaatregelen Een eerste niet-tarifaire maatregel bestaat erin de invoer van goederen die in een bepaald land vervaardigd zijn te verbieden wanneer een invoerplafond is bereikt. In feite zegt men dat de invoer van goederen van oorsprong uit dat bepaald land (gedeeltelijk) verboden is. Deze maatregel is gekend onder de benaming contingenten (hoeveelheidsbeperking). Daarnaast bestaan er eveneens tariefcontingenten. Bij een tariefcontingent geldt dat, na het bereiken van een invoerplafond dat voor een beperkte periode is ingesteld, alle volgende invoer aan het normale invoertarief wordt onderworpen. De hoeveelheidsbeperkingen zijn wellicht de oudste vorm van handelsbeleid. Men vindt ze reeds terug in de Middeleeuwen. De Hanzeatische blokkades van Vlaanderen door de Duitse Hanze gaf aanleiding dat er door het Utrechtse vroedschap op 28 april 1359 een verklaring werd afgegeven waarin melding werd gemaakt dat de betrokken partij goederen niet elders gekocht werden, en wat de lakens betreft zij niet elders vervaardigd werden. Alhoewel dit geen echt certificaat van oorsprong is, is het betrokken document toch interessant, aangezien zulke verklaringen momenteel nog steeds gevraagd worden. Het meest recente is het type van verklaring dat de Arabische landen in hun boycot van Israël verlangen (7). Een tweede niet-tarifair instrument van handelsbeleid zijn maatregelen die de nationale economie beschermen tegen zogenoemde deloyale handel. In dit kader situeren zich de antidumpingmaatregelen. Er is sprake van dumping indien goederen uitgevoerd worden tegen prijzen die substantieel onder de lokale marktprijs liggen. In dit geval kan het invoerland maatregelen treffen die deze deloyale handelspraktijk tenietdoen. Dit komt er doorgaans op neer dat antidumpingrechten geheven worden op bepaalde goederen van oorsprong uit het land dat de dumpingpraktijk toepast. 4

4 Er dient op gewezen te worden dat dumpingprijzen ook het gevolg kunnen zijn van overheidssubsidies. In dit geval worden antisubsidiemaatregelen getroffen. Vooraleer er overgegaan wordt tot het heffen van een antidumping- of antisubsidieheffing moet worden nagegaan of de betrokken dumping (of subsidie) de plaatselijke economie ernstige schade toebrengt. Andere niet-tarifaire maatregelen kaderen in een beleid dat tot doel heeft nationale producten (wereldwijd) te promoten of een buy national beleid op punt te stellen. Hier komen we dan in het domein van de oorsprongsaanduiding (made in). De oorsprongs-markering heeft evenwel geen uitstaans met wat gekend is onder geografische oorsprongsbenamingen. Vermelden we tenslotte nog het probleem van de openbare aanbestedingen. Ook hier geldt soms de praktijk dat goederen van nationale oorsprong een voorkeur verkrijgen op goederen van vreemde oorsprong. Deze werkwijze kan in tegenspraak zijn met het WHO-principe van de nationale behandeling, dat stelt dat goederen die ingevoerd worden op dezelfde wijze behandeld moeten worden als goederen die op de plaatselijke markt geproduceerd worden Tarifaire handelsinstrumenten Invoerrechten De handelsstromen kunnen ook beïnvloed worden door zogenoemde tarifaire maatregelen. In een normale situatie dient de invoerde invoerrechten te betalen op de douanewaarde van de ingevoerde goederen. Naar aanleiding van de verschillende multilaterale handelsbesprekingen in het kader van het GATT (General Agreement on Tariffs and Trade), momenteel de WHO (Wereldhandelsorganisatie) hebben de leden van de WHO afgesproken hun invoerrechten te laten dalen en, wat eveneens van belang is, de rechten bij de WHO te binden. Tijdens de opeenvolgende onderhandelingsronden werden volgende tariefdalingen afgesproken voor de industriële sectoren (hoofdstuk van het Geharmoniseerd Systeem inzake de omschrijving en de codering van goederen (GS): - de Kennedy Ronde ( ): 35 %; - de Tokio Ronde ( ): 34 %; - de Uruguay Ronde ( ): 37 % voor de ontwikkelde landen. Op het einde van de afgesproken tariefontmanteling zullen de bij de WHO gebonden tarieven er als volgt uitzien (algemeen gemiddelde): - 5 % in de QUAD-landen (8); - 18 % in de niet-quad-landen van de OESO; - 43 % van de 13 onderzochte niet-oeso-landen (9). Voor de industrielanden zal na de tariefontmanteling een gemiddeld gebonden invoerrecht van 3,8 % gelden voor de industrieproducten (10). Daarnaast kunnen er eventueel ook nog autonome douanerechten gelden. Deze rechten zijn in principe lager dan de bij de WHO gebonden rechten. Deze autonome rechten zijn de werkelijk toegepaste douanetarieven, die gelden bij de invoer van goederen. Men noemt ze eveneens derdelandsrechten of MFN-rechten. Zij beantwoorden aan het principe van de meest begunstigde natie (most favored nation). Dit principe stelt dat elk lid van de WHO de andere leden op een gelijke manier behandelt. Als een land een bijkomend voordeel geeft aan een ander lid, dan bekomen de andere leden automatisch hetzelfde voordeel. Wanneer een invoerder goederen wil verhandelen op de wereldmarkt, dan krijgt hij bijgevolg te maken met twee soorten invoertarieven: - gebonden rechten, en - MFN-rechten. Op deze rechten zijn er evenwel nog uitzonderingen Preferenties Behoudens deze soorten invoerrechten is er nog een derde soort van douanerechten, die voor zowel de uitvoerder als voor de invoerder belangrijk kunnen zijn. De mogelijkheid bestaat om een vermindering of zelfs vrijstelling van invoerrechten te verlenen aan producten van oorsprong uit bepaalde landen in het kader van bijzondere handelsovereenkomsten of eenzijdige handelsmaatregelen. In dat geval zegt men dat de goederen van oorsprong uit het betrokken land van een preferentiële behandeling genieten bij invoer. Men spreekt dan ook van preferentiële handel. Deze preferentiële handel kan als volgt ingedeeld worden: 2000 Trefpunt economie 3A 5

5 - vrijhandelszones en douane-unies (regionale overeenkomsten); - unilaterale toekenning van tariefpreferenties in het kader van hulp aan de ontwikkelingslanden (Algemeen Preferentiesysteem). Alhoewel de WHO het principe van de meestbegunstigde natie (niet-discriminatie tussen de leden) hanteert, is het toch mogelijk om via artikel XXIV van GATT over te gaan tot afbouw van invoerrechten in het kader van een douane-unies of vrijhandelszones. In een vrijhandelszone worden de handelsbelemmeringen (invoerrechten, kwantitatieve restricties) tussen de landen die deel uitmaken van de vrijhandelszone, afgeschaft. Ten opzichte van derde landen behoudt elk deelnemend land zijn eigen handelsbeleid, en ook zijn eigen systeem van invoerrechten. Deze situatie zal aanleiding geven tot het omleggen van handelsstromen. De invoerders zullen immers geneigd zijn goederen in te voeren in het land van de vrijhandelszone met de laagste douanerechten, waarna de goederen binnen de zone vrij kunnen verhandeld worden. Om de mogelijke verlegging van handelsstromen tegen te gaan, wordt er een onderscheid gemaakt tussen derdelandsproducten en producten die in de landen van de vrijhandelszone geproduceerd zijn. Die producten kunnen vrij in de zone circuleren want zij genieten van een voorkeursbehandeling. Om van tariefpreferenties te kunnen genieten moet de invoerder kunnen aantonen dat de goederen vervaardigd zijn in, dus van oorsprong zijn uit, het land dat deel uitmaakt van een vrijhandelszone. Binnen een douane-unie wordt niet alleen de handel tussen de landen die er deel van uitmaken volledig vrijgemaakt, maar ten opzichte van derde landen wordt een gemeenschappelijk handelsbeleid gevoerd. Dit komt onder meer tot uiting in het hanteren van een gemeenschappelijk buitentarief en een gemeenschappelijke douanewetgeving. Binnen een douane-unie kunnen de goederen vrij bewegen, eens ze in één van de lidstaten in het vrije verkeer gebracht werden. De Europese Unie bijvoorbeeld is een douane-unie. Daarnaast heeft de Europese Unie eenzijdig beslist de douanerechten te verminderen in het kader van het Algemeen Preferentiesysteem. Dit betekent dat goederen uit bepaalde ontwikkelingslanden (begunstigde landen) van een preferentiële behandeling kunnen genieten. De voorwaarde is hier eveneens dat deze goederen vervaardigd moeten zijn in het begunstigde land, dus dat ze van oorsprong uit het begunstigde land moeten zijn Soorten oorsprong Uit hetgeen voorafgaat blijkt dat zowel het tarifaire als het niet-tarifaire handelsbeleid ondersteund wordt door oorsprongsregels. Dat zijn echter niet steeds dezelfde regels. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de oorsprongsregels die dienen om het niet-tarifaire handelsbeleid te ondersteunen en de regels die dienen om het tarifaire handelsbeleid te ondersteunen. Op basis van de handelspolitieke functies van het begrip oorsprong wordt een onderscheid gemaakt tussen: - preferentiële of fiscale oorsprong wanneer de oorsprong bepaald wordt in het kader van het tarifaire handelsbeleid; - niet-preferentiële of economische oorsprong wanneer de oorsprong bepaald wordt in het kader van niet-tarifaire handelsmaatregelen (11). De doeleinden van de niet-preferentiële oorsprongsregels worden duidelijk omschreven in artikel 1 van de Overeenkomst betreffende de oorsprongsregels. Deze overeenkomst werd afgesloten naar aanleiding van de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay-Ronde (12). Er bestaat een wezenlijk verschil tussen de preferentiële en niet-preferentiële oorsprongsregels. Een goed dat in het kader van de preferentiële regels de oorsprong van een bepaald land verwerft, heeft niet noodzakelijk dezelfde nietpreferentiële oorsprong. Het omgekeerde is eveneens waar. Verschillende landen of douane-unies hanteren preferentiële en/of niet-preferentiële oorsprongsregels. Alhoewel deze regels fundamenteel op dezelfde basisprincipes gebaseerd zijn (cfr. de Conventie van Kyoto), wil de praktijk dat deze regels nogal verschillen van land tot land. In het kader van de oorsprongsregels bijvoorbeeld, die gebruikt worden bij het Algemeen Preferentiesysteem, hebben de deskundigen van de donorlanden zich voorstander getoond om de (preferentiële) oorsprongsregels in de mate van het mogelijke te harmoniseren (13). Maar ook één land hanteert in het kader van de verschillende vrijhandelsovereenkomsten verschillende oorsprongsregels. Dit wil zeggen dat voor de Europese Unie een goed van preferentiële oorsprong kan zijn in het kader van de vrijhandels- 6

6 overeenkomst met Israël, maar dat hetzelfde goed niet van EG-oorsprong is, in het kader van de vrijhandelsovereenkomst met Zuid-Afrika. Het is inderdaad zo dat elke overeenkomst afzonderlijk beschouwd moet worden. 4. Besluit De oorsprongsregels spelen een belangrijke rol in de internationale handel. Zij zorgen er voor dat zowel de tarifaire als de niet-tarifaire handelsmaatregelen die door een land of een douane-unie genomen worden, wel degelijk het land treffen ten gunste of ten nadele waarvan de maatregel bedoeld is. Oorsprongsregels zijn bijgevolg een instrument van handelsbeleid, zij het dat het niet in de schijnwerpers van het internationale handelsbeleid staat. Zij zijn de hoeksteen van het internationale handelsbeleid, omdat zij er voor zorgen dat de maatregelen niet omzeild worden door het verleggen van handelsstromen. Rekening houdend met de verschillen in oorsprongsregels, is het voor de handelaar op de internationale markt van belang een beter inzicht te krijgen in het functioneren van deze regels. Zij zullen hem in staat stellen beter in te spelen op de handelsmaatregelen. Ook voor de overheid zijn oorsprongsregels een belangrijke materie. Aangezien oorsprongsregels de productievoorwaarden bevatten om aan een goed de nationaliteit toe te kennen, dient de overheid er over te waken enerzijds de nijverheid voldoende beschermd wordt, terwijl de handel niet onnodig afgeremd wordt. De controlerende overheden moeten er over waken dat er geen misbruik gemaakt wordt van de oorsprongsregels om handelsmaatregelen te omzeilen of om te frauderen. Welke zijn de basisprincipes van de oorsprongsregels? Hoe functioneren de niet-preferentiële oorsprongsregels in België? Hoe functioneren de oorsprongsregels in het kader van een vrijhandelsovereenkomst? Deze vragen komen aan bod in een tweede en derde artikel (die later op het jaar in Trefpunt economie zullen verschijnen). Voetnoten (1) DALE, Johan Hendrik Van, Groot woordenboek der Nederlandse taal, Van Dale Lexicografie, Utrecht Antwerpen, 1995 (2) REICH,Robert B., De Wereld aan het Werk, Politiek en economie in de 21 ste eeuw, H.J.W. Becht Haarlem, 1993 (3) CNUCED, La Mondialisation et le Système Commercial International, Questions liées aux règles d origine, doc: UNCTAD/ITCD/TSB/2, 24 maart 1998 (4) Besluit van de Raad van 3 juni 1977 houdende aanvaarding in naam van de Gemeenschap van verscheidene bijlagen van de Internationale Overeenkomst inzake de vereenvoudiging en harmonisatie van douaneprocedures, Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 166 van 4 juli 1977 (5) AMAND, C., Stratégie commerciale et origine en douane de marchandise dans la production desquelles sont intervenus deux ou plusieurs pays, in Revue Générale de Fiscalité, Ced.Samson nr (6) KINGSTON, Ivan E., The Economics of Rules of Origin in Rules of Origin in International Trade, A comparative Study, editeurs Edwin VERMULST, Paul WAER en Jacques BOURGEOIS, The University of Michigan Press, 1994 (7) GEMEREN, J. van, Certificaten van oorsprong in het handelsverkeer van de 14 e tot de 20 e eeuw, Een wandeling door de historie, Kluwer, Deventer, 1979 (8) De QUAD bestaat uit Canada, de Europese Unie, Japan en de Verenigde Staten. (9) OECD, Post-Uruguay Round Tariff Regimes, Achievements and Outlook, 1999 (10) Dit percentage houdt geen rekening met de voorziene tariefafbouw in het kader van de plurilaterale ITAovereenkomst (Information Technology Agreement). (11) In het kader van politieke maatregelen (vb. boycot) is oorsprong eveneens een belangrijk begrip. In dit kader is het de niet-preferentiële oorsprong die in aanmerking genomen wordt. (12) Besluit van de Raad van 22 december 1994 betreffende de sluiting, namens de Europese Gemeenschap voor wat betreft de onder haar bevoegdheid vallende aangelegenheden, van de uit de multilaterale handelsbesprekingen in het kader van de Uruguay Ronde ( ) voortvloeiende overeenkomsten, Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen nr. L 336 van 23 december (13) CNUCED, La Mondialisation et le Système Commercial International, questions liées aux règles d origine, l.c Trefpunt economie 3A 7

7 De Rol van oorsprongsregels in de internationale Handel Deel 2: Niet-preferentiële oorsprongsregels Door: Bestuur Betrekkingen, Valère Van Geel Inleiding In het artikel De rol van de oorsprongsregels in de internationale handel werd getracht duidelijk te maken dat de oorsprongsregels en de bewijsstukken van oorsprong onontbeerlijke instrumenten zijn om de internationale handel te laten functioneren (zie Trefpunt economie, nr. 2000/3A). In datzelfde artikel werd vastgesteld dat er goederen zijn die volledig, zonder toevoeging van materialen van een derde land, in één land tot stand komen. Andere goederen doorlopen in een land slechts één productiefase of worden vervaardigd uit materialen die uit verschillende landen betrokken worden. Bijlage D.1 van de Conventie van Kyoto (1) stelt het volgende: De regels voor de bepaling van de oorsprong van goederen gaan uit van twee verschillende basiscriteria, namelijk goederen die geheel en al verkregen zijn in een bepaald land, wanneer er slechts één land in aanmerking komt voor de verlening van de oorsprong, en het criterium ingrijpende verwerking wanneer er twee of meer landen bij de vervaardiging van de goederen betrokken zijn geweest. De regels van oorsprong bevatten de criteria die: - bepalen wat verstaan dient te worden onder goederen die volledig in één land tot stand zijn gekomen. Dit soort goederen wordt genoemd als zijnde goederen die geheel en al in één land verkregen worden; - bepalen welke het land van oorsprong van een goed is waarbij componenten gebruikt worden, die van oorsprong uit meerdere landen zijn, of waarbij meerdere landen deelgenomen hebben aan het productieproces. Dit soort goederen wordt bekomen door een substantiële of ingrijpende transformatie (voor de niet-preferentiële oorsprong) of door een toereikende bewerking (voor de preferentiële oorsprong). Beide criteria worden min of meer onder dezelfde benaming teruggevonden in de preferentiële én de nietpreferentiële oorsprongsregels. Dit wil evenwel niet zeggen dat deze benamingen (steeds exact) dezelfde lading dekken. In dit deel zal ingegaan worden op de twee basiscriteria en hoe deze basiscriteria toegepast worden op de nietpreferentiële oorsprongsregels, zoals deze momenteel in de EU van kracht zijn. 1. Goederen die beschouwd worden als zijnde geheel en al verkregen in één land 1.1. Definitie Wanneer men het heeft over goederen die beschouwd worden als zijnde geheel en al verkregen in één land, bedoelt men in feite dat het goed tot stand gekomen is zonder dat er één materiaal in verwerkt is dat van oorsprong uit een derde land is. Dit betekent dat indien in de ingrediënten, nodig voor de vervaardiging van goederen, bestanddelen gebruikt zijn die van oorsprong uit een derde land zijn, dat men niet meer kan spreken over geheel en al verkregen in één land. Dit is bijvoorbeeld het geval indien in boter op basis van Belgische melk, Belgische bewaarmiddelen gebruikt werden, die op hun beurt vervaardigd zijn op basis van Amerikaanse ingrediënten. Artikel 23 van het Communautair douanewetboek (CDW) (2) geeft een opsomming van goederen die beschouwd kunnen worden als zijnde geheel en al verkregen (voor wat de niet-preferentiële oorsprong betreft). De definitie van goederen, die beschouwd worden als geheel en al verkregen in één land, wordt in het preferentieel handelsverkeer gevonden in de betrokken protocollen (zie deel 3, dat in het najaar in Trefpunt economie zal verschijnen). Artikel 23 van het CDW somt 10 categorieën goederen op die beschouwd worden als zijnde geheel en al verkregen in één land. Onder goederen die geheel en al in een land zijn verkregen wordt verstaan: a) in dat land gewonnen minerale producten; b) aldaar geoogste producten van het plantenrijk; c) aldaar geboren en opgefokte levende dieren; d) producten afkomstig van aldaar gehouden levende dieren; e) voortbrengselen van de aldaar bedreven jacht en visserij; f) producten van de zeevisserij en andere producten die buiten de territoriale zee van een land uit zee zijn gewonnen door in dat land ingeschreven of geregistreerde schepen die de vlag van dat land voeren; g) goederen die aan boord van fabrieksschepen zijn verkregen uit onder f) bedoelde producten welke van oorsprong zijn van dat land, voor zover deze schepen aldaar zijn ingeschreven of geregistreerd en de vlag van dat land voeren; h) producten gewonnen van en uit de buiten de territoriale zee gelegen zeebodem voor zover dat land, met het oog op exploitatie, exclusieve rechten over deze zeebodem uitoefenen; i) uitval en afval afkomstig van fabrieksbewerkingen en artikelen die niet meer in gebruik zijn, mits zij in dat land zijn verzameld en slechts voor de terugwinning van grondstoffen kunnen dienen; j) goederen die aldaar uitsluitend zijn verkregen uit de onder a) tot en met i) bedoelde goederen of derivaten daarvan, in ongeacht welk stadium van derivatie Wat wordt onder een land verstaan? Artikel 23 2 van het CDW stelt dat tot een land eveneens de territoriale zee van dat land behoort. In het kader van oorsprong wordt onder de territoriale zee de 12- (zee)mijlszone verstaan (3). 2

8 Dit wil met andere woorden zeggen dat vis, gevangen in de territoriale zee van een land, beschouwd wordt als zijnde van oorsprong uit dat land (want geheel en al verkregen), ongeacht wie de vis gevangen heeft. De vlag of de registratie van het schip doet er in dit geval niet toe. Buiten de 12-mijlszone dient rekening te worden gehouden met het land van registratie en de vlag van het schip. Zelfs als een land een Exclusieve Zone (200 mijl) heeft ingesteld, moet voor de toepassing van de oorsprongsregels toch de bovenvermelde 12-mijlszone worden gebruikt. 2. Bepaling van de goederen die niet beschouwd kunnen worden als zijnde geheel en al verkregen in één land 2.1. Inleiding artikel 24 van het CDW Naarmate de mondialisering en de globalisering van de economie toenemen, komt het steeds minder voor dat goederen in één land tot stand komen. De productiestructuur is de laatste jaren wezenlijk veranderd. Ten gevolge van de toegenomen internationale arbeidsverdeling, werd de productie van goederen gedelocaliseerd naar landen met goedkope arbeidskrachten. Componenten van verschillende landen worden gebruikt om goederen te produceren, en op hun beurt verwerkt worden in eindproducten. Om in deze gevallen het land van oorsprong te bepalen wordt in het kader van de niet-preferentiële oorsprong teruggegrepen naar artikel 24 van het CDW. Wat de preferentiële oorsprong betreft, moeten de oorsprongsprotocollen geraadpleegd worden, die gehecht zijn aan de vrijhandelsovereenkomsten en die spreken over het begrip toereikende bewerking (zie deel 3). Artikel 24 van het CDW luidt: Goederen bij welker vervaardiging twee of meer landen betrokken zijn geweest, zijn van oorsprong uit het land waar, in een daartoe ingerichte onderneming, de laatste ingrijpende en economisch verantwoorde verwerking of bewerking heeft plaatsgevonden die hetzij tot de fabricage van een nieuw product heeft geleid, hetzij een belangrijk fabricagestadium vertegenwoordigt (4). Uit deze bepaling vloeit voort dat gelijktijdig aan vier criteria voldaan moet zijn om het land van oorsprong te bepalen (5): 1. het moet gaan om het land waar de laatste substantiële be- of verwerking heeft plaats gevonden; 2. de bewerking moet economisch verantwoord zijn; 3. de bewerking moet plaats vinden in een daartoe ingerichte onderneming; 4. de bewerking moet leiden tot een nieuw product of moet een belangrijke fase in het productie-proces betekenen. In volgende paragrafen zal nagegaan worden hoe deze criteria geïnterpreteerd moeten worden Een economisch verantwoorde bewerking In feite refereert deze voorwaarde aan artikel 25 van het CDW, dat als volgt luidt: Indien ten aanzien van bepaalde be- of verwerkingen vaststaat of op grond van vastgestelde feiten het vermoeden is gewettigd dat daarmee slechts ontduiking wordt beoogd van de bepalingen die in de Gemeenschap op goederen uit bepaalde landen van toepassing zijn, kunnen de daardoor verkregen goederen in geen geval worden geacht op grond van artikel 24 van oorsprong te zijn uit het land waar deze beof verwerkingen hebben plaatsgevonden. (6) Stel dat er bijvoorbeeld een anti-dumpingrecht geheven wordt op een bepaald goed van oorsprong uit land X. Het is best mogelijk dat door de verplaatsing van de productie naar land Y het betrokken product deze oorsprong verkrijgt. Het gevolg hiervan is dat er bij invoer van dat product geen anti-dumpingrechten geheven wordt. Als de productie-verschuiving doorgevoerd is met de bedoeling de rechten te ontwijken, stelt artikel 25 van het CDW dat ongeacht voldaan is aan de bepalingen van artikel 24 de oorsprong Y niet mag toegekend worden. Dit is althans de theorie. In de praktijk is het echter zeer moeilijk om te bewijzen dat de verplaatsing van de productie doelbewust plaatsgevonden heeft om bepaalde reglementen te omzeilen Bewerking in een daartoe ingericht bedrijf Het feit dat er een productie plaatsvindt is een noodzakelijke, doch onvoldoende voorwaarde om de oorsprong van een product te bepalen. De productie moet daarenboven plaatsvinden in een daartoe ingericht bedrijf. Dit wil zeggen dat het moet gaan om een gebouw met personeel en waar er gereedschappen (machines) zijn met de bedoeling het product in kwestie te vervaardigen. Vaak kan de inschrijving in het handelsregister uitsluitsel geven over het feit of de firma, die een certificaat van oorsprong aanvraagt, een daartoe ingericht bedrijf is De laatste substantiële be- of verwerking en het opslorpingsprincipe Wanneer een product vervaardigd wordt door middel van 3 verschillende bewerkingen, die in drie verschillende landen worden uitgevoerd, dan is het land van oorsprong het laatste land waar er een substantiële beof verwerking heeft plaatsgevonden (zie schema). Schema: Voorbeeld van bewerking in verschillende landen De materialen, die gebruikt worden en die niet van oorsprong zijn uit het land waar de substantiële be- of verwerking heeft plaatsgevonden, worden opgeslorpt in het eindproduct. De oorsprong van deze materialen verdwijnt als het ware. Dit principe wordt ook wel het opslorpingsprincipe genoemd Trefpunt economie 6A 3

9 Het GS kent 97 hoofdstukken, onderverdeeld in posten, met daaronder postonderverdelingen. Elke goederencode kent ten minste 6 cijfers. Voor het vaststellen van het land van oorsprong zijn over het algemeen de eerste vier cijfers van belang. Deze indeling kan als volgt voorgesteld worden: hhppoo, waarbij: - hh = hoofdstuk - pp = post - oo = postonderverdeling. Zakdoeken bijvoorbeeld worden ingedeeld onder post 62.13: - hoofdstuk 62: kleding en kledingtoebehoren, andere dan van brei of haakwerk - post 13 De regel van de postverspringing stelt het volgende: Vervaardiging uit materialen die ingedeeld worden in een andere post. Onder materialen wordt verstaan materialen, die niet van oorsprong zijn uit het land waar de bewerking plaats vindt. Dit principe is zeer belangrijk. Aangezien sommige oorsprongsregels gebaseerd zijn op het begrip toegevoegde waarde, dient de waarde van de onderdelen, die gebruikt worden om een component te vervaardigen, niet in rekening gebracht worden om de oorsprong van het eindproduct te bepalen. Aangezien de vervaardigde component de oorsprong bekomt, dient de waarde van de component in rekening gebracht te worden bij de berekening van de toegevoegde waarde (7) Een substantiële be- of verwerking Inleiding Bijlage D.1 van de Conventie van Kyoto stelt dat de ingrijpende verwerking door middel van verschillende toepassingsmethoden tot uitdrukking kan worden gebracht (8). Volgende methoden worden voorgesteld: - verandering van tariefpost (de postverspringings-regel); - lijst van ver- of bewerkingen (bewerkingsregel); - percentageregel naar de waarde (waarderegel) Postverspringingsregel In de internationale handel en ten behoeve van de douane-autoriteiten (voor het opstellen van douanetarieven en internationale handelsstatistieken) worden de goederen ingedeeld volgens het Geharmoniseerd Systeem (9) (GS). Ongeveer 98 % van de op wereldvlak verhandelde goederen zijn geklasseerd in het GS. 177 landen passen het GS toe voor de indeling van de goederen. katoen, niet gekaard noch gekamd: post naaigaren: post het naaigaren (52.04) is ingedeeld in een andere post dan katoen (52.01) Er is aan de regel van de postverspringing voldaan, bijgevolg wordt het vervaardigen van naaigaren uit katoen (niet gekaard, noch gekamd) beschouwd als zijnde een substantiële transformatie Voor de textielwaren, ingedeeld in afdeling XI van het GS is de basisregel de postverspringingsregel. Uitzonderingen op deze regel is bijlage 10 van het CTW (10). Behoudens deze basisregel van postverspringing zijn er varianten. a. Vervaardiging uit materialen uit om het even welke post Hiermee wordt aangegeven dat geen postver-springing noodzakelijk is, zonder er een ander criterium voor in de plaats te stellen. Dit wil dan ook zeggen dat om het even welke bewerking van niet-oorsprongsmaterialen tot oorsprong leidt. Er dient evenwel rekening gehouden te worden met de minimale bewerkingen, die steeds ontoereikend zijn. b. Vervaardiging uit materialen van om het even welke post, met uitzondering van materialen van post... Dit wil zeggen dat alle materialen niet van oorsprong hoeven te zijn, behalve de materialen bedoeld bij de uitzondering. De posten die uitgezonderd worden, moeten dan van oorsprong uit het land van productie zijn (of, zoals in sommige gevallen geheel en al verkregen zijn in het land van vervaardiging). c. Vervaardiging uit materialen uit om het even welke post, en... Deze formulering betekent dat alle materialen mogen gebruikt worden bij de vervaardiging van het product, 4

10 maar dat rekening gehouden moet worden met de bijzondere voorwaarde van het tweede deel van de formulering. Deze bijkomende voorwaarden kunnen zijn: - bepaalde goederen moeten geheel en al verkregen zijn; - de waarde van niet-oorsprongsmaterialen van een GSpost mag niet hoger zijn dan een bepaald % van de prijs-af-fabriek (11); - een combinatie van beide bijzondere voorwaarden. Het voordeel van de postverspringingsregel is dat de fabrikant op basis van de samenstelling van zijn product op eenvoudige wijze de oorsprong kan aantonen. Deze methode heeft evenwel nadelen. Enerzijds wordt van de fabrikant van producten die honderden componenten bevatten, verwacht dat hij een nauwkeurige lijst bijhoudt van de codificatie (en de oorsprong) van deze componenten. Aangezien het GS niet permanent aangepast wordt, bestaat het risico dat met de technologische ontwikkeling geen rekening gehouden wordt. Bovendien is het GS niet ontwikkeld voor oorsprongsdoeleinden, wat als gevolg heeft dat sommige essentiële bewerkingen geen aanleiding geven tot een tariefwijziging. Anderzijds komt het ook voor dat minimale bewerkingen (en in enkele gevallen enkel maar het verpakken van goederen) aanleiding geven tot een postverspringing Waarderegels Deze regels kunnen onderverdeeld worden in twee soorten: - regels die aangeven hoeveel procent er minimaal aan de waarde van alle niet van oorsprong zijnde materialen moet zijn toegevoegd, opdat het eindproduct de oorsprong van het land waarin de laatste bewerking heeft plaatsgevonden, verkrijgt; - regels die uitgaan van de waarde van het eindproduct (prijs af fabriek) en die een percentage aangeven, dat het maximum aan buitenlandse (niet van oorsprong zijnde) bestanddelen in het eindproduct weergeeft, opdat de oorsprong toegekend wordt. Alhoewel de waardetoevoeging in sommige regels omschreven is, moet de oorsprong van goederen op de eerste plaats bepaald worden aan de hand van technische criteria. Het Europese Hof van Justitie heeft in het zogenoemde caseïnevonnis gesteld dat la dernière transformation ou ouvraison visée à l article 5 du règlement 802/68 n est substantielle au sens de cette disposition que si le produit qui en résulte présente des propriétés et une composition spécifique propres, qu il ne possédait pas avant cette transformation ou ouvraison. (12) Het voornaamste voordeel van deze methode is dat zij eenvoudig is en dat op basis van boekhoudkundige gegevens de oorsprong van de goederen bepaald kan worden. Een nadeel is echter dat de oorsprong van de goederen afhankelijk gemaakt wordt van schommelingen van de grondstofprijzen en wisselkoersschomme-lingen. Daarnaast dient er op gewezen te worden dat een bepaalde drempel van toegevoegde waarde makkelijker bereikt wordt in landen met hoge loonkosten. Alle andere factoren constant gehouden, betekent dit dat het verwerven van de niet-preferentiële oorsprong in lagelonenlanden moeilijker is dan in de geïndustrialiseerde wereld Bewerkingsregel Dit is een regel die per product of groep van producten aangeeft welke bewerkingen moeten plaatsvinden op buitenlandse (niet van oorsprong zijnde) producten opdat het eindproduct de oorsprong verwerft. Post: ex42.03 kleding van leder of kunstleder Oorsprongsregel: Aaneennaaien van twee of meer stukken leder of kunstleder. Het voordeel van deze methode is dat het beschrijven van een productieproces op het eerste gezicht vrij eenvoudig is. De oorsprongsregels moeten evenwel constant aangepast worden. De mondialisering van het productie-proces, waarbij de productie meer en meer opgesplitst wordt, maakt dat procesbeschrijvingen in een steeds sneller tempo hun actualiteit verliezen of dat de regels bijzonder complex worden Minimale be- of verwerkingen Niet alle be- of verwerkingen verlenen oorsprong. Een aantal bewerkingen verlenen in geen geval oorsprong. In het CDW zijn zulke bewerkingen niet opgenomen. Bijlage D.1 van de Conventie van Kyoto geeft echter een overzicht van be- of verwerkingen, die niet als ingrijpend beschouwd worden. Niet als ingrijpende verwerking of bewerking mogen worden beschouwd de behandelingen die in het geheel niet of slechts in geringe mate bijdragen tot de essentiële kenmerken of eigenschappen van de goederen, en met name de behandelingen die uitsluitend bestaan uit één of meer van volgende verrichtingen: a) behandeling om de bewaring van de goederen tijdens het vervoer en de opslag te verzekeren; b) behandelingen om de aanbiedingsvorm of handelskwaliteit van de producten te verbeteren of om deze voor het vervoer gereed te maken, zoals het verdelen en samenvoegen van colli, het sorteren en rangschikken van goederen en het veranderen van verpakking; c) eenvoudige assemblagebehandelingen; d) het mengen van goederen van verschillende oorsprong mits de kenmerken van het verkregen product niet essentieel afwijken van de goederen die zijn vermengd. (13) Artikel 38 van het CTW somt evenwel voor de textiel en kledingproducten een lijst van minimale verwerkingen op, ongeacht of ze al of niet leiden tot een wijziging van post (14). Deze bewerkingen zijn de volgende: a) behandelingen welke dienen om de producten tijdens vervoer en opslag in goede staat te bewaren (luchten, 2000 Trefpunt economie 6A 5

11 uitleggen, drogen, verwijderen van beschadigde delen en soortelijke behandelingen); b) eenvoudige handelingen zoals stofvrij maken, zeven, sorteren, rangschikken, samenvoegen (daaronder begrepen het samenstellen van sets), wassen en snijden; c) - veranderen van verpakking, splitsen en samenvoegen van colli; - eenvoudig verpakken in zakken, omhulsels, blikken, bevestigen op plankjes enz. en alle andere eenvoudige verpakkingsbehandelingen; d) aanbrengen op de producten zelf of op hun verpakking van merken, etiketten of andere herkenningstekens; e) eenvoudig samenvoegen van delen tot een volledig product; f) combinaties van twee of meer van de onder a) tot en met e) genoemde handelingen. 3. Huidige wetgeving inzake de oorsprongsregels 3.1. Inleiding De (niet-preferentiële) oorsprong wordt geregeld op nationaal en Europees niveau. De nationale regeling omvat het koninklijk besluit n r 283 van 30 maart 1936 houdende reglementering van de afgifte van oorsprongsattesten, bekrachtigd door de wet van 6 mei 1936 (15). Deze nationale wetgeving legt eveneens de bevoegdheid van de Minister van Economie vast. Op Europees niveau zijn de niet-preferentiële oorsprongsregels vervat in: - verordening (EEG) n r 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (CDW) (art. 22 tot 26) (Publicatie-blad van de Europese Gemeenschappen, L 302, 19 oktober 1992); - verordening (EEG) n r 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van de verordening (EEG) n r 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (art en de bijlagen 9 tot 13) (CTW) (Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, n r L 253, 11 oktober 1993) Belgische wetgeving Het koninklijk besluit n r 283 van 30 maart 1936 bevat volgende belangrijke bepalingen: artikel 1: oorsprongsattesten worden door bemiddeling van de Minister van Economie afgegeven; artikel 2: de Minister van Economie duidt de overheden en ambtenaren aan alsmede private instellingen, welke machtiging hebben om oorsprongsattesten af te geven. Artikel 8: de Minister van Economie stelt de criteria inzake de oorsprong vast. Het handelspolitieke karakter van de oorsprongsregels werd bijgevolg volledig toevertrouwd, bij wet, aan de Minister van Economie. Op basis van zijn bevoegdheden heeft de Minister van Economie voornamelijk de Kamers voor Handel en Nijverheid aangeduid om certificaten van oorsprong namens zijn naam af te geven. Uitvoerders die een certificaat van oorsprong nodig hebben om hun handelstransactie te kunnen afwikkelen, kunnen zich dan ook tot de Kamer voor Handel en Nijverheid in hun streek richten. Als bijlage wordt de lijst van deze Kamers weergegeven Europese niet-preferentiële oorsprongsregels De niet-preferentiële oorsprongsregels, zoals deze door de bovenvermelde verordeningen zijn vastgelegd zijn gebaseerd op de onder 2. behandelde principes. Voor de textiel- en kledingproducten werd dit reeds uitvoerig behandeld onder 2. Voor de overige hoofdstukken van het Geharmoniseerd Systeem geldt in principe het criterium van de laatste substantiële transformatie. Toch heeft men het nodig geacht om dit criterium in een aantal gevallen te specifiëren. Bijlage 11 van het CTW (16) geeft voor een aantal (ex)posten de be- of verwerkingen van materialen die niet van oorsprong zijn, waardoor het karakter van een product van oorsprong wordt verkregen. Zoals reeds gesteld dient voor de goederen, die niet opgenomen zijn in deze bijlage, elk geval afzonderlijk bestudeerd te worden. Ten einde artikel 24 van het CDW te interpreteren staan een aantal vuistregels ter beschikking, die kunnen gebruikt worden. Volgende vragen kunnen hierbij helpen. - Is er sprake van een post(onderverdeling)-verspringing? - Is er voldoende toegevoegde waarde gerealiseerd? - Hebben er minimale bewerkingen plaatsgevonden? Wat de minimale bewerkingen betreft voor goederen, die niet tot afdeling XI van het Geharmoniseerd Systeem behoren, kunnen volgende categorieën onderscheiden worden: 1. bewerkingen die tot doel hebben de goederen in goede staat te bewaren tijdens het vervoer of de stockage; 2. bewerkingen die tot doel hebben de goederen gemakkelijker te verzenden of te vervoeren; 3. bewerkingen die te maken hebben met de verpakking van goederen (of met aspecten betreffende de verkoop er van). Voor volgende producten gelden bijzondere regels (cfr. bijlage 11 van het CTW): - gedroogde eieren; - radio- en tv-toestellen, bandrecorders; - basiswijn en vermouth; 6

12 - vlees en eetbare vleesafvallen; - gedecoreerde keramische producten; - druivensap; - kogellagers; - geïntegreerde schakelingen; - fotokopieerapparaten. De oorsprongsregels in het kader van het preferentiele handelsverkeer worden in het derde deel van dit artikel besproken. Dit deel zal in het najaar in Trefpunt economie verschijnen. Voetnoten (1) Internationale overeenkomst inzake de vereen-voudiging en harmonisatie van douaneprocedures, gesloten te Kyoto op 18 mei Bijlage D.1 betreft de regels inzake oorsprong. Bijlage D.2 handelt over de bewijsstukken inzake oorsprong. (2) Verordening (EEG) n r 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (CDW) (art. 22 tot 26), Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, L 302, 19 oktober (3) Overeenkomstig artikel 3 van het verdrag van de Verenigde Naties inzake het recht van de zee, Montego Bay, 10 december 1982, Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, L 179, 23 juni (4) Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, L 302, 19 oktober 1992, l.c. (5) F. DEHOUSSE, Ph. VINCENT, Les règles d origine de la communauté européenne, Pratique du droit communautaire, Bruylant, Brussel, 1999, blz. 51 (6) Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, L 302, 19 oktober 1992, l.c. (7) Voor zover natuurlijk de vervaardiging van de betrokken component beschouwd kan worden als een substantiële transformatie, én, de component als dusdaning in voorkomend geval verhandeld kan worden. (8) Internationale overeenkomst inzake de vereen-voudiging en harmonisatie van douaneprocedures, gesloten te Kyoto op 18 mei (9) Convention internationale sur le système harmonisé de désignation et de codification des marchandises, Brussel, 14 juni 1986 (zie (10) Artikel 37 van verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993, Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, L 253, 11 oktober (11) Onder prijs-af-fabriek wordt verstaan de prijs die betaald is aan de fabrikant in wiens onderneming de laatste be- of verwerking heeft plaatsgevonden. Hiervan worden alle binnenlandse belastingen die worden (of kunnen worden) terugbetaald bij de uitvoer afgetrokken. Eventuele in de betaalde prijs verwerkte vracht-, verzekerings-, en andere kosten, die na het verlaten van de onderneming tot stand komen, moeten eveneens afgetrokken worden. Overhead en winst maken wel deel uit van de prijs-af-fabriek. (12) Europees Hof van Justitie, 26 januari 1977, Gesellschaft für Überseehandel m.b. H; v. Handelskammer Hamburg, zaak 49/76 (13) Internationale overeenkomst inzake de vereen-voudiging en harmonisatie van douaneprocedures, gesloten te Kyoto op 18 mei (14) Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993, Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen, L 253, 11 oktober (15) Belgisch Staadsblad n r 98 van 7 april 1936 (16) Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993, Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen L 253 van 11 oktober Trefpunt economie 6A 7

Bijeenkomst Oorsprongsregels. Preferentiële oorsprong. Herkomst en oorsprong. Hoofdlijnen (64 lid 3 DWU)

Bijeenkomst Oorsprongsregels. Preferentiële oorsprong. Herkomst en oorsprong. Hoofdlijnen (64 lid 3 DWU) Bijeenkomst 34-1 Herkomst en oorsprong 1 Oorsprongsregels artt. 64-68 DWU artt. 37-70 GVo artt. 60-128 UVo» Algemeen Preferentieel Systeem (SAP) oorsprongsprotocollen bij diverse verdragen Niet-preferentiële

Nadere informatie

DOUANEDOSSIER. OORSPRONG VAN GOEDEREN: Niet-preferentiële oorsprongsregels. Bea Foubert

DOUANEDOSSIER. OORSPRONG VAN GOEDEREN: Niet-preferentiële oorsprongsregels. Bea Foubert DOUANEDOSSIER OORSPRONG VAN GOEDEREN: Niet-preferentiële oorsprongsregels Bea Foubert Tekst bijgewerkt tot 31 maart 2004 INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 15 I NIET-PREFERENTIËLE VERSUS PREFERENTIËLE REGELS VAN

Nadere informatie

5814/17 CS/bb DGG 3B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) 5814/17. Interinstitutioneel dossier: 2016/0330 (NLE) UD 16 SPG 7

5814/17 CS/bb DGG 3B. Raad van de Europese Unie. Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) 5814/17. Interinstitutioneel dossier: 2016/0330 (NLE) UD 16 SPG 7 Raad van de Europese Unie Brussel, 16 februari 2017 (OR. en) 5814/17 Interinstitutioneel dossier: 2016/0330 (NLE) UD 16 SPG 7 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Overeenkomst in de vorm

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2017 COM(2017) 133 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad inzake het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de Regionale Conventie

Nadere informatie

OORSPRONG VAN GOEDEREN

OORSPRONG VAN GOEDEREN OORSPRONG VAN GOEDEREN PREFERENTIELE OORSPRONG NIET PREFERENTIELE OORSPRONG DOEL Tarifaire handelspolitiek Niet tarifaire handelspolitiek quota s contingenten vergunningen Verminderde rechten OF vrijstelling

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.10.2016 COM(2016) 672 final 2016/0328 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN INLEIDING...1

INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN INLEIDING...1 INHOUDSOPGAVE LIJST VAN AFKORTINGEN... v INLEIDING...1 1. INLEIDING DOUANERECHT...3 1.1. Algemeen...3 1.1.1. Vrijhandelszone...3 1.1.2. Tariefunie...4 1.1.3. Douane-unie...4 1.2. Wetgeving...5 1.3. Heffingen

Nadere informatie

UE-MA 2705/ : :41 AL/ih NL

UE-MA 2705/ : :41 AL/ih NL ASSOCIATIE TUSSEN DE EUROPESE UNIE EN MAROKKO - De Associatieraad - Brussel, 27 juli 2005 (OR. en) UE-MA 2705/05 OC 560 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD betreffende

Nadere informatie

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.10.2010 COM(2010) 544 definitief 2010/0272 (COD) C7-0316/10 VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EG)

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.10.2013 COM(2013) 737 final 2013/0353 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de

Nadere informatie

Door: Caspar Jansen 2009/2010. Preferentiële oorsprong: de prijs af fabriek

Door: Caspar Jansen 2009/2010. Preferentiële oorsprong: de prijs af fabriek Door: Caspar Jansen 2009/2010 Preferentiële oorsprong: de prijs af fabriek Inhoudsopgave 1 Inleiding p. 2 2 Oorsprong p. 4 2.1 Algemeen preferentieel systeem p. 4 2.2 Preferentiële oorsprong door verdrag

Nadere informatie

CASUS HERKOMST EN OORSPRONG Vragen en antwoorden omtrent de Leveranciersverklaring

CASUS HERKOMST EN OORSPRONG Vragen en antwoorden omtrent de Leveranciersverklaring CASUS HERKOMST EN OORSPRONG Vragen en antwoorden omtrent de Leveranciersverklaring Vraag 1 Waartoe dienen leveranciersverklaringen? Vraag 2 Hoe vul ik een leveranciersverklaring in? Vraag 3 Is een distributeur

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 19.07.2002 COM(2002) 409 definitief 2002/0166 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van een overeenkomst in de vorm van een

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2001R1207 NL 18.02.2008 002.002 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B M1 VERORDENING (EG) Nr. 1207/2001 VAN DE RAAD van

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.3.2017 COM(2017) 153 final 2017/0069 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt

Nadere informatie

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 5. 12. 83 Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 339/ 19 VERORDENING (EEG) Nr. van 14 november 1983 3351/83 VAN DE RAAD betreffende de regeling ter vergemakkelijking van de afgifte van certificaten

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 14.1.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 12/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) Nr. 28/2012 VAN DE COMMISSIE van 11 januari 2012 tot vaststelling van voorschriften voor

Nadere informatie

Administrative bron. NBB: Nationale Bank van België - Buitenlandse handel. Algemene informatie

Administrative bron. NBB: Nationale Bank van België - Buitenlandse handel. Algemene informatie Metadata Administrative bron NBB: Nationale Bank van België - Buitenlandse handel Algemene informatie Via de maandelijkse intrastat-aangifte verstrekken de ondernemingen inlichtingen over hun intracommunautaire

Nadere informatie

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 in samenhang met artikel 218, lid 9,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 207 in samenhang met artikel 218, lid 9, L 80/26 25.3.2017 BESLUIT (EU) 2017/561 VAN DE RAAD van 21 maart 2017 betreffende het door de Europese Unie in de Gemengde Commissie EU-Mexico in te nemen standpunt ten aanzien van wijzigingen van bijlage

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.4.2013 COM(2013) 186 final 2013/0098 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage I bij Verordening (EEG) nr. 2658/87 met betrekking tot de tarief-

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.09.2000 COM(2000) 590 definitief 2000/0242 (ACC) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende goedkeuring van een overeenkomst in de vorm van een

Nadere informatie

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD

RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD 7.12.2018 L 311/3 RICHTLIJNEN RICHTLIJN (EU) 2018/1910 VAN DE RAAD van 4 december 2018 tot wijziging van Richtlijn 2006/112/EG wat betreft de harmonisatie en vereenvoudiging van bepaalde regels in het

Nadere informatie

TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2) www.hlb-van-daal.nl

TIPS. Internationaal zaken doen en BTW (deel 2) www.hlb-van-daal.nl TIPS Internationaal zaken doen en BTW (deel 2) Handel en BTW In dit memo worden aspecten van BTW behandeld, die van toepassing kunnen zijn bij internationale handel. Het is geen volledig overzicht, maar

Nadere informatie

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8)

Nr. 2018/775 (PB L 131 van , blz. 8) VERORDENING (EU) VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 28 mei 2018 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van artikel 26, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement

Nadere informatie

VERORDENING (EG) Nr. 1484/95 VAN DE COMMISSIE van 28 juni 1995

VERORDENING (EG) Nr. 1484/95 VAN DE COMMISSIE van 28 juni 1995 29. 6. 95 [ NL Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen Nr. L 145/47 VERORDENING (EG) Nr. 1484/95 VAN DE COMMISSIE van 28 juni 1995 houdende bepalingen voor de toepassing van de aanvullende invoerrechten

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012R0028 NL 25.06.2012 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EU) Nr. 28/2012 VAN DE COMMISSIE van

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.5.2018 C(2018) 3120 final UITVOERINGSVERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.5.2018 tot vaststelling van voorschriften voor de toepassing van artikel 26, lid 3, van

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Gezamenlijk voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 25.9.2017 JOIN(2017) 37 final ANNEX 4 BIJLAGE bij het Gezamenlijk voorstel voor een besluit van

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 104 19 (1950) No. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1956 No. 104 A. TITEL Verdrag inzake de nomenclatuur voor de indeling van goederen in de douanetarieven, met Bijlage; Brussel,

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie VERORDENINGEN L 70/4 VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/386 VAN DE COMMISSIE van 11 maart 2019 tot vaststelling van regels betreffende de verdeling, na de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de

Nadere informatie

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa UITVOERINGSVERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 13 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft

Nadere informatie

L 94/8 Publicatieblad van de Europese Unie 5.4.2008 RICHTLIJNEN

L 94/8 Publicatieblad van de Europese Unie 5.4.2008 RICHTLIJNEN L 94/8 Publicatieblad van de Europese Unie 5.4.2008 RICHTLIJNEN RICHTLIJN 2008/43/EG VAN DE COMMISSIE van 4 april 2008 tot instelling van een systeem voor de identificatie en de traceerbaarheid van explosieven

Nadere informatie

Staatssteun / België - Steunnummer N 621/ Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw

Staatssteun / België - Steunnummer N 621/ Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13-XII-2006 C(2006) 6784 Betreft : Staatssteun / België - Steunnummer N 621/2006 - Steun aan investeringen in de omkaderingssector van land- en tuinbouw Excellentie, Ik heb

Nadere informatie

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B

12848/1/18 REV 1 CS/srl/sht ECOMP.2.B Raad van de Europese Unie Brussel, 26 november 2018 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0251 (CNS) 12848/1/18 REV 1 FISC 397 ECOFIN 881 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: RICHTLIJN

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/886 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/886 VAN DE COMMISSIE 21.6.2018 L 158/5 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/886 VAN DE COMMISSIE van 20 juni 2018 betreffende bepaalde handelspolitieke maatregelen met betrekking tot bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.9.2014 COM(2014) 576 final ANNEX 2 PART 1/2 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad tot ondertekening en voorlopige toepassing van de economische partnerschapsovereenkomst

Nadere informatie

12042/12 VP/mg DG C1

12042/12 VP/mg DG C1 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 17 juli 2012 (OR. en) 12042/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0170 (E) A TIDUMPI G 60 COMER 165 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: UITVOERINGSVERORDENING

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.3.2016 COM(2016) 94 final 2016/0057 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD houdende machtiging tot ondertekening van en overeenkomst in de vorm van een briefwisseling

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 september 2004 (OR. fr) 12704/04 COMER 168 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 21 september 2004 Betreft: Voorstel voor een verordening van de Raad tot beëindiging

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.11.2013 COM(2013) 776 final 2013/0384 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende schorsing van de autonome rechten van het gemeenschappelijk douanetarief voor

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S)

RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S) RAAD VA DE EUROPESE U IE, Brussel, 8 juli 2011 (18.07) (OR. en) 12667/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0111 (C S) POSEIDOM 11 POSEICA 11 POSEIMA 10 REGIO 55 I ST 351 UD 181 OTA van: aan: Betreft: het

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST 443 der Beilagen XXIII. GP - Staatsvertrag - 91 niederländische Erklärungen (Normativer Teil) 1 von 13 EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 2 juni 2003 (06.06) (OR. en) 9748/03 LIMITE VISA 91 FRONT 67 COMIX 326 NOTA van: het voorzitterschap aan: de Groep visa nr. vorig doc.: 8696/03 VISA 70 COMIX 260 Betreft:

Nadere informatie

BASISREGELING ACTIEVE VEREDELING

BASISREGELING ACTIEVE VEREDELING Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Afdeling Marktordening Prinses Beatrixlaan 2 2505 AL Den Haag Postbus 93119 2509 AC Den Haag www.rvo.nl T regelgeving 088-6026850

Nadere informatie

OFFERTEFORMULIER. AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016. open aanbesteding

OFFERTEFORMULIER. AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016. open aanbesteding AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016 open aanbesteding OFFERTEFORMULIER Belangrijk: dit offerteformulier dient volledig te worden ingevuld.. Het totaalbedrag (excl.

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE 10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen

Nadere informatie

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies

Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend Advies aan Mevrouwen de Voorzitsters en de Heren Voorzitters van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn Dienst Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Datum Bijlage(n) Dienst Juridisch en Beleidsondersteunend

Nadere informatie

BASISREGELING UITVOER ZUIVEL

BASISREGELING UITVOER ZUIVEL Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Afdeling Marktordening Prinses Beatrixlaan 2 2595 AL Den Haag Postbus 93119 2509 AC Den Haag www.rvo.nl BASISREGELING UITVOER

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid

'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid 9 april 2014 'Vooraf erkend persoon' : (soms) ontheven van zijn hoofdelijkheid Ivan Massin, Deloitte Belgium, Indirect tax Gepubliceerd in: Fiscoloog, n 1381, p. 7, BIBLO Een 'vooraf erkende persoon' is

Nadere informatie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 143

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1961 Nr. 143 30 (196!) Nr. 1 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1961 Nr. 143 A. TITEL Notawisseling tussen de Nederlandse Regering en de Commissie van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8697/02 UD 33 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Verordening van de Raad betreffende tijdelijke schorsing van de autonome rechten

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13

Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 5.11.2004 Publicatieblad van de Europese Unie L 331/13 VERORDENING (EG) Nr. 1925/2004 VAN DE COMMISSIE van 29 oktober 2004 tot vaststelling van nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 5.6.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 144/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) Nr. 468/2012 VAN DE COMMISSIE van 1 juni 2012 tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.5.2018 COM(2018) 264 final 2018/0125 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1388/2013 betreffende de opening en het beheer

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA Den Haag Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag Postbus 20061 Nederland www.minbuza.nl Contactpersoon DAM T +31.(0)70.3485029

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN DE MINISTERIELE WERKGROEP VOOR HET PERSONENVERKEER VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE VAN 28 JUNI 1967

BESCHIKKING VAN DE MINISTERIELE WERKGROEP VOOR HET PERSONENVERKEER VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE VAN 28 JUNI 1967 BESCHIKKING VAN DE MINISTERIELE WERKGROEP VOOR HET PERSONENVERKEER VAN DE BENELUX ECONOMISCHE UNIE VAN 28 JUNI 1967 betreffende de verwijdering en de overname van personen M/P (67) 1 (in werking getreden

Nadere informatie

NT3849nl03 Page 1/5 26/12/13. Informatienota: Europese regelgeving voor de export/import van bio producten

NT3849nl03 Page 1/5 26/12/13. Informatienota: Europese regelgeving voor de export/import van bio producten NT3849nl03 Page 1/5 26/12/13 Inleiding Informatienota: Europese regelgeving voor de export/import van bio producten Een bio product afkomstig uit een niet-europees land moet bij elke inklaring steeds vergezeld

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260 Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 29 april 2003 (12.05) (OR. el) PUBLIC 8696/03 LIMITE VISA 70 COMIX 260 NOTA van: aan: Betreft: de Griekse delegatie de Groep visa Ontwerp-beschikking van de

Nadere informatie

Doc. nr. E2:90---C36 Brussel, 30.3.1999 A D V I E S. over

Doc. nr. E2:90---C36 Brussel, 30.3.1999 A D V I E S. over Doc. nr. E2:90---C36 Brussel, 30.3.1999 MH/AB/IG/LC A D V I E S over EEN VOORONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE ETIKETTERING VAN VOORVERPAKTE VOEDINGSMIDDELEN (bekrachtigd door de Hoge Raad

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 4 februari 2010 (OR. en) 6056/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0028 (NLE) ANTIDUMPING 8 COMER 16 VOORSTEL van: de Commissie d.d.: 4 februari 2010 Betreft: Voorstel

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/724 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/724 VAN DE COMMISSIE L 122/14 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/724 VAN DE COMMISSIE van 16 mei 2018 betreffende bepaalde handelspolitieke maatregelen met betrekking tot bepaalde producten van oorsprong uit de Verenigde Staten

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Eerste evaluatie van het toepassingsgebied van de handhavingsverordening

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Eerste evaluatie van het toepassingsgebied van de handhavingsverordening EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.7.2017 COM(2017) 373 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD Eerste evaluatie van het toepassingsgebied van de handhavingsverordening NL NL VERSLAG

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL BELASTINGEN EN DOUANE-UNIE Brussel, 11 september 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS OP HET GEBIED VAN DE

Nadere informatie

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL

PE-CONS 56/1/16 REV 1 NL EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Straatsburg, 15 februari 2017 (OR. en) 2016/0218 (COD) LEX 1718 PE-CONS 56/1/16 REV 1 COWEB 151 WTO 354 CODEC 1855 VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.4.2019 COM(2019) 207 final 2019/0100 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Samenwerkingscomité

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 augustus 2004 (OR. en) 11296/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0142 (ACC) AGRI 185 WTO 78

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 augustus 2004 (OR. en) 11296/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0142 (ACC) AGRI 185 WTO 78 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 augustus 2004 (OR. en) 11296/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0142 (ACC) AGRI 185 WTO 78 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de Raad

Nadere informatie

Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne

Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne Fiche 3: Verordening voor het toekennen van tijdelijke autonome handelsmaatregelen voor Oekraïne 1. Algemene gegevens a) Titel voorstel Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Straatsburg, 4 september 20 (OR. en) 200/0272 (COD) LEX 20 PE-CO S 25// REV WTO 242 STIS 3 UD 54 CODEC 054 VERORDE I G VA HET EUROPEES PARLEME T E DE RAAD TOT

Nadere informatie

2000/11-12A. De rol van de oorsprongsregels in de internationale handel Deel 3: Preferentiële oorsprongsregels. Inleiding

2000/11-12A. De rol van de oorsprongsregels in de internationale handel Deel 3: Preferentiële oorsprongsregels. Inleiding 2000/11-12A De rol van de oorsprongsregels in de internationale handel Deel 3: Preferentiële oorsprongsregels Door: Bestuur Economische Betrekkingen, Valère Vangeel Inleiding... 1 1. Internationale onderhandelingen

Nadere informatie

5729/08 CS/lg DG E II/2

5729/08 CS/lg DG E II/2 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 12 februari 2008 (OR. en) 5729/08 COMER 7 CHINE 5 ANTIDUMPING 4 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING tot wijziging van het toepassingsgebied

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER, adjunct-secretaris-generaal

Nadere informatie

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking?

FAQ. 2. Op wie heeft de Europese Verordening 183/2005 betrekking? FAQ 1. Waaruit bestaat de Europese Verordening 183/2005? Deze nieuwe Verordening bepaalt de voorschriften voor diervoederhygiëne. Alle verschillende activiteiten in de diervoederketen worden onderverdeeld

Nadere informatie

Speaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik

Speaking Notes. e-invoicing: Juridisch luik Speaking Notes e-invoicing: Juridisch luik 1 Op 1 januari 2013 treden er in België nieuwe factureringsregels in werking in verband met de belasting over de toegevoegde waarde. Deze wijzigingen werden aangebracht

Nadere informatie

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN: RECTIFICATIE Betreft: In alle talenversies van bovengenoemde verordening zijn kennelijke fouten geslopen.

WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN: RECTIFICATIE Betreft: In alle talenversies van bovengenoemde verordening zijn kennelijke fouten geslopen. RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 juni 2002 (OR. en) 5998/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0232 (ACC) JUR 49 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN: RECTIFICATIE Betreft: Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 april 2003 (OR. fr) 8358/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0075 (ACC) UD 55 PECHE 161

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 14 april 2003 (OR. fr) 8358/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0075 (ACC) UD 55 PECHE 161 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 14 april 2003 (OR. fr) 8358/04 Interinstitutioneel dossier: 2004/0075 (ACC) UD 55 PECHE 161 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 6 april 2004 Betreft: Voorstel voor

Nadere informatie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T DE RAAD Brussel, 4 februari 2009 (OR. en) 2008/0026 (COD) PE-CO S 3706/08 STATIS 156 CODEC 1456 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: VERORDENING VAN HET

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (2011/874/EU)

(Voor de EER relevante tekst) (2011/874/EU) 23.12.2011 Publicatieblad van de Europese Unie L 343/65 UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE van 15 december 2011 tot vaststelling van de lijst van derde landen en gebieden waaraan een machtiging is verleend

Nadere informatie

BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN

BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN Bijlage I: Landbouwproducten en verwerkte landbouwproducten van de hoofdstukken 25 tot en met 97 van het geharmoniseerd systeem, bedoeld in de artikelen 7 en 12 Bijlage II: Industriële

Nadere informatie

196 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 44 Schlussakte samt Erklärungen - Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 10 SLOTAKTE.

196 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 44 Schlussakte samt Erklärungen - Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 10 SLOTAKTE. 196 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 44 Schlussakte samt Erklärungen - Niederländisch (Normativer Teil) 1 von 10 SLOTAKTE AF/CE/BA/nl 1 2 von 10 196 der Beilagen XXIV. GP - Staatsvertrag - 44 Schlussakte

Nadere informatie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 september 2009 (23.09) (OR. en) 13420/09. Interinstitutioneel dossier: 2009/0103 (CNS) 2009/0102 (ACC)

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 september 2009 (23.09) (OR. en) 13420/09. Interinstitutioneel dossier: 2009/0103 (CNS) 2009/0102 (ACC) Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 21 september 2009 (23.09) (OR. en) PUBLIC Interinstitutioneel dossier: 2009/0103 (CNS) 2009/0102 (ACC) 13420/09 LIMITE AGRI 380 AGRIORG 85 AGRISTR 35 AGRIMON

Nadere informatie

DEEL III: OFFERTEFORMULIER. : Diverse gebouwen van de Vlaamse Overheid in Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

DEEL III: OFFERTEFORMULIER. : Diverse gebouwen van de Vlaamse Overheid in Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest DEEL III: OFFERTEFORMULIER VLAAMSE OVERHEID Agentschap voor Facilitair Management Afdeling Bouwprojecten Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 - bus 60 1000 BRUSSEL Domein Werk Besteknummer : Diverse gebouwen

Nadere informatie

Niet-binnenlandse handelingen

Niet-binnenlandse handelingen 1 uitvoer (art. 39-42) 2 intracommunautaire handelingen - intracommunautaire verwervingen - intracommunautaire leveringen 3 invoer uitvoer UITVOER wat? levering van goederen met vervoer bestemd voor derdeland

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 maart 2011 (OR. en) 7770/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0042 (NLE) MED 9 WTO 108 AGRI 223 PECHE 78 UD 65

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 maart 2011 (OR. en) 7770/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0042 (NLE) MED 9 WTO 108 AGRI 223 PECHE 78 UD 65 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 28 maart 2011 (OR. en) 7770/11 Interinstitutioneel dossier: 2011/0042 (E) MED 9 WTO 108 AGRI 223 PECHE 78 UD 65 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 22.01.2001 COM(2000) 536 definitief 2000/0232 (ACC) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende procedures ter vergemakkelijking van de afgifte

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARING BETREFFENDE DE GELIJKTIJDIGE UITBREIDING VAN DE EUROPESE UNIE EN DE EUROPESE ECONOMISCHE

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID

EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID EUROPESE COMMISSIE DIRECTORAAT-GENERAAL GEZONDHEID EN VOEDSELVEILIGHEID Brussel, 27 februari 2018 KENNISGEVING AAN BELANGHEBBENDEN TERUGTREKKING VAN HET VERENIGD KONINKRIJK EN EU-REGELS OP HET GEBIED VAN

Nadere informatie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 30 april 2009 (OR. en) 5556/09 ADD 1 ACP 22 WTO 19 COAFR 27 RELEX 54

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 30 april 2009 (OR. en) 5556/09 ADD 1 ACP 22 WTO 19 COAFR 27 RELEX 54 RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 30 april 2009 (OR. en) 5556/09 ADD 1 ACP 22 WTO 19 COAFR 27 RELEX 54 WETGEVI GSBESLUITE E A DERE I STRUME TE Betreft: Besluit van de Raad tot ondertekening en voorlopige

Nadere informatie

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Zaak T-205/99. Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Zaak T-205/99 Hyper Srl tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen Douanerechten Invoer van televisietoestellen uit India Ongeldige certificaten van oorsprong Verzoek tot kwijtschelding van invoerrechten

Nadere informatie

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende :

VERTALING. Artikel 2 van de Overeenkomst wordt opgeheven en vervangen door het volgende : VERTALING Aanvullende Overeenkomst tot wijziging van de Overeenkomst en tot opheffing van het Protocol tussen het Koninkrijk België en de Republiek Korea tot het vermijden van dubbele belasting en tot

Nadere informatie

1. Inleiding. 1 Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van

1. Inleiding. 1 Verordening (EG) nr. 1383/2003 van de Raad van 22 juli 2003 inzake het optreden van 01-02-2012 Richtlijnen van de Europese Commissie betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten (IER) door de douaneautoriteiten van de EU met betrekking tot goederen, met name geneesmiddelen,

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.7.2017 COM(2017) 374 final 2017/0156 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad

Nadere informatie

BASISREGELING TERUGKERENDE GOEDEREN ALLE SECTOREN

BASISREGELING TERUGKERENDE GOEDEREN ALLE SECTOREN Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Afdeling Marktordening Prinses Beatrixlaan 2 2505 AL Den Haag Postbus 93119 2509 AC Den Haag www.rvo.nl T regelgeving 088-6026850

Nadere informatie

Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen

Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen PROVINCIE ANTWERPEN OFFERTEFORMULIER Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen Gebruikte eenheid in het inschrijvingsbiljet:

Nadere informatie

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid

Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid IP/04/235 Brussel, 18 februari 2004 Diensten van algemeen economisch belang: Commissie stelt nieuwe regels voor met het oog op meer rechtszekerheid Na het Altmark-arrest van het Hof van Justitie is de

Nadere informatie

OFFERTEFORMULIER. Leveren en plaatse afstandsbewaking op technische infrastructuur waterlopen 2 de categorie

OFFERTEFORMULIER. Leveren en plaatse afstandsbewaking op technische infrastructuur waterlopen 2 de categorie PROVINCIE ANTWERPEN OFFERTEFORMULIER Leveren en plaatse afstandsbewaking op technische infrastructuur waterlopen 2 de categorie Gebruikte eenheid in het inschrijvingsbiljet: EURO De ondergetekende : (Naam

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 augustus 2006 (OR. en) 11463/06 UD 79 OC 532

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 augustus 2006 (OR. en) 11463/06 UD 79 OC 532 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 augustus 2006 (OR. en) 11463/06 UD 79 OC 532 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1207/2001

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.1.2016 COM(2016) 8 final ANNEX 3 PART 1/4 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van de economische

Nadere informatie