VIESMANN. VITODENS Condensatieketel op gas. Planningsaanwijzing. VITODENS 222-F Type B2TB. VITODENS 222-F Type B2SB. VITODENS 242-F Type B2UB

Transcriptie

1 VIESMANN VITODENS Condensatieketel op gas Planningsaanwijzing VITODENS 222-F Type B2TB Compacte condensatieketel op gas, 1,9 tot 35,0 kw, voor aardgas en vloeibaar gas VITODENS 222-F Type B2SB Compacte condensatieketel op gas, 1,9 tot 26,0 kw, voor aardgas en vloeibaar gas Voor België gelden specifieke normen mbt opstellingsruimte/stookplaats en installatie van de warmtegenerator: NBN B : voor installaties 70 kw (80/60 CV) NBN B : voor installaties < 70 kw (80/60 CV) NBN D : binnenleidingen voor aardgas en plaatsing van verbuikstoestellen NBN D : voor propaaninstallaties VITODENS 242-F Type B2UB Compacte condenserende ketel op gas/zonne-energie met tapwateropwarming d.m.v. zonne-energie, 1,9 tot 26,0 kw, voor aardgas en vloeibaar gas 5/2016

2 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Vitodens 222-F, type B2TB 1.1 Productbeschrijving Technische gegevens Vitodens 222-F, type B2SB 2.1 Productbeschrijving Technische gegevens Vitodens 242-F, type B2UB 3.1 Productbeschrijving Technische gegevens Installatietoebehoren 4.1 Installatietoebehoren voor Vitodens 222-F Installatietoebehoren Vitodens 242-F Planningsaanwijzingen 5.1 Plaatsing, montage Opstellingsvoorwaarden voor open werking (toesteltype B) Opstellingsvoorwaarden voor gesloten werking (toesteltype C) Werking van de Vitodens in vochtige ruimtes Elektrische aansluiting Aansluiting aan gaszijde Minimumafstanden Installatie Vitodens 222-F Installatie Vitodens 242-F Advies voor de tapwateropwarming voor de waterkwaliteit Wateraansluitingen Aansluiting aan tapwaterzijde Condenswateraansluiting Condenswaterafvoer en neutralisering Hydraulische integratie Algemeen Expansievaten voor het verwarmingscircuit Expansievat en koellichaam voor het zonnecircuit Evenwichtsfles Dimensionering van het zonnesysteem Invloed van uitlijning, inclinatie en overschaduwing Dekkingspercentage zonne-energie Warmwaterbehoefte van woningen Bepaling van het vereiste zonnecollectoroppervlak Dimensioneringshulp voor Vitodens 242-F Reglementair gebruik Regelingen 6.1 Vitotronic 100, type HC1B, voor verhoogde werking Opbouw en functies Technische gegevens van de Vitotronic 100, type HC1B Vitotronic 200, type HO2B, voor weersafhankelijke werking Opbouw en functies Technische gegevens Vitotronic 200, type HO2B Zonneregelingsmodule, type SM VIESMANN VITODENS

3 Inhoudsopgave (vervolg) 6.3 Toebehoren bij de Vitotronic Toewijzing aan de regeltypes Vitotrol 100, type UTA Vitotrol 100, Typ UTDB Externe uitbreiding H Vitotrol 100, Typ UTDB-RF voor kamertemperatuurbijschakeling (RS-functie) bij afstandsbedieningen bij Vitotrol 200-A en Vitotrol 300-A Vitotrol 200-A Vitotrol 300-A bij Vitotrol 200 RF en Vitotrol 300 RF Vitotrol 200-RF Vitotrol 300-RF met tafelstaander Vitotrol 300-RF met wandhouder Vitocomfort Draadloze basis Draadloze buitentemperatuursensor Draadloze repeater Kamertemperatuursensor Dompeltemperatuursensor Dompeltemperatuursensor Montagesokkel voor bedieningseenheid Radioklokontvanger KM-BUS-verdeler Uitbreidingsset mengklep met geïntegreerde mengklepmotor Uitbreidingsset mengklep voor afzonderlijke mengklepmotor Dompeltemperatuurregelaar Klemtemperatuurregelaar Interne uitbreiding H Interne uitbreiding H Uitbreiding AM Uitbreiding EA LON-verbindingskabel voor gegevensuitwisseling tussen de regelingen Verlengstuk van de verbindingskabel Afsluitweerstand (2 stuks) Counicatiemodule LON Vitoconnect 100, type OPTO Bijlage 7.1 Voorschriften / Richtlijnen Voorschriften en richtlijnen Index VITODENS VIESMANN 3

4 Vitodens 222-F, type B2TB 1.1 Productbeschrijving 1 A Inox-Radial-verwarmingsoppervlakken van roestvast staal - voor een grote bedrijfszekerheid bij lange gebruiksduur en een groot warmtevermogen in een zeer kleine ruimte B Modulerende MatriX-cilinderbrander met intelligente Lambda- Pro-Control Plus verbrandingsregeling voor zeer lage uitstoot van schadelijke stoffen en stille werking C Geïntegreerd membraandrukexpansievat D Digitale ketelcicuitregeling E Geïntegreerde, toerentalgeregelde, hoogefficiënte circulatiepomp F Laadboiler voor het tapwater Het compacte condensatiewandtoestel op gas Vitodens 222-F is ontworpen voor de verwarmingsmodernisering en als vervanging voor oude gasketels met onder geplaatste boiler. Met een vermogen tot 35 kw is de verwarmingscentrale voor een hoog warmwatercomfort ontworpen. De geïntegreerde laadboiler met 100 l inhoud (tot 26 kw) of 130 l inhoud (35 kw) biedt het tapwatercomfort van een ca. dubbel zo grote, afzonderlijke warmwaterboiler. Zoals alle compacte Viessmann-toestellen heeft het condensatietoestel op gas Vitodens 222-F weinig plaats nodig: breedte en diepte komen overeen met de genormeerde afmetingen in de keuken. De beproefde MatriX-cilinderbrander met Lambda Pro Control Plus verbrandingsregeling past zich automatisch aan verschillende gaskwaliteiten aan en garandeert een constant hoog normrendement van 98 % (H s ). Toepassingsaanbevelingen Plaatsing in eengezinswoningen en rijwoningen Nieuwbouw (bijv. prefab-huizen en projectontwikkeling): Plaatsing in bijkeuken of op zolder Renovatie: vervanging van gascirculatiewaterverwarmers, op de vloer staande atmosfersiche gasverwarmingsketels en olie-/ gasverwarmingsketels met ondergeplaatste warmwaterboilers. De voordelen op een rij Normrendement: tot 98 % (H s )/109 % (H i ) Duurzaam en efficiënt door Inox-Radial-warmtewisselaar Modulerende MatriX-cilinderbrander met lange gebruiksduur door edelstalen MatriX-weefsel ongevoelig aan hoge temperatuurbelasting modulatiebereik tot 1:19 (35 kw) Hoog warmwatercomfort door geëmailleerde laadboiler met 100 l inhoud (35 kw: 130 l inhoud) Stroombesparende hoogefficiënte circulatiepomp Nieuw, innovatief bedieningsconcept via touchdisplay in kleur met weergave in volle tekst en grafieken, inbedrijfstellingsassistenten, weergaven voor energieverbruiken, alsook alternatieve bediening via mobiel eindapparaat Geschikt voor gebruik met internet door Vitoconnect (toebehoren) voor bediening en service via Viessmann apps Lambda Pro Control Plus verbrandingsregeling voor alle gastypen Automatische rookgaswegaanpassing Geen zijdelingse serviceafstand noodzakelijk Opbouwkit in toestelafmetingen en -design (toebehoren) voor de aansluiting van een geregeld en een ongeregeld verwarmingscircuit. Leveringstoestand Condenserende HR-gasketel met Inox-Radial roestvrijstalen verwarmingsoppervlak, modulerende MatriX-gasbrander voor aard- en vloeibaar gas, expansievat, toerentalgeregelde hoogefficiënte circulatiepomp en geïntegreerde tapwaterlaadboiler. Met aansluitklare buizen en kabels. Kleur van de epoxyharsgecoate bekleding: wit. Apart verpakt: 4 VIESMANN VITODENS

5 Vitodens 222-F, type B2TB (vervolg) Vitotronic 100 voor verhoogde werking of Vitotronic 200 voor weersafhankelijke werking. Voorbereid voor gebruik met aardgas H-G20. Omschakeling binnen de gasgroepen E/LL is niet nodig. De omschakeling naar vloeibaar gas dient te worden uitgevoerd door de Technische Dienst van Viessmann. Benodigd toebehoren (moet meebesteld worden) Opbouwinstallatie Aansluitset voor opbouwinstallatie naar boven of Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar boven of Aansluitset voor opbouwinstallatie naar links of rechts of Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar links of rechts of Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar beneden of Opbouwkit met mengklep Inbouwinstallatie Aansluitset voor inbouwinstallatie of Opbouwkit met mengklep Gecertificeerde kwaliteit CE-label overeenkomstig bestaande EG-richtlijnen Kwaliteitskenmerk van de ÖVGW voor producten van het Gas- en Wasserfaches (Duitse vereniging voor gas en water) Voldoet aan de grenswaarden van het Duitse milieulabel Blauer Engel conform RAL UZ VITODENS VIESMANN 5

6 Vitodens 222-F, type B2TB (vervolg) 1.2 Technische gegevens 1 Gasketel, type B en C, categorie II 2N3P Nominaal vermogensbereik (gegevens conform EN ) Waarden tussen ( ) bij werking met vloeibaar gas P T V /T R = 50/30 C kw 1,9-13,0 1,9-19,0 2,6-26,0 1,8 (3,5) - 35,0 T V /T R = 80/60 C kw 1,7-12,1 1,7-17,6 2,4-24,1 1,6 (3,2) - 32,5 Nom. vermogen bij tapwateropwarming kw 1,7-17,2 1,7-17,2 2,4-29,3 1,6 (3,2) - 33,5 Nominale warmtebelasting kw 1,8-17,9 1,8-17,9 2,5-30,5 1,7 (3,3) - 34,9 Product-ID-nuer CE-0085CN0050 Beschermingstype IP X4 volgens EN Gasaansluitdruk Aardgas mbar kpa Vloeibaar gas mbar kpa Max. toegestane gasaansluitdruk *1 Aardgas mbar 25,0 25,0 25,0 25,0 kpa 2,5 2,5 2,5 2,5 Vloeibaar gas mbar 57,5 57,5 57,5 57,5 kpa 5,75 5,75 5,75 5,75 Geluidsvermogensniveau (gegevens conform EN ISO ) bij deellast db(a) bij nominaal vermogen (tapwateropwarming) db(a) Elektr. opgenomen vermogen in de toestand bij levering W max. W Gewicht kg Inhoud van de warmtewisselaar Liter 1,8 1,8 2,4 2,8 Max. aanvoertemperatuur C Max. debiet Liter/h (Grenswaarde voor gebruik van een evenwichtsfles.) Nom. circulatiewaterhoeveelheid Liter/h bij T V /T R = 80/60 C Expansievat Inhoud Liter Voordruk bar 0,75 0,75 0,75 0,75 kpa Toegest. werkdruk (verwarmingswaterzijde) bar MPa 0,3 0,3 0,3 0,3 Aansluitingen (met aansluittoebehoren) Ketelaanvoer en -retour R ¾ ¾ ¾ ¾ Koud en warm water R ½ ½ ½ ½ Circulatie R ½ ½ ½ ½ Afmetingen Lengte Breedte Hoogte Gasaansluiting (met aansluittoebehoren) R ½ ½ ½ ½ Laadboiler voor het tapwater Inhoud Liter Toegest. tapwaterbeveiligingsdruk bar MPa Tapwater-continuvermogen kw 17,2 17,2 29,3 33,5 bij tapwateropwarming van 10 naar 40 C Liter/h Vermogenskengetal N L 1,8 1,8 3,0 4,8 Warmwateruitgangsvermogen Liter/10 min bij tapwateropwarming van 10 naar 40 C Aansluitwaarden Op basis van max. belasting met gas Aardgas H-G20 m 3 /h 1,89 1,89 3,23 3,69 Aardgas LL m 3 /h 2,20 2,20 3,75 4,30 Vloeibaar gas P kg/h 1,40 1,40 2,38 2,73 *1 Als de gasaansluitdruk boven de max. toegest. gasaansluitdruk ligt, moet een aparte gasdrukregelaar voor de installatie worden geplaatst. 6 VIESMANN VITODENS

7 Vitodens 222-F, type B2TB (vervolg) Gasketel, type B en C, categorie II 2N3P Nominaal vermogensbereik (gegevens conform EN ) Waarden tussen ( ) bij werking met vloeibaar gas P T V /T R = 50/30 C kw 1,9-13,0 1,9-19,0 2,6-26,0 1,8 (3,5) - 35,0 T V /T R = 80/60 C kw 1,7-12,1 1,7-17,6 2,4-24,1 1,6 (3,2) - 32,5 Rookgaskenwaarden *2 Rookgaswaarden volgens G 635/G 636 G 52 /G 51 G 52 /G 51 G 52 /G 51 G 52 /G 51 Temperatuur (bij retourtemperatuur van 30 C) bij nominaal vermogen C bij deellast C Temperatuur (bij retourtemperatuur van 60 C) C Massadebiet bij aardgas bij nominaal vermogen (tapwateropwarming) kg/h 31,8 31,8 54,3 62,1 bij deellast kg/h 5,5 5,5 8,7 8,7 bij vloeibaar gas bij nominaal vermogen (tapwateropwarming) kg/h 30,2 30,2 51,5 58,9 bij deellast kg/h 7,6 7,6 14,0 14,0 Beschikbare trek Pa mbar 2,5 2,5 2,5 2,5 Max. condenswaterdebiet volgens DWA-A 251 l/h 2,3 2,5 4,3 4,9 Condenswateraansluiting (slangtule) Ø Rookgasaansluiting Ø Luchttoevoeraansluiting Ø Norm rendement bij T V /T R = 40/30 C % tot 98 (H s )/109 (H i ) Energie-efficiëntieklasse Verwarmen A A A A Tapwateropwarming, tapprofiel XL A A A A 1 *2 Rekenwaarden voor de dimensionering van de rookgasinstallatie volgens EN Rookgastemperaturen als gemeten brutowaarden bij 20 C verbrandingsluchttemperatuur. De rookgastemperatuur bij een retourtemperatuur van 30 C is bepalend voor de dimensionering van de rookgasinstallatie. De rookgastemperatuur bij een retourtemperatuur van 60 C is voor de bepaling van het gebruik van rookgasleidingen bij maximaal toegestane bedrijfstemperaturen. VITODENS VIESMANN 7

8 Vitodens 222-F, type B2TB (vervolg) 50 1 E F D C B A A A A A A A G K G c d 40 H a b G D C E F A 50 e B A Verwarmingsaanvoer R¾ B Warm water R½ C Gasaansluiting R½ D Koud water R½ E Verwarmingsretour R¾ Nom. vermogen in kw a b c d e 13 tot F Circulatie R½ (apart toebehoren) G Afvoer condenswater naar achteren in de wand H Afvoer condenswater naar de zijkant K Bereik voor elektrische leidingen In de afmetingen zijn als voorbeeld armaturen voor opbouwmontage naar boven en links/rechts weergegeven. De aansluitsets moeten afzonderlijk als toebehoren besteld worden. Maten bij de aparte aansluitsets zie planningsaanwijzingen. Bij het gebruik van de aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar onderen moet een wandafstand van 70 in acht genomen worden. Alle hoogtematen hebben een tolerantie van +7 door de stelpoten. 8 VIESMANN VITODENS

9 Vitodens 222-F, type B2TB (vervolg) Toerentalgeregelde CV-pomp in de Vitodens 222-F De geïntegreerde circulatiepomp is een hoogefficiënte circulatiepomp met duidelijk verlaagd stroomverbruik ten opzichte van gewone pompen. Het pomptoerental en daarmee het pompvermogen wordt afhankelijk van de buitentemperatuur en schakeltijden voor stookwerking of verlaagde werking geregeld. De regeling verzendt via een interne gegevens-bus de actuele toerentalgegevens naar de circulatiepomp. Het min. en max. toerental, alsook het toerental bij verlaagde werking kunnen door coderingen aan de regeling aan de beschikbare verwarmingsinstallatie worden aangepast. Bij levering zijn het minimale pompvermogen (codeeradres E7 ) en het maximale pompvermogen (codeeradres E6 ) op de volgende waarden ingesteld: Nom. vermogen in kw Toerentalbesturing in situatie bij levering in % Min. pompvermogen Max. pompvermogen In combinatie met evenwichtsfles, verwarmingswaterbuffer en verwarmingscircuits met mengklep loopt de interne circulatiepomp met een constant toerental. Het toerental kan door de codering op de regeling naargelang behoefte worden aangepast. Technische gegevens circulatiepomp Nom. vermogen kw Circulatiepomp Type UPM UPM UPM UPM Nominale spanning V ~ Opgenomen vermogen max. W min. W Leveringstoestand W Energie-efficiëntieklasse A A A A 1 VITODENS VIESMANN 9

10 Vitodens 222-F, type B2TB (vervolg) Restopvoerhoogten van de ingebouwde circulatiepomp 1 G F E D C B A H Restopvoerhoogte mbar kpa Debiet in liter/h H Bovengrens werkbereik Karakteristiek Pompvermogen circulatiepomp Instelling codeeradr. E6 A 40 % E6:040 B 50 % E6:050 C 60 % E6:060 D 70 % E6:070 E 80 % E6:080 F 90 % E6:090 G 100 % E6: VIESMANN VITODENS

11 Vitodens 222-F, type B2SB 2.1 Productbeschrijving A Inox-Radial-verwarmingsoppervlakken van roestvast staal - voor een grote bedrijfszekerheid bij lange gebruiksduur en een groot warmtevermogen in een zeer kleine ruimte B Modulerende MatriX-cilinderbrander met intelligente Lambda- Pro-Control Plus verbrandingsregeling voor zeer lage uitstoot van schadelijke stoffen en stille werking C Geïntegreerd membraan drukexpansievat D Digitale ketelcicuitregeling E Geïntegreerde, toerentalgeregelde, hoogefficiënte circulatiepomp F Binnenverwarmde warmwaterboiler 2 Het compacte toestel Vitodens 222-F combineert de voordelen van de Vitodens 200-W met het hoge tapwatercomfort van een afzonderlijke warmwaterboiler. Zoals alle compacte Viessmann-toestellen heeft het condensatietoestel op gas Vitodens 222-F weinig plaats nodig: Breedte en diepte komen overeen met de genormeerde afmetingen in de keuken. De beproefde MatriX-cilinderbrander met Lambda Pro Control Plus verbrandingsregeling past zich automatisch aan verschillende gaskwaliteiten aan en garandeert een constant hoog normrendement van 98 % (H s ). De Vitodens 222-F, type B2SB met geïntegreerde buisspiraalboiler met 130 l inhoud is speciaal voor gebieden met hard water geschikt. De buisspiraal met zijn glad oppervlak is ongevoelig voor kalkafzettingen. Toepassingsaanbevelingen Plaatsing in eengezinswoningen en rijwoningen Nieuwbouw (bijv. prefab-huizen en projectontwikkeling): Plaatsing in bijkeuken of op zolder Renovatie: vervanging van gascirculatiewaterverwarmers, op de vloer staande atmosfersiche gasverwarmingsketels en olie-/ gasverwarmingsketels met ondergeplaatste warmwaterboilers. Toepassing in gebieden met een tapwaterhardheid > 20 dh (3,58 mol/m 3 ) De voordelen op een rij Normrendement: tot 98 % (H s )/109 % (H i ) Duurzaam en efficiënt door Inox-Radial-warmtewisselaar Modulerende MatriX-cilinderbrander met lange gebruiksduur door edelstalen MatriX-weefsel ongevoelig aan hoge temperatuurbelasting modulatiebereik tot 1:10 (26 kw) Geëmailleerde, intern verwarmde warmwaterboiler met 130 l inhoud (N L -getal tot 1,8) Stroombesparende hoogefficiënte circulatiepomp Nieuw, innovatief bedieningsconcept via touchdisplay in kleur met weergave in volle tekst en grafieken, inbedrijfstellingsassistenten, weergaven voor energieverbruiken, alsook alternatieve bediening via mobiel eindapparaat Geschikt voor gebruik met internet door Vitoconnect (toebehoren) voor bediening en service via Viessmann apps Lambda Pro Control Plus verbrandingsregeling voor alle gastypen VITODENS VIESMANN 11

12 Vitodens 222-F, type B2SB (vervolg) 2 Automatische rookgaswegaanpassing Geen zijdelingse serviceafstand noodzakelijk Opbouwkit in toestelafmetingen en -design (toebehoren) voor de aansluiting van een geregeld en een ongeregeld verwarmingscircuit. Leveringstoestand Condenserende HR-gasketel met Inox-Radial verwarmingsoppervlak, modulerende MatriX-cilinderbrander voor aard- en vloeibaar gas, expansievat, toerentalgeregelde hoogefficiënte circulatiepomp en geïntegreerde warmwaterboiler. Met aansluitklare buizen en kabels. Kleur van de epoxyharsgecoate bekleding: wit. Apart verpakt: Vitotronic 100 voor verhoogde werking of Vitotronic 200 voor weersafhankelijke werking. Voorbereid voor gebruik met aardgas H-G20. Omschakeling binnen de gasgroepen E/LL is niet nodig. De omschakeling naar vloeibaar gas dient te worden uitgevoerd door de Technische Dienst van Viessmann. Benodigd toebehoren (moet meebesteld worden) Opbouwinstallatie Aansluitset voor opbouwinstallatie naar boven of Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar boven of Aansluitset voor opbouwinstallatie naar links of rechts of Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar links of rechts of Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar beneden of Opbouwkit met mengklep Inbouwinstallatie Aansluitset voor inbouwinstallatie of Opbouwkit met mengklep Gecertificeerde kwaliteit CE-label overeenkomstig bestaande EG-richtlijnen Kwaliteitskenmerk van de ÖVGW voor producten van het Gas- en Wasserfaches (Duitse vereniging voor gas en water) Voldoet aan de grenswaarden van het Duitse milieulabel Blauer Engel conform RAL UZ VIESMANN VITODENS

13 Vitodens 222-F, type B2SB (vervolg) 2.2 Technische gegevens Gasketel, type B en C, categorie II 2N3P Nominaal vermogensbereik (gegevens conform EN ) T V /T R = 50/30 C kw 1,9-13,0 1,9-19,0 2,6-26,0 T V /T R = 80/60 C kw 1,7-12,1 1,7-17,6 2,4-24,1 Nom. vermogen bij tapwateropwarming kw 1,7-17,2 1,7-17,2 2,4-23,7 Nominale warmtebelasting kw 1,8-17,9 1,8-17,9 2,5-24,7 Product-ID-nuer CE-0085CN0050 Beschermingstype IP X4 volgens EN Gasaansluitdruk Aardgas mbar kpa Vloeibaar gas mbar kpa Max. toegestane gasaansluitdruk *3 Aardgas mbar 25,0 25,0 25,0 2,5 2,5 2,5 Vloeibaar gas mbar 57,5 57,5 57,5 5,75 5,75 5,75 Geluidsvermogensniveau (gegevens conform EN ISO ) bij deellast db(a) bij nominaal vermogen (tapwateropwarming) db(a) Elektr. opgenomen vermogen in de toestand bij levering W max. W Gewicht kg Inhoud van de warmtewisselaar Liter 1,8 1,8 2,4 Max. aanvoertemperatuur C Max. debiet Liter/h (Grenswaarde voor gebruik van een evenwichtsfles.) Nom. circulatiewaterhoeveelheid Liter/h bij T V /T R = 80/60 C Expansievat Inhoud Liter Voordruk bar 0,75 0,75 0,75 kpa Toegest. werkdruk (verwarmingswaterzijde) bar MPa 0,3 0,3 0,3 Aansluitingen (met aansluittoebehoren) Ketelaanvoer en -retour R ½ ¾ ¾ Koud en warm water R ½ ½ ½ Circulatie R ½ ½ ½ Afmetingen Lengte Breedte Hoogte Gasaansluiting (met aansluittoebehoren) R ½ ½ ½ Warmwaterboiler Inhoud Liter Toegest. tapwaterbeveiligingsdruk bar MPa Tapwater-continuvermogen kw 17,2 17,2 23,7 bij tapwateropwarming van 10 naar 40 C Liter/h Vermogenskengetal N L *4 1,3 1,3 1,8 Warmwateruitgangsvermogen Liter/10 min bij tapwateropwarming van 10 naar 40 C Aansluitwaarden Op basis van max. belasting met gas Aardgas H-G20 m 3 /h 1,89 1,89 2,61 Aardgas L-G25 m 3 /h 2,06 2,20 3,04 Vloeibaar gas P kg/h 1,31 1,40 1,93 2 *3 Als de gasaansluitdruk boven de max. toegest. gasaansluitdruk ligt, moet een aparte gasdrukregelaar voor de installatie worden geplaatst. *4 Bij 70 C gemiddelde ketelwatertemperatuur en boilerbevoorradingstemperatuur Tsp = 60 C. Het warmwater-vermogenkengetal NL verandert met de boilerbevoorradingstemperatuur Tsp. Richtwaarden: Tsp = 60 C 1,0 NL Tsp = 55 C 0,75 NL Tsp = 50 C 0,55 NL Tsp = 45 C 0,3 NL. VITODENS VIESMANN 13

14 Vitodens 222-F, type B2SB (vervolg) 2 Gasketel, type B en C, categorie II 2N3P Nominaal vermogensbereik (gegevens conform EN ) T V /T R = 50/30 C kw 1,9-13,0 1,9-19,0 2,6-26,0 T V /T R = 80/60 C kw 1,7-12,1 1,7-17,6 2,4-24,1 Rookgaskenwaarden *2 Rookgaswaarden volgens G 635/G 636 G 52 /G 51 G 52 /G 51 G 52 /G 51 Temperatuur (bij retourtemperatuur van 30 C) bij nominaal vermogen C bij deellast C Temperatuur (bij retourtemperatuur van 60 C) C Massadebiet bij aardgas bij nominaal vermogen kg/h 31,8 31,8 43,9 bij deellast kg/h 5,5 5,5 8,7 bij vloeibaar gas bij nominaal vermogen kg/h 30,2 30,2 41,7 bij deellast kg/h 7,6 7,6 14,0 Beschikbare trek Pa mbar 2,5 2,5 2,5 Max. condenswaterdebiet volgens DWA-A 251 l/h 2,3 2,5 3,5 Condenswateraansluiting (slangtule) Ø Rookgasaansluiting Ø Luchttoevoeraansluiting Ø Norm rendement bij T V /T R = 40/30 C % tot 98 (H s )/109 (H i ) Energie-efficiëntieklasse Verwarmen A A A Tapwateropwarming, tapprofiel XL A A A *2 Rekenwaarden voor de dimensionering van de rookgasinstallatie volgens EN Rookgastemperaturen als gemeten brutowaarden bij 20 C verbrandingsluchttemperatuur. De rookgastemperatuur bij een retourtemperatuur van 30 C is bepalend voor de dimensionering van de rookgasinstallatie. De rookgastemperatuur bij een retourtemperatuur van 60 C is voor de bepaling van het gebruik van rookgasleidingen bij maximaal toegestane bedrijfstemperaturen. 14 VIESMANN VITODENS

15 Vitodens 222-F, type B2SB (vervolg) 50 E D F C B A A B C F D E G 2 K G H G D C E F A 50 a B A Verwarmingsaanvoer R¾ B Warm water R½ C Gasaansluiting R½ D Koud water R½ E Verwarmingsretour R¾ F Circulatie R½ (apart toebehoren) G Afvoer condenswater naar achteren in de wand H Afvoer condenswater naar de zijkant K Bereik voor elektrische leidingen Nom. vermogen kw a 13 en In de afmetingen zijn als voorbeeld armaturen voor opbouwmontage naar boven en links/rechts weergegeven. De aansluitsets moeten afzonderlijk als toebehoren besteld worden. Maten bij de aparte aansluitsets zie planningsaanwijzingen. Bij het gebruik van de aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar onderen moet een wandafstand van 70 in acht genomen worden. Alle hoogtematen hebben een tolerantie van +7 door de stelpoten. VITODENS VIESMANN 15

16 Vitodens 222-F, type B2SB (vervolg) 2 Toerentalgeregelde CV-pomp in de Vitodens 222-F De geïntegreerde circulatiepomp is een hoogefficiënte circulatiepomp met duidelijk verlaagd stroomverbruik ten opzichte van gewone pompen. Het pomptoerental en daarmee het pompvermogen wordt afhankelijk van de buitentemperatuur en schakeltijden voor stookwerking of verlaagde werking geregeld. De regeling verzendt via een interne gegevens-bus de actuele toerentalgegevens naar de circulatiepomp. Het min. en max. toerental, alsook het toerental bij verlaagde werking kunnen door coderingen aan de regeling aan de beschikbare verwarmingsinstallatie worden aangepast. Bij levering zijn het minimale pompvermogen (codeeradres E7 ) en het maximale pompvermogen (codeeradres E6 ) op de volgende waarden ingesteld: Nom. vermogen in kw Toerentalbesturing in situatie bij levering in % Min. pompvermogen Max. pompvermogen In combinatie met evenwichtsfles, verwarmingswaterbuffer en verwarmingscircuits met mengklep loopt de interne circulatiepomp met een constant toerental. Het toerental kan door de codering op de regeling naargelang behoefte worden aangepast. Technische gegevens circulatiepomp Nom. vermogen kw Circulatiepomp Type UPM UPM UPM Nominale spanning V ~ Opgenomen vermogen max. W min. W Leveringstoestand W Energie-efficiëntieklasse A A A 16 VIESMANN VITODENS

17 Vitodens 222-F, type B2SB (vervolg) Restopvoerhoogten van de ingebouwde circulatiepomp G F E D C B A H Restopvoerhoogte mbar kpa Debiet in liter/h H Bovengrens werkbereik Karakteristiek Pompvermogen circulatiepomp Instelling codeeradr. E6 A 40 % E6:040 B 50 % E6:050 C 60 % E6:060 D 70 % E6:070 E 80 % E6:080 F 90 % E6:090 G 100 % E6:100 VITODENS VIESMANN 17

18 Vitodens 242-F, type B2UB 3.1 Productbeschrijving A Inox-Radial-verwarmingsoppervlakken van roestvast staal - voor een grote bedrijfszekerheid bij lange gebruiksduur en een groot warmtevermogen in een zeer kleine ruimte B Modulerende MatriX-gasbrander voor zeer lage uitstoot van schadelijke stoffen C Geïntegreerd membraan drukexpansievat D Digitale ketelcicuitregeling E Geïntegreerde zonnecircuitpomp F Bivalente warmwaterboiler 3 Het tegen de wand geplaatste compact condensatiewandtoestel op gas Vitodens 242-F is compact, efficiënt, aantrekkelijk geprijsd en geschikt voor gebruik op zonne-energie. Al af fabriek is het compacte toestel voor de directe aansluiting op een zonne-installatie voorbereid. De zonneregelingsmodule is al ingebouwd en wordt via de Vitotronic-regeling aangestuurd. De tapwatervoorziening met de bivalante warmwaterboiler met 170 l inhoud is comfortabel. Voor het eenvoudig inbrengen in de stookruimte kan de Vitodens 242-F in twee delen getransporteerd worden Toepassingsaanbevelingen Plaatsing in eengezinswoningen en rijwoningen Nieuwbouw (bijv. prefab-huizen en projectontwikkeling): Plaatsing in huishoudelijke ruimtes De voordelen op een rij Compacte condensatieketel op gas met geïntegreerde zonneboiler Normrendement: tot 98 % (H s )/109 % (H i ) Duurzaam en efficiënt door Inox-Radial-warmtewisselaar van roestvast staal MatriX-cilinderbrander met Lambda Pro Control Plus verbrandingsregeling voor permanent hoog rendement en lage emissiewaarden modulatiebereik tot 1:10 Stroombesparende hoogefficiënte circulatiepompen voor verwarmingscircuit en zonnecircuit Geëmailleerde, bivalente laadboiler met 170 l inhoud Nieuw, innovatief bedieningsconcept via touchdisplay in kleur met weergave in volle tekst en grafieken, inbedrijfstellingsassistenten, weergaven voor energieverbruiken, alsook alternatieve bediening via mobiel eindapparaat Geschikt voor gebruik met internet door Vitoconnect (toebehoren) voor bediening en service via Viessmann apps Automatische rookgaswegaanpassing Deelbaar voor eenvoudige transport en plaatsing 18 VIESMANN VITODENS

19 Vitodens 242-F, type B2UB (vervolg) Dekking zonne-energie > 50 % Opbouwkit in toestelafmetingen en -design (toebehoren) voor de aansluiting van een geregeld en een ongeregeld verwarmingscircuit. Leveringstoestand Gascondensatieketel met Inox-Radial verwarmingsoppervlak, MatriX-cilinderbrander voor aardgas en vloeibaar gas volgens DVGW-werkblad G260, expansievat, toerentalgeregelde CV-pomp en zonnecircuitpomp, opvangreservoir, zonnemedium, veiligheidsklep aan zonnesysteemzijde, Vitotronic 200 voor weersafhankelijke werking, zonneregelingsmodule en geïntegreerde zonneboiler voor tapwater. Met aansluitklare buizen en kabels. Kleur van de epoxyharsgecoate bekleding: wit. Voorbereid voor gebruik met aardgas H-G20. Omschakeling binnen de gasgroepen E/LL is niet nodig. De omschakeling naar vloeibaar gas dient te worden uitgevoerd door de Technische Dienst van Viessmann. Benodigd toebehoren (moet meebesteld worden) Opbouwinstallatie Aansluitset voor opbouwinstallatie naar boven of Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar boven of Aansluitset voor opbouwinstallatie naar links of rechts of Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar links of rechts of Opbouwkit met mengklep Inbouwinstallatie Aansluitset voor inbouwinstallatie of Opbouwkit met mengklep Gecertificeerde kwaliteit CE-label overeenkomstig bestaande EG-richtlijnen Kwaliteitskenmerk van de ÖVGW voor producten van het Gas- en Wasserfaches (Duitse vereniging voor gas en water) Voldoet aan de grenswaarden van het Duitse milieulabel Blauer Engel conform RAL UZ VITODENS VIESMANN 19

20 Vitodens 242-F, type B2UB (vervolg) 3.2 Technische gegevens 3 Gasketel, type B en C, categorie II 2N3P Nominaal vermogensbereik (gegevens conform EN ) T V /T R = 50/30 C kw 1,9-13,0 1,9-19,0 2,6-26,0 T V /T R = 80/60 C kw 1,7-12,1 1,7-17,6 2,4-24,1 Nom. vermogen bij tapwateropwarming kw 1,7-17,2 1,7-17,2 2,4-29,3 Nominale warmtebelasting kw 1,8-17,9 1,8-17,9 2,5-30,5 Product-ID-nuer CE-0085CN0050 Beschermingstype IP X4 volgens EN Gasaansluitdruk Aardgas mbar kpa Vloeibaar gas mbar kpa Max. toegestane gasaansluitdruk *5 Aardgas mbar 25,0 25,0 25,0 kpa 2,5 2,5 2,5 Vloeibaar gas mbar 57,5 57,5 57,5 kpa 5,75 5,75 5,75 Geluidsvermogensniveau (gegevens conform EN ISO ) bij deellast db(a) bij nominaal vermogen (tapwateropwarming) db(a) Elektr. opgenomen vermogen in de toestand bij levering W max. W Gewicht totaal (met bekleding) kg warmtecelmodule kg boilermodule kg Inhoud van de warmtewisselaar Liter 1,8 1,8 2,4 Inhoud zonnecircuit Liter 9,9 9,9 9,9 Max. aanvoertemperatuur C Max. debiet Liter/h (Grenswaarde voor gebruik van een evenwichtsfles.) Nom. circulatiewaterhoeveelheid Liter/h bij T V /T R = 80/60 C Expansievat Inhoud Liter Voordruk bar 0,75 0,75 0,75 kpa Toegel. bedrijfsdruk verwarmingscircuit bar MPa 0,3 0,3 0,3 zonnecircuit bar MPa 0,6 0,6 0,6 Aansluitingen (met aansluittoebehoren) Ketelaanvoer en -retour R ¾ ¾ ¾ Zonneaanvoer en -retour R/Ø ¾/22 ¾/22 ¾/22 Koud en warm water R ½ ½ ½ Circulatie R ½ ½ ½ Afmetingen Lengte Breedte Hoogte Kantelmaat Gasaansluiting (met aansluittoebehoren) R ½ ½ ½ *5 Als de gasaansluitdruk boven de max. toegest. gasaansluitdruk ligt, moet een aparte gasdrukregelaar voor de installatie worden geplaatst. 20 VIESMANN VITODENS

21 Vitodens 242-F, type B2UB (vervolg) Gasketel, type B en C, categorie II 2N3P Nominaal vermogensbereik (gegevens conform EN ) T V /T R = 50/30 C kw 1,9-13,0 1,9-19,0 2,6-26,0 T V /T R = 80/60 C kw 1,7-12,1 1,7-17,6 2,4-24,1 Warmwaterboiler Inhoud Liter Toegest. tapwaterbeveiligingsdruk bar MPa Tapwater-continuvermogen kw 17,2 17,2 29,3 bij tapwateropwarming van 10 naar 40 C Liter/h Vermogenskengetal N L *6 1,4 1,4 2,0 Warmwateruitgangsvermogen Liter/10 min bij tapwateropwarming van 10 naar 40 C Aansluitwaarden Op basis van max. belasting met gas Aardgas H-G20 m 3 /h 1,89 1,89 3,23 Aardgas L-G25 m 3 /h 2,20 2,20 3,75 Vloeibaar gas P kg/h 1,40 1,40 2,39 Rookgaskenwaarden *2 Rookgaswaarden volgens G 635/G 636 G 52 /G 51 G 52 /G 51 G 52 /G 51 Temperatuur (bij retourtemperatuur van 30 C) bij nominaal vermogen C bij deellast C Temperatuur (bij retourtemperatuur van 60 C) C Massadebiet bij aardgas bij nominaal vermogen kg/h 31,8 31,8 43,9 bij deellast kg/h 5,5 5,5 8,7 bij vloeibaar gas bij nominaal vermogen kg/h 30,2 30,2 41,7 bij deellast kg/h 7,6 7,6 14,0 Beschikbare trek Pa mbar 2,5 2,5 2,5 Max. condenswaterdebiet volgens DWA-A 251 l/h 2,3 2,5 4,3 Condenswateraansluiting (slangtule) Ø Rookgasaansluiting Ø Luchttoevoeraansluiting Ø Norm rendement bij T V /T R 40/30 C % tot 98 (H s )/109 (H i ) Energie-efficiëntieklasse Verwarmen A A A Tapwateropwarming, tapprofiel XL A A A 3 *6 Bij 70 C gemiddelde ketelwatertemperatuur en boilerbevoorradingstemperatuur Tsp = 60 C. Het warmwater-vermogenkengetal NL verandert met de boilerbevoorradingstemperatuur Tsp. Richtwaarden: Tsp = 60 C 1,0 NL Tsp = 55 C 0,75 NL Tsp = 50 C 0,55 NL Tsp = 45 C 0,3 NL. *2 Rekenwaarden voor de dimensionering van de rookgasinstallatie volgens EN Rookgastemperaturen als gemeten brutowaarden bij 20 C verbrandingsluchttemperatuur. De rookgastemperatuur bij een retourtemperatuur van 30 C is bepalend voor de dimensionering van de rookgasinstallatie. De rookgastemperatuur bij een retourtemperatuur van 60 C is voor de bepaling van het gebruik van rookgasleidingen bij maximaal toegestane bedrijfstemperaturen. VITODENS VIESMANN 21

22 a Vitodens 242-F, type B2UB (vervolg) 50 M H G F E D C B A A B C D E F G H K K L K D E F G H A B C A Zonneretour R¾/Ø 22 B Verwarmingsaanvoer R¾ C Warm water R½ D Gasaansluiting R½ E Circulatie R½ (apart toebehoren) F Koud water R½ G Verwarmingsretour R¾ H Zonneaanvoer R¾/Ø 22 K Afvoer condenswater naar achteren in de wand L Afvoer condenswater naar de zijkant M Bereik voor elektrische leidingen 22 VIESMANN VITODENS

23 Vitodens 242-F, type B2UB (vervolg) Nom. vermogen kw a 13 en Alle hoogtematen hebben een tolerantie van +7 door de stelpoten. In de afmetingen zijn als voorbeeld armaturen voor opbouwmontage naar boven en links/rechts weergegeven. De aansluitsets moeten afzonderlijk als toebehoren besteld worden. Maten bij de aparte aansluitsets zie planningsaanwijzingen. Toerentalgeregelde CV-pomp in de Vitodens 242-F De geïntegreerde circulatiepomp is een hoogefficiënte circulatiepomp met duidelijk verlaagd stroomverbruik ten opzichte van gewone pompen. Het pomptoerental en daarmee het pompvermogen wordt afhankelijk van de buitentemperatuur en schakeltijden voor stookwerking of verlaagde werking geregeld. De regeling verzendt via een interne gegevens-bus de actuele toerentalgegevens naar de circulatiepomp. Het min. en max. toerental, alsook het toerental bij verlaagde werking kunnen door coderingen aan de regeling aan de beschikbare verwarmingsinstallatie worden aangepast. Bij levering zijn het minimale pompvermogen (codeeradres E7 ) en het maximale pompvermogen (codeeradres E6 ) op de volgende waarden ingesteld: Nom. vermogen in kw Toerentalbesturing in situatie bij levering in % Min. pompvermogen Max. pompvermogen In combinatie met evenwichtsfles, verwarmingswaterbuffer en verwarmingscircuits met mengklep loopt de interne circulatiepomp met een constant toerental. Het toerental kan door de codering op de regeling naargelang behoefte worden aangepast. Technische gegevens circulatiepomp Nom. vermogen kw Circulatiepomp Type UPM UPM UPM Nominale spanning V ~ Opgenomen vermogen max. W min. W Leveringstoestand W Energie-efficiëntieklasse A A A 3 VITODENS VIESMANN 23

24 Vitodens 242-F, type B2UB (vervolg) Restopvoerhoogten van de ingebouwde circulatiepomp G F E 3 D C B A H Restopvoerhoogte mbar kpa Debiet in liter/h H Bovengrens werkbereik Karakteristiek Pompvermogen circulatiepomp Instelling codeeradr. E6 A 40 % E6:040 B 50 % E6:050 C 60 % E6:060 D 70 % E6:070 E 80 % E6:080 F 90 % E6:090 G 100 % E6:100 Toerentalgeregelde zonnecircuitpomp in de Vitodens 242-F De geïntegreerde zonnecircuitpomp is een hoogefficiënte circulatiepomp met duidelijk verlaagd stroomverbruik ten opzichte van gewone pompen. Het min. en max. toerental en hiermee het pompvermogen wordt door coderingen aan de regeling ingesteld. De regeling verzendt via een interne gegevens-bus de actuele toerentalgegevens naar de circulatiepomp. Bij levering is het minimale pompvermogen (codeeradres 05 in groep zonnesysteem) op 30% ingesteld. Het maximale pompvermogen (codeeradres 06 in groep zonnesysteem) is op 100 % ingesteld. 24 VIESMANN VITODENS

25 Vitodens 242-F, type B2UB (vervolg) Type VI Solar PM Nominale spanning V ~ 230 Opgenomen vermogen max. W 55 min. W 3 Energie-efficiëntieklasse A Restopvoerhoogtes van de ingebouwde zonnecircuitpomp max. Restopvoerhoogte mbar kpa Debiet in liter/h min Inbrengen van de Vitodens 242-F in enge ruimtes Indien nodig kunnen warmtecel en boiler voor het makkelijker inbrengen op de bouwplaats gescheiden worden. Gewicht van de losse delen zie technische gegevens VITODENS VIESMANN 25

26 Installatietoebehoren 4.1 Installatietoebehoren voor Vitodens 222-F Aansluitset voor opbouwinstallatie naar boven Best.-nr Onderdelen: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en -retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar links of rechts Best.-nr Onderdelen: Aansluitconsole Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en -retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep 4 Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar boven Best.-nr Onderdelen: Aansluitconsole Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en -retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar beneden Best.nr. ZK Onderdelen: Aansluitconsole Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en -retour met ketelvul- en aftapkraan en ontluchter 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) Haakse gaskraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Aansluitset voor opbouwinstallatie naar links of rechts Best.-nr Onderdelen: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en -retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Bij dit installatietype is achter de warmtegenerator een wandafstand van 70 vereist. Aansluitset voor inbouwinstallatie Best.nr Bestaande uit: Montageplaat Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en -retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) Haakse gaskraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep 26 VIESMANN VITODENS

27 Installatietoebehoren (vervolg) Toebehoren voor de opbouwkit Strangregelklep met doorstromingsindicatie Best.nr Voor hydraulische afstelling van de verwarmingscircuits Opbouwkit met mengklep Voor opbouwmontage Bestelnr. Z Voor inbouwinstallatie Bestelnr. Z Technische gegevens opbouwkit met mengklep Module voor de warmteverdeling via een verwarmingscircuit met mengklep en een verwarmingsircuit zonder mengklep in het toesteldesign. Voor montage op de verwarmingsketel. Bestaande uit: Plaatwarmtewisselaar voor systeemscheiding van het verwarmingscircuit met mengklep Toerentalgeregelde, hoogefficiënte circulatiepomp voor het verwarmingscircuit met mengklep 3-wegmengklep met mengklepmotor Mengklepelektronica, counicatie met Vitotronic 200 via KMBUS Instelbare bypass Aansluitset voor opbouw- of inbouwinstallatie met: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Aanvoertemperatuursensor Afdekking in het toesteldesign Coaxiaal verlengstuk ketelaansluitstuk Het verwarmingscircuit zonder mengklep wordt door de geïntegreerde circulatiepomp van de Vitodens gevoed. Installatieschema voor werking met opbouwkit: Zie De opbouwkit is alleen in combinatie met Vitotronic 200 inzetbaar. Max. overdraagbaar vermogen verwarmingscircuit met mengklep (ΔT 10 K) Max. debiet verwarmingscircuit met mengklep (ΔT 10 K) Toegel. bedrijfsdruk Max. elektr. opgen. vermogen Gewicht (met verpakking) kw l/h bar W kg Klemtemperatuurbewaker Best.nr Maximumtemperatuurbegrenzer voor vloerverwarming Klemtemperatuurmeter met aansluitkabel 1,5 m lang VITODENS VIESMANN 27 4

28 Installatietoebehoren (vervolg) Restopvoerhoogtes van de ingebouwde circulatiepomp voor het verwarmingscircuit met mengklep Restopvoerhoogte mbar kpa Debiet in l/h Max. Min Bepaling van het overdraagbare warmtevermogen (voorbeelden) Via de plaatwarmtewisselaar van de opbouwkit kan max. 14 kw vermogen overgedragen worden. Om afgestelde debieten van het geregelde verwarmingscircuit (opbouwkit) en van het ongeregelde verwarmingscircuit (radiatorenverwarmingscircuit) te bereiken, moet de hydraulische weerstand in de opbouwkit verhoogd worden. Hiervoor kan de als toebehoren verkrijgbare strengregelingsklep met doorstromingsindicator aan de primaire zijde van de plaatwarmtewisselaar tussen aanvoer en retour ingebouwd worden. De nominale hoeveelheid circulatiewater van de verwarmingsketel (zie technische gegevens) min het debiet door de plaatwarmtewisselaar van de opbouwkit is gelijk aan het debiet van het ongeregelde verwarmingscircuit. Voorbeeld: Vitodens 222-F, 26 kw Nom. circulerend watervolume bij ΔT 20 K: 1018 l/h Vermogen voor geregeld verwarmingscircuit (verondersteld): 13 kw Resulterend debiet aan primaire zijde van de plaatwarmtewisselaar bij ΔT 20 K: 560 l/h = 9,3 l/min (in te stellen via de strengregelingsklep) Debiet van het ongeregelde verwarmingscircuit: 1018 l/h 560 l/h = 458 l/h Aansluitset voor de circulatiepomp Best.nr Voor inbouw in het toestel Onderdelen: Hoogefficiënte circulatiepomp Debietregelklep Buisgroep met isolatie Bij Vitodens met laadboiler of zonneboiler is bijkomend een uitbreiding AM1 of EA1 voor de aansluiting aan de Vitotronic vereist. Aansluitset tapwater-expansievat Best.nr Voor inbouw in het toestel Max. werkingsdruk in de koudwatertoevoer: 3 bar (0,3 MPa) Het tapwater-expansievat is tot 10 bar toegestaan. Op basis van de opslagmaat maar slechts tot max. 3 bar bedrijfsdruk te gebruiken. Bij hogere drukken extern tapwater-expansievat installeren. Onderdelen: Tapwater-expansievat, inhoud 4 l, voordruk 3 bar (0,3 MPa) Aansluitbuizen Veiligheidsgroep conform DIN 1988 DN 15 Onderdelen: Afsluitklep Terugstroomblokkering en testaansluiting Manometer Membraan-veiligheidsklep Voor opbouwinstallatie door de installateur te plaatsen 28 VIESMANN VITODENS

29 Installatietoebehoren (vervolg) 10 bar (1,0 MPa) Best.nr a 6 bar (0,6 MPa) Best.nr Voor inbouwinstallatie in combinatie met aansluitset Aansluitbocht voor condenswaterafvoer Best.nr Aansluitleiding van het toestel: DN 20 Afvalwateraansluiting: DN 40 Neutraliseringsinrichting 10 bar (1,0 MPa) Best.nr a 6 bar (0,6 MPa) Best.nr Best.nr Met neutraliseringsgranulaat 310 DN 40 Armatuurafdekking Best.nr Voor aansluitset voor inbouwinstallatie Niet inzetbaar in combinatie met vulinrichting Neutraliseringsgranulaat 145 Best.nr x 1,3 kg Condensaatopvoerinstallatie 4 Vulinrichting met buisscheider Voor de aanbouw aan de aansluitsets Voor opbouwinstallatie (niet bij opbouwinstallatie naar onderen inzetbaar) Best.nr Best.nr. ZK Automatisch condensaatpompsysteem voor condenswater met een ph-waarde 2,5 van condenserende olie- en gasketels. Onderdelen: verzamelbak 2,0 l Centrifugaalpomp Terugstroomblokkering Aansluitkabel (1,5 m lang) voor storingsmelding Netaansluitkabel (1,5 m lang) met stekker 4 aansluitopeningen 7 30 voor condenswatertoevoer met aansluitstuk 7 max. 40 ) Afvoerslang 7 10 (5 m lang) Voor inbouwinstallatie en opbouwinstallatie naar onderen Best.nr Aansluitset voor extern verwarmingswater-expansievat Best.nr Aansluiting expansievat: R ½ Alleen bij Vitodens 333-F inzetbaar VITODENS VIESMANN 29

30 Installatietoebehoren (vervolg) A B Technische gegevens Nominale spanning 24 V- van de regeling Alarmdrempel 55 ppm CO conform EN Signaal PWM-signaal, wordt door de regeling geanalyseerd Beschermingsklasse II Beschermingstype IP 20 conform EN Toegestane omgevingstemperatuur 0 C tot 40 C Ketelplatform Best.-nr A Condenswaterafvoer B 4 x condenswatertoevoer met afsluitstop 4 Technische gegevens Nominale spanning 230 V~ Nominale frequentie 50 Hz Opgenomen vermogen 70 W Beschermingsgraad IP 20 Toegestane mediumtemperatuur +65 C Max. opvoerhoogte 50 kpa Max. pompvermogen 500 l/h Alarmcontact Wisselaar (potentiaalvrij), belastbaarheid 250 V/4 A Servicetoebehoren voor geautomatiseerde hydraulische afstelling Zie prijslijst. CO-bewaker Voor Vitodens 222-F Best.nr. ZK Detectiesysteem voor de veiligheidsuitschakeling van de verwarmingsketel bij uitstoot van koolmonoxide. Wandmontage aan het plafond in de buurt van de verwarmingsketel. Voor plaatsing van het toestel op de ruwe vloer Verstelbaar in de hoogte, voor estrikvloeren van 10 tot 18 cm Met afstandhouder voor opbouwinstallatie naar onder Draaghulp Best.-nr Voor het makkelijker inbrengen van compacte toestellen Inzetbaar voor: Vitodens 200-W, type B2HB, B2KB Vitodens 222-W, type B2LB Vitodens 222-F, type B2TB, B2SB Vitodens 242-F, type B2UB Onderdelen: Behuizing met geïntegreerde CO-sensor, elektronische signaalgeneratie en indicaties voor werking, fout en alarm Bevestigingsmateriaal Counicatiekabel warmtegenerator (2,5 m) Kleine onthardingsinstallatie voor het verwarmingswater Voor het vullen van het verwarmingscircuit Zie prijslijst Vitoset. Spoelsysteem plaatwarmtewisselaar Best.nr Voor de reiniging van de plaatwarmtewisselaar bij Vitodens met laadboiler 30 VIESMANN VITODENS

31 Installatietoebehoren (vervolg) Rookgascascade (overdruk) voor installaties met meerdere ketels met Vitodens 222-F Bestaande uit: Terugstroombeveiliging voor elke ketel Rookgasverzamelleiding Eindstuk met condensaatafvoer en sifon C A B B B B Installatie met 2 ketels Systeemformaat 100 Best.nr. ZK Systeemformaat 150 Best.nr. Z Installatie met 3 ketels Systeemformaat 100 Best.nr. ZK Systeemformaat 150 Best.nr. Z Installatie met 4 ketels Systeemformaat 100 Best.nr. ZK Systeemformaat 150 Best.nr. Z A Rookgasverzamelleiding B Terugstroombeveiliging (voor inbouw in de Vitodens 222-F) C Eindstuk met sifon 4 VITODENS VIESMANN 31

32 Installatietoebehoren (vervolg) 4.2 Installatietoebehoren Vitodens 242-F Aansluitset voor opbouwinstallatie naar boven Best.nr Bestaande uit: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en -retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) 2 aansluitstukken (R ¾) en 2 aansluitstukken (Ø 22 gladde buis) voor zonneaanvoer en -retour Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar links of rechts Best.nr Bestaande uit: Aansluitconsole Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en -retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) 2 aansluitstukken (R ¾) en 2 aansluitstukken (Ø 22 gladde buis) voor zonneaanvoer en -retour Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep 4 Aansluitset met voormontageconsole voor opbouwinstallatie naar boven Best.nr Bestaande uit: Aansluitconsole Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en -retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) 2 aansluitstukken (R ¾) en 2 aansluitstukken (Ø 22 gladde buis) voor zonneaanvoer en -retour Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Aansluitset voor inbouwinstallatie Best.nr Bestaande uit: Montageplaat Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en -retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) 2 aansluitstukken voor zonneaanvoer en -retour (R ¾) Haakse gaskraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Aansluitset voor opbouwinstallatie naar links of rechts Best.nr Bestaande uit: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en -retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) 2 aansluitstukken (R ¾) en 2 aansluitstukken (Ø 22 gladde buis) voor zonneaanvoer en -retour Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep 32 VIESMANN VITODENS

33 Installatietoebehoren (vervolg) Opbouwkit met mengklep Voor opbouwmontage Bestelnr. Z Klemtemperatuurbewaker Best.nr Maximumtemperatuurbegrenzer voor vloerverwarming Klemtemperatuurmeter met aansluitkabel 1,5 m lang Klemtemperatuurbegrenzer Best.nr Maximumtemperatuurbegrenzer voor vloerverwarming Klemtemperatuurmeter met aansluitkabel 1,5 m lang Technische gegevens opbouwkit met mengklep Module voor de warmteverdeling via een verwarmingscircuit met mengklep en een verwarmingsircuit zonder mengklep in het toesteldesign. Voor montage op de verwarmingsketel. Voor inbouwinstallatie Bestelnr. Z Bestaande uit: Plaatwarmtewisselaar voor systeemscheiding van het verwarmingscircuit met mengklep Toerentalgeregelde, hoogefficiënte circulatiepomp voor het verwarmingscircuit met mengklep 3-wegmengklep met mengklepmotor Mengklepelektronica, counicatie met Vitotronic 200 via KMBUS Instelbare bypass Aansluitset voor opbouw- of inbouwinstallatie met: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen (R ¾) voor verwarmingswateraanvoer en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater (R ½) 2 aansluitstukken (R ¾) en 2 aansluitstukken (Ø 22 gladde buis, alleen bij opbouwinstallatie) voor zonneaanvoer en -retour Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Aanvoertemperatuursensor Afdekking in het toesteldesign Coaxiaal verlengstuk ketelaansluitstuk Het verwarmingscircuit zonder mengklep wordt door de geïntegreerde circulatiepomp van de Vitodens gevoed. Installatieschema voor werking met opbouwkit: Zie Toebehoren voor de opbouwkit kw l/h bar W kg Strangregelklep met doorstromingsindicatie Best.nr Voor hydraulische afstelling van de verwarmingscircuits Max. overdraagbaar vermogen verwarmingscircuit met mengklep (ΔT 10 K) Max. debiet verwarmingscircuit met mengklep (ΔT 10 K) Toegel. bedrijfsdruk Max. elektr. opgen. vermogen Gewicht (met verpakking) VITODENS VIESMANN 33 4

34 Installatietoebehoren (vervolg) Restopvoerhoogtes van de ingebouwde circulatiepomp voor het verwarmingscircuit met mengklep Restopvoerhoogte mbar kpa Debiet in l/h Max. Min Bepaling van het overdraagbare warmtevermogen (voorbeelden) Via de plaatwarmtewisselaar van de opbouwkit kan max. 14 kw vermogen overgedragen worden. Om afgestelde debieten van het geregelde verwarmingscircuit (opbouwkit) en van het ongeregelde verwarmingscircuit (radiatorenverwarmingscircuit) te bereiken, moet de hydraulische weerstand in de opbouwkit verhoogd worden. Hiervoor kan de als toebehoren verkrijgbare strengregelingsklep met doorstromingsindicator aan de primaire zijde van de plaatwarmtewisselaar tussen aanvoer en retour ingebouwd worden. De nominale hoeveelheid circulatiewater van de verwarmingsketel (zie technische gegevens) min het debiet door de plaatwarmtewisselaar van de opbouwkit is gelijk aan het debiet van het ongeregelde verwarmingscircuit. Voorbeeld: Vitodens 242-F, 5,2-26 kw Nom. circulerend watervolume bij ΔT 20 K: 1018 l/h Vermogen voor geregeld verwarmingscircuit (verondersteld): 13 kw Resulterend debiet aan primaire zijde van de plaatwarmtewisselaar bij ΔT 20 K: 560 l/h = 9,3 l/min (in te stellen via de strengregelingsklep) Debiet van het ongeregelde verwarmingscircuit: 1018 l/h 560 l/h = 458 l/h Aansluitset voor de circulatiepomp Best.nr Voor inbouw in de Vitodens. Bestaande uit: Hoogefficiënte circulatiepomp Debietregelklep Buisgroep met isolatie Voor de aansluiting aan de Vitotronic is bijkomend een uitbreiding AM1 of EA1 vereist. Veiligheidsgroep conform DIN 1988 DN 15 Bestaande uit: Afsluitklep Terugstroomblokkering en testaansluiting Manometer Membraan-veiligheidsklep Voor opbouwinstallatie door de installateur te plaatsen 10 bar (1 MPa) Best.nr a 6 bar (0,6 MPa) Best.nr Voor inbouwinstallatie in combinatie met aansluitset 10 bar (1 MPa) Best.nr a 6 bar (0,6 MPa) Best.nr VIESMANN VITODENS

35 Installatietoebehoren (vervolg) Armatuurafdekking Best.nr Voor aansluitset voor inbouwinstallatie Niet inzetbaar in combinatie met vulinrichting Vulinrichting met buisscheider Voor de aanbouw aan de aansluitsets Voor opbouwinstallatie (niet bij opbouwinstallatie naar onderen inzetbaar) Best.nr Neutraliseringsgranulaat Best.nr x 1,3 kg Condensaatopvoerinstallatie Best.nr. ZK Automatisch condensaatpompsysteem voor condenswater met een ph-waarde 2,5 van condenserende olie- en gasketels. Onderdelen: verzamelbak 2,0 l Centrifugaalpomp Terugstroomblokkering Aansluitkabel (1,5 m lang) voor storingsmelding Netaansluitkabel (1,5 m lang) met stekker 4 aansluitopeningen 7 30 voor condenswatertoevoer met aansluitstuk 7 max. 40 ) Afvoerslang 7 10 (5 m lang) A 1500 Voor inbouwinstallatie en opbouwinstallatie naar onderen Best.nr B Thermostatische mengautomaat Best.nr Aansluiting: 7 22 Instelbereik: 35 tot 65 C Aansluitbocht voor condenswaterafvoer Best.nr Aansluitleiding van het toestel: DN 20 Afvalwateraansluiting: DN 40 Neutraliseringsinrichting Best.nr Met neutraliseringsgranulaat 310 DN A Condenswaterafvoer B 4 x condenswatertoevoer met afsluitstop Technische gegevens Nominale spanning 230 V~ Nominale frequentie 50 Hz Opgenomen vermogen 70 W Beschermingsgraad IP 20 Toegestane mediumtemperatuur +65 C Max. opvoerhoogte 50 kpa Max. pompvermogen 500 l/h Alarmcontact Wisselaar (potentiaalvrij), belastbaarheid 250 V/4 A CO-bewaker Best.nr. ZK Detectiesysteem voor de veiligheidsuitschakeling van de verwarmingsketel bij uitstoot van koolmonoxide. Wandmontage aan het plafond in de buurt van de verwarmingsketel. Inzetbaar voor: Vitodens 200-W, type B2HB, B2KB Vitodens 222-W, type B2LB VITODENS VIESMANN 35

36 Installatietoebehoren (vervolg) Vitodens 222-F, type B2TB, B2SB Vitodens 242-F, type B2UB Onderdelen: Behuizing met geïntegreerde CO-sensor, elektronische signaalgeneratie en indicaties voor werking, fout en alarm Bevestigingsmateriaal Counicatiekabel warmtegenerator (2,5 m) Voor plaatsing van het toestel op de ruwe vloer Verstelbaar in de hoogte, voor estrikvloeren van 10 tot 18 cm Met afstandhouder voor opbouwinstallatie naar onder Draaghulp Best.-nr Voor het makkelijker inbrengen van compacte toestellen Kleine onthardingsinstallatie voor het verwarmingswater Voor het vullen van het verwarmingscircuit Zie prijslijst Vitoset. Technische gegevens Nominale spanning 24 V- van de regeling Alarmdrempel 55 ppm CO conform EN Signaal PWM-signaal, wordt door de regeling geanalyseerd Beschermingsklasse II Beschermingstype IP 20 conform EN Toegestane omgevingstemperatuur 0 C tot 40 C Spoelsysteem plaatwarmtewisselaar Best.nr Voor het reinigen van de laatwarmtewisselaar. Ketelplatform Best.-nr Planningsaanwijzingen 5.1 Plaatsing, montage Opstellingsvoorwaarden voor open werking (toesteltype B) bouwtype B 23 en B 33 De Vitodens mag uitsluitend met gesloten werking in ruimtes worden gebruikt die eventueel verontreinigd zijn met halogeenkoolwaterstof zoals kappersbedrijven, drukkerijen, chemische reiniging, laboratoria enz. Bij twijfel overleg met firma Viessmann. De Vitodens mag niet in een ruimte met veel stof worden geplaatst. De stookruimte moet vorstvrij en goed geventileerd zijn. In de stookruimte moet een afvoer voor het condenswater en een afblaasleiding voor de veiligheidsklep zijn. Max. omgevingstemperatuur van de installatie 35 C. Als deze aanwijzingen niet worden opgevolgd, vervalt de garantie voor schade aan het toestel die op één van deze oorzaken berust. Stookruimte Toegestaan: Zie normen NBN B61-001, NBN B61-002, NBN D51-003, NBN D VIESMANN VITODENS

37 Planningsaanwijzingen (vervolg) Aansluiting rookgaszijde Het verbindingsstuk met de schoorsteen moet zo kort mogelijk worden uitgevoerd. Om die reden de Vitodens zo dicht mogelijk bij de schoorsteen plaatsen. De rookgasbuis moet zo recht mogelijk uitgevoerd zijn. Als omkeringen niet te vermijden zijn, de omkeringen niet rechtstreeks achter elkaar plaatsen. De volledige rookgasweg moet worden gecontroleerd en kunnen worden gereinigd. Speciale veiligheidsmaatregelen en bepaalde afstanden tot brandbare voorwerpen, zoals bijv. meubels, kartonverpakking e. d.. hoeven niet in acht te worden genomen. De Vitodens en het rookgassysteem overschrijden nergens een oppervlaktetemperatuur van 85 C. Bij rookgascascades of meervoudige bezetting van een rookgassysteem moet in elke verwarmingsketel de als toebehoren leverbare terugstroombeveiliging ingebouwd worden. Verdere aanwijzingen, zie planningsaanwijzing rookgassystemen voor Vitodens. Afzuigtoestellen Bij installatie van toestellen met afvoer naar de buitenlucht (afzuigkap, afzuigtoestel enz.) moet erop worden gelet dat door de afzuiging geen onderdruk in de stookruimte mag kunnen ontstaan. Bij gelijktijdige werking met de Vitodens kan anders terugstroming van het rookgas ontstaan. In dat geval moet een vergrendelingsschakeling worden ingebouwd (Zie normen NBN B61-001, NBN B61-002, NBN D51-003, NBN D51-006). Veiligheidsinrichting voor de stookruimte Viessmann warmtegeneratoren zijn volgens alle veiligheidstechnische richtlijnen gecontroleerd, toegelaten en veilig. Niet te voorziene, uitwendige invloeden kunnen in uitzonderlijke gevallen een uitstoot van gevaarlijke koolmonoxide (CO) veroorzaken. Daarom raden wij het gebruik van een CO-bewaker aan. Deze kan als afzonderlijk toebehoren besteld worden. Opstellingsvoorwaarden voor gesloten werking (toesteltype C) Bouwtype C 13x, C 33x, C 43x, C 53x, C 63x, C 83x of C 93x conform TRGI 2008 De Vitodens kan bij gesloten werking onafhankelijk van grootte en ventilatie van de stookruimte worden geplaatst. Opstellingsruimte De opstelling is mogelijk in (bijv.): Verblijfs- en woonruimtes Onverluchte bijkomende ruimtes Kasten (bovenaan open) Nissen zonder afstand tot brandbare componenten Zolders ( piekbodem en bijruimtes) met directe doorvoer van de rookgas-toevoerleiding door het dak De stookruimte moet vorstvrij zijn. In de stookruimte moet een afvoer voor het condenswater en een afblaasleiding voor de veiligheidsklep zijn. Elektrische vergrendelingen met afzuigtoestellen (afzuigkappen enz.) zijn bij gesloten werking niet nodig. Aansluiting rookgaszijde De rookgasleiding moet zo kort mogelijk en zo recht mogelijk geplaatst zijn. Als omkeringen niet te vermijden zijn, deze niet rechtstreeks achter elkaar plaatsen. De volledige rookgasweg moet worden gecontroleerd en indien nodig kunnen worden gereinigd. Omdat het rookgas-verbindingsstuk bij gesloten werking door verbrandingslucht is omgeven (coaxiale buis), hoeft geen afstand te worden aangehouden tot brandbare onderdelen. Schachten waarop van tevoren olie- of vastebrandstofketels aangesloten waren, moeten door de schoorsteenveger grondig worden gereinigd. Er mogen aan de binnenzijde van de schoorsteen geen afzettingen (met name zwavel- of roetresten) achterblijven. Zo niet is de aanleg van een concentrisch systeem door de schacht nodig! Als een grondige reiniging niet mogelijk is, de schacht is verzand of als chloorafzettingen aanwezig zijn, moet een rookgas-/luchttoevoerleiding in de schacht worden geplaatst. Alternatief kan ook een gescheiden luchttoevoer- en rookgasleiding (door de installateur te plaatsen) ingezet worden. Verdere aanwijzingen, zie planningsaanwijzing rookgassystemen voor Vitodens. Plaatsing in garages Volgens tests van het Gaswärme-Institut e.v., Essen, is de Vitodens geschikt gebleken voor plaatsing in garages. Bij plaatsing in garages moet de afstand tussen vloer en brander min. 500 bedragen. Het toestel moet door de installateur met een beugel of plaat tegen mechanische beschadiging worden beschermd (zie NBN B61-001, NBN B61-002, NBN D51-003, NBN D51-006). Veiligheidsinrichting voor de stookruimte Viessmann warmtegeneratoren zijn volgens alle veiligheidstechnische richtlijnen gecontroleerd, toegelaten en veilig. Niet te voorziene, uitwendige invloeden kunnen in uitzonderlijke gevallen een uitstoot van gevaarlijke koolmonoxide (CO) veroorzaken. Daarom raden wij het gebruik van een CO-bewaker aan. Deze kan als afzonderlijk toebehoren besteld worden. 5 Werking van de Vitodens in vochtige ruimtes Elektrische installaties in ruimtes met bad of douche moeten zodanig zijn geïnstalleerd dat personen niet aan een gevaarlijke stroom kunnen worden blootgesteld. Het is toegestaan de Vitodens (gesloten werking) in vochtige ruimtes zoals badkamer of doucheruimte te plaatsen in veiligheidszone 1 (beschermingsgraad IPX4 spatwaterdicht). Bij plaatsing van de Vitodens in vochtige ruimtes moeten de veiligheidszones en minimale afstanden tot de wand volgens het AREI (Algemeen Reglement voor de Elektrische Installaties) worden gerespecteerd. VITODENS VIESMANN 37

38 Planningsaanwijzingen (vervolg) Elektrische veiligheidszone 600 Elektrische installaties in ruimtes met bad of douche moeten zodanig zijn geïnstalleerd dat personen niet aan een gevaarlijke stroom kunnen worden blootgesteld. Volgens AREI/RGIE mogen voedingskabels van vast aangebrachte verbruikers in zone 2 uitsluitend verticaal worden geïnstalleerd en aan de achterzijde van het toestel worden aangesloten. Bereik 2 Bereik 1 Bereik 0 Bereik Elektrische aansluiting Bij werkzaamheden aan de netaansluiting de aansluitvoorwaarden van de plaatselijke energieonderneming en de AREI/RGIE-voorschriften respecteren. De voeding moet met max. 16 A gezekerd zijn. Wij adviseren de installatie van een wisselstroom- en gelijkstroomgevoelige foutstroombescherming (FI, klasse B) voor gelijk(fout)stromen die door energie-efficiënte bedrijfsmiddelen kunnen ontstaan. De netaansluiting (230 V~, 50 Hz) moet via een vaste aansluiting plaatsvinden. De aansluiting van de voedingskabels en het toebehoren vindt plaats op de aansluitkleen in het toestel. Bereik voor het inbrengen van de elektrische leidingen zie maattekening in de technische gegevens van de betreffende verwarmingsketel. Aanbevolen leidingen 5 Flexibele kabel 3 x 1,5 2 2-aderig min. 0, aderig 1,5 2 Netaansluitkabels (ook toebehoren) Bij Vitodens 222-F en 242-F is in de toestand bij levering een flexibele kabel (1,5 m lang) aangesloten Circulatiepomp Uitbreiding AM1 of EA1 Buitentemperatuursensor Vitotronic 200-H (LON) Uitbreidingsset voor verwarmingscircuit met mengklep (KM-BUS) Vitotrol 100, type UTDB Vitotrol 200-A Vitotrol 300-A Vitocomfort 200 Draadloze basis Radioklokontvanger of 3-aderig 1,5 2 zonder ader groen/geel Vitotrol 100, type UTDB-RF Vitotrol 100, type UTA Vergrendelingsschakelaar Als zich in het indirecte verbrandingsluchtsysteem een afzuigtoestel bevindt (bijv. een afzuigkap) moet bij open werking een vergrendeling worden aangebracht. Hiervoor kan de interne uitbreiding H2 (toebehoren) worden geplaatst. Bij het inschakelen van het afzuigtoestel wordt de ketel geblokkeerd. Netaansluiting toebehoren De netaansluiting van het toebehoren kan direct aan de regeling plaatsvinden. Deze aansluiting wordt met de installatieschakelaar geschakeld. Als de totale stroom van de installatie de 6 A overstijgt, 1 of meerdere uitbreidingen via een netschakelaar diect aan het elektriciteitsnet aansluiten. Bij opstelling in vochtige ruimtes mag de netaansluiting van toebehoren niet op de regeling plaatsvinden. Extra eisen bij de plaatsing van verwarmingsketels met vloeibaar gas in ruimtes onder het maaiveld Conform TRF 1996-deel 2 geldig sinds 1 september 1997 is er bij montage van de Vitodens onder het maaiveld geen externe veiligheidsmagneetklep meer nodig. Het hoge veiligheidsniveau met de externe veiligheidsmagneetklep is echter aangetoond. Daarom adviseren wij bij de inbouw van de Vitodens in ruimtes onder het maaiveld ook de externe veiligheidsmagneetklep in te bouwen. Voor de aansluiting is de interne uitbreiding H1 nodig. Aansluiting aan gaszijde De gasinstallatie mag alleen worden uitgevoerd door een installateur die daartoe door de betreffende gasleverancier is gemachtigd. De gasaansluiting moet volgens NBN D worden gedimensioneerd en uitgevoerd. Max. testoverdruk 150 mbar (15 kpa). Wij adviseren een gasfilter conform DIN 3386 in de gasleiding te monteren. 38 VIESMANN VITODENS

39 Planningsaanwijzingen (vervolg) Thermische veiligheidsafsluitklep Volgens 4, lid 5 van de FeuVo '2008 moeten in stookplaatsen of in gasleidingen direct voor gasstookplaatsen thermische afsluitinrichtingen worden ingebouwd. Deze moeten de gastoevoer bij een uiterste temperatuurbelasting boven 100 C afsluiten. Deze kleppen moeten de gastoevoer dan tot een max. temperatuur van 650 C minstens gedurende 30 min onderbreken. Daarmee moet de vorming van explosieve gasmengsels bij brand worden voorkomen. De gasafsluitkranen die bij de Vitodens worden geleverd zijn voorzien van een ingebouwde thermische veiligheidsafsluitklep. Gas-aansluitleiding De volgende tabel is voor de geraamde dimensionering van de externe gasaansluitleiding. 90 -bochten worden telkens als 1 m buislengte van de max. mogelijke buislengte afgetrokken. Een berekening volgens NBN B wordt aangeraden. Nominale warmtebelasting Gastype Aansluitwaarde Nominale wijdte van de gas-aansluitleiding kw m 3 /h kg/h DN 15 DN 20 DN 25 Max. mogelijke buislengte in m 16,7 Aardgas H-G20 1, Aardgas L-G25 2, Vloeibaar gas 1, ,9 Aardgas H-G20 1, Aardgas L-G25 2, Vloeibaar gas 1, ,7 Aardgas H-G20 2, Aardgas L-G25 3, Vloeibaar gas 1, ,5 Aardgas H-G20 3, Aardgas L-G25 3, Vloeibaar gas 2, ,9 Aardgas H-G20 3, Aardgas L-G25 4, Vloeibaar gas 2, Dimensioneringsaanbeveling gasstromingsbewaker In voorzieningsgebieden met H IB kleiner dan 8,6 kwh/m 3 en gastoestellen van de categorie I 2N moet een fictieve nominale warmtebelasting bepaald worden. Deze fictieve nominale warmtebelasting wordt berekend uit de nominale warmtebelasting (Q NB ) van het gastoestel vermenigvuldigd met de factor 1,14 (verhouding H IB 8,6/7,55). Met deze fictieve nominale warmtebelasting moet de gasstromingsbewaker worden gekozen en de buisleidinginstallatie volgens TRGI 2008 worden gedimensioneerd. Nom. vermogen Gasstromingsbewaker bij aardgas kw 11 tot 19 GS 4 26 GS 6 35 GS 10 De dimensioneringsaanbeveling voor de gasstromingsbewaker ontslaat de installateur niet van de dimensionering van de buisleidinginstallatie. 5 Minimumafstanden Vrije ruimte vóór de Vitodens voor onderhoudswerkzaamheden: min. 700 Links en rechts naast de Vitodens hoeft voor onderhoud geen vrije ruimte te worden voorzien. Om de contactveilige uitvoering conform de laagspanningsrichtlijn te garanderen, de verwarmingsketel met de achterkant vlak tegen de muur opstellen. VITODENS VIESMANN 39

40 Planningsaanwijzingen (vervolg) Installatie Vitodens 222-F Aansluitset voor opbouwinstallatie naar boven Aansluitset zonder voorwandconsole, best.nr Aansluitset met voormontageconsole voor voorinstallatie in de ruwbouw, best.nr ABC D E F ABC D E F a b c ABC D E F 50 d e f g 5 ABC D E F 50 A Verwarmingsaanvoer R ¾ B Warm water R ½ C Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) D Gasaansluiting R ½ E Koud water R ½ F Verwarmingsretour R ¾ Type a b Vitodens 222-F, B2TB - 13 tot 26 kw kw Vitodens 222-F, B2SB Vitodens 333-F, B3TB c d e f g De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen van boven. Aansluitset bestaande uit: Aansluitconsole (alleen bij best.nr ) Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan 40 VIESMANN VITODENS

41 Planningsaanwijzingen (vervolg) 2 aansluitstukken voor tapwater Gasafsluitkraan met thermische veiligheidsafsluitklep Aansluitset voor opbouwinstallatie naar links of rechts Aansluitset zonder voorwandconsole, best.nr G F E D C B A A B C D E F 50 a d e f g h b c 5 A Verwarmingsaanvoer R ¾ B Warm water R ½ C Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) D Gasaansluiting R ½ E Koud water R ½ F Verwarmingsretour R ¾ G Rookgas-/luchttoevoeraansluiting (naar achteren) Type a b c Vitodens 222-F, B2TB - 13 tot 26 kw kw Vitodens 222-F, B2SB Vitodens 333-F, B3TB d e f g h De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen van links of rechts. Aansluitset bestaande uit: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater Gasafsluitkraan met thermische veiligheidsafsluitklep VITODENS VIESMANN 41

42 Planningsaanwijzingen (vervolg) Aansluitset met voormontageconsole voor voorinstallatie in de ruwbouw, best.nr G F E D C B A A B C D E F b c d e f g h k a 5 50 A Verwarmingsaanvoer R ¾ B Warm water R ½ C Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) D Gasaansluiting R ½ E Koud water R ½ F Verwarmingsretour R ¾ G Rookgas-/luchttoevoeraansluiting (naar achteren) Type a b c Vitodens 222-F, B2TB - 13 tot 26 kw kw Vitodens 222-F, B2SB Vitodens 333-F, B3TB d e f g h k De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen van links of rechts. Aansluitset bestaande uit: Aansluitconsole Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater Gasafsluitkraan met thermische veiligheidsafsluitklep 42 VIESMANN VITODENS

43 Planningsaanwijzingen (vervolg) Aansluitset voor opbouwinsteallatie naar onderen met voormontageconsole voor de voorinstallatie in de ruwbouw, best.nr. ZK G ABC D E F 70 a b c 5 ABC D E F A Verwarmingsaanvoer R ¾ B Warm water R ½ C Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) D Gasaansluiting R ½ E Koud water R ½ F Verwarmingsretour R ¾ G Rookgas-/luchttoevoeraansluiting naar achteren Type a b c Vitodens 222-F, B2TB - 13 tot 26 kw kw Vitodens 222-F, B2SB Vitodens 333-F, B3TB Achter de Vitodens is een wandafstand van 70 vereist. De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen naar beneden. Aansluitset bestaande uit: Aansluitconsole Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan en ontluchter 2 aansluitstukken voor tapwater Haakse gaskraan met thermische veiligheidsafsluitklep VITODENS VIESMANN 43

44 Planningsaanwijzingen (vervolg) Aansluitset voor inbouwinstallatie met montageplaat voor de voorinstallatie in de ruwbouw, best.nr G AB CD EF a b c 5 AB CD EF A Verwarmingsaanvoer R ¾ B Warm water R ½ C Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) D Gasaansluiting R ½ E Koud water R ½ F Verwarmingsretour R ¾ G Rookgas-/luchttoevoeraansluiting naar achteren Type a b c Vitodens 222-F, B2TB - 13 tot 26 kw kw Vitodens 222-F, B2SB Vitodens 333-F, B3TB De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen in de wand. In de plaats van de aansluitbocht voor koud water kan een veiligheidsgroep (afzonderlijk toebehoren) ingebouwd worden. Aansluitset bestaande uit: Montageplaat Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater Haakse gaskraan met thermische veiligheidsafsluitklep 44 VIESMANN VITODENS

45 Planningsaanwijzingen (vervolg) Opbouwkit met mengklep voor opbouwinstallatie, best.nr. Z ABCD E FG H a b c d e 5 ABCD E FG H A Verwarmingsaanvoer verwarmingscircuit met mengklep R ¾ B Verwarmingsaanvoer verwarmingscircuit zonder mengklep R ¾ C Warm water R ½ D Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) E Gasaansluiting R ½ F Koud water R ½ G Verwarmingsretour verwarmingscircuit zonder mengklep R ¾ H Verwarmingsretour verwarmingscircuit met mengklep R ¾ Type a Vitodens 222-F, B2TB - 13 tot 26 kw kw Vitodens 222-F, B2SB Vitodens 333-F, B3TB b c d e De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen van boven. VITODENS VIESMANN 45

46 Planningsaanwijzingen (vervolg) Opbouwkit bestaande uit: Plaatwarmtewisselaar voor systeemscheiding van het verwarmingscircuit met mengklep Toerentalgeregelde, hoogefficiënte circulatiepomp voor het verwarmingscircuit met mengklep 3-wegmengklep met mengklepmotor Mengklepelektronica, counicatie met Vitotronic 200 via KM- BUS Instelbare bypass Aansluitset voor opbouw- of inbouwinstallatie met: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Aanvoertemperatuursensor Afdekking in het toesteldesign Coaxiaal verlengstuk ketelaansluitstuk Opbouwkit met mengklep inbouw met montageplaat voor de voorinstallatie in de ruwbouw, best.nr. Z ABCD E FG H a b c d e 5 ABCD E FG H A Verwarmingsaanvoer verwarmingscircuit met mengklep R ¾ B Verwarmingsaanvoer verwarmingscircuit zonder mengklep R ¾ C Warm water R ½ D Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) E Gasaansluiting R ½ F Koud water R ½ G Verwarmingsretour verwarmingscircuit zonder mengklep R ¾ H Verwarmingsretour verwarmingscircuit met mengklep R ¾ 46 VIESMANN VITODENS

47 Planningsaanwijzingen (vervolg) Type a Vitodens 222-F, B2TB - 13 tot 26 kw kw Vitodens 222-F, B2SB Vitodens 333-F, B3TB b c d e De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen in de wand. Opbouwkit bestaande uit: Plaatwarmtewisselaar voor systeemscheiding van het verwarmingscircuit met mengklep Toerentalgeregelde, hoogefficiënte circulatiepomp voor het verwarmingscircuit met mengklep 3-wegmengklep met mengklepmotor Ketelplatform Best.-nr Mengklepelektronica, counicatie met Vitotronic 200 via KM- BUS Instelbare bypass Aansluitset voor opbouw- of inbouwinstallatie met: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Aanvoertemperatuursensor Afdekking in het toesteldesign Coaxiaal verlengstuk ketelaansluitstuk Voor plaatsing van het toestel op de ruwe vloer Verstelbaar in de hoogte, voor estrikvloeren van 10 tot 18 cm Met afstandhouder voor opbouwinstallatie naar onder VITODENS VIESMANN 47

48 Planningsaanwijzingen (vervolg) Installatie Vitodens 242-F Aansluitset voor opbouwinstallatie naar boven Aansluitset zonder voorwandconsole, best.nr Aansluitset met voormontageconsole voor voorinstallatie in de ruwbouw, best.nr ABCDE FGH ABCDE FG H a c b c ABCDE FGH 50 d e f g 5 ABCDE FG H 50 A Zonneretour R ¾/Ø 22 B Verwarmingsaanvoer R ¾ C Warm water R ½ D Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) E Gasaansluiting R ½ F Koud water R ½ G Verwarmingsretour R ¾ H Zonneaanvoer R ¾/Ø 22 Type a b c d e f g Vitodens 242-F, B2UB De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen van boven. Aansluitset bestaande uit: Aansluitconsole (alleen bij best.nr ) Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater Telkens 2 aansluitstukken voor zonnewarmteaanvoer en -retour (R¾/Ø 22 ) Gasafsluitkraan met thermische veiligheidsafsluitklep 48 VIESMANN VITODENS

49 Aansluitset voor opbouwinstallatie naar links of rechts Aansluitset zonder voorwandconsole, best.nr K H G F E D C B A A B C D E F G H a b c d e f g h k l Planningsaanwijzingen (vervolg) 50 5 A Zonneretour R ¾/Ø 22 B Verwarmingsaanvoer R ¾ C Warm water R ½ D Gasaansluiting R ½ E Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) F Koud water R ½ G Verwarmingsretour R ¾ H Zonneaanvoer R ¾/Ø 22 K Rookgas-/luchttoevoeraansluiting naar achteren Type a b c d e f g h k l Vitodens 242-F, B2UB De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen van links of rechts. 2 aansluitstukken voor tapwater Telkens 2 aansluitstukken voor zonnewarmteaanvoer en -retour (R¾/Ø 22 ) Gasafsluitkraan met thermische veiligheidsafsluitklep Aansluitset bestaande uit: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan VITODENS VIESMANN 49

50 Aansluitset met voormontageconsole voor voorinstallatie in de ruwbouw, best.nr K b c d e f g h k m l Planningsaanwijzingen (vervolg) 510 H G F E D C B A 50 A B C D E F G H a 5 50 A Zonneretour R ¾/Ø 22 B Verwarmingsaanvoer R ¾ C Warm water R ½ D Gasaansluiting R ½ E Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) F Koud water R ½ G Verwarmingsretour R ¾ H Zonneaanvoer R ¾/Ø 22 K Rookgas-/luchttoevoeraansluiting naar achteren Type a b c d e f g h k l m Vitodens 242-F, B2UB De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen van links of rechts. Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater Telkens 2 aansluitstukken voor zonnewarmteaanvoer en -retour (R¾/Ø 22 ) Gasafsluitkraan met thermische veiligheidsafsluitklep Aansluitset bestaande uit: Aansluitconsole (alleen bij best.nr ) Aansluitbuizen 50 VIESMANN VITODENS

51 Planningsaanwijzingen (vervolg) Aansluitset voor inbouwinstallatie met montageplaat voor de voorinstallatie in de ruwbouw, best.nr K ABCDE FG H a b c ABCDE FG H 5 A Zonneretour R ¾ B Verwarmingsaanvoer R ¾ C Warm water R ½ D Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) E Gasaansluiting R ½ F Koud water R ½ G Verwarmingsretour R ¾ H Zonneaanvoer R ¾ K Rookgas-/luchttoevoeraansluiting naar achteren Type a b c Vitodens 242-F, B2UB De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen in de wand. In de plaats van de aansluitbocht voor koud water kan een veiligheidsgroep (afzonderlijk toebehoren) ingebouwd worden. Aansluitset bestaande uit: Montageplaat Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater 2 aansluitstukken voor zonneaanvoer en -retour Haakse gaskraan met thermische veiligheidsafsluitklep VITODENS VIESMANN 51

52 Planningsaanwijzingen (vervolg) Opbouwkit met mengklep voor opbouwinstallatie, best.nr. Z A L BCD EF GHK BCD EF GHK A L A Verwarmingsaanvoer verwarmingscircuit met mengklep R ¾ B Zonneretour R ¾/Ø 22 C Verwarmingsaanvoer verwarmingscircuit zonder mengklep R ¾ D Warm water R ½ E Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) F Gasaansluiting R ½ G Koud water R ½ H Verwarmingsretour verwarmingscircuit zonder mengklep R ¾ K Zonneaanvoer R ¾/Ø 22 L Verwarmingsretour verwarmingscircuit met mengklep R ¾ De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen van boven. Opbouwkit bestaande uit: Plaatwarmtewisselaar voor systeemscheiding van het verwarmingscircuit met mengklep Toerentalgeregelde, hoogefficiënte circulatiepomp voor het verwarmingscircuit met mengklep 3-wegmengklep met mengklepmotor Mengklepelektronica, counicatie met Vitotronic 200 via KM- BUS Instelbare bypass Aansluitset voor opbouw- of inbouwinstallatie met: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater 2 aansluitstukken voor zonneaanvoer en -retour Gasafsluitkraan met thermische veiligheidsafsluitklep Aanvoertemperatuursensor 52 VIESMANN VITODENS

53 Planningsaanwijzingen (vervolg) Afdekking in het toesteldesign Coaxiaal verlengstuk ketelaansluitstuk Opbouwkit met mengklep inbouw met montageplaat voor de voorinstallatie in de ruwbouw, best.nr. Z A L BCD E F GHK BCD E F GHK A L A Verwarmingsaanvoer verwarmingscircuit met mengklep R ¾ B Zonneretour R ¾ C Verwarmingsaanvoer verwarmingscircuit zonder mengklep R ¾ D Warm water R ½ E Circulatie R ½ (afzonderlijke toebehoren) F Gasaansluiting R ½ G Koud water R ½ H Verwarmingsretour verwarmingscircuit zonder mengklep R ¾ K Zonneaanvoer R ¾ L Verwarmingsretour verwarmingscircuit met mengklep R ¾ De hoogtematen van de aansluitingen hebben een tolerantie van + 7 door de stelpoten. Voor de aansluiting van externe gas-, verwarmingswater- en tapwaterleidingen in de wand. Opbouwkit bestaande uit: Plaatwarmtewisselaar voor systeemscheiding van het verwarmingscircuit met mengklep Toerentalgeregelde, hoogefficiënte circulatiepomp voor het verwarmingscircuit met mengklep VITODENS VIESMANN 53

54 Planningsaanwijzingen (vervolg) 3-wegmengklep met mengklepmotor Mengklepelektronica, counicatie met Vitotronic 200 via KM- BUS Instelbare bypass Aansluitset voor opbouw- of inbouwinstallatie met: Aansluitbuizen Afsluitarmaturen voor verwarmingswateraanvoer- en retour met ketelvul- en aftapkraan 2 aansluitstukken voor tapwater 2 aansluitstukken voor zonneaanvoer en -retour Gasafsluitkraan (R ½) met thermische veiligheidsafsluitklep Ketelplatform Best.-nr Aanvoertemperatuursensor Afdekking in het toesteldesign Coaxiaal verlengstuk ketelaansluitstuk Voor plaatsing van het toestel op de ruwe vloer Verstelbaar in de hoogte, voor estrikvloeren van 10 tot 18 cm Met afstandhouder voor opbouwinstallatie naar onder Advies voor de tapwateropwarming Om voor elke wens de juiste oplossing te bieden, zijn Vitodens met geïntegreerde tapwaterlaadboiler, geïntegreerde intern verwarmde warmwaterboiler of met geïntegreerde zonneboiler leverbaar (zie productbeschrijving). Voor de planning van verwarmingsinstallaties en de keuze tussen gasverwarmingstoestel met geïntegreerde tapwaterlaadboiler of geïntegreerde warmwaterboiler moet rekening gehouden worden met verschillende factoren: voor de waterkwaliteit Vitodens met laadboiler: Bij de tapwateropwarming kan kalkafzetting op de oppervlakken van de plaatwarmtewisselaar niet volledig worden vermeden. De neiging tot kalkafzetting hang af van verschillende omstandigheden, in het bijzonder van stoffen in het water, de opgewarmde waterhoeveelheid (warmwaterverbruik) en de warmwatertemperatuur. Hoewel in de regel de kalkafscheiding in de plaatwarmtewisselaar zo gering is dat er geen hinder bij het warmwatervermogen optreedt, is hinder bij het warmwatervermogen bij stijgende waterhardheid niet uit te sluiten. Vanaf een totale hardheid boven 20 dh (3,5 mol/m 3 ) raden we daarom de inbouw van intern verwarmde warmwaterboilers of het inzetten van een waterontharding in de koudwaterleiding aan. Warmwaterbehoefte, comfort Gebruik van verschillende aangesloten aftappunten Afstand van de aftappunten tot het toestel Modernisering van bestaande installaties Plaatsbehoefte Waterkwaliteit Let erop dat door regionale waterleveranciers vaak een gemiddelde waterhardheid wordt aangegeven. In de praktijk kunnen daarom tijdelijk ook hogere waterhardheden optreden, waardoor eventueel het gebruik van een waterbehandelingsinstallatie reeds vanaf 17 dh (> 3,0 mol/m 3 ) aan te raden is. 54 VIESMANN VITODENS

55 Planningsaanwijzingen (vervolg) Keuzetabel Vitodens Vitodens 242-F en Vitodens 343-F met geïntegreerde zonneboiler Warmwaterbehoefte, comfort Gebruik van verschillende aangesloten aftappunten Afstand van het aftappunt tot het toestel Vitodens 222-F, type B2SB met geïntegreerde, intern verwarmde warmwaterboiler Vitodens 222-F, type B2TB en Vitodens 333-F, type B3TB met geïntegreerde tapwaterlaadboiler Warmwaterbehoefte voor een woning Warmwaterbehoefte voor een eengezinswoning Warmwaterbehoefte centraal voor een meergezinswoning + + Warmwaterbehoefte decentraal voor een meergezinswoning + 0 Een aftappunt Meerdere aftappunten maar geen gelijktijdig gebruik Meerdere aftappunten, gelijktijdig gebruik tot 7 m (zonder circulatieleiding) Met circulatieleiding Renovatie Warmwaterboilers beschikbaar + Vervanging van een aanwezig combinatietoestel 0 Plaatsbehoefte Geringe plaatsbehoefte (plaatsing in een nis) Voldoende plaats (stookruimte) Tapwateropwarming met zonnewarmte aansluitbaar + = geadviseerd 0 = beslist aanbevolen = niet geadviseerd Aansluiting op bivalente warmwaterboiler + Aansluiting op geïntegreerde warmwaterboiler Wateraansluitingen Aansluiting aan tapwaterzijde Bij het gebruik in combinatie met verzinkte buisleidingen er rekening mee houden dat in de Vitodens 222-F (B2TB), 333-F, 343-F, 242-F met koper gesoldeerde plaatwarmtewisselaars geïntegreerd zijn (stromingsregel in acht nemen). 5 VITODENS VIESMANN 55

56 Planningsaanwijzingen (vervolg) Koudwaterinstallatie N F A B E G H KLM G G M O P G RN S M C D 5 Positie van de aansluitingen zie betreffende aansluitset A Warm water B Circulatieleiding C Circulatiepomp D Terugslagklep, veerbelast E Zichtbaar uiteinde van de uitblaasleiding F Veiligheidsklep G Afsluitklep H Debietregelklep (inbouw en instelling van de max. hoeveelheid water volgens de max. taphoeveelheid van de warmwaterboiler (zie Technische gegevens ) wordt geadviseerd) De circulatiepomp C en de terugslagklep D zijn in de aansluitset van de circulatiepomp (toebehoren) inbegrepen en worden in de verwarmingsketel ingebouwd. Veiligheidsklep De veiligheidsklep moet worden ingebouwd. Circulatie Circulatieleidingen verhogen het warmwatercomfort en reduceren het waterverbruik. Deze voordelen resulteren uit de directe beschikbaarheid van warm water voor de verbruiker. Een slechte isolatie van de circulatieleiding kan echter een groot warmteverlies veroorzaken. K Manometeraansluiting L Terugstroomblokkering M Aftap N Koud water O Tapwaterfilter P Drukreduceerklep R Terugstroomblokkering/buisscheider S Membraan-drukexpansievat, geschikt voor tapwater Wij raden u aan de veiligheidsklep hoger dan de bovenkant te monteren. Hierdoor wordt de klep beschermd tegen verontreiniging, verkalking en te hoge temperatuur. Bij werkzaamheden aan de veiligheidsklep hoeft de warmwaterboiler bovendien niet te worden afgetapt. Wij adviseren vanaf een leidinglengte van 7 m een circulatie met effectieve isolatie volgens de wetgeving inzake energiebesparing te plannen. De circulatieleiding moet volgens de wetgeving inzake energiebesparing naast de circulatiepomp en terugslagklep een tijdschakelklok voor uitschakeling van de circulatie tijdens de nacht hebben. Alleen de als toebehoren leverbare aansluitset van de circulatiepomp voor de inbouw in de verwarmingsketel inzetten. De circulatiepomp wordt daarbij door de ketelcircuitregeling geschakeld. 56 VIESMANN VITODENS

57 Planningsaanwijzingen (vervolg) De volumestroom van de circulatiepomp van de installateur mag 1,5 l/min niet overschrijden. Installatieschema voor de circulatie zie pagina 56. Netaansluiting tapwatercirculatiepomp Tapwatercirculatiepompen met eigen interne regeling moeten via een aparte netaansluiting worden aangesloten. De netaansluiting via de Vitotronic-regeling of het Vitotronic toebehoren is niet toegestaan. 5.4 Condenswateraansluiting Condenswaterafvoerleiding zodanig installeren dat deze gelijkmatig afloopt. Het condenswater uit de rookgasinstallatie samen met het condenswater uit de verwarmingsketel rechtstreeks of (indien nodig) via een neutralisatie-inrichting (toebehoren) naar de riolering afvoeren. Plaatsing van de condenswateraansluiting zie betreffend hoofdstuk Voorinstalatie in de ruwbouw. Tussen sifon en neutralisatie-inrichting moet een buisbeluchting aanwezig zijn. Condenswaterafvoer en neutralisering Tijdens de stookwerking ontstaat in de condensatieketel en in de rookgasleiding condenswater met ph-waarden tussen 4 en 5. Het condenswater moet volgens voorschrift worden afgevoerd. In het werkblad DWA-A 251 Kondensate aus Brennwertkesseln, dat meestal de basis vormt voor de gemeentelijke richtlijnen voor rioolwater, zijn de voorwaarden voor het afvoeren van condensaat uit condensatieketels in de openbare riolering vastgelegd. Het condenswater uit de condensatieketel Vitodens voldoet qua samenstelling aan de eisen van het werkblad DWA-A 251. De condenswaterafvoerleiding naar de riolering moet zichtbaar zijn. Deze moet van een lichte helling, een sifon en een inrichting voor monstername zijn voorzien. Voor de condenswaterafvoer mag alleen tegen corrosie bestendig materiaal worden gebruikt (bijv. textielslang). Bovendien mag er geen verzinkt of koperhoudend materiaal voor buizen, verbindingsstukken enz. worden gebruikt. Opdat er geen rookgassen kunnen lekken, is op de condenswaterafvoer een sifon gemonteerd. Als gevolg van plaatselijk geldende afvalwaterreglementeringen en/of bijzondere technische omstandigheden kunnen uitvoeringen noodzakelijk zijn die afwijken van de werkbladen. Om zich over de plaatselijke bepalingen te informeren, moet tijdig voor de installatie met de voor afvoerwatervragen verantwoordelijke gemeentelijke instantie contact worden opgenomen. Condenswater van gasstook tot 200 kw verwarmingsvermogen Tot een nom. vermogen van 200 kw mag het condenswater uit gascondensatieketels normaal zonder neutralisering in de openbare riolering geleid worden. Bovendien dient gecontroleerd te worden of de materialen die in huishoudelijke systemen voor de afvoer van het afvalwater worden gebruikt bestand zijn tegen zuur condenswater. Volgens werkblad DWA-A 251 kan het volgende materiaal worden gebruikt: gresbuizen PVC-harde buizen PVC-buizen PE-HD-buizen PP-buizen ABS/ASA-buizen niet-roestende stalen buizen Borosilicaat-buizen 5 VITODENS VIESMANN 57

58 Planningsaanwijzingen (vervolg) Neutraliseringsinrichting C A B A Condenswaterafvoer B Neutraliseringsinrichting C Beluchting via dak 5 De Vitodens kan met een afzonderlijke neutralisatie-inrichting (toebehoren) worden geleverd. Het ontstane condenswater wordt naar de neutralisatie-inrichting afgevoerd en verwerkt. De condenswaterafvoerleiding naar de riolering moet zichtbaar zijn. Deze moet met afschot en een geurafsluiter worden aangelegd en moet van een inrichting voor monstername zijn voorzien. Als de Vitodens onder het rioolwaterniveau wordt ingebouwd moet een condenswateropvoerinstallatie (als toebehoren) worden gebruikt. Omdat het verbruik van het neutralisatiegranulaat van de bedrijfsvoering van de installatie moet tijdens het afhankelijk is eerste jaar van bedrijf de toegevoegde hoeveelheid worden bepaald door meerdere keren te controleren. Een vulling kan voor meer dan een jaar volstaan. Condensaathefinstallatie (toebehoren) A C B A Condenswatertoevoer B Condensaatopvoerinstallatie C Condenswaterafvoer 5.5 Hydraulische integratie Algemeen Dimensionering van de installatie Viessmann-condensatieketels kunnen in principe in alle installaties met geforceerde circulatie (gesloten installaties) worden gebruikt. De circulatiepomp is in de Vitodens geïntegreerd. Minimale installatiedruk 1,0 bar (0,1 MPa). De ketelwatertemperatuur is begrensd tot 82 C. Om de verdelingsverliezen te beperken, adviseren wij de warmteverdelingsinstallatie op max. 70 C aanvoertemperatuur in te stellen. Voor etagewoningen met een woonoppervlak van minder dan 80 m 2 of lage-energiewoningen met een geringe warmtebehoefte adviseren wij wegens de directe invloed van de grootte van de ruimte de Vitodens met regeling voor verhoogde werking in combinatie met Vitotrol 100 te gebruiken. De warmtegenerator moet deskundig worden gedimensioneerd en gekozen. Chemische corrosiewerende middelen In gesloten verwarmingsinstallaties die volgens de voorschriften zijn geïnstalleerd en worden geëxploiteerd treedt meestal geen corrosie op. 58 VIESMANN VITODENS

59 Planningsaanwijzingen (vervolg) Chemische corrosiewerende middelen mogen niet worden gebruikt. Soige producenten van kunststofbuizen adviseren het gebruik van chemische additieven. In dit geval mogen uitsluitend door de vakhandel aangeboden corrosiewerende middelen worden gebruikt die voor verwarmingsketels met tapwateropwarming via een warmtewisselaar met enkele wand (doorstromelement of warmwaterboiler) zijn toegestaan. Daarbij moet de VDI-richtlijn 2035 worden gerespecteerd. Verwarmingscircuits Voor verwarmingsinstallaties met kunststofbuizen adviseren wij het gebruik van diffusiedichte buizen om indiffunderen van zuurstof door de buiswanden te voorkomen. In verwarmingsinstallaties met niet-zuurstofdichte kunststofbuizen (DIN 4726) moet een systeemscheiding worden aangebracht. Hiervoor zijn afzonderlijke warmtewisselaar leverbaar. In vloerverwarmingen moet een slibafscheider worden ingebouwd. Zie Viessmann-prijslijst Vitoset. Vloerverwarmingen en verwarmingscircuits met zeer grote waterinhoud (>15 l/kw) moeten via een 3-wegmengklep op de ketel worden aangesloten. Zie planningsaanwijzing Regeling van vloerverwarmingen of de toepassingsvoorbeelden. In de aanvoer van het vloerverwarmingscircuit moet een temperatuurschakelaar worden gemonteerd voor het begrenzen van de maximumtemperatuur. DIN moet in acht genomen worden. Kunststofbuissystemen voor radiatoren Bij kunststofbuissystemen voor verwarmingscircuits met radiatoren adviseren wij de toepassing van een thermostaat voor de maximumtemperatuurbegrenzing. Dakverwarmingscentrale De volgens DVGW voorgeschreven inbouw van een beveiliging tegen watergebrek bij gebruik van de warmtegenerator in dakverwarmingscentrales is niet nodig. De warmtegenerators zijn volgens EN tegen watergebrek beveiligd. Veiligheidsklep Een veiligheidsklep conform TRD 721 is in het Viessmann-condensatietoestel geïntegreerd (openingsdruk 3 bar (0,3 Mpa)). Laagwaterniveaubeveiliging Volgens EN kan bij verwarmingsketels tot 300 kw van de noodzakelijke laagwaterniveaubeveiliging worden afgezien, als is gegarandeerd dat ontoelaatbare verwarming bij watergebrek niet kan voorkomen. Viessmann condensatieketels zijn voorzien van een beveiliging tegen watergebrek (droogstookbeveiliging). Uit tests is gebleken dat bij een eventueel laagwaterniveau als gevolg van lekkage van de verwarmingsinstallatie en gelijktijdige branderwerking de brander zonder extra maatregelen wordt uitgeschakeld voordat er een te hoge verwarming van de verwarmingsketel en de rookgasinstallatie optreedt. Waterkwaliteit/vorstbescherming Ongeschikt vul- en bijvulwater bevordert afzettingen en corrosievorming en kan tot schade aan de verwarmingsketel leiden. Voor kwaliteit en hoeveelheid van het verwarmingswater inclusief vul- en bijvulwater VDI 2035 respecteren. De verwarmingsinstallatie vóór het vullen grondig spoelen. Uitsluitend vullen met water van tapwaterkwaliteit. Vul- en bijvulwater met een waterhardheid van meer dan de volgende waarden moet onthard worden, bijv. met de kleine onthardingsinstallatie voor verwarmingswater (zie Viessmann prijslijst Vitoset): Toegestane totale hardheid van het vul- en bijvulwater Totaal warmtevermogen Specifiek installatievolume kw < 20 l/kw 20 l/kw tot 50 l/kw < 50 l/kw 50 3,0 mol/m 3 (16,8 dh) 2,0 mol/m 3 (11,2 dh) < 0,02 mol/m 3 (0,11 dh) > 50 tot 200 2,0 mol/m 3 (11,2 dh) 1,5 mol/m 3 (8,4 dh) < 0,02 mol/m 3 (0,11 dh) Bij installaties met een specifiek installatievolume van meer dan 20 l/kw verwarmingsvermogen moet bij installaties met meerdere ketels het vermogen van de kleinste verwarmingsketel ingezet worden. Aan het vulwater kan een speciaal antivriesmiddel van de categorie 1 tot 3 voor verwarmingsinstallaties toegevoegd worden. De geschiktheid ervan moet door de fabrikant van het antivriesmiddel bewezen worden, omdat anders beschadigingen aan afdichtingen en membranen alsook geluiden tijdens het stoken kunnen optreden. Voor hierdoor optredende schade en volgschade neemt Viessmann geen verantwoording. Bij de planning moet met het volgende rekening worden gehouden: Bij gebruik van verschillende circuits moeten afsluitkleppen worden ingebouwd. Hierdoor wordt voorkomen dat bij elke reparatie of elke uitbreiding van de installatie het volledige verwarmingswater moet worden afgetapt. Bij installaties > 50 kw moet voor het vastleggen van de vul- en bijvulwatervolumes een waterteller worden ingebouwd. De gevulde waterhoeveelheden en de waterhardheid moeten gedocumenteerd worden. Werkingsaanwijzingen: De inbedrijfstelling van een installatie moet trapsgewijs plaatsvinden, beginnend met het geringste vermogen van de verwarmingsketel bij een hoog verwarmingswaterdebiet. Hierdoor wordt een plaatselijke concentratie van kalkafzettingen op de verwarmingsoppervlakken van de warmtegenerator voorkomen Bij ketelinstallaties met meerdere ketels moeten alle verwarmingsketels gelijktijdig in werking worden gesteld, zodat de totale kalkhoeveelheid niet op het warmteoverdrachtsvlak van één verwarmingsketel terechtkomt. Bij uitbreidings- en reparatiewerkzaamheden hoeven alleen de absoluut noodzakelijke netdelen afgetapt te worden Als aan waterzijde maatregelen nodig zijn, moet de verwarmingsinstallatie reeds bij de eerste vulling vóór de inbedrijfstelling met voorbereid water worden gevuld. Dit geldt ook voor elke nieuwe vulling, bijv. na reparaties of uitbreidingen van de installatie alsook voor alle bijvulwatervolumes. Filters, vuilvangers of andere reinigings- of afscheidingsinrichtingen in het verwarmingswatercircuit moeten na de eerste installatie of na een vernieuwing van de installatie vaker, later naar behoefte in afhankelijkheid van de waterbehandeling (bijv. hardheid) worden gecontroleerd, gereinigd en in werking gesteld. Installatievoorbeelden Zie 5 Expansievaten voor het verwarmingscircuit Volgens EN moeten waterverwarmingsinstallaties met een drukexpansievat zijn uitgerust. Bij Vitodens is een membraandrukexpansievat ingebouwd. Inhoud: 12 l Voordruk: 0,75 bar (0,075 MPa) De vereiste grootte van het expansievat moet volgens EN bepaald worden. Wanneer het ingebouwde expansievat niet groot genoeg is, moet door de installateur een expansievat met de juiste capaciteit worden geïnstalleerd. VITODENS VIESMANN 59

60 5 Planningsaanwijzingen (vervolg) Expansievat en koellichaam voor het zonnecircuit Stagnatie in zonnesystemen Alle veiligheidstechnische inrichtingen van een zonnesysteem moeten voor het geval van stagnatie gedimensioneerd zijn. Voor het geval bij instraling op het zonnecollectorveld een warmteafname niet meer mogelijk is, wordt de zonnecircuitpomp uitgeschakeld en gaat het zonnesysteem in stagnatie. Het kan nooit uitgesloten worden dat de installatie langer stil komt te staan, bijv. door defecten of verkeerde bediening. Dat veroorzaakt een stijging van de temperatuur tot op zonnecollectormaximumtemperatuur. Daarbij zijn energiewinst en -verlies gelijk. In de zonnecollectoren worden temperaturen bereikt die het kookpunt van het warmtedragend medium overschrijden. Omwille van die reden moeten zonnesystemen volgens de betreffende regels veilig worden uitgevoerd. Veilig betekent: Het zonnesysteem mag door stagnatie niet beschadigd worden. Het zonnesysteem mag tijdens de stagnatie geen gevaar betekenen. Het zonnesysteem moet na het beëindigen van de stagnatie opnieuw zelfstandig in werking treden. Zonnecollectoren en buisleidingen moeten voor de in het stagnatiegeval te verwachten temperaturen gedimensioneerd zijn. Met betrekking tot het stagnatiegedrag is een lage installatiedruk gunstig: 1 bar (0,1 MPa) overdruk bij vulling, (temperatuur van het warmtedragend medium ca. 20 C) op de zonnecollector volstaat. Een beslissende grootte bij de planning van drukbehoud en veiligheidsinrichtingen is het stoomproductievermogen (DPL). Dat geeft het vermogen van het zonnecollectorveld aan dat bij stagnatie in de vorm van stoom aan de buisleidingen wordt afgegeven. Het maximum stoomproductievermogen wordt door het aftapgedrag van de zonnecollectoren en het veld beïnvloed. Afhankelijk van het zonnecollectortype en van de hydraulische integratie moet van verschillende stoomproductievermogens worden uitgegaan (zie volgende afbeelding). A B C D C Vacuümbuiscollector aansluitbehuizing zijkant DPL = 100 W/m 2 D Vacuümbuiscollector aansluitbehuizing boven DPL = 200 W/m 2 De in het stagnatiebereik onder stoom staande lengte van de buisleiding (stoomreikwijdte) wordt berekend uit het evenwicht tussen stoomproductievermogen van het zonnecollectorveld en de warmteverliezen van de buisleiding. Voor het vermogensverlies van met courant materiaal voor 100 % geïsoleerde koperen zonnecircuitbuizen worden de volgende waarden uit de praktijk aangenomen: Afmeting Warmteverlies in W/m 12 x 1/15 x 1/18 x x 1/28 x 1,5 30 Stoomreikwijdte kleiner dan de lengtes van de buisleidingen in het zonnecircuit (aanvoer en retour) tussen zonnecollector en expansievat: de stoom kan in geval van stagnatie het expansievat niet bereiken. Voor de dimensionering van het expansievat moet met het verdrongen debiet (zonnecollectorveld en stoomgevulde buisleiding) rekening worden gehouden. Stoomreikwijdte groter dan de lengtes van de buisleidingen in het zonnecircuit (aanvoer en retour) tussen zonnecollector en expansievat: voorzien van een koeltraject (koellichaam) om de membranen van het expansievat tegen thermische overbelasting te beschermen (zie volgende afbeeldingen). In dit koeltraject condenseert de stoom opnieuw, zodat het gecondenseerde warmtedragende medium een temperatuur onder 70 Cbereikt. A Platte collector zonder vloeistofzak DPL = 60 W/m 2 B Platte collector met vloeistofzak DPL = 100 W/m 2 60 VIESMANN VITODENS

61 Planningsaanwijzingen (vervolg) Expansievat en koellichaam in de retour De stoom kan zich in de aanvoer en in de retour uitbreiden. Expansievat en koellichaam in de aanvoer De stoom kan zich alleen in de aanvoer uitbreiden. A A D B P C B P C D E A Zonnecollector B Veiligheidsklep C Vitodens D Koellichaam E Expansievat Het benodigde restkoelvermogen wordt bepaald uit het verschil tussen het stoomproductievermogen van het zonnecollectorveld en het warmteverlies van de buisleidingen tot aan het aansluitpunt van het expansievat en het koellichaam. Voor de berekening van het restkoelvermogen en de dimensionering van het koellichaam staat onder het prograa SOLSEC ter beschikking. Het prograa voor de omzetting biedt drie voorstellen aan: een voldoende lange niet-geïsoleerde buisleiding in de aftakking naar het expansievat een voldoende groot voorschakelvat, met betrekking tot het koelvermogen een correct gedimensioneerd koellichaam Voor het koellichaam worden courante radiatoren aangenomen met een vermogen van ongeveer 115 K. Ter verduidelijking is in het prograa het vermogen bij 75/65 C aangegeven. Viessmann stagnatiekoellichamen (zie planningshandleiding Vitosol) hebben omwille van de te verwachten hoge temperaturen aan het oppervlak als aanrakingsbescherming een niet doorstroomde plaat. Bij het gebruik van courante radiatoren moet een contactbeveiliging aangebracht worden. Bovendien moeten de aansluitingen diffusiedicht uitgevoerd worden. E 5 Technische gegevens van de koellichamen Vermogen bij 75/65 C in W Koelvermogen bij stagnatie in W Vloeistofinhoud in l Stagnatiekoellichaam Type Voorschakelvat Expansievat Na het bepalen van de stoomreikwijdte en rekening houdend met eventuele koellichamen kan het expansievat berekend worden. Het benodigde debiet wordt door de volgende factoren bepaald: uitzetting van het warmtedragende medium in vloeibare toestand Vloeistofbak verwacht stoomdebiet rekening houdend met de statische hoogte van de installatie Voordruk V mag = (V col + V dbuis + V e + V fv ) Df V mag V col V dbuis V e Nom. volume van het expansievat in liter Vloeistofinhoud van de zonnecollectoren in liter Inhoud van de met stoom bewogen buisleidingen in liter (bepaald uit de stoomreikwijdte en de buisleidinginhoud per m buislengte) Debiettoename van het warmtedragende medium in vloeibare toestand in liter V e = V a β V a Installatiedebiet (inhoud van de zonnecollectoren, van de warmtewisselaar en van de buisleidingen) β Uitzettingscoëfficiënt β = 0,13 voor Viessmann warmtedragermedium van 20 tot 120 ºC VITODENS VIESMANN 61

62 Planningsaanwijzingen (vervolg) V fv Df Vloeistofbak in het expansievat in liter (4 % van het installatievolume, min. 3 l) Drukfactor (p e + 1) : (p e p o ) p e max. installatiedruk aan de veiligheidsklep in bar (90 % van de aanspreekdruk van de veiligheidsklep) p o Voordruk van de installatie p o = 1 bar + 0,1 bar/m statische hoogte Voor het bepalen van het stoomdebiet in de buisleidingen moet met de inhoud per m buis rekening worden gehouden. Koperen buis Afm ,5 35 1,5 42 x 1,5 DN10 DN13 DN16 DN20 DN25 DN32 DN40 Inhoud l/m buis 0,079 0,133 0,201 0,314 0,491 0,804 1,195 Roestvrijstalenribbelbuis Afm. DN 16 Inhoud l/m buis 0,25 Vloeistofinhoud van zonnecollectoren zie planningshandleiding Vitosol. Snelle keuze expansievat en koellichaam De gegevens in de volgende tabellen zijn richtwaarden. De waarden maken een snelle inschatting voor planning en calculatie mogelijk. Een rekenkundige controle wordt aanbevolen. De keuze heeft betrekking tot een systeemhydraulica met vloeistofzak en tot het gebruik van een 6 bar veiligheidsklep. Meer informatie zie planningshandleiding Vitosol. De grootte van het expansievat moet door de installateur gecontroleerd worden. 5 Vitosol 100-FM/200-FM, type SV Absorberoppervlak in m 2 Statische hoogte in meter Inhoud van de installatie in liter Aanb. inhoud van het expansievat in liter Aanb. Koellichaam (zie pagina 61) 2,3 5 22, , ,2 4,6 5 24, m niet-geïsoleerde buis 10 27, ,0 6,9 5 28,5 40 Type ,6 0,6 m niet-geïsoleerde buis 15 32,9 Vitosol 100-FM/200-FM, type SH Absorberoppervlak in m 2 Statische hoogte in meter Inhoud van de installatie in liter Aanb. inhoud van het expansievat in liter Aanb. Koellichaam (zie pagina 61) 2,3 5 22, , ,8 4,6 5 26, m niet-geïsoleerde buis 10 28, ,3 6,9 5 30,5 40 Type ,5 0,6 m niet-geïsoleerde buis 15 34,8 50 Vitosol 200-T Absorberoppervlakte in m 2 Statische hoogte in meter Inhoud van de installatie in liter Aanb. inhoud van het expansievat in liter Aanb. Koellichaam (zie pagina 61) ,1 25 1,5 m niet-geïsoleerde buis 10 28, , ,2 40 Type , , ,8 40 Type , , VIESMANN VITODENS

63 Planningsaanwijzingen (vervolg) Vitosol 300-T Absorberoppervlakte in m 2 Statische hoogte in meter Inhoud van de installatie in liter Aanb. inhoud van het expansievat in liter Aanb. Koellichaam (zie pagina 61) , , , , , , ,3 25 1,5 m niet-geïsoleerde buis 10 23, ,8 40 Evenwichtsfles Zie planningshandleiding Vitodens 200-W en 300-W. 5.6 Dimensionering van het zonnesysteem Invloed van uitlijning, inclinatie en overschaduwing W Het rendement varieert naargelang de zonnecollectoren (type montage). Een hellend dak op het zuiden levert het hoogste rendement. Een dak op het oosten of westen daarentegen slechts ca. 80%. Naargelang inzetbereik van het zonnesysteem adviseren wij de volgende optimale collectorinclintatiehoek: Zonnesysteem voor tapwateropwarming 30 tot 45 Deze kleine collectorinclinatiehoek houdt rekening met de hogere zonnestand in de zomer. Zonnesysteem voor de ondersteuning van de kamerverwarming 45 tot 60 Rekening houdend met de lagere zonnestand in de overgangstijd en in de winter. Door de bewust groot gekozen collectorinclinatiehoek in de zomer worden stagnatietijden gereduceerd. 5 S O Schaduw vermindert de energieopbrengst Het zonnecollectorveld moet zo geplaatst en gedimensioneerd worden dat de invloed van schaduwwerpende, naburige gebouwen, bomen enz. gering blijft. Installatiemogelijkheden Bij montage aan gevels of liggend op platte daken adviseren wij het zonnecollectoroppervlak 20 tot 30 % groter te maken. Voor een rendementsvergelijking kan het Viessmann berekeningsprograa ESOP worden gebruikt. VITODENS VIESMANN 63

64 Planningsaanwijzingen (vervolg) Dekkingspercentage zonne-energie Dekkingspercentage Solar Warmtevolume (opbrengst) in kwh/(m² a) 600 Het zonnedekkingspercentage geeft aan hoeveel procent van de jaarlijks voor de tapwateropwarming resp. kamerverwarming benodigde energie door het zonnesysteem kan worden gedekt. Een zonnesysteem plannen betekent altijd een goed compromis tussen opbrengst en zonnedekkingspercentage te vinden. Hoe groter dit wordt gekozen, des te meer conventionele energie wordt gespaard. Daarmee zijn echter warmteoverschotten in de zomer verbonden. Dat betekent een gemiddeld lager zonnecollectorrendement en onvermijdelijk geringere opbrengsten (energievolume in kwh) per m 2 absorberoppervlak. A Gebruikelijke dimensionering voor tapwateropwarming in een ééngezinshuis Warmwaterbehoefte van woningen De volgende gegevens zijn nodig voor de geschatte berekening van de vereiste zonnecollectoroppervlakte. Warmwaterbehoefte: Normale behoefte: l/dag en persoon Grotere behoefte: l/dag en persoon Bepaling van het vereiste zonnecollectoroppervlak Het zonnecollectoroppvervlak alleen binnen de dimensioneringsgrens H kiezen, omdat hij bij overgedimensioneerde zonnecollectoroppervlakken tot stagnatie in de werking kan komen. Voorbeeld voor de volgende dimensioneringshulp: Eengezinswoning met 4 personen, zonnecollectortype Vitosol 300-T. 5 Dekkingsgraad zonne-energie 60% 50% 40% H A B C D E F G ,5 1 1,5 2 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 Warmwaterbehoefte l/d Collectoroppervlakte m² A Zuid 30 B Zuidwest 30 en zuidoost 30 C West 30 en oost 30 D Zuidwest 90 en zuid Bepaling van de warmwaterbehoefte (zie pagina 64). Uitgangssituatie: 40 l/dag e. persoon 160 l/dag. 2. Lijn verticaal tot aan de gewenste zonnedekkingsgraad trekken (uitgangssituatie: 50 %). 3. Lijn horizontaal tot aan de voorhanden dakuitlijning/inclinatie trekken (uitgangssituatie: zuid 30 ). E Zuidoost 90 F West 90 G Oost Snijpunt naar onderen verplaatsen en vereiste zonnecollectoroppervlakte aflezen. In het voorbeeld is dit 2,5 m Keuze van de werkelijk mogelijke zonnecollectoroppervlakte: In het voorbeeld 3,0 m VIESMANN VITODENS

65 Planningsaanwijzingen (vervolg) 6. Lijn verticaal van de gekozen zonnecollectoroppervlakte (3,0 m 2) tot aan het snijpunt met de voorhanden dakuitlijning trekken. 7. Lijn horizontaal tot aan het snijpunt met de lijn van de warmwaterbehoefte trekken en bereikbare dekkingsgraad aflezen. In het voorbeeld ca. 53 %. Dimensioneringshulp voor Vitodens 242-F Dimensionering voor regio Duitsland, België, Polen, Litouwen, Letland, Slovakije, Tsjechië en Noord-/Midden-Frankrijk Referentieplaats Würzburg (DE) Zonnecollectortype Vitosol 100-FM en 200-FM Dekkingspercentage zonnewarmte 60% 50% 40% Warmwaterbehoefte l/d Aantal vlakke collectoren H A B D C E F G A Zuid 30 B Zuidwest 30 en zuidoost 30 C West 30 en oost 30 D Zuidwest 90 en zuid 90 E Zuidoost 90 F West 90 G Oost 90 H Dimensioneringsgrens 5 VITODENS VIESMANN 65

66 Planningsaanwijzingen (vervolg) Zonnecollectortype Vitosol 200-T en 300-T H Dekkingspercentage zonnewarmte 60% 50% 40% Warmwaterbehoefte l/d Collectoroppervlak m² A B C D E F G A Zuid 30 B Zuidwest 30 en zuidoost 30 C West 30 en oost 30 D Zuidwest 90 en zuid 90 E Zuidoost 90 F West 90 G Oost 90 H Dimensioneringsgrens Dimensionering voor regio Noord-Italië, Hongarije en Slovenië Referentieplaats Milaan (IT) 5 Zonnecollectortype Vitosol 100-FM en 200-FM Dekkingspercentage zonnewarmte 60% 50% 40% Warmwaterbehoefte l/d Aantal platte collectoren H A B C D E F G A Zuid 30 B Zuidwest 30 en zuidoost 30 C West 30 en oost 30 D Zuidwest 90 en zuid 90 E Zuidoost 90 F West 90 G Oost 90 H Dimensioneringsgrens 66 VIESMANN VITODENS

67 Planningsaanwijzingen (vervolg) Zonnecollectortype Vitosol 200-T en 300-T H Dekkingspercentage zonnewarmte 60% 50% 40% Warmwaterbehoefte l/d Collectoroppervlak m² A B C D E F G A Zuid 30 B Zuidwest 30 en zuidoost 30 C West 30 en oost 30 D Zuidwest 90 en zuid 90 E Zuidoost 90 F West 90 G Oost 90 H Dimensioneringsgrens Dimensionering voor regio Zuid-Frankrijk, Midden-/Zuid-Italië en Turkije Referentieplaats Madrid (ES) Zonnecollectortype Vitosol 100-FM en 200-FM 5 Dekkingsgraad zonne-energie 60% 50% 40% AB C D Warmwaterbehoefte l/d Aantal platte collectoren H E F G A Zuid 30 B Zuidwest 30 en zuidoost 30 C West 30 en oost 30 D Zuidwest 90 en zuid 90 E Zuidoost 90 F West 90 G Oost 90 H Dimensioneringsgrens VITODENS VIESMANN 67

68 Planningsaanwijzingen (vervolg) Zonnecollectortype Vitosol 200-T en 300-T H A BC D E Dekkingsgraad zonne-energie 60% F G 50% 40% Warmwaterbehoefte l/d Collectoroppervlakte m² A Zuid 30 B Zuidwest 30 en zuidoost 30 C West 30 en oost 30 D Zuidwest 90 en zuid 90 E Zuidoost 90 F West 90 G Oost 90 H Dimensioneringsgrens Reglementair gebruik Het toestel mag conform de voorschriften alleen in gesloten verwarmingssystemen volgens EN rekening houdende met de bijgeleverde montage-, service- en bedieningsaanwijzingen geïnstalleerd en gebruikt worden. Het is uitsluitend voor de verwarming van verwarmingswater in tapwaterkwaliteit voorzien. Het reglementaire gebruik bepaalt dat een vaste installatie in combinatie met installatiespecifiek toegelaten componenten werd uitgevoerd. Het coercieel of industrieel gebruik voor een ander doeleinde als voor verwarming van het gebouw of tapwateropwarming geldt als niet-reglementair. Afwijkend gebruik moet door de fabrikant worden vrijgegeven. Verkeerd gebruik van het toestel of een ondeskundige bediening (bijv. door het openen van het toestel door de gebruiker van de installatie) is verboden en leidt tot uitsluiting van aansprakelijkheid. Foutief gebruik is erook als componenten van het verwarmingssysteem in hun reglementaire functie worden gewijzigd (bijv. door het sluiten van de rookgas- en toevoerluchtwegen). Regelingen 6.1 Vitotronic 100, type HC1B, voor verhoogde werking In combinatie met Vitodens 222-F. Opbouw en functies Modulaire opbouw De regeling is in de verwarmingsketel opgenomen. De regeling bestaat uit een basistoestel, elektronische modules en een bedieningseenheid. Ontgrendelingstoets Zekeringen Basistoestel: Netschakelaar Optolink laptop-interface Werkings- en storingsindicatie 68 VIESMANN VITODENS

69 Regelingen (vervolg) Onderhoudsindicator Extern inschakelen en blokkeren (in combinatie met uitbreiding EA1) s 48 C A Regelkarakteristiek PI-gedrag met modulerende uitgang. Instelling van de werkingsprograa's Bij alle werkingsprograa's is de vorstbewaking (zie vorstbeschermfunctie) van de verwarmingsinstallatie actief. De volgende werkingsprograa's kunnen worden ingesteld: verwarmen en warm water alleen warm water Afschak.werking Bedieningseenheid: Eenvoudige bediening door display met groot lettertype en constrastrijke weergave. Bedieningsgedeelte uitneembaar en indien gewenst met apart toebehoren aan de wand aan te brengen Menubediening met pictograen Bedieningstoetsen voor: Navigatie Bevestiging Instellingen/menu Instelling van: Ketelwatertemperatuur Tapwatertemperatuur Werkingsprograa Coderingen Actorentests Testwerking Indicatie van: Ketelwatertemperatuur Warmwatertemperatuur Bedrijfsgegevens Diagnosegegevens Storingsmeldingen Functies Elektronische ketelregeling voor werking met verhoogde ketelwatertemperatuur Voor de regeling op kamertemperatuur is een Vitotrol 100 nodig, type UTA, UTDB of UTDB-RF (conform EPB) Vorstbescherming van de verwarmingsinstallatie Pompblokkeerbeveiliging Geïntegreerd diagnosesysteem Boilertemperatuurregeling met voorrangschakeling Regeling van de zonntapwateropwarming en verwarmingsondersteuning in combinatie met zonneregelingsmodule, type SM1 Extra functie voor de tapwateropwarming (kortstondig opwarmen naar een hogere temperatuur) Vorstbeschermfunctie De vorstbeschermingsfunctie is in alle werkingsprograa's actief. Bij een ketelwatertemperatuur van 5 ºC wordt de brander ingeschakeld en bij 20 ºC ketelwatertemperatuur weer uitgeschakeld. De circulatiepomp wordt gelijktijdig met de brander ingeschakeld en vertraagd weer uitgeschakeld. De warmwaterboiler wordt tot ca. 20 ºC verwarmd. Als vorstbescherming voor de installatie kan de circulatiepomp bepaalde periodes (max. 24 maal per dag) gedurende ca. 10 minuten worden ingeschakeld. Zomerwerking Werkingsprograa w De brander wordt alleen in werking gesteld als de warmwaterboiler opgewarmd moet worden. Keteltemperatuursensor De sensor is in de regeling aangesloten en in de warmwaterboiler gemonteerd. Technische gegevens Sensortype Viessmann NTC 10 kω bij 25 C Toegelaten omgevingstemperatuur Werking 0 tot +130 C Opslag en transport 20 tot +70 C Boilertemperatuursensor Bij Vitodens met laadboiler of zonneboiler bijkomend ook uitlaattemperatuursensor. De sensoren zijn in de regeling aangesloten en in de verwarmingsketel resp. boiler gemonteerd. Technische gegevens Beschermingstype IP 32 Sensortype Viessmann NTC 10 kω bij 25 C Toegelaten omgevingstemperatuur bij werking 0 tot +90 C bij opslag en transport 20 tot +70 C 6 Technische gegevens van de Vitotronic 100, type HC1B Nominale spanning 230 V~ Nominale frequentie 50 Hz Nominale stroom 6 A Beschermingsklasse I Werking type 1 B conform EN Toegelaten omgevingstemperatuur bij werking 0 tot +40 C Gebruik in woon- en stookruimtes (normale omgevingsomstandigheden) bij opslag en transport 20 tot +65 C Instelling elektronische temperatuurschakelaar (stookwerking) 82 C (omstellen niet mogelijk) Instelbereik van de tapwatertemperatuur Vitodens met laadboiler 10 tot 63 C Vitodens met intern verwarmde warmwaterboiler 10 tot 68 C VITODENS VIESMANN 69

70 Regelingen (vervolg) 6.2 Vitotronic 200, type HO2B, voor weersafhankelijke werking Opbouw en functies 6 Modulaire opbouw De regeling is in de verwarmingsketel opgenomen. De regeling bestaat uit een basistoestel, elektronische modules en een bedieningseenheid met 5 inch touchdisplay in kleur. Basistoestel: Netschakelaar Optolink laptop-interface LAN-interface Voor bijv. afstandsbediening van de verwarmingsinstallatie door de Vitotrol Plus App (besturingssysteem ios 7.0 en Android 4.0.) Bedrijfs- en storingsindicator Ontgrendelingstoets Zekeringen Bedieningseenheid: Eenvoudige bediening door: Grafisch touchdisplay in kleur met weergave in volle tekst Grote letters en contrastrijke kleurweergave Relevante helpteksten Met digitale schakelklok Instelling: Kamertemperatuur Gereduceerde kamertemperatuur Tapwatertemperatuur Werkingsprograa Tijdprograa's voor kamerverwarming, warmwaterbereiding en circulatie Spaarwerking (eco) Comfortwerking Vakantieprograa Stooklijnen Favorieten-menu Parameters met volle tekstweergave Actorentests Testwerking Indicatie: Ketelwatertemperatuur Warmwatertemperatuur Energiecockpit met weergave van: Energie-opbrengsten Energieverbruikers Bedrijfsgegevens Diagnosegegevens Storingsmeldingen Beschikbare talen: Duits Tsjechisch Deens Engels Frans Italiaans Nederlands Pools Slowaaks Zweeds Estisch Kroatisch Lets Litouws Bulgaars Roemeens Russisch Sloveens Spaans Turks Hongaars Functies Weersafhankelijke regeling van de ketelwater- en/of aanvoertemperatuur Regeling van een verwarmingscircuit zonder mengklep en twee verwarmingscircuits met mengklep Elektronische maximum- en minimumtemperatuurbegrenzing Uitschakeling van CV-pomp en brander naar behoefte Instelling van een variabele stookgrens Pompblokkeerbeveiliging Vorstbescherming van de verwarmingsinstallatie Instelling van de regelingsmethode van de geïntegreerde circulatiepomp Geïntegreerd diagnosesysteem Inbedrijfstelling via inbedrijfstellingsassistent met weergave van het geïnstalleerde hydraulische schema. Vereenvoudigde doorvoer van geautomatiseerde hydraulische afstelling. In combinatie met servicekoffer en uitbreidingsset (toebehoren). Counicatie via WLAN-interface Vitoconnect 100 type OPTO1 (toebehoren). Zie volgend hoofdstuk Connectiviteit. Onderhoudsindicator Boilertemperatuurregeling met voorrangschakeling In combinatie met zonneregelingsmodule, type SM1 (alleen bij Vitodens 242-F): Regeling van de tapwateropwarming met zonne-energie en verwarmingsondersteuning Grafische weergave van de zonne-energieopbrengst Bijkomende functie voor de tapwateropwarming (kortstondig opwarmen naar een hogere temperatuur) Prograa estrikdroging Extern inschakelen en blokkeren (in combinatie met uitbreiding EA1) Voor vermindering van het opwarmvermogen wordt bij lage buitentemperaturen de gereduceerde kamertemperatuur verhoogd. Om de opwarmtijd na een verlagingperiode te verminderen, wordt gedurende een bepaalde tijd de aanvoertemperatuur verhoogd. Volgens de verordening voor energiebesparing moet de temperatuurregeling plaatsvinden per kamer, bijv. met thermostaatkranen. 70 VIESMANN VITODENS