INDICATOREN VOOR TRANSPARANTIE: Bij Nederlandse deelnemers van de Transparantie Benchmark

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "INDICATOREN VOOR TRANSPARANTIE: Bij Nederlandse deelnemers van de Transparantie Benchmark"

Transcriptie

1 INDICATOREN VOOR TRANSPARANTIE: Bij Nederlandse deelnemers van de Transparantie Benchmark Master scriptie, MscBA, specialisatie Accountancy Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie en Bedrijfskunde Roy de Jong

2 2

3 INDICATOREN VOOR TRANSPARANTIE: Bij Nederlandse deelnemers van de Transparantie Benchmark Roy de Jong Rijksuniversiteit Groningen Faculteit Economics and Business 3

4 INHOUDSOPGAVE Managementsamenvatting Inleiding Onderzoeksvraag en methode Hoofdstukindeling Afbakening Theorie Theoretische kader voor vrijwillige informatieverschaffing Voluntairy Disclosure Theorie Agency theorie Legitimatie theorie Institutionele theorie en isomorfisme Stakeholders theorie Theoretische relevantie Indicatoren voor transparantie Grootte van de organisatie Aantal leden raad van commissarissen Beursnotering Leverage Solvabiliteit Winstgevendheid Datum jaarverslag Aantal pagina s jaarverslag Sector Schematische weergave hypothesen Methodologie Deelwaarneming Afhankelijke variabele Onafhankelijke variabele Verbijzondering sectorindeling Onderzoeksmodel Resultaten Beschrijvende statistiek Regressie analyse en hypothese validatie Gevoeligheidsanalyse Commissarissen en beursnotering Samenvatting, conclusie en aanbevelingen Literatuurlijst

5 MANAGEMENTSAMENVATTING Dit onderzoek gaat in op de relatie tussen transparantie en organisatie-specifieke gegevens zoals grootte, beursnotering, aantal leden van de raad van commissarissen, leverage, solvabiliteit, winstgevendheid, de datum van het jaarverslag, het aantal pagina s van het jaarverslag en de sector van de organisatie. De onderzochte organisaties zijn allemaal deelnemer aan de Transparantie Benchmark 2014 en de score die toebedeeld is in deze benchmark staat gelijk aan de mate van transparantie. Uit regressieanalyse blijkt dat zowel de grootte van de organisatie, beursnotering, de datum van het jaarverslag en het aantal pagina s van het jaarverslag een significante relatie hebben met transparantie. De grootte van de organisatie blijkt net zoals andere onderzoeken naar transparantie een positieve relatie te hebben, hierdoor is het secondaire onderzoeksonderwerp van dit onderzoek, de effectiviteit van de Transparantie Benchmark, niet bevestigd. Verder onderzoek op basis van vergelijking door de jaren heen is nodig om de effectiviteit te meten. Het aantal pagina s als mede de datum van het jaarverslag zijn niet eerder onderzocht en vertonen in dit onderzoek een significante positieve relatie. Op basis van deze bevindingen is verder onderzoek mogelijk. 5

6 1 INLEIDING Dit onderzoek probeert factoren te identificeren welke van invloed kunnen zijn op de mate waarin organisaties vrijwillig informatie verschaffen. Als basis voor dit onderzoek fungeert de Transparantie Benchmark De Transparantie Benchmark tracht op basis van inhoud en kwaliteit een oordeel te vormen over de maatschappelijke verslaggeving in Nederland. De Transparantie Benchmark is een initiatief van het Ministerie van Economische Zaken en wordt sinds 2004 in deze hoedanigheid uitgevoerd. Bijzonder aan deze benchmark is dat deze niet elk jaar identiek is, maar wordt aangepast aan de markt. In 2014 is de normering en het jaarrekeningonderzoek begeleid door accountantsorganisatie Ernst en Young. De normering van de Transparantie Benchmark wordt door het Ministerie van Economische Zaken aangepast aan de relevante marktvereisten. Aanpassingen in de normering hebben al eerder plaatsgevonden. De vergelijkbaarheid van de benchmark over de jaren heen wordt hierdoor bemoeilijkt, echter het maatschappelijk perspectief omtrent verslaggeving verandert ook, derhalve is een aanpassing van de Transparantie Benchmark verantwoord en blijft deze actueel, dus relevant. Transparantie zou stakeholders de mogelijkheid moeten geven om betere beslissingen te nemen waarbij het milieu het minst wordt belast door de organisatie. Transparantie is echter een vaag begrip. Het zou iets moeten zeggen over het doen en laten van een organisatie. Cijfers zijn hierin minder relevant, de kern zou zich moeten toespitsen op hoe de cijfers tot stand zijn gekomen, welke gedachten achter de cijfers zitten en hoe de organisatie omgaat met kansen, bedreigingen en meest belangrijk de samenleving. In het kader van transparantie is de samenleving alles wat er in, op, boven of buiten de aarde te vinden is. Verantwoording is in dit kader vaak het toverwoord. Verantwoording kan in veel verschillende vormen plaatsvinden. De meeste bekende in het kader van transparantie is het MVO verslag, of wel het maatschappelijk (jaar)verslag. Het directieverslag en de jaarrekening worden tegenwoordig in toenemende mate tezamen met het maatschappelijk verslag samengebonden tot het jaarverslag van de organisatie. Dan is sprake van geïntegreerde of gecombineerde jaarverslaggeving. Dit (geïntegreerde)jaarverslag is de input voor de Transparantie Benchmark en is voor veel stakeholders een belangrijk, zo niet het belangrijkste verantwoordingsdocument. In het maatschappelijke verslag is veel informatie opgenomen welke niet verplicht hoeft te worden gepubliceerd. Deze vrijwillige informatieverschaffing zorgt voor een vermindering van de informatieasymmetrie en kan doormiddel van de agency theorie worden uitgelegd. Naast informatie asymmetrie zijn nog diverse motivaties te noemen voor het publiceren van niet verplichte informatie. De deelname aan de Transparantie Benchmark (Kristalprijs) is hier een voorbeeld van. Eind juni 2013 heeft het Ministerie van Economische Zaken een evaluatie uit laten voeren van de efficiëntie en effectiviteit van de Transparantie Benchmark. Deze evaluatie, uitgevoerd door B&A (advies en uitvoeringsorganisatie), komt tot de volgende doelstelling van de Transparantie Benchmark De centrale werkhypothese van de Transparantie Benchmark is dat de Transparantie Benchmark bedrijven aanspoort om transparant te zijn over hun beleid en beleidsresultaten op het terrein van MVO, dat daardoor de stakeholderdialoog vergemakkelijkt wordt en dat daarmee de aandacht voor MVO-beleid toeneemt en de prestaties van ondernemingen op dit terrein verbeteren.. In de samenvatting staan de volgende opmerkingen De mate waarin de Transparantie Benchmark van invloed is geweest, kan in 6

7 deze context niet geïsoleerd en becijferd worden. Toch kan aangenomen worden dat de betekenis van de Transparantie Benchmark aanzienlijk geweest is. De evaluatie is door middel van een enquête en een expertmeeting uitgevoerd. Vanuit wetenschappelijk oogpunt zijn er diverse theorieën waarom organisaties vrijwillig informatie verschaffen en waarom bepaalde organisatiekarakteristieken bijdragen aan een hoger niveau van informatieverschaffing. Veel van deze karakteristieken zijn reeds onderzocht, en hun relevantie gemeten. Toch komen onderzoekers soms tot verschillende conclusies. Eén van de redenen en misschien wel de meest belangrijke is dat transparantie moeilijk meetbaar blijkt en dat diverse onderzoeken dit beoordelen op eigen wijze. Met de Transparantie Benchmark lijkt deze inconsistentie verholpen en kan vanuit een theoretisch kader een verwachting worden geschetst betreffende de mate van vrijwillige informatieverschaffing van de diverse deelnemende organisaties. Onderzoek naar de karakteristieken en jaarverslaggeving met betrekking tot Nederlandse organisaties is bij mijn weten nog niet uitgevoerd, en zou bij kunnen dragen aan de vraag of de Transparantie Benchmark bijdraagt aan een kwalitatief hogere mate van maatschappelijke verantwoording door Nederlandse organisaties. 1.1 ONDERZOEKSVRAAG EN METHODE Transparantie blijkt relatief subjectief, de Transparantie Benchmark probeert hierin een duidelijk kader te scheppen waarbinnen gemeten en vergeleken kan worden. De deelnemers van de benchmark zijn allen op eenduidige wijze getoetst. Op basis van organisatiekenmerken zouden bepaalde organisaties veel vrijwillige informatie moeten verschaffen. Niet alle kenmerken zijn daarbij even relevant, degene die dat wel zijn (vanuit voorgaand onderzoek) zouden op voorhand kunnen voorspellen welke organisaties hoog zouden moeten scoren in de benchmark. Als de Transparantie Benchmark effectief is, zou dit voorspellende karakter niet aanwezig zijn binnen dit onderzoek. Dit onderzoek is tweeledig, enerzijds wordt statistisch de relatie tussen de scores uit de Transparantie Benchmark en de organisatiekenmerken onderzocht zodat de effectiviteit van de Transparantie Benchmark beoordeeld kan worden. Anderzijds worden nieuwe kenmerken en kenmerken met een verdeeld resultaat toegevoegd om inzicht te krijgen in de relatie tussen deze kenmerken en transparantie bij Nederlandse organisaties. Om onderzoek op een adequate manier uit te kunnen voeren, is inzicht naar de kenmerken en hun achterliggende theoretische gedachtegang nodig. Hiervoor zijn twee sub-vragen opgesteld. Welke theorieën en organisatiekenmerken zijn relevant in het kader van vrijwillige informatieverschaffing. Welke relatie valt te verwachten op basis van theorie en voorgaand onderzoek. Datacollectie wordt vanuit de verschillende jaarverslagen alsmede maatschappelijke verslagen verworven. Deze gegevens worden doormiddel van een regressieanalyse afgezet tegen de resultaten van andere onderzoeken, en zodoende kan worden geanalyseerd of de Transparantie Benchmark effectief is geweest. 7

8 1.2 HOOFDSTUKINDELING Hoofdstuk 1 geeft een inleiding voor het onderzoek met daarbij de hoofdvraag. Hoofdstuk 2 gaat in op de theorie achter indicatoren voor transparantie. Hoofdstuk 3 verdiept zich in de organisatorische indicatoren en geeft richting aan hypotheses. Hoofdstuk 4 beschrijft op welke manier de relatie tussen de indicatoren en transparantie wordt onderzocht. Hoofdstuk 5 bespreekt de uitkomsten van onderzoek. Hoofdstuk 6 geeft een verdere analyse, conclusie en aanbevelingen voor vervolg onderzoek. 1.3 AFBAKENING De onderzochte jaarverslagen zijn beperkt tot de deelnemers van de Transparantie Benchmark Slechts objectieve bedrijfskenmerken worden meegenomen in het onderzoek naar de relevantie. In het kader van dit onderzoek worden extern gecontroleerde gegevens verondersteld objectief te zijn. De termen vrijwillige informatieverschaffing en transparantie lopen door elkaar heen. 8

9 2 THEORIE In dit hoofdstuk wordt het theoretisch kader en de diverse van toepassing zijnde theorieën uiteengezet zodat aanknopingspunten ontstaan bij het uiteenzetten van de indicatoren voor transparantie die in hoofdstuk 4 worden aangehaald. 2.1 THEORETISCHE KADER VOOR VRIJWILLIGE INFORMATIEVERSCHAFFING Informatieverschaffing zoals in een jaarverslag onderscheidt zich in twee soorten; verplichte informatie en niet verplichte c.q. vrijwillige informatie. Verplichte informatie in het jaarverslag is alle informatie welke door wet- en regelgeving wordt opgelegd. Deze gegevens zijn in Nederland voor alle bedrijven die tot hetzelfde groottecriterium horen gelijk. Grote organisaties, middelgrote en kleine organisaties hebben in Nederland allemaal hun standaard format aan verplicht op te leveren gegevens welke voor het publiek beschikbaar moet zijn. De grootte van de organisatie wordt bepaald door het aantal werknemers, de omzet en/of het balanstotaal. Vrijwillige informatieverschaffing staat los van de grootte van een organisatie, wet- of regelgeving. Alle informatie die niet verplicht is, is daardoor vrijwillig. Toch kunnen organisaties zich verplicht voelen om bepaalde informatie te delen. Deze "verplichting" kan vanuit diverse theoretisch perspectieven verklaard worden. Meek et al. (1995) geven de volgende definitie van voluntary disclosure; free choices on the part of company managements to provide accounting and other information deemed relevant to the decision needs of users of their annual reports.. Meek geeft hiermee aan dat het management beslissingen neemt over het al dan niet toevoegen van informatie voor de gebruiker. Scott (2009) voegt daaraan toe dat niet alle informatie naar buiten gebracht wordt, concurrentiegevoelige informatie wordt daardoor vaak achterwege gelaten. Vrijwillige informatie kan deel uitmaken van een jaarverslag en mag derhalve niet tegenstrijdig zijn met gegevens uit de jaarrekening. De jaarrekening wordt gecontroleerd door de accountant. Dat niet alle informatie in het jaarverslag gecontroleerd wordt door de accountant, zegt volgens Scott niet dat dit geen betrouwbare informatie is. 2.2 VOLUNTAIRY DISCLOSURE THEORIE Voluntairy disclosure, of wel het beschikbaar stellen van informatie zonder verplicht karakter, wordt gevoed vanuit de rol die de jaarrekening primair vervulde. Het informeren van aandeelhouders over de performance van de organisatie. De jaarrekening voldeed in haar functie vanwege de eenduidigheid en betrouwbaarheid. Inmiddels is het jaarverslag vaak het visitekaartje van de organisatie. De jaarrekening is slechts een (klein) deel van dit verslag. Voluntary disclosure is een theorie of gedachtegang welke verklaart waarom organisaties vrijwillige informatie publiceren. Deze theorie heeft als primaire achtergrond financiële informatie en de informatie asymmetrie tussen management en aandeelhouders (Agency Theorie). De theorie stelt dat in het kader van de samenleving het publiceren van zowel goede als minder goede informatie over de prestaties bijdraagt aan het verlagen van de informatieasymmetrie en het verhogen van de aandeelhouderswaarde door een verlaging van het informatierisico (Brammer en Pavelin, 2006). Toch is de voluntairy disclosure theorie omvangrijker dan alleen het agency probleem, binnen de theorie wordt

10 een link gelegd met de legitimatie theorie, een organisatie moet zich kunnen verantwoorden tegenover de maatschappij. Door op de juiste manier informatie te publiceren, kan de organisatie dit bereiken. Organisaties met een adequaat milieubeleid kunnen zich, doordat dit vaak moeilijk meetbaar is, onderscheiden ten opzichte van de concurrentie en zo marktwaarde creëren. Zo voldoen zij aan de verwachtingen van de maatschappij en de stakeholders (institutionele theorie en stakeholder theorie) (Clarkson et al., 2008). De voluntary disclosure theorie omvat in mijn optiek meerdere theorieën welke verklaren waarom een organisatie meer publiceert dan strikt noodzakelijk. Deze theorieën worden onder de noemen voluntary disclosure theorie gepresenteerd. De meest belangrijke relaties in het kader van vrijwillige informatieverschaffing zijn te vinden in de maatschappelijke relevantie van een organisatie (legitimatie theorie). De stakeholder theorie gaat hierop verder en stelt dat een organisatie alleen kan overleven als alle stakeholders op een adequate manier worden behandeld. Volgens de institutionele theorie gaan organisaties steeds meer op elkaar lijken doordat zij elkaars succesformules kopiëren. Dit effect wordt versterkt omdat regelgeving, voorwaarden en opleiding vaker hetzelfde zijn. De agency theorie stelt dat informatieasymmetrie zorgt voor vrijwillige informatieverschaffing. Al deze aspecten komen terug in de voluntary disclosure theorie en worden hierna separaat toegelicht. 2.3 AGENCY THEORIE De agency theorie gaat uit van een opdrachtgever (principaal) en een opdrachtnemer (agent). Deze zouden in hun relatie op de proef worden gesteld doordat de opdrachtnemer wordt verondersteld een informatievoorsprong te hebben ten opzichte van de opdrachtgever. Dit fenomeen wordt informatieasymmetrie genoemd en komt voort uit het feit dat de opdrachtgever nooit volledig kan controleren op welke manier de opdrachtnemer zijn werkzaamheden uitvoert. Hierdoor zal de opdrachtnemer worden geprikkeld om informatie te verschaffen over zijn werkzaamheden of zijn prestaties. Wanneer de opdrachtnemer dit niet doet, wordt de informatieasymmetrie te groot en kan voor de opdrachtgever een risico ontstaan, dit risico zou zich vervolgens kunnen vertalen naar een verslechtering van het ondernemingsklimaat voor de opdrachtnemer. In het geval van een organisatie zal deze informatieasymmetrie kunnen ontstaan tussen de organisatie en de aandeelhouders. Aandeelhouders stellen hun vermogen ter beschikking aan de organisatie, maar willen wel weten hoe en waaraan het geld besteed wordt. De vrijwillige informatieverschaffing zorgt voor een kleinere informatieasymmetrie waardoor een risicopremie beperkt blijft. Daarnaast hebben de managers geen behoefte aan inmenging van aandeelhouders in hun bedrijfsvoering en trachten ze de aandeelhouders te overtuigen dat zij hun werk optimaal uitvoeren (Jensen & Meckling, 1976; Chow & Wong-Boren, 1987; Cooke 1989a,b, 1991, 1992; Firth, 1980; Hossain et al., 1994). Binnen de accountancy wordt de agency theorie al ruim 30 jaar (Lambert, 2001) gebruikt als basis voor controlewerkzaamheden. Vrijwillige informatieverschaffing wordt hierbij gezien als een belangrijk mechanisme om de kosten van stakeholderscontrole te beperken. De agency theorie geeft een verklaring waarom managers vrijwillig informatie verschaffen. Managers worden in dit kader verondersteld de beslissingen te maken met betrekking tot informatieverschaffing en het uitvoeren van de bedrijfsvoering. De agency theorie geeft niet alleen de relatie weer tussen managers en hun aandeelhouders, maar ook de relaties tussen banken, crediteuren en overige vermogensverschaffers, dit alles met betrekking tot informatieverschaffing. 10

11 Om de (agency) kosten van permanent toezicht te verkleinen geven managers en daarmee de organisatie vrijwillig informatie omtrent prestaties. De organisatie geeft hiermee meer informatie af dan op basis van wetgeving relevant zou zijn (Hossain et al., 1995; Healy en Palepu, 2001; Watson et al., 2002; Borosan en Plumlee, 2002; Marston, 2003; Oyelere et al., 2003; Marston en Polei, 2004; Barako, et al., 2006; Hassan, et al., 2009). De agency theorie verklaard waarom informatieasymmetrie leidt tot het verstrekken van niet verplichte informatie. 2.4 LEGITIMATIE THEORIE Vanuit de legitimatie theorie geeft een organisatie informatie aan zijn of haar stakeholders, zodat die zich gerust voelen over de activiteiten van de organisatie. De organisatie verwerft volgens Shocker en Sethi bestaansrecht doordat de maatschappij de diensten van de organisatie nodig heeft. Shocker en Sethi schreven hierover in 1974 (pagina 64): Any social institution -- and business is no exception -- operates in society via a social contract, expressed or implied, whereby its survival and growth are based on: ( I ) the delivery of some socially desirable ends to society in general, and (2) the distribution of economic, social, or political benefits to groups from which it derives its power. In a dynamic society, neither the sources of institutional power nor the needs for its services are permanent Therefore, an institution must constantly meet the twin tests of legitimacy and relevance by demonstrating that society requires its services and that the groups benefiting from its rewards have society's approval. Shocker en Sethi geven aan dat het bestaansrecht van een organisatie verleend wordt door de maatschappij. Deze opvatting wordt gedeeld door Suchman (1995). Suchman definieert de legitimatie theorie als de gedachtegang of aanname dat de acties van een organisatie wenselijk, juist of passend moeten zijn binnen het kader van sociale normen, waarde en overtuigingen. Volgens Suchman is een belangrijke pijler van legitimatie de communicatie vanuit de managers naar de stakeholders. Een jaarverslag is een vorm van communicatie die Suchman identificeert als legitimatie. Post en Davis (1992) beweren dat het de maatschappij is die een organisatie het recht geeft om te opereren. Op de lange termijn zal de maatschappij volgens hen bepalend zijn voor welke organisatie overleeft. Door te rapporteren over de activiteiten, behoudt de organisatie haar maatschappelijke waarde c.q. relevantie. Diverse onderzoeken geven aan dat door de publicatie van diverse niet verplichte informatie de zekerheid omtrent resultaten en bestaansrecht toeneemt (Guthrie & Parker, 1989; Patten, 1992; Deegan & Gordon, 1996). Lindblom (1994) geeft aan dat legitimatie niet per definitie een proces is om gewaardeerd te worden door de stakeholders en de maatschappij, maar dat dit ook een manier kan zijn om te manipuleren. De legitimatie theorie wordt daarbij in verband gebracht met "window dressing", het verstrekken van gewenste informatie zodat andere informatie onderbelicht blijft. De informatie die wordt verstrekt door de organisatie zal vaak in het verlengde liggen wat de stakeholders vragen of willen 11

12 horen (Deegan en Rankin, 1996). Onderzoek van Deegan en Gordon geeft aan dat slechts 7% van de 197 onderzochte organisaties vrijwillig negatieve informatie verschaft. Schlierer et al., (2012) geven aan dat ook de woordkeuze relevant is voor de uiteindelijke informatiewaarde. In het kort geeft de legitimatie theorie aan dat wanneer een organisatie wil opereren, zij de maatschappij moet overtuigen van haar toegevoegde waarde binnen de maatschappij. Door het publiceren van niet-verplichte informatie kan een organisatie zich onderscheiden van concurrenten en een plaats verkrijgen in de maatschappij. Legitimatie is geen tastbaar goed, maar een onderdeel van de afspraak en een bijproduct van alles wat een organisatie doet Hybels (1995). Legitimatie is moeilijk meetbaar en hierdoor moeilijk te gebruiken als instrument om de mate van transparantie te meten. Tilling (2004a) heeft een model ontworpen waarbij hij aangeeft dat legitimatie uit minimaal twee verschillende onderdelen bestaat, namelijk het institutionele en het organisatorische aspect. Het institutionele aspect heeft voornamelijk betrekking op de legitimatie van externe, overheid, maatschappij en overige stakeholders. Hierbij zijn tussen de legitimatie en de institutionele theorie veel overeenkomsten. Immers de organisatie dient betekenisvol en oprecht te zijn voor de maatschappij. De onderzoeken van Shocker en Sethi (1974), Suchman (1995) en Post en Davis (1992) vallen in deze categorie. Op het organisatorische niveau, speelt de organisatie met legitimatie. De organisatie probeert zijn legitimatie (strategisch) te bewerkstelligen en deze af te stemmen op de verwachting van de maatschappij. Stilstand is hierbij achteruitgang (Deegan et al. 2002). Het is van belang dat de organisatie blijft communiceren, het management heeft een grote rol op de manier waarop wordt gecommuniceerd (Ashford en Gibbs, 1990). Het model van Tilling geeft in mijn optiek goed weer dat een organisatie vanaf verschillende kanten met vrijwillige informatie te maken kan krijgen en zelfs kan zorgen dat het uitbrengen van informatie in hun voordeel werkt. De mate van (positieve) publiciteit die verbonden is aan de Kristalprijs, is een goed voorbeeld waarom organisaties een zo n hoog mogelijk score zouden willen behalen in de Transparantie Benchmark. 12

13 Tilling 2004b. 2.5 INSTITUTIONELE THEORIE EN ISOMORFISME De institutionele theorie gaat verder in op de legitimatie theorie en stelt dat de primaire reden van het publiceren van vrijwillige informatie komt vanuit druk waar een organisatie mee te maken krijgt, zowel intern als extern. Dit is goed te zien in het model dat door Tilling is opgesteld. Volgens de theorie bestaat de omgeving waarin een organisatie opereert uit economische en symbolische factoren. De organisatie heeft als doel om zich te beschermen tegen onzekerheden. Dit kan volgens Mintzberg gerealiseerd worden door economische factoren om te zetten naar symbolische factoren en vice versa. Onder symbolische factoren worden bijvoorbeeld aanzien, de naam en/of goodwill verstaan. Een economische factor bestaat uit monetaire eenheden en/of bezit. De organisatie ontleent volgens Mintzberg haar bestaansrecht door beide factoren (symbolische en economische) in evenwicht te houden of om te zetten zodat evenwicht ontstaat. Onzekerheden over het bestaansrecht van de organisatie kunnen ontstaan als het evenwicht voor langere tijd of onherstelbaar wordt verstoord. De onzekerheden kunnen volgens Mintzberg gemitigeerd worden door zoveel mogelijk overeenstemming tussen belanghebbende (externe) partijen zoals klanten en leveranciers te bewerkstellingen. Doordat een groot aantal verschillende partijen onderling moet communiceren, wordt de communicatie steeds meer gestandaardiseerd en vinden tussen de verschillende partijen steeds meer overeenkomsten plaats. De standaardisatie en dan vooral de voorbeeldfunctie voor de toekomst wordt isomorfisme genoemd. De standaard jaarrekening en de verwerking van bepaalde 13

14 (gestandaardiseerde) elementen van posten alsmede de materialiteitsmatrix van de Global Reporting Initiative (GRI) zijn hier voorbeelden van. Door isomorfisme en de grote verscheidenheid van belanghebbende zijn jaarrekeninganalyse en onderzoeken zoals deze mogelijk. 2.6 STAKEHOLDERS THEORIE De stakeholder theorie stelt dat - naast de informatieasymmetrie met shareholders of externe belanghebbende (banken en vermogensverschaffers) - de organisatie een onderdeel is van een netwerk. Dit netwerk bestaat naast de organisatie uit personeel, leveranciers, aandeelhouders, externe groepen en klanten die samenwerken om een gezamenlijk resultaat te bereiken. Freeman kwam in 1984 met deze theorie die volgens hem aangeeft dat er meer is dan shareholderwaarde en bedrijfsresultaat. Hij introduceert het begrip stakeholder. Een stakeholder wordt volgens Freeman (1984) gedefinieerd als "Any person or organisation who can be positively or negatively impacted by, or cause an impact on the actions of a company". De gedachte is dat vanuit een shareholder het bedrijfsresultaat voorop staat, dit is in mijn optiek een korte termijn visie. De stakeholder theorie gaat er van uit dat een organisatie slechts toekomst heeft als zij denkt om al haar stakeholders. Een organisatie opereert hierbij binnen de maatschappij, en dient de stakeholders binnen de maatschappij te overtuigen van de toegevoegde waarde van de organisatie. Deze gedachtegang komt overeen met die van de legitimatie en institutionele theorie. "De snelste manier om shareholders waarde te vernietigen is het negeren van stakeholders." The Economist (5 juni, 2010) Post, Preston en Sachs (2002) geven de definitie van stakeholders als volgt weer: The individuals and constituencies that contribute, either voluntarily or involuntarily, to its wealth-creating capacity and activities, and are therefore its potential beneficiaries and / or risk bearers. Zij geven aan dat een ieder bedoeld of onbedoeld een stakeholder kan zijn, zolang er maar referenties zijn naar de organisatie. Deze referenties zijn van belang bij de stakeholder theorie, Freeman (1984) geeft aan dat juist het in kaart brengen van stakeholders - en hoe zij gemanaged kunnen worden - de kern van de theorie is. Het identificeren van kansen en bedreigingen en het toewijzen van een bepaald belang hieraan, geeft mogelijkheden voor de organisatie om te anticiperen en te groeien. Deze kansen en bedreigingen kunnen in een matrix worden geplot. De zogeheten materialiteitsmatrix maakt onderdeel uit van de handvatten in de verslaggevingsrichtlijnen van de Global Reporting Initiative (GRI) en het raamwerk van ISO Daarnaast levert de hantering van een materialitetsmatrix in het duurzaamheidsverslag binnen de Transparantie Benchmark de nodige punten op. 2.7 THEORETISCHE RELEVANTIE Wanneer de impact groot is, kan additionele informatie worden verlangd van de organisatie. Vanuit de agency theorie zou zelfs gesteld kunnen worden dat niet alleen aandeelhouders maar ook andere groepen belanghebbende principaal kunnen zijn. Volgens de legitimatie theorie behoort de organisatie haar plaats in de maatschappij te verdienen, de stakeholders theorie sluit hierbij aan en geeft aan dat niet alleen de organisatie van belang is, maar alle stakeholders. De institutionele theorie gaat hier dieper op in en geeft mede met isomorfisme aan waarom een organisatie vrijwillig informatie verschaft. Henderson (2007) stelt dat door de impact op de maatschappij een organisatie voorbeeld moet dienen qua duurzaamheid en transparantie. De voluntary disclosure theorie bundelt deze theorieën samen in een gedachtegang waarbij de expliciete koppeling met vrijwillige informatie benadrukt wordt. 14

15 Ondanks dat er meerdere redenen achter transparantie kunnen schuil gaan (Lindblom, 1994; Deegen en Gordon 1996 en Schlierer et al., 2012), durf ik wel te stellen dat mede door het onderzoek van Tilling (2004a/b), de achterliggende oorzaak voor transparantie vaak gevonden kan worden in het verdienmodel van een organisatie. Daarbij heeft het management alsmede de plaats in de maatschappij invloed op de mate van vrijwillige informatieverschaffing en daarmee op transparantie. Door benchmarks zoals de Transparantie Benchmark wordt een normenkader voor toetsing neergezet waardoor transparantie ineens tastbaar en meetbaar wordt. De initiatiefnemers van de Transparantie Benchmark communiceren over het normenkader en elke organisatie wordt in de gelegenheid gesteld om hun jaarverslag te laten voldoen aan dit kader. De Transparantie Benchmark kan daarbij binnen de institutionele theorie geplaats worden, het is een benchmark, isomorfisme ten top, een dwangmatig kader, waarbij mimetische voorbeelden in overvloed voorhanden zijn en normatief handelen in ieder geval punten scoort. Een benchmark zoals deze kan een fantastisch middel zijn om op eenduidige wijze het niveau van transparantie te beoordelen en inzicht te krijgen over de prestatie van de deelnemers. Uiteraard moet hierbij rekening worden gehouden met gevaren zoals window dressing en commercie. Vanuit bovenstaande theorieën en eerder onderzoek zijn diverse indicatoren voor transparantie te onderkennen. Vanuit deze indicatoren zouden bepaalde organisaties hoger dan wel lager scoren op het gebied van vrijwillige informatieverschaffing. Onderzoek naar deze indicatoren en de relatie met transparantie wordt in hoofdstuk 3 toegelicht. 15

16 3 INDICATOREN VOOR TRANSPARANTIE Transparantie is - zoals eerder vermeld - een relatief vaag begrip en zal misschien wel nooit helemaal geclassificeerd kunnen worden. De Transparantie Benchmark doet hiertoe een poging en is vanuit dit onderzoek in haar resultaat leidend. Vanuit de diverse theorieën uit hoofdstuk 2 alsmede eerder onderzoek, zijn indicatoren voor transparantie te onderkennen. Vanuit deze indicatoren zouden bepaalde organisaties hoger dan wel lager kunnen scoren op het gebied van vrijwillige informatieverschaffing. Onderzoek naar deze indicatoren en de relatie met transparantie levert een hypothese op die getoetst kan worden (hoofdstuk 4 en 5). Dit onderzoek richt zich op harde indicatoren die niet voor interpretatie vatbaar zijn. De reden hiervoor is relatief simpel, door gebruik te maken van feitelijke gegevens, zijn resultaten objectief, niet voor discussie vatbaar en is vervolgonderzoek beter mogelijk. Naast reeds onderzochte indicatoren voor transparantie is tevens een aantal niet onderzochte relaties opgenomen. De relatie, richting en hypothese worden hieronder verder toegelicht. 3.1 GROOTTE VAN DE ORGANISATIE Net als transparantie, is grootte een relatief vaag begrip. Echter in Nederland kennen we voor organisaties een indeling voor grootte gebaseerd op omzet, balanstotaal en/of werknemers aantal. De publicatievereisten zijn ingedeeld in drie verschillende categorieën: klein, middel en groot. De deelnemers van de Transparantie Benchmark vallen allen in de categorie groot. Het doel van de Transparantie Benchmark, de kwaliteit van maatschappelijke verantwoording te vergrootten, is op basis van de institutionele theorie gemakkelijker te verwezenlijken met grootte organisaties, omdat het gedrag van deze organisaties (voorbeeldgedrag) vaak door kleine organisaties wordt overgenomen. De grootte van de organisatie zou daarnaast een positieve relatie hebben op transparantie (Cerf, 1963; Buzby, 1975; Courtis, 1979; Trotman en Bradley,1984; Chow en Wong-Boren, 1987; Cooke, 1992; Wallace et al., 1994; Inchausti, 1997; Eng en Mak, 2003; Alsaeed, 2006; Huafang en Jianguo, 2007; Chau & Gray, 2010). Onderzoek van Marston en Shrives (1991) naar reeds onderzochte indicatoren van transparantie geeft aan dat grootte, beursnotering, leverage en winstgevendheid de meeste gehanteerde indicatoren zijn. Ahmed en Courtis (1999) geven in hun onderzoek naar reeds uitgevoerde onderzoeken van transparantie aan, dat de omvang van omzet en het balanstotaal een significante positieve correlatie hebben met transparantie. Cooke (1989b) heeft een relatief eenvoudige verklaring, grote organisaties zijn meer complex, en complexiteit vergt meer informatieverschaffing. Vanuit de agency theorie zijn veel indicatoren te herleiden. De grootte van een organisatie en daarmee de impact op de maatschappij zou zorgen voor een hogere mate van informatieasymmetrie. Ditzelfde zou gelden voor organisaties welke relatief veel vreemd vermogen hebben aangetrokken. Inchausti (1997) stelt dat vrijwillige informatieverschaffing kan leiden tot een daling van de agency en politieke kosten. Botosan, 1997 stelt dat meer informatieverschaffing leidt tot een daling van financieringskosten. Depours (2000) geeft aan dat een grote organisatie vaak tekenen van internationaal handelen vertoont, dit gaat gepaard met een internationale financieringsbehoefte. Watts en Zimmerman (1978) stellen in hun onderzoek dat de kosten voor verantwoording sterk afhankelijk zijn van de grootte van een

17 organisatie. Depoers geeft hierbij aan dat een grote organisatie beter in staat is de automatisering en beheerskosten voor verantwoording te dragen. Vanuit de legitimatie en de insitutionele theorie wordt verondersteld dat een grootte organisatie meer belanghebbende partijen kent, waardoor meer (vrijwillige) informatie verstrekt dient te worden. De institutionele theorie ondersteunt de relatie tussen transparantie en de grootte van de organisaties verder doordat grote organisaties vaak een voorbeeldrol vervullen en meer dan de kleine organisaties het risico van het publiceren van concurrentiegevoelige informatie kunnen dragen (Raffournier, 1995). Dwang isomorfisme is een voorbeeld dat toegepast kan worden door grote organisaties die onder hogere druk van wet- en regelgeving staan waarbij door het publiceren van vrijwillige informatie eventuele nieuwe (strengere) wetgeving uit kan blijven (Buzby, 1975). De grootte van een organisatie is één van de weinige indicatoren voor het meten transparantie waar veel onderzoek naar verricht is en waarbij overwegend positieve relaties met transparantie gevonden zijn. H0: er bestaat een positieve relatie tussen de grootte van de organisatie en het aantal punten behaald in de Transparantie Benchmark. 3.2 AANTAL LEDEN RAAD VAN COMMISSARISSEN Naast de impact van managers op de mate van vrijwillige informatieverschaffing, hebben ook de leden van de raad van commissaris impact op de vrijwillige informatieverschaffing. De primaire functie van een lid van de raad van commissarissen is het toezicht houden op het beleid van de raad van bestuur en het adviseren over strategische keuzes (Cheng en Jaggi, 2000; Coles et al. 2008). In het kader van deze functies heeft de commissaris een informatiebehoefte die voor elk lid van de raad anders kan zijn. Een toename van het aantal leden van de raad van commissarissen zou een verklaring zijn voor het toenemen van de informatiebehoefte en het publiceren van deze informatie. Elk lid zou zich daarbij ook willen profileren, zodat op basis van de legitimatie theorie meer vrijwillige informatie verwacht mag worden. Vanuit voorgaande onderzoeken naar vrijwillige informatieverschaffing en het aantal leden in de raad van commissaris, stellen Chau en Gray, 2010 dat - wanneer de raad van commissarissen hun controle en toezichthoudende functie adequaat uitvoeren - de corporate governance verbeterd wordt. Forker (1992) noemt dat de kwaliteit van informatieverschaffing wordt verbeterd. Eng en Mak (2003) stellen dat een toename van informatieverschaffing kan worden verwacht. Fama en Jensen (1983) geven aan dat de raad van commissarissen één van de meest belangrijke mechanismen is voor het monitoren van de raad van bestuur. Hiermee zouden agency kosten verlaagd worden. De raad van commissarissen heeft volgens Kim et al. (2007) tevens een belangrijke rol bij het toezicht op de eventuele belangenverschillen tussen grote en kleine aandeelhouders. In het kader van transparantie heeft onderzoek van Beasley (1996) aangetoond dat er een negatief verband ontstaat tussen het aantal leden in de raad van commissarissen en het plegen van verslaggevingsfraude. De aandeelhouders kiezen de raad van commissarissen en vanuit die positie houden zij toezicht. Vanuit de stakeholders theorie kan de informatiebehoefte worden verklaard, immers het aantal toezicht houdende leden in de raad van commissaris zou vergroot kunnen worden omdat vanuit de stakeholders meer verantwoording wordt verwacht. De agency theorie sluit hierbij aan; het verminderen van de informatieasymmetrie zou zorgen voor lagere verantwoordingskosten. De institutionele theorie stelt dat 17

18 de organisatie en daarmee het bestuur een plaats in de maatschappij dient te verdienen. De raad van commissarissen helpt de organisatie hierbij door expertise en ervaring te leveren. De raad kan daarbij de stakeholders informeren, zodat vanuit hun controle en adviestaak de stakeholders overtuigd kunnen worden. H1: er bestaat een positieve relatie tussen het aantal commissarissen en transparantie. 3.3 BEURSNOTERING Fama en Jensen (1983), "Agency costs increase as ownership structure becomes more diffuse". Singhvi en Desai (1971), "The ownership distribution has a significant influence on the quality of disclosure in annual reports". Vanuit de agency theorie zou een meer diverse eigenaarsstructuur van een organisatie zorgen voor hogere agency- c.q. verantwoordingskosten. Doordat managers verantwoordingskosten willen beheersen en het liefst zouden verlagen, zou vrijwillige informatieverschaffing ingezet kunnen worden om dit te realiseren. Raffournier (1995) stelt dat het jaarverslag hiervoor gebruikt kan worden. Vanuit wetenschappelijk onderzoek blijkt grote inconsistentie bij de bevestiging van deze theorie. Raffournier geeft aan dat hij verwacht dat de vrijwillige informatieverschaffing toeneemt, maar kan dit in zijn wetenschappelijke onderzoek niet bevestigen. Buzby (1975) ziet wel een relatie, echter hij stelt dat dit voornamelijk te maken heeft met de grootte van de organisatie en niet zozeer met de beursnotering. Mckinnon en Delimaunthe (1993) en Malone et al. (1993) vinden wel een relatie, maar geen sterk verband. Depoers (2000) en Alsaeed (2006) komen tot de conclusie dat er geen directe relatie ligt met de mate van informatieverstrekking. Firth, 1979; Cooke, 1989a; Malone, 1993; Wallace, et al. 1994; Hossain et al., 1995; Giner, 1997 en Patelli en Prencipe, 2007 geven allen aan dat er wel degelijk een relatie is tussen beursnotering en vrijwillige informatieverschaffing. De mate van vrijwillige informatieverstrekking kan in mijn optiek te maken hebben met internationalisering, een organisatie welke genoteerd staat op meerdere aandelenbeurzen moet voldoen aan een scala van regelgeving, hierdoor kan verplichte informatieverschaffing, vrijwillig zijn in een ander land. Een internationaal opererende organisatie heeft daarnaast te maken met meerdere belanghebbende. Dit zorgt voor een grotere mate van informatieverschaffing. Uiteraard is voor een notering op een aandelenbeurs een bepaalde organisatiegrootte benodigd. De mate van transparantie, beursnotering en de grootte van de organisatie lijken in ieder geval invloed op elkaar te hebben. H2: er bestaat een positieve relatie tussen beursnotering en transparantie. 3.4 LEVERAGE Niet van alle bedrijfsgegevens kan gesteld worden dat een directe relatie met vrijwillige informatieverschaffing bestaat. Vanuit de theorie zijn diverse indicatoren aan te wijzen, echter blijkt het soms moeilijk om een directe relatie te bewijzen. Naast de grootte van een organisatie, wordt leverage in verband gebracht met vrijwillige informatieverschaffing. Leverage (de ratio tussen vreemd vermogen en eigen vermogen) geeft de financiële structuur en het lange termijn risico van die structuur aan (Watson et al. 2002). Ratio's kunnen daarbij aangeven in hoeverre een organisatie is gefinancierd met vreemd vermogen of de mate waarin 18

19 de organisatie aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Bij een toename van het vreemd vermogen ten opzichte van het eigen vermogen of het totale vermogen geeft de agency theorie aan dat de vreemd vermogen verschaffers meer informatie willen omtrent de performance van de organisatie. Immers bij een toenemende mate van financiering kan het risico op het niet kunnen terugbetalen van vreemd vermogen toenemen. De relatie tussen leverage, vrijwillige informatieverschaffing en de agency theorie is door diverse onderzoekers onderzocht. Myers, 1977; Schipper, 1981; Zarzeski, 1996;, geven aan dat een hogere mate van leverage gepaard gaat met hogere agency kosten, vrijwillige informatieverschaffing zou volgens hen bijdragen aan een verlaging van deze kosten. De uitkomsten van hun en andere onderzoeken zijn verdeeld, Chow en Wong-Boren, 1987; Wallace et al., 1994; Hossain et al., 1995; Raffournier, 1995; Inchausti, 1997; Ho en Wong, 2001; Chau en Gray, 2010 komen tot de conclusie dat er geen wetenschappelijk verband is, terwijl Eng en Mak (2003) zelfs een negatieve relatie zien. Onderzoek en theoretische onderbouwing lijken verdeeld. De tijdspanne van de onderzoeken welke hier zijn genoemd, 1977 tot 2002, kan bijdragen aan de inconsistente conclusies. Het begrip transparantie is - zoals eerder vermeld - zelf relatief vaag en veranderd over de jaren heen. Waarom leverage in mijn optiek een goede graadmeter kan zijn, is het feit dat de financieringsstructuur invloed heeft op afhankelijkheid. Agency, stakeholders en de institutionele theorie spreken allemaal van een toenemende mate van vrijwillige informatieverschaffing bij een hogere mate van afhankelijkheid. Onderzoek van Ahmed en Courtis, 1999, bevestigt deze gedachtegang. Zij hebben 12 studies onderzocht op leverage in relatie tot de mate van vrijwillige informatieverschaffing, zowel in schuld ten opzichte van eigen vermogen alsmede schulden ten opzichte van balanswaarde. Hun conclusive luidt: "a significant positive association between leverage and disclosure levels". Op basis van eerder onderzoek kan geen eenduidige richting worden opgesteld met betrekking tot de relatie tussen leverage en transparantie. H3: leverage heeft invloed op transparantie. 3.5 SOLVABILITEIT Solvabiliteit is de ratio tussen het totale en het vreemd vermogen van een organisatie en wordt voornamelijk gebruikt om aan te geven in hoeverre een organisatie op de lange termijn aan haar betalings- en aflossingsverplichtingen kan voldoen. Slechts weinig onderzoek is verricht naar de relatie tussen solvabiliteit en vrijwillige informatieverschaffing. Dra. Ec. Tri Lestari, M.Si. (2013) geven aan dat solvabiliteit één van de pijlers is voor het management om al dan niet vrijwillige informatie te verschaffen. Myburgh (2001) geeft in haar onderzoek naar vrijwillige informatieverschaffing bij industriële bedrijven uit Zuid Afrika - welke genoteerd zijn aan een aandelenbeurs - aan dat zowel liquiditeit almede solvabiliteit een significante invloed hebben. Welke invloed wordt niet nader omschreven en Myburgh gaat niet verder in op dit verband of deze relatie. Omdat weinig wetenschappelijk onderzoek is verricht naar de solvabiliteit in het kader van vrijwillige informatieverschaffing, is een algemene verwachting alleen op basis van een theoretisch kader op te stellen. Op basis van de agency theorie zou bij een afname van de ratio, meer verantwoording worden verwacht. Vanuit de legitimatie theorie is op voorhand geen duidelijke relatie te vinden, bestaansrecht uit het verleden biedt daarbij geen garantie voor de toekomst, omdat de organisatie zich steeds moet aanpassen aan de veranderende markt. Vanuit de stakeholder theorie en de institutionele theorie zou 19

20 een afname van de ratio duiden op meer onzekerheden met betrekking tot de rendementseisen van de stakeholders en minder mogelijkheden om tegenslagen zowel intern als extern te verwerken. Vanuit de theorie zou een hogere ratio duiden om minder verantwoording omdat het gedeelte eigen vermogen ten opzichte van het vreemd vermogen toeneemt, waardoor het risico afneemt. Doordat solvabiliteit grote overeenkomsten vertoont met leverage, wordt eveneens als leverage geen richting gegeven aan de hypothese. H4: solvabiliteit heeft invloed op transparantie. 3.6 WINSTGEVENDHEID Winstgevendheid van een organisatie zou op basis van de agency theorie een motief zijn voor vrijwillige informatieverschaffing (Patell, 1976; Pennan, 1980). Vanuit het oogpunt van de manager zou een goed resultaat gedeeld worden met de aandeelhouders. Managers zouden zo hun positie veilig willen stellen en hun performance willen refereren aan het resultaat (Inchausti, 1997). Een goed resultaat zou binnen de institutionele theorie kunnen leiden tot mimetisch isomorfisme, managers kijken graag naar elkaar en willen vervolgens hun succesverhalen verspreiden (Skinner, 1994). Vanuit de stakeholders theorie is winstgevendheid een maatstaaf voor continuïteit, een goed presterende organisatie zou zich in mindere mate hoeven te verantwoorden. De legitimatietheorie sluit zich hierbij aan, daarbij zou het zelfs zo kunnen zijn dat een organisatie met mindere resultaten zich juist gaat verantwoorden om de risico s voor de maatschappij te verkleinen en hun relevantie te waarborgen. Vanuit de diverse theorieën geeft winstgevendheid als verklarende variabele een wisselend beeld. Diverse onderzoeken bevestigen dit. Skinner geeft in zijn onderzoek niet alleen aan dat managers hun winstcijfers willen verspreiden, maar zouden managers ook extra informatie verschaffen wanneer een verlies is voorzien. Over de informatiewaarde ten aanzien van de winstgevendheid lopen niet alleen de meningen uiteen, ook de vastgestelde relatie met transparantie loopt uiteen van zowel negatief als positief. Positieve relaties tussen winstgevendheid en vrijwillige informatieverschaffing zijn onder andere door Haniffa en Cooke (2002), Gul en Leung (2004), Cheng en Courtenay (2006), Aerts et al. (2007), Akhtaruddin et al. (2009), Li, Pike en Haniffa (2008) en Drobetz et al. (2014) gevonden. Ho en Taylor (2007) vonden een negatieve relatie. Wallace et al. (1994), Hossain et al. (1995), Raffournier (1995), Inchausti (1997), Ho en Wong (2001), Alsaeed (2006), Mattingly en Berman (2006), Chau en Gray (2010), Ferrer en Ferrel (2011) en Baron et al (2011) hebben in hun onderzoeken geen verband tussen winstgevendheid en vrijwillige informatieverschaffing gevonden. Een mogelijke verklaring wordt door Lang en Lundholm (1993) gegeven. Zij stellen dat de informatiewaarde van winstgevendheid alleen een positief effect heeft op de vrijwillige informatieverschaffing wanneer de informatie asymmetrie tussen managers en vermogensverschaffers groot is. Eén van de meest gehanteerde methoden om winstgevendheid te berekenen in het kader van transparantie, is de return on assets (Roa). De Roa zal dan ook gebruikt worden als maatstaaf voor winstgevendheid en in de hypothese wordt gezien vorige onderzoeken geen richting aangegeven. H5: winstgevendheid uitgedrukt in return on assets heeft invloed op transparantie. 20

De benchmark geanalyseerd

De benchmark geanalyseerd Datum 21-05-2015 1 De benchmark geanalyseerd Master studies naar de uitkomsten van de Transparantie Benchmark Allard Hibma MSc Prof. dr. Dick de Waard Datum 21-05-2015 2 Agenda Introductie Toelichting

Nadere informatie

De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs

De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs De accountant en het bestuursverslag Visie NBA Young Profs Aanleiding Op 13 november 2015 publiceerde de NBA haar consultatiedocument De accountant en het bestuursverslag: Verder kijken dan de jaarrekening.

Nadere informatie

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting

Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting xvii Invloed van IT uitbesteding op bedrijfsvoering & IT aansluiting Samenvatting IT uitbesteding doet er niet toe vanuit het perspectief aansluiting tussen bedrijfsvoering en IT Dit proefschrift is het

Nadere informatie

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth

Stappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth Stappenplan Social Return on Investment Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth 1 1. Inleiding Het succesvol implementeren van ehealth is complex en vraagt investeringen van verschillende

Nadere informatie

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM

IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM IN ZES STAPPEN MVO IMPLEMENTEREN IN UW KWALITEITSSYSTEEM De tijd dat MVO was voorbehouden aan idealisten ligt achter ons. Inmiddels wordt erkend dat MVO geen hype is, maar van strategisch belang voor ieder

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2013 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012

Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012 Nadere toelichtingen in de controleverklaring 24 april 2012 Datum: 24 april 2012 Onderwerp: Van toepassing op: Status: Accountants die controleopdrachten uitvoeren Praktijkhandreiking Relevante regelgeving

Nadere informatie

Concept Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring

Concept Praktijkhandreiking 1119 Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring Nadere toelichtingen in de goedkeurende controleverklaring maart 2012 Concept Praktijkhandreiking 1119 Inleiding Binnen de huidige wet- en regelgeving kan de accountant reeds uitdrukkelijk inspelen op

Nadere informatie

Kwaliteitsmanagement theoretisch kader

Kwaliteitsmanagement theoretisch kader 1 Kwaliteitsmanagement theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1 1. Kwaliteitsmanagement Kwaliteitsmanagement richt zich op de kwaliteit organisaties. Eerst wordt het begrip

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2014 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2014 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Kengetallen

Nadere informatie

Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen

Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen Directiestatuut N.V. Waterbedrijf Groningen Dit Directiestatuut is op 14 december 2006 ter kennis gebracht aan de algemene vergadering van aandeelhouders en na goedkeuring door de raad van commissarissen

Nadere informatie

RvC-verslagen geven weinig inzicht

RvC-verslagen geven weinig inzicht RvC-verslagen geven weinig inzicht Erasmus Universiteit Rotterdam September 2010 Dr. Mijntje Lückerath-Rovers Drs. Margot Scheltema contact: luckerath@frg.eur.nl Het onderzoek Ondernemingen : Van 60 ondernemingen

Nadere informatie

Prof dr Philip Wallage 2 JUNI 2010 AMSTERDAM SEMINAR EUMEDION, NIVRA EN VBA

Prof dr Philip Wallage 2 JUNI 2010 AMSTERDAM SEMINAR EUMEDION, NIVRA EN VBA Wat is de feitelijke rol van de accountant ten aanzien van het jaarverslag en elders opgenomen niet financiële informatie? In hoeverre matcht deze rol met de verwachtingen van beleggers? Prof dr Philip

Nadere informatie

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i

CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT i Aan: de aandeelhouders en de raad van commissarissen van... (naam entiteit(en)) A. Verklaring over de in het jaarverslag opgenomen jaarrekening 201X

Nadere informatie

Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants t.a.v. Adviescollege voor Beroepsreglementeting Postbus 7984 1008 AD AMSTERDAM

Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants t.a.v. Adviescollege voor Beroepsreglementeting Postbus 7984 1008 AD AMSTERDAM E Ernst & Young Accountants LLP Telt +31 88 407 1000 Boompjes 258 Faxt +31 88407 8970 3011 XZ Rotterdam, Netherlands ey.corn Postbus 2295 3000 CG Rotterdam, Netherlands Nederlandse Beroepsorganisatie van

Nadere informatie

Accountantsverslag 2012

Accountantsverslag 2012 pwc I Accountantsverslag 2012 Permar Energiek B.V. 24 mei 2013 pwc Permar Energiek B.V. T.a.v. de Raad van Commissarissen en de Directie Horaplantsoen 2 6717LT Ede 24 mei 2013 Referentie: 31024B74/DvB/e0291532/zm

Nadere informatie

Reglement auditcommissie

Reglement auditcommissie Reglement auditcommissie REGLEMENT AUDITCOMMISSIE Dit reglement is vastgesteld op grond van artikel 7.1 van het reglement van de raad van commissarissen en met inachtneming van de Nederlandse corporate

Nadere informatie

Niet-financiële informatie (NFI) in Nederland

Niet-financiële informatie (NFI) in Nederland Niet-financiële informatie (NFI) in Nederland Koninklijk NIVRA Michèl J.P. Admiraal RA IBR 7 december 2009 1 Inhoud van deze presentatie 1. Voorstellen spreker 2. State of the art in Nederland 3. NIVRA

Nadere informatie

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken RJ-Uiting 2017-15 Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken Inleiding In hoofdstuk 430 Kerncijfers, kengetallen en meerjarenoverzichten

Nadere informatie

De reactie van de NBA Young profs op het consultatiedocument Transparant over de controle' van 17 november 2014

De reactie van de NBA Young profs op het consultatiedocument Transparant over de controle' van 17 november 2014 Visie NBA Young Profs Aanleiding Op 26 juni 2015 publiceerde de NBA haar consultatiedocument rondom de aanpassing van de controleverklaring voor álle controles. Het consultatiedocument heeft betrekking

Nadere informatie

CONTROLEPROTOCOL voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2013 van de gemeente Hengelo

CONTROLEPROTOCOL voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2013 van de gemeente Hengelo CONTROLEPROTOCOL voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2013 van de gemeente Hengelo 0 Inleiding De Gemeentewet(GW), art. 213, schrijft voor dat de gemeenteraad één of meer accountants aanwijst

Nadere informatie

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen.

Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen. Definitie: Eigen vermogen gedeeld door het vreemde vermogen. Jaar kengetal Gemiddelde sector Indicator risicoanalyse inspectie 2016 73,6% 1 Don: ondergrens 3 2015 75% Don: ondergrens 3

Nadere informatie

Materialiteit en waardecreatie. Jos Reinhoudt 21 mei 2015

Materialiteit en waardecreatie. Jos Reinhoudt 21 mei 2015 Materialiteit en waardecreatie Jos Reinhoudt 21 mei 2015 JOS REINHOUDT MVO Nederland Speerpuntonderwerpen: Transparantie Stakeholderdialoog Impact MVO Trendrapport 2015 j.reinhoudt@mvonederland.nl @JosReinhoudt

Nadere informatie

Compliance- verklaring

Compliance- verklaring Compliance- verklaring 23 januari 2013 1 van 6 Inleiding Spaarnelanden en de Code Goed Bestuur Publieke Dienstverleners Spaarnelanden wenst haar governance in lijn te brengen met de laatste inzichten op

Nadere informatie

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel CORPORATE GOVERNANCE MAANDAG 2 MAART UUR

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel CORPORATE GOVERNANCE MAANDAG 2 MAART UUR SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel CORPORATE GOVERNANCE MAANDAG 2 MAART 2015 13.30-15.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Corporate governance Maandag 2 MAART 2015 B / 7 2015 Stichting ENS B / 7 Opgave

Nadere informatie

INGETROKKEN PER 6 DECEMBER 2016

INGETROKKEN PER 6 DECEMBER 2016 Dit document maakt gebruik van bladwijzers NBA-handreiking 1119 Nadere toelichting in de controleverklaring 24 april 2012 NBA-handreiking 1119 NBA-handreiking 1119: Van toepassing op: Accountants die controle-opdrachten

Nadere informatie

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving

Alternatieve financiële prestatie-indicatoren. Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving Alternatieve financiële prestatie-indicatoren Toezicht Kwaliteit Accountantscontrole & Verslaggeving April 2014 Inhoudsopgave 1 Conclusie en samenvatting 4 2 Doelstellingen, onderzoeksopzet en definiëring

Nadere informatie

inspireren en innoveren in MVO

inspireren en innoveren in MVO inspireren en innoveren in MVO Inleiding Gert Van Eeckhout Beleidsondersteuner MVO - Departement WSE Wat is MVO? Waarom MVO? Beleidslijnen Vlaamse overheid MVO? een proces waarbij ondernemingen vrijwillig

Nadere informatie

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000

Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 Controleprotocol subsidies gemeente Alkmaar voor verantwoording subsidies > 250.000 1 Algemeen Op grond van de Kaderverordening Subsidieverstrekking van de gemeente Alkmaar kunnen subsidies worden verstrekt.

Nadere informatie

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN

VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN VUISTREGELS VOOR EEN KWALITEITSVOLLE EXPLAIN Motivering bij het uitwerken van de vuistregels Door het K.B. van 6 juni 2010 is de Belgische Corporate Governance Code 2009 dè referentiecode geworden voor

Nadere informatie

Concept NBA-handreiking Publicatie kwaliteitsfactoren 17 april 2015

Concept NBA-handreiking Publicatie kwaliteitsfactoren 17 april 2015 Dit document maakt gebruik van bladwijzers. Concept NBA-handreiking 17 april 2015 Consultatieperiode loopt tot 29 mei 2015 Concept NBA-handreiking NBA-handreiking Van toepassing op: xx Onderwerp xx Datum:

Nadere informatie

Directiestatuut. Waterleidingmaatschappij Drenthe

Directiestatuut. Waterleidingmaatschappij Drenthe Directiestatuut Waterleidingmaatschappij Drenthe Inhoud Directiestatuut van de NV Waterleidingmaatschappij Drenthe Artikel 1 Definities 3 Artikel 2 Inleiding 3 Artikel 3 Taken van de directie 3 Artikel

Nadere informatie

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015

Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM. Rapport inzake de jaarrekening 2015 Global Opportunities (GO) Capital Asset Management BV gevestigd te AMSTERDAM Rapport inzake de jaarrekening 2015 Inhoudsopgave Pagina Opdracht 1 Algemeen 1 Resultaten 1 Financiële positie 2 Fiscale positie

Nadere informatie

Dit document maakt gebruik van bladwijzers. NBA-handreiking 1123 Gecombineerde verklaring bij financiële en mvoverslagen

Dit document maakt gebruik van bladwijzers. NBA-handreiking 1123 Gecombineerde verklaring bij financiële en mvoverslagen Dit document maakt gebruik van bladwijzers NBA-handreiking 1123 Gecombineerde verklaring bij financiële en mvoverslagen 31 januari 2014 NBA-handreiking 1123 Gecombineerde verklaring bij financiële en mvo-verslagen

Nadere informatie

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur,

Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009. Geacht bestuur, L0705 Veenendaalse Woningstichting t.a.v. het bestuur Postbus 168 3900 AD VEENENDAAL Rijnstraat 8 Postbus 30941 2500 GX Den Haag www.vrom.nl Datum 27 november 2009 Betreft Oordeelsbrief 2009 Geacht bestuur,

Nadere informatie

3 Management van ICT-kosten en baten

3 Management van ICT-kosten en baten 3 Management van ICT-kosten en baten Stand van zaken in de woningcorporatiesector Patrick van Eekeren en Menno Nijland Het bepalen van de hoogte van de ICT-kosten (en baten), bijvoorbeeld door gebruik

Nadere informatie

Appraisal. Datum:

Appraisal. Datum: Appraisal Naam: Sample Candidate Datum: 08-08-2013 Over dit rapport: Dit rapport is op automatische wijze afgeleid van de resultaten van de vragenlijst welke door de heer Sample Candidate is ingevuld.

Nadere informatie

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN

REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN REGLEMENT RISK- EN AUDITCOMMISSIE N.V. NEDERLANDSE SPOORWEGEN 24 november 2017 INHOUD HOOFDSTUK 1: Rol en status van het Reglement 1 HOOFDSTUK 2: Samenstelling RAC 1 HOOFDSTUK 3: Taken RAC 2 HOOFDSTUK

Nadere informatie

Duurzaamheidverslag: ook voor u? Koen Vanbrabant FEBEM, 10 maart 2015

Duurzaamheidverslag: ook voor u? Koen Vanbrabant FEBEM, 10 maart 2015 Duurzaamheidverslag: ook voor u? Koen Vanbrabant FEBEM, 10 maart 2015 Mission: Creating Responsible Business in society Vision: Sustainability Coach Values: Responsibility & Respect Ons Engagement geïntegreerd

Nadere informatie

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming?

Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Vragen hoofdstuk 8: Externe verslaggeving Open vragen 1. Wat zijn stakeholders van een onderneming? Externe verslaggeving is, zoals de naam al aangeeft, gericht op het verschaffen van informatie aan partijen

Nadere informatie

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.

Jade Beheer. Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3. Jade Beheer Communicatieplan CO 2 Prestatieladder 3.C.1. 3.C.2 Invalshoek C: Transparantie Handboek CO2 Prestatieladder, versie 2.2 / 3.0 Document : Communicatieplan CO 2-prestatieladder Auteur : Jade

Nadere informatie

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen

RAAD advies van 7 januari De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen RAAD advies van 7 januari 2000 De rol van de commissaris-revisor inzake halfjaarlijkse en jaarlijkse communiqués van beursgenoteerde vennootschappen Het koninklijk besluit van 3 juli 1996 betreffende de

Nadere informatie

RJ-Uiting 2014-3: ontwerp-richtlijn 400 Jaarverslag

RJ-Uiting 2014-3: ontwerp-richtlijn 400 Jaarverslag RJ-Uiting 2014-3: ontwerp-richtlijn 400 Jaarverslag Ten geleide In de jaareditie 2013 van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving is hoofdstuk 400 Jaarverslag opgenomen met geringe aanpassingen in de

Nadere informatie

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit

Interim-management en advies Financiële specialisten voor de overheid en not for profit BENCHMARK OP MAAT Inhoud pagina 1 Inleiding 2 2 Observaties en indeling naar omzet 3 3 De parameters 4 4 Resultaten 5 5 Conclusie 12 Bijlage 1 1 Inleiding Ons product Benchmark Op Maat is speciaal ontwikkeld

Nadere informatie

Good practice. Presentatie DNB Irene Staal & Maartje Dijt

Good practice. Presentatie DNB Irene Staal & Maartje Dijt Good practice Presentatie DNB Irene Staal & Maartje Dijt Agenda 1) Overkoepelende resultaten 2) Aandachtspunten & good practices per element Samenvatting, organisatieomschrijving & doel Governance Indicatoren

Nadere informatie

Dieter Vander Beke. Maatschappelijk Verantwoorde Overheid ISO 26000 & GRI Provinciale milieudag provincie Antwerpen 24 juni 2014

Dieter Vander Beke. Maatschappelijk Verantwoorde Overheid ISO 26000 & GRI Provinciale milieudag provincie Antwerpen 24 juni 2014 Dieter Vander Beke Maatschappelijk Verantwoorde Overheid ISO 26000 & GRI Provinciale milieudag provincie Antwerpen 24 juni 2014 Overzicht van de presentatie 1. Vertrouwen in de overheid? 2. Maatschappelijke

Nadere informatie

Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015. Algemeen

Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015. Algemeen Verantwoordingsdocument Code Banken over 2014 Hof Hoorneman Bankiers NV d.d. 18 maart 2015 Algemeen Mede naar aanleiding van de kredietcrisis en de Europese schuldencrisis in 2011 is een groot aantal codes,

Nadere informatie

Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410

Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410 Spotlight Meer duidelijkheid over samenstellingsopdrachten met komst Standaard 4410 Robert van der Glas - Statutaire compliance, Tax Reporting & Strategy De NBA heeft onlangs de herziene standaard uitgebracht

Nadere informatie

Samenvatting afstudeeronderzoek

Samenvatting afstudeeronderzoek Samenvatting afstudeeronderzoek Succesfactoren volgens bedrijfsleven in publiek private samenwerkingen mbo IRENE VAN RIJSEWIJK- MSC STUDENT BEDRIJFSWETENSCHAPPEN (WAGENINGEN UNIVERSITY) IN SAMENWERKING

Nadere informatie

Deelnameprotocol Transparantiebenchmark 2015

Deelnameprotocol Transparantiebenchmark 2015 Deelnameprotocol Transparantiebenchmark 2015 Maart 2015 De Transparantiebenchmark is een jaarlijks onderzoek van het Ministerie van Economische Zaken naar de inhoud en kwaliteit van externe verslaggeving

Nadere informatie

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de algemene vergadering van Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verklaring over de jaarrekening 2014 Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2014 van

Nadere informatie

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving

Materieel belang in de jaarrekening. Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Materieel belang in de jaarrekening Nationale Verslaggevingsdag 26 juni 2012 Ton Meershoek Hoofd toezicht financiële verslaggeving Agenda Inleiding Doel van de jaarrekening Wat is materieel belang Wat

Nadere informatie

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016

MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 MKBTR TOPFIT SESSIE HET VERHAAL VAN DE JAARCIJFERS 17 MAART 2016 Wat gaan we doen? Wat zijn je verwachtingen? Stukje theorie Oefencasus Afronding Handel en boekhouding Zo lang er handel wordt gedreven

Nadere informatie

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd.

Ons oordeel Wij hebben de jaarrekening 2016 van Lavide Holding N.V. te Alkmaar gecontroleerd. Aan: de aandeelhouders en de Raad van Commissarissen van Lavide Holding N.V. Grant Thornton Accountants en Adviseurs B.V. De Passage 150 Postbus 71003 1008 BA Amsterdam T 088-676 90 00 F 088-676 90 10

Nadere informatie

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018

Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 Nota Risicomanagement en weerstandsvermogen BghU 2018 *** Onbekende risico s zijn een bedreiging, bekende risico s een management issue *** Samenvatting en besluit Risicomanagement is een groeiproces waarbij

Nadere informatie

van van feitelijke bevindingen OPDRACHT Wij hebben een aantal specifieke Werkzaamheden verricht met betrekking tot het (financieel)

van van feitelijke bevindingen OPDRACHT Wij hebben een aantal specifieke Werkzaamheden verricht met betrekking tot het (financieel) van Aan: opdrachtgever van feitelijke bevindingen Betreft: Rapport van feitelijke bevindingen inzake onderzoek (financieel) jaarverslag en additionele informatie van (naam lokale mediainstelling te...

Nadere informatie

Corporate Governance verantwoording

Corporate Governance verantwoording Corporate Governance verantwoording Algemeen De Raad van Commissarissen en de Raad van Bestuur van Verenigde Nederlandse Compagnie (VNC) respecteren de principes en best practice bepalingen van de Corporate

Nadere informatie

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken

RJ-Uiting Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken RJ-Uiting 2017-15 Kerncijfers en kengetallen in de jaarrekening, het bestuursverslag en overige informatie bij de jaarstukken Inleiding In hoofdstuk 430 Kerncijfers, kengetallen en meerjarenoverzichten

Nadere informatie

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting");

REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: de stichting); REGLEMENT DIRECTIE - De directie van de stichting: Stichting SOS-Kinderdorpen Nederland, statutair gevestigd te Amsterdam (hierna: "de stichting"); in aanmerking genomen het volgende: A) de statutaire

Nadere informatie

Controleprotocol Multidisciplinaire zorg 2016

Controleprotocol Multidisciplinaire zorg 2016 Controleprotocol Multidisciplinaire zorg 2016 1 Doelstelling In het kader van de NZa-beleidsregel BR/REG-17171 Huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg heeft CZ voor de jaren 2015 en 2016 overeenkomsten

Nadere informatie

VISITATIE VAN WONINGCORPORATIES. Verantwoorden en leren

VISITATIE VAN WONINGCORPORATIES. Verantwoorden en leren VISITATIE VAN WONINGCORPORATIES Verantwoorden en leren In een visitatie leggen woningcorporaties openbaar verantwoording af over hun maatschappelijke prestaties in de afgelopen vier jaar. Visitatie richt

Nadere informatie

Ervaringen met GRI en CO2-Prestatieladder. 14 december 2011

Ervaringen met GRI en CO2-Prestatieladder. 14 december 2011 Ervaringen met GRI en CO2-Prestatieladder 14 december 2011 Overzicht presentatie Intro VGG Communicatie en organisatie GRI en Jaarbeeld CO2 en Prestatieladder Transparantiebenchmark Aanbestedingen Slide

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 260 COMMUNICATIE OVER CONTROLE-AANGELEGENHEDEN MET HET TOEZICHTHOUDEND ORGAAN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-4 Relevant orgaan... 5-10 Te communiceren controle-aangelegenheden

Nadere informatie

bedrijfsfunctie Harm Cammel

bedrijfsfunctie Harm Cammel Legal als geïntegreerde bedrijfsfunctie Harm Cammel Legal als Business functie Observatie 1. Door veranderende klantbehoefte verandert (een deel van) de Legal functie van ad hoc en vak gedreven naar continu

Nadere informatie

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V.

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V. REGLEMENT AUDITCOMMISSIE RAAD VAN COMMISSARISSEN KWH Water B.V. Vastgesteld door de Raad van Commissarissen op 11 december 2014 INLEIDING Dit reglement is opgesteld ingevolge artikel 12 lid 5 en 12 van

Nadere informatie

Het assurance-raamwerk De accountant en het verstrekken van zekerheid

Het assurance-raamwerk De accountant en het verstrekken van zekerheid Het assurance-raamwerk De accountant en het verstrekken van zekerheid Koninklijk Nederlands Instituut van Registeraccountants Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Het begrip assurance en maatschappelijke ontwikkelingen

Nadere informatie

OVEREENKOMST tussen Stichting Prioriteit DIM Vastgoed en Holding Partex East BV en Holding Partex West BV en DIM Vastgoed NV

OVEREENKOMST tussen Stichting Prioriteit DIM Vastgoed en Holding Partex East BV en Holding Partex West BV en DIM Vastgoed NV OVEREENKOMST tussen Stichting Prioriteit DIM Vastgoed en Holding Partex East BV en Holding Partex West BV en DIM Vastgoed NV PARTIJEN: 1. Stichting Prioriteit DIM Vastgoed, statutair gevestigd te Breda,

Nadere informatie

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN

INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN INTERNATIONALE CONTROLESTANDAARD 550 VERBONDEN PARTIJEN INHOUDSOPGAVE Paragrafen Inleiding... 1-6 Bestaan en toelichting van verbonden partijen... 7-8 Transacties tussen verbonden partijen... 9-12 Onderzoek

Nadere informatie

Leidraad 20 Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij een aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier

Leidraad 20 Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij een aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier Leidraad 20 Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij een aanvraag van het predicaat Koninklijk en Hofleverancier Titel Leidraad Accountantsrapportage over de bestuurlijke mededeling bij

Nadere informatie

Over reputatie van verzekeraars Jan van Rijckevorsel Amsterdam School of Economics & ACIS

Over reputatie van verzekeraars Jan van Rijckevorsel Amsterdam School of Economics & ACIS Over reputatie van verzekeraars Jan van Rijckevorsel Amsterdam School of Economics & ACIS Jan van Rijckevorsel Maart 2010 1 Definities Jan van Rijckevorsel Maart 2010 2 Reputatie Reputatie is de goede

Nadere informatie

Meer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring

Meer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring Januari 2017 Meer aandacht voor het bestuursverslag in de controleverklaring De accountant rapporteert over materiële onjuistheden De leden van de Koninklijke NBA vormen een brede, pluriforme beroepsgroep

Nadere informatie

Kennisdeling in lerende netwerken

Kennisdeling in lerende netwerken Kennisdeling in lerende netwerken Managementsamenvatting Dit rapport presenteert een onderzoek naar kennisdeling. Kennis neemt in de samenleving een steeds belangrijker plaats in. Individuen en/of groepen

Nadere informatie

Aanwijzing Controleprotocol Forensische Zorg 2011

Aanwijzing Controleprotocol Forensische Zorg 2011 Forensische Zorg 2011 Gefactureerde DB(B)C s 2011 en in 2011 afgesloten maar nog niet gefactureerde DB(B)C s Inhoud 1. Inleiding 2. Accountantsonderzoek 3. Procedures van onderzoeken 4. Inhoud van het

Nadere informatie

Grip op fiscale risico s

Grip op fiscale risico s Grip op fiscale risico s Wat is een Tax Control Framework? Een Tax Control Framework (TCF) is een instrument van interne beheersing, specifiek gericht op de fiscale functie binnen een organisatie. Een

Nadere informatie

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33)

Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Themaonderzoek 2011 Winst per aandeel (IAS 33) Toezicht Financiële Verslaggeving 27 oktober 2011 Autoriteit Financiële Markten De AFM bevordert eerlijke en transparante financiële markten. Wij zijn de

Nadere informatie

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Inhoudsopgave Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Validatie van het EHF meetinstrument tijdens de Jonge Volwassenheid en meer specifiek in relatie tot ADHD Validation of the EHF assessment instrument during Emerging Adulthood, and more specific in relation

Nadere informatie

ISO 14001:2015 Readiness Review

ISO 14001:2015 Readiness Review ISO 14001:2015 Readiness Review Organisatie Adres Certificaat Nr. Contactpersoon Functie Telefoon Email BSI is vastbesloten ervoor te zorgen dat klanten die willen certificeren op ISO 14001:2015 een soepele

Nadere informatie

650819 Bevestiging bij de jaarrekening 2014

650819 Bevestiging bij de jaarrekening 2014 tal Heemstede Ernst & Young Nederland LLP t.a.v. de heer R. Ellermeijer RA Postbus 7883 1008 AB AMSTERDAM Verzenddatum Bijlage Ons kenmerk Betreft 14 april 2015 650819 Bevestiging bij de jaarrekening 2014

Nadere informatie

Integrated Reporting in het MKB: Theorie, toepassing en de rol van de accountant.

Integrated Reporting in het MKB: Theorie, toepassing en de rol van de accountant. Integrated Reporting in het MKB: Theorie, toepassing en de rol van de accountant. Agenda Integrated Reporting: Theorie Integrated Reporting: Toepassing De accountant: Actualiteiten De accountant: Geschiedenis

Nadere informatie

BESTUURSREGLEMENT. Voor [naam betreffende stichting/vennootschap]

BESTUURSREGLEMENT. Voor [naam betreffende stichting/vennootschap] BESTUURSREGLEMENT Voor [naam betreffende stichting/vennootschap] 1 Inleiding 1.1 Dit bestuursreglement is een reglement in de zin van art. [...] van de statuten van [naam betreffende stichting/vennootschap]

Nadere informatie

De definitieve Code Corporate Governance, enige beschouwingen vanuit risicoperspectief.

De definitieve Code Corporate Governance, enige beschouwingen vanuit risicoperspectief. De definitieve Code Corporate Governance, enige beschouwingen vanuit risicoperspectief. In de Code van Commissie Peters De Veertig Aanbevelingen (juni 1997) staat in zeer algemene termen iets over risicobeheersing.

Nadere informatie

Hoe groot was de appetite voor risk appetite?

Hoe groot was de appetite voor risk appetite? Hoe groot was de appetite voor risk appetite? Hoe groot was de appetite voor risk appetite? In 2016 zijn de eerste bestuursverslagen gepubliceerd waarin ondernemingen de nieuwe RJ vereisten ten aanzien

Nadere informatie

DIT ZIJN DE 12 INGREDIËNTEN VOOR EEN TRANSPARANT JAARVERSLAG

DIT ZIJN DE 12 INGREDIËNTEN VOOR EEN TRANSPARANT JAARVERSLAG 60 Hoe maak je een goed jaarverslag? DIT ZIJN DE 12 INGREDIËNTEN VOOR EEN TRANSPARANT JAARVERSLAG Natuurlijk, een jaarverslag kan voor het Financieele Dagblad een mooie aanleiding zijn voor een artikel.

Nadere informatie

Deze examenopgave bestaat uit x pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit x pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn. SPD Bedrijfsadministratie Examenopgave CORPORATE GOVERNANCE MAANDAG 2 MAART 2015 13.30-15.00 UUR Belangrijke informatie Deze examenopgave bestaat uit x pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle

Nadere informatie

Communicatieplan Energie- & CO 2

Communicatieplan Energie- & CO 2 Communicatieplan Energie- & CO beleid Versie 9 - Januari 013 Akkoord Directie: Inhoud: 1. Inleiding 1.1 Ambitie 1. Aansluiting op de marktontwikkelingen 1.3 Doelstellingen en voorgenomen acties in 01 1.4

Nadere informatie

Managementsamenvatting

Managementsamenvatting Managementsamenvatting Erasmus Universiteit Rotterdam: CSR paper De route naar Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen in algemene ziekenhuizen. De strategische verankering van MVO in de dagelijkse activiteiten

Nadere informatie

FREQUENTLY ASKED QUESTIONS MVO & DUURZAAMHEIDSVERSLAGGEVING

FREQUENTLY ASKED QUESTIONS MVO & DUURZAAMHEIDSVERSLAGGEVING FREQUENTLY ASKED QUESTIONS MVO & DUURZAAMHEIDSVERSLAGGEVING Dit FAQ document is gebaseerd op de GRI (Global Reporting Initiative) richtlijnen volgens versie GRI G3.1 en certificering en tracht antwoord

Nadere informatie

Wim Eysink Deloitte IIA Raad van Advies. Voorstellen herziene Corporate Governance Code

Wim Eysink Deloitte IIA Raad van Advies. Voorstellen herziene Corporate Governance Code Wim Eysink Deloitte IIA Raad van Advies Voorstellen herziene Corporate Governance Code De voorstelllen voor de nieuwe corporate governance code Compliance versus impact Zeist, 8 juni 2016 Commissie Peters

Nadere informatie

Risicomanagement functie verzekeraars onder Solvency II

Risicomanagement functie verzekeraars onder Solvency II Risicomanagement functie verzekeraars onder Solvency II Hoofdindeling: Leidraden Opgesteld door: Commissie Enterprise Risk Management (ERM) Vastgesteld door: Commissie Enterprise Risk Management (ERM)

Nadere informatie

Hoofdbevindingen stakeholderonderzoek 2017

Hoofdbevindingen stakeholderonderzoek 2017 Hoofdbevindingen stakeholderonderzoek 2017 DNB is professioneel en betrouwbaar STAKEHOLDERS Meer transparantie toezichtproces gewenst Meer dialoog en samenwerking is wenselijk DNB bestaat nog te veel uit

Nadere informatie

Nederland op eerste plek in Euro Stoxx 50 Resources Governance Index 2011 Top 50 bedrijven Eurozone verbeteren hun Corporate Governance

Nederland op eerste plek in Euro Stoxx 50 Resources Governance Index 2011 Top 50 bedrijven Eurozone verbeteren hun Corporate Governance 12 januari 2012 -persbericht- Nederland op eerste plek in Euro Stoxx 50 Resources Governance Index 2011 Top 50 bedrijven Eurozone verbeteren hun Corporate Governance De top 50 bedrijven uit de Eurozone

Nadere informatie

3. Dit directiereglement kan - na overleg met de directeur - worden aangevuld en gewijzigd bij besluit van de raad van toezicht.

3. Dit directiereglement kan - na overleg met de directeur - worden aangevuld en gewijzigd bij besluit van de raad van toezicht. Directiereglement Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit reglement is opgesteld door de directeur en vastgesteld door de raad van toezicht ingevolge artikel 19 van de statuten van Stichting Wemos (de

Nadere informatie

DE BLAAY-VAN DEN BOGAARD RAADGEVENDE INGENIEURS B.V.

DE BLAAY-VAN DEN BOGAARD RAADGEVENDE INGENIEURS B.V. DE BLAAY-VAN DEN BOGAARD RAADGEVENDE INGENIEURS B.V. Westblaak 35 ROTTERDAM MVO? Doen wij zo! Datum: 27-01-2015 Inleiding MVO? Natuurlijk! Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO); werken aan economische

Nadere informatie

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013

Schiphol Nederland B.V. Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 Halfjaarlijkse financiële verslaggeving over de periode 1 januari 2013 t/m 30 juni 2013 HALFJAARVERSLAG 2013 Schiphol Nederland B.V. is onderdeel van de Schiphol Group (N.V. Luchthaven Schiphol voert Schiphol

Nadere informatie

Whitepaper. Ligt u s nachts ook wakker van alle commotie rondom nieuwe regelgeving of normering? Compliance Management

Whitepaper. Ligt u s nachts ook wakker van alle commotie rondom nieuwe regelgeving of normering? Compliance Management Whitepaper Compliance Management Ligt u s nachts ook wakker van alle commotie rondom nieuwe regelgeving of normering? Stop met piekeren: Mavim helpt om nieuwe wet- en regelgeving effectief en efficiënt

Nadere informatie

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit )

AANBEVELINGEN. AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) 12.4.2014 L 109/43 AANBEVELINGEN AANBEVELING VAN DE COMMISSIE van 9 april 2014 over de kwaliteit van de rapportage over corporate governance ( pas toe of leg uit ) (Voor de EER relevante tekst) (2014/208/EU)

Nadere informatie

Bedrijfsprocessen theoretisch kader

Bedrijfsprocessen theoretisch kader Bedrijfsprocessen theoretisch kader Versie 1.0 2000-2009, Biloxi Business Professionals BV 1. Bedrijfsprocessen Het procesbegrip speelt een belangrijke rol in organisaties. Dutta en Manzoni (1999) veronderstellen

Nadere informatie

Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013

Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013 Controle- en onderzoeksprotocol Ketenzorg CZ 2013 1 Doelstelling In het kader van de NZA beleidsregel BR/CU-7074 Integrale bekostiging multidisciplinaire zorgverlening chronische aandoeningen (DM type

Nadere informatie