Vlaamse Regenng AMV/ /1009

Transcriptie

1 Vlaamse Regenng AMV/ /1009 BESLUIT VAN DE VLAAMSE MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR, HOUDENDE UITSPRAAK OVER HET BEROEP, AANGETEKEND TEGEN DE BESLISSING NR. MLAV1/04-152/LDS/FS VAN 23 SEPTEMBER 2004 VAN DE BESTENDIGE DEPUTATIE VAN DE PROVINCIERAAD VAN ANTWERPEN, HOUDENDE ENERZIJDS HET VERLENEN VAN DE MILIEUVERGUNNING AAN DE OV IGEAN MILIEU EN VEILIGHEID, DOORNAARDSTRAAT 60, 2160 WOMMELGEM, OM EEN INRICHTING VOOR AFVALVERWERKING (SITE TERRA COTTA), GELEGEN TE 2960 BRECHT (SINT-LENAARTS), OOSTMALSEBAAN ZiN, VERDER TE EXPLOITEREN EN TE VERANDEREN DOOR WIJZIGING EN UITBREIDING EN ANDERZIJDS DE AKTENAME VAN DE IN DERDE KLASSE INGEDEELDE ONDERDELEN VAN DE INRICHTING. De Vlaamse minister van Openbare Werken, Natuur, Energie, Leefmilieu en Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals gewijzigd bij de decreten van 7 februari 1990, 12 december 1990, 21 december 1990, 22 december 1993, 21 december 1994, 8 juli 1996, 21 oktober 1997, 18 mei 1999, 3 maart 2000, 9 maart 2001, 21 december 2001, 18 december 2002, 16 januari 2004, 6 februari 2004 en 26 maart 2004; Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de Milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne; zoals herhaaldelijk gewij zigd bij besluiten van de Vlaamse Regering;

2 Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 27 juli 2004 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, zoals gewijzigd bij besluit van de Vlaamse Regering van 15 oktober 2004; Gelet op het ontvankelijk bevonden beroep van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen, aangetekend tegen het besluit nummer MLAVl/04-152/LDS/fs van 23 september 2004 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen, houdende: 1) het verlenen van de milieuvergunning, voor een termijn verstrijkend op 29 januari 2018, aan de ov Igean Milieu en Veiligheid, Doornaardstraat 60, 2160 Wommelgem, om een inrichting voor afvalverwerking (site Terra Cotta), gelegen te 2960 Brecht (Sint-Lenaarts), Oostmalsebaan zin, verder te exploiteren en te veranderen door wij ziging en uitbreiding, kadastergegevens, afdeling 4, sectie D, perceelnummer 390/f, zodat de inrichting (site Terra Cotta, inclusief Dranco 2) voortaan omvat: overslagactiviteiten de overslag van allerhande grondspecies met een oppervlakte van 600 m'; de overslag van volgende afvalstoffen: huisvuil met een opslagcapaciteit van 150 ton; grof vuil met een opslagcapaciteit van 150 ton; EPS-afval met een opslagcapaciteit van 150 m J ; een regionaaloverslagstation (ROS) voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA) met een opslagcapaciteit van 150 ton; de opslag en sortering van afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA) met een opslagcapaciteit van 150 ton; het laden van een accumulator (heftruck); KMO-containerpark de opslag en sortering van huishoudelijk afval met inbegrip van klein gevaarlijk afval; de opslag en sortering van niet-gevaarlijke afvalstoffen bestaande uit papier en karton, hout, textiel, kunststoffen, metaal, glas, rubber, bouwen sloopafval met een opslagcapaciteit van maximaal 100 ton; de opslag en sortering van andere niet-gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van maximaal 100 ton; 2

3 groencompostering de aërobe compostering van maximaal ton groenafval per jaar en met een maximale piekcapaciteit van ton per maand; een hakselaar met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 700 kw; Dranco 1: de vergisting van ton GFT+-afval per jaar en met een maximale piekcapaciteit van ton per maand; inrichtingen voor elektriciteitsproductie met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 600 kw; een transformator met een individueel nominaal vermogen van 600 kva; installaties voor de omzetting van gassen met een capaciteit van 500 m 3 /uur; blowers met een totale drijfkracht van 6 kw; de opslag van gassen in vaste reservoirs met een waterinhoudsvermogen van twee maal 220 m 3 ; de opslag van kg irriterende en schadelijke stoffen; een mobiele tank voor de opslag van liter diesel; de opslag van liter olie; vast opgestelde motoren met een totaal nominaal vermogen van 600 kw; een lagedruk stoomgenerator met een waterinhoud van liter; een stookinstallatie met een warmtevermogen van 580 kw; Dranco 2: de vergisting van maximum ton GFT+-afval per jaar; een afvalwaterzuiveringsinstallatie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat met een effluent van 15 m 3 /uur; inrichtingen voor elektriciteitsproductie met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van kw; een transformator met een individueel nominaal vermogen van kva; een installatie voor de omzetting van gassen met een productiecapaciteit van m 3 /uur; blowers met een geïnstalleerde drijfkracht van 22 kw; de opslag van gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 400 m 3 ; de opslag van kg irriterende en schadelijke stoffen; de opslag van liter methanol; de opslag van liter smeerolie; 3

4 vast opgestelde motoren met een totaal nominaal vermogen van kw; een lagedruk stoomgenerator met een waterinhoud van 400 liter; een verbrandingsinrichting met een warmtevermogen van 670 kw; overige het stallen van maximum 10 voertuigen; een werkplaats voor het herstellen van motorvoertuigen; een compressor voor de ontgassing van de stortplaats met een geïnstalleerde drijfkracht van 15 kw; de opslag van 200 liter zuurstof, 200 liter acetyleen en liter stikstof (totaal liter); een brandstofverdeelinstallatie met één verdeelslang; 2) het zonder voorwerp verklaren van het verzoek tot wl]ziging van voorwaarden met betrekking tot de gescheiden toe- en afvoerwegen, overdekte opslagruimte en deeltjesgrootte; 3) de opheffing, vanaf de realisering van de veranderingen, van de lopende vergunningen, met uitzondering van de vergunningen nr. MLAV1/ voor de Dranco 2-installatie en nr. MLAV1/ en MLWV/02-32 met betrekking tot de stortplaats; Gelet op het attest bedoeld in artikel 31, 4 van titel I van het VLAREM waaruit blijkt dat de voormelde beroepen beslissing aan de adviesverlenende instantie werd verzonden op 18 oktober 2004; Gelet op november 2004; het 2004 feit dat voormeld beroep werd ontvangen op 16 en ontvankelijk werd bevonden op 18 november Gelet op het feit dat voormelde beroepsindiener de volgende aanspraken en bezwaren doet gelden: in eerste aanleg gaf de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest een gunstig advies mits het opleggen van een bijzondere voorwaarde met betrekking tot het aanbrengen van een afzuiginstallatie met een aktiefkool filter of een evenwaardig systeem in het overslaggedeelte 4

5 voor het huis- en grofvuil om eventuele geurhinder te voorkomen; deze voorwaarde werd niet opgenomen in de bestreden beslissing omdat een afzuiginstallatie niet nodig is gelet op de aard en de ligging van de activiteiten en het feit dat het aangeleverd afval dezelfde dag wordt verwerkt; de overslag van huisvuil kan steeds geurhinder veroorzaken; sommige zakken kunnen immers scheuren; aan alle gelijkaardige overslaginrichtingen werd dezelfde bijzondere voorwaarde opgelegd in de milieuvergunning; in de buurt van de inrichting zijn woningen aanwezig; Gelet op het horen op 24 januari 2005 door de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie van de exploitant, die de argumenten van beroeper poogt te weerleggen, als volgt: een afzuiging is niet nodig; de hal wordt volledig afgesloten; de poorten worden enkel geopend tijdens het laden en lossen; vroeger was er veel meer geurhinder toen er nog stortactiviteiten in open lucht plaatsvonden; in Edegem wordt een ander soort afval opgeslagen (met organische fractie: groen- en GFT-afval); er zijneen vij ftal omwonenden, de dichtste is gelegen op een afstand van ongeveer 120 meter; in de hal (die overigens nog moet gebouwd worden) vindt een visuele sortering plaats (brandbaar en onbrandbaar afval) ; de stedenbouwkundige vergunning is momenteel in aanvraag; de inrichting is gelegen in een stortgebied met nabestemming bosgebied; Gelet op het besluit nummer MLAV1/ van 29 september 1994 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen, houdende het verlenen van de vergunning, voor een termijn verstrijkend op 29 september 2014, aan de C.V. Igean, Gemeentepark 1, 2990 Wuustwezel, om een composteringsinstallatie voor groen- en tuinafval gelegen te 2960 Brecht. Oostmalsebaan zin, te exploiteren; Gelet op het besluit nummer MLWV/95-4 van 24 augustus 1995 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen, houdende de wijziging van voorwaarden, voor een termijn verstrijkend op 29 september 2014 aan de C.V. Igean. 5

6 Gemeentepark 1, 2990 Wuustwezel, gelegen te 2960 Brecht, Oostmalsebaan zin; Gelet op het besluit nummer MLAV1/ van 29 januari 1998 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen, houdende het verlenen van de vergunning, voor een termijn verstrijkend op 29 januari 2018, aan de C.V. Igean, Doornaardstraat 60, 2160 Wommelgem om een Drancocomposteringsinstallatie, gelegen te 2960 Brecht, Oostmalsebaan zin, te exploiteren; Gelet op het besluit nummer MLAV1/ van 13 april 2000 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen, houdende het verlenen van de vergunning, voor een termij n verstrijkend op 13 april 2010, aan de C.V. Igean, Doornaardstraat 60, 2160 Wommelgem om een inrichting voor afvalverwerking, gelegen te 2960 Brecht, Oostmalsebaan zin, verder te exploiteren en te veranderen; Gelet op het gunstige subadvies van 2 december 2004 van de afdeling Natuur Antwerpen van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 17 december 2004 van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest; Gelet op het voorwaardelij k gunstige advies van 11 januari 2005 van de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; Gelet op het voorwaardelijk gunstige advies van 20 januari 2005 van de afdeling Stedenbouwkundige Vergunningen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; 6

7 Gelet op het advies van 24 januari 2005 van de Gewestelijke Milieuvergunningscommissie; Gelet op het aanvullend schrijven van 3 februari 2005 en 14 april 2005 van de afdeling Stedenbouwkundige Vergunningen van de administratie Ruimtelijke Ordening, Huisvesting en Monumenten en Landschappen van het departement Leefmilieu en Infrastructuur; Gelet op de ligging van de inrichting in een stortgebied met nabestemming bosgebied, volgens het gewestplan Turnhout, vastgesteld bij koninklijk besluit van 30 september 1977; Gelet op het feit dat de inrichting: paalt aan een natuurgebied; gelegen is op een afstand van: circa 100 meter van een woongebied met karakter; landelijk circa 600 meter van een woongebied ander dan een woongebied met landelijk karakter; minder dan 700 meter van een Vogel- en Habitatrichtlijngebied; Gelet op het feit dat bepaalde randgedeelten van het perceel zich bevinden in een groengebied (de strook langsheen de Oostmalsebaan) of in een natuurgebied (het oostelijk gedeelte van het perceel); dat de inrichting die het voorwerp is van de aanvraag zich echter volledig in een stortgebied bevindt; dat er geen activiteiten zijn in het groen- of natuurgebied; Overwegende dat in het laatste Stedenbouwkundige Vergunningen van volgende wordt gesteld: advies van de 14 april 2005 afdeling o.a. het "De gebieden bestemd voor stoffen; dat die het over als "stortgebieden n ZlJn aangeduid, zijn storten van huisafval en niet-giftige de opening van een stortterrein wordt 7

8 beslist door de staat, de provincie of de gemeente; dat het storten zodanig dient te geschieden dat, na stopzetting ervan, het terrein harmonisch in het landschap kan worden geïntegreerd; dat na de sluiting van de stortplaats, met inachtneming van de landschapsbepalende elementen van de omgeving, de nodige werken en handelingen dienen te worden uitgevoerd, opdat de nabestemming 'bosgebied' kan worden gerealiseerd; dat een 'stortgebied met nabestemming' per definitie een tijdelijke bestemming is; dat ter plaatse een op voorhand bepaalde hoeveelheid afval kan worden gestort; dat hierna de stortplaats dient te worden afgedekt en de nabestemming moet gerealiseerd worden; dat hoewel vaststaat dat er momenteel op de site geen effectieve stortactiviteiten meer plaatsvinden er ter plaatse wel nog een beperkte stortcapaciteit aanwezig is; tevens is de huidige stortplaats nog niet definitief 'gesloten', vermits momenteel de nazorg nog bezig is; dat de verschillende afgeleverde bouwvergunningen voor verschillende activiteiten als voorwaarde hebben dat binnen de 12 maanden na stopzetting van de stortactiviteiten alle maatregelen dienen voltooid te zijn om het terrein om te vormen tot zijn nabestemming; Overwegende dat dus kan gesteld worden dat vanuit oogpunt van de stedenbouwkundige en ruimtelij ke aspecten de exploitatie van de inrichting die het voorwerp van de voormelde milieuvergunningsaanvraag uitmaakt, verenigbaar is met de toepasselijke ruimtelijke en stedenbouwkundige voorschriften; Overwegende dat het voorwerp van onderhavige aanvraag de hernieuwing van de vergunning en de verandering door wijziging en uitbreiding betreft van een inrichting voor afvalverwerking; dat de aanvraag tevens ondermeer betrekking heeft op de op- en overslag van huis- en grofvuil (elk met een maximumopslagcapaciteit van 150 ton en circa ton op jaarbasis); dat dit een nieuwe activiteit betreft; Overwegende dat voormeld beroepsschrift een beperkt beroep betreft; dat de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest meerbepaald volgende bijzondere voorwaarde wenst opgenomen te zien in het bestreden besluit, zoals geadviseerd in haar advies van 23 juli 2004 in eerste aanleg: 8

9 "In het overslaggedeelte voor het huis- en grofvuil moet een afzuiginstallatie voor een geforceerde verluchting aangebracht worden. De lucht moet afgezogen worden en over een aktiefkool filter of evenwaardig systeem geleid worden om de geurcomponenten te adsorberen en de overslaghal moet in onderdruk geplaatst worden. Een evenwaardig systeem kan voorzien worden om de eventuele geurhinder te voorkomen."; Overwegende dat het huis- en het grofvuil dat huis-aan-huis wordt ingezameld, evenals het grofvuil afkomstig van de containerparken en de kringloopcentra, wordt afgevoerd naar de site Terra Cotta; dat deze wagens over de weegbrug rijden (bruto-gewicht) en de aangevoerde afvalstoffen deponeren op de daartoe bestemde plaats; dat de overslag van het huis- en grofvuil volledig overdekt gebeurt; dat de wagens het terrein verlaten nadat deze weer over de weegbrug zijn gereden (tarragewicht) ; dat de aldus verzamelde afvalstoffen in grotere hoeveelheden worden afgevoerd naar de uiteindelijke verwerkingsinrichting; dat op deze wij ze wordt vermeden dat elke ophaalwagen het volledige traj ect van de ophaalplaats naar de verwerkingsinrichting moet afleggen; dat de afvalstoffen zo snel als mogelijk en in functie van volle vrachten worden afgevoerd; dat het grofvuil in de mate van het mogelijke vooraf wordt gesorteerd in brandbaar en nietbrandbaar afval, dit met het oog op de uiteindelijke verwerking ervan; Overwegende dat overeenkomstig de bepalingen van artikel , 1 van titel I I van het Vlarem, de overslag van het huis-, grofvuil en EPS op een vloeistofdichte vloer gebeurt; Overwegende dat volgens de bepalingen van artikel , 3 van titel 11 van het Vlarem de exploitant stank en stof, gas, aërosolen, rook of hinderlijke geuren met aangepaste middelen eigen aan een verantwoorde uitbating van de inrichting dient te voorkomen en te bestrijden; Overwegende dat er voor de overslag van huis-, grofvuil en EPS een nieuwe loods wordt gebouwd; dat geurhinder voor deze activiteiten zal beperkt worden door volgende maatregelen: 9

10 het huis- en grofvuil worden overgeslagen in een hal die volledig kan worden afgesloten door middel van een poort; het betreft restafval waaruit de organische fractie reeds is verwijderd; de verblijftijd in de hal is beperkt; volgeladen vrachtwagens worden afgedekt met een zeil in afwachting van hun vertrek; het huisafval is gedeeltelijk verzameld in restafvalzakken; Overwegende dat de overslaghal dient voorzien te zijn van poorten die automatisch sluiten om de mogelijke verspreiding van hinderlijke geuren te voorkomen; dat dit is ondervangen in het bestreden besluit door volgende bijzondere voorwaarde: "De loods waarin de overslag van huisvuil en grofvuil plaatsvindt dient uitgerust te zljn met een zelfsluitende poort en tij dens de werkzaamheden dient deze poort maximaal gesloten te blijven."; Overwegende dat het huisvuil continu wordt afgevoerd; dat enkel tij dens het weekend de hoeveelheid huisvuil die niet meer tijdig kan worden afgevoerd of die geen volledige afvoervracht omvat, wordt opgeslagen tot ze wordt afgevoerd na het weekend; Overwegende dat gelet op de aard van de afvalstoffen, de ligging van de inrichting en de korte verblij ftijd van de afvalstoffen, de in de hal ontstane lucht niet over een biofilter kan worden geleid; dat het restafval immers minimaal is belast met organische fracties; Overwegende dat volgens de exploitant een afzuiginstallatie niet noodzakelijk is, gelet op de activiteit en het feit dat aangeleverd afval dezelfde dag wordt verwerkt; dat de hal in principe 's avonds leeg is, met uitzondering van het afval dat niet met een volle vrachtwagen weg kan; dat er nog nooit klachten zijn geweest over eventuele geurhinder; Overwegende dat reeds bij gelijkaardige overslaginrichtingen een bij zondere voorwaarde met betrekking tot de installatie van een afzuiginstallatie werd opgelegd in de milieuvergunning op advies van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het 10

11 Vlaamse Gewest; inrichting: dat dit het geval is bij de volgende Glas Recycling Vlaanderen, Moorseelsesteenweg 32, 8800 Roeselare (besluit nummer 7C/36015/36/2/M/5 van 15 april 2004 van de bestendige deputatie van de provincieraad van West-Vlaanderen) ; dat in de overslagstations van Igean te Edegem, Doornstraat 14 (besluit nummer MLAV1/03-276/kh van 11 december 2003 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen) en de NV De Dijcker, Gentsesteenweg 1, 9520 Vlierzele (besluit nummer 082/41063/1/1/A/7/PW/KS van 15 januari 2004 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Oost Vlaanderen) dergelijke afzuiginstallatie met filter reeds aanwezig is; dat bij de drie bovenvermelde inrichtingen er ook een continue afvoer gebeurt van de bedrijfsafvalstoffen en de overslagplaatsen ook dienen uitgerust te zijn met automatisch sluitende poorten; dat deze dus ook niet vrijgesteld zijn van de installatie van een afzuiginstallatie; Overwegende dat een afzuiginstallatie bijdraagt tot een optimale voorkoming van eventuele geurhinder (bij warm weer of als vuilzakken scheuren); dat door de installatie van een afzuiginstallatie of een evenwaardig systeem optimaal kan voldaan worden aan de bepalingen van artikel , 3 van titel 11 van het Vlarem; Overwegende dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat het beroep gegrond te verklaren en de bestreden beslissing te wijzigen; BES L U I T Artikel 1. Het ontvankelij k bevonden beroep van de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen, aangetekend tegen het besluit nummer MLAV1/04-152/LDS/fs van 23 september 2004 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen, houdende: 1) het verlenen van de milieuvergunning, voor een termijn verstrijkend op 29 januari 2018, aan de ov Igean Milieu en 11

12 Veiligheid, Doornaardstraat 60, 2160 Wommelgem, om een inrichting voor afvalverwerking (site Terra Cotta), gelegen te 2960 Brecht (Sint-Lenaarts), Oostmalsebaan zin, verder te exploiteren en te veranderen door wij ziging en uitbreiding, kadastergegevens, afdeling 4, sectie D, perceelnummer 3901t, zodat de inrichting (site Terra Cotta, inclusief Dranco 2) voortaan omvat: overslagactiviteiten de overslag van allerhande grondspecies met een oppervlakte van 600 m'; de overslag van volgende afvalstoffen: huisvuil met een opslagcapaciteit van ISO ton; grof vuil met een opslagcapaciteit van ISO ton; EPS-afval met een opslagcapaciteit van ISO m'; een regionaaloverslagstation (ROS) voor afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA) met een opslagcapaciteit van ISO ton; de opslag en sortering van afgedankte elektrische en elektronische apparaten (AEEA) met een opslagcapaciteit van ISO ton; het laden van een accumulator (heftruck); KMO-containerpark de opslag en sortering van huishoudelijk afval met inbegrip van klein gevaarlijk afval; de opslag en sortering van niet-gevaarlijke afvalstoffen bestaande uit papier en karton, hout, textiel, kunststoffen, metaal, glas, rubber, bouwen sloopafval met een opslagcapaciteit van maximaal 100 ton; de opslag en sortering van andere niet-gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van maximaal 100 ton; groencompostering de aërobe compostering van maximaal ton groenafval per jaar en met een maximale piekcapaciteit van ton per maand; een hakselaar met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 700 kw; Dranco 1: de vergisting van ton GFT+-afval per jaar en met een maximale piekcapaciteit van ton per maand; inrichtingen voor elektriciteitsproductie met een totaal geïnstalleerd elektrisch vermogen van 600 kw; een transformator met een individueel nominaal vermogen van 600 kva; 12

13 installaties voor de omzetting van gassen met een capaciteit van 500 m'/uur; blowers met een totale drijfkracht van 6 kw; de opslag van gassen in vaste reservoirs met een waterinhoudsvermogen van twee maal 220 m'; de opslag van kg irriterende en schadelijke stoffen; een mobiele tank voor de opslag van liter diesel; de opslag van liter olie; vast opgestelde motoren met een totaal nominaal vermogen van 600 kw; een lagedruk stoomgenerator met een waterinhoud van liter; een stookinstallatie met een warmtevermogen van 580 kw; Dranco 2: de vergisting van maximum ton GFT+-afval per jaar; een afvalwaterzuiveringsinstallatie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater dat gevaarlijke stoffen bevat met een effluent van 15 m'/uur; inrichtingen voor elektriciteitsproductie met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van kw; een transformator met een individueel nominaal vermogen van kva; een installatie voor de omzetting van gassen met een productiecapaciteit van m'/uur; blowers met een geïnstalleerde drijfkracht van 22 kw; de opslag van gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 400 m'; de opslag van kg irriterende en schadelijke stoffen; de opslag van liter methanol; de opslag van liter smeerolie; vast opgestelde motoren met een totaal nominaal vermogen van kw; een lagedruk stoomgenerator met een waterinhoud van 400 liter; een verbrandingsinrichting met een warmtevermogen van 670 kw; overige het stallen van maximum 10 voertuigen; een werkplaats voor het herstellen van motorvoertuigen; een compressor voor de ontgassing van de stortplaats met een geïnstalleerde drijfkracht van 15 kw; de opslag van 200 liter zuurstof, 200 liter acetyleen en liter stikstof (totaal liter); een brandstofverdeelinstallatie met één verdeelslang; 13

14 2) het zonder voorwerp verklaren van het verzoek tot wl)ziging van voorwaarden met betrekking tot de gescheiden toe- en afvoerwegen, overdekte opslagruimte en deeltjesgrootte; 3) de opheffing, vanaf de realisering van de veranderingen, van de lopende vergunningen, met uitzondering van de vergunningen nr. MLAV1/97-30S voor de Dranco 2-installatie en nr. MLAV1/ en MLWV/02-32 met betrekking tot de stortplaats, wordt gegrond verklaard. Art. 2. De bestreden beslissing nr. MLAV1/04-152/LDS/fs van 23 september 2004 van de bestendige deputatie van de provincieraad van Antwerpen, houdende enerzijds het verlenen van bovenvermelde milieuvergunning, voor een termijn verstrijkend op 29 januari 2018, aan de ov Igean Milieu en Veiligheid, Doornaardstraat 60, 2160 Wommelgem, om een inrichting voor afvalverwerking (site Terra Cotta), gelegen te 2960 Brecht (Sint-Lenaarts), Oostmalsebaan zin, verder te exploiteren en te veranderen door wijziging en uitbreiding en anderzijds de aktename van de in derde klasse ingedeelde onderdelen van de inrichting, wordt gewijzigd als volgt: Aan artikel 3, 3 van het beroepen besluit wordt volgende bijzondere voorwaarde toegevoegd: "- In het overslaggedeelte voor het huis- en grofvuil moet een afzuiginstallatie voor een geforceerde verluchting aangebracht worden. De lucht moet afgezogen worden en over een aktiefkool filter of evenwaardig systeem geleid worden om de geurcomponenten te adsorberen en de overslaghal moet in onderdruk geplaatst worden. Een evenwaardig systeem kan voorzien worden om de eventuele geurhinder te voorkomen.". 14

15 Art. 3. Dit besluit wordt genoteerd in de notulenboek van de bestendige deputatie notulering van de bestreden beslissing. rand van tegenover het de Brussel, 18 APR de Vlaamse mini nbare erken, Energie, n Natuur Kri s 15