De heer A Moerkamp Directeur Curatieve Zorg Ministerie van VWS
|
|
- Ruth Karen Brabander
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 De heer A Moerkamp Directeur Curatieve Zorg Ministerie van VWS Betreft: Reactie van het NHG op de discussienota Acute zorg 2015 Kenmerk: /AT/AC/ty Utrecht, 21 januari 2011 Geachte heer Moerkamp, Met veel belangstelling heeft het NHG de discussienota Acute zorg 2015 Goed op Tijd! Naar een klachtgerichte, efficiënte, effectieve en flexibele zorg gelezen. We maken graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren. Onze reactie hebben we afgestemd met de LHV en de VHN, maar zij zullen zelf ook reageren. Algemeen Het NHG heeft in 2005 het Standpunt De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg uitgebracht. Hierin staan, vanuit inhoudelijk huisartsgeneeskundige optiek de uitgangspunten en criteria voor huisartsgeneeskundige acute zorg beschreven. Graag verwijs ik u naar dit Standpunt dat als bijlage 2 is toegevoegd aan deze reactie. De uitgangspunten hiervan zijn nog actueel, ook al heeft er sindsdien een forse ontwikkeling plaatsgevonden van huisartsenposten (HAP s) bij de spoedeisende hulp (SEH). In eerste instantie zal aan de hand van de criteria uit het standpunt (blz. 4-6) op het discussiedocument gereflecteerd worden. Hierbij houden wij de nummering van het Standpunt aan. De afzonderlijke discussievragen beantwoorden wij in bijlage 1. Inhoudelijke criteria voor huisartsgeneeskundige acute zorg 1. Het uitgangspunt in de keten van hulpverlening bij acute gezondheidsklachten is dat de zorg wordt verleend op het juiste moment, op de juiste plaats, en door een hulpverlener met de juiste competenties. In uw doelstelling geeft u aan dat de acute zorg in 2015 kwalitatief verbeterd, doelmatiger georganiseerd en eenvoudiger toegankelijk moet zijn. Daarvoor stelt u voor om de bereikbaarheid te centraliseren, acute zorg te laten verlenen in basis eerste hulpposten die 7x24 uur geopend zijn, en de zorg te uniformeren. We betwijfelen of dat de zorg kwalitatief verbetert en doelmatiger of eenvoudiger toegankelijk maakt. Een kwalitatief goede zorg voor een eerstelijns populatie kan het beste door eerstelijns professionals worden geleverd. Door de introductie van de Nederlandse Triage Standaard (NTS) zal triage op uniforme wijze plaatsvinden. De NTS biedt niet alleen eenduidigheid in de gehele keten, maar kent ook vervolgfuncties waarbij aan de uitkomst van de triage consequenties worden verbonden t.a.v. de aard van de inzet. Over een vervolg daarop (Advanced triage of Triage + ) wordt inmiddels nagedacht. Daarbij worden per triageuitkomst adviezen gegeven t.a.v. reeds, alvorens de dokter ter plaatse is, op te starten diagnostiek. Acute zorg overdag verleend door de eigen huisarts geeft de mogelijkheid om rekening te houden met de context van de patiënt. Doelmatige zorg wordt vooral door huisartsen geleverd. De huisarts maakt 1/5
2 vanuit zijn professionele attitude een scherp onderscheid tussen benodigde zorg en onderzoek en behandelt volgens professionele richtlijnen. Eenvoudig toegankelijke zorg wordt bereikt door de zorg dicht bij de patiënt te organiseren. We zijn om deze reden geen voorstander van centra voor acute basiszorg gedurende de dagzorg, noch van inloopcentra. In de nota wordt gesuggereerd om krachtig in te zetten op taakherschikking, d.w.z. dezelfde taak door lager gekwalificeerd personeel laten uitvoeren. Dit lijkt in eerste instantie kosteneffectief maar: - daardoor stijgt het totaal aantal medewerkers in de zorg, terwijl ook geconstateerd wordt dat er geen arbeidsaanbod is; - het hoger gekwalificeerde personeel houdt toezicht en leidt op, waardoor een deel van het voordeel weer uit handen wordt gegeven. Juist de hoogst gekwalificeerde medewerker wordt minder efficiënt. Dit laatste bezwaar kan voor een deel worden opgevangen door de verantwoordelijkheden mee te laten verhuizen, zoals door BIG-registratie van meer typen gezondheidswerkers zoals triagisten. 2. De vraag van de burger vormt steeds het uitgangspunt bij de bepaling van de ernst van de situatie en daarmee de zorgbehoefte (dit is de behoefte aan zorg door de professional geformuleerd). Hierop wordt een adequaat zorgaanbod afgestemd. De toewijzing van de juiste zorgverlener en behandeling bij de juiste zorgvraag is vervolgens een aangelegenheid van de professional. Ondanks de definiëring in paragraaf 2 is niet duidelijk wat precies met acute zorg wordt bedoeld. Het is goed om hier het onderscheid te maken tussen de inschatting door de patiënt en de acute zorgindicatie, waarmee de zorg bedoeld wordt die na triage direct moet worden verleend. De opmerking dat de patiënt zelf in staat is om te beoordelen wanneer er sprake is van een acute zorgvraag is maar ten dele waar. Het klopt dat de patiënt een redelijk positief voorspellend vermogen t.a.v. de hoge urgenties vertoont, maar is te onzeker (of te assertief) t.a.v. vele laag urgente klachten. Er is behoefte aan een helder onderscheid tussen de acute zorgvraag en de noodzaak tot het verlenen van acute medische zorg. Het overgrote deel van de acute zorg is namelijk niet hoog urgent. Het organiseren van de zorg voor hoge urgenties verschilt van de lage urgenties en is mogelijk zelfs een stuk gemakkelijker. Het organiseren van de zorg voor de lage urgenties vergt in ieder geval andere oplossingen. Voor het NHG is het belangrijk dat er een onderscheid wordt gemaakt. 3. De goed functionerende zorgketen in de acute zorg dient in termen van functies te worden gedefinieerd in plaats van instanties. De volgende functies worden onderscheiden: triage (telefonisch/fysiek,) telefonisch zelfzorgadvies, eenvoudige behandeling/geruststelling, verwijzing, uitgebreide behandeling/stabiliserende handelingen en eventueel opname/overplaatsing, klinisch zorgtraject. Landelijk wordt hierbij de volgende levelindeling voorgesteld: Level 1: topvoorzieningen; Level 2: uitgebreide voorzieningen; Level 3: basisvoorzieningen. De notitie onderschrijft dit wel, maar juist in het eenduidig omschrijven van functies en tal van andere belangrijke begrippen is de nota niet altijd even helder, zoals: - triage: telefonisch of ook fysiek?; - de begrippen basiszorg en generalistische zorg lijken in de nota uitwisselbaar. In onze opvatting verzekert de patiënt zich voor basiszorg en levert de huisarts generalistische zorg. Ook de SEH-arts profileert zich overigens als een generalist; - acute zorg is vaak geen ketenzorg, terwijl het lijkt of daar wel steeds van uit wordt gegaan; - bereikbaarheid en beschikbaarheid worden niet duidelijk onderscheiden en lijken uitwisselbaar te zijn; 2/5
3 - mobiele vormen van acute zorg: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen patiëntentransport en hulpverlenertransport. 4. De huisartsenvoorziening- tijdens kantooruren overdag de huisartsenpraktijk, tijdens de ANW-diensten de huisartsenpost- is toegankelijk voor alle hulpvragen en klachten waarvan de patiënt vindt dat die niet kunnen wachten en is verantwoordelijk voor de huisartsgeneeskundige acute zorg en de adequate verwijzing voor medisch specialistische acute zorg. Op tal van plaatsen lijkt de nota voorbij te gaan aan de rol van de huisarts als poortwachter naar de tweede lijn. Bijvoorbeeld door de introductie van: - een eigen bijdrage; - de introductie van een 0900 nummer dat waarschijnlijk ook overdag gebeld kan worden. De vraag rijst dan ook wie dit nummer bemenst en hoe een juiste afstemming wordt geborgd met de huisarts; - SOS-arts: verhoogt de service richting patiënt, maar is niet functioneel en bovendien kostenverhogend. Hoe is een juiste overdracht/samenwerking met de eigen huisarts geborgd? Hetzelfde geldt voor acute basiszorgcentra en inloopspreekuren; - het inzetten van huisartsen bij vitale spoed in dunbevolkte regio s. Dit zal de toegankelijkheid van de huisarts niet verhogen. 5. Het is niet wenselijk dat huisartsenposten tijdens kantooruren overdag worden opengesteld om dan de acute zorg voor hun rekening te nemen. Het heeft grote voordelen (context, continuïteit) dat de zorg tijdens kantooruren overdag in de eigen, vertrouwde voorziening in de buurt wordt gegeven. Zie onder Voor het overgrote deel van de hulpvragen in de ANW-diensten is geen medisch specialistisch onderzoek of acute behandeling nodig. De hulpvragen kunnen in de huisartsenzorg in de diensten of overdag worden opgevangen. Wat de huisartsenzorg betreft is het aanbod in de diensten minder groot dan overdag. Dit betekent dat in de diensten een selectie plaatsvindt; niet altijd datgene wat de burger als acuut ervaart ook als zodanig afgehandeld. Op basis van een goede triage kan gemotiveerd worden besloten op dat moment geen behandeling te geven, maar de patiënt terug te verwijzen naar het spreekuur van de eigen huisarts overdag. De noodzaak daartoe wordt in de notitie meermaals onderschreven overigens vooral vanuit het oogpunt van de urgentiegeneeskunde; noodzakelijke hulp moet snel worden geleverd. Nauwelijks vanuit het efficiëntie oogpunt. Goede triage betekent ook mensen soms duidelijk maken dat er op dat moment geen indicatie is voor het verlenen van acute medische zorg of hen na de triage helpen met een advies. Zoals u ook via de VHN heeft vernomen wordt 40% van de acute contacten gevolgd door een telefonisch advies. Dit, en het feit dat de huisarts soms niet levert wat de patiënt voor aanvang van het contact verlangde zou wel eens een reden kunnen zijn dat de patiënt soms de SEH boven de HAP verkiest. Zie verder de opmerking over triage onder Over het probleem van de zelfverwijzers zullen regionaal, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, tussen huisartsenpraktijken/huisartsenposten, ziekenhuizen en regionale zorgverzekeraars afspraken moeten worden gemaakt. De wens van VWS om voor iedere SEH een HAP te situeren wordt door het NHG onderschreven. De notitie spreekt zich echter niet uit over wat onder de koppeling van SEH en HAP moet worden verstaan (fysiek, functioneel, organisatorisch, medisch inhoudelijk, administratief). 3/5
4 8. De algemene huisartsgeneeskundige uitgangspunten dienen ook bij de acute zorg in de huisartsenpraktijk/-post behouden te blijven: terughoudend, doelmatig beleid met een beperkt diagnostiek, patiëntenvertrouwen, en continuïteit van zorg. 10. In de huisartsgeneeskundige acute zorg - overdag of in de diensten - wordt de hulpvraag vanuit huisartsgeneeskundig perspectief gedefinieerd (probleemverheldering). Die huisartsgeneeskundige triage is als eerste schakel in de keten van eminent belang, omdat daarbij de patiënten worden geleid naar die zorgverlener die het best is toegerust om de benodigde zorg op een kwalitatief verantwoord niveau te verlenen of verder vast te stellen. Door te differentiëren tussen spoed en niet-spoed draagt de huisartsgeneeskundige triage bij aan een doelmatig gebruik van de acute zorg. Onnodige behandeling wordt zo voorkomen. De notitie heeft naar onze mening te weinig oog voor de professionele houding van de huisarts en toch is die van evident belang wil de huisarts zijn bijzondere positie in de zorg en de verwachtingen daaromtrent waar kunnen maken. Die in de geneeskunde unieke houding heeft veel voordelen (goedkoop, niet somatiserend, iatrogene schade vermijdend), maar natuurlijk ook nadelen (gemiste en te late diagnoses). Vooralsnog wordt er bij het maken van beleid vooral naar de financiële en organisatorische (zorg blijft breed beschikbaar) voordelen gekeken, maar nauwelijks naar de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om die attitude te kunnen blijven waarborgen. Deze attitude wordt bedreigd, ook door een aantal standpunten uit deze notitie: - marktwerking met toenemende concurrentie (collegae, SEH, SOS); - verzwakking van de poortwachterfunctie (inloopcentra); - toegenomen weerbaarheid van de patiënt wat zich uit in consumentisme en klachtgedrag; - nauwe samenwerking met specialistische disciplines waardoor de professionele autonomie van de huisarts mogelijk onder druk komt te staan (koppeling HAP-SEH). 13. De triage dient transparant en toetsbaar te zijn. Dat geldt ook voor de deskundigheid en vaardigheid van de triage-assistente of praktijkverpleegkundige. Deze zal inzicht in en verantwoording van diens handelen moeten kunnen geven via een systeem van verslaglegging. Na de huisartsgeneeskundige triage volgt een telefonisch advies, een uitnodiging voor een consult of wordt er een visite afgesproken. 16. Iedere huisarts moet als professional hulp kunnen verlenen aan een patiënt die zich met een acute hulpvraag tot hem wendt. Hij dient daartoe kennis te hebben van acute situaties en hoe daarbij te handelen. Minimaal moet hij daarom beschikken over het elektronisch medisch dossier, dat de relevante informatie over de patiënt van de huisarts overdag te bevatten, en de kennis en vaardigheden om een acute patiënt te onderzoeken zoals momenteel gebruikelijk is binnen de keten van acute zorg. Daarnaast zal hij kennis en vaardigheden moeten hebben om levensbedreigende situaties op te vangen binnen het kader waar hij werkzaam is (de huisartsenpraktijk en de huisartsenpost). Dat kan alleen als er systematisch wordt getrieerd met een ICT ondersteund systeem waarin ook een registratiefunctie is opgenomen. De rol van ICT in de notitie blijft echter volledig onderbelicht. Zelfs de rol die het voor de overheid zo belangrijke EPD kan spelen wordt niet genoemd. 17. In de urgentiegeneeskunde is het ABCDE-concept breed geaccepteerd. Ketenpartners in de acute zorg (CPA, SEH), maar ook het EHBO-onderwijs aan leken werken ermee. Ook huisartsen dienen volgens dit concept te (gaan) werken. 19. De ANW-diensten vereisen dezelfde competenties van de huisarts als waarover hij overdag dient te beschikken. 4/5
5 20. Voor al deze criteria moet nog worden nagegaan of er behoefte is aan een aanvullende scholing binnen de beroepsgroep. Het uitgangspunt is dat de huisartsopleiding voldoende opleidt tot het verlenen van acute zorg overdag en in de ANW-diensten. Voor bijzondere functies als huisartscoördinator binnen de huisartsenpost kunnen modules van de Kaderopleidingen Huisartsgeneeskunde worden ingezet. Voor triage-assistenten werkt momenteel een werkgroep van de VHN aan een opleiding tot gecertificeerd triagist. We vinden dit nog steeds een uitstekend uitgangspunt. 18. Binnen de keten zullen mogelijkheden van diagnostiek en behandeling steeds verder toenemen naarmate aanvullend onderzoek en technische hulpmiddelen beschikbaar zijn. Huisartsen kunnen meer zorg leveren, minder en scherper verwijzen wanneer ze meer gebruik kunnen maken van de faciliteiten van het ziekenhuis, óók in de ANW-diensten: röntgen, lab, spleetlamp, ECG, etc. De apparatuur dient snel toegankelijk te zijn, want dan zal deze sneller worden gebruikt, wat onnodige verwijzingen zal voorkomen. De nota besteed hier nog weinig aandacht aan. Het is wel een voorwaarde om de zorg efficiënt en doelmatig te organiseren en een aantal extra HAP s te realiseren om een dekkend acuut zorg systeem te onderhouden. Het NHG vertrouwt er op met deze reactie een bijdrage te leveren aan de discussie over de acute zorg en we zijn uiteraard bereid een en ander in de overlegronde toe te lichten. Met vriendelijke groet, A.E. Timmermans, huisarts Bestuursvoorzitter NHG Bijlagen: Reactie van het NHG op de discussievragen in het document NHG-Standpunt De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg Kopie : het bestuur LHV en VHN 5/5
6 De heer A Moerkamp Directeur Curatieve Zorg Ministerie van VWS Betreft: Reactie van het NHG op de discussienota Acute zorg 2015 Kenmerk: /AT/AC/ty Utrecht, 21 januari 2011 Geachte heer Moerkamp, Met veel belangstelling heeft het NHG de discussienota Acute zorg 2015 Goed op Tijd! Naar een klachtgerichte, efficiënte, effectieve en flexibele zorg gelezen. We maken graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren. Onze reactie hebben we afgestemd met de LHV en de VHN, maar zij zullen zelf ook reageren. Algemeen Het NHG heeft in 2005 het Standpunt De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg uitgebracht. Hierin staan, vanuit inhoudelijk huisartsgeneeskundige optiek de uitgangspunten en criteria voor huisartsgeneeskundige acute zorg beschreven. Graag verwijs ik u naar dit Standpunt dat als bijlage 2 is toegevoegd aan deze reactie. De uitgangspunten hiervan zijn nog actueel, ook al heeft er sindsdien een forse ontwikkeling plaatsgevonden van huisartsenposten (HAP s) bij de spoedeisende hulp (SEH). In eerste instantie zal aan de hand van de criteria uit het standpunt (blz. 4-6) op het discussiedocument gereflecteerd worden. Hierbij houden wij de nummering van het Standpunt aan. De afzonderlijke discussievragen beantwoorden wij in bijlage 1. Inhoudelijke criteria voor huisartsgeneeskundige acute zorg 1. Het uitgangspunt in de keten van hulpverlening bij acute gezondheidsklachten is dat de zorg wordt verleend op het juiste moment, op de juiste plaats, en door een hulpverlener met de juiste competenties. In uw doelstelling geeft u aan dat de acute zorg in 2015 kwalitatief verbeterd, doelmatiger georganiseerd en eenvoudiger toegankelijk moet zijn. Daarvoor stelt u voor om de bereikbaarheid te centraliseren, acute zorg te laten verlenen in basis eerste hulpposten die 7x24 uur geopend zijn, en de zorg te uniformeren. We betwijfelen of dat de zorg kwalitatief verbetert en doelmatiger of eenvoudiger toegankelijk maakt. Een kwalitatief goede zorg voor een eerstelijns populatie kan het beste door eerstelijns professionals worden geleverd. Door de introductie van de Nederlandse Triage Standaard (NTS) zal triage op uniforme wijze plaatsvinden. De NTS biedt niet alleen eenduidigheid in de gehele keten, maar kent ook vervolgfuncties waarbij aan de uitkomst van de triage consequenties worden verbonden t.a.v. de aard van de inzet. Over een vervolg daarop (Advanced triage of Triage + ) wordt inmiddels nagedacht. Daarbij worden per triageuitkomst adviezen gegeven t.a.v. reeds, alvorens de dokter ter plaatse is, op te starten diagnostiek. Acute zorg overdag verleend door de eigen huisarts geeft de mogelijkheid om rekening te houden met de context van de patiënt. Doelmatige zorg wordt vooral door huisartsen geleverd. De huisarts maakt 1/5
7 vanuit zijn professionele attitude een scherp onderscheid tussen benodigde zorg en onderzoek en behandelt volgens professionele richtlijnen. Eenvoudig toegankelijke zorg wordt bereikt door de zorg dicht bij de patiënt te organiseren. We zijn om deze reden geen voorstander van centra voor acute basiszorg gedurende de dagzorg, noch van inloopcentra. In de nota wordt gesuggereerd om krachtig in te zetten op taakherschikking, d.w.z. dezelfde taak door lager gekwalificeerd personeel laten uitvoeren. Dit lijkt in eerste instantie kosteneffectief maar: - daardoor stijgt het totaal aantal medewerkers in de zorg, terwijl ook geconstateerd wordt dat er geen arbeidsaanbod is; - het hoger gekwalificeerde personeel houdt toezicht en leidt op, waardoor een deel van het voordeel weer uit handen wordt gegeven. Juist de hoogst gekwalificeerde medewerker wordt minder efficiënt. Dit laatste bezwaar kan voor een deel worden opgevangen door de verantwoordelijkheden mee te laten verhuizen, zoals door BIG-registratie van meer typen gezondheidswerkers zoals triagisten. 2. De vraag van de burger vormt steeds het uitgangspunt bij de bepaling van de ernst van de situatie en daarmee de zorgbehoefte (dit is de behoefte aan zorg door de professional geformuleerd). Hierop wordt een adequaat zorgaanbod afgestemd. De toewijzing van de juiste zorgverlener en behandeling bij de juiste zorgvraag is vervolgens een aangelegenheid van de professional. Ondanks de definiëring in paragraaf 2 is niet duidelijk wat precies met acute zorg wordt bedoeld. Het is goed om hier het onderscheid te maken tussen de inschatting door de patiënt en de acute zorgindicatie, waarmee de zorg bedoeld wordt die na triage direct moet worden verleend. De opmerking dat de patiënt zelf in staat is om te beoordelen wanneer er sprake is van een acute zorgvraag is maar ten dele waar. Het klopt dat de patiënt een redelijk positief voorspellend vermogen t.a.v. de hoge urgenties vertoont, maar is te onzeker (of te assertief) t.a.v. vele laag urgente klachten. Er is behoefte aan een helder onderscheid tussen de acute zorgvraag en de noodzaak tot het verlenen van acute medische zorg. Het overgrote deel van de acute zorg is namelijk niet hoog urgent. Het organiseren van de zorg voor hoge urgenties verschilt van de lage urgenties en is mogelijk zelfs een stuk gemakkelijker. Het organiseren van de zorg voor de lage urgenties vergt in ieder geval andere oplossingen. Voor het NHG is het belangrijk dat er een onderscheid wordt gemaakt. 3. De goed functionerende zorgketen in de acute zorg dient in termen van functies te worden gedefinieerd in plaats van instanties. De volgende functies worden onderscheiden: triage (telefonisch/fysiek,) telefonisch zelfzorgadvies, eenvoudige behandeling/geruststelling, verwijzing, uitgebreide behandeling/stabiliserende handelingen en eventueel opname/overplaatsing, klinisch zorgtraject. Landelijk wordt hierbij de volgende levelindeling voorgesteld: Level 1: topvoorzieningen; Level 2: uitgebreide voorzieningen; Level 3: basisvoorzieningen. De notitie onderschrijft dit wel, maar juist in het eenduidig omschrijven van functies en tal van andere belangrijke begrippen is de nota niet altijd even helder, zoals: - triage: telefonisch of ook fysiek?; - de begrippen basiszorg en generalistische zorg lijken in de nota uitwisselbaar. In onze opvatting verzekert de patiënt zich voor basiszorg en levert de huisarts generalistische zorg. Ook de SEH-arts profileert zich overigens als een generalist; - acute zorg is vaak geen ketenzorg, terwijl het lijkt of daar wel steeds van uit wordt gegaan; - bereikbaarheid en beschikbaarheid worden niet duidelijk onderscheiden en lijken uitwisselbaar te zijn; 2/5
8 - mobiele vormen van acute zorg: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen patiëntentransport en hulpverlenertransport. 4. De huisartsenvoorziening- tijdens kantooruren overdag de huisartsenpraktijk, tijdens de ANW-diensten de huisartsenpost- is toegankelijk voor alle hulpvragen en klachten waarvan de patiënt vindt dat die niet kunnen wachten en is verantwoordelijk voor de huisartsgeneeskundige acute zorg en de adequate verwijzing voor medisch specialistische acute zorg. Op tal van plaatsen lijkt de nota voorbij te gaan aan de rol van de huisarts als poortwachter naar de tweede lijn. Bijvoorbeeld door de introductie van: - een eigen bijdrage; - de introductie van een 0900 nummer dat waarschijnlijk ook overdag gebeld kan worden. De vraag rijst dan ook wie dit nummer bemenst en hoe een juiste afstemming wordt geborgd met de huisarts; - SOS-arts: verhoogt de service richting patiënt, maar is niet functioneel en bovendien kostenverhogend. Hoe is een juiste overdracht/samenwerking met de eigen huisarts geborgd? Hetzelfde geldt voor acute basiszorgcentra en inloopspreekuren; - het inzetten van huisartsen bij vitale spoed in dunbevolkte regio s. Dit zal de toegankelijkheid van de huisarts niet verhogen. 5. Het is niet wenselijk dat huisartsenposten tijdens kantooruren overdag worden opengesteld om dan de acute zorg voor hun rekening te nemen. Het heeft grote voordelen (context, continuïteit) dat de zorg tijdens kantooruren overdag in de eigen, vertrouwde voorziening in de buurt wordt gegeven. Zie onder Voor het overgrote deel van de hulpvragen in de ANW-diensten is geen medisch specialistisch onderzoek of acute behandeling nodig. De hulpvragen kunnen in de huisartsenzorg in de diensten of overdag worden opgevangen. Wat de huisartsenzorg betreft is het aanbod in de diensten minder groot dan overdag. Dit betekent dat in de diensten een selectie plaatsvindt; niet altijd datgene wat de burger als acuut ervaart ook als zodanig afgehandeld. Op basis van een goede triage kan gemotiveerd worden besloten op dat moment geen behandeling te geven, maar de patiënt terug te verwijzen naar het spreekuur van de eigen huisarts overdag. De noodzaak daartoe wordt in de notitie meermaals onderschreven overigens vooral vanuit het oogpunt van de urgentiegeneeskunde; noodzakelijke hulp moet snel worden geleverd. Nauwelijks vanuit het efficiëntie oogpunt. Goede triage betekent ook mensen soms duidelijk maken dat er op dat moment geen indicatie is voor het verlenen van acute medische zorg of hen na de triage helpen met een advies. Zoals u ook via de VHN heeft vernomen wordt 40% van de acute contacten gevolgd door een telefonisch advies. Dit, en het feit dat de huisarts soms niet levert wat de patiënt voor aanvang van het contact verlangde zou wel eens een reden kunnen zijn dat de patiënt soms de SEH boven de HAP verkiest. Zie verder de opmerking over triage onder Over het probleem van de zelfverwijzers zullen regionaal, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, tussen huisartsenpraktijken/huisartsenposten, ziekenhuizen en regionale zorgverzekeraars afspraken moeten worden gemaakt. De wens van VWS om voor iedere SEH een HAP te situeren wordt door het NHG onderschreven. De notitie spreekt zich echter niet uit over wat onder de koppeling van SEH en HAP moet worden verstaan (fysiek, functioneel, organisatorisch, medisch inhoudelijk, administratief). 3/5
9 8. De algemene huisartsgeneeskundige uitgangspunten dienen ook bij de acute zorg in de huisartsenpraktijk/-post behouden te blijven: terughoudend, doelmatig beleid met een beperkt diagnostiek, patiëntenvertrouwen, en continuïteit van zorg. 10. In de huisartsgeneeskundige acute zorg - overdag of in de diensten - wordt de hulpvraag vanuit huisartsgeneeskundig perspectief gedefinieerd (probleemverheldering). Die huisartsgeneeskundige triage is als eerste schakel in de keten van eminent belang, omdat daarbij de patiënten worden geleid naar die zorgverlener die het best is toegerust om de benodigde zorg op een kwalitatief verantwoord niveau te verlenen of verder vast te stellen. Door te differentiëren tussen spoed en niet-spoed draagt de huisartsgeneeskundige triage bij aan een doelmatig gebruik van de acute zorg. Onnodige behandeling wordt zo voorkomen. De notitie heeft naar onze mening te weinig oog voor de professionele houding van de huisarts en toch is die van evident belang wil de huisarts zijn bijzondere positie in de zorg en de verwachtingen daaromtrent waar kunnen maken. Die in de geneeskunde unieke houding heeft veel voordelen (goedkoop, niet somatiserend, iatrogene schade vermijdend), maar natuurlijk ook nadelen (gemiste en te late diagnoses). Vooralsnog wordt er bij het maken van beleid vooral naar de financiële en organisatorische (zorg blijft breed beschikbaar) voordelen gekeken, maar nauwelijks naar de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om die attitude te kunnen blijven waarborgen. Deze attitude wordt bedreigd, ook door een aantal standpunten uit deze notitie: - marktwerking met toenemende concurrentie (collegae, SEH, SOS); - verzwakking van de poortwachterfunctie (inloopcentra); - toegenomen weerbaarheid van de patiënt wat zich uit in consumentisme en klachtgedrag; - nauwe samenwerking met specialistische disciplines waardoor de professionele autonomie van de huisarts mogelijk onder druk komt te staan (koppeling HAP-SEH). 13. De triage dient transparant en toetsbaar te zijn. Dat geldt ook voor de deskundigheid en vaardigheid van de triage-assistente of praktijkverpleegkundige. Deze zal inzicht in en verantwoording van diens handelen moeten kunnen geven via een systeem van verslaglegging. Na de huisartsgeneeskundige triage volgt een telefonisch advies, een uitnodiging voor een consult of wordt er een visite afgesproken. 16. Iedere huisarts moet als professional hulp kunnen verlenen aan een patiënt die zich met een acute hulpvraag tot hem wendt. Hij dient daartoe kennis te hebben van acute situaties en hoe daarbij te handelen. Minimaal moet hij daarom beschikken over het elektronisch medisch dossier, dat de relevante informatie over de patiënt van de huisarts overdag te bevatten, en de kennis en vaardigheden om een acute patiënt te onderzoeken zoals momenteel gebruikelijk is binnen de keten van acute zorg. Daarnaast zal hij kennis en vaardigheden moeten hebben om levensbedreigende situaties op te vangen binnen het kader waar hij werkzaam is (de huisartsenpraktijk en de huisartsenpost). Dat kan alleen als er systematisch wordt getrieerd met een ICT ondersteund systeem waarin ook een registratiefunctie is opgenomen. De rol van ICT in de notitie blijft echter volledig onderbelicht. Zelfs de rol die het voor de overheid zo belangrijke EPD kan spelen wordt niet genoemd. 17. In de urgentiegeneeskunde is het ABCDE-concept breed geaccepteerd. Ketenpartners in de acute zorg (CPA, SEH), maar ook het EHBO-onderwijs aan leken werken ermee. Ook huisartsen dienen volgens dit concept te (gaan) werken. 19. De ANW-diensten vereisen dezelfde competenties van de huisarts als waarover hij overdag dient te beschikken. 4/5
10 20. Voor al deze criteria moet nog worden nagegaan of er behoefte is aan een aanvullende scholing binnen de beroepsgroep. Het uitgangspunt is dat de huisartsopleiding voldoende opleidt tot het verlenen van acute zorg overdag en in de ANW-diensten. Voor bijzondere functies als huisartscoördinator binnen de huisartsenpost kunnen modules van de Kaderopleidingen Huisartsgeneeskunde worden ingezet. Voor triage-assistenten werkt momenteel een werkgroep van de VHN aan een opleiding tot gecertificeerd triagist. We vinden dit nog steeds een uitstekend uitgangspunt. 18. Binnen de keten zullen mogelijkheden van diagnostiek en behandeling steeds verder toenemen naarmate aanvullend onderzoek en technische hulpmiddelen beschikbaar zijn. Huisartsen kunnen meer zorg leveren, minder en scherper verwijzen wanneer ze meer gebruik kunnen maken van de faciliteiten van het ziekenhuis, óók in de ANW-diensten: röntgen, lab, spleetlamp, ECG, etc. De apparatuur dient snel toegankelijk te zijn, want dan zal deze sneller worden gebruikt, wat onnodige verwijzingen zal voorkomen. De nota besteed hier nog weinig aandacht aan. Het is wel een voorwaarde om de zorg efficiënt en doelmatig te organiseren en een aantal extra HAP s te realiseren om een dekkend acuut zorg systeem te onderhouden. Het NHG vertrouwt er op met deze reactie een bijdrage te leveren aan de discussie over de acute zorg en we zijn uiteraard bereid een en ander in de overlegronde toe te lichten. Met vriendelijke groet, A.E. Timmermans, huisarts Bestuursvoorzitter NHG Bijlagen: Reactie van het NHG op de discussievragen in het document NHG-Standpunt De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg Kopie : het bestuur LHV en VHN 5/5
11 De heer A Moerkamp Directeur Curatieve Zorg Ministerie van VWS Betreft: Reactie van het NHG op de discussienota Acute zorg 2015 Kenmerk: /AT/AC/ty Utrecht, 21 januari 2011 Geachte heer Moerkamp, Met veel belangstelling heeft het NHG de discussienota Acute zorg 2015 Goed op Tijd! Naar een klachtgerichte, efficiënte, effectieve en flexibele zorg gelezen. We maken graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren. Onze reactie hebben we afgestemd met de LHV en de VHN, maar zij zullen zelf ook reageren. Algemeen Het NHG heeft in 2005 het Standpunt De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg uitgebracht. Hierin staan, vanuit inhoudelijk huisartsgeneeskundige optiek de uitgangspunten en criteria voor huisartsgeneeskundige acute zorg beschreven. Graag verwijs ik u naar dit Standpunt dat als bijlage 2 is toegevoegd aan deze reactie. De uitgangspunten hiervan zijn nog actueel, ook al heeft er sindsdien een forse ontwikkeling plaatsgevonden van huisartsenposten (HAP s) bij de spoedeisende hulp (SEH). In eerste instantie zal aan de hand van de criteria uit het standpunt (blz. 4-6) op het discussiedocument gereflecteerd worden. Hierbij houden wij de nummering van het Standpunt aan. De afzonderlijke discussievragen beantwoorden wij in bijlage 1. Inhoudelijke criteria voor huisartsgeneeskundige acute zorg 1. Het uitgangspunt in de keten van hulpverlening bij acute gezondheidsklachten is dat de zorg wordt verleend op het juiste moment, op de juiste plaats, en door een hulpverlener met de juiste competenties. In uw doelstelling geeft u aan dat de acute zorg in 2015 kwalitatief verbeterd, doelmatiger georganiseerd en eenvoudiger toegankelijk moet zijn. Daarvoor stelt u voor om de bereikbaarheid te centraliseren, acute zorg te laten verlenen in basis eerste hulpposten die 7x24 uur geopend zijn, en de zorg te uniformeren. We betwijfelen of dat de zorg kwalitatief verbetert en doelmatiger of eenvoudiger toegankelijk maakt. Een kwalitatief goede zorg voor een eerstelijns populatie kan het beste door eerstelijns professionals worden geleverd. Door de introductie van de Nederlandse Triage Standaard (NTS) zal triage op uniforme wijze plaatsvinden. De NTS biedt niet alleen eenduidigheid in de gehele keten, maar kent ook vervolgfuncties waarbij aan de uitkomst van de triage consequenties worden verbonden t.a.v. de aard van de inzet. Over een vervolg daarop (Advanced triage of Triage + ) wordt inmiddels nagedacht. Daarbij worden per triageuitkomst adviezen gegeven t.a.v. reeds, alvorens de dokter ter plaatse is, op te starten diagnostiek. Acute zorg overdag verleend door de eigen huisarts geeft de mogelijkheid om rekening te houden met de context van de patiënt. Doelmatige zorg wordt vooral door huisartsen geleverd. De huisarts maakt 1/5
12 vanuit zijn professionele attitude een scherp onderscheid tussen benodigde zorg en onderzoek en behandelt volgens professionele richtlijnen. Eenvoudig toegankelijke zorg wordt bereikt door de zorg dicht bij de patiënt te organiseren. We zijn om deze reden geen voorstander van centra voor acute basiszorg gedurende de dagzorg, noch van inloopcentra. In de nota wordt gesuggereerd om krachtig in te zetten op taakherschikking, d.w.z. dezelfde taak door lager gekwalificeerd personeel laten uitvoeren. Dit lijkt in eerste instantie kosteneffectief maar: - daardoor stijgt het totaal aantal medewerkers in de zorg, terwijl ook geconstateerd wordt dat er geen arbeidsaanbod is; - het hoger gekwalificeerde personeel houdt toezicht en leidt op, waardoor een deel van het voordeel weer uit handen wordt gegeven. Juist de hoogst gekwalificeerde medewerker wordt minder efficiënt. Dit laatste bezwaar kan voor een deel worden opgevangen door de verantwoordelijkheden mee te laten verhuizen, zoals door BIG-registratie van meer typen gezondheidswerkers zoals triagisten. 2. De vraag van de burger vormt steeds het uitgangspunt bij de bepaling van de ernst van de situatie en daarmee de zorgbehoefte (dit is de behoefte aan zorg door de professional geformuleerd). Hierop wordt een adequaat zorgaanbod afgestemd. De toewijzing van de juiste zorgverlener en behandeling bij de juiste zorgvraag is vervolgens een aangelegenheid van de professional. Ondanks de definiëring in paragraaf 2 is niet duidelijk wat precies met acute zorg wordt bedoeld. Het is goed om hier het onderscheid te maken tussen de inschatting door de patiënt en de acute zorgindicatie, waarmee de zorg bedoeld wordt die na triage direct moet worden verleend. De opmerking dat de patiënt zelf in staat is om te beoordelen wanneer er sprake is van een acute zorgvraag is maar ten dele waar. Het klopt dat de patiënt een redelijk positief voorspellend vermogen t.a.v. de hoge urgenties vertoont, maar is te onzeker (of te assertief) t.a.v. vele laag urgente klachten. Er is behoefte aan een helder onderscheid tussen de acute zorgvraag en de noodzaak tot het verlenen van acute medische zorg. Het overgrote deel van de acute zorg is namelijk niet hoog urgent. Het organiseren van de zorg voor hoge urgenties verschilt van de lage urgenties en is mogelijk zelfs een stuk gemakkelijker. Het organiseren van de zorg voor de lage urgenties vergt in ieder geval andere oplossingen. Voor het NHG is het belangrijk dat er een onderscheid wordt gemaakt. 3. De goed functionerende zorgketen in de acute zorg dient in termen van functies te worden gedefinieerd in plaats van instanties. De volgende functies worden onderscheiden: triage (telefonisch/fysiek,) telefonisch zelfzorgadvies, eenvoudige behandeling/geruststelling, verwijzing, uitgebreide behandeling/stabiliserende handelingen en eventueel opname/overplaatsing, klinisch zorgtraject. Landelijk wordt hierbij de volgende levelindeling voorgesteld: Level 1: topvoorzieningen; Level 2: uitgebreide voorzieningen; Level 3: basisvoorzieningen. De notitie onderschrijft dit wel, maar juist in het eenduidig omschrijven van functies en tal van andere belangrijke begrippen is de nota niet altijd even helder, zoals: - triage: telefonisch of ook fysiek?; - de begrippen basiszorg en generalistische zorg lijken in de nota uitwisselbaar. In onze opvatting verzekert de patiënt zich voor basiszorg en levert de huisarts generalistische zorg. Ook de SEH-arts profileert zich overigens als een generalist; - acute zorg is vaak geen ketenzorg, terwijl het lijkt of daar wel steeds van uit wordt gegaan; - bereikbaarheid en beschikbaarheid worden niet duidelijk onderscheiden en lijken uitwisselbaar te zijn; 2/5
13 - mobiele vormen van acute zorg: er wordt geen onderscheid gemaakt tussen patiëntentransport en hulpverlenertransport. 4. De huisartsenvoorziening- tijdens kantooruren overdag de huisartsenpraktijk, tijdens de ANW-diensten de huisartsenpost- is toegankelijk voor alle hulpvragen en klachten waarvan de patiënt vindt dat die niet kunnen wachten en is verantwoordelijk voor de huisartsgeneeskundige acute zorg en de adequate verwijzing voor medisch specialistische acute zorg. Op tal van plaatsen lijkt de nota voorbij te gaan aan de rol van de huisarts als poortwachter naar de tweede lijn. Bijvoorbeeld door de introductie van: - een eigen bijdrage; - de introductie van een 0900 nummer dat waarschijnlijk ook overdag gebeld kan worden. De vraag rijst dan ook wie dit nummer bemenst en hoe een juiste afstemming wordt geborgd met de huisarts; - SOS-arts: verhoogt de service richting patiënt, maar is niet functioneel en bovendien kostenverhogend. Hoe is een juiste overdracht/samenwerking met de eigen huisarts geborgd? Hetzelfde geldt voor acute basiszorgcentra en inloopspreekuren; - het inzetten van huisartsen bij vitale spoed in dunbevolkte regio s. Dit zal de toegankelijkheid van de huisarts niet verhogen. 5. Het is niet wenselijk dat huisartsenposten tijdens kantooruren overdag worden opengesteld om dan de acute zorg voor hun rekening te nemen. Het heeft grote voordelen (context, continuïteit) dat de zorg tijdens kantooruren overdag in de eigen, vertrouwde voorziening in de buurt wordt gegeven. Zie onder Voor het overgrote deel van de hulpvragen in de ANW-diensten is geen medisch specialistisch onderzoek of acute behandeling nodig. De hulpvragen kunnen in de huisartsenzorg in de diensten of overdag worden opgevangen. Wat de huisartsenzorg betreft is het aanbod in de diensten minder groot dan overdag. Dit betekent dat in de diensten een selectie plaatsvindt; niet altijd datgene wat de burger als acuut ervaart ook als zodanig afgehandeld. Op basis van een goede triage kan gemotiveerd worden besloten op dat moment geen behandeling te geven, maar de patiënt terug te verwijzen naar het spreekuur van de eigen huisarts overdag. De noodzaak daartoe wordt in de notitie meermaals onderschreven overigens vooral vanuit het oogpunt van de urgentiegeneeskunde; noodzakelijke hulp moet snel worden geleverd. Nauwelijks vanuit het efficiëntie oogpunt. Goede triage betekent ook mensen soms duidelijk maken dat er op dat moment geen indicatie is voor het verlenen van acute medische zorg of hen na de triage helpen met een advies. Zoals u ook via de VHN heeft vernomen wordt 40% van de acute contacten gevolgd door een telefonisch advies. Dit, en het feit dat de huisarts soms niet levert wat de patiënt voor aanvang van het contact verlangde zou wel eens een reden kunnen zijn dat de patiënt soms de SEH boven de HAP verkiest. Zie verder de opmerking over triage onder Over het probleem van de zelfverwijzers zullen regionaal, afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden, tussen huisartsenpraktijken/huisartsenposten, ziekenhuizen en regionale zorgverzekeraars afspraken moeten worden gemaakt. De wens van VWS om voor iedere SEH een HAP te situeren wordt door het NHG onderschreven. De notitie spreekt zich echter niet uit over wat onder de koppeling van SEH en HAP moet worden verstaan (fysiek, functioneel, organisatorisch, medisch inhoudelijk, administratief). 3/5
14 8. De algemene huisartsgeneeskundige uitgangspunten dienen ook bij de acute zorg in de huisartsenpraktijk/-post behouden te blijven: terughoudend, doelmatig beleid met een beperkt diagnostiek, patiëntenvertrouwen, en continuïteit van zorg. 10. In de huisartsgeneeskundige acute zorg - overdag of in de diensten - wordt de hulpvraag vanuit huisartsgeneeskundig perspectief gedefinieerd (probleemverheldering). Die huisartsgeneeskundige triage is als eerste schakel in de keten van eminent belang, omdat daarbij de patiënten worden geleid naar die zorgverlener die het best is toegerust om de benodigde zorg op een kwalitatief verantwoord niveau te verlenen of verder vast te stellen. Door te differentiëren tussen spoed en niet-spoed draagt de huisartsgeneeskundige triage bij aan een doelmatig gebruik van de acute zorg. Onnodige behandeling wordt zo voorkomen. De notitie heeft naar onze mening te weinig oog voor de professionele houding van de huisarts en toch is die van evident belang wil de huisarts zijn bijzondere positie in de zorg en de verwachtingen daaromtrent waar kunnen maken. Die in de geneeskunde unieke houding heeft veel voordelen (goedkoop, niet somatiserend, iatrogene schade vermijdend), maar natuurlijk ook nadelen (gemiste en te late diagnoses). Vooralsnog wordt er bij het maken van beleid vooral naar de financiële en organisatorische (zorg blijft breed beschikbaar) voordelen gekeken, maar nauwelijks naar de voorwaarden waaraan voldaan moet worden om die attitude te kunnen blijven waarborgen. Deze attitude wordt bedreigd, ook door een aantal standpunten uit deze notitie: - marktwerking met toenemende concurrentie (collegae, SEH, SOS); - verzwakking van de poortwachterfunctie (inloopcentra); - toegenomen weerbaarheid van de patiënt wat zich uit in consumentisme en klachtgedrag; - nauwe samenwerking met specialistische disciplines waardoor de professionele autonomie van de huisarts mogelijk onder druk komt te staan (koppeling HAP-SEH). 13. De triage dient transparant en toetsbaar te zijn. Dat geldt ook voor de deskundigheid en vaardigheid van de triage-assistente of praktijkverpleegkundige. Deze zal inzicht in en verantwoording van diens handelen moeten kunnen geven via een systeem van verslaglegging. Na de huisartsgeneeskundige triage volgt een telefonisch advies, een uitnodiging voor een consult of wordt er een visite afgesproken. 16. Iedere huisarts moet als professional hulp kunnen verlenen aan een patiënt die zich met een acute hulpvraag tot hem wendt. Hij dient daartoe kennis te hebben van acute situaties en hoe daarbij te handelen. Minimaal moet hij daarom beschikken over het elektronisch medisch dossier, dat de relevante informatie over de patiënt van de huisarts overdag te bevatten, en de kennis en vaardigheden om een acute patiënt te onderzoeken zoals momenteel gebruikelijk is binnen de keten van acute zorg. Daarnaast zal hij kennis en vaardigheden moeten hebben om levensbedreigende situaties op te vangen binnen het kader waar hij werkzaam is (de huisartsenpraktijk en de huisartsenpost). Dat kan alleen als er systematisch wordt getrieerd met een ICT ondersteund systeem waarin ook een registratiefunctie is opgenomen. De rol van ICT in de notitie blijft echter volledig onderbelicht. Zelfs de rol die het voor de overheid zo belangrijke EPD kan spelen wordt niet genoemd. 17. In de urgentiegeneeskunde is het ABCDE-concept breed geaccepteerd. Ketenpartners in de acute zorg (CPA, SEH), maar ook het EHBO-onderwijs aan leken werken ermee. Ook huisartsen dienen volgens dit concept te (gaan) werken. 19. De ANW-diensten vereisen dezelfde competenties van de huisarts als waarover hij overdag dient te beschikken. 4/5
15 20. Voor al deze criteria moet nog worden nagegaan of er behoefte is aan een aanvullende scholing binnen de beroepsgroep. Het uitgangspunt is dat de huisartsopleiding voldoende opleidt tot het verlenen van acute zorg overdag en in de ANW-diensten. Voor bijzondere functies als huisartscoördinator binnen de huisartsenpost kunnen modules van de Kaderopleidingen Huisartsgeneeskunde worden ingezet. Voor triage-assistenten werkt momenteel een werkgroep van de VHN aan een opleiding tot gecertificeerd triagist. We vinden dit nog steeds een uitstekend uitgangspunt. 18. Binnen de keten zullen mogelijkheden van diagnostiek en behandeling steeds verder toenemen naarmate aanvullend onderzoek en technische hulpmiddelen beschikbaar zijn. Huisartsen kunnen meer zorg leveren, minder en scherper verwijzen wanneer ze meer gebruik kunnen maken van de faciliteiten van het ziekenhuis, óók in de ANW-diensten: röntgen, lab, spleetlamp, ECG, etc. De apparatuur dient snel toegankelijk te zijn, want dan zal deze sneller worden gebruikt, wat onnodige verwijzingen zal voorkomen. De nota besteed hier nog weinig aandacht aan. Het is wel een voorwaarde om de zorg efficiënt en doelmatig te organiseren en een aantal extra HAP s te realiseren om een dekkend acuut zorg systeem te onderhouden. Het NHG vertrouwt er op met deze reactie een bijdrage te leveren aan de discussie over de acute zorg en we zijn uiteraard bereid een en ander in de overlegronde toe te lichten. Met vriendelijke groet, A.E. Timmermans, huisarts Bestuursvoorzitter NHG Bijlagen: Reactie van het NHG op de discussievragen in het document NHG-Standpunt De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg Kopie : het bestuur LHV en VHN 5/5
16 De heer A Moerkamp Directeur Curatieve Zorg Ministerie van VWS Betreft: Reactie van het NHG op de discussienota Acute zorg 2015 Kenmerk: /AT/AC/ty Utrecht, 21 januari 2011 Geachte heer Moerkamp, Met veel belangstelling heeft het NHG de discussienota Acute zorg 2015 Goed op Tijd! Naar een klachtgerichte, efficiënte, effectieve en flexibele zorg gelezen. We maken graag gebruik van de mogelijkheid om te reageren. Onze reactie hebben we afgestemd met de LHV en de VHN, maar zij zullen zelf ook reageren. Algemeen Het NHG heeft in 2005 het Standpunt De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg uitgebracht. Hierin staan, vanuit inhoudelijk huisartsgeneeskundige optiek de uitgangspunten en criteria voor huisartsgeneeskundige acute zorg beschreven. Graag verwijs ik u naar dit Standpunt dat als bijlage 2 is toegevoegd aan deze reactie. De uitgangspunten hiervan zijn nog actueel, ook al heeft er sindsdien een forse ontwikkeling plaatsgevonden van huisartsenposten (HAP s) bij de spoedeisende hulp (SEH). In eerste instantie zal aan de hand van de criteria uit het standpunt (blz. 4-6) op het discussiedocument gereflecteerd worden. Hierbij houden wij de nummering van het Standpunt aan. De afzonderlijke discussievragen beantwoorden wij in bijlage 1. Inhoudelijke criteria voor huisartsgeneeskundige acute zorg 1. Het uitgangspunt in de keten van hulpverlening bij acute gezondheidsklachten is dat de zorg wordt verleend op het juiste moment, op de juiste plaats, en door een hulpverlener met de juiste competenties. In uw doelstelling geeft u aan dat de acute zorg in 2015 kwalitatief verbeterd, doelmatiger georganiseerd en eenvoudiger toegankelijk moet zijn. Daarvoor stelt u voor om de bereikbaarheid te centraliseren, acute zorg te laten verlenen in basis eerste hulpposten die 7x24 uur geopend zijn, en de zorg te uniformeren. We betwijfelen of dat de zorg kwalitatief verbetert en doelmatiger of eenvoudiger toegankelijk maakt. Een kwalitatief goede zorg voor een eerstelijns populatie kan het beste door eerstelijns professionals worden geleverd. Door de introductie van de Nederlandse Triage Standaard (NTS) zal triage op uniforme wijze plaatsvinden. De NTS biedt niet alleen eenduidigheid in de gehele keten, maar kent ook vervolgfuncties waarbij aan de uitkomst van de triage consequenties worden verbonden t.a.v. de aard van de inzet. Over een vervolg daarop (Advanced triage of Triage + ) wordt inmiddels nagedacht. Daarbij worden per triageuitkomst adviezen gegeven t.a.v. reeds, alvorens de dokter ter plaatse is, op te starten diagnostiek. Acute zorg overdag verleend door de eigen huisarts geeft de mogelijkheid om rekening te houden met de context van de patiënt. Doelmatige zorg wordt vooral door huisartsen geleverd. De huisarts maakt 1/5
17 vanuit zijn professionele attitude een scherp onderscheid tussen benodigde zorg en onderzoek en behandelt volgens professionele richtlijnen. Eenvoudig toegankelijke zorg wordt bereikt door de zorg dicht bij de patiënt te organiseren. We zijn om deze reden geen voorstander van centra voor acute basiszorg gedurende de dagzorg, noch van inloopcentra. In de nota wordt gesuggereerd om krachtig in te zetten op taakherschikking, d.w.z. dezelfde taak door lager gekwalificeerd personeel laten uitvoeren. Dit lijkt in eerste instantie kosteneffectief maar: - daardoor stijgt het totaal aantal medewerkers in de zorg, terwijl ook geconstateerd wordt dat er geen arbeidsaanbod is; - het hoger gekwalificeerde personeel houdt toezicht en leidt op, waardoor een deel van het voordeel weer uit handen wordt gegeven. Juist de hoogst gekwalificeerde medewerker wordt minder efficiënt. Dit laatste bezwaar kan voor een deel worden opgevangen door de verantwoordelijkheden mee te laten verhuizen, zoals door BIG-registratie van meer typen gezondheidswerkers zoals triagisten. 2. De vraag van de burger vormt steeds het uitgangspunt bij de bepaling van de ernst van de situatie en daarmee de zorgbehoefte (dit is de behoefte aan zorg door de professional geformuleerd). Hierop wordt een adequaat zorgaanbod afgestemd. De toewijzing van de juiste zorgverlener en behandeling bij de juiste zorgvraag is vervolgens een aangelegenheid van de professional. Ondanks de definiëring in paragraaf 2 is niet duidelijk wat precies met acute zorg wordt bedoeld. Het is goed om hier het onderscheid te maken tussen de inschatting door de patiënt en de acute zorgindicatie, waarmee de zorg bedoeld wordt die na triage direct moet worden verleend. De opmerking dat de patiënt zelf in staat is om te beoordelen wanneer er sprake is van een acute zorgvraag is maar ten dele waar. Het klopt dat de patiënt een redelijk positief voorspellend vermogen t.a.v. de hoge urgenties vertoont, maar is te onzeker (of te assertief) t.a.v. vele laag urgente klachten. Er is behoefte aan een helder onderscheid tussen de acute zorgvraag en de noodzaak tot het verlenen van acute medische zorg. Het overgrote deel van de acute zorg is namelijk niet hoog urgent. Het organiseren van de zorg voor hoge urgenties verschilt van de lage urgenties en is mogelijk zelfs een stuk gemakkelijker. Het organiseren van de zorg voor de lage urgenties vergt in ieder geval andere oplossingen. Voor het NHG is het belangrijk dat er een onderscheid wordt gemaakt. 3. De goed functionerende zorgketen in de acute zorg dient in termen van functies te worden gedefinieerd in plaats van instanties. De volgende functies worden onderscheiden: triage (telefonisch/fysiek,) telefonisch zelfzorgadvies, eenvoudige behandeling/geruststelling, verwijzing, uitgebreide behandeling/stabiliserende handelingen en eventueel opname/overplaatsing, klinisch zorgtraject. Landelijk wordt hierbij de volgende levelindeling voorgesteld: Level 1: topvoorzieningen; Level 2: uitgebreide voorzieningen; Level 3: basisvoorzieningen. De notitie onderschrijft dit wel, maar juist in het eenduidig omschrijven van functies en tal van andere belangrijke begrippen is de nota niet altijd even helder, zoals: - triage: telefonisch of ook fysiek?; - de begrippen basiszorg en generalistische zorg lijken in de nota uitwisselbaar. In onze opvatting verzekert de patiënt zich voor basiszorg en levert de huisarts generalistische zorg. Ook de SEH-arts profileert zich overigens als een generalist; - acute zorg is vaak geen ketenzorg, terwijl het lijkt of daar wel steeds van uit wordt gegaan; - bereikbaarheid en beschikbaarheid worden niet duidelijk onderscheiden en lijken uitwisselbaar te zijn; 2/5
Huisarts en spoedzorg Dokter, ik heb onmiddellijk hulp nodig!
NHG-STANDPUNT Huisarts en spoedzorg Dokter, ik heb onmiddellijk hulp nodig! Dokter, ik heb onmiddellijk hulp nodig, want ik ben opeens helemaal niet lekker geworden en ik heb erge pijn in mijn borst en
Nadere informatieDE HUISARTSENPOST. Armslag voor een goed eerstelijns loket
DE HUISARTSENPOST Armslag voor een goed eerstelijns loket De acute zorg in Nederland is volop in ontwikkeling. Gewerkt wordt aan het vormen van een effectieve en aaneengesloten keten voor acute zorg. Beschikbaarheid,
Nadere informatieNHG/LHV-Standpunt. Het elektronisch huisartsendossier (H-EPD) Gelukkig staat alles in mijn dossier, dokter. standpunt
NHG/LHV-Standpunt Het elektronisch huisartsendossier (H-EPD) Gelukkig staat alles in mijn dossier, dokter standpunt Continuïteit van zorg vergt continuïteit van gegevensbeheer Mevrouw De Waal, 60 jaar,
Nadere informatieDe toekomst van de acute zorg
De toekomst van de acute zorg LHV enquête ANW (nov. 2016) Arnoud Hansma & Joost Barendregt Wat is er aan de hand? Onrust rond ANW Van enquête naar notitie* 4000 reacties huisartsen 1400 suggesties Themabijeenkomst
Nadere informatieAcute Zorg in Zeeland. De profieldiscussie toegelicht: Van EHBO naar de SEH van nu
Acute Zorg in Zeeland De profieldiscussie toegelicht: Van EHBO naar de SEH van nu Doel Is er nieuws onder de zon? Ecclesiasticus 1;9 Wat was het? Waar gaan we naartoe? Nieuws onder de zon? De patiënt vraagt
Nadere informatieDe toekomst van de acute zorg
De toekomst van de acute zorg LHV enquête ANW (nov. 2016) Bart Huber & Joost Barendregt Wat is er aan de hand? Onrust rond ANW Van enquête naar notitie* 4000 reacties huisartsen 1400 suggesties Themabijeenkomst
Nadere informatieZEKERHEID EN PERSPECTIEF
ZEKERHEID EN PERSPECTIEF Toekomstvisie Huisartsenposten 2011-2015 Voor de patiënt die buiten de reguliere praktijktijden acuut zorg nodig heeft is de huisartsenpost bereikbaar en beschikbaar. Daarnaast
Nadere informatieActuele ontwikkelingen en innovaties bij de acute huisartsenzorg en triage. Anoeska Mosterdijk Directeur InEen
Actuele ontwikkelingen en innovaties bij de acute huisartsenzorg en triage Anoeska Mosterdijk Directeur InEen AVOND-, NACHT-, EN WEEKEND ACUTE ZORG IN DE EERSTE LIJN ANOESKA MOSTERDIJK 6 oktober 2017
Nadere informatieRegionale samenwerking in de triage in de acute (huisartsen)zorg
Regionale samenwerking in de triage in de acute (huisartsen)zorg Symposium Samen in de acute zorg 2016 14 maart 2016 Inhoud presentatie: Visie op spoed (huisartsen)zorg tijdens ANW-uren Dokterswacht Friesland
Nadere informatieDatum 10 september 2013 Uw kenmerk Ons kenmerk MN/fk/ Betreft Inbreng LHV en NHG voor verslag Jeugdwet Kamerstuknummer 33684
Tweede Kamer der Staten-Generaal Leden van de Vaste Kamercommissie van VWS T.a.v. de heer drs. A. Teunissen Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 10 september 2013 Uw kenmerk Ons kenmerk MN/fk/433621 Betreft
Nadere informatieUpdate van de richtlijnen voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de voorziening huisartsenzorg
Update van de richtlijnen voor de bereikbaarheid en beschikbaarheid van de voorziening huisartsenzorg Rapportage van de werkgroep B & B, november 2013 Inhoudsopgave 1. Inleiding bladzijde 3 2. Richtlijnen
Nadere informatieVisie van huisartsen op de samenwerking met organisaties in de keten van spoedzorg Regio Nijmegen en Land van Cuijk/Noord Limburg
Visie van huisartsen op de samenwerking met organisaties in de keten van spoedzorg Regio Nijmegen en Land van Cuijk/Noord Limburg Huisartsenkring Nijmegen e.o. en de Huisartsenposten Nijmegen en Boxmeer
Nadere informatieZorginstituut Nederland T.a.v. de heer dr. J. Wijma, voorzitter Raad van Bestuur Willem Dudokhof XH Diemen
Zorginstituut Nederland T.a.v. de heer dr. J. Wijma, voorzitter Raad van Bestuur Willem Dudokhof 11112 XH Diemen Datum: 18 april 2019 Betreft: Kwaliteitskader Spoedzorgketen Geachte heer Wijma, De afgelopen
Nadere informatieSAMENWERKING IS DE BRUG NAAR DE TOEKOMST
SAMENWERKING IS DE BRUG NAAR DE TOEKOMST EEN VISIE OP SAMENWE RKING IN DE NACHT IN DE SPOEDZOR G Versie 2.1- maart 2015 1 1. Inleiding 1.1 Aanleiding LHV Kring Midden-Nederland, Primair Huisartsenposten
Nadere informatieManagementsamenvatting
Managementsamenvatting In februari 2008 heeft de NZa op verzoek van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (de minister) het advies Met spoed! geschreven over aanpassingen in de keten van acute
Nadere informatieDit standpunt is vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 1 december 2005. De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg
Dit standpunt is vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 1 december 2005. NHG-Standpunt De huisartsgeneeskundige inbreng in de acute ketenzorg Toelichting op de NHG-Standpunten Het NHG formuleert
Nadere informatieVWS-Discussienotitie Acute zorg 2015: commentaar van een wetenschapper Lezing Guus Schrijvers, hoogleraar Public Health, Julius Centrum UMC Utrecht
VWS-Discussienotitie Acute zorg 2015: commentaar van een wetenschapper Lezing Guus Schrijvers, hoogleraar Public Health, Julius Centrum UMC Utrecht Wie ben ik? Hoofd Unit Zorginnovatie Wat houdt een innovatie
Nadere informatieDatum 7 november 2013 Uw kenmerk Ons kenmerk 2013/443612/MN Betreft Inbreng LHV en NHG voor Jeugdwet (Kamerstuknummer 33684)
Eerste Kamer der Staten-Generaal Leden van de Vaste Kamercommissie van VWS T.a.v. de heer drs. W. de Boer Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Datum 7 november 2013 Uw kenmerk Ons kenmerk 2013/443612/MN Betreft
Nadere informatieNaar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde
Naar een Landelijk Opleidingsplan Huisartsgeneeskunde Thema Spoedeisende Zorg Colofon Expertgroep Spoedeisende Zorg Frank Baarveld (vz), huisarts, coördinator Startclass, Huisartsopleiding Nederland Gijs
Nadere informatieThemabijeenkomst SEH. Centrum voor acute zorg: integratie als toekomstbeeld. Presentatie NVZ Utrecht, 9 februari 2007 Inleiding Harry Woldendorp
Themabijeenkomst SEH Centrum voor acute zorg: integratie als toekomstbeeld Presentatie NVZ Utrecht, 9 februari 2007 Inleiding Harry Woldendorp De urgentie tot integratie Omgevingsanalyse Toekomst verwachtingen
Nadere informatieworkshop tweedaagse Goed georganiseerd rondom de huisarts.
workshop tweedaagse Goed georganiseerd rondom de huisarts. De huisarts centraal in de organisatie 18 september 2014 3 verhalen uit de praktijk Opdracht Willem Groenevelt: Dokterszorg Friesland Yvonne Guldemond:
Nadere informatieNHG-Standpunt. Huisarts en palliatieve zorg. Fijn dat u er bent, dokter. standpunt
NHG-Standpunt Huisarts en palliatieve zorg Fijn dat u er bent, dokter standpunt Lijden verlichten De huisarts en de laatste levensfase Bij mevrouw Van Oosten, 51 jaar, is twee jaar geleden een melanoom
Nadere informatieLagerhuisdebat spoedzorg shertogenbosch. keuzestress in de spoedzorg 26 september en 3 oktober 2014 gespreksleiders Paul Jorna en Marian Frijters
Lagerhuisdebat spoedzorg shertogenbosch keuzestress in de spoedzorg 26 september en 3 oktober 2014 gespreksleiders Paul Jorna en Marian Frijters Toelichting werkwijze; Landelijke ontwikkelingen Visie en
Nadere informatieJaarbericht
Jaarbericht 2017-2018 Cliëntenraad 17-05-2019 Inhoudsopgave Inhoud Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Doelstelling van de cliëntenraad van de CIHN... 3 Samenstelling cliëntenraad... 3 Werkwijze cliëntenraad...
Nadere informatieSAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS
SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS STAND VAN ZAKEN PER 1 APRIL 2015 SAMENWERKING HUISARTSENPOST + ACUTE GGZ Stand van zaken per 1 april
Nadere informatieNEN 15224 Zorg en Welzijn HaZo24 HuisartsenZorg 24 uur
NEN 15224 Zorg en Welzijn HaZo24 HuisartsenZorg 24 uur TOELICHTING Aanleiding voor nieuw kwaliteitssysteem Opbouw HaZo24 Doel van de gehouden pilot en onze gezamenlijke rol naar de toekomst toe Wat is
Nadere informatieNHG-Standpunt Zorg voor patiënten met een veelvoorkomende chronische aandoening in de eerste lijn
Dit standpunt is vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 12 mei 2005. NHG-Standpunt Zorg voor patiënten met een veelvoorkomende chronische aandoening in de eerste lijn Toelichting op de NHG-Standpunten
Nadere informatieAnderhalvelijns zorg Hoe maak je het succesvol?
Anderhalvelijns zorg Hoe maak je het succesvol? Anderhalvelijnszorg Combinatie generieke eerstelijnszorg en specialistische tweedelijnszorg - Generalistische invalshoek : uitbreiding geïntegreerde eerstelijns
Nadere informatieNHG-Standpunt. GGZ in de huisartsenzorg. Ik zie het even niet meer zitten. standpunt
NHG-Standpunt GGZ in de huisartsenzorg Ik zie het even niet meer zitten standpunt Het aantal mensen met psychische problemen dat een beroep doet op de huisarts, groeit en zal blijven toenemen... Mevrouw
Nadere informatieBijlage 1: GGz-triagewijzer
Bijlage 1: GGz-triagewijzer Voor deze generieke module is een GGz-triagewijzer ontwikkeld, op basis waarvan de GGz-triagist in kan schatten welke hulpverlening een persoon nodig heeft, op welk moment (urgentie)
Nadere informatieDatum: 20 november 2017 Betreft: Update ontwikkelingen en aanpak van druk in de acute zorg
Ministerie van VWS T.a.v. Mr. drs. B.J. Bruins Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Datum: 20 november 2017 Betreft: Update ontwikkelingen en aanpak van druk in de acute zorg Geachte heer Bruins, Conform verzoek
Nadere informatieNHG-Standpunt Huisarts en spoedzorg
NHG-Standpunt Huisarts en spoedzorg Toelichting Het Standpunt Toekomstvisie Huisartsenzorg Huisarts en spoedzorg omvat de visie van het NHG op de huisartsgeneeskundige inbreng in de spoedzorg(keten), zowel
Nadere informatieFACTSHEET. Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013
FACTSHEET Voorlegger bij rapport Schaal- en synergieeffecten bij de spoedeisende hulp, IPSE studies, juli 2013 De spoedeisende hulp (SEH) staat volop in de belangstelling van het beleid. Het aantal SEH-locaties,
Nadere informatieDe Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500 EA DEN HAAG Postbus Datum 4 maart 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,
> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500 EA DEN HAAG Postbus 20018 Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340
Nadere informatieCVA / TIA. Dr. Wim Verstappen, huisarts, medisch manager HOV
CVA / TIA Dr. Wim Verstappen, huisarts, medisch manager HOV Casus I Patiënt, man, 79 jr. Bellen om 15.00u Vanmorgen periode alles uit de hand laten vallen Traag Van de trap gevallen. Bloedende hoofdwond
Nadere informatieStandpunt Samenwerking HAP en SEH in avond, nacht en weekend.
Ledenraad 11 december 2012 Dit is de samenvatting van het standpunt, zie bijlage voor de onderbouwing bij het standpunt. Standpunt Samenwerking HAP en SEH in avond, nacht en weekend. Seriële samenwerking
Nadere informatieHierbij bieden wij u het definitieve plan aan voor een toekomstbestendige Doktersdienst.
Geachte huisartsen, beste collegae, Hierbij bieden wij u het definitieve plan aan voor een toekomstbestendige Doktersdienst. Inmiddels zijn de informatieavonden achter de rug. We hebben goed inzicht gekregen
Nadere informatieDatum Doorkiesnummer Behandeld door «ZV_SC_SIGNEDON 088 222 40 40 Zorginkoop Huisartsenzorg
«CM_USER_LONGTITLE» «CM_USER_FULLNAME» «CM_PRACTICE_STREET» «CM_PRACTICE_NUMBER»«CM_PRACTICE_ EXTRA» «CM_PRACTICE_ZIPCODE» «CM_PRACTICE_CITY» Postbus 640 7500 AP ENSCHEDE www.menzis.nl/huisarts Zorgverlenernummer:
Nadere informatieKiezen voor de eerste lijn, ook bij spoed
Kiezen voor de eerste lijn, ook bij spoed Reactie van LHV, VHN en NHG op het rapport van de NZa Met Spoed! Advies over verbetering van de regulering van acute zorg Mei/juni 2008 Inhoud 1. Vooraf 3 2. Algemeen
Nadere informatiePresentatie Rapport project Instroom
Presentatie Rapport project Instroom Inzicht in de instroom van patiënten in de huisartsen spoedzorg van Medrie Programma Projectgroepleden Aanleiding Doelstelling Werkwijze Aanbevelingen Vragen / discussie
Nadere informatieDe handreiking samenwerking huisarts en specialist ouderengeneeskunde
Home no. 5 Congresnummer Kiezen voor delen November 2016 Eerdere edities Verenso.nl De handreiking samenwerking huisarts en specialist ouderengeneeskunde Monique Bogaerts mbogaerts@verenso.nl De nieuwe
Nadere informatieNHG-Standpunt. Huisartsgeneeskunde voor ouderen. Er komt steeds meer bij... standpunt
NHG-Standpunt Huisartsgeneeskunde voor ouderen Er komt steeds meer bij... standpunt Schatting: in 2040 - op het hoogtepunt van de vergrijzing - zal zo n 23 procent van de bevolking ouder zijn dan 65 jaar.
Nadere informatieKindermishandeling & Huiselijk Geweld. Ilona Statius Muller
Kindermishandeling & Huiselijk Geweld Ilona Statius Muller Inhoud Kernpunten nieuwe (concept) LESA Hoe werkt een huisarts? Hulpmiddelen & informatie KNMG stappenplan kindermishandeling Kindcheck OKT &
Nadere informatieTussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit
Bijlage Tussentijdse bevindingen van het thematoezicht naar de ketenzorg rond psychiatrische patiënten met ernstige somatische comorbiditeit 1 Achtergrond De casus van de heer W., beter bekend als de casus
Nadere informatieHuisarts nu en straks Ida Spelt Historisch overzicht Kosten gezondheidszorg Kenmerken huisarts Recente ontwikkelingen
Scoop op 1e lijn nu en straks Ida Spelt, huisarts Wassenaar 2 3 4 5 6 1 Historisch overzicht van hulpvragen 1950 1960 1970 1990 1995 2000 2003 in de wachtkamer wachten op de beurt nummertje halen bij praktijk
Nadere informatieNHG-Standpunt Huisarts en spoedzorg
NHG-Standpunt Huisarts en spoedzorg Toelichting Het Standpunt Toekomstvisie Huisartsenzorg Huisarts en spoedzorg omvat de visie van het NHG op de huisartsgeneeskundige inbreng in de spoedzorg(keten), zowel
Nadere informatieBeleidsregel Zorg op afroep van de patiënt en zorg geleverd in een inloopkliniek
BELEIDSREGEL Beleidsregel Zorg op afroep van de patiënt en zorg geleverd in een inloopkliniek Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt
Nadere informatieTrends in het gebruik van acute zorg. De keten verstopt
Trends in het gebruik van acute zorg De keten verstopt Acute zorg: vanuit welk perspectief? Alle zorg die niet kan wachten tot de eerstvolgende mogelijkheid op werkdagen om een hulpverlener te raadplegen.
Nadere informatieDeze kwaliteitseisen gelden ALS een functionaris de taak heeft POH-GGZ zorg aan jeugdigen in de huisartsenpraktijk te bieden. 2
Kwaliteitseisen POH-GGZ Jeugd Friesland, Addendum op het Kwaliteitskader POHGGZ in Friesland 2014 Definitief 04-05-2018; versie goedgekeurd door het bestuur van LHV-Huisartsenkring Friesland tijdens de
Nadere informatieBijlage 1: GGz-triagewijzer
Bijlage 1: GGz-triagewijzer Voor deze generieke module is een GGz-triagewijzer ontwikkeld, op basis waarvan de voorwacht van de acuut psychiatrische hulpverlening in kan schatten welke hulpverlening een
Nadere informatieImplementatieplan. Behorend bij Kwaliteitskader Spoedzorgketen
Implementatieplan Behorend bij Kwaliteitskader Spoedzorgketen Utrecht, april 2019 Inhoud Inleiding 3 Melding en triage 4 Zorgcoördinatie 5 Diagnostiek en behandeling 10 Coördinatie uitstroom 12 informatie
Nadere informatieInspiratiebijeenkomst. Verbinding tussen huisarts en gehandicaptenzorgaanbieder in de Wlz. 5 april 2019
Inspiratiebijeenkomst Verbinding tussen huisarts en gehandicaptenzorgaanbieder in de Wlz 5 april 2019 Visie op huisartsenzorg in de Wlzgehandicaptenzorg Medische zorg wordt geleverd door huisarts én AVG,
Nadere informatieWat mag u als patiënt van uw huisarts verwachten
Wat mag u als patiënt van uw huisarts verwachten 1 Vertrouwen in zorg Wat mag u als patiënt van uw huisarts verwachten? Een huisarts met het keurmerk voldoet aan kwaliteitsnormen. Deze normen zijn gebaseerd
Nadere informatieStandpunt ouderenzorg HKA
Standpunt ouderenzorg HKA 1. Achtergrond De Nederlandse bevolking veroudert en blijft steeds vaker zelfstandig thuis wonen. Huisartsen krijgen daardoor steeds meer te maken met oudere patiënten, van wie
Nadere informatieECG apparaat in de praktijk:
ECG apparaat in de praktijk: Doelmatige diagnostiek of paard van Troje? Een kwaliteitsverbeterplan Tobias Bonten AIOS Huisartsgeneeskunde Stap 1: waarom een ECG apparaat? Jaarlijks maken huisartsen in
Nadere informatieDe toekomst van de acute zorg
De toekomst van de acute zorg LHV enquête ANW (nov. 2016) Stella Zonneveld & Joost Barendregt Wat is er aan de hand? Onrust rond ANW De landelijke enquête 4000 huisartsen Binnen 2 weken 1400 open reacties
Nadere informatieBas Leerink. Lid Dagelijks Bestuur Landelijk Netwerk Acute zorg
Bas Leerink Lid Dagelijks Bestuur Landelijk Netwerk Acute zorg Nationale Spoedzorg Congres Bas Leerink 8 november 2018 Van papier naar praktijk 3 Ontwikkelingen in de acute zorg Druk op de acute zorgketen;
Nadere informatieBijlage behorend bij hoofdstuk van het jaarverslag 2004 HDT-Oost
Bijlage behorend bij hoofdstuk 7.8.3 van het jaarverslag 2004 HDT-Oost Bijlage behorend bij hoofdstuk 7.8.3 van het jaarverslag 2004 HDT-Oost Bijlage behorend bij hoofdstuk 6.1 van het jaarverslag 2004
Nadere informatieSAMENWERKING HUISARTSENPOST + RAV RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS
SAMENWERKING HUISARTSENPOST + RAV RAPPORTAGE VAN DE ONDER HUISARTSENPOSTEN GEHOUDEN INTERVIEWS STAND VAN ZAKEN PER 1 APRIL 2015 SAMENWERKING HUISARTSENPOST + RAV Stand van zaken per 1 april 2015 In het
Nadere informatieProject meekijk consult oogheelkunde
Project meekijk consult oogheelkunde Naam: Stefanie Mouwen Versie: definitief Datum: Januari 2017 1 Oogzorg Inleiding Huisartsen zien het aantal patiënten met oogaandoeningen al jaren fors stijgen. Parallel
Nadere informatieEen andere huisarts kiezen
Een andere huisarts kiezen Aanleiding voor deze brochure Patiënten zijn doorgaans tevreden over hun huisarts. Maar Patiëntenfederatie NPCF krijgt wel regelmatig vragen en klachten van patiënten over het
Nadere informatieDe patiënt wil één aanspreekpunt, de huisarts lagere. werkdruk en de verzekeraar goede zorg voor het geld.
Discussie zorgverleners over ontwikkeling eerstelijns spoedzorg : De patiënt wil één aanspreekpunt, de huisarts lagere werkdruk en de verzekeraar goede zorg voor het geld. De inwoner van Noord-Nederland
Nadere informatieWerken op de huisartsenpost. Fysieke triage
1. Doel Patiënt is voorzien van een goed advies of is doorverwezen naar de hulpverlener die de juiste zorg kan bieden. 2. Werkwijze in schema 1. ABCDE check 2. ABCDE veilig? 3. kaart aanmaken en plannen
Nadere informatieNHG-Standpunt. Huisartsenzorg en jeugd. Kom, we gaan naar de dokter... standpunt
NHG-Standpunt Huisartsenzorg en jeugd Kom, we gaan naar de dokter... standpunt Het kind als lijdend voorwerp Mevrouw Haverslag en de heer Pieters vormen sinds twee jaar een gezin. Zij hebben elk een kind
Nadere informatieBenchmarkbulletin 2012
1 / 10 Samenvattend beeld van de huisartsenposten in 2012 Dit benchmarkbulletin bevat de kerncijfers 2012 van de huisartsenposten in Nederland; de acute huisartsenzorg tijdens avond-, nacht- en weekenduren.
Nadere informatiePosition paper Organisatie van zorg voor SOLK
Position paper Organisatie van zorg voor SOLK NOLK, September 2013 Samenvatting Somatisch onvoldoende verklaarde lichamelijke klachten (SOLK) zijn klachten die na adequaat medisch onderzoek niet of niet
Nadere informatieDe mensen van de huisartsenpost Wie er werken en wat ze doen
De mensen van de huisartsenpost Wie er werken en wat ze doen De mensen van de huisartsenpost Wie er werken en wat ze doen Op de huisartsenpost van Doktersdienst Groningen werken natuurlijk huisartsen.
Nadere informatieLaurentius Cliëntenpanel
Laurentius Cliëntenpanel Cliëntenraad Laurentius Ziekenhuis Rapportage auteur: Jos Beerens, augustus 2015 Respons 52% 48 52 Ingevuld Niet ingevuld Hoe belangrijk vindt u het dat er een centrale huisartsenpost
Nadere informatieInhoudsopgave. 1. Aanvraagprocedure. 2. Welke patiënten kunnen naar de gipskamer verwezen worden? 3. Behandeling op de gipskamer
1e Lijns-gipsen Inhoudsopgave 1. Aanvraagprocedure 2. Welke patiënten kunnen naar de gipskamer verwezen worden? 3. Behandeling op de gipskamer 4. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden 5. De centrale gipskamer
Nadere informatieVoor substitutie komt binnenkort een ander aanvraagformulier beschikbaar. Voor wijkgerichte zorg is het budget voor 2016 & 2017 reeds gealloceerd.
PROJECTAANVRAAG REGIOTAFEL ONDERDEEL: ZORGVERNIEUWING 1 INLEIDING - Deadline voor het indienen van uw projectvoorstel is 24 juni 2016 - Voor 1 oktober 2016 krijgt u bericht over toekenning of afwijzing
Nadere informatieNaar een toekomstbestendige huisartsenzorg in de avond, nacht en weekenden
Naar een toekomstbestendige huisartsenzorg in de avond, nacht en weekenden 1. HET PROBLEEM De laatste tijd ervaren burgers, patiënten en zorgaanbieders een toenemende drukte in de acute zorg. Het hele
Nadere informatieThe chain concept: an insufficient paradigm in emergency medicine
The chain concept: an insufficient paradigm in emergency medicine Prof.Dr.J.J.L.M. Bierens MCDM Hoogleraar urgentiegeneeskunde Afdeling anesthesiologie VU medisch centrum Amsterdam Inhoud wat is urgentiegeneeskunde
Nadere informatieDienstdoen op de post
Dienstdoen op de post Consultarts Kennis De aios is in staat het volgende te benoemen: Het verschil in morbiditeitpatroon bij huisartsgeneeskundige zorg binnen kantoortijden en tijdens het dienstdoen.
Nadere informatieLSP verbetert kwaliteit van zorg
LSP verbetert kwaliteit van zorg - de hele ANW toegang tot het LSP- Een interview met huisarts Eric Warmenhoven over zijn ervaringen met het LSP op de huisartsenpraktijk Verhoging van de kwaliteit van
Nadere informatieNHG-Standpunt. Farmacotherapiebeleid in de huisartsenzorg. Dokter, mag ik een recept voor...? standpunt
NHG-Standpunt Farmacotherapiebeleid in de huisartsenzorg Dokter, mag ik een recept voor...? standpunt Schatting: jaarlijkse stijging van 11 procent voor geneesmiddelenuitgaven Centrale rol voor de huisarts
Nadere informatieSamenwerken aan Zorgcoördinatie
Samenwerken aan Zorgcoördinatie Springplankprojecten HAP+RAV Ambulancezorg Nederland InEen April 2017 Achtergrond Huisartsenposten en regionale ambulancevoorzieningen werken nauw samen. Om deze samenwerking
Nadere informatieUitwerking NHG-Standpunt. Zorg voor patiënten met diabetes mellitus type 2
Dit standpunt is vastgesteld in de Algemene Ledenvergadering van 12 mei 2005. Uitwerking NHG-Standpunt Zorg voor patiënten met een veelvoorkomende chronische aandoening in de eerste lijn voor de Zorg voor
Nadere informatieBenchmarkbulletin 2010
Benchmarkbulletin 2010 Inleiding De benchmark 2010 is in augustus 2011 afgerond. In dit bulletin wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste landelijke resultaten. Alle leden van de VHN hebben meegedaan
Nadere informatieAntwoorden op schriftelijke vragenronde brief uitvoering motie Arib (29484, nr. 6) over medische zorg asielzoekers.
Antwoorden op schriftelijke vragenronde brief uitvoering motie Arib (29484, nr. 6) over medische zorg asielzoekers. Vragen PvdA-fractie 1. Op welke manier wordt de toegankelijkheid van de ziekenhuiszorg
Nadere informatieVERSLAG BIJEENKOMST WERKDRUK HKA HpA, d.d. 23 januari 2017
VERSLAG BIJEENKOMST WERKDRUK HKA HpA, d.d. 23 januari 2017 Stella Zonneveld opent de bijeenkomst die samen met de HpA is georganiseerd. Els Kuijt, Hilda Grooters en Jacqueline Langeslag zijn aanwezig en
Nadere informatieDatum: 31 mei 2018 Betreft: Update stand van zaken en aanpak van drukte in de acute zorg
Ministerie van VWS T.a.v. Mr. drs. B.J. Bruins Postbus 20350 2500 EJ Den Haag Datum: 31 mei 2018 Betreft: Update stand van zaken en aanpak van drukte in de acute zorg Geachte heer Bruins, In navolging
Nadere informatieBeleidsplan huisartsenpraktijk Metz & Smits 2015 2018 versie september 2015
Beleidsplan huisartsenpraktijk Metz & Smits 2015 2018 versie september 2015 Inhoud 1. inleiding 2. de organisatie 3. de populatie 4. missie 5. samenwerking 6. zorgaanbod 7. zorgvraag 8. automatisering
Nadere informatie1. Inleiding. 2. Doelstelling CIHN
WERKPLAN 2014-2017 1. Inleiding De Cliëntenraad is het orgaan dat zich inzet om de belangen van de patiënt van de CIHN te behartigen. Langzamerhand groeit de raad steeds meer in die rol. Vooral als je
Nadere informatie1. Introductie vragenlijst
1. Introductie vragenlijst Allereerst bedankt dat u mee wilt werken aan dit onderzoek. Uw mening is belangrijk. De onderzoekers willen benadrukken dat uw deelname een bijdrage levert aan de ontwikkeling
Nadere informatieHerziening Zorgstelsel. Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld
29 689 Herziening Zorgstelsel Nr. VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld ------------------------- In de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport bestond er bij enkele fracties
Nadere informatieZorg en Zekerheid beleid POH GGZ Versie 19 december 2018
Zorg en Zekerheid beleid POH GGZ Versie 19 december 2018 Visie Zorg en Zekerheid investeert in een sterke eerste lijn. Onder meer met de vorming van de BasisGGZ heeft de huisarts een prominente rol als
Nadere informatieBenchmarkbulletin 2011
Benchmarkbulletin 2011 Inleiding De landelijk benchmark 2011 van de huisartsenposten die lid zijn van de Vereniging Huisartsenposten Nederland, is in augustus 2012 afgerond. Dit bulletin geeft een overzicht
Nadere informatieSamen sterk in de transmurale palliatieve zorgketen! Kees Goedhart - adviseur NPZR&o
Samen sterk in de transmurale palliatieve zorgketen! Kees Goedhart - adviseur NPZR&o Het NPZR&o is een samenwerkingsverband en kennisnetwerk voor de verlening van palliatieve zorg vanuit bestaande zorgaanbieders
Nadere informatie+ = (Basis) spoedpost
+ = (Basis) spoedpost 1 Landelijke ontwikkelingen (basis) spoedzorg 2 Visie van Achmea 3 Belangrijke coalitiepartners 4 Samenwerkingsvormen tussen de SEH en HAP 5 Hoe ziet volgens Achmea de (basis) spoedzorg
Nadere informatieAls regioziekenhuis heeft het IJsselland Ziekenhuis veel aandacht voor de samenwerking met de partners uit de regio.
Jaarbeeld 2016 Het IJsselland Ziekenhuis kijkt terug op een goed 2016. Met onze medewerkers, medisch specialisten en vrijwilligers werken wij samen elke dag en elk moment aan de best denkbare zorg. Dit
Nadere informatieUw huisarts uit de regio Berlicum, Rosmalen, Empel en Den Bosch
Het aantal patiënten met chronische zorg zoals diabetes, COPD en andere chronische ziektebeelden neemt toe. Dit vraagt om een beter gestructureerde organisatie van de gezondheidszorg. Uw huisarts uit de
Nadere informatieVisie NVSHA op Rapport. Raad voor de Volksgezondheid en Zorg. Medisch-specialistische zorg in 20/20
Visie NVSHA op Rapport Raad voor de Volksgezondheid en Zorg Medisch-specialistische zorg in 20/20 Oktober 2011 Inleiding Eind oktober 2011 is de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) met het rapport
Nadere informatieRegionaal ketenzorg protocol COPD
Bijlage 1. Regionaal Ketenzorgprotocol Titel Regionaal ketenzorg protocol Verwijzing naar formulier Verwijzing naar protocol Protocol case finding Kwaliteitsbeleid Zorggroep Privacyreglement Zorggroep
Nadere informatieZorgcontinuüm en rollen m.b.t. voorschrijven van stomahulpmiddelen
Het voorschrijven van stoma, kan alleen in context gehele (stoma)zorg worden gezien. Het is geen eenmalig maar meer een cyclisch gebeuren. Door evaluatie hulpmiddel maar vooral door de veranderde omstandigheden
Nadere informatieZorg en Zekerheid beleid POH GGZ Versie 1 april 2017
Zorg en Zekerheid beleid POH GGZ Versie 1 april 2017 Visie Zorg en Zekerheid investeert in een sterke eerste lijn. Onder meer met de vorming van de BasisGGZ heeft de huisarts een prominente rol als poortwachter
Nadere informatieTitel Regionale procedure raaa binnen Netwerk Acute Zorg Euregio. Pagina 1 van 5
Soort Document Procedure Code AZE.RAAA.01 Titel Regionale procedure raaa binnen Netwerk Acute Zorg Euregio Dienst/afdeling Expertgroep raaa Versie 1.0 Status Definitief Datum 8-11-2017 Pagina 1 van 5 Aantal
Nadere informatie