Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens binnen de -20 m NAP
|
|
- Johanna van den Pol
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens binnen de -20 m NAP Ten behoeve van een zandbalans van het Nederlands kustsysteem. 15 februari 2005 Auteur: R.D.N. Hoogervorst Werkdocument RIKZ/KW/ W
2
3 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 3 Voorwoord 5 1 Inleiding 1.1 Introductie Zandbalans Menselijke ingrepen 8 2 Indeling gegevens tabel 2.1 Begrenzingen in ruimte Begrenzingen in tijd Deelsystemen Vaargeulen (Euro) Maasgeul Vaargeul IJgeul Typen ingrepen Baggeren Storten Onttrekking / Zandwinning Suppleren Andere toevoegingen Schelpenwinning Spreadsheet op cd-rom 15 3 Resultaten 3.1 Inleiding Wadden Deelsystemen Buitendelta Deelsystemen Waddenzee Havens in het Waddengebied Hollandse Kust Baggerspecie uit de havens Noord-Holland en IJgeul Zuid-Holland en Maasgeul Landwaartse grens Maasgeul Delta Haringvliet Delta Grevelingen Delta Oosterschelde Delta Westerschelde Delta Westerschelde Opmerkingen Totaal overzicht Totaal overzicht in tabel- en grafiekvorm 28 4 Discussie en opmerkingen Conclusies Kanttekeningen 31 Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 3
4 5 Aanbeveling 33 6 Lijst van benaderde personen 35 7 Gebruikte bronnen 37 Bijlage 1: Tabellen met gegevens en cumulatieve hoeveelheden per deelsysteem; van Bijlage 2: Totaaloverzicht van het gehele kustsysteem per jaar 59 Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 4
5 Voorwoord Voor u ligt een werkdocument, met daarin een overzicht van de bagger-, storten zandwingegevens van de Nederlandse kust. De hoeveelheid zand, die in het Nederlands kustsysteem fluctueert, wordt in beeld gebracht middels een zogenaamde zandbalans. In de zandbalans wordt ook rekening gehouden met menselijke ingrepen, zoals baggeren, storten, suppleren en zandwinning. Het doel van dit werkdocument is om een zo compleet mogelijk overzicht te krijgen van de grootte van de menselijke ingrepen in het kustsysteem in termen van m 3 zandverplaatsing en zandonttrekking. De begrenzing in ruimte van het Nederlandse kustsysteem is als volgt: de zeewaartse grens is de doorgaande 20 m NAP dieptelijn, landwaarts wordt de +3 m NAP aangehouden, in het zuiden de grens van België en Nederland en in het noorden Lauwersoog/Schiermonnikoog. De begrenzing in tijd ligt op de periode van 1930 tot en met 2002, waarbij de focus van dit werkdocument ligt in de periode 1955 tot en met Bovendien is het Nederlands kustsysteem opgedeeld in verschillende deelsystemen. Als bijlage is er een cd-rom toegevoegd, met het digitale overzicht in Microsoft EXCEL formaat. Het overzicht is tot stand gekomen met behulp van de collega s van diverse Directies en Dienstkringen van Rijkswaterstaat. Het overzicht pretendeert niet volledig te zijn; er is getracht een zo compleet mogelijke inventarisatie te maken. Het is goed mogelijk dat er nog gegevens in den lande aanwezig zijn, die niet terug te vinden zijn in het overzicht. De oproep is in dat geval om die gegevens op te sturen naar het RIKZ afdeling KWB, zodat deze kunnen worden toegevoegd aan de database. Contactpersoon is: Ir. G. Nederbragt, Telefoonnummer: adres: g.nederbragt@rikz.rws.minvenw.nl. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 5
6 Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 6
7 1 Inleiding 1.1 Introductie Een van de taken van Rijkswaterstaat is Nederland te beschermen tegen overstromingen door de Noordzee. In dit kader heeft Rijkswaterstaat de zorg over de van nature aanwezige kustverdediging, namelijk het geheel van vooroever, strand en duinen. Dit systeem is voortdurend onderhevig aan natuurkrachten. Deze krachten, zoals wind, golven en getij, belasten de kust. Omdat we in Nederland hoofdzakelijk te maken hebben met een zandige kust, spelen de genoemde fysische krachten vooral een rol in de verplaatsing van zand. Die zorg van Rijkswaterstaat houdt in dat het kustsysteem nauwlettend in de gaten moet worden gehouden, en daar waar nodig extra weerbaar gemaakt wordt tegen aanvallen van de Noordzee door middel van suppleties. Ten behoeve van de handhaving van de ligging van de kustlijn is in 1990 besloten om de Basiskustlijn te benoemen. Deze kustlijn, de BKL, fungeert als referentie (zie bijvoorbeeld Kustlijnkaarten, 2004). Door de overheid wordt het dynamisch handhaven van de kustlijn tegenwoordig als de optimale strategie gezien. Hiermee wordt de kustlijn zoveel mogelijk ruimte geboden om zich op een natuurlijke wijze te vormen en te gedragen. Anticiperend op het gedrag van de kustlijn kan er worden besloten om tot suppletie over te gaan. Er wordt dan plaatselijk zand aan het kustsysteem toegevoegd, om de kustlijn zeewaarts van de BKL te houden. Monitoring is van groot belang bij het morfologisch onderzoek naar het gedrag van de kust. Door middel van jaarlijkse kustmetingen (JARKUS) en periodieke doorlodingen (tegenwoordig vaklodingen) wordt de vorm van het kustsysteem in beeld gebracht. Door de ingewonnen meetgegevens te vergelijken met toestanden uit het verleden, kunnen uitspraken worden gedaan over veranderingen van het kustsysteem of beter het veranderen van het volume zand in het systeem. Sinds 2001 wordt er bij Rijkswaterstaat niet meer alleen gekeken naar de Basiskustlijn, maar is het besef doorgedrongen dat er een veel meer integrale aanpak nodig is om het kustsysteem te beheren. Het kustbeleid is zich, naast de handhaving van de BKL, gaan richten op het kustfundament (tot de doorgaande 20 m NAP dieptelijn ), waardoor in de uitvoering de suppleties zó moeten worden ingericht dat zandverliezen in het gehele kustsysteem (dus ook op dieper water) worden aangevuld. Door Mulder (2000) werd geschat dat er 12 Mm 3 /jaar aan zand nodig is om het kustfundament op peil te houden (waarvan 6 Mm 3 voor de BKL handhaving). Deze zandbalans schatting werd uitgevoerd zonder over volledige gebiedsdekkende data te beschikken. In het programma KUST2005 zijn vervolgens acties uitgezet om een nieuwe zandbalans op te stellen, waarbij meer gebiedsdekkende informatie wordt gebruikt. Naar aanleiding hiervan is de beslissing genomen om de zandbalansen uit Mulder (2000) te verifiëren door het kwantificeren van en rekening te houden met: 1. Metingen. Hoeveel zand er jaarlijks in het kustsysteem zit. Dit heeft geresulteerd in een inventarisatie van beschikbare bodemdata (zie Kruif, 2001) 2. Menselijke activiteit. Hoeveel zand er door de mens het systeem in- of uitgebracht of herverdeeld wordt. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 7
8 1.2 Zandbalans Wanneer we praten over veranderingen van zandhoeveelheden, dat wil zeggen of er in het kustsysteem zand verdwijnt of bijkomt, moeten we ons direct afvragen waar het extra zand vandaan komt, of waar een bepaalde hoeveelheid zand naar toe gaat. Om deze vraag in kwantitatieve zin te beantwoorden, wordt er een zogenaamde zandbalans opgesteld. Ruimtelijke begrenzingen bij het opstellen van de zandbalans van de Nederlandse kust zijn dat zand buiten de doorgaande - 20 (20 m beneden NAP) en voorbij de duinvoet (3 m boven NAP) buiten beschouwing wordt gelaten. De zeewaartse grens komt overeen met die van het kustfundament. De landwaartse grens is zo gekozen dat ook suppleties en de BKL-zone in het balansgebied liggen. Tevens wordt het gebied ten oosten van het Friesche Zeegat (Eems Dollard) niet meegenomen. De Landsgrens met België is de zuidelijke rand. Wél zijn de Waddenzee en de Westerschelde erbij betrokken, omdat daar regelmatig wordt of werd gebaggerd en zand gewonnen. Om duidelijk te kunnen aangeven waar in het kustsysteem het zandvolume verminderd is, en waar deze vergroot is, is het kustsysteem opgedeeld in negentien delen: de deelsystemen (zie Figuur 1). Per deelsysteem wordt bekeken in welke mate het volume verandert. De netto verandering van alle deelsystemen samen geeft de netto verandering van het kustsysteem aan. Zodoende kan er een uitspraak worden gedaan over de zandvolumeverandering van de Nederlandse kust per tijdseenheid. Zonder menselijke ingrepen is de zandbalans niet volledig. In dit document wordt een overzicht gegeven van de hoeveelheden zand, die door middel van baggeren van vaargeulen, stortingen van havenbaggerspecie, zandwinning ten behoeve van zandhandel en winning van zand voor onderwater- of strandsuppleties, invloed hebben op het zandvolume van het kustsysteem. Het tijdsbestek waarbinnen de gegevens van baggeren, stortingen, zandwinning en suppleties zijn verzameld is van 1930 tot en met 2002, waarbij de focus in dit werkdocument ligt bij de periode 1955 tot en met Menselijke ingrepen Om een zandbalans op te stellen, dient er rekening te worden gehouden met menselijke ingrepen, zoals baggeren van vaargeulen, stortingen van havenbaggerspecie op de Noordzee, zandwinning ten behoeve van zandhandel en winning van zand voor onderwater- of strandsuppleties. In dit document wordt een overzicht gegeven, gerangschikt naar deelsysteem, van alle menselijke ingrepen, waarbij zand in of uit het kustsysteem wordt gehaald, zoals gedefinieerd door Mulder (2000). Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 8
9 2 Indeling gegevens tabel 2.1 Begrenzingen in ruimte Om een zandbalans op te kunnen stellen is het van belang om duidelijke randvoorwaarden te stellen. De zandbalans, en dus ook de gegevensinventarisatie van menselijke ingrepen, beperkt zich tot een bepaald geografisch gebied, die van het Kustsysteem. De randvoorwaarden, die gesteld zijn aan het Kustsysteem, kunnen als volgt worden opgesomd: Diepte (westelijke rand): landwaarts van de doorgaande min 20 meter NAP dieptelijn. Hoogte (oostelijke rand): zeewaarts van de plus 3 meter NAP duinvoet. Zuidelijke rand: de Belgisch/Nederlandse grens. Noordelijke rand: Friesche Zeegat (voor de duidelijkheid: de Eems Dollard wordt niet meegenomen in de beschouwing). De Waddenzee incluis. De Westerschelde incluis. 2.2 Begrenzingen in tijd Sinds de oprichting van Rijkswaterstaat, zo n 200 jaar geleden, worden er metingen gedaan. Dit maakt dat er enorm veel gegevens van allerlei pluimage te vinden zijn bij RWS. Als randvoorwaarden voor de termijn waarin wij geïnteresseerd zijn, is gesteld de volgende jaren: 1955 tot en met De tabel bevat wél data van voor 1955 (zie cd-rom), maar die worden in dit werkdocument niet besproken. 2.3 Deelsystemen Om een zandbalans op te stellen is het handig om verschillende gebieden apart te bekijken en nadien bijeen te vatten. Vandaar dat de kust is opgedeeld in een aantal deelsystemen; zie Figuur 1 en Tabel 1. Overigens zijn de randen van een deelsysteem gekozen op basis van geografische ligging, conform Mulder (2000). Daarbij is wel het deelsysteem Delta nog onderverdeeld in Haringvliet Delta, Grevelingen Delta, Oosteschelde Delta en Westerschelde Delta en zijn de IJgeul en Maasgeul als aparte deelsystemen gedefinieerd Vaargeulen (Euro) Maasgeul Het deelsysteem Maasgeul beperkt zich tot de eerste vijf kilometer van de Euro Maasgeul. Dit deelsysteem loopt van kilometerraai 0 (daar waar de Rotterdamse Waterweg uitmondt in zee) tot kilometerraai 5. Het deel van de Euro Maasgeul erna, van kilometerraai 5 tot raai 11,3, wordt buiten beschouwing gelaten; immers dit deel ligt buiten de doorgaande min 20 meter NAP dieptelijn Vaargeul IJgeul Het deelsysteem IJgeul grenst aan de landzijde aan de sluizen van de Buitenhaven en aan de zeezijde aan de doorgaande min 20 meter NAP lijn, die ongeveer ligt bij de Draaicirkel voor de scheepvaart; zo n 13 km in zee gelegen. De Buitenhaven ligt binnen het deelsysteem IJgeul; de Binnenhaven ligt niet in het deelsysteem IJgeul. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 9
10 Figuur 1 Deelsystemen Nederlandse kust, Waddenzee, Zeeuwse delta s en Westerschelde. Kustsysteem Kustfundament Deelsysteem Grenzen kilometrage (van Z > N) Friesche Zeegat Amelander Zeegat Het Vlie Eijerlandse Zeegat Marsdiep Noord Holland Ygeul Zuid Holland Maasgeul Haringvliet Delta Grevelingen Delta Oosterschelde Delta Westerschelde Delta Estuaria en Wadden Binnendelta - Friesche Zeegat Binnendelta - Amelander Zeegat Binnendelta - Eierlander Zeegat Binnendelta - Het Vlie Binnendelta - Marsdiep Westerschelde Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Nvt Tabel 1 Per deelsysteem zijn de kilometrages van de grenzen per deelsysteem bekend. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 10
11 2.4 Typen ingrepen Om de zandbalans correct te kunnen opmaken is het van belang om het menselijk ingrijpen in het natuurlijk kustsysteem mee te nemen. Om de ingrepen te kwantificeren, wordt er onderscheid gemaakt tussen de verschillende typen ingrepen (zie Figuur 2), te weten: Baggeren Storten Onttrekking / Zandwinning Suppleren Andere toevoegingen Schelpenwinning Onttrekking Suppleties Doogaande -20m NAP dieptelijn Deelsysteem 1 Baggeren/ Storten Deelsysteem 2 Binnenduinrand +3m NAP hoogtelijn Zandhandel Andere toevoeging Figuur 2 Definitieschets van alle typen ingrepen, met de benamingen, zoals gebruikt in het overzicht Baggeren Jaarlijks wordt er veel gebaggerd, voornamelijk met als doel de vaargeulen op diepte te houden, zodat de scheepvaart geen hinder ondervindt van veranderde (verondiepte) geulbodems. De definitie van baggeren, die in het overzicht wordt gebruikt, is dat het sediment binnen een deelsysteem van het kustsysteem wordt weggehaald, en in hetzelfde of een ander deelsysteem van het kustsysteem wordt gestort. Het baggeren concentreert zich voornamelijk in de havens, die zich in de deelsystemen bevinden, en ter plaatse van de vaargeulen. De baggerspecie, bestaat deels uit slib (fractie <63µm), en deels uit zand (fractie >63µm). In de meeste gevallen wordt de baggerspecie per schip naar een stortlokatie gebracht, waar de lading wordt gelost Storten Zoals onder baggeren te lezen is, hoort er bij baggeren ook de activiteit van het storten. Baggeren en storten zijn dus complementair. We hebben het over storten wanneer er baggerspecie uit een baggerschip wordt gelost op een lokatie binnen een deelsysteem. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 11
12 Overigens kan het te storten materiaal afkomstig zijn van buiten het deelsysteem (maar dan wel uit een ander deelsysteem afkomstig) of van binnen hetzelfde deelsysteem Onttrekking / Zandwinning Wanneer we over zandwinning praten, hebben we het over het wegnemen van zand uit het kustsysteem dat vervolgens buiten het systeem wordt gestort. In het geval van onttrekking wordt er zand van binnen het systeem naar elders buiten het systeem gebracht. Voorbeelden hiervan zijn: baggerwerk binnen het deelsysteem Maasgeul, wat op de Loswal Noordwest en de Verdiepte Loswal (beide buiten de doorgaande 20 m NAP lijn) wordt gestort; in Figuur 10 zijn de loswallen gevisualiseerd. Het mag duidelijk zijn dat zand, bedoeld voor de zandhandel, in een deelsysteem wordt gebaggerd en naar buiten het kustsyteem wordt gebracht. Zulke ingrepen betekenen een verlies aan zand uit het systeem. Het merendeel van de zandwinning vindt plaats buiten de doorgaande min 20, toch is er binnen de randvoorwaarden van het kustsysteem op diverse plaatsen zand gewonnen in het verleden. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 12
13 Figuur 3 Zandwingebieden voor de Waddenkust Figuur 4 Zandwingebieden voor de Noord-Hollandse kust Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 13
14 Figuur 5 Zandwingebieden voor de Zuid-Hollandse kust Figuur 6 Zandwingebieden voor de Zeeuwse kust Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 14
15 2.4.4 Suppleren Wanneer er zand van buiten de doorgaande min 20 meter NAP lijn wordt gebruikt als suppletie in het kustsysteem, is er met opzet voor gekozen om dit type verplaatsing van zand apart te typeren. De reden hiervoor is dat suppleties bijdragen aan het compenseren van de zandverliezen in het kustsysteem. Voor de duidelijkheid wordt genoemd dat suppleties met materiaal, dat afkomstig is van binnen de min 20, in het overzicht als interne herverdeling worden beschouwd, en in de kolommen baggeren en storten terug te vinden zijn. Overigens komt het voor dat er hoeveelheden suppletiezand worden neergelegd op de grens van twee deelsystemen. In die gevallen is in het overzicht de hoeveelheid naar rato verdeeld over de deelsystemen Andere toevoegingen Andere toevoegingen is een post binnen de spreadsheet, die aangeeft dat er zand van buiten het kustsysteem naar binnen het kustsysteem wordt gebracht. Expliciet moet worden vermeld dat het niet gaat om zand ten behoeve van suppleties, maar bijvoorbeeld om sediment van uit een haven naar een loswal binnen een deelsysteem. Voor de duidelijkheid: De baggerspecie, die vanuit de Rotterdamse Haven gebaggerd en getransporteerd wordt naar Loswal Noord, wordt in de overzichtspreadsheet beschouwd als andere toevoeging, en niet als storten. Het betreft hier een storting van sedimentatie van buiten het kustsysteem in deelsysteem Zuid-Holland Schelpenwinning In het overzicht op de cd-rom (niet in dit werkdocument) is ook meegenomen dat er op bepaalde locaties schelpenwinning heeft plaatsgehad. Het gaat hierbij om zeer kleine hoeveelheden, en daarom is e.e.a. niet van betekenis. De schelpenwinning wordt daarom niet meegenomen in de zandbalans. 2.5 Spreadsheet op cd-rom De gegevens, die in de Microsoft EXCEL spreadsheet (zie cd-rom) zijn gebruikt zijn afkomstig uit literatuur, alsmede in digitale vorm verkregen van collega RWS-ers. De spreadsheet op cd-rom is meegeleverd als bijlage in dit document. Tevens bevat de cd-rom digitale bestanden waaruit de spreadsheet is opgebouwd. Het betreft gegevens die door verschillende contactpersonen (zie Tabel 5) zijn aangeleverd. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 15
16 Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 16
17 3 Resultaten 3.1 Inleiding Het gemaakte overzicht van bagger- stort- en zandwingegevens heeft erin geresulteerd dat per deelsysteem bekeken kan worden hoeveel de afzonderlijke componenten (baggeren, storten, suppleren, zandwinning en andere toevoegingen) bijdragen aan het totaal van volumeveranderingen binnen het kustsysteem. Er is een tabel opgenomen (zie Tabel 3 en de bijlage in Hoofdstuk 8) met resultaten per deelsysteem voor de periode De resultaten worden in de volgorde Wadden, Hollandse kust en Delta besproken. In het digitale overzicht en in de in dit werkdocument weergegeven tabellen is de volgende tekenafspraak gedefinieerd: De hoeveelheden aan sediment, die in de categorieën onttrekking/zandwinning, baggeren staan vermeld, hebben een min teken. Het zijn negatieve getallen, omdat het gaat om volume afnamen; omgekeerd zijn de hoeveelheden sediment in de categorieën suppletie, storten en andere toevoeging positief; het gaat hier namelijk om volume toenamen. 3.2 Wadden Het Waddengebied is onderverdeeld in een vijftal deelsystemen, die zeewaarts zijn gelegen, te weten: Friesche Zeegat, Amelander Zeegat, Het Vlie, Eierlander Zeegat, en Marsdiep. Tevens zijn er een vijftal deelsystemen, die zich in de Waddenzee zelf bevinden. Dit zijn: Binnendelta Friesche Zeegat, Binnendelta Amelander Zeegat, Binnendelta Het Vlie, Binnendelta Eierlander Zeegat, en Binnendelta Marsdiep Deelsystemen Buitendelta Friesche Zeegat In het gegevensoverzicht valt duidelijk te zien dat de activiteiten in dit deelsysteem zich hoofdzakelijk beperken tot kleinschalige baggerwerken (6,3 Mm³), vanaf de jaren 1982 tot In die periode zijn de gebaggerde hoeveelheden ook weer in het deelsysteem teruggestort. Verder is in het deelsysteem in 3 jaren gesuppleerd met een totaal volume van 3,8 Mm³. Daarnaast heeft in 1980 een storting plaatsgevonden van 0,7 Mm³. De bron van deze storting is het Bornrif gelegen binnen het Amelander Zeegat. Verder is er sinds 1974 in totaal 0,1 Mm³ zand gewonnen. Overigens zijn er geen gegevens bekend van vóór Amelander Zeegat Eveneens voor het Amelander Zeegat is te zien dat de activiteiten in dit deelsysteem voornamelijk baggeren en storten zijn geweest. Het gaat hier om een gebaggerde hoeveelheid van 10,1 Mm³, en een gestorte hoeveelheid van 9,4 Mm³, in de periode van 1979 tot Het verschil tussen baggeren en storten zit hem in een hoeveelheid van 0,7 Mm³, die in het Friesche Zeegat is gestort. Dit heeft te maken met baggeraktiviteiten op de grens tussen de deelsystemen Friesche Zeegat en Amelander Zeegat. De hoeveelheden zijn naar verhouding van kilometrage verdeeld over beide deelsystemen. In de periode van 1968 tot 2002 is er zeer beperkt zand onttrokken aan het deelsysteem, opgemerkt moet worden dat er een tijd lang niets is onttrokken in de genoemde periode. Het is namelijk zo dat in de tussenliggende tijd van 1981 tot en met 1998 niet aan zandwinning is gedaan. Overigens gaat het om een hoeveelheid van 5,2 Mm³. Vanaf 1990 hebben er een aantal zandsuppleties plaatsgehad, met een hoeveelheid van 4,9 Mm³. De eerste gegevens zijn bekend vanaf Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 17
18 Het Vlie Vanaf 1982 zijn er gegevens van baggerwerkzaamheden bekend. Van 1982 tot 2002 is er een hoeveelheid van 12,6 Mm³ gebaggerd en weer teruggestort in het deelsysteem Het Vlie. Opvallend voor Het Vlie is dat al vanaf 1955 tot en met 1980 er ieder jaar zand is onttrokken aan het deelsysteem. Het gaat om een hoeveelheid van 20,5 Mm³. Na 1980 is er een tijd lang niets onttrokken, om in 1999 weer zand te gaan winnen. Dit maakt dat er totaal in Het Vlie een hoeveelheid van 20,8 Mm³ aan zand is gewonnen. Vanaf 1993 is er in Het Vlie voor een hoeveelheid van 3,4 Mm³ gesuppleerd. Eierlander Zeegat In het deelsysteem Eierlander Zeegat is de hoeveelheid, die gebaggerd is kleiner dan de hoeveelheid die gestort is. De reden hiervan is dat er vanuit het Binnengebied Eierlander Zeegat een aantal malen sediment in deelsysteem Eierlander Zeegat is gestort. Dit zand is afkomstig uit het Robbengat, en voor suppletiedoeleinden gebruikt op Texel. Na 1990 is er regelmatig gesuppleerd. In de periode van 1990 tot 2002 is er een hoeveelheid van 13,7 Mm³ van buiten de doorgaande NAP 20 m lijn gehaald en binnen het deelsysteem gestort. Marsdiep In het Marsdiep is in de periode 1955 tot en met 2002 voortdurend gebaggerd en gestort. In hoofdzaak zijn de baggerhoeveelheden afkomstig uit de Marinehaven en de Veerhaven. In totaal is er in dit deelsysteem 61,8 Mm³ gebaggerd. Er is in totaal 62,7 Mm³ in het deelsysteem gestort. De hoeveelheid, die het verschil tussen baggeren en storten aangeeft van 0,9 Mm³, is afkomstig uit de Bollen in de Binnendelta Marsdiep. Deze hoeveelheid is gestort als een suppletie (duinverzwaring) in het deelsysteem Marsdiep. Tot 1982 is er in het Marsdiep een hoeveelheid van 29,5 Mm³ aan zand onttrokken. Vanaf 1991 is er voor 12,1 Mm³ gesuppleerd Deelsystemen Waddenzee Binnendelta Friesche Zeegat In de periode 1963 tot en met 1980 is er een hoeveelheid van 3,1 Mm³ zand onttrokken uit het deelsysteem Friesche Zeegat. Binnendelta Amelander In de Binnendelta van het Amelander Zeegat zijn in de jaren 1994,1997 en 2000, respectievelijk m³, m³ en m³ gesuppleerd. Deze hoeveelheden zijn afkomstig uit de Noordzee, namelijk uit de vakken M8A, M9C van blokken M8 en M9, zie Figuur 7 Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 18
19 Figuur 7 Zandwinvakken M8A en M9C, ten noorden van Ameland Binnendelta Het Vlie In het deelsysteem Binnendelta Het Vlie is, in de periode 1955 tot en met 1981 en in de jaren van 1995 tot en met 1999, voornamelijk gebaggerd en gestort. Het gaat om een hoeveelheid van 11,3 Mm³. Opgemerkt moet worden dat in 1980 er een extra storting is gedaan van m³, waarbij het zand uit de Boontjes (deelsysteem Binnendelta Marsdiep) gestort is op het eiland Griend, zie Figuur 8, in het deelsysteem Binnendelta Het Vlie. Binnendelta Eijerlander Zeegat In de jaren 1979, 1984 en 1985 is er respectievelijk m³, m³ en m³ gebaggerd in het deelsysteem Binnendelta Eijerlander Zeegat. De genoemde zandvolumes zijn gebaggerd in het Robbengat (aan de noordoostenkant van Texel) en in de buitendelta gestort, namelijk in het Eijerlandse Gat ten behoeve van suppleties op Texel. Verder is in de jaren 1967, 1979 en 1980 in totaal 3,9 Mm³ zand onttrokken aan dit deelsysteem. Binnendelta Marsdiep In de Binnendelta Marsdiep is er structureel gebaggerd en gestort in de periode 1955 tot en met Het gaat om respectievelijk 42,0 Mm³ en 41,1 Mm³. Wat betreft de stortingen moet opgemerkt worden dat: In 1976 er minder in het deelsysteem is gestort, dan gebaggerd is. Het gaat om twee stortingen, waarbij er een hoeveelheid zand van m³ in het deelsysteem Marsdiep terecht is gekomen en een storting, waarbij er m³ naar Griend in het deelsysteem Binnendelta het Vlie is gebracht. In 1979 is er een volume van m³ in het deelsysteem Marsdiep gestort (van binnendelta naar buitendelta). In 1980 is er een hoeveelheid zand van m³, gebaggerd in de Boontjes (Binnendelta Marsdiep) en gestort in deelsysteem Binnendelta Het Vlie. De zandonttrekking heeft plaatsgehad in de jaren 1955 tot en met Er is in die tijd circa 30 Mm³ onttrokken. Verder is er in de periode 1986 tot en met 1996 voor een hoeveelheid van 1,6 Mm³ aan andere toevoegingen in het deelsysteem Marsdiep gebracht. Deze andere toevoegingen zijn afkomstig uit de sluizen van Kornwerderzand en Breezanddijk. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 19
20 Figuur 8 Het eiland Griend in de Waddenzee Havens in het Waddengebied Aan de Waddenzee zijn een aantal kleinschalige havens gelegen, zoals de havens van de Marine, de veerdienst, t Horntje, Oudeschild, Harlingen, etc. De hoeveelheden aan zand en slib van de Marinehaven van Den Helder worden gestort in het Malzwin en de Texelstroom van deelsysteem Marsdiep. Ook voor de andere havens in het Waddengebied geldt dat de havenstortingen interne herverdelingen zijn. Dat betekent dat het resultaat van de handelingen baggeren en storten nul oplevert. 3.3 Hollandse Kust In het verleden werden en in het heden worden op diverse locaties langs de Hollandse Kust ingrepen gedaan in het kustsysteem. In de zandbalans zijn deze ingrepen terug te vinden. Kenmerkend voor de Hollandse Kust is de aanwezigheid van de havens van Rotterdam, Schevening en IJmuiden, waaruit grote hoeveelheden baggerspecie worden gehaald en gestort op de loswallen in de Noordzee. Verder spelen onttrekking en zandhandel een rol van betekenis, net als zandsuppleties Baggerspecie uit de havens Een grote hoeveelheid sediment is afkomstig uit de havens van Rotterdam en IJmuiden. In het gegevensoverzicht worden de baggerhoeveelheden uit de Rotterdamse Haven als andere toevoeging gecategoriseerd. De baggerspecie wordt op de loswallen Noord, Noordwest en de Verdiepte Loswal in het deelsysteem Zuid-Holland gestort. De herkomst van de baggerspecie is voornamelijk de Rotterdamse Waterweg, de Nieuwe Waterweg, de Maasmond en het Caland-Beerkanaal. Voor IJmuiden geldt dat de hoeveelheden baggerspecie, die in het deelsysteem Noord-Holland worden gestort op de loswal (zie Figuur 9), in het gegevensoverzicht worden gepresenteerd als baggeren uit deelsysteem IJgeul en storten in deelsysteem Noord-Holland Noord-Holland en IJgeul Voor het deelsysteem Noord-Holland valt uit het gegevensoverzicht op te maken dat de voornaamste activiteiten in de periode 1955 tot en met 2000 bestaan uit het storten van sediment, wat afkomstig is uit het deelsysteem Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 20
21 IJgeul. Totaal gaat het om een hoeveelheid van 163 Mm³. Opgemerkt moet worden dat: In de jaren 1963 tot en met 1969 er een miljoen kuub zand is gebaggerd in het deelsysteem Ygeul ten behoeve van de verlenging van de havenhoofden. De gebaggerde hoeveelheden zijn vervolgens gestort in het deelsysteem Zuid-Holland, namelijk aan de zuidzijde van de havenhoofden. In de gegevenstabel is ervanuit gegaan dat er toen jaarlijks kuub zand is gestort in Zuid-Holland. In 1990 is er een groot deel ( m³) van het baggermateriaal uit de IJgeul gestort in deelsysteem Noord-Holland. Daarnaast is er een hoeveelheid van m³ gestort in deelsysteem Zuid-Holland. Deze laatste hoeveelheid is gebruikt voor suppletiedoeleinden. In 1994 is er eveneens een deel van de gebaggerde hoeveelheid gestort in Noord-Holland en het andere deel in Zuid-Holland. Het gaat om respectievelijk m³ en m³. De hoeveelheid zand, die in Zuid-Holland is terecht gekomen is gebruikt voor een suppletie bij Bloemendaal en Zandvoort. Verder is er geen zand onttrokken aan het deelsysteem Noord-Holland. Vanaf 1990 is er een hoeveelheid van 16,0 Mm³ aan zand gesuppleerd. Figuur 9 IJgeul, loswal en de haven van IJmuiden Vanuit de vaargeul IJgeul is structureel sediment gebaggerd (165,5 Mm³) en vrijwel volledig gestort in het deelsysteem Noord-Holland. Ten behoeve van de verlenging van het zuiderhavenhoofd, is in de periode van 1963 tot en met 1969 circa één Mm³ zand gestort aan de zuidzijde hiervan. Dit zand is in het deelsysteem Zuid-Holland terug te vinden onder de post storten. Vanaf 1977 tot en met 2002 zijn er gegevens bekend van zandonttrekking uit het deelsysteem IJgeul. De totale hoeveelheid, die onttrokken is, bedraagt 99,6 Mm³. Voor de haven van IJmuiden geldt dat de baggerspecie op een loswal in het deelsysteem Noord-Holland wordt gestort. De baggerspecie is voornamelijk afkomstig uit de Buitenhavens van IJmuiden, om precies te zijn uit: Nieuwe Buitenhaven (NBH), Oude Buitenhaven (OBH), Zuidkanaal, Zuidersluis, Noorderkanaal, Noordersluis, Middensluis, Spuikanaal/Verbindingskanaal/Hoogovenkanaal, Visser- en Haringhaven en Hoogovenhaven. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 21
22 3.3.3 Zuid-Holland en Maasgeul Opvallend voor het deelsysteem Zuid-Holland is het volgende: Er zijn geen gegevens bekend voor de periode van vóór In 1971 is het zogenaamde Strandplan bij Hoek van Holland gerealiseerd. Daarbij is een grote hoeveelheid zand van m³ gemoeid. Dit zand is afkomstig uit de aanleg van de Maasvlakte (eind jaren zestig, begin jaren zeventig uitgevoerd). Middels pijpleidingen, die van de Maasvlakte onder de Nieuwe Waterweg door naar de stortlocatie bij Hoek van Holland liepen, is het zand op de uiteindelijke bestemming terechtgekomen. In het gegevensoverzicht is het zand van het Strandplan ingedeeld in deelsysteem Zuid-Holland bij de post andere toevoegingen. In het deelsysteem Zuid-Holland bevindt zich grotendeels (circa 85%) de Loswal Noord, waar enorme hoeveelheden baggerspecie op zijn gestort. In de periode 1963 tot en met 1996 is er in totaal 84,9 Mm³ in deelsysteem Zuid-Holland gestort. Het betreft hier onderhoudsbaggerwerk (het op diepte houden van de vaargeul) aan de Maasgeul. Voor suppletiedoeleinden is er 47,2 Mm³ (inclusief Strandplan) nodig geweest. Bovendien is er voor de periode van 1966 tot en met 1996 een hoeveelheid van 342,9 Mm³ aan andere toevoegingen in het deelsysteem gebracht, afkomstig van buiten het deelsysteem, namelijk de Rotterdamse Haven. Op de verdeling van sediment over de verschillende loswallen wordt hierna dieper ingegaan. Figuur 10 Loswal Noord, - Noordwest en de Verdiepte loswal Op de Noordzee bevinden zich verschillende loswallen. In de meeste gevallen gaat het om stortplaatsen vlakbij havens, waar baggerspecie uit de haven op wordt gestort. De loswallen Noord, Noordwest en Verdiept, ter hoogte van Hoek van Holland en Den Haag, op zo n 10 tot 25 kilometer buitengaats, worden gebruikt om baggerspecie uit de Rotterdamse haven op te storten; zie Figuur 10. De Loswal Noord valt grotendeels (circa 85 %) binnen het kustsysteem in het deelsysteem Zuid-Holland. De Loswallen Noordwest en Verdiept liggen buiten de doorgaande min 20, en vallen daarmee buiten het kustsysteem. Tot medio 1996 is er een enorme hoeveelheid sediment, afkomstig uit de Rotterdamse Waterweg, het Caland Beer Kanaal en de Maasmond op Loswal Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 22
23 Noord gestort. Om in termen van deelsystemen te praten: er is sediment van buiten het deelsysteem Zuid-Holland naar binnen het deelsysteem Zuid-Holland gebracht. De hoeveelheden zijn terug te vinden onder de post andere toevoegingen in de gegevensspreadsheet. Ook is er zand vanuit de Maasgeul (0-5 km) op de Loswal Noord gestort; dit zand wordt intern herverdeeld tussen de deelsystemen Maasgeul en Zuid- Holland, vandaar dat de hoeveelheden zijn terug te vinden in het digitale overzicht onder de posten baggeren en storten van respectievelijk de deelsystemen Maasgeul en Zuid-Holland. Vanuit de (Euro)Maasgeul (5-11,3 km) is ook zand op de Loswal Noord gestort. Deze hoeveelheden zand zijn in het overzicht te vinden onder de post andere toevoegingen ; er is immers zand van buiten het deelsysteem naar binnen het deelsysteem Zuid-Holland gebracht. Wanneer er zand vanuit de (Euro)Maasgeul (5-11,3 km), dus van buiten het kustsysteem, in het deelsysteem Zuid-Holland of een ander deelsysteem wordt gebracht als suppletie, dan valt deze hoeveelheid in de categorie suppleties van de spreadsheet, en niet in de categorie andere toevoegingen. Na 1996 is besloten om in plaats van Loswal Noord, Loswal Noord West en de Verdiepte Loswal te gebruiken om sediment te storten. Beide loswallen liggen buiten de doorgaande min 20 meter NAP lijn. Voor de opdeling in overzichtsposten (baggeren, storten, andere toevoeging, suppletie, (schelpenwinning) en onttrekking/zandhandel) van de hoeveelheden sediment betekent dit dat er zand, dat vroeger naar binnen het deelsysteem zou gaan, nu naar buiten het deelsysteem wordt gebracht. Dit betekent dat het sediment, afkomstig uit de Rotterdamse Waterweg, het Caland Beer Kanaal en de Maasmond van buiten het kustsysteem naar buiten het kustsysteem wordt verplaatst; deze hoeveelheden zijn daarom niet terug te vinden in het overzicht. Voor de Maasgeul (0-5 km) geldt dat zand uit de geul naar Loswal Noordwest of de Verdiepte Loswal wordt verplaatst, waardoor het gecategoriseerd is als onttrokken/zandwinning. Het zand uit de (Euro)Maasgeul (5-11,3 km) dat naar de Loswallen NW en Verdiept wordt verscheept, gaat geheel buiten het kustsysteem om. Deze hoeveelheden zand zijn dus niet in het overzicht terug te vinden. Binnen het deelsysteem Maasgeul spelen twee typen ingrepen een rol van betekenis. Ten eerste de baggerwerkzaamheden en ten tweede de onttrekking ten behoeve van de zandhandel. Voor beide werkzaamheden geldt dat met genoemd werk de vaargeul op diepte en breedte is gehouden. Voor de periode van 1966 tot en met 1996 is er uit het deelsysteem Maasgeul totaal circa 83,0 Mm³ structureel gebaggerd, en hoofdzakelijk in het deelsysteem Zuid-Holland gestort. Zoals al in is beschreven bestaat er in de gegevenstabel een verschil tussen baggeren en storten (voor het deelsysteem Ygeul) voor de jaren 1963 tot en met 1969, 1990 en De verklaring van dat verschil is dat er in de genoemde jaren zand is gestort in het deelsysteem Zuid-Holland. De hoeveelheden, die in zijn genoemd zijn daarom in deelsysteem Zuid-Holland terug te vinden. In de periode 1974 tot en met 2002 is er totaal 23,6 Mm³ onttrokken aan de Maasgeul. Opgemerkt moet worden dat van juni 1996 tot juni 1997 er 4,5 Mm³ zand is gewonnen om de vaargeul te verdiepen en te verbreden. Overigens wordt dit werk aangeduid als de Trog van Tom. Het onttrokken zand is gebruikt voor de zandhandel Landwaartse grens Maasgeul Aangenomen wordt dat de scheiding van baggeren van zand en die van slib in de Nieuwe Waterweg ligt bij rivierkilometerraai 1035 (zie Figuur 11). Deze aanname is gebruikt voor de baggerhoeveelheden van de Nieuwe Waterweg. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 23
24 Figuur 11 Kilometrage van de Nieuwe Waterweg tot aan de Maasgeul 3.4 Delta Haringvliet Delta Er is in het deelsysteem Haringvliet Delta 4,7 Mm³ gebaggerd, 2,8 Mm³ gestort, 9,0 Mm³ gesuppleerd en voor 11,5 Mm³ aan andere toevoegingen in het deelsysteem gebracht. Overigens zijn deze andere toevoegingen afkomstig van buiten het kustsysteem, namelijk de Hartel- en Amazonehaven, het Hartelkanaal en van de Maasvlakte, en ten behoeve van suppleties. De post onttrekking is verwaarloosbaar klein. Opgemerkt moet worden dat in de jaren 1985, 1994 en 1998 verschil bestaat tussen de gebaggerde en gestorte hoeveelheden. Een en ander is als volgt te verklaren: In 1985 is de gebaggerde hoeveelheid zand van m³ gebruikt voor een suppletie bij de Kop van Goeree. In 1994 is er m³ in de Grevelingen Delta gestort. In 1998 is er m³ in de Grevelingen Delta gestort. Het zandwinvak Slijkgat in het deelsysteem Haringvliet Delta ligt binnen de doorgaande NAP 20 m lijn; zie Figuur 12. Het Slijkgat wordt voornamelijk op diepte gehouden voor de scheepvaart. Het gewonnen zand uit dit vak is gebruikt voor de suppletie van de kop van Goeree, voor de aanleg van de Slufter en wordt opgeslagen in het depot van Hellevoetsluis (voor de zandhandel). Overigens is gebleken dat, op het moment dat dit werkdocument werd vervaardigd, de data in de gegevenstabel voor het Slijkgat niet geheel compleet zijn. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 24
25 Figuur 12 Zandwinlokatie Slijkgat in deelsysteem Haringvliet Delta Grevelingen Delta In het deelsysteem Grevelingen Delta zijn in de periode 1955 tot 2002 geen grote hoeveelheden zand verwerkt. Er is in totaal 2,2 Mm³ gebaggerd, 4 Mm³ gestort, 2,0 Mm³ aan suppletiezand toegevoegd en voor 4,2 Mm³ aan andere toevoegingen in het systeem gebracht. Noemenswaardig is het verschil tussen baggeren en storten voor de jaren 1985,1994 en In de genoemde jaren is respectievelijk m³, en m³ aan zand gestort, en gebruikt als suppleties voor de Kop van Goeree. De bron van het gestorte zand is deelsysteem Haringvliet Delta Oosterschelde Delta In het deelsysteem Oosterschelde Delta is in de periode 1973 tot en met ,2 Mm³ gebaggerd en gestort. Er is voor 4,1 Mm³ aan zand gesuppleerd. Verder zijn er geen noemenswaardigheden Westerschelde Delta In het deelsysteem Westerschelde Delta is voor 8,2 Mm³ gebaggerd en voor 8,3 Mm³ gestort. Opgemerkt moet worden dat voor 1998 het verschil tussen baggeren en storten kuub bedraagt. Deze extra hoeveelheid komt uit het deelsysteem Westerschelde (buitendelta), en heeft als stortplaats Nol van Ossenisse. Verder is er in totaal voor 13,3 Mm³ aan zand onttrokken en voor 7,6 Mm³ gesuppleerd. Voor de duidelijkheid wordt vermeld dat niet alle uitgevoerde suppleties in de kolom suppleties staan. Een aantal suppleties is in de kolommen baggeren en storten terug te vinden, omdat er in die gevallen zand is gewonnen in het deelsysteem Westerschelde Delta zelf ten behoeve van suppleties. In totaal is er 15,1 Mm³ gesuppleerd op de kustvakken zuidwest Walcheren en Zeeuws Vlaanderen. 55% van deze suppleties is dus uitgevoerd met materiaal uit het deelsysteem Westerschelde Delta. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 25
26 3.4.5 Westerschelde Voor het deelsysteem Westerschelde is bekend dat er structurele bagger- en zandwinactiviteiten gaande zijn. Voor de periode 1955 tot en met 2002 bedragen de gebaggerde, gestorte en onttrokken hoeveelheden zand respectievelijk 411,0 Mm³, 379,4 Mm³ en 110,9 Mm³. Daarbij moet de opmerking worden gemaakt dat theoretisch het verschil in volumehoeveelheid tussen baggeren en storten nul zou moeten zijn. In werkelijkheid is dat niet zo. Er bestaat een verschil van ruim 31 Mm³ tussen het gebaggerde en het gestorte. Het is niet bekend wat de oorzaak van het verschil is. 3.5 Opmerkingen Aan de hand van Tabel 3 en Tabel 4 kunnen de conclusies voor de verschillende genoemde activiteiten worden opgemaakt. Het resultaat hiervan is als volgt samengevat: In de Westerschelde (bekken en monding) zijn gegevens bekend van zowel de baggerhoeveelheden als van de storthoeveelheden. In theorie zouden beide data aan elkaar gelijk moeten zijn. Het feit dat ze verschillen (31 Mm³ meer gebaggerd dan er gestort is) is wellicht een indicatie voor de nauwkeurigheid van de gegevens. Voor de rest van het kustsysteem daarentegen, zijn òf alleen kwantitatieve gegevens van de stort òf alleen van het baggeren bekend. Omdat ze in theorie gelijk zouden moeten zijn aan elkaar, zijn ze als complementair beschouwd. Dat verklaart dat hier de balans van baggeren en storten nul is. De grote hoeveelheden, die gebaggerd zijn in de periode , hebben voornamelijk betrekking op de deelsystemen: IJgeul (166 Mm³ komt overeen met 20% van het totaal) en Westerschelde (411 Mm³ komt overeen met 49% van het totaal) De grote hoeveelheden, die gestort zijn, hebben voornamelijk betrekking op de deelsystemen: Noord-Holland (164 Mm³ komt overeen met 20% van het totaal) en Westerschelde (379 Mm³ komt overeen met 47% van het totaal) Onttrokken aan het totale kustsysteem is 340 Mm³. Deels betreft het zandhandel, deels gaat het om stortingen uit het kustsysteem op Loswal Noordwest en de Verdiepte Loswal. De grote hoeveelheden onttrokken materiaal uit de Westerschelde en de IJgeul zijn overheersend; Uit de genoemde deelsystemen wordt respectievelijk 111 Mm³ (33%) en 100 Mm³ (29%) onttrokken. Er kan geen uitspraak gedaan worden omtrent een netto verlies of winst aan zandvolume voor het gehele Nederlandse kustsysteem. Omdat de hoeveelheden alleen maar kunnen worden bijgesteld, na nader onderzoek, waarbij de balans, bij kleine wijzigingen, eenvoudig kan omslaan van winst naar verlies en vice versa. Suppleties worden uitgevoerd om de kustlijn en het kustfundament te kunnen handhaven. Door suppleties toe te passen wordt zand aan het kustfundament toegevoegd. In het gegevensoverzicht zijn suppleties gedefinieerd als stortingen in een deelsysteem met zand vanuit de Noordzee. Dit zand moet van buiten de min 20 m NAP afkomstig zijn. Bovendien zijn de Suppleties met intern zand, dat wil zeggen zand wat uit het Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 26
27 kustsysteem wordt gehaald en weer in een deelsysteem van het kustsysteem wordt gebruikt, hierbij uitgesloten; het gaat hier om een totale hoeveelheid van 118 Mm³. Van de suppleties is 47 Mm³ (40%) van het zand gebruikt in deelsysteem Zuid- Holland. Verder is 14 Mm³ (12%) in het Eijerlander Zeegat, 12 Mm³ (10%) in het Marsdiep en 12 Mm³ (10%) in Noord-Holland. Overigens is in 1971 het zogenaamde Strandplan ten uitvoering gebracht in het deelsysteem Zuid-Holland. Het Strandplan staat voor 19 Mm³, wat overeenkomt met 40% van de totaal gesuppleerde hoeveelheid in Zuid- Holland, en 16% van de totaal gesuppleerde hoeveelheid binnen het kustsysteem. Het overgrote deel (95%), van de gestorte 343 Mm³, binnen de post andere toevoegingen is afkomstig uit de haven van Rotterdam en is in het deelsysteem Zuid-Holland gestort. 3.6 Totaal overzicht In onderstaande tabel staan de totaalhoeveelheden aan sediment voor alle deelsystemen van de Nederlandse Kust, met daarbij inbegrepen de Westerschelde en de Wadden, voor de periode 1955 t/m 2002, weergegeven. Activiteit in de periode Eindtotaal [Mm³] Baggeren -838,1 Storten 806,5 Onttrekking / zandhandel -339,9 Suppletie van buiten de -20 m NAP 99,0 Andere toevoeging 379,2 Tabel 2 Tabel met eindtotalen voor hoeveelheden aan baggeren, storten, onttrekking/zandhandel, suppleties van buiten de 20 m NAP en andere toevoegingen; voor het complete kustsysteem in de periode Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 27
28 3.7 Totaal overzicht in tabel- en grafiekvorm Kustsysteem Kustfundament Deelsysteem Baggeren Storten Onttrekking / zandhandel Suppletie van buiten -20 m NAP Andere toevoeging Eerste jaar met gegevens * jaar volume [Mm³] jaar volume [Mm³] jaar volume [Mm³] jaar volume [Mm³] jaar volume [Mm³] Friesche Zeegat , , , ,8 Amelander Zeegat , , , ,9 Het Vlie , , , ,4 Eierlander Zeegat , , ,7 Marsdiep , , , ,1 Noord Holland , , ,5 Ygeul , ,6 Zuid Holland , , ,8 Maasgeul , ,6 Haringvliet Delta , , , , ,5 Grevelingen Delta , , , ,2 Oosterschelde Delta , , ,1 Westerschelde Delta , , , ,8 Estuaria en Wadden Binnendelta - Friesche Zeegat , , ,1 Binnendelta - Amelander Zeegat , , ,7 Binnendelta - Het Vlie , , ,1 Binnendelta - Eierlander Zeegat , ,9 Binnendelta - Marsdiep , , , ,6 Westerschelde , , ,9 Eindtotaal -838,1 806,5-339,9 99,0 379,2 *= eerste jaar met gegevens, zoals in de gegevens tabel toegepast, geldend voor de periode Tabel 3 Totaaloverzicht van hoeveelheden baggeren, storten, onttrekking/zandhandel, suppleren en andere toevoegingen per deelsysteem. Kustsysteem Kustfundament Deelsysteem Baggeren Storten Onttrekking / zandhandel Suppletie buiten -20 m NAP Andere toevoeging Bijdrage in percentages van totaal [%] [%] [%] [%] [%] Friesche Zeegat 0,7 0,9 3,8 Amelander Zeegat 1,2 1,2 1,5 5,0 Het Vlie 1,5 1,6 6,1 3,5 Eierlander Zeegat 0,3 1,4 13,8 Marsdiep 7,4 7,8 8,7 12,2 Noord Holland 20,3 11,6 Ygeul 19,7 29,3 Zuid Holland 10,5 28,6 95,4 Maasgeul 9,9 6,9 Haringvliet Delta 0,6 0,4 9,0 3,0 Grevelingen Delta 0,3 0,5 1,7 1,1 Oosterschelde Delta 1,0 1,0 3,1 Westerschelde Delta 1,0 1,0 3,9 6,8 Estuaria en Wadden Binnendelta - Friesche Zeegat 0,9 Binnendelta - Amelander Zeegat 0,1 0,1 0,7 Binnendelta - Het Vlie 1,1 1,2 0,1 Binnendelta - Eierlander Zeegat 1,1 1,2 Binnendelta - Marsdiep 5,0 5,1 8,8 0,4 Westerschelde 49,0 47,0 32,6 Eindtotaal Tabel 4 Totaaloverzicht van bijdragen in percentages t.o.v. de totaalhoeveelheden van de deelsystemen voor baggeren, storten, onttrekking/zandhandel, suppleren en andere toevoegingen. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 28
29 Totalen per activiteit per jaar voor het kustsysteem 40,0 30,0 20,0 Hoeveelheden [Mm³] 10,0 0, ,0-20,0-30,0-40,0 Tijd [jaar] Baggeren [Mm³] Storten [Mm³] Onttrekking / zandhandel [Mm³] Suppletie van buiten de -20 m NAP [Mm³] Andere toevoeging [Mm³] Figuur 13 Grafiek van de hoeveelheden voor baggeren, storten, zandwinning, suppleties en andere toevoegingen voor het hele kustsysteem voor de periode Cumulatieve totalen per activiteit per jaar voor het kustsysteem Hoeveelheden [Mm³] Tijd [jaar] Baggeren [Mm³] Cum Storten [Mm³] Cum Onttrekking / zandhandel [Mm³] Cum Suppletie van buiten de min 20 NAP [Mm³] Cum Andere Toevoeging [Mm³] Cum Figuur 14 Grafiek van de cumulatieve hoeveelheden voor baggeren, storten, zandwinning, suppleties en andere toevoegingen voor het hele kustsysteem voor de periode Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 29
30 Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 30
31 4 Discussie en opmerkingen 4.1 Conclusies Er is gebleken dat nog niet alle gegevens van de zandwinning van het Slijkgat in de spreadsheet zijn verwerkt. (Consessie is gemiddeld m³/jaar) Van de suppleties in Zuid-Holland is de herkomst niet altijd bekend. Waarschijnlijk wordt een deel van de suppleties uitgevoerd met zand afkomstig uit het deelsysteem Maasgeul (kilometrage: 0-5 km). Indien onbekend, dan wordt het zand beschouwd komend van de Noorzee, wat betekent dat het van buiten de min 20 meter NAP lijn is gehaald. Baggeren en storten vallen tegen elkaar weg, vanwege de definitie. Toch is er een verschil van ruim 31 Mm³ tussen beide; dit verschil wordt veroorzaakt in deelsysteem Westerschelde. Het is niet te verklaren waarom de bagger- en stortgegevens van de Westerschelde niet gelijk zijn. Overigens wordt 49% van de totale baggerhoeveelheid, wat neerkomt op 411 Mm³, gebaggerd in de Westerschelde. Er is geen onderscheid gemaakt naar de verhouding van slib en zand in baggerspecie. De baggerspecie uit de Rotterdamse haven is beschouwd als zijnde zand. De hoeveelheden baggerspecie zijn als zodanig op de Loswal Noord in het deelsysteem Zuid-Holland toegevoegd. 4.2 Kanttekeningen Het zand ten behoeve van suppleties wordt meestal nét voorbij de min 20 dieptelijn gewonnen (zie Figuur 3, Figuur 4, Figuur 5 en Figuur 6), om het vervolgens dicht bij de kust neer te leggen. Het is de vraag of de winvakken niet te dicht bij het kustfundament liggen, en een ondermijning zijn van dit fundament. Om de Rotterdamse havens bevaarbaar te houden, wordt jaarlijks een grote hoeveelheid baggerspecie weggehaald. Deze baggerspecie wordt vervolgens naar een van de loswallen gebracht (zie Figuur 10). In dit proces schuilen 2 problemen: Ten eerste is niet voor alle gegevens bekend in welke mate er zand en of slib is gebaggerd. Ten tweede is er het retourstroomvraagstuk (de Kok, 2000). Gesuggereerd wordt dat er een onbekend deel van de (op de loswallen gestorte) baggerspecie terugkomt in de Rotterdamse havens middels een retourstroom. Tegelijkertijd zorgt deze retourstroom in combinatie met de getijstroom er ook voor dat er slib vanaf de Noordzee de Rotterdamse havens instroomt. Het is belangrijk om in ogenschouw te nemen, dat er diverse grootschalige kustverdedigingswerken zijn uitgevoerd langs de Nederlandse Kust, bijvoorbeeld de uitbreiding van de Maasvlakte, het Strandplan bij Hoek van Holland, diverse Deltawerken en de uitbreiding van de havenhoofden van de haven van Ymuiden, waarbij grote hoeveelheden zand zijn gebruikt. Niet altijd is even goed gedocumenteerd wat de herkomst van het zand is. Inventarisatie bagger-, stort- en zandwingegevens 31
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Verkeer en Waterstaat FG =DQGYRRUUDGHQYDQKHW NXVWV\VWHHP 2QGHUERXZLQJYDQHHQFRQFHSWXHHOPRGHOPHWEHKXOS YDQWUHQGVYDQGHZLQVWHQYHUOLHVSRVWHQRYHUGH SHULRGH *HUWjDQ1HGHUEUDJW 5DSSRUW5,.= Colofon.......................
Nadere informatieMorfologische ontwikkeling van de kust van Voorne. Quirijn Lodder
Morfologische ontwikkeling van de kust van Voorne Quirijn Lodder Inhoudsopgave 1. Kustontwikkeling Nederland 2. Kustontwikkeling Zuidwestelijke Delta 3. Kustlijnzorg 4. Samenvatting 1. Kustontwikkeling
Nadere informatieRuimtelijke verdeling van functies langs de Nederlandse kust in relatie tot het dynamisch handhaven van de kustlijn
Ruimtelijke verdeling van functies langs de Nederlandse kust in relatie tot het dynamisch handhaven van de kustlijn Ruimtelijke verdeling van functies langs de Nederlandse kust in relatie tot het dynamisch
Nadere informatieBasiskustlijn Herziening van de ligging van de basiskustlijn. Datum 30 januari 2018
Basiskustlijn 2017 Herziening van de ligging van de basiskustlijn Datum 30 januari 2018 Status Definitief 1 Colofon Bestuurskern Dir. Algemeen Waterbeleid en Veiligheid Den Haag Contactpersoon F.P. Hallie
Nadere informatieBijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling
Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling........................................................................................ H. Mulder, RIKZ, juni
Nadere informatieDuinaangroei na 1990 voor de kust van Noord- en Zuid-Holland
Duinaangroei na 199 voor de kust van Noord- en Zuid-Holland Duinaangroei na 199 voor de kust van Noord- en Zuid-Holland november 26 in opdracht van Rijkswaterstaat, RIKZ Het verschil in het volume zand
Nadere informatieMorfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland
Morfologische effecten van bodemdaling door gaswinning op Ameland Zheng Bing Wang, Wim Eysink, Johan Krol, 9 december 2011, Ameland Onderzochte aspecten Noordzeekust Friesche Zeegat en De Hon Waddenzee
Nadere informatieHAVENECONOMIE EN ECOLOGIE:
HAVENECONOMIE EN ECOLOGIE: (ON)VERZOENBAAR? Is een verdere scheldeverdieping mogelijk, gewenst, noodzakelijk? Jean Jacques Peters Raadgevend Ingenieur Leader Port of Antwerp International Expert Team Jean
Nadere informatieMorfologische veranderingen van de Westelijke Waddenzee. Een systeem onder invloed van menselijk ingrijpen.
Morfologische veranderingen van de Westelijke Waddenzee. Een systeem onder invloed van menselijk ingrijpen. Edwin Elias Ad van der Spek Zheng Bing Wang John de Ronde Albert Oost Ankie Bruens Kees den Heier
Nadere informatieToekomstige langjarige suppletiebehoefte. J.G. de Ronde
J.G. de Ronde Deltares, 2008 Opdrachtgever: RWS Waterdienst Toekomstige langjarige J.G. de Ronde Rapport Z4582.24 September 2008 Z4582.24 Samenvatting Op dit moment is het beleid om het kustfundament mee
Nadere informatieMemo. 1 Introductie. +31(0) Kees den Heijer Roeland de Zeeuw (Shore Monitoring & Research)
Memo Aan Saskia Huijs (Rijkswaterstaat Zee en Delta) Datum Kenmerk Doorkiesnummer Van +31(0)88335 7945 Kees den Heijer Roeland de Zeeuw (Shore Monitoring & Research) Aantal pagina's 9 E-mail kees.denheijer
Nadere informatie1 Inleiding 1. 2 Verwerking van gegevens 2 2.1 Aangeleverde gegevens 2 2.2 Verwerking gegevens 3
Herberekening behoefte aan zandsuppletie ter compensatie van bodemdaling door gaswinning uit Waddenzee velden vanaf de mijnbouwlocaties Moddergat, Lauwersoog en Vierhuizen Z.B. Wang Deltares, 2009 Inhoud
Nadere informatieMeten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor
: 2,5 jaar Carola van Gelder-Maas Projectmanager WVL Rijkswaterstaat 31 maart 2014 Hoe zat het ook alweer? Eroderende kustlijn NL kust 12 Mm³ zandsuppleties per jaar Zeespiegelstijging Zwakke schakels
Nadere informatieDe tor. Memo. Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum 5 februari Kenmerk ZKS Aantal pagina's 10. Van Reinier Schrijvershof
Memo De tor s Aan Jaap Starke (Rijkswaterstaat) Datum Van Reinier Schrijvershof Kenmerk Doorkiesnummer +31(0)88335 7483 Aantal pagina's 10 E-mail reinier.schrijvershof@deltares.nl Onderwerp Verplaatsing
Nadere informatieMinisterie van Verkeer en Waterstaat opq. Zonewateren. 28 juli 2004
Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Ministerie van Verkeer en Waterstaat opq Zonewateren 28 juli 2004 Inhoudsopgave........................................................................................
Nadere informatieMemo. van Verkeer en Waterstaat. Rijkswaterstaat. Aan Mark Dierikx, Marijke Dirkson (DG Water)
Memo Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat Aan Mark Dierikx, Marijke Dirkson (DG Water) Van Jan Mulder (RIKZ) mmv Ruud Spanhoff en Pieter van Vessem Datum 5 maart 2007 (versie 1) 18 juni
Nadere informatieBijlage 2: Onderbouwing concept suppletieprogramma 2016-2019
Bijlage 2: Onderbouwing concept suppletieprogramma 2016-2019 1 Concept suppletieprogramma 2016-2019 n.a.v. toetsing basiskustlijn Uit de toetsing van de kustlijn blijkt dat de basiskustlijn (BKL) tussen
Nadere informatieMaatregelverkenning. Economie en Ecologie in balans. Petra Dankers 08 november 2013
Maatregelverkenning Economie en Ecologie in balans Petra Dankers 08 november 2013 Kader Eerste bijeenkomst Programma Rijke Waddenzee in juni veel maatregelen geidentificeerd Royal HaskoningDHV heeft in
Nadere informatieTU Delft. lodellering morfodynamisch adrag van de Drempel van answeert. C-13809 712 (bijlage) Aanvuliende berekeningen. M.D. Groenewoud.
Bibliotheek C-13809 712 (bijlage) lodellering morfodynamisch adrag van de Drempel van answeert Aanvuliende berekeningen Januari 1998 M.D. Groenewoud 1 Uitgevoerd in opdracht van het Rijksinstituut voor
Nadere informatieZandsuppleties en Morfologie langs de Nederlandse kust
Zandsuppleties en Morfologie langs de Nederlandse kust Sander Boer, Landelijke Kustdagen 2014 Inhoud presentatie Verankering in beleid en wetgeving Kustlijnzorg Toekomstige uitdaging Kustversterking Hondsbossche
Nadere informatieDeltares Enabling Delta Life
Deltares Enabling Delta Life J.G. de Ronde Deltares, 2008 Opdrachtgever: RWS Waterdienst J.G. de Ronde Rapport Z4582.24 September 2008 Z4582.24 Samenvatting Op dit moment is het beleid om het kustfundament
Nadere informatieKenmerk ZKS Doorkiesnummer +31 (0) (0)
Memo Aan Jasper Fiselier (DHV) Datum Van Pieter Koen Tonnon Jan Mulder Kenmerk Doorkiesnummer +31 (0)88 33 58 464 +31 (0)88 33 58 446 Aantal pagina's 9 E-mail pieterkoen.tonnon @deltares.nl jan.mulder@deltares.nl
Nadere informatieAanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten
MEMO datum 18-3-211 van Ir Yves Plancke yves.plancke@mow.vlaanderen.be Ir. Marco Schrijver marco.schrijver@rws.nl titel Aanvullende analyse stabiliteit gestorte specie in het kader van Flexibel Storten
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West
www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West Bijlagen - DE AANVRAAG
Nadere informatieKustlijnkaarten 2014. december 2013
Kustlijnkaarten 2014 december 2013 Kustlijnkaarten 2014 december 2013 2 Rijkswaterstaat Inhoudsopgave 1 Inleiding 4 2 De basiskustlijn 6 3 De toetsing 8 4 Korte beschrijving van de toetsingsresultaten
Nadere informatieKustlijnzorg in Nederland
Kustlijnzorg in Nederland Aanleiding, uitvoering en ontwikkeling 25 september 2017 Harry de Looff RWS-WVL Inhoud Waarom Kustlijnzorg? Wat en hoe Kustlijnzorg? Ontwikkelingen en vragen 2 RWS INFORMATIE
Nadere informatieBijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland)
Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T
Nadere informatieMemo. Beschouwingen omtrent de mogelijkheid van een rijk strand bij Wemeldinge en Yerseke. 1 Inleiding en doelstelling
Memo Aan RWS Zeeland, t.a.v. Yvo Provoost, Eric van Zanten Datum Van Hans de Vroeg Kenmerk Doorkiesnummer (088) 33 58 238 Aantal pagina's 8 E-mail hans.devroeg @deltares.nl Onderwerp Rijke strand van Wemeldinge
Nadere informatieMemo: ontwikkeling kliferosie Slufterdam
Memo: ontwikkeling kliferosie Slufterdam Memo: ontwikkeling kliferosie Slufterdam Tommer Vermaas Ankie Bruens 1207724-004 Deltares, 2013, B Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Aanleiding 1 1.2 Vraagstelling 1
Nadere informatieEVALUATIE VAN DE VOOROEVERSUPPLETIE BIJ HEEMSKERK (2011-2012) EINDVERSLAG, BACHELOR EINDOPDRACHT, CIVIELE TECHNIEK, UNIVERSITEIT TWENTE
EVALUATIE VAN DE VOOROEVERSUPPLETIE BIJ HEEMSKERK (2011-2012) EINDVERSLAG, BACHELOR EINDOPDRACHT, CIVIELE TECHNIEK, UNIVERSITEIT TWENTE Daan Boot April 2015 Juni 2015 Evaluatie van de vooroeversuppletie
Nadere informatieDeltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied
Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status
Nadere informatieZandverliezen in het Nederlandse kustsysteem
Delta IJmuiden-Hoek van Holland Petten-IJmuiden Marsdiep Eierlandse gat Vliestroom Amelander zeegat Friese zeegat Eems Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Zandverliezen
Nadere informatieNieuwsbrief Kustgenese 2.0
April 2017 Een kleine zandmotor in de buitendelta? Planning en producten Kustgenese 2.0 2016 2017 2018 2019 2020 Opstellen Onderzoeksprogramma Uitvoeren Onderzoeks- en monitoringsprogramma Doelen pilot
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland)
Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland) Herman Gorterstraat 55 3511 EW UTRECHT Postbus 19143 3501 DC UTRECHT www.minlnv.nl T 070 888 32 00 F
Nadere informatieKustlijnkaarten 2012. december 2011. Colofon Kustlijnkaartenboek 2012
Colofon Kustlijnkaartenboek 2012 Dit rapport is een uitgave van Rijkswaterstaat. Het rapport is tot stand gekomen door samenwerking van de volgende Rijkswaterstaat diensten: RWS Waterdienst RWS Noordzee
Nadere informatieLESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN
ZAND BOVEN WATER LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE Rotterdam is de belangrijkste haven van Europa. Steeds meer containers, grondstoffen en andere spullen worden via Rotterdam
Nadere informatieZand voor zuidwest Texel Technisch advies RIKZ over vier mogelijke ingrepen in het Zeegat van Texel
Technisch advies RIKZ over vier mogelijke ingrepen in het Zeegat van Texel Auteur: Jelmer Cleveringa rapport RIKZ/OS/2001.031 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Technisch
Nadere informatieNotitie Slibverspreiding loswallen 11 december 2015
Notitie Slibverspreiding loswallen 11 december 2015 11 december 2015 RDCHM_BE1044_N0003_902199_f02 1/15 Notitie Aan: Robbert Wolf, Port of Rotterdam Van: Petra Dankers Datum: 11 december 2015 Kopie: Archief
Nadere informatieOntwikkeling gefaseerde suppletie Ameland 2010-2011
Ontwikkeling gefaseerde suppletie Ameland 2010-2011 Tommer Vermaas Edwin Elias Laura Vonhögen-Peeters 1207724-002 Deltares, 2013, B Titel OntwikkelinggefaseerdesuppletieAmeland2010-2011 Project 1207724-002
Nadere informatieSedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord
Sedimentatie in Harderwijker Bocht ten gevolge van de strekdam bij Strand Horst Noord In het gebied tussen de strekdammen bij Strand Horst Noord en de bebouwing van Harderwijk ligt een klein natuurgebied
Nadere informatieBeleidslijn kust 2015. Bijlage: Kaart soorten dynamiek kust
Beleidslijn kust 2015 Bijlage: Kaart soorten dynamiek kust Inhoud 1 Inleiding 3 2 Toelichting op de legenda 5 3 Kaart soorten dynamiek kust 15 4 Kaart soorten dynamiek kust + Natura 2000 22 Colofon / Bronnen
Nadere informatieInhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden
www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden Bijlagen - DE AANVRAAG
Nadere informatieSediment en morfologisch beheer van estuaria
Sediment en morfologisch beheer van estuaria Jean Jacques Peters Raadgevend ingenieur - rivierenspecialist V.U. Brussel - Vakgroep Waterbouwkunde en Hydrologie Sediment en morfologisch beheer van estuaria
Nadere informatieToenemende druk van de Zeespiegelstijging
Break-out Sessie Scheldemonding Toenemende druk van de Zeespiegelstijging Youri Meersschaut (VO-MOW) en Gert-Jan Liek (RWS) Kennis vroegere onderzoeksagenda s Toename getijslag belangrijk onderwerp in
Nadere informatieEvenwichtsligging Kennemerstrand en aanzanding havenmond IJmuiden
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Dictoraat-Generaal Rijkswaterstaat Rijksinstituut voor Kust en Zee/RIKZ Evenwichtsligging Kennemerstrand en aanzanding havenmond IJmuiden Een analyse van de morfologische
Nadere informatieHet sediment-delend systeem als ruggengraad van de Wadden-kust. Bert van der Valk, Albert Oost, Zheng Bing Wang, Edwin Elias, Ad van der Spek e.a.
Het sediment-delend systeem als ruggengraad van de Wadden-kust Bert van der Valk, Albert Oost, Zheng Bing Wang, Edwin Elias, Ad van der Spek e.a. het Waddensysteem Kust Noord-Holland Waddeneilanden Zeegaten,
Nadere informatieVraagspecificatie Eisen. Onderhoudsbaggeren Scheveningen Haven. Gemeente Den Haag
Gemeente Den Vraagspecificatie Eisen Onderhoudsbaggeren Scheveningen Haven Engineering & Construct-contract met toepassing van de Uniforme Algemene Voorwaarden voor geïntegreerde contracten 2005 (UAV-gc
Nadere informatieDe zandbalans van het Zeegat van Texel, bepaald met verschillende buitendelta-definities. Project : K2005*NL-Kust Werkdocument : RIKZ/OS 2001.
De zandbalans van het Zeegat van Texel, bepaald met verschillende buitendelta-definities Project : K2005*NL-Kust Werkdocument : RIKZ/OS 2001.136x Auteur : A.M. Walburg Datum : november 2001 2 Inhoudsopgave
Nadere informatieAan de Raad Raad Made, 20 mei 2014
Aan de Raad Raad Made, 20 mei 2014 Agendapuntnummer: 10 Raadsvergadering 26 juni 2014 Onderwerp: Baggeren havens Registratienummer: 14int02330 Casenr: 14.00797 Portefeuillehouder: Bijlagen: Ter inzage:
Nadere informatieZandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002
Zandhonger Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde 19 september 2002 Zandhonger, Gaat de Oosterschelde kopje onder? De Deltawerken veranderden de
Nadere informatieNationale systeemkennis voor prioritering regionale pilots
Nationale systeemkennis voor prioritering regionale pilots Inventarisatie voor een duurzamer en efficienter zandbeheer in het kader van Corporate Innovatie Programma (CIP) Nationale systeemkennis voor
Nadere informatieBijgaand doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen gesteld door de leden Jacobi en Cegerek (beiden PvdA) over waterveiligheid in het kustgebied.
> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Plesmanweg 1-6 2597 JG Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456
Nadere informatieVoorwoord. aanvulling voor de natuur- en recreatiemogelijkheden,
DE ZANDMOTOR van zand naar land De provincie Zuid-Holland is één van de dichtstbevolkte gebieden ter wereld. Het ligt grotendeels onder zeeniveau. Met het veranderende klimaat komt van verschillende kanten
Nadere informatieSamenvatting SAMENVATTING AI eeuwenlang wardt er in Nederland gestreden met de zee. Erosie van de kust zorgt voar een grote bedreiging van het achterland van overstromingen met vaak grote schade tot gevolg.
Nadere informatieMorfologie kwelders en. platen Balgzand
Morfologie kwelders en platen Balgzand Autonome ontwikkeling Hoogwatervluchtplaatsen Werkdocument RIKZ/AB - 99.607x ir. B.B. van Marion December 1999 Samenvatting In het kader van het project GRADIËNTEN
Nadere informatieKustverdediging van de koppen van de Waddeneilanden
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Kustverdediging van de koppen van de Waddeneilanden De dynamiek van de kust nabij buitendelta s en passende maatregelen voor het kustbeheer Project: Rapport: KUST2005
Nadere informatieMeerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee 2011-2014 Eindrapportage
Eindrapportage CO 2 -Prestatieladder Pagina 1 van 8 Van Oord CO 2 -Presatieladder Meerjarig onderhoud vaargeulen Noordzee 2011-2014 Eindrapportage 2.A.1. - 3.B.2. - 4.B.2. - 5.B.1. - 3.C.1. - 3.C.2. -
Nadere informatieEcobeach. Een duurzaam strand door drainage. Brouwersdam, 3-10-2014. Bas Reedijk. Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult
Ecobeach Een duurzaam strand door drainage Brouwersdam, 3-10-2014 Bas Reedijk Hoofd afdeling kustwaterbouw BAM Infraconsult Inhoud Wat is Ecobeach De ervaring met Ecobeach bij Egmond Toepassing van Ecobeach
Nadere informatieOnderbouwing actualisatie suppletieprogramma
Onderbouwing actualisatie suppletieprogramma 2016-2019 1. Derde actualisatie suppletieprogramma 2016-2019 Het suppletieprogramma Kustlijnzorg voor de periode 2016-2019 is in juli 2015 vastgesteld. Jaarlijks
Nadere informatieOntwikkeling suppletie tussen Den Helder en Julianadorp 2007
Ontwikkeling suppletie tussen Den Helder en Julianadorp 2007 Ontwikkeling suppletie tussen Den Helder en Julianadorp 2007 Edwin Elias Laura Vonhögen - Peeters Ankie Bruens 1206171-000 Deltares, 2013,
Nadere informatieAfwegingskader voor zoute baggerspecie
Afwegingskader voor zoute baggerspecie Nuttig toepassen op de Noordzee Rijkswaterstaat Noordzee april 2012 rapportage Afwegingskader voor zoute baggerspecie Nuttig toepassen op de Noordzee dossier : BA7222-100-100
Nadere informatieDeltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem
Deltaprogramma 2013 Bijlage A Samenhang in het watersysteem 2 Deltaprogramma 2013 Bijlage A Bijlage A Samenhang in het watersysteem Het hoofdwatersysteem van Eijsden en Lobith tot aan zee Het rivierwater
Nadere informatieOnderbouwing actualisatie suppletieprogramma
Onderbouwing actualisatie suppletieprogramma 2016-2019 1. Tweede actualisatie suppletieprogramma 2016-2019 Het suppletieprogramma Kustlijnzorg voor de periode 2016-2019 is in juli 2015 vastgesteld. Jaarlijks
Nadere informatie1. Derde actualisatie suppletieprogramma Actualisatie n.a.v. de berekening van de basiskustlijn 1 januari 2018
1. Derde actualisatie suppletieprogramma 2016-2019 Het suppletieprogramma Kustlijnzorg voor de periode 2016-2019 is in juli 2015 vastgesteld. Jaarlijks actualiseert Rijkswaterstaat het programma. Op basis
Nadere informatieAanmeldingsnotitie m.e.r. Winning Suppletiezand Noordzee. 14 juni 2011
Aanmeldingsnotitie m.e.r. Winning Suppletiezand Noordzee 14 juni 2011 ........................................................................................ Colofon Titel: Aanmeldingsnotitie m.e.r. winning
Nadere informatieKenmerkende waarden. Getijgebied Datum 22 juli 2013
Kenmerkende waarden Getijgebied 2011.0 Datum 22 juli 2013 Status Definitief Kenmerkende waarden 2011.0 Getijgebied Colofon Uitgegeven door RWS Centrale Informatievoorziening Informatie Servicedesk Data
Nadere informatieKustgenese 2.0 Kennis voor een veilige kust
Kustgenese 2.0 Kennis voor een veilige kust Kustgenese 2.0 Zandige kust Het klimaat verandert. De bodem daalt. Dat heeft gevolgen voor de manier waarop we omgaan met de Nederlandse kust. Om de veiligheid
Nadere informatieOnderbouwing actualisatie suppletieprogramma
Onderbouwing actualisatie suppletieprogramma 2016-2019 1 Eerste actualisatie suppletieprogramma 2016-2019 Het suppletieprogramma Kustlijnzorg voor de periode 2016-2019 is in juli 2015 vastgesteld. Jaarlijks
Nadere informatieDeltaprogramma Waddengebied. Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied
Deltaprogramma Waddengebied Deltaprogramma 2012 Probleemanalyse Waddengebied Colofon Deltaprogramma Waddengebied Nieuwe Uitleg 1 Den Haag PROBLEEMANALYSE DELTAPROGRAMMA WADDEN Datum 10 augustus 2011 Status
Nadere informatieMogelijke effecten Geulwandsuppletie Oostgat op de drempel tussen het Oostgat en de Sardijngeul. M. van Ormondt en J.G. de Ronde
Mogelijke effecten Geulwandsuppletie Oostgat op de drempel tussen het Oostgat en de Sardijngeul M. van Ormondt en J.G. de Ronde Deltares, 2009 Opdrachtgever: Deltares/Rijkswaterstaat-Waterdienst Oostgat
Nadere informatieAPPENDIX 39: Overzicht Jarkus-Doorlodingen
APPENDIX 39: Overzicht Jarkus-Doorlodingen Datum opname Kustvak 1965 1968 1970 1971 1975 1980 1985 1986 1990 1993 1996 1997 Ameland Schiermonnikoog Terschelling Texel Vlieland Noord-Holland Rijnland Delftland
Nadere informatieVARIANTENSTUDIE ROGGENPLAAT SUPPLETIE FASE II
VARIANTENSTUDIE ROGGENPLAAT SUPPLETIE FASE II P R E S E N T A T I E S T A K E H O L D E R S B I J E E N K O M S T R O G G E N P L A A T, 8 N O V. 2 0 1 6, K R A B B E N D I J K E Joost Stronkhorst (HZ/Deltares),
Nadere informatieKustlijnkaarten 2006 maart 2006
Rapport RIKZ-2006.001 Kustlijnkaarten 2006 maart 2006 Inhoudsopgave 1. Inleiding 5 2. De basiskustlijn 7 3. De toetsing 9 4. Korte beschrijving van de toetsingsresultaten 15 5. Presentatie van de resultaten
Nadere informatieVoorts adviseren zij ten aanzien van de verschillende onderdelen van de nationale Visie Kust:
Rapport Onderwerp Nationale Visie Kust Datum behandeling OIM 23 mei 2013 Kenmerk OIM-2013/104963 I. Aanleiding De deelnemers aan het OIM zijn op verschillende momenten en op verschillende wijzen betrokken
Nadere informatieRSG DE BORGEN. Anders varen. Informatie voor de leerlingen. Inhoud. 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling
RSG DE BORGEN Anders varen Informatie voor de leerlingen Inhoud 1 De opdracht 2 Uitwerking opdracht 3 Het beroep 4 Organisatie 5 Beoordeling [1] RSG de BORGEN Anders varen [Technasium] mei 2017 1 DE OPDRACHT
Nadere informatieVeranderingen in gemiddelde zeeniveaus in de Nederlandse kustwateren. Douwe Dillingh Deltares
Veranderingen in gemiddelde zeeniveaus in de Nederlandse kustwateren Douwe Dillingh Deltares NCG workshop Delft, 6 februari 2014 Inhoud Waarom is het belangrijk Hoe gaan we er mee om Wat meten we Trendanalyse
Nadere informatieEffecten van verschillende scenario s van kustonderhoud
Opdrachtgever: Rijkswaterstaat RIKZ Effecten van verschillende scenario s van kustonderhoud ontwikkeling Nederlandse Noordzeekust mei 2006 Z4051/A1462 Opdrachtgever: Rijkswaterstaat RIKZ Effecten van
Nadere informatieKLZ-eco en het MLT Programma: ecologisch gericht suppleren Bert van der Valk en Harriette Holzhauer
KLZ-eco en het MLT Programma: ecologisch gericht suppleren 2009-2015 Bert van der Valk en Harriette Holzhauer Vanuit het recente verleden KLZ 2008: Review van effecten van gangbare suppletie activiteit
Nadere informatieErosie en aanzanding rond strekdammen bij Katwijk
Erosie en aanzanding rond strekdammen bij Katwijk Inhoud 1 Inleiding 2 1.1 Beschrijving van de studie 2 1.2 Uitgangspunten 2 2 Zandtransport langs de kust nabij Katwijk 3 2.1 Inleiding 3 2.2 Zandtransport
Nadere informatieLeven met de natuur van de Westerschelde, een ander natuur beleid
Leven met de natuur van de Westerschelde, een ander natuur beleid O P W E G N A A R E E N N A T U U R L I J K E S T A A T V A N O N T W I K K E L I N G V A N D E W E S T E R S C H E L D E N O O D Z A K
Nadere informatieBlauwe Eilanden. conceptontwikkeling in opdracht van Boskalis (maart 2008)
conceptontwikkeling in opdracht van Boskalis (maart 2008) met toestemming van Boskalis voor presentatie in het kader van DCC op 26 januari 2018 [ POSFORD 1] HASKONING Waterbeweging in de Noordzee De waterstanden
Nadere informatieRijkswaterstaat Hydro Meteo centrum Noordzee. Marc Philippart adviseur Meet- en informatiedienst
Hydro Meteo centrum Noordzee Marc Philippart adviseur Meet- en informatiedienst 17 juni 2009 Inhoud presentatie 1 Introductie Hydro Meteo centra 2 Getijmodellen => Matroos getij op de Noordzee specifieke
Nadere informatieLESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2
NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in
Nadere informatieBuitendelta's: samenvatting bestaande kennis en opties voor zandsuppletie-pilots
Buitendelta's: samenvatting bestaande kennis en opties voor zandsuppletie-pilots Buitendelta's: samenvatting bestaande kennis en opties voor zandsuppletie-pilots Edwin Elias Albert Oost Ankie Bruens Jan
Nadere informatieBasiskustlijn 2001 Evaluatie ligging Basiskustlijn. september 2003
Evaluatie ligging Basiskustlijn september 2003 Inhoudsopgave Voorwoord 5 1 Inleiding 7 2. De BKL en het kusthandhavingsbeleid 9 3. Adviezen POK s op hoofdlijnen 13 4. Afweging en besluit over de ligging
Nadere informatieLESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2
NATUUR EN MILIEU LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE De haven van Rotterdam is de grootste haven van Europa. Steeds meer spullen die je in de winkel koopt, komen per schip in
Nadere informatieDe Waterstanden. Kunstwerk in het kader van het project Nederland leeft met water. Zeezeilen i.s.m. horst4dsign 2016
De Waterstanden Kunstwerk in het kader van het project Nederland leeft met water Zeezeilen i.s.m. horst4dsign 2016 Waarom een kunstwerk? drieledig: - Vanuit het toeristisch netwerk werd aangegeven dat
Nadere informatieBuitendelta s: samenvatting bestaande kennis en opties voor zandsuppleties-pilots
Buitendelta s: samenvatting bestaande kennis en opties voor zandsuppleties-pilots Opgesteld door: Deltares Status en datum: concept 23 mei 2012 Redactie: Bureau Landwijzer Buitendelta s: tot voor kort
Nadere informatieGebruiksfuncties van de Noordzee
Ministerie van Verkeer en Waterstaat stuvwxyz Programmadirectie Ontwikkeling Nationale Luchthaven Gebruiksfuncties van de Noordzee Gebruiksfuncties van de Noordzee in en rond het zoekgebied voor een vliegveld
Nadere informatieDirectoraat-Generaal Rijkswaterstaat. Directie Zeeland. cc1. Nummer; Bibliotheek, Koestr. 30, tel; , postbus 5014,4330 KA Middelburg
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Nummer; M cc1 Bibliotheek, Koestr. 30, tel; 0118-686362, postbus 5014,4330 KA Middelburg MCVI Monitoring van de effecten van de verruiming 48'-43'
Nadere informatieEvaluatie strandsuppletie bij Hoek van Holland 2007
Evaluatie strandsuppletie bij Hoek van Holland 2007 een studie met behulp van hoogtemetingen en korrelgroottes Laura Vonhögen Pieter Doornenbal 1202344-000 Deltares, 2011 Inhoudsopgave 1 INLEIDING 3
Nadere informatieDE TERUGTREKKING VAN DE NEDERLANDSE KUSTLIJN. BSc-eindopdracht Civiele Techniek, Universiteit Twente
BSc-eindopdracht Civiele Techniek, Universiteit Twente Auteur: S-nummer: Intern begeleider: Bedrijfsbegeleider: Dhr. A.J. Dekker s1332899 Mevr. Prof. dr. S.J.M.H. Hulscher Mevr. E. van Eijsbergen, MSc
Nadere informatie1. opvaart over Drempel van Hansweert 2. afvaart door het Zuidergat 3. stilliggen nabij het sproeiponton 4. afvaart langs Schaar van Waarde.
Vaartocht 1. opvaart over Drempel van Hansweert 2. afvaart door het Zuidergat 3. stilliggen nabij het sproeiponton 4. afvaart langs Schaar van Waarde Verruiming vaargeul Beneden-Zeeschelde en Westerschelde
Nadere informatieKustgenese 2.0. Programma voor lange termijn kustonderzoek Carola van Gelder Rijkswaterstaat
Programma voor lange termijn kustonderzoek 2015-2020 Carola van Gelder Terugblik Kustgenese 1 basis suppletiebeleid 1990 Diverse Kustnota s en Beleidslijn kust Deltaprogramma 2015 Beslissing zand DPW,
Nadere informatieTexel Landschappelijke ontwikkelingen
Texel Landschappelijke ontwikkelingen Een LIA-presentatie LIA staat voor: Landschappen ontdekken In een Aantrekkelijke vorm. Lia is ook de geograaf die zich gespecialiseerd heeft in de veranderende Noord-Hollandse
Nadere informatieKustversterking Voorne Toetsingsadvies over het milieueffectrapport
Kustversterking Voorne Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 12 april 2007 / rapportnummer 1679-85 Het college van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP Den Haag uw kenmerk
Nadere informatieAantal pagina's 5. Doorkiesnummer +31(0)88335 7160
Memo Aan Port of Rotterdam, T.a.v. de heer P. Zivojnovic, Postbus 6622, 3002 AP ROTTERDAM Datum Van Johan Valstar, Annemieke Marsman Aantal pagina's 5 Doorkiesnummer +31(0)88335 7160 E-mail johan.valstar
Nadere informatieOntwerp omgevingsvergunning nr
Ontwerp omgevingsvergunning nr. 18132 Projectbeschrijving op 29 juni 2018 is een aanvraag voor een omgevingsvergunning binnengekomen voor het verbeteren van de vaarroute tussen Holwerd en Ameland. Het
Nadere informatieMeetkunde 015. Opgave 1 Teken een route. Opgave 2 Teken een route. Hoeveel kilometer is je route? km. Naam: Meetkunde 015 September / 11
Meetkunde 015 Liniaal Eiland : Doel : Kaartlezen Tekenen van een route op een kaart met schaal Potlood Opgave 1 Teken een route. Hoeveel kilometer is je route? km Opgave 2 Teken een route. Hoeveel kilometer
Nadere informatieAANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING
AANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING HOOGHEEMRAADSCHAP VAN RIJNLAND 15 maart 2013 076993162:0.2 Definitief C03021.000106.0100 Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Gegevens vergunningaanvraag... 5 2.1
Nadere informatie