ECLI:NL:RVS:2006:AU9821
|
|
- Christian Brander
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 ECLI:NL:RVS:2006:AU9821 Instantie Raad van State Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste aanleg - meervoudig Bij besluit van 24 maart 2000 (Stcr. 31 maart 2000, nr. 65) heeft verweerder het op de bij dat besluit behorende kaart aangegeven gebied, bekend onder de naam Waddeneilanden/Noordzeekustzone/Breebaart, aangewezen als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, eerste en tweede lid, van de richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG L 103; hierna: Vogelrichtlijn). Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak /1. Datum uitspraak: 18 januari 2006 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de vereniging "Landelijke vereniging tot behoud van de Waddenzee" (verder: de Waddenvereniging), gevestigd te Harlingen, appellante, en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 24 maart 2000 (Stcr. 31 maart 2000, nr. 65) heeft verweerder het op de bij dat besluit behorende kaart aangegeven gebied, bekend onder de naam
2 Waddeneilanden/Noordzeekustzone/Breebaart, aangewezen als speciale beschermingszone in de zin van artikel 4, eerste en tweede lid, van de richtlijn 79/409/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 2 april 1979 inzake het behoud van de vogelstand (PbEG L 103; hierna: Vogelrichtlijn). Bij besluit van 26 maart 2004 heeft verweerder de hiertegen door appellante gemaakte bezwaren niet-ontvankelijk respectievelijk ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft appellante bij brief van 5 mei 2004, bij de Raad van State per faxbericht ingekomen op dezelfde dag, beroep ingesteld. Bij uitspraak van 22 december 2004, no /1 heeft de Afdeling dit beroep gegrond verklaard en het besluit van 26 maart 2004 vernietigd. Bij besluit van 7 april 2005 heeft verweerder het bezwaar van appellante tegen het besluit van 24 maart 2000 ongegrond verklaard. Tegen dit besluit heeft appellante bij brief van 17 mei 2005, bij de Raad van State ingekomen op 18 mei 2005, beroep ingesteld. De gronden zijn aangevuld bij brief van 14 juni Bij brief van 1 juli 2005 heeft verweerder een verweerschrift ingediend. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 14 november 2005, waar appellante, vertegenwoordigd door mr. J. Veltman, advocaat te Groningen, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. ing. H.D. Strookman, ambtenaar van het ministerie, zijn verschenen. 2. Overwegingen Toetsingskader 2.1. Ingevolge artikel 1 van de Vogelrichtlijn heeft deze richtlijn betrekking op de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten. Zij betreft de bescherming, het beheer en de regulering van deze soorten en stelt regels voor de exploitatie daarvan. Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Vogelrichtlijn dienen de Lidstaten alle benodigde maatregelen te nemen om voor alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de Lidstaten een voldoende gevarieerdheid van leefgebieden en een voldoende omvang ervan te beschermen, in stand te houden of te herstellen. Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de Vogelrichtlijn dienen de Lidstaten voor de leefgebieden van de in Bijlage I van de richtlijn genoemde vogelsoorten speciale beschermingsmaatregelen te treffen, met name door het aanwijzen van de naar aantal en oppervlakte voor de instandhouding van deze soorten meest geschikte gebieden als speciale beschermingszone. Ingevolge artikel 4, tweede lid, van de Vogelrichtlijn dienen de Lidstaten soortgelijke maatregelen te nemen ten aanzien van de niet in bijlage I genoemde en geregeld voorkomende trekvogels, waarbij rekening wordt gehouden met de behoeften van het gebied van bescherming in de geografische zeeen landzone waar deze richtlijn van toepassing is, ten aanzien van hun broed-, rui- en overwinteringsgebieden en rustplaatsen in hun trekzones. Met het oog hierop dienen de Lidstaten zelf bijzondere aandacht te besteden aan de bescherming van watergebieden en in het bijzonder aan watergebieden van internationale betekenis.
3 In artikel 4, vierde lid, eerste volzin, van de Vogelrichtlijn is bepaald dat de Lidstaten passende maatregelen nemen om vervuiling en verslechtering van de woongebieden in de in het eerste en tweede lid bedoelde beschermingszones te voorkomen, alsmede om te voorkomen dat de vogels aldaar worden verstoord, voor zover deze vervuiling, verslechtering en storing, gelet op de doelstellingen van dit artikel, van wezenlijke invloed zijn In artikel 3, eerste lid, van de richtlijn 92/43/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG L 206; hierna: Habitatrichtlijn) is bepaald dat een coherent Europees ecologisch netwerk wordt gevormd van speciale beschermingszones, Natura 2000 genaamd. Dit netwerk, dat bestaat uit gebieden met in bijlage I van deze richtlijn vermelde typen natuurlijke habitats en habitats van in bijlage II genoemde soorten, moet de betrokken typen natuurlijke habitats en habitats van soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding behouden of in voorkomend geval herstellen. Het Natura 2000-netwerk bestrijkt ook de door de Lidstaten overeenkomstig de Vogelrichtlijn aangewezen speciale beschermingszones. In artikel 6, tweede lid, van de Habitatrichtlijn is bepaald dat de Lidstaten passende maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in de speciale beschermingszones niet verslechtert en er geen storende factoren optreden voor de soorten waarvoor de zones zijn aangewezen voor zover die factoren, gelet op de doelstellingen van de richtlijn, een significant effect zouden kunnen hebben. In artikel 6, derde lid, van de Habitatrichtlijn is bepaald dat voor plannen of projecten die significante gevolgen kunnen hebben voor een speciale beschermingszone een passende beoordeling wordt gemaakt van de gevolgen voor het gebied, rekening houdend met de instandhoudingsdoelstellingen van dat gebied. De bevoegde instanties mogen slechts toestemming voor het plan of project geven, nadat zij de zekerheid hebben verkregen dat het de natuurlijke kenmerken van het gebied niet zal aantasten. In artikel 6, vierde lid, van de Habitatrichtlijn is onder meer bepaald dat indien een plan of project, ondanks negatieve conclusies van de beoordeling van de gevolgen voor het gebied, bij ontstentenis van alternatieve oplossingen, om dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard, toch moet worden gerealiseerd, de Lidstaat alle nodige compenserende maatregelen neemt om te waarborgen dat de algehele samenhang van Natura 2000 bewaard blijft. Ingevolge artikel 7 van de Habitatrichtlijn komen de uit artikel 6, tweede, derde en vierde lid, van de Habitatrichtlijn voortvloeiende verplichtingen in de plaats van de verplichtingen die voortvloeien uit artikel 4, vierde lid, eerste zin, van de Vogelrichtlijn, voor wat betreft de speciale beschermingszones die overeenkomstig artikel 4, eerste lid, van die richtlijn zijn aangewezen of bij analogie overeenkomstig artikel 4, tweede lid, van die richtlijn zijn erkend, zulks vanaf de datum van toepassing van de onderhavige richtlijn, dan wel vanaf de datum van de aanwijzing of erkenning door een Lid-Staat overeenkomstig de Vogelrichtlijn, indien deze datum later valt Ingevolge artikel 27, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998, zoals deze bepaling ten tijde van het nemen van het bestreden besluit luidde, wijst de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit gebieden aan ter uitvoering van verdragen of andere internationale verplichtingen met betrekking tot natuur- en landschapsbehoud, voor zover die verdragen of verplichtingen zulks met zich brengen. Ingevolge het tweede lid van dat artikel gaat een besluit als bedoeld in het eerste lid vergezeld van een kaart, waarop de begrenzing van het gebied nauwkeurig wordt aangegeven alsmede van een toelichting. Het standpunt van appellante
4 2.2. Appellante heeft in beroep algemene bezwaren aangevoerd tegen de bij het aanwijzingenbesluit gehanteerde selectie- en begrenzingencriteria. Onder verwijzing naar de ecologische onderzoeken "A&W-rapport 211, Vogels binnendijks, de waarden van de cultuurgronden in het Nederlandse waddengebied voor vogels" van 1999 (hierna: A&W rapport 211) en "A&W-rapport 340, Vogels op binnendijkse cultuurgronden" van 2002 (hierna: A&W-rapport 340) stelt zij dat de aangewezen gebieden moet worden uitgebreid met de polders van Schiermonnikoog, Ameland, Terschelling en (gedeeltelijk) Texel en een groot deel van de vastelandskust van Noord-Holland, Fryslân en Groningen, voor zover gelegen in de nabijheid van de Waddenzee. Het bestreden besluit 2.3. Verweerder heeft bezwaren van anderen dan appellante gegrond verklaard, voor zover het betreft de aanwijzing van het gebied Noordzeekustzone/Waddeneilanden/Breebaart als één speciale beschermingszone. Hij is overgegaan tot aanwijzing van de volgende zes gebieden als afzonderlijke speciale beschermingzone: Noordzeekustzone, Duinen van Texel, Duinen van Vlieland, Duinen van Terschelling, Duinen van Ameland, Duinen van Schiermonnikoog. Verweerder meent dat de door appellante genoemde gebieden op juiste gronden buiten de aanwijzing zijn gelaten. Hij stelt daartoe dat deze gebieden geen landschapsecologische eenheid vormen met de wel aangewezen gebieden. Vaststelling van de feiten 2.4. Bij haar oordeelsvorming gaat de Afdeling uit van de volgende als vaststaand aangenomen gegevens Bij de aanwijzing van gebieden als speciale beschermingszone in het kader van de Vogelrichtlijn (hierna: SBZ) worden door verweerder de volgende selectiecriteria toegepast: 1. In Bijlage I van de Vogelrichtlijn worden vogelsoorten genoemd die bijzonder beschermingswaardig zijn (hierna: Bijlage I-soorten). De lijst is voor het laatst aangepast in 1997, en telt thans 181 soorten, waarvan er 44 voor Nederland van belang zijn. Van de gebieden waar een Bijlage I-soort volgens officiële vogeltellingen voorkomt, zijn de vijf gebieden geselecteerd met de hoogste aantallen van die soort, tenzij in het desbetreffende gebied minder dan twee broedparen of vijf exemplaren van die soort voorkomen. Gebieden die behoren tot de vijf belangrijkste gebieden voor die soort zijn bij de aanwijzingen als SBZ betrokken. 2. Tevens komt een gebied voor aanwijzing in aanmerking indien geregeld minstens 1% van een biogeografische populatie van een soort of ondersoort van een (trekkende) watervogel in het gebied broedt, ruit, foerageert en/of rust. Dit ziet zowel op trekkende watervogels die op Bijlage I van de Vogelrichtlijn worden genoemd als op trekkende watervogels die niet op Bijlage I voorkomen. 3. Voor geselecteerde gebieden geldt als beperkende voorwaarde dat het desbetreffende gebied alleen als SBZ wordt aangewezen indien tenminste 100 hectare met een formele natuurstatus deel uitmaakt van het gebied, voor zover het geen aanwijzingen voor water betreft. Hiermee wordt beoogd alleen de meest geschikte vogelgebieden met enige omvang aan te wijzen Verweerder hanteert de volgende methodiek van begrenzing van een SBZ: De grenzen van een SBZ worden vastgesteld op basis van het gebruik dat de aanwezige Bijlage I- soorten, trekkende watervogels en/of overige trekkende vogels van het desbetreffende gebied maken, waarbij wordt uitgegaan van landschapsecologische eenheden en de biotoopeisen van de desbetreffende vogelsoorten. Bij de begrenzing wordt voorts ook rekening gehouden met het voorkomen van niet-kwalificerende maar wel in behoorlijke aantallen voorkomende andere Bijlage I- soorten, trekkende watervogels en overige trekvogels. Hierbij zijn voorts de volgende beperkingen gehanteerd.
5 - Voor vogelsoorten die voorkomen op Bijlage I geldt dat geregeld tenminste 1% van de Nederlandse broedpopulatie in het gebied aanwezig moet zijn; - Voor trekkende watervogels geldt dat geregeld tenminste 0,1% van de biogeografische populatie in het gebied aanwezig moet zijn; - Voor overige trekvogels geldt dat geregeld tenminste 1% van de Nederlandse broedpopulatie in een gebied aanwezig is en dat deze vogels voorkomen op de Nederlandse Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten. Deze lijst betreft 14 soorten die geconcentreerd in het totaal van de aangewezen en nog aan te wijzen speciale beschermingszones voorkomen Het primaire besluit strekt tot aanwijzing van Waddeneilanden/Noordzeekustzone/Breebaart als SBZ. Dit gebied ligt in de provincies Noord-Holland, Fryslân en Groningen en behoort tot het grondgebied van de gemeenten Schoorl, Den Helder, Zijpe, Texel, Vlieland, Terschelling, Ameland, Schiermonnikoog, Dongeradeel, Delfzijl en Eemsmond. Het gebied bestaat overwegend uit kustwater, zandstranden, kustduinen, kwelders, slikken en platen en beslaat een oppervlakte van circa ha. Grote delen van het gebied zijn in eigendom en beheer bij Staatsbosbeheer en de Vereniging Natuurmonumenten Het gebied Duinen van Texel kwalificeert zich omdat het behoort tot één van de vijf belangrijkste broedgebieden voor Lepelaar, Blauwe Kiekendief en Velduil in Nederland. Verder kwalificeert het gebied zich vanwege het voorkomen van drempeloverschrijdende aantallen Lepelaars en Kleine Mantelmeeuwen, die het gebied benutten als broedgebied. Het gebied Duinen van Terschelling kwalificeert zich omdat het gebied behoort tot één van de vijf belangrijkste broedgebieden voor Bruine Kiekendief, Blauwe Kiekendief en Velduil in Nederland. Verder kwalificeert het gebied zich vanwege het voorkomen van drempeloverschrijdende aantallen Lepelaars, die het gebied benutten als broedgebied. Het gebied Duinen van Ameland kwalificeert zich omdat het gebied behoort tot één van de vijf belangrijkste broedgebieden voor Bruine Kiekendief, Blauwe Kiekendief, Velduil, en Grauwe Klauwier in Nederland. Het gebied Duinen van Schiermonnikoog kwalificeert zich als speciale beschermingszone omdat het gebied behoort tot één van de vijf belangrijkste broedgebieden voor Blauwe Kiekendief in Nederland. De Noordzeekustzone kwalificeert zich vanwege het voorkomen van drempeloverschrijdende aantallen van Roodkeelduiker, Toppereend, Eidereend, Zwarte Zee-eend, Zilverplevier, Kanoetstrandloper, Drieteenstrandloper, Bonte Strandloper en Rosse Grutto Het A&W-rapport 211 is in opdracht van appellante door Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek BV opgesteld. In dit rapport zijn de vogelwaarden vastgesteld van dertien onderscheiden hoofdgebieden rondom de Waddenzee. De dertien onderscheiden hoofdgebieden zijn: de polder van Texel, de polder van Terschelling, de polder van Ameland, de polder van Schiermonnikoog, Den Helder- Den Oever binnendijks, Kop Afsluitdijk-Harlingen binnendijks, Harlingen-Zwarte Haan binnendijks, Zwarte Haan-Holwerd binnendijks, Holwerd-Bandpolder binnendijks, de cultuurgebieden rond het Lauwersmeer en omgeving, Groninger Noordkust binnendijks, Eemsmonding binnendijks en de Dollard binnendijks. Blijkens dit rapport komen in de onderscheiden hoofdgebieden, met uitzondering van Eemsmonding binnendijks, internationaal belangrijke aantallen voor van vogelsoorten, die worden genoemd in bijlage 1 van de Vogelrichtlijn of die vallen onder de werking van artikel 4, tweede lid, van de Vogelrichtlijn. In totaal overschrijden 21 van dergelijke soorten de norm van 1% van de geografische populatie in minimaal één hoofdgebied. Uit het A&W-rapport 211 blijkt dat bij de broedvogels de Kwartelkoning in de Dollard binnendijks en de Kluut in de Groninger Noordkust binnendijks minstens zo goed scoren als in de vijf beste internationaal belangrijke vogelgebieden in
6 Nederland. Bij de doortrekkers en overwinteraars scoren vijf vogelsoorten minstens zo goed in één of meerdere onderscheiden hoofdgebieden als in de vijf beste internationaal belangrijke vogelgebieden Het A&W-rapport 340 heeft ten doel om een nadere precisiering te geven van de vogelwaarden binnen twee onderscheiden hoofdgebieden, te weten Zwarte Haan-Holwerd binnendijks en de cultuurgebieden rond het Lauwersmeer en omgeving, en aan de hand hiervan een voorstel voor gebiedsbegrenzing te maken. Blijkens dit rapport is het hoofdgebied Zwarte Haan- Holwerd belangrijk voor Kleine Zwaan, Kolgans en Brandgans. Akkerbouwpercelen met oogstresten zijn in dit hoofdgebied belangrijk voor foeragerende Kleine Zwanen in de periode oktober-december. De onderscheiden deelgebieden WG2622, WG2633 en WG2663 binnen dit hoofdgebied zijn belangrijk voor foeragerende Brandganzen. Het betreft veelal graslandpercelen of percelen met groenbemester in de periode oktober-maart. Vanwege het feit dat de voornoemde deelgebieden binnen het hoofdgebied Zwarte Haan-Holwerd grenzen aan de reeds begrensde SBZ "Waddenzee" en omdat de betrokken vogelpopulaties een sterke dagelijkse uitwisseling hebben met deze SBZ ligt aanpassing van de begrenzing van deze SBZ volgens het A&W-rapport 340 voor de hand. Uit het A&W-rapport 340 blijkt dat de cultuurgebieden rond het Lauwersmeer en omgeving belangrijk zijn voor Kleine Zwaan, Kolgans, Grauwe Gans, Dwerggans, Brandgans en Zwarte Ruiter. De deelgebieden in en rondom de Anjumer Kolken binnen dit hoofdgebied zijn van significant belang voor foeragerende Kolganzen, Brandganzen en Dwergganzen gedurende de periode oktober-april. De deelgebieden in het zuidelijke en oostelijke deel van dit hoofdgebied met veel akkerbouwpercelen zijn van significant belang voor overdag foeragerende Kleine Zwanen (akkerbouwpercelen met oogstresten gedurende oktober-december). De deelgebieden in het zuidelijke en oostelijke deel van dit hoofdgebied met veel akkerbouwpercelen zijn van significant belang voor overdag foeragerende Grauwe Ganzen gedurende september-december. Het Zoute-Kwel-gebied in het noordelijke deel van de Marnewaard is van significante betekenis voor de Zwarte Ruiter. Gelet op het feit dat de voornoemde deelgebieden binnen de cultuurgebieden rond het Lauwersmeer en omgeving grenzen aan de reeds begrensde natuurgebieden Lauwersmeer en/of de Waddenzee en gezien de omstandigheid dat de betrokken vogelpopulaties een sterke dagelijkse uitwisseling hebben met één van beide SBZ's ligt het aanpassen van de begrenzing van deze SBZ's blijkens het A&W-rapport 340 voor de hand In het rapport "Nadere toetsing van aanwijzing en begrenzing van negen Vogelrichtlijngebieden (nr. 328)" van Alterra van juni 2001 (hierna: Alterra-rapport 328) wordt geconstateerd dat verweerder en indieners van sommige bezwaarschriften (waaronder appellante) het begrip landschapsecologische eenheid, dat een belangrijke rol speelt in de gebiedsbegrenzing, verschillend interpreteren. Inhoudelijk wordt in dit rapport ingestemd met de interpretatie van indieners van sommige bezwaarschriften dat gecombineerd gebruik door dezelfde vogels een argument kan zijn om aangrenzende gebieden met verschillende landschapstypen te zien als een landschapsecologische eenheid. Als voorwaarde dient daarbij wel te worden beschouwd dat het gebruik van het ene gebiedstype afhankelijk is van de aanwezigheid van het andere. Blijkens het Alterra-rapport 328 kan op grond van gegevens over het gebruik als foerageer- of rustgebied door kwalificerende vogelsoorten die voorkomen in de SBZ in het algemeen niet worden gesteld dat de polders van de Waddeneilanden met de aangewezen SBZ één landschapsecologisch geheel vormen. Ze worden weliswaar als foerageergebied benut door in het duin broedende Kiekendieven en Velduilen, maar de polder is voor deze soorten niet van essentieel belang. De polder van Texel maakt wel deel uit van het foerageergebeid van de op het eiland broedende Lepelaars. Gezien het vrij beperkte numerieke belang van dit foerageergebied behoeft de Texelse polder niet te worden gezien als één landschapsecologisch geheel vormend met de duinen op het eiland. In het Alterra-rapport 328 wordt wat betreft de polders in de waddenkustzone van Noord-Holland, Friesland en Groningen, inclusief de polder Breebaart, gesteld dat deze geen landschapsecologische
7 eenheid vormen met de aangewezen SBZ. Net als de polders van alle waddeneilanden hebben zij wel een sterke relatie met de SBZ "Waddenzee", die op termijn aanleiding kan zijn voor een uitbreiding van deze SBZ In de nota van de directie Natuurbeheer van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, thans het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 6 november 2001 (hierna: de nota) wordt voorgesteld de conclusie uit het Alterra-rapport 328 dat de polders van Schiermonnikoog, Ameland, Terschelling en (gedeeltelijk) Texel en een groot deel van de vastelandskust van Noord-Holland, Fryslân en Groningen geen landschapsecologische eenheid vormen met het aangewezen gebied Noordzeekustzone/Waddeneilanden/Breebaart over te nemen, zij het dat de motivering een andere dient te zijn. Het feit dat de onderscheiden gebieden in verschillende fysisch-geografische regio's zijn gelegen vormt op voorhand al een belemmering voor samenvoegen, aldus de nota Uit de indeling in fysisch-geografische regio's, zoals deze is gemaakt in het Natuurbeleidsplan (1990) en in het Handboek Natuurdoeltypen in Nederland (1995), blijkt dat de bij de aanwijzing betrokken gebieden behoren tot de fysisch-geografische regio "duinen" dan wel "Noordzee" en dat de polders van Schiermonnikoog, Ameland, Terschelling en (gedeeltelijk) Texel en een groot deel van de vastelandskust van Noord-Holland, Fryslân en Groningen vallen onder de fysisch-geografische regio "zeekleigebied". Het oordeel van de Afdeling 2.5. Bij uitspraak van 19 maart 2003 ( /1) heeft de Afdeling uitspraak gedaan inzake de beroepen van de KNJV en anderen en de Gors- en Ambachtsheerlijkheid van Zuid-Beijerland tegen de aanwijzing van het Haringvliet als SBZ in de zin van artikel 4, eerste en tweede lid, van de Vogelrichtlijn. Hierbij is de Afdeling ingegaan op diverse beroepsgronden tegen het aanwijzingsbesluit in het algemeen. Onder de in die procedure aangevoerde beroepsgronden zijn naar het oordeel van de Afdeling tevens de in de voorliggende procedure aangevoerde algemene bezwaren van appellante tegen het aanwijzingsbesluit te vatten. Daarom verwijst de Afdeling naar hetgeen zij in de genoemde uitspraak van 19 maart 2003 heeft overwogen onder het kopje Algemene bezwaren tegen de aanwijzing (overwegingen 2.4. tot en met in de uitspraak). In het bijzonder heeft de Afdeling in deze uitspraak geoordeeld dat zij geen aanleiding ziet de door verweerder gekozen methode van begrenzing, waarbij op grond van ornithologische criteria en daarmee direct en noodzakelijkerwijs samenhangende landschapsecologische overwegingen de geselecteerde gebieden worden begrensd, onredelijk of anderszins onjuist te achten. De Afdeling ziet in hetgeen appellante op deze punten heeft aangevoerd, geen aanleiding om thans wat betreft de aangewezen gebieden Noordzeekustzone, Duinen van Texel, Duinen van Vlieland, Duinen van Terschelling, Duinen van Ameland en Duinen van Schiermonnikoog tot een ander oordeel te komen Verweerder heeft in het onderhavige geval bij het bepalen van de begrenzing van de voor selectie als SBZ in aanmerking komende gebieden de fysisch-geografische regio-indeling van Nederland als leidraad genomen. Blijkens de stukken heeft hij hiermee beoogd gebieden buiten de aanwijzingen te laten, die wat betreft ontwikkelings- en instandhoudingsdoelstellingen duidelijk verschillen van de geselecteerde gebieden. De Afdeling acht deze methode ter invulling en nadere uitwerking van het begrenzingencriterium landschapsecologische eenheid niet onredelijk. De door appellante voorgestane alternatieve invulling van dit begrenzingencriterium, zoals deze in de A&Wrapporten 211 en 340 is toegepast en in het Alterra-rapport 328 is overgenomen, wordt door verweerder niet gevolgd. Dat een alternatieve invulling mogelijk is, betekent niet dat de methode van verweerder onjuist is of dat verweerder gehouden is zijn methode aan te passen. Gezien het vorenstaande en hetgeen in overweging is vastgesteld, heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat de polders van Schiermonnikoog, Ameland, Terschelling en (gedeeltelijk) Texel en een groot deel van de vastelandskust van Noord-Holland, Fryslân en Groningen niet met één dan wel meerdere van de aangewezen gebieden een landschapsecologische eenheid vormen. Overigens wordt in het Alterra-rapport 328 tot een zelfde conclusie gekomen. Gelet op het voorgaande heeft
8 verweerder in redelijkheid de door appellante voorgestelde gebieden buiten de aanwijzing van de Noordzeekustzone, de Duinen van Texel, de Duinen van Vlieland, de Duinen van Terschelling, de Duinen van Ameland en de Duinen van Schiermonnikoog als SBZ kunnen laten Gelet op het vorenstaande heeft verweerder in zoverre op juiste gronden uitvoering gegeven aan de verplichting die voor Nederland voortvloeit uit artikel 4, eerste lid, van de Vogelrichtlijn. In hetgeen appellante heeft aangevoerd ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat het bestreden besluit in zoverre is voorbereid of genomen in strijd met het recht. Het beroep is ongegrond. Proceskostenveroordeling 2.7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: verklaart het beroep ongegrond. Aldus vastgesteld door mr. A. Kosto, Voorzitter, en mr. J.G.C. Wiebenga en mr. B.J. van Ettekoven, Leden, in tegenwoordigheid van mr. P.J.A.M. Broekman, ambtenaar van Staat. w.g. Kosto Voorzitter w.g. Broekman ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 18 januari
ECLI:NL:RVS:2005:AU6656
ECLI:NL:RVS:2005:AU6656 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-11-2005 Datum publicatie 23-11-2005 Zaaknummer 200505407/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2005:AU8440
ECLI:NL:RVS:2005:AU8440 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2005 Datum publicatie 21-12-2005 Zaaknummer 200502884/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB7292
ECLI:NL:RVS:2007:BB7292 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2007 Datum publicatie 07-11-2007 Zaaknummer 200702345/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieArt. 14. Art. 15. Art. 16.
N. 2000 2153 [C 2000/35885] 17 JULI 2000. Besluit van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse regering van 17 oktober 1988 tot aanwijzing van speciale beschermingszones in de zin
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB9957
ECLI:NL:RVS:2007:BB9957 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-12-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Zaaknummer 200700759/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 20 september 2007 *
COMMISSIE / ITALIË ARREST VAN HET HOF (Tweede kamer) 20 september 2007 * In zaak C-388/05, betreffende een beroep wegens niet-nakoming krachtens artikel 226 EG, ingesteld op 24 oktober 2005, Commissie
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AZ4794
ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-12-2006 Datum publicatie 20-12-2006 Zaaknummer 200607725/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Voorlopige
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:3050
ECLI:NL:RVS:2016:3050 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-11-2016 Datum publicatie 16-11-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601834/1/R2 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2009:BH9250
ECLI:NL:RVS:2009:BH9250 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-04-2009 Datum publicatie 01-04-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200801465/1/R2 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2008:BF7235
ECLI:NL:RVS:2008:BF7235 Instantie Raad van State Datum uitspraak 08-10-2008 Datum publicatie 08-10-2008 Zaaknummer 200709059/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:BZ1273
ECLI:NL:RVS:2013:BZ1273 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-02-2013 Datum publicatie 18-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206332/1/R3 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BQ6783
ECLI:NL:RVS:2011:BQ6783 Instantie Raad van State Datum uitspraak 01-06-2011 Datum publicatie 01-06-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201101191/1/H2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatie1. T.a.v. van uw handhavingsverzoek m.b.t. de Doggersbank en de Noordzeekustzone vanaf de 5 m tot 20 meter dieptelijn ten noorden van Bergen
> Retouradres Postbus 30032 9700 RM Groningen Stichting Greenpeace Nederland Cascadeplein 6 Postbus 30032 9700 RM Groningen www.minlnv.nl Contactpersoon mr.ing. H.H.M. Durenkamp T 050-5992327 M 06-48136185
Nadere informatieFeitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.
Onderwerp Uitspraak RvS inzake wijzigingsbesluit Duinweg 56 Collegevoorstel Zaaknummer: OLOGMM27 Inleiding Op 30 november 2010 heeft uw college besloten het wijzigingsbesluit Duinweg 56, Drunen vast te
Nadere informatieOntwerp-besluit Aanwijzing Abtskolk & De Putten Vogelrichtlijn
Ontwerp-besluit Aanwijzing Abtskolk & De Putten Vogelrichtlijn Kennisgeving van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, Directie Natuur, betreffende het ontwerp-besluit tot aanwijzing van
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2005:AU2986
ECLI:NL:RVS:2005:AU2986 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200502262/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatiePage 1 of 5 LJN: BI2630, Raad van State, 200800948/1 Datum uitspraak: 29-04-2009 Datum publicatie: 29-04-2009 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Eerste aanleg - meervoudig Inhoudsindicatie:
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden.
LJN: AU3784, Raad van State, 200501342/1 Print uitspraak Datum uitspraak: 05-10-2005 Datum publicatie: 05-10-2005 Rechtsgebied: Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Bij
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY2512
ECLI:NL:RVS:2012:BY2512 Instantie Raad van State Datum uitspraak 07-11-2012 Datum publicatie 07-11-2012 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201203945/1/A2 Eerste
Nadere informatiehet college van burgemeester en wethouders van Son en Breugel proceduresoort Eerste aanleg - meervoudig rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Overige
Essentie uitspraak: Een bedrijfswoning moet een functionele binding hebben met het bedrijf. Dat moet in de milieuvergunning zijn geregeld. Het bestemmingsplan moet de functie bedrijfswoning vervolgens
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BX4670
ECLI:NL:RVS:2012:BX4670 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-08-2012 Datum publicatie 15-08-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106219/1/A4 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BA8151
ECLI:NL:RVS:2007:BA8151 Instantie Raad van State Datum uitspraak 27-06-2007 Datum publicatie 27-06-2007 Zaaknummer 200607820/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2009:BJ2630
ECLI:NL:RVS:2009:BJ2630 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-07-2009 Datum publicatie 15-07-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200808561/1/H2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BT6665
ECLI:NL:RVS:2011:BT6665 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-10-2011 Datum publicatie 05-10-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201009255/1/R1 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AV6241
ECLI:NL:RVS:2006:AV6241 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-03-2006 Datum publicatie 22-03-2006 Zaaknummer 200506182/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1997
ECLI:NL:RVS:2017:1997 Instantie Raad van State Datum uitspraak 26-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604542/1/A1 Eerste
Nadere informatieUitspraak /1/R1
Uitspraak 201601235/1/R1 Datum van uitspraak: woensdag 31 augustus 2016 Tegen: de raad van de gemeente Bergen Proceduresoort: Eerste aanleg - meervoudig Rechtsgebied: Ruimtelijke-ordeningskamer - Bestemmingsplannen
Nadere informatieOfficiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied
STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 38 25 februari 2009 Bekendmaking aanwijzingsbesluiten Natura 2000 in het Waddengebied De Minister van Landbouw, Natuur
Nadere informatieNATURA 2000 IN NIEUWKOOP
1 NATURA 2000 IN NIEUWKOOP Gebiedsanalyse Aanvulling en wijziging van gegevens in verband met de publicatie van het Ontwerpbesluit INCAconsult 16 september 2008 2 Aanvulling en wijziging van gegevens in
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AX0760
ECLI:NL:RVS:2006:AX0760 Instantie Raad van State Datum uitspraak 10-05-2006 Datum publicatie 10-05-2006 Zaaknummer 200505022/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:435. Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Inhoudsindicatie
ECLI:NL:RVS:2015:435 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-02-2015 Datum publicatie 18-02-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201402761/1/R1 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieMusselkanaal. Bijlagen bij de toelichting NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009
Musselkanaal NL.IMRO.00370000BP0602- vastgesteld: 29 oktober 2007 goedgekeurd: 24 juni 2008 onherroepelijk: 30 juli 2009 Bijlagen bij de toelichting BIJLAGE 1 Berekening luchtkwaliteit BIJLAGE 2 Inspraak-
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:BZ7733
ECLI:NL:RVS:2013:BZ7733 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-04-2013 Datum publicatie 17-04-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201200753/1/A3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2005:AT0508
ECLI:NL:RVS:2005:AT0508 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-03-2005 Datum publicatie 16-03-2005 Zaaknummer 200409156/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2015:1768
ECLI:NL:RVS:2015:1768 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201407801/1/A3 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY5138
ECLI:NL:RVS:2012:BY5138 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-12-2012 Datum publicatie 05-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201110184/1/A3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieTilburg University. Maasvlakte terecht niet aangewezen als SBZ Verschuuren, Jonathan. Document version: Early version, also known as pre-print
Tilburg University Maasvlakte terecht niet aangewezen als SBZ Verschuuren, Jonathan Document version: Early version, also known as pre-print Publication date: 2009 Link to publication Citation for published
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BW4490, Meerdere afhandelingswijzen
ECLI:NL:RVS:2013:432 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-07-2013 Datum publicatie 24-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201206123/1/A2 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2005:AU2988
ECLI:NL:RVS:2005:AU2988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-09-2005 Datum publicatie 21-09-2005 Zaaknummer 200501988/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY6738
ECLI:NL:RVS:2012:BY6738 Instantie Raad van State Datum uitspraak 19-12-2012 Datum publicatie 19-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201102748/1/R4 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar A.H.M. Boevink
Raad vanstate Afdeling bestuursrechtspraak Raad van de gemeente Soest Postbus 2000 3760 CA SOEST Datum Ons nummer Uw kenmerk 1 9 december 201 2 201 206869/1 /R2 Onderwerp Soest Bestemmingsplan De Eng Behandelend
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY3743
ECLI:NL:RVS:2012:BY3743 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-11-2012 Datum publicatie 21-11-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201202162/1/V6 Bestuursrecht Vreemdelingenrecht
Nadere informatieNoot van de commissie: Ook hier blijkt weer dat externe veiligheid ook een kwestie van overwogen ruimtelijke ordening is
Essentie uitspraak: Het bestemmingsplan maakt uitbreiding van een tankstation niet mogelijk. De milieuvergunning mag, vanwege het ruimtelijke feit, worden geweigerd. De gemeente is niet verplicht om het
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB3432
ECLI:NL:RVS:2007:BB3432 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-09-2007 Datum publicatie 12-09-2007 Zaaknummer 200700799/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2000:AA7143
ECLI:NL:RVS:2000:AA7143 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-08-2000 Datum publicatie 04-07-2001 Zaaknummer 199900390/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2016:3597, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2017:84 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604839/1/A2 Eerste
Nadere informatievanstate /1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201108441/1/V6. Datum uitspraak: 28 maart 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) op het
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2009:BK0125
ECLI:NL:RVS:2009:BK0125 Instantie Raad van State Datum uitspraak 14-10-2009 Datum publicatie 14-10-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200806200/1/R2 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BQ4936
ECLI:NL:RVS:2011:BQ4936 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-05-2011 Datum publicatie 18-05-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201008844/1/H1 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BW3893
ECLI:NL:RVS:2012:BW3893 Instantie Raad van State Datum uitspraak 25-04-2012 Datum publicatie 25-04-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201109104/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3854
ECLI:NL:RVS:2014:3854 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-10-2014 Datum publicatie 29-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201401837/1/R1 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatiePrint deze uitspraak rechtsgebied Kamer 2 - Milieu - Schadevergoeding
Essentie uitspraak: Beëindiging verkoop LPG. Het college had moeten beoordelen welke schade aan de juridische beëindiging van de activiteit was toe te schrijven. In het thans bestreden besluit heeft het
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AW1261
ECLI:NL:RVS:2006:AW1261 Instantie Raad van State Datum uitspraak 12-04-2006 Datum publicatie 12-04-2006 Zaaknummer 200503239/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieAfdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs
Raad van tate Afdeling bestuursrechtspraak INGEKOM»- N 0 4 APR. 2313 Raad van deljemeente Loon op Zand Postbus 7 5170 AA KAATSHEUVEL GEMEENTE LOON OP ZAND lllllllllllllllll 2013.05077 Afdeling: RO O VB:
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:3998
ECLI:NL:RVS:2014:3998 Instantie Raad van State Datum uitspraak 05-11-2014 Datum publicatie 05-11-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201403900/1/A3 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:BZ2509
ECLI:NL:RVS:2013:BZ2509 Instantie Raad van State Datum uitspraak 27-02-2013 Datum publicatie 27-02-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201204293/1/R3 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 201 304470/1/RI. Datum uitspraak: 27 november 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Koninklijke Jongeneel
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2010:BO4829
ECLI:NL:RVS:2010:BO4829 Instantie Raad van State Datum uitspraak 24-11-2010 Datum publicatie 24-11-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201003576/1/H3 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieLJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1. Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: 05-09-2012
LJN: BX6509, Raad van State, 201201225/1/A1 Datum uitspraak: 05-09-2012 Datum publicatie: Rechtsgebied: 05-09-2012 Bestuursrecht overig Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Afwijzing handhavingsverzoek
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2002:AE9003
ECLI:NL:RVS:2002:AE9003 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-10-2002 Datum publicatie 21-10-2002 Zaaknummer 200102167/1 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB4709
ECLI:NL:RVS:2007:BB4709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 03-10-2007 Datum publicatie 03-10-2007 Zaaknummer 200702080/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RBGEL:2016:2558
ECLI:NL:RBGEL:2016:2558 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 12-05-2016 Datum publicatie 19-05-2016 Zaaknummer AWB - 15 _ 7447 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BY7283
ECLI:NL:RVS:2012:BY7283 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-12-2012 Datum publicatie 27-12-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201208291/1/R1 en 201208291/2/R1
Nadere informatieECLI:NL:RVS:1996:AD7349
ECLI:NL:RVS:1996:AD7349 Instantie Raad van State Datum uitspraak 09-12-1996 Datum publicatie 19-12-2001 Zaaknummer R01.93.1576 Rechtsgebieden Bestuursrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:BB2492
ECLI:NL:RVS:2007:BB2492 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-08-2007 Datum publicatie 29-08-2007 Zaaknummer 200607060/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:CBB:2016:450. Uitspraak. College van Beroep voor het bedrijfsleven. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 15/893
ECLI:NL:CBB:2016:450 Instantie Datum uitspraak 29-12-2016 Datum publicatie 24-01-2017 Zaaknummer 15/893 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2004:AR4275
ECLI:NL:RVS:2004:AR4275 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-10-2004 Datum publicatie 20-10-2004 Zaaknummer 200407821/1 en 200407821/2 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AY6746
ECLI:NL:RVS:2006:AY6746 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-08-2006 Datum publicatie 23-08-2006 Zaaknummer 200510435/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:1463
ECLI:NL:RVS:2014:1463 Instantie Raad van State Datum uitspraak 23-04-2014 Datum publicatie 23-04-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201308905/1/R2 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2003:AL8988
ECLI:NL:RVS:2003:AL8988 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-10-2003 Datum publicatie 15-10-2003 Zaaknummer 200302570/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:2307, Bekrachtiging/bevestiging
ECLI:NL:RVS:2014:110 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-01-2014 Datum publicatie 22-01-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201300676/1/A2 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2006:AV7550
ECLI:NL:RVS:2006:AV7550 Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-03-2006 Datum publicatie 29-03-2006 Zaaknummer 200506819/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2014:1169
ECLI:NL:RVS:2014:1169 Instantie Raad van State Datum uitspraak 02-04-2014 Datum publicatie 02-04-2014 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201306413/1/A2 Eerste
Nadere informatieAR 2017/318 H.J. de Vries annotatie in TBR 2017/45
ECLI:NL:RVS:2017:106 Instantie Raad van State Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201604996/1/R3 Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieAfdeling bestuursre c h tsp raak. Uw kenmerk. Behandelend ambtenaar. F. Sardar
1 Raad vanstate Afdeling bestuursre c h tsp raak 6.000157 Gemeente HARLINGEN Ingekomen Raad van de gemeente Harlingen Postbus 10000 8860 HA HARLINGEN No. 2 1 JAN. 2016 Datum Ons nummer 20 januari 2016
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van:
Raad vanstatc 201002367/2/V6. Datum uitspraak: 1 september 2010 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het verzet (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht) van: wonend te handelend onder de naam
Nadere informatieECLI:NL:RBDHA:2016:4544
ECLI:NL:RBDHA:2016:4544 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 28-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Zaaknummer 15/22319 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Bodemzaak
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2011:BV0418
ECLI:NL:RVS:2011:BV0418 Instantie Raad van State Datum uitspraak 22-12-2011 Datum publicatie 09-01-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201106133/1/V3 Vreemdelingenrecht
Nadere informatieAfdeling bestut.. Deze brief is geautomatiseerd aangemaakt en is daarom niet ondertekend.
Raad vanstate Afdeling bestut.. echtspraak -- nezriz7e 474 Amsterdam Betreft : Raad van de gemeente Amsterdam 18 FEB. 2016 0 ntva nge r, Dienst Ruimtelijke Ordening van de gemeente Amsterdam Postbus 2758
Nadere informatieZoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie
Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151 Permanente link: http://deeplink.rechtspraa Instantie Raad van State Datum uitspraak 29-12-2010 Datum publicatie 29-12-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2012:BV9447
ECLI:NL:RVS:2012:BV9447 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-03-2012 Datum publicatie 21-03-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201111814/2/R4 Bestuursrecht Voorlopige
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2008:BC1824
ECLI:NL:CRVB:2008:BC1824 Instantie Datum uitspraak 02-01-2008 Datum publicatie 15-01-2008 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-319 WW Bestuursrecht
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2016:3390
ECLI:NL:RVS:2016:3390 Instantie Raad van State Datum uitspraak 21-12-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201601294/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBMNE:2015:5375, Meerdere afhandelingswijzen
ECLI:NL:RVS:2016:965 Instantie Raad van State Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 13-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201507000/1/A3 Eerste
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep van:
Raad vanstate 201100976/1/V2. Datum uitspraak: 18 september 201 2 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht op het hoger beroep
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2007:AZ9709
ECLI:NL:RVS:2007:AZ9709 Instantie Raad van State Datum uitspraak 15-02-2007 Datum publicatie 07-03-2007 Zaaknummer 200607659/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht Hoger
Nadere informatieAFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Raad vanstate 200607461/1. Datum uitspraak: 11 juli 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak op het hoger beroep van: vennootschap onder firma appellante,, gevestigd te tegen de uitspraak in zaak nos.
Nadere informatieEerste aanleg: ECLI:NL:RBASS:2012:BX5879, Meerdere afhandelingswijzen
ECLI:NL:RVS:2013:375 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-07-2013 Datum publicatie 17-07-2013 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201209590/1/A1 Eerste
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2013:BY8851
ECLI:NL:RVS:2013:BY8851 Instantie Raad van State Datum uitspraak 16-01-2013 Datum publicatie 18-01-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201112376/1/V1 Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2017:1318
ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger
Nadere informatie/1/R4 woensdag 13 februari de raad van de gemeente Lansingerland,
Uitspraak 201205425/lIR4 gevonden via" Page 1 of5 Uitspraken ZAAKNUMMER DATUM VAN UITSPRAAK TEGEN PROCEDURESOORT RECHTSGEBIED 201205425/1/R4 woensdag 13 februari 2013 de raad van de gemeente Eerste aanleg
Nadere informatieEssentie uitspraak: Casus: Noot
Essentie uitspraak: bestemmingsplannen die na de inwerkingtreding van het Bevi worden vastgesteld of herzien, moeten, voor zover zij betrekking hebben op kwetsbare objecten, direct in overeenstemming zijn
Nadere informatieECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580
ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht
Nadere informatieECLI:NL:RVS:2003:AI1467
ECLI:NL:RVS:2003:AI1467 Instantie Raad van State Datum uitspraak 27-08-2003 Datum publicatie 27-08-2003 Zaaknummer 200300729/1 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Bestuursrecht Eerste
Nadere informatieUitspraak 201108372/1/R4
pagina 1 van 5 Uitspraak 201108372/1/R4 Datum van uitspraak: woensdag 23 januari 2013 Tegen: Proceduresoort: Rechtsgebied: 201108372/1/R4. Datum uitspraak: 23 januari 2013 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK
Nadere informatieIn de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan.
Raad vanstate IN14.01365 GEMbciNl INGBKOiV Raad van de gemeente Beuningen Postbus 14 6640 AA BEUNINGEN GLD 1 3 MRT 2014 Datum Ofts nummer Uw kenmerk 12 maart 2014 201 309835/1/R6 Onderwerp lìch.imlclcnd
Nadere informatieTussenuitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Leeuwarden van 10 november 2011, 11/512 (aangevallen uitspraak)
LJN: BZ9358, Centrale Raad van Beroep, 11/7248 AWBZ-T Datum uitspraak: 01-05-2013 Datum publicatie: 03-05-2013 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie: Tussenuitspraak.
Nadere informatieUitspraak /5/R1
Uitspraak 201302029/5/R1 Raad van State http://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=7... Page 1 of 3 3-12-2013 Uitspraak 201302029/5/R1 DATUM VAN UITSPRAAK woensdag
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2013:2879
ECLI:NL:CRVB:2013:2879 Instantie Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 19-12-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-211 WWB Socialezekerheidsrecht
Nadere informatieECLI:NL:CRVB:2009:BI9049
ECLI:NL:CRVB:2009:BI9049 Instantie Datum uitspraak 28-05-2009 Datum publicatie 22-06-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-4976 AOW Bestuursrecht
Nadere informatie