Memo. Overzicht belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van de integrale openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ+)

Transcriptie

1 Inwoners Integraal Inwonersbeleid en Processen Memo aan Stuurgroep OGGZ+ van Marian Jacobs datum pagina 20 april van 14 betreft Overzicht belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van de integrale openbare geestelijke gezondheidszorg (OGGZ+) 1. Inleiding De Stuurgroep OGGZ+ heeft verzocht om een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van de OGGZ+. Dat biedt deze memo, het gaat hierbij om een samenvatting. Voor meer uitgebreide informatie wordt verwezen naar reeds behandelde memo s in de Stuurgroep OGGZ+ en gelieerde stukken. Achtereenvolgend wordt in deze memo ingegaan op: - Financiën en herverdeling rijksmiddelen MO/OGGZ/VB - Toekomstige besteding rijksmiddelen MO/OGGZ/VB - Toeleiding bemoeizorgcliënten/zorgmijders per Structurele oplossing voor de tijdelijke opvangvoorziening De Boeg - Invoering eigen bijdrage Maatschappelijke Opvang/Vrouwenopvang - Stelselwijziging Vrouwenopvang - Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling i.r.t. Functies Steunpunten Huiselijk Geweld bezoekadres Raadhuislaan 106, 3201 EL Spijkenisse postadres Postbus 25, 3200 AA Spijkenisse telefoon (0181) fax (0181) internet

2 datum 20 april Algemeen ons kenmerk pagina 2 van 14 - Het ministerie van VWS heeft Spijkenisse aangewezen als een van de 43 centrumgemeenten voor maatschappelijke opvang, OGGZ en verslavingsbeleid in Nederland. Tevens is Spijkenisse aangewezen als een van de 35 centrumgemeenten voor Vrouwenopvang (inclusief de bestrijding van huiselijk geweld). Spijkenisse is dit voor de veertien regiogemeenten op de Zuid-Hollandse eilanden (ZHE). Spijkenisse is hierbij verantwoordelijk voor beleidsontwikkeling, uitvoering, afstemming met de regiogemeenten op de ZHE, afstemming en subsidietoekenning aan (zorg)partners. Het beleid wordt deels uitgevoerd door de gemeente Spijkenisse en deels door (zorg)partners. - De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) vormt het wettelijk kader voor de centrumgemeenten. Hierbij gaat het om de Wmo-prestatievelden 7, 8 en 9. Zowel centrumgemeenten als regiogemeenten hebben verantwoordelijkheden op genoemde prestatievelden deze zijn globaal afgebakend. - Als centrumgemeente ontvangt Spijkenisse rijksmiddelen de decentralisatie-uitkering MO/OGGZ/VB (tot 1 januari 2010 was dit de doeluitkering MO/OGGZ/VB ) en de decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang (tot 1 januari 2011 was dit de doeluitkering VO ). 3. Financiën en herverdeling rijksmiddelen MO/OGGZ/VB - Het ministerie van VWS heeft besloten om vanaf 1 januari 2010 een nieuwe verdeelsleutel voor de middelen MO/OGGZ/VB, die centrumgemeenten van het rijk ontvangen, in te voeren (herverdeling van de rijksmiddelen voor centrumgemeenten). Hiervoor is een nieuw verdeelmodel ontwikkeld. - De herverdeling van de rijksmiddelen heeft als consequentie dat een aantal centrumgemeenten (fors) meer middelen ontvangt en dat een aantal centrumgemeenten (fors) minder middelen ontvangt. De herverdeling van de rijksmiddelen MO/OGGZ/VB wordt gefaseerd over de jaren 2010 tot en met 2013 doorgevoerd. - Als gevolg van de herverdeling van de rijksmiddelen is Spijkenisse fors gekort op haar decentralisatie-uitkering MO/OGGZ/VB. In 2009 ontving Spijkenisse nog aan rijksmiddelen MO/OGGZ/VB. Per 2012 wordt nog ontvangen. Over de jaren 2010 tot en met 2012 is Spijkenisse aldus bijna gekort op haar centrummiddelen voor MO/OGGZ/VB. De herverdeling duurt tot en met 2013, per 2013 zal Spijkenisse (conform de huidige informatie) voor het laatste jaar worden gekort op deze middelen. Het kortingsbedrag voor 2013 is nog niet bekend.

3 datum ons kenmerk pagina 20 apri l van 14 - Naast de besteding van de decentralisatie-uitkeringen MO/OGGZ/VB en VO zet de centrumgemeente Spijkenisse zich op diverse gebieden in voor alle bewoners op de ZHE. Hierbij gaat het om inzet op inkomens- en re-integratiegebied en ambtelijke inzet zoals de financiering van de uitkeringen voor daklozen die in de maatschappelijke opvang van Spijkenisse verblijven. Dit financiert Spijkenisse momenteel uit eigen gemeentemiddelen, hiervoor wordt Spijkenisse ook niet door het rijk gecompenseerd. 4. Toekomstige besteding rijksmiddelen MO/OGGZ/VB In overleg met de Stuurgroep OGGZ+ is besloten dat de centrumgemeente Spijkenisse de rijksmiddelen MO/OGGZ/VB in de toekomst primair besteedt aan de opvang en begeleiding van daklozen (maatschappelijk opvang). Bijgaande zaken liggen hieraan ten grondslag: - In de maatschappelijke opvang gaat het om directe zorg en begeleiding aan een zeer kwetsbare doelgroep die zonder hulp letterlijk op straat verblijft en slaapt. Deze doelgroep dient uit humanitaire overwegingen als meeste beschermd te worden. - Bij de maatschappelijke opvang gaat het om voorzieningen die bovenlokaal georganiseerd dienen te worden en waarbij het brandweermodel van toepassing is. Dit houdt in dat als een dakloze uit de ZHE zich meldt en hij/zij voldoet aan de criteria en er is plaats in de opvang, dat hij/zij in de maatschappelijke opvang van de centrumgemeente Spijkenisse terecht kan. - In navolging van het Plan van Aanpak Maatschappelijke Opvang heeft de centrumgemeente Rotterdam regiobinding voor daklozen ingevoerd. Hierdoor konden daklozen uit de regio ZHE niet meer in de maatschappelijke opvang van Rotterdam terecht. Als gevolg hiervan nam de druk op de opvang in de ZHE toe en is deze in 2009 (tijdelijk) uitgebreid. - Enerzijds decentraliseert de rijksoverheid en anderzijds houdt de overheid zich intensief bezig met het gedecentraliseerde beleid. Sinds een aantal jaar geldt dat met name voor het opvangbeleid. Gedurende de afgelopen jaren heeft er in de stuurgroep OGGZ+ uitgebreid afstemming plaatsgevonden over het feit dat er vanwege rijksbezuinigingen fors bezuinigd dient te worden op de centrumgemeentemiddelen voor MO/OGGZ/VB. Er zijn nieuwe keuzen gemaakt over welke voorzieningen in de toekomst nog vanuit de centrumgemeentemiddelen worden gefinancierd en waarvoor de regiogemeenten op de ZHE verantwoordelijk worden. De stuurgroep OGGZ+ heeft positief geadviseerd om in de

4 20 april van 14 toekomst de fors beperkte rijksmiddelen MO/OGGZ/VB primair te besteden aan de opvang en begeleiding van daklozen (maatschappelijk opvang). Dit betekent mede dat de ZHE-regiogemeenten per 2013 financieel verantwoordelijk worden voor de toeleiding van bemoeizorgcliënten/zorgmijders. In de afgelopen jaren zijn de regiogemeenten reeds financieel en inhoudelijk verantwoordelijk geworden voor de verslavingspreventie-activiteiten. Met het financieel verantwoordelijk worden voor de toeleiding van bemoeizorgcliënten/zorgmijders wordt de preventietaak van de lokale gemeenten uitgebreid. De hiervoor bestaande structuren de lokale zorgnetwerken (LZN) zijn reeds lokaal georganiseerd. In de toekomst dient dan per regiogemeente binnen de lokale structuren bezien te worden op welke wijze bemoeizorgcliënten/ zorgmijders kunnen worden toegeleid. 5. Toeleiding bemoeizorgcliënten/zorgmijders per 2013 De stuurgroep OGGZ+ heeft in 2011 aangegeven dat zij het belangrijk vindt dat Spijkenisse de ZHE-regiogemeenten organisatorisch/beleidsmatig blijft ondersteunen op het gebied van bemoeizorg, ook i.h.k.v. de toekomstige subsidieverlening aan bemoeizorgpartners. Wethouder Van der Schaaf heeft aangegeven dat de centrumgemeente, in overleg met de regiogemeenten, de mogelijkheden in deze zal bezien en zal verkennen hoe dit vorm gegeven zou kunnen worden en onder welke voorwaarden (ook juridisch gezien dient dit gedegen bezien te worden). Spijkenisse wil de mogelijkheden mede bezien daar de toeleiding van bemoeizorgclienten/zorgmijders geen core-business is van de zorgpartners. Het risico bestaat dat de huidige zorgpartners, gezien de relatief hoge kosten (inzet management en accountantskosten), geen aparte subsidieovereenkomsten met alle ZHEregiogemeenten willen afsluiten. De insteek is dat de centrumgemeente de ZHE-gemeenten per 2013 ondersteunt inzake de bemoeizorgtrajecten van de zorgpartners Delta psychiatrisch centrum, Bavo-Europoort, Pameijer en Bouman GGZ. De ZHE-gemeenten hebben reeds een subsidierelatie/ inkooprelatie met de GGD ZHZ of de GGD RR. Voor de bemoeizorgtrajecten kan iedere ZHE-gemeente desgewenst zelf per 2013 afspraken maken met een van de GGD-en. De samenwerking richt zich dus niet op een gezamenlijke inkoop van bemoeizorgtrajecten bij de GGD-en. Zie bijlage 1 voor de route van de bemoeizorgclient/zorgmijder, deze bijlage laat eveneens de samenhang zien met de decentralisatie van de AWBZ-begeleiding naar de Wmo.

5 20 april van 14 Tot heden wordt aan de zorgpartners Delta psychiatrisch centrum, Bavo-Europoort, Pameijer en Bouman GGZ vanuit de centrummiddelen jaarlijks een totaalbudget toegekend 1. Over de inzet van de middelen zijn afspraken gemaakt tussen de centrumgemeente Spijkenisse en de zorgaanbieders. De zorgaanbieders zetten deze centrummiddelen vervolgens o.b.v. de gemaakte afspraken in t.b.v. de bemoeizorgklanten in de ZHE-gemeenten. Het aantal uur dat per zorgaanbieder jaarlijks per ZHEgemeente wordt ingezet, varieert. Dat is afhankelijk van het type problematiek van de bemoeizorgclienten (het een wordt b.v. aangepakt door de Pameijer en het ander door de Bouman) en de ernst van de problematiek (indien een cliënt ernstige problematiek heeft en erg zorgmijdend is, zullen er meer toeleidingsuren nodig zijn). Dit betekent dat vooraf niet is aan te geven hoeveel uur bemoeizorg een gemeente in een bepaald jaar bij een bepaalde aanbieder nodig heeft. Dat geldt m.n. voor de kleinere ZHE-gemeenten waarbij er onder meer geen automatische middeling van zware en lichte bemoeizorgklanten optreedt. De huidige wijze van werken en subsidieverlening inzake bemoeizorg is over de afgelopen jaren doorontwikkeld en effectief gebleken. De aanbieder kent de criteria op basis waarvan hij budget kan inzetten en weet welk budget hij maximaal te besteden heeft. Iedere aanbieder dient zo effectief/efficiënt mogelijk met het aantal uur per bemoeizorgclient om te gaan (anders komt hij op totaalniveau niet uit). Het uitgangspunt is dat alle bemoeizorgclienten door alle aanbieders tezamen zo effectief/efficiënt mogelijk moeten worden toegeleid naar zorg. 1 Subsidieverlening 2012 (2012 betreft een overgangsjaar waarbij voor de financiering van de toeleiding van bemoeizorgklanten een beroep wordt gedaan op de reserve centrummiddelen) Delta psychiatrisch centrum: toeleiding van bemoeizorgklanten/zorgmijders naar hulp en zorg Bavo-Europoort: toeleiding van bemoeizorgklanten/zorgmijders naar hulp en zorg Pameijer: toeleiding van bemoeizorgklanten/zorgmijders naar hulp en zorg Bouman GGZ: toeleiding van bemoeizorgklanten/zorgmijders naar hulp en zorg Totaal

6 20 april van 14 In dit kader is nagedacht over een reële verdeelsleutel om de kosten van deze bemoeizorgpartners (zie voetnoot 1 waarin de budgetten 2012 worden weergegeven) over de ZHE-gemeenten te verdelen. Er is gekozen voor een verdeelsleutel o.b.v. het procentuele aandeel per gemeente op het totaal aantal trajecten bemoeizorg over 2 jaar (bij het jaar 2013 wordt uitgegaan van de jaren 2009 en 2010, er wordt dus uitgegaan van T 3). Hiervoor kunnen de cijfers van de GGD-en worden gebruikt. Dit is cijfermatig in beeld gebracht, zie hiervoor bijlage 2. N.B.: Een voorwaarde voor gezamenlijke subsidieverlening aan de bemoeizorgpartners is dat de centrumgemeente dit -juridisch gezien- contractueel moet kunnen regelen. Streven is om hiervoor een zo eenvoudig mogelijke gezamenlijke overeenkomst te gebruiken die recht doet aan de veranderde omstandigheden (dat per 2013 alle ZHE-regiogemeenten zelf verantwoordelijk worden voor bemoeizorg). Deze kwestie ligt momenteel voor bij de afdeling juridische zaken van Spijkenisse. 6. Structurele oplossing voor de tijdelijke opvangvoorziening De Boeg Als gevolg van de invoering van Centraal Onthaal voor daklozen (regiobinding) in Rotterdam nam de druk op de opvangvoorzieningen in de centrumgemeente Spijkenisse toe en is de opvang in 2009 uitgebreid met De Boeg. De Boeg betreft een tijdelijke opvangvoorziening die voor maximaal 5 jaar kan dienst doen (2009 tot 2014). De volgende opvangvoorzieningen zijn vanuit de centrumgemeente Spijkenisse beschikbaar voor de daklozen op de ZHE (voorzieningen liggen in Spijkenisse): 1) De Opstap: 20 plaatsen (5 1-persoonskamers en 4 gezinskamers) 2) De tijdelijke opvangvoorziening De Boeg: 20 plaatsen (stapelbedden voor mannen en vrouwen in gescheiden ruimten) 3) De Jongerenopvang: 18 plaatsen (verdeeld over een aantal huizen) De definitieve maatschappelijke opvang moet naar de toekomst toe qua prijs/kwaliteit verhouding zo efficiënt/effectief mogelijk worden gerealiseerd. De structurele oplossing voor de tijdelijke opvangvoorziening De Boeg dient zo spoedig mogelijk doch uiterlijk begin 2014 te zijn gerealiseerd.

7 20 april van Invoering eigen bijdrage Maatschappelijke Opvang/Vrouwenopvang Gebruikers van voorzieningen voor maatschappelijke opvang (MO) en vrouwenopvang (VO) betalen sinds jaar en dag een bijdrage voor hun verblijf in de opvang. Deze praktijk is ontstaan onder de Welzijnswet en voortgezet onder de Wmo. Het heffen van een eigen bijdrage in de MO/VO mist echter een wettelijke grondslag, waardoor het onduidelijk is op grond waarvan gebruikers van MO/VO deze bijdrage betalen. Om een basis te creëren voor het heffen van een eigen bijdrage MO/VO, heeft de minister van VWS ervoor gekozen om de Wmo en het Besluit maatschappelijke ondersteuning te wijzigen. Gebruikers van MO/VO krijgen hierdoor meer rechtszekerheid. Gevolgen voor centrumgemeente: - De wijzigingen die worden of zijn doorgevoerd in de Wmo en het Besluit maatschappelijke ondersteuning, moeten worden vertaald naar een gemeentelijke verordening en een gemeentelijk besluit. - In het kader van de rechtszekerheid moeten gemeenten een beschikking afgeven aan cliënten die in een instelling voor opvang verblijven. De beschikking omvat, naast het besluit of iemand wel of niet wordt toegelaten tot de opvangvoorziening, de hoogte van de eigen bijdrage. - Er moeten afspraken gemaakt worden met de opvanginstellingen over het afgeven van beschikkingen, het innen van de bijdragen, de gegevensuitwisseling met het CAK etc. De wijziging van de Wmo is nog niet aangenomen door de Tweede Kamer. Pas op het moment dat de Wmo is gewijzigd, kunnen de gemeentelijke verordeningen van kracht worden. Het Besluit maatschappelijke ondersteuning is al wel gewijzigd. Dit betekent dat de anticumulatie-regeling al wel van kracht is.

8 20 april van Stelselwijziging Vrouwenopvang De stelselwijziging Vrouwenopvang speelt reeds jaren. Het ministerie van VWS heeft Commissie De Jong hierover om advies gevraagd. Aan de hand van het advies van Commissie De Jong heeft VWS besloten om een aantal maatregelen/wijzigingen door te voeren, bijgaand worden de belangrijkste genoemd. Herverdeling decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang: Net zoals bij de decentralisatie-uitkering MO/OGGZ/VB wil VWS de decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang baseren op een objectief verdeelmodel/objectieve criteria. Momenteel is de decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang gebaseerd op historie en algemene criteria. VWS is dus voornemens om ook de decentralisatie-uitkeringen Vrouwenopvang te gaan herverdelen. VWS streeft ernaar om het nieuwe objectieve model voor de Vrouwenopvang in 2012 te ontwikkelen. Insteek is om het nieuwe verdeelmodel zo veel mogelijk te laten aansluiten op de verdeelsystematiek van het gemeentefonds. Volgens planning zal in 2012 helder worden wat de consequenties voor Spijkenisse zijn inzake deze herverdeling. Regiovisie geweld in huiselijke kring: Een advies van Commissie De Jong is dat het rijk meer moet gaan sturen op het stelsel vrouwenopvang/de aanpak van huiselijk geweld. VWS is het eens met De Jong dat er meer gestuurd dient te worden. VWS is echter van mening dat niet het rijk meer moet sturen maar dat (centrum)gemeenten meer moeten gaan sturen. Hiervoor treft VWS maatregelen. In dit kader dienen de (centrum)gemeenten elke vier jaar een regiovisie geweld in huiselijke kring te gaan ontwikkelen. Hierbij gaat het om een brede visie waarin tevens de aanpak van kindermishandeling en samenhang tussen de justitiële en de gemeentelijke zorgketen meegenomen dient te worden. Dit betekent dat (centrum)gemeenten, in overleg met de regiogemeenten, naar verwachting per 2013 regiovisies moeten gaan opstellen. Qua type beleidsdocument kan deze regiovisie naar verwachting worden vergeleken met het Stedelijk Kompas voor de daklozen. Wijziging artikel 4 Wmo en Wmo-prestatieveld 7: De commissie De Jong adviseert om de Wmo op een aantal onderdelen te wijzigingen. VWS wil dit overnemen en vanaf 2015 praktijk laten zijn. Hiermee wil VWS de positie en bescherming van slachtoffers van geweld in huiselijke kring beter waarborgen. VWS is voornemens om per 2015:

9 datum 20 april 2012 ons kenmerk pagina 9 van 14 - Prestatieveld 7 van de Wmo aan te passen en een bredere definitie van slachtoffers van geweld in huiselijke kring op te nemen (ook b.v. eergerelateerd geweld). - Artikel 4 van de Wmo (compensatiebeginsel) aan te passen en dit artikel ook van toepassing te laten zijn op de aanpak van geweld in huiselijke kring. Gemeenten dienen dan hun inwoners te gaan compenseren voor huiselijk geweld. Tienermoeders: Een paar centrumgemeenten besteden middelen uit de decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang aan de opvang van tienermoeders. Aangezien er bij de opvang van tienermoeders doorgaans geen sprake is van huiselijk geweld is dat vreemd. VWS financiert momenteel een pilot tienermoeders bij de gemeente Gouda het Siriz-tienermoederhuis (met middelen van de vrouwenopvang). Naar de toekomst toe is VWS voornemens om de opvang voor tienermoeders en de daarmee gepaard gaande financiële middelen over te hevelen van de Vrouwenopvang naar de Maatschappelijke Opvang. 9. Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling i.r.t. Functies Steunpunten Huiselijk Geweld Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling: Het wetsvoorstel voor het verplichte gebruik van de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is op 28 oktober 2011 aangeboden aan de Tweede Kamer. In het wetsvoorstel is vastgelegd dat professionals in de gezondheidszorg, ouderenzorg, gehandicaptenzorg, jeugdzorg, maatschappelijke ondersteuning, onderwijs, kinderopvang en justitie verplicht zijn om met een meldcode te gaan werken wanneer ze beroepshalve te maken hebben met een signaal van huiselijk geweld of kindermishandeling. De meldcode is een vijfstappenplan dat een professional bij een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling dient te doorlopen. De meldcode leidt de professional door het proces vanaf het eerste vermoeden tot aan het moment dat hij of zij moet beslissen over het doen van een melding. Wettelijke status en zeven functies Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG): Het wetsvoorstel gaat zeer uitgebreid in op de SHG s en geeft deze een wettelijke status. Er wordt gedefinieerd welke taken en functies het SHG wettelijk dient uit te oefenen. In de Memorie van Toelichting en in het door VWS uitgebrachte document Functies Steunpunten Huiselijk Geweld is gedetailleerd beschreven wat deze functies precies inhouden.

10 20 april van 14 Kort samengevat zijn de 7 functies van een SHG: 1. Meldpunt (frontoffice) 2. Advies en Ondersteuning (frontoffice) 3. Voorlichting (frontoffice) 4. Organiseren van hulp (procesregie) 5. Bewaken van ketenafspraken (procesregie) 6. Registratie 7. Deskundigheidsbevordering Conclusie: - De centrumgemeente Spijkenisse is voor de regio ZHE verantwoordelijk voor de organisatie van het SHG (ondergebracht bij de GGD ZHZ en de GGD RR). Let wel: de centrumgemeente is verantwoordelijk voor de organisatie en niet voor de financiering van alle taken/functies die moeten worden uitgevoerd. Zoals bekend ontvangt de centrumgemeente slechts een beperkt rijksbudget (de decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang). - In de huidige situatie voeren de SHG s reeds veel taken/functies uit. Naar de toekomst toe dienen de SHG s voldoende capaciteit te hebben en voldoende geoutilleerd te zijn om te functioneren als wettelijk meldpunt zoals gedefinieerd in genoemd wetsvoorstel. Komende tijd zal bezien worden in welke mate er evt. aanvullende capaciteit of anderszins bij het SHG nodig is om de wettelijke taken en functies te kunnen uitvoeren. - We kunnen er van uitgaan dat het aantal meldingen door het invoeren van de verplichte meldcode- stijgt. Dit zal zijn weerslag hebben op de benodigde capaciteit. Dit betekent ook dat gevoeglijk kan worden aangenomen dat alle regiogemeenten hier in de toekomst meer financiële middelen aan zullen moeten besteden (de centrumgemeente Spijkenisse ontvangt uitsluitend een beperkt rijksbudget waarmee zij een aantal taken inzake de bestrijding van huiselijk geweld kan financieren). Met dit wetsvoorstel waarmee de taken en functies van het SHG expliciet wettelijk worden verankerd kan worden gesteld dat de kloof tussen -datgene wat de centrumgemeente Spijkenisse nog kan financieren in relatie tot datgene wat nodig is inzake de bestrijding van huiselijk geweld- groter wordt.

11 20 april van 14 Bijlage 1: Route bemoeizorgcliënt/zorgmijder met link naar decentralisatie AWBZ-begeleiding naar Wmo

12 20 april van 14

13 20 april van 14 Bijlage 2: Verdeelsleutel Bijgaande verdeelsleutel is gebaseerd op een verdeling van de kosten o.b.v. het aandeel per gemeente in het totaal aantal trajecten bemoeizorg over 2 jaar (T 3). Bijgaand is dat cijfermatig in beeld gebracht, zowel qua aantallen als in euro s. Aantal trajecten bemoeizorg 2009 (Bron: GGD ZHE, GGD RR, GGD ZHZ) Aantal trajecten bemoeizorg 2010 (Bron: GGD ZHE, GGD RR, GGD ZHZ) Gemiddeld aantal trajecten bemoeizorg over de jaren 2009 en 2010 (Bron: GGD ZHE, GGD RR, GGD ZHZ) Procentuele aandeel in het totaal aantal bemoeizorgtrajecten van de ZHE (uit de derde kolom blijkt dat het totaal aantal trajecten 409 bedraagt) Relatieve aandeel in het totaal bedrag van de bemoeizorgpartners Delta psychiatrisch centrum, Bouman GGZ, Pameijer en Bavo-Europoort (het totaalbedrag is gebaseerd op het jaar 2012 in euro s) Spijkenisse , ,69 Hellevoetsluis , ,07 Brielle , ,97 bernisse , ,50

14 20 april van 14 Westvoorne , ,97 Dirksland , ,87 goedereede , ,58 middelharnis , ,15 oostflakkee , ,67 0 binnenmaas , ,82 cromstrijen , ,67 korendijk , ,12 oud beijerland , ,62 strijen , ,30 Totaal ,