FAILLISSEMENTSVERSLAG

Transcriptie

1 FAILLISSEMENTSVERSLAG Gegevens onderneming : Schildersbedrijf Lingestreek Regio West en de heer G. Vos Faillissementsnummer : 98/169 en 98/167 Datum uitspraak : 24 juni 1998 Curator : mr. J.M.A.J. Thielen (voorheen mr. C.J.M. van Veenendaal) Rechter-commissaris : mr. B.J. Engberts Datum verslag : 26 april 2005

2 Pagina 2 Voorwoord Op 24 juni 1998 zijn de faillissementen uitgesproken van de vennootschap onder firma Schildersbedrijf Lingestreek Regio West en haar vennoten, de heer J. Diekema en de heer G. Vos. Daarbij werd mr. C.J.M. van Veenendaal aangesteld tot curator. Zoals zal zijn gebleken is na een eerste goede inventarisatie, de verslaglegging in deze schaars gebleven. Een en ander heeft te maken gehad met diverse gezondheidsproblemen waarmee de curator te kampen heeft gekregen, onder andere ten gevolge van een ernstig auto-ongeval. In verband hiermee werd mr. C.J.M. van Veenendaal op 5 januari 2005 uit zijn taak ontheven met gelijktijdige aanstelling van ondergetekende tot curator. Mr. C.J.M. van Veenendaal is nog steeds nagenoeg geheel arbeidsongeschikt, hetgeen ook de overdracht van het dossier heeft belemmerd en dit in feite nog doet. De geringe beschikbaarheid van de heer Van Veenendaal maakt namelijk dat de beantwoording van de vele vragen lang op zich laat wachten. In het hierna volgende zal allereerst nog eens duidelijkheid worden gegeven over de juridische posities van de diverse vermogens die bij deze faillissementen zijn betrokken en de gevolgen daarvan voor de diverse crediteuren. Dit zal gebeuren in een algemeen gedeelte waarin overigens de conclusie wordt getrokken dat het faillissement van de vennootschap onder firma Schildersbedrijf Lingestreek Regio West opgeheven kan worden wegens gebrek aan baten. Vervolgens zal verslag worden gedaan ten aanzien van één van de voormalig vennoten, in dit geval de heer G. Vos. De situaties van de twee verschillende vennoten zijn dusdanig uiteenlopend van aard dat die een gescheiden verslaglegging rechtvaardigen. De afwikkeling kan ook zeer wel gescheiden plaatsvinden. Algemeen Als bijlage 1 bij dit verslag zijn een drietal organogrammen in beeld gebracht waarbij onderscheid is gemaakt in de periodes tot 31 mei 1997, die vanaf 31 mei 1997 tot en met 1 januari 1998 en die vanaf 1 januari Zoals in eerdere verslaglegging aan de orde is gekomen, is dit faillissement in feite ontstaan vanuit vorderingen die ingesteld werden op VOF Schildersbedrijf Lingestreek Regio West. Eigenlijk gingen die vorderingen deze VOF niet aan, doch betroffen zij de VOF Schildersbedrijf Lingestreek. Het kan ook op zijn minst ongelukkig worden genoemd dat gedurende enige tijd, in ieder geval tot 31 mei 1997, twee

3 Pagina 3 vennootschappen onder firma met vergelijkbare naam en met dezelfde vennoten, naast elkaar hebben bestaan. Vanaf 31 mei 1997 tot en met 1 januari 1998 was er de vennootschap onder firma Schildersbedrijf Lingestreek met als vennoten de heren Vos en Diekema. Deze hielden er echter ook in die periode eenmanszaken op na. Ook die eenmanszaken hielden zich bezig met schilderswerkzaamheden, kortom nog meer verwarring. Vanaf 1 januari 1998 is de vennootschap onder firma Schildersbedrijf Lingestreek beëindigd en is de onderneming als eenmanszaak doorgezet door de heer Vos die op dat moment in feite al een andere eenmanszaak dreef, namelijk Schildersbedrijf Groot Zuiderveld. Het faillissement van VOF Schildersbedrijf Lingestreek Regio West kan opgeheven worden wegens gebrek aan baten. In feite was die VOF er al niet meer ten tijde van het faillissement en waren de vorderingen bedoeld voor een ander. In ieder geval omvat dat faillissement geen enkel actief en ligt een opheffing wegens gebrek aan baten in de rede. Curator zal hiertoe een voorstel doen aan de rechtercommissaris. De vennootschap onder firma Schildersbedrijf Lingestreek is niet failliet. De vennootschap bestaat sinds 1 januari 1998 ook niet meer. Toch is het zo dat er ten aanzien van de rechtspositie crediteuren onderscheid bestaat voor de periode tot 1 januari 1998 en die daarna. Zoals aangegeven is op 1 januari 1998 de heer Diekema uitgetreden als vennoot en is de onderneming van Schildersbedrijf Lingestreek als eenmanszaak door de heer Vos voortgezet. Vanaf dat moment heeft het zogenaamde "afgescheiden vermogen" een einde genomen. Wel kunnen de crediteuren wiens vorderingen zijn ontstaan vóór 1 januari 1998 beide vennoten hoofdelijk aansprakelijk stellen. Zij kunnen dus met hun volledige vorderingen opkomen in beide faillissementen. Crediteuren van Schildersbedrijf Lingestreek wiens vorderingen zijn ontstaan ná 1 januari 1998 kunnen hun vorderingen slechts instellen op de heer Vos en kunnen enkel in diens faillissement opkomen. Curator zal de diverse ingediende vorderingen ten aanzien van "Schildersbedrijf Lingestreek" nog kritisch onderzoeken en een nadere onderverdeling maken om die vorderingen die zijn ontstaan vóór 1 januari 1998 zowel in het ene als in het andere faillissement mee te nemen. In dit verband zal er ook nog nader worden gecorrespondeerd met de diverse crediteuren.

4 Pagina 4 In het hierna volgende zal verder worden ingegaan op alle omstandigheden die in het kader van een faillissement van belang zijn en die enkel betrekking hebben op de heer G. Vos. Daarbij zullen de navolgende onderwerpen aan de orde komen: 3. Activa 4. Debiteuren 5. Banken/zekerheden 7. Rechtmatigheid 8. Crediteuren 9. Overig

5 Pagina 5 3. Activa: Als bijlage 2 bij dit faillissement wordt overgelegd een verkort financieel verslag als het gaat om kosten en baten betrekking hebbend op de aan de heer Vos toebehorende onderneming Schildersbedrijf Lingestreek. Als bijlage 3 wordt bijgevoegd een verkort financieel verslag betrekking hebbend op de kosten en baten met betrekking tot de aan de heer Vos toebehorende onderneming "Schildersbedrijf Groot Zuiderveld". Opgemerkt zij dat de in de loop der tijd door de werkgever van de heer Vos gestorte boedelbijdragen bij Schildersbedrijf Lingestreek zijn ondergebracht. De opbrengst van de privé-woning is ondergebracht bij Groot Zuiderveld. In feite maakt het echter niets uit. Uiteindelijk zullen beide saldi tot verhaal kunnen dienen voor alle crediteuren van de heer Vos. Bedacht moet overigens worden dat het bij beide overgelegde financiële verslagen gaat om voorlopige verslagen, samengesteld vanuit de stukken die curator tot nu toe heeft kunnen raadplegen. Er bestaan echter nog diverse vragen ten aanzien waarvan de voormalig curator nog antwoord zal moeten geven. Ook zal er nog enig nader onderzoek moeten worden gedaan. De heer Vos heeft op enig moment op grond van bedrijfseconomische omstandigheden zijn dienstverband verloren. Om die reden zijn toen ook de boedelbijdragen, die gedurende jaren zijn betaald, gestaakt. Inmiddels werkt de heer Vos bij een andere werkgever. Hij verdient momenteel een bedrag van 1.387,79 per maand. Bezien zal moeten worden in hoeverre dit inkomen ook ruimte laat voor enige boedelbijdrage. Van belang hierbij is ook dat de heer Vos inmiddels heeft aangegeven er prijs op te stellen dat ten aanzien van hem de wettelijke schuldsaneringsregeling wordt toegepast. Koopsompolis Zoals al eerder aangegeven bestaat er ten name van de heer Vos een koopsompolis die een afkoopwaarde kent van 3.133,20. Dat bedrag komt mede tot stand doordat er een bedrag van 8.056,80 als maximale reservering wordt aangehouden voor aansprakelijkheid. Die aansprakelijkheid is gebaseerd op de maximaal verschuldigde belasting (52%) en revisierente (20%). Dat totale bedrag wordt door de verzekeraar rentedragend gereserveerd. Pas als de definitieve belastingaangifte bekend is, kan aanspraak gemaakt worden op het verschil.

6 Pagina 6 Het gaat om een polis vast kapitaal en winstdeling. De polis loopt af op 22 december Het is vooralsnog niet mogelijk om in te schatten wat de winstdeling op dat moment is. De polis is op enig moment premievrij gemaakt. In 2018 zal in ieder geval vrijkomen een bedrag van ,-- te vermeerderen met de winst berekend per heden, namelijk 2.330,--. De heer Vos heeft inmiddels aangegeven de betreffende polis te willen aanhouden en daartegenover bereid te zijn de door de verzekering genoemde afkoopwaarde ad 3.133,20 te betalen. Gezien doel en strekking van de betreffende polis is curator genegen hieraan mee te werken en zal daarover nader overleg voeren met de rechter-commissaris. 4. Debiteuren: Uit de overgelegde verkorte financiële verslagen blijkt welke bedragen er geïnd konden worden van handelsdebiteuren. Het moge duidelijk zijn dat indien en voor zover nu, dat wil zeggen na zo'n zeven jaar, er nog onbetaald zijn gebleven, het moeilijk wordt om de betreffende bedragen alsnog te incasseren. Curator zal echter nog een nader inhoudelijk onderzoek doen. 5. Bank/Zekerheden: Zoals uit eerdere verslagen misschien duidelijk is geworden, hadden beide vennoten meegewerkt aan een financieringsarrangement dat maakte dat de één hoofdelijk aansprakelijk was voor de schulden van de ander. De bank is uiteindelijk geheel en al voldaan, mede door een opbrengst van een veiling van de inventaris en transportmiddelen, toebehorende aan de eenmanszaak van de heer Diekema, Centraal Nederland. Anderzijds lijkt de voormalig curator in de eerdere verslagen de conclusie te trekken dat de bank met name voldaan is vanuit actief van de Lingestreek. Omdat een en ander regresrechten kan hebben doen ontstaan, zal nader onderzoek moeten plaatsvinden. 7. Rechtmatigheid: Voor zover curator heeft kunnen overzien spelen er op dit moment geen kwesties meer ten aanzien van rechtmatigheid.

7 Pagina 7 8. Crediteuren: 8.1 Boedelvorderingen: De Belastingdienst heeft een boedelvordering ingediend terzake Ziekenfondswet 2002 ter grootte van 1.643,--. De achtergronden hiervan zijn curator nog niet bekend. Hierover zal dan ook nog nader worden gecorrespondeerd. Ten aanzien van Schildersbedrijf Lingestreek werd nog een boedelvordering terzake motorrijtuigenbelasting ingediend voor een bedrag van 1.121,28. Het gaat daar over de periode eind 1998, begin De bijzonderheden hiervan kent curator nog niet. Curator heeft geen boedelvordering gezien van UWV (voorheen SFB en/of SFS). Dienaangaande zal nog nadere informatie worden ingewonnen. 8.2 Preferente vordering van de fiscus: De Belastingdienst heeft ten aanzien van "Groot Zuiderveld" een preferente vordering ingediend van ,83. Ten aanzien van "Schildersbedrijf Lingestreek" heeft zij een preferente vordering ingediend van , Preferente vordering van het UWV Curator dient nog nader onderzoek te verrichten naar het eventueel bestaan van een preferente vordering van het UWV. 8.4 Andere preferente crediteuren Ook hier dient curator nog enig nader onderzoek te verrichten. 8.5 Concurrente crediteuren Bijgevoegd wordt als bijlage 4 een overzicht van de crediteuren met betrekking tot de onderneming "Groot Zuiderveld". Als bijlage 5 wordt overgelegd een overzicht van crediteuren met betrekking tot de onderneming "De Lingestreek". Ten aanzien van deze lijst zal nog een nader onderzoek plaatsvinden. De crediteuren wiens vorderingen zijn ontstaan vóór 1 januari 1998 kunnen immers hun vorderingen tevens geldend maken in het faillissement van de heer Diekema. 8.7 Verwachte wijze van afwikkeling: Uit de overgelegde verkorte financiële verslagen blijkt dat er beschikbaar is op dit moment een bedrag van zo'n ,-- terwijl de preferente vordering van de fiscus al zo'n ,-- bedraagt. Curator verwacht niet dat het actief nog in

8 Pagina 8 grote mate zal toenemen. De conclusie kan nu dus ook al getrokken worden dat er uiteindelijk geen uitkeringen zullen kunnen worden gedaan aan concurrente crediteuren. De afwikkeling zal een vereenvoudigde worden op de voet van artikel 137a van de Faillissementswet. Alle crediteuren zullen hieromtrent nog nader worden geïnformeerd. In dit verband is het nog van belang te melden dat de heer Vos heeft aangegeven ten aanzien van hem de wettelijke schuldsaneringsregeling toegepast te willen zien. Het feit dat hij op dit moment woonachtig is in België zal daarbij een probleem zijn. 9. Overig: 9.1 Termijn afwikkeling faillissement: Op dit moment kan nog niet gezegd worden op welke termijn dit faillissement kan worden afgewikkeld. Dit hangt een beetje af van het resultaat van het onderzoek naar de debiteuren. Ook moet nog bezien worden in hoeverre dit faillissement geopend zou moeten blijven in verband met kwesties die spelen in het faillissement van de heer Diekema. Wellicht is het bij gelegenheid van het volgend verslag mogelijk hierover nadere mededelingen te doen. 9.2 Plan van aanpak: Er dient nog nader overleg gevoerd te worden met voormalig curator, mr. C.J.M. van Veenendaal, ten aanzien van een aantal vraagpunten. Ook zal nog enig nader onderzoek moeten worden ingesteld onder andere naar de stand van de incasso van debiteuren. Voorts zal overleg worden gevoerd met de rechter-commissaris ten aanzien van het aanbod van de heer Vos om zelf de afkoopwaarde van de koopsompolis te storten. 9.3 Indiening volgend verslag: 26 juli Tiel, 26 april 2005 J.M.A.J. Thielen curator