Meerjarenplan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Meerjarenplan 2014-2019"

Transcriptie

1 B e l e i d s - e n B e h e e r s C y c l u s Meerjarenplan Ruddershove Brugge Tel.: 050/ Fax: 050/ info@ocmw-brugge.be

2 Meerjarenplan Het meerjarenplan bestaat uit een strategische nota en een financiële nota, alsook een toelichting. De strategische nota beschrijft de prioritaire beleidsdoelstellingen, waarover gerapporteerd wordt. De financiële nota bestaat uit : - Het financiële doelstellingenplan per beleidsdomein, met telkens per jaar het totaal van de verwachte ontvangsten en uitgaven, en dit zowel voor de prioritaire beleidsdoelstellingen als voor het overig beleid. - De staat van het financieel evenwicht, met per boekjaar : o Raming van het resultaat op kasbasis o Raming van de autofinancieringsmarge 1

3 1. Strategische nota Omgevingsanalyse 1. Brugge in een notendop 2. Het OCMW van Brugge 3. Omgevingsanalyse 1. Demografische gegevens 1.1. Bevolkingsevolutie 1.2. Aantal huishoudens 1.3. Migratie 1.4. Aantal vreemdelingen 1.5. Leeftijdsstructuur Algemeen Aantal ouderen Bevolkingsprognoses 1.6. Conclusies Inhoudstabel 2. Kansarmoede-indicatoren op basis van beschikbaar inkomen 2.1. Evolutie leefloongerechtigden Algemeen Per leeftijdscategorie Categorieën Vergelijking centrumsteden 2.2. Gewaarborgd inkomen voor bejaarden en inkomensgarantie voor ouderen 2.3. Voorkeursregeling ziekenfonds 2.4. Schuldenproblematiek 2.5. Geboorten in kansarme gezinnen 3. De resultaten op actie- en doelstellingenniveau 3.1. Wonen Prijs woningen Sociale woningen Wachtlijst Groei sociale woningen Energiekost Coördinatie woonbeleid 3.2. Werken Werkloosheidscijfers Werkaanbod Traject binnen het OCMW Trajectbegeleiding Arbeidsbegeleiding Sociale tewerkstelling binnen het OCMW 3.3. Samenleven Armoedebestrijding Jongeren en kinderen Volwassenen Kinderopvang Kinderopvang 2

4 Een gecoördineerd beleid Toegankelijkheid van de kinderopvang (Thuis)zorg Ondersteuning mantelzorgers, vrijwilligers en verenigingen Thuishulp op maat Aangepaste huisvesting Trans- en intramurale zorg Gecoördineerde zorg 3.4. Toegang tot de dienstverlening: het Sociaal Huis 3.5. Een gecoördineerd beleid 4. Conclusies en aanbevelingen 3

5 1. BRUGGE IN EEN NOTENDOP 1 1 Omgevingsanalyse Stad Brugge 4

6 Brugge is met zijn inwoners (op 1 januari 2012) de derde stad in Vlaanderen, na Antwerpen en Gent, die respectievelijk meer dan 4x en 2x zoveel inwoners tellen: Antwerpen , Gent Brugge neemt op korte afstand gevolgd door Leuven, met zijn inwoners - een tussenpositie in tussen deze twee Vlaamse grootsteden en de andere Vlaamse centrumsteden waarvan het grootste deel toch rond de en inwoners schommelt: Mechelen , Aalst , Kortrijk , Hasselt , Sint-Niklaas , Oostende , Genk , Roeselare en Turnhout Brugge heeft een oppervlakte van hectare, waarvan (slechts) 430 ha deel uitmaakt van de historische binnenstad. In die binnenstad, sinds 2000 ook erkend als Unesco-werelderfgoed, huizen net geen inwoners meer, wat maakt dat vijf op de zes Bruggelingen in één van de 12 deelgemeenten in de rand woont. Het huidige Brugge is eigenlijk het resultaat van twee grote fusiebewegingen: een eerste aan het einde van de 19de eeuw, toen met de bouw van de haven in Zeebrugge en het graven van het Boudewijnkanaal de aloude verbinding van Brugge met de zee werd hersteld. In 1970 volgde een tweede en grote fusieoperatie, waarbij het oude Brugge (de historische binnenstad, Christus-Koning, Sint-Jozef, Sint-Pieters en Zeebrugge) fusioneerde met de kleinere noordelijke poldergemeenten Lissewege, Dudzele en Koolkerke, allen goed voor ongeveer inwoners, en met de zuidelijke meer residentiële gemeenten Sint-Michiels, Sint-Andries, Assebroek en Sint-Kruis die toen elk om en bij de inwoner telden. Een halve eeuw later zijn de inwoners van Brugge als volgt over het grondgebied verdeeld: Brugge-centrum , Christus-Koning 4.608, Sint-Pieters 7.537, Sint-Jozef 5.340, Koolkerke 3.365, Sint-Andries , Sint-Michiels , Sint-Kruis , Assebroek , Zeebrugge 4.035, Zwankendamme 670, Dudzele en Lissewege Het arrondissement Brugge groepeert in totaal tien gemeenten en telt ongeveer inwoners. Naast Brugge met zijn inwoners zijn dat Beernem (15.357), Blankenberge (19.337), Damme (10.844), Jabbeke (13.781), Knokke-Heist (34.004), Oostkamp (22.764), Torhout (20.149), Zedelgem (22.320) en het meer landelijke Zuienkerke (2.760). Brugge was in de 19de eeuw één van de armste steden van België, de periode van,,bruges la morte. Om uit deze impasse te geraken, formuleerde de Brugse burgerij twee grote projecten: Brugge-Zeehaven en Brugge-Nürenberg, respectievelijk de haven en het toerisme. Bij het begin van de 21ste eeuw blijkt uit de cijfers dat beide bewegingen materieel gezien aan het lukken zijn: de haven van Brugge is nu de tweede haven van het land en binnen de range Le Havre-Hamburg een belangrijke Europese speler: schepen, 1 miljoen vrachtwagenladingen en 45 miljoen ton goederen per jaar. Wat het toerisme betreft, dat is hier inmiddels goed voor overnachtingen per jaar. Uit enquêtes blijkt ook dat Brugge en aantrekkelijke stad is om in te wonen en te leven. Ongeveer 87% van de Bruggelingen is tevreden over zijn stad. Brugge wordt door zijn inwoners gepercipieerd als een leefbare en veilige stad. 5

7 2. HET OCMW VAN BRUGGE In 1976 werd de Commissie voor Openbare Onderstand (COO) omgevormd tot het OCMW. De COO was vooral bedoeld voor de meest behoeftigen in de maatschappij aan wie een soort liefdadigheid moest worden betoond. De wet van 1976 op de OCMW s daarentegen, stelt een recht in op dienstverlening en gaat veel verder. Art. 1 van de OCMW-wet: Elke persoon heeft recht op maatschappelijke dienstverlening. Deze dienstverlening heeft tot doel eenieder in de mogelijkheid te stellen een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid. Er werden OCMW s opgericht die, onder deze wet bepaalde voorwaarden, tot opdracht hebben deze dienstverlening te verzekeren2. Het accent wordt nu gelegd op welzijn en maatschappelijke integratie. Deze evolutie werd nog versterkt door de wet op maatschappelijke integratie, die in 2002 de wet op het bestaansminimum verving. De dienstverlening aan de bevolking werd ook uitgebreid: kinderopvang, psychosociale begeleiding, trajectbegeleiding, thuiszorg, intramurale zorg, Ondertussen is het OCMW Brugge uitgegroeid tot een organisatie die dienstverlening aanbiedt voor de ganse bevolking: van kinderen tot senioren. Ook de samenwerking tussen de private actoren en de openbare sector kreeg de voorbije jaren een extra stimulans. Er werden nieuwe samenwerkingsverbanden aangegaan en er werden zelfs nieuwe organisaties opgericht waarin zowel het OCMW als private partners in participeren (cfr. vereniging WOK, vereniging t Sas, vereniging SVK Brugge, ). Op 19 december 2008 kwam er een nieuw decreet betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn. Hierin werd de autonomie van het lokale bestuur benadrukt om een beleid op maat van de eigen stad uit te werken. Ook trok de Vlaamse overheid de kaart van een intensieve samenwerking tussen beide lokale besturen. Binnen het OCMW werd verder ingezet op een dynamische dienstverlening, op basis van concrete noden van de bevolking. Dit gebeurde waar mogelijk steeds in een partnerschap met andere lokale of regionale actoren en het stadsbestuur. Hierbij werden innoverende projecten en nieuwe domeinen niet geschuwd. Zo werden initiatieven genomen rond opvoedingsondersteuning en studieondersteuning met de oprichting van de vereniging SPOOR Brugge. Energiebesparende maatregelen werden toegankelijk gemaakt voor kwetsbare bevolkingsgroepen via verenging De Schakelaar. Er werden vernieuwende initiatieven genomen in de seniorenzorg, de gehandicaptensector, de kinderopvang, Samen met het stadsbestuur werd ook een belangrijke impuls gegeven aan het Sociaal Huis. Het Sociaal Huis kreeg een nieuwe locatie en werd echt een plaats waar Bruggelingen terecht kunnen met al hun vragen rond dienstverlening. Deze evolutie vertaalde zich tevens in een duidelijke missie die door de Raad voor Maatschappelijk Welzijn in 2011 werd goedgekeurd: Het OCMW Brugge biedt laagdrempelige en professionele dienstverlening aan op maat en met respect voor ieders overtuiging. Het heeft een voortrekkersrol op maatschappelijk gebied om iedereen in staat te stellen een menswaardig leven te leiden. Het OCMW van Brugge innoveert in functie van steeds veranderende uitdagingen en kansen. 2 Organieke wat van 8 juli

8 3. OMGEVINGSANALYSE Voor de omgevingsanalyse werd vertrokken van de beleidsthema s uit het Lokaal Sociaal Beleidsplan Deze structuur zal ook de kapstok zijn voor de verdere uitwerking van de doelstellingen en de acties in het kader van de BBC. Het gaat om volgende thema s: - Wonen - Activering - Welzijn - Samenleven o Kinderopvang o Zorg o Participatie o Coördinatie Vooraleer dieper in te gaan op deze thema s, willen we echter eerst een aantal belangrijke kerncijfers meegeven om Brugge en vooral de Brugse bevolking te situeren. 1. Demografische gegevens 1.1. Bevolkingsevolutie bron: We kunnen vaststellen dat de bevolkingscijfers tussen 2002 en 2010 een golfbeweging maakten, maar toch relatief constant bleven. Dit in tegenstelling tot de evoluties in het Vlaams gewest of in de totale cluster aan steden binnen dezelfde Belfius-indeling 3 als Brugge, waar toch een duidelijke groei merkbaar is. 3 Om gemeenten met elkaar te kunnen vergelijken (benchmarken) is geopteerd voor een vergelijking met het gemiddelde van de groep waartoe de gemeente/stad behoort volgens de gemeentetypologie opgesteld door de studiedienst van Belfius. Die studie komt tot 16 clusters van gemeenten met een gelijkaardig sociaaleconomisch profiel. 7

9 1.2. Aantal huishoudens bron: In tegenstelling tot de stagnering van het bevolkingsaantal, zien we wel een groei van het aantal huishoudens. 8

10 bron: De gemiddelde gezinsgrootte in Brugge is iets kleiner dan in het Arrondissement en in de provincie West Vlaanderen. Brugge telt procentueel meer alleenstaanden en eenoudergezinnen Migratie bron: Als we deze grafiek bekijken dan valt op dat sinds 2005 de interne migratie (migratie binnen België) voor Brugge negatief werd. Dit zorgde vooral voor de bevolkingsafname sinds De ommekeer naar bevolkingsgroei in 2007, 2010 en 2011 wordt dan weer veroorzaakt door een internationale migratie (uit het buitenland). Oorzaken van deze negatieve interne migratie zijn onder andere: de uittocht van jonge gezinnen, die een goedkopere eengezinswoning met tuin zoeken buiten de stad; het verlies aan jonge gezinnen wordt niet gecompenseerd door instroom van jongeren. 9

11 1.4. Aantal vreemdelingen Het beperkt aantal vreemdelingen is bovendien ook een deel van de verklaring van de kleinere bevolkingsgroei dan in andere steden. Brugge is namelijk nog steeds een grotendeels witte stad. Volgens de studie Steden binnenstebuiten van de Studiedienst van de Vlaamse regering, telde Brugge in ,7% inwoners van niet-westerse herkomst, het laagste cijfer van alle 13 centrumsteden en een heel stuk minder dan de 29,8% van Antwerpen, 27,5% van Genk of 21,8% van Gent. bron: 10

12 1.5. Leeftijdsstructuur Algemeen bron: Bijna 27% van de Brugse bevolking is jonger dan 25 jaar. Dit ligt iets lager dan het West-Vlaamse gemiddelde. In vergelijking met andere centrumsteden zien we in Brugge echter een ondervertegenwoordiging van percentage jongeren: jarigen: 3e laagst na Oostende en Aalst; jarigen: 2e laagst na Oostende; jarigen: 2e laagst na Oostende. Opvallend is dat ongeveer 28% van de bevolking ouder is dan 60 jaar, wat dan weer iets hoger is dan het Vlaamse gemiddelde. bron: De voorbije jaren zien we bovendien een duidelijke stijging van het aantal 60-plussers en een daling van het aantal jongeren (- 1-jaar). Ook het aantal jongvolwassenen (26 35 jaar) kende een daling in Brugge. Bij 80-plussers ligt de stijgingsindex tussen 2004 en 2012 zelfs op 138. De evolutie in Brugge volgt grosso modo de tendens van West-Vlaanderen. 11

13 Aantal ouderen bron: Als we het aantal senioren van dichterbij bekijken, dan zien we een toename van meer dan inwoners ouder dan 65 jaar. Bij de 80-plussers is er een toename van 50% in 10 jaar tijd. De grijze druk (verhouding tussen de leeftijdsgroep van ouderen en de bevolking op beroepsactieve leeftijd) steeg in deze periode van 27% tot meer dan 37% Bevolkingsprognoses Bevolkingsprognoses moeten steeds met de nodige omzichtigheid gehanteerd worden. Want een aantal factoren zijn moeilijk te voorspellen. Voor Brugge wordt de komende jaren een verdere daling van jongeren en jongvolwassenen verwacht, en een groei bij de bevolking ouder dan 60 jaar. Hiermee volgt Brugge de trend van het arrondissement en van de provincie. Opvallend is wel dat er een daling wordt verwacht van het totaal aantal Bruggelingen. In het arrondissement en de provincie wordt wel een stijging van het aantal inwoners verwacht Conclusies De demografische situatie van de stad, de te voorziene evoluties, en vooral de beleidskeuzes die er voor kunnen zorgen dat een evenwichtige bevolkingssamenstelling kan gerealiseerd worden, maken misschien minder deel uit van een Lokaal Sociaal Beleid. Toch zullen deze evoluties wel hun weerslag hebben op het te voeren sociaal beleid. De dienstverlening moet immers afgestemd worden op de actuele en toekomstige noden van de Brugse inwoners. Een blijvende uitdaging zal zeker het opvangen zijn van de zorgnoden van een groeiende oudere bevolking. Daarnaast zal de gezinsverdunning ook een impact hebben op de dienstverlening. Een grote groep Bruggelingen is alleenstaand, of alleenstaande ouder. Zeker deze laatste bevolkingsgroep heeft het vaak niet gemakkelijk om uitdagingen op verschillende levensdomeinen (werk, gezin, huisvesting, vrije tijd, ) het hoofd te bieden. In het volgende hoofdstuk willen we even dieper ingaan op een aantal welzijnsdomeinen, die in het Lokaal Sociaal Beleidsplan werden opgenomen. We gaan ook wat dieper in op een aantal specifieke doelgroepen. 12

14 Daarbij worden een aantal kansarmoede-indicatoren bekeken. De indicatoren geven ons een beeld over de risicofactoren : indien iemand met één of meerdere van de factoren geconfronteerd wordt, dan is het risico op kansarmoede groter. Kansarmoede moeten we hier breed interpreteren, namelijk verminderde kansen hebben om op een kwaliteitsvolle manier te kunnen participeren aan het maatschappelijk leven. Maar eerst willen we toch even kijken hoe het gesteld is in Brugge met het inkomen van de inwoners. Dit is misschien een zeer enge manier om een indicatie te krijgen over kansarmoede, maar het geeft ons toch een beeld. 13

15 2. Kansarmoede-indicatoren op basis van (beschikbaar) inkomen 2.1. Evolutie leefloongerechtigden Algemeen In 2012 kregen 975 personen/gezinnen een leefloon van het OCMW. Dit zijn er 58 minder dan in het jaar ervoor en 134 minder dan in Dit komt overeen met 0,83% van de Brugse bevolking. Voor alle wijken in de binnenstad ligt dit percentage boven de 1,10%. In de wijken de Burg (2,33%), West-Brugge (3,01%) en de Meersen (3,98%) wonen er verhoudingsgewijs het meeste leefloongerechtigden. In de randgemeenten ligt dit percentage vrijwel steeds onder het gemiddelde percentage van 0,83% voor de totale Brugse bevolking. Enkel Zeebrugge (1,34%), Sint-Pieters (0,86%) en het Stubbekwartier (1,24%) scoren hoger. bron: jaarverslag OCMW Brugge Wanneer we het gemiddeld aantal bestaansminimum- / leefloongerechtigden per maand op jaarbasis bekijken, is er een stijging tot 1996 merkbaar. Daarna daalt het aantal. Deze daling zet zich door tot in 2002 met nog slechts 472 gerechtigden. In 2005 was het gemiddeld aantal rechthebbenden gestegen tot 550 per maand, nadien was er opnieuw een daling tot 502 in In 2009 is er relevante toename van het aantal gerechtigden, het gemiddeld aantal per maand stijgt tot 560 (+ 11,55%). Deze trend zette zich door in 2010, het gemiddeld aantal per maand stijgt nu tot 598 gerechtigden (+ 6,58%). De laatste twee jaar zien we dan terug een daling. In 2012 was het gemiddeld aantal RMI-gerechtigden op

16 Per leeftijdscategorie Aantal per leeftijdscategorie % 0% 0% 11% 5% 15% 14% 16% 19% 19% 0 17 jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar jaar 85 jaar en ouder bron: jaarverslag OCMW Brugge 2012 Het percentage jonge leefloongerechtigden blijft echter hoog: 31% van de leefloongerechtigden is jonger dan 25 jaar Categorieën bron: OCMW Brugge Ongeveer 40% van de leefloongerechtigden is samenwonend (cat. A), 39% is alleenstaand (cat. B) en +/- 21% behoort tot de categorie personen met gezinslast (cat. E). 15

17 Vergelijking centrumsteden bron: Om echt zicht te krijgen op de situatie in Brugge, maken we hier een vergelijking met gelijkaardige steden en het Vlaamse gewest. Als we het percentage van de bevolking bekijken dat leefloon geniet, dan zien we dat Brugge iets hoger scoort dan het Vlaamse gemiddelde. Als we Brugge echter vergelijken met andere steden binnen dezelfde Belfius-indeling, dan zien we dat het percentage meer dan de helft lager is in Brugge Gewaarborgd inkomen voor bejaarden en inkomensgarantie voor ouderen Naast het leefloon is het belangrijk om ook het minimum inkomen voor de groep senioren te bekijken. Voor hen is immers een specifieke regeling rond minimuminkomen voorzien. Zowel het GIB als de IGO zijn bijstandsregelingen die de overheid verstrekt aan ouderen die de pensioengerechtigde leeftijd van 65 jaar bereikt hebben en die door omstandigheden geen of geen voldoende loopbaan hebben kunnen opbouwen. Het is een soort leefloon dat wordt toegekend aan ouderen die over onvoldoende bestaansmiddelen beschikken. De twee voornaamste wetsbepalingen voor het Gewaarborgd Inkomen voor Bejaarden (GIB) zijn de wet van 1 april 1969, tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden en het Koninklijk besluit van 29 april Op 1 juni 2001 werd het GIB vervangen door een nieuwe regeling, de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO), op basis van de wet van 22 maart 2001, tot instelling van een inkomensgarantie voor ouderen en het koninklijk besluit van 23 mei De twee regelingen blijven naast elkaar bestaan, in die zin dat wie al een GIB had met daarin voordeligere rechten dan bij de IGO, zijn oude GIB kan behouden. 16

18 percentage 8 Aantal gerechtigden tov 65-plussers Brugge Centrumsteden Vlaams gewest jaar 2002 jaar 2003 jaar 2004 jaar 2005 jaar 2006 jaar 2007 jaar 2008 jaar 2009 jaar 2010 bron: We zien dat Brugge procentueel meer gerechtigden op het GIB en de IGO had, dan het volledige Vlaams gewest of dan het gemiddelde in de centrumsteden. Het percentage komt echter steeds dichter in de buurt van het gemiddelde van de centrumsteden. In 2010 hadden inwoners recht op een van deze uitkeringen Voorkeursregeling ziekenfonds Ook het aantal mensen met een voorkeursregeling in de ziekteverzekering, geeft een indicatie over het aantal mensen dat moet rond komen met een beperkt inkomen. In grote lijnen hebben de volgende categorieën recht op een verhoogde tussenkomst in de terugbetaling van hun medische kosten binnen de ziekteverzekering: 1. Weduwnaars en weduwen, invaliden, gepensioneerden en (volle) wezen (met andere woorden de oude WIGW- categorieën) en hun personen ten laste. 2. Gerechtigden op een leefloon en personen die steun ontvangen van een OCMW, die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen door de federale staat en hun personen ten laste. 3. Gerechtigden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of die het recht op rentebijslag behouden of op de inkomensgarantie voor ouderen en hun personen ten laste. 4. Gerechtigden aan wie een tegemoetkoming aan gehandicapten wordt verleend en hun personen ten laste. 5. Kinderen die recht hebben op verhoogde kinderbijslag (regeling loonarbeiders en zelfstandigen) en hun eventuele personen ten laste. 6. Gerechtigden die ten minste 50 jaar zijn en sinds tenminste één jaar de hoedanigheid van volledig werkloze hebben als bedoeld in de werkloosheidsreglementering en hun personen ten laste. 7. Gerechtigden en hun personen ten laste die via de Hulp- en Voorzorgskas voor Zeevarenden en de Dienst Overzeese Sociale Zekerheid genieten van de voorkeursregeling. 8. Alle gezinnen met een inkomen onder het grensbedrag. 17

19 Er is een strenge inkomensvoorwaarde: het recht kan pas toegekend worden voor zover het belastbare bruto gezinsinkomen op jaarbasis van het jaar voordien het bedrag van ,18 (1 januari 2008) voor de gerechtigde (titularis), verhoogd met 2 602,36 (1 januari 2008) voor elke persoon ten laste, niet overschrijdt. bron: gemeentelijke profielschets Het aantal titularissen met voorkeursregeling in Brugge daalde tot 2010, dit in tegenstelling tot de evolutie in de steden die behoren tot dezelfde Belfius-indeling en de gemiddelde evolutie in het Vlaams Gewest. De laatste twee jaar zien we echter terug een stijging. In 2012 konden mensen in Brugge gebruik maken van deze voorkeursregeling. 18

20 2.4. Schuldenproblematiek Het aantal mensen met een overmatige schuldenlast blijft maar stijgen. Op de website van de Nationale Bank, vinden we hieromtrent de volgende conclusie: Voor het vijfde opeenvolgende jaar stijgt het aantal uitstaande contracten met een openstaande betalingsachterstand. Eind 2012 zijn er achterstallige contracten geregistreerd (+ 4,8%). In de loop van 2012 werden nieuwe betalingsachterstanden in de Centrale geregistreerd. Voor kredieten was het de eerste keer dat er een wanbetaling werd gemeld, een stijging met 31,1% in vergelijking met Jaar: 2012 Aandeel meerderjarige bevolking met ten minste één achterstallig contract (2012) Nationale Bank van België / Centrale voor Kredieten aan Particulieren 29/01/2013 Aantal kredietnemers met minstens één niet geregulariseerd achterstallig(e) Postcode Lening op afbetaling Verkoop op afbetaling Kredietopening Hypothecair krediet Totaal Totaal bron: Nationale Bank In Brugge waren er in 2012 niet minder dan kredietnemers met een achterstallige betaling. Dit is ongeveer 3% van de bevolking. Het Belgisch gemiddelde ligt op 3,5% Als we het aantal mensen bekijken, dat een beroep doet op het OCMW, dan zien we ook hier een stijging (in 2012 was er een stijging van het aantal dossier tegenover het jaar 2011 met 4,6%). bron: jaarverslag 2012 OCMW-Brugge 19

21 2.5. Geboorten in kansarme gezinnen Een laatste indicatie die we hier willen belichten, is het aantal geboorten in kansarme gezinnen. Hiervoor werden door Kind en Gezin zes toetsingscriteria afgebakend. Op basis hiervan wordt nagegaan of een gezin al dan niet als kansarm wordt beschouwd: 1. Beschikbaar maandinkomen: gemiddeld onregelmatig maandinkomen of het beschikbaar inkomen (min schulden) is lager dan het bedrag van het leefloon; leven van werkloosheidsuitkering en/of leefloon. Er wordt een onderscheid gemaakt naar het aantal kinderen ten laste, maar er wordt geen rekening gehouden met de kinderbijslag. 2. Opleiding ouders: lager onderwijs, beroepsonderwijs, buitengewoon onderwijs, niet beëindigd lager secundair onderwijs en/of analfabeet. 3. Arbeidssituatie ouders: precaire tewerkstelling (bijvoorbeeld tijdelijke contracten), werkloosheid van beide ouders of van de alleenstaande ouder en/of werkzaam in Beschutte Werkplaats. 4. Laag stimulatieniveau: laag stimulatieniveau kinderen, niet of onregelmatig volgen van kleuteronderwijs en/of moeilijkheden verzorging kinderen. 5. Huisvesting: verkrotte, ongezonde en/of onveilige woning (bijvoorbeeld schimmels, lekken, verzakkingen,...); te klein en/of te weinig nutsvoorzieningen (bijvoorbeeld bad, centrale verwarming,...). 6. Gezondheid: zwakke gezondheid van de gezinsleden, gebrek aan kennis en deelname aan de gezondheidszorg, chronische ziektes en/of handicaps in het gezin. bron: gemeentelijke profielschets De laatste cijfers dateren van 2011, maar geven toch al een duidelijke trend aan. In Brugge ging het aantal geboorten in kansarme gezinnen duidelijk in dalende lijn tot 2008, dit in tegenstelling tot het gemiddelde in gelijkaardige steden (Belfius-indeling) en in het Vlaams Gewest. Helaas moeten we vaststellen dat er in Brugge opnieuw een sterke stijging vast te stellen is. In 2011 werden 7,4% van de kinderen geboren in een kansarm gezin. Dit is nog steeds 12,5% lager dan het gemiddelde in vergelijkbare steden. 20

22 3. De resultaten op actie- en doelstellingenniveau In het kader van het lokaal sociaal beleidsplan werd onderstaande structuur gebruikt. We willen deze structuur ook verder gebruiken in de opmaak van de strategische planning in het kader van de beleids- en beheerscyclus. Lokaal Sociaal Beleid WONEN ACTIVERING SAMEN- LEVEN WELZIJN KINDER- OPVANG ZORG Intramuraal Transmuraal Extramuraal PARTICIPATIE COÖRDINATIE Deze structuur bevat de belangrijkste domeinen waarop we in het kader van een Lokaal Sociaal Beleid en het beleid van het OCMW willen op inzetten Wonen Prijs woningen In het Lokaal Sociaal Beleidsplan werd het al aangegeven: Brugge is een mooie, maar voor velen ook dure stad om in te leven. Cijfers over de huurprijzen zijn er niet, maar de verkoopprijzen geven wel een indicatie over de stijging van de huisvestingsprijs in Brugge. bron: omgevingsanalyse Stad Brugge 21

23 In 10 jaar tijd zijn de verkoopprijzen in Brugge meer dan verdubbeld. Dit is echter geen Brugs fenomeen, maar is een trend die ook in gelijkaardige steden wordt vastgesteld. Toch zien we dat de prijzen voor appartementen, flats en studio s in Brugge beduidend hoger liggen dan in heel wat andere centrumsteden (alleen in Leuven zijn de prijzen nog hoger) Sociale woningen bron: steunpunt sociale planning provincie West-Vlaanderen 8% van de Brugse huishoudens woont in een sociale woning. Ten opzicht van 2009 betekent dit een stijging met 1,5%. Brugge heeft verhoudingsgewijs een groter aanbod aan sociale huisvesting dan gemiddeld in heel West-Vlaanderen. De sociale huisvesting is in Brugge hoofdzakelijk geconcentreerd in de wijken Sint-Pieters en Koolkerke. Meer dan 40% van de wooneenheden betreft er een sociale woning. De wijk die over het laagste aandeel beschikt, is Christus-Koning, maar ook Brugge-centrum, Assebroek, Lissewege, Dudzele en Sint-Kruis hebben slechts een beperkt sociaal woonaanbod Wachtlijst In 2011 werd voor het eerst een registratie bijgehouden van het aantal kandidaat-huurders voor een sociale woning. Voor Brugge zouden dit er zijn of 4,25% van het aantal huishoudens. 22

24 Groei sociale woningen Bron: steunpunt sociale planning provincie West-Vlaanderen (woonfiche Brugge november 2012) De voorbije jaren investeerden de sociale huisvestingsmaatschappijen vooral in de renovatie van het patrimonium. Uit prognoses blijkt echter dat de bouwmaatschappijen en SVK s ook heel wat inspanningen doen om het aanbod uit te breiden. Brugge heeft zich geëngageerd om in de periode bijkomende sociale huurwoningen en 404 sociale koopwoningen te realiseren. Volgens een eerste analyse zou het sociaal huisvestingsaanbod tussen 2009 en 2020 stijgen met meer dan woongelegenheden, waarvan meer dan 700 sociale huurwoningen. 4 4 Woonbehoeftenstudie Stad Brugge 23

25 Energiekost Energie is duur, en zal de komende tijd waarschijnlijk alleen maar duurder worden. Wanneer dan nog geweten is dat bij mensen met minder financiële draagkracht deze energiekosten procentueel een veel grotere hap uit het huishoudbudget betekent dan voor mensen met meer financiële mogelijkheden, is het meer dan nodig om als OCMW hier op in te spelen. Dit blijkt ook uit de cijfers van de Lokale Adviescommissie 5 : Aantal behandelde dossiers in 2012: 805 voor gas en elektriciteit: 686 voor water: 119 Niet enkel inzetten op begeleiding van mensen met betalingsmoeilijkheden is hierbij belangrijk. Preventie door werk te maken van energiebesparende maatregelen en gedragsverandering, kan heel wat financiële problemen vermijden, en is bovendien veel duurzamer Coördinatie woonbeleid De regiefunctie rond wonen wordt opgenomen door het stadsbestuur. In dit kader werd binnen de stad een woonbeleidscoördinator aangeworven. Twee overlegfora adviseren het stadsbestuur rond het woonbeleid. De Stedelijke Woonraad is een breed forum (denktank). De samenstelling van de Stedelijke Woonraad ziet er als volgt uit: - de bevoegde schepen; - stads- en OCMW-ambtenaren; - de immobiliënsector; - de sociale huisvestingsmaatschappijen en SVK s; - de WVI; - een aantal welzijnsactoren; - vertegenwoordigers van verschillende adviesraden; - de Vlaamse overheid. Daarnaast werd een lokaal woonoverleg opgestart. Hierin zetelen naast het stadsbestuur alle huisvestingsactoren die actief zijn in de stad (RWO Vlaanderen, WVI, de bouwmaatschappijen, SVK s en OCMW). De belangrijkste functies van het Lokaal Woonoverleg zijn: uitbouwen van een beleidsnetwerk wonen; coördinatie van het sociaal woonbeleid en zorgwonen; goede overlegstructuren tot stand brengen aangestuurd door de gemeente; weldoordachte (concrete) woonplannen ontwikkelen, gebaseerd op studiewerk en met een breed draagvlak. 5 De Lokale Adviescommissie (LAC) is een filter die betwistingen over afsluitingen oplost, in overleg met de huishoudelijke afnemer en de sociale leverancier. Een LAC is samengesteld uit een OCMW-raadslid, een vertegenwoordiger van de betrokken distributeur, het hoofd van de Sociale Dienst van het OCMW (of afgevaardigde) die het LAC voorzit en mogelijk ook de betrokken schuldbemiddelaar. Het secretariaat wordt waargenomen door een personeelslid van het OCMW. 24

26 3.2. Werken Werkloosheidscijfers bron: De Brugse werkloosheidscijfers (bovenste grafiek) volgen dezelfde curve als in Vlaanderen (onderste grafiek): een stijging tussen 2009 en 2010, daarna terug een daling tot midden Daarna gaan de werkloosheidscijfers terug in stijgende lijn, vooral de laatste maanden zien we een forse stijging. Ten opzichte van maart 2007, telde Brugge in augustus 2013 toch 9,3% meer werklozen. De economische crisis zal hier ongetwijfeld een belangrijke oorzaak van zijn. bron: 25

27 Ook ten opzichte van vorig jaar is er een stijging van 11% bij de niet werkende werklozen (NWWZ). Bij alle specifieke doelgroepen (kansengroepen), zien we een stijging ten opzichte van vorig jaar. Deze stijging bedraagt 7% bij oudere werklozen, 7,8% bij langdurig werklozen, 8,4% bij allochtone werklozen, en zelfs 10,4% bij jongeren, en 17,5% bij personen met een arbeidshandicap. bron: Als we de regionale spreiding van het percentage werklozen bekijken (cijfers augustus 2013), dan zien we dat Blankenberge het hoogst scoort op het vlak van werkloosheidsgraad (10,81%). In Brugge bedraagt de werkloosheidsgraad 7,22%. In de andere randgemeenten ligt dit percentage lager dan 6,05%. Het Vlaams gemiddelde ligt op 8,13% Werkaanbod bron: We zien dat er toch een belangrijk aantal vacatures kunnen ingevuld worden. Arbeidsbegeleiding en begeleiding op de werkvloer zijn dan ook belangrijke troeven die we in handen hebben om effectief werk te maken van een tewerkstellingsbeleid. 26

28 Percentage Trajecten binnen het OCMW Trajectbegeleiding In 2012 werden in totaal 1049 cliëntendossiers 6 behartigd. Hoofdproblematieken in percentage 100,00 90,00 80,00 70,00 60,00 50,00 40,00 30,00 20,00 10,00 0,00 bron: jaarverslag 2012 OCMW Brugge Problemen In het kader van de trajectbegeleiding worden de problemen waarmee cliënten kampen in kaart gebracht. Naast de financieel-administratieve problematiek met 89,80% komt de tewerkstellingsproblematiek op de tweede plaats bij 44,78% van de cliënten. De maatschappelijke participatie (36,62%) en de huisvestingsproblematiek (34,69%) komen op de derde plaats. Opvallend is de psychische problematiek voor 1 op 3, en de fysische en psychische gezondheid bij ongeveer een vierde van de cliënten. 6 Cliëntendossier = per persoon (gezin met kinderlast kan meerdere dossiers zijn, heraanvraag na 1 maand is nieuw dossier, persoon die na artikel 60 opnieuw in traject komt is nieuw dossier traject d.i. 6 personen in 2012). 27

29 Arbeidsbegeleiding In 2012 werd voor 182 cliënten arbeidsbegeleiding opgestart. eind 2012 nog in begeleiding trajectbegeleiding met arbeidsbegeleiding 34 dossier naar andere OCMW dienst 0 dossier stop tijdens trajectbegeleiding met arbeidsbegeleiding wegens werk 10 dossier stop tijdens trajectbegeleiding met arbeidsbegeleiding wegens andere reden 17 dossier terug naar trajectbegeleiding 40 dossier naar tewerkstellingsbegeleiding 91 totaal dossiers werden stopgezet wegens start tewerkstelling. SOORT STATUUT MAATREGEL regulier 10 tijdelijk 6 WEP+ arbeidszorg/wok vast 4 startbaan arbeidszorg andere totaal 10 gesco beschutte werkplaats activa PWA jongerenactiva sociale werkplaats IBO 1 geactiveerd leefloon dienstencheque 1 totaal 10 sine invoeginterim artikel 61 totaal 2 Daarnaast werd voor 91 personen een tewerkstellingsbegeleiding opgestart, deze personen konden tewerkgesteld worden in het statuut artikel Sociale tewerkstelling binnen het OCMW Naast tewerkstelling in het kader van art. 60, biedt het OCMW ook nog heel wat andere vormen van sociale tewerkstelling. Via allerhande tewerkstellingsmaatregelen en begeleidingsmaatregelen wil het OCMW ook als werkgever mensen uit kansengroepen tewerkstellen. Hieronder vindt u een overzicht: Aantal tewerkstellingsmaatregelen in OCMW Brugge + verenigingen SINE GESCO WEP Activa Lokale Diensteneconomie Dienstencheques Specifieke maatregelen voor personen met een beperking Sectoraal Fonds Art. 60 Startbaanovereenkomst IBO 79,11 FTE 100,39 FTE 5 FTE 16,50 FTE 20,5 FTE 210,35 FTE 5,1 FTE 90,99 FTE 74,60 FTE 23,44 FTE 0 FTE Daarnaast werden een aantal specifieke initiatieven genomen waarbij tewerkstelling van kansengroepen gekoppeld wordt aan dienstverlening aan de bevolking (de lokale diensten). In de lokale diensten werken meer dan 60 personen in verschillende diensten. 28

30 schoolse voorsprong normaal gevorderd schoolse achterstand 1 jaar schoolse achterstand 2 jaar schoolse achterstand >2 jaar schoolse voorsprong normaal gevorderd schoolse achterstand 1 jaar schoolse achterstand 2 jaar schoolse achterstand >2 jaar schoolse voorsprong normaal gevorderd schoolse achterstand 1 jaar schoolse achterstand 2 jaar schoolse achterstand >2 jaar 3.3. Samenleven Armoedebestrijding Jongeren en kinderen Schoolse vordering in het secundair onderwijs Schoolse vordering secundair onderwijs in % schooljaar Eerste graad Tweede graad derde graad Brugge Vlaanderen bron: Als we de schoolse vordering van de Brugse leerlingen secundair onderwijs bekijken, dan zien we dat de percentages de tendens van Vlaanderen volgen. Wel liggen de percentages van leerlingen met een schoolse achterstand iets lager in Brugge dan het Vlaamse gemiddelde. In totaal hebben 5,75% van de leerlingen in Brugge een schoolse achterstand van minstens twee jaar. In Vlaanderen bedraagt dit percentage 6,47% 29

31 Aantal leerlingen met schoolse vertraging bron: In absolute cijfers is het aantal jongeren met schoolse vertraging in de tweede en derde graad de laatste jaren wat toegenomen. De grootste groep jongeren met een schoolse vertraging komt uit het BSO (in het jaar 2012: 1 384) en het TSO (in het jaar 2012: 1 388). Opvallend is ook dat meer jongens een schoolse vertraging hebben dan meisjes. Enkel in het kunstonderwijs is dit niet het geval. Als we de geografische spreiding bekijken van de jongeren met een risicoloopbaan in het secundair onderwijs, dan zien we toch een duidelijke link met de geografische spreiding van een aantal andere risicofactoren. In de binnenstad, Sint-Pieters en Sint-Jozef ligt de drempelwaarde van het percentage leerlingen met een risicoloopbaan hoger dan de algemene drempelwaarde. Ongekwalificeerde uitstroom Lokale cijfers over de ongekwalificeerde uitstroom bestaan niet. Een recent Vlaams onderzoek 7 wijst echter uit dat dit wel degelijk onze aandacht verdient. In 2008 had 10,5% van de meisjes die het leerplichtonderwijs achter zich lieten in absolute cijfers: meisjes in een uitstroom van meisjes geen kwalificatie. Bij de jongens ligt dat cijfer een heel stuk hoger: 17,6% van de uitstroom van de jongens uit was ongekwalificeerd. Voor jongens en meisjes samen stond de indicator van de ongekwalificeerde uitstroom in het kalenderjaar 2008 (op het einde van het schooljaar ) dus op 14,2%. Negen jaar eerder, in 1999, bedroegen de indicatorwaarden nog: 9,4% (meisjes), 14,5% (jongens) en 12,0% (samen). 7 Vroege schoolverlaters in Vlaanderen: Evolutie van de ongekwalificeerde uitstroom tot 2008, G. van Landeghem en J. Van Damme. 30

32 Aantal jongere leefloongerechtigden Een andere relatieve indicatie is het aantal leefloongerechtigden jonger dan 25 jaar. Dit waren er in het jaar Toch moeten we dit cijfer ook relativeren, want 118 leefloongerechtigden bleven verder hun studies volgen (met volledig leerplan). Werkloosheid bij de jongeren Ongeveer 29% van de werklozen in Brugge zijn op vandaag (gegevens augustus 2013) jonger dan 25 jaar. Dit is een stuk hoger dan het Vlaamse gemiddelde (25%). bron: Ongeveer 42% van de werkloze jongeren is laaggeschoold, dit cijfer ligt iets hoger dan het gemiddelde in het Brugse arrondissement. Begeleiding van kwetsbare kinderen en jongeren Sinds kort is er in Brugge een stuurgroep rond kwetsbare jongeren. Dit vanuit de vaststelling dat er heel wat dienst- en hulpverleningsinitiatieven zijn voor jongeren, maar dat er helaas nog steeds een groep jongeren uit de boot valt. Ook de samenwerking en de afstemming tussen de verschillende diensten kan nog beter. In dit kader zou binnen de stad een jeugdbeleidscoördinator aangeworven worden. Bovendien werd de vereniging SPOOR Brugge opgericht door het OCMW Brugge, het Stadsbestuur Brugge en de vzw SWOB. Ook het stadsbestuur en OCMW Blankenberge maken ondertussen deel uit van deze vereniging. Het letterwoord SPOOR Brugge, staat voor Samenwerking rond Preventie in het kader van Opvoeding en Onderwijs Regio Brugge. De vereniging wil, in samenwerking met de welzijn- en onderwijssector, zijn steentje bijdragen om kinderen/jongeren maximale kansen te geven bij hun ontwikkeling. Dit wil de vereniging enerzijds realiseren door ouders en opvoeders de nodige ondersteuning te bieden bij het omgaan met de ontwikkeling van hun kinderen. Anderzijds wil de vereniging kinderen/jongeren, die het moeilijk hebben, ook begeleiden tijdens hun schoolloopbaan. 31

33 Het zou ons hier te ver leiden om een uitgebreid verslag te geven van alle acties die in het kader van de begeleiding van jongeren genomen worden, want zowel het CAW, het OCMW, het stadsbestuur, als een aantal andere welzijnsorganisaties hebben initiatieven die jongeren willen ondersteunen in maatschappelijke integratie en persoonlijke ontwikkeling. Een aantal projecten zijn eerder gericht op de vrije tijd (Villa Bota, t Salon, projecten van de jeugddienst, buurtwerk, ), andere projecten willen jongeren dan weer ondersteunen in de keuzes die ze maken en hen informeren en/of adviseren (JAC, Go-4-it, acties drugbeleidsplan, LOGin, ), en nog anderen willen jongeren hulp bieden bij de schoolloopbaan (studie-ondersteuningsprojecten zoals t Scharnier, huiswerkbegeleiding zoals Integraal, time-out project BLINK!, ) Volwassenen De acties die in deze doelstelling worden opgenomen, kunnen we grosso modo onderverdelen in drie groepen: - het realiseren van een dienstverlening op maat voor mensen die in bestaansonzekerheid leven; - overleg en afstemming van de hulp- en dienstverlening; - inspraak van mensen die in armoede leven. Op het vlak van dienstverlening kunnen we zeker verwijzen naar de al bestaande projecten van verschillende welzijnspartners en het OCMW, en naar de dienstverlening van de vereniging t Sas. Meer en meer zien we ook dat gewerkt wordt aan een integrale benadering, waarbij getracht wordt om voor de Brugse inwoners die het moeilijk hebben, de drempel lager te maken, of de dienstverlening toegankelijker. We komen hier verder nog op terug. Mensen die in armoede leven krijgen, mede dankzij de verschillende verenigingen die armen samenbrengen en/of ondersteunen, langzamerhand een stem. Op verschillende beleidsdomeinen worden ze gehoord en wordt samen met hen naar antwoorden op problemen gezocht. Eind 2010 werd zelfs een dialoog georganiseerd tussen mensen die in armoede leven en beleidsverantwoordelijken van de stad en het OCMW. Luisterend naar het doorleefde verhaal en de problemen van armen, kwamen alle partijen tot nieuwe inzichten. Er werden echter ook engagementen genomen om samen te zoeken naar mogelijke oplossingen voor deze problemen. Een belangrijke stap om ook op beleidsniveau, samen met de mensen in armoede, verder werk te maken van de strijd tegen armoede. Heel wat initiatieven werden naar aanleiding van dit overleg ondertussen gerealiseerd (bijvoorbeeld de sociale kruidenier) of worden onderzocht (bijvoorbeeld wijkgezondheidscentrum). Het blijft echter een uitdaging om de dialoog aan te gaan en effectief aan de slag te gaan met de signalen die door mensen in armoede worden gegeven. Er zal vaak moeten gezocht worden naar creatieve oplossingen, nieuwe invalshoeken, die misschien niet direct in de lijn van de eigen organisatiecultuur of in de eigen mogelijkheden liggen. Een dynamische, en open samenwerking tussen de verschillende partners zal hier zeker nodig zijn. Tenslotte willen we ook verwijzen naar de aanwerving van de ervaringsdeskundige in het sociaal huis. De ervaringsdeskundige wil de brug zijn tussen mensen in armoede en hulpverleners. Daarnaast zal de ervaringsdeskundige ook ingeschakeld worden om mee af te toetsen of de dienstverleningen en beleidskeuzes tegemoetkomen aan de noden van mensen in armoede. 32

34 Kinderopvang Kinderopvang Voorschoolse opvang Op 1 januari 2012 waren er kinderen tussen 0-3 jaar in de fusiegemeente Brugge. Onderstaande tabel geeft de spreiding weer van de groep 0-2 jaar en het aanbod voorschoolse kinderopvang. 33

35 In de lijst hieronder maken we een oplijsting van het aantal kinderopvangplaatsen ten opzichte van het aantal geboortes in Brugge. Deze lijst houdt enkel rekening met de inwoners, niet met het woon-werkverkeer. AANTAL OPVANGPLAATSEN Opvangplaatsen zonder onthaalouders Aantal kinderen die kunnen opgevangen worden Dienst Maal 1,5 Onthaalouders 8 coëfficiënt Aantal 0-3-jarigen Aantal 0-3 jarigen Aantal kinderen die nood hebben aan opvang 65% nood aan opvang Assebroek , ,6 Brugge-Stad ,1 Christus-Koning , ,25 Dudzele , ,6 Koolkerke ,45 Lissewege ,65 Sint-Andries , ,2 Sint-Jozef , ,4 Sint-Kruis , ,1 Sint-Michiels , ,5 Sint-Pieters ,2 Zeebrugge , ,6 Zwankendamme ,4 Fusiegemeente Brugge ,66 bron: Kind en Gezin, ; dienst onthaalouders; dienst sociale planning We kunnen stellen dat eerder ten noorden van Brugge een groot tekort is, met toppers kleine, zeer uitgestrekte wijken, zoals Zwankendamme, Lissewege, Koolkerke, Dudzele en Sint-Jozef. We zien ook nog steeds dat in centrum Brugge de opvangcapaciteit niet in evenredige verhouding is tot het aantal geboortes. Uit bovenstaande gegevens zou men kunnen afleiden dat er een teveel is in Sint-Andries, Sint-Michiels en Sint-Pieters. Er dient echter ook rekening gehouden te worden met het pendelverkeer van mensen die in Brugge werken. Zo is er in Sint Pieters een grote nood aan kinderopvang, gezien de inplanting van enkele grote bedrijven en diensten (o.a. ziekenhuis). Sint Andries en Sint Michiels liggen dan weer langs belangrijke invalswegen naar de stad, en hebben ook een aantal bedrijventerreinen. 8 Momentopname dienst onthaalgezinnen mei

36 Buitenschoolse kinderopvang Gezien de veranderende gezinssituaties en economische situatie van ouders, is er meer nood aan opvang op flexibele uren. Cijfers van initiatieven buitenschoolse opvang: Regio IBO-plaatsen X coëfficiënt 7 Enkel vakantieopvang Brugge Totaal *opdeling in IBO-plaatsen op basis van eigen kennis van Hilde Ghyoot.(interpretatie lijsten Kind en Gezin d.d. 1 oktober 2012) Daarnaast bieden heel wat scholen op één of andere manier opvang buiten de schooluren aan. Dit aanbod is zeer verschillend. Enkele scholen werken samen met een IBO. Tenslotte bestaan er heel wat initiatieven rond specifieke vakantieopvang Een gecoördineerd beleid Het stadsbestuur neemt hier een regisseursrol op. Het Lokaal Overleg Kinderopvang heeft hierbij een adviserende rol naar het lokale bestuur. Daarnaast bieden zowel het stadsbestuur, als het OCMW (via vereniging De Blauwe Lelie) zelf ook kinderopvang aan Toegankelijkheid van de kinderopvang In het kader van het CKO-project (Centrum voor Kinderopvang) werden een aantal acties ondernomen om de toegankelijkheid van de kinderopvang te verbeteren. Hierbij werden in eerste instantie vooral ervaringen gedeeld en werden de verschillende opnamecriteria in kaart gebracht. Er werden ook onderlinge afspraken gemaakt tussen kinderopvanginitiatieven, rond doorverwijzing of samenwerking. Het idee leefde ook om naar een soort éénloket voor kinderopvang te evolueren. Dit werd opgenomen in de visienota decreet kinderopvang 10. Hierbij wordt gesteld dat het loket kinderopvang alle capaciteit vat en de vrije plaatsen moet zichtbaar maken. Het loket heeft als kernopdracht om de vraag binnen de gemeente/regio af te stemmen op het aanbod. Bovendien wordt het loket ook aangehaald als middel om kwetsbare groepen beter toe te leiden naar de kinderopvang. Er werden een aantal concrete doelstellingen van dit loket vooropgesteld: informatie geven aan ouders rond het opvanggebeuren; gezinnen toelaten een opvangvraag slechts één keer te stellen en hen sneller een gepast aanbod kunnen bieden; op termijn een gecoördineerde en uitgezuiverde wachtlijst realiseren; beleidsinformatie genereren. De lokale overheid is hierbij verantwoordelijk om, in overleg met alle opvangaanbieders (via het Lokaal Overleg Kinderopvang), de organisatie van dit loket op te zetten. Op 3 september 2012 ging het loket kinderopvang in Brugge van start. Het loket bevindt zich in het Sociaal Huis en werkt in nauw overleg met de opvoedingswinkel. 9 Enkel vakantieopvang= enkel opvangplaatsen tijdens vakantie (Blydhove, Mariawende, Sprankel= enkel als gemelde opvang gekend, wordt voorlopig niet uitgevoerd). 10 Visienota decreet kinderopvang d.d. 23 juli 2010, Kabinet van Vlaams minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, Jo Vandeurzen. 35

37 (Thuis)zorg Zorg is een containerbegrip waar heel wat dienstverlening kan onder gecatalogeerd worden. In het Lokaal Sociaal Beleidsplan zijn we vertrokken vanuit de visie dat we moeten proberen om mensen, die zorg nodig hebben, zo lang mogelijk in de vertrouwde omgeving te laten wonen. Hiervoor dienen ze echter de nodige ondersteuning krijgen. Indien thuis wonen niet meer mogelijk is, moet gezocht worden naar de meest passende thuisvervangende opvang. De cijfers van de vergrijzing (zeker van de interne vergrijzing) geven een beeld van de te verwachten zorgbehoefte van inwoners van de Stad. Maar ook het aantal gerechtigden op een tegemoetkoming aan personen met een handicap geeft een indicatie. Helaas dateren de laatste cijfers die konden gegenereerd worden van 2009: bron: In Brugge kregen in 2009 iets meer dan 3600 inwoners een tegemoetkoming. Iets minder dan de helft hiervan is jonger dan 65 jaar Ondersteuning mantelzorgers, vrijwilligers en verenigingen De mantelzorgers (partner, familie, vrienden) zijn vaak de belangrijkste ondersteuning voor de persoon die zorg nodig heeft. Heel wat organisaties bieden ondersteuning aan deze mantelzorgers: mutualiteiten, Foton, palliatieve thuiszorg, Liga tegen Kanker,. 36

38 Dat steeds meer zorgbehoevenden gebruik maken van ondersteuning in de thuissituatie, blijkt uit de evolutie van de zorgverzekering voor mantel- en thuiszorg. Gebruikers van de zorgverzekering zijn zwaar zorgbehoevenden die in de thuissituatie verzorgd worden. De zorgverzekering voorziet in een (forfaitaire) tegemoetkoming in de kosten voor niet-medische zorg. Tussen 2006 en 2011 steeg het aantal rechthebbenden met 737. Vooral bij oudere senioren (+85 jaar) is het aantal gerechtigden fors gestegen (met 311). Het zijn vaak senioren die de mantelzorg voor andere senioren opnemen. Uit een enquête blijkt dat 32,9% van de Brugse senioren mantelzorger is Thuishulp op maat Heel wat diensten bieden in Brugge ondersteuning aan thuiswonende personen die zorg of hulp nodig hebben, zowel vanuit het OCMW, de ziekenfondsen, als private initiatieven: diensten voor thuisverpleging, gezinshulp, oppasdiensten, boodschappendiensten, maaltijdbedeling, ergo, palliatieve thuiszorg, Voor een gedetailleerder overzicht verwijzen we graag naar het Seniorenbeleidsplan Er is echter ook een groep mensen die nog heel wat huishoudelijke taken zelf aankunnen, maar ondersteuning nodig hebben bij een aantal zwaardere taken: zoals onderhoud van de tuin, klussen in huis, boodschappen, In het kader van arbeidszorg (vereniging WOK) en diensteneconomie (lokale dienst wordt hier door het OCMW getracht een antwoord op te bieden. De vereniging WOK bood in 2012 hulp bij ongeveer 265 thuiswonende senioren, telde 225 klanten. De vraag is echter nog veel groter. Meer en meer groeit ook het besef dat, gezien de vergrijzing van de bevolking (en een toenemende zorggraad), er de komende jaren sterk zal moeten ingezet worden op thuiszorg. Netwerkvorming, nieuwe methodieken, innoverende technieken (assistieve technologie) zullen hierbij sleutelbegrippen zijn Aangepaste huisvesting Het OCMW Brugge verhuurt 345 woningen, specifiek voor senioren. Bij de toewijzing wordt rekening gehouden met de sociale en financiële situatie, de woonnood en de zelfredzaamheid. Daarnaast worden nog 15 woningen verhuurd in het kader van beschermd wonen (personen met een handicap). Door het sociaal huurbesluit moeten sociale woningen (van de vereniging SVK Brugge, de sociale bouwmaatschappijen en een aantal woningen van het OCMW) verhuurd worden volgens een Vlaams vastgelegd toewijssysteem. Hierbij kan in principe niet meer verhuurd worden aan een specifieke doelgroep (bijvoorbeeld aan senioren, personen met een handicap, ). Er kan hier enkel van afgeweken worden als een lokaal toewijzingsreglement wordt goedgekeurd door de Gemeenteraad. Voor de woningen die vóór het sociaal huurbesluit werden voorbehouden voor senioren en personen met een handicap, werd dan ook een dergelijk toewijzingsreglement goedgekeurd, zodat deze verder prioritair aan deze doelgroepen konden toegewezen worden. Vaak geven senioren echter aan dat ze graag in hun eigen woning willen blijven wonen. 43% van de ouderen vertoont geen bereidheid om te verhuizen. 12 Daarom is het ook belangrijk om na te gaan welke aanpassingen in de woningen zelf kunnen gebeuren om deze beter aan te passen aan de bewoner die wat minder zelfredzaam wordt of is. Ook in dit kader werden door het OCMW, door ziekenfondsen en door de provincie West-Vlaanderen al een aantal projecten opgezet. 11 Resultaat uit het Seniorenbehoefteonderzoek Seniorenbehoeftenonderzoek

39 Trans- en intramurale zorg en opvang Woonzorgcentra (2013) Erkende plaatsen 1299 Programmatiecijfers 1757 Serviceflats (2013) Erkende plaatsen 429 Programmatiecijfers 648 Kortverblijf (2013) Erkende plaatsen 42 Programmatiecijfers 55 Dagverzorgingscentra (2012) Erkende plaatsen 60 Programmatiecijfers 54 bron: Brugge beschikt over een uitgebreid netwerk aan woonzorgcentra. Het OCMW Brugge heeft 8 woonzorgcentra. Daarnaast zijn er 6 woonzorgcentra in privaat beheer. De totale erkende capaciteit is 1299 plaatsen. De teller van het totaal aantal serviceflats staat in Brugge op 429. Hiervan zijn er 157 gesitueerd aan of in de nabijheid van voorzieningen van het OCMW (15 nabij woonzorgcentrum Ter Potterie, 36 aan dienstencentrum Meulewech/woonzorgcentrum Hallenhuis, 38 aan woonzorgcentrum Ten Boomgaarde, 33 aan dienstencentrum Ter Leyen/woonzorgcentrum Zeven Torentjes en 35 aan woonzorgcentrum De Vliedberg). We zien dat Brugge hiermee onder de programmacijfers zit, maar ook geconfronteerd wordt met een stijgende vraag. Er zijn echter verschillende nieuwe projecten op komst. Daarnaast heeft het OCMW, via Vereniging Ons huis, ook een aanbod aan intramurale en transmurale zorg voor personen met een handicap: een tehuis voor niet-werkende (54 voltijdse personen), een dagcentrum (25 voltijdse plaatsen) en een dienst beschermd wonen (11 personen). 38

40 Gecoördineerde zorg Overzicht overlegmomenten rond thuiszorg in de regio Noord-West-Vlaanderen bron: SEL Brugge Als een persoon in de thuissituatie zorg nodig heeft, dan beperkt de ondersteuning zich meestal niet tot een persoon of dienst. Veelal nemen heel wat verschillende personen een gedeelte van de zorg op zich. Daarom is overleg tussen de verschillende diensten en de zorgvrager zelf zeer belangrijk. Het GDT-overleg (Geïntegreerde Dienst voor Thuisverzorging) kan hierbij een goed hulpmiddel zijn. Dit is een multidisciplinair overleg in de thuiszorg. Voor bepaalde disciplines wordt dit overleg zelfs door de overheid vergoed. Maar ook andere thuishulpverleners gebruiken vaak deze methodiek, ook al wordt dit niet vergoed (wordt in de tabel omschreven als niet-gdt). We zien dat het aantal overlegmomenten in de regio Noord West-Vlaanderen in 5 jaar tijd meer dan verdriedubbeld is. Nieuw sinds 2012 is het overleg rond psychiatrische patiënten (OPP). 39

41 3.4. Toegang tot de dienstverlening: het Sociaal Huis Uit de bevragingen en de evaluaties van het Sociaal Huis, blijkt dat er niet zozeer nood is aan een algemeen infopunt in het kader van sociale dienstverlening, want heel wat diensten nemen deze taak al op (ziekenfonds, CAW, OCMW, ). Toch zijn er nog steeds mensen die de weg niet vinden naar de juiste dienst. Veel heeft echter te maken met de versnippering van het welzijnslandschap in Brugge. Brugge telt niet minder dan 500 diensten die zich op één of meerdere welzijnsaspecten toespitsen. Het is voor maatschappelijk werkers vaak al moeilijk om door het bos de bomen te zien, laat staan voor de burger. Een algemeen infopunt, dat de burger wegwijs maakt in het kluwen van dienstverlening, brengt hier maar gedeeltelijk soelaas. Want zo krijgt de hulpvrager wel een plan mee om zelf op stap te gaan, maar hij moet nog steeds zelf de weg vinden. Een themagerichte werking, waarbij de burger gerichte informatie en dienstverlening aangeboden wordt rond bepaalde thema s, binnen verschillende levensdomeinen, leek voor de Stuurgroep Sociaal Huis een betere optie: de Opvoedingswinkel, loket Kinderopvang, Woonloket, Energieloket, Seniorenloket, Infopunt voor Personen met een Handicap, De opgesomde diensten horen niet thuis op een andere locatie. Vaak is het aanbod opgesplitst en nemen verschillende organisaties deeltaken op. Voor burgers is het dan ook een zoektocht naar het juiste aanbod. Indien mensen weten dat ze op 1 locatie terecht kunnen voor al hun vragen betreffende thema s op verschillende levensdomeinen, en indien ze merken dat er ook op zoek wordt gegaan waar ze best worden geholpen met hun andere vragen, dan wordt er echt tegemoet gekomen aan het dichter brengen van de dienstverlening Opvoedingswinkel Dienst Intake mantelzorgpremie budgetmeter 4091 energieloket zitdag maatsch. werker onthaal Bovenstaande tabel toont het aantal mensen dat langs kwam in 2012 in de verschillende loketten. Deze cijfers tonen duidelijk aan dat de bijsturing van de werking zeker loonde Een gecoördineerd beleid De coördinatie van het lokaal sociaal beleid werd opgenomen door de stafmedewerker algemeen beleid van het OCMW. Het is onmogelijk om op alle deelterreinen van het Lokaal Sociaal Beleid even betrokken te zijn. De coördinatie beperkte zich dan ook tot het opnemen van een aantal deelprojecten (bijvoorbeeld het CKO-project), het opvolgen van een aantal overlegfora, en het ondersteunen en faciliteren van samenwerkingverbanden. Ook werden een aantal nieuwe initiatieven mee ondersteund en uitgewerkt, in het kader van opvoedingsondersteuning, zorg, tewerkstelling, Hierbij werd rekening gehouden met de centrumfunctie binnen de regio van de Stad Brugge. 40

42 Toch moeten we vaststellen dat de beleidsvoorbereiding en planning nog zeer versnipperd gebeurt op het vlak van sociaal beleid. Heel wat beleidsplannen (Jeugdbeleidsplan, Beleidsplan Kinderopvang, Seniorenbeleidsplan, ), worden vanuit de eigen dienst opgemaakt. Er is ook geen centrale cel in Brugge die rond analyse en beleidsvoorbereiding bezig is. Bovendien is er momenteel geen algemene coördinatie meer voorzien van het lokaal sociaal. Deelaspecten worden opgenomen door zowel de stad als het OCMW. Misschien moet toch gezocht worden naar manieren om de aanwezige middelen meer gezamenlijk in te zetten op dit vlak. 41

43 4. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Zoals in de inleiding al werd vermeld, geeft deze omgevingsanalyse maar in vogelvlucht een aantal tendensen weer van de voorbije jaren. Bij de conclusies wordt soms verwezen naar de visie van mensen die zelf in armoede leven. Hiervoor werd geput uit het verslag van de dialoog tussen mensen die in armoede leven en beleidsmensen, die plaatsvond op 1 december Wanneer we het aantal mensen bekijken dat moet leven met een beperkt inkomen, ten opzichte van andere steden, dan scoort Brugge zeker niet slecht. Opvallend is echter de relatief grote groep jongeren die leefloon geniet. Daarnaast zien we dat ook heel wat senioren met een minimuminkomen moeten rondkomen. De groep alleenstaanden met kinderlast is de voorbije jaren misschien niet gegroeid, toch blijft dit ook in Brugge een grote bevolkingsgroep die het vaak moeilijk heeft om de eindjes aan elkaar te knopen. Deze doelgroepen verdienen extra aandacht in het kader van een Lokaal Sociaal Beleid. De huisvestingskost voor mensen met een beperkt inkomen zal ook in de komende jaren een pijnpunt blijven. De stijging van de huurprijzen op de private markt heeft tot gevolg dat meer mensen aangewezen zijn op de sociale huurmarkt. Uit getuigenissen van mensen die in armoede leven, blijkt bovendien dat ze vaak zelfs geen kans maken op een woning op de private markt (ook al kunnen ze die betalen), omwille van hun bestaansonzekerheid. Het lokale bestuur heeft vrij weinig impact op deze private markt. Wel kunnen een aantal signalen gegeven worden naar de hogere overheid. Het werken aan woonzekerheid voor deze groep, blijft dan ook een belangrijke doelstelling. Dit kan enerzijds gerealiseerd worden door het aanbieden van kwalitatieve, betaalbare en duurzame woongelegenheden. Voor een aantal mensen zal ook de nodige ondersteuning gegeven moeten worden, om er voor te zorgen dat ze deze woning kunnen behouden. Hierbij moet echter niet enkel gefocust worden op de huurprijs, maar ook de nodige aandacht besteed worden aan de energiekost. In de Lokale Adviescommissie te Brugge werden in 2012 maar liefst 805 dossiers besproken wegens een achterstallige energiefactuur. Via advies, begeleiding, energiebesparende maatregelen, bewustmaking en preventieve acties rond energieverbruik wil het OCMW ook meehelpen om de energiefactuur van kwetsbare huurders te verminderen. Vaak ligt de oorzaak van de hoge energiefactuur echter bij de toestand van de woning en de elektrische toestellen (bijvoorbeeld boiler). Het blijft een uitdaging om ook verhuurders mee op de boot te krijgen van energiebesparende maatregelen. Met de sociale verhuurders werden hier ondertussen al stappen in gezet. Zo werden projecten opgestart rond dakisolatie en zelfs rond het plaatsen van zonnepanelen op de woningen, waardoor de energiefactuur van de bewoner, die vaak over een laag beschikbaar inkomen beschikt, drastisch daalt. Hopelijk volgt de private markt, en kunnen we ook daar dergelijke initiatieven realiseren. 13 Verslag ontmoeting 1 december 2010: Armoede Dialoogstad. 42

44 Op het vlak van begeleiding, moet de ingeslagen weg zeker verder gezet worden. Via een aanklampende hulpverlening (Bemoeizorg), moeten we blijvend ondersteuning bieden aan mensen die het moeilijk hebben op de huisvestingsmarkt en problemen detecteren voor het te laat is. Mensen in armoede zijn zelf vragende partij naar ondersteuning, maar vragen duidelijk om oog te hebben voor alle levensdomeinen, want een huisvestingsprobleem houdt vaak verband met andere problemen. Ook rond crisisopvang moeten we verder inzetten op netwerkvorming, waarbij alle partners concrete engagementen opnemen en de bestaande begeleidings- en opvangcapaciteit maximaal wordt ingezet. Ondanks alle inspanningen moeten we echter vaststellen dat er een kleine groep mensen is die blijft hangen in een situatie van dakloosheid en tijdelijke opvang. Een aantal van hen heeft ook afgehaakt op het hulpverleningsaanbod. Uit een evaluatie van de winteropvang blijkt echter dat deze groep van mensen wel de vraag stelt naar bed/bad en brood : een basisopvang zonder dat daar direct ook een begeleiding aan gekoppeld is. Door de rust die cliënten hier in vinden en de open aanwezigheid van medewerkers, krijgen deze daklozen vaak terug wat vertrouwen in de hulpverlening, en zetten toch terug de stap naar het begeleidingsaanbod. Wat het domein activering betreft, lijkt de verdere inzet op trajectbegeleiding, opleiding, werkervaring en arbeid op maat aangewezen. Kwetsbare groepen hebben nog steeds veel meer risico om op werkloosheid terug te vallen. Mensen in armoede geven zelf het belang aan van een job als middel tot maatschappelijke integratie. Toch geven ze ook aan dat hun bochtige levensparcours, waarbij ze vaak kansen (onder andere opleidingskansen) hebben moeten missen, de toegang tot de arbeidsmarkt bemoeilijkt. Bovendien ligt het werktempo vaak te hoog. Uit de analyse blijkt dat Brugge al een groot aantal sociale tewerkstellingsinitiatieven heeft. Toch blijft de nood aan arbeid op maat hoog. Daarom zullen we samen met alle partners blijvend moeten zoeken naar andere vormen van arbeid (of arbeidzorg). Hierbij kunnen verder linken gelegd worden tussen specifieke noden van de bevolking (en dan zeker van kwetsbare bevolkingsgroepen) en tewerkstelling. We denken hierbij aan specifieke dienstverleningen voor mensen met een laag inkomen (kinderopvang, verhuisdienst, sociale kruidenier, ontmoetingsinitiatieven, ), maar ook voor mensen met een zorgnood (klusjesdienst, thuiszorgondersteuning, ). Zoals al werd aangegeven, is er op lokaal (maar ook regionaal) vlak heel wat overleg en afstemming tussen de verschillende tewerkstellingspartners (onder andere via de Werkwinkel). Een aantal jaar geleden werd er echter een aanzet gegeven om meer afstemming te realiseren tussen de welzijnsen tewerkstellingssector, dit in het kader van een integrale benadering. Ook het W 2 -verhaal wil hier op inzetten. Hierbij zou arbeidsbegeleiding gekoppeld worden aan een welzijnstraject. het OCMW kan de regisseursrol opnemen rond het welzijnstraject. Op het vlak van welzijn blijft het OCMW wel een van de belangrijkste eerstelijnsdiensten. Naast een eerste informatie en adviesfunctie (zie Sociaal Huis), heeft het OCMW ook de taak om de nodige ondersteuning te bieden aan mensen om een menswaardig leven te kunnen leiden (art. 1 van de OCMW-wet). Hierbij wil het OCMW steeds inzetten op de al aanwezige krachten bij mensen die met moeilijkheden worden geconfronteerd (empowerment) en hun weerbaarheid (zowel sociaal als financieel) verhogen. Zorgen voor een menswaardig leven, betekent echter ook dat mensen de nodige financiële (of materiële) ondersteuning en begeleiding in dit kader krijgen, om zich te handhaven en zich terug te integreren in onze maatschappij. Een belangrijk aandachtspunt is het groeiend aantal mensen dat geconfronteerd wordt met een schuldenlast. Deze schuldenlast wordt vaak al van op jonge leeftijd opgebouwd. Het OCMW, het CAW en andere actoren doen al heel wat inspanningen om hulp te bieden aan deze groep mensen. Het aantal mensen dat jaarlijks een beroep doet op deze hulpverlening blijft echter onrustwekkend stijgen. Daarom zullen we de komende jaren verder moeten inzetten op preventieve en curatieve acties om deze problematiek van overmatige schuldenlast aan te pakken. 43

45 Werken aan maatschappelijke integratie, betekent ook letterlijk om mensen terug in contact te brengen met wat de stad te bieden heeft en met andere inwoners (sociale netwerken). Projecten zoals buurtsport, cultuurparticipatie, dienstencentra, inloophuis, zetten hier sterk op in. De laatste jaren werd in het kader van een Lokaal Sociaal Beleid heel wat aandacht besteed aan kinderen/jongeren en hun ouders. Want zoals hierboven aangehaald, geven mensen die in armoede leven aan dat een aantal problemen voortkomen uit gemiste kansen tijdens de opvoeding of gedurende de schoolloopbaan. Ze zijn dan ook vragende partij om samen met ondersteunende diensten op weg te gaan, rekening houdend met hun eigen realiteit (wel opvoedingsondersteuning, geen opvoedingscontrole). Hierbij is het van belang om met alle partners te betrekken (bijvoorbeeld ook de school), want vaak spelen vooroordelen een rol in de kansen die mensen krijgen. Via ondersteuning van kinderen en ouders in het kader van opvoeding, maar ook via begeleiding tijdens de schoolloopbaan willen we kinderen maximale kansen op ontwikkeling bieden. Tenslotte blijft vroegdetectie van problemen en een goede (aanklampende) doorverwijzing ook voor deze groep zeer belangrijk, want te vaak worden hulpverleningsdiensten nog geconfronteerd met jongvolwassenen die totaal gedemotiveerd in het leven staan. Ook de kinderopvang kan hier een belangrijke rol in spelen. In het Jaarboek Armoede 14 wordt aangegeven dat de mate van impact van armoede op kinderen, afhankelijk is van de leeftijd waarop kinderen worden geconfronteerd met armoede: hoe jonger het kind, hoe groter de impact. Dit maakt duidelijk dat kinderopvang naast zijn economische functie ook een belangrijke sociale en pedagogische functie heeft. Een kwalitatief, kwantitatief, maar vooral toegankelijk aanbod aan kinderopvang realiseren, is dan ook een van de doelstellingen. Hierbij moet de nodige ondersteuning geboden worden aan kwetsbare bevolkingsgroepen om de weg naar deze kinderopvang te vinden (onder andere via het Loket Kinderopvang). Op het vlak van zorg is de uitdaging wel heel duidelijk. De ondersteuning in de thuissituatie zal de komende jaren nog aan belang winnen, want de intramurale zorg zal zich meer en meer richten naar zwaarder zorgbehoevenden (zowel senioren, als personen met een beperking) die niet meer in de thuissituatie kunnen opgevangen worden. Zorg en dienstverlening op maat in overleg met alle zorgverleners en met de zorgvrager zelf is een must, maar zal enkel mogelijk zijn als creatief en innovatief omgegaan wordt met de beschikbare middelen en mensen. Hierbij dient ook de nodige aandacht besteed te worden aan sociale contacten, want eenzaamheid en sociaal isolement beïnvloeden in sterke mate de levenskwaliteit van mensen met een verminderde zelfredzaamheid. De verdere uitwerking en het idee woonzorgzones, waar in samenwerking met intramurale diensten een netwerk wordt gevormd rond de zorgvrager, staat in Brugge nog in de kinderschoenen. Hier en daar worden al initiatieven genomen, maar een globale visie hieromtrent ontbreekt nog. Daarnaast zal er ook meer en meer vraag zijn naar een specifiek aanbod aan transmurale zorg/opvang voor mensen met een zorgnood. Dagverzorgingscentra, assistentiewoningen, die zelfstandig wonen en zorg combineren, zullen in belang winnen. Bovendien moeten we misschien ook in Brugge durven denken aan alternatieve vormen van zorgwonen. 14 VRANKEN, J., LAHAYE, W., GEERTS, A., COPPEE, C., Armoede in België jaarboek 2012, Leuven, Acco, 2012, p

46 De acties in het kader van een Lokaal Sociaal Beleid, kunnen pas maximaal effect hebben, indien deze gecoördineerd verlopen. Heel wat diensten zijn immers bezig in het werkveld. Bovendien moeten we ook streven naar een geïntegreerd beleid. De lokale acties binnen de verschillende beleidsdomeinen moeten gebaseerd zijn op een grondige omgevingsanalyse en vertrekken vanuit eenzelfde visie en dezelfde strategische doelstellingen. Bovendien moeten acties op elkaar afgestemd zijn. Het zal dan ook van belang zijn dat het strategisch plan (het Lokaal Sociaal Beleidsplan) regelmatig wordt geëvalueerd en bijgestuurd met de betrokken actoren. Om dit op een efficiënte manier aan te pakken zal één van de lokale besturen hierin een regierol moeten opnemen. Voor een aantal beleidsdomeinen kan dit zeker het OCMW zijn. Het maken van een omgevingsanalyse, en het evalueren en bijsturen van een strategisch plan, kan enkel in nauwe dialoog met de burger (participatie). Brugge heeft reeds een lange traditie van adviesraden en inspraakvergaderingen. In dit kader werd een specifiek overleg in het leven geroepen met mensen die in armoede leven: Brugge Dialoogstad. Hierin gaan mensen in armoede, armoedeverenigingen, welzijnsorganisaties en lokale besturen in dialoog om te zoeken naar structurele oplossingen voor de armoedeproblematiek. Een initiatief dat zeker verder moet gezet worden. Daarnaast is het belangrijk om periodiek overleg te organiseren met gebruikers van de dienstverlening en na te gaan hoe mensen deze ervaren. Naast deze specifieke prioritaire thema s, is een grote uitdaging in Brugge de toegankelijkheid tot de dienstverlening en de maatschappelijke participatie van kwetsbare groepen. Hierbij moet maximaal ingezet worden op de visie dat iedere Bruggeling op een evenwaardige manier gebruik moet kunnen maken van de aanwezige diensten, dienstverlening en evenementen. Hiervoor moeten echter vaak financiële en psychologische drempels (angst voor het onbekende, andere cultuur) overwonnen worden. Mensen die in armoede leven geven zelf deze drempels aan, maar vragen ook naar niet-stigmatiserende, maar effectieve oplossingen. Op het vlak van vrijetijds- en cultuurparticipatie werd hierbij al een hele weg afgelegd. Ook de wijkgerichte aanpak vond hier al zijn ingang. Maar op het vlak van gezondheidszorg wordt nu onderzocht welke drempels er zijn en hoe deze kunnen aangepakt worden. Onderwijspartners zijn zich ondertussen ook al bewust van het belang van een armoedebeleid binnen de school, om iedere kind maximaal te stimuleren in zijn ontwikkeling. Dit zal echter nog verder vorm moeten krijgen in specifieke doelstellingen en acties. Het ter beschikking stellen van de nodige informatie op maat van iedere burger (dus ook van kwetsbare groepen), wordt vaak aangegeven als een aandachtspunt. Het gebruik van de juiste kanalen en de juiste taal kunnen hierbij een goede hefboom zijn. Daarnaast moet zeker gewerkt worden aan een mentaliteitswijziging bij dienstverleners (in de ruimste zin van het woord). Nog al te vaak worden mensen in armoede geconfronteerd met uitsluitingsmechanismen door vooroordelen, gebrekkige communicatie en cultuurverschillen. Een belangrijk instrument hierbij is de dialoog tussen mensen in armoede, de dienstverleners en het beleid. Het initiatief Brugge Dialoogstad verrichtte in dit kader reeds baanbrekend werk, maar ook de armoedetoets is in dit kader wel een belangrijk hulpmiddel. Tenslotte heeft het concept van het Sociaal Huis, waarbij uitgegaan wordt van een meer themagerichte werking, zijn waarde bewezen. De werking zal echter blijvend moeten geëvalueerd en bijgestuurd worden op basis van specifieke noden. Daarnaast zal ook rekening moeten gehouden worden met de manier waarop de burger (met aandacht voor kwetsbare groepen) zijn informatie zoekt of wil zoeken (outreachende werking, digitaal loket, ). 45

47 Een laatste conclusie heeft te maken met de wijkgerichte organisatie van dienstverlening. De lokale besturen hebben hier de voorbije jaren sterk op ingezet en de wijkwerkingen samen verder uitgebouwd (onder andere via de buurtcentra en dienstencentra).dit lijkt een goede keuze en wel vanuit een aantal overwegingen: Eerst en vooral zien we in bepaalde wijken een concentratie van mensen die een risico op kansarmoede lopen. Extra middelen investeren op buurtgerichte initiatieven die op een laagdrempelige manier werken aan netwerkvorming en ondersteuning, werpt op lange termijn zeker zijn vruchten af. Daarnaast is een aanspreekpunt in de wijk ook veel laagdrempeliger. Tenslotte past de wijkwerking heel sterk in de visie van de woonzorgzones, in het kader van de thuiszorg. De wijkwerking zal de komende jaren dan ook nog aan belang winnen. Het Lokaal Sociaal Beleid is geen op zich staand domein. Het heeft linken met vrijwel alle andere beleidsdomeinen en beleidsplannen. Een van de doelstellingen van het decreet was een integrale benadering van het lokale beleid en het leggen van dwarsverbindingen met verschillende beleidsdomeinen. Op verschillende vlakken werden deze verbindingen ook gelegd, maar vooral op het niveau van acties en operationele doelstellingen. De analyses, beleidsvoorbereidingen, gebeuren nog steeds vanuit de eigen dienst, sector of organisatie. Het zal een uitdaging zijn om toch te zoeken naar een manier om de krachten te bundelen en te werken aan een verweven beleidsvoorbereiding in de stad Brugge. 46

48 1.2. De prioritaire beleidsdoelstellingen In de omgevingsanalyse hebben we de behoeften in de Brugse regio vastgesteld. Deze leiden dan ook naadloos tot onze prioritaire BELEIDSDOELSTELLINGEN : 1. Wonen : Het OCMW Brugge biedt maximale woonzekerheid aan kwetsbare groepen; 2. Activering : Het OCMW ondersteunt cliënten in hun maatschappelijke integratie via activering; 3. Welzijn : Het OCMW verbetert de financiële en sociale weerbaarheid van Brugse inwoners in de samenleving, met aandacht voor kwetsbare groepen; 4. Kinderopvang : Het OCMW Brugge biedt kwalitatieve kinderopvang aan. 5. Zorg : Het OCMW Brugge biedt aan iedere inwoner, die hier nood aan heeft, de nodige ondersteuning om zelfstandig thuis te blijven wonen of, indien nodig, de meest passende vorm van zorg wonen of thuis vervangende opvang. Hierbij wordt de nodige aandacht besteed aan netwerkvorming en maatschappelijke integratie; 6. Participatie : De Inwoners hebben inspraak in de manier waarop het OCMW zijn beleidsdoelstellingen vorm geeft; 7. Coördinatie : De lokale acties binnen de verschillende beleidsdomeinen van het lokaal sociaal beleid, zijn gebaseerd op een grondige omgevingsanalyse en vertrekken vanuit eenzelfde visie en dezelfde strategische doelstellingen en de acties worden afgestemd op elkaar. Het strategisch plan wordt regelmatige geëvalueerd en bijgestuurd met de betrokken actoren. Het OCMW neemt voor een aantal beleidsdomeinen de regierol op zich, en neemt op andere beleidsdomeinen actief deel aan overleg in dit kader als actor. 47

49 1.3. Relatie tussen doelstellingen, resultaten en financiën Na het opmaken van de omgevingsanalyse en het bepalen van de prioritaire beleidsdoelstellingen, komt de fase van de planning. We kijken vooruit naar de actieplannen en acties die nodig zijn om onze doelstellingen te realiseren. Vroeg of laat komt echter de vraag om dit te koppelen aan boekhoudkundige informatie. In budgetteringsfase: op hoeveel ramen we de kost van deze plannen? Of in de fase van de jaarrekening: wat heeft de uitvoering werkelijk gekost? De verbinding tussen deze twee invalshoeken gebeurt op het niveau van de activiteiten zelf: elke actie (in de planningsvisie) stemt overeen met een beleidsitem (in de boekhouding). Hierna volgt een verdere uitleg van de gebruikte begrippen in onderstaand schema. Planning Beleidsdoelstelling Algemene rekening Boekhouding Beleidsdomein Actieplan Actieplan Beleidsveld Beleidsveld Actie Actie Budget Beleidsitem Beleidsitem Strategische en resultaatsgerichte invalshoek. WAT gaan we doen. Het beleid van het bestuur wordt gestructureerd in BELEIDSDOELSTELLINGEN, ACTIEPLANNEN en ACTIES. Het vertrekpunt is het Lokaal Sociaal Beleid. Dit lokaal sociaal beleid vertrekt dan weer uit de eerder vermelde omgevingsanalyse waarbij de behoeften (wonen, activering, welzijn, kinderopvang, zorg en participatie) in de Brugse regio worden vastgesteld. Deze zeven behoeften worden vanaf nu de BELEIDSDOELSTELLINGEN genoemd. Een achtste beleidsdoelstelling die niet in relatie staat met het lokaal sociaal beleid is de beleidsdoelstelling ondersteunend. Het basisschema is raadpleegbaar op einde van 1.3. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen de prioritaire en de niet-prioritaire beleidsdoelstellingen. De beleidsdoelstellingen die in relatie staan met het lokaal sociaal beleid zijn de prioritaire beleidsdoelstellingen. Dit omdat deze diensten klantgericht zijn. De niet-prioritaire doelstelling is de beleidsdoelstelling ondersteunend. Dit wordt verder het overig beleid genoemd. Om deze doelstellingen te realiseren, voorzien we verschillende ACTIEPLANNEN. Aan iedere beleidsdoelstelling van het bassischema worden de OCMW-diensten (gearceerd) of verenigingen (niet gearceerd) gekoppeld die de behoefte/beleidsdoelstelling al dan niet alleen of complementair vervullen. Dit zijn de ACTIES van het OCMW. Een actie is een verdere indeling van 48

50 een actieplan. De acties, die passen binnen de actieplannen zijn voorzien om de beleidsdoelstellingen te realiseren. De acties zullen opgevolgd worden via INDICATOREN. Deze indicatoren zullen bijgehouden worden in het registratiesysteem van de boekhouding naargelang de zelf gekozen frequentie (maandelijks, trimestrieel, semestrieel, jaarlijks, etc.). Iedere indicator heeft een startwaarde en een streefwaarde. Aan de acties zullen de vereiste financiële MIDDELEN gekoppeld worden. Bij de diensten of verenigingen die onder meer dan één beleidsdoelstelling vallen, zullen de financiën slechts gekoppeld worden aan de belangrijkste beleidsdoelstelling. Visueel hebben wij in het basisschema de OCMW-diensten of verenigingen waaraan geen budget is gekoppeld aangeduid in het cursief. Concreet betekent dit bijvoorbeeld dat het budget van Dozen en co gekoppeld is aan activering (niet cursief) en niet aan wonen (cursief). Woningen OCMW Dozen en co OCMW Dienst met koppeling aan budget OCMW dienst zonder koppeling aan budget Schakelaar: FRGE Vereniging met koppeling aan budget Schakelaar: energiesnoeiers Vereniging zonder koppeling aan budget Onderstaand schema geeft een voorbeeld weer van de opdeling beleidsdoelstelling, actieplan en actie. BELEIDSDOELSTELLING WONEN: Het OCMW Brugge biedt maximale woonzekerheid aan kwetsbare groepen. ACTIEPLAN Via het aanbieden van kwalitatieve, betaalbare en duurzame woongelegenheden, hebben meer mensen een stabiele huisvestigingssituatie. Via preventieve acties wordt de energiekost bij specifieke doelgroepen verminderd. ACTIE Ouderenwoningen Dozen en co 49

51 Boekhoudkundige invalshoek. HOE gaan we dit registreren. De financiële registratie vindt plaats op basis van de opdeling in BELEIDSDOMEINEN, BELEIDSVELDEN, BELEIDSITEMS en BELEIDSSUBITEMS. Elk bestuur is vrij om eigen beleidsdomeinen te bepalen. Minimaal moet een lokaal bestuur twee BELEIDSDOMEINEN hebben. Voor het OCMW Brugge, dat gekozen heeft voor het minimum aantal beleidsdoelstellingen, betekent dit: 1. Algemene financiering: Het beleidsdomein Algemene financiering is het enige wettelijk verplichte beleidsdomein dat gebruikt moet worden door elk bestuur. 2. OCMW: één overkoepelend domein waarin alle overige beleidselementen worden gerangschikt. Een beleidsdomein bestaat uit onderliggende beleidsvelden, beleidsitems zoals weergegeven in onderstaande schematische voorstelling. BELEIDSDOMEIN OCMW BELEIDSVELD Dienstencentra Rusthuizen BELEIDSITEM Dienstencentra algemeen Ter Potterie BELEIDSSUBITEM Sconevelde De Lelie De Zonnebloem Volgende voorstelling is hetzelfde voorbeeld, maar dan met de codes. BELEIDSDOMEIN OCMW BELEIDSVELD BELEIDSITEM BELEIDSSUBITEM Beleidsdomeinen bestaan uit 1 of meerdere BELEIDSVELDEN, waarbij elk beleidsveld tot 1 beleidsdomein behoort. De indeling in beleidsvelden is vastgelegd door Vlaanderen in een ministerieel besluit waardoor deze niet te wijzigen zijn. 50

52 Het bestuur heeft daarentegen wel de vrije keuze om elk beleidsveld te verdelen in 1 of meerdere BELEIDSITEMS. Boekingen gebeuren op het niveau van het beleidsitem. Deze beleidsitems komen bij ons overeen met de vroegere activiteitencentra en stemmen bovendien overeen met de ACTIES uit de planning/doelstellingen situatie. Ten laatste is er nog het extra niveau de beleidssubitems. Dit niveau dient om de beleidsitems op te splitsen in lagere niveaus, de vroegere sub-analytische codes. De financiële nota 2014 geeft naast het exploitatiebudget en het investeringsbudget nu ook het liquiditeitsbudget (schema van financiële stromen) weer. Het exploitatiebudget en het investeringsbudget worden onderverdeeld volgens de beleidsprioriteiten. 51

53 MAATSCHAPPELIJKE DIENSTVERLENING ONDERSTEUNENDE DIENSTEN SAMENLEVEN WONEN Woningen OCMW Woningen personen met handicap Sociale bijstand: Woon begeleiding Dozen en co SVK: huurservice en domus flandria De schakelaar: FRGE De Schakelaar Advies De schakelaar: Energiesnoeiers ACTIVERING Sociale tewerkstelling Lokale diensten OCMW: Zoc, buurtsport Coördinatie projecten LDE Dienstencheques: HH en vervoersdienst Traject- en arbeids begeleiding Dozen en Co De schakelaar: Energiesnoeiers SAS KABA WOK WELZIJN Schuldbemiddeling LOI Sociale bijstand Schuldbemiddeling preventief Buurtsport De schakelaar: Lokale adviescomissie SPOOR: BLINK! SPOOR: 't Scharnier SPOOR: opvoedingswinkel KINDEROPVANG De blauwe lelie en Knuffel: Kinderdagverblijf De blauwe lelie: Thuisopvang zieke kinderen De blauwe lelie: Onthaalgezinnen De blauwe lelie: Gemandateerde voorziening Lokale diensten: 't Stampertje, St. Jozef en Zocjes Intramuraal WZC Ons Huis ZORG Transmuraal DVC Serviceflats assistentie woningen PARTICIPATIE COORDINATIE Extramuraal Taxibons Dienstencentra Minder mobielen centrale Maaltijden aan huis Noodoproep systemen Ziezoc + Dienstencheques: HH en vervoersdienst Lokale diensten: Zoc Zoc@home Blauwe lelie: Gemandateerde voorziening SAS: Inloopcentrum crisisopvang WOK Lokale diensten Blauwe Lelie: 't Stampertje, St. Jozef en Zocjes SAS KABA 52

54 1.4. Beleidsnota van de huidige legislatuur OCMW Brugge biedt maximale woonzekerheid aan kwetsbare groepen. Op vandaag levert OCMW Brugge grote inspanningen om aan kwetsbare groepen kwalitatieve, betaalbare en duurzame woongelegenheden aan te bieden. Zo beschikt het OCMW momenteel over 337 ouderenwoningen en worden er 179 gezinswoningen verhuurd via het sociaal verhuurkantoor van het SVK. Daarnaast kunnen alle Bruggelingen terecht bij het woonloket in het Sociaal Huis voor informatie, advies en begeleiding bij huisvestingsvragen. De OCMW-vereniging De Schakelaar wordt ingezet om het energie-aandeel in de kostprijs van wonen te beperken. Iedereen, maar in de eerste plaats ook kansengroepen, kan er terecht voor advies over rationeel energiegebruik, voor goedkope leningen (FRGE) voor energiebesparende maatregelen. De Schakelaar zet ook de acties energiesnoeiers en klimaatwijken op. Voor de beleidsperiode worden de volgende klemtonen gelegd. 1. Het OCMW biedt informatie, advies en begeleiding OCMW Brugge blijft een actieve partner om wonen in Brugge te begeleiden door voortzetting van initiatieven zoals: de goedkope verhuisdienst Dozen & Co, huurwaarborgondersteuning voor mensen die voldoen aan specifieke voorwaarden, het sociaal verhuurkantoor, het vermijden van uithuiszetting in de sociale huursector, crisisopvang voor wie plots geen dak meer boven het hoofd heeft Het woonloket in het Sociaal Huis wordt verder uitgebouwd: we streven naar één gecentraliseerd kenniscentrum waar men terecht kan met alle vragen rond wonen. We werken hiervoor samen met de andere huisvestingsactoren. 2. Uithuiszettingen Het OCMW blijft actief inzetten op de preventie van uithuiszettingen, zowel in de private als de sociale huurmarkt. Indien de uithuiszetting niet kan vermeden worden, wordt een opvolgingstraject voorzien. 3. Uithuiszettingen sociale sector: project bemoeizorg In samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappijen wordt het project Bemoeizorg verder uitgebouwd om problemen in sociale woningen tijdig te detecteren en uithuiszetting te voorkomen. 4. Centrale wachtlijsten We streven tegen eind 2018 naar één gecentraliseerde wachtlijst voor alle sociale huisvestingsmaatschappijen. 5. Sociaal Verhuur Kantoor: samenwerking met Sovekans De Vereniging SVK en Sovekans vzw onderzoeken op constructieve wijze de mogelijkheden tot samenwerking om zo een betere dienstverlening te kunnen garanderen en tegemoet te komen aan de wetgeving tegen Sociaal Verhuur Kantoor: streven naar groei Om tegemoet te komen aan de lange wachtlijsten wil het OCMW via het Sociaal Verhuur Kantoor in de komende legislatuur 50 extra woningen inhuren. Daartoe zal samen met de stad een info- en sensibiliseringscampagne opgezet worden. 53

55 7. Sociaal Verhuur Kantoor: evaluatie en bijsturing Regelmatig wordt bij de eigenaars en de huurders gepeild naar hun tevredenheid over de werking van het Sociaal Verhuur Kantoor. 8. Private huurmarkt Het OCMW gaat het gesprek aan met de private immobiliënsector om de private huurmarkt toegankelijker te maken voor kansarmen. 9. Wooncoaches Het OCMW zal het stedelijk initiatief om wooncoaches in te zetten (cfr. Beleidsnota) ondersteunen. Dit project wil, samen met huurdersverenigingen en verenigingen waar armen het woord nemen, een systeem opzetten van deskundige vrijwilligers die kwetsbare groepen begeleiden op de private woonmarkt. 10. De Schakelaar focust ook op waterverbruik. Gezien de grote impact van de energieprijzen op het gezinsbudget blijft De Schakelaar acties opzetten om rationeel energieverbruik te stimuleren. De Schakelaar zal, gezien de stijgende waterprijzen, zijn werkveld ook uitbreiden naar rationeel waterverbruik (waterscan). 11. De Schakelaar: groepsaankopen De stad en het OCMW stimuleren via de vereniging de Schakelaar groepsaankopen voor gas, elektriciteit, waarbij voorrang wordt gegeven aan groene energie Zo maken ze de energievoorziening goedkoper voor de bevolking. De Schakelaar zal bijzondere aandacht besteden aan de deelname van kansarmen aan de groepsaankopen. 12. Doortrekkersterrein woonwagenbewoners Wonen is een recht voor iedereen, ook voor woonwagenbewoners. In uitvoering van het provinciaal RUP zoekt het OCMW samen met de stad een geschikte locatie en uitbatingsformule voor een doortrekkersterrein. 13. Wonen-Welzijn Samen met de sociale huisvestingsmaatschappijen zet het OCMW het project wonen-welzijn verder. In dit project worden sociale huurders met psychische, psychiatrische of verslavingsproblematiek begeleid Het OCMW ondersteunt cliënten in hun maatschappelijke integratie via activering. Op vandaag neemt het OCMW tal van initiatieven om de maatschappelijke integratie van haar cliënten te bevorderen. Zo krijgen cliënten artikel 60 tijdelijke tewerkstelling waardoor ze werkervaring kunnen opdoen en terug in regel komen met de sociale zekerheid. In de vereniging t Sas, de vereniging De Schakelaar en binnen verschillende diensten van het OCMW (dienstencheques, lokale diensten) wordt arbeid op maat aangeboden. En de vereniging WOK biedt trajecten en arbeid op maat voor mensen waarvoor een tewerkstelling (nog) niet mogelijk is. Voor de beleidsperiode worden de volgende klemtonen gelegd. 14. Activering voorop Het OCMW blijft sterk inzetten op een activeringsbeleid, met de focus op jongeren en personen die een leefloon ontvangen. Bijzondere aandacht moet ook gaan naar mensen van vreemde origine, wiens competenties in onze maatschappij vaak niet ten volle erkend en ingezet worden. 54

56 15. Het OCMW als sociale werkgever Ondanks de beperkte financiële middelen en de druk op het personeelbestand wil het OCMW zijn sociale rol als werkgever blijven opnemen. Daarom zal extra aandacht besteed worden aan de aanwerving van werknemers met een arbeidshandicap. Omdat dit extra ondersteuning op de werkvloer veronderstelt, wordt in een gezamenlijke cel sociale economie voorzien die doelgroepmedewerkers van stad en OCMW begeleidt. 16. Nieuw initiatief sociale tewerkstelling: landbouwproject In samenwerking met sociale economie initiatieven en de land- en tuinbouwsector bouwen we tegen eind 2018 een ecologische groene oase op het Brugse grondgebied met daarin een boomgaard, een groententuin, kruidentuin, bijenkweker, boerderij waarin onder andere kansengroepen tewerk gesteld worden. De opbrengsten komen onder andere via de sociale kruidenier De Kaba ten goede aan kansengroepen. 17. Nieuwe initiatief sociale tewerkstelling: exploratie nieuwe mogelijkheden Gezien de grote nood zal het OCMW nieuw sociale economie projecten actief exploreren. We onderzoeken onder andere de mogelijkheid van een textielproject, waarbij oude en kapotte kleren hersteld worden. 18. Sociale clausule bij aanbestedingen Om de tewerkstelling van kansengroepen in de reguliere economie te bevorderen, zal het OCMW samen met de stad een sociale clausule invoeren bij haar overheidsopdrachten. 19. Opleidingsprojecten Het OCMW onderzoekt de mogelijkheid om opleidingstrajecten te organiseren waarbij stages in het reguliere arbeidscircuit worden gefinancierd Het OCMW verbetert de financiële en sociale weerbaarheid van Brugse inwoners in de samenleving, met aandacht voor kwetsbare groepen. Op vandaag biedt het OCMW financiële, materiële, en psychosociale ondersteuning van mensen in kansarmoede, met oog op een maatschappelijk integratie. Cliënten die reeds kampen met een overmatige schuldenlast worden via budgetbegeleiding, budgetbeheer en schuldbemiddeling (een haalbaar budgetplan uitwerken met de cliënt en werken aan schulden afbouw en de nodige vaardigheden rond het beheren van een huishoudbudget) geholpen via de dienst schuldbemiddeling. Cliënten met betalingsproblemen van de energiefacturen krijgen de nodige ondersteuning om de toegang tot energie en andere basisvoorzieningen zoveel mogelijk te verzekeren. Het Inloopcentrum van de vereniging t Sas biedt maatschappelijk kwetsbare mensen een plaats waar ze zichzelf kunnen zijn en zich kunnen ontplooien. Daarnaast krijgen personen die geconfronteerd worden met (dreigende) dakloosheid, de nodige ondersteuning en indien nodig opvang. In de vereniging t Sas kunnen de cliënten met een laag inkomen ook terecht bij de sociale kruidenier De KABA voor een aanbod aan betaalbare (en in sommige gevallen gratis) basisproducten. De vereniging SPOOR Brugge ondersteunt ouders en kinderen in de opvoeding en de schoolloopbaan. Daartoe worden verschillende projecten opgezet, zoals het project BLINK! dat in samenwerking met welzijns- en onderwijspartners ondersteuning biedt, om schooluitval te vermijden of het project t Scharnier dat in samenwerking met scholen studiebegeleiding aanbiedt. Binnen SPOOR Brugge is ook de opvoedingswinkel actief waar ouders en andere opvoeders informatie en advies krijgen rond opvoeding en kinderopvang. Voor de beleidsperiode worden de volgende klemtonen gelegd. 55

57 20. Meldpunt armoede Het OCMW zal samen met de stad verdoken bronnen van armoede opzoeken en acties opzetten om armoede respectvol te remediëren. Binnen het Sociaal Huis wordt een meldpunt armoede opgericht waar wijkagenten, postbodes gemeenschapswachten, leerkrachten, de opvoedingswinkel, buren op een discrete manier situaties waaruit (kans-)armoede blijkt, kunnen melden en dit op mondelinge, schriftelijke en elektronische wijze. De dienst Maatschappelijke Begeleiding van het OCMW zal op basis van de verstrekte gegevens nagaan of een actieve maar respectvolle tussenkomst nodig en gewenst is. 21. Armoedetoets Het OCMW onderwerpt de beleidsbeslissingen aan een armoedetoets om mogelijke effecten van beleidsbeslissingen op te sporen en indien mogelijk te remediëren. 22. Ervaringsdeskundige Samen met de stad werft het OCMW een ervaringsdeskundige in de armoede aan, die wordt ingezet als brugfiguur tussen mensen in armoede en overheid. 23. Armoede-organisaties als partner Het OCMW betrekt de armoedeorganisaties, verenigd in het overlegplatform Brugge Dialoogstad, bij de uitwerking van het armoedebeleid. beleidsnota OCMW Brugge 24. Armoede opsporen bij zelfstandigen Er wordt een samenwerking opgezet met Efrem en Boeren op een kruispunt om de specifieke begeleiding van zelfstandigen en landbouwers in crisissituaties aan te pakken. 25. Autodelen: ook voor kansengroepen Het stadsbestuur heeft in haar beleidsnota aangekondigd dat het autodelen in Brugge gepromoot zal worden. Het OCMW zal hier actief op inspelen en daarbij onderzoeken op welke wijze autodelen ook voor kansengroepen toegankelijk kan zijn. 26. Geen digitale analfabeten We willen mensen die nog geen toegang hebben tot IT, internet of sociale media, kennis laten maken met deze moderne manier van communiceren. We ontwikkelen meer IT-projecten voor kwetsbare groepen, zodat tegen eind 2018 het aantal digitale analfabeten is verminderd. 27. Sociale Kruidenier Het concept van de sociale kruidenier (De Kaba) wordt verder ontwikkeld. Het OCMW gaat actief op zoek naar nieuwe toeleveranciers. Er worden bijzondere inspanningen geleverd om duurzame producten in het gamma op te nemen. 28. Budgetbegeleiding, budgetbeheer en schuldbemiddeling OCMW Brugge blijft investeren in de dienst budgetbegeleiding, budgetbeheer en schuldbemiddeling en spant zich in om de wachtlijsten in te korten. Er wordt ook begeleiding voorzien bij aankoop van gebruiksgoederen en abonnementen (telefonie, televisie, ) zodat dubbelzinnige contracten en risicovolle formules worden vermeden. 29. Budgetbegeleiding, budgetbeheer en schuldbemiddeling: onderzoek In samenwerking met het Vlaams Centrum voor Schuldbemiddeling wordt jaarlijks een studie (sociaal, demografisch, economisch) verricht: wie heeft schulden, aan welke diensten of instanties heeft men het meeste schulden, wat zijn kwetsbare groepen, waar liggen de oorzaken Zo krijgt men een duidelijker zicht op de risicogroepen en krijgt men handvaten om preventieve acties op te zetten. 56

58 30. Budgetbegeleiding, budgetbeheer en schuldbemiddeling: preventie In samenwerking met de stad werkt het OCMW doelgroepgerichte infocampagnes uit rond schuldpreventie om zo armoede te voorkomen. 31. Studiebegeleiding De leerachterstand bij kinderen uit arme gezinnen is schrijnend. Via Studiebegeleiding t Scharnier investeren stad en OCMW in bijkomende zorg en begeleiding voor deze kinderen en hun ouders. 32. Opvoedingswinkel Iedereen met vragen over opvoeden van kinderen en jongeren, kan terecht bij de opvoedingswinkel. Zo kunnen problemen worden voorkomen, of in een vroeg stadium worden gedetecteerd. 33. Studiekeuze oriënteren naar knelpuntberoepen In samenwerking met de vereniging SPOOR Brugge begeleiden we jongeren meer naar de erkende knelpuntberoepen. Op die manier geven we jongeren met problemen kans hun toekomst positief te beïnvloeden door een opleiding te volgen, onder begeleiding, waarbij ze zeker kans hebben op werk en integratie in de samenleving. 34. Time-Out Het Time-Out project Blink, een gezamenlijk initiatief van stad en OCMW waarbij jongeren voor wie schooluitval dreigt begeleid worden, wordt verder gezet. beleidsnota OCMW Brugge 35. Vrije tijd voor jongeren Kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties moeten kunnen deelnemen aan activiteiten voor jongeren. Er moeten plaatsen zijn waar zij elkaar en andere jongeren kunnen ontmoeten. Zij moeten in de zomervakantie kunnen genieten van een activiteitenaanbod. 36. Netwerk Vrijetijdsparticipatie Het Netwerk Vrijetijdsparticipatie waar kansengroepen aan allerlei activiteiten kunnen deelnemen, wordt verder uitgebouwd, zodat financiële, medische, sociale, culturele of psychische belemmeringen om te participeren kunnen weggenomen worden. Daarbij worden ook de vakantiemogelijkheden voor doelgroepen bekendgemaakt. 37. Buurtsport In het kader van het sport-voor-allen-beleid breidt het OCMW samen met de stad het bestaande aanbod aan buurtsport uit. 38. Opvang in crisis: t Sas t Sas-project, een inloophuis met lage drempel voor kwetsbare mensen uit de regio Brugge, wordt voortgezet. 39. Opvang in crisis: nachtopvang Samen met de Stad onderzoekt het OCMW de mogelijkheid om de nachtopvang voor daklozen die nu enkel in de winter wordt georganiseerd, het jaar rond in te richten. 40. Toegang Gezondheidszorg: 3 betalersregeling De derdebetalersregeling bij huisartsen, specialisten en tandartsen wordt gestimuleerd. 41. Toegang gezondheidszorg: wijkgezondheidscentrum Samen met de Stad onderzoekt het OCMW de oprichting van een wijkgezondheidscentrum om zo de toegang tot de gezondheidszorg te bevorderen. 57

59 42. Toegankelijkheid van dienstverlening: automatisch toekennen van rechten Samen met de Stad onderzoekt het OCMW de mogelijkheid om rechten automatisch toe te kennen. 43. Toegankelijkheid van dienstverlening: communicatie Het hulpverleningsaanbod van stad en OCMW wordt actief gecommuniceerd, zowel naar de burger als naar professionelen ( en Toegankelijkheid van dienstverlening: toegankelijkheid Sociaal Huis Samen met de Stad werkt het OCMW verder aan de toegankelijkheid van het Sociaal Huis. Bij de realisatie van het huis van de Bruggeling wordt er voor geopteerd om alle klantgerichte diensten van het Sociaal Huis ook op deze site samen te brengen Het OCMW biedt kwalitatieve kinderopvang aan. Via de vereniging De Blauwe Lelie organiseert het OCMW kwalitatieve kinderopvang op maat aan. Enerzijds zijn er 54 plaatsen in het kinderdagverblijf. Anderzijds wordt er opvang aangeboden via 129 onthaalouders die aangesloten zijn bij de dienst voor onthaalouders. In beide gevallen is de kostprijs inkomens gerelateerd. Ouders kunnen bij de Blauwe Lelie ook terecht voor occasionele opvang van zieke kinderen in de thuissituatie alsook voor (informatie over) opvang tijdens vroege of late uren, s nachts of tijdens het weekend. Daarnaast bieden de lokale diensten (Zocjes, stampertje en kinderopvang Sint Jozef) wijkgerichte kinderopvang aan om tegemoet te komen aan specifieke noden van kwetsbare groepen. Voor de beleidsperiode worden de volgende klemtonen gelegd. 45. Integratie kinderopvang Stad-OCMW Tussen Stad en OCMW wordt een duidelijke taakverdeling afgesproken, waarbij de stad optreedt als regisseur van de kinderopvanginitiatieven op haar grondgebied en het OCMW als organisator van kinderopvang. Dit houdt in dat de bestaande stedelijke kinderopvanginitiatieven worden overgenomen door de vereniging de Blauwe Lelie. 46. Bedrijfscrèche op campus Molenerf Het OCMW onderzoekt de mogelijkheid om een bedrijfscrèche op te richten voor de personeelsleden van het OCMW en AZ Sint-Jan. Het OCMW staat daarbij open voor samenwerking met de andere welzijnsorganisaties op campus Molenerf. 47. Speelotheek kinderopvang ook voor zelfstandige onthaalouders De bestaande speelotheek voor onthaalouders die aangesloten zijn bij de dienst onthaalouders van de vereniging De Blauwe Lelie, wordt, mits lidgeld, opengesteld voor zelfstandige onthaalouders. Bij aankoop van speelgoed zal bijzondere aandacht besteed worden aan het aspect veiligheid en duurzaamheid. 48. Kinderopvang voor alleenstaanden Het OCMW onderzoekt mogelijke (woon)ondersteuning voor alleenstaande ouders in hun dagelijkse kinderopvang. 58

60 Het OCMW biedt de nodige ondersteuning aan, waardoor Bruggelingen thuis kunnen blijven wonen, met aandacht voor netwerkvorming en maatschappelijke integratie (extramurale zorg). Het OCMW biedt ondersteuning aan om mensen met een verminderde zelfredzaamheid of risico op sociaal isolement zolang mogelijk thuis te laten wonen, met aandacht voor hun kwaliteit van leven. Zo kan men bij het OCMW terecht voor taxibons, huishoudelijke hulp via dienstencheques, warme maaltijden aan huis, een noodoproepsysteem, de mindermobielencentrale. De 16 diensten- en ontmoetingscentra organiseren een aanbod aan dienstverlening, informatie, vorming en ontmoeting, om de doelgroep te ondersteunen. De lokale dienst ZOC en biedt wijkgerichte ondersteuning en ontmoeting aan senioren in Zeebrugge. Voor de beleidsperiode worden de volgende klemtonen gelegd. 49. Sociale buurtvoorzieningen Het OCMW ondersteunt het initiatief van de stad (cfr. Beleidsnota) om buurtvoorzieningen in kaart te brengen en via gericht acties de blinde vlekken in te vullen. 50. Dienstencentra: buurtgerichte werking De buurtgerichte sociale dienstverlening van OCMW en stad worden op elkaar afgestemd. Dat betekent onder andere dat de stedelijke buurtcentra en de dienstencentra worden geïntegreerd, waarbij de specifieke opdrachten van een dienstencentrum - diensten verstrekken ter ondersteuning van de thuissituatie - niet in het gedrang komen. 51. Dienstencentra: nieuwe vestiging Sint-Andries We onderzoeken de mogelijkheid om een nieuw, volwaardig dienstencentrum op Sint-Andries te bouwen. 52. Dienstencentra: ontmoetingscentrum PC Sint-Andries We onderzoeken de mogelijkheid om nabij de gevangenis een ontmoetingsruimte te bouwen s met een dubbele functie: enerzijds dienstencentrum voor de wijk en anderzijds opvangcentrum voor bezoekers van de gevangenis. 53. Dienstencentra: nieuw vestiging Sint-Kruis We onderzoeken de mogelijkheid om een volwaardig dienstencentrum op Sint-Kruis te bouwen. 54. Dienstencentra: nieuw vestiging Dudzele We onderzoeken de mogelijkheid om een volwaardig dienstencentrum op Dudzele te bouwen. 55. Woonzorgzones Een aangepast woonzorgbeleid moet aan senioren de keuze bieden om al dan niet thuis te blijven wonen wanneer men zorgbehoevend wordt. Het OCMW werkt mee aan een stedelijk plan voor de opmaak van woonzorgzones. Dit zijn zones met een verhoogde geschiktheid voor zelfstandig wonen omdat er een zorgnetwerk aanwezig is. Woonzorgzones combineren het beste van thuiszorg en woonzorgcentra. beleidsnota OCMW Brugge 56. Dienstencentra: heroriëntering en inpassing in concept woonzorgzone Rekening houdende met de aangroei van het aantal hoogbejaarde senioren, worden de dienstencentra, conform het concept van de woonzorgzones, een schakel in de ondersteuning van de thuiszorgsituatie. 59

61 57. Assistieve technologie in de thuissituatie Het OCMW verkent verder de mogelijkheden van assistieve technologie in de ondersteuning van de thuiszorgsituatie, zoals systemen waarbij men van op afstand live in contact kan komen met thuiszorgondersteuners. 58. Minder mobielencentrale: rolstoelvervoer Het OCMW onderzoekt de mogelijkheid om een voertuig aan te schaffen voor aangepast vervoer van rolstoelafhankelijke passagiers. 59. Ruddersstove: fingerfood Ruddersstove onderzoekt de mogelijkheid om fingerfood in te voeren, zodat ook zorgbehoevende senioren zelfstandig kunnen eten Het OCMW biedt aanpaste vormen van ondersteuning, opvang of zorgwonen voor wie niet volledig zelfstandig thuis kan wonen (transmurale zorg). Aan personen die niet langer zelfstandig kunnen wonen, wordt een specifiek aanbod aan transmurale zorg/opvang geboden. Het gaat daarbij enerzijds om de dagverzorgingscentra Den Erker en De Vliedberg die gespecialiseerde begeleiding, dagopvang, ontmoeting, activering en dagbesteding organiseren voor mensen die overdag niet langer zelfstandig thuis kunnen wonen. Daarnaast biedt het OCMW 157 woongelegenheden aan die gekoppeld zijn aan een ondersteunings - en zorgaanbod (serviceflats, assistentiewoningen), voor mensen die niet langer zelfstandig kunnen wonen. Voor de beleidsperiode worden de volgende klemtonen gelegd. 60. Assistentiewoningen Het OCMW breidt, zo mogelijk in samenwerking met de sociale huisvestingsmaatschappijen, het aanbod aan betaalbare assistentiewoningen uit. Nieuwe assistentiewoningen worden gebouwd in de nabijheid van een woonzorgcentrum en maken deel uit van de woonzorgzones die het OCMW mee wil helpen ontwikkelen Het OCMW voorziet in thuisvervangende opvang voor wie hier nood aan heeft (intramurale zorg). In momenteel 7 woonzorgcentra biedt het OCMW 790 plaatsen aan aan personen die niet langer zelfstandig kunnen wonen. De Vereniging Ons Huis biedt kwalitatieve intramurale zorg, huisvesting, begeleiding en dagbesteding aan personen met een beperking die niet langer zelfstandig kunnen wonen via beschermd wonen (11 plaatsen), het dagcentrum (25 plaatsen) en het tehuis niet-werkenden (54 plaatsen). Voor de beleidsperiode worden de volgende klemtonen gelegd. 61. Begeleid wonen: De Zeven gaven Het OCMW organiseert op de locatie De Zeven Gaven begeleid wonen voor personen met een nietaangeboren hersenletsel (N.A.H.). 62. Globaal plan voor infrastructurele noden Het OCMW werkt een globaal plan uit om een oplossing te geven aan de verschillende infrastructurele noden: 60

62 De nood aan vervanging van de woonzorgcentra Minnewater en Sint-Clara die op termijn niet meer aan de normen beantwoorden. De nood aan een kwalitatievere infrastructuur voor vereniging Ons Huis die zorg organiseert voor personen met een handicap. De nood aan capaciteitsuitbouw in de woonzorgcentra. De nood aan een woonzorgcentrum in het noorden van Brugge. 63. Inschakeling in het concept van de woonzorgzones Conform het concept van een woonzorgzone maken nieuwe woonzorgcentra deel uit van een zorgcampus met assistentiewoningen, dienstencentrum, AZ Sint Jan-Brugge-Oostende AV Met ruim personeelsleden en meer dan bedden is het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV het derde grootste ziekenhuis van België en het grootste van West-Vlaanderen. De activiteiten van het ziekenhuis zijn verspreid over drie campussen: de campus Sint-Jan Brugge, de campus Sint- Franciscus Xaverius in de Brugse binnenstad en de campus Henri Serruys Oostende. Voor de beleidsperiode worden de volgende klemtonen gelegd. 64. Rol in de regio Het ziekenhuis moet zijn positie als supraregionaal centrum voor geavanceerde zorg verder ontwikkelen door een duidelijke positionering van de verschillende campussen in de fusie-entiteit en de verdere uitbouw van samenwerkingsverbanden met andere ziekenhuizen en zorgpartners. 65. Kwaliteitsvolle en innovatieve zorg Het ziekenhuis moet excelleren in kwaliteit van zorg (medisch, verpleegkundig, paramedisch) door de uitbouw van kwaliteitssystemen en gericht te investeren in mensen en middelen waarbij subspecialisatie en innovatie centraal staan. 66. Klantvriendelijk en patiëntgericht Het ziekenhuis moet de klantvriendelijkheid en patiëntgerichtheid centraal stellen door de verdere uitwerking van interne betrokkenheidscampagnes en de uitbreiding en modernisering van de ziekenhuiscommunicatie naar de nieuwe media toe. 67. Processen afgestemd op noden patiënt en patiëntveiligheid Het ziekenhuis moet de processen nog meer afstemmen op de noden van de patiënt en patiëntveiligheid garanderen mede door deel te nemen aan een accrediteringssysteem. 68. Multidisciplinaire samenwerking Het ziekenhuis moet de multidisciplinaire- en interdisciplinaire samenwerking rond de patiënt verder uitbouwen. 69. Modern personeelsbeleid Het ziekenhuis moet een efficiënt personeelsbeleid voeren dat inspeelt op haar specifieke behoeften, met effectieve betrokkenheid en inspraak van de organisatie waarbij de zorg om het welzijn en de carrièreplanning van het personeelslid afgestemd op de noden van het ziekenhuis, centraal staat. 61

63 70. Blik op de wereld AZ Sint-Jan moet een wijde blik op de wereld behouden. De samenwerkingsovereenkomst tussen het AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV en een gezondheidszone in de regio Matadi in Congo wordt uitgewerkt. Onze solidariteit bestaat in financiële ondersteuning én in uitwisseling van know-how. 71. Duurzaam ziekenhuis Bij de verdere uitbouw en renovatie van het ziekenhuis zal bijzondere aandacht besteed worden aan het duurzame en ecologische karakter. Tevens worden de afvalstromen in kaart gebracht teneinde zo mogelijk de afvalberg te beperken Het OCMW is een ecologisch bewuste organisatie Als openbaar bestuur heeft het OCMW een voorbeeldfunctie. Door zelf als een ecologisch bewuste organisatie op te treden kan het OCMW anderen overtuigen om dezelfde principes toe te passen. Voor de beleidsperiode worden de volgende klemtonen gelegd. 72. Ecologisch en duurzaam bouwen Bij nieuwe bouwprojecten neemt het OCMW een voorbeeldfunctie op door zo ecologisch en duurzaam mogelijk te bouwen. Dit houdt onder andere in: gebruik van milieuvriendelijke bouwtechnieken, streven naar energiezuinige of zelfs passieve gebouwen en aanwenden van hernieuwbare energiebronnen. 73. Groene Energie Het OCMW koopt uitsluitend elektriciteit aan van groene oorsprong. 74. Energie audit De OCMW-woningen en gebouwen worden aan een energie-audit onderworpen. Op basis van de resultaten van deze audit gebeuren de nodige aanpassingen. 75. Papierverbruik Het papierverbruik moet drastisch omlaag. Dit kan onder andere door de digitalisering van de werking van de raad en de Bijzondere Comités. 76. Veggie Dag De vereniging Ruddersstove bereidt de maaltijden voor de woonzorgcentra en voor de dienst maaltijden aan huis. 1x per week is er Veggiedag waarbij de gebruiker een vegetarische maaltijd kan kiezen. Hier wordt gebruik gemaakt van de expertise van organisaties als EVA om smaakvolle, evenwichtige alternatieven te kunnen aanbieden. 77. Duurzaam aankoopbeleid Ruddersstove Ruddersstove zal in haar aankoopbeleid bijzondere aandacht besteden aan de herkomst van de producten met voorrang voor streek- en seizoensgebonden producten uit duurzame teelt. 78. Wagenpark Bij aankoop van nieuwe wagens wordt rekening gehouden met een goede eco-score. Indien mogelijk wordt er overgeschakeld op elektrische wagens. 79. Dienstverplaatsingen met de fiets 62

64 Voor dienstverplaatsingen wordt het gebruik van de fiets aangemoedigd, onder andere door dienstfietsen ter beschikking te stellen Het OCMW optimaliseert haar interne werking Voor de beleidsperiode worden de volgende klemtonen gelegd. 80. Administratieve integratie Samen met stad en politie streeft het OCMW naar een optimale integratie van de administratieve diensten van stad, OCMW en Politie. 81. Financies Het OCMW streeft naar een integraal gezond financieel beleid. Jaarlijks overleggen stad en OCMW bij de opmaak van het budget over de hoogte van de stedelijke bijdrage aan het OCMW. Deze stedelijke bijdrage dient aangepast niet alleen op basis van de budgettaire gegevens van het desbetreffende budgetjaar, maar ook wanneer het OCMW op vraag van de stad extra taken op zich neemt, zoals de overname van de stedelijke kinderopvanginitiatieven. 82. Kostprijs dienstverlening Iedereen moet toegang hebben tot het OCMW-aanbod. Maar daarbij dient rekening gehouden met de financiële draagkracht van de cliënten. De prijsbepaling mag niet tot gevolg hebben dat de uiteindelijke doelstelling niet meer bereikt wordt. 83. HRM-beleid Het OCMW moet beschikken over een performant informatica systeem om de personeelsadministratie tot een aanvaardbaar niveau terug te brengen. 84. Integriteit De Personeelsdienst van het OCMW werkt een integriteitsbeleid uit voor de volledige personeelscyclus (aanwerving, functioneren, benoemen, bevorderen, uitdiensttreding, ). 85. Centraal Magazijn Het OCMW maakt werk van een nieuw centraal magazijn op Ruddershove, voor de vereniging Ruddersstove, de Technische Dienst, het hoofdgebouw en de woonzorgcentra. Dit moet niet alleen een oplossing bieden voor de huidige stockageproblemen, maar ook leiden tot een efficiënter voorraadbeheer. 86. Site Molenerf: parkeerproblematiek De parkeerproblemen op de site Molenerf worden aangepakt door de bouw van een parkeergarage, via een specifieke vereniging met als belangrijkste partners het OCMW en het AZ Sint Jan Brugge Oostende AV. 87. Ruddersstove De vereniging Ruddersstove gaat actief op zoek naar nieuwe klanten om zo de rentabiliteit te bevorderen. 63

65 2. Financiële nota Financieel doelstellingenplan = Schema M1 Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Beleidsdomein ALGFIN Prioritaire beleidsdoelstellingen Exploitatie Investeringen Andere Overig beleid Exploitatie Investeringen Andere Beleidsdomein OCMW Prioritaire beleidsdoelstellingen Exploitatie Investeringen Andere Overig beleid Exploitatie Investeringen Andere Totalen Exploitatie Investeringen Andere

66 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019 Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Uitgaven Ontvangsten Saldo Beleidsdomein ALGFIN Prioritaire beleidsdoelstellingen Exploitatie Investeringen Andere Overig beleid Exploitatie Investeringen Andere Beleidsdomein OCMW Prioritaire beleidsdoelstellingen Exploitatie Investeringen Andere Overig beleid Exploitatie Investeringen Andere Totalen Exploitatie Investeringen Andere

67 2.2. Staat van het financieel evenwicht = Schema M2 RESULTAAT OP KASBASIS Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019 I. Exploitatiebudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten a. Belastingen en boetes 1.b. Algemene werkingsbijdrage van andere lokale overheden c. Tussenkomst door derden in het tekort van het boekjaar 2. Overige II. Investeringsbudget (B-A) A. Uitgaven B. Ontvangsten III. Andere (B-A) A. Uitgaven Aflossing financiële schulden 1.a Periodieke aflossingen b Niet-periodieke aflossingen 2. Toegestane leningen 3. Overige transacties B. Ontvangsten Op te nemen leningen en leasings Terugvordering van aflossing van financiële schulden 2.a. Periodieke terugvorderingen 2.b. Niet-periodieke terugvorderingen 3. Overige transacties IV. Budgettaire resultaat boekjaar (I+II+III) V. Gecumuleerde budgettaire resultaat vorig boekjaar VI. Gecumuleerde budgettaire resultaat (IV+V) VII. Bestemde gelden (toestand op 31 december) A. Bestemde gelden voor exploitatie B. Bestemde gelden voor investeringen C. Bestemde gelden voor andere verrichtingen VIII. Resultaat op kasbasis (VI-VII)

68 Autofinancieringsmarge Jaar 2014 Jaar 2015 Jaar 2016 Jaar 2017 Jaar 2018 Jaar 2019 I. Financieel draagvlak (A-B) A. Exploitatieontvangsten B. Exploitatie-uitgaven exclusief de nettokosten van schulden (1-2) Exploitatie-uitgaven Nettokosten van de schulden II. Netto periodieke leningsuitgaven (A+B) A. Netto-aflossingen van schulden B. Nettokosten van schulden Autofinancieringsmarge (I-II)

69 3. Toelichting bij het meerjarenplan Omgevingsanalyse Zie hoger, onder Maatregelen om het financieel evenwicht te realiseren. Na de bespreking met de stad op werden volgende bedragen vastgelegd inzake gemeentelijke bijdrage: indicatief indicatief indicatief indicatief indicatief In het budget werd gepoogd om een realistische inschatting te maken van de budgetten voor de periode De volgende jaren ( ) werden zo goed mogelijk ingeschat op basis van de periode , maar we gaan er van uit dat het onmogelijk is om een realistische raming te kunnen voor de periode omdat we onvoldoende zicht hebben op mogelijke veranderingen in de wetgeving en de dienstverlening. Vandaar dat zowel Stad als OCMW het vroegere standpunt bevestigen, nl. dat enkel de cijfers voor het eerstvolgende budgetjaar bindend zijn en de cijfers voor de volgende jaren indicatief zijn. Om het budget en meerjarenplan sluitend te kunnen maken, werden zoals vorige jaren een aantal maatregelen doorgevoerd. Deze maatregelen zorgen aldus voor een afwijking t.o.v. het voorontwerp budget en de bijhorende toelichting. Daarom werden alle maatregelen in het budget en meerjarenplan verwerkt op aparte rekeningnummers zodat deze duidelijk zichtbaar zijn. 1. Dienstenchequebedrijf. Vergoeding per uur. - aanrekenen van 1 extra voor de klanten met de normale prijs en 0,5 voor de klanten met een korting: (N.B.: de prijs stijgt per al met 0,5 ingevolge de prijsstijging van de dienstencheques zelf). Dossierkosten. - alle klanten: : Maaltijden aan huis. - de prijs met 1 verhogen voor de tarieven 5 en 6 en met 0,5 voor het tarief 4,2: vanaf opnieuw + 1 per maaltijd: (later nog te beslissen) 68

70 3. DVC. + 2 per dag (van 10 naar 12): op jaarbasis (N.B.: de prijs stijgt al met 0,5 per dag door de wijziging van de prijs van de dienstencheques) (N.B.: toelating nodig van Economische Zaken. Pas toe te passen vanaf : in vanaf 2015) 4. WZC- korting. Korting bij opname in een WZC voor een echtpaar afschaffen. - enkel in de nieuwe WZC: (reden: afschaffing volgt uit de afwezigheid van 2-persoonskamer, m.a.w. een echtpaar bezet dan ook 2 aparte kamers) 5. WZC- dagprijs. - in het meerjarenplan van verleden jaar was ook een prijsverhoging voorzien van 1 op jaarbasis vanaf 2014 voor de nieuwe kamers. - geen prijsverhoging voor de oude kamers, want anders te veel risico op leegstand vanaf en + 2 vanaf : - geen effect in in in 2016 (N.B.: toelating nodig van Economische Zaken. Vandaar ingangsdatum DC en ZOC consumpties %. Prijs van de consumpties optrekken met gemiddeld 10 %: Vanaf en vanaf opnieuw + 10 %. (bij gelijke omzet). 7. WZC bar consumpties + 10 % Prijs van de consumpties optrekken met gemiddeld 10 %: (bij gelijke omzet). Vanaf en vanaf opnieuw met 10 %. 8. SF + 2 vanaf (N.B.: toelating nodig van Economische Zaken. Pas toe te passen vanaf ). 2014: Vanaf 2015: een nieuwe prijsverhoging per met Uitgaven vorming Maximaal opteren voor interne vorming gegeven door eigen personeel. 69

71 Voor de berekening van de loonkosten werd rekening gehouden met een inflatie van: 0,83 % (2014 t.o.v. 2013) 1,15 % (2015 t.o.v. 2014) 1,66 % (2016 t.o.v. 2015) d.w.z. een index per en een index per Voor de andere elementen wordt verwezen naar de uitvoerige toelichting gevoegd bij het budget 2014 en meerjarenplan Financiële risico s Elk OCMW loopt belangrijke financiële risico s, en daarop vormt het OCMW van Brugge geen uitzondering. Zij houden alle verband met wijzigende externe omstandigheden, waarop het bestuur geen enkele invloed kan uitoefenen : - Onzekerheid m.b.t. toekomstige subsidiestromen : elke subsidievorm kan op eender welk moment bijgestuurd worden door de subsidiërende overheid. Zowel direct door in te grijpen op het bedrag, als indirect door voorwaarden te wijzigen. Het enige middel hiertegen is eerder een soort waarschuwingsinstrument : door goede contacten te onderhouden met de betrokken overheden en via organisaties zoals de V.V.S.G of andere specifieke sectorkoepels, proberen wij zo snel mogelijk op de hoogte te zijn van toekomstige wijzigingen. - Onzekerheid m.b.t. de inkomsten vanwege klanten (omzet), vooral in die sectoren waar zowel OCMW als private actoren actief zijn. - Onzekerheid m.b.t. toekomstige personeelskosten, inzonderheid omdat loonakkoorden op hoger niveau worden afgesloten, waarbij direct of indirect extra uitgaven worden beslist zonder bijhorende financiering te voorzien. - Onzekerheid m.b.t. de evolutie van andere belangrijke kosten, zoals energie en intresten op financieringen. Hier maakt het bestuur soms gebruik van contracten op langere termijn om bv. intrestlasten vast te leggen. - Onzekerheid m.b.t. de zuivere steunuitgaven voor maatschappelijke dienstverlening, vermits deze grotendeels functie zijn van de economische conjunctuur Beleidsdoelstellingen De prioritaire beleidsdoelstellingen zijn terug te vinden in de strategische nota (1.2.). Het OCMW Brugge heeft één niet-prioritaire beleidsdoelstelling namelijk, het bieden van ondersteunende dienstverlening. 70

72 3.5. Interne organisatie Organogram 71

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE Bij het openen van het rapport worden de meest recente gegevens uit de databank gehaald. Inleiding In dit document worden de kansarmoede-indicatoren weergegeven

Nadere informatie

Belangrijkste conclusies

Belangrijkste conclusies Gezinnen in de Stad Belangrijkste conclusies 1 Demografische cijfers Vergroening van de grootsteden en sommige centrumsteden: - Periode 2009-2014: De grootsteden Antwerpen en Gent kregen in deze periode

Nadere informatie

Huis Sofia 22 november 2011

Huis Sofia 22 november 2011 Huis Sofia 22 november 2011 Overzicht presentatie Antwerpen in cijfers OCMW Antwerpen in cijfers Studenten in Antwerpen Strategische visie en doelstelling Visie en uitgangspunten Wie woont er? Wat betekent

Nadere informatie

Welzijn inkomen en armoede

Welzijn inkomen en armoede Streekpact 2013-2018 Cijferanalyse Publicatiedatum: 10 oktober 2013 Contactpersoon: Kim Nevelsteen Welzijn inkomen en armoede Samenvatting gemiddeld inkomen per Kempenaar 16.423/jaar (2010) iets lager

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende

Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende 1 Inleiding In deze analyse worden een aantal cijfers meegegeven die van belang kunnen zijn in het kader van de

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Beernem ikv Huis van het Kind

Omgevingsanalyse Beernem ikv Huis van het Kind Omgevingsanalyse Beernem ikv Huis van het Kind 1 1. Wijkenindeling Onderstaande kaart toont de wijkenindeling van Beernem. 2 2. Situering doelgroep (Bron: Rijksregister, 01/01/2014) A. Bevolking naar leeftijd

Nadere informatie

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES «WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES Brussel wordt gekenmerkt door een grote concentratie van armoede in de dichtbevolkte buurten van de arme sikkel in het centrum van de stad, met name

Nadere informatie

De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de

De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de De Vlaamse regering heeft op 25 juni 2010 een besluit goedgekeurd betreffende de beleids- en beheerscyclus (BBC)van de provincies, de gemeenten en de OCMW s met regels voor de financiële aspecten van de

Nadere informatie

Armoedebarometer 2012

Armoedebarometer 2012 Armoedebarometer 2012 Jill Coene An Van Haarlem Danielle Dierckx In opdracht van Decenniumdoelen 2017 Armoede in cijfers Kinderen geboren in een kansarm gezin verdubbeld tot 8,6% op tien jaar tijd - Kwalijke

Nadere informatie

Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010

Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010 Griet Coppé Vlaams Volksvertegenwoordiger CD&V www.grietcoppe.be Persnota: Dag van de Verzorgende 20/10/2010 Synthese Onze samenleving staat voor enorme uitdagingen op het vlak van zorg. De verzilvering

Nadere informatie

Lokaal overleg kinderopvang Kortrijk

Lokaal overleg kinderopvang Kortrijk Lokaal overleg kinderopvang Kortrijk Inleiding: hoe kwam dit memorandum tot stand. Het Lokaal overleg Kinderopvang Kortrijk is een door het stadsbestuur erkende adviesraad. Deze is samengesteld op basis

Nadere informatie

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering

Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Stadsmonitor 2014 Een samenwerking tussen het Agentschap Binnenlands Bestuur en de Studiedienst van de Vlaamse Regering Situering Opdracht: minister, bevoegd voor het Stedenbeleid De stadsmonitor is een

Nadere informatie

Kansarmoede-profiel Westhoek

Kansarmoede-profiel Westhoek 1. Kansarmoede-profiel uit de Regionale Omgevingsanalyse: De Westhoek omvat alle gemeenten van de arrondissementen Diksmuide, Ieper (uitgezonderd Wervik) en Veurne (uitgezonderd de 3 kustgemeenten). Index

Nadere informatie

Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem

Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie. Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research. 21 maart 2017 Berchem Centrumsteden en vergrijzing vergeleken per provincie Socio-demografisch profiel (SDP) Anne-Leen Erauw Belfius Research 21 maart 2017 Berchem 1 Belfius studies Expertise van Belfius in de lokale sector

Nadere informatie

West-Vlaanderen performant in tewerkstelling kansengroepen

West-Vlaanderen performant in tewerkstelling kansengroepen Werkt 2, 2007 performant in tewerkstelling kansengroepen Ilse Van Houtteghem Coördinator sociale economie, POM presteert goed op gebied van de tewerkstelling van kansengroepen. Dit blijkt uit de pas verschenen

Nadere informatie

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente? Tanja Termote Sociaaleconomisch beleid, WES Van de 25.500 werkzoekenden in West-Vlaanderen wonen er 306 in en 166 in Moorslede. Maar hoe zit dat precies in uw gemeente?

Nadere informatie

Kinderopvang voor iedereen Samen aan de slag Module omgevingsanalyse

Kinderopvang voor iedereen Samen aan de slag Module omgevingsanalyse Kinderopvang voor iedereen Samen aan de slag Module omgevingsanalyse Totale duur van de module: 1u20 1. INHOUD Om een sociale mix van gezinnen te kunnen realiseren in kinderopvang, is het zinvol om een

Nadere informatie

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen

Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen Maatschappelijke uitdagingen voor brede scholen Inspiratiedag Brede School - 29 april 2014 - BRONKS Programma armoedebestrijding cijfers Armoede in Kortrijk In Kortrijk leven in 2011 11.227 inwoners in

Nadere informatie

Wonen in multifunctionele woonkernen

Wonen in multifunctionele woonkernen Herziening RSL2 Ontwerp 27 november 2017 Wonen in multifunctionele woonkernen Inleiding Kernnota Thema s Stadsdelen & Deelruimten Prioritaire Projecten 101 Wonen in multifunctionele woonkernen B. Bestaande

Nadere informatie

Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede Nulmeting 2008 (cijfers 2006)

Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede Nulmeting 2008 (cijfers 2006) Bijlage : Overzicht tabellen Armoedes Algemene indicator domein overschrijdende kinderarmoede ) ) ) ) ) Het aandeel kinderen geboren in een kansarm gezin - - - 8.2% 8.6% 9.7% 10.5% Kind en Gezin, Het kind

Nadere informatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie

Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie DEEL ARMOEDEBESTRIJDING Actieplan 1 Informatie- en preventiebeleid naar de Zeelse bevolking toe op het vlak van o.m. (kinder)armoede, gezondheid, participatie Actie 1 : Het OCMW zorgt er, zelfstandig of

Nadere informatie

Limburg Sociaal Enkele cijfers. 17 juni 2014 Steunpunt Sociale Planning

Limburg Sociaal Enkele cijfers. 17 juni 2014 Steunpunt Sociale Planning Limburg Sociaal Enkele cijfers 17 juni 2014 Steunpunt Sociale Planning Inhoud Inleiding Bestaansonzekerheid in Limburg Inkomen ter hoogte van wettelijke armoedegrens Recht op voorkeurtarief in de ziekteverzekering

Nadere informatie

Wonen in multifunctionele woonkernen

Wonen in multifunctionele woonkernen Herziening RSL2 Ontwerp 7 maart 2017 Wonen in multifunctionele woonkernen Inleiding Kernnota Thema s Stadsdelen & Deelruimten Prioritaire Projecten 99 Wonen in multifunctionele woonkernen B. Bestaande

Nadere informatie

Lunchgesprek: Armoede in Gent

Lunchgesprek: Armoede in Gent Lunchgesprek: Armoede in Gent Armoede in Gent 1. Kaderingarmoederapporten 2. Wat is armoede en hoe wordt het gemeten? 3. Armoede in Gent 4. Besluit 1. Kadering armoederapporten 2009: oprichting cel armoedebestrijding,

Nadere informatie

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/13/153 ADVIES NR. 13/64 VAN 2 JULI 2013 INZAKE DE MEDEDELING VAN ANONIEME GEGEVENS DOOR DE KRUISPUNTBANK

Nadere informatie

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld 2010-2017 September 2018 Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen 2 INHOUDSTAFEL INLEIDING... 5 1. ARBEIDSZORG IN OOST-VLAANDEREN: ALGEMEEN OVERZICHT...

Nadere informatie

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

Voor meer cijfers, zie  beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen De cijfers over het aantal stedenbouwkundige vergunningen zijn gebaseerd op de inzameling via de gemeenten of de Vlaamse Overheid, en worden verwerkt en gepubliceerd door de FOD Economie. De gegevens voor

Nadere informatie

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE

Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE Achtergrondcijfers WELZIJNSZORG VZW HUIDEVETTERSSTRAAT 165 1000 BRUSSEL 02 502 55 75 WWW.WELZIJNSZORG.BE INFO@WELZIJNSZORG.BE NATIONAAL SECRETARIAAT Huidevettersstraat 165 1000 Brussel T 02 502 55 75 F

Nadere informatie

Lunchgesprek: Armoede in Gent

Lunchgesprek: Armoede in Gent Lunchgesprek: Armoede in Gent Armoede in Gent 1. Kaderingarmoederapporten 2. Wat is armoede en hoe wordt het gemeten? 3. Armoede in Gent 4. Besluit 1. Kadering armoederapporten 2009: oprichting cel armoedebestrijding,

Nadere informatie

Voor meer cijfers, zie beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen

Voor meer cijfers, zie  beleidsdomein Woonstad. Stad Genk Publicatie Stedenbouwkundige vergunningen De cijfers over het aantal stedenbouwkundige vergunningen zijn gebaseerd op de inzameling via de gemeenten of de Vlaamse Overheid, en worden verwerkt en gepubliceerd door de FOD Economie. De gegevens voor

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Brugge ikv kinderopvang 2014

Omgevingsanalyse Brugge ikv kinderopvang 2014 Omgevingsanalyse Brugge ikv kinderopvang 2014 1 1. Situering doelgroep (Bron: Rijksregister, 01/01/2014) De eerste tabel toont de absolute aantallen van de verschillende leeftijdsgroepen. De som van de

Nadere informatie

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014

Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014 Onderwijs en OCMW: pleidooi voor meer samenwerking! Lege brooddozen op school symposium 14 oktober 2014 Programma armoedebestrijding cijfers Armoede in Kortrijk In Kortrijk leven in 2011 11.227 inwoners

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Harelbeke December 2014

Omgevingsanalyse Harelbeke December 2014 Omgevingsanalyse Harelbeke December 2014 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Demografie... 5 1.1 Kenmerken bevolking (bron: Rijksregister, 01.01.2014)... 5 Bevolkingsdichtheid... 5 Leeftijdsverdeling... 5

Nadere informatie

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting

Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Steunpunt tot bestrijding van armoede, bestaansonzekerheid en sociale uitsluiting Feiten en cijfers Hoeveel bedraagt het leefloon en hoeveel mensen moeten ermee rondkomen? Laatste aanpassing: 28/06/2019

Nadere informatie

30 augustus blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2

30 augustus blauw. Toelatingsexamen arts en tandarts. Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Kleef hier onmiddellijk een identificatiesticker blauw Toelatingsexamen arts en tandarts 30 augustus 2016 Informatie verwerven en verwerken (IVV) STILLEESTEKST 2 Figuur 1: Kerncijfers over armoede in België.

Nadere informatie

ARMOEDEBAROMETER 2015

ARMOEDEBAROMETER 2015 ARMOEDEBAROMETER 2015 Wat zeggen de cijfers? ARMOEDE GEWIKT EN GEWOGEN Kinderarmoede: 11.2% Sinds 2008 gestaag gestegen Toekomst: blijft stijgen Kinderarmoede vooral bij moeders met een migratiegeschiedenis

Nadere informatie

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen De impact van de economische crisis in West Limburg Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen MEI 2009 1. Werkloosheid 1.1 Niet werkende werkzoekenden Een eerste indicator die de economische

Nadere informatie

Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit

Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit Welzijnsbarometer 2014 Samenvatting en besluit De Welzijnsbarometer verzamelt jaarlijks een reeks indicatoren die verschillende aspecten van armoede in het Brussels Gewest belichten. De sociaaleconomische

Nadere informatie

Sociale cijferreeksen Zuid-West-Vlaanderen

Sociale cijferreeksen Zuid-West-Vlaanderen Sociale cijferreeksen Zuid-West-Vlaanderen vzw Welzijnsconsortium Zuid-West-Vlaanderen in samenwerking met Steunpunt Sociale Planning, Provincie West-Vlaanderen Fiche Harelbeke Sociale cijferreeksen Zuid-West-Vlaanderen

Nadere informatie

www.vlaamsezorgverzekering.be

www.vlaamsezorgverzekering.be www.vlaamsezorgverzekering.be De Vlaamse zorgverzekering wil een (gedeeltelijke) dekking bieden van kosten voor niet-medische zorgen verleend aan een zorgbehoevende vernieuwde regeling vanaf 2003 om zorgverzekering

Nadere informatie

Federaal memorandum van de OCMW s. Algemene Vergadering afdeling OCMW s van de VVSG Zottegem, 7 juni 2007

Federaal memorandum van de OCMW s. Algemene Vergadering afdeling OCMW s van de VVSG Zottegem, 7 juni 2007 Federaal memorandum van de OCMW s Algemene Vergadering afdeling OCMW s van de VVSG Zottegem, 7 juni 2007 Lokale besturen : meest burgernabije bestuur OCMW s worden het eerst geconfronteerd met nieuwe noden

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011 Gemeente Alken Welkom op de startpagina van de lijke fiches bestaansonzekeren! De lijke fiches bestaansonzekeren bevatten een basisdatafiche en een fiche. Basisdatafiche Indicatorfiche LAGE INKOMENSGROEPEN

Nadere informatie

OCMW s en armoedebestrijding

OCMW s en armoedebestrijding OCMW s en armoedebestrijding Hoorzitting Commissie Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebeleid, Vlaams Parlement, 1.2.2011 Piet Van Schuylenbergh, directeur OCMW s VVSG Nathalie Debast, stafmedewerker

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012

PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 PERSBERICHT Brussel, 24 oktober 2012 De regionale inkomensverschillen onder de loep Hoe verhoudt de inkomensevolutie zich ten opzichte van de inflatie? In welke regio liggen de gemiddelde inkomens het

Nadere informatie

Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer

Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer Persconferentie Welkom door Jos Geysels, voorzitter Decenniumdoelen Ontstellende cijfers: de 9 e armoedebarometer door Michel Debruyne, coördinator Decenniumdoelen

Nadere informatie

BRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting

BRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting BRUSSELS ARMOEDERAPPORT 2015 Welzijnsbarometer: samenvatting De Welzijnsbarometer verzamelt jaarlijks een reeks indicatoren die verschillende aspecten van armoede in het Brussels Gewest belichten. De sociaaleconomische

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

NOVEMBER 2014 BAROMETER

NOVEMBER 2014 BAROMETER NOVEMBER 2014 BAROMETER In deze nieuwe editie van de barometer staan we stil bij de Census 2011 die afgelopen maand werd gepubliceerd door Statistics Belgium, onderdeel van de FOD Economie. We vertalen

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Waarom een lokale armoedebarometer? Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan

Nadere informatie

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen PERSONEN IN FINANCIËL E MOEILIJKHEDEN : PROFIELEN? Colloquium van het Observatorium Krediet en Schuldenlast, 5 december 2013, Brussel Huishoudens in schuldbemiddeling: profielen en regionale verschillen

Nadere informatie

Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140)

Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140) Inhoud Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140) Dit rapport brengt de Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen

Nadere informatie

Helft zorgverzekerden komt niet rond

Helft zorgverzekerden komt niet rond Bijlage perstekst Helft zorgverzekerden komt niet rond 1. Het belang van de zorgverzekering Het HIVA onderzoek (2008) 1 bevestigt het nut van de Vlaamse zorgverzekering. Voor zorgerkenden maakt het wel

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010 G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie Gemeente Riemst Welkom op de startpagina van de lijke fiches ouderen! De lijke fiches ouderen bevatten een basisdatafiche en een fiche met cijfergegevens

Nadere informatie

Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012

Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012 Oktober 2012 Belangrijkste evoluties van de Centrale voor kredieten aan particulieren aan het einde van het derde kwartaal 2012 Analyse uitgevoerd door het Observatorium Krediet en Schuldenlast Duvivier

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010 G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie Gemeente Gingelom Welkom op de startpagina van de lijke fiches ouderen! De lijke fiches ouderen bevatten een basisdatafiche en een fiche met cijfergegevens

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS Leerplichtige leerlingen

Nadere informatie

Inkomen en armoede SAMENVATTING

Inkomen en armoede SAMENVATTING Inkomen en armoede SAMENVATTING 18.780 gemiddeld jaarinkomen lager dan het Vlaamse gemiddelde +14% t.a.v. 2010 Zuiderkempen gemiddeld hoger jaarinkomen, uitz. Vosselaar en Oud-Turnhout 3.811 leefloners

Nadere informatie

Kinderarmoede in het Brussels Gewest

Kinderarmoede in het Brussels Gewest OBSERVATOIRE DE LA SANTÉ ET DU SOCIAL BRUXELLES OBSERVATORIUM VOOR GEZONDHEID EN WELZIJN BRUSSEL Senaat hoorzitting 11 mei 2015 Kinderarmoede in het Brussels Gewest www.observatbru.be DIMENSIES VAN ARMOEDE

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

Omgevingsanalyse Lochristi

Omgevingsanalyse Lochristi PROVINCIE OOST-VLAANDEREN GEMEENTE LOCHRISTI Omgevingsanalyse Lochristi in het kader van het lokaal sociaal beleid 1 Inhoud KWANTITATIEVE OMGEVINGSANALYSE 1. Demografische indicatoren 1.1. Aantal inwoners

Nadere informatie

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING

4. ALGEMENE TOEPASSING 5. GOEDKEURING EN WIJZIGINGEN 6. BEKENDMAKING 7. INWERKINGTREDING TOEWIJZINGSREGLEMENT SOCIALE HUURWONINGEN INTERLOKALE VERENIGING WOONBELEID REGIO NOORD INHOUD: INHOUD: 1. INLEIDING 1.1 Wettelijk kader 1.2 Gemeentelijke maatregel HET LOKAAL TOEWIJZINGSREGLEMENT WERD

Nadere informatie

Inhoud. Voorwoord Dynamisch overheidsbestel Verschuivingen van bevoegdheden inzake gezin 62

Inhoud. Voorwoord Dynamisch overheidsbestel Verschuivingen van bevoegdheden inzake gezin 62 Inhoud Lijst met tabellen 11 Lijst met figuren 15 Voorwoord 19 Deel 1 Inleiding 21 1 Opzet en structuur 23 Deel 2 Gezinsbeleid 29 2 Waarom zich met gezinnen bemoeien? 31 2.1 Hedendaagse gezinnen: dynamisch,

Nadere informatie

2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting

2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting 2010: Europees jaar van de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting In Gent steeg het aantal mensen met financiële moeilijkheden met 12,6 procent ten opzichte van vorig jaar (van 7.870 leefloongerechtigden

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers

Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers Bijlage 1 :Tabellen Armoedebarometers Kinderarmoede Nulmeting 2008 Barometer 2009 Barometer 2010 Barometer 2011 Barometer 2012 Barometer 2013 Barometer 2014 Barometer 2015 Bron Het aandeel kinderen geboren

Nadere informatie

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN STEM monitor 2015 SITUERING In het STEM-actieplan 2012-2020 van de Vlaamse regering werd voorzien in een algemene monitoring van het actieplan op basis van een aantal indicatoren. De STEM monitor geeft

Nadere informatie

De bruisende stad. Beleidskader

De bruisende stad. Beleidskader De bruisende stad Vlaams Regeerakkoord: Beleidskader» Werk maken van duurzame, creatieve steden» Stedelijke kernen uitbouwen tot aantrekkelijke woonkernen met een interessant cultureel, onderwijs-, verzorgings-,

Nadere informatie

Voorstel Beleidsplan 2008-2013

Voorstel Beleidsplan 2008-2013 1 Voorstel Beleidsplan 2008-2013 INLEIDING 1. VOORAF 1 2. DOMEINEN 1 2.1. Buurt- en Ontwikkelingsbeleid 2 2.2. Beleid Maatschappelijke Dienstverlening 2 2.3. Diversiteitsbeleid 2 2.4. Seniorenbeleid 2

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen meer en meer een belangrijke rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers vooraan samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

Groeipakket, de nieuwe, Vlaamse kinderbijslag

Groeipakket, de nieuwe, Vlaamse kinderbijslag Van kinderbijslag tot Groeipakket Voor een sterke ondersteuning van jonge gezinnen Precies een jaar na de presentatie van de conceptnota voor een nieuwe, Vlaamse kinderbijslag gaf de Vlaamse Regering vandaag

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010 G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie Gemeente Sint-Truiden Welkom op de startpagina van de lijke fiches ouderen! De lijke fiches ouderen bevatten een basisdatafiche en een fiche met

Nadere informatie

De stad maakt het verschil

De stad maakt het verschil De stad maakt het verschil De Stadsmonitor onder de loep: analyses op de Stadsmonitor Studiedag 16 december 9, Sint-Pietersabdij Gent Leefvormen in de steden, 1995-7 Edith Lodewijckx(SVR) 1 Inhoud 1. Waarom

Nadere informatie

1. Situering. Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd:

1. Situering. Hierbij worden volgende voorwaarden opgelegd: Vlaamse Woonraad Koning Albert II-laan 19 bus 23 1210 Brussel vlaamse.woonraad@rwo.vlaanderen.be www.vlaamsewoonraad.be Advies 2015/08 datum 9 oktober 2015 bestemmeling kopie onderwerp Mevrouw Liesbeth

Nadere informatie

Tewerkstelling. Algemene Vergadering Welzijnsoverleg Herentals 31 januari 2007. Projecteigenaar. Projectfiche tewerkstelling

Tewerkstelling. Algemene Vergadering Welzijnsoverleg Herentals 31 januari 2007. Projecteigenaar. Projectfiche tewerkstelling Algemene Vergadering Welzijnsoverleg Herentals 31 januari 2007 Algemene vergadering Welzijnsoverleg Herentals Tewerkstelling Projecteigenaar! strategisch verantwoordelijke: ISOM! operationeel verantwoordelijke:

Nadere informatie

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes.

Een lokale armoedebarometer helpt gemeenten bij het maken van die keuzes. Gemeenten en steden krijgen een steeds belangrijkere rol in de strijd tegen armoede. Zij staan immers, samen met het middenveld en verschillende welzijnsactoren, vooraan in het lokale veld. Daar vinden

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011 Gemeente Herk-de-Stad Welkom op de startpagina van de lijke fiches bestaansonzekeren! De lijke fiches bestaansonzekeren bevatten een basisdatafiche en een fiche. Basisdatafiche Indicatorfiche LAGE INKOMENSGROEPEN

Nadere informatie

De OCMW op weg naar 2020 in woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven

De OCMW op weg naar 2020 in woelige tijden. Prof. dr. Koen Hermans Projectleider LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven De OCMW op weg naar 2020 in woelige tijden Prof. dr. Koen Hermans Projectleider LUCAS / Onderzoeksgroep Sociaal Werk KU Leuven Inhoud Een korte terugblik Het OCMW anno 2011: Sociaal woelige tijden 3 mogelijke

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011 Gemeente Sint-Truiden Welkom op de startpagina van de lijke fiches bestaansonzekeren! De lijke fiches bestaansonzekeren bevatten een basisdatafiche en een fiche. Basisdatafiche Indicatorfiche LAGE INKOMENSGROEPEN

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in augustus 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2015 De arbeidsmarkt in augustus 2015 Datum: 8 september 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche augustus 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we

Nadere informatie

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren. NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE S1 2017 VASTGOEDACTIVITEIT AAN DE KUST De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen

Nadere informatie

Basisnota: Stadsatelier bevolking- en huishoudensprognoses - Demografische trends en uitdagingen in de steden

Basisnota: Stadsatelier bevolking- en huishoudensprognoses - Demografische trends en uitdagingen in de steden Basisnota: Stadsatelier bevolking- en huishoudenss - Demografische trends en uitdagingen in de steden 1. Inleiding, methodologie & databron 2. Resultaten van de bevolkingss voor de 13 centrumsteden 3.

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in maart 2015

De arbeidsmarkt in maart 2015 De arbeidsmarkt in maart 2015 Datum: 9 april 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche maart 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Nieuwe sociale maatregelen. Adelheid Vanhille 7 november 2013

Nieuwe sociale maatregelen. Adelheid Vanhille 7 november 2013 Nieuwe sociale maatregelen Adelheid Vanhille 7 november 2013 Opbouw Algemeen Waterverkoopreglement Sociale openbare dienstverplichtingen Abnormaal hoog verbruik minnelijke schikking 2 Algemeen waterverkoopreglement

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie 2010 G E M E E N T E L I J K E F I C H E S O U D E R E N Editie Gemeente Zonhoven Welkom op de startpagina van de lijke fiches ouderen! De lijke fiches ouderen bevatten een basisdatafiche en een fiche met cijfergegevens

Nadere informatie

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid

Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Dit document wordt u aangeboden door de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Het kan vrij verspreid worden op voorwaarde dat de bron en het URL vermeld worden Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid Sint-Pieterssteenweg

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in juni 2015

De arbeidsmarkt in juni 2015 De arbeidsmarkt in juni 2015 Datum: 15 juli 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen en Stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche juni 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit

Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Impact van de activeringsmaatregelen op de tewerkstelling van werknemers met een buitenlandse nationaliteit Dienst Studies Studies@rva.be Inhoudstafel: 1 INLEIDING 1 2 OVERZICHT VAN DE VOORNAAMSTE ACTIVERINGSMAATREGELEN

Nadere informatie

De arbeidsmarkt in april 2015

De arbeidsmarkt in april 2015 De arbeidsmarkt in april 2015 Datum: 12 mei 2015 Van: Stad Antwerpen Ondernemen & stadsmarketing Business en innovatie Betreft: Arbeidsmarktfiche april 2015 In deze arbeidsmarktfiche zien we 1. dat Antwerpen

Nadere informatie

Registratie arbeidszorg

Registratie arbeidszorg Registratie arbeidszorg 2010-2014 Redactie: Marc Boons, Jo Bellens Toelichting Dit rapport bevat de belangrijkste bevindingen van de cijfers uit het registratiesysteem dat de Ronde Tafel Arbeidszorg heeft

Nadere informatie

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011

G E M E E N T E L I J K E F I C H E S B E S T A A N S O N Z E K E R E N Editie 2011 Gemeente Bree Welkom op de startpagina van de lijke fiches bestaansonzekeren! De lijke fiches bestaansonzekeren bevatten een basisdatafiche en een fiche. Basisdatafiche Indicatorfiche LAGE INKOMENSGROEPEN

Nadere informatie