Beroepscode. Werken in de kinderopvang, Werken bij Kindercentrum Watergraafsmeer Amsterdam

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beroepscode. Werken in de kinderopvang, Werken bij Kindercentrum Watergraafsmeer Amsterdam"

Transcriptie

1 Beroepscode Werken in de kinderopvang, Werken bij Kindercentrum Watergraafsmeer Amsterdam Document: Beroepscode KCWA Versie: Januari 2017 Beheerder: Kwaliteitsmedewerker 1

2 Inhoud Inleiding De beroepscode voor medewerkers in de kinderopvang Hoofdstuk 1 Algemene uitgangspunten bij de beroepsuitoefening Hoofdstuk 2 De medewerkers in relatie tot het kind en de ouder Hoofdstuk 3 De medewerkers in relatie tot collega s en anderen Hoofdstuk 4 De medewerkers in relatie tot de samenleving Als er in deze Beroepscode Kinderopvang ouder staat, wordt ook de verzorger bedoeld. Als er medewerker staat, betreft dit iedere medewerker die bij KCWA werkzaam is. Tevens kan er onder medewerker, zowel een vrouwelijke als een mannelijke medewerker bedoeld worden. 2

3 Inleiding: De beroepscode van KCWA Wat is een beroepscode? In een Beroepscode voor het werken in de Kinderopvang staan gedragsregels die voorschrijven hoe je als professioneel werkende medewerker hoort te handelen. Eigenlijk legt een beroepscode vast wat professioneel handelen is. In de beroepscode staat omschreven hoe je je tijdens het werk hoort te gedragen: wat doe je wel en wat doe je niet. Een beroepscode is géén taak/functieomschrijving. Er staat dus niet in welke taken je allemaal binnen je functie hoort te doen. Een beroepscode zegt hoe je je als beroepsbeoefenaar hoort te gedragen. Het gaat over beroepsmentaliteit, integriteit en stelt de normen en waarden vast die voor het werken bij KCWA gelden. In feite legt de beroepsgroep met de beroepscode zichzelf een aantal regels op. Maar de beroepscode zorgt er ook voor dat de kinderen en hun ouder(s), de leidinggevenden, het management van de organisaties en alle andere professionals weten welke uitgangspunten medewerkers tijdens hun werk hanteren. De beroepscode kan niet voor iedere medewerker en voor elke situatie gedetailleerd voorschrijven hoe er moet worden gehandeld. De beroepscode geeft een aantal algemene regels en richtlijnen. Je moet als medewerker zelf, op basis van de gestelde regels en richtlijnen in deze beroepscode, in elke specifieke praktijksituaties de beste aanpak kiezen. Waarom een beroepscode? Medewerkers in de kinderopvang zijn zich steeds bewuster van hun belangrijke plaats in de praktijk van de kinderopvang en de daarbij behorende verantwoordelijkheid. Dit getuigt van professionaliteit. De beroepscode is nadrukkelijk bedoeld als middel om kwaliteit van de beroepsuitoefening in de kinderopvang te bewaken en te vergroten. Bij de toepassing van de beroepscode gaat het tenslotte om het waarborgen van de kwaliteit in de meest brede zin van het woord. Daarnaast speelt de beroepscode een rol in het voorkomen van ongewenst gedrag van medewerkers die het aanzien van het beroep kunnen schaden. Voor (pedagogisch) medewerkers in opleiding kan de beroepscode een hulpmiddel zijn bij de afweging het beroep te kiezen. 3

4 Voor wie is de beroepscode? De beroepscode is bedoeld voor alle (pedagogisch) medewerkers die binnen KCWA werken op professionele wijze werkzaam zijn. Met professioneel wordt bedoeld dat het beroep op basis van deskundigheid en bekwaamheid wordt uitgeoefend. Ook (pedagogisch) medewerkers die nog in opleiding zijn, kunnen de beroepscode als uitgangspunt voor hun handelen nemen. De beroepscode geldt dus ook voor alle werknemers die werkzaam zijn in de staf van de kinderopvangorganisatie. Zij zijn niet direct bezig met het pedagogisch werk, maar hebben wel intercollegiale en oudercontacten. De betekenis van de beroepscode in de maatschappij De beroepscode is geen wet. Wel heeft de code een relatie met bestaande wet- en regelgeving. De bepalingen van de beroepscode zijn opgesteld in de geest van bijvoorbeeld de Internationale Rechten van het Kind, die door Nederland zijn onderschreven en waar de Wet kinderopvang in belangrijke mate op leunt. Ook in de Nederlandse grondwet staan allerlei bepalingen die invloed hebben op de inhoud van de beroepscode. De vrijheid van meningsuiting of de vrijheid van godsdienst bijvoorbeeld zijn belangrijke grondbeginselen van onze rechtspraak. Uitvoering geven aan deze grondrechten levert wel eens dillema s op. Het is aan de rechter om uit te maken wat in bepaalde situaties het zwaarst weegt. In onze beroepscode staat wat binnen de beroepsgroep wordt aanbevolen en daarmee algemeen is geaccepteerd. In allerlei situaties kunnen verschillende belangen spelen die op het eerst gezicht met elkaar in tegenspraak zijn. Dat speelt bijvoorbeeld op het moment dat een kind of een ouder een wens heeft waarvan de medewerker weet dat daarop ingaan niet goed zou zijn voor het kind. De medewerker maakt in zo n situatie een afweging wat de beste oplossing voor die situatie zou kunnen zijn. Het gebruik van de code in de praktijk van KCWA. De beroepscode Kinderopvang is in 1998 opgesteld door de pedagogisch medewerker van ABVAKABO FNV. Medio 2009 is de code geactualiseerd en besproken in de landelijke adviescommissie van pedagogisch medewerkers van ABVAKABO FNV. De code is toen aangescherpt op basis van de actuele eisen en kennis van de sector. Deze aangescherpte beroepscode is daarna voorgelegd aan experts uit de sector en verder aangevuld. Vervolgens is de beroepscode goedgekeurd en definitief vastgesteld door de landelijke adviescommissieleden van ABVAKABO FNV. 4

5 Hierdoor is er sprake van een landelijke vastgestelde beroepscode die geldt voor onbepaalde tijd. Om de paar jaar wordt bekeken of er redenen zijn om de code te herzien. Dit document bevat de beroepscode die specifiek geldt voor het werken binnen KCWA. Deze beroepscode is gebaseerd op de algemeen geldende beroepscode voor de Branche Kinderopvang. Er zijn enkele zaken aan toegevoegd die we specifiek voor KCWA heel belangrijk vinden. Als je bij KCWA komt werken, ben je verplicht deze code te bestuderen en te ondertekenen bij aanvang van je contract. Je verbindt je hiermee aan de code. Als je je niet kunt vinden in de strekking van de code, is het voor alle partijen niet wenselijk om jezelf te verbinden aan KCWA. Tot slot De tekst van de code met de bijbehorende toelichtingen en voorbeelden zijn bewust positief geformuleerd waar dat kan. Van een aantal normen is de tekst negatief geformuleerd. Dat gaat om normen die aangeven wat in een goede praktijkvoering absoluut als ongewenst gezien. 5

6 Hoofdstuk 1: Algemene uitgangspunten bij de uitoefening van je beroep in de Kinderopvang. 1.1 De medewerker verzorgt en begeleidt het kind met respect, zónder onderscheid te maken in levensbeschouwing, waarden, normen en gewoonten van het kind en de ouder. Elk gezin heeft een eigen cultuur. Elke cultuur heeft zijn eigen waarden en normen. Ieder kind heeft zijn eigen integriteit. De medewerker zorgt voor een sfeer op de opvang, waarbinnen elk kind zich thuis voelt. Bij de plaatsing van een kind bespreekt de medewerker met de ouder(s) en het kind welke zaken, die te maken hebben met ieders waarden en normen, belangrijk zijn. Zij/Hij bespreekt hoe daar binnen de kinderopvangorganisatie rekening mee kan worden gehouden. De medewerker zorgt ervoor dat een dialoog ontstaat waarbij respect voor ieders opvattingen voorop staat. 1.2 De medewerker houdt vertrouwelijke informatie die hij/zij tijdens uitoefening van zijn/haar beroep krijgt, geheim. Over het algemeen verstrekt de medewerker alleen informatie aan anderen (buiten collega s en leidinggevenden ) die voor de directe beroepsuitoefening van belang is. Wachtwoorden worden niet uitgewisseld. Je hoort als pedagogisch medewerker van een moeder dat haar man ernstig ziek is. Je bespreekt dit met de betrokken collega s en de manager, die te maken hebben met de begeleiding van de kinderen van de ouders. Je vertelt het niet aan andere collega s, die niets met de situatie te maken hebben. Je hoort in een individueel gesprek van je collega dat zij eerder gaat stoppen met werken in verband met een gecompliceerde zwangerschap. Daardoor kan ze haar deel in jullie gezamenlijk project niet afronden. Als je je andere collega s ziet houdt je je mond over het voortijdse verlof en/of de reden daarvan. Deze informatie zal je zwangere collega op haar eigen moment mededelen; dat is niet aan jou. 1.3 De medewerker oefent haar/zijn beroep uit op basis van deskundigheid. De medewerker kent de grenzen van zijn/haar beroep. De medewerker handelt bewust op grond van de kennis en ervaring die zij/hij in de opleiding en in de praktijk heeft opgedaan. Zij/hij kan vanuit die kennis en ervaring haar handelen altijd verantwoorden en bespreekbaar maken. 1.4 De medewerker werkt mee aan de ontwikkeling en waardering van het beroep en aan de eigen professionalisering, in relatie tot relevante maatschappelijke ontwikkelingen. Zo 6

7 nodig past de medewerker haar/zijn beroepsuitoefening hier op aan. De medewerker zorgt ervoor dat zij/hij bij blijft in haar/zijn vakgebied binnen de Kinderopvang en is bereid zich door middel van scholing verder te bekwamen. Het beroep van (pedagogisch) medewerker in de kinderopvang is sterk in beweging. De maatschappij verwacht steeds meer professionalisering en er zijn veel initiatieven die de kwaliteit van de dienstverlening verhogen. Op basis van hun opleiding en praktijkervaring dragen (pedagogisch) medewerkers hieraan bij. De medewerker Kinderopvang is op grond van maatschappelijke ontwikkelingen en de daaruit voortvloeiende veranderende wet- en regelgeving actief bezig met de ontwikkeling van haar/zijn beroep. Het bijwonen van bijscholingen, bezoeken van vakbeurzen, het bijhouden van vakliteratuur en het bezig zijn met structurele pedagogische of administratieve (Flexkids) vernieuwing, zijn daar voorbeelden van. De medewerker Kinderopvang levert zo een bijdrage aan een juist beeld van het beroep. Zij/hij laat zien dat de beroepsbeoefenaren in de kinderopvang open staan voor veranderende opvattingen en de eventuele gevolgen hiervan op het beleid. (Dat doen ze bijvoorbeeld door vernieuwende pedagogische visies kritisch te beoordelen en zo nodig het pedagogisch beleid daarop aan te passen.) 1.5 De medewerker is verantwoordelijk voor haar/zijn eigen beroepsmatig handelen en legt daarover verantwoording af. Van de medewerker mag worden verwacht dat ze/hij, op basis van haar/zijn professionele deskundigheid, in staat is om haar/zijn beroepsmatig handelen vorm te geven. Zij/Hij kan uitleggen op basis van welke argumenten zij/hij voor een bepaalde aanpak of handelwijze heeft gekozen. Als anderen haar/hem opdrachten verstrekken, toetst ze/hij of deze inzichten in overeenstemming zijn met de algemeen aanvaardbare normen van het beroep, zoals deze onder andere in deze beroepscode en in wet- en regelgeving zijn beschreven. Je bent pedagogisch medewerker op een vaste groep en krijgt van een ouder het verzoek om krachtig op te treden als het kind niet direct luistert. Desnoods moet er maar een straf worden gegeven, aldus de ouder. Als pedagogisch medewerker ga je op dat moment in gesprek met deze ouder. Je geeft aan dat je niet kan voldoen aan dit verzoek en legt uit hoe de aanpak is 7

8 bij ongewenst gedrag binnen KCWA. Je vraagt door op de ervaringen die de ouder thuis met het kind heeft, en geeft indien gevraagd, tips over positief stimuleren. 1.6 De medewerker gedraagt zich zodanig dat het aanzien en het vertrouwen in het beroep behouden blijft. De medewerker heeft een professionele houding en is bewust van haar/zijn verantwoordelijkheden ten opzichte van het kind, de ouder(s), de organisatie en haar beroep. Zij/Hij geeft de ouder(s) het vertrouwen dat het kind in goede handen is door kennis van zaken te tonen, vakkundig te handelen en de privacy te waarborgen. Je bent leidinggevende en krijgt te maken met een vechtscheiding tussen de ouders van een kind van een van jouw groepen. Het kind vertoont agressief gedrag op de opvang, en de pedagogisch medewerkers hebben je om hulp gevraagd. Een andere ouder van dezelfde groep neemt contact met je op, om haar beklag te doen over het gedrag van het agressieve kind, jegens haar eigen kind. De ouder vraagt aan jou of jij de achtergrond van het gedrag kent. Je legt uit dat je daarover geen informatie kan geven (privacyreglement), maar dat je in gesprek bent met de ouders van het agressieve kind. Je bespreekt het gedrag van het kind alleen met diens ouder(s) en probeert met hen tot een oplossing te komen. 1.7 De medewerker communiceert in de afgesproken voertaal, en op professionele wijze met zijn/haar omgeving (ouders, collega s, meerderen, kinderen). De medewerker communiceert in het Nederlands en op normaal volume met zijn/haar omgeving. De medewerkers laat zich niet verleiden te schelden, te vloeken of te schreeuwen tegen collega s, kinderen of (in bijzijn van/)tegen ouders. De medewerker geeft en ontvangt feedback op een professionele wijze. Soms kunnen persoonlijke emoties meegenomen worden de werkvloer op. Of ontstaat er een emotionele reactie op een situatie op de werkvloer. Op zo n moment bewaakt de medewerker zijn professionaliteit, door een time-out te vragen of door hulp te zoeken bij een collega of leidinggevende voor het verwerken en professioneel verwoorden van deze emoties. De medewerker past er in alle gevallen op zijn persoonlijke emoties in te zetten in communicatie met een ander. 8

9 Hoofdstuk 2: De medewerker in relatie tot het kind en de ouder. 2.1 De medewerker gaat een professionele klant-medewerkerrelatie met het kind en diens ouder(s) aan. Klantgerichtheid De medewerker probeert zoveel mogelijk met de ouder mee te denken: klant- en vraaggericht. Dat betekent dat de medewerker zo flexibel mogelijk op de vraag van de ouder in probeert te springen. Hij/zij denkt in mogelijkheden en probeert belemmeringen creatief en doeltreffend op te lossen. De medewerker gedraagt zich daarbij dienstverlenend, en laat persoonlijke meningen, emoties of belangen achterwege. Deskundigheid in combinatie met Pedagogisch Beleid De pedagogisch medewerker voedt het kind op gedurende een periode dat de ouder(s) daar zelf niet beschikbaar voor is (zijn). De pedagogisch medewerker doet dit op grond van haar/zijn deskundigheid en gebruikt daarbij onder andere het pedagogisch beleid van de organisatie. De pedagogisch medewerker vertelt het kind en de ouder(s) wat zij doet en licht zo nodig nog eens toe, hoe haar/zijn handelen conform het pedagogisch beleid is. Kinderparticipatie De pedagogisch medewerker neemt kinderparticipatie serieus en betrekt de mening van kinderen in haar/zijn afwegingen. 2.2 De pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat de verzorging en begeleiding zo veel mogelijk wordt afgestemd op de wensen en behoeften van het kind. Zij communiceert hierover met de ouder van het kind, zodat afstemming plaatsvindt met de opvoedingssituatie thuis. De pedagogisch medewerker stelt, voor zover mogelijk en binnen de grenzen van het pedagogisch beleid, samen met de ouder(s) en het kind de behoefte aan verzorging en begeleiding vast. Als het kind niet geheel of gedeeltelijk kan aangeven wat het wil, overlegt de pedagogisch medewerker alleen met de ouder(s). Het kind, hoe jong ook, geeft met zijn of haar gedrag signalen af waaruit men kan opmaken dat het kind iets wil of niet wil. Naarmate het kind groeit, is het beter in staat om weloverwogen beslissingen te nemen. De pedagogisch medewerker gaat daarom in haar professionele beroepsuitoefening in eerste instantie uit van de behoefte van het individuele kind. Op basis van systematische observatie en interpretatie van het gedrag van het kind geeft zij/hij invulling aan de verzorging en begeleiding. 9

10 Daarbij houdt zij/hij rekening met de mate waarin het kind verantwoordelijkheid kan dragen voor het eigen doen en laten. Ook kan het voorkomen dat de ouder(s) een andere begeleiding en verzorging wenst (wensen ) dan het kind en/of de pedagogisch medewerker willen. Als er verschil van inzicht tussen de pedagogisch medewerker en het kind en/of de ouder(s) bestaat over de wenselijke verzorging en begeleiding, zal de pedagogisch medewerker dit bespreekbaar maken. Zij zal dit zo nodig bespreken met collega s en haar leidinggevende. Een peuter heeft behoefte aan slaap tussen de middag. De ouders geven aan dat ze liever willen dat het kind niet rust, want anders slaapt het s avonds niet. In de loop van de dag is het kind oververmoeid, en heeft het duidelijk behoefte aan slaap. De pedagogisch medewerker brengt het kind naar bed, en geeft later uitleg aan de ouders over handelswijzen en de motieven daarvoor. Kinderen in de buitenschoolse opvang maken samen met de pedagogisch medewerkers een programma voor de laatste week voor Kerst. Hierbij wordt veel aandacht besteedt aan de interesse en voorkeuren voor bepaalde activiteiten van de kinderen. Dit, samen met de professionele inbreng van de medewerkers, wordt gebruikt om te komen tot een uitdagend en vernieuwend weekprogramma. De pedagogisch medewerker houdt zoveel mogelijk rekening met de inbreng van de kinderen, maar zorgt er tevens voor dat de veiligheid gewaarborgd blijft. 2.3 De medewerker is zich bewust van haar/zijn machtspositie (geestelijk en lichamelijk ) en dient zich zo te gedragen dat er geen schade aan het psychische en lichamelijk welbevinden van het kind wordt toegebracht. Zij/Hij respecteert de autonomie van het kind en stelt in haar/zijn handelen het kind centraal. Iedere medewerker die werkzaam is in de Kinderopvang heeft een voorbeeldfunctie, en is verantwoordelijk voor het waarborgen van de sociale, fysieke en emotionele veiligheid van het kind. De medewerker is verantwoordelijk voor het op de juiste manier toepassen van bijvoorbeeld het stimuleren van positief gedrag en het omgaan met ongewenst gedrag. De medewerker bewaakt altijd de eigen grenzen en emoties in de relatie tot het kind. De medewerker is zich te allen tijde bewust van haar/zijn machtspositie en weet hier integer mee om te gaan. Een medewerker krijgt te maken met een druk en vervelend kind wat eerder op de buitenschoolse opvang komt dan de andere kinderen. Hij/zij heeft het kind toen toch wat harder dan normaal toegesproken, en hardhandig op zijn plek gezet. Toen pas luisterde het kind. 10

11 De medewerker brengt de situatie tijdens een overlegmoment ter sprake bij collega s, en vraagt feedback en advies over diens handelswijze. De medewerker benut haar/zijn collega s om op zijn/haar eigen gedrag te reflecteren. 2.4 De medewerker gaat in werk- en privésituaties geen emotionele afhankelijkheidsrelatie met kinderen en ouder(s) aan. De medewerker toont betrokkenheid met behoud van afstand. De medewerker realiseert zich dat zij/hij op basis van haar/zijn beroepsuitoefening een professionele relatie aangaat met kinderen en ouder(s). Zij/Hij zorgt voor de juiste combinatie van professionele afstand en betrokkenheid ten opzichte van de kinderen en de ouder(s). Soms ontstaan er mogelijk verwarrende situaties, waarbij de professionele rolverdeling tussen de pedagogisch medewerker en het kind en de ouder(s) onder druk komen te staan. De pedagogisch medewerker onderneemt dan actie om de relatie professioneel te houden. De ouders van een kind willen het kind plaatsen in de opvang waar een medewerker werkt, die al bevriend is met de ouders, voordat er sprake is van plaatsing. Of er ontstaat na plaatsing van een kind, vriendschappelijk contact tussen de ouders van een kind en een medewerker, dat zich ook buiten de opvang wil afspelen. Of de ouders vragen de medewerker om bij hen thuis te komen oppassen op het kind. Ook kan het voorkomen dat een medewerker klant is bij de ouder (bijvoorbeeld: huisarts/tandarts/advocaat). Tot slot kan er ook een (klein)kind of verder familielid van een medewerker geplaatst worden binnen de organisatie waar de medewerker werkt. In al deze situaties kan het moeilijk zijn, om de juiste beroepshouding te blijven hanteren. Het is noodzakelijk dat de medewerker ervoor zorgt dat de professionele relatie gevormd of in stand gehouden wordt. Dit doet de medewerker door rolverwarring tijdig te signaleren en bespreekbaar te maken met zijn/haar team en de betrokken ouders en kinderen. Tijdens deze bespreking dienen er goede afspraken gemaakt te worden die recht doen aan alle betrokkenen. Deze afspraken worden vervolgens gecommuniceerd aan de omliggende collega s, opdat iedereen het voor iedereen helder is hoe er gewerkt zal worden. 2.5 Indien de medewerker vermoedt dat er sprake is van kindermishandeling, informeert zij/hij de bevoegde instanties volgens de opgestelde Meldcode Kindermishandeling en Seksueel Misbruik. De medewerker neemt maatregelen om het kind te beschermen, indien er acuut gevaar is voor het psychische en lichamelijke welbevinden van het kind. Ieder kind verdient het om beschermd te worden tegen anderen, die het kind, lichamelijk, geestelijk of seksueel mishandelen. De medewerker Kinderopvang is echter niet opgeleid om mishandeling formeel vast te stellen. De medewerker moet wel voldoende deskundig zijn om signalen van 11

12 kindermishandeling op te vangen en moet kunnen omgaan met (vermoedens van ) kindermishandeling. Als een medewerker hieraan twijfelt, dan dient zij/hij te worden bijgeschoold. Het komt voor dat een medewerker gedrag van een kind waarneemt of andere signalen krijgt die een gevoel van onbehagen oproepen (het zogenaamde onderbuikgevoel ). Op basis van haar/zijn getrainde vaardigheid om gericht en systematisch te kunnen observeren en haar kennis over afwijkend gedrag, kan de medewerker daarbij een vermoeden hebben van kindermishandeling. Zij/Hij zal volgens het protocol Meldcode handelen en met collega s en aandachtsfunctionaris overleggen. Indien zij/hij bij hen geen gehoor krijgt, is zij/hij toch verantwoordelijk om dergelijke vermoedens met de bevoegde instanties te bespreken of formeel te melden. Wanneer de medewerker ziet dat haar/zijn collega op een ongebruikelijke wijze met kinderen omgaat, stelt zij/hij de betreffende collega vragen over de manier van handelen. Als de uitleg van de collega haar/hem niet geruststelt, bespreekt zij/hij dit met haar leidinggevende. De beroepscode stelt daarbij dat bij ieder geval waarin een medewerker kindermishandeling vermoedt (of dit nu door ouder/verzorger/collega/kind is), hij/zij verplicht is naar de Meldcode te handelen. KCWA beschikt over een uitgebreide Meldcode Kindermishandeling en Seksueel Misbruik. Deze is te vinden in ieder handboek, dat op elke groep te vinden is. Van de medewerker wordt verwacht dat hij/zij de eerste route uit de meldcode uit het hoofd kent. Het melden van vermoedens van kindermishandeling aan mensen in de omgeving van het kind, vraagt om zeer zorgvuldig handelen. Onzorgvuldig handelen kunnen de positie en de privacy van alle betrokkenen ten onrechte ernstig schaden. Hoewel het in de praktijk logisch is om ook met de leidinggevende over dergelijke vermoedens te spreken, houdt de medewerker altijd de eigen beroepsverantwoordelijkheid om te beslissen of hij/zij advies vraagt aan het AMK of zelfs formeel melding doet bij het AMK. 2.6 De medewerker houdt vertrouwelijke informatie die ze van en over het kind en diens ouder(s) geheim. De medewerker houdt zich aan het privacyreglement van de kinderopvangorganisatie. Vanzelfsprekend praat de pedagogisch medewerker niet over het kind of de ouder(s), waar andere ouders bij aanwezig zijn als het over vertrouwelijke onderwerpen gaat. Ook bespreekt de medewerker geen vertrouwelijke informatie van de organisatie met ouder(s) en/of kinderen. Een ouder belt met een klacht. De medewerker is het eigenlijk helemaal eens met de ouder, en zou de ouder gelijk willen geven. De medewerker hoort de klacht aan en belooft 12

13 het met de manager te bespreken. De medewerker laat niet blijken dat hij/zij ook bezorgd of gefrustreerd is. De medewerker gebruikt internet en social media niet als uitlaatklep voor frustraties over ouders. Hij/zij is zich altijd bewust van de privacy van ouders en kinderen. 2.7 De medewerker verzamelt de gegevens over het kind en zijn situatie, die van belang zijn bij de professionele beroepsuitoefening. Tijdens de beroepsuitoefening krijgt de pedagogisch medewerker informatie van en over het kind en de ouder(s). Veel van die informatie is niet direct nodig voor de verzorging en begeleiding van het kind. De medewerker let erop dat er geen gegevens worden verzameld die niet belangrijk zijn voor de beroepsuitoefening. De medewerker kent de gevoeligheden bij gescheiden ouders. Zij/hij kent de gemaakte afspraken en houdt zich aan de rechterlijke uitspraak. De medewerker is alert op de informatie die zij/hij verstrekt aan de ouders en alert op aan wie zij/hij het kind meegeeft. De medewerker geeft het kind mee aan de ouder(s) conform de wettelijke afspraken en rechten. 2.8 De medewerker is mede verantwoordelijk voor het bijhouden van een gedegen en compleet kinddossier. De medewerker geeft het kind of diens ouder(s) de mogelijkheid om vastgelegde informatie in te zien en eventueel te verbeteren overeenkomstig de bepalingen in geldende privacywetgeving. Ouders hebben het recht om verslagen over hun kind in te zien. De medewerker zorgt ervoor dat zij/hij gegevens over het kind zo objectief mogelijk vastlegt. 13

14 Hoofdstuk 3: De pedagogisch medewerker in relatie tot collega s en anderen. 3.1 De medewerker verstrekt alleen informatie over het kind en diens ouder(s) aan derden alleen na toestemming van het kind of diens ouder(s). Het kind en de ouder(s) hebben recht op privacy en maken in de regel zelf uit of er informatie over het kind kan worden verstrekt aan derden. Elke groep heeft een Ipad waarmee foto s gemaakt kunnen worden. Ouders geven toestemming voor het plaatsen van de foto s op website of nieuwsbrief. Je neemt nooit foto s van kinderen met je eigen mobiel. Ook het delen van foto s van kinderen in je privé leven is niet toegestaan (denk hierbij aan facebook of andere social media). Een nieuwe leerkracht van een naburige school, vermoedt dat er thuis problemen zijn met het kind. De leerkracht richt zich tot de Buitenschoolse Opvang met de vraag om informatie te verstrekken. De medewerker wijst het verzoek af. De medewerker zal alleen informatie verstrekken als er expliciet toestemming is verleend door de ouders en/of het kind. 3.2 De medewerker probeert altijd zo ondersteunend mogelijk voor zijn/haar collega s te zijn. De medewerker heeft een alerte, en behulpzame houding naar zijn/haar collega s. Daar waar behoefte is, zal de medewerker altijd ondersteunend proberen te zijn, door mee te denken, of bij een calamiteit- taken kortstondig waar te nemen. We hebben verantwoordelijkheid voor iedereen. Het brandalarm gaat af. Een stafmedewerker ziet dat het een pedagogisch medewerker niet goed lukt om alle kinderen te kalmeren en naar buiten toe te manoeuvreren. De stafmedewerker gaat direct naar de pedagogisch medewerker toe en vraagt waar hij/zij mee kan helpen. 3.4 De medewerker spreekt zijn/haar collega aan op zijn/haar verantwoordelijkheden en professioneel gedrag, indien de collega nalatig of indiscreet gedrag vertoont. Als je toelaat dat je collega ongewenst, onverantwoordelijk of onbehoorlijk gedrag vertoont, dan ben je in feite medeplichtig aan dit gedrag en de gevolgen er van. In je 14

15 beroepsuitoefening neem je de verantwoordelijkheid om je collega indien nodig op respectvolle wijze feedback te geven over diens ontoelaatbare of onjuiste gedrag. Je biedt daarmee je collega op professionele wijze een handreiking om zijn/haar gedrag te corrigeren. Mocht de aangesproken collega het ongewenste gedrag blijven herhalen, dan neem de signalerende medewerker de verantwoordelijkheid om de leidinggevende op de hoogte te brengen van zijn/haar zorgen. Je feedback zet je in geen geval op social media. Door het op social media te zetten, geef je de collega geen mogelijkheid om een reactie te geven. Daarnaast kan iedereen meelezen en kan de feedback zo een stuk groter worden dan het misschien in eerste instantie bedoelt was. Dit brengt ook schade aan de organisatie met zich mee. Meer informatie over positief en ongewenst gebruik van social media is terug te vinden in de werkinstructie Gebruik van social media (personeelshandboek). 3.5 De medewerker steunt collega s die nadelige gevolgen ondervinden doordat zij zich overeenkomstig de beroepscode gedragen. Een individuele medewerker Kinderopvang is onderdeel van de beroepsgroep. De beroepsgroep en de individuele leden zijn medeverantwoordelijk voor het aanzien van het beroep in de maatschappij. De pedagogisch medewerker komt op voor de belangen van de beroepgroep of individuele leden, als deze nadelige gevolgen ondervinden doordat zij zich overeenkomstig de beroepscode gedragen. 3.6 De medewerker die, op basis van haar/zijn levensovertuiging, waarden en normen en/of beroepsopvatting, in conflict komt met zichzelf door medewerking aan bepaalde handelingen, heeft de verantwoordelijkheid om de handelingen over te dragen aan collega s. Binnen de kinderopvang kunnen situaties voorkomen die medewerker in conflict brengen met zichzelf. De medewerker kan hierdoor in ( ernstige ) gewetensnood raken. Zij/Kan kan niet verplicht worden om de handelingen die dit veroorzaken uit te voeren. Wel moet ze ervoor zorgen dat binnen de organisatie een oplossing komt, zodat een juiste beroepsuitoefening niet wordt belemmerd. De medewerker die vanuit zijn levensovertuiging aanwezig wil zijn bij een Joodse Bruiloft van een dierbaar familielid, gaat in overleg met de leidinggevende om te kijken of de werkdagen zo gepland kunnen worden dat dit voor beide partijen het best haalbaar is. 15

16 De pedagogisch medewerker van het KDV wordt geconfronteerd met het plan dat zij een groot aantal kinderen van de groep, binnen de wettelijke norm, moet begeleiden tijdens een uitstapje naar het park. Ze geeft aan dat ze niet kan zorgen voor voldoende toezicht op de kinderen, en dat ze niet verantwoordelijk wil en kan zijn voor de begeleiding zonder dat er extra personeel aanwezig is. Het gevolg is dat het uitstapje naar het park wordt uitgesteld, naar een moment dat er wel voldoende personeel beschikbaar is. 3.7 De medewerker maakt in de samenwerking met collega s, leidinggevenden en anderen geen onderscheid in levensbeschouwing, waarden, normen en gewoonten. Iedere collega, leidinggevende of andere medewerker van KCWA wordt op eenzelfde professionele manier benaderd. De medewerker sluit geen collega s uit, en al helemaal niet op basis van religie, privé-overtuigingen of levenswijzen. Discrimineren, pesten of kleineren is ontoelaatbaar. Mocht je getuige of slachtoffer zijn van pestgedrag, handel dan conform Beroepscode 3.4 èn betrek de manager bij de situatie. Je kunt ook handelen door een vertrouwenspersoon te benaderen. 3.8 De medewerker is zich bewust van het verschil tussen een collegiale relatie en een vriendschappelijke relatie. De medewerker voorkomt belangenverstrengeling door het onzorgvuldig communiceren van informatie. Ook zorgt de medewerker er voor dat andere collega s geen hinder of voorkeursbehandeling ervaren, op het moment dat beide medewerkers op de werkvloer staan. Het kan voorkomen dat de medewerker naast een collegiale relatie ook een vriendschappelijke- of liefdesrelatie ontwikkelt met een collega. De medewerker voorkomt belangenverstrengeling door zorgvuldig met de (in vertrouwen gekregen) informatie om te gaan, wanneer hij met zijn/haar collega in de privé-sfeer is. De medewerker voorziet de collega in een privé-setting nooit van informatie, waarvan nog niet officieel is afgesproken dat deze informatie verstrekt mag worden. Elke handeling die vermenging van zakelijke- en privébelangen kan veroorzaken, dient vermeden te worden om belangenverstrengeling te voorkomen. Deze regel houdt in dat, zonder persoonlijk belang, betrouwbaar en professioneel moet worden gehandeld. Indien er een situatie is waarbij belangenverstrengeling een rol speelt, dient dit gemeld te worden bij de direct leidinggevende. De leidinggevende bekijkt of de werkzaamheden kunnen worden voortgezet. Probeer belangenverstrengeling te voorkomen. Laat jezelf niet voortrekken of trek diegene met wie je een relatie hebt niet voor. Hierdoor krijg je onenigheid en roddels op de werkvloer. De medewerker van het secretariaat hoort tijdens een werkoverleg dat een collega moeite heeft met de werkwijze van een pedagogisch medewerker, en daarover in conflict is met die pedagogisch medewerker. De medewerker van het secretariaat heeft een relatie met deze genoemde pedagogisch medewerker. Eenmaal thuis op de bank besluit de 16

17 medewerker dit voorval niet te bespreken met zijn/haar geliefde. De medewerker van het secretariaat laat het aan zijn/haar collega over, om het conflict met zijn/haar geliefde zelf op te lossen. 3.8 De medewerker heeft een pro-actieve houding. De medewerker heeft een alerte, kritische blik op zijn/haar werk, werkwijze, en dat van zijn/haar collega s. De medewerker signaleert knelpunten in de eigen werkzaamheden en de organisatievoering, en maakt deze bespreekbaar bij collega s, of leidinggevende, om problemen te voorkomen of op te lossen. De medewerker signaleert, meldt of lost op. Vluchten of negeren van problemen zijn niet professioneel; met niet-melden ben je medeverantwoordelijk voor het ontstaan of in stand houden van ongewenste situaties. De medewerker blijft alert op de kwaliteit van zijn of haar werkzaamheden, en van de organisatie. De medewerker gaat in overleg met de betrokken collega, coördinator, staflid of leidinggevende af, als hij/zij verbetering van kwaliteit nodig vindt of als hij/zij behoefte heeft aan meer ondersteuning. 3.7 De medewerker werkt samen met en staat open voor haar collega s. Pedagogisch medewerkers staat open voor de suggesties van collega s en moeten kritisch beoordelen of deze suggesties een verbetering van de werkwijze kunnen zijn. De pedagogisch medewerker is in staat om op professionele manier feedback te geven, èn te ontvangen. Een stagiaire heeft een andere verantwoordelijkheid voor de gang van zaken binnen de organisatie, dan een gediplomeerd medewerker. In de samenwerking is het logisch dat een nieuw idee van een stagiaire net zo serieus genomen wordt, als een voorstel van een meer ervaren collega of leidinggevende. 3.8 De stagebegeleider biedt stagiaires/ leerlingen de mogelijkheid het beroep binnen het werkveld te leren. Zij/Hij draagt er zorg voor dat een stagiaire/leerling werkt in de geest van beroepscode. De stagebegeleider stimuleert een goed leerklimaat voor de stagiaire/ leerling. De begeleider zorgt ervoor dat een leerling/ stagiaire de kans krijgt om de leerdoelen te halen, voor zover dit binnen de stagesituatie mogelijk is. Onder verantwoordelijkheid van de stagebegeleider krijgt de stagiaire de mogelijkheid om alle facetten van het vak te leren voor zover de stagiaire daar op basis van haar theoretische kennis en vaardigheden aan toe is. De stagebegeleider is deskundig in het begeleiden van stagiaire, en voldoet aan de door Calibris gestelde eisen voor het begeleiderschap. 3.9 De medewerker werkt mee aan de verwezenlijking van de doelstelling(en) van de organisatie voor kinderopvang en de ontwikkeling van het beleid. 17

18 De medewerker kent de doelinstelling(en) van de organisatie en kan zich erin vinden. Zij/Hij levert een actieve bijdrage door, op basis van haar/zijn professionele deskundigheid, belangrijke ontwikkelingen onder de aandacht van de organisatie te brengen. De medewerker neemt plaats in een werkgroep of commissie die tot taak heeft om een verbeterplan voor bijvoorbeeld het buitenspeelbeleid of het opnemen van verlofuren te schrijven De organisatie is verantwoordelijk voor het zorgen voor een veilig werk- en communicatieklimaat. Directie, leidinggevenden en kwaliteitsmedewerker houden zich actief bezig met de werk- en teamsfeer op de werkvloer. Zij signaleren knelpunten, spanningen en conflicten tijdig, en handelen adequaat en consequent hierop. Ze geven zelf het goede voorbeeld in het waarborgen en verzorgen van een goede teamgeest, en communicatielijnen. Ze geven zelf het goede voorbeeld in feedback geven en ontvangen. Het management waarborgt terugkoppeling over gedane en besproken zaken, en garandeert op die manier transparantie en voorspelbaarheid van organisatievoering De medewerker is een ambassadeur van haar vak en zorgt voor een goede persoonlijke hygiëne. De medewerker zorgt er voor dat zij/hij verzorgd op de werkvloer treedt. De medewerker heeft een voorbeeldrol in persoonlijke hygiëne. Ook brengt de medewerker met haar/zijn kleding anderen niet in verlegenheid. Kleding is niet te kort (broek/rok), te diep ingesneden (decolleté), te bloot of onveilig (lange rokken waar kinderen over kunnen struikelen, kleding met touwtjes/sjaaltjes/kraaltjes). De medewerker zorgt ervoor dat sieraden niet voor onveilige situaties voor kinderen of zichzelf kunnen leiden: denk aan te lange kettingen, of grote oorbellen. Het dragen van hoofddeksels is toegestaan mits het gezicht van de medewerker goed te zien blijft. Roken mag alleen tijdens de pauze van de medewerker, en buiten zicht en reukafstand van de kinderen. 18

19 Hoofdstuk 4: De medewerker in relatie tot de samenleving 4.1 De medewerker ondersteunt de activiteiten van de beroepsgroep om voorwaarden te scheppen voor een goede beroepsuitoefening. De medewerker is verantwoordelijk voor het beroep. Daarom werkt zij/hij mee aan activiteiten die het beroep ten goede komen en het imago kan verbeteren. Zij/Hij is trots op haar vak en denkt na over haar/zijn beroepshouding. De beroepscode is ook een instrument om het imago van het beroep te verbeteren. De medewerker kan zich inzetten om de beroepscode binnen KCWA te introduceren of te blijven herhalen. De medewerker die de code als middel in de dagelijkse praktijk gebruikt, levert een bijdrage aan de kwaliteit van de beroepsuitoefening. 4.2 De medewerker heeft recht op goede arbeidsvoorwaarden en een goede rechtspositie. Het beroep van medewerker in de kinderopvang verdient, op basis van de deskundigheid die is vereist, een passende beloning en rechtpositie. Indien nodig onderneemt de pedagogisch medewerker actie om de rechtspositie te beschermen of te verbeteren. 4.3 De medewerker spreekt de organisatie aan als de kwaliteit van de kinderopvang niet aan de afgesproken kwaliteitsnormen voldoet. De medewerker signaleert en meldt een misstand van kwaliteit, beleid of anderszins binnen de werksituatie aan de verantwoordelijke (Leidinggevende, Unit-coördinator, Kwaliteitsmedewerker, Directie). Indien er vervolgens niets met de melding wordt gedaan, rapporteert zij dit aan de GGD of arbeidsinspectie. De medewerker heeft herhaaldelijk feedback gegeven dat zij door slecht meubilair niet prettig kan werken. Zij/hij heeft rugklachten en last van haar/zijn pols. De organisatie maakt echter geen haast met het aanschaffen van goed, ondersteunend bureaumeubilair. Er worden prioriteiten gesteld aan een educatief project, hetgeen veel geld kost. De medewerker neemt contact op met de arbeidsinspectie over de gang van zaken. De medewerker wordt door haar leidinggevende regelmatig in de situatie geplaatst dat zij/hij alleen verantwoordelijk is voor het werken op een groep waar volgens de norm twee pedagogisch medewerkers aanwezig horen te zijn. De medewerker geeft bij directie aan dat de kwaliteit van de opvang daarmee in gevaar komt. Als het signaal ook door directie niet serieus wordt genomen, zal zij actie ondernemen richting de GGD inspecteur uit haar regio. 19

20 4.4 De medewerker accepteert voor zichzelf geen persoonlijke gunsten of geschenken. Geschenken die aangeboden worden met het doel om gunsten van medewerkers te verkrijgen, mogen niet worden aangenomen. De medewerker moet zich ervan bewust zijn dat de motieven om een geschenk te geven soms niet aanvaardbaar zijn. Daarnaast kan het accepteren van geschenken ook betekenen dat er scheve gezichten bij anderen ( kinderen, ouders en collega s ) ontstaan. Aan de andere kant kan het weigeren van een presentje dat vanuit zuivere motieven wordt gegeven, erg onbeleefd en ongepast zijn. Het kind dat zijn appel aan de lieve pedagogisch medewerker geeft, is daar een voorbeeld van. Dit betekent dat de pedagogisch medewerker onderscheid moet kunnen maken tussen wat kan en wat niet kan. De pedagogisch medewerker zorgt ervoor dat ze geen geschenken aanneemt die verkeerde effecten teweeg kunnen brengen. Ouders willen met Kerst, als blijk van waardering, één van de drie medewerkers van een team, een presentje geven. De medewerker maakt duidelijk dat hij/zij dit waardeert, maar geeft ook aan dat ze samen met haar/zijn collega s het werk doet. En dat ze het presentje beschouwd als een teambrede waardering, en niet een individuele. 4.5 De medewerker onthoudt zich van onverantwoorde activiteiten als deze een relatie hebben met de beroepsuitoefening. Zij/Hij is zich bewust van een professionele beroepsuitoefening. De medewerker gaat niet in op uitnodigingen om bijvoorbeeld ergens anders op een groep kinderen te passen, tenzij zij/hij daar op een verantwoorde manier kan werken. Het kan ook zijn de medewerker gevraagd wordt om tijdelijk mee te helpen bij de administratie van een niet-erkende opvangorganisatie. De medewerker realiseert zich dat er misbruik kan worden gemaakt van haar/zijn professionele uitstraling. 20

21 Hoofdstuk 5: Bij afwijken van de gedragscode Wat zijn de consequenties als een medewerker zich niet houdt aan deze gedragscode? De volgende procedure treedt dan in werking: 1. Bij 1 e keer overtreden/nalaten/afwijken: Er komt een gesprek met de manager, waarbij medewerker wordt geattendeerd op zijn/haar gedrag en de te volgen gedragscode. Als de medewerker nog eenmaal hetzelfde gedrag vertoont/nalaat, zal er een gesprek volgen waarin een Officiële Waarschuwing wordt gegeven. De manager maakt vervolgens een verslag van dit gesprek en benoemt hierin tevens de consequenties/vervolg. De medewerker leest en ondertekent dit verslag. Het verslag wordt gearchiveerd in het personeelsdossier. 2. Bij herhaald overtreden/nalaten/afwijken: Er komt een gesprek met de manager, waarbij vorig gesprek in herinnering wordt geroepen. Officiële Waarschuwing wordt afgegeven. De manager maakt een verslag van dit gesprek en legt Officiële Waarschuwing vast. Medewerker leest en ondertekent dit verslag. Het verslag wordt gearchiveerd in het personeelsdossier. 3. Bij wederom overtreden/nalaten/afwijken: De Exit-procedure wordt gestart door manager en directie. 21

KWESTCODE. Kijk voor meer informatie ook naar onderstaande documenten van stichting Kwest

KWESTCODE. Kijk voor meer informatie ook naar onderstaande documenten van stichting Kwest KWESTCODE Versie Maart 2015, versie 02 Verantwoordelijke Beleidsmedewerker Kwaliteit Goedgekeurd OR Eerste versie, jan 2012 Aantal pagina s 5 Geldig tot 31 december 2017 Voorwoord/inhoud De Kwestcode van

Nadere informatie

2 De beroepscode voor pedagogisch medewerkers uit de kinderopvang.

2 De beroepscode voor pedagogisch medewerkers uit de kinderopvang. 1 Beroepscode. 1.1 Wat is een beroepscode? Een beroepscode bevat ethische en praktische normen en beginselen die bij de uitoefening van het beroep gehanteerd moeten worden. Het gaat om gedragsregels die

Nadere informatie

BEROEPSCODE KINDEROPVANG

BEROEPSCODE KINDEROPVANG BEROEPSCODE KINDEROPVANG mei 2015 INHOUD INLEIDING De beroepscode voor pedagogisch medewerkers in de kinderopvang 4 HOOFDSTUK 1 Algemene uitgangspunten bij de beroepsuitoefening 7 HOOFDSTUK 2 De pedagogisch

Nadere informatie

Beroepscode. 1. Inleiding a. Wat is een beroepscode

Beroepscode. 1. Inleiding a. Wat is een beroepscode Beroepscode Inhoudsopgave 1. Inleiding...1 2. Algemene uitgangspunten...1 3. De medewerker in relatie tot het kind en diens ouders/verzorgers...2 4. De medewerker in relatie tot collega s en anderen...3

Nadere informatie

Beroepscode OND. Kinderopvang, jouw vak

Beroepscode OND. Kinderopvang, jouw vak Beroepscode OND Kinderopvang, jouw vak Inhoud Inleiding 3 De beroepscode voor leidsters in de kinderopvang Hoofdstuk 1 7 Algemene uitgangspunten bij de beroepsuitoefening Hoofdstuk 2 11 De leidsters in

Nadere informatie

Beroepscode, gedrag en beroepshouding

Beroepscode, gedrag en beroepshouding Beroepscode, gedrag en beroepshouding 1. INLEIDING Binnen de kinderopvangsector is een beroepscode ontwikkeld. Bij deze beroepscode gaat het om gedragsregels die voorschrijven wat professionele pedagogisch

Nadere informatie

Villa Kakelbont Titel: Beroepscode Status: Vastgesteld versienummer: 2 Vaststellen van regels omtrent de beroepshouding

Villa Kakelbont Titel: Beroepscode Status: Vastgesteld versienummer: 2 Vaststellen van regels omtrent de beroepshouding Inhoudsopgave Inleiding 2 Algemene uitgangspunten bij de beroepsuitoefening 3 De pedagogisch medewerkers in relatie tot het kind en de ouder 5 De pedagogisch medewerkers in relatie tot collega s en anderen

Nadere informatie

Kwaliteitszorg. Test jezelf.

Kwaliteitszorg. Test jezelf. Kwaliteitszorg. Test jezelf. Pagina 1 Weet jij hoe je je deskundigheid of die van je collega s kunt bevorderen of professionaliseren? Kun je goed samenwerken? Kun je kwaliteitszorg leveren? Doe de testjes

Nadere informatie

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang

af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang Grensoverschrijdend gedrag Klik Kinderopvang wijst alle vormen van grensoverschrijdend gedrag af. Met dit protocol, in haar handelen en in haar beleid wil Klik Kinderopvang grensoverschrijdend gedrag voorkomen

Nadere informatie

Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking

Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking Beroepscode Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking 1 VOORWOORD Met trots presenteert de Beroepsvereniging van cliëntondersteuners voor mensen met een beperking (BCMB) de

Nadere informatie

Gedragscode. De doelen van de gedragscode zijn:

Gedragscode. De doelen van de gedragscode zijn: Gedragscode Wij willen graag dat cliënten aan wie NovaFarm-Grip haar zorg- en dienstverlening aanbiedt, daarover tevreden zijn. Ook vinden wij het belangrijk dat onze medewerkers met plezier hun werk doen.

Nadere informatie

V1 PR 01. Integriteit, Respect en Loyaliteit

V1 PR 01. Integriteit, Respect en Loyaliteit Gedragscode Medewerkers Pagina 1 van 6 Gedragscode Inleiding Wij willen graag dat de cliënten aan wie onze organisatie diensten verleent, daarover tevreden zijn. Ook vinden we het belangrijk dat onze medewerkers

Nadere informatie

Gedragscode Martini Ziekenhuis

Gedragscode Martini Ziekenhuis Gedragscode Martini Ziekenhuis Gedragscode Martini Ziekenhuis Het Martini Ziekenhuis, dat zijn wij. Een dienstverlenende instelling die als speerpunt gastvrijheid heeft en waar mensen centraal staan. Samen

Nadere informatie

Gedragscode medewerkers en cliënten

Gedragscode medewerkers en cliënten Gedragscode medewerkers en cliënten 2014 1/9 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Werkwijze... 3 3. Samenvatting gedragscode... 4 4. Gedragscode medewerkers stichting Zorg Almere... 5 - clientgerichtheid....5

Nadere informatie

GEDRAGSCODE INLEIDING INHOUD GEDRAGSCODE

GEDRAGSCODE INLEIDING INHOUD GEDRAGSCODE GEDRAGSCODE INLEIDING Wij willen graag dat de klanten en donateurs die betrokken zijn bij DOA en de dieren die onder de verantwoordelijkheid vallen van DOA, tevreden zijn over onze dienstverlening. Ook

Nadere informatie

Zo zijn onze manieren. Gedragscode Coloriet

Zo zijn onze manieren. Gedragscode Coloriet Zo zijn onze manieren Gedragscode Coloriet Wij zijn Coloriet Alle medewerkers, vrijwilligers, leerlingen en stagiaires horen bij Coloriet. Bij ons werken vriendelijke, deskundige, gepassioneerde en verantwoordelijke

Nadere informatie

5.10.1 Gedragscode FloreoKids. Versie 1 26-7-2011

5.10.1 Gedragscode FloreoKids. Versie 1 26-7-2011 5.10.1 Gedragscode FloreoKids Versie 1 26-7-2011 5.10.1. Gedragscode FloreoKids Om elkaar te beschermen heeft FloreoKids in een gedragscode beschreven op welke wijze we met elkaar en met onze klanten omgaan.

Nadere informatie

Gedragscode Stichting Rumi

Gedragscode Stichting Rumi Reikwijdte: Organisatie Aanmaakdatum 01-01-2018 Documenteigenaar: Het bestuur van Stichting Rumi Revisiedatum: 01-04-2019 Documentbeheer: Secretaris bestuurder 1 Inleiding Stichting Rumi heeft omgangsregels

Nadere informatie

6.21. Gedragscode THUIS met zorg Zaanstreek B.V.

6.21. Gedragscode THUIS met zorg Zaanstreek B.V. 6.21. Gedragscode THUIS met zorg Zaanstreek B.V. Inleiding Wij willen graag dat de cliënten van THUIS met zorg Zaanstreek thuiszorg tevreden zijn over de zorg die aan hen wordt geboden. Ook vinden we het

Nadere informatie

Grensoverschrijdend gedrag

Grensoverschrijdend gedrag Grensoverschrijdend gedrag Inleiding De maatschappij krijgt steeds meer te maken met vormen van grensoverschrijdend gedrag. Ook binnen de kinderopvang wordt grensoverschrijdend gedrag door kinderen, ouders

Nadere informatie

BEROEPS- EN GEDRAGSCODE Gastouderbureau Oppas voor Jou

BEROEPS- EN GEDRAGSCODE Gastouderbureau Oppas voor Jou BEROEPS- EN GEDRAGSCODE Inleiding Beroeps- en Gedragscode Inleiding op de Gedragscode van Bij Oppas voor Jou vinden we het belangrijk dat alle nanny s professioneel handelen volgens dezelfde richtlijnen.

Nadere informatie

GEDRAGSCODE MEDEWERKERS (ONDERLING) AMBIQ

GEDRAGSCODE MEDEWERKERS (ONDERLING) AMBIQ GEDRAGSCODE MEDEWERKERS (ONDERLING) AMBIQ Inleiding Deze gedragscode dient voor werknemers onderling. Daarnaast kent Ambiq een gedragscode voor de bejegening van haar cliënten. Ambiq hecht veel waarde

Nadere informatie

De Gedragscode Zwembranche

De Gedragscode Zwembranche De Gedragscode Zwembranche De omgang tussen zwembadmedewerkers en bezoekers en zwemleerlingen laat zich niet tot in detail regelen. Zeker niet wanneer lichamelijk contact nodig is in de vorm van instructie,

Nadere informatie

Integriteitscode december 2012 aangevuld april 2013

Integriteitscode december 2012 aangevuld april 2013 Integriteitscode december 2012 aangevuld april 2013 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Deel I Kernbegrippen van integriteit... 2 1. Dienstbaarheid... 2 2. Functionaliteit... 2 3. Onafhankelijkheid... 2 4. Openheid...

Nadere informatie

Gedragscode Stichting Wijken voor Welzijn

Gedragscode Stichting Wijken voor Welzijn Gedragscode Stichting Wijken voor Welzijn Gedragscode versienummer 201602 Reikwijdte: Organisatie aanmaakdatum 24-8-2015 Documenteigenaar: bestuurder laatste wijziging: 12-12-2017 Revisiedatum: december

Nadere informatie

Gedragswijzer Integriteit

Gedragswijzer Integriteit Gedragswijzer Integriteit juli 2014 1 Inleiding Wij zijn Velison Wonen, een woningcorporatie met ambities in Velsen. We willen waarborgen en versterken wat we al zijn: een maatschappelijk betrokken, daadkrachtige

Nadere informatie

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag

Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag Protocol ongewenst/grensoverschrijdend gedrag Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Hoe werken wij aan een positief klimaat 3. Wat verstaan wij onder ongewenst gedrag 4. Wat doen leerkrachten bij ongewenst gedrag

Nadere informatie

Kwaliteitscode G&C Nanny

Kwaliteitscode G&C Nanny Kwaliteitscode G&C Nanny Naam Nanny Datum Handtekening Görtz & Crown staat achter de kwaliteit van haar nannies. Om deze kwaliteit te kunnen waarborgen, verwachten wij van onze nannies dat ze deze

Nadere informatie

Beroepscode Bachelor Medisch Hulpverlener. Definitief. Juni 2016

Beroepscode Bachelor Medisch Hulpverlener. Definitief. Juni 2016 1 Beroepscode Bachelor Medisch Hulpverlener Definitief Juni 2016 Inhoudsopgave Inleiding... 3 1. Algemeen... 4 2. De Bachelor Medisch Hulpverlener in relatie tot de zorgvrager... 5 3. De Bachelor Medisch

Nadere informatie

Goed Wonen en melden van misstanden; de klokkenluiderregeling

Goed Wonen en melden van misstanden; de klokkenluiderregeling Goed Wonen en melden van misstanden; de klokkenluiderregeling Inleiding Goed Wonen is een maatschappelijke onderneming die midden in de samenleving staat. Vanuit onze maatschappelijke doelstelling proberen

Nadere informatie

Regeling omgaan met melden vermoeden misstand of onregelmatigheid

Regeling omgaan met melden vermoeden misstand of onregelmatigheid Regeling omgaan met melden vermoeden misstand of onregelmatigheid In de Aanvullende Arbeidsvoorwaarden heeft Hieselaar Nederland BV beleid omtrent privacy, veiligheid, gezondheid, welzijn, milieu en informatie

Nadere informatie

Gedragscode jongerenwerkers Amsterdam

Gedragscode jongerenwerkers Amsterdam Gedragscode jongerenwerkers Amsterdam De volgende organisaties verbinden zich aan de gedragscode: Combiwel / Dynamo / IJsterk / Impuls / Stedelijk Jongerenwerk Amsterdam / Stichting DOCK / Stichting Streetcornerwork

Nadere informatie

Praktijk voor Logopedie Anna Paulowna eo

Praktijk voor Logopedie Anna Paulowna eo Een zorgverlener kan in zijn of haar praktijk te maken krijgen met slachtoffers van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dat brengt altijd schrik en zorg met zich mee. Daarom is de meldcode huiselijk

Nadere informatie

Pestprotocol SWS de Wending

Pestprotocol SWS de Wending Pestprotocol SWS de Wending Dit protocol is onderdeel van het Aves-protocol sociale en fysieke veiligheid Waarom een pestprotocol? SWS De Wending wil haar kinderen een veilig pedagogisch klimaat bieden,

Nadere informatie

Gedragscode Basisschool de Odyssee

Gedragscode Basisschool de Odyssee Gedragscode Basisschool de Odyssee 1 Zo gedragen wij ons op de Odyssee Wij zorgen ervoor dat: * Iedereen zich veilig voelt. * Iedereen mee mag doen. * Iedereen erbij hoort. * Iedereen zorgvuldig met elkaars

Nadere informatie

Gedragscode de Hoofdlijn

Gedragscode de Hoofdlijn Gedragscode de Hoofdlijn Versie 2016 Inleiding Wij willen graag dat de cliënten aan wie onze instelling diensten verleent, daarover tevreden zijn. Ook vinden we het belangrijk dat onze medewerkers met

Nadere informatie

PROTOCOL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG

PROTOCOL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG PROTOCOL GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG Op de Lidwinaschool gelden algemene gedragsregels voor leerlingen, leerkrachten, ouders, schoolleiding en andere medewerkers. Die staan beschreven in een gedragscode.

Nadere informatie

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO

STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO STICHTING BASISVOORZIENING PEUTERSPEELZAALWERK ERMELO INTERNE WERKWIJZE SBPE MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING juli 2014 Inhoud MELDCODE HUISELIJK GEWELD EN KINDERMISHANDELING... 3 1. ALGEMEEN...

Nadere informatie

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING

SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING Pagina 1 van 8 SAMENVATTING VERNIEUWDE MELDCODE HUISELIJK GEWELD & KINDERMISHANDELING Protocol kindermishandeling en grensoverschrijdend gedrag voor de kinderopvang Kindermishandeling; iedereen weet dat

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Informatie vooraf Als huisarts, leerkracht, verpleegkundige, kinderopvang begeleider, hulpverlener, zelfstandige beroepsbeoefenaar, kun je te maken krijgen

Nadere informatie

Integriteitscode van het Lorentz Casimir Lyceum

Integriteitscode van het Lorentz Casimir Lyceum Integriteitscode van het Lorentz Casimir Lyceum Goedgekeurd in de MR-vergadering van 27 mei 2014 Inhoud 1 Inleiding 2 Wie vallen er onder de code? 3 Algemene uitgangspunten 4 De omgang met leerlingen,

Nadere informatie

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de Multisource Feedback Er zijn drie verschillende formulierensets Multisource Feedback (MSF) beschikbaar in het digitaal portfolio: Bij de MSF (collega s) is het verplicht minimaal 3 collega s een vragenlijst

Nadere informatie

Toelichting op de gedragscode medewerkers 1 Maaswaal College

Toelichting op de gedragscode medewerkers 1 Maaswaal College Toelichting op de gedragscode medewerkers 1 Maaswaal College Het Maaswaal College heeft als motto samen maken we school. De school wil onderwijs verzorgen dat voldoet aan de eisen van deze tijd en daarvoor

Nadere informatie

Overeenkomst ter gebruik van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling BSO Herpen

Overeenkomst ter gebruik van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling BSO Herpen Overeenkomst ter gebruik van de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling BSO Herpen Onderdeel van: Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling voor de branche kinderopvang Branche Kinderopvang:

Nadere informatie

Gedragscode Raad & Daad Den Haag

Gedragscode Raad & Daad Den Haag Gedragscode Raad & Daad Den Haag Inleiding Wij willen graag dat de cliënten aan wie Raad & Daad Den Haag thuiszorg verleent, daarover tevreden zijn. Ook vinden we het belangrijk dat onze medewerkers met

Nadere informatie

Reglement gedrags- en beroepsregels ROTA

Reglement gedrags- en beroepsregels ROTA Reglement gedrags- en beroepsregels ROTA Doel van het reglement: Waarborgen van kwaliteit van de beroepsgroep en professioneel handelen van de autotaxateur/expert, en ongewenste gedragingen in de beroepsuitoefening

Nadere informatie

Protocol pesten Eigenaar : Intern Begeleider Vastgesteld: september 2012 Herzien: september 2016. Een stappenplan bij pesten op school

Protocol pesten Eigenaar : Intern Begeleider Vastgesteld: september 2012 Herzien: september 2016. Een stappenplan bij pesten op school Protocol pesten Eigenaar : Intern Begeleider Vastgesteld: september 2012 Herzien: september 2016 Een stappenplan bij pesten op school Wat is pesten? Pesten is een verschijnsel dat op elke school en in

Nadere informatie

WELKOM VRIJWILLIGER 1

WELKOM VRIJWILLIGER 1 WELKOM VRIJWILLIGER 1 INHOUD WELKOM 3 DE KERN VAN ONS VRIJWILLIGERSBELEID 4 SOORTEN VRIJWILLIGERSWERK 5 WAT VRAGEN WE VAN JOU? 6 WAT BIEDEN WE? 8 RANDVOORWAARDEN EN FACILITEITEN 10 2 WELKOM VAN HARTE WELKOM

Nadere informatie

Protocol Sociale Veiligheid. Onderwerp: agressie & geweld

Protocol Sociale Veiligheid. Onderwerp: agressie & geweld Versie 2010-11-29 Protocol Sociale Veiligheid Onderwerp: agressie & geweld Aanvullend op het handboek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Op 2 maart 2010 is het Handboek agressie en

Nadere informatie

Gedragsprotocol. Sint Gerardusschool. Splitting 145. Gedragsprotocol

Gedragsprotocol. Sint Gerardusschool. Splitting 145. Gedragsprotocol 2018-2019 Sint Gerardusschool Splitting 145 Sint Gerardusschool, de veilige school Afspraken m.b.t. omgaan met elkaar op de Sint Gerardusschool Goede leerprestaties kunnen bereikt worden als leerlingen

Nadere informatie

G E D R A G S C O D E V O O R C W Z - M E D E W E R K E R S

G E D R A G S C O D E V O O R C W Z - M E D E W E R K E R S G E D R A G S C O D E V O O R C W Z - M E D E W E R K E R S Hoe gaan we om met onze klant en met elkaar? U als medewerker draagt bij aan het professionele en klantgerichte karakter van het ziekenhuis.

Nadere informatie

INTEGRITEITSCODE EN GEDRAGSREGELS

INTEGRITEITSCODE EN GEDRAGSREGELS INTEGRITEITSCODE EN GEDRAGSREGELS DECEMBER 2017 Vastgesteld Bestuurder d.d. 6 juni 2017 Instemming OR d.d. 28 november 2017 Goedgekeurd Raad van Commissarissen d.d. 24 april 2017 2 17.039 versie 2017 INTEGRITEITSCODE

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Utrecht, november 2015 MNN

GEDRAGSCODE. Utrecht, november 2015 MNN GEDRAGSCODE Utrecht, november 2015 MNN Gedragscode Mentorschap Nederland 2015 Inleiding Het mentorschap is bedoeld om mensen, die niet zelf hun belangen kunnen waarnemen, te steunen en -met respect voor

Nadere informatie

Beroepscode OND. Verpleging en verzorging

Beroepscode OND. Verpleging en verzorging Beroepscode OND Verpleging en verzorging Inleiding Wat is een beroepscode? Een beroepscode bevat ethische en praktische normen en waarden van het beroep. Omdat verpleegkundigen en verzorgenden een belangrijke

Nadere informatie

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen

SWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent

Nadere informatie

IN VEILIGE HANDEN. IVN-afdeling Vecht en Plassengebied

IN VEILIGE HANDEN. IVN-afdeling Vecht en Plassengebied IN VEILIGE HANDEN Beleid ter voorkoming van seksueel misbruik en ander ongewenst gedrag IVN-afdeling Vecht en Plassengebied Inleiding IVN-afdeling Vecht en Plassengebied wil de vrijwilligers en de deelnemers

Nadere informatie

Kijkwijzer werkdruk; je school in beeld

Kijkwijzer werkdruk; je school in beeld Kijkwijzer werkdruk; je school in beeld Blok 1: De werknemer Met deze vragenlijst kan je onderzoeken hoe het staat met de werkdruk op je eigen school. Het is te gebruiken als onderzoekstool, maar ook als

Nadere informatie

PREVENTIEF BELEID GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG ZV DE GELENBERG

PREVENTIEF BELEID GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG ZV DE GELENBERG PREVENTIEF BELEID GRENSOVERSCHRIJDEND GEDRAG ZV DE GELENBERG Vastgesteld door het bestuur d.d. 01 augustus 2018 Preventief beleid grensoverschrijdend gedrag ZV de Gelenberg d.d. 01-08-2018 Definitief Pagina

Nadere informatie

Dit is een verklaring van directie, leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad, ouders en leerlingen van o.b.s. de Piramide, locatie Woolderschool.

Dit is een verklaring van directie, leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad, ouders en leerlingen van o.b.s. de Piramide, locatie Woolderschool. Pestprotocol 1 Dit is een verklaring van directie, leerkrachten, medezeggenschapsraad, ouderraad, ouders en leerlingen van o.b.s. de Piramide, locatie Woolderschool. In deze verklaring is vastgelegd dat

Nadere informatie

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan

Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gastvrij. Het Stappenplan Dit document bevat samenvattende informatie over de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling. De volledige Meldcode huiselijk

Nadere informatie

TAKEN EN PROFIEL. van de mentor

TAKEN EN PROFIEL. van de mentor TAKEN EN PROFIEL van de mentor Mei 2011 MNN / regio Stichting Mentorschap Amsterdam 1 Inleiding In deze notitie zijn de taken en het profiel van de mentor beschreven. Bij het opstellen van deze notitie

Nadere informatie

Gedrag om trots op te zijn

Gedrag om trots op te zijn Gedrag om trots op te zijn Oversluizen Thermal Engineering B.V. geeft aandacht aan de belangen van haar klanten, medewerkers, zakenpartners en onze omgeving. Door dit uitgangspunt altijd voor ogen te houden

Nadere informatie

Iedereen die sport moet dit kunnen doen in een veilige omgeving.

Iedereen die sport moet dit kunnen doen in een veilige omgeving. Iedereen die sport moet dit kunnen doen in een veilige omgeving. Het is van belang dat iedereen die op enigerlei manier betrokken is bij ZV De Vennen zich veilig en vertrouwd voelt. Dit betekent niet alleen

Nadere informatie

TBN - Beroepscode Tarotprofessional

TBN - Beroepscode Tarotprofessional De Tarot Beroepsvereniging Nederland zet zich in voor de belangen van tarotprofessionals in Nederland. De bij de Tarot beroepsvereniging aangesloten leden werken door het hele land. Door opleiding en nascholing

Nadere informatie

Omdat wij veiligheid en respect voor elkaar zo belangrijk vinden

Omdat wij veiligheid en respect voor elkaar zo belangrijk vinden Omdat wij veiligheid en respect voor elkaar zo belangrijk vinden 1. Wij gaan heel zorgvuldig met elkaar om Alle geledingen binnen de school worden geacht respectvol met elkaar om te gaan. Als team hebben

Nadere informatie

Regeling klokkenluiders

Regeling klokkenluiders Regeling klokkenluiders Een klokkenluider is een medewerker die (al dan niet anoniem) misstanden in zijn bedrijf of organisatie naar buiten brengt. Klokkenluiders moeten vermoedens van misstanden naar

Nadere informatie

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Aangepast aan de situatie bij Gastouderbureau MiKado VERSIE augustus 2015 Een woord vooraf Wij bieden u bij deze een herziene versie van de Meldcode huiselijk

Nadere informatie

Gedrag- en integriteitscode. Het Stedelijk Lyceum

Gedrag- en integriteitscode. Het Stedelijk Lyceum Gedrag- en integriteitscode Het Stedelijk Lyceum vastgesteld op 27-01-2016 Voorwoord Een onderwijsinstelling is een maatschappelijke instelling en draagt daarmee een grote verantwoordelijkheid. Het betekent

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling

Meldcode bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling Geleding Besproken Besluitvorming Directeuren en GMR Jan-mrt 2011 April 2011 Directeuren en GMR Evaluatie mei 2012 Directeuren Evaluatie en update MO 5-3-2013 DB 26 maart 2013 Directeuren Evaluatie DB

Nadere informatie

Gedragscode Estherzorg

Gedragscode Estherzorg Gedragscode Estherzorg 1 Inleiding Wij willen graag dat de cliënten aan wie Estherzorg thuiszorg verleent, daarover tevreden zijn. Ook vinden we het belangrijk dat onze medewerkers met plezier hun werk

Nadere informatie

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder)

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder) Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO/gastouder) Relatie ander beleid: Zorgkinderen Route bij signalen van mogelijk geweld- of zedendelict door een collega jegens een

Nadere informatie

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ

Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ Meldcode/Werkwijze bij (vermoedens van) huiselijk geweld, kindermishandeling en ouderenmishandeling bij SZZ Doel Richtlijn voor handelen bij (vermoedens van) huiselijk geweld, ouderenmishandeling of kindermishandeling.

Nadere informatie

Integriteitscode PVOW. (Misstanden/Onregelmatigheden)

Integriteitscode PVOW. (Misstanden/Onregelmatigheden) (Misstanden/Onregelmatigheden) 1. WAAROM EEN VERTROUWENSPERSOON Op 1 juli 2016 is de Wet Huis voor Klokkenluiders in werking getreden. In deze wet is vastgelegd dat de werkgever de werknemer niet mag benadelen

Nadere informatie

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO)

Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO) Meldcode bij vermoeden van kindermishandeling en huiselijk geweld (KDV/BSO) Relatie ander beleid: Zorgkinderen Protocol seksueel misbruik door beroepskracht Route bij grensoverschrijdend gedrag tussen

Nadere informatie

Ingangsdatum: van 5 Status : definitief Revisiedatum: juni 2015 GEDRAGSCODE

Ingangsdatum: van 5 Status : definitief Revisiedatum: juni 2015 GEDRAGSCODE Ingangsdatum: 12-6-2010 1 van 5 GEDRAGSCODE Inleiding De leden van de Nederlandse Vereniging van leraren in de F.M. Alexander Techniek (NeVLAT) zijn de hiernavolgende gedragscode overeengekomen. Deze gedragscode

Nadere informatie

Gedragscode Bureau Financieel Toezicht

Gedragscode Bureau Financieel Toezicht Gedragscode Bureau Financieel Toezicht Welke uitgangspunten geven richting aan ons gedrag? INLEIDING Deze gedragscode beschrijft de waarden die richting geven aan het werken bij het Bureau Financieel Toezicht

Nadere informatie

Pestprotocol. De Triangel

Pestprotocol. De Triangel Pestprotocol De Triangel 1 Inleiding Pesten is een groot probleem, dat op alle scholen voorkomt. Ook op de Triangel krijgen we te maken met pestsituaties. In dit protocol staat beschreven wat wij doen

Nadere informatie

T Skooltje KINDEROPVANG HELMOND T Skooltje KINDEROPVANG MIERLOSEWEG Boerhaavelaan 42 Mierloseweg SL Helmond 5707 AR Helmond

T Skooltje KINDEROPVANG HELMOND T Skooltje KINDEROPVANG MIERLOSEWEG Boerhaavelaan 42 Mierloseweg SL Helmond 5707 AR Helmond Klachtenprocedure Beste ouders/ verzorgers, Dagelijks doen wij ons uiterste best om uw kinderen naar volledige tevredenheid op te vangen. Mocht er onverhoopt toch iets voorvallen waar u geen goed gevoel

Nadere informatie

Pestprotocol obs De Kring

Pestprotocol obs De Kring Pestprotocol obs De Kring Dit pestprotocol heeft uitgangspunt: Alle kinderen moeten zich op OBS De Kring veilig kunnen voelen, Door regels en afspraken over omgang met elkaar duidelijk en voor iedereen

Nadere informatie

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen

Het gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding

Nadere informatie

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering

T: Instructies en procedures opvolgen. 1.2.Bereidt de uitvoering VOORTGANGSRAPPORTAGE Onderwijsassistent BOL leerjaar 2 in 2011-2012 Verdiepingsfase OAS praktijk 2011-2013 volgens het Kwalificatiedossier 2010. naam: klas: Loopbaanbegeleider: 1= startniveau 2=aardig

Nadere informatie

Gedrags- en integriteitscode

Gedrags- en integriteitscode Stichting Inspecteur Boelensschool Schiermonnikoog Gedrags- en integriteitscode 1 1. Vooraf De algemene gedrags- en integriteitscode is een openbaar document. Medewerkers, leerlingen, ouders/verzorgers,

Nadere informatie

PESTPROTOCOL Splitting

PESTPROTOCOL Splitting PESTPROTOCOL Splitting Een pestprotocol vormt de verklaring van de vertegenwoordiging van de school en de ouders waarin is vastgelegd dat we pestgedrag op school niet accepteren en volgens een vooraf bepaalde

Nadere informatie

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS

GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS GEZINSONDERSTEUNEND WERK ONDERZOEK NAAR COMPETENTIES BIJ VRIJWILLIGERS EN PROFESSIONALS Het doel van dit onderzoek is een vergelijking te maken tussen de aanwezige competenties bij professionals en vrijwilligers

Nadere informatie

Protocol meldcode. Huiselijk geweld en kindermishandeling. OBS Prins Claus

Protocol meldcode. Huiselijk geweld en kindermishandeling. OBS Prins Claus Protocol meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling OBS Prins Claus Linschoten januari 2016 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Inleiding... 3 Leerkrachten... 3 Intern begeleider/directrice... 3 Verwijsindex...

Nadere informatie

Integriteit en gedragscode bij Vivare

Integriteit en gedragscode bij Vivare Integriteit en gedragscode bij Vivare Vivare staat midden in de samenleving. We zijn er voor onze klanten, de huurders. En voortdurend zijn we ons bewust van onze maatschappelijke verantwoordelijkheid.

Nadere informatie

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling

Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling Protocol Huiselijk geweld en Kindermishandeling Onderstaand protocol is opgesteld in verband met de wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling die met ingang van 1 juli 2013 van kracht is geworden.

Nadere informatie

Gedragscode DeVries Bewindvoering

Gedragscode DeVries Bewindvoering DeVries Bewindvoering Postbus 1485 1430 BL Aalsmeer M 06 37475869 E info@devriesbewindvoering.nl DeVries Bewindvoering Elke organisatie heeft omgangsregels. Omgangsregels zijn formele of informele afspraken

Nadere informatie

Gedragscode basisschool Beppino Sarto

Gedragscode basisschool Beppino Sarto Gedragscode basisschool Beppino Sarto 2018-2019 Onze school wil een gemeenschap zijn, waar alle deelnemers zich prettig voelen. Dit betekent dat je samen moet zorgen voor een goede sfeer. Deze sfeer wordt

Nadere informatie

Gedragsregels medewerkers zwembad De Gedragscode Zwembranche 1

Gedragsregels medewerkers zwembad De Gedragscode Zwembranche 1 gedragscode voor medewerkers Zwembad van de gemeente Waalwijk respectvol, open en eerlijk samenwerken 12-0013424 Gedragscode voor medewerkers zwembad van de gemeente Waalwijk 1 Gedragsregels medewerkers

Nadere informatie

Integriteitscode ZVH

Integriteitscode ZVH Integriteitscode ZVH Waarom ZVH is een klantgerichte woningcorporatie met een grote maatschappelijke betrokkenheid. Van de medewerkers wordt verwacht dat zij professioneel, klantgericht, transparant handelen

Nadere informatie

1. Voorwaarden voor het aanpakken van pesten.

1. Voorwaarden voor het aanpakken van pesten. Protocol pesten 1 Voorwoord Pesten is een probleem dat in alle geledingen van de maatschappij voorkomt. Pesten komt helaas op iedere school voor, ook bij ons. Het is een probleem dat wij onder ogen zien

Nadere informatie

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid

Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid Toetsingskader 2019, pagina 1 Toetsingskader Wmo-toezicht Gelderland-Zuid De Wmo-toezichthouder ziet, in opdracht van de gemeenten in Gelderland-Zuid, toe op de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning

Nadere informatie

Antipest protocol. Om veiligheid voor elke leerling binnen school mogelijk te maken, zijn regels of onderlinge afspraken noodzakelijk.

Antipest protocol. Om veiligheid voor elke leerling binnen school mogelijk te maken, zijn regels of onderlinge afspraken noodzakelijk. Antipest protocol Inleiding Op onze school vinden we het belangrijk dat leerlingen op zorgvuldige manier met andere leerlingen omgaan, op zorgvuldige manier met materialen omgaan en dat zij zich binnen

Nadere informatie

GEDRAGSCODE WRAN ERKENDE TRAINERS VOOR TRAINERS, JURYLEDEN EN RUITERS

GEDRAGSCODE WRAN ERKENDE TRAINERS VOOR TRAINERS, JURYLEDEN EN RUITERS GEDRAGSCODE WRAN ERKENDE TRAINERS VOOR TRAINERS, JURYLEDEN EN RUITERS INHOUD Inleiding... 1 1. Algemeen... 1 2. Verplichtingen voor de trainer... 1 3. Verantwoordelijkheden voor de trainer... 2 4. Rechten

Nadere informatie

Beleid omtrent gedrag HBV-Vianen Vooruit (uitgeklede versie)

Beleid omtrent gedrag HBV-Vianen Vooruit (uitgeklede versie) Datum: 12 mei 2017 Van: Bestuur HBV en Vianen Vooruit Versie: 1.0 Light Beleid omtrent gedrag HBV-Vianen Vooruit (uitgeklede versie) 1. Inleiding: Een onderdeel van de samenwerking tussen jeugdafdelingen

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk 2010-2013 volgens het kwalificatiedossier Jeugdzorg 2011. 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak

Nadere informatie

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM Inhoud Inleiding...2 Stappenplan bij signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling, toe te passen door de medewerkers van SWOM....4

Nadere informatie