ONTWERP PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN REGIONAAL BEDRIJF UNIC DESIGN TE MEULEBEKE

Transcriptie

1 ONTWERP PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN Dienst Ruimtelijke Planning en Mobiliteit (DRUM) Provinciehuis Boeverbos Koning Leopold III-laan Sint-Andries Tel.: (050) Fax: (050) REGIONAAL BEDRIJF UNIC DESIGN TE MEULEBEKE april 2006 Planregisternummer 2.13_35_1 ARCADIS Gedas nv Kortrijksesteenweg Gent Tel.: (09) Fax: (09) ISO 9001 gecertificeerd voor: Adviesverlening, studie en ontwerp van gebouwen, infrastructuur, milieu en ruimtelijke ordening= _qt=_b=mqosksuoktmv= omo=^kqtbombk= fkd=pomkmsutmrpkto=

2

3 ONTWERP PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN REGIONAAL BEDRIJF UNIC DESIGN TE MEULEBEKE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN april 2006 De Bestendige Deputatie verklaart dat onderhavig Provinciaal RUP voor eenieder ter inzage heeft gelegen De griffier, H. Ost (get.) De Voorzitter, J. de Bethune (get.) van tot namens de Bestendige Deputatie, op bevel, Gezien en definitief aangenomen door de Provincieraad in vergadering van De griffier, H. Ost (get.) De Voorzitter, P. Breyne (get.) op bevel, De griffier, H. Ost (get.) De Voorzitter, J. de Bethune (get.) 2.13_35_1 Ruimtelijk Planner Bart Broeckhove (K09-U ) Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 3 van 19

4

5 ONTWERP PROVINCIAAL RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN REGIONAAL BEDRIJF UNIC DESIGN TE MEULEBEKE VERORDENENDE STEDENBOUWKUNDIGE VOORSCHRIFTEN april 2006 Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 5 van 19

6

7 NK sboloabkbkab=pqbabk_lrthrkafdb=sllop`eofcqbk= Art. 1 zone voor specifiek regionaal bedrijventerrein VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING EN VISIE 1.1. Bestemming De zone is bestemd voor bestaande regionale bedrijvigheid en/of de uitbreiding ervan. Met regionale bedrijvigheid wordt bedoeld: productie, afwerking en verzending van meubelen. Parkeervoorzieningen voor personeel, wegenis i.f.v. interne circulatie, tijdelijke opslag in open lucht, kantoorruimte, toonzaal, alle inrichtingen noodzakelijk voor de veiligheid, hygiëne en het welzijn van het personeel, alle voorzieningen en bovengrondse en ondergrondse constructies i.f.v. buffering en infiltratie van hemelwater zijn toegelaten. Het gaat om een uitbreidingszone voor een bestaande regionale activiteit, m.n. metaalverwerking: productie, afwerking en verzending van meubelen. Geïntegreerd productieproces omvattende de mechanische bewerking, cromeren (epoxy), poedercoating, garnissage, montage, verpakken en verzenden. Gelet op de selectie van Meulebeke als economisch knooppunt en rekening houdend met de ruimtelijk-economische visie opgesteld door de Provincie West-Vlaanderen wordt het terrein exclusief gereserveerd als regionaal bedrijventerrein. Een regionaal bedrijventerrein is bestemd voor de inplanting van economische activiteiten die de schaal van hun omgeving overschrijden. Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 7 van 19

8 1.2. Inrichting Inplanting Behoud van de bestaande inplanting. Bouwen, verbouwen of nieuwbouw binnen de zone is mogelijk. Bouwhoogte De bestaande bouwhoogtes worden behouden, ook bij verbouwingen en nieuwbouw. De bouwhoogte van mogelijke uitbreidingen overschrijden de bestaande bouwhoogtes niet. Technische installaties worden zoveel mogelijk geïntegreerd in het bedrijfsgebouw. Tenzij omwille van specifieke eisen of bedrijfstechnische aspecten noodzakelijk, is een afzonderlijke opstelling mogelijk en vallen ze niet onder de max. opgelegde bouwhoogte. Materiaalgebruik en vormgeving Het materiaalgebruik en de dakvorm zijn vrij voor zover een duurzame en kwalitatieve afwerking van de gevels en de daken van alle bedrijfsgebouwen wordt voorzien en aandacht wordt besteed aan de landschappelijke inpassing in de omgeving. Bij het beoordelen van de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning zal bijzondere aandacht worden besteed aan de manier waarop wordt omgegaan met duurzaam en zuinig ruimtegebruik, het materiaalgebruik en de vormgeving van de bedrijfsgebouwen en de integratie in het landschap. Daarbij moet de aanvrager aantonen op welke manier de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voldoet aan volgende principes: - bundelen, stapelen of schakelen van bouwvolumes, voorzieningen, infrastructuur, constructies, e.d. zodat een zo compact mogelijke inplanting wordt verkregen, - de inplanting en de vormgeving van de bouwvolumes dragen bij tot de ruimtelijke afwerking van de rand van het regionaal bedrijventerrein en vormen een visueel kwalitatieve overgang naar de open ruimte en de omliggende woningen, - de bouwvolumes contrasteren positief met de omgeving door gepast materiaal- en kleurgebruik, ritmering van de gevels, e.d., en geven een meerwaarde aan de uitstraling van het gehele bedrijventerrein, - voor zover de aard van de activiteiten dit toelaat maximaal gebruik maken van kwalitatieve en duurzame oplossingen en ecologisch verantwoorde technieken wat betreft het stapelen (in open lucht), de opslag en het verwerken van bedrijfsafval, het gebruik van waterdoorlatende verhardingen, waterzuivering, energieverbruik, e.d. De niet bebouwde delen mogen worden verhard. Er wordt maximaal gebruik gemaakt van waterdoorlatende verhardingen, tenzij sectorale wetgeving het gebruik van dergelijke materialen uitsluit. Werken, bovengrondse en ondergrondse constructies i.f.v. openbare nutsleidingen en voorzieningen (rioleringen, electriciteitscabines e.d.) zijn steeds toegelaten. De niet bebouwde delen mogen worden verhard. Er wordt maximaal gebruik gemaakt van waterdoorlatende verhardingen, tenzij sectorale wetgeving het gebruik van dergelijke materialen uitsluit. Gezien op bepaalde plaatsen de afstand tot de perceelsgrenzen met de aanpalenden beperkt is, mogen bij heropbouw, verbouwen of nieuwbouw de bedrijfsgebouwen niet dichter bij de perceelsgrenzen worden in geplant. Met bestaande bouwhoogtes wordt bedoeld deze van de bestaande vergunde gebouwen. Bij verbouwingen en nieuwbouw mag de bouwhoogte niet hoger zijn dan de bestaande. Er wordt gestreefd naar een kwalitatieve beeldvorming en architectuur van de bedrijfsgebouwen. Het integreren van technische installaties in de bedrijfsgebouwen kan hiertoe bijdragen. In sommige gevallen is het echter omwille van bouwtechnische redenen, veiligheidsredenen of bepaalde sectorale wetgeving niet mogelijk deze binnen de bedrijfsgebouwen te integreren. In dit geval mogen zij buiten de bedrijfsgebouwen gerealiseerd worden. Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 8 van 19

9 Art. 2 zone voor groenbuffer VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 1.1. Bestemming De zone is bestemd voor de aanleg van een groenzone. Verhardingen en stapelen zijn verboden. Alle voorzieningen en ondergrondse constructies i.f.v. buffering en infiltratie van hemelwater zijn toegelaten Inrichting De zone wordt beplant met streekeigen soorten, waarbij een kwalitatieve inrichting voorop staat. Het aanleggen van taluds, groen- en zichtschermen en keerwanden uit natuurlijke materialen is toegelaten. Het oprichten van afsluitingen is toegelaten. Een beplantingsplan maakt integraal deel uit van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning: - voor het verleggen van het openbaar domein (Oude Gentstraat) wat betreft de groenbuffers t.o.v. perceel 205e, 220b, 217 en de zone voor openbare wegenis, - voor het inrichten van de zone voor private parking, toeritten, laad- en losplaatsen tussen de Gentstraat en de zone voor specifiek regional bedrijventerein, - voor het inrichten van de zone voor bedrijfsafvalcontainers wat betreft de groenbuffer t.o.v. perceel 212c, - voor het oprichten van de bedrijfsgebouwen binnen de zone voor reservegebied wat betreft de groenbuffers met een breedte van 15 m. TOELICHTING EN VISIE De gebruikte soorten, de effectieve invulling van de groenzones en de opvolging en de instandhouding van de beplantingswerken kan verschillen van gemeente tot gemeente. In die zin worden geen verdere bepalingen opgelegd i.v.m. soorten en aantallen. Het beplantingsplan wordt opgemaakt in overleg met de bevoegde gemeentelijke diensten. Werken van algemeen nut mogen niet onmogelijk worden gemaakt door de voorschriften. Eveneens moet het mogelijk blijven om op een oordeelkundige wijze de bijhorende constructies te kunnen inplanten. Er wordt steeds gezocht naar de meest ruimtelijk verantwoorde inplantingsplaats. Bij het beoordelen van het beplantingsplan zal bijzondere aandacht worden besteed aan de kwaliteit van het ontwerp. Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 9 van 19

10 Daarbij moet de aanvrager aantonen op welke manier het beplantingsplan voldoet aan volgende principes: - de inrichting van de groenbuffers draagt bij tot de woonkwaliteit van de omliggende woningen, - de inrichting van de groenbuffers draagt bij tot de landschappelijke integratie van het bedrijventerrein in het algemeen en het bedrijf in het bijzonder door bv. het gepast inspelen op bestaande landschapskenmerken (bomenrijen, struwelen, plassen of poelen, solitaire bomen, e.d. De breedte van de groenbuffers bedraagt minimaal 15 m., tenzij op het verordenend grafisch plan anders wordt weergegeven. In die gevallen kan de breedte van de buffer beperkt worden tot minimaal 5 m. Specifieke inrichtingsprincipes voor de groenbuffer palend aan de zone voor openbare wegenis (Oude Gentstraat): - er mag toegang genomen worden via de groenbuffer tot de zone voor private parking, toeritten, laad- en losplaatsen. Deze toegang situeert zich aan de westzijde, in de onmiddellijke omgeving van de indicatieve aanduiding en wordt zodanig ingericht dat deze enkel toegankelijk is voor personenwagens. Vrachtverkeer is niet toegelaten. - de inrichting van de groenbuffer kan zodanig worden opgevat dat de zone voor private parking, toeritten en laaden losplaatsen op welbepaalde tijdstippen een complementaire functie voor de woonfunctie kan opnemen. Dit betekent dat op deze plaats de dichte buffer kan worden afgewisseld met een lineaire groenaanplant. De aanplantingen worden gerealiseerd ten laatste in het plantseizoen volgend op het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning. Werken, bovengrondse en ondergrondse constructies i.f.v. openbare nutsleidingen en voorzieningen (rioleringen, electriciteitscabines e.d.) zijn steeds toegelaten. Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 10 van 19

11 Art. 3 zone voor bouwvrije strook VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 1.1. Bestemming De zone is bestemd voor de aanleg en de inrichting van een representatieve groenstrook met integratie van toegangen. Het is een bouwvrije zone. Stapelen is verboden. In deze strook wordt de hoofdtoegang voor vrachtverkeer ingericht. Alle voorzieningen en ondergrondse constructies i.f.v. buffering en infiltratie van hemelwater zijn toegelaten Inrichting De zone mag voor 50 % worden verhard. Verhardingen worden zoveel mogelijk uitgevoerd in waterdoorlatende materialen, tenzij sectorale wetgeving het gebruik van dergelijke materialen uitsluit. Het aanbrengen van signalisatie, verlichting, toegangspoorten en afsluitingen op de zonegrens met art. 4 en accommodatie i.f.v. het representatief karakter en noodzakelijk voor de inrichting van deze zone is toegelaten. De toegang voor vrachtverkeer, personeel en bezoekers wordt voorzien binnen deze bouwvrije strook. De zone wordt beplant met streekeigen soorten, waarbij een kwalitatieve inrichting voorop staat. Een beplantingsplan wordt opgemaakt voor de gehele zone en wordt gevoegd bij de eerste stedenbouwkundige aanvraag waarbinnen de aanleg van (een deel van) de zone voor bouwvrije strook begrepen is. De beplanting van de volledige zone dient te gebeuren ten laatste het plantseizoen volgend op de realisatie van de nabestemming binnen de zone voor wonen met nabestemming zone voor private parking, toeritten, laad- en losplaatsen (art. 6) en de zone voor wonen met nabestemming zone voor bouwvrije strook (art. 7). Bij het beoordelen van het beplantingsplan zal bijzondere aandacht worden besteed aan de kwaliteit van het ontwerp. Daarbij moet de aanvrager aantonen dat het beplantingsplan minstens voldoet aan volgende principes: - de inrichting van de bouwvrije strook draagt bij tot het representatieve karakter van het bedrijf zelf en van het gehele bedrijventerrein, De aanplantingen worden gerealiseerd ten laatste in het plantseizoen volgend op het afleveren van de stedenbouwkundige vergunning voor de aanleg van de bouwvrije strook. De aanplantingen worden in stand gehouden en afgestorven beplanting wordt vervangen. Werken, bovengrondse en ondergrondse constructies i.f.v. openbare nutsleidingen en voorzieningen (rioleringen, electriciteitscabines e.d.) zijn steeds toegelaten. TOELICHTING EN VISIE De gebruikte soorten, de effectieve invulling van de groenzones en de opvolging en de instandhouding van de beplantingswerken kan verschillen van gemeente tot gemeente. In die zin worden geen verdere bepalingen opgelegd i.v.m. soorten, aantallen. Het beplantingsplan wordt opgemaakt in overleg met de bevoegde gemeentelijke diensten. Werken van algemeen nut mogen niet onmogelijk worden gemaakt door de voorschriften. Eveneens moet het mogelijk blijven om op een oordeelkundige wijze de bijhorende constructies te kunnen inplanten. Er wordt steeds gezocht naar de meest ruimtelijk verantwoorde inplantingplaats. Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 11 van 19

12

13 Art. 4 zone voor private parking, toeritten, laad- en losplaatsen VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING EN VISIE 1.1. Bestemming De zone is bestemd voor de aanleg van parking voor personeel en bezoekers, interne circulatieruimte en laad- en losplaatsen. Een ruimte voor bedrijfsafvalcontainers situeert zich t.h.v. perceel 212c. Stapelen is verboden tussen de Gentstraat en de zone voor specifiek regionaal bedrijventerrein. Plaatsen van afvalcontainers in de zone t.h.v. perceel 212c is toegelaten. Alle voorzieningen en ondergrondse constructies i.f.v. buffering en infiltratie van hemelwater zijn toegelaten. Integratie van de bestaande woning in de zone als conciërgewoning is toegelaten. Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 13 van 19

14 1.2. Inrichting De zone mag volledig worden verhard. Het aanbrengen van signalisatie, verlichting, toegangspoorten en afsluitingen en accommodatie i.f.v. het representatief karakter en noodzakelijk voor de inrichting van deze zone is toegelaten. De personeelsparking wordt aangelegd in het gedeelte van de zone tussen de zone voor specifiek regionaal bedrijventerrein en de Oude Gentstraat. De parking voor bezoekers wordt aangelegd tussen de Gentstraat en de zone voor specifiek regionaal bedrijventerrein. De parkeerplaatsen in de zone worden zoveel mogelijk uitgevoerd in halfverhardingen of kleinschalige, waterdoorlatende materialen. Er worden de nodige maatregelen genomen om de grenzen van het bedrijfsterrein af te schermen t.o.v. de aanpalende percelen door het plaatsen van bv. zichtschermen of verticale groenschermen. Vrijgekomen gevels op de perceelsgrenzen dienen afgewerkt te worden met duurzame gevelmaterialen. Het plaatsen van zichtschermen of verticale groenschermen en de werken i.f.v. het afwerken van vrijgekomen gevels worden opgenomen in de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor de inrichting van de toegang tot het bedrijf. Werken, bovengrondse en ondergrondse constructies i.f.v. openbare nutsleidingen en voorzieningen (rioleringen, electriciteitscabines e.d.) zijn steeds toegelaten. Inplanting conciërgewoning De huidige inplanting en het profiel op de zijdelingse perceelsgrens blijft behouden. Materiaalgebruik en vormgeving van de conciërgewoning Verbouwen en uitbreiden met max. 20% van het bestaande bouwvolume. Het materiaalgebruik is vrij voor zover een uniforme afwerking van de gevels en de daken wordt voorzien. T.o.v. de perceelsgrenzen t.o.v. de aanpalende eigendommen wordt in overleg met de eigenaars een zichtscherm of verticaal groenscherm opgericht. Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 14 van 19

15 Art. 5 zone voor wegenis VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 1.1. Bestemming Deze zone is bestemd voor openbare wegenis 1.2. Inrichting In deze zone zijn alle constructies en werken toegelaten noodzakelijk voor de inrichting, de veiligheid en het beheer van het openbaar domein. Werken, bovengrondse en ondergrondse constructies i.f.v. openbare nutsleidingen en voorzieningen (rioleringen, electriciteitscabines e.d.) zijn steeds toegelaten. TOELICHTING EN VISIE Deze zone maakt de verplaatsing van de Oude Gentstraat mogelijk i.f.v. de organisatie van een parking voor het personeel en de aanleg van interne circulatieruimte voor vrachtwagens. Langs de Gentstraat wordt de breedte van het openbaar domein afgestemd op de vastgelegde rooilijnbreedte (de rooilijn ligt op 10 m. uit de as van de weg). Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 15 van 19

16

17 Art. 6 zone voor reservegebied voor specifiek regionaal bedrijventerrein VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN 1.1. Bestemming De zone is bestemd voor uitbreiding van bestaande regionale bedrijvigheid. Met regionale bedrijvigheid wordt bedoeld: productie, afwerking en verzending van meubelen. Wegenis i.f.v. interne circulatie, tijdelijke opslag in open lucht, alle inrichtingen noodzakelijk voor de veiligheid, hygiëne en het welzijn van het personeel, alle voorzieningen en bovengrondse en ondergrondse constructies i.f.v. buffering en infiltratie van hemelwater zijn toegelaten Inrichting De huidige gewestplanbestemming (woonuitbreidingsgebied) blijft behouden. Het huidig grondgebruik (landbouw) kan behouden blijven. Er kunnen echter geen vergunningen worden afgeleverd i.f.v. de ontwikkeling van het woonuitbreidingsgebied, noch voor het oprichten van landbouwbedrijfsgebouwen i.f.v. de agrarische bedrijfsvoering. Deze zone kan pas worden aangesneden na de volledige reorganisatie wat betreft de interne mobiliteit (aanleg bedrijfsparking), de reorganisatie van de toerit tot het bedrijfsterrein via de Gentstraat en het bouwen van de representatieve ruimten (toonzaal en bureel). Een inrichtingsstudie moet de ruimtebehoefte voor uitbreiding motiveren a.d.h.v. een overzicht van het bestaande ruimtegebruik waaruit moet blijken dat alle opslagmogelijkheden binnen de zone voor specifiek regionaal bedrijventerrein uitputtend zijn aangewend. De inrichtingsstudie geeft inzicht in de inrichting van deze zone. Deze inrichtingsstudie maakt deel uit van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voor het oprichten van een stapelruimte. TOELICHTING EN VISIE Het gaat om een uitbreidingszone voor een bestaande regionale activiteit, m.n. metaalverwerking: productie, afwerking en verzending van meubelen. Geïntegreerd productieproces omvattende de mechanische bewerking, cromeren (epoxy), poedercoating, garnissage, montage, verpakken en verzenden.. Gelet op de selectie van Meulebeke als economisch knooppunt en rekening houdend met de ruimtelijkeconomische visie opgesteld door de Provincie West- Vlaanderen wordt het terrein exclusief gereserveerd als regionaal bedrijventerrein. Een regionaal bedrijventerrein is bestemd voor de inplanting van economische activiteiten die de schaal van hun omgeving overschrijden. De verantwoordingsnota dient een inzicht te geven in de bedrijfsvoering, er moet worden aangetoond dat de ruimte van het bestaande bedrijfsterrein optimaal benut werd, dat er nood is aan bijkomende oppervlakte, de bedrijfsbehoeften dienen te worden gemotiveerd en er moet een link bestaan met de bestaande activiteit (complementair of ondersteunend). Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 17 van 19

18 Inplanting Inplanting tot op de zonegrens is mogelijk. Maximum 80 % van de zone mag worden bebouwd. Bouwhoogte De max. bouwhoogte bedraagt 18 m. t.o.v. het huidige maaiveld. Technische installaties worden zoveel mogelijk geïntegreerd in het bedrijfsgebouw. Tenzij omwille van specifieke eisen of bedrijfstechnische aspecten noodzakelijk, is een afzonderlijke opstelling mogelijk en vallen ze niet onder de max. opgelegde bouwhoogte. Materiaalgebruik en vormgeving Het materiaalgebruik en de dakvorm zijn vrij voor zover een duurzame en kwalitatieve afwerking van de gevels en de daken van alle bedrijfsgebouwen wordt voorzien en aandacht wordt besteed aan de landschappelijke inpassing in de omgeving. Bij het beoordelen van de aanvragen tot stedenbouwkundige vergunning zal bijzondere aandacht worden besteed aan de manier waarop wordt omgegaan met duurzaam en zuinig ruimtegebruik, het materiaalgebruik en de vormgeving van de bedrijfsgebouwen en de integratie in het landschap. Daarbij moet de aanvrager aantonen op welke manier de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning voldoet aan volgende principes: - bundelen, stapelen of schakelen van bouwvolumes, voorzieningen, infrastructuur, constructies, e.d. zodat een zo compact mogelijke inplanting wordt verkregen, - de inplanting, het materiaalgebruik en de vormgeving van de bouwvolumes dragen bij tot de ruimtelijke afwerking van de rand van het regionaal bedrijventerrein en vormen een visueel kwalitatieve overgang naar de open ruimte en de omliggende woningen, - de bouwvolumes contrasteren positief met de omgeving door gepast materiaal- en kleurgebruik, ritmering van de gevels, e.d., en geven een meerwaarde aan de uitstraling van het gehele bedrijventerrein, - voor zover de aard van de activiteiten dit toelaat maximaal gebruik maken van kwalitatieve en duurzame oplossingen en ecologisch verantwoorde technieken wat betreft het stapelen (in open lucht), de opslag en het verwerken van bedrijfsafval, het gebruik van waterdoorlatende verhardingen, waterzuivering, energieverbruik, e.d. De niet bebouwde delen mogen worden verhard. Er wordt maximaal gebruik gemaakt van waterdoorlatende verhardingen, tenzij sectorale wetgeving het gebruik van dergelijke materialen uitsluit. Bij ontwikkeling van de zone moet erover gewaakt worden dat (de capaciteit van) het bestaande afwateringssysteem steeds blijft behouden en functioneren. Bij de eerste aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning binnen de zone zullen de nodige voorwaarden worden opgelegd. Werken, bovengrondse en ondergrondse constructies i.f.v. openbare nutsleidingen en voorzieningen (rioleringen, electriciteitscabines e.d.) zijn steeds toegelaten. Gelet op het aanwezige reliëf en rekening houdend met de aanwezige helling op het terrein, zullen de bedrijfsgebouwen trapsgewijs ingeplant worden. Er wordt gestreefd naar een kwalitatieve beeldvorming en architectuur van de bedrijfsgebouwen. Hier dienen in het bijzonder de architecturale kwaliteiten van de nieuwe bedrijfsgebouwen aangetoond te worden die ervoor zullen zorgen dat de woonkwaliteit van de omliggende woningen niet in het gedrang komt en de inpassing in de omgeving voor een landschappelijke meerwaarde zorgt. Dit dient te gebeuren d.m.v. een 3Dsimulatie en/of fotoreportage. Het integreren van technische installaties in de bedrijfsgebouwen kan hiertoe bijdragen. In sommige gevallen is het echter omwille van bouwtechnische redenen, veiligheidsredenen of bepaalde sectorale wetgeving niet mogelijk deze binnen de bedrijfsgebouwen te integreren. In dit geval mogen zij buiten de bedrijfsgebouwen gerealiseerd worden. De voorwaarden die kunnen opgelegd worden hebben betrekking op het verleggen en/of inbuizen van grachten, de diameter van de riolering, e.d. Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 18 van 19

19 Art. 7 toegang tot specifiek regionaal bedrijventerrein (symbolisch) VERORDENENDE VOORSCHRIFTEN TOELICHTING EN VISIE Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 19 van 19

20 1.1. Bestemming Om de leefbaarheid van de omliggende woonstraten te garanderen, wordt slechts op weloverwogen plaatsen bedrijfsverkeer toegelaten. Enkel t.h.v. de symbolische aanduiding mag toegang genomen worden tot het bedrijfsterrein. Deze aanduiding is indicatief. De toegang wordt gerealiseerd in de onmiddellijke omgeving van deze indicatieve aanduiding Inrichting 1. toegang langs de Gentstraat: hoofdtoegang tot het bedrijf, enige toegang voor het vrachtverkeer (in- en uitrit), toegang bezoekers en personeel; 2. toegang langs de Gentstraat: enkel toegang (in- en uitrit) voor het ophalen van de afvalcontainers; 3. toegang langs de Oude Gentstraat: enkel toegang personeel (in- en uitrit). De inrichting en de afmetingen van de toegangen staan in verhouding tot de functie en de aard van het gebruik. In de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning worden de inrichting en de afmetingen gemotiveerd en worden tevens de maatregelen opgesomd die de functie van de toegang zoals hierboven omschreven effectief afdwingen of ander gebruik ontmoedigen (signalisatie, e.d.). Stedenbouwkundige voorschriften Pagina 20 van 19