Versus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 23e jrg 2005, no. 6 (pp )
|
|
- Dirk Adriaan de Backer
- 6 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Auteur(s): P.A.J.B.M. Huijing Titel: Kritiek op planimetrische spiermodellen: perpetuum mobile of een quichotte-achtige strijd? Jaargang: 23 Jaartal: 2005 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor (para-) medische, informatieve en educatieve doeleinden en ander nietcommercieel gebruik. Zonder kosten te downloaden van:
2 KRITIEK OP PLANIMETRISCHE SPIERMODELLEN: PERPETUUM MOBILE OF EEN QUICHOTTE- ACHTIGE STRIJD? Prof. DR. Peter A.J.B.M. Huijing Prof. Dr. Peter A.J.B.M. Huijing, Faculteit der Bewegingswetenschappen, Vrije Universiteit, Amsterdam Inleiding a terugkeer van mijn vakantie trof ik in mijn postvak een brief van de heer Faber, gestuurd na- de redactie van dit tijdschrift, waarin mij werd medegedeeld dat een bijgevoegd artikel Nmens over hoekeffecten in pennate spieren van de hand van Faber door dit tijdschrift geaccepteerd was en binnenkort gepubliceerd zou worden. Ik werd uitgenodigd om te reageren. Na beschouwing van het artikel had ik ernstige twijfels of ik dat wel moest doen. Vooral omdat de resterende tijd tot aan de sluitingtermijn zeer kort was (met directe en acute effecten op mijn overige werk), maar ook omdat ik de toon van het artikel niet als zeer aangenaam heb ervaren. Aan de andere kant werd mij, met elegantie, inzage geboden voorafgaande aan publicatie en biedt een reactie ook mogelijkheden voor kennisoverdracht. Deze laatste argumenten hebben voor mij de doorslag gegeven, waardoor u deze reactie nu onder ogen krijgt. Omdat het artikel van Faber (zoals velen) geheel voorbij gaat aan de doelen van modellen, wil ik met dat onderwerp beginnen. Met welk doel maken we fysieke of wiskundige modellen? De werkelijkheid van de werking van spieren is zo ingewikkeld dat deze zeer moeilijk te interpreteren en te begrijpen is. Daarom worden in de wetenschappen experimenten ontworpen waarin experimentele condities zodanig worden gemanipuleerd dat een hypothese over werking van spieren kan worden getoetst. Daarvoor is het wenselijk, maar niet altijd mogelijk, om slechts één parameter tegelijk te variëren. Dat feit alleen al betekent dat de condities in het experiment altijd afwijken van de werkelijkheid van spierfunctie in vivo. Desondanks kunnen dergelijke experimenten in belangrijke mate bijdragen aan de ontwikkeling van kennis ten aanzien van spiereigenschappen en hun gedrag in functie. Omdat in een mensenleven slechts een beperkt aantal experimenten uit te voeren is en omdat sommige experimenten die men graag zou willen uitvoeren zelfs onmogelijk zijn, worden ook mathematische modellen van spieren gemaakt. Veel mensen (ook modelbouwers) denken dat de mathematische modellen vooral gemaakt worden om de werkelijkheid weer te geven of te benaderen. Meestal is dat echter niet het geval, maar worden de modellen gebruikt om na te gaan hoe een bepaald aspect, waarvan men aanneemt dat het ook in vivo mogelijk een belangrijke rol kan spelen, doorwerkt. Het model isoleert door zeer verregaande vereenvoudiging één of enkele aspecten uit die werkelijkheid en staat de onderzoeker toe het mechanisme en effecten te bestuderen. In feite is het model een hulpmiddel in het denkproces. Het is buitengewoon belangrijk om bij het beoordelen van modellen de doelen, die gesteld zijn door de modelmaker, te betrekken. Echter, veelal wordt de complexiteit van de modellen niet alleen door de gestelde doelen bepaald, maar ook door de wiskundige vaardigheden van de modellenbouwer (of beter gezegd, vaak de beperkingen daarvan). De beperkingen worden vaak neergelegd in assumpties waaronder het model moet werken. De planimetrisch modellen (e.g. Zuurbier and Huijing 1992) vanuit mijn laboratorium die in het voorgaande artikel van Faber worden bekritiseerd, evenals betrekkelijk eenvoudige 3D-modellen (Woittiez et al. 1984), zijn ongeveer vijfentwintig jaar geleden aanvankelijk gebruikt bij het opstarten van een onderzoekslijn, aan wat nu de Faculteit Bewegingswetenschappen van de Vrije
3 Universiteit is. Bij de stichting van het laboratorium, dat zich in die tijd ontwikkeld heeft tot het huidige Myologisch laboratorium, heeft het model destijds een zeer nuttige rol vervuld bij het ontwikkelen van onderzoeksvragen en het ontwerpen van experimenten, die vooral gericht waren op de relatie van vorm en functie van de geïsoleerde spier. Deze lijn van onderzoek is zeer succesvol gebleken, mede doordat in die tijd de ontwikkelingen op experimenteel en modelgebied niet hebben stil gestaan. Maar daar later iets meer over. Het model heeft nog een andere toepassing gekregen, namelijk een didactische toepassing. Het is, afgaand op de zeer beperkte literatuurverwijzingen die Faber geeft, af te leiden dat hij juist daarop reageert. In het boek Kinesiologie van de Mens (auteurs profs. Rozendal en Huijing) wordt in het hoofdstuk Myologie een dubbele aanpak gebruikt om kennis over te dragen, o.a. over het lengtebereik van actieve spierkrachtuitoefening. Ook die aanpak heeft een didactische aard. Een intuïtieve, vaak kwalitatieve, aanpak is bedoeld om studenten met de meest beperkte mathematische kennis te accommoderen, maar die wordt gecombineerd met een kwantitatieve benadering neergelegd in modellen, die ook begrepen kunnen worden door mensen met een iets minder beperkte mathematische kennis (vroeg middelbare schoolniveau). Er zijn ook spiermodellen met veel meer geavanceerde toepassingen van wiskunde, maar er zullen slechts weinig gebruikers van het leerboek zijn, en het geldt in zekere mate ook voor de auteurs, die zodanig wiskundige vaardigheden hebben dat zij met gemak de wiskundige procedures van zo'n meer geavanceerd model zullen weten te hanteren. De aard van de planimetrische modellen Het planimetrisch model is uitsluitend een geometrisch model. Dat wil zeggen de gelineariseerde versie van de spiergeometrie wordt uitgerekend voor verschillende spierlengten, onder de aanname van een constant oppervlak van het verkregen parallellogram. Die aanname is bedoeld om de constantheid van volume enigszins te representeren (maar slaagt daar echter niet geheel in! Dat zou potentieel goede kritiek op het model geweest zijn). Doordat ook over geleverde kracht wordt gesproken wekt het model de indruk dat het ook een mechanisch model is. Maar dat is maar in zeer beperkte mate het geval. Er wordt geen mechanische interactie tussen de spiervezels toegelaten binnen de spier. In feite wordt de totaal door de vezels geleverde kracht uitgerekend op basis van de meestal als uniform beschouwde vezellengte. Die vezelkracht wordt onder een hoek overgedragen aan de aponeurose. Bij die beschouwing komt wel enige mechanica te pas: de aponeurose wordt volgens de in de mechanica gangbare methode als vrijgemaakt lichaam beschouwd, zodat alle er op werkende krachten kunnen worden geanalyseerd. De nettokracht van binnen de spier op de aponeurose zorgt voor een moment t.o.v. een rotatie-as (gelijk aan kracht x momentsarm). Die as wordt bij de overgang van aponeurose naar pees verondersteld omdat ook wordt aangenomen dat de aponeurose loodrecht op zijn lengterichting zeer stijf is. Tengevolge van dat moment zal de hoek die de aponeurose met de pees maakt toenemen. En daardoor ook de hoek tussen de vezels en de aponeurose, waardoor ruimte ontstaat voor de door de contractie dikker geworden vezels. De projectie van de aponeurose en van iedere spiervezel op de werklijn van de spier is korter geworden en daarmee de lengte van de spierbuik. Dit is een geometrisch gegeven dat zelfs zou gelden als de spiervezels even lang zouden zijn gebleven (wat in een echte spier natuurlijk niet voorkomt omdat de verkorting van de vezels bij een constant volume de oorzaak is van kracht die voor de rotatie van de aponeurose zorgt). Deze redenering laat zien dat een deel van de spierverkorting veroorzaakt wordt door de rotatie van de aponeurose en spiervezels. In een echte pennate spier blijven niet alle vezels recht lopen (als ze dat ooit al deden) Dit is een bekend gegeven in de spierfysiologie- en modelwereld. Al in de achttiende eeuw (1728) werden er door, de in Groningen geboren Zwitserse medicus-wiskundige, Daniel Bernoulli modellen gemaakt van de bollingen die een spier kan ondergaan (figuur 1).
4 Ook in experimenten die o.a. in verband met toetsing van modellen werden uitgevoerd kwam dit helder naar voren (figuur 2). Figuur 1. Modellen van bolling van een spier gemaakt door Daniel Bernoulli (1728). Dit model laat at o.a. zien dat het krom lopen van de spiervezels aan de periferie van de spier sterk is, maar dat de afwijking van een rechte lijn naar het centrun toe afneemt tot nul. Dit betekent dat voor het grootste deel van de spiervezels de afwijking van de lengte van de kromme ten opzichte van de koorde (gebruikt in gelineariseerde modellen) beperkt is. Hetzelfde geldt voor verschillen in hoek van aanhechting met de peesplaat. Figuur 2. Fotomontage van de mediale kop van de m.gastrocnemius die geheel is vrij-geprepareerd (afgezien van inner nerva vatie en doorbloeding). In het bovenste paneel is de spier op grote lengte en het onderste paneel op zeer korte lengte. Bij beide lengten is de spier maximaal actief. Links is de origo van de spier (op de kruising tussen de zwarte draden), geheel rechts de achilles pees, links daarvan de meest distale vezel. De kromming van de meest distale spiervezel is evident, maar op korte lengte is het effect op de vezellengte relatief groter. Naar het midden van de spierbuik toe zal die kromming echter sterk afnemen en de hoek met aponeurose toenemen. Opgemerkt dient te worden dat de zelfs de geïsoleerde spier veel ingewikkelder is dan de gemaakte modellen. Met name op korte lengte is dit ingrijpend het geval. Waarom is dit gegeven niet in het planimetrisch model verwerkt? Het antwoord is simpel: (1) omdat het model er mathematisch onnodig ingewikkeld van zou worden en (2) omdat een geometrisch model geen mechanisme kent om adequaat met de bollingen en haar
5 effecten om te gaan. Deze kromming en bollingseffecten van spiervezels binnen een spier impliceren namelijk mechanische interactie tussen de spiervezels binnen de spier. Ook de in het bijgaande stuk beschreven aanpassing van het geometrische planimetrische model van Faber wordt hierin niet voorzien. Om die mechanismen wel mede in beschouwing te kunnen nemen zijn binnen mijn onderzoeksgroep aan de Universiteit Twente modellen ontworpen die gebruik maken van de eindig element-methode. In zo'n model wordt een mechanisch evenwicht berekend binnen een beperkt aantal spierelementen waaruit de vezels van een spier zijn opgebouwd.aanvankelijk was het een 2D model (figuur 3, bovenste paneel: van der Linden 1998), maar in de afgelopen jaren is dit omgebouwd tot een 3D model (figuur 3, onderste paneel: Yucesoy et al. 2002), om beter te kunnen omgaan met de voor de functie zeer bepalende constantheid van volume. Het middelste paneel van figuur 3 (Huijing 1998) laat aan de hand van een eindig element model zien dat zelfs bij een isometrische contractie op optimum lengte dergelijke krommingen met bijbehorende distributie van spiervezellengte ontstaan. Figuur 3. Voorbeelden van de geometrie van eindige element modellen. Bovenste paneel: De aanvangsgeometrie van 2D model in de passieve staat. Middelste paneel: De geometrie van het 2D model na contractie op spieroptimumlengte. Let op de door de bolling ling en kromming van spiervezelbundels grote afwijking van rechte lijnen aan de proximale en distal uiteinden van de spier, maar de geringe afwijking van rechte lijnenvoor ee groot deel van de bundels in het midden van de spier. Onderste paneel: De aanvangsgeometrie van het 3D model in de passieve staat. De met witte kruisjes aangege geven locaties kunnen eventueel gebruikt worden om inter- of extramusculaire verbindingen te modelleren. Deze modellen worden gebruikt om onder mechanisch evenwicht van krachten, locale verplaatsingen en krachten binnen de spier uit te rekenen. Die berekeningen tonen aan dat de spier geenszins als homogeen is op te vatten. Het is zeer verbazend dat Faber zich niet geroepen voelde om ook dit, in verschillende artikelen na strenge beoordeling door referenten, gepubliceerde werk met relevantie voor de probleemstelling, in de overwegingen te betrekken. Dit tijdschrift streeft na een op wetenschappelijk onderzoek gebaseerde theoretische ondersteuning voor het praktisch handelen van de fysiotherapie te ontwikkelen. Dat is een loffelijk streven, waaraan ik gaarne zou willen bijdragen, want uitsluitend op die wijze zullen we een kans maken om therapeutische ingrepen een empirische en theoretische onderbouwing te geven. Een dergelijke onderbouwing kan helpen om
6 van de kunst van de therapeutische ingreep, mogelijk, een kunde te maken. Als dat lukt is ook voortgaande vernieuwing als rationeel mechanisme ingebouwd in beschouwingen van de therapie. Het wordt echter in de wetenschap niet als fatsoenlijk beschouwd dat een focus wordt gelegd op een zeer klein deel van werk van een groep, zonder ander relevant werk van dezelfde of andere onderzoeksgroepen in de discussie te betrekken. In die zin voldoet in mijn ogen Faber's werk niet aan de criteria van het tijdschrift, waarvan hijzelf mede-redacteur is. Houden de planimetrische modellen een perpetuum mobile in? Het antwoord daarop is helder en ontkennend. Met name het model dat dynamische verkorting beschrijft en dus de levering van externe arbeid toestaat, is er juist op gebaseerd dat de arbeid die door de lineair blijvende vezels wordt geleverd ook gelijk is aan de arbeid die door de spier wordt geleverd. Het bezwaar dat je eventueel tegen zo'n model zou kunnen hebben is dat het te simpel is, omdat het niet toestaat dat er mechanische interactie tussen de spiervezels is. Maar dat wisten we al... Kan een drukkracht uitgeoefend binnen de spier leiden tot externe arbeid? Faber veronderstelt dat de arbeid door de spiervezels verricht op de aponeurose binnen de spier moet blijven. Hij onderbouwt die veronderstelling op geen enkele wijze... Het enige wat hij wel doet is aangeven dat het waarschijnlijk is dat de druk gerelateerde kracht ook nog andere (bewust niet in het model opgenomen) effecten van bolling of kromming kan hebben. Ik heb hierboven al aangegeven dat dit zeker niet een nieuw inzicht is. Hetzelfde voorbeeld van de bij verkorting opbollende spier, geplaatst in een context van naburig weefsel, kan al laten zien dat tengevolge van de effecten van de hydrostatische druk er inderdaad externe arbeid geleverd kan worden. De gekromde buitenste spiervezels zullen tegen naburig weefsel duwen (d.w.z. er een kracht op uitoefenen) en verplaatsing van (de massa van) dat weefsel veroorzaken. Er wordt dus door de spier externe arbeid (in meest eenvoudige vorm gesteld: arbeid = kracht x weg) verricht op het naburige weefsel. Zo zal de rotatie die veroorzaakt wordt door de kracht die, tengevolge van de interne druk, op de aponeurose wordt uitgeoefend, leiden tot een zekere mate van extra verkorting van de spierbuik (anders dan de spierbuikverkorting veroorzaakt door de verkorting van de spiervezels zelf). Dit betekent dat de spierbuik een verplaatsing zal veroorzaken in naburig weefsel (i.c. de pees of eventuele andere extra- of intermusculaire myofasciale verbindingen). In een geïsoleerde spier wordt dus arbeid verricht door de spierbuik op de pees en zijn aanhechting, d.w.z. externe arbeid. Wat zijn de overige aanwijzingen voor het bestaan van de gewraakte hoekeffecten? (1) Er zijn experimenten uitgevoerd op zeer pennate en op slechts weinig pennate spieren (e.g. respectievelijk rat m. gastronemius medialis en m semimembranosus) waarbij de isometrische contractie van de maximaal vrijgeprepareerde (behalve zenuw en bloedvoorziening) is bestudeerd. Tijdens die contracties wordt de isometrisch contraherende (zie bijvoorbeeld figuur 2) of de zich verkortende spier gefotografeerd (e.g. Huijing and Woittiez 1985; Willems and Huijing 1994) of vastgelegd door high-speed filmopnamen (Zuurbier and Huijing 1992). Aan de zo verkregen beelden zijn metingen gedaan van verandering van gelineariseerde lengte van geselecteerde spiervezelbundels en die zijn vergeleken met de verandering van de spierbuiklengte. Voor de zeer pennate spier is er een groot verschil tussen die twee met name op korte lengte. Die verschillen kunnen niet verklaard worden door het verschil tussen de lengte van een gekromde vezel noch door elastische verkorting van de aponeurose. (2) In weinig pennate spieren bestaan zulke verschillen tussen verandering van vezel- en spierlengte nauwelijks (zie o.a. resultaten van Willems and Huijing 1994). (3) De eindige element modellen van zeer pennate spieren (Yucesoy et al. 2002) staan toe dat de spiervezelbundels wel kunnen opzwellen en krom lopen onder mechanische interactie tussen spiervezels. Bovendien beschouwen deze modellen deze fenomenen onder condities van
7 mechanisch evenwicht, waarbij alle krachten (ook krachten dwars op de richting van de vezels en afschuifkrachten in allerlei richtingen) worden betrokken. Resultaten van zulke modellen laten kwalitatief vergelijkbare effecten zien t.a.v. verschillen tussen vezel- en spierlengte-verandering als te zien zijn in de boven aangegeven experimenten en in de planimetrische modellen.. Bijgevolg blijft mijn conclusie dat er voldoende aanwijzingen zijn om van de beschreven hoekeffecten uit te gaan. Bovendien is het goed wetenschappelijk gebruik, dat als een theorie mocht worden verworpen, er tenminste pogingen worden gedaan om de experimentele verschijnselen (i.c. het verschil tussen spier- en vezellengte verandering) van een nieuwe verklaring te voorzien. Noch Faber, noch de auteurs van het door hem geciteerde artikel (van Leeuwen en Spoor 1992) hebben zich geroepen gevoeld om dat te doen. Voor een didactisch model lijkt mij toevoeging van allerlei details, die afleiden van de hoofdboodschap niet aan te bevelen. Hoewel ik een verwoed liefhebber ben van fundamentele vragen, is het mijn conclusie (zeker in retrospect) dat als de wetenschappelijke benadering van, evenals relevantie voor, de fysiotherapie in het centrum van de belangstelling staat voor dit tijdschrift en er discussie over mijn werk gevoerd zou moeten worden, de tijd en ruimte beter besteed kan worden aan een discussie over mijn meer recente werk over myofasciale krachttransmissie (d.w.z. krachttransmissie via andere structuren dan de pezen). Uit de tijd dat Faber student was bij mij, weet ik echter dat hij daar ook al niet gelukkig over was. Ik betwijfel echter of ik zo'n discussie met de heer Faber zal willen voeren. Dankbetuiging De auteur dankt Prof. Dr. Patricia Radelet van de Université catholique de Louvain voor haar hulp bij het vinden van de juiste informatie t.a.v. de Bernoulli referentie. LITERATUUR 1. Bernoulli, D. (1728). Tentamen novae de motu musculorum theoriae. Commentarii Academiae Scientarum Imperialis Petropolitanae 1 (1726/28) : Huijing, P. A. (1998). Muscle the motor of movement: Properties in function, experiment and modelling. Journal of Electromyography y and Kinesiology 8: Huijing, P. A. en R. D. Woittiez (1985). Length range, morphology and mechanical behaviour of rat gastrocnemius during isometric contraction at the level of the muscle and the muscle tendon complex. Netherlands Journal of Zoology ology 35: Leeuwen, J. L. V. en C. W. Spoor (1992). Modelling mechanically stable muscle architectures. Philosophical Transactions of the Royal Society of London - Series B: Biological Sciences 336: Linden, B. J. J. J. v. der. (1998). 98). Mechanical modeling of skeletal muscle functioning. Proefschrift. Dept. Biomedical Mechanical Engineering, Faculty of Mechanical Engineering. Enschede, Universiteit Twente.. 6. Willems, M. E. T. en P. A. Huijing (1994). Heterogeneity of mean sarcomere re length in different fibres: Effects on length range of active force exertion in rat muscle. European Journal of Applied Physiology 68: Willems, M. E. T. en P. A. Huijing (1994). Mechanical and geometrical properties of rat semimembranosus during isometric contractions. Journal of Biomechanics 27:
8 8. Woittiez, R. D., P. A. Huijing, H. B. K. Boom en R. H. Rozendal (1984). A three dimensional muscle model - A quantified relation between form and function of skeletal muscles. Journal of Morphology 182: Yucesoy, C. A., H. F. J. M. Koopman, P. A. Huijing and H. J. Grootenboer (2002). Three-dimensional finite element modeling of skeletal muscle using a two-domain approach: Linked fiber-matrix mesh model. Journal of Biomechanics 35: Zuurbier, C. J. en P. A. Huijing (1992). Influence of muscle geometry on shortening speed of fibre, aponeurosis and muscle. Journal of Biomechanics 25:
Nederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting 165 Neuromusculaire gevolgen van epimusculaire myofasciale krachttransmissie Ter vergroting van het begrip over de neurale aansturing van lichaamsbewegingen is gedetailleerde kennis
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Lange, korte en optimale spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 255-271
Auteur(s): H. Faber Titel: Lange, korte en optimale spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 255-271 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieDutch summary (Nederlandse samenvatting)
Dutch summary (Nederlandse samenvatting) 127 Mechanische relevantie van verbindingen tussen skeletspieren Om je door de wereld te kunnen verplaatsen moeten de botten in je lichaam in beweging gebracht
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire
Auteur(s): H. Faber, D. Kistemaker, A. Hof Titel: Reactie op: Overeenkomsten en verschillen in de functies van mono- en biarticulaire spieren Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: Reactie op: Het klappende van de schaats Jaargang: 16 Jaartal: 1998 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 147-155 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieFout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico
Fout van CPB bij berekening remgeldeffect eigen risico Wynand van de Ven en Erik Schut Wederreactie op Douven en Mannaerts In ons artikel in TPEdigitaal (Van de Ven en Schut 2010) hebben wij uiteengezet
Nadere informatieAnalyse van 3-D Echografie van de Geometrie van de Kuitspier van Kinderen: Groei, Spasticiteit, Mechanismes en Behandeling
Analyse van 3-D Echografie van de Geometrie van de Kuitspier van Kinderen: Groei, Spasticiteit, Mechanismes en Behandeling Kinderen met spastische cerebrale parese (SCP) zijn vaak beperkt in hun loopvaardigheid
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 15e jrg 1997, no. 3 (pp )
Auteur(s): F. van de Beld Titel: De validiteit van de m. rectus femoris lengtetest Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 146-157 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 22 e jrg 2004, no. 2 (pp )
Auteur(s): F. van de Beld Titel: De excentrische crank Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 79-89 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieAuteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): W. Ignatio, M. Zonneveld Titel: De zwaartekrachtgoniometer Jaargang: 4 Jaartal: 1986 Nummer: 6 orspronkelijke paginanummers: 269-277 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,17e jrg 1999, no.6 (pp )
Auteur(s): F.B. van de Beld Titel: Het meten van de bekkenrotatie tijdens het gaan op een tapis roulant Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 291-297 Deze online uitgave mag,
Nadere informatieAuteur(s): Paul van der Meer Titel: Dwars gestreept spierweefsel Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): Paul van der Meer Titel: Dwars gestreept spierweefsel Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 88-108 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij
Nadere informatieAuteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76
Auteur(s): Harry Oonk Titel: In de afdaling Jaargang: 10 Jaartal: 1992 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 67-76 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184
Auteur(s): H. Faber Titel: Afzetten en hielspoor Jaargang: 17 Jaartal: 1999 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 175-184 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieAuteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): K. Bunnig, A. Hendriks Titel: Springen en spierrekken Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 238-256 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 11e jrg 1993, no. 5 (pp )
Auteur(s): G. van der Poel Titel: De kracht-snelheidsrelatie van een spier Jaargang: 11 Jaartal: 1993 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 258-265 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Spiervezels voor het echte werk Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22
Auteur(s): H. Faber Titel: Spiervezels voor het echte werk Jaargang: 26 Jaartal: 2008 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 6-22 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatie_met_antwoorden.pdf. Tentamen met antwoorden. Vrije Universiteit Bewegingswetenschappen Spierfysiologie
2012-2013_met_antwoorden.pdf Tentamen 2012-2013 met antwoorden Vrije Universiteit Bewegingswetenschappen Spierfysiologie Tentamen spierfysiologie 2012/2013 Kies het juiste alternatief: 1. A. binnen 1 motor
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/32149 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32149 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Renema, Jelmer Jan Title: The physics of nanowire superconducting single-photon
Nadere informatieHet modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel
Het modelleren van een onvolkomen put met een meerlagenmodel Mark Bakker i Een onvolkomen put kan gemodelleerd worden met een meerlagenmodel door het watervoerend pakket op te delen in drie lagen gescheiden
Nadere informatieDutch summary. Nederlandse samenvatting. Een bijdrage aan de grijp-puzzel
Dutch summary Nederlandse samenvatting Een bijdrage aan de grijp-puzzel Mensen kunnen op allerlei manieren van elkaar verschillen. Sommige mensen hebben kleine handen, andere juist grote, sommige mensen
Nadere informatie9. Nederlandse Samenvatting
9. Nederlandse Samenvatting Cellen in ons lichaam zitten niet alleen. Iedere cel is omgeven door andere cellen en een fiber netwerk genaamd de extracellulaire matrix (ECM). Dit netwerk geeft structuur
Nadere informatieHardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde
Hardell: mobiel bellen en hersentumoren aan de belzijde Kennisbericht over een publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift: Hardell L, Carlberg M, Söderqvist F, Hansson Mild K, Meta-analysis of long-term
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 21 e jrg 2003, no.6 (pp. 313-321)
Auteur(s): F. Roelants, P. van Kempen Titel: Rugspieractiviteit tijdens het schaatsen Jaargang: 21 Jaartal: 2003 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 313-321 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 14e jrg 1996, no. 6 (pp )
Auteur(s): G. J. van Ingen Schenau Titel: Reaktie op: Efficiënte besturing van vrijheidsgraden. Bewegen is meer dan efficiënt. Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 327-334
Nadere informatieSamenvatting. Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld
Samenvatting Mensen creëren hun eigen, soms illusionaire, visie over henzelf en de wereld om hen heen. Zo hebben vele mensen een natuurlijke neiging om zichzelf als bijzonder positief te beschouwen (bijv,
Nadere informatieInhoud. Wanneer is wetenschap ontstaan?
De wetenschappelijke wereld College Onderzoeksmethoden 21 september 2006 Wolter Pieters waar m oet je zelf op letten? waar moet je zelf op letten? Wat is wetenschap? Wanneer is wetenschap ontstaan? De
Nadere informatieVersus, Tijdschrift voor Fysiotherapie, 7e jrg 1989, no. 4 (pp )
Auteur(s): C. Riezebos, F. Krijgsman, A. Lagerberg Titel: De effektiviteit van borst- en buikademhaling Jaargang: 7 Jaartal: 1989 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 202-215 Deze online uitgave mag,
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: De countermovement Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: De countermovement Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 163-174 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 13e jrg 1995, no. 1 (pp )
Auteur(s): Herre Faber Titel: Over de functie van het parallelle bindweefsel Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-327 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieSTUDIEWIJZER ARBEID, ENERGIE EN INVLOEDSLIJNEN. ir J.W. Welleman
STUDIEWIJZER ARBEID, ENERGIE EN INVLOEDSLIJNEN ir J.W. Welleman Mei, 2007 I N H O U D S O P G A V E 1 INLEIDING... 1 1.1... 1 1.2 Leerdoelen...1 1.3 Opzet van deze studiewijzer... 1 1.4 Leermiddelen...
Nadere informatieHaags Tijdschrift voor Fysiotherapie,1e jrg 1983, no. 2 (pp )
Auteur(s): K. Vente Titel: De keuze van de pulsduur bij langdurig toegepaste elektrostimulatie. Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 47-53 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen
Nadere informatieXXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË PRACTICUM-TOETS
XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË PRACTICUM-TOETS 20 juli 1999 13.1 practicum toets ---63 De Torsieslinger In dit experiment bestuderen we een relatief complex mechanisch systeem een
Nadere informatie94 Samenvatting te vervormen, wordt de huid bijzonder stijf bij grotere vervormingen. Uit onderzoek is gebleken dat deze eigenschap deels toe te schri
Samenvatting De biofysica kan worden beschouwd als het grensgebied tussen de natuurkunde en de biologie. In dit vakgebied worden natuurkundige methoden gebruikt om biologische systemen te analyseren en
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 18e jrg 2000, no. 4 (pp )
Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Evenwicht in het gewricht in de close-packed position Jaargang: 18 Jaartal: 2000 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 198-207 Deze online uitgave mag, onder duidelijke
Nadere informatieSummary in Dutch 179
Samenvatting Een belangrijke reden voor het uitvoeren van marktonderzoek is het proberen te achterhalen wat de wensen en ideeën van consumenten zijn met betrekking tot een produkt. De conjuncte analyse
Nadere informatieR A P P O R T VAN B E V I N D I N G E N
R A P P O R T VAN B E V I N D I N G E N Zaak: CWI 2 0 1 3 [1] Onderzoeksopdracht ingediend door: het College van Bestuur van de Universiteit Leiden inzake [betrokkene] De Commissie Wetenschappelijke Integriteit
Nadere informatieRuimte, Ether, Lichtsnelheid en de Speciale Relativiteitstheorie. Een korte inleiding:
1 Ruimte, Ether, Lichtsnelheid en de Speciale Relativiteitstheorie. 23-09-2015 -------------------------------------------- ( j.eitjes@upcmail.nl) Een korte inleiding: Is Ruimte zoiets als Leegte, een
Nadere informatieDe lichtsnelheid kromt de ruimte. Mogelijke verklaring voor de grens van het heelal
1 De lichtsnelheid kromt de ruimte Mogelijke verklaring voor de grens van het heelal Inleiding 2 De lichtsnelheid, zo snel als 300.000.000 meter per seconde, heeft wellicht grote gevolgen voor de omvang
Nadere informatieWERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016
HANDLEIDING VOOR HET SCHRIJVEN VAN EEN WERKSTUK Taalexpert PRIMO 2015-2016 VIA VINCI ACADEMY 2015-1 - In het portfolio worden per module* werkstukken opgeslagen, welke door de docent positief zijn beoordeeld.
Nadere informatieDe invloed van (bindweefsel en) littekenweefsel op de mechanische werking van skeletspieren. Huub Maas. Boodschap
De invloed van (bindweefsel en) littekenweefsel op de mechanische werking van skeletspieren Huub Maas Boodschap Littekenweefsel gevormd na beschadiging van spier of peesweefsel verandert de mechanische
Nadere informatieFACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie Lineaire Algebra, tentamen Uitwerkingen vrijdag 4 januari 0, 9 uur Gebruik van een formuleblad of rekenmachine is niet toegestaan. De
Nadere informatieAuteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Oonk Titel: Belast en onbelast Jaargang: 1 Jaartal: 1983 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 134-149 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor Fysiotherapie,
Nadere informatiePhydrostatisch = gh (6)
Proefopstellingen: Bernoulli-opstelling De Bernoulli-vergelijking (2) kan goed worden bestudeerd met een opstelling zoals in figuur 4. In de figuur staat de luchtdruk aangegeven met P0. Uiterst links staat
Nadere informatieHET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE. 1. Inleiding
HET COBB-DOUGLAS MODEL ALS MODEL VOOR DE NUTSFUNCTIE IN DE ARBEIDSTHEORIE IGNACE VAN DE WOESTYNE. Inleiding In zowel de theorie van het consumentengedrag als in de arbeidstheorie, beiden gesitueerd in
Nadere informatieSamenvatting. Figuur 2
Cellen, de bouwstenen van ons lichaam, zijn verassend goed georganiseerde systemen. Verrassend, aangezien cellen erg klein zijn. Een typische cel in ons lichaam is tientallen micrometer in doorsnede, duizend
Nadere informatieLEI Plagiaat ongegrond
CASUS WETENSCHAPPELIJKE INTEGRITEIT 2016 LEI Plagiaat ongegrond Universiteit Leiden 1. Onderwerp van de klacht Plagiaat 2. Advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit 25 mei 2016 De Commissie
Nadere informatieSpierdoorbloeding bij patiënten met RSI: Een oorzaak voor RSI?
Spierdoorbloeding bij patiënten met RSI: Een oorzaak voor RSI? Drs. J.J. Brunnekreef Fysiotherapeut/bewegingswetenschapper Docent Fysiotherapie Hogeschool van Arnhem en Nijmegen Onderzoeker afd. Orthopedie
Nadere informatieAuteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 9 Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): D. Kistemaker Titel: Kinesiologica 9 Jaargang: 22 Jaartal: 2004 Nummer: 5 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieMuscle load sharing. Samenvatting
Samenvatting Krachtsverdeling tussen spieren, een energetische benadering. In het onderzoek naar het menselijk bewegen wordt vaak gebruik gemaakt van biomechanische spierskeletmodellen. Als de houding/
Nadere informatieFiguur 1: schematische weergave van een cel
Inleiding De titel van het proefschrift is Preventing the transmission of mitochondrial diseases. Dat wil zeggen: het tegengaan dat mitochondriële ziekten worden doorgegeven aan het nageslacht. Mitochondriën
Nadere informatieSAMENVATTING EN CONCLUSIES SAMENVATTING EN CONCLUSIES
SAMENVATTING EN CONCLUSIES SAMENVATTING EN CONCLUSIES 137 Binnen één spier kunnen de contractiele elementen, de spiervezels, uiteenlopende biochemische en fysiologische eigenschappen hebben. Verschillende
Nadere informatieAuteur(s): Herre Faber Titel: Zadelhoogte en vermoeidheid Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): Herre Faber Titel: Zadelhoogte en vermoeidheid Jaargang: 15 Jaartal: 1997 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 99-110 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt
Nadere informatieHoe hangt een Slinky?
Hoe hangt een Slinky? In natuurkundeonderwijs is de bestudering van mechanicaproblemen meestal beperkt tot starre lichamen De beweging van niet-starre lichamen wordt als te ingewikkeld voor vwo-leerlingen
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 19e jrg 2001, no. 4 (pp )
Auteur(s): P. van der Meer, H. van Holstein Titel: Meten van de heupadductie Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 206-216 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieFiguur 1. Schematisch overzicht van de structuur van het twee-stadia recourse model.
Samenvatting In dit proefschrift worden planningsproblemen op het gebied van routering en roostering bestudeerd met behulp van wiskundige modellen en (numerieke) optimalisatie. Kenmerkend voor de bestudeerde
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE, vakgroep Transportfysica FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE, vakgroep Fundamentele Wertui
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE, vakgroep Transportfysica FACULTEIT WERKTUIGBOUWKUNDE, vakgroep Fundamentele Wertuigkunde Tentamen Cardiovasculaire (Humane) Stromingsleer
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: Overbelasting van pezen Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): H. Faber Titel: Overbelasting van pezen Jaargang: 12 Jaartal: 1994 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 207-218 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden
Nadere informatieSamenvatting. Adviesaanvraag
Samenvatting Adviesaanvraag De afgelopen decennia is de omvang en het maatschappelijk belang van toezicht op de gezondheidszorg gegroeid. De introductie van marktwerking, de privatisering en de toenemende
Nadere informatieTheorie windmodellen 15.1
Theorie windmodellen 15.1 15 THEORIE WINDMODELLEN 15.1 Inleiding Doordat er drukverschillen zijn in de atmosfeer waait er wind. Tengevolge van horizontale drukverschillen zal een luchtbeweging willen ontstaan
Nadere informatieUitleg van de Hough transformatie
Uitleg van de Hough transformatie Maarten M. Fokkinga, Joeri van Ruth Database groep, Fac. EWI, Universiteit Twente Versie van 17 mei 2005, 10:59 De Hough transformatie is een wiskundige techniek om een
Nadere informatieNa het bekijken van de video en het bestuderen van bovenstaande illustratie, moet je de onderstaande vragen kunnen maken.
Je hebt naar de Mythbusters video praten tegen planten gekeken. Het Mythbusterteam doet in deze video onderzoek naar de invloed van praten op de kiemsnelheid en groeisnelheid van planten. De Mythbusters
Nadere informatieTENTAMEN DYNAMICA (140302) 29 januari 2010, 9:00-12:30
TENTAMEN DYNAMICA (14030) 9 januari 010, 9:00-1:30 Verzoek: begin de beantwoording van een nieuwe vraag op een nieuwe pagina. En schrijf duidelijk: alleen leesbaar en verzorgd werk kan worden nagekeken.
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie,19e jrg 2001, no.6 (pp. 315 322)
Auteur(s): Titel: A. Lagerberg De beperkte schouder. Functie-analyse van het art. humeri met behulp van een röntgenfoto Jaargang: 19 Jaartal: 2001 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 315-322 Deze
Nadere informatieDe bisectie methode uitgelegd met een makkelijk voorbeeld
De Bisectie methode De bisectie methode uitgelegd met een makkelijk voorbeeld De bisectie methode is een recursieve methode om punten van een functie te gaan afschatten. Hierbij gaat men de functiewaarde
Nadere informatieAuteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): Frank van de Beld Titel: Fietsen met een knieflexiebeperking Jaargang: 13 Jaartal: 1995 Nummer: 4 Oorspronkelijke paginanummers: 203-217 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieBijlagen ( ) Eisen aan het onderzoeksvoorstel
Bijlagen (2008-2009) Eisen aan het onderzoeksvoorstel Het onderzoeksvoorstel dat na vier weken bij de begeleider moet worden ingediend omvat een (werk)titel, een uitgewerkte probleemstelling (die een belangrijke
Nadere informatieFACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009
UNIVERSITEIT VAN AMSTERDAM FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar 2008-2009 DE MASTEROPLEIDING BIOMEDICAL
Nadere informatieAuteur(s): S. Bos, R. Bosch Titel: M. Palmaris longus, vorm en functie Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74
Auteur(s): S. Bos, R. Bosch Titel: M. Palmaris longus, vorm en functie Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 2 Oorspronkelijke paginanummers: 63-74 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding,
Nadere informatieExtrapolatie van de waterstand in het Waddengebied
Extrapolatie van de waterstand in het Waddengebied Henk van den Brink KNMI 8 juli 2015 Probleemstelling De onzekerheid in de extrapolatie is ongewenst groot bij het gebruik van een 3-parameter (Extreme
Nadere informatieSamenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur
Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal
Nadere informatieEnergie, arbeid en vermogen. Het begrip arbeid op een kwalitatieve manier toelichten.
Jaarplan Fysica TWEEDE GRAAD TSO INDUSTRIËLE WETENSCHAPPEN VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/083 4de jaar TSO-TeWe ASO-Wet Fysica TWEEDE GRAAD ASO VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/008 4de jaar, 1u/week JAARPLAN Vul de
Nadere informatieAPPENDIX 3. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van planetaire drukdata (Friso Hagman)
APPENDIX 3. Visueel voetmodel ter simulatie van voetkinematica aan de hand van planetaire drukdata (Friso Hagman) 1. Introductie De doelstelling van het SIMKINPRES-project is het ontwikkelen van een klinisch
Nadere informatieKwantitatieve Economie / Faculteit Economie en Bedrijfskunde / Universiteit van Amsterdam. Schrijf je naam en studentnummer op alles dat je inlevert.
Kwantitatieve Economie / Faculteit Economie en Bedrijfskunde / Universiteit van Amsterdam Tentamen Lineaire Algebra A (met uitwerking) Maandag juni 00, van 9:00 tot :00 (4 opgaven) Schrijf je naam en studentnummer
Nadere informatieLeerlingenhandleiding
Leerlingenhandleiding Afsluitende module Van Nature tot Metro Van Nature tot Metro Inleiding Onderzoekers publiceren het verslag van hun onderzoek in wetenschappelijke bladen die internationaal verschijnen.
Nadere informatieHet belang van gespreid leiderschap voor innovatief gedrag Een casus van Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (PWO): Hoe pak je dit aan?
Het belang van gespreid leiderschap voor innovatief gedrag Een casus van Praktijkgericht Wetenschappelijk Onderzoek (PWO): Hoe pak je dit aan? Dr. Arnoud Evers Overzicht presentatie Wetenschap en praktijk
Nadere informatieAuteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53
Auteur(s): H. Faber Titel: De belaste discus Jaargang: 14 Jaartal: 1996 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 42-53 Deze online uitgave mag, onder duidelijke bronvermelding, vrij gebruikt worden voor
Nadere informatieOnderzoek de spreekkamer!
Onderzoek de spreekkamer! Lennard Voogt Inleiding Het wetenschappelijk fundament van de manuele therapie wordt sterker. Manueel therapeuten krijgen steeds meer inzicht in de effectiviteit van hun inspanningen
Nadere informatiePolymeren zijn grote moleculen die zijn opgebouwd uit een beperkt aantal soorten bouwblokken waarvan er een groot aantal in een molecuul zijn verwerkt. Meestal bestaat een polymeermolecuul uit een lange
Nadere informatieLees onderstaande goed door. Je niet houden aan de instructies heeft direct gevolgen voor de beoordeling.
Universiteit Twente Faculteit Construerende Technische Wetenschappen Opleidingen Werktuigbouwkunde & Industrieel Ontwerpen Kenmerk: CTW.14/TM-5739 ONDERDEEL : Statica DATUM : 10 oktober 2014 TIJD : 14:00
Nadere informatieTellen met Taal. Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten. Marco René Spruit
Tellen met Taal Het meten van variatie in zinsbouw in Nederlandse dialecten Marco René Spruit Taalkundige afstand Iedereen weet dat de afstand tussen Amsterdam en Utrecht kleiner is dan de afstand tussen
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 8e jrg 1990, no. 1 (pp. 43-52)
Auteur(s): C. Riezebos, A. Lagerberg, F. Krijgsman, E. Koes Titel: Verzamelde observaties: Springen en spierrekken Jaargang: 8 Jaartal: 1990 Nummer: 1 Oorspronkelijke paginanummers: 43-52 Deze online uitgave
Nadere informatieTWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur
TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS 1 24 APRIL 2013 11:00 12:45 uur MECHANICA 1 Blok en veer. (5 punten) Een blok van 3,0 kg glijdt over een wrijvingsloos tafelblad met een snelheid van 8,0 m/s
Nadere informatieAuteur(s): R. Driessen Titel: Objektief onderzoek: Utopie? Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers:
Auteur(s): R. Driessen Titel: Objektief onderzoek: Utopie? Jaargang: 5 Jaartal: 1987 Nummer: 3 Oorspronkelijke paginanummers: 124-130 Dit artikel is oorspronkelijk verschenen in Haags Tijdschrift voor
Nadere informatieInhoud. Introductie tot de cursus
Inhoud Introductie tot de cursus 1 Plaats en functie van de cursus 7 2 Inhoud van de cursus 7 2.1 Tekstboek 7 2.2 Voorkennis 8 2.3 Leerdoelen 8 2.4 Opbouw van de cursus 9 3 Leermiddelen en wijze van studeren
Nadere informatieOver Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten
1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor
Nadere informatieStappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:
Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0
Nadere informatieNiet-lineaire mechanica datum: Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19
Naam: Patrick Damen Datum: 17 juni 2003 INHOUDSOPGAVE Algemeen 2 Vraag 1 3 Vraag 2 8 Vraag 3 11 Vraag 4 14 Vraag 5 17 Vraag 6 19 pagina: 1 van 20 Algemeen Om de zestal vragen van de opgave niet-lineaire
Nadere informatieBowling alone without public trust
Bowling alone without public trust Een bestuurskundig onderzoek naar de relatie tussen een ervaren sociaal isolement van Amsterdamse burgers en de mate van publiek vertrouwen dat deze burgers hebben in
Nadere informatieEr staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selecti
Samenvatting Er staat veel op het spel bij selectie voor de geneeskundeopleiding. Slechts 6-30% van de kandidaten kan toegelaten worden tot de opleiding en selectieprocedures zijn over het algemeen prijzig.
Nadere informatieHoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!!
Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Dit tentamen bestaat uit 4 open vragen, en kort-antwoord vragen. De uitwerkingen van de open vragen dienen volledig, duidelijk geformuleerd
Nadere informatieDit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en
Samenvatting Dit rapport behandelt de meervoudige verhouding tussen criminaliteit enerzijds en gewelddadig radicalisme en terrorisme anderzijds. In aanvulling op de bestaande literatuur over mogelijke
Nadere informatieSamenvatting Zure gassen zijn veelvuldig aanwezig in verschillende concentraties in industriële gassen. Deze moeten vaak verwijderd worden vanwege corrosie preventie, operationele, economische en/of milieu
Nadere informatieEindtermen Lineaire Algebra voor E vor VKO (2DE01)
Eindtermen Lineaire Algebra voor E vor VKO (2DE01) dr. G.R. Pellikaan 1 Voorkennis Middelbare school stof van wiskunde en natuurkunde. Eerste gedeelte (Blok A) van Lineaire Algebra voor E (2DE04). 2 Globale
Nadere informatieVersus Tijdschrift voor Fysiotherapie, 25e jrg 2007, no. 6 (pp )
Auteur(s): H. Faber Titel: Immobilisatie en contracturen: stijve gewrichten, een slap verhaal Jaargang: 25 Jaartal: 2007 Nummer: 6 Oorspronkelijke paginanummers: 287-292 Deze online uitgave mag, onder
Nadere informatieDOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER
DOCENTENDAG MAATSCHAPPIJLEER 2018 The Spirit Level Een authentieke toetstaak in de praktijk Niels Hoendervanger Stedelijk Gymnasium Nijmegen The Spirit Level Wat gaan we doen? Korte introductie op de taak
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) d.d. 30 oktober 2009 van 9:00 12:00 uur Vul de presentiekaart
Nadere informatieAcademisch schrijven. Tips and tricks
Academisch schrijven Tips and tricks Overzicht ViP s ViP-1: structuur 1 ViP-2: refereren, parafraseren en citeren ViP-3: cohesie en zinsconstructies ViP-5: structuur 2 ViP-1: structuur 1 Titel en kopjes
Nadere informatieAan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Uw kenmerk : SAS/GDE/2007/046920 Ons kenmerk : I-784/EvR/iv/673-F1 Publicatienummer: 2007/24 Bijlagen : - Geachte minister, Op
Nadere informatie