GEMEENTELIJKE DUO S WELZIJN NEDERLAND VLAANDEREN

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "GEMEENTELIJKE DUO S WELZIJN NEDERLAND VLAANDEREN"

Transcriptie

1 GEMEENTELIJKE DUO S WELZIJN NEDERLAND VLAANDEREN COMMISSIE CULTUREEL VERDRAG VLAANDEREN NEDERLAND Belliardstraat 15-17, bus 4 BE 1040 BRUSSEL T 0032 (0) F 0032 (0) E commissie@cvn.be Website:

2 2009 Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen Nederland Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op enige andere wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CVN. D/2009/9295/004 2

3 Het project gemeentelijke duo s wordt gefinancierd door het Vlaamse Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en door het Nederlandse Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 3

4 4

5 INHOUD 1. WOORD VOORAF PROJECT GEMEENTELIJKE DUO S SAMENWERKING DANKZIJ, OF ONDANKS VERSCHILLEN? EVALUATIERAPPORT: GEMEENTELIJKE DUO S VLAANDEREN NEDERLAND, ONDERSTEUNING WERKWIJZE - TOEKOMST BIJLAGEN Lijst met contactpersonen gemeentelijke duo s Lijst met deelnemers aan de conferentie op 20 november Leden van de CVN-werkgroep gemeentelijke duo s 5.4. Leden van de CVN-stuurgroep welzijn 5

6 6

7 1. WOORD VOORAF In mei 2006 bracht de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen Nederland (CVN) een advies uit over duurzame Vlaams Nederlandse uitwisseling en samenwerking op het gebied van welzijn. Dit advies was gebaseerd op een onderzoek van het Verwey-Jonker Instituut. Het onderzoek concludeerde dat er zowel langs Vlaamse als langs Nederlandse zijde een groot draagvlak bestaat om de uitwisseling en samenwerking op vlak van welzijn een duurzaam karakter te geven. Hierop diende CVN bij beide overheden een subsidieaanvraag in om een steunstructuur voor welzijn in te stellen. Deze aanvraag werd gehoord en CVN kreeg hiervoor van beide overheden extra subsidie voor de periode Een van de concrete projecten die in dit kader tot doel hebben de uitwisseling en samenwerking op vlak van welzijn te bevorderen, is het project gemeentelijke duo s waarbij een Vlaamse en Nederlandse gemeente ervaringen uitwisselen rond een welzijnsproject. De uitwisseling mag zich niet tot het bestuurlijke niveau beperken. Ook het middenveld, organisaties uit het opbouwwerk, welzijnsorganisaties en actieve burgers zullen bij de Vlaams Nederlandse uitwisseling worden betrokken. Het doel van deze uitwisseling bestaat erin dat gelijkaardige gemeenten die voor dezelfde uitdagingen staan, inzicht verwerven in de manier waarop hun Vlaamse/Nederlandse 'tegenhanger' deze uitdagingen aangaat. Het gaat hier niet om stedenbanden of zustersteden, maar om een uitwisseling van kennis en ervaringen inzake het welzijnsbeleid. De duo s kiezen zelf rond welk project ze ervaringen willen uitwisselen. Welzijn wordt hierbij ruim opgevat. Het kan gaan om een project rond ouderenzorg, jeugdzorg, kinderopvang, gehandicaptenzorg, sociaal cultureel werk, integratie, etc. De rode draad die we in elk duo willen terugvinden, is participatie. Hoe worden burgers betrokken bij het project, hoe komt het project tot uiting in alle geledingen van de samenleving. In 2007 ging CVN van start met een aantal pilootduo s (Antwerpen Den Haag, Genk Deventer, Gent Groningen, Leerdam Ronse, Tilburg Turnhout en Vilvoorde Waalwijk). In 2008 werd een symposium georganiseerd waarop de pilootprojecten werden toegelicht en geëvalueerd. Het evaluatierapport dat op basis van het symposium werd geschreven door het Verwey - Jonker Instituut, is in deze publicatie opgenomen. Het wordt voorafgegaan door een inleidende tekst van professor Patrick Kenis, waarin gereflecteerd wordt over de samenwerking Vlaanderen Nederland. Omdat het pilootproject gemeentelijke duo s zinvol bleek, wil CVN dit project ook in 2009 verder zetten. De middelen hiervoor zijn alvast beschikbaar dankzij subsidie voor het project welzijn 2009 van zowel de Vlaamse als de Nederlandse overheid. Hoe voor het vervolg van het project gemeentelijke duo s te werk zal worden gegaan, kunt u op de volgende bladzijden lezen. 7

8 8

9 2. PROJECT GEMEENTELIJKE DUO S 2009 Omdat lokale besturen zowel in Vlaanderen als in Nederland een belangrijke speler zijn in het welzijnsbeleid, heeft CVN in 2007 het project gemeentelijke duo s opgezet. In het kader van het project wisselden 6 Vlaamse en 6 Nederlandse gemeenten, in duo s, kennis en ervaringen uit rond thema s als integraal jeugdbeleid, sociale cohesie, wijkaanpak, integratiebeleid, brede school en vele andere. De gemeenten die aan het proefproject hebben deelgenomen, zijn: Antwerpen en Den Haag, Gent en Groningen, Vilvoorde en Waalwijk, Ronse en Leerdam, Turnhout en Tilburg en Genk en Deventer. Wegens het succes van het project gemeentelijke duo s, wil CVN dit project in 2009 graag verder zetten. Tijdens de werkgroepvergadering die doorging op dinsdag 10 februari 2009 werd een beginroute uitgestippeld voor het vervolg van het project. Er werd nagedacht over de werkgroep zelf, over wat te doen met de al bestaande duo s, over de vorming van nieuwe duo s, etc. Hieronder volgt een opsomming van de besluiten die op de vergadering genomen zijn. Betreffende het project gemeentelijke duo s algemeen: Op de vergadering van 10 februari werd nogmaals gezegd dat het project gemeentelijke duo s nood heeft aan meer publiciteit, wat ook werd vermeld in het evaluatierapport van het Verwey-Jonker Instituut. Zo kan het project uitstralen naar andere gemeenten die niet direct bij het project betrokken zijn. De werkgroep vindt het daarom ook een goed idee om een tweetal debatten, in samenwerking met DeBuren, en themadagen te organiseren rond welzijnsthema s. Alle gemeenten in Vlaanderen en Nederland kunnen hiervoor uitgenodigd worden en ze kunnen op die manier kennismaken met de manier waarop andere gemeenten vorm geven aan het beleid van een bepaald welzijnsthema. Verder blijft CVN als trekker en bemiddelaar van de gemeentelijke duo s nodig. Dit bleek duidelijk uit het evaluatierapport. Vooral inhoudelijke steun is hier van cruciaal belang. Zowel om de juiste gemeente te vinden, om daarbinnen de juiste contactpersonen te identificeren en een adequate omschrijving van potentiële thema s te geven, wordt CVN door alle gemeentelijke duo s als onontbeerlijk gezien voor het succesvol verder zetten van dit experiment. Betreffende de werkgroep: Omdat de opgedane ervaringen van iemand die actief mee doet met het gemeentelijke duoproject een meerwaarde kunnen betekenen voor de werkgroep, werd beslist een persoon van een gemeentelijk duo als nieuw werkgroeplid te vragen. De voorkeur ging hierbij naar Paul Salmon van de stad Genk omdat het duo Genk Deventer een zeer goed voorbeeld is van hoe mooi en zinvol de samenwerking tussen een Vlaamse en Nederlandse gemeente kan zijn. Er werd gekozen voor de Vlaamse kant van het duo omdat de werkgroep nood heeft aan versterking langs Vlaamse kant. Daarnaast zou het zeer interessant zijn dat de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) mee rond de werkgroeptafel gaat zitten. Om dit te bereiken werd op de vergadering van 9 februari beslist een afspraak te maken met zowel VVSG als VNG om hen uitgebreid over het gemeentelijke duoproject te vertellen en hen uit te nodigen om de werkgroep te vergezellen. Als contactpersonen werden Peter Sels (VVSG) en Ronald Bellekom (VNG) aangeduid. De gesprekken zullen in de loop van februari of maart plaatshebben. 9

10 Betreffende de bestaande duo s: De bestaande duo s werden in 2007 en 2008 op gang getrokken en hebben minder hulp nodig dan de nieuw gevormde duo s. Toch zullen deze duo s vanuit de werkgroep blijvend opgevolgd worden. De projectmedewerker welzijn van CVN, Marijke Van Damme, zal samen met een aantal personen uit de werkgroep de duo s in het oog houden. Aan de vier bestaande duo s die samen verdergaan met het project, Genk Deventer, Gent Groningen, Antwerpen Den Haag en Turnhout Tilburg, zal een plan worden gevraagd waarin verdieping van de samenwerking uitgewerkt wordt. (Vilvoorde en Waalwijk beëindigden hun samenwerking en Ronse krijgt een andere partner.) Betreffende de vorming van nieuwe duo s: Op de vergadering van 10 februari 2009 werd beslist dat er plaats is voor maximum 6 nieuwe duo s. Dat brengt samen met de vier bestaande duo s die verdergaan met het project het totaal op 10. Enkele gemeenten toonden reeds spontaan interesse in het project. De werkgroepleden die op het project aangesproken werden door een geïnteresseerde gemeente, zullen met deze gemeente contact opnemen om meer informatie te geven over het project. Enkele voorbeelden van dergelijke gemeenten zijn Doetinchem (NL), Den Bosch (NL) en Merelbeke (BE). Verder zal een mailing verstuurd worden naar alle gemeenten in Nederland en Vlaanderen met de nodige uitleg over het project en een samenvatting van het evaluatierapport van het Verwey-Jonker Instituut. Hier zouden VNG, VVSG, LCGW (Landelijk Contact Gemeentelijke Welzijn) en Divosa hun steentje kunnen bijdragen. Deze organisaties beschikken immers over heel wat nuttige informatie en adressenbestanden. De bedoeling is dat een aantal geïnteresseerde gemeenten hierop reageren. Deze gemeenten krijgen vervolgens meer informatie en een toolkit (zie verder) om aan de slag te gaan toegestuurd. Om te slagen in een goede inhoudelijke match van gemeenten, zullen Jan Timmermann van Divosa en Chris Hibma van LCGW werken aan een lijst van websites die informatie geven over welke gemeenten met welke welzijnsthema s bezig zijn. Als een gemeente beslist heeft om met het gemeentelijke duoproject mee te doen, zal ze van een toolkit voorzien worden. Dit wordt een uitvoerig informatiemapje met daarin inhoudelijke basisinfo, randvoorwaarden, een agendazetting, een checklist ter voorbereiding, etc. Daarnaast zal door de werkgroep aan een model voor snuffelstages gewerkt worden. Tot slot krijgt de gemeente Ronse een nieuwe partner. Ronse vormde samen met Leerdam een duo, maar dit was geen goede match. 10

11 3. SAMENWERKING DANKZIJ, OF ONDANKS VERSCHILLEN? Patrick Kenis Academic Dean TiasNimbas Business School Hoogleraar Beleid- en Organisatiewetenschappen, Universiteit Tilburg Voor iemand die in zeer verschillende contexten te maken had/heeft met Nederlanders en Vlamingen 1 en bovendien een jarenlange onderzoeksagenda heeft naar de omstandigheden waarin organisaties samenwerken is het een plezier en uitdaging om te mogen reflecteren op de samenwerking Vlaanderen-Nederland zoals vormgegeven in de gemeentelijke duo s. Gemeentelijke duo s zijn iets moois, maar kunnen ze ook duurzaam zijn? Gemeentelijke duo s zijn een fascinerend fenomeen. Gestimuleerd door beleid (in het kader van het welzijnsproject van de Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen- Nederland) om concreet leven te blazen in wat ontegensprekelijk belangrijk wordt gevonden, namelijk dat Vlaamse en Nederlandse gemeenten samenwerken. Een beleid dat als absolutistisch zou kunnen worden bestempeld omdat gemeenten dit, de ene of andere uitzondering nagelaten, niet uit zich zelf doen. Maar ook een beleid dat als verlicht absolutisme bestempeld kan worden omdat iets wordt gefaciliteerd voor gemeenten waarvan het sterke geloof bestaat, vanuit de beleidsmakers, dat het hen ten goede zal komen. Dit geloof werd ook goed onderbouwd door tal van voorbeelden te presenteren rond integratiebeleid, jeugdbeleid, sociale cohesie en vele andere maatschappelijke thema s waar Nederlandse en Vlaamse gemeenten voor dezelfde uitdagingen staan en dus van elkaar zouden moeten kunnen leren. Ook de praktijk van het proefproject geeft de initiatiefnemers gelijk. Het bleek en blijkt goed mogelijk om geslaagde workshops en conferenties te houden, waar het tot daadwerkelijke uitwisseling van inzichten en ervaringen is gekomen. Wat we nu weten is dat er een geloof bestaat in het belang van het project; we weten ook dat er eerste positieve ervaringen zijn gemaakt in de praktijk van de samenwerking; maar, we weten ook dat welgemeende initiatieven een stille dood sterven als de samenwerking niet bestendig en duurzaam (structureel, continu en dynamisch) wordt. De vraag die me dan ook zal bezighouden in hetgeen volgt, is: : PhD student aan het European University Institute in Firenze, Italië waar beursstudenten uit alle EU-landen en dus ook Belgen en Nederlanders promoveren. Wat hier opviel is dat Vlamingen en Nederlanders minder gemeen hadden dan de PhD studenten uit de nadere landen verwachtten : Medewerker aan het European Centre for Social Welfare and Policy in Wenen, Oostenrijk. Een kennisinstituut geaffilieerd aan de UN waarin Nederland en België participeerden en waar ik als Vlaming erg onder de indruk was van het duidelijke, zelfzekere en eendrachtige optreden van de Nederlandse delegaties : Medewerker aan de Vrije Universiteit, Amsterdam waar ik de Hollandse cultuur leerde kennen die verder afstond van de Vlaamse cultuur dan ik had verwacht heden: Medewerker aan de Universiteit Tilburg waar Belg zijn veel minder opvalt. Ik besluit om in Antwerpen te wonen en kan zo overdag van Nederlandse werkcultuur genieten en in mijn familietijd van de Belgische vrijetijdscultuur. Bovendien lukt het me zowel Vlaanderen als Nederland met de nodige afstand te bekijken omdat ik half Belg, half Duitser ben, getrouwd ben met een Weense met wie ik twee kinderen heb die geboren zijn in Zwitserland. 11

12 Wanneer kunnen we verwachten dat een bestendige en duurzame samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen op het gebied van welzijn, in de vorm van gemeentelijke duo s, een meerwaarde zal opleveren? Het antwoord op deze vraag, die ik in wat volgt gedetailleerder zal beargumenteren, luidt als volgt: De verschillen tussen Nederland/Nederlanders en Vlaanderen/Vlamingen zijn zo groot dat samenwerken moeilijk is. Maar het zijn juist deze verschillen die zo n samenwerking ook productief kunnen maken. Een greep uit de verschillen in het dagelijkse leven Om aan te tonen dat samenwerking tussen VL en NL 2 geen sinecure is presenteer ik een aantal verschillen zoals ik ze, als iemand die met beide contexten te maken heeft, ervaren heb. Er zijn wellicht nog een groot aantal andere verschillen maar doel van het volgende lijstje is niet om een compleet beeld te schetsen maar om te illustreren dat er in ieder geval belangrijke verschillen bestaan. De welzijnslandschappen zijn erg verschillend NL en VL besteden aandacht aan andere inhouden, werken anders, formuleren en implementeren het welzijnsbeleid anders, verschillen m.b.t. hoe de overheidscompetenties verdeeld zijn tussen de verschillende bestuurlijk lagen, gebruiken andere begrippen, en werken met organisaties die erg van elkaar verschillen. De macht van de politiek versus de macht van de administratie Vaak lijkt het alsof in België beleidsprocessen eerder worden aangestuurd vanuit de politiek terwijl in Nederland de administratie een belangrijkere rol speelt. De politieke macht in België met haar politieke kabinetten en het politieke dienstbetoon zijn voor Nederlanders vaak moeilijk te plaatsen. Alles mag, wat niet verboden is versus Alleen dat mag, wat is toegestaan Dit is een welbekend dictum om NL en VL te onderscheiden. Het Alles mag, wat niet verboden is -principe dat in VL wordt gehandhaafd geeft meer ruimte voor innovatieve en nieuwe oplossingen en heeft minder last van het zoeken naar oplossingen die binnen bepaalde met z n allen afgesproken wettelijke en beleidskaders moeten passen. Wel is er wat dit betreft een duidelijke trendbreuk vast te stellen in NL. Het Alleen dat mag, wat is toegestaan wordt steeds vaker op de korrel genomen. Pragmatisme versus zoeken naar totaaloplossingen VL wordt gekenmerkt door de dingen zo te regelen, dat ze werken. Ze bekommeren zich vooral om het resultaat en minder om de manier waarop dat bereikt wordt. Nederland zoekt echter vaker naar totaaloplossingen. Problemen worden grondig, omvattend en landelijk aangepakt. Transparantie van besluitname en uitvoering zijn daarbij belangrijk. Graag wil ik dit punt illustreren aan de hand van een ervaring met mijn dochter Nette toen wij in Amsterdam woonden en daarna naar Antwerpen verhuisden. 2 VL en NL staan voor respectievelijk Vlamingen/Vlaanderen en Nederlanders/Nederland. 12

13 Uit: Patrick Kenis (2001) die Wachtlijsten is een verhaal apart... Een organisatiewetenschappelijke beschouwing van het fenomeen wachtlijst in de Nederlandse zorg. Rede uitgesproken bij de openbare aanvaarding van het ambt hoogleraar in de Beleids- en Organisatiewetenschappen. Overigens, in tegenstelling tot waar mijn Nederlandse academische collega s me op aanspraken, is het niet zo dat er per 1000 kinderen meer kinderen verdrinken in België dan in Nederland. Dat is echter wel het geval als we ook nog controleren voor het verschil in de grootte van de wateroppervlakte tussen de twee landen. Plantrekkerij versus samenhorigheid Een ander verschil tussen VL en NL, en iets wat ook al in het bovenstaande in zekere mate aan bod is gekomen, is dat VL door een zekere mate van plantrekkerij wordt gekenmerkt terwijl samenhorigheid in Nederland (die zich ook in vaderlandsliefde vertaald) een belangrijke waarde is. VL heeft wellicht zijn plan leren trekken in zijn geschiedenis in de omgang met de vele bezettende mogendheden. De Nederlandse samenhorigheid is daarentegen wellicht gegroeid door de aandacht voor het potentieel binnendringende water, iets wat alleen kan worden tegengehouden als het gemeenschappelijk en met alle neuzen in dezelfde richting wordt aangepakt. Mijn ervaring is dat deze verschillen ook in de dagelijkse praktijk een impact hebben. Intermezzo Een korte analyse van bovengenoemde verschillen m.b.t. hoe deze het functioneren van de gemeentelijke duo s zouden kunnen beïnvloeden, leert het volgende: - Een bepaald type van verschillen is van dien aard dat ze de samenwerking verrijken omdat door de samenwerking de mogelijkheid ontstaat dat men elkaar dingen kan vertellen en laten zien die nieuw en dus vernieuwend kunnen zijn. Deze variante zal hieronder besproken worden onder het kopje Productieve samenwerking dankzij 13

14 verschillen. - Een ander type verschillen gaat niet zozeer over inhoudelijke verschillen, maar eerder om institutionele verschillen. Hierbij denken we aan verschillen zoals de rol van de burgemeester, de rol van het hoger bestuur, de rol van de politiek, verticale en horizontale verhoudingen, financiële middelen, etc. Deze verschillen hebben wellicht een invloed op wie de beslissingsbevoegdheid heeft om innovaties in te voeren. Ik verwacht dat dergelijke verschillen samenwerking structureel kunnen bemoeilijken. De betekenis van dit type wordt in wat volgt, besproken onder het kopje De gemeentelijke duo als biotoop voor bestendige waardecreatie. Productieve samenwerking dankzij verschillen Uit de onderzoeksliteratuur over innovatie en leren weten we dat deze ontstaan als er diversiteit en enige cognitieve afstand bestaat tussen diegenen die iets van elkaar willen leren. Cognitieve afstand betekent dat de afstand in kennis groot genoeg moet zijn om van elkaar iets nieuws te kunnen oppikken, maar niet zo groot mag zijn dat we elkaar niet meer kunnen begrijpen of het fundamenteel niet eens kunnen worden. Dit idee gecombineerd met bovenstaande informatie over de inhoudelijke verschillen tussen NL en VL laat ons het volgende concluderen: - De cognitieve afstand tussen NL en VL is optimaal. Dit blijkt enerzijds uit het feit dat verschillende deelnemers in het profproject aangeven dat ze blijven verwonderen en bewonderen. Dit geeft aan dat er sprake is van verschillen maar dat deze verschillen ook informatief zijn. Hierdoor is een fundamentele voorwaarde gegeven die leren en samenwerken productief kan maken. - Een aanbeveling is dan ook blijvend situaties op te zoeken en te creëren waarin de aanwezigheid van een cognitieve afstand waarschijnlijk is. Dit kan door nieuwe en reeds bestaande initiatieven zoals het uitwisselen van ambtenaren, studiebezoeken van professionals. Het zijn dergelijke situaties die ideeën kunnen laten ontstaan voor samenwerking rond een concreet initiatief of een concrete innovatie. Eens deze ideeën zijn ontstaan (dat noemen we in de innovatieliteratuur het resultaat van exploratie) kan een verdergaande fase ontstaan van wat we in de innovatieliteratuur exploitatie, of het omzetten van de ideeën, noemen. Zo komt verdergaande samenwerking rond ideeën en initiatieven mogelijk tot stand. - Een aanbeveling die in zekere zin logisch uit beide voorgaande volgt, is dat ervoor opgelet moet worden geen samenwerkingsstructuren te ontwerpen die als doel of onbewust effect hebben de cognitieve afstand te verkleinen. Sterke formalisering van samenwerkingsverbanden, het gieten van verschillen in gestructureerde databestanden of geïnstitutionaliseerde vormen van informatie-uitwisseling zijn vaak een teloorgang voor het verwonderen en bewonderen -effect. Verschillen worden daardoor in zekere zin geïnstrumentaliseerd. Het gemeentelijke duo als biotoop voor bestendige waardecreatie In het stuk waar ik ben ingegaan op de verschillen hebben we vastgesteld dat er institutionele verschillen bestaan die de samenwerking bemoeilijken omdat de samenwerkingspartijen die willen samenwerken in zeer verschillende contexten moeten opereren. Sommige partijen kunnen directe toezeggingen doen en eigen financiële middelen in het doel van de samenwerking inbrengen terwijl andere partijen in hetzelfde samenwerkingsproject dan weer heel erg afhankelijk zijn van derden om actief mee te kunnen werken. Zolang de institutionele structuren waarin de verschillende samenwerkingspartijen zich bevinden erg verschillend zijn wat een feit is en ook door het gemeentelijke duo project niet zal veranderen blijft samenwerken lastig. Maar nu 14

15 biedt juist het project gemeentelijke duo s de mogelijkheid om dit probleem in zekere mate te beperken. Hoe dit mogelijk is, presenteer ik middels de volgende aanbevelingen: - Stuur erop aan dat gemeentelijke duo s naar aanleiding van de hierboven beschreven exploraties concrete samenwerkingsproducten formuleren. Een samenwerkingsproduct is meer dan het uitwisselen van kennis en ervaring maar is een vernieuwend product dat alleen tot stand kan komen als resultante van de samenwerking en dat geen van de samenwerkingspartijen apart tot stand zou kunnen brengen. Te denken valt hier aan product- of procesinnovaties op het gebied van welzijn, beleidsevaluaties of belangenbehartiging. - Door het concreet formuleren van een dergelijk project kunnen deze ook eerder als pilots worden gepresenteerd en zo in een biotoop en dus buiten de gangbare institutionele kaders of met andere woorden in de beleidsluwte worden getogen en gezogen. Blijken ze een succes, zal het beleid en de politiek zich makkelijker laten overtuigen deze te erkennen. - Aanbevolen wordt dat er vanuit het gemeentelijke duo initiatief faciliterend wordt opgetreden om het bovenstaande mogelijk te maken. In tegenstelling tot de exploratiefase waar het ontwerpen van formele kaders en structuren wellicht een averechts effect heeft op het bedenken van nieuwe ideeën is er in deze exploitatiefase juist nood aan gestructureerde hulp. Het biotoop moet worden gekoesterd om te kunnen bloeien. Middelen en besturingsvormen moeten worden bedacht en ter beschikking worden gesteld om de pilots succesvol te laten ontwikkelen. Conclusie Uit bovenstaande blijkt dat er tegelijkertijd een grote potentie maar ook veel moeilijkheden bestaan om tot een vruchtbare samenwerking tussen NL en VL te komen. Ik heb getracht aan te tonen dat de institutie Gemeentelijke Duo s een goed bindmiddel kan zijn om toch productief samenwerken tot stand te brengen mits een juiste invulling van haar rol. Enerzijds komt het erop neer gemeentelijke duo s te entamineren en deze niet te laten samenwerken louter ter wille van de samenwerking maar om tot het fantaseren over mooie samenwerkingsproducten te komen. Formaliseren, regelgeving, protocollen, data dossiers en dergelijke zijn in deze exploratiefase uit den boze. Het lijkt wel alsof hier in de eerste plaats een Vlaamse aanpak is gevraagd. Anderzijds, komt het erop neer om kaders te bieden waarin samenwerkingsproducten ook daadwerkelijk tot stand kunnen komen. Dit betekent biotopen te laten ontstaan waarbinnen op een relatief gestructureerde wijze aan het product wordt gewerkt en het product, indien succesvol, ook aan anderen wordt aangeboden om ook ergens anders uit te rollen. Het lijkt alsof hiervoor nu een Nederlandse aanpak het meest passend is. Als deze cyclus van exploratie en exploitatie een aantal keren succesvol kan worden doorlopen verwacht ik ten stelligste dat de institutie Gemeentelijke Duo s de grondsteen kan zijn voor een bestendige en duurzame samenwerking tussen Nederland en Vlaanderen op het gebied van welzijn. 15

16 16

17 4. EVALUATIERAPPORT Gemeentelijke duo s Vlaanderen - Nederland Ondersteuning Werkwijze Toekomst Hugo Swinnen met medewerking van Wim Woertman Verwey-Jonker Instituut Utrecht, december 2008 In opdracht van: Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen Nederland 17

18 18

19 Inhoud Inleiding: de vraagstelling van het onderzoek 21 Hoofdstuk 1 Beschrijving van de gemeentelijke duo s en hun activiteiten De introductie De agenda en de partners Het verloop 24 Hoofdstuk 2 Bevindingen van de interviews met Nederlandse participanten Algemene bevindingen en conclusies Faciliteren en ondersteunen Werkwijze en continuïteit Thema s en duo s in de toekomst 29 Hoofdstuk 3 Bevindingen van de interviews met Vlaamse participanten Algemene bevindingen en conclusies Faciliteren en ondersteunen Werkwijze en continuïteit Thema s en duo s in de toekomst 34 Hoofdstuk 4 Reflectie op de uitkomsten door de steden Presentatie door prof. Dr. Patrick Kenis Werkgroepsessies 35 Hoofdstuk 5 Conclusies en aanbevelingen 39 19

20 20

21 Inleiding: de vraagstelling van het onderzoek In 2006 gaf CVN het Verwey-Jonker Instituut de opdracht om te onderzoeken of er binnen de Vlaamse en Nederlandse welzijnssector een draagvlak bestaat voor een meer duurzame uitwisseling van kennis en informatie. Op basis van de positieve uitkomsten van dat onderzoek adviseerde CVN de Vlaamse en Nederlandse overheid om een lichte steuninfrastructuur voor welzijn in te stellen die de Vlaams Nederlandse samenwerking zou bevorderen. Beide overheden reageerden positief op dit advies en sinds januari 2007 is het CVN secretariaat uitgerust met een projectmedewerker welzijn. Het welzijnsbureau wordt voor de periode gefinancierd door het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van het Vlaams Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin en het Nederlandse Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In het kader van deze subsidie lopen een aantal concrete projecten die tot doel hebben de Vlaams Nederlandse samenwerking op het vlak van welzijn te bevorderen. Een van die projecten, Gemeentelijke duo s, bestaat erin dat vertegenwoordigers van vergelijkbare Vlaamse en Nederlandse gemeenten die voor dezelfde maatschappelijke uitdagingen staan, bij elkaar op bezoek gaan en zo inzicht verwerven in de manier waarop hun collega s over de grens deze uitdagingen aangaan. Om het project inhoudelijk te begeleiden, werd begin 2007 een begeleidende werkgroep opgericht. Hierin zetelen langs Nederlandse zijde o.m. vertegenwoordigers van Divosa, het LCGW, het ministerie van VWS en Movisie. Voor Vlaanderen zetelen hierin vertegenwoordigers van de Vereniging van Vlaamse OCMW Secretarissen, van de Vereniging van Vlaamse Gemeentelijke Welzijnsdiensten en van Samenlevingsopbouw Vlaanderen vzw. Aan het Verwey-Jonker Instituut is gevraagd om een externe evaluatie van het proefproject Gemeentelijke Duo s uit te voeren. Doel van dit onderzoek was het in kaart brengen: Hoe succesvol de ontvangst van het proefproject is geweest en welke belemmeringen er in de uitvoering zijn opgetreden; Welke meerwaarde het proefproject heeft opgeleverd voor de gemeenten en voor de Vlaams Nederlandse samenwerking; Welke toekomst voor het project is weggelegd. De volgende deelvragen werden daarbij geformuleerd: Hoe zag het introductieproces eruit? Wie heeft daarin welke rol gespeeld? Welke investering is daarvoor gepleegd (menskracht en middelen)? Wat was de precieze motivatie voor deelname bij de gemeenten (algemeen) en de gemeentelijke ambtenaren (individueel)? Hoe is de praktische organisatie van de uitwisseling verlopen en welke lessen kunnen daaruit getrokken worden voor de toekomst? Wat was het belang van de ondersteuning vanuit CVN in de uitvoering (organisatorisch, financieel)? Wat is er tijdens de uitwisseling aan de orde geweest en wat hebben de betrokkenen daarvan geleerd m.b.t.: - Inhoudelijke thema s - Beleidsprocessen - Ambtelijke en professionele praktijken Waaraan is dat te danken (te wijten): 21

22 - De goede of slechte match tussen de twee gemeenten (context en maatschappelijke kwesties, politieke en ambtelijke cultuur, ) - De deelnemende personen (hun functie, hun instelling, ) - De gekozen werkwijze, het bepalen van de agenda Heeft dat al concrete gevolgen gehad binnen de eigen gemeente of zijn er wensen, ideeën of plannen in die richting? Is voortzetting van de uitwisseling binnen de betreffende duo s wenselijk? Waarom en hoe? Is een gemeentelijk duo een goede manier om lokale samenwerking en innovatie te stimuleren (of toch eerder studiedagen, conferenties rond thema's die lokale overheden aanspreken?) Op welke manier kunnen toekomstige duo s elkaar het beste vinden? Welke ondersteuning (en van wie) is daarbij nodig, nuttig, wenselijk? De onderzoekers hebben gesprekken gevoerd met alle gemeentelijke initiatiefnemers en enkele uitwisselingsbijeenkomsten bijgewoond. Zij hebben ook alle voorbereidende stukken en verslagen doorgenomen. Op 20 november 2008 organiseerde CVN een conferentie in Dordrecht om dit proefproject te evalueren. Tijdens die conferentie presenteerden de onderzoekers hun voorlopige bevindingen, die vervolgens door de deelnemende gemeenten en leden van de begeleidende werkgroep van commentaar werden voorzien. Dit rapport bevat naast een beschrijving van de duo s, de bevindingen van de onderzoekers, de uitkomsten van de conferentie op 20 november en de conclusies en aanbevelingen van de onderzoekers. 22

23 Hoofdstuk 1 Beschrijving van de gemeentelijke duo s en hun activiteiten In 2007 is CVN gestart met het vormen van een aantal proefduo s van gemeenten. Er werden contacten gelegd met Ronse, Leerdam, Antwerpen, Den Haag, Vilvoorde, Waalwijk, Turnhout, Tilburg, Genk, Deventer, Kerkrade, Weert, Gent, Groningen, Sint- Niklaas en Gorinchem. Daaruit zijn totnogtoe zes duo s ontstaan, die in de loop van 2008 begonnen met het afleggen van werkbezoeken. Zij wisselden kennis en informatie uit over actuele sociale thema s zoals jeugdbeleid, integratiebeleid, sociale cohesie, wijkaanpak, en vele andere, afhankelijk van de raakpunten en de behoeften. In dit hoofdstuk zetten we een aantal feitelijke karakteristieken van het proefproject op een rijtje. Hoe de deelnemers die feiten waarderen en welke conclusies daaraan verbonden kunnen worden komt in de hoofdstukken daarna aan de orde De introductie De medewerkster van CVN die werd aangetrokken om de meer structurele samenwerking op welzijnsterrein gestalte te geven, heeft in de eerste plaats een lijst samengesteld van gemeenten die konden benaderd worden voor het vormen van een duo. De samenstelling van die lijst gebeurde aan de hand van voorkennis en informele contacten van medewerkers van CVN en leden van de begeleidende werkgroep. In enkele gevallen vond een eerste gesprek over uitwisseling plaats tijdens een conferentie of studiedag. Dat leverde een lijst op van enkele Nederlandse en Vlaamse gemeenten, maar niet meteen een reeks van duo s. Om voor elke stad op die eerste lijst een partnerstad te vinden werd uitgegaan van voorkennis betreffende het welzijnsbeleid van gemeenten (de potentiële agenda) en van contextuele gegevens. Die context betrof soms de grootte van de gemeente, de sociaaleconomische situatie, de geografische ligging (grensregio), het type bedrijvigheid, de maatschappelijke problematiek, of nog een combinatie van deze. In feite is gezocht naar een vrij grote mate van vergelijkbare context. Vervolgens heeft van elke stad, genoemd in de inleiding op dit hoofdstuk, de wethouder c.q. de schepen een brief ontvangen met de vraag om aan het proefproject mee te werken. Ook werd contact gelegd met een ambtenaar verantwoordelijk voor welzijn binnen de betreffende gemeente. CVN verstrekte soms ook enige extra informatie over een stad op zoek naar een partner aan een potentiële partnerstad. Enkele duo s kwamen snel en eenvoudig tot stand doordat een stad zelf belangstelling toonde voor een bepaalde partnerstad (Antwerpen voor Den Haag; Groningen voor Gent). De stad Antwerpen sprak voorkeur uit voor Den Haag omwille van de ongeveer gelijke omvang van de stad, maar ook om niet de vanzelfsprekende partner havenstad Rotterdam weer op te zoeken. Groningen koos voor Gent omwille van enige informatie over het Gentse jeugdbeleid. Als context speelde hier eveneens de omvang van de stad en het feit dat het om twee steden met een grote universiteit gaat. Ook in het geval van de stad Ronse was het thema (sociale cohesie) de eerste ingang voor het zoeken naar een partnerstad, terwijl in dit geval een vergelijkbare omvang en sociaaleconomische context Leerdam als partner opleverde. Het gaat hier om twee kleinere gemeenten die in het verleden sterk afhankelijk waren van één bedrijfstak (textiel in Ronse, glas in Leerdam). In andere gevallen waren enkele omtrekkende bewegingen nodig om uiteindelijk de goede match te vinden. Dat was het geval met Genk, dat eerst voor de gemeente Weert het alternatief zou zijn voor Sint-Truiden, terwijl Genk toch meer de voorkeur gaf aan een oude liefde, namelijk Deventer waarmee Genk in het verleden ook al contacten had gehad. In nog weer een ander geval dat van Turnhout en Tilburg leidde de geografische situatie in de grensregio tot een quasi spontane duovorming. Ook hier 23

24 speelde eerdere samenwerking een rol. Voor een laatste stad ten slotte, Waalwijk, werd op inhoudelijke gronden een partnerstad gevonden, namelijk Vilvoorde De agenda en de partners Belangrijkste vaststelling bij het bepalen van de agenda voor de uitwisseling is dat het in alle gevallen een iteratief proces is geweest dat bepaald heeft wie binnen de gemeenten de kar zou trekken voor het maken van het programma, welke onderwerpen op de agenda zouden komen en wie er aan de uitwisseling zouden deelnemen. Het valt moeilijk te ontwarren of het onderwerp bepaald heeft wie er de kar zou trekken of vice versa. Of nog, welke van de twee gemeenten bepalend is geweest voor het definitief vastleggen van het onderwerp. De wijze van voorbereiden is erg verschillend geweest, mede afhankelijk van praktische omstandigheden, zoals tijd en afstand. In sommige gevallen heeft enkel contact plaatsgevonden, andere steden hebben een voorbereidende bespreking belegd om elkaar beter te leren kennen en begrijpen en op basis daarvan het thema of de thema s voor de uitwisseling vast te leggen. Ook aan het feitelijke opstellen van een programma werd op meer of minder intensieve wijze samengewerkt. Soms werd een concept programma aan de partnerstad voorgelegd, soms ook niet. Het duo Genk Groningen organiseerde bovendien later in het jaar een nabespreking, mede met het oog op een vervolg van de uitwisseling Het verloop Vijf van de zes duo s hebben in de loop van 2008 twee studiebezoeken georganiseerd. Het zesde duo heeft slechts één studiebezoek gehad. Drie duo s beperkten de studiebezoeken telkens tot één dag; één duo (Genk Deventer) knoopte daar een voorafgaande overnachting aan vast, terwijl één duo ten slotte telkens een driedaags bezoek (twee overnachtingen) organiseerde (Groningen Gent). Aan de studiebezoeken zelf namen per gemeente personen met een nogal verschillende achtergrond deel. Ook het aantal deelnemers verschilde aardig van bezoek tot bezoek. In volgend schema geven we aan hoeveel personen bij benadering hebben deelgenomen aan één van de studiebezoeken, en hoeveel en welk type personen mee op verplaatsing is gegaan. Bij de studiebezoeken zijn uiteraard meer personen betrokken, m.n. binnen de projecten en activiteiten die werden bezocht. 24

25 Tabel 1: aantal en type deelnemers per gemeente Gemeente Totaal aantal deelnemers bezoekende gemeente College Veldwerkers particuliere sector Totaal aantal deelnemers Ambtenaren Vrijwilligers / bewoners Antwerpen 11 4 X X Den Haag 8 2 X Deventer X X X Genk X X X Gent X X Groningen X X X Leerdam 15 6 X X X Ronse 12 4 X X Tilburg 17 6 X X Turnhout 20 7 X X Vilvoorde Waalwijk 8 3 X Totaal: Bij elkaar heeft dus een groot aantal personen aan deze uitwisseling deelgenomen. De aantallen zijn echter zeer verschillend van gemeente tot gemeente. Dat had alles te maken met de voorgeschiedenis en de intensiteit van de voorbereiding. Voor enkele gemeenten was dit het opnieuw oppakken van een oude relatie, voor anderen betrof het een eerste oriëntatie, terwijl nog anderen relatief veel geïnvesteerd hebben in de voorbereiding. Ook de breedte van het thema of de thema s was mede bepalend voor het aantal te betrekken personen. In Vilvoorde ten slotte heeft (totnogtoe) geen studiebezoek plaatsgevonden. De thema s die tijdens de uitwisseling aan bod kwamen zijn samengevat in volgende tabel. Tabel 2: thema s per studiebezoek Bezoek Thema aan: Antwerpen Bereiken van stilzwijgende meerderheid, monitoring van doelstellingen Den Haag Maatschappelijke participatie, vraaggestuurd beleid Deventer Wijkaanpak, wijkontwikkeling, herstructurering, integratie Genk Wijkaanpak, wijkontwikkeling, integratie Gent Jeugdbeleid Groningen Vensterscholen Leerdam Sociale cohesie Ronse Sociale cohesie Tilburg Gebiedsgericht werken, impulswijken, sociale activering Turnhout Burgerparticipatie, activering, werkgelegenheid, ontmoeting, armoede Vilvoorde --- Waalwijk Wet maatschappelijke ondersteuning en burgerparticipatie Vastgesteld kan worden dat een drietal benaderingen zijn gevolgd. Enkele gemeenten hebben zo breed mogelijk de gemeentelijke beleidsstrategie met betrekking tot breed welzijn willen laten zien (wijkgerichte benadering bijvoorbeeld). Andere gemeenten 25

26 hebben de uitwisseling toegespitst op één beleidsterrein daarbinnen (jeugdbeleid bijvoorbeeld, of sociale cohesie), terwijl nog andere gemeenten een meer instrumentele benadering hebben gekozen (monitoren van beleidseffecten bijvoorbeeld). 26

27 Hoofdstuk 2 Bevindingen van de interviews met Nederlandse participanten 2.1. Algemene bevindingen en conclusies Met alle Nederlandse gemeenten heeft een interview plaatsgevonden. In één gemeente vond een face to face gesprek plaats met twee ambtenaren. In de overige vijf gemeenten werd de contactpersoon telefonisch geïnterviewd. In één gemeente vond een tweede telefonisch interview plaats met een medewerker van een particuliere welzijnsorganisatie. De meeste respondenten geven aan dat het te vroeg is om dit experiment te evalueren, maar dat een voorlopige stand van zaken wel op zijn plaats is. Alle geïnterviewden zijn positief over het initiatief om tot meer uitwisseling te komen tussen Vlaamse en Nederlandse gemeenten met betrekking tot lokaal sociaal beleid. In de eerste plaats zouden gemeenten anders niet aan het initiatief hebben meegewerkt, maar ook na deze eerste ervaring blijft de motivatie om hieraan mee te werken overeind. Er zijn daarvoor verschillende redenen: - De gemeenschappelijke taal maakt het onderling verstaan gemakkelijker, ook al wordt door sommigen gewezen op de valkuil dat de gemeenschappelijke taal de aandacht kan afleiden van verschillen in politieke en beleidssystemen en politieke cultuur. België is net zo n buitenland als Duitsland of Frankrijk. Maar documenten hoeven niet vertaald te worden en niemand hoeft zich tijdens de uitwisseling in een vreemde taal uit te drukken. - De fysieke nabijheid maakt uitwisseling in materiële zin goedkoper: er gaat minder tijd en geld in reizen zitten. - Bij enkele respondenten is er een meer algemene motivatie om op gezette tijden buiten de eigen context te kijken naar welzijnspraktijken en daarvan te leren. Er is overigens een duidelijk verschil tussen de respondenten wat betreft de graad van motivatie. Deze gaat van leuk initiatief over mooi meegenomen tot nuttig. De aanjaagfunctie van CVN wordt zeer op prijs gesteld. Zonder dit zou het er niet van komen. Ook de organisatorische steun is belangrijk. Iemand moet er de gang in houden. Dat geldt overigens ook voor de organisatie binnen de eigen gemeente. Interne steun, bijvoorbeeld van een unit internationaal is bijzonder handig. Financiële steun van CVN wordt gezien als extra impuls, maar het ontbreken daarvan zou voor de meeste respondenten geen bezwaar zijn. Het zou wel het introductieproces vertragen, omdat er bij de meeste gemeenten geen vaste post hiervoor op de begroting staat. En bovendien hangen de kosten natuurlijk ook samen met de intensiteit van de uitwisseling (zie verdere opmerkingen over diepgang). Door veel respondenten wordt behoefte aan meer inhoudelijke steun uitgesproken. Dat geldt zowel voor de keuze van de beste partner steden als voor de keuze van de thema s en de inhoudelijke voorbereiding op de studiebezoeken. De match van de gemeenten betreft globaal twee aspecten: de grootte en algemene context van de gemeente enerzijds, en de gekozen partners binnen die gemeente. Wat het eerste betreft zijn alle gemeenten, op één na, te spreken over de match. Wat het tweede aspect betreft zijn er meer bedenkingen. In enkele gevallen zat men met partners om de tafel die binnen de gemeente een geheel andere rol en functie vervullen. Dit had dan te maken met de verschillende organisatorische structuur en de naamgeving van diensten of afdelingen binnen de gemeenten (de eerder genoemde valkuil). 27

28 Alle partners vinden dat het zeker de moeite loont om de uitwisseling tussen gemeenten in duoverband verder te zetten. Tegelijk vinden alle respondenten ook dat de aanpak voor verbetering vatbaar is. Er zijn echter verschillende opvattingen over wat die verbeteringen zouden moeten zijn: meer verdieping binnen een vast duo, dan wel wisseling van duo; meer en betere voorbereiding, langere bezoeken, dan wel betere initiële match en hou het simpel. Door enkele medewerkers wordt erop gewezen dat de kwaliteit van de uitwisseling zou winnen bij een uitwisseling op verschillende niveaus: bestuurlijk, ambtelijk, professioneel (inbegrepen particuliere instellingen) en vrijwilligers. De uitwisseling tussen vertegenwoordigers van die verschillende niveaus zou ook binnen één werkbezoek georganiseerd kunnen worden. Samenvattend: deze eerste uitwisseling wordt door de meeste Nederlandse gemeenten gezien als een interessante ervaring die vooral lessen voor het uitbouwen van het experiment in de toekomst oplevert. Inhoudelijke lessen zijn er weinig volgens sommigen, of daar valt nog weinig over te zeggen vinden anderen, behalve door één gemeente die al een langere uitwisselingsrelatie had met de Vlaamse partnerstad. Leren van elkaar vergt tijd. Iemand formuleerde het zo: het begint met het spiegeleffect, waardoor je beter naar jezelf leert kijken; vervolgens ga je je verdiepen in verschillen en overeenkomsten; uiteindelijk ontdek je welke elementen in de praktijk van anderen een inspiratiebron kunnen zijn voor je eigen praktijk Faciliteren en ondersteunen De organisatorische steun van CVN wordt door alle Nederlandse gemeenten zeer op prijs gesteld en adequaat gevonden. De gemeenten zien dit ook als een noodzaak om voortgang in de uitwisseling te houden. Het faciliteren met financiële middelen wordt als een aardige bijkomstigheid gezien, maar door de meeste gemeenten niet als noodzakelijk voor het voortzetten van het experiment. Meer inhoudelijke steun echter, zowel om de juiste gemeente te vinden, om daarbinnen de juiste contactpersonen te identificeren en een adequate omschrijving van potentiële thema s te geven, wordt door iedereen als onontbeerlijk gezien voor het succesvol verder zetten van dit experiment. De drie genoemde aspecten (gemeenten, afdelingen, thema s) hangen nauw samen en moeten in een iteratief proces worden opgepakt. Eén of andere vorm van database, met algemene informatie over bestuur en beleid op gemeentelijk niveau in Nederland en Vlaanderen, zou goede diensten kunnen bewijzen. Maar ook een dating site waarop gemeenten (en wellicht ook andere lokale partijen) zich kunnen aanmelden voor uitwisseling op bepaalde thema s zou kunnen helpen. Ook bij de inhoudelijke voorbereiding zou steun van buiten (door CVN of anderszins) zeer gewaardeerd worden. Dat geldt zowel voor het voorstellen van een werkwijze als voor het helpen checken van de juiste partnerkeuze (gemeentelijke afdeling) en het afstemmen van de thema s Werkwijze en continuïteit De feitelijke werkwijze om de uitwisseling voor te bereiden en het verloop van de uitwisseling zelf verschilden nogal van gemeente tot gemeente. 28

29 In een aantal gevallen wist de contactpersoon niet precies aan te geven hoe het idee voor deze uitwisseling bij de gemeente was terechtgekomen. Toevallige contacten en ontmoetingen blijken een belangrijke rol te hebben gespeeld. Volgens meerdere geïnterviewden is het gevolg hiervan dat de match met de Vlaamse partner gemeente niet optimaal genoemd kan worden. Er is in dit experiment meestal, maar niet in alle gevallen gekeken in welke mate de duo s qua demografische en sociaaleconomische context op elkaar aansloten. Binnen de gemeenten is gezocht naar een of meerdere op elkaar aansluitende thema s, maar dat leverde door de relatief onbekende organisatiestructuur en terminologie niet steeds de juiste gesprekspartners op. In enkele gevallen kwamen de partners er slechts bij een studiebezoek achter dat ze uit heel verschillende gemeentelijke afdelingen kwamen. Enkele respondenten geven aan dat het daarom aangewezen is om meer werk te maken van voorinformatie op basis waarvan partnergemeenten en gesprekspartners daarbinnen - gekozen kunnen worden. Enkele gemeenten hebben vrij veel aandacht gegeven aan het gezamenlijk bepalen van de agenda voor de studiebezoeken. Daartoe zijn soms ook voorbereidende bijeenkomsten belegd. Andere gemeenten hebben ervoor gekozen om de agenda vooral door de gastheerstad te laten voorbereiden, waardoor het studiebezoek zelf meer als een eerste oriëntatie werd ervaren. Er is in de meeste uitwisselingen een gemengd gezelschap gevormd van bestuurders (politici), beleidsambtenaren en uitvoerders (professionals en/of vrijwilligers). De interesses en informatiebehoeften van elk van die groepen kwamen dan ook slechts gedeeltelijk aan bod. Door een aantal respondenten is aangegeven dat de werkwijze tijdens de uitwisseling met deze verschillende niveaus rekening zou moeten houden. Dat zou bijvoorbeeld kunnen door parallel werksessies te organiseren voor de verschillende groepen, of door een studiebezoek toe te spitsen op één van die groepen. Ten slotte werd de respondenten gevraagd of ze continuïteit in de uitwisseling tussen een bepaald duo op prijs zouden stellen. De antwoorden daarop waren zeer wisselend, mede afhankelijk uiteraard van de mate waarin de match bevallen was. Enkele respondenten zegden verder te willen gaan met het uitdiepen van de thema s die waren aangesneden. Soms voegden ze daaraan toe dat dan wellicht een studiebezoek met een hele groep niet de aangewezen methode is. Een korte stage van één of twee personen in een bepaalde functie wordt dan bijvoorbeeld effectiever gevonden. Anderen zegden wel het contact met de betreffende gemeente te willen verder zetten, maar dan met de juiste gesprekspartners of op een ander thema. In enkele gesprekken kwam het dilemma aan de orde van: kiezen voor diepgang versus de beperkte tijd en energie die beschikbaar is voor dit soort uitwisselingen. Ondersteuning van een derde partij in inhoudelijke zin kan hierin veel betekenen werd gezegd. Deze steun kan extern zijn aan de gemeente (bijvoorbeeld CVN), maar ook intern binnen de gemeente (bijvoorbeeld een unit internationaal). Maar de gemeente kan die steun ook bij een particuliere (welzijns-)organisatie vinden. Gemeenten zullen voor zichzelf moeten uitmaken of ze deze uitwisseling zien als een leuk dagje uit met een inhoudelijk interessant programma of als een leerproces dat bijdraagt aan de kwaliteit van lokaal welzijnsbeleid en uitvoeringspraktijk Thema s en duo s in de toekomst Ook al hebben alle respondenten kritische kanttekeningen bij de wijze waarop het experiment totnogtoe is verlopen, allen zijn het erover eens dat dit initiatief met gemeentelijke duo s het verdient om voortgezet te worden. Uit de huidige gang van 29

30 zaken moeten daartoe wel de nodige lessen voor de toekomst getrokken worden. In de vorige paragrafen zijn die grotendeels al genoemd. Samenvattend: - Het blijft belangrijk om een aanjager te hebben die de uitwisseling promoot en organisatorisch faciliteert. Het is handig als dat laatste ook binnen de gemeente gebeurt. Externe financiële ondersteuning is niet cruciaal, maar is wel een steun in de rug en vereenvoudigt de procedurele gang door de gemeente - De uitwisseling zou minder vrijblijvend moeten zijn. Dat wil zeggen dat de thema s beter voorbereid zouden kunnen worden: toespitsen op één thema bijvoorbeeld. Maar dit betekent ook dat bestuurlijke betrokkenheid belangrijk is: de politiek moet het willen. - Gemeenten zouden meer keuzemogelijkheden aangeboden moeten krijgen wat betreft potentiële partners. - Er is behoefte aan meer basisinformatie over bestuurlijke systemen en algemene beleidsontwikkelingen in Nederland en Vlaanderen, om misverstanden en mismatches te voorkomen. - Meer inhoudelijke ondersteuning, zowel in de voorbereiding (match) als in de uitvoering (thema s helpen kiezen werkwijze voorstellen). - Verschillende niveaus apart laten uitwisselen (politiek beleid uitvoering). Het is in elk geval van belang zeggen enkelen om ook maatschappelijke organisaties (inclusief vrijwilligers) bij de uitwisseling te betrekken. - Verdieping zoeken kan het beste door ook andere werkwijzen te gebruiken naast studiebezoeken. Daarbij worden korte stages expliciet genoemd. Daarnaast geven enkele respondenten aan dat wellicht ook thematische bijeenkomsten van meerdere gemeenten zinvol kunnen zijn. De Nederlandse interviews leverden enkele nieuwe inhoudelijke thema s op voor mogelijke toekomstige uitwisselingen: - Door een respondent werd actief burgerschap genoemd als een onderwerp waar Nederland het nodige van Vlaanderen zou kunnen leren. Burgers lijken in Vlaanderen minder op de overheid te leunen. Voor Nederland zou het aardig zijn om daarvan te leren hoe je het leven weer aan de burger kan geven. - Een tweetal respondenten noemt aanpakken van onderwijs- en taalachterstanden als een interessant thema voor de toekomst. - Ook de bestuurlijke en beleidsstructuren, inclusief ambtelijke processen werden genoemd als onderwerp voor uitwisseling. - In grensregio s zou regionale welzijnsplanning en voorziening een onderwerp voor samenwerking kunnen zijn, maar dan niet op stedelijk maar op regionaal niveau (betrekken van meerdere gemeenten). Ten slotte zeggen respondenten dat het van belang is dat dit initiatief breed bekend gemaakt wordt zodat meer gemeenten zich spontaan zouden kunnen aanbieden. Kanalen die daarvoor genoemd werden zijn de organisaties van gemeenten, maar ook de provincies. 30

Samenwerking dankzij, of ondanks verschillen?

Samenwerking dankzij, of ondanks verschillen? Samenwerking dankzij, of ondanks verschillen? Patrick Kenis Academic Dean TiasNimbas Business School Hoogleraar Beleid- en Organisatiewetenschappen, Universiteit Tilburg Voor iemand die in zeer verschillende

Nadere informatie

10 Innovatielessen uit de praktijk 1

10 Innovatielessen uit de praktijk 1 10 Innovatielessen uit de praktijk 1 Geslaagde gastoudermeeting levert veel ideeën op voor innovatie! Wat versta ik onder innoveren? Innoveren is hot. Er zijn vele definities van in omloop. Goed om even

Nadere informatie

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen

Bezoekadres Kenmerk Uw brief Bijlage(n) Maatschappelijke diensttijd, kansen en uitdagingen > Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Bezoekadres Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340

Nadere informatie

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking

Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking Startnotitie Digitaal Platform voor presentatie van het beste en mooiste van de Vlaams-Nederlandse culturele samenwerking Commissie Cultureel Verdrag Vlaanderen - Nederland Brussel, april 2014 CVN heeft

Nadere informatie

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert

Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Onderzoeksopzet De Poort van Limburg gemeente Weert Weert, 6 september 2011. Rekenkamer Weert Inhoudsopgave 1. Achtergrond en aanleiding 2. Centrale vraagstelling 3. De wijze van onderzoek 4. Deelvragen

Nadere informatie

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein

Organiseren van samenwerking in het jeugddomein Organiseren van samenwerking in het jeugddomein De overkoepelende resultaten van vier afstudeeronderzoeken Publiek Management In opdracht van Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) hebben vier studenten Bestuurs-

Nadere informatie

Advies aan de gemeenteraad

Advies aan de gemeenteraad Advies aan de gemeenteraad Postregistratienummer *17.0015677* 17.0015677 Raadsvergadering: 1-2-2018 Voorstel: 2.46 Agendapunt: 13 Onderwerp Definitief besluit Muziekeducatie nieuwe stijl, Opmeer Actief

Nadere informatie

Checklist Afspraken met elkaar maken voor scholen en stagebieders

Checklist Afspraken met elkaar maken voor scholen en stagebieders Rondom: Hoe werk je samen aan een goed begeleide stage? Checklist Afspraken met elkaar maken voor scholen en stagebieders Deze checklist is voor scholen en (potentiële) stagebieders die elkaar beter willen

Nadere informatie

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers nderzoek uitgevoerd in opdracht van: Gemeente Goirle DIMENSUS beleidsonderzoek April 2012 Projectnummer 488 Het onderzoek De gemeente Goirle is eind april 2010

Nadere informatie

Weerbaarheidsnieuws. Thema: duurzame inzetbaarheid. Nr. 17 NIEUWSBRIEF. Inhoudsopgave: Weerbaarheidsnieuws

Weerbaarheidsnieuws. Thema: duurzame inzetbaarheid. Nr. 17 NIEUWSBRIEF. Inhoudsopgave: Weerbaarheidsnieuws Programma Versterking Professionele Weerbaarheid NIEUWSBRIEF Nr. 17 juli 2015 Weerbaarheidsnieuws Eind 2015 stopt het programma. De onderzoek-portefeuille gaat over naar de Politieacademie. Tijdens het

Nadere informatie

Doorbreek je belemmerende overtuigingen!

Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Doorbreek je belemmerende overtuigingen! Herken je het dat je soms dingen toch op dezelfde manier blijft doen, terwijl je het eigenlijk anders wilde? Dat het je niet lukt om de verandering te maken? Als

Nadere informatie

Verhaal van verandering

Verhaal van verandering Belgische Ashoka Fellow Ashoka : Kun je ons iets vertellen over je familie en waar je bent opgegroeid? Ingrid : Ik ben opgegroeid in Antwerpen, een belangrijke stad in Vlaanderen, België. Ik heb een oudere

Nadere informatie

Beleidsplan 2012 t/m 2016

Beleidsplan 2012 t/m 2016 Beleidsplan 2012 t/m 2016 Mei 2012 Beleidsplan 2012 t/m 2016 Inleiding Dit beleidsplan is het resultaat van een voortgaand proces, waar we sinds twee jaar aan werken. In die periode is het volgende gebeurd.

Nadere informatie

Opleidingsprogramma DoenDenken

Opleidingsprogramma DoenDenken 15-10-2015 Opleidingsprogramma DoenDenken Inleiding Het opleidingsprogramma DoenDenken is gericht op medewerkers die leren en innoveren in hun organisatie belangrijk vinden en zich daar zelf actief voor

Nadere informatie

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten:

Met het nieuwe welzijnsbeleid werkt de gemeente Tiel vanuit de volgende uitgangspunten: Opdrachtformulering kwartiermaker integrale welzijnsopdracht Aanleiding De gemeenteraad van de gemeente Tiel heeft in haar vergadering van juli 2014 het besluit genomen om een inhoudelijke discussie te

Nadere informatie

Samenwerken èn netwerken

Samenwerken èn netwerken Samenwerken èn netwerken Stappenplan voor versterken van zelforganisaties Auteurs Saskia van Grinsven en Jamila Achahchah Fotografie: Guillermo Dazelle MOVISIE Juni 2012 Inleiding Voor je ligt een stappenplan

Nadere informatie

Bruikbare Aanbevelingen om de EILEEN- Benadering toe te passen

Bruikbare Aanbevelingen om de EILEEN- Benadering toe te passen Bruikbare Aanbevelingen om de EILEEN- Benadering toe te passen Verbeterd interculturele leren in Europese ondernemingen Nederlandstalige Versie Dutch Language Version De EILEEN Aanbevelingen Introductie

Nadere informatie

Gewoon meedoen in je eigen wijk! TOOLKIT VOOR WERKERS

Gewoon meedoen in je eigen wijk! TOOLKIT VOOR WERKERS Gewoon meedoen in je eigen wijk! TOOLKIT VOOR WERKERS December 2012 1 Draaiboek Gewoon meedoen in je wijk! Aanleiding van dit draaiboek Gewoon Meedoen in je wijk is een pilotproject dat in 2010 en 2011

Nadere informatie

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo

Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo Stimuleringsproject LOB in het mbo Versterking van LOB in de doorlopende leerlijn vmbo-mbo Visie ontwikkelen in regionale inspiratiebijeenkomsten Wat verstaan we eigenlijk onder loopbaanoriëntatie en -begeleiding

Nadere informatie

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap

Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap 10 Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Vernieuwing geeft méér waarde aan medezeggenschap Kim van der Hoeven 1. Inleiding Ontwikkelingen in maatschappij en samenleving denk met name aan de

Nadere informatie

SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11

SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11 SPEELWIJZE WERKPLEZIER SPEL - Bladzijde 1 / 11 SPEELWIJZE Werkplezier Spel Heb je plezier in je werk? Dat is een vraag die regelmatig wordt gesteld. Is je antwoord ja, dan is de kunst dit zo te houden.

Nadere informatie

Vrijwilligersverenigingen

Vrijwilligersverenigingen Vrijwilligersverenigingen Activiteiten organiseren via een verenigingsstructuur is een relatief nieuwe manier om vrijwilligers in te zetten in zorgorganisaties. Deze ontwikkeling kan aantrekkelijk zijn

Nadere informatie

Ridderkerk dragen we samen!

Ridderkerk dragen we samen! Ridderkerk dragen we samen! Inleiding In mei 2015 heeft de gemeenteraad de startnotitie vastgesteld met de titel Ridderkerk dragen we samen! De subtitel luidt: van burgerparticipatie naar overheidsparticipatie.

Nadere informatie

Rapport onderzoek Afgevaardigden

Rapport onderzoek Afgevaardigden 1. Inleiding Op 30 november 2012 (herinnering op 12 december) hebben 28 afgevaardigden en 1 oudafgevaardigde van Badminton Nederland een mailing ontvangen met daarin een link naar de enquête Afgevaardigden

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip

Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip Vrijwilligerswerk is geen containerbegrip De veranderende politieke en maatschappelijke verhoudingen resulteren in minder overheid en meer burger. Door de terugtredende overheid ontstaat er meer ruimte

Nadere informatie

Hof de Vriendschap Oordeel deelnemers en bewoners

Hof de Vriendschap Oordeel deelnemers en bewoners Hof de Vriendschap Oordeel deelnemers en bewoners Inhoud:. Conclusies. Oordeel over communicatie 3. Hoe ging de samenwerking? 4. Oordeel over verloop en resultaat 5. Oordeel over nieuwe participatie werkwijze.

Nadere informatie

Factsheet. Samenwerking bij de inkoop in het Sociaal Domein. maart 2016

Factsheet. Samenwerking bij de inkoop in het Sociaal Domein. maart 2016 Factsheet Samenwerking bij de inkoop in het Sociaal Domein maart 2016 Deze factsheet biedt een korte blik op de samenwerkingen die Nederlandse gemeenten aangaan bij de inkoop van zorg en ondersteuning,

Nadere informatie

Toespraak staatssecretaris Bijleveld (BZK) Festival In actie met burgers! Woensdag 16 december 2009. Dames en heren,

Toespraak staatssecretaris Bijleveld (BZK) Festival In actie met burgers! Woensdag 16 december 2009. Dames en heren, Toespraak staatssecretaris Bijleveld (BZK) Festival In actie met burgers! Woensdag 16 december 2009 Dames en heren, Een maand geleden mocht ik in Utrecht samen met vertegenwoordigers van 47 Europese landen

Nadere informatie

Netwerktips lid bereid te geven een tip Bereid je voor Onderhoud je contacten Schrijf Mis geen kansen positief niet al te moeilijk

Netwerktips lid bereid te geven een tip Bereid je voor Onderhoud je contacten Schrijf Mis geen kansen positief niet al te moeilijk Netwerktips Hieronder een aantal tips op een rijtje: niet uitputtend, maar gewoon een selectie van mogelijkheden om in contact te komen met potentiele nieuwe klanten. 1. Word lid van een club, een mailinglist,

Nadere informatie

ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN

ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN ONDERZOEK GEBIEDSGERICHT WERKEN Gemeente Oss November 2017 www.ioresearch.nl ONDERZOEKSVRAGEN 1. Hoe is het beleid rondom gebiedsgericht werken vormgegeven? 2. Wat zijn de ervaringen van de intern en extern

Nadere informatie

We spreken af bij de waterkant. Winterswijk, 12 april 2017

We spreken af bij de waterkant. Winterswijk, 12 april 2017 We spreken af bij de waterkant Winterswijk, 12 april 2017 1 We spreken af bij de waterkant Ruim 40 deelnemers kwamen op 12 april 2017 naar Winterswijk voor de workshop We spreken af bij de waterkant. Het

Nadere informatie

Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal Verslag & Uitslag Enquête

Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal Verslag & Uitslag Enquête Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal 2014-2018 Verslag & Uitslag Enquête Bloemendaal, 23 februari 2018 Evaluatie werkwijze gemeenteraad Bloemendaal 2014-2018 1 Inleiding Verslag & Uitslag Enquête

Nadere informatie

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Onderwerp Evaluatie nieuwe impuls Steller M. Mulder De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN Telefoon (050) 367 60 97 Bijlage(n) 1 Ons kenmerk 6044570 Datum 23-11-2016 Uw brief van Uw

Nadere informatie

Draaiboek Maatschappelijke stages voor stagebieders De Vrijwilligerscentrale Deventer, oktober 2009. Inhoud

Draaiboek Maatschappelijke stages voor stagebieders De Vrijwilligerscentrale Deventer, oktober 2009. Inhoud Draaiboek Maatschappelijke stages voor stagebieders De Vrijwilligerscentrale Deventer, oktober 2009 Inhoud 1. Oriëntatie op de maatschappelijke stage 2. Eigen visie ontwikkelen 3. Afstemming zoeken 4.

Nadere informatie

Samenwerken over sectoren heen

Samenwerken over sectoren heen Samenwerken over sectoren heen Inhoud In deze workshop wordt de betekenis en de meerwaarde van samenwerken tussen verschillende organisaties uitgewerkt. We schetsen hoe zo n samenwerking kan evolueren,

Nadere informatie

7. Conclusies en aanbevelingen

7. Conclusies en aanbevelingen 7. Conclusies en aanbevelingen 7.1 Algemeen Op CBS Het Galjoen worden al goede initiatieven genomen om de ouderbetrokkenheid te stimuleren en te vergroten, ook al kan er nog het één en ander aan uitgebreid

Nadere informatie

Sociaal Makelen voor Krachtige Wijken Samenvatting van de rapportage tussentijdse evaluatie sociaal makelaarschap augustus 2013 december 2014

Sociaal Makelen voor Krachtige Wijken Samenvatting van de rapportage tussentijdse evaluatie sociaal makelaarschap augustus 2013 december 2014 Sociaal Makelen voor Krachtige Wijken Samenvatting van de rapportage tussentijdse evaluatie sociaal makelaarschap augustus 2013 december 2014 Uitgevoerd door Onderzoeksnetwerk Sociaal Domein Utrecht Initiatieven

Nadere informatie

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector www.angelcoaching.nl

13 Acquisitietips. AngelCoaching. Coaching en training voor de creatieve sector www.angelcoaching.nl 13 Acquisitietips AngelCoaching Coaching en training voor de creatieve sector Tip 1 Wat voor product/dienst ga je aanbieden? Maak een keuze, niemand kan alles! Tip 1 Veel ondernemers zijn gezegend met

Nadere informatie

Vrijwillige inzet is de basis

Vrijwillige inzet is de basis Vrijwillige inzet is de basis Soms hebben mensen een duwtje in de rug nodig om actief te worden als vrijwilliger. U kunt samen met vrijwilligers en organisaties een belangrijke rol spelen bij het stimuleren

Nadere informatie

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld

Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld Onderzoeksopzet wijkplatforms gemeente Barneveld December 2011 1. Inleiding In 2003 bezocht de burgemeester van de gemeente Barneveld samen met de politie en de woningstichting de dorpskernen van de gemeente

Nadere informatie

KNLTB Stappenplan. beleidsplan tennisvereniging X

KNLTB Stappenplan. beleidsplan tennisvereniging X KNLTB Stappenplan beleidsplan tennisvereniging X Inleiding Iedere verenigingsbestuurder weet in het achterhoofd dat het belangrijk is om beleidsmatig en doelgericht te werken. Toch komen de meeste verenigingsbestuurders

Nadere informatie

Met een rugzakje vol info ga ik naar huis, veel gesprekken, leuke manier van middagvulling.

Met een rugzakje vol info ga ik naar huis, veel gesprekken, leuke manier van middagvulling. Leerzaam, leuk, nieuwe contacten opgedaan, nieuwe ideeën. Het open Space concept is geweldig. Met een rugzakje vol info ga ik naar huis, veel gesprekken, leuke manier van middagvulling. Ontspannen maar

Nadere informatie

De stand van mediation

De stand van mediation De stand van mediation Onderzoek bij gemeenten naar de stand van zaken rond mediation 30 november 2007 1 Inleiding Steeds meer gemeenten ontdekken mediation als manier om conflictsituaties op te lossen.

Nadere informatie

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners

Onderzoek burgerinitiatief. Tevredenheid van indieners Onderzoek burgerinitiatief Tevredenheid van indieners In opdracht van: De Raadsgriffier Uitgevoerd door: Team Beleidsonderzoek en Informatiemanagement Gemeente Purmerend Denise Floris Bert Mentink April

Nadere informatie

TOESPRAAK VAN HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR 24 januari 2008

TOESPRAAK VAN HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR 24 januari 2008 TOESPRAAK VAN HILDE CREVITS VLAAMS MINISTER VAN OPENBARE WERKEN, ENERGIE, LEEFMILIEU EN NATUUR 24 januari 2008 Studievoormiddag Doelgroepen en milieubeleid: focus op prioritaire sectoren van industrie

Nadere informatie

JAARVERSLAG STICHTING GEEFEROM

JAARVERSLAG STICHTING GEEFEROM JAARVERSLAG STICHTING GEEFEROM 2013 Arnhem, juni 2014 Voorwoord Voor u ligt het eerste jaarverslag van Stichting Geeferom 2013. Een Stichting opgericht vanuit een visie dat vele kleine beetjes een mooiere,

Nadere informatie

Worldschool Young European Specialists. Programma voor deelnemende leerlingen. YES! in het kort. YES! Young European Specialists

Worldschool Young European Specialists. Programma voor deelnemende leerlingen. YES! in het kort. YES! Young European Specialists Worldschool Young European Specialists YES! Young European Specialists Programma voor deelnemende leerlingen YES! is een speciaal onderwijsprogramma voor leerlingen van het VWO, vijfde leerjaar. Honderd

Nadere informatie

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg

Nieuwsflits. Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg Nieuwsflits Inhoud Evaluatieonderzoek naar de Regeling palliatieve terminale zorg 1. Adviesrapport bureau HHM is openbaar gemaakt Pagina 1 2. Conclusies en advies HHM voor toekomst Pagina 1 3. Kamerbrief

Nadere informatie

Activiteiten Jaarverslag 2013

Activiteiten Jaarverslag 2013 Activiteiten Jaarverslag 2013 Inhoudsopgave 1 Een bezoek van de wethouder 2 Project Kunst en Cohesie 3 Bewonersdag 4 Bijeenkomst met de wijkbewoners 5 Burendag 6 Culturele thee avonden 7 De tafel van één

Nadere informatie

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie

Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie BLANCO gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6463 Inboeknummer 15bst01200 Beslisdatum B&W 8 september 2015 Dossiernummer 15.37.551 Raadsvoorstel Programma Inwoners - en Overheidsparticipatie 2015-2018 Inleiding

Nadere informatie

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis

Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis Voorstel voor een Maatschappelijke Verkenning naar de beleving van het begrip Veiligheid door de inwoners van Maassluis Het instrument Een Maatschappelijke Verkenning is een instrument voor de gemeenteraad

Nadere informatie

LID WORDEN VAN DE KINDERRECHTENCOALITIE 1

LID WORDEN VAN DE KINDERRECHTENCOALITIE 1 LID WORDEN VAN DE KINDERRECHTENCOALITIE 1 INHOUD 1. Wat is de kinderrechtencoalitie? 2. Wederzijdse verwachtingen Kinderrechtencoalitie - leden 2.1 Aanbod aan de leden 2.2. Verwachtingen t.a.v. de leden

Nadere informatie

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL

DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID OVER GOEDE DOEL Meting maart 2013 Het Nederlandse Donateurspanel van WWAV wordt mede mogelijk gemaakt door het CBF en is uitgevoerd door Peil.nl DONATEUR KIEST GOEDE DOEL VANWEGE ONDERWERP EN STOPT MET STEUN VANWEGE ONTEVREDENHEID

Nadere informatie

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam

Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Pedagogisch beleid in Brede School de Waterlelie, Prinsenhof te Leidschendam Inleiding: ATB de Springplank, een algemeen toegankelijke basisschool en Vlietkinderen, maatwerk in kinderopvang, beiden gehuisvest

Nadere informatie

Bestuurlijke integriteit

Bestuurlijke integriteit Bestuurlijke integriteit Onderzoek Bestuurlijke Integriteit Onderzoeksopzet Rekenkamercommissie De Wolden Maart 2014 Status: definitief Versie: 4 Rekenkamercommissie De Wolden 1 A. Wat willen wij bereiken?

Nadere informatie

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties

Thematische behoeftepeiling. Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Thematische behoeftepeiling Uitkomsten en conclusies van een brede enquête onder patiëntenorganisaties Inleiding In de komende jaren ontwikkelt de VSOP toerustende activiteiten voor patiëntenorganisaties

Nadere informatie

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren.

Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren. 1/5 Fase 1: Wat wilde ik bereiken? Handelen/ ervaring opdoen Ik wilde een opdracht ontwikkelen voor leerlingen die voldoet aan de uitgangspunten van competentiegericht leren. De opdracht wilde ik zo ontwikkelen,

Nadere informatie

Europakenner Onderzoeker Journalist. toepassing. bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties. gehaald op:

Europakenner Onderzoeker Journalist. toepassing. bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties. gehaald op: Europakenner Onderzoeker Journalist Europeaan en invloeden Europese en internationale instellingen bediscussiëren en beargumenteren van Europese kwesties toekomst als Europees burger formuleren Een Europeaan

Nadere informatie

Een goed leven voor.

Een goed leven voor. Een goed leven voor. Juultje Holla - Perspectief - maart 2013 Als onderdeel van het ZonMW project Zeggenschap en Inclusie Met dank aan Rob, die mij hierbij enorm geholpen heeft. Een goed leven voor. Een

Nadere informatie

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR

DE BASIS EN SPEERPUNTEN VOOR 1 JAARPLAN 2015 Voorwoord Het jaar 2014 is bijzonder succesvol geweest voor Present Rotterdam. Met succes zijn we op weg naar een stabiele organisatie met vaste partners, hebben we veel groepen vrijwilligers

Nadere informatie

Zo kijkt VVJ naar participatie 1

Zo kijkt VVJ naar participatie 1 Zo kijkt VVJ naar participatie Groeien naar meer participatief besturen Groeien naar, want kun je niet snel snel, en niet in je eentje Participatief besturen : is voor VVJ een voorwaarde voor goed beleid

Nadere informatie

24 september september 2018

24 september september 2018 Aan de raad van de gemeente Olst-Wijhe. Raadsvergadering d.d. Agendapunt Opiniërend besproken d.d. Portefeuillehouder 24 september 2018 10 10 september 2018 wethouder A.G.J. Bosch Zaaknummer 7184-2018

Nadere informatie

Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt. WMO-werkplaats door Ronald Schurer

Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt. WMO-werkplaats door Ronald Schurer Onderzoeksvoorstel wijkzorgteam gemeente Oldambt WMO-werkplaats door Ronald Schurer Inleiding WMO-werkplaats Noord De WMO-werkplaats Noord wil samen met gemeenten en betrokken instellingen een aantal innovatieve

Nadere informatie

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad

Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad Burgerparticipatie en de rol van de gemeenteraad 5 juli 2018 Raadswerkgroep Burgerparticipatie In november 2017 heeft een aantal raadsleden zich opgegeven om de Raadswerkgroep Burgerparticipatie te vormen

Nadere informatie

1 Leren op de werkplek

1 Leren op de werkplek 1 Leren op de werkplek Wat is leren op de werkplek? Om dit te verduidelijken onderscheiden we in dit hoofdstuk twee vormen van leren: formeel en informeel leren. Ook laten we zien welke vormen van leren

Nadere informatie

Beleidsplan Stichting The Dutch Tulip

Beleidsplan Stichting The Dutch Tulip Beleidsplan Stichting The Dutch Tulip 2018-2019 Stichting The Dutch Tulip Kanaalweg 33 2903 LR Capelle a/d IJssel www.thedutchtulip.nl Inschrijvingsnummer KvK: 6609346 Inhoudsopgave Voorwoord 3 De organisatie

Nadere informatie

De mistige belofte van zelfbeheer

De mistige belofte van zelfbeheer De mistige belofte van zelfbeheer Expertmeeting Burgerkracht Frank van Steenbergen 13-06-2013 DRIFT in Carnisse Sociale innovatie op wijkniveau Consortium van vier actiegerichte partijen die experimenteren

Nadere informatie

Introductie. Evaluatie VN Panel. Vesrie: 12 juni 2016

Introductie. Evaluatie VN Panel. Vesrie: 12 juni 2016 Evaluatie VN Panel Vesrie: 12 juni 2016 Introductie Tynaarlo is de eerste gemeente in Nederland met een VN Panel. Dit panel vloeit voort uit het VN-verdrag voor de rechten van mensen met een beperking

Nadere informatie

*V Gemeente rs. Jur Botter, MPA

*V Gemeente rs. Jur Botter, MPA *V Gemeente rs. Jur Botter, MPA y Haarlem Wethouder Jeugd en Onderwijs, Vastgoed, Nieuwe Democratie, Bedrijfsvoering en Dienstverlening De Wijkraden van de gemeente Haarlem De Stichting Stadsgesprekken

Nadere informatie

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen We zien een datagedreven wereld vol kansen Toepassingscentrum voor big data oplossingen We zien succesvolle organisaties groeien door big data 50% van de meest succesvolle organisaties Volg ons op twitter:

Nadere informatie

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net

Traject Tilburg. Aanvragers: Gemeente Tilburg. Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Traject Tilburg Aanvragers: Gemeente Tilburg Adviseur: Monique Postma, Alleato, CMO-net Opgave: Beantwoorde ondersteuningsvraag In Tilburg is het traject Welzijn Nieuwe Stijl onderdeel van een groter programma

Nadere informatie

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan?

HET PROJECTPLAN. a) Wat is een projectplan? HET PROJECTPLAN a) Wat is een projectplan? Vrijwel elk nieuw initiatief krijgt de vorm van een project. In het begin zijn het wellicht vooral uw visie, ideeën en enthousiasme die ervoor zorgen dat de start

Nadere informatie

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Grijp je Ambities Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Je dromen verwezenlijken in 7 stappen. Grijp je ambities Brengt je dichterbij je ideaal Geeft je inzicht in jouw persoonlijke

Nadere informatie

Provincie Noord-Holland

Provincie Noord-Holland POSTBUS 3007 2001 DA HAARLEM Provinciale Staten van door tussenkomst van de Statengriffier, mw. Drs. K. Bolt, Dreef 3, tweede etage 201 2 HR Haarlem Gedeputeerde Staten Uw contactpersoon M. L. Loef KAB/IBT

Nadere informatie

Onderzoek Van regels naar relaties

Onderzoek Van regels naar relaties Onderzoek Sinds maart 2017 doet Annemarie de Brabander bij Topaz (locatie Munnekeweij) onderzoek naar de beweging. Hoe kunnen de inzichten uit haar onderzoek vertaald worden naar Waarde-vol Onderwijs?

Nadere informatie

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING In gesprek met elkaar. Uitwerking van de stellingen. De onderstaande stellingen hebben we deze avond besproken onder elke stelling staan een aantal opmerkingen die

Nadere informatie

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016

Kwaliteitsvol. jeugdwerk. In vogelvlucht. Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 Kwaliteitsvol jeugdwerk Startmoment traject Jeugdwerk in de Stad Brussel, 27 september 2016 In vogelvlucht Kwaliteitsvol jeugdwerk Toelichting bij de politieke discussie in de EU en het traject van de

Nadere informatie

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W

Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W Zelfreflectie meetinstrument Ondernemende houding studenten Z&W 1 Naam student: Studentnummer: Datum: Naam leercoach: Inleiding Voor jou ligt het meetinstrument ondernemende houding. Met dit meetinstrument

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Onderdeel. Maatschappelijke Stage

Plan van Aanpak. Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo. Onderdeel. Maatschappelijke Stage Plan van Aanpak Servicepunt Vrijwilligerswerk Hengelo Onderdeel Maatschappelijke Stage 2012 Concept 0.2 Inhoud Deel I Kaders 1. Inleiding 2. Doelgroep 3. Doelstelling 4. Kerntaken 4.1 Makelen en verbinden

Nadere informatie

Evaluatie weblectures bij FLOT. aanleiding

Evaluatie weblectures bij FLOT. aanleiding Evaluatie weblectures bij FLOT aanleiding In september 2013 is bij de lerarenopleiding wiskunde van FLOT gestart met het project weblectures. Het plan was om deze in te zetten bij de cursussen calculus

Nadere informatie

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012)

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) -1- Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie (2009-2012) 1 Aanleiding voor het project Arbeidsparticipatie is een belangrijk onderwerp voor mensen met een chronische ziekte of functiebeperking

Nadere informatie

Nieuwe A. Amsterdammers en taalcoaches gaan samen op stap

Nieuwe A. Amsterdammers en taalcoaches gaan samen op stap Nieuwe A Amsterdammers en taalcoaches gaan samen op stap Mixen in Mokum Nieuwe Amsterdammers en taalcoaches gaan samen op stap Volwassen Amsterdammers met verschillende culturele achtergronden ontmoeten

Nadere informatie

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig

Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Grijp je Ambities Sprankelend Spraakmakend Verrassend Inspirerend Waanzinnig Je dromen verwezenlijken in 7 stappen. Grijp je ambities Brengt je dichterbij je ideaal Laat je talenten leven Helpt je het

Nadere informatie

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie? De externe omgeving wordt voor meer en meer organisaties een onzekere factor. Het is een complexe oefening voor directieteams om

Nadere informatie

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek

praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek praktijkseminarie de operationele aanpak valorisatieproblematiek SBO maatschappelijke finaliteit Prof. Dr. Ann Jorissen (UA) IWT, 11 januari 2010 1 Effective Governance of Private Enterprises: the influence

Nadere informatie

Uiteindelijk gaat het om het openbreken van macht

Uiteindelijk gaat het om het openbreken van macht Uiteindelijk gaat het om het openbreken van macht Als hoogleraar Publieke Innovatie aan de Universiteit Utrecht onderzoekt Albert Meijer vernieuwing in de publieke sector. Open Overheid en Open Data maken

Nadere informatie

Eindverslag SLB module 12

Eindverslag SLB module 12 Eindverslag SLB module 12 Marthe Verwater HDT 3C 0901129 Inhoudsopgave: Eindreflectie.. Blz.3 Reflectieverslag les 1.. Blz.4 Reflectieverslag les 2.. Blz.6 Reflectieverslag les 3.. Blz.8 2 Eindreflectie

Nadere informatie

Een leertraject evalueren tijdens een levendige sessie

Een leertraject evalueren tijdens een levendige sessie onderzoek doen 4 Een leertraject evalueren tijdens een levendige sessie Hoe je de terugblik op een training leerzaam en effectief kunt maken Door Suzanne Verdonschot en Marjolein van Vossen Evalueren van

Nadere informatie

Realisatie. Indienersbrochure DE PILOTSTARTER. Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening

Realisatie. Indienersbrochure DE PILOTSTARTER. Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening Realisatie Indienersbrochure DE PILOTSTARTER Platform voor pilots over de vernieuwing van gemeentelijke informatievoorziening DE PILOTSTARTER Werk je ook aan innovaties om gemeentelijke dienstverlening

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie Nr. 1249 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE

Nadere informatie

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond

Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond Voor en met elkaar : burgerinitiatieven worden beloond Verenigingen, stichtingen en instellingen barsten doorgaans van de ambities en toekomstplannen. Maar om ze te realiseren heb je financiële middelen

Nadere informatie

Gelet op artikel 3, van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem,

Gelet op artikel 3, van de Algemene subsidieverordening gemeente Haarlem, Uitvoeringsregeling Subsidiëring innovatieve projecten algemene voorzieningen en integratie algemene voorzieningen met specialistisch aanbod ingaande 1 april 2015 Het college van Burgemeester en Wethouders

Nadere informatie

Evaluatieformulier. Ja nee. Ja nee. *Ja nee

Evaluatieformulier. Ja nee. Ja nee. *Ja nee Respondenten 66 1 In welke mate voldoet de conferentie aan uw verwachtingen? a Algemeen Volledig 8 16 26 15 1 Helemaal niet b Niveau 2 niet ingevuld Volledig 4 23 23 12 2 Helemaal niet c Inhoud 1 niet

Nadere informatie

INITIATIEFVOORSTEL JONGERENRAAD

INITIATIEFVOORSTEL JONGERENRAAD INITIATIEFVOORSTEL JONGERENRAAD INITIATIEFVOORSTEL JONGERENRAAD 1 Inleiding. De gemeenteraad van Leeuwarden vindt het erg belangrijk dat de jeugd goed geïnformeerd wordt over wat de gemeente en de politiek

Nadere informatie

I Welke kosten kunnen worden betaald met geld van de Stichting Culemborg 700?

I Welke kosten kunnen worden betaald met geld van de Stichting Culemborg 700? Culemborg 700 Op naar een mooi feestjaar, met een beheerst financieel verloop! Versie van 14 juli 2017 Met dit document zet de Stichting Culemborg 700 (C700) de belangrijkste financieel-organisatorische

Nadere informatie

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties prof dr wim derksen Aan de directeur Bouwen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de heer drs J.M.C. Smallenbroek zondag 23 november 2014 Geachte heer Smallenbroek, Op uw verzoek

Nadere informatie

Schriftelijke vragen aan het college van B&W ex artikel 48 RvO

Schriftelijke vragen aan het college van B&W ex artikel 48 RvO Schriftelijke vragen aan het college van B&W ex artikel 48 RvO Datum indiening 1 : Naam indiener: 2 oktober 2016 Adrie van Erp Onderwerp: Aanpak Eenzaamheid Vraag: Geacht college, Cijfers op basis van

Nadere informatie

OPLEIDING LEVENSBESCHOUWING, OVERHEID EN SAMENLEVING

OPLEIDING LEVENSBESCHOUWING, OVERHEID EN SAMENLEVING OPLEIDING LEVENSBESCHOUWING, OVERHEID EN SAMENLEVING Tweejarige deeltijdse academische opleiding voor professionals centrum voor migratie en interculturele studies Universiteit Antwerpen SITUERING Eén

Nadere informatie

Het bestuurlijk netwerk: conclusies en aanbevelingen.

Het bestuurlijk netwerk: conclusies en aanbevelingen. Het bestuurlijk netwerk: conclusies en aanbevelingen. 1. Inleiding. Om goede resultaten te kunnen boeken, werkt de gemeente samen met burgers, bedrijven en instellingen in een bestuurlijk netwerk. Een

Nadere informatie

Beleidsplan NBB district Delft

Beleidsplan NBB district Delft Beleidsplan NBB district Delft 2019-2022 Concept : april 2019 VERANTWOORDING Het beleidsplan van ons district is per 31 december 2018 beëindigd en moet opnieuw voor een aantal jaren worden vastgesteld.

Nadere informatie