Luchtonderzoek deeltracé Utrecht- Geldermalsen

Transcriptie

1 Luchtonderzoek deeltracé Utrecht- Definitief Arnhem, 16 november 2016 SWNL , revisie D1

2 Verantwoording Titel : Luchtonderzoek deeltracé Utrecht- Subtitel : Projectnummer : Referentienummer : SWNL Revisie : D1 Datum : 16 november 2016 Auteur(s) : ir. S.H.D.R. Jansen adres : info.milieu@sweco.nl Gecontroleerd door : ir. D.A. Alkemade Paraaf gecontroleerd : Goedgekeurd door : ing. D.J. van Bunnik Paraaf goedgekeurd : Contact : Velperweg BJ Arnhem Postbus AL Arnhem F SWNL , revisie D1 Pagina 2 van 13

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding Wettelijk kader Milieukwaliteitseisen Regeling beoordeling luchtkwaliteit Uitgangspunten Werkwijze Onderzochte situaties Onderzoeksgebied Onderzochte stoffen Rekenmethode Rekenpunten Emissies spoorverkeer Energieverbruik Emissie verbranding Emissie slijtage Modellering spoorverkeer Concentraties Stikstofdioxide (NO2) Fijn stof (PM10) Fijn stof (PM2.5) Conclusie Bijlage 1: Treinintensiteiten en emissies Bijlage 2: Concentratie NO2 Bijlage 3: Concentratie PM10 Bijlage 4: Concentratie PM2.5 Bijlage 5: Invoergegevens rekenmodel SWNL , revisie D1 Pagina 3 van 13

4 1 Inleiding Op het traject ten noorden van het project Spooromgeving (SOG) is, net als in het project SOG zelf, sprake van een verhoging van de treinintensiteiten als gevolg van het Programma Hoogfrequent Spoor (PHS). Als gevolg van de geplande toename van de treinintensiteiten wijzigen de emissies van luchtverontreinigende stoffen ten gevolge van het spoorverkeer op dit traject. Voor het project SOG (km 24,40 op de spoorlijn richting Utrecht, km 46,30 op de spoorlijn richting Dordrecht, km 44,00 op de spoorlijn richting Tiel en km 26,60 op de spoorlijn richting Den Bosch) zijn de concentraties luchtverontreinigende stoffen na de verhoging van de treinintensiteiten onderzocht. In de omgeving van het project SOG wordt na realisatie van het project voldaan aan de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. In dit rapport zijn de gevolgen van de verhoging van de treinintensiteiten in het PHS op de luchtkwaliteit aanvullend onderzocht voor het traject tussen en Utrecht (van km 24,47 tot km 5,04). Hierbij is getoetst of in de situatie met de geplande toename van de treinintensiteiten, in de directe omgeving van dit traject, ook aan de wettelijke luchtkwaliteitseisen wordt voldaan. Leeswijzer Voorliggend onderzoeksrapport beschrijft in de hierop volgende hoofdstukken respectievelijk het wettelijk kader (hoofdstuk 2), de gehanteerde uitgangspunten (hoofdstuk 3), de emissieberekeningen(hoofdstuk 4) en de resultaten van de concentratieberekeningen (hoofdstuk 5). Het rapport wordt afgesloten met een conclusie (hoofdstuk 6). SWNL , revisie D1 Pagina 4 van 13

5 2 Wettelijk kader In dit hoofdstuk wordt het wettelijke kader geschetst waarbinnen het luchtonderzoek is opgezet. De regelgeving met betrekking tot de luchtkwaliteit van de buitenlucht is opgenomen in de Wet milieubeheer (Wm) en de bijbehorende algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Dit wettelijk stelsel wordt ook wel de Wet luchtkwaliteit genoemd. In deze wet zijn de EU-richtlijnen met betrekking tot de luchtkwaliteit geïmplementeerd. 2.1 Milieukwaliteitseisen Het bevoegd gezag dient in bepaalde gevallen bij het nemen van ruimtelijke en infrastructurele besluiten en bij het verlenen van vergunningen, de luchtkwaliteit mee te nemen in de besluitvorming. Hierbij dient te worden nagegaan wat de gevolgen zijn voor de luchtkwaliteit. Als aan één of meer van onderstaande motiveringsgronden uit de Wet milieubeheer wordt voldaan, mag het bevoegd gezag positief besluiten: a) het project leidt niet tot overschrijdingen van de grenswaarden; b) het project leidt niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit; c) het project draagt niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit; d) het project is onderdeel van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Ad a) Het project leidt niet tot overschrijdingen van de grenswaarden In de Wet milieubeheer zijn luchtkwaliteitsnormen opgenomen voor een aantal stoffen die de luchtkwaliteit bepalen. Deze grenswaarden zijn weergegeven in tabel 2.1. Als de effecten van een project niet leiden tot overschrijdingen van de grenswaarden, kunnen de ontwikkelingen hun doorgang vinden. In Nederland dreigen er in de meeste gevallen enkel overschrijdingen van de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof 1. Tabel 2.1 Grenswaarden stikstofdioxide (NO 2) en fijn stof (PM 10 en PM 2.5) Stof Type norm Grenswaarde (µg/m 3 ) Stikstofdioxide (NO 2) Jaargemiddelde concentratie 40 Stikstofdioxide (NO 2) Uurgemiddelde concentratie 200 a Fijn stof (PM 10) Jaargemiddelde concentratie 40 Fijn stof (PM 10) Daggemiddelde concentratie 50 b Fijn stof (PM 2.5) Jaargemiddelde concentratie 25 a) mag maximaal 18 keer per jaar overschreden worden, b) mag maximaal 35 keer per jaar overschreden worden Ad b) Het project leidt niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit Als de effecten van een project niet leiden tot een verslechtering van de luchtkwaliteit op locaties waar de luchtkwaliteit de grenswaarden overschrijdt, kunnen de ontwikkelingen hun doorgang vinden. Een verslechtering onder de grenswaarden is wel toegestaan. Wanneer de luchtkwaliteit door een project wel verslechtert op locaties waar de grenswaarden worden overschreden, mag onder voorwaarden de saldobenadering worden toegepast (Regeling project-saldering luchtkwaliteit 2007). Dit maakt het in beperkte gevallen mogelijk plaatselijk een verslechtering van de luchtkwaliteit boven de grenswaarden toe te staan als de luchtkwaliteit voor het gehele plangebied per saldo verbetert. 1 Fijn stof (particulate matter; PM) zijn in de lucht zwevende deeltjes van uiteenlopende groottes. PM10-deeltjes hebben een diameter kleiner dan 10 micrometer. PM2.5-deeltjes hebben een diameter kleiner dan 2,5 micrometer. SWNL , revisie D1 Pagina 5 van 13

6 Wettelijk kader Ad c) Het project draagt niet in betekenende mate bij aan de luchtkwaliteit Als de effecten van een project niet in betekenende mate bijdragen aan de luchtkwaliteit, kunnen de ontwikkelingen hun doorgang vinden. In het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) is omschreven dat een project niet in betekenende mate (NIBM) bijdraagt aan de luchtkwaliteit als het project maximaal 3 van de grenswaarde bijdraagt aan de jaargemiddelde concentratie NO2 en PM10. Dit betekent dat projecten voldoen aan de milieukwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer als de jaargemiddelde concentratie van zowel NO2 als PM10 met niet meer dan 1,2 μg/m 3 toeneemt ten opzichte van de autonome ontwikkeling. In de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen), is voor een aantal categorieën van projecten de getalsmatige begrenzing weergegeven waarbinnen geen verdere toetsing aan de 3 grens of de grenswaarden nodig is. Ad d) Het project is onderdeel van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit Het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) is een plan om de luchtkwaliteit in Nederland te verbeteren. Het is een samenwerkingsprogramma van het Rijk en de decentrale overheden. Het NSL bevat alle ruimtelijke ontwikkelingen die de luchtkwaliteit beïnvloeden en stelt hier maatregelen tegenover die de luchtkwaliteit verbeteren. Het doel van het NSL is te voldoen aan de grenswaarden voor stikstofdioxide en fijn stof. Voor projecten die zijn opgenomen in het NSL hoeft niet meer aangetoond te worden dat er wordt voldaan aan de luchtkwaliteits-eisen. 2.2 Regeling beoordeling luchtkwaliteit In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 (Rbl 2007) zijn de regels voor het berekenen en meten van concentraties van luchtverontreinigende stoffen opgenomen. De regeling legt onder andere vast: de standaardrekenmethoden, de generieke invoergegevens en plaats van toetsing. SWNL , revisie D1 Pagina 6 van 13

7 3 Uitgangspunten 3.1 Werkwijze Als gevolg van de geplande toename van de treinintensiteiten op het traject Utrecht wijzigen de emissies van luchtverontreinigende stoffen ten gevolge van het spoorverkeer. Om te toetsen of in de situatie met de geplande toename van de treinintensiteiten aan de wettelijke luchtkwaliteitseisen uit de Wet milieubeheer wordt voldaan is een luchtonderzoek uitgevoerd. Om dit aan te tonen zijn eerst de aan het project gerelateerde emissies van luchtverontreinigende stoffen berekend. Op basis van de berekende emissies zijn met behulp van een rekenmodel de concentraties luchtverontreinigende stoffen in de omgeving van het traject berekend en zijn deze vervolgens getoetst aan de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Dit onderzoek sluit aan bij het onderzoek uitgevoerd voor het project Spooromgeving (SOG). In het project SOG wordt de spooromgeving van station onder andere geschikt gemaakt voor het PHS. Voor dit onderzoek worden dezelfde treinintensiteiten en uitgangspunten gehanteerd als in het onderzoek luchtkwaliteit Spooromgeving Onderzochte situaties De effecten op de luchtkwaliteit zijn onderzocht voor de plansituatie in het eerste volledige kalenderjaar na realisatie van het project SOG. Het eerste jaar na realisatie is Voor een goede onderbouwing op lange termijn is er eveneens getoetst in het jaar Voor de onderzochte plansituatie is aangenomen dat het project Spooromgeving volledig is uitgevoerd. Het aantal intercity s tussen Amsterdam en Eindhoven neemt dan toe van vier naar zes per uur per richting. Het aantal stoptreinen tussen Vleuten, Utrecht en neemt toe van vier naar zes per uur per richting. 3.3 Onderzoeksgebied Het onderzochte spoortraject Utrecht is in dit onderzoek fysiek begrensd bij km 5,04 (ter hoogte van de A12) en km 24,47 (noordgrens van het project SOG). De concentraties luchtverontreinigende stoffen zijn onderzocht in een zone van 500 meter aan weerszijde van het spoor. Omdat treinen buiten het onderzoeksgebied ook effect hebben op de luchtkwaliteit binnen het onderzoeksgebied zijn de spoorlijnen aan de uiteinden met ongeveer twee kilometer doorgetrokken. In figuur 3.1 zijn het onderzoeksgebied en de onderzochte spoorvakken weergegeven. 2 Sweco(2016) Spooromgeving. Onderzoek Luchtkwaliteit. 2 juni SWNL D2. SWNL , revisie D1 Pagina 7 van 13

8 Uitgangspunten Figuur 3.1 Onderzoeksgebied luchtkwaliteit (rode lijn = onderzocht spoorvakken incl. uitbreiding uiteinden, blauwe lijn = zone 500 meter traject Utrecht - ) 3.4 Onderzochte stoffen In dit onderzoek zijn de berekeningen uitgevoerd voor de stoffen stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10 en PM2,5). In de Wet milieubeheer zijn ook luchtkwaliteitsnormen opgenomen voor een aantal andere stoffen die de luchtkwaliteit bepalen. In Nederland dreigen in de meeste gevallen enkel overschrijdingen van de grenswaarden voor NO2 en PM10/ PM2,5. Voor de overige stoffen uit de Wet milieubeheer waarvoor grenswaarden of richtwaarden zijn bepaald worden in principe nergens overschrijdingen verwacht in Nederland 3. Deze stoffen zijn derhalve niet onderzocht. 3.5 Rekenmethode Voor het berekenen van de concentraties luchtverontreinigde stoffen in de verschillende situaties is in dit onderzoek gebruik gemaakt van STACKS+ versie /PreSRM dat is opgenomen in het rekenprogramma Geomilieu V4.00. STACKS+ is door het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) goedgekeurd voor gebruik binnen de toepassingsgebieden van de drie standaard rekenmethodes (SRM 1 tot en met 3). 3 RIVM (2013) Jaaroverzicht Luchtkwaliteit RIVM rapport SWNL , revisie D1 Pagina 8 van 13

9 Uitgangspunten Het programma Geomilieu maakt gebruik van de laatste versie (versie maart 2016) van de generieke invoergegevens (achtergrondconcentraties, emissiefactoren etc.) die jaarlijks door de Staatssecretaris van I&M bekend worden gemaakt. De invoergegevens voor het rekenmodel zijn weergegeven in bijlage Rekenpunten In de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 is bepaald dat de concentraties stikstofdioxide en fijn stof langs (spoor) wegen beoordeeld dienen te worden op maximaal 10 m afstand van de (spoor) weg. In het rekenmodel zijn de rekenpunten langs het hele spoortraject op 10 meter van de buitenste spooras geplaatst met een onderlinge afstand van 25 m. Om ook de concentraties luchtverontreinigende stoffen op grotere afstand van het onderzochte spoortraject te bepalen zijn de contouren van de concentraties bepaald voor het gehele onderzoeksgebied. Voor het bepalen van deze contouren zijn er extra rekenpunten in het model toegevoegd. In de eerste 100 meter hebben deze rekenpunten een onderlinge afstand van 25 meter, tussen de 100 en 250 meter een onderlinge afstand van 50 meter en tussen de 250 en 500 meter een onderlinge afstand van 100 meter. De contouren van de concentraties zijn bepaald door middel van interpolatie tussen de rekenpunten. SWNL , revisie D1 Pagina 9 van 13

10 4 Emissies spoorverkeer Op de onderzochte spoortrajecten wordt gebruik gemaakt van diesel en elektrisch aangedreven treinen. Hierbij ontstaan emissies van stikstofoxiden en fijn stof ten gevolge van de verbranding in de dieselmotoren en emissies van fijn stof ten gevolge van slijtage van bovenleiding en koolsleepstukken. Deze emissies zijn bepaald aan de hand van het rapport STREAM - studie naar transport emissies van alle modaliteiten 4. Hierbij is uitgegaan van de basisdata voor het jaar Dit is een worstcase situatie omdat de emissiefactoren naar de toekomst zullen dalen. De emissies zijn afhankelijk van het energieverbruik van de verschillende treinen. De snelheid wordt niet meegewogen in de emissieberekeningen volgens de STREAM methode. 4.1 Energieverbruik Het energieverbruik is afhankelijk van het aantal treinen, het type trein (goederen- of passagierstrein, bulk of container en diesel of elektrisch) en de afgelegde afstand. De treinintensiteiten in de plansituatie zijn aangeleverd door de opdrachtgever en zijn opgenomen bij deze rapportage in bijlage 1. De intensiteiten geven het aantal locs/ aantal bakken weer dat per dag een bepaald traject passeert (beide richtingen samen). Voor de goederentreinen is uitgegaan dat de fractie elektrische tractie en dieseltractie respectievelijk 86 en 14 bedragen. Verder is hierbij aangenomen dat het om 100 bulkvervoer gaat. De aangeleverde intensiteiten zijn voor de plansituatie Voor de plansituatie 2022 zijn geen intensiteiten aangeleverd. In de plansituatie 2022 zijn de intensiteiten van de passagierstreinen hetzelfde als in de plansituatie 2030 (PHS). De intensiteiten van het goederenvervoer liggen in de plansituatie 2030 hoger dan in de plansituatie 2022 door de autonome groei van het goederenvervoer. Voor de treinintensiteiten in de plansituatie 2022 zijn als worstcase situatie dezelfde intensiteiten gehanteerd als in Op basis van de kilometrering is de afgelegde afstand van de treinen bepaald op de verschillende trajecten. Omdat ook spoorverkeer buiten het onderzoeksgebied effect heeft op de luchtkwaliteit binnen het onderzoeksgebied, zijn de spoorlijnen aan de uiteinden met ongeveer twee km doorgetrokken, waarbij de intensiteiten gelijk zijn aan de intensiteiten in het onderzoeksgebied. In bijlage 1 is voor de verschillende treinen de afgelegde afstand per traject weergegeven. Het energieverbruik van goederentreinen is afhankelijk van het totale gewicht van de locomotief en van het gewicht van de wagons inclusief lading. De kentallen voor het energieverbruik zijn overgenomen uit het STREAM rapport. Voor diesel locomotieven bedraagt het energieverbruik 23 MJ/km. Voor elektrisch aangedreven locomotieven is dit 2,76 MJ/km. Het energieverbruik van wagons inclusief lading bedraagt 0,101 MJ/t-km voor diesel goederentreinen en 0,046 MJ/t-km voor elektrische goederentreinen. Het gewicht van een lege wagon bedraagt 45 ton. Voor het gemiddelde gewicht van de lading is 56,8 ton gehanteerd 5. Hiermee is het gemiddelde gewicht van een wagon inclusief lading 101,8 ton. In bijlage 1 is voor de verschillende goederentreinen op de onderzochte spoortrajecten het energieverbruik weergegeven. 4 CE (2008) STREAM - Studie naar TRansport Emissies van Alle Modaliteiten, CE Delft, versie 2.0, september ton/ 44 wagons. Op basis van tabel 12 uit CE (2008) STREAM - Studie naar TRansport Emissies van Alle Modaliteiten, CE Delft, versie 2.0, september SWNL , revisie D1 Pagina 10 van 13

11 Emissies spoorverkeer Voor de berekening van het energieverbruik van passagierstreinen is het aantal zitplaatsen per trein van belang. In dit onderzoek is uitgegaan van 97 zitplaatsen per wagon (bak) (dit is het gemiddelde aantal zitplaatsen in een wagon van een dubbeldekstrein). De kentallen voor het energieverbruik zijn overgenomen uit het STREAM rapport. Het energieverbruik voor stoptreinen bedraagt 0,1 MJ/ztpl-km. Dit is ook toegepast op de treinen van de Merwedelingelijn. Voor intercity s is het energieverbruik 0,07 MJ/ztpl-km. In bijlage 1 is voor de verschillende passagierstreinen op de onderzochte spoortrajecten het energieverbruik weergegeven. 4.2 Emissie verbranding De verbrandingsemissies van de dieselmotoren worden berekend op basis van het energieverbruik. De emissiefactoren voor de verbrandingsemissies zijn overgenomen uit het STREAM-rapport. De emissiefactor voor NOx bij diesel goederentreinen bedraagt 1,1 g/mj. Voor PM10 is dit 0,018 g/mj. In het STREAM rapport zijn geen emissiefactoren gegeven voor PM2,5. Als worstcase situatie is aangenomen dat al het PM10 bestaat uit PM2,5. Op basis van het energieverbruik en de emissiefactoren zijn de verbrandingsemissies voor de goederentreinen berekend. De passagierstreinen zijn elektrisch aangedreven en hebben daardoor geen luchtverontreinigende emissies ten gevolge van verbranding. In bijlage 1 zijn voor de verschillende treinen de berekende emissies weergegeven. 4.3 Emissie slijtage De stofemissie ten gevolge van de slijtage van bovenleiding en koolsleepstukken 6 wordt eveneens berekend op basis van het energieverbruik. De emissiefactor voor stof (grof & fijn) is overgenomen uit het STREAM rapport en bedraagt 6,9 mg/mj. Van de totale emissie van stof is 20 fijn stof (PM10). Deze emissies zijn alleen van toepassing op elektrisch aangedreven treinen. Er zijn in het STREAM rapport geen emissiefactoren gegeven voor PM2,5. Als worstcase situatie is aangenomen dat al het PM10 bestaat uit PM2,5. In bijlage 1 zijn voor de verschillende treinen de berekende emissies weergegeven. 4.4 Modellering spoorverkeer De treinen zijn in het rekenmodel gemodelleerd als een serie van puntbronnen. Deze puntbronnen zijn gesitueerd om de 25 meter op spoorassen. Één puntbron vertegenwoordigt hiermee dus een baandeel van 25 meter en de emissie van alle treinen die dit stukje passeren. De puntbronnen hebben een continue emissie. Voor de ligging van de spoorassen in de plansituatie is gebruik gemaakt van een digitale tekening 7. Voor fijn stof zijn de emissies per puntbron voor een aantal puntbronnen kleiner dan de minimale invoerwaarde in het rekenmodel. Voor deze bronnen is als worstcase situatie de minimale invoerwaarde ingevoerd 8. Aangezien de emissiekenmerken (hoogte, diameter, flux, warmte) niet bekend zijn, is er voor alle treinen met dezelfde emissiekenmerken gerekend. De emissiekenmerken zijn gebaseerd op vergelijkbare onderzoeken en expert judgement. In bijlage 5 zijn de emissies en de emissiekenmerken van de puntbronnen in het rekenmodel weergegeven. 6 Sleepstuk van koolstof dat contact maakt met de rijdraad van de bovenleiding R dwg. 8 De minimale emissiewaarde in Geomilieu bedraagt 0, kg/s. SWNL , revisie D1 Pagina 11 van 13

12 5 Concentraties In dit hoofdstuk zijn de resultaten van de concentratieberekeningen weergegeven. De weergegeven concentraties betreffen de maximale projectbijdragen inclusief de achtergrondconcentraties. Voor de toetsing aan de grenswaarden worden de berekende maximale concentraties, conform de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007, afgerond op hele microgrammen. In tabel 5.1 zijn de maximale concentraties voor de verschillende stoffen ter hoogte van de toetspunten samengevat. In bijlage 2, 3 en 4 zijn de berekende concentraties in kaart gebracht. 5.1 Stikstofdioxide (NO 2) Uit de resultaten blijkt dat er in de plansituatie 2022 en 2030 geen overschrijdingen van de grenswaarden plaatsvinden van de jaargemiddelde concentratie NO2. De maximaal berekende jaargemiddelde concentratie ter hoogte van de toetspunten bedraagt 25 μg/m 3 in 2022 en 17 μg/m 3 in Ook het maximale aantal overschrijdingen van de grenswaarde van de uurgemiddelde concentratie NO2 wordt niet overschreden. In beide zichtjaren is het maximale aantal overschrijdingsuren 0. De maximale concentraties nemen in de toekomst af door dalende achtergrondconcentraties. 5.2 Fijn stof (PM 10) In de plansituatie 2022 en 2030 zijn er geen overschrijdingen van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie PM10. De maximaal berekende jaargemiddelde concentratie ter hoogte van de toetspunten bedraagt 21 μg/m 3 in 2022 en 19 μg/m 3 in Ook het maximale aantal overschrijdingsdagen van de grenswaarde van de daggemiddelde concentratie PM10 wordt niet overschreden. Het maximale aantal overschrijdingsdagen is 9 in 2022 en 7 in De maximale concentraties nemen in de toekomst af door dalende achtergrondconcentraties. 5.3 Fijn stof (PM 2.5) Er zijn in de plansituatie 2022 en 2030 geen overschrijdingen van de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie PM2,5. De maximaal berekende jaargemiddelde concentratie ter hoogte van de toetspunten bedraagt 13 μg/m 3 in In 2030 is dit 11 μg/m 3. De maximale concentraties nemen in de toekomst af door dalende achtergrondconcentraties. Tabel 5.1 Maximale jaargemiddelde concentratie( μg/m 3 ) en het maximale aantal overschrijdingsuren/ -dagen van de grenswaarde voor de uur-/daggemiddelde concentraties Grenswaarde Plansituatie 2022 Plansituatie NO2 Jaargemiddelde concentratie (μg/m 3 ) NO2 # Overschrijding grenswaarde uurgemiddelde concentratie PM10 Jaargemiddelde concentratie (μg/m 3 ) PM10 # Overschrijding grenswaarde daggemiddelde concentratie PM2,5 Jaargemiddelde concentratie (μg/m 3 ) SWNL , revisie D1 Pagina 12 van 13

13 6 Conclusie Uit de resultaten van het luchtonderzoek komt naar voren dat er in de plansituatie na invoering van het PHS geen overschrijdingen optreden van de grenswaarden van de concentraties stikstofdioxide en fijn stof langs het traject Utrecht. Hiermee voldoet het project aan grondslag a van artikel 5.16 lid 1 uit de Wet milieubeheer. Er zijn geen maatregelen nodig in het kader van luchtkwaliteit. SWNL , revisie D1 Pagina 13 van 13

14 Bijlage 1 Treinintensiteiten en emissies SWNL , revisie D1

15

16 A B C D E F G H I J K intensiteit avond 19:00-23:00 intensiteit nacht 23:00-07:00 intensiteit totaal =(H+I+J) km start km eind lengte =abs(e-f)) intensiteit dag 07:00-19:00 aantal locs/ traject traject aantal locs/ aantal locs/ aantal locs/ aantal bakken Id code traject omschrijving Materieeltype km km km aantal bakken aantal bakken aantal bakken per dag 1 MLL - aansluiting GTW-R-EMU MLL aansluiting - Beesd GTW-R-EMU GT - Tiel SLT-R UD Lunetten - aansluiting DE-LOC UD Lunetten - aansluiting E-LOC UD Lunetten - aansluiting GOEDEREN UD Lunetten - aansluiting GOEDEREN-ALT UD Lunetten - aansluiting SLT-R UD Lunetten - aansluiting VIRM-R UD aansluiting - DE-LOC UD aansluiting - E-LOC UD aansluiting - GOEDEREN UD aansluiting - GOEDEREN-ALT UD aansluiting - SLT-R UD aansluiting - VIRM-R UD - en DE-LOC UD - en E-LOC UD - en GOEDEREN UD - en GOEDEREN-ALT UD - en SLT-R UD - en VIRM-R

17 A B C D traject traject Id code traject omschrijving Materieeltype 1 MLL - aansluiting GTW-R-EMU 2 MLL aansluiting - Beesd GTW-R-EMU 3 GT - Tiel SLT-R 5 UD Lunetten - aansluiting DE-LOC UD Lunetten - aansluiting E-LOC 5 UD Lunetten - aansluiting GOEDEREN 5 UD Lunetten - aansluiting GOEDEREN-ALT 5 UD Lunetten - aansluiting SLT-R 5 UD Lunetten - aansluiting VIRM-R 6 UD aansluiting - DE-LOC UD aansluiting - E-LOC 6 UD aansluiting - GOEDEREN 6 UD aansluiting - GOEDEREN-ALT 6 UD aansluiting - SLT-R 6 UD aansluiting - VIRM-R 7 UD - en DE-LOC UD - en E-LOC 7 UD - en GOEDEREN 7 UD - en GOEDEREN-ALT 7 UD - en SLT-R 7 UD - en VIRM-R L M N O P Q R S T U V W X Y Energieverbruik Energieverbruik Extra Extra Gewicht Energieverbruik Energieverbruik Goederenvervoer electrisch Aantal Energieverbruik personenvervoer Energieverbruik Energieverbruik Gewicht Extra totaal (wagon + Goederenvervoer Goederenvervoer totaal zitplaatsen personenvervoer electrisch totaal percentage Goederenvervoer Goederenvervoer lege Gewicht lading) extra gewicht extra gewicht locs = G*(((100-P)/100)*K)*Q =(K*L) electrisch =(G*M*N) diesel loc electrisch loc diesel wagon lading =(S+T)*K electrisch diesel extra gewicht = G*(((100-P)/100)*U)*V Aantal zitplaatsen/ bak Energieverbruik Goederenvervoer diesel totaal locs = G*(((P)/100)*K)*R extra gewicht = G*(((P)/100)*U)*W ztpl/bak ztpl MJ/ztpl-km MJ/dag MJ/km MJ/km ton ton ton MJ/tkm MJ/tkm MJ/dag MJ/dag

18 A B C D Z AA AB emissiefactor diesel NOx emissiefactor diesel PM10 emissiefactor slijtage electrisch PM10 traject traject Id code traject omschrijving Materieeltype 1 MLL - aansluiting GTW-R-EMU 2 MLL aansluiting - Beesd GTW-R-EMU 3 GT - Tiel SLT-R 5 UD Lunetten - aansluiting DE-LOC UD Lunetten - aansluiting E-LOC 5 UD Lunetten - aansluiting GOEDEREN 5 UD Lunetten - aansluiting GOEDEREN-ALT 5 UD Lunetten - aansluiting SLT-R 5 UD Lunetten - aansluiting VIRM-R 6 UD aansluiting - DE-LOC UD aansluiting - E-LOC 6 UD aansluiting - GOEDEREN 6 UD aansluiting - GOEDEREN-ALT 6 UD aansluiting - SLT-R 6 UD aansluiting - VIRM-R 7 UD - en DE-LOC UD - en E-LOC 7 UD - en GOEDEREN 7 UD - en GOEDEREN-ALT 7 UD - en SLT-R 7 UD - en VIRM-R g/mj g/mj g/mj

19 A B C D AC AD AE AF AG AH AI Emissie NOx = (Y*Z)/1000*365 Emissie PM10/ PM2,5 passagierstreinen = (O*AB)/1000*365 goederentreinen = ((Y*AA)+(X*AB))/1000*365 Emissie NOx Emissie PM10/ PM2,5 Emissie NOx Emissie PM10/ PM2,5 traject traject Id code traject omschrijving Materieeltype 1 MLL - aansluiting GTW-R-EMU 2 MLL aansluiting - Beesd GTW-R-EMU 3 GT - Tiel SLT-R 5 UD Lunetten - aansluiting DE-LOC UD Lunetten - aansluiting E-LOC 5 UD Lunetten - aansluiting GOEDEREN 5 UD Lunetten - aansluiting GOEDEREN-ALT 5 UD Lunetten - aansluiting SLT-R 5 UD Lunetten - aansluiting VIRM-R 6 UD aansluiting - DE-LOC UD aansluiting - E-LOC 6 UD aansluiting - GOEDEREN 6 UD aansluiting - GOEDEREN-ALT 6 UD aansluiting - SLT-R 6 UD aansluiting - VIRM-R 7 UD - en DE-LOC UD - en E-LOC 7 UD - en GOEDEREN 7 UD - en GOEDEREN-ALT 7 UD - en SLT-R 7 UD - en VIRM-R kg/jaar kg/jaar kg/s kg/s Aantal bronnen kg/s/bron kg/s/bron

20 Bijlage 2 Concentratie NO2 SWNL , revisie D1

21 Bunnik Maarn Utrecht Odijk - Utrecht Driebergen-Rijsenburg Jaargemiddelde concentratie NO2 Doorn Nieuwegein (U.) Concentratie (µg/m3) Werkhoven IJsselstein 2022 Plansituatie - Overzichtskaart Langbroek Cothen Vianen (ZH.) Treinstations Wijk bij Duurstede Beusichem Utrecht Lunetten Buren-Noord (Gld.) Buren-Zuid (Gld.) Kerk-Avezaath Leerdam Asperen Beesd Deil Tricht Schaal: 1: File: Concentratie NO2_jaar_2022.mxd

22 Utrecht - Utrecht 5 Jaargemiddelde concentratie NO Plansituatie - Kaart 1 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations 7 (U.) 8 Utrecht Lunetten File: Concentratie NO2_jaar_2022.mxd

23 9 - Utrecht (U.) 10 Jaargemiddelde concentratie NO Plansituatie - Kaart 2 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Utrecht Lunetten 13 File: Concentratie NO2_jaar_2022.mxd

24 - Utrecht Jaargemiddelde concentratie NO Plansituatie - Kaart 3 14 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations 16 Utrecht Lunetten 17 File: Concentratie NO2_jaar_2022.mxd

25 - Utrecht 18 Jaargemiddelde concentratie NO Plansituatie - Kaart 4 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Utrecht Lunetten File: Concentratie NO2_jaar_2022.mxd

26 22 - Utrecht Jaargemiddelde concentratie NO Plansituatie - Kaart 5 23 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Tricht 25 Utrecht Lunetten Deil 26 File: Concentratie NO2_jaar_2022.mxd

27 Bunnik Maarn Utrecht Odijk - Utrecht Driebergen-Rijsenburg Jaargemiddelde concentratie NO2 Doorn Nieuwegein (U.) Concentratie (µg/m3) 9-10 Werkhoven IJsselstein 2030 Plansituatie - Overzichtskaart Langbroek Cothen Treinstations Vianen (ZH.) Wijk bij Duurstede Beusichem Utrecht Lunetten Buren-Noord (Gld.) Buren-Zuid (Gld.) Kerk-Avezaath Leerdam Asperen Beesd Deil Tricht Schaal: 1: File: Concentratie_NO2_jaar_2030.mxd

28 Utrecht - Utrecht 5 Jaargemiddelde concentratie NO Plansituatie - Kaart 1 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations 7 (U.) 8 Utrecht Lunetten File: Concentratie_NO2_jaar_2030.mxd

29 9 - Utrecht (U.) 10 Jaargemiddelde concentratie NO Plansituatie - Kaart 2 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Utrecht Lunetten 13 File: Concentratie_NO2_jaar_2030.mxd

30 - Utrecht Jaargemiddelde concentratie NO Plansituatie - Kaart 3 14 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Utrecht Lunetten 17 File: Concentratie_NO2_jaar_2030.mxd

31 - Utrecht 18 Jaargemiddelde concentratie NO Plansituatie - Kaart 4 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Utrecht Lunetten File: Concentratie_NO2_jaar_2030.mxd

32 22 - Utrecht Jaargemiddelde concentratie NO Plansituatie - Kaart 5 23 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Tricht 25 Utrecht Lunetten Deil 26 File: Concentratie_NO2_jaar_2030.mxd

33 Bijlage 3 Concentratie PM10 SWNL , revisie D1

34 Bunnik Maarn Utrecht Odijk - Utrecht Driebergen-Rijsenburg Jaargemiddelde concentratie PM10 Doorn Nieuwegein (U.) Concentratie (µg/m3) Werkhoven IJsselstein 2022 Plansituatie - Overzichtskaart Langbroek Cothen Treinstations Vianen (ZH.) Wijk bij Duurstede Beusichem Utrecht Lunetten Buren-Noord (Gld.) Buren-Zuid (Gld.) Kerk-Avezaath Leerdam Asperen Beesd Deil Tricht Schaal: 1: File: Concentratie_PM10_jaar_2022.mxd

35 Utrecht - Utrecht 5 Jaargemiddelde concentratie PM Plansituatie - Kaart 1 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations 7 (U.) 8 Utrecht Lunetten File: Concentratie_PM10_jaar_2022.mxd

36 9 - Utrecht (U.) 10 Jaargemiddelde concentratie PM Plansituatie - Kaart 2 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Utrecht Lunetten 13 File: Concentratie_PM10_jaar_2022.mxd

37 - Utrecht Jaargemiddelde concentratie PM Plansituatie - Kaart 3 14 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Utrecht Lunetten 17 File: Concentratie_PM10_jaar_2022.mxd

38 - Utrecht 18 Jaargemiddelde concentratie PM Plansituatie - Kaart 4 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Utrecht Lunetten File: Concentratie_PM10_jaar_2022.mxd

39 22 - Utrecht Jaargemiddelde concentratie PM Plansituatie - Kaart 5 23 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Tricht 25 Utrecht Lunetten Deil 26 File: Concentratie_PM10_jaar_2022.mxd

40 Bunnik Maarn Utrecht Odijk - Utrecht Driebergen-Rijsenburg Jaargemiddelde concentratie PM10 Doorn Nieuwegein (U.) Concentratie (µg/m3) Werkhoven IJsselstein 2030 Plansituatie - Overzichtskaart Langbroek Cothen Treinstations Vianen (ZH.) Wijk bij Duurstede Beusichem Utrecht Lunetten Buren-Noord (Gld.) Buren-Zuid (Gld.) Kerk-Avezaath Leerdam Asperen Beesd Deil Tricht Schaal: 1: File: Concentratie_PM10_jaar_2030.mxd

41 Utrecht - Utrecht 5 Jaargemiddelde concentratie PM Plansituatie - Kaart 1 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations 7 (U.) 8 Utrecht Lunetten File: Concentratie_PM10_jaar_2030.mxd

42 9 - Utrecht (U.) 10 Jaargemiddelde concentratie PM Plansituatie - Kaart 2 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Utrecht Lunetten 13 File: Concentratie_PM10_jaar_2030.mxd

43 - Utrecht Jaargemiddelde concentratie PM Plansituatie - Kaart 3 14 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Utrecht Lunetten 17 File: Concentratie_PM10_jaar_2030.mxd

44 - Utrecht 18 Jaargemiddelde concentratie PM Plansituatie - Kaart 4 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Utrecht Lunetten File: Concentratie_PM10_jaar_2030.mxd

45 22 - Utrecht Jaargemiddelde concentratie PM Plansituatie - Kaart 5 23 Concentratie (µg/m 3 ) Treinstations Tricht 25 Utrecht Lunetten Deil 26 File: Concentratie_PM10_jaar_2030.mxd

46 Bunnik Maarn Utrecht Odijk - Utrecht Driebergen-Rijsenburg Overschrijdingsdagen PM10 Doorn Nieuwegein (U.) Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM 10 Werkhoven 7 IJsselstein 2022 Plansituatie - Overzichtskaart 8 Langbroek Treinstations Cothen Vianen (ZH.) Wijk bij Duurstede Beusichem Utrecht Lunetten Buren-Noord (Gld.) Buren-Zuid (Gld.) Kerk-Avezaath Leerdam Asperen Beesd Deil Tricht Schaal: 1: File: Concentratie PM10_dag_2022.mxd

47 Utrecht - Utrecht 5 Overschrijdingsdagen PM Plansituatie - Kaart 1 Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM Treinstations 7 (U.) 8 Utrecht Lunetten File: Concentratie PM10_dag_2022.mxd

48 9 - Utrecht (U.) Overschrijdingsdagen PM Plansituatie - Kaart 2 Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM Treinstations Utrecht Lunetten 13 File: Concentratie PM10_dag_2022.mxd

49 - Utrecht Overschrijdingsdagen PM Plansituatie - Kaart 3 14 Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM Treinstations Utrecht Lunetten 17 File: Concentratie PM10_dag_2022.mxd

50 - Utrecht 18 Overschrijdingsdagen PM Plansituatie - Kaart 4 Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM Treinstations Utrecht Lunetten File: Concentratie PM10_dag_2022.mxd

51 22 - Utrecht Overschrijdingsdagen PM Plansituatie - Kaart 5 23 Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM Treinstations Tricht 25 Utrecht Lunetten Deil 26 File: Concentratie PM10_dag_2022.mxd

52 Bunnik Maarn Utrecht Odijk - Utrecht Driebergen-Rijsenburg Overschrijdingsdagen PM10 Doorn Nieuwegein (U.) Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM 10 Werkhoven 6 IJsselstein 2030 Plansituatie - Overzichtskaart 7 Langbroek Treinstations Cothen Vianen (ZH.) Wijk bij Duurstede Beusichem Utrecht Lunetten Buren-Noord (Gld.) Buren-Zuid (Gld.) Kerk-Avezaath Leerdam Asperen Beesd Deil Tricht Schaal: 1: File: Concentratie PM10_dag_2030.mxd

53 Utrecht - Utrecht 5 Overschrijdingsdagen PM Plansituatie - Kaart 1 Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM Treinstations 7 (U.) 8 Utrecht Lunetten File: Concentratie PM10_dag_2030.mxd

54 9 - Utrecht (U.) Overschrijdingsdagen PM Plansituatie - Kaart 2 Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM Treinstations Utrecht Lunetten 13 File: Concentratie PM10_dag_2030.mxd

55 - Utrecht Overschrijdingsdagen PM Plansituatie - Kaart 3 14 Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM Treinstations Utrecht Lunetten 17 File: Concentratie PM10_dag_2030.mxd

56 - Utrecht 18 Overschrijdingsdagen PM Plansituatie - Kaart 4 Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM Treinstations Utrecht Lunetten File: Concentratie PM10_dag_2030.mxd

57 22 - Utrecht Overschrijdingsdagen PM Plansituatie - Kaart 5 23 Aantal overschrijdingen grenswaarde daggemiddelde concentratie PM Treinstations Tricht 25 Utrecht Lunetten Deil 26 File: Concentratie PM10_dag_2030.mxd