Evaluatie collegeprogramma Dordrecht

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Evaluatie collegeprogramma Dordrecht 2010-2014"

Transcriptie

1 Evaluatie collegeprogramma Dordrecht Zijn de maatschappelijke doelstellingen gehaald? Inhoud: 1. Kader 2. Conclusies 3. Programma s Dit najaar gaat de gemeente Dordrecht de huidige collegeperiode afronden en borgen. Eén van de onderdelen hierin is een terugblik op de maatschappelijke doelstellingen van dit college, en de mate waarin deze gerealiseerd zijn. In deze factsheet brengen wij, het Onderzoekcentrum Drechtsteden, op hoofdlijnen de gerealiseerde maatschappelijke effecten in kaart. 1 Kader Om een beeld te krijgen van hoe Dordrecht aan het einde van deze collegeperiode ervoor staat, bespreken we in deze factsheet de maatschappelijke effecten van het huidige collegeprogramma. De basis van de maatschappelijke doelstellingen is de begroting van 2011 waarin de visie op de stad is beschreven, getiteld: Oor voor de stad, oog voor de toekomst. Visie: Oor voor de stad, oog voor de toekomst Wij willen Dordrecht en de Dordtenaren meer tot hun recht laten komen. Een stad waar het prettig leven is, nu en in de toekomst, dat is ons doel. Hiervoor nemen wij als bestuurders onze verantwoordelijkheid. We luisteren naar mensen en organisaties, maar we verwachten ook dat ze zelf een bijdrage leveren. Natuurlijk zijn we trots op de geschiedenis en het karakter van Dordrecht als intieme stad, strategisch gelegen als poort van de Randstad, met de Biesbosch naast de deur. Daarom investeren wij deze collegeperiode met name in duurzaamheid, een gezonde arbeidsmarkt en aantrekkelijke woonwijken. Zo werken we gezamenlijk en met het oog voor de toekomst aan een aantrekkelijke stad en regio. Bron: Aanbiedingsbrief begroting 2011 en meerjarenperspectief (september 2010) De gemeente Dordrecht heeft de visie vertaald naar een aantal belangrijke prioriteiten: veiligheid en leefbaarheid, arbeidsmarktbeleid en duurzaamheid. Later is de levendige binnenstad hieraan toegevoegd. Deze prioriteiten zijn integraal verwerkt in programmakaarten waar voor elk programma de maatschappelijke doelen ( Wat willen we bereiken? ) zijn geformuleerd. Aan de hand van verschillende indicatoren hebben we per programma de belangrijkste ontwikkelingen in de maatschappelijke effecten geïnventariseerd. Dit met uitzondering van de programma s ruimtelijke ordening en algemene dekkingsmiddelen, waarvoor aan het begin van de collegeperiode geen gewenste maatschappelijke effecten zijn vastgesteld. De ontwikkelingen duiden we door ze, indien mogelijk, te vergelijken met ontwikkelingen in vergelijkbare middelgrote steden (benchmarking). 1 Tevens hebben we gesprekken gevoerd met de programmaregisseurs van de gemeente Dordrecht. Zij geven de ontwikkelingen meer betekenis en context. In deze factsheet presenteren we in de volgende paragraaf de conclusies. In paragraaf 3 gaan we per programma in op de maatschappelijke effecten die we in deze bestuursperiode signaleren. In de bijlage geven we een toelichting op de indicatoren (definities en bronnen). 1 We vergelijken Dordrecht met acht andere steden die min of meer vergelijkbaar zijn met Dordrecht qua inwoneraantal ( ), centrumfunctie (sterk) en sociale structuur (matig). De acht referentiegemeenten zijn Amersfoort, Arnhem, Breda, Haarlem, Leiden, Maastricht, s-hertogenbosch en Zwolle. 1

2 2 Conclusies Per prioriteit komt het volgende uit de evaluatie: Veiligheid en leefbaarheid De indicatoren op het gebied van Leefbaarheid hebben zich positief ontwikkeld, of ze zijn stabiel gebleven. In de referentiegemeenten zien we hierbij vaak dezelfde ontwikkelingen als in Dordrecht. Voor het programma Veiligheid is het rapportcijfer voor de veiligheid gestegen en is daarmee de streefwaarde gehaald. In de referentiegemeenten is deze gelijk gebleven. De overige indicatoren op Veiligheid zijn gelijk gebleven waardoor de streefwaarden niet zijn gehaald. Ook in de referentiegemeenten zijn deze indicatoren nauwelijks veranderd. Arbeidsmarkt Werk en inkomen en Economie en cultuur ontwikkelen zich minder positief, maar dit is een landelijke trend. De huidige economische omstandigheden hebben een sterk negatief effect op de resultaten. Bij Werk en Inkomen is de participatiegraad in Dordrecht iets lager ten opzichte van de referentiegemeenten, maar beide zijn even snel gedaald. Positief is dat het aandeel NWW ers in Dordrecht wat lager is dan gemiddeld in de referentiegemeenten; wel is dit aandeel in Dordt iets meer toegenomen. De referentiegemeenten scoren over het algemeen beter op de index van economische prestaties. Bij het programma Onderwijs lopen de resultaten uiteen. Soms is er sprake van een positieve of stabiele ontwikkeling, en soms van een negatieve ontwikkeling. Bij dit programma zien we dezelfde trends in Dordrecht als in de referentiegemeenten. Duurzaamheid Bij Milieu en duurzaamheid zijn positieve ontwikkelingen waarneembaar; de streefwaarden zijn veelal echter nog niet behaald, maar de meeste doelstellingen hoeven ook pas in 2015 behaald te zijn. Het afval hergebruik is in Dordrecht even hoog als of zelfs iets hoger dan in de referentiegemeenten. De overige programma s Bij het programma Verkeer en vervoer zijn alle indicatoren vooruit gegaan én zijn de streefwaarden behaald. In vergelijking met de referentiegemeenten is de verkeersoverlast wel iets hoger in Dordrecht. Wanneer we kijken naar de afzonderlijke indicatoren van verkeersoverlast (bv. geluidshinder) dan zien we in Dordrecht een afname in overlast van vrijwel alle deelindicatoren; bij de referentiegemeenten is er soms wel en soms niet sprake van een daling. Het programma Bestuur en Samenwerking toont een stabiele ontwikkeling; hierbij is geen vergelijking met de referentiegemeenten mogelijk. Bij de programma s Maatschappelijke voorzieningen en Sport en recreatie, lopen de resultaten uiteen. Soms is er sprake van een positieve of stabiele beweging, en soms van een negatieve ontwikkeling. Bij Maatschappelijke voorzieningen zien we in grote lijnen dezelfde trends in Dordrecht als in de referentiegemeenten. Bij Sport en recreatie komt naar voren dat de sportdeelname in Dordrecht iets onder het landelijk gemiddelde ligt. Het programma Wonen ontwikkelt zich minder positief, maar dit is een landelijke trend. De referentiegemeenten scoren over het algemeen beter op de index van woonaantrekkelijkheid; maar Dordrecht laat hierbij een positieve ontwikkeling zien. Bij de referentiegemeenten lopen de ontwikkelingen meer uiteen. De daling van de WOZ-waarde zien we terug bij de referentiegemeenten. Verder is de stijging van het aandeel woningen in de sociale sector iets sterker dan gemiddeld in de referentiegemeenten. Bij Dienstverlening is van de twee indicatoren, maar één actuele waarde bekend; de tevredenheid van burgers voor de gemeentelijke dienstverlening is afgenomen, met name de dienstverlening via het web. Van Jeugd zijn nog geen actuele waarden bekend, deze volgen in De programma s Hieronder beschrijven we per programma de maatschappelijke effecten. Dit doen we aan de hand van de indicatoren die aan het begin van deze periode hiervoor zijn afgesproken. Voor elke indicator geven we aan wat de ontwikkeling is en of de streefwaarde is gehaald. Daar waar mogelijk vergelijken we de ontwikkelingen in 2

3 Dordrecht met die gemiddeld in de referentiegemeenten. Naast de vergelijking met de andere steden zijn de gesignaleerde Dordtse ontwikkelingen besproken met de programmaregisseurs. Zij geven de ontwikkelingen meer betekenis en context. Veiligheid De centrale ambitie van dit programma is het realiseren van een veilige stad. Deze ambitie is nader uitgewerkt in een aantal maatschappelijke doelstellingen (zie tekstkader). We gaan nader in op de maatschappelijke effecten van de doelstellingen 1 t/m 5. 2 Doelstellingen programma Veiligheid In Dordrecht is de waardering voor veiligheid van burgers iets toegenomen, terwijl deze in de referentiegemeenten nauwelijks is veranderd. Meer inwoners waarderen Dordrecht (en hun buurt) als een veilige stad. Inwoners ervaren minder sociale overlast. Inwoners voelen zich minder bedreigd. Inwoners ervaren minder overlast van vermogensdelicten. Inwoners voelen zich minder onveilig en vertonen minder vermijdingsgedrag. Het beperken van het risico en het beheersen van calamiteiten, crises en grootschalige verstoringen van de openbare orde. Op het gebied van veiligheid zijn vrijwel alle indicatoren gelijk gebleven. Alleen het rapportcijfer veiligheid heeft zich positief ontwikkeld en is de streefwaarde gehaald. Voor de overige indicatoren geldt dat de streefwaarde niet is gehaald, maar ook dat ze zich niet negatief hebben ontwikkeld. De inwoners van Dordrecht waarderen de veiligheid in de buurt met een ruime voldoende. Het rapportcijfer is gestegen en zit op het niveau van de streefwaarde. In de referentiegemeenten zien we een stabiele ontwikkeling. Het rapportcijfer in Dordrecht is gelijk aan het gemiddelde cijfer in de referentiegemeenten (6,9). 3 Met het Integraal Veiligheidsprogramma is in het gemeentelijk beleid meer focus aangebracht door zich specifiek uit te spreken over de doelstellingen op het gebied van veiligheid. Door de doelen én activiteiten systematisch met elkaar in verband te brengen en 'smart' uit te werken hebben we samen met partners aan het veiligheidsbeleid gewerkt en is er bijgestuurd waar nodig. Overigens hebben we niet alleen met het programma ingezet op onder meer de vermindering van overlast, ook vanuit de lijnorganisatie (OOV) is hier wezenlijke bijdrage aan geleverd. In de meeste referentiegemeenten is de sociale overlast die burgers ervaren iets afgenomen. Het gevoel van bedreiging is ook in de referentiegemeenten nauwelijks veranderd. Daarnaast hebben we ons handhavingprogramma de toezicht- en handhavingsactiviteiten van de betrokken partners weten te richten op thema's met prioriteit. Daarbij is focus gelegd op de kwaliteit en verdere professionalisering van de handhaving en toezicht. De beschikbare uren voor toezicht en handhaving van onder meer OZHZ en Toezicht zijn specifiek en gericht ingezet op zaken die er toe doen. De inwoners ervaren momenteel niet meer of minder sociale overlast dan in De schaalscore is ongeveer hetzelfde gebleven. Van de referentiegemeenten zijn alleen gegevens tot en met 2011 bekend. In vergelijking met de referentiegemeenten ervaren Dordtenaren iets meer sociale overlast (schaalscore 2,3 t.o.v. 1,9). Hoewel Arnhem, Leiden en s-hertogenbosch dicht tegen Dordrecht aan liggen. Wanneer we kijken naar de ontwikkeling zien we dat de sociale overlast van 2009 t/m 2011 in Dordrecht gelijk is gebleven, net als in Arnhem. In de overige gemeenten is de overlast wat afgenomen. 2 De zesde doelstelling is niet in maatschappelijke effecten meetbaar gemaakt. 3 Van de referentiegemeente Maastricht en Haarlem zijn geen gegevens bekend op het gebied van Veiligheid. 3

4 De Dordtse bevolking ervaart dit jaar net zo veel bedreiging als in De schaalscore bedreiging is sinds de 0-meting nauwelijks veranderd. In Dordrecht ervaren de inwoners iets meer bedreiging (schaalscore 1,6 in 2011) dan gemiddeld in de referentiegemeenten (1,3), maar dit komt met name doordat de inwoners van Amersfoort en Zwolle weinig bedreiging ervaren. Net als in Dordrecht is ook in de meeste referentiegemeenten het gevoel van bedreiging nauwelijks veranderd. Alleen in Amersfoort en Zwolle zijn er positieve ontwikkelingen te zien. In enkele referentiegemeenten is de ervaren overlast van vermogensdelicten onder burgers toegenomen. Het gevoel van onveiligheid onder de Dordtse inwoners heeft zich niet slechter ontwikkeld dan in de referentiegemeenten. Inwoners van Dordrecht ervaren dit jaar net zo veel overlast van vermogensdelicten als in Positief is dat de inwoners van Dordrecht relatief, in vergelijking met de referentiegemeenten, minder overlast ervaren van vermogensdelicten (schaalscore 2,9 in Dordrecht t.o.v. 3,2). In Dordrecht is deze overlast van 2009 t/m 2011 afgenomen (-0,3). Een afname zien we ook bij Amersfoort, Breda en Den Bosch. In Arnhem en Leiden is de overlast juist licht toegenomen. De beleving van onveiligheid, uitgedrukt in de mate van onveiligheidsgevoelens en het vertonen van vermijdingsgedrag, is onder de inwoners van Dordrecht sinds 2009 niet veranderd. Zij beleven ongeveer evenveel onveiligheid (schaalscore 3,4) als in de referentiegemeenten (3,3) in Wanneer we kijken naar de ontwikkeling van 2009 t/m 2011 zien we dat in Dordrecht de schaalscore onveiligheidsgevoelens is afgenomen, terwijl in de referentiegemeenten de score stabiel is gebleven of is toegenomen. Tabel 1 Indicatoren programma Veiligheid onderwerp 0-waarde actuele waarde rapportcijfer veiligheid 6,7 6,9 6,9 schaalscore sociale overlast 2,3 2,4 2,0 schaalscore bedreiging 1,6 1,7 1,4 schaalscore overlast vermogensdelicten 3,2 3,3 2,9 streefwaarde schaalscore beleving onveiligheid 3,4 3,4 3,2 Toelichting: 1. voor alle indicatoren is de 0-waarde uit 2009 en de actuele waarde uit 2013, m.u.v. rapportcijfer veiligheid, die is uit donkergroen gekleurd betekent een positieve of stabiele ontwikkeling én streefwaarde gehaald; lichtgroen een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij streefwaarde nog niet is gehaald. Leefbaarheid en stedelijk beheer Leefbaarheid is een belangrijk speerpunt in het huidige collegeprogramma. Op dit terrein wordt veel ingezet, met name om vier doelstellingen te bereiken. Doelstellingen programma Leefbaarheid en stedelijk beheer Ook in de referentiegemeenten is de waardering van burgers voor de leefbaarheid gelijk gebleven. Net als in Dordrecht is ook in de meeste referentiegemeenten de overlast van groepen jongeren afgenomen. Mensen vinden het aantrekkelijk om in Dordrecht te wonen. Mensen ervaren minder overlast en verloedering. Mensen ervaren bij vragen over en knelpunten in hun eigen leefomgeving dat de gemeente goed naar hen luistert. Mensen zijn tevreden over de kwaliteit van de openbare ruimte. Op het gebied van leefbaarheid en stedelijk beheer hebben de indicatoren zich of positief ontwikkeld of zijn ze gelijk gebleven. Geen enkele indicator vertoont een negatieve ontwikkeling. De inwoners vinden Dordrecht een aantrekkelijke stad om in te wonen. Het rapportcijfer voor de leefbaarheid in de buurt is nagenoeg gelijk gebleven, en ligt bijna op de streefwaarde. Het rapportcijfer in Dordrecht (7,1) ligt dicht tegen het gemiddelde cijfer van de referentiegemeenten (7,3) aan. 4 Ook in de referentiegemeenten is de waardering voor de leefbaarheid nauwelijks veranderd. Minder inwoners in Dordrecht ervaren in de buurt overlast door groepen jongeren. De jeugdoverlast is gedaald en ligt momenteel op het streefniveau. Van 2009 t/m 2011 is de jeugdoverlast afgenomen (-0,7%). Dit zien we ook bij de meeste 4 Van de referentiegemeente Maastricht en Haarlem zijn geen gegevens bekend op het gebied van Leefbaarheid en stedelijk beheer. 4

5 referentiegemeenten. Deze trend zet zich in Dordrecht voort in Hoewel de jeugdoverlast wat is gedaald, ligt het percentage iets hoger dan in de referentiegemeenten (12%). Met name in Amersfoort en Zwolle ervaren de inwoners weinig jeugdoverlast. Net als in Dordrecht is de door burgers ervaren overige overlast en het oordeel over het functioneren van de gemeente in de referentiegemeenten gelijk gebleven. Ook in de referentiegemeenten is de ervaren verloedering afgenomen. De overige overlast die inwoners van Dordrecht ervaren (zoals van omwonenden, overige geluidsoverlast, dronken mensen op straat, zwervers/daklozen en horeca) is gelijk gebleven, en ligt nog iets boven de streefwaarde. De gemeente Dordrecht heeft met de TaskForce Overlast wel flink ingezet op het verkleinen van de overige overlast. Het aantal overlastmeldingen door bewoners bij de politie is in de gebieden waar de TaskForce Overlast actief was dan ook fors gedaald tussen 2009 en Met deze Taskforce is tegelijkertijd meer aandacht gekomen voor de overlast, wat van invloed kan zijn op de cijfers. In vergelijking met de referentiegemeenten ligt in Dordrecht de schaalscore overige overlast iets hoger (1,9) dan gemiddeld in de referentiegemeenten (1,6). Hoewel Arnhem en Leiden hetzelfde scoren. In de referentiegemeenten is de overige overlast van 2009 t/m 2011 ook stabiel. De bewoners ervaren minder fysieke verloedering in de woonomgeving (zoals bekladding, rommel, hondenpoep en vernielingen) dan bij de 0-meting (-0,5). Vooral de vernielingen in de openbare ruimte zijn volgens de inwoners van Dordrecht afgenomen. Hondenpoep op straat ervaren ze nog steeds als een groot probleem. De inwoners ervaren in Dordrecht in 2011 wat meer verloedering (4,4) dan gemiddeld in de referentiegemeenten (3,7). De afname van de verloedering zoals we die in Dordrecht zien, is een ontwikkeling die we ook in de referentiegemeenten zien. Het oordeel dat de Dordtse bevolking heeft over het functioneren van hun gemeente op het gebied van leefbaarheid en veiligheid (de gemeente heeft aandacht, informeert, betrekt, is bereikbaar, reageert en doet wat ze zegt) heeft zich niet positief ontwikkeld, maar is gelijk gebleven. In 2011 is de schaalscore (5,6) bijna gelijk aan die van de referentiegemeenten (5,7). Bij de vergelijkbare gemeenten zien we ook weinig fluctuaties ten opzichte van Het reageren op klachten uit de wijk gaat goed. Vroeger waren er wijkmeldingen via de telefoon. Melden via en de wijklijnapp wordt steeds belangrijker. De bewoners zijn tevreden over de kwaliteit van de openbare ruimte. De schaalscore fysieke kwaliteit van de openbare ruimte (o.a. onderhoud van groen, water en verharding, verlichting, speelplekken en voorzieningen voor jongeren) is toegenomen, en heeft de streefwaarde ruimschoots gehaald. De Dordtenaren zijn net zo tevreden over de kwaliteit van de openbare ruimte als de burgers in de referentiegemeenten. Gemiddeld is ook daar een lichte stijging waarneembaar. Ook in de referentiegemeenten zijn de burgers meer tevreden over de kwaliteit van de openbare ruimte. De catalogus Beeld en Kwaliteit is een belangrijke ontwikkeling. In deze catalogus staat vast wat de burger mag verwachten van de kwaliteit van de voorzieningen in de buurt. Wanneer het kwaliteitsniveau niet wordt gehaald mogen de burgers aan de bel trekken. Vroeger miste de burger zo n communicatiemiddel waarin het kwaliteitsniveau is vastgelegd. 5

6 Tabel 2 Indicatoren programma Leefbaarheid en stedelijk beheer onderwerp 0-waarde actuele waarde rapportcijfer leefbaarheid 7,0 7,1 7,2 percentage mensen dat vindt dat overlast van groepen jongeren vaak voorkomt 16% 14% 14% schaalscore overige overlast 1,9 1,9 1,7 streefwaarde schaalscore verloedering fysieke woonomgeving 4,9 4,7 4,4 schaalscore functioneren gemeente 5,3 5,3 5,6 schaalscore fysieke kwaliteit buurtvoorzieningen 5,6 6,1 5,8 Toelichting: 1.voor alle indicatoren is de 0-waarde uit 2009 en de actuele waarde uit 2013, m.u.v. schaalscore fysieke kwaliteit buurtvoorzieningen, die is uit donkergroen gekleurd betekent een positieve of stabiele ontwikkeling én streefwaarde gehaald; lichtgroen een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij streefwaarde nog niet is gehaald. Onderwijs Bij het programma Onderwijs zet de gemeente in op de drie onderstaande doelstellingen. In de evaluatie Arbeidsmarktbeleid gaat men dieper in op het programma Onderwijs in relatie met de arbeidsmarkt. Doelstellingen programma Onderwijs Realiseren doorgaande lijn voor kinderen van 0-12 jaar en het bestrijden van taalachterstand. Realiseren van optimale organisatie en transparantie in indicatiestelling en doorverwijzing van zorgleerlingen. Verbeteren aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt via onderwijsvernieuwing en versterking van de onderwijsinfrastructuur (aantrekken hoger onderwijs). Op het gebied van Onderwijs zijn er zowel positieve en stabiele ontwikkelingen, als negatieve ontwikkelingen. De eerste doelstelling gaat over het realiseren van een doorgaande lijn, oftewel een ononderbroken ontwikkeling die kinderen van 0-12 jaar in staat stelt hun talenten te ontplooien. Binnen opvang en onderwijs houden verschillende spelers zich bezig met de ontwikkeling van kinderen in deze periode: peuterspeelzaal, kinderopvang en basisschool, consultatiebureaus/schoolarts en Centrum voor Jeugd en Gezin. Bij deelname aan kinderopvang en/of peuterspeelzaal, en deelname van gewichtenleerlingen aan voorschoolse en/of vroegschoolse educatie is geen vergelijking met de referentiegemeenten mogelijk. Het aandeel 2- en 3 jarigen in peuterspeelzalen is flink gestegen in 2011 tot ver boven de streefwaarde. In de kinderopvang is het aandeel 2-3 jarigen stabiel gebleven, en ligt het aandeel onder de streefwaarde. In 2010 zagen we juist een afname in de deelname aan de peuterspeelzaal, en een toename in de kinderopvang. Mogelijk is het aandeel kinderen in de kinderopvang daarna afgenomen door de economische crisis; het is voor de ouders mogelijk moeilijker de eigen bijdrage te kunnen betalen. De door de gemeente gesubsidieerde vorm van opvang (peuterspeelzaal) is mogelijk aantrekkelijker geworden, maar ook worden kinderen met een taalachterstand actiever geadviseerd om naar de peuterspeelzaal te gaan. Kinderen met een (taal)achterstand komen in aanmerking voor voorschoolse educatie: speciale ontwikkelingsprogramma s op peuterspeelzalen en kinderopvang die moeten voorkomen dat deze kinderen met een achterstand aan de basisschool beginnen. Kinderen met een (taal)achterstand worden o.a. geïndiceerd via de gewichtenregeling. Er zijn 2 type doelgroepkinderen: met gewicht 0.3 en 1.2. Bij gewicht 0.3 hebben beide ouders een lage opleiding (niet hoger dan vmbo bk); bij gewicht 1.2 zijn beide ouders zeer laag opgeleid (maximaal basisschool) of is één ouder zeer laag opgeleid en één ouder laag opgeleid. Wanneer we kijken naar de deelname van gewichtenkinderen aan de voorschoolse educatie op peuterspeelzalen en kinderopvang is een duidelijk stijgende lijn te zien, waarbij het streefniveau is gehaald. 6

7 Om de doorgaande lijn voor kinderen van 0-12 jaar te verstevigen is het van belang om de voorschoolse educatie op kinderopvang en peuterspeelzalen, voort te zetten als vroegschoolse educatie in groep 1 en 2 van de basisschool. Het aandeel gewichtenleerlingen dat deelneemt aan de vroegschoolse educatie is ook flink toegenomen, maar het ligt nog onder de streefwaarde. Het beleid was gericht op het actief stimuleren van kinderen naar zowel de voor- als vroegschoolse educatie. Het aanbod van speciale ontwikkelingsprogramma s is vergroot en er is vanaf vorig jaar meer Rijksgeld ter beschikking voor gesteld aan de hand van een convenant. Het aandeel voortijdig schoolverlaters in Dordrecht is gedaald, net als in de referentiegemeenten. Het aandeel is ongeveer gelijk aan dat in de vergelijkbare gemeenten. We hebben een goed VVE-programma en goede bestuursafspraken gerealiseerd. Ook bestaan er op scholen nu schakelklassen met speciale aandacht voor taalachterstanden. Het taalniveau van de huidige leidsters spijkeren we bij, en we stimuleren de komst van leidsters op hbo-niveau. Tevens is er een formulier voor een warme overdracht van kinderopvang en peuterspeelzaal naar basisonderwijs. Ten slotte is er een Convenant opgesteld om Onderwijs en Zorg voor kinderen van 0-12 jaar bij elkaar te brengen. Een belangrijke succesfactor is het samenbrengen van netwerkpartners en het intensiveren van de onderlinge contacten tussen kinderopvang, peuterspeelzaal, basisonderwijs, gemeente, Jeugdzorg en Careyn. De onduidelijkheid bij het Rijk is een vertragende factor, bijvoorbeeld bij het onderwerp: gaan we bij de peuterspeelzalen ook een bijdrage vragen, net als bij de kinderopvang? Het is dan moeilijk om daar beleid op te bepalen. Jongeren die zonder startkwalificatie stoppen met school worden voortijdig schoolverlaters genoemd. Met een startkwalificatie wordt een havo- of vwo-diploma of een mbo-diploma van niveau 2 of hoger bedoeld. Zonder een startkwalificatie hebben jongeren minder goede arbeidsmarktperspectieven. Het aandeel voortijdig schoolverlaters in Dordrecht is gedaald ten opzichte van de 0-waarde. De streefwaarde is nog niet gehaald. Het aandeel voortijdig schoolverlaters in Dordrecht (4,4%) is ongeveer gelijk aan dat in de referentiegemeenten (4%). In de vergelijkbare gemeenten is ook sprake van een daling. Bij deze indicator is de huidige economische conjunctuur van belang. Zo kunnen leerlingen moeilijker werkgevers vinden om stages bij te lopen. Het schoolverzuim, zowel het absolute als relatieve verzuim, heeft zich negatief ontwikkeld. Er zijn geen cijfers bekend van de referentiegemeenten. Door investeringen van Bureau Leerplicht en Voortijdig Schoolverzuim kunnen onderwijsinstellingen gemakkelijker meldingen van verzuim doorgeven. De zorg en techniek zijn door het College aangewezen als beoogde groeisectoren. Om de onderwijsmarkt beter aan te laten sluiten op de arbeidsmarkt wil de gemeente leerlingen stimuleren om een technische opleiding of zorgopleiding te kiezen. Het aantal leerlingen in de techniek is in Dordrecht afgenomen. Dezelfde trend zien we bij de referentiegemeenten. Het aantal leerlingen in de techniek, zowel op het vmbo als mbo, is afgenomen. Deze daling is landelijk, en zien we ook terug bij de referentiegemeenten. Er is door de economische crisis een tekort aan leerbanen ontstaan, met name in de bouw. Ook is de maximale studieduur aangescherpt. Van de andere kant zijn er investeringen gepleegd, denk aan de Duurzaamheidsfabriek en promotie van het techniekonderwijs, die de groei van leerlingen in de toekomst moet bevorderen. Echter, de groei is sterk afhankelijk van economische groei. Immers geen groei, betekent geen beschikbaarheid van stageplekken en BBL-plekken. In de zorg is in Dordrecht het aantal vmbo-leerlingen afgenomen, terwijl het aantal mbo-leerlingen constant bleef en nog altijd boven de streefwaarde ligt. Bij de referentiegemeenten zien we bij het aantal vmbo-leerlingen soms ook een daling, en soms een lichte stijging. Het aantal mbo-leerlingen bleef stabiel of steeg licht in de vergelijkbare gemeenten. Momenteel is het aantal vmbo-leerlingen in de techniek en zorg in Dordrecht iets beneden het gemiddelde van de referentiegemeenten, maar het aantal mbo-leerlingen ligt in beide sectoren, techniek en zorg, iets boven het gemiddelde van de referentiegemeenten. 7

8 Het versterken van de kennisinfrastructuur in de Drechtsteden, mede door het aantrekken van hoger onderwijs, is een belangrijk speerpunt voor de gemeente Dordrecht. 5 Een ander streven van de gemeente is het aantrekken van hoger onderwijs ter versterking van de onderwijsinfrastructuur. Het aantal hbo-studenten is in Dordrecht ongeveer gelijk gebleven. De streefwaarde is nog niet gehaald. Tabel 3 Indicatoren programma Onderwijs onderwerp 0-waarde actuele waarde streefwaarde 2014 Deelname kinderopvang en/of peuterspeelzaal (2-3 jarigen) - kinderopvang 32% 32% 45% - peuterspeelzaal 56% 65% 45% deelname voorschoolse educatie gewichtenkinderen (2- en 3-jarigen) op peuterspeelzalen en kinderopvang deelname vroegschoolse educatie gewichtenleerlingen (4- en 5-jarigen) in het basisonderwijs aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters 63% absoluut aantal: 366 schoolverzuim absoluut: 9 relatief: 281 aantal techniek leerlingen vmbo-mbo: 103% absoluut aantal: % 80% 95% 491 (5,2%) 421 (4,4%) 390 absoluut: 16 relatief: vmbo mbo % absoluut aantal: De participatiegraad in Dordrecht is wat lager dan gemiddeld in de referentiegemeenten; maar beide zijn even hard gedaald. Positief is dat het aandeel NWW ers in Dordrecht lager is dan in de referentiegemeenten; wel is het aandeel in Dordt iets harder toegenomen. aantal leerlingen in zorgonderwijs vmbo-mbo: - vmbo mbo verbetering aantal studenten hbo Toelichting: 1. voor de indicatoren deelname kinderopvang (2-3 jarigen) en/of peuterspeelzaal en deelname voorschoolse educatie gewichtenkinderen (2- en 3-jarigen) op peuterspeelzalen en kinderopvang is de 0-waarde uit 2008 en de actuele waarde uit Deze gegevens worden niet meer verzameld. 2. voor de indicator deelname vroegschoolse educatie gewichtenleerlingen (4- en 5-jarigen) in het basisonderwijs is de 0-waarde uit 2007 en de actuele waarde uit Dit gegeven wordt niet meer verzameld. 3. voor de indicatoren aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters en aantal studenten hbo in Dordrecht is de 0-waarde uit 2008/2009 en de actuele waarde uit 2011/2012 (voorlopig cijfer). 4. voor de indicatoren aantal techniek leerlingen vmbo-mbo in Dordrecht en aantal leerlingen in zorgonderwijs vmbo-mbo in Dordrecht is de 0-waarde uit 2008/2009 en de actuele waarde uit 2012/2013 (voorlopig cijfer). 5. donkergroen gekleurd betekent een positieve of stabiele ontwikkeling én streefwaarde gehaald; lichtgroen een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij streefwaarde nog niet is gehaald; oranje een negatieve ontwikkeling waarbij de streefwaarde nog niet is gehaald. Werk en inkomen Bij dit programma staan twee doelen centraal: het vergroten van de arbeidsparticipatie en vraag en aanbod op de arbeidsmarkt beter op elkaar aan laten sluiten. In de evaluatie Arbeidsmarktbeleid gaat men dieper in op het programma Werk en Inkomen. Hier volgt een evaluatie op de hoofdlijnen. Doelstellingen programma Werk en inkomen Vergroten arbeidsparticipatie. Verbeteren matching vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Alle indicatoren van Werk en Inkomen zijn door de economische crisis achteruit gegaan; één van de drie doelstellingen is toch gehaald. 5 Onderzoekcentrum Drechtsteden, Op weg naar een vitale arbeidsmarkt!, Tussenevaluatie programma regionaal arbeidsmarktbeleid, november

9 Met de stijging van de werkloosheid is het aandeel werkenden de afgelopen jaren wat afgenomen. De netto arbeidsparticipatie is in Dordrecht gedaald, even hard als in de referentiegemeenten. 6 Ook landelijk zien we deze ontwikkeling. De participatiegraad ligt echter beneden het landelijke gemiddelde, waardoor het streefdoel niet is gehaald. De netto arbeidsparticipatie in Dordrecht ligt ook iets onder het gemiddelde van de referentiegemeenten (67,6%). Het aandeel niet-werkende werkzoekenden (NWW ers) is iets toegenomen. Ook landelijk zien we deze ontwikkeling. Het percentage NWW ers is weliswaar toegenomen, maar het is beneden het landelijke percentage gebleven. Deze doelstelling is gehaald. Het aandeel NWW ers in Dordrecht is ook lager dan gemiddeld in de referentiegemeenten (5,2%). In Dordrecht is het aandeel NWW ers gemiddeld iets harder toegenomen dan gemiddeld in de referentiegemeenten. Het aandeel mensen in de bijstand is licht toegenomen. Het aandeel ligt nog altijd boven het landelijke gemiddelde, waardoor het streefniveau niet is gehaald. Het aandeel mensen in de bijstand is in Dordrecht vrijwel gelijk aan dat gemiddeld in de referentiegemeenten (3,8%). In Dordrecht is het aandeel personen in de bijstand wel iets minder hard toegenomen dan landelijk en in de referentiegemeenten. Hoewel het economische tij ongunstig was (stijgende werkloosheid en afnemend aantal vacatures) is middels het programma arbeidsmarktbeleid stevig ingezet op het stimuleren van samenwerking met onderwijs en bedrijfsleven en het creëren van werkgelegenheid. Een voorbeeld daarvan is het regionaal actieplan jeugdwerkloosheid. Tabel 4 Indicatoren programma Werk en inkomen onderwerp 0-waarde actuele waarde streefwaarde 2014 ontwikkeling netto arbeidsparticipatie (ten opzichte van landelijk gemiddelde) ontwikkeling aantal nietwerkende werkzoekenden jaar (ten opzichte van landelijk gemiddelde) ontwikkeling aantal personen met een bijstandsuitkering jaar (ten opzichte van landelijk gemiddelde) 66,7% t.o.v. Nederland 67,5% 4,0% t.o.v. Nederland 4,6% absoluut voor Dordrecht = ,6% t.o.v. Ned. 2,5% absoluut voor Dordrecht = ,9% t.o.v. Nederland 67,2% 4,7% t.o.v. Nederland 5,1% absoluut voor Dordrecht = ,9% t.o.v. Ned. 2,9% absoluut voor Dordrecht = % boven het landelijk gemiddelde % onder het landelijk gemiddelde. % op of onder het landelijk gemiddelde. Toelichting: 1. voor de indicator ontwikkeling netto arbeidsparticipatie is de 0-waarde 2007/2009 en de actuele waarde 2010/2012. Het % betreft een driejaarsgemiddelde. 2. voor de indicatoren ontwikkeling aantal niet-werkende werkzoekenden jaar en ontwikkeling aantal personen met een bijstandsuitkering jaar is de 0-waarde en de actuele waarde donkergroen gekleurd betekent een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij de streefwaarde is gehaald; oranje een negatieve ontwikkeling waarbij de streefwaarde nog niet is gehaald. Economie en cultuur De gemeente wil graag het leef- en werkklimaat verbeteren, het voorzieningenaanbod en de toeristische infrastructuur versterken en de basis van Dordrecht als aantrekkelijke stad verstevigen met de ontwikkeling van een passend cultuuraanbod. Doelstellingen programma Economie en cultuur Verbeteren van het vestigings- en ondernemingsklimaat. Versterken stedelijk voorzieningenaanbod en de toeristische infrastructuur. Versterken aantrekkelijkheid van de stad door de ontwikkeling van een cultuuraanbod dat past bij het karakter van de stad. 6 De netto participatiegraad is het % van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële beroepsbevolking. 9

10 Op het gebied van Economie en Cultuur zijn vrijwel alle indicatoren achteruit gegaan. Eén indicator heeft zich positief ontwikkeld. Dordrecht is achteruitgegaan op de ranglijst voor economische prestaties. Wellicht door een meer dan gemiddelde krimp van de werkgelegenheid. 7 De vergelijkbare gemeenten scoren over het algemeen beter op deze index, alleen Haarlem en Maastricht blijven achter. Zwolle en Den Bosch staan zelfs in de top 5. Dordrecht laat niet als enige een daling zijn. Breda en Arnhem zijn ook op de rangorde gedaald. De andere vergelijkbare gemeenten zijn stabiel gebleven of wat gestegen. 8 De bezoekersaantallen in de binnenstad van Dordrecht zijn achteruit gegaan. Dit is een landelijke trend. 9 De referentiegemeenten scoren over het algemeen beter op de index economische prestaties. Dordrecht, Breda en Arnhem zijn gedaald op deze index. Andere gemeenten bleven stabiel of zijn wat gestegen. Het aantal toeristische bezoekers in Dordrecht is toegenomen. Dordrecht trekt veel bezoekers van buiten de Drechtsteden aan. Bij het aantrekken van Drechtstedelingen valt nog winst te behalen. De marketing van de stad, de evenementen die worden georganiseerd en Villa Augustus hebben aan het aantal toeristische bezoekers bijgedragen. Volgend jaar gaat het onderwijsmuseum open. Hopelijk gaat het aantal toeristische bezoekers verder stijgen. De indicator cultuurparticipatie is iets omhoog gegaan: dit is een negatieve ontwikkeling (let op: hoe hoger de score, hoe minder men interesse heeft in culturele voorstellingen of evenementen). De streefwaarde is nog niet gehaald. De inwoners zijn ook wat minder tevreden over de culturele voorzieningen dan bij de 0-meting. De ontwikkelingen van het afgelopen jaar spelen hierbij een rol. Veel voorzieningen hadden tijdelijk de deuren gesloten vanwege de komst van het Energiehuis. De verwachting is dat de tevredenheid zal toenemen in de komende periode, omdat het Energiehuis en de Movies zijn geopend, en Kunstmin straks weer is geopend. De Wolff bioscoop is nog niet gerealiseerd. Tabel 5 Indicatoren programma Economie en cultuur onderwerp 0-waarde actuele waarde streefwaarde 2014 score Dordrecht op economische prestaties 59 e positie met een 7,2 90 e positie met een 6,9 top 70 op ranglijst bezoekersaantallen binnenstad score boven landelijke trend aantal toeristische bezoekers score boven landelijke trend inwoners tevreden over culturele voorzieningen 49% 46% 55% cultuurparticipatie 36% 38% 29% Op het gebied van Cultuur is geen vergelijking met de referentiegemeenten mogelijk. Toelichting: 1. voor de indicator score Dordrecht op economische prestaties is de 0-waarde uit 2009 en de actuele waarde uit voor de indicator bezoekersaantallen binnenstad is de 0-waarde uit 2010 en de actuele waarde uit voor de indicator aantal toeristische bezoekers is de 0-waarde uit 2008 en de actuele waarde uit voor de indicatoren inwoners (zeer) tevreden over culturele voorzieningen en cultuurparticipatie is de 0-waarde uit 2009 en de actuele waarde uit donkergroen gekleurd betekent een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij de streefwaarde is gehaald; oranje een negatieve ontwikkeling waarbij de streefwaarde nog niet is gehaald. 7 Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD), Monitor Economie en Arbeidsmark 2013, oktober Bij de vergelijking van Dordrecht op de indicator economische prestaties is gekeken naar de ontwikkeling van 2010 t/m Gegevens van het jaar 2009 zijn niet bekend. 9 NBTC-NIPO Research, Toeristisch bezoek aan steden 2012, april

11 Milieu en duurzaamheid De centrale ambitie van dit programma is het verbeteren van de milieukwaliteit en het creëren van een duurzamer Dordrecht. Deze ambitie is nader uitgewerkt in meerdere maatschappelijke doelstellingen. Duurzaamheid beslaat een groot deel van het programma, dit komt slechts voor een klein deel terug in de doelstellingen, vandaar dat we dieper ingaan op dit programma in de beleidsevaluatie Duurzaamheid. Hier volgt een evaluatie op hoofdlijnen. Doelstellingen programma Milieu en duurzaamheid Afvalinzameling en nuttig gebruik van afval (hergebruik): in 2015 voldoen aan doelstelling Landelijk Afvalbeheerplan: verhogen van het nuttig (her)gebruik van huishoudelijk afval naar 60%. Bodemsanering: in 2014 zijn alle gevallen van bodemverontreiniging waar de gemeente verantwoordelijk voor is gesaneerd. Energiebesparing: in 2015 is 11% energiebesparing gerealiseerd en 3% van de energie wordt duurzaam geproduceerd. Water: het verbeteren van de waterkwaliteit (volgens de Kaderrichtlijn Water), waterkwaliteit (volgens de Nationaal Bestuursakkoord Water-Actueel) en verhogen van de waterveiligheid (volgens de Waterwet en Nationaal Waterplan). Het verbeteren van de Stedelijke ecologische structuur. Luchtkwaliteit: in 2015 voldoen aan de normen voor luchtkwaliteit. Geluid: het aantal woningen met te grote geluidsbelasting verminderen. Milieubewust gedrag en handelen bevorderen (NMC Weizigt en eigen organisatie). Dit programma ligt halverwege het jaar 2013 grotendeels op schema. Twee doelen zijn behaald: het aantal leerlingen dat gebruik maakt van educatieve programma s en het aantal woningen dat gebruik maakt van restwarmte. De streefwaarden hoeven voor de meeste doelstellingen ook pas in 2015 behaald te zijn. Alle indicatoren van dit programma tonen een positieve ontwikkeling. Het aandeel huishoudelijk afval dat nuttig (her)gebruikt wordt gaat richting de streefwaarde. Het hergebruik van afval is in Dordrecht even hoog of zelfs iets hoger dan in de referentiegemeenten. In 2011 is het afvalhergebruik in Dordrecht 52%, in Amersfoort 53% en in Arnhem 44%. In Zwolle zijn alleen cijfers van 2010 bekend, toen lag het percentage op 46%. Het aantal gesaneerde locaties is fors naar beneden gegaan. Door externe factoren is wat vertraging opgetreden, onder meer bij de sanering van Polder Stededijk en de Nieuwe Dordtse Biesbosch. Zo weigeren eigenaren de opgelegde saneringsplicht uit te voeren; en de Wieldrechtsezeedijk kan alleen gesaneerd worden als de bewoners zijn verhuisd. Het afval hergebruik is in Dordrecht in 2011 even hoog als of iets hoger dan in de referentiegemeenten. Voor de andere indicatoren is geen vergelijking mogelijk. De verwachte energiebesparing die bereikt wordt door afgesproken ambities en energiemaatregelen door burgers en ondernemingen gaat richting de streefwaarde. Op deze indicator wordt veel actie ondernomen door o.a. de Energiecoöperatie Dordrecht (ECD) en de Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid (OZHZ). De ECD lanceerde in 2013 bijvoorbeeld de Dordtse Zonatlas waarop is te zien of een dak geschikt is voor zonnepanelen, wat de geschatte stroomopbrengst is en wanneer de investering zal zijn terugverdiend. Ook geeft de ECD energiebesparingsadviezen (energiescans) voor bestaande woningen. De OZHZ neemt de energiedoelstellingen mee bij vergunningsverlening en handhaving. Het geschatte energiegebruik van corporatiewoningen voor ruimteverwarming is afgenomen met 22 TJ, dat is 3% van het totale energieverbruik van corporatiewoningen. Dit loopt achter op de doelstelling. Door de overeengekomen aansluiting op het warmtenet zal het afgesproken percentage vanaf 2015 wel gehaald worden. Het aantal woningen dat aangesloten is op een nog aan te leggen warmtenet dat gebruik maakt van restwarmte bij bedrijven, ligt op schema. Momenteel ligt het aantal woningen dat aangesloten is rond de De restwarmte is afkomstig van het afvalen energiebedrijf HVC, dat het warmtenet aanlegt. In 2014 start de warmtelevering. Naast woningen worden ook gemeentelijke gebouwen (o.a. Kunstmin, Energiehuis, 11

12 Regiokantoor) en nieuwbouwprojecten (o.a. Stadswerven, Sportboulevard en Leerpark) op het restwarmtenet aangesloten. Het percentage duurzaam geproduceerde energie zit ook in de lift. Voor het opwekken van duurzame energie is in 2012 een tweetal opties verder uitgewerkt wat in 2013 is voortgezet,: zonne-energie voor gemeentedaken en grootschalige windenergie. Met de komst van vier windmolens volgend jaar wordt de 3% duurzaam geproduceerde energie gehaald. De raad heeft groen licht gegeven voor het opstellen van een Uitvoeringsagenda Windenergie. Verder dragen allerlei initiatieven bij, zoals de twee groepsveilingen zonnepanelen voor burgers en zonnepanelen op gymzalen door de Energiecoöperatie Dordrecht (ECD). Het aantal woningen met een geluidsbelasting boven de 65 decibel is afgenomen. Het is onduidelijk waardoor het aantal woningen is gedaald. Om de vijf jaar vindt er een nieuwe inventarisatie van de geluidsbelasting plaats (conform Wet geluidhinder). De 0- waarde volgt uit de Geluidbelastingskaarten 2006, en de actuele waarde uit de Geluidbelastingskaarten Door modelmatige aanpassingen zijn de kaarten moeilijk te vergelijken. Zeker is wel dat de kaarten van 2011 nauwkeuriger zijn. In het kader van de kaarten is de gemeente verplicht een Actieplan Geluid te maken; vigerend Het nieuwe Actieplan Geluid ligt momenteel bij het college. Qua maatregelen wordt zoveel mogelijk aangesloten bij bestaande plannen, projecten en programma s, zoals het Verkeersstructuurplan Centrum. Tabel 6 Indicatoren programma Milieu en duurzaamheid onderwerp 0-waarde actuele waarde aandeel van het totaal aan huishoudelijk afval dat nuttig (her)gebruikt wordt aandeel gesaneerde locaties van de totale werkvoorraad van locaties die gesaneerd moeten worden geschat energiegebruik corporatiewoningen voor ruimteverwarming verwachte energiebesparing die bereikt wordt door afgesproken ambities en energiemaatregelen door burgers en ondernemingen aantal woningen dat aangesloten is op een nog aan te leggen warmtenet, dat gebruik maakt van restwarmte bij bedrijven percentage duurzaam geproduceerde energie aantal woningen met een geluidsbelasting (aan de gevel boven de plandrempel van 65 db(a) 48,4% 52% 60% streefwaarde (2,4%) 0 (100%) 100% 97% 90% 4,4 p/j (100%) 96% 90% % 1,5% 3% aantal leerlingen dat jaarlijks gebruik maakt van de educatieve programma s van NMC Weizigt Toelichting: 1. voor de indicator aandeel van het totaal aan huishoudelijk afval dat nuttig (her)gebruikt wordt is de 0-waarde uit 2008, de actuele waarde uit 2013 en de streefwaarde voor voor de indicator aandeel gesaneerde locaties van de totale werkvoorraad van locaties die gesaneerd moeten worden is de 0-waarde uit 2010, de actuele waarde uit 2013 en de streefwaarde voor voor de indicatoren geschat energiegebruik corporatiewoningen voor ruimteverwarming, verwachte energiebesparing die bereikt wordt door afgesproken ambities en energiemaatregelen door burgers en ondernemingen en percentage duurzaam geproduceerde energie is de 0-waarde uit 2009, de actuele waarde uit 2013 en de streefwaarde voor voor de indicator aantal woningen dat aangesloten is op een nog aan te leggen warmtenet, dat gebruik maakt van restwarmte bij bedrijven is de 0-waarde uit 2009, de eerste streefwaarde uit 2015 en de tweede streefwaarde voor voor de indicator geluidsbelasting (aan de gevel boven de plandrempel van 65 db(a) (2006) 2011 is de 0-waarde uit 2006, de actuele waarde uit 2011 en de streefwaarde voor bij de indicator aantal leerlingen dat gebruik maakt van de educatieve programma s van NMC Weizigt is de 0-waarde uit 2011, de actuele waarde uit 2012 en de streefwaarde voor donkergroen gekleurd betekent een positieve of stabiele ontwikkeling én streefwaarde gehaald; lichtgroen een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij streefwaarde nog niet is gehaald. 12

13 Maatschappelijke voorzieningen Dit programma richt zich op het bieden van maatschappelijke voorzieningen voor kwetsbare bewoners, zodat deze bewoners meer gaan participeren, zelfredzamer en gezonder worden. Doelstellingen Maatschappelijke voorzieningen De deelname aan vrijwilligerswerk in ligt in de referentiegemeenten ook rond de 30%. Bevorderen maatschappelijke participatie en zelfredzaamheid van mensen die dit nodig hebben. Bevorderen van samenwerking tussen ketenpartners in verslavingszorg, openbare geestelijke gezondheidszorg en maatschappelijke opvang ten behoeve van mensen met complexe meervoudige hulpvraag. Gezondheidsbevordering door preventie, wijkgerichte aanpak en integrale benadering. Op het gebied van maatschappelijke voorzieningen zijn de waarden van sommige indicatoren vooruitgegaan, terwijl andere een achteruitgang laten zien. Uit de Monitor Sociaal 2013 komt naar voren dat de maatschappelijke participatie iets achteruit is gegaan, in de zin van vrijwilligerswerk en lidmaatschap van een organisatie of vereniging. De ambitie was het handhaven van het niveau van de 0-meting. Ondanks de inspanningen is toch sprake van een lichte afname bij beide indicatoren. De afname in deelname aan vrijwilligerswerk is een landelijke trend. In vergelijking met de referentiegemeenten ligt de deelname aan vrijwilligerswerk rond de 30%, net als in Dordrecht. 10 Ook breder is de afname van lidmaatschappen van organisaties en verenigingen. Men gaat steeds meer individuele sporten beoefenen. In de toekomst zullen vrijwilligers nog belangrijker worden in het kader van de transities die op de gemeente afkomen. Van de andere kant lijkt de grens met 30% wel een beetje bereikt te zijn. De cijfers laten ook zien dat meer inwoners mantelzorg geven, namelijk een kwart van de mensen. Dit streefpunt is behaald. De zelfredzaamheid van inwoners met hulp uit de directe omgeving is vergroot. Het aandeel mantelzorggevers in Dordrecht is even hoog als in Leiden (24% in 2011). De overige gemeenten zijn niet vergelijkbaar op dit punt. Er wordt steeds meer een beroep op de eigen kracht van mensen gedaan. Het beleid gericht op de individuele wmo voorzieningen uitgevoerd door de Sociale Dienst wordt zichtbaar. Het stimuleert de zelfredzaamheid van mensen. De gemeente zet verder in op het bevorderen van de samenwerking tussen de ketenpartners in maatschappelijke opvang, verslavingszorg en geestelijke gezondheidszorg. Het aantal feitelijke daklozen is afgenomen, net als het aantal zwerfjongeren. Deze doelen zijn behaald. Van feitelijk dakloos wordt gesproken wanneer men buiten, op straat of in een (laagdrempelige) nachtopvang verblijft. Zwerfjongeren behoren tot een specifieke groep (feitelijk of residentieel) daklozen. Dit zijn jongeren tot en met 23 jaar met meervoudige problemen, die dakloos zijn of in de opvang verblijven. Het aantal residentieel daklozen is ongeveer stabiel gebleven, en ligt onder de streefwaarde. Van residentieel dakloos wordt gesproken wanneer men vaste bewoner is van een sociaal 10 In Leiden (2011) en Amersfoort (2010) ligt het aandeel deelname aan vrijwilligerswerk ook rond de 30%. Alleen Maastricht (2011) blijft achter op de rest met 17% deelname. De overige gemeenten hebben de deelname aan vrijwilligerswerk niet onderzocht. 13

14 pension, daklozeninternaat of anderszins over een woonruimte in de maatschappelijke opvang beschikt. De TaskForce Overlast heeft ingezet op het bieden van zorg, en indien nodig repressieve maatregelen. Door zorg en perspectief te bieden nam het aantal feitelijke daklozen af. Ook het feit dat er twee nieuwe residentiële voorzieningen gerealiseerd zijn, draagt eraan bij dat het aantal daklozen is afgenomen. In 2012 ervaren ruim zeven op de tien Dordtenaren hun gezondheid als goed of uitstekend. Dit is iets lager dan het regiogemiddelde en landelijk gemiddelde. Het aantal overlastgevers is gestegen. Een overlastgever is een persoon, die deel uitmaakt van de doelgroep Maatschappelijke Zorg waarbij door inwoners of instanties van de regio kenbaar is gemaakt dat deze persoon op meerdere momenten over een langere periode overlast heeft veroorzaakt. Met de TaskForce Overlast is er meer aandacht gekomen voor overlast, waardoor de instellingen meer overlastgevers zijn gaan registreren (de indicator). Het aantal overlastmeldingen door bewoners bij de politie is in de gebieden waar de TaskForce Overlast actief was tussen 2009 en 2012 echter fors gedaald. Hoe ervaren de mensen hun gezondheid? Vanwege de gewijzigde vraagstelling is de actuele waarde van de ervaren gezondheid niet vergelijkbaar met de 0-waarde. Uit de gezondheidsmonitor van 2012 blijkt in ieder geval dat ruim zeven op de tien inwoners (72%) van Dordrecht hun gezondheid als goed of uitstekend ervaren. Dit percentage ligt wel iets onder het regiogemiddelde (74%) en landelijke gemiddelde (77%). Tabel 7 Indicatoren programma Maatschappelijke voorzieningen onderwerp 0-waarde actuele waarde deelname aan vrijwilligerswerk 32% 30% 32% lidmaatschap organisatie of vereniging 76% 73% 76% geven van mantelzorg 18% 24% 20% aantal feitelijke daklozen (inclusief zwerfjongeren) aantal residentieel daklozen (inclusief zwerfjongeren) streefwaarde afname 10% afname 10% aantal zwerfjongeren afname 10% aantal overlastgevers afname 10% aantal verslaafden afname 10% ervaren gezondheid 15% - 15% Toelichting: 1. voor de indicatoren deelname vrijwilligerswerk, lidmaatschap organisatie of vereniging en geven van mantelzorg is de actuele waarde uit voor de indicatoren aantal feitelijke daklozen, aantal residentieel daklozen, aantal zwerfjongeren en aantal overlastgevers is de actuele waarde uit voor de indicator aantal verslaafden is de 0-waarde uit 2009 niet te vergelijken met het cijfer uit 2010 en voor de indicator ervaren gezondheid is de 0-waarde uit 2009 en is het nog onbekende actuele cijfer niet vergelijkbaar met de 0-waarde door de gewijzigde vraagstelling. 5. donkergroen gekleurd betekent een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij de streefwaarde is gehaald; oranje een negatieve ontwikkeling waarbij de streefwaarde nog niet is gehaald. Jeugd Het programma richt zich op de drie onderstaande doelstellingen. Doelstellingen programma Jeugd Optimaliseren van het CJG. Optimaliseren ondersteuning multiproblem jongeren (intensieve ondersteuning). Voorbereiden op decentralisatie jeugdzorg (specialistische ondersteuning). Op het gebied van Jeugd is het nog niet mogelijk om ontwikkelingen te beschrijven. De eerste meting heeft plaatsgevonden in 2012 en de volgende meting zal plaatsvinden in 2014; hierdoor is de actuele waarde momenteel gelijk aan de 0-waarde. 14

15 Wel kunnen we de huidige stand van zaken weergeven. Wat betreft het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), zijn acht op de tien ouders bekend met (onderdelen) van het CJG. Driekwart van de ondervraagde ouders geeft verder aan wel eens ondersteuning te hebben gezocht én gevonden. Zes op de tien zeggen ook daadwerkelijk geholpen te zijn door de ondersteuning. Een verbeterpunt is de bekendheid van het digitaal opvoedplein. Slechts 2% geeft aan dit te kennen; hoewel ouders ook eerst binnen hun netwerk, vrienden/familie, school en huisarts zoeken alvorens zij op zoek gaan naar andere bronnen, zoals een digitale website. Acht of negen op de tien ouders, verzorgers en/of jongeren zijn tevreden met de medewerkers en dienstverlening van het Consultatiebureau en School Maatschappelijk Werk. Ze zijn vooral tevreden met het resultaat op de zelfredzaamheid en afname in problematiek. Men is minder tevreden over de mate waarin het consultatiebureau het netwerk betrekt, maar dit is ook niet het voornaamste doel van het consultatiebureau. Op het gebied van Jeugd is geen vergelijking met de referentiegemeenten mogelijk. In de loop van het huidige collegeprogramma is de decentralisatie Jeugdzorg in volle omvang gaan spelen. Het is een grote opgave en kans voor de gemeente om een integraal aanbod aan passende ondersteuning te realiseren. Lichte ondersteuning waar het kan en zwaar waar nodig, uitgaande van de eigen kracht van het kind en het gezin. De implementatie zal grote invloed hebben op het lokale Jeugdbeleid. Een lokaal beleidskader Zorg voor Jeugdigen wordt begin 2014 vastgesteld. Deze grote ontwikkelingen typeren het tweede deel van het collegeprogramma. Bij de methodiek van Integraal casemanagement die door TriviumLindenhof en Flexus Jeugdplein wordt uitgevoerd en die gericht is op multiproblem jongeren behaalt tweederde van de jongeren de doelstellingen. Deze werkwijze zal ook in het nieuwe ontwerp van de jeugdzorg geïmplementeerd worden: één gezin, één plan, één casemanager. Tabel 8 Indicatoren programma Jeugd onderwerp 0-waarde actuele waarde streefwaarde 2014 bekendheid CJG 80% - 80% juiste ondersteuning gezocht en gevonden 74% - 85% geholpen met ondersteuning 58% - 75% bekendheid digitaal opvoedplein 2% - 16% tevredenheid met ondersteuning (medewerker) tevredenheid met ondersteuning (dienstverlening) CB: 88% SMW: 99% CB: 82% SMW: 93% resultaat op zelfredzaamheid CB: 82% SMW: 92% resultaat op betrekken netwerk CB: 34% SMW:94% resultaat of afname problematiek SB: 74% - - SMW:93% Toelichting: voor alle indicatoren is de 0-waarde uit 2012; er zijn nog geen actuele cijfers bekend. Sport en recreatie De gemeente richt zich op het vergroten van de sportdeelname onder de inwoners, en op het verstevigen van de sportinfrastructuur. Op het gebied van recreatie willen zij een gevarieerd en bereikbaar aanbod garanderen. 15

16 Doelstellingen programma Sport en recreatie Versterken sportinfrastructuur en stimuleren sportdeelname (sportwiel). Garanderen voldoende gevarieerd en bereikbaar recreatief aanbod. De Sportboulevard, de Deetossnelhal en het dordtsport Talentcentrum zijn gerealiseerd, er is een uitgebreid evenementenprogramma en met het programma Doe ff gezond wordt beweging onder de inwoners gestimuleerd. De sportdeelname van de Dordtenaren ligt onder het landelijk gemiddelde. Op het gebied van Sport en recreatie hebben de indicatoren zich positief ontwikkeld of zijn ze stabiel gebleven. Eén indicator laat een negatieve ontwikkeling zien. De inwoners van Dordrecht zijn iets minder tevreden over de sportvoorzieningen dan bij de 0-meting. De tevredenheid ligt momenteel onder het streefniveau. Toch geven de inwoners van Dordrecht nog altijd een ruime voldoende, net als de inwoners van de referentiegemeenten. In Dordrecht is het cijfergemiddelde een 7,4. In de vergelijkbare gemeenten varieert dit van een 7,3 tot en met een 7,8. 11 De sportdeelname van de Dordtenaren is niet toegenomen. Bijna zes op de tien Dordtenaren geven aan het afgelopen jaar 12 keer of meer te hebben gesport. Dit aandeel (58%) is gelijk gebleven, en ligt nog altijd dicht tegen het streefpunt aan. Dit is de sportdeelname vanaf 4 jaar. Als we kijken naar de sportdeelname van de categorie 18 t/m 79-jarigen dan kan 55% van de inwoners van Dordrecht worden gezien als sporter; dit is gelijk aan het regio gemiddelde Drechtsteden, maar iets onder het landelijke gemiddelde. 12 Het aandeel inwoners dat tevreden is met de natuur- en recreatievoorzieningen is hoog en ligt boven het streefniveau. Het bezoek aan de Hollandse Biesbosch/de Merwelanden is beduidend toegenomen ten opzichte van de 0-waarde. Het bezoek aan de andere twee recreatievoorzieningen is wat afgenomen, maar degenen die een bezoek brengen komen wel vaker terug dan bij de 0-meting. Met de totstandkoming van een nieuwe overeenkomst met de provincie en waterschap gaat de nieuwe natuur en recreatieve ontwikkeling in de nieuwe Dordtse Biesbosch gewoon door. Wel in afgeslankte vorm. Verder hebben we vooral ingezet in de doorontwikkeling van het Parkschap, met focus op het realiseren van nieuw recreatief aanbod en het verbeteren van de ontsluiting van bestaand recreatief aanbod. De realisering van de Ecolodge en een voetveerverbinding zijn hiervan voorbeelden. De sportvoorzieningen in Dordrecht krijgen een ruime voldoende, net als in de referentiegemeenten. 11 De tevredenheid over sportvoorzieningen is enkel onderzocht in Amersfoort (2011), Arnhem (2011), Haarlem (2010), Leiden (2009, 2011), Maastricht (2009), Den Bosch (2009, 2011) en Zwolle (2009, 2011, 2013). 12 Vrijetijdsbesteding in de Drechtsteden (OCD), november

17 Tabel 9 Indicatoren programma Sport en recreatie onderwerp 0-waarde actuele waarde streefwaarde 2014 Op het gebied van bereikbaarheid per auto en openbaar vervoer is geen vergelijking met de referentiegemeenten mogelijk. tevreden over sportvoorzieningen 77% 72% 77% sportdeelname Dordtse bevolking 58% 58% 60% oordeel inwoners over natuur- en recreatievoorzieningen bezoek inwoners aan natuur- en recreatiegebieden in Dordrecht: - de Hollandse Biesbosch / de Merwelanden 88% 89% 88% 54% en 7,9 keer 69% en 7,7 keer 54% - bos- en recreatiegebied de Elzen 48% en 8,6 keer 36% en 12,8 keer 48% - natuurpad, wandel-/fietsgebied 55% en 5,9 keer 32% en 7,7 keer 54% tussen Zuid- en Oosthaven Toelichting: 1. voor de indicator tevreden over sportvoorzieningen is de 0-waarde uit 2009 en de actuele waarde uit T/m 2009 werd dit gemeten via de Monitor Leefbaarheid en Veiligheid en vanaf 2011 via het Omnibus-onderzoek. 2. voor de indicator sportdeelname Dordtse bevolking is de 0-waarde uit 2008 en de actuele waarde uit Dit is een 3-jaarlijks cijfer. 3. voor de indicator oordeel inwoners over natuur- en recreatievoorzieningen is de 0-waarde uit 2008 en de actuele waarde uit Dit is een 4-jaarlijks cijfer. 4. voor de indicator bezoek inwoners aan natuur- en recreatiegebieden in Dordrecht is de 0- waarde uit 2008 en de actuele waarde uit Dit is het % van de bevolking dat het afgelopen jaar de natuur- en recreatievoorziening heeft bezocht + het gemiddeld aantal keer van het bezoek. Dit is een 4-jaarlijks cijfer. 5. donkergroen gekleurd betekent een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij de streefwaarde is gehaald; lichtgroen een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij de streefwaarde nog niet is gehaald; oranje een negatieve ontwikkeling waarbij de streefwaarde nog niet is gehaald. Verkeer en vervoer De gemeente Dordrecht wil in dit programma met name de bereikbaarheid van Dordrecht verbeteren, de verkeersoverlast verminderen en de externe veiligheid verbeteren. Doelstellingen programma Verkeer en vervoer Verbeteren bereikbaarheid: optimaal benutten van de hoofdinfrastructuur (auto), het bieden van voldoende parkeerruimte, versterken van het openbaar vervoer. Verminderen verkeersoverlast: versterken positie fietsers en voetgangers, verbeteren verkeersveiligheid. Verbeteren externe veiligheid. Op het gebied van Verkeer en vervoer zijn uitsluitend positieve ontwikkelingen zichtbaar, waarbij alle doelstellingen zijn gehaald. De bereikbaarheid van Dordrecht, zowel per auto als openbaar vervoer, is verbeterd. Het rapportcijfer voor de doorstroming van het autoverkeer op de hoofdwegen is gestegen tot het streefniveau: een 6,5. De inwoners zijn meer tevreden over de benutting van de hoofdinfrastructuur. De afgelopen vier jaar heeft het college definitieve afspraken met het ministerie I&M over de dagelijkse files op de A16 en de N3. Met een investeringssom van circa 44 miljoen blijft Dordrecht ook in de toekomst een bereikbare stad om in te werken, wonen, creëren, studeren en niet in de laatste plaats te blijven investeren. De bereikbaarheid van de Dordtse binnenstad met het openbaar vervoer waarderen de inwoners van Dordrecht en de regio hoger dan bij de 0-meting. De bereikbaarheid van de Dordtse Binnenstad met de waterbus krijgt eenzelfde cijfer (7,1). De waterbus 17

18 wordt in hoge mate gewaardeerd om de onderlinge gemeenten in de regio Drechtsteden te bereiken (7,6). De beleidsevaluatie Levendige Binnenstad gaat dieper in op de Dordtse binnenstad. Een aantrekkelijke binnenstad wordt je pas bij een bereikbare binnenstad. Voor het autoverkeer is de parkeergarage Achterom geopend, en voor de reiziger per openbaar vervoer is de frequentie op de Merwede Lingelijn verhoogd naar 4x per uur. In dit collegeperiode konden de 65+ ers zelfs gratis reizen met de bus. Niet in de laatste plaats zijn de afgelopen jaren afspraken gemaakt met Waterbus om te blijven investeren in de vloot en een verbeterde dienstregeling. De schaalscore verkeersoverlast ligt in Dordrecht in 2011 hoger dan gemiddeld in de referentiegemeenten. Positief is dat de overlast van alle deelaspecten, op hard rijden na, zijn afgenomen. Over de bezettingsgraad van de gemeentelijke parkeergarages zijn nog geen nieuwe cijfers bekend. Door de tijdelijke sluiting van een parkeergarage en de toevoeging van een andere, is een nieuwe 0-meting noodzakelijk. Een mogelijk meer interessante vraag is: zijn de inwoners van Dordrecht tevreden met de parkeermogelijkheden? Uit een recent onderzoek van het OCD komt naar voren dat Dordtenaren de parkeergelegenheid in de buurt (6,3) en in de gemeente (6,1) waarderen met een voldoende. 13 De schaalscore verkeersoverlast (hoe hoger de score, hoe meer overlast men ervaart) is flink afgenomen, tot onder de streefwaarde. In de vergelijking met de referentiegemeenten komt naar voren dat in 2011 de verkeersoverlast in Dordrecht iets hoger ligt (4,4) dan gemiddeld in de referentiegemeenten (4,0). Wanneer we kijken naar de ontwikkeling van de deelaspecten van verkeersoverlast is te zien dat in Dordrecht de parkeeroverlast, geluidsoverlast door verkeer en agressief verkeersgedrag zijn afgenomen van 2009 t/m Te hard rijden bleef stabiel. In Breda, Den Bosch en Zwolle is, net als in Dordrecht, sprake van een daling. Bij Arnhem en Leiden zien we een wisselend beeld. Opvallend is dat in Amersfoort alle aspecten van verkeersoverlast zijn toegenomen. Het aantal doden en gewonden bij ongevallen met ernstige slachtoffers (ziekenhuis of dodelijke afloop) is gehalveerd in de afgelopen vijf jaar. De afname is gedeeltelijk te verklaren door de afnemende registratiegraad. Tabel 10 Indicatoren programma Verkeer en vervoer onderwerp 0-waarde actuele waarde streefwaarde 2014 oordeel inwoners over doorstroming autoverkeer op hoofdwegen bezettingsgraad gemeentelijke parkeergarages oordeel inwoners stad en regio over bereikbaarheid Dordtse binnenstad met OV 6,1 6,5 verbetering 66,5% - 66,5% Dordrecht: 6,8 Overige Drechtsteden: 6,4 Dordrecht: 7,1 Overige Drechtsteden: 6,7 schaalscore verkeersoverlast 4,7 4,0 4,2 verbetering voortschrijdend 5-jaarsgemiddelde verbetering doden en gewonden bij ongevallen Toelichting: 1. Voor de indicator bezettingsgraad gemeentelijke parkeergarages is de 0-waarde uit Er is nog geen actueel cijfer bekend. 2. voor de indicator oordeel inwoners over doorstroming autoverkeer op hoofdwegen en oordeel inwoners stad en regio over bereikbaarheid Dordtse binnenstad met OV is de 0-waarde uit 2011 en de actuele waarde uit voor de indicatoren en schaalscore verkeersoverlast is de 0-waarde uit 2009 en de actuele waarde uit voor de indicator voortschrijdend 5-jaarsgemiddelde doden en gewonden bij ongevallen is de 0- waarde uit 2005/2009 en de actuele waarde uit 2008/ donkergroen gekleurd betekent een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij de streefwaarde is gehaald. 13 Onderzoekcentrum Drechtsteden, Bereikbaarheid in de Drechtsteden (concept), november

19 Wonen Dit programma richt zich op het creëren van een vitale stad (en regio) met een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Deze ambitie is nader uitgewerkt in twee maatschappelijke doelstellingen. Doelstellingen programma Wonen Beter woningaanbod Meer differentiatie woonmilieus. Bij Wonen zien we zowel positieve of stabiele, als negatieve ontwikkelingen. Dordrecht is gestegen op de index woonaantrekkelijkheid. De vergelijkbare steden staan veelal hoger genoteerd. De eerste doelstelling heeft betrekking op het verbeteren van het woningaanbod, vooral door vergroting van het aantal duurdere woningen en verkleining van de goedkope matige woningvoorraad. Wanneer we kijken naar de ontwikkeling van de gemiddelde woningwaarde, is een daling waarneembaar. Door de crisis zijn echter de woningen overal minder waard geworden. Zo is de gemiddelde woningwaarde van 2009 tot en met 2012 in Dordrecht met euro gedaald; in de referentiegemeenten is dit gemiddeld euro (CBS). Wanneer we Dordrecht vergelijken met het landelijke gemiddelde, is te zien dat de daling van de WOZ-waarde in Dordrecht sterker is dan de landelijke daling. Een oorzaak is onder andere dat er weinig nieuwe woningen zijn bijgebouwd, vooral in het duurdere segment, waardoor in verhouding het percentage in de sociale sector is toegenomen en het percentage in de duurdere categorie is gedaald. Door de daling van de WOZ-waarde zijn er meer woningen onder de norm voor de sociale sector van euro gekomen, en is als keerzijde het aantal woningen boven die grens gedaald. In de referentiegemeenten zien we dezelfde tendens. Het aandeel woningen in de sociale sector is daar gemiddeld iets minder hard toegenomen in 2011 ten opzichte van 2010; het aandeel in de duurdere sector is net als in Dordrecht licht afgenomen (CBS). 14 Dordrecht is in de woonaantrekkelijkheidsindex gestegen van positie 23 naar 20. De vergelijkbare steden staan nog hoger genoteerd, behalve Breda en Maastricht. Sommigen gemeenten zijn ook enkele plekken gestegen (Amersfoort, Arnhem, Breda en Den Bosch), terwijl andere zijn gedaald. Door de relatief lage tot gemiddelde positie in vergelijking met de referentiegemeenten en het gebrek aan woningen in het duurdere segment, is het niet gelukt om het netto vertrek van huishoudens met midden en hoge inkomens uit Dordrecht tegen te gaan. De daling van de WOZ-waarde in Dordrecht is vergelijkbaar met die in de referentie-gemeenten. De daling is wel sterker dan landelijk. De stijging van het aandeel woningen in de sociale sector is iets sterker dan gemiddeld in de referentiegemeenten. Een concreet onderdeel van de tweede doelstelling is het op orde hebben van de leefsituatie in Dordrecht-West. De leefbaarheid en sociale cohesie in dit gebied is stabiel gebleven. De crisis heeft de uitvoering van het herstructureringsprogramma vertraagd. Bepaalde woningen zouden opgeknapt of gesloopt worden, dit zou ten goede komen aan de leefbaarheid. Maar dit ligt door de crisis momenteel stil. Dit levert tijdelijke verloedering en braakliggende terreinen op, wat weer een negatief effect heeft op de sociale cohesie in sommige buurten. 14 Bij de vergelijking van Dordrecht met de referentiegemeenten zijn cijfers van het CBS gebruikt. Hierbij zijn alleen cijfers van 2011 t.o.v beschikbaar. Het CBS hanteert ook andere grenzen dan die in tabel Wonen zijn gebruikt, deze cijfers zijn niet vergelijkbaar. Het aandeel woningen in de sociale sector is in de referentiegemeenten gemiddeld iets minder hard toegenomen (+2,5% vs. 4% in Dordrecht), en in de duurdere sector ongeveer even snel afgenomen (-1,5% vs. 1% in Dordrecht). 19

20 Tabel 11 Indicatoren programma Wonen onderwerp 0-waarde actuele waarde streefwaarde 2014 ontwikkeling gemiddelde woningwaarde Dordrecht: -5,9% Nederland:-3,7% % woningen in sociale sector 54% 68% 52% % woningen in duurdere categorie 17% 13% 19% stijging boven landelijke gemiddelde stijging woonaantrekkelijkheidsindex 23e positie 20e positie 20 e positie % huishoudens met midden en hoge inkomens rapportcijfer leefbaarheid in Dordrecht-West resp. 38,4% en 16,7% resp. 38,4% en 17,3% 6,6 6,6 6,8 resp. 40% en 18% schaalscore sociale cohesie in 5,4 5,3 5,6 Dordrecht-West Toelichting: 1. voor de indicator % huishoudens met midden en hoge inkomens is de 0-waarde uit 2007 en de actuele waarde uit voor de indicatoren ontwikkeling gemiddelde woningwaarde, woonaantrekkelijkheidsindex, rapportcijfer leefbaarheid in Dordrecht-West en schaalscore sociale cohesie in Dordrecht-West is de 0-waarde uit 2009 en de actuele waarde uit Alleen bij de indicator ontwikkeling gemiddelde woningwaarde is de actuele waarde uit voor de indicatoren % woningen in sociale sector en % woningen in duurdere categorie (vanaf euro) is de 0-waarde uit 2010 en de actuele waarde uit donkergroen gekleurd betekent een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij de streefwaarde is gehaald; lichtgroen een positieve of stabiele ontwikkeling waarbij de streefwaarde nog niet is gehaald; oranje een negatieve ontwikkeling waarbij de streefwaarde nog niet is gehaald. Dienstverlening Gemeenten streven naar een kwalitatief zo goed mogelijke dienstverlening. De centrale ambitie van dit programma is om burgers en ondernemers de dienstverlening van de gemeente Dordrecht als toegankelijk en professioneel te laten ervaren. Deze ambitie is uitgewerkt in vier maatschappelijke doelen. We gaan in op de maatschappelijke effecten van de doelstellingen 2 en Doelstellingen programma Dienstverlening Voor de dienstverlening aan burgers handhaven we onze positie in de landelijke top van gemeenten. Verbetering dienstverlening aan ondernemers. Focus op dienstverlening via de website. Klantvragen worden volgens een vraaggerichte, transparante en efficiënte lijn afgehandeld. Dordtenaren zijn minder tevreden over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening. In de referentiegemeenten is deze gelijk gebleven. Bij Dienstverlening zijn twee indicatoren opgesteld om de maatschappelijke effecten te meten. Hiervan is de waarde van één indicator iets achteruit gegaan, en de actuele waarde van de andere indicator is nog onbekend. De burgers laten zich momenteel iets minder positief uit over de kwaliteit van de gemeentelijke dienstverlening. Het rapportcijfer is licht gedaald. Aanvankelijk steeg de klanttevredenheid van een 7,5 in 2010 naar een 7,8 in Recentelijk zien we in Dordrecht echter een duidelijke daling in de klanttevredenheid naar een 7,3 in Dit is met name terug te voeren op het rapportcijfer voor de dienstverlening via het web, waarvoor inwoners een 6,6 geven. In vergelijking met de referentiegemeenten, waarvan enkel gegevens bekend zijn van 2011 en 2012 over de baliedienstverlening, komt naar voren dat de tevredenheid met de baliedienstverlening gemiddeld stabiel bleef in de referentiegemeenten. Alleen in Amersfoort en Haarlem is sprake van een daling. Van Zwolle is wel een recent cijfer beschikbaar. Daar is het rapportcijfer in 2013 ten opzichte van 2011 licht gestegen, en deze is hoger dan in Dordrecht (7,9 in 2013). 15 De eerste en derde doelstelling is niet in maatschappelijke effecten meetbaar gemaakt. 20

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Buurtrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is de buurt? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Hoe leefbaar en veilig is? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Juli 202 Hoe leefbaar en veilig is het? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft de gemeente voor de tweede keer deelgenomen aan de Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Woolde Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt?

Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? VEILIGHEIDSMONITOR-WIJKPEILING ALMERE 2017 Hoe beoordelen Almeerders de leefbaarheid en veiligheid in hun buurt? 23 mei 2018 Meer weten over uw eigen wijk? Ga naar www.wijkmonitoralmere.nl 1. INTRODUCTIE

Nadere informatie

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN

FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN FYSIEK-ECONOMISCHE DOELSTELLINGEN 1. BETERE WONINGVOORRAAD DOOR MEER VARIATIE IN WONINGEN 1A RAPPORTCIJFER WONING OUD KRISPIJN meetmomenten: 1x 2 jaar NIEUW KRISPIJN DORDT WEST 7,3 7,4 7,4 7,6 7,2 7,2

Nadere informatie

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis

Stadswerven Zuid 2014 Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid Een jaar na opening van het Energiehuis Stadswerven Zuid is het tol van verschillende ontwikkelingen, met een gerenoveerd Energiehuis en de komst van een bioscoop met parkeergarage. In

Nadere informatie

Leefbaarheid en veiligheid

Leefbaarheid en veiligheid Leefbaarheid en veiligheid In de buurt volgens de inwoners van de Drechtsteden in 2013 Leefbaarheid en veiligheid zijn belangrijke thema s binnen gemeenten. Dat is niet verwonderlijk, want burgers wonen

Nadere informatie

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD

Fysieke leefomgeving I.B EELDKWALITEIT VAN DE STAD Nijmegen is volgens veel Nijmegenaren een mooie en groene stad. Tweederde vindt Nijmegen bovendien een schone stad. Ook van buitenaf is er een gunstige indruk. Al enkele jaren oordelen bezoekers positief

Nadere informatie

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011

Integrale Veiligheidsmonitor Hengelo 2011 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Juli 202 Integrale Veiligheidsmonitor Wijkrapport Es Hoe leefbaar en veilig is de Es? Integrale Veiligheidsmonitor. Inleiding In heeft gemeente voor de tweede

Nadere informatie

Subsidieplafonds Subsidieplafonds 2016

Subsidieplafonds Subsidieplafonds 2016 Subsidieplafonds Subsidieplafonds 1 0360_15 Subsidieplafonds V1 Subsidieplafonds 2 Subsidieplafonds Beoogd Maatschappelijk Effect stelling Bedrag Jaarlijkse subsidie Samenredzaamheid 1. Ambitie Bewoners

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010

Veiligheidsmonitor Hengelo Wijkrapport Buitengebied Augustus 2010 Veiligheidsmonitor Wijkrapport Augustus 2010 Wijkrapport Augustus 2010 Hoe leefbaar en veilig is het Integrale Veiligheidsmonitor Inleiding Eind heeft de gemeente voor het eerst deelgenomen aan de Integrale

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Vinkel grenst in het noorden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Na een herindeling in 1993 viel het grootste gedeelte onder de gemeente Maasdonk. Begin

Nadere informatie

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen

GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen GEMEENTE OSS Resultaten op hoofdlijnen RESULTATEN GEMEENTE OSS 2011 Soort onderzoek : Enquêteonderzoek bevolking 15+ Opdrachtgever : Stadsbeleid Maatschappelijke Ontwikkeling Opdrachtnemer : Team O&S,

Nadere informatie

Drie jaar Taskforce Overlast

Drie jaar Taskforce Overlast Drie jaar Taskforce Overlast Duidelijke afname van ervaren overlast Centrum en Sinds 2010 werkt de gemeente Dordrecht met de Taskforce Overlast in de openbare ruimte aan het terugdringen van de overlast

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011

Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011 Taskforce Overlast Ervaren overlast in het Centrum en Crabbehof-Noord 2011 Eén van de prioriteiten van de gemeente is het aanpakken van overlast, onder andere van verslaafde dak- en thuislozen. Het uiteindelijke

Nadere informatie

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

1. Inwoners en ondernemers zijn tevreden over de (publieks)dienstverlening van de gemeente Roosendaal.

1. Inwoners en ondernemers zijn tevreden over de (publieks)dienstverlening van de gemeente Roosendaal. MAATSCHAPPELIJKE EFFECTEN Maatschappelijke effecten kunnen worden gedefinieerd als de beoogde gevolgen van het gemeentelijk beleid voor de samenleving en geven daarmee antwoord op de vraag: Wat willen

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2016 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt, midden in de polder, een nieuwe woonwijk: de Groote Wielen. In totaal komen er ongeveer 4.350 woningen, daarvan

Nadere informatie

Dordtse jeugd in cijfers

Dordtse jeugd in cijfers Dordtse jeugd in cijfers stand van zaken en ontwikkelingen kerncijfers Hoe staat het met de jeugd in? Hoeveel kinderen groeien op in een bijstandsgezin? Hoeveel jongeren zijn werkloos en welk aandeel heeft

Nadere informatie

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking-

Stadsmonitor. -Totaalbeeld Stedenvergelijking- Stadsmonitor -Totaalbeeld Stedenvergelijking- Modules Totaalbeeld stedenvergelijking 1 Bestuur 2 Bevolking 3 Cultuur 4 Duurzaamheid 5 Economie en werk 6 Imago stad 7 Inkomen en armoedebestrijding 8 Mobiliteit

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2011

Veiligheidsmonitor 2011 Veiligheidsmonitor 20 Dordtse scores op de MJP-indicatoren en vergeleken met andere gemeenten De gemeente Dordrecht heeft in 20 voor de derde keer deelgenomen aan de landelijke Integrale Veiligheidsmonitor.

Nadere informatie

Speerpunten college. 1 Conclusies. Wat vinden bewoners van de speerpuntmaatregelen?

Speerpunten college. 1 Conclusies. Wat vinden bewoners van de speerpuntmaatregelen? Speerpunten college Wat vinden bewoners van de speerpuntmaatregelen? Aan het begin van de collegeperiode 2010-2014 heeft het College zich een aantal prioriteiten gesteld, onder anderen op het gebied van

Nadere informatie

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte- Stadsmonitor -thema Openbare Ruimte- Modules Samenvatting 1 Beeldkwaliteit stad 2 Beeld van openbare ruimte in buurt 4 Onderhoud openbare ruimte 10 Bronnen 19 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek

Nadere informatie

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert

Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert Wijk- en buurtmonitor 2018 Muntel/Vliert Ten noorden van de Binnenstad ligt de wijk Muntel/Vliert. Deze wijk bestaat uit drie verschillende buurten: de Muntel, de Vliert en Orthenpoort. De wijk telt bijna

Nadere informatie

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden

Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 Leiden Veiligheidsmonitor 2008, gemeente 1 Tabellen Veiligheidsmonitor 2008 In deze bijlage worden de uitkomsten van de monitor weergegeven in tabellen. Van de volgende gebieden worden cijfers gepresenteerd:

Nadere informatie

de Makassarbuurt De Staat van

de Makassarbuurt De Staat van De Staat van de Makassarbuurt De Makassarbuurt ligt in de Indische Buurt tussen de de Zeeburgerdijk, Molukkenstraat, Insulindeweg en het Flevopark. De buurt beslaat 115 hectare, waarvan meer dan de helft

Nadere informatie

Muntel/Vliert. Wijk- en buurtmonitor 2016

Muntel/Vliert. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Muntel/Vliert Ten noorden van de Binnenstad ligt de wijk Muntel/Vliert. De wijk bestaat uit drie verschillende buurten: de Muntel, de Vliert en Orthenpoort. In de wijk wonen

Nadere informatie

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen Groningen, 1 maart 2011 Persbericht nr. 34 Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen SPECIALE AANDACHT VOOR KRIMPGEBIEDEN EN VOOR JEUGD De Groninger bevolking groeit nog door tot 2020, en

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen

Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen Wijk- en buurtmonitor 2018 De Groote Wielen In het oostelijk deel van s-hertogenbosch ligt de Groote Wielen. Een nieuwe woonwijk, midden in de polder. In totaal komen er ongeveer 4.400 woningen, daarvan

Nadere informatie

Binnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2016

Binnenstad. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Binnenstad De Binnenstad van s-hertogenbosch is het oudste deel van de stad. Karakteristiek zijn het middeleeuwse stratenpatroon en de historische panden, de vele bijzondere

Nadere informatie

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Engelen De wijk Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich

Nadere informatie

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018

Engelen. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Engelen Engelen ligt ten noordwesten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit de dorpen Engelen en Bokhoven. Ook staat de wijk bekend om de kastelen. Engelen heeft zich in de

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2016 Wijk- en buurtmonitor 2016 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

AARVELD/BEKKERVELD 2015

AARVELD/BEKKERVELD 2015 AARVELD/BEKKERVELD 1 1 7 1 3 8 8 1 9 13 7 7 9 8 8 11 1 73 13 1 81 1 1 8 8 1 3 7 9 11 13 1 3 1 1, 3,9 3,1 3,7 3,, 3,8 3, 7,1 3, 3,3 9 11, 3,8 3,, 3,3 3, 13 1 3,8, 3,7 3, 3, 3,3 3 1 1 3 7 9 11 13 1 Een selectie

Nadere informatie

Een aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen:

Een aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen: Ruim zestien jaar is er ervaring met het bevorderen van leefbaarheid in de wijken in Dordrecht via wijkbeheer. Leefbaarheid in wijken heeft veel dimensies. Enkele trefwoorden zijn: schoon, heel, veilig,

Nadere informatie

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek

Onderzoeksflits. Atlas voor gemeenten 2015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht. IB Onderzoek, 29 mei 2015. Utrecht.nl/onderzoek Onderzoeksflits Atlas voor gemeenten 015 Erfgoed positie van Utrecht uitgelicht IB Onderzoek, 9 mei 015 Utrecht.nl/onderzoek Colofon uitgave Afdeling Onderzoek Gemeente Utrecht 030 86 1350 onderzoek@utrecht.nl

Nadere informatie

Buurt voor Buurt 2012

Buurt voor Buurt 2012 uitgebreid Advies en Faciliteiten Informatie Stadskantoor Lübeckplein 2 Postbus 10007 8000 GA Zwolle Telefoon (038) 498 51 52 de.krikken@zwolle.nl www.zwolle.nl Buurt voor Buurt 2012 Aalanden Opdrachtgever

Nadere informatie

Schildersbuurt. Concept Maatschappelijk Index, versie Maatschappelijke index 6

Schildersbuurt. Concept Maatschappelijk Index, versie Maatschappelijke index 6 Schildersbuurt D. Sociale binding Maatschappelijke index 6 4 2 A. Capaciteiten wijk 2012 wijk 2014 stadsdeel 2012 stadsdeel 2014 stad 2014 3,7 3,9 4,8 4,7 6,0 Maatschappelijke index 3,7 4,5 4,9 4,8 6,0

Nadere informatie

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen noord. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Rosmalen noord Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Analyse deelgebied Maaspoort 2016

Analyse deelgebied Maaspoort 2016 Analyse deelgebied Maaspoort 2016 Afdeling O&S December 2016 2 1. Aanleiding en doel In Maaspoort signaleren professionals meervoudige problematiek in een gedeelte van de wijk. Het gaat om het zuidelijk

Nadere informatie

Posities Dordrecht In onderstaand overzicht staan de posities van Dordrecht in de Atlas vanaf 2004 weergegeven.

Posities Dordrecht In onderstaand overzicht staan de posities van Dordrecht in de Atlas vanaf 2004 weergegeven. MEMO Van Kees Paalvast Aan College van B&W Dordrecht Datum 11 juni 2015 Kenmerk Betreft Analyse Atlas voor Gemeenten (Woonaantrekkelijkheid en Sociaaleconomische Index) Contactpersoon Kees Paalvast T 078

Nadere informatie

Leefbaarheid en veiligheid

Leefbaarheid en veiligheid Leefbaarheid en veiligheid In de buurt volgens de inwoners van de Drechtsteden in 2013 Leefbaarheid en veiligheid zijn belangrijke thema s binnen gemeenten. Dat is niet verwonderlijk, want burgers wonen

Nadere informatie

Toelichting Basismonitor gemeente Groningen (prototype)

Toelichting Basismonitor gemeente Groningen (prototype) Toelichting Basismonitor gemeente Groningen (prototype) In ontwikkeling Deze site en app is nog in ontwikkeling. Uw reactie gebruiken we graag om hem te verbeteren. Reageer via de knop Contact rechtsboven

Nadere informatie

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011

Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor 2011 Maart Hoe veilig voelen Almeerders zich? Veiligheidsmonitor Hoe gaat het met de leefbaarheid in? Hoe heeft het oordeel van bewoners over leefbaarheid & veiligheid zich ontwikkeld? Telefoonnummer: 14036

Nadere informatie

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen

Inwoners van Leiden Opleiding en inkomen Inwoners van Leiden Het aantal inwoners blijft vrijwel stabiel. Relatief jonge en hoogopgeleide bevolking. Tweeverdieners met kleine kinderen en een gemiddeld inkomen verlaten de stad. Meer Leidenaren

Nadere informatie

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek

WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers. Utrecht.nl/onderzoek WijkWijzer 2016 De 10 Utrechtse wijken en 5 krachtwijken in cijfers Utrecht.nl/onderzoek Inhoud Inleiding 3 Utrechtse wijken vergeleken 4 Bevolking & wonen 4 Sociaal-economisch 4 5 Sociale infrastructuur

Nadere informatie

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden

Veiligheidsmonitor 2010 Gemeente Leiden Veiligheidsmonitor Gemeente Leiden Resultaten per stadsdeel en in de tijd Mediad Rotterdam, maart 2011 Veiligheidsmonitor, Gemeente Leiden 1 In dit overzicht worden de uitkomsten van de Veiligheidsmonitor

Nadere informatie

Bijlage 2: integrale monitor malberg

Bijlage 2: integrale monitor malberg 1 Bijlage 2: integrale monitor malberg INTEGRALE MONITOR MALBERG Doelstelling Indicator MALBERG Prettige wijk voor verschillende woonen leefculturen gemiddeld aantal reacties van woningzoekenden op vrijkomende

Nadere informatie

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage

Veilig opgroeien in Leeuwarden Factsheet Haulerwijk. bijlage Veilig opgroeien in Leeuwarden 2015 bijlage Factsheet Haulerwijk Deze bijlage bevat cijfers op zowel buurtniveau als gemeentelijk- en provinciaal niveau. De cijfers geven inzicht in trends op het gebied

Nadere informatie

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014 Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos

Nadere informatie

Empel in Cijfers Januari 2007

Empel in Cijfers Januari 2007 Empel in Cijfers Januari 2007 bron gem. Den Bosch Minder/kleiner/lager Bekladding Vernieling Tevreden winkels Tevreden openbaar vervoer Rapportcijfer voorzieningen buurt Meldingen parkeerproblemen Tevreden

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden

Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden Coffeeshop in de buurt Ervaringen van direct omwonenden De gemeente Dordrecht zet zich in om overlast in het algemeen, en van coffeeshops in het bijzonder, te verminderen. Dordrecht telt in totaal acht

Nadere informatie

De arbeidsmarkt klimt uit het dal

De arbeidsmarkt klimt uit het dal Trends en ontwikkelingen arbeidsmarkt en onderwijs De arbeidsmarkt klimt uit het dal Het gaat weer beter met de arbeidsmarkt in, ofschoon de werkgelegenheid wederom flink daalde. De werkloosheid ligt nog

Nadere informatie

Strategisch Thema. -Duurzame stad-

Strategisch Thema. -Duurzame stad- Strategisch Thema -Duurzame stad- Modules Samenvatting 1 Houding Nijmegenaren 2 Energieopwekking en -verbruik 3 Omgaan met grondstoffen 5 Duurzame mobiliteit 6 Milieukwaliteit en leefomgeving 7 Datum:

Nadere informatie

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek

De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers. Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek De wijken Slingerbos en Tweelingstad in cijfers Achtergrondinformatie ten behoeve van raadsbezoek Afdeling Vastgoed en Wonen 29 augustus 2014 2 Algemeen Deze notitie bevat cijfers over inwoners en woningvoorraad

Nadere informatie

KERNGEGEVENS BINNENSTAD

KERNGEGEVENS BINNENSTAD KERNGEGEVENS BINNENSTAD 1 SAMENVATTING KERNGEGEVENS Gekeken is naar de wijken Binnenstad, Jekerkwartier, Kommelkwartier, Statenkwartier, Boschstraatkwartier, Sint Maartenspoort, Wyck. Van 2007 tot 2012

Nadere informatie

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 21 Analyse Figuur 1: subwijken Gesworen Hoek Inleiding Met ingang van 214 voeren we 1 keer per 2 jaar de wijktoets uit in de gemeente Tilburg. De wijktoets is een

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud 4 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud In 2010 verscheen de eerste editie van de Economische Monitor Voorne-Putten, een gezamenlijk initiatief van de vijf gemeenten Bernisse, Brielle,

Nadere informatie

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK

QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1 (2007/28317) QUICK SCAN PROGRAMMABEGROTING 2008 LEIDSCHENDAM-VOORBURG EN RIJSWIJK 1. ONDERZOEKSVRAGEN 1. Kan de raad met de programmabegroting beoordelen of de voorgenomen beleidsmaatregelen doeltreffend

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2011

Onderwijsmonitor 2011 Onderwijsmonitor 211 Hendrik-Ido-Ambacht De gemeente Hendrik-Ido-Ambacht heeft behoefte aan informatie voor het voeren van hun onderwijsbeleid. Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) voorziet via deze

Nadere informatie

Strategisch Thema. -Stad die werkt en leert- Modules. Datum: februari 2016. Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- 0

Strategisch Thema. -Stad die werkt en leert- Modules. Datum: februari 2016. Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- 0 Strategisch Thema -Stad die werkt en leert- Modules Samenvatting 1 Werk 2 Leren 7 Datum: februari 2016 Gemeente Nijmegen Onderzoek en Statistiek tel.: (024) 329 98 89 (O&S) e-mailadres: onderzoek.statistiek@nijmegen.nl

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Nuland

Wijk- en buurtmonitor 2018 Nuland Wijk- en buurtmonitor 2018 Nuland Het oorspronkelijke landbouwdorp Nuland ligt ten zuiden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Tot 1993 was Nuland een zelfstandige gemeente. Hierna werd het

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 5 e editie. Opzet en inhoud. Deze factsheet is de vijfde editie van de 5 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de vijfde editie van de Economische Monitor Voorne-Putten en presenteert recente economische ontwikkelingen van Voorne-Putten

Nadere informatie

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten Gemeente s-hertogenbosch, afdeling Onderzoek & Statistiek, februari 2019 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Vrijwilligerswerk... 4 3. Mantelzorg... 8

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden februari 2010 (cijfers tot en met december 2009)

Crisismonitor Drechtsteden februari 2010 (cijfers tot en met december 2009) Crisismonitor Drechtsteden februari 2010 (cijfers tot en met december 9) Op de arbeidsmarkt nog geen, op de woningmarkt wel eerste voorzichtige tekenen van herstel. Dat zijn kort gezegd de conclusies van

Nadere informatie

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks

Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 2010 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks ANNEX Voortgangsrapportage Onderwijs en Opleiding 21 Beschrijving prestaties Nederland en andere lidstaten op EU benchmarks 1. Deelname voor- en vroegschoolse educatie (VVE) De Nederlandse waarde voor

Nadere informatie

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013

Fact sheet. Veiligheidsmonitor Amsterdam-Amstelland Politie Eenheid Amsterdam. Veiligheidsbeleving buurt. nummer 4 februari 2013 Politie Eenheid Fact sheet nummer 4 februari 213 Veiligheidsmonitor -Amstelland 28-212 Deze fact sheet brengt de veiligheid in de regio -Amstelland tussen 28 en 212 in kaart. blijkt op verschillende indicatoren

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden

Crisismonitor Drechtsteden Crisismonitor Oktober 2010 (cijfers t/m augustus 2010) Inhoud: 1. Werkloosheid (algemeen) 2. Werkloosheid naar leeftijd (jongeren en ouderen) 3. Vacatures, bedrijven en leegstand 4. Woningmarkt Hoe staan

Nadere informatie

Hartslag Cafe 15 februari 2018 John Dagevos. Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten

Hartslag Cafe 15 februari 2018 John Dagevos. Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten Hartslag Cafe 15 februari 2018 Leefbaarheid in Tilburg Stad met verschillende gezichten Inhoud presentatie Wat verstaan we eigenlijk onder leefbaarheid? LEMON Telos instrumenten Feiten en kaarten over

Nadere informatie

Wijkenmonitor Westerkoog

Wijkenmonitor Westerkoog Wijkenmonitor 2015 Inhoud 1 Inleiding 2 Leefomgeving 3 Capaciteiten 4 Meedoen 5 Sociale Binding 6 Verantwoording Leeswijzer Dit rapport bestaat uit 5 hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk geeft een samenvattend

Nadere informatie

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018

Rosmalen zuid. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Rosmalen zuid Het stadsdeel Rosmalen ligt ten oosten van de rijksweg A2 en bestaat uit Rosmalen zuid en Rosmalen noord. Het oorspronkelijke zanddorp Rosmalen is vanaf eind jaren

Nadere informatie

Bijlage 1: Subsidieplafonds 2015

Bijlage 1: Subsidieplafonds 2015 Bijlage 1: Subsidieplafonds 2015 Elk jaar dient voorafgaande aan het subsidiejaar op grond van gemeentelijke nadere diverse subsidieplafonds met eventuele verdeel vastgesteld te worden. Voor evenementen

Nadere informatie

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016

Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht Houten 2016 Uitgevoerd door Dimensus Monitor Sociale Kracht 2016 De Monitor Sociale Kracht: 7 pijlers Participatie De Monitor Sociale Kracht gaat uit van de beredeneerde veronderstelling dat de sociale kracht van

Nadere informatie

B A S I S V O O R B E L E I D

B A S I S V O O R B E L E I D Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018

Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 2018 Monitor Veiligheidsbeleid gemeente Groningen mei - augustus 18 OKTOBER 18 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van

Nadere informatie

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 - Arbeidsmarktontwikkelingen 2016 Factsheet maart 2017 Het aantal banen van werknemers en zelfstandigen in Amsterdam nam het afgelopen jaar toe met bijna 14.000 tot bijna 524.000 banen, een groei van bijna

Nadere informatie

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.

Colofon. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Hoe veilig is Leiden? Integrale Veiligheidsmonitor gemeente Leiden Bijlagenrapport April 2012 Colofon Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563, 7500 AN Enschede Rapportnummer 2012/022 Datum April

Nadere informatie

Samenvatting Twente Index 2016

Samenvatting Twente Index 2016 Samenvatting Twente Index 2016 Kijk voor regionale en lokale data op www.twenteindex.nl INLEIDING De Twente Index wordt door Kennispunt Twente samengesteld in opdracht van de Twente Board. De Board wil

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud 7 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de zevende editie van de Economische Monitor en presenteert recente economische ontwikkelingen van als regio en de vier gemeenten.

Nadere informatie

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007

Leefbaarheid en Veiligheid Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007 Leefbaarheid en Veiligheid Hengelo 2007 Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie November 2007 COLOFON Uitgave Afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie Gemeente Hengelo Hazenweg 121 Postbus 18,

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010)

Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010) Crisismonitor Drechtsteden augustus 2010 (cijfers tot en met juni 2010) Uit de landelijke pers: Economie groet met 2,1% Voorzichtig herstel aantal banen Herstel uitzendmarkt Werkloosheid blijft afnemen

Nadere informatie

Onderwijsmonitor 2011

Onderwijsmonitor 2011 Onderwijsmonitor 211 Dordrecht De gemeente Dordrecht heeft behoefte aan informatie voor het voeren van hun onderwijsbeleid. Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) voorziet via deze factsheet in die behoefte.

Nadere informatie

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik

Buurt-voor-Buurt Onderzoek Wipstrik Buurt-voor-Buurt Onderzoek In januari/februari 2018 is het Buurt-voor-Buurt Onderzoek van 2018 uitgevoerd. Ruim 10.500 Zwolse inwoners van 18 jaar en ouder hebben aan het onderzoek meegewerkt. Door deze

Nadere informatie

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013 Fact sheet nummer 5 maart 2013 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Er zijn ruim 133.000 jongeren van 15 tot en met 26 jaar in Amsterdam (januari 2012). Met de meeste jongeren gaat het goed in het onderwijs

Nadere informatie

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010)

Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Crisismonitor Drechtsteden juni 2010 (cijfers tot en met april 2010) Er zijn enkele voorzichtig positieve ontwikkelingen waar te nemen op de arbeidsmarkt en woningmarkt. Dat is kort gezegd de conclusie

Nadere informatie

Buurt voor Buurt 2012

Buurt voor Buurt 2012 uitgebreid Advies en Faciliteiten Informatie Stadskantoor Lübeckplein 2 Postbus 10007 8000 GA Zwolle Telefoon (038) 498 51 52 de.krikken@zwolle.nl www.zwolle.nl Buurt voor Buurt 2012 Veerallee Opdrachtgever

Nadere informatie

Toeristisch bezoek aan Dordrecht

Toeristisch bezoek aan Dordrecht Toeristisch bezoek aan Dordrecht Besteding van toeristische bezoekers groeit naar meer dan 100 miljoen In 2010 zorgde het toeristisch bezoek in Dordrecht voor een economische spin-off van ruim 73 miljoen.

Nadere informatie