Uitspraak. van de Huurcommissie

Transcriptie

1 Uitspraak van de Huurcommissie Verzoek Betalingsverplichting servicekosten (art. 7:260 Burgerlijk Wetboek; art. 4 lid 2 sub g, 7 en 18 Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte) Woonruimte Korvelplein 176 KM 3 MID 5025 JX TILBURG Hierna te noemen: de woonruimte Verzonden op Verzonden aan huurder en verhuurder Verzoeker (niet aanwezig op de zitting) Hierna te noemen: huurder Wederpartij Hierna te noemen: verhuurder Kern van de uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor servicekosten over de periode 1 augustus 2012 tot en met 31 juli 2013 bedraagt 1132, I Verloop van de procedure De Huurcommissie ontving op 13 september 2014 een verzoek van de huurder. Daarin vraagt hij aan de Huurcommissie om de eindafrekening van servicekosten over de periode 1 augustus 2012 tot en met 31 juli 2013 te beoordelen. Onderzoek door de Huurcommissie De Huurcommissie heeft een voorbereidend onderzoek laten uitvoeren. Bij de verhuurder zijn de rekeningen van de servicekosten opgevraagd. Deze rekeningen zijn gecontroleerd. Niet alle gevraagde rekeningen zijn door de verhuurder opgestuurd aan rapporteur. De resultaten van het onderzoek zijn vastgelegd in een rapport. De Huurcommissie heeft dit rapport aan de huurder en de verhuurder gestuurd. Correspondentie over de zaak Op 24 maart 2015 heeft de Huurcommissie een brief van de verhuurder ontvangen. Daarin reageert verhuurder inhoudelijk op het rapport en stuurt aanvullende informatie. Pagina 1 van 5

2 II Zitting Gegevens zitting Zittingsdatum: Correspondentie over de zitting De huurder en de verhuurder zijn schriftelijk uitgenodigd voor de behandeling van het verzoek op de zitting van de Huurcommissie. Verklaring van de partijen Korte samenvatting verklaring van de huurder: In het verzoek is ook expliciet gevraagd naar de kosten stoffering en meubilering. Op het formulier is er weinig ruimte voor een toelichting. Er waren oorspronkelijk gordijnen aanwezig, maar die zijn teruggegaan naar de verhuurder. De novilon lag er, maar er is vloerbedekking overheen gelegd. Er is geen meubilering aanwezig. Bij aanvang van de huur zijn de gordijnen aan verhuurder gegeven. Per 1 augustus zijn de gordijnen weer terug opgehangen. Er waren in de kamer geen meubels. De grote tafel met 6 stoelen en kleine tafel met vier stoelen waren aanwezig in de recreatieruimte. De keukenapparatuur betreft inbouwapparatuur. Het begint met een voorschotbedrag van 90,00 en dat zou ruim voldoende moeten zijn, maar dan volgt toch alsnog hoge afrekening. Het verbruik van gas lijkt buitensporig, gelet op gelijkwaardige woningen. Bij het toepassen van de graaddagenmethode kom je niet iets anders uit. Bij de administratiekosten voor elektra 5%. dit is niet wat is overeengekomen. Korte samenvatting verklaring verhuurder: De rolluiken zijn om niet ter beschikking gesteld. De passage in het huurcontract heeft betrekking op de rolluiken. Alles is luxe in de keuken, alles is inbouw. Er is een vaatwasser, vrieskast, keramische kookplaat etc. Er is aan de Huurcommissie een andere berekening toegezonden dan wij aan de bewoners hebben toegezonden. De accu en batterij moeten regelmatig vervangen, dit is de grootste post. Ook met de berekening van de waterkosten zijn wij het niet eens, dit heb ik ook aangegeven in mijn brief. III Beoordeling De Huurcommissie beoordeelt de eindafrekening voor de servicekosten. De Huurcommissie kan het bedrag verlagen als blijkt dat het hoger is dan de daadwerkelijk gemaakte kosten. Servicekostenposten die door huurder niet ter discussie zijn gesteld worden in beginsel niet onderzocht. De Huurcommissie neemt deze posten ongewijzigd over van de eindafrekening van de verhuurder. De Huurcommissie baseert de uitspraak op alle beschikbare schriftelijke informatie over de zaak en alles wat op de zitting is besproken. Eindafrekening servicekosten De huurder heeft gedurende de periode 1 augustus 2012 tot en met 31 juli 2013 de woonruimte gehuurd. De verhuurder heeft over deze periode een bedrag van Pagina 2 van 5

3 in rekening gebracht. Deze kosten zijn volgens de huurovereenkomst tussen de huurder en de verhuurder overeengekomen. De commissie heeft er kennis van genomen dat verhuurder op 5 augustus 2014 een gecorrigeerde afrekening aan huurder heeft toegezonden. Verhuurder brengt na correctie een bedrag van 1.173,56 in rekening. In deze correctienota zijn enkele posten niet opgenomen. Huurder heeft deze correctienota niet geaccepteerd en heeft de eerdere afrekening meegezonden om door de Huurcommissie te laten beoordelen. Rapportage De rapporteur adviseert de Huurcommissie het bedrag voor de servicekosten over de periode 1 augustus 2012 tot en met 31 juli 2013 vast te stellen op 1.121,77. Beoordeling Huurcommissie De commissie heeft er kennis van genomen dat huurder ook de post meubilering/stoffering ter discussie stelt. Een onderzoek in de woonruimte is niet goed mogelijk, omdat huurder de woonruimte al heeft verlaten op het moment dat het verzoek is ingediend. Ter zitting wordt aangegeven dat er wel gordijnen en vloerbedekking (novilon) is geleverd door verhuurder, maar dat huurder tijdelijk zelf gordijnen heeft gehangen in de woonruimte en dat er andere vloerbedekking is gelegd over de novilon. Bij het beëindigen van de huurovereenkomst heeft huurder weer de door verhuurder geleverde gordijnen teruggehangen. Verder wordt aangegeven dat er geen meubels aanwezig waren in de kamer, maar wordt wel bevestigd dat de algemene ruimten waren voorzien van tafels en stoelen. Het gegeven dat huurder al dan niet tijdelijk "eigen" gordijnen en vloerbedekking heeft gebruikt om de kamer te stofferen, maakt niet dat er geen betalingsverplichting bestaat ten aanzien van de door verhuurder ter beschikking gestelde gordijnen en vloerbedekking. Daarnaast is er ook een vergoeding verschuldigd voor de inrichting van de algemene ruimten. Verhuurder brengt op jaarbasis een bedrag van 41,02 in rekening. De commissie acht dit bedrag niet onredelijk. Namens huurder wordt aangegeven dat ook de keukenapparatuur ter discussie wordt gesteld. Door de commissie is het verzoek van huurder nogmaals gecontroleerd. Huurder heeft in het verzoekschrift deze post niet opgenomen. Dit betekent dat deze post niet nader zal worden besproken door de commissie, nu huurder en verhuurder worden geacht deze post te zijn overeengekomen. Ten aanzien van de post elektra en gas wordt door rapporteur een iets andere berekening gehanteerd. Verhuurder heeft de heffingskorting berekend op basis van de oppervlakte van de kamers. Nu deze heffingskorting geen relatie heeft met de oppervlakte van het vertrek hanteert de commissie de berekening van rapporteur. Ten aanzien van de waterkosten stelt verhuurder dat het niet redelijk is om deze nota te hanteren omdat deze twee maanden afwijkt van de ter discussie gestelde periode. Verhuurder geeft aan dat in de eerste twee maanden van deze nota, juni en juli 2012 het pand leeg stond en dat in de periode juni en juli 2013 er minimaal 8 huurders aanwezig waren. De commissie is van mening dat verhuurder hier een punt heeft. De afrekening van 15 juni 2013 heeft inderdaad betrekking op 10 Pagina 3 van 5

4 maanden. De afrekening start immers bij de periode 1 augustus De door verhuurder opgestelde berekening, waarbij aan huurder een bedrag van 53,25 wordt doorberekend, acht de commissie redelijk. Dit betekent dat dit onderdeel van de berekening zal worden aangepast. Ten aanzien van de post brandveiligheid heeft verhuurder nog een nota toegevoegd aan het dossier. Door de commissie wordt opgemerkt dat er uitsluitend aan rapporteur nota's mogen worden verstrekt binnen de daartoe gestelde termijn. Dit betekent dat de commissie deze nota niet zal beoordelen en/of meenemen in de betalingsverplichting van huurder. Namens huurder wordt nog een opmerking gemaakt over de administratiekosten. Rapporteur berekent 2% administratiekosten over de post gas en 5% administratiekosten over de post elektra. Door verhuurder is 3,5% berekend over beide posten. Door de commissie wordt aangegeven dat rapporteur de wettelijk toegestane percentages heeft berekend en dat hij hiermee (voor wat betreft het bedrag) niet veel afwijkt van het door verhuurder berekende bedrag aan administratiekosten. Door de commissie wordt de rapportage uitsluitend aangepast op het onderdeel water. Het berekende bedrag ( 42,92 wordt aangepast naar 53,25, omdat de door rapporteur gehanteerde rekening slechts 10 maanden omvat en de afrekenperiode 12 maanden omvat). De aldus berekende betalingsverplichting van huurder bedraagt dan 1121, ,33 = 1132,10 Belastingen en/of heffingen De voor rekening van de huurder komende belastingen en/of heffingen zijn niet in de huur inbegrepen. De huurder moet overheidsheffingen betalen als belastingplichtige, niet op grond van de huurovereenkomst. De Huurcommissie beoordeelt niet of een aanslag al dan niet terecht is opgelegd. Overigens is de huurder wel verplicht deze heffingen aan de verhuurder te betalen wanneer deze de heffingen op eigen naam voor de huurder heeft voldaan. Conclusie/ Gevolgen van deze uitspraak De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over de periode 1 augustus 2012 tot en met 31 juli 2013 bedraagt 1.132,10. Legesbeoordeling De partij die in het ongelijk wordt gesteld, moet de leges betalen. De Huurcommissie oordeelt dat het bedrag aan servicekosten dat de verhuurder berekent weliswaar hoger is dan de door de commissie vastgestelde betalingsverplichting. De Huurcommissie stelt echter ook vast dat het bedrag van de gecorrigeerde afrekening van verhuurder niet veel afwijkt van de vastgestelde betalingsverplichting. Deze gecorrigeerde afrekening was voor het indienen van het verzoek aan huurder toegezonden. De commissie stelt daarom de huurder in het ongelijk. De huurder moet de leges betalen. COU2G ENV Welk bedrag Volgens de wet betaalt een rechtspersoon 450,00 leges. Een huurder, en een verhuurder die geen rechtspersoon is, betaalt 25,00. Pagina 4 van 5

5 IV Beslissing De betalingsverplichting van de huurder voor de servicekosten over de periode 1 augustus 2012 tot en met 31 juli 2013 bedraagt 1132,10. Volgens de wet worden huurder en verhuurder geacht te zijn overeengekomen wat in deze uitspraak is vastgesteld, tenzij een van hen binnen acht weken na verzending van deze uitspraak een beslissing van de rechter heeft gevorderd over het punt waarover de Huurcommissie om een uitspraak was verzocht. Bent u het niet eens met de beslissing? Dan kunt u binnen acht weken na de verzenddatum van deze uitspraak naar de rechter gaan. In de begeleidende brief leest u hoe u dit kunt doen. Legesveroordeling De huurder is vrijgesteld van de verplichting om leges te betalen. BREDA, De Huurcommissie, mr. W.C. Brouwer ing. J.N. Kieft en C.C.M. Hamers M.Sc. Zittingsvoorzitter Zittingsleden Pagina 5 van 5