Raadsvoorsteltot het vaststellen van de verordening Wachtlij stbeheer sociale werkvoorziening

Transcriptie

1 gemeente Eindhoven Dienst Werk, Zorg en Inkomen Raadsnummer O8. RZ g Z 8. OOZ Inboeknummer o8bstooyyr Beslisdatum B&W rs april 2008 Dossiernummer 8r6.453 Raadsvoorsteltot het vaststellen van de verordening Wachtlij stbeheer sociale werkvoorziening Inleiding Op 1 januari 2008 is de nieuwe Wet sociale werkvoorziening (Wsw) in werking getreden. In deze nieuwe Wsw is bepaald dat de volgorde op de wachtlijst bepalend is voor het in aanmerking komen van een Wsw-werkplek. De gemeente heeft de beleidsvrijheid om, in afwijking van dit first-in, first-out principe, een plaatsingsbeleid vast te stellen waarbij aan bepaalde groepen Wsw-geindiceerden op de wachtlijst voorrang wordt gegeven bij het plaatsen op een Wsw-plek. Vooruitlopend op de wettelijke mogelijkheid om binnen de nieuwe Wsw een plaatsingsbeleid te voeren, hebben de deelnemende gemeenten in de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Regio Eindhoven (GRWRE) in afwijking van het first-out-principe al vanaf 2007 een gericht plaatsingbeleid vastgesteld en uitgevoerd. De raden zijn hierover in 2006 uitgebreid ingelicht. Doelstelling Met het vaststellen van een plaatsingsbeleid, kan de gemeente meer maatwerk leveren om op de wachtlijst geplaatste Wsw-geindiceerden te plaatsen. Wij willen bereiken dat we Wsw-geindiceerden, voor wie we het maatschappelijk van belang vinden dat zij voorrang genieten bij plaatsing, ook daadwerkelijk kunnen plaatsen. Door bij het plaatsingsbeleid hiermee rekening te houden, kan de gemeente, die met tijdelijke bekostiging van extra Wsw-plaatsen meer personen boven de Rijkstaakstelling plaatst, de financiele risico s van deze extra plaatsingen beperken. Hierdoor kunnen op kortere termijn meer Wsw-geindiceerden in aanmerking komen voor een Wsw-werkplek. De bedoelingen van meedoen en maatschappelijke participatie, zoals in het coalitieakkoord van Eindhoven als doelstelling is opgenomen, krijgt hiermee een concrete invulling. Voorstel Vaststellen van de verordening Wachtlijstbeheer sociale werkvoorziening. In deze

2 verordening is opgenomen om: het wachtlijstbeheer plaats te laten vinden door de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Regio Eindhoven (GRWRE); voor het plaatsingsbeleid bekostigd uit het Rijksbudget Wsw de navolgende criteria te hanteren: maximaal 50a/o van de plaatsingsruimte wordt benut om de extra ingekochte Wsw-plaatsen om te zetten naar Rijksgefinancierde Wswplaatsen; van de resterende plaatsingsruimte wordt maximaal 50a/o gebruikt om voorrang te geven aan prioritaire doelgroepen (Wajong tot 23 jaar, begeleid werken, schrijnende gevallen); de invulling van de resterende plaatsingsruimte (minimaal 25a/o) vindt plaats volgens de volgorde van de wachtlijst, waarbij de datum van de indicatiestelling bepalend is. voor het plaatsingsbeleid door inkoop van extra Wsw-plekken de navolgende criteria te hanteren: maximaal 50a/o van de plaatsingsruimte wordt gebruikt om voorrang te geven aan prioritaire doelgroepen (Wajong tot 23 jaar, begeleid werken, schrijnende gevallen); de invulling van de resterende plaatsingsruimte (minimaal 50a/o) vindt plaats volgens de volgorde van de wachtlijst, waarbij de datum van de indicatiestelling bepalend is. Argumenten 1.1 Wettelijke eis tot het vaststellen van een verordening wachtlijstbeheerindien afgeweken wordt van het fi rst-i n, fi rst-out-systeem. Op grond van de nieuwe Wsw is het plaatsingsbeleid volgens het first-in, first-outsysteem (FIFO). De volgorde van plaatsing op de wachtlijst is bepalend voor het in aanmerking komen van een Wsw-plaats. Indien de gemeente wil afwijken van dit systeem om bepaalde groepen Wsw geindiceerden voorrang te geven, dan dient dit plaatsingsbeleid in een verordening wachtlijstbeheer vastgelegd te worden. Na het vaststellen van de verordening kan de gemeente een plaatsingsbeleid voeren waarbij afgeweken kan worden van dit FIFO-principe. Vooruitlopend op de wettelijke mogelijkheid hebben de deelnemende gemeenten al vanaf 2007 een gericht plaatsingsbeleid vastgelegd en uitgevoerd. 1.2 Gemeenteraad dient de verordening primair vast te stellen. De deelnemende gemeenten in de GRWRE "Ergon" hebben de verantwoordelijkheid en bevoegdheden voor een integrale uitvoering van de Wsw neergelegd bij het bestuur van de GRWRE. Het bestuur dient daarom de verordeningen formeel vast te stellen. Alvorens dit te kunnen doen hebben de gemeenten in de gemeenschappelijke regeling afgesproken dat eerst de raden van de deelnemende gemeenten de verordeningen vaststellen.

3 Inhoudelijke argumenten 1.3 Door actief wach tlij stbeheeri s het mogelijk om een actief plaa tsi ngsbelei d te voeren. Het wachtlijstbeheer vindt plaats door de GRWRE, conform de uitgangspunten voor een integrale uitvoering van de sociale werkvoorziening die zijn vastgesteld door de deelnemende gemeenten aan de GRWRE. De wachtlijstbeheerder van de GRWRE onderzoekt periodiek of de Wsw-geindiceerde op de wachtlijst nog daadwerkelijk beschikbaar is. Daarnaast vindt een inventarisatie plaats van de persoonlijke omstandigheden op dat moment. Als er sprake is van een bijzondere situatie, dan stelt de wachtlijstbeheerder de gemeente hiervan op de hoogte. De gemeente of UWV kan besluiten tot vervolgacties. Als de situatie daartoe aanleiding geeft, kan de GRWRE de indicatiestelling intrekken. Als de Wsw-geindiceerde tijdelijk niet-beschikbaar is, dan blijft deze formeel op de wachtlijst staan met de vermelding niet-beschikbaar. Als betrokkene weer beschikbaar is, neemt betrokkene de oorspronkelijke plaats op de wachtlijst weer in. Aan de hand van deze periodieke inventarisatie ontvangt de Wsw-geindiceerde bericht van zijn of haar plaats op de wachtlijst. Door dit actief wachtlijstbeheer is het mogelijk ook een actief plaatsingsbeleid te voeren. 1.4 Continueren van plaa tsi ngsbelei d voor plaatsingen bekostigd ui t het rij ksbudget. Wij willen het eerder vastgestelde plaatsingsbeleid voortzetten. Wij houden daarbij rekening met de mogelijkheid extra ingekochte Wsw-plekken tijdig te kunnen omzetten naar rijksgefinancierde Wsw-plekken. Ook blijft het FIFO-systeem deels van toepassing Van dejaarlijks beschikbare plaa tsi ngsrui m tei s maximaal 509o bestemd voor omzetting van Wsw-plekken extra gefinancierd, naar rij ksfi nanci eri ng. Om een substantieel aantal extra Wsw-plekken in te kunnen kopen, ter ontlasting van de wachtlijst, is het nodig dat tijdig voldoende plekken worden omgezet naar Rijksgefinancierde Wsw-plekken; Van de resterende plaatsingsruimteis maximaal 509o beschikbaar voor de pri ori tai re doelgroepen. Dit zijn: jonge Wajongers; degene die een werkplek heeft gevonden in het kader van Begeleid Werken (inclusief Begeleid Werken met een Persoonsgebonden Budget); schrijnende gevallen, personen, voor wie het gezien hun persoonlijke situatie, het maatschappelijk noodzakelijk is dat direct een Wsw-plaatsing kan worden aangeboden.

4 De redenen voor deze keuzes zijn de volgende: jonge Wajongers, met een Wsw-indicatie vormen een zeer moeilijke doelgroep. Voor hen is het groot belang dat aansluitend aan de schoolsituatie een werkplek gevonden wordt. Het niet hebben van een gerichte daginvulling kan leiden tot maatschappelijk onverantwoorde situaties. Deze situaties zijn dan zeer moeilijk terug te draaien; een werkplek in het kader van Begeleid Werken doet zich niet altijd voor. Vaak is een nieuwe kans niet zo maar mogelijk. Dat betekent dat de mogelijkheid op een baan zo snel mogelijk moet worden benut; voor schrijnende gevallen is vaak een snelle oplossing nodig. Daarom moet de aanwezige plaatsingsruimte worden benut Via het FIFO-systeem krijgen Wsw-geindiceerden die niet tot de priori tai re doelgroepen behoren de mogelijkheid om vi a de sociale werkvoorzi eni ng te worden geplaatst. Ook degenen, die niet tot een prioritaire doelgroep behoren, moeten binnen een redelijke termijn de mogelijkheid hebben in te stromen op een Wsw-werkplek. Daarom zijn de instroommogelijkheden binnen de plaatsingsruimte voor de eerder genoemde Wsw-geindiceerden beperkt tot een maximum van de helft van de plaatsingsruimte die een gemeente heeft. 1.5 Plaatsingsbeleid doorinkoop van extra Wsw-plekken: dezelfde criteria als bij het plaa tsi ngsbelei d bekostigd ui t het Rij ksbudget. Wij willen dat dezelfde criteria gelden voor plaatsing bij extra-inkoop als van toepassing zijn bij de plaatsing van Wsw-geindiceerden bekostigd uit de rijksbijdrage. Voor de Wsw-geindiceerde is het niet van belang uit welke financieringsbron de plaatsing wordt betaald. Hiermee bereiken we dat een evenwichtige verdeling tussen prioritaire doelgroepen en overig Wsw-geindiceerden plaatsvindt binnen de aanwezige plaatsingsruimte. Kanttekeningen Geen. Kosten Aan het voeren van een plaatsingsbeleid zijn geen kosten verbonden. De voor plaatsing bestemde middelen komen uit het door de gemeente aan de GRWRE ter beschikking gestelde Rijksmiddelen. De middelen voor de inkoop van extra plaatsingen komen uit de werkdeelmiddelen van de wet Werk en Bijstand. Communicatie

5 Wij hebben de conceptverordening wachtlijstbeheer, evenals de andere verordeningen clientenparticipatie en persoonsgebonden budget voor advies voorgelegd aan de huidige clientenraad WWB. Zodra een Wsw-raad is geinstalleerd, zal de uitvoering van het wachtlijstbeheer en daarmee de verordening op de agenda komen. Al in eerder stadium is in informeel overleg het plaatsingsbeleid voorgelegd aan de regionale belangenorganisatie MEE. MEE heeft aangegeven zich te kunnen vinden in de uitgangspunten van het plaatsingsbeleid. Planning en uitvoering De GRWRE voert het wachtlijstbeheer, zoals dit wordt voorgesteld in de verordening, al geruime tijd uit. De verordening zal met terugwerkende kracht op 1 januari 2008 in werking treden. Evaluatie Via de periodieke rapportages aan bestuur en de raden van de deelnemende gemeenten, doet de GRWRE verslag van de bevindingen en de situatie op de wachtlijst. Jaarlijks vindt evaluatie plaats van het plaatsingsbeleid. Indien daartoe aanleiding bestaat zullen wij aanpassingen voorstellen na advies van de sw-raad. 1 Bijlage(n) Als bijlage(n) bij dit voorstel behoren: Geen. Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Burgemeester en wethouders van Eindhoven, A. Brunninkhuis, secretaris.

6 Raadsnummer o8.rzgz8.oor Onteer praadsbeslui t De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 april 2008; gelet op artikel 12, tweede lid, van de Wet sociale werkvoorziening; gelet op de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Regio Eindhoven; overwegende dat de raad bij verordening nadere regels dient vast te stellen met betrekking tot het wachtlijstbeheer. besluit: vast te stellen de volgende verordening: Verordening Wachtlijstbeheer Sociale Werkvoorziening Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. bestuur: het bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Regio Eindhoven; b. de wet: de Wet sociale werkvoorziening; c. wachtlijst: overzicht van ingezetenen van de gemeente die conform artikel 11 van de wet geindiceerd zijn, geen dienstbetrekking hebben als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 van de wet en wel beschikbaar zijn om een dergelijke dienstbetrekking te aanvaarden; e. gemeenten: de gemeenten die deel uitmaken van de Gemeenschappelijke Regeling Werkvoorzieningschap Regio Eindhoven; f. plaatsingsruimte: beschikbare ruimte om Wsw-geindiceerden in een dienstbetrekking als bedoeld in hoofdstuk 2 en 3 van de wet te plaatsen; 2. De begripsomschrijvingen in de wet zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt. Arti kei 2 Pri ori tai re groepen vi a de reguli ere Rij ksbij drage 1. Indien sprake is van een wachtlijst hanteert het bestuur voor het plaatsen van Wsw-geindiceerden die op de wachtlijst staan en in aanmerking komen voor een dienstbetrekking in het kader van de Wsw de volgende volgorde: a. maximaal 50a/o van de op jaarbasis vrijkomende plaatsen wordt gebruikt voor Wsw-geindiceerden die via de inkoop van extra plaatsen als bedoeld in artikel 3 al een dienstbetrekking hebben, maar waarvoor de omzetting naar reguliere bekostiging uit de rijkssubsidie nog moet plaatsvinden;

7 b. na toepassing van sub a wordt maximaal 50a/o van de resterende plaatsingsruimte gebruikt om voorrang te geven aan de Wsw-geindiceerde die op de wachtlijst staat en die: een uitkering heeft op grond van de Wajong en jonger is dan 23 jaar; of een dienstbetrekking heeft in het kader van begeleid werken; of naar het oordeel van het bestuur op grond van dringende redenen in aanmerking komt voor plaatsing; c. na toepassing van sub b geldt voor de invulling van de resterende plaatsingsruimte de volgorde van plaatsing op de wachtlijst. De datum van de indicatiestelling is hierbij bepalend. Artikel 3 Priori tai re groepen via extrainkoop 1. Indien sprake is van een wachtlijst kan de gemeente besluiten om buiten de Rijkssubsidie extra middelen in te zetten om een dienstbetrekking zoals bedoeld in artikel 2 eerste lid van de wet te realiseren. 2. Bij toepassing van het eerste lid hanteert het bestuur voor het plaatsen van Wsw-geindiceerden die op de wachtlijst en in aanmerking komen voor een dienstbetrekking zoals bedoeld in het eerste lid de volgende volgorde: a. maximaal 50a/o wordt gebruikt om voorrang te geven aan de Wsw-geindiceerde die op de wachtlijst staat en die: een uitkering heeft op grond van de Wajong en jonger is dan 23 jaar; of een dienstbetrekking heeft in het kader van begeleid werken; of naar het oordeel van het bestuur op grond van dringende redenen in aanmerking komt voor plaatsing. b. Na toepassing van sub a geldt voor de resterende plaatsingsruimte die op grond van de extra inkoop beschikbaar is, de volgorde van plaatsing op de wachtlijst. De datum van de indicatiestelling is hierbij bepalend. Artikel 4 Uitvoering en verantwoording 1. De uitvoering van deze verordening berust bij het bestuur. 2. Het bestuur legt periodiek verantwoording af aan het college over de uitvoering van deze verordening. Artikel 5 Hardheidsclausule en onvoorziene omstandigheden 1. Het bestuur kan in bijzondere gevallen afwijken van de bepalingen in artikel 2, lid 1 en artikel 3, lid 2, indien toepassing ervan leidt tot onbillijkheden van overwegende aard. 2. In gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het bestuur.

8 Artikel 6 Ci teerti tel eninwerkingtreding 1. Deze verordening wordt aangehaald als: "Verordening wachtlijstbeheer sociale werkvoorziening". 2. Zij treedt met terugwerkende kracht in werking op 1 januari 2008.

9 Algemene toelichting In de nieuwe wet is aangegeven dat gemeenten wachtlijsten actief moeten beheren. Daarnaast is aangegeven dat plaatsing op een werkplek in het kader van de Wsw in principe plaatsvindt op basis van first-in, first out. Dit komt er op neer dat het aanbieden van dienstbetrekkingen plaatsvindt op volgorde van de datum van de indicatiebeschikking. De wet geeft de mogelijkheid om beleid te voeren ten aanzien van de plaatsingsvolgorde, mits dit wordt vastgelegd in een verordening. De keuze voor dit plaatsingsbeleid maakt het voor gemeenten mogelijk de Wsw te laten aansluiten bij het lokale beleid. De uitvoering ervan vindt plaats via de GRWRE, conform de algemene uitgangspunten voor een integrale uitvoering van de Wsw. Al voor de inwerkingtreding van de nieuwe Wsw hebben de deelnemende gemeenten in de GRWRE ervaring opgedaan met plaatsingsbeleid dat afwijkt van het first-in, first-out principe. In deze verordening is rekening gehouden met de inkoop van extra Wsw-plaatsen vanuit het WWB-werkdeel. Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 In dit artikel is een begripsomschrijving opgenomen. Artikel 2 In dit artikel is het plaatsingsbeleid opgenomen inzake de met de Rijksbijdrage gefinancierde Wsw-dienstbetrekkingen. Indien van toepassing vindt voor maximaal 50a/o omzetting plaats van extra inkoop naar reguliere Wsw-financiering. De resterende plaatsingsruimte wordt voor maximaal 50a/o gereserveerd voor de prioritaire doelgroepen. Het gaat hierbij om Wajong gerechtigde jongeren. In veel gevallen zijn dit schoolverlaters die voor of na beeindiging van hun opleiding geen aansluiting vinden op de arbeidsmarkt. Ook geindiceerden met een werkplek in het kader van begeleid werken behoren tot deze prioritaire doelgroep. Als laatste zijn schrijnende gevallen benoemd. De overige ruimte wordt op grond van first-in, firstout ingevuld. Artikel 3 In dit artikel is het plaatsingsbeleid opgenomen met betrekking tot de extra inkoop van Wsw-dienstbetrekkingen die vanuit WWB-werkdeel middelen wordt gefinancierd. De prioritaire doelgroepen zijn hetzelfde als het plaatsingsbeleid vanuit de reguliere Rijksfinanciering Wsw. Artikel 4 Dit artikel behoeft geen toelichting.

10 Artikel 5 Dit artikel kan van toepassing zijn indien bijvoorbeeld een Wsw-geindiceerde op de wachtlijst gelijkgesteld kan worden met de beschreven doelgroepen. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden indien een Wajong-gerechtigde van 24 jaar schoolverlater is en tussen wal en schip dreigt te vallen. Met dit artikel kan hij onder de prioritaire doelgroep worden gebracht. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van, voorzitter., griffier. KB