RWS-2017/7914 M. Inhoudsopgave. 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen. 1.

Transcriptie

1 Onderwerp Maatwerkvoorschrift op grond van artikel 3.6, lid 1 en 4, van het Activiteitenbesluit milieubeheer voor Almatis B.V. te Rotterdam voor het lozen van koelwater waaraan chemicaliën zijn toegevoegd op het oppervlaktewater van de Seinehaven. Zaaknummer RWSZ Inhoudsopgave 1. Aanhef 2. Besluit 3. Voorschriften 4. Overwegingen 5. Conclusie 6. Ondertekening 7. Mededelingen 1. Aanhef De minister van Infrastructuur en Milieu heeft op 19 oktober 2016 een verzoek ontvangen van Almatis B.V. te Rotterdam. Het betreft een verzoek om op grond van artikel 3.6, van het Activiteitenbesluit milieubeheer een maatwerkvoorschrift te verlenen voor het lozen van koelwater waaraan in beperkte mate chemicaliën wordt toegevoegd. De aanvraag is geregistreerd onder nummer RWSZ Besluit Gelet op de Wet milieubeheer, de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, de Waterwet, het Activiteitenbesluit milieubeheer en de Activiteitenregeling milieubeheer besluit de minister van Infrastructuur en Milieu als volgt: I. Het in het oppervlaktewater brengen van koelwater waaraan in beperkte mate chemicaliën zijn toegevoegd, afkomstig van Almatis B.V., gelegen aan de Theemsweg 30 te Rotterdam, op de Seinehaven toe te staan. II. Het gestelde in artikel 3.6, tweede lid van het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer, voor wat betreft het lozen van koelwater waaraan geen chemicaliën zijn toegevoegd, niet van toepassing te verklaren. RWS INFORMATIE Pagina 1 van 8

2 III. Het aan Almatis B.V. verleende maatwerkvoorschrift met kenmerk ARE/ I en kenmerk RWS-2013/23448 M in te trekken; De volgende voorschriften gelden naast de voorschriften uit het Activiteitenbesluit. 3. Voorschriften Voorschrift 1 wordt vervangen door een nieuw voorschrift 1: Voorschrift 1 Koelwater Aan het via lozingspunt 1 op de Seinehaven te lozen spui- en spoelwater van de koelinstallatie van de CAC-plant en de Tabular-plant mag het, in de tabel genoemde koelwaterconditioneringsmiddel en biocide worden toegevoegd. Hierbij mogen de daarbij vermelde maximale hoeveelheden niet worden overschreden. Conditioneringsmiddel Maximale concentratie Maximale vracht Performax kg/m kg/jaar Biosperse 250 (actieve CMIT en MIT) 1 mg/l 340 kg/jaar 4. Overwegingen 4.1 Activiteitenbesluit milieubeheer Op 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit milieubeheer in werking getreden, verder aangehaald als het "Activiteitenbesluit". In het Activiteitenbesluit zijn voor verschillende activiteiten, die binnen inrichtingen plaats kunnen vinden, algemene voorschriften opgenomen. Met het Activiteitenbesluit wordt de vergunningplicht op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Waterwet (Wtw) voor een groot aantal lozingen opgeheven. Het Activiteitenbesluit onderscheidt drie type inrichtingen, type A, B en C. De inrichting van Almatis B.V. valt onder type C. Voor die inrichting is op grond van artikel 1.6 van het Activiteitenbesluit geen vergunning ingevolge de Waterwet noodzakelijk, voor zover het lozen betrekking heeft op de activiteiten genoemd in hoofdstuk Bedrijfsactiviteiten Almatis B.V. houdt zich bezig met het produceren, verkopen en vervoeren van producten op basis van aluminiumoxide, in het bijzonder Tabular Alumina en Calcium Aluminate Cement (CAC). De grondstoffen worden per as aangevoerd. De grondstof kalksteen kan tevens per schip worden aangevoerd. De productie vindt plaats in calcineer- en sinterfabrieken. De producten worden grotendeels per as afgevoerd. Incidenteel vindt afvoer van producten plaats per schip. RWS INFORMATIE Pagina 2 van 8

3 Voor de productieprocessen zijn twee, qua procesvoering, identieke koelinstallaties aanwezig. Bij de Tabular-plant wordt het koelwater gebruikt voor koeling van de luchtcompressoren en de blowers. Bij de CAC-plant wordt het koelwater gebruikt voor het koelen van de luchtcompressoren en de roterende waterkoeler (voor afkoeling van het product). Beide koelinstallaties zijn gesloten. Uit de koelinstallaties komen twee afvalwaterstromen vrij, te weten spuiwater en tijdens onderhoudswerkzaamheden spoelwater. Spuiwater Periodiek moet het koelwater in de koelinstallaties ververst worden. Daarvoor moet eerst een gedeelte van het aanwezige koelwater worden gespuid. Dit spuiwater wordt geloosd op het oppervlaktewater van de Seinehaven. Spoelwater Tijdens onderhoudswerkzaamheden kan het noodzakelijk zijn dat de gehele inhoud van de koelinstallatie moet worden geloosd. Het systeem wordt dan gespoeld. Bij de Tabular-plant bedraagt de hoeveelheid spoelwater per keer 25 m 3 en bij de CAC-plant is dit 50 m 3. Aan het koelwater wordt een conditioneringsmiddel toegevoegd om corrosie van de koelinstallaties te voorkomen, daarnaast wordt er een biocide toegevoegd ten behoeve van Legionellabestrijding. Het te lozen spui- en spoelwater is verontreinigd met warmte en het toegevoegde conditioneringsmiddel Performax 3601 en de biocide Biosperse Reden wijziging maatwerkbesluit Almatis B.V. heeft bij het besluit van 2010, met nummer ARE/ I, een maatwerkvoorschrift gekregen voor het lozen van koelwater waaraan het additief Enviroplus 3508 wordt toegevoegd. Daarnaast is er op 06 mei 2013 een maatwerkvoorschrift verleend met kenmerk RWS-2013/23448 M voor het lozen van spui- en spoelwater van de koelinstallatie van de CAC-plant waaraan het biocide Biosperse 250 is toegevoegd. Almatis verzoekt om een nieuw maatwerkvoorschrift, omdat het additief Enviroplus 3508 wordt vervangen door een nieuw additief Performax 3601 die zal worden toegevoegd aan het koelwater. In dit maatwerkvoorschrift wordt ook de eerder vergunde biocide Biosperse 250 meegenomen. Het lozen van koelwater is geregeld in van het Activiteitenbesluit. In artikel 3.6, tweede lid wordt onder andere voorgeschreven dat het lozen van koelwater waaraan geen chemicaliën zijn toegevoegd is toegestaan indien de warmtevracht niet meer bedraagt dan 1000 Kilojoule per seconde (1 MW), indien het een aangewezen oppervlaktelichaam betreft. De Seinehaven is een aangewezen haven. Ten aanzien van het gebruik van koelwaterchemicaliën ligt de situatie anders. De waterbeheerder kan echter, indien het belang van de bescherming van het milieu zich daartegen niet verzet, op grond van artikel 3.6, vierde lid het tweede lid niet van toepassing verklaren en het lozen van koelwater waaraan in beperkte mate chemicaliën zijn toegevoegd toestaan. In het geval van Almatis B.V. wordt het conditioneringsmiddel Performax 3601 in beperkte mate (0.060 kg/m 3 ) toegevoegd. RWS INFORMATIE Pagina 3 van 8

4 Aangezien het een bestaande lozing betreft, wordt nu een maatwerkbesluit verleend op grond van het Activiteitenbesluit. 4.4 Beleid ten aanzien van stoffen en preparaten Voor een goede uitvoering van het waterkwaliteitsbeleid is het noodzakelijk om inzicht te hebben in de mate waarin de in het oppervlaktewater te brengen grond- en hulpstoffen, tussen- en eindproducten een potentieel gevaar vormen voor het aquatisch milieu. In mei 2000 is hiervoor door de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW) de Algemene Beoordelingsmethodiek voor stoffen en preparaten (hierna ABM) vastgesteld. De ABM hanteert de parameters en criteria uit de geldende Europese stoffen en preparaten regelgeving die worden geïmplementeerd in de Wet Milieugevaarlijke stoffen. De ABM deelt voor alle bedrijfstakken op een transparante en eenduidige wijze de in het oppervlaktewater te brengen stoffen en preparaten (hierna stof te noemen) in op grond van de eigenschappen. Daarbij geeft de methodiek aan welke saneringsinspanning (emissiebeperkende maatregel) bij een bepaald stof, gezien de eigenschappen, wenselijk is. Uit de ABM volgt een aanduiding van de waterbezwaarlijkheid en een suggestie voor de saneringsinspanning (BBT, of waterkwaliteitsaanpak). De ABM is een hulpmiddel bij het vaststellen van de gewenste saneringsinspanning en gaat niet in op het wel of niet gebruiken van een stof, of het beoordelen van de restlozing. De ABM is beschreven in het CIW-rapport Het beoordelen van stoffen en preparaten voor de uitvoering van het emissiebeleid van water. Zij sluit aan bij de Europese regelgeving inzake het indelen, verpakken en kenmerken van stoffen en preparaten. 4.5 Beoordeling lozing en toelichting maatwerkvoorschriften Voor Performax 3601 is een ABM-beoordeling uitgevoerd volgens de ABM 2016, hiervoor is een ABM-indeling B4 vastgesteld. Performax 3601 valt dus onder saneringsinspanning B van de ABM. Dit betekent dat de verontreiniging van het oppervlaktewater door deze stof zoveel mogelijk moet worden voorkomen en dat de proceskeuze en interne bedrijfsvoering hierop moet worden afgestemd (good-housekeeping en procesgeïntegreerde maatregelen). Bij de categorie waterbezwaarlijkheid heeft de waterbeheerder de volledige keuze van de technieken die tot BBT gerekend worden, tot zijn beschikking. Afhankelijk van de specifieke precieze waterbezwaarlijkheid in het concrete geval, kan een keuze gemaakt worden uit de verschillende BBT-technieken. Om die reden wordt in dit maatwerkbesluit voorgeschreven dat er op de Seinehaven koelwater mag worden geloosd met een maximale concentratie van kg/m 3 aan Performax Bij de beoordeling van de toe te passen hulpstoffen is tevens meegenomen dat de toepassing plaats moet vinden door middel van automatische injectie waardoor een optimale dosering ontstaat. In dit maatwerkbesluit wordt voorgeschreven dat er op de Seinehaven koelwater mag worden geloosd waaraan maximaal kg/m 3 Performax 3601 is toegevoegd. De maximale vracht mag 450 kg/jaar bedragen. RWS INFORMATIE Pagina 4 van 8

5 Voor de biocide Biosperse 250 NL is een ABM-beoordeling uitgevoerd (volgens de Algemene Beoordelingssystematiek 2000), hiervoor is een ABM-indeling 7A vastgesteld. Dit houdt in dat deze stof zeer giftig is voor in het water levende organismen en kan op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken. Dit betekent dat de verontreiniging moet worden beëindigd. Er moet geprobeerd worden zo dicht mogelijk bij een nullozing te komen. Voor Almatis betekent dit dat proceskeuze en interne bedrijfsvoering hierop moet worden afgestemd. Ook kan hierbij gedacht worden aan vervanging van deze stoffen door alternatieven die minder waterbezwaarlijk zijn. Almatis heeft extra laboratorium onderzoek gestart met 5 biocides om de meest effectieve biocide te vinden. Hieruit kwam de Biosperse 250 NL als beste naar voren. Andere biocide zoals bleekloog, DPNPA, BCDMH, Gluteraldehyde bleken allemaal na onderzoek niet zo effectief te zijn. Ze worden te snel afgebroken en leveren een grote bijdrage aan AOX. Bestrijding met deze biociden zou betekenen dat een hogere dosering en een hogere frequentie noodzakelijk zou zijn om tot hetzelfde resultaat te komen. Almatis geeft aan dat de toxiciteit van Biosperse 250 NL is beoordeeld op basis van directe blootstelling van de actieve componenten. In het water zullen echter de actieve componenten al snel afgebroken worden in niet persistente stoffen die veel minder toxisch zijn dan de oorspronkelijke verbinding. De dosering zal plaatsvinden door middel van shockdosering per 2 weken met een gesloten spui en gedurende een paar uur worden gecirculeerd, voordat het spui weer wordt geopend. Hiermee wordt voorkomen dat er onnodige lozing van chemicaliën op het oppervlaktewater plaatsvindt. Almatis geeft aan dat voor het terugdringen van de gezondheidsrisico s met betrekking tot Legionella en het verder kunnen optimaliseren van het systeem is het gebruik van een niet oxiderende biocide nodig. Hoewel op basis van de ABM-beoordeling uitgegaan moet worden van saneringsinspanning A, is een aanvullende saneringsinspanning op basis van de zeer kleine vracht in de restlozing niet redelijk en kan deze methode (shockdosering) worden toegestaan. Bij de beoordeling van de toe te passen biocide ten behoeve van Legionellabestrijding is tevens meegenomen dat: Hierbij gewerkt wordt volgens het in de melding opgenomen doseringsplan; en Almatis in de nabije toekomst de mogelijkheden onderzoekt voor het optimaal gebruik van de biocide en/of het zoeken naar vervanging van deze biocide door alternatieven die minder waterbezwaarlijk zijn. In dit maatwerkbesluit wordt voorgeschreven dat er op de Seinehaven koelwater mag worden geloosd waaraan maximaal 0,1 mg/l Biosperse 250 NL is toegevoegd. De maximale vracht mag 340 kg/jaar bedragen. RWS INFORMATIE Pagina 5 van 8

6 4.6 Procedure De lozing waarvoor dit maatwerkvoorschrift gesteld wordt betreft een lozing die geen aanzienlijke gevolgen voor het milieu heeft. Op grond van artikel 1.9 van het Activiteitenbesluit milieubeheer heeft de voorbereiding van deze beschikking volgens het gestelde in afdeling van de Algemene wet bestuursrecht plaatsgevonden. 5. Conclusie De in het besluit opgenomen voorschriften waarborgen dat de doelstellingen van het waterbeheer voldoende worden beschermd. Op grond van de overwegingen bestaan er daarom geen bezwaren tegen het verlenen van de gevraagde maatwerkvoorschriften. 6. Ondertekening DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, hoofd Vergunningverlening Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid N.C. Knaap RWS INFORMATIE Pagina 6 van 8

7 7. Mededelingen Voor meer informatie over dit besluit kunt u terecht bij de in dit besluit genoemde contactpersoon. De contactgegevens staan in de begeleidende brief bij dit besluit. De contactpersoon kan uw vragen beantwoorden en het besluit met u doornemen. Om te bepalen of u meer informatie wilt, kunnen de volgende vragen en aandachtspunten u helpen: - Is de inhoud van het besluit duidelijk en is helder wat het concreet voor u betekent? - Kunt u beoordelen of het besluit inhoudelijk juist is of niet? Of heeft u behoefte aan een toelichting? - Kloppen de gegevens over u in het besluit en heeft u alle gegevens verstrekt? Ook wanneer u andere vragen heeft over het besluit of de procedure, of wanneer u zich op een of andere manier heeft gestoord aan de wijze waarop bij de besluitvorming met u of uw belangen is omgegaan, kunt u contact opnemen. Bent u het niet eens met dit besluit? Dan kunt u op grond van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken. U moet hiervoor wel belanghebbende bij het besluit zijn. De volgende vragen en aandachtspunten kunnen u helpen bij het maken van bezwaar: - Wat zijn de redenen dat u het met het besluit niet eens bent? - Welk doel wilt u met uw bezwaar tegen het besluit bereiken? Wat verwacht u van Rijkswaterstaat? - Is het u voldoende duidelijk wat een bezwaarprocedure inhoudt en weet u of u met een bezwaar uw doel kunt bereiken? Kunt u uw doel op een andere, wellicht eenvoudigere wijze bereiken? Wanneer u vragen heeft of wanneer u zich afvraagt of het indienen van een bezwaarschrift voor u de geschikte aanpak is, kunt u ook hiervoor contact opnemen met de bij het besluit vermelde contactpersoon. De contactpersoon kan met u overleggen over de te volgen procedure en u informeren over andere mogelijkheden die Rijkswaterstaat u eventueel biedt om tot een oplossing te komen. Hoe maakt u bezwaar? Om bezwaar te maken moet u, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt, een bezwaarschrift indienen. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar de minister van Infrastructuur en Milieu, ter attentie van Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, afdeling Werkenpakket, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam. RWS INFORMATIE Pagina 7 van 8

8 In het bezwaarschrift moet in ieder geval het volgende staan: - uw naam en adres, en liefst ook uw telefoonnummer; - een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen u bezwaar maakt (bijvoorbeeld door de datum en het kenmerk van het besluit te vermelden of door een kopie mee te sturen); - de reden waarom u bezwaar maakt; - de datum en uw handtekening. Het indienen van een bezwaarschrift heeft geen schorsende werking. Dat betekent dat het besluit blijft gelden in de tijd dat uw bezwaarschrift in behandeling is. Als u dit niet wilt, bijvoorbeeld omdat het besluit onherstelbare gevolgen heeft voor u, dan kunt u een verzoek om voorlopige voorziening indienen. Dit doet u door de Voorzieningenrechter van de rechtbank in het gebied waar u woont te vragen een voorlopige voorziening te treffen. Indien u niet zelf, maar namens een bedrijf of organisatie een voorlopige voorziening aanvraagt kunt u een voorlopige voorziening aanvragen bij de rechtbank in het gebied waar het bedrijf of de organisatie is ingeschreven. De rechtbank zal daarvoor griffierecht in rekening brengen. RWS INFORMATIE Pagina 8 van 8