Opleidingseisen neurologie hoofdvak klinische neurologie / hoofdvak klinische neurofysiologie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Opleidingseisen neurologie hoofdvak klinische neurologie / hoofdvak klinische neurofysiologie"

Transcriptie

1 KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Opleidingseisen neurologie hoofdvak klinische neurologie / hoofdvak klinische neurofysiologie Besluit CCMS no Het Centraal College Medische specialismen, in vergadering bijeen op 9 december 2002; Gelezen het voorstel van de besturen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie tot herziening van de opleidingseisen voor het medisch specialisme neurologie; In aanmerking nemende dat de ledenvergaderingen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie op 14 december 2000 hun instemming hebben betuigd met de voorgestelde opleidingseisen; Gelet op op artikel 14, tweede lid, onder c van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en artikel 12 lid 1 van de Regeling inzake de opleiding en registratie van specialisten van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst; Gezien het advies van het federatiebestuur van de KNMG, het advies van de Orde van Medisch Specialisten, de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband en de Medisch Specialisten Registratiecommissie; Heeft besloten: Besluit CCMS no te doen vervallen en daarvoor in de plaats de navolgende bepalingen vast te stellen. Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen Agiko Assistent-geneeskundige in opleiding tot klinisch onderzoeker. Agio Assistent-geneeskundige in opleiding tot medisch specialist. Centrale opleidingscommissie Een in iedere opleidingsinrichting aanwezig overlegorgaan ter handhaving en bevordering van een optimaal opleidingsklimaat. Centraal College Medische Specialismen (CCMS) Het College dat onder meer tot taak heeft het vaststellen van de eisen waaraan moet worden voldaan om als medisch specialist te worden erkend en geregistreerd. Medisch specialisme Een onderdeel van de geneeskunde dat door het CCMS als zodanig is aangewezen. Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) De Commissie die onder meer tot taak heeft het houden van toezicht op de naleving van de CCMS-Besluiten alsmede het erkennen van opleiders en opleidingsinrichtingen. Commissie van Uitvoering (CvU) Dagelijks bestuur van de MSRC. Opleider Een door de MSRC voor de opleiding erkende medisch specialist onder wiens verantwoordelijkheid de opleiding tot medisch specialist plaatsvindt. Opleidingsgroep De gezamenlijkheid van de medisch specialisten in een opleidingsinrichting betrokken bij de opleiding en verantwoordelijk voor het in stand houden van een goed opleidingsklimaat. Opleidingsinrichting Een instelling of een afdeling van een instelling die door de MSRC voor een opleiding tot medisch specialist is erkend en waar het praktische deel van de opleiding plaatsvindt. Plaatsvervangend opleider De opleider die als zodanig op voordracht van de opleider en de directie c.q. het bestuur van de opleidingsinrichting door de MSRC is aangewezen en die voor een bepaalde periode in de rechten en plichten van de opleider treedt. Regeling opleiding en registratie De Regeling inzake de opleiding en registratie van specialisten, zoals vastgesteld door de Algemene Vergadering van de KNMG en goedgekeurd door de Minister van VWS. Hoofdstuk 2 Eisen van toepassing op de beide hoofdvakken A. Eisen met betrekking tot de opleiding A.1. Duur De duur van de opleiding voor het medisch specialisme neurologie bedraagt zes jaar. Bij de aanvang van of tijdens de eerste vier jaar van de opleiding dient te worden gekozen voor het hoofdvak klinische neurologie dan wel het hoofdvak klinische neurofysiologie. A.2. Voltijd De werkzaamheden van de agio in het kader van de opleiding dienen in het algemeen een volledige werkweek te omvatten. A.3. Deeltijd De opleiding of delen van de opleiding kan / kunnen met een ondergrens van 50% in deeltijd worden gevolgd. Hierbij geldt het volgende: a. de opleiding of delen van de opleiding kan / kunnen uitsluitend in afgeronde percentages van tientallen variërend van 50% tot 90% in deeltijd worden gevolgd. De diensten worden naar rato aangepast; b. bij het volgen van (delen van) de opleiding in deeltijd wordt de duur van het betreffende onderdeel of de betreffende onderdelen van de opleiding naar rato verlengd; c. bij het volgen van (delen van) de opleiding in deeltijd worden de tijdstippen waarop de agio wordt beoordeeld in de opleiding naar rato verlegd; d. wanneer een specifiek onderdeel van de opleiding in deeltijd wordt gevolgd dient gedurende de gehele periode van dit specifieke onderdeel hetzelfde deeltijd percentage te worden aangehouden; e. het bepaalde in artikel D.4. van dit bestluit is van overeenkomstige toepassing op wijziging van het opleidingsschema in verband met het volgen van de opleiding in deeltijd. De agio dient het gewijzigde opleidingsschema samen met de aangepaste arbeidsovereenkomst aan de MSRC voor te leggen; f. een agio kan hoogstens éénmaal per twee jaar een wijziging van het opleidingsschema in verband met het volgen van de opleiding in (een ander) deeltijd (percentage) aan de MSRC voorleggen. Uit: Staatscourant 2 juli 2003, nr. 124 / pag. 26 1

2 A.4. Ononderbroken opleiding De opleiding wordt in beginsel ononderbroken gevolgd. Hierbij geldt: a. de opleiding kan eenmalig zonder compensatie worden onderbroken gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste vier maanden; b. wanneer de opleiding langer dan vier maanden wordt onderbroken, dient compensatie plaats te vinden; c. de agio doet van de onderbreking zo spoedig mogelijk, en in geval van zwangerschap of ouderschapsverlof voorafgaand aan de onderbreking, mededeling aan de MSRC. A.5. Salariëring De agio dient voor zijn werkzaamheden tijdens de opleiding volgens de landelijk gangbare salarisnormen te worden gehonoreerd. Op hem dient tevens de rechtspositieregeling van de opleidingsinrichting van toepassing te zijn. A.6. Indeling opleidingsduur De opleiding dient hier te lande te worden gevolgd bij zowel voor het medisch specialisme neurologie, hoofdvak klinische neurologie als voor hoofdvak klinische neurofysiologie, erkende opleiders in daarvoor erkende opleidingsinrichtingen. A.7. Gedeeltelijke opleiding in het buitenland De MSRC kan, met inachtneming van het hierop gerichte CCMS- Besluit, toestemming verlenen de opleiding gedeeltelijk buiten Nederland te volgen. B. Eisen met betrekking tot de opleider Verplichtingen van de opleider B.1. De opleider dient te voldoen aan de volgende eisen: a. heeft voldoende ervaring in de uitoefening van de neurologie c.q. klinische neurofysiologie; b. neemt de geldende ethische normen op medisch gebied in acht; c. beschikt over didactische en pedagogische kwaliteiten; d. beschikt over organisatorische kwaliteiten; e. is wetenschappelijk actief (het schrijven van een dissertatie of wetenschappelijke artikelen, het houden van voordrachten) en heeft wetenschappelijke interesse (het volgen van wetenschappelijke vergaderingen en congressen); f. onderhoudt gestructureerd overleg met andere relevante hulpverleners. B.2. De opleider ziet erop toe, dat de agio voldoende op de hoogte is van de medisch-ethische aspecten van de gezondheidszorg en dat deze kennis en inzicht verwerft in: de interne organisatie van het ziekenhuis en de rol van de medisch specialisten daarin; de samenwerking tussen medisch specialisten en de samenwerking met andere artsen; (bedrijfs-)economische aspecten; gezondheidsrecht/kennis van de gezondheidszorg; communicatie met het oog op de patiënt, andere zorgverleners en sexespecifieke gezondheidszorg alsmede met het oog op het omgaan met fouten, ongevallen, near accidents en complicaties. B.3. De opleider moet bereid zijn coagio s op te leiden, één en ander in overeenstemming met de opleidingsinrichting. B.4. De opleider dient elk jaar, volgens een daartoe vastgesteld formulier, aan de MSRC gegevens te verstrekken met betrekking tot degenen die bij hem in opleiding zijn. B.5. De opleider verklaart zich bereid tot samenwerking met de andere bij de opleiding betrokken medisch specialisten in een opleidingsgroep, waarvoor de volgende bepalingen gelden: a. de opleidingsgroep wordt gevormd door bij de opleiding betrokken neurologen en klinisch neurofysiologen die werkzaam zijn in de erkende opleidingsafdeling en zijn ingeschreven in het register van erkende neurologen van de MSRC; b. de medisch specialisten, die deel uitmaken van de opleidingsgroep, hebben doorgaans in meer of mindere mate een gedifferentieerd activiteitenen belangstellingsterrein binnen het vakgebied van de neurologie en klinische neurofysiologie, terwijl hun gezamenlijke kennis en vaardigheid de neurologie en klinische neurofysiologie in volle omvang bestrijkt; c. de leden van de opleidingsgroep houden hun kennis en inzicht op peil, onder meer door het regelmatig deelnemen aan gestructureerde bij- en nascholingsactiviteiten, verzorgd door daartoe geaccrediteerde aanbieders. Daarnaast volgen zij systematisch geaccrediteerde bijscholing ten behoeve van hun opleiderschap. Hierop wordt toegezien tijdens de visitatie; d. de leden van de opleidingsgroep bevorderen het tot stand komen en in stand blijven van een gunstig opleidingsklimaat. Hierbij gelden als uitgangspunten dat de leden van de opleidingsgroep: voldoende tijd aan de opleiding geven en het daarmede samenhangende werk op zich nemen; met de agio s regelmatig stafbesprekingen, klinische conferenties en refereerbijeenkomsten houden waarbij in beginsel alle leden van de opleidingsgroep aanwezig zijn; er zorg voor dragen dat regelmatig cursorisch onderwijs wordt gegeven aan de agio s; er zorg voor dragen dat er tussen de agio en andere medisch specialisten voldoende contact is; de agio tot wetenschappelijk werk stimuleren en de mogelijkheid daartoe bevorderen; bevorderen dat een goed opleidingsklimaat tot stand komt en in stand blijft. Als uitwerking van bovengenoemde punten nemen de leden van de opleidingsgroep op zich dat zij: beschikbaar zijn voor overleg met de agio; erop toezien dat de door de agio verzorgde ziektegeschiedenissen en medische correspondentie aan de door de beroepsgroep te stellen eisen voldoen en dat bij belangrijke beslissingsmomenten in de behandeling de aantekening geplaatst wordt dat na overleg met neurologen of klinisch neurofysiologen c.q. de opleiders of de supervisoren tot een bepaald beleid is besloten; ten minste vier maal per jaar een vergadering van opleiders en agio s uitsluitend ter bespreking van opleidingszaken houden; een generaal dagelijks (ochtend)rapport instellen en in stand houden; al dan niet in het kader van onderlinge toetsing probleemoplossende patiëntenbesprekingen houden. e. de leden van de opleidingsgroep bevorderen ieder voor zich en als groep het tot stand komen en in stand blijven van een gunstig klimaat Uit: Staatscourant 2 juli 2003, nr. 124 / pag. 26 2

3 voor wetenschappelijk onderzoek, hetgeen moet blijken uit publicaties en voordrachten. Erkenning van de opleider B.6. Voor de erkenning als opleider in de neurologie, hoofdvak klinische neurologie dan wel hoofdvak klinische neurofysiologie is vereist, dat de medisch specialist ten minste vijf jaar in het register van erkende neurologen is ingeschreven en in zijn vakgebied werkzaam is geweest. B.7. De medisch specialist moet na een open sollicitatie of daarmee gelijk te stellen procedure zijn toegelaten tot of aangesteld in de opleidingsinrichting en aldaar gedurende ten minste 80% van een volledige werkweek werkzaam te zijn op een zodanige wijze dat hij zijn taak als opleider daadwerkelijk en naar behoren kan vervullen. B.8. De MSRC kan, gehoord het bestuur van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie dan wel de Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie, een medisch specialist die niet aan de eisen zoals neergelegd in dit hoofdstuk voldoet, als opleider erkennen op grond van diens bijzondere kwaliteiten en/of bijzondere omstandigheden. B.9.a. de erkenning als opleider voor de neurologie, hoofdvak klinische neurologie kan slechts worden verleend indien tevens de inrichting wordt erkend als opleidingsinrichting voor de neurologie, hoofdvak klinische neurologie; b. de erkenning als opleider neurologie, hoofdvak klinische neurofysiologie kan slechts worden verleend indien tevens de inrichting wordt erkend als opleidingsinrichting voor de neurologie, hoofdvak klinische neurofysiologie. Ten behoeve van de erkenning dienen de respectievelijke medisch specialisten en het bestuur c.q. de directie van de inrichting de aanvraag gelijktijdig bij de MSRC in. B.10. De erkenning als opleider wordt in het algemeen in verband met één opleidingsinrichting gegeven. De MSRC kan, in geval de opleiding op meerdere locaties wordt gevolgd, van deze bepaling afwijken. B.11. De MSRC kan de erkenning tussentijds intrekken indien zij, op grond van een door de visitatiecommissie als bedoeld in artikel 25 lid 5 van de Regeling uitgebracht rapport, van oordeel is dat de opleider niet meer aan de gestelde eisen voldoet. B.12. Indien de MSRC, gezien het visitatierapport, besluit de erkenning niet opnieuw te verlenen dan wel deze tussentijds in te trekken, deelt zij haar beslissing schriftelijk mede aan de opleider voor het betreffend medisch specialisme, het bestuur c.q. de directie van de opleidingsinrichting en de betrokken agio s. De erkenning vervalt dan zowel voor de opleider als voor de opleidingsinrichting één jaar na dagtekening van deze mededeling. Het is de opleider niet toegestaan in deze periode nieuwe agio s aan te stellen. B.13. In geval de erkenning van een medisch specialist als opleider niet opnieuw is verleend dan wel is ingetrokken zal de MSRC, voor zover nodig in overleg met degenen die bij de medisch specialist in opleiding zijn, nader bepalen op welke wijze zij hun opleiding kunnen voortzetten. De MSRC kan hierbij in bijzondere gevallen van de voor de opleiding gestelde bepalingen afwijken. B.14. Indien een opleider gedurende twee achtereenvolgende jaren geen agio meer heeft opgeleid, vervallen de erkenningen van de opleider en de opleidingsinrichting voor het betreffende medisch specialisme, tenzij de opleider vóór het verstrijken van deze periode de MSRC met redenen omkleed verzoekt de erkenning te handhaven en de MSRC daarmee akkoord gaat. De MSRC hoort hiertoe de visitatiecommissie. B.15. Indien een opleider zijn verplichtingen jegens de MSRC niet nakomt, kan de MSRC besluiten de erkenning in te trekken. B.16. De plaatsvervangend opleider a. voor iedere opleider wordt een plaatsvervangend opleider bij de MSRC voorgedragen. De MSRC kan van deze eis dispensatie verlenen. De medisch specialist, die als plaatsvervangend opleider wordt voorgedragen, dient te zijn ingeschreven in hetzelfde register als de opleider. Hij is op dezelfde opleidingsafdeling gedurende ten minste 80% van een volledige werkweek werkzaam en is daadwerkelijk bij de opleiding betrokken; b. de erkenning als plaatsvervangend opleider geschiedt op dezelfde wijze als die van de erkenning van de opleider en onder dezelfde voorwaarden. De aanvraag tot erkenning dient vergezeld te gaan van de schriftelijke instemming van de opleider; c. de plaatsvervangend opleider treedt in de rechten en plichten van de opleider, indien deze gedurende een aaneengesloten periode van drie maanden of langer zijn werkzaamheden niet zal kunnen verrichten en tevens indien de functie van opleider vacant komt, doch dan voor ten hoogste de in lid d. van dit artikel genoemde termijn. De erkenning van de opleidingsinrichting blijft voor dezelfde periode gehandhaafd. Uiterlijk binnen één maand na het vacant komen van de functie van opleider dient hiervan schriftelijk mededeling aan de MSRC te worden gedaan onder vermelding van de datum van ingang; d. met inachtneming van het bepaalde in c. van dit artikel vervalt de erkenning van de plaatsvervangend opleider respectievelijk van de opleidingsinrichting uiterlijk twee jaar na de datum waarop de plaatsvervangend opleider de taak van de opleider heeft overgenomen. In het tweede jaar van deze periode mogen geen nieuwe agio s worden aangesteld; e. indien de MSRC geen plaatsvervangend opleider heeft erkend en de opleider zijn werkzaamheden als opleider gedurende een aaneengesloten periode van drie maanden niet kan of heeft kunnen verrichten, dienen de opleider en de directie c.q. het bestuur van de opleidingsinrichting zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één maand na het verstrijken van genoemde periode, schriftelijk aan de MSRC mee te delen door wie de functie van opleider wordt waargenomen. Is de opleider hiertoe niet in staat dan zal de directie c.q. het bestuur van de betrokken opleidingsinrichting zorgdragen voor deze berichtgeving aan de MSRC. De MSRC kan aan de waarneming voorwaarden verbinden. Gedurende de periode van waarneming kunnen Uit: Staatscourant 2 juli 2003, nr. 124 / pag. 26 3

4 geen nieuwe agio s worden aangesteld. C. Eisen met betrekking tot de opleidingsinrichting Verplichtingen van de opleidingsinrichting C.1. De opleidingsinrichting dient te voldoen aan de volgende eisen: a. legt in de toelatings- en/of arbeidsovereenkomsten met de medisch specialisten hun samenwerking ten behoeve van de opleiding vast, alsmede de relatie tussen de opleiders en de andere bij de opleiding betrokken medisch specialisten; b. stelt de agio tijdens de opleiding in de gelegenheid in overleg met de opleiders deel te nemen aan wetenschappelijke activiteiten in het betreffend specialisme, zoals het bijwonen van wetenschappelijke vergaderingen en van congressen. C.2. De opleidingsinrichting stelt de opleiders in staat de neurologen c.q. klinisch neurofysiologen, die betrokken zijn bij de opleiding, te verplichten tot samenwerking in een opleidingsgroep als bedoeld in B.5. van dit Besluit. C.3. De opleidingsinrichting moet bereid zijn co-agio s toe te laten, één en ander in overeenstemming met de opleider. C.4. De opleidingsinrichting moet de opleider in de gelegenheid stellen diens verplichtingen, voortkomend uit hetgeen is bepaald in paragraaf B van dit hoofdstuk, na te komen. C.5. Hetgeen onder C.4. is bepaald geschiedt met inachtneming van de door de inrichting gestelde regels, welke niet in strijd mogen zijn met de eisen te stellen aan de opleiding, de opleiders en de opleidingsinrichtingen. C.6. De opleidingsinrichting moet de agio in staat stellen de door de opleiders aan hem in het belang van de opleiding en de patiëntenzorg gegeven voorschriften op te volgen. C.7.a. in de opleidingsinrichting dient een centrale opleidingscommissie aanwezig te zijn; b. deze commissie fungeert als overlegorgaan ter handhaving en bevordering van een optimaal opleidingsklimaat en heeft daartoe de volgende taken: het bewaken van de kwaliteit van de in het ziekenhuis aanwezige opleidingen; het overleggen over algemene en specifieke opleidingsaangelegenheden; het overleggen over raakvlakken tussen verschillende medisch specialistische opleidingen (bijvoorbeeld refereerbijeenkomsten, onderzoekmethoden); het voorbereiden op visitaties (bijvoorbeeld beoordeling van medische dossiers, voordrachten); het bespreken van algemene belangen van de agio s; het bespreken van kritiekpunten van de zijde van opleiders en agio s. c. de commissie is samengesteld uit: de in het ziekenhuis als opleider erkende medisch specialisten of vertegenwoordigers daarvan, welke eveneens medisch specialisten dienen te zijn; een lid van de directie / raad van bestuur (bij voorkeur diegene bij wie de verantwoordelijkheid voor de opleidingen berust); twee vertegenwoordigers van de in het ziekenhuis aanwezig zijnde agio s. d. vertegenwoordigers van de niet voor opleiding erkende medische specialismen kunnen ad hoc als adviseur aan de commissie worden toegevoegd; e. de commissie stelt een reglement van orde vast waarin in ieder geval is geregeld: de commissie kiest uit haar midden een voorzitter en een secretaris; de commissie vergadert bij voorkeur vier, doch minstens tweemaal per jaar; de vergaderingen worden genotuleerd; de agenda en de besluitenlijst van de vergaderingen staan ter beschikking van de visitatiecommissies. Erkenning van de opleidingsinrichting C.8. De erkenning als opleidingsinrichting voor de neurologie, hoofdvak klinische neurologie dan wel hoofdvak klinische neurofysiologie kan slechts worden verleend indien tevens de medisch specialist wordt erkend als opleider in de neurologie, hoofdvak klinische neurologie dan wel klinische neurofysiologie. Daartoe dienen het bestuur c.q. de directie van de inrichting en de medisch specialist gelijktijdig de aanvraag bij de MSRC in. C.9. De erkenning wordt verleend voor een periode van ten hoogste vijf jaar. C.10. De MSRC kan de erkenning tussentijds intrekken indien zij, op grond van een door de visitatiecommissie als bedoeld in artikel 25 lid 5 van de Regeling uitgebracht rapport, van oordeel is dat de inrichting niet meer aan de gestelde eisen voldoet. C.11. Indien de MSRC, gezien het visitatierapport, besluit de erkenning niet opnieuw te verlenen dan wel tussentijds in te trekken, deelt zij haar terzake genomen beslissing schriftelijk mede aan het bestuur c.q. de directie van de inrichting, de opleider voor neurologie, hoofdvak klinische neurologie dan wel klinische neurofysiologie en de betrokken agio s. De erkenning vervalt dan, zowel voor de opleidingsinrichting als voor de opleider, één jaar na dagtekening van deze mededeling. Het is de inrichting niet toegestaan in dit expiratiejaar nieuwe agio s voor opleiding in het betreffende medisch specialisme toe te laten of aan te stellen. C.12. Voor het geval de erkenning van een inrichting als opleidingsinrichting niet is verlengd dan wel is ingetrokken zal de MSRC, voor zover nodig, in overleg met degenen die in de inrichting in opleiding zijn, nader bepalen op welke wijze zij hun opleiding kunnen voortzetten. De MSRC kan hierbij van de voor de opleiding gestelde bepalingen afwijken. C.13. Indien in een erkende opleidingsinrichting gedurende twee jaar geen opleiding heeft plaatsgevonden, gaat de MSRC na of de erkenning moet worden gehandhaafd, gehoord de visitatiecommissie. C.14. De MSRC kan bepalen dat in een inrichting de gehele opleiding mag worden gevolgd (opleidingsinrichting A), dan wel slechts een in tijdsduur beperkt gedeelte daarvan (opleidingsinrichting B). C.15. De visitatie en de visitatiecommissies alsmede de erkenning van Uit: Staatscourant 2 juli 2003, nr. 124 / pag. 26 4

5 (plaatsvervangende) opleiders en opleidingsinrichtingen zijn nader geregeld in uitvoeringsvoorschriften van de MSRC. D. Eisen te stellen aan de agio D.1. Bevoegdheid De agio dient te zijn ingeschreven als arts in het register als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg en deze inschrijving gedurende de opleiding in stand te houden. D.2. Administratieve verplichtingen De agio dient binnen een maand na de aanvang van de opleiding aan de MSRC mede te delen dat hij zal worden opgeleid voor het medisch specialisme neurologie, welke erkende opleider zich bereid heeft verklaard hem op te leiden en in welke erkende opleidingsinrichting(en) de opleiding zal plaats vinden. De keuze voor het hoofdvak klinische neurologie of klinische neurofysiologie moet in de eerste vier jaar van de opleiding worden gemaakt. Tevens dient de agio het door de opleider(s), met inachtneming van de algemene en specifieke opleidingseisen, goedgekeurde opleidingsschema aan de MSRC ter goedkeuring voor te leggen. Vervolgens zendt de MSRC de arts een formulier voor het krijgen van nadere gegevens, dat door deze moet worden ingevuld en binnen twee maanden na de aanvang van de opleiding aan de MSRC moet worden gezonden. Alvorens in het opleidingsregister te kunnen worden ingeschreven, dient het bedrag voor de behandeling van het verzoek tot inschrijving in het opleidingsregister, zoals vastgesteld door de MSRC, te zijn voldaan. D.3. Aanvang opleiding Na ontvangst van het formulier en het bedrag als bedoeld in D.2. bepaalt de MSRC het moment waarop de opleiding is aangevangen. Deze datum wordt door de MSRC medegedeeld aan de arts, de opleider(s), de opleidingsinrichtingen, het Consilium van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie en de Nederlandse Vereniging voor Klinische Neurofysiologie en de secretarissen van deze verenigingen. D.4. Wijziging gegevens De agio dient wijzigingen in de door hem verstrekte gegevens direct schriftelijk aan de MSRC mede te delen, zoals wijziging van adres, woonplaats en opleidingsschema. Wijzigingen in het opleidingsschema behoeven de instemming van de opleider(s) en van de MSRC. Tevens dient hij alle andere inlichtingen welke de MSRC hem vraagt, zijn opleiding betreffende, nauwkeurig en onverwijld te verschaffen. D.5. Onderwijsverplichtingen De agio dient zijn medewerking te verlenen aan het onderwijs tijdens de co-agioschappen in de artsopleiding. D.6. Aanwijzingen opleider Gedurende de opleiding moet de agio de hem door de opleider in het belang van de opleiding en van de patiëntenzorg gegeven aanwijzingen opvolgen. Daarbij dient de opleider rekening te houden met de vorderingen in de vakbekwaamheid van de agio. D.7. Inschrijving a. de agio dient aan het eind van de opleiding bij de MSRC een aanvraag in tot inschrijving in één van de registers van erkende neurologen, hoofdvak klinische neurologie dan wel hoofdvak klinische neurofysiologie. Bij de aanvraag legt hij tevens de gegevens over waaruit blijkt gedurende welke periode(n) en door wie hij is opgeleid. Voorts verschaft hij alle inlichtingen welke de MSRC ter beoordeling van de aanvraag nodig acht; b. indien er verschil blijkt te zijn tussen de gegevens welke de agio verschaft en die welke de MSRC tijdens de opleiding heeft vastgelegd, zal dit verschil moeten worden opgehelderd voordat omtrent de aanvraag tot inschrijving in het betreffende register wordt beslist. D.8. Evaluatieformulier De agio dient jaarlijks een door de MSRC vastgesteld evaluatieformulier in te vullen en dit, nadat het voor gezien is getekend door de opleider, aan de MSRC toe te zenden. Wanneer er meer dan één agio in de opleidingsafdeling werkzaam is, wordt door hen gezamenlijk één evaluatieformulier ingevuld en aan de MSRC toegezonden. Hoofdstuk 3 Eisen van toepassing op het hoofdvak klinische neurologie A. Eisen met betrekking tot de opleiding A.1. Structurering De opleiding in de neurologie, hoofdvak klinische neurologie duurt zes jaar en bestaat uit: a. een basisopleiding van vier jaar met voor iedereen dezelfde, verplichte onderdelen: 24 maanden klinische, poliklinische en consultatieve neurologie te volgen in een inrichting die als opleidingsinrichting voor het specialisme neurologie, hoofdvak klinische neurologie is erkend. Een half tot maximaal één jaar kan gevolgd worden in een opleidingsinrichting B; 12 maanden te besteden aan drie stages, genoemd in artikel D.2.2, met een duur van drie tot zes maanden in volledige dagtaak of van zes tot twaalf maanden voor 50% van de dagtaak. Deze stages zijn intensive care en medium care neurologie, kinderneurologie en neurochirurgie; één jaar klinische neurofysiologie te volgen in een voor het specialisme neurologie, hoofdvak klinische neurofysiologie. De opleiding klinische neurofysiologie dient plaats te vinden in het derde of vierde opleidingsjaar. Alleen bij uitzondering is het mogelijk deze opleiding te volgen in de tweejarige vervolgopleiding, bedoeld onder b. Als uitzondering geldt dat sprake moet zijn van dringende logistieke problemen. In dat geval dient de opleider dit onverwijld en met redenen omkleed aan de MSRC te melden. Er bestaat de mogelijkheid om in overleg met de opleiders klinische neurologie en klinische neurofysiologie te kiezen voor een stage klinische neurofysiologie van drie maanden. Deze keuze dient te worden gemaakt aan het einde van het eerste opleidingsjaar. In dat geval worden de resterende negen maanden besteed aan klinische, poliklinische of consultatieve neurologie; b. een vervolgopleiding van twee jaar, waarin een groot aantal onder artikel D.2.3. nader te noemen stages kunnen worden gevolgd met een duur van minimaal drie maanden en maximaal twaalf maanden. Agio s, die in de basisopleiding hebben gekozen voor een kennismakingsstage klinische neurofysiologie van drie maan- Uit: Staatscourant 2 juli 2003, nr. 124 / pag. 26 5

6 den, kunnen alsnog opteren voor een aanvullende opleiding klinische neurofysiologie van twaalf maanden tijdens de vervolgopleiding. A.2. Beoordelingen a. binnen één maand nadat de agio twaalf maanden opleiding heeft gevolgd, beoordeelt de opleider in de klinische neurologie, gehoord de opleider klinische neurofysiologie, of hij de agio al dan niet geschikt en in staat acht de opleiding voort te zetten. Deze beoordeling wordt mede gegeven door de opleider van de opleidingsinrichting B, wanneer het eerste opleidingsjaar geheel of gedeeltelijk wordt doorgebracht in de opleidingsinrichting B. De opleider in de neurologie, hoofdvak klinische neurologie zendt deze beoordeling door middel van een daartoe vastgesteld formulier aan de MSRC; b. de beoordeling wordt gegeven gehoord de overige leden van de opleidingsgroep; c. in het geval dat een Agiko-constructie van toepassing is, vindt de beoordeling voor het eerst plaats aan het einde van het eerste klinische jaar. A.3. a. in het eerste jaar van de opleiding vindt met het oog op de in A.2. bedoelde beoordeling eenmaal per kwartaal een voortgangsgesprek plaats tussen de opleider en de agio. Wanneer de B-opleiding plaats vindt in het eerste jaar van de opleiding dan dienen deze beoordelingsgesprekken te worden gevoerd door de opleiders van de opleidingsinrichtingen A en B tezamen. De conclusies van deze gesprekken worden voor gezien of akkoord mede ondertekend door de agio schriftelijk vastgelegd; b. de resultaten van voortgangsgesprekken worden steeds tijdig en behoorlijk toegelicht met de agio besproken; c. desgevraagd moet aan de visitatiecommissie van de MSRC kunnen worden aangetoond dat de voortgangsgesprekken hebben plaats gevonden. A.4. Behalve de beoordeling bedoeld in A.2. brengt de opleider aan het eind van elk volgend opleidingsjaar, met uitzondering van het laatste jaar, een beoordeling van de agio ter kennis van de MSRC door middel van een daartoe vastgesteld formulier. A.5.a. de opleider neurologie, hoofdvak klinische neurologie doet gehoord de opleider neurologie, hoofdvak klinische neurofysiologie aan het einde van het derde opleidingsjaar een uitspraak over het al dan niet geschikt en in staat zijn van de agio de opleiding voort te zetten; b. de opleider(s) zenden hun beoordeling als bedoeld in lid a. van dit artikel door middel van een daartoe vastgesteld formulier aan de MSRC. A.6. In geval een beoordeling voor de agio minder gunstige punten bevat, kan de Commissie van Uitvoering van de MSRC, na overleg met de betrokken opleider(s), de agio voor een onderhoud bij zich roepen. A.7. In geval de opleider(s) bij de in A.2. of A.5. bedoelde beoordelingen te kennen hebben gegeven de agio niet geschikt en in staat te achten de opleiding voort te zetten en hem in aansluiting daaraan meedelen hem niet verder te zullen opleiden, brengen de opleider(s) hun beoordeling, met redenen omkleed, aan de agio ter kennis en zenden van deze kennisgeving een afschrift aan de secretaris van de MSRC. In alle gevallen hebben de opleider(s) de opleidingsgroep geraadpleegd. A.8. Alle in voorgaande artikelen bedoelde beoordelingen worden geacht vertrouwelijk te zijn en staan uitsluitend ter beschikking van de MSRC. A.9. Niet eerder dan drie maanden voor het formele einde van de opleiding deelt de opleider door middel van een daartoe vastgesteld formulier aan de MSRC mede of naar zijn oordeel de agio al dan niet geschikt en in staat moet worden geacht het specialisme neurologie, hoofdvak klinische neurologie zelfstandig naar behoren uit te oefenen nadat de opleiding is beëindigd. A.10. De MSRC schrijft de agio die aan alle eisen gesteld in dit besluit heeft voldaan op zijn verzoek en met inachtneming van het bepaalde in de Regeling in het relevante register van medisch specialisten. B. Eisen met betrekking tot de opleider Erkenning van de opleider B.1. Naast de opleider dienen op de opleidingsafdeling A, hoofdvak klinische neurologie, nog ten minste drie medisch specialisten die voor de neurologie zijn ingeschreven en op de opleidingsafdeling B, hoofdvak klinische neurologie, nog ten minste twee medisch specialisten die voor de neurologie zijn ingeschreven, evenals de opleider gedurende ten minste 80% van een volledige werkweek werkzaam en daadwerkelijk bij de opleiding betrokken te zijn. Bovendien dienen alle neurologen die in hetzelfde ziekenhuis werkzaam zijn bij de opleiding te zijn betrokken. De neurologen dienen met of onder leiding van de erkende opleider in een vast verband samen te werken, opdat de voor een opleiding noodzakelijke eenheid van behandeling (praktijkvoering) in voldoende mate is gewaarborgd. B.2. De opleider dient er voor zorg te dragen dat de agio aan het einde van de opleiding voldoet aan de eisen zoals geformuleerd in hoofdstuk 3, D.2.1. C. Eisen met betrekking tot de opleidingsinrichting Erkenning van de opleidingsinrichting C.1. Voor de erkenning van een inrichting als opleidingsinrichting voor het specialisme neurologie, hoofdvak klinische neurologie gelden de eisen genoemd in dit hoofdstuk. C.1.1. Wat betreft de opleidingsinrichtingen A en B: a. aan de inrichting moeten verbonden zijn laboratoria voor klinische chemie en medische microbiologie. De agio s dienen in de gelegenheid te zijn kennis te nemen van het gebruikelijke onderzoek op deze gebieden; b. aan de inrichting moet verbonden zijn een afdeling radiologie, waar de gangbare onderzoeken plaats vinden en waar de agio gelegenheid wordt geboden om, in samenwerking met de desbetreffende medisch specialist, vertrouwd te raken met de uitvoering van het gangbare neuroradiologisch onderzoek en om kennis en ervaring Uit: Staatscourant 2 juli 2003, nr. 124 / pag. 26 6

7 te verwerven terzake van de interpretatie van de bevindingen. C.1.2. Wat betreft een opleidingsinrichting A: a. aan de inrichting moet verbonden zijn een klinische en een poliklinische afdeling neurochirurgie, waar operaties aan het centrale en perifere zenuwstelsel plaats vinden; b. aan de inrichting moet zijn verbonden een opleidingsafdeling neurologie, hoofdvak klinische neurofysiologie; c. aan de inrichting moet ter beschikking staan een afdeling waar voldoende ervaring in de kinderneurologie verkregen kan worden. Eventueel dient deze ervaring te worden opgedaan in de vorm van een stage op een afdeling kinderneurologie van een andere opleidingsinrichting; d. aan de inrichting moet ter beschikking staan een pathologisch laboratorium waar, onder leiding van een neuropatholoog, neuropathologisch onderzoek wordt verricht; e. aan de inrichting moet zijn verbonden een afdeling voor intensieve bewaking en behandeling, met inbegrip van beademing, op welke afdeling de daarvoor in aanmerking komende patiënten door de neuroloog, in samenwerking met andere medisch specialisten, kunnen worden behandeld. C.1.3. Wat betreft een opleidingsinrichting B: a. de inrichting moet zodanige voorzieningen hebben getroffen dat de neurochirurg als consulent goed kan functioneren. Er dienen regelmatig patiëntenbesprekingen met de neurochirurgen in aanwezigheid van de agio s te worden gehouden; b. aan de inrichting moet zijn verbonden een afdeling klinische neurofysiologie; c. de inrichting moet zodanige voorzieningen hebben getroffen dat aan de agio s de gelegenheid wordt geboden deel te nemen aan neuropathologische besprekingen betreffende patiënten uit de eigen inrichting, welke besprekingen onder leiding staan van een ervaren neuroloog of patholoog. C.2.1. Wat betreft een opleidingsinrichting A: a. in de inrichting moeten werkzaam zijn medisch specialisten die zijn erkend voor de specialismen anesthesiologie, cardiologie, dermatologie en venerologie, heelkunde, inwendige geneeskunde, keel-neus-oorheelkunde, kindergeneeskunde, klinische chemie, longziekten en tuberculose, medische microbiologie, neurochirurgie, oogheelkunde, orthopedie, pathologie, plastische chirurgie, psychiatrie, radiodiagnostiek, radiotherapie, revalidatiegeneeskunde, urologie en verloskunde en gynaecologie; b. met de onder a. vermelde medisch specialisten en afdelingen dient een regelmatige samenwerking te bestaan; c. in de inrichting moeten ook werkzaam zijn psychologen, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, logopedisten en maatschappelijk werkenden; d. in de inrichting moeten behalve de afdeling inwendige geneeskunde en de afdeling neurologie, hoofdvak klinische neurofysiologie ten minste nog twee andere afdelingen erkend zijn voor de opleiding van medisch specialisten. C.2.2. Wat betreft een opleidingsinrichting B: a. in de inrichting moeten werkzaam zijn medisch specialisten, die erkend zijn voor de specialismen anesthesiologie, cardiologie, dermatologie en venerologie, heelkunde, inwendige geneeskunde, keel-neus-oorheelkunde, kindergeneeskunde, klinische chemie, longziekten en tuberculose, medische microbiologie, oogheelkunde, orthopedie, pathologie, plastische chirurgie, psychiatrie, radiodiagnostiek, urologie en verloskunde en gynaecologie; b. in de inrichting dienen beschikbaar te zijn psychologen, ergotherapeuten, fysiotherapeuten, logopedisten en maatschappelijk werkenden; c. in de inrichting moet regelmatig een neurochirurg als consulent kunnen worden geraadpleegd; d. in de inrichting dient behalve de afdeling inwendige geneeskunde ten minste één andere afdeling erkend te zijn voor de opleiding van medisch specialisten. C.3.a. De MSRC kan een algemeen ziekenhuis (academisch of niet-academisch) met een afdeling neurologie voor de opleiding in de neurologie, hoofdvak klinische neurologie erkennen als een opleidingsinrichting A voor de gehele duur van de opleiding of als een opleidingsinrichting B voor een opleidingsduur van ten hoogste één jaar. b. Ten behoeve van een goede indeling van de opleiding en een goede onderlinge afstemming van het opleidingsprogramma dient een opleidingsinrichting B een vast samenwerkingsverband aan te gaan met een opleidingsinrichting A. De opleidingsinrichting A is verplicht continue ten minste één agio te detacheren in de B opleiding. C.4.1. In een opleidingsinrichting A moet: a. het aantal opnames per jaar zodanig zijn dat iedere agio tijdens de opleiding in totaal ten minste 250 nieuwe patiënten kan opnemen; b. een polikliniek ter beschikking van de opleider staan met voorzieningen ten behoeve van de opleiding conform de landelijk ter zake bestaande regelingen, met een aantal nieuwe poliklinische patiënten zodanig dat iedere agio tijdens de opleiding in totaal ten minste 500 nieuwe patiënten kan zien; c. de organisatie van de polikliniek zodanig zijn dat de agio tijdens de opleiding in totaal ten minste 500 controle patiënten kan zien, dat hij in staat wordt gesteld chronische patiënten ten minste een jaar te volgen en dat hij kan participeren in specialistische poliklinieken; d. de klinische en de poliklinische patiëntenpopulatie gespreid zijn over het gehele neurologische arbeidsterrein zoals omschreven in de globale eindtermen D.2. C.4.2. In een opleidingsinrichting B moet: a. het aantal opnamen per jaar zodanig zijn dat een agio in een jaar 100 nieuwe patiënten kan opnemen; b. een polikliniek ter beschikking van de opleider staan met voorzieningen ten behoeve van de opleiding, conform de landelijk ter zake bestaande regelingen, met een aantal nieuwe poliklinische patiënten zodanig dat een agio in een jaar 200 nieuwe patiënten kan zien; c. de klinische en de poliklinische patiëntenpopulatie gespreid zijn over het gehele neurologische arbeidsterrein, zoals omschreven in de globale eindtermen D.2. Het is toegestaan om in overleg met de opleider van de opleidingsinrichting A tijdens de B opleiding uitsluitend klinische of uitsluitend poliklinische neurologie te doen. Uit: Staatscourant 2 juli 2003, nr. 124 / pag. 26 7

8 C.5. Verplichtingen van de opleidingsinrichting in het algemeen: a. de inrichting moet beschikken over adequate voorzieningen voor onderzoek, behandeling en begeleiding van alle voorkomende neurologische patiënten; b. de afdeling neurologie moet beschikken over specifieke hoofden en stafverpleegkundigen, die functioneren in nauw, regelmatig en wederzijds overleg met de aan de inrichting verbonden neurologen; c. in de bibliotheek van het ziekenhuis moeten de meest gangbare landelijke en internationale algemene tijdschriften (bestanden) aanwezig zijn, alsmede neurologische standaardwerken en boekwerken op het terrein van de met de neurologie verwante disciplines. Op de neurologische afdeling of in de onmiddellijke nabijheid daarvan dienen de belangrijkste neurologische boekwerken en neurologische tijdschriften permanent beschikbaar te zijn voor de stafleden en de agio s. In een opleidingsinrichting A dienen hiertoe ten minste te behoren: tien tijdschriften op het gebied van de neurowetenschappen (op papier of in elektronische vorm) en een geautomatiseerd literatuurzoeksysteem (CD- ROM, internet), een recent uitvoerig neurologisch handboek en voorts de meest gebruikelijke naslagwerken, monografiën, dissertaties en andere geschriften op het gebied van de neurologie, één en ander ter beoordeling van de visitatiecommissie. In een opleidingsinrichting B dienen hiertoe ten minste te behoren: vijf tijdschriften op het gebied van de neurowetenschappen (op papier of in elektronische vorm) en een geautomatiseerd zoeksysteem (CD-ROM, internet) en de belangrijkste naslagwerken, één en ander ter beoordeling van de visitatiecommissie; d. de inrichting dient te beschikken over adequate voorzieningen voor de medische registratie. De codering van neurologische diagnosen dient volgens een daartoe geschikt systeem gelijktijdig te geschieden met de verslaggeving. Er dient voor te worden gezorgd dat de agio s in de gelegenheid worden gesteld om de codering zelf uit te voeren, respectievelijk om voldoende kennis te nemen van de wijze waarop de codering geschiedt; e. dat het aantal daadwerkelijk op de opleidingsafdeling werkzame agio s uitgedrukt in fte s ten hoogste 1,5 maal het gezamenlijk aantal medisch specialisten van het betreffende medisch specialisme bedraagt dat in de opleidingsinrichting werkzaam en daadwerkelijk bij de opleiding betrokken is. Het CCMS kan voor een specialisme op verzoek van de betreffende wetenschappelijke vereniging, in de specifieke opleidingeisen een lagere normering bepalen. De eis inzake de minimale werkzaamheid heeft uitsluitend betrekking op de opleider en diens plaatsvervanger. Voor het overige wordt de getalsverhouding opleiders : agio s bepaald door de som van de fte s van de op de afdeling werkzame neurologen en agio s De MSRC kan, gehoord het bestuur van de Nederlandse Vereniging van Neurologie, voor een beperkte tijd en onder voorwaarden van deze bepaling ontheffing verlenen; f. in de inrichting dient een centrale opleidingscommissie te functioneren. D. Eisen te stellen aan de agio D.1. Opleidingsschema De opleider in de klinische neurologie en de opleider in de klinische neurofysiologie stellen in overleg met de agio het begin van de opleiding een overzicht op van de wijze waarop de opleidingstijd zal worden ingedeeld. D.2. Globale eindtermen voor de opleiding neurologie D.2.1. De agio dient aan het einde van de opleiding: a. een grondige kennis te hebben van functie en dysfunctie van het centrale zenuwstelsel, het perifere zenuwstelsel en de spieren van mensen van alle leeftijden. Hij beheerst de anamnestische technieken en de vaardigheden van het neurologisch onderzoek en is in staat om uit deze bevindingen een goede functionele, anatomische en etiologische differentiële diagnose op te stellen; b. goed op de hoogte te zijn van de indicaties voor en interpretaties van het gangbare aanvullend onderzoek van neurologische patiënten, waaronder klinisch-chemisch, microbiologisch, patholoog-anatomisch, neuroradiologisch en neurogenetisch onderzoek. Hij dient in staat te zijn zelfstandig het basale klinisch neurofysiologisch onderzoek te verrichten en te beoordelen, wanneer hij een opleiding van ten minste twaalf maanden in de klinische neurofysiologie heeft gehad. Ook moet hij lumbale puncties kunnen doen; c. in staat te zijn om op basis van de gegevens van klinisch en aanvullend onderzoek te komen tot een (werk)diagnose op basis waarvan een adequaat behandelplan wordt geformuleerd. In de communicatie met de patiënt dient hij goed op de hoogte te zijn van de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst en daar ook naar te handelen; d. in staat te zijn neurologische patiënten te behandelen en begeleiden in samenwerking met andere neurologen, met huisartsen, met andere medisch specialisten, met verpleegkundigen en met paramedici. Daarbij heeft hij getoond diagnose- en behandelingsprotocollen individueel te kunnen toepassen; e. zorg te hebben gehad over ten minste 250 opgenomen patiënten. Hij heeft deze patiënten bij opname onderzocht, aanvullend onderzoek afgesproken en de noodzakelijke behandeling ingesteld. Tijdens opname heeft hij de patiënten gevolgd en begeleid en na ontslag heeft hij een ontslagbrief geschreven; f. ten minste 500 nieuwe poliklinische patiënten te hebben onderzocht. De resultaten van dit onderzoek en een behandelingsadvies heeft hij schriftelijk aan andere behandelaars medegedeeld. Tevens heeft hij ten minste 500 controle patiënten gezien op de polikliniek. Patiënten met chronisch neurologische ziekten heeft hij minimaal een jaar poliklinisch gevolgd en behandeld; g. een breed scala aan neurologische ziektebeelden te hebben gezien. Met name dient hij kennis en ervaring te hebben verworven in de diagnostiek en behandeling van patiënten met bewegings, cerebrovasculaire, demyeliniserende, epileptische, neurodegeneratieve, neuro-infectieuze, neurometabole, neuromusculaire, neuro-oncologische, neuropsychiatrische en neurotraumatologische ziekten; h. te hebben deelgenomen aan het cursorisch onderwijs, zoals dat onder auspiciën van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie wordt gegeven en de daaraan verbonden toetsen heeft afgelegd. Hij heeft aangetoond over voldoende parate ken- Uit: Staatscourant 2 juli 2003, nr. 124 / pag. 26 8

9 nis van de neurologie te beschikken door voor de toetsen in het vierde, vijfde en zesde jaar gemiddeld een voldoende te halen dan wel een cijfer dat niet meer dan twee standaarddeviaties afwijkt van het gemiddelde cijfer van alle agio s over de desbetreffende jaren; i. ten minste één voordracht te hebben gehouden over een neurologisch onderwerp voor een wetenschappelijk forum en/of één artikel te hebben gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift; j. in staat te zijn gesteld om behalve de wetenschappelijke vergaderingen van de Nederlandse Vereniging voor Neurologie, geaccrediteerde congressen, symposia en nascholingscursussen bij te wonen. Ook heeft hij regelmatig refereerbijeenkomsten bijgewoond, waarbij hij zelf artikelen heeft gerefereerd en referaten heeft gehouden. D.2.2. De basisopleiding van vier jaar bevat een jaar, waarin drie stages dienen te worden gevolgd, te weten intensieve en medium care neurologie, kinderneurologie en neurochirurgie. De duur van de stages bedraagt drie tot zes maanden in volledige dagtaak of zes tot twaalf maanden voor 50% van de dagtaak. Dit betekent dat stages kunnen worden gecombineerd met elkaar of met de algemene neurologie. Gehele of gedeeltelijke ontheffing van deze stages is mogelijk wanneer de agio deze stages al heeft gevolgd als agnio in de eigen opleidingsinrichting. a. intensieve en medium care neurologie ten minste 50% van de dagtaak wordt besteed aan intensieve neurologische zorg; de stage vindt plaats op een intensieve en medium care afdeling, voor zover deze laatste aanwezig is, in een voor neurologie, hoofdvak klinische neurologie. De werkzaamheden op een medium care afdeling mogen niet meer dan de helft van de stagetijd in beslag nemen; de supervisie is in handen van neurologen of andere medisch specialisten met voldoende kennis en ervaring op het gebied van intensive care, medium care en acute neurologie; de agio krijgt ervaring in de diagnostiek, monitoring en behandeling van patiënten met de volgende aandoeningen die intensieve zorg behoeven: traumata van hoofd en wervelkolom, intracraniële bloedingen en infarcten, infecties, tumoren, status epilepticus, intoxicaties, cerebrale anoxie en neuromusculaire ziekten; de agio krijgt ervaring in het vaststellen van klinische hersendood en de procedure van orgaandonatie. b. kinderneurologie ten minste 50% van de dagtaak wordt besteed aan de kinderneurologie; de stage kan worden gevolgd in een voor kindergeneeskunde en neurologie, hoofdvak klinische neurologie onder de supervisie van ten minste één neuroloog of kinderarts met aandachtsgebied kinderneurologie; de agio onderzoekt en behandelt kinderneurologische patiënten zowel klinisch, poliklinisch als consultatief; de agio ziet tijdens deze stage ten minste 100 kinderneurologische patiënten van alle leeftijdscategorieën; de agio krijgt ervaring in de diagnostiek en behandeling van de volgende aandoeningen: ontwikkelingsachterstand op basis van aanlegstoornissen, stofwisselingsziekten, heredodegeneratieve aandoeningen en chromosomale afwijkingen, ataxie, epilepsie, hoofdpijn, neuromusculaire ziekten en leer- en gedragsstoornissen. c. neurochirurgie ten minste 50% van de dagtaak wordt besteed aan de neurochirurgie; de stage vindt plaats op een afdeling waar de neurochirurgie in de volle breedte wordt uitgeoefend in een voor neurologie, hoofdvak klinische neurologie; op de neurochirurgische afdeling zijn ten minste twee neurochirurgen werkzaam; de agio wordt in staat gesteld regelmatig operaties bij te wonen en hij is aanwezig bij de overdrachtsbesprekingen met de afdeling neurologie; de agio verwerft kennis en ervaring ten aanzien van de indicatiestelling voor en resultaten van alle gangbare neurochirurgische ingrepen, waaronder de operatieve behandeling van aneurysmata, arterioveneuze malformaties, maligne en benigne hersen- en ruggemergstumoren, metastasen, hematomen, liquorcirculatiestoornissen, traumatische aandoeningen van schedel en wervelkolom en compressie van wortels en perifere zenuwen. D.2.3. In de tweejarige vervolgopleiding kan de agio, in overleg met en na goedkeuring van de opleider, keuzestages volgen. Het verdient de voorkeur om een stage van ten minste zes maanden in een andere opleidingsafdeling neurologie te volgen, het is ook mogelijk om alle stages in deze twee jaar buiten de eigen opleidingsafdeling te volgen. Bij uitzondering kan een stage worden gevolgd op een afdeling zonder opleidingserkenning wanneer wordt voldaan aan besluit CCMS no inzake detachering van agio s. Hier wordt gedoeld op de mogelijkheid om binnen het kader van besluit CCMS no inzake detachering van agio s, stages te lopen in een niet erkende opleidingsinrichting c.q. afdeling. Alle stages in deze periode, hebben een duur van minimaal drie maanden en maximaal twaalf maanden uitgaande van een volledige dagtaak, met uitzondering van de stage genoemd onder D.2.3.a., waaraan vierentwintig maanden mag worden besteed en de stage genoemd onder D.2.3.j., waaraan vijftien maanden mag worden besteed. Bij deeltijdwerk in een stage mag de stageduur verhoudingsgewijs worden verlengd. Voor alle stages geldt dat er ten minste 50% van de dagtaak aan moet worden besteed. De volgende stages kunnen worden gevolgd: a. klinische, poliklinische en/of consultatieve neurologie in B-opleidingsinrichting, in een andere A-opleidingsinrichting of in de eigen opleidingsinrichting; b. wetenschappelijk onderzoek; c. opleidingsbekorting op basis van neurologische kennis en ervaring verkregen in een voor neurologie, voorafgaande aan de opleiding; d. intensieve en medium care neurologie, te volgen in een inrichting met opleidingsbevoegdheid voor neurologie, hoofdvak klinische neurologie; e. epilepsie, te volgen in een epilepsie centrum; f. gedragsneurologie, te volgen in een voor neurologie, hoofdvak klinische neurologie; g. inwendige geneeskunde, te volgen Uit: Staatscourant 2 juli 2003, nr. 124 / pag. 26 9

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst CENTRAAL COLLEGE MEDISCHE SPECIALISMEN BESLUIT CCMS no. 5-2000 OPLEIDINGSEISEN PATHOLOGIE 1 Het Centraal College Medische Specialismen,

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE MEDISCHE SPECIALISMEN

CENTRAAL COLLEGE MEDISCHE SPECIALISMEN Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst CENTRAAL COLLEGE MEDISCHE SPECIALISMEN BESLUIT CCMS NO. 5-1998 OPLEIDINGSEISEN OOGHEELKUNDE 1 Het Centraal College Medische Specialismen,

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst CENTRAAL COLLEGE MEDISCHE SPECIALISMEN BESLUIT CCMS NO.

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst CENTRAAL COLLEGE MEDISCHE SPECIALISMEN BESLUIT CCMS NO. Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst CENTRAAL COLLEGE MEDISCHE SPECIALISMEN BESLUIT CCMS NO. 4 1998 OPLEIDINGSEISEN RADIOTHERAPIE Het Centraal College Medische Specialismen,

Nadere informatie

MINIMUMOPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE A. ERKENNING VAN DE OPLEIDER EN DE OPLEIDINGSINRICHTING

MINIMUMOPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE A. ERKENNING VAN DE OPLEIDER EN DE OPLEIDINGSINRICHTING MINIMUMOPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE A. ERKENNING VAN DE OPLEIDER EN DE OPLEIDINGSINRICHTING A.1. Duur en plaats van de opleiding De specialistenopleiding tot intensivist bedraagt in totaal 24 maanden,

Nadere informatie

Hoofdstuk B De opleiding. B.1. Duur De duur van de opleiding bedraagt zes jaar.

Hoofdstuk B De opleiding. B.1. Duur De duur van de opleiding bedraagt zes jaar. KNMG Besluit neurologie Besluit van 10 mei 2004 houdende opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme neurologie Het Centraal College Medische Specialismen, Gelet op artikel 14, tweede lid,

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College Geneeskundige Specialismen Besluit van 9 november 2016 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme

Nadere informatie

MINIMUM OPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE GENEESKUNDE 2006 (gewijzigde versie d.d. 1 januari 2014)

MINIMUM OPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE GENEESKUNDE 2006 (gewijzigde versie d.d. 1 januari 2014) MINIMUM OPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE GENEESKUNDE 2006 A. ERKENNING VAN DE OPLEIDER EN DE OPLEIDINGSINRICHTING A.1. Duur en plaats van de opleiding De specialistenopleiding tot intensivist bedraagt in

Nadere informatie

VERVOLGOPLEIDING MONDZIEKTEN, KAAK- en AANGEZICHTSCHIRURGIE. MKA-chirurg-oncoloog. Definitieve versie, november 2014

VERVOLGOPLEIDING MONDZIEKTEN, KAAK- en AANGEZICHTSCHIRURGIE. MKA-chirurg-oncoloog. Definitieve versie, november 2014 VERVOLGOPLEIDING MONDZIEKTEN, KAAK- en AANGEZICHTSCHIRURGIE MKA-chirurg-oncoloog 1. INLEIDING De Nederlandse Vereniging voor Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (NVMKA) heeft in 2013 in samenwerking

Nadere informatie

Erkenningsaanvraag HERNIEUWDE ERKENNING

Erkenningsaanvraag HERNIEUWDE ERKENNING EISEN TE STELLEN AAN DE OPLEIDER, PLAATSVERVANGEND OPLEIDER, OPLEIDINGSGROEP EN OPLEIDINGSINRICHTING (In te vullen door de (beoogd) opleider, plaatsvervangend opleider en Raad van Bestuur/Directie.) Toelichting:

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst CENTRAAL COLLEGE MEDISCHE SPECIALISMEN BESLUIT CCMS NO. 21-2000 OPLEIDINGSEISEN REVALIDATIEGENEESKUNDE 1 Het Centraal College Medische

Nadere informatie

Besluit van 13 juni 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme radiotherapie

Besluit van 13 juni 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme radiotherapie Besluit van 13 juni 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme radiotherapie (Besluit radiotherapie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14, tweede

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE

Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE Besluit van 10 december 2004 strekkende tot vaststelling van beleidsregels die de MSRC

Nadere informatie

Gelet op de voorstellen van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen;

Gelet op de voorstellen van de Hoge Raad van geneesheren-specialisten en van huisartsen; Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit van kindergeneeskunde, gewijzigd bij

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In het derde lid wordt bijlage 3 vervangen door: bijlage 4.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In het derde lid wordt bijlage 3 vervangen door: bijlage 4. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 11230 23 juli 2009 Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 juli 2009, nr. MEVA/NBO-2937264,

Nadere informatie

B. Criteria voor erkenning van de stagemeesters

B. Criteria voor erkenning van de stagemeesters 18 JULI 1979. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteiten van heelkunde, neurochirurgie,

Nadere informatie

1. Algemeen. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies; Besluit:

1. Algemeen. De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Gelet op artikel 3 van de Kaderwet VWS-subsidies; Besluit: Doorlopende tekst Subsidieregeling zorgopleidingen 1e tranche (na doorvoering van de wijziging die is opgenomen in de Staatscourant 2010, nr. 13910 van 9 september 2010) De Minister van Volksgezondheid,

Nadere informatie

MINIMUM OPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE GENEESKUNDE 2006 (gewijzigde versie per 1 maart 2016)

MINIMUM OPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE GENEESKUNDE 2006 (gewijzigde versie per 1 maart 2016) MINIMUM OPLEIDINGSEISEN INTENSIVE CARE GENEESKUNDE 2006 A. ERKENNING VAN DE OPLEIDER EN DE OPLEIDINGSINRICHTING A.1. Duur en plaats van de opleiding De specialistenopleiding tot intensivist bedraagt in

Nadere informatie

Besluit van 8 november 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme neurochirurgie

Besluit van 8 november 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme neurochirurgie Besluit van 8 november 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme neurochirurgie (Besluit neurochirurgie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14,

Nadere informatie

Besluit van (datum) houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme orthopedie

Besluit van (datum) houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme orthopedie Besluit van (datum) houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme orthopedie (Besluit orthopedie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14, tweede lid, onder

Nadere informatie

Erkenningsaanvraag HERNIEUWDE ERKENNING

Erkenningsaanvraag HERNIEUWDE ERKENNING EISEN TE STELLEN AAN DE OPLEIDER, PLAATSVERVANGEND OPLEIDER, OPLEIDINGSGROEP EN OPLEIDINGSINRICHTING (In te vullen door de (beoogd) opleider, plaatsvervangend opleider en Raad van Bestuur/Directie.) Toelichting:

Nadere informatie

REGLEMENT ERKENNING OPLEIDERS IN HET AANDACHTSGEBIED Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie

REGLEMENT ERKENNING OPLEIDERS IN HET AANDACHTSGEBIED Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie REGLEMENT ERKENNING OPLEIDERS IN HET AANDACHTSGEBIED Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie Preambule Het reglement erkenning opleiders in het aandachtsgebied regelt de erkenning door de Nederlandse Vereniging

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--kindergeneeskunde--bijzondere-criteria--MB doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--kindergeneeskunde--bijzondere-criteria--MB doc 15 SEPTEMBER 1979. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit van kindergeneeskunde.

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College Geneeskundige Specialismen Besluit van 7 oktober 2015 houdende de wijziging van de volgende besluiten: Kaderbesluit CCMS van

Nadere informatie

Besluit van <datum> houdende de aanvullende opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme klinische geriatrie

Besluit van <datum> houdende de aanvullende opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme klinische geriatrie Besluit van houdende de aanvullende opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme klinische geriatrie (Besluit klinische geriatrie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op

Nadere informatie

Besluit van (datum) houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme reumatologie

Besluit van (datum) houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme reumatologie Besluit van (datum) houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme reumatologie (BESLUIT REUMATOLOGIE) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14, tweede lid,

Nadere informatie

REGELING ERKENNING EN REGISTRATIE VAN OPENBAAR APOTHEKERS EN VAN INDUSTRIE-APOTHEKERS

REGELING ERKENNING EN REGISTRATIE VAN OPENBAAR APOTHEKERS EN VAN INDUSTRIE-APOTHEKERS REGELING ERKENNING EN REGISTRATIE VAN OPENBAAR APOTHEKERS EN VAN INDUSTRIE-APOTHEKERS De Algemene Vergadering van de KNMP in vergadering bijeen op 7 oktober 1998 te Rotterdam, Gezien in aanmerking nemende

Nadere informatie

MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE (BELEIDSREGELS OPLEIDING)

MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE (BELEIDSREGELS OPLEIDING) Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE Besluit van 6 oktober 2006 tot vaststelling van beleidsregels met betrekking tot de (wijziging

Nadere informatie

Centraal College Medische Specialismen

Centraal College Medische Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Centraal College Medische Specialismen Besluit van 9 februari 2004 houdende de algemene eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie

Nadere informatie

werkzaam in ziekenhuizen

werkzaam in ziekenhuizen modelinstructie arts al dan niet in opleiding tot (medisch) specialist werkzaam in ziekenhuizen VOORWOORD Voor u ligt de Modelinstructie arts al dan niet in opleiding tot (medisch) specialist werkzaam

Nadere informatie

Centraal College Medische Specialismen

Centraal College Medische Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Centraal College Medische Specialismen Besluit van 12 april 2010 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme

Nadere informatie

Wijziging Subsidieregeling zorgopleidingen 1e tranche

Wijziging Subsidieregeling zorgopleidingen 1e tranche VWS Wijziging Subsidieregeling zorgopleidingen 1e tranche Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 juli 2008, nr. MEVA/NBO-2859135, houdende wijziging van de Subsidieregeling

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Stomatologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Stomatologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc 26 APRIL 1982. _ Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit van stomatologie. BS

Nadere informatie

May 31, 2009 Nijmegen, The Netherlands. Ms. Lucia Slobodová Czech Ministry of Education and Sports Prague, Czech Republic. Dear Ms.

May 31, 2009 Nijmegen, The Netherlands. Ms. Lucia Slobodová Czech Ministry of Education and Sports Prague, Czech Republic. Dear Ms. May 31, 2009 Nijmegen, The Netherlands Ms. Lucia Slobodová Czech Ministry of Education and Sports Prague, Czech Republic Dear Ms. Slobodová, As the president of the Dutch Society of Clinical Genetics,

Nadere informatie

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT

Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT Instituutsreglement OPLEIDINGSINSTITUUT IGT HOOFDSTUK A Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit IGT Artikel 1 Opleiding bij erkende specialisten, profielartsen en instellingen Bij artikel B.1

Nadere informatie

Besluit van 8 november 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme orthopedie

Besluit van 8 november 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme orthopedie Besluit van 8 november 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme orthopedie (Besluit orthopedie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14, tweede lid,

Nadere informatie

Besluit van 14 december 2016 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme cardiologie

Besluit van 14 december 2016 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme cardiologie Besluit van 14 december 2016 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme cardiologie (Besluit cardiologie) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet op artikel 14, tweede

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 11 BESLUIT REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE ZIEKENHUISFARMACIE Het Centraal College voor de Farmacie in vergadering bijeen op 3 november 2014 Gezien in aanmerking

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen College Geneeskundige Specialismen Besluit van 9 november 2016 houdende de wijziging van de volgende besluiten: Besluit spoedeisende geneeskunde van 9 januari 2013; Besluit ziekenhuisgeneeskunde van 11

Nadere informatie

(BELEIDSREGEL AIOS ALS EERSTE BEHANDELAAR/OPERATEUR)

(BELEIDSREGEL AIOS ALS EERSTE BEHANDELAAR/OPERATEUR) Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst MEDISCH SPECIALISTEN REGISTRATIE COMMISSIE Besluit van 3 maart 2006 houdende de vaststelling van de beleidsregel die de MSRC bij de

Nadere informatie

Reglement Herregistratie Klinisch Fysici

Reglement Herregistratie Klinisch Fysici Reglement Herregistratie Klinisch Fysici 20 maart 2018 Dit herregistratiereglement is goedgekeurd door de ledenvergadering van de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF) tijdens de vergadering

Nadere informatie

Centraal College Medische Specialismen

Centraal College Medische Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Centraal College Medische Specialismen Besluit van 10 september 2007 houdende de wijziging van het Kaderbesluit CCMS Het Centaal College

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College Geneeskundige Specialismen Besluit van 13 juli 2016 houdende de wijziging van de volgende besluiten: Kaderbesluit CCMS van

Nadere informatie

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid OUD

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid OUD Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid (Besluit maatschappij en gezondheid) Het College Geneeskundige Specialismen,

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen College Geneeskundige Specialismen Besluit van 12 december 2018 houdende de wijziging van de volgende besluiten: Besluit profielen maatschappij en gezondheid van 11 november 2015; Besluit spoedeisende

Nadere informatie

College Geneeskundige Specialismen

College Geneeskundige Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST College Geneeskundige Specialismen Besluit van 12 september 2012 houdende de voorwaarden voor het experiment voor de erkenning van

Nadere informatie

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid 1

Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid 1 Besluit van 14 maart 2018 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het geneeskundig specialisme maatschappij en gezondheid 1 (Besluit maatschappij en gezondheid) Het College Geneeskundige Specialismen,

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--gynecologie-verloskunde--bijzondere-criteria--MB doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--gynecologie-verloskunde--bijzondere-criteria--MB doc 15 SEPTEMBER 1979. _ Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit van gynecologie-verloskunde.

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 2 2014 REGISTRATIE EN HERREGISTRATIE OPENBARE FARMACIE Het Centraal College voor de Farmacie in vergadering bijeen op 25 september 2014 Gezien de aanwijzing

Nadere informatie

Wijziging Kaderbesluit CSG

Wijziging Kaderbesluit CSG KNMG Wijziging Kaderbesluit CSG Besluit van 28 september 2007 houdende de wijziging van het Kaderbesluit CSG Het College voor Sociale Geneeskunde, Gelet op Richtlijn 2005/36/EG, artikel 14, tweede lid,

Nadere informatie

De MSRC vraagt nadrukkelijk uw aandacht voor het volgende:

De MSRC vraagt nadrukkelijk uw aandacht voor het volgende: Beleidsregels Erkenning MSRC De MSRC vraagt nadrukkelijk uw aandacht voor het volgende: De beleidsregels Erkenning van de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) zijn op 20 mei 2005 vastgesteld

Nadere informatie

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van 1 7 OKJ. 2013, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake

Nadere informatie

BESLUIT CHVG no. 5 2000 EISEN EN VOORWAARDEN VOOR DE ERKENNING VAN OPLEIDERS, OPLEI- DINGSINRICHTINGEN EN OPLEIDINGSINSTITUTEN HUISARTSGENEESKUNDE

BESLUIT CHVG no. 5 2000 EISEN EN VOORWAARDEN VOOR DE ERKENNING VAN OPLEIDERS, OPLEI- DINGSINRICHTINGEN EN OPLEIDINGSINSTITUTEN HUISARTSGENEESKUNDE Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst COLLEGE VOOR HUISARTSGENEESKUNDE EN VERPLEEGHUISGENEESKUNDE BESLUIT CHVG no. 5 2000 EISEN EN VOORWAARDEN VOOR DE ERKENNING VAN OPLEIDERS,

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. - Criteria voor de opleiding en erkenning van de geneesheren-specialisten in de fysische geneeskunde en revalidatie

HOOFDSTUK I. - Criteria voor de opleiding en erkenning van de geneesheren-specialisten in de fysische geneeskunde en revalidatie VAS, afdeling Antwerpen 1 20 OKTOBER 2004. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit

Nadere informatie

Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst

Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst CENTRAAL COLLEGE MEDISCHE SPECIALISMEN BESLUIT CCMS NO. 4-1999 OPHEFFING VAN HET MEDISCHE SPECIALISME KLINISCHE CHEMIE Het Centraal

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--oftalmologie--bijzondere-criteria--MB doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--oftalmologie--bijzondere-criteria--MB doc 26 APRIL 1982. _ Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit van oftalmologie. BS

Nadere informatie

CCMS no Opleidingseisen keel-neus-oorheelkunde

CCMS no Opleidingseisen keel-neus-oorheelkunde KNMG CCMS no. 3-2003 Opleidingseisen keel-neus-oorheelkunde Besluit CCMS no. 3-2003 Besluit van 14 april 2003 houdende opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme keel-neus-oorheelkunde

Nadere informatie

NOTITIE REGISTRATIE VOOR ANESTHESIOLOOG-PIJNSPECIALISTEN EN INSTELLINGEN VOOR PIJNGENEESKUNDE

NOTITIE REGISTRATIE VOOR ANESTHESIOLOOG-PIJNSPECIALISTEN EN INSTELLINGEN VOOR PIJNGENEESKUNDE NOTITIE REGISTRATIE VOOR ANESTHESIOLOOG-PIJNSPECIALISTEN EN INSTELLINGEN VOOR PIJNGENEESKUNDE ALGEMENE BEPALINGEN Anesthesioloog Instelling Kwaliteitsvisitatie Opleider Patiëntgebonden pijngeneeskundige

Nadere informatie

NOTITIE REGISTRATIE VOOR ANESTHESIOLOOG-PIJNSPECIALISTEN EN INSTELLINGEN VOOR PIJNGENEESKUNDE

NOTITIE REGISTRATIE VOOR ANESTHESIOLOOG-PIJNSPECIALISTEN EN INSTELLINGEN VOOR PIJNGENEESKUNDE NOTITIE REGISTRATIE VOOR ANESTHESIOLOOG-PIJNSPECIALISTEN EN INSTELLINGEN VOOR PIJNGENEESKUNDE ALGEMENE BEPALINGEN Anesthesioloog Instelling Kwaliteitsvisitatie Opleider Patiëntgebonden pijngeneeskundige

Nadere informatie

Centraal College Medische Specialismen

Centraal College Medische Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Centraal College Medische Specialismen Besluit van 11 mei 2009 houdende de algemene eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie

Nadere informatie

VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC)

VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC) VISITATIEREGLEMENT Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care (NKIC) A Inleiding Artikel 1 Onder visitatie van IC-afdelingen verstaat de Commissie Nationale Kwaliteitsvisitatie Intensive Care

Nadere informatie

SPELREGELS VOOR DE TOTSTANDKOMING VAN HET TOEWIJZINGVOORSTEL 2017 VAN DE STICHTING BOLS (SPELREGELDOCUMENT 2017)

SPELREGELS VOOR DE TOTSTANDKOMING VAN HET TOEWIJZINGVOORSTEL 2017 VAN DE STICHTING BOLS (SPELREGELDOCUMENT 2017) SPELREGELS VOOR DE TOTSTANDKOMING VAN HET TOEWIJZINGVOORSTEL 2017 VAN DE STICHTING BOLS (SPELREGELDOCUMENT 2017) Januari 2016 1. Inleiding Dit document bevat de spelregels voor het door de stichting BOLS

Nadere informatie

Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel;

Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel; Het bestuur van het bureau architectenregister; Gelet op artikel 12e, tweede lid, van de Wet op de architectentitel; Besluit: Hoofdstuk I Definities Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder a. wet:

Nadere informatie

Besluit van 27 maart 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme longziekten en tuberculose

Besluit van 27 maart 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme longziekten en tuberculose Besluit van 27 maart 2017 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme longziekten en tuberculose (Besluit longziekten en tuberculose) Het College Geneeskundige Specialismen,

Nadere informatie

MODELINSTRUCTIE AIOS EN ANIOS WERKZAAM IN EEN ZORGINSTELLING

MODELINSTRUCTIE AIOS EN ANIOS WERKZAAM IN EEN ZORGINSTELLING MODELINSTRUCTIE AIOS EN ANIOS WERKZAAM IN EEN ZORGINSTELLING JANUARI 2017 2 WOORD VOORAF In 2006 is de Modelinstructie arts al dan niet in opleiding tot medisch specialist werkzaam in ziekenhuizen tot

Nadere informatie

Besluit van 12 juni 2019 houdende de aanvullende opleidings-, erkenningseisen voor het medisch specialisme interne geneeskunde

Besluit van 12 juni 2019 houdende de aanvullende opleidings-, erkenningseisen voor het medisch specialisme interne geneeskunde Besluit van 12 juni 2019 houdende de aanvullende opleidings-, erkenningseisen voor het medisch specialisme interne geneeskunde (Besluit interne geneeskunde) Het College Geneeskundige Specialismen, gelet

Nadere informatie

Betreft: beroepsgroep-brede invoering van zelfevaluatie gunstbetoon. Datum: 15 februari Geachte aanbieder van nascholing,

Betreft: beroepsgroep-brede invoering van zelfevaluatie gunstbetoon. Datum: 15 februari Geachte aanbieder van nascholing, Betreft: beroepsgroep-brede invoering van zelfevaluatie gunstbetoon Datum: 15 februari 2016 Geachte aanbieder van nascholing, Op 1 mei 2014 is de pilot zelfevaluatie gunstbetoon van start gegaan. De zelfevaluatie

Nadere informatie

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE

INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE INSTITUUTSREGLEMENT OPLEIDING TOT SPECIALIST OUDERENGENEESKUNDE De opleidings- en erkenningseisen voor het specialisme ouderengeneeskunde zijn vastgelegd in het Kaderbesluit CHVG (hierna: Kaderbesluit)

Nadere informatie

Instructie arts al dan niet in opleiding tot (medisch) specialist werkzaam in het Westfriesgasthuis

Instructie arts al dan niet in opleiding tot (medisch) specialist werkzaam in het Westfriesgasthuis Instructie arts al dan niet in opleiding tot (medisch) specialist werkzaam in het Westfriesgasthuis VOORWOORD Voor u ligt de Instructie arts al dan niet in opleiding tot (medisch) specialist werkzaam in

Nadere informatie

Opleidingseisen en herregistratievoorwaarden voor de differentiatie Nefrologie binnen de Interne Geneeskunde

Opleidingseisen en herregistratievoorwaarden voor de differentiatie Nefrologie binnen de Interne Geneeskunde Opleidingseisen en herregistratievoorwaarden voor de differentiatie Nefrologie binnen de Interne Geneeskunde 1. Definitie van de differentiatie De differentiatie Nefrologie is het onderdeel van de Interne

Nadere informatie

2 januari 2015. Onderzoek: Effectiviteit van de zorg

2 januari 2015. Onderzoek: Effectiviteit van de zorg 2 januari 2015 Onderzoek: Effectiviteit van de zorg 1 Over het EenVandaag Opiniepanel Het EenVandaag Opiniepanel bestaat uit ruim 50.000 mensen. Zij beantwoorden vragenlijsten op basis van een online onderzoek.

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--anesthesiologie--bijzondere-criteria--MB doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--anesthesiologie--bijzondere-criteria--MB doc 15 SEPTEMBER 1979. _ Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit van anesthesiologie.

Nadere informatie

Hoofdstuk I. Inwendige geneeskunde

Hoofdstuk I. Inwendige geneeskunde 9 MAART 1979. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteiten van inwendige geneeskunde,

Nadere informatie

Instructie supervisie a(n)ios werkzaam in het LUMC

Instructie supervisie a(n)ios werkzaam in het LUMC Inleiding In het Leids Universitair Medisch centrum (LUMC) worden artsen opgeleid tot medisch specialist (aios). De aard van de opleiding brengt met zich mee dat een belangrijk deel van de opleiding van

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Klinische-hematologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB-18-10- 2002.doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Klinische-hematologie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB-18-10- 2002.doc 18 OKTOBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, houders van de bijzondere beroepstitel in de klinische hematologie, alsmede

Nadere informatie

BS Gewijzigd door: MB (BS ) HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

BS Gewijzigd door: MB (BS ) HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen 12 NOVEMBER 1993. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren - specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de URGENTIEGENEESKUNDE, alsook

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Heelkunde--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Heelkunde--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc 12 DECEMBER 2002. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit heelkunde. BS 20/02/2003

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen.

HOOFDSTUK I. Algemene bepalingen. 14 FEBRUARI 2005. Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houders van de bijzondere beroepstitel in de urgentiegeneeskunde, van geneesherenspecialisten

Nadere informatie

Opleidingseisen voor het aandachtsgebied Ouderengeneeskunde binnen de Interne Geneeskunde

Opleidingseisen voor het aandachtsgebied Ouderengeneeskunde binnen de Interne Geneeskunde Opleidingseisen voor het aandachtsgebied Ouderengeneeskunde binnen de Interne Geneeskunde 1. Definitie van het aandachtsgebied Het aandachtsgebied Ouderengeneeskunde is het onderdeel van de Interne Geneeskunde

Nadere informatie

Opleidingsregister voor de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist GGZ

Opleidingsregister voor de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist GGZ Opleidingsregister voor de 3-jarige opleiding tot verpleegkundig specialist GGZ Beleidsregel Uitwerking van de algemene bepalingen inzake Opleidingen in hoofdstuk B meer specifiek de artikelen 15 en 18

Nadere informatie

Concept Beleidsreglement opleiding klinische geriatrie September 2007

Concept Beleidsreglement opleiding klinische geriatrie September 2007 Concept Beleidsreglement opleiding klinische geriatrie September 2007 Status van het reglement In aanvulling op het Kaderbesluit (KB) en het Besluit Klinische Geriatrie (BKG) van de CCMS worden beleidsregels

Nadere informatie

Instituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012

Instituutsreglement. Huisartsopleiding VUmc. Maart 2012 Instituutsreglement Huisartsopleiding VUmc Maart 2012 Adres: Huisartsopleiding VUmc OZW, de Boelelaan 1109 1081 HV Amsterdam Tel. 020-4448235 INHOUD Voorwoord... 3 Inleiding... 4 HOOFDSTUK A Artikelen

Nadere informatie

Basisarts, en dan. Mastering your future 24 oktober 2015 Victor Slenter, arts M&G

Basisarts, en dan. Mastering your future 24 oktober 2015 Victor Slenter, arts M&G Basisarts, en dan. Mastering your future 24 oktober 2015 Victor Slenter, arts M&G 1 Disclosure Sinds 2013 lid Dagelijks Bestuur Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten 2 Inhoud presentatie Wat doet

Nadere informatie

Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten

Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten. INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten Opleidingsinstituut Geneeskunde voor verstandelijk gehandicapten INSTITUUTSREGLEMENT Opleiding tot Arts voor verstandelijk gehandicapten HOOFDSTUK A Artikelen bij het Kaderbesluit CHVG en het Besluit geneeskunde

Nadere informatie

Wijziging Subsidieregeling zorgopleidingen 1e tranche

Wijziging Subsidieregeling zorgopleidingen 1e tranche VWS Wijziging Subsidieregeling zorgopleidingen 1e tranche Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 13 december 2007, nr. MEVA/ NBO-2811715, houdende wijziging van de Subsidieregeling

Nadere informatie

MODELINSTRUCTIE ARTS AL DAN NIET IN OPLEIDING TOT (MEDISCH) SPECIALIST WERKZAAM IN HET ERASMUS MC

MODELINSTRUCTIE ARTS AL DAN NIET IN OPLEIDING TOT (MEDISCH) SPECIALIST WERKZAAM IN HET ERASMUS MC Projectcode Versie Definitief Datum 25 februari 2014 auteur Prof. dr. M. De Hoog E.A.J. Schoonen, MSc Beheerder Centrale Opleidingscommissie Erasmus MC Opdrachtgever Raad van Bestuur Erasmus MC MODELINSTRUCTIE

Nadere informatie

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen Besluit van 28 juni 2018 tot vaststelling van het Reglement van orde van de Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (Reglement van orde RTS)

Nadere informatie

SPELREGELS TOEWIJZINGSVOORSTEL 2016 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN DIE WORDEN BEKOSTIGD DOOR MIDDEL VAN EEN BESCHIKBAARHEIDBIJDRAGE (SPELREGELDOCUMENT 2016)

SPELREGELS TOEWIJZINGSVOORSTEL 2016 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN DIE WORDEN BEKOSTIGD DOOR MIDDEL VAN EEN BESCHIKBAARHEIDBIJDRAGE (SPELREGELDOCUMENT 2016) SPELREGELS TOEWIJZINGSVOORSTEL 2016 VOOR DE ZORGOPLEIDINGEN DIE WORDEN BEKOSTIGD DOOR MIDDEL VAN EEN BESCHIKBAARHEIDBIJDRAGE (SPELREGELDOCUMENT 2016) Januari 2015 1. Inleiding Dit document bevat de spelregels

Nadere informatie

De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg.

De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg. ANESTHESIOLOGISCHE ZORGVERLENING (2004) PREOPERATIEVE ZORG De anesthesioloog en de snijdend specialist zijn tezamen verantwoordelijk voor de preoperatieve zorg. Doel Het doel van het anesthesiologische

Nadere informatie

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 09 OPLEIDINGSEISEN ZIEKENHUISFARMACIE

CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 09 OPLEIDINGSEISEN ZIEKENHUISFARMACIE CENTRAAL COLLEGE VOOR DE FARMACIE BESLUIT NO. 09 OPLEIDINGSEISEN ZIEKENHUISFARMACIE Het Centraal College voor de Farmacie in vergadering bijeen op 19 september 2012, gezien in aanmerking nemende gelet

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--dermato-venerologie--bijzondere-criteria--MB doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--dermato-venerologie--bijzondere-criteria--MB doc 15 SEPTEMBER 1979. _ Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit van dermato-venereologie.

Nadere informatie

Centraal College Medische Specialismen

Centraal College Medische Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Centraal College Medische Specialismen Besluit van 14 december 2009 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme

Nadere informatie

Artikel 1. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 augustus Art. 3.

Artikel 1. Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 augustus Art. 3. 29 JULI 1987. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteiten van de neurologie

Nadere informatie

HOOFDSTUK VI. KWALITEITSVISITATIEREGLEMENT

HOOFDSTUK VI. KWALITEITSVISITATIEREGLEMENT HOOFDSTUK VI. KWALITEITSVISITATIEREGLEMENT Doel Artikel 61 De Commissie Kwaliteitsvisitatie heeft tot doel het bevorderen van de kwaliteit van de anesthesiologische praktijk in Nederland door middel van

Nadere informatie

Centraal College Medische Specialismen

Centraal College Medische Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Centraal College Medische Specialismen Besluit van 12 april 2010 houdende de opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme

Nadere informatie

Centraal College Medische Specialismen

Centraal College Medische Specialismen KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER GENEESKUNST Centraal College Medische Specialismen Besluit van 11 mei 2009 houdende de algemene eisen voor de opleiding, registratie en herregistratie

Nadere informatie

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS)

Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Aan de (plv) opleiders Mondziekten, Kaak- en Aangezichtschirurgie (MKA) Registratiecommissie Tandheelkundige Specialismen (RTS) Datum 10 januari 2018 Ons kenmerk 18/AVZ/LdZ/2 Telefoon (088) 4404 380 E-mail

Nadere informatie

Statistieken. enquete-telefonische-opname-gesprek-arts-patient. Enquête telefonische opname gesprek arts en patiënt. Schoonderwoerd, Sandra

Statistieken. enquete-telefonische-opname-gesprek-arts-patient. Enquête telefonische opname gesprek arts en patiënt. Schoonderwoerd, Sandra Statistieken Naam formulier enquete-telefonische-opname-gesprek-arts-patient Titel formulier Enquête telefonische opname gesprek arts en patiënt Gebruiker Schoonderwoerd, Sandra Aantal vragen 20 Totaal

Nadere informatie

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Radio-en-radiumtherapie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc

Coordinatie--erkenningscriteria--geneesheren-specialisten--Radio-en-radiumtherapie--BIJZONDERE-CRITERIA--MB doc 8 DECEMBER 1980. _ Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten voor de specialiteit van radio- en radiumtherapie.

Nadere informatie