1 8 JUN2013. Dienst Uitvoering Onderwijs HAinisterie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Transcriptie

1 Dienst Uitvoering Onderwijs HAinisterie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap > Retouradres Postbus ML Zoetermeer Familie CA. van Rijsbergen Zuyiesteinseweg BA AMERONGEN Europaweg AH Zoetermeer Postbus ML Zoetermeer Contactpersoon mevr. mr. T.Ruhnke T Datum Betreft 1 8 JUN2013 Beslissing op bezwaar t.ruhnke@cultureelerfgoed.nl Onze referentie DUO/OIMD-2013/26019M Uw referentie 26 maart 2013/ Zaaknummer 8C Geachte heer en mevrouw Van Rijsbergen, Naar aanleiding van uw bezwaarschrift van 26 maart 2013, ontvangen op 27 maart 2013, bericht ik u als volgt. Bij besluit van 28 februari 2013, gepubliceerd in de Staatscourant van 28 februari 2013, nr. 5622, is het Westelijk deel en de rand van de historische kern van Amerongen, op grond van artikel 35 van de Monumentenwet 1988 (hierna: Mw 1988), aangewezen als beschermd dorpsgezicht in de zin van artikel 1, onder g, van de Mw Bij het besluit horen een toelichting (hierna: de Toelichting) en een begrenzingskaart met kenmerk Bij brief van 26 maart 2013 hebt u bezwaar gemaakt tegen dit besluit. Hoorzitting Op 3 juni 2013 heeft naar aanleiding van uw bezwaarschrift, op grond van artikel 7:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb), een hoorzitting plaatsgevonden waarbij u beiden aanwezig was. U bent gehoord door mevrouw mr. T. Ruhnke en mevrouw mr. R.N. van Dijk. Tijdens deze hoorzitting hebt u uw bezwaren aan de hand van een overgelegde pleitnota mondeling toegelicht. Overwegingen ten aanzien van de ontvankehjkheid Het bezwaar is gericht tegen het besluit van 28 februari 2013 waarbij het Westelijk deel en de rand van de historische kern van Amerongen is aangewezen als beschermd dorpsgezicht. U bent eigenaar van percelen binnen de begrenzing van het beschermde dorpsgezicht. Uw belang als eigenaar is dan ook rechtstreeks bij het besluit betrokken. Aangezien het bezwaar voorts tijdig is ingediend en ook voldoet aan de overige door de Awb gestelde eisen, bent u ontvankelijk in uw bezwaar tegen dit besluit.

2 Relevante regelgeving - Monumentenwet 1988 (Mw 1988); - Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo); - Algemene wet bestuursrecht (Awb). Bezwaar Kort samengevat voert u in bezwaar het volgende aan. In de toelichting bij het aanwijzingsbesluit wordt ten onrechte geheel voorbij gegaan aan het provinciaal ruimtelijk beleid en de daarin vervatte rode contour waarbinnen nieuwbouwontwikkeling in beginsel mogelijk is. Tevens voert u aan dat uw percelen in de toelichting bij het aanwijzingsbesluit expliciet worden genoemd als voorbeeld dat daar de verbinding tussen het dorp aan het landelijk gebied nog goed waarneembaar is. Dit is feitelijk onjuist, omdat er al zeer lange tijd bomen staan op het betreffende perceel. U stelt dat de zichtlijnen door uw bouwplannen en inrichting van het perceel weer worden teruggebracht. U wordt door deze omschrijving ernstig beperkt in uw belangen. U bent inmiddels al lange tijd in procedures met de gemeente Utrechtse Heuvelrug verwikkeld als gevolg van uw plannen voor het realiseren van een woning middels een vrijstellingsprocedure. U vreest dat de gemeenteraad als gevolg van het aanwijzingsbesluit en de bijbehorende toelichting daarop de aanwijzing als argument zal gebruiken om niet te hoeven meewerken aan uw bouwplannen. Overwegingen ten aanzien van het bezwaar Alvorens in te gaan op uw bezwaren overweeg ik allereerst of ik mijn besluit op goede gronden heb kunnen nemen en ik mijn besluit heb mogen baseren op de in dit geval door de gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, de provincie Utrecht en de Raad voor Cultuur uitgebrachte adviezen. Wettelijk kader en adviezen Op grond van artikel 35 van de Mw 1988 hebben de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Infrastructuur en Milieu de bevoegdheid om stads- en dorpsgezichten aan te wijzen als beschermd stads- of dorpsgezicht. Het rechtsgevolg van een aanwijzing als beschermd stads- of dorpsgezicht is dat de gemeente op grond van artikel 36 van de Mw 1988 een beschermend bestemmingsplan voor het beschermde stads- of dorpsgezicht moet vaststellen, indien in het aanwijzingsbesluit is opgenomen dat de geldende bestemmingsplannen niet als beschermend plan kunnen worden aangemerkt. In het vooriiggende aanwijzingsbesluit heb ik vastgesteld dat de navolgende bestemmingsplannen voldoen aan het beschermingsvereiste: Amerongen Kom, vastgesteld d.d. 29 augustus 1994; Amerongen Noord, vastgesteld d.d. 30 juni 1997 en partieel herzien d.d. 22 maari: 1999; Amerongen Buitengebied, vastgesteld d.d. 18 december 1995 en partieel herzien d.d. 5 februari 2001 en 11 oktober Volgens artikel 1, aanhef en onder f, van de Mw 1988 zijn stads- en dorpsgezichten groepen van onroerende zaken die van algemeen belang zijn wegens hun schoonheid, hun onderiinge ruimtelijke of structurele samenhang dan

3 wel hun wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich één of meer monumenten bevinden. In het kader van het Monumenten Inventarisatie Project is de stedenbouw uit de periode landelijk geïnventariseerd. Het besluit tot aanwijzing van het Westelijk deel en de rand van de historische kern Amerongen in de gemeente Utrechtse Heuvelrug als beschermd dorpsgezicht vloeit voort uit deze inventarisatie. Bij brieven van 4 augustus 2011 is de procedure van artikel 35 van de Mw 1988 gestart door toezending van het voorstel tot aanwijzing als beschermd dorpsgezicht aan de gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, gedeputeerde staten van de provincie Utrecht en de Raad voor Cultuur met het verzoek om te adviseren. De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft het aanwijzingsvoorstel geagendeerd voor de vergadering van 17 november Dit is gepubliceerd in het plaatselijke huis-aan-huisblad op 10 november 2011, waarbij de mogelijkheid is geboden om op dit onderwerp in te spreken. Van deze mogelijkheid heeft niemand - blijkens de notulen van de vergadering - gebruik gemaakt. De raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug heeft bij besluit van 17 november 2011 positief geadviseerd omtrent het aanwijzingsvoorstel. Gedeputeerde staten van de provincie Utrecht hebben bij brief van 18 februari 2013 positief geadviseerd omtrent het aanwijzingsvoorstel. De Raad voor Cultuur heeft bij brief van 11 december 2012 positief geadviseerd. Bij besluit van 28 februari 2013, gepubliceerd in de Staatscourant van 28 februari 2013, nummer 5622, is namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Infrastructuur en Milieu het gebied Westelijk deel en de rand van de historische kern Amerongen in de gemeente Utrechtse Heuvelrug, zoals aangegeven is op de bij het besluit van 28 februari 2013 behorende begrenzingskaart met kenmerk 1767 en zoals omschreven in de toelichting bij het besluit van 28 februari 2013, aangewezen als beschermd dorpsgezicht in de zin van artikel 1, onder g, van de Mw Uit het voorgaande volgt dat ik omtrent het aanwijzingsvoorstel positief advies heb mogen ontvangen van de gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, gedeputeerde staten van de provincie Utrecht en de Raad voor Cultuur. In de aanwijzingsprocedure als beschermd gezicht gaat het primair om de vraag of een gebied voldoende waarden bezit om voor rijksbescherming in aanmerking te komen. De adviezen van de gemeenteraad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug, de provincie Utrecht en de Raad van Cultuur zijn op zorgvuldige wijze tot stand gekomen en geven geen aanleiding om daarvan af te wijken. Gelet hierop concludeer ik dat het aanwijzingsbesluit van 28 februari 2013 op terechte en goede gronden is genomen.

4 Inhoudelijke gronden van bezwaar Thans is de vraag of de door u in uw bezwaarschrift aangevoerde gronden in deze heroverweging tot een ander besluit dienen te leiden. Ten aanzien daarvan overweeg ik hieronder als volgt. In het bezwaarschrift en ook ter zitting heeft u het historisch-ruimtelijk karakter niet bestreden. Integendeel, u heeft mondeling gesteld geen bezwaren te hebben tegen de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht en de voorgestelde begrenzing. U bent bang dat de aanwijzing tot gevolg heeft dat het door u beoogde bouwplan geen doorgang kan vinden als gevolg van het aanwijzingsbesluit. Daarbij heeft u een korte toelichting gegeven op de lopende procedures tussen u en de gemeente Utrechtse Heuvelrug aan de hand van de overgelegde stukken. Ten aanzien van de feitelijke situatie heeft u opgemerkt dat geen sprake meer is van een directe verbinding van het dorp met het landelijk gebied, als gevolg van de aangelegde en inmiddels dichtbegroeide tuin. Zoals uit de toelichting bij het bestreden besluit volgt is sprake van een compact, van oorsprong agrarisch dorp met een groen karakter. Weliswaar is sprake van enige verdichting van de bebouwing, maar de oorspronkelijke kern en de overgang naar het landelijke gebied is nog steeds goed herkenbaar. De Kersweg is gelegen aan de rand van het dorp waar de overgang van de bebouwing naar het landelijk gebied plaatsvindt. Het enkele feit dat op uw perceel een tuin is aangelegd, doet niet af aan het feit dat op dit perceel geen bebouwing staat. De structuur van de overgang van de dorpskern naar de dorpsrand en het landelijk gebied is ter plaatse nog steeds herkenbaar. U heeft zowel schriftelijk als ter zitting uitgelegd dat ten onrechte geen rekening is gehouden met de zogenoemde rode contour zoals opgenomen in het provinciaal planologische beleid van de provincie Utrecht. Ten aanzien van dit punt merk ik het volgende op. In het kader van de aanwijzingsprocedure wordt primair de vraag beantwoord of een gebied voldoende monumentale waarden bezit om voor rijksbescherming in aanmerking te komen. Indien deze vraag bevestigend wordt beantwoord, wordt vervolgens beoordeeld of de geldende bestemmingsplannen beschermend zijn (artikel 36 Mw 1988). Op grond van artikel 35 en artikel 36 van de Mw 1988 behoeft geen rekening te worden gehouden met het provinciale of rijksbeleid op het gebied van planologie. Het uitgangspunt is dat dit beleid vertaald is in de door de gemeente vastgestelde bestemmingsplannen. Er is sprake van een beschermend bestemmingsplan wanneer dit gericht is op het beschermen van de historische structuren en karakteristieken die aanleiding vormden voor de aanwijzing als beschermd gezicht. Zoals ik hierboven onder het kopje wettelijk kader al heb aangegeven is het de gemeente die een bestemmingsplan vaststelt. Bij de vaststelling van een bestemmingsplan dient de gemeente - zoals hiervoor ook al genoemd - rekening te houden met het planologische beleid van de provincie en het Rijk. Bij het beoordelen van de vraag of het bestemmingsplan voldoende beschermend is, wordt het bestemmingsplan in zijn totaliteit beoordeeld. Anders dan vaak

5 gedacht wordt gaat het bij een beschermd gezicht niet om fysieke bescherming van objecten, maar afhankelijk van de historische ruimtelijke karakteristiek van een gebied om de bescherming van structuur en schaal. Tenzij het gaat om rijksmonumenten, wordt niet op objectniveau gekeken naar al dan niet handhaven van bestemming, bebouwing, groen of water. Anders dan vaak verondersteld, bevriest een aanwijzing als beschermd gezicht niet de huidige situatie en zijn nieuwe ontwikkelingen mogelijk. De ter plaatse geldende bestemmingsplannen heb ik als voldoende beschermend beoordeeld, hetgeen door u ook niet wordt bestreden. Niet in geschil is dat het door u beoogde bouwplan in strijd is met het geldende bestemmingsplan. Los van het nu vooriiggende aanwijzingsbesluit als beschermd dorpsgezicht, dient de gemeente de afweging te maken of zij bereid is om, door middel van het afwijken van het geldende bestemmingsplan, mee te werken aan het door u beoogde bouwplan. Dit betreft een gemeentelijke bevoegdheid welke los staat van het aanwijzingsbesluit als beschermd dorpsgezicht en waarin ik als minister niet kan treden. Gelet op het voorgaande kom ik tot de conclusie dat uw bezwaren niet leiden tot een ander besluit. Overweging ten overvloede Bij brief van 29 april 2013, door mij ontvangen op 2 mei 2013, heeft u stukken overgelegd die betrekking hebben op de lopende procedures met betrekking tot het door u aangevraagde bouwplan, voor de bouw van een woning op het perceel Kersweg-Zuylesteinseweg te Amerongen. Onderdeel van deze stukken is de door u overgelegde productie 6, het Concept-besluit verienen van vrijstelling en bouwvergunning 1^'^ fase + Ruimtelijke Onderbouwing d.d. februari Ter zitting heeft u toegelicht dat u bang bent dat in een vervolg procedure het aanwijzingsbesluit zal worden gebruikt ter onderbouwing van de weigering van de door u aangevraagde vergunning. Zoals hiervoor al vermeld is, is het doel van de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht niet gelegen in het bevriezen van de bestaande situatie op het moment van het aanwijzingsbesluit en het onmogelijk maken van nieuwe ontwikkelingen. Bij de beoordeling van een vergunningaanvraag dient het college van burgemeester en wethouders af te wegen of een bouwplan een aantasting betekent van de middels het aanwijzingsbesluit te beschermen structuur. Alhoewel ik geen formele adviesrol heb bij de beoordeling van het door u aangevraagde bouwplan, heb ik in het kader van de nu vooriiggende bezwaarprocedure beoordeeld of de situering van uw bouwplan negatieve gevolgen heeft voor het bestaande historisch-ruimtelijk karakter aan de Kersweg- Zuylesteinseweg. Gelet op de situering van de bebouwing op het perceel aan de zijde van de Kersweg, zoals weergegeven op de kaart in de overgelegde ruimtelijke onderbouwing, ben ik van mening dat dit past binnen de kernkwaliteiten van het beschermde dorpsgezicht. Daarbij heb ik overwogen dat de bebouwing wordt gesitueerd aan de zijde van de Kersweg in de rooilijn van de bestaande

6 bebouwing van het naastgelegen perceel. De geplande bebouwing heeft geen onevenredig nadelige gevolgen voor het open karakter van het landelijk gebied. Ik benadruk dat het college van burgemeester en wethouders in deze bevoegd is om te beslissen op de door u ingediende bouwaanvraag en dat aan deze overweging geen rechten kunnen worden ontleend. Conclusie In de aanwijzingsprocedure als beschermd gezicht gaat het primair om de vraag of een gebied voldoende monumentale waarden bezit om voor rijksbescherming in aanmerking te komen. De ontvangen adviezen bevestigen dat de monumentale waarden van het gebied aanwijzing als beschermd dorpsgezicht rechtvaardigen. Deze monumentale waarden en vastgestelde begrenzing worden door u niet weersproken. Besluit Op grond van de hiervoor weergegeven overwegingen wordt het bezwaarschrift ongegrond verklaard en het besluit van 28 februari 2013 in stand gelaten. Hoogachtend, de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, de waarnemend directeur Onderwijsinstellingen van de Dienst Uitvoering Onderwijs, W.T.C. van der Waarden U kunt tegen deze beschikking beroep instellen bij de sector bestuursrecht van de rechtbank Midden-Nederiand, postbus 16005, 3500 DA Utrecht. Het beroepschrift moet binnen 6 weken na de dag waarop de beschikking u is toegezonden aan de rechtbank worden gestuurd. U kunt ook digitaal beroep instellen bij genoemde rechtbank via Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DiglD). Kijk op de genoemde site voor de precieze voorwaarden.