2.Stel dat een vriend tegen je zegt: "Wij hebben thuis een supercomputer om snel te kunnen internetten." Hoe luidt jouw reactie dan?

Transcriptie

1 1.3.1 Open vragen 1.Beschrijf krt de kenmerken van de vier cmputergeneraties. 1. Gebruik van lampen. Grte afmetingen. 2. Gebruik van transistrs. Sneller en kleiner dan cmputers uit de eerste generatie. 3. Gebruik van IC s (chips). Cmputers wrden daardr ng kleiner. 4. Gebruik van een micrprcessrchip. Elektrnica beslaat ng maar een klein deel van de inhud. 2.Stel dat een vriend tegen je zegt: "Wij hebben thuis een supercmputer m snel te kunnen internetten." He luidt juw reactie dan? "Dat is nmgelijk! Een supercmputer kst minimaal miljenen guldens!" De klasgent zit ernaast en weet niet wat er fficieel nder een supercmputer verstaan wrdt. Hij vindt de pc die thuis staat blijkbaar wel super 3.Wat wrdt bedeld met parallelle verwerking (parallel prcessing)? Een systeem is uitgerust met meerdere prcessrs zdat verschillende instructies tegelijk uitgeverd kunnen wrden. 4.Waarm zullen tablets en smartphnes steeds minder vaak met een dcking statin wrden geleverd? Dr de uitbreiding en tegenmen snelheid van wifi 5.Het mainframe en de minicmputer wrden p veel plaatsen verdrngen dr de micrcmputer. He kmt dat? Dat kmt drdat de rekenkracht en tepassingsmgelijkheden van de micrcmputer in de lp der tijd enrm zijn tegenmen. Bvendien werden de mgelijkheden vergrt ten micrcmputers eenvudig in netwerken pgenmen knden wrden Meerkeuzevragen 1. Hiernder staan twee beweringen: I. De afkrting IC staat vr Integrated Circuit en hiermee bedelen we een chip.

2 II. De allereerste cmputers waren veel grter dan de huidige mdat de chips destijds veel grter waren. a. I en II zijn juist. b. I is juist en II is njuist. c. I is njuist en II is juist. d. I en II zijn beide njuist. 2. Wat is time sharing? a. De prcessr verdeelt zijn tijd ver gebruikers en prgramma's. b. De prcessr besteedt aan iedere gebruiker en elk prgramma evenveel tijd. c. De prcessr handelt één vr één z n gebruikers en prgramma's af. d. De prcessr handelt tegelijkertijd alle gebruikers en prgramma's af. 3. Welke uitspraak is juist? a. De supercmputer wrdt vral tegepast bij banken en verzekeringsbedrijven. b. Een PDA wrdt k wel minicmputer genemd. c. Bij een mainframe wrdt gebruik gemaakt van time sharing. d. Een supercmputer wrdt vanwege zijn grtte gerekend tt de eerste generatie. 4. Kenmerkend vr een cmputer van de vierde generatie zijn: a. IC s b. radibuizen c. transistrs d. micrprcessrchips

3 2.6.1 Open vragen 1. Nem: a. vijf inverapparaten b. vijf uitverapparaten c. vier apparaten die tt de externe geheugens behren. a. Vijf uit deze: tetsenbrd, muis, trackball, jystick, tuch-screen, scanner, digitale camera, webcam, micrfn, sensr, plastic card, MIDI keybard. b. Vijf uit deze: beeldscherm, printer, pltter, luidsprekers, prjectrs, rbts, VR-bril, brailletableau f brailleregel, cntrlelampjes, etc. c. Vier uit deze: harde schijf, diskette, zip-disk, jaz-disk, tape, cd-rm, cd-r(w) en dvd. 2. Je ziet een schematische vrstelling van een ergnmisch tetsenbrd. Benem de verschillende nderdelen van dit tetsenbrd. Met de klk mee: Multimediatetsen. Het functietetsengedeelte. Het numerieke deel. Het gedeelte met de cursrbesturingstetsen. Het alfanumerieke deel.

4 3. Geef een vrbeeld van een situatie waarin een handscanner gebruikt wrdt. Handscanners km je veel tegen in winkels. Daar wrden ze gebruikt m de streepjescde (barcde) van artikelen te lezen. De streepjescde wrdt meestal dr de fabrikant p de verpakking aangebracht. Dergelijke cdes vergemakkelijken nder meer het vrraadbeheer, het bestellen en het afrekenen bij de kassa. 4. Is een brailleregel een inver- f een uitverapparaat? Licht je antwrd te. Een brailleregel is een uitverapparaat. Deze vervangt vr blinde mensen de mnitr 5. Bven snelwegen zien we steeds vaker matrixbrden die adviessnelheden aangeven. Welke sensren en actuatren zijn bij een dergelijk systeem aanwezig? Onder het wegdek bevinden zich sensren die de intensiteit en de snelheid van het verkeer meten. De matrixbrden bevatten actuatren, die zrgen dat de juiste lampjes gaan branden, zdat er een getal (de aanbevlen snelheid) zichtbaar wrdt. 6. Nem twee technieken die bij printers wrden gebruikt. Matrixprinters, inkjetprinters en laserprinters. 7. Wat betekent de afkrting VOIP? VIP (Vice ver Internet Prtcl). 1. Op welke drie manieren kunnen gegevens wrden vastgelegd in externe gegevensdragers? magnetische gegevensdragers ptische gegevensdragers flashgeheugens 8. a. Beschrijf de werking van een flashgeheugen. Flashgeheugen is herschrijfbaar geheugen p basis van een techniek die gebruik maakt van het al dan niet aanwezig zijn van een elektrische lading. Het draait hierbij m een xidelaagje tussen twee transistrs, waarin wel f niet een elektrische lading zit. Flashgeheugen kan de lading in de xidelaag, en dus de infrmatie, znder strmbrn vasthuden.

5 b. Nem een aantal tepassingen van flashgeheugen. USB-stick, geheugen in ft- en filmcamera s, geheugen in mp3-spelers, gsm s en pda s, BIOS-ROM. 9. Nem twee vrdelen van een TFT-scherm bven een LCD-scherm. * TFT-schermen zijn helderder. *Het beeld kan vanuit elke hek bekeken wrden. *hgere respnstijd 10. Als je het beeldscherm instelt p een hgere reslutie, dan wrdt de vernieuwingsfrequentie vaak lager. Beredeneer waardr dat kmt. Als het beeld pnieuw pgebuwd wrdt, meten er veel meer beeldpuntjes getekend wrden. Dat duurt langer en dus wrdt de frequentie lager. 11. Als er gegevens van een gegevensdrager meten wrden gelezen, kst dat tijd. He lang dit duurt is afhankelijk van twee waarden. Welke zijn dat? De zektijd f tegangstijd. De drversnelheid f verdrachtssnelheid. 12. De snelheid van een tape is lager dan die van een magnetische schijf. Vral de zektijd is lang. Leg uit waardr dat kmt. Bij het lezen van en schrijven naar de tape met deze altijd eerst naar de juiste plaats gespeld wrden. Bij een schijf is dat niet ndig. 13. Als alternatief vr een muis kun je een trackball gebruiken. a. Nem een vrdeel van een trackball ten pzichte van een muis. De trackball ntlast de hand meer dan de muis; het vrdeel is dat je je duim kunt gebruiken. Vr RSI-lijders kan een trackball dus een uitkmst zijn. a. Nem een vrdeel van een muis ten pzichte van een trackball. meer bedieningsmgelijkheden

6 14. He kmt het dat OCR-sftware meer meite heeft met handgeschreven teksten? Omdat er net zveel handschriften als mensen bestaan is het meilijk m aan OCR-sftware te leren wat een bepaalde tekencmbinatie vrstelt Meerkeuzevragen 1.Wat behrt niet tt randapparatuur? a.extern geheugen b.een leespen c.intern geheugen d.een speakerset 2.Hiernder staat één eigenschap die geen betrekking heeft p een laserprinter. Welke is dat? a.dr de lasertechniek kan de inkt preciezer p het papier wrden gespten. b.het papier kan na het afdrukken ng warm zijn. c.de laserprinter is vral bedeld vr afdrukken in grte aantallen met een hge kwaliteit. d.je heft de afdrukken niet te laten drgen. 3.Hiernder staan twee beweringen: I. Een smartcard bevat een chip waarvan de gegevens gewijzigd kunnen wrden. II. Een smartcard kan instructies bevatten m tv-prgramma's te decderen. a.i en II zijn juist. b.i is juist en II is njuist. c.i is njuist en II is juist. d.i en II zijn beide njuist.

7 4.Wat hebben een cd-rm en dvd-rm gemeen? a.ze kunnen beide meer dan 1 gigabyte aan gegevens bevatten. b.ze kunnen beide meermalen beschreven wrden. c.ze wrden beide gebruikt vr het vastleggen van films in HD-kwaliteit. d.het zijn beide ptische gegevensdragers.