Voorgesteld besluit De bijgevoegde belastingverordeningen en tarieventabellen 2014 en de verordening sporttarieven 2014 vast te stellen.

Transcriptie

1 Raadsvoorstel jaar Raad categorie/agendanr. B. en W RA A 10 13/994 Onderwerp: Belastingverordeningen en -tarieven 2014 en verordening sporttarieven 2014 Portefeuillehouder: B. Arends Financiën & Belastingen Belastingen T. T. Zondag, telefoon ((0591) ) Aan de gemeenteraad Voorgesteld besluit De bijgevoegde belastingverordeningen en tarieventabellen 2014 en de verordening sporttarieven 2014 vast te stellen. Samenvatting Hierbij wordt voorgesteld de belastingverordeningen en tarieventabellen en de verordening sporttarieven 2014 vast te stellen. In het algemeen betreft het uitwerkingen van eerder genomen besluiten; op een aantal onderdelen gaan de voorstellen verder. De besluiten in de recente begrotingsvergadering zijn eveneens verwerkt. Dat betreft onder meer de gevolgen van de verkleining van het percentage opbrengststijging van de OZB naar 1,25 % (was oorspronkelijk 2,25 %) in verband met de beperking van de woonlasten. Omdat de Rioolheffing sinds 2012 kostendekkend is kan de opbrengst ongewijzigd blijven. De tarieven voor de afvalstoffenheffing kennen een substantiële daling. De tarieven voor de OZB en de Rioolheffing zijn na correctie wegens de waardeontwikkeling van het onroerend goed aangepast conform de begroting. Er is sprake van een daling van de WOZ-waarde van woningen en niet-woningen. De parkeertarieven zijn, afgezien van het tarief voor de naheffingsaanslag, ongewijzigd gebleven. Op basis van de begroting 2014 zijn de legestarieven en de andere rechten met in principe 2,5 % verhoogd. In de tarieventabel leges zijn de gevolgen van de wijzigingen rond het welstandsadvies verwerkt. De sporttarieven zijn met 2,0 % verhoogd. De precariobelasting voor terrassen en uitstallingen vervalt conform eerdere besluitvorming, maar blijft voor olietransportleidingen gehandhaafd. De brandweerrechten vervallen in verband met de vorming van de Veiligheidsregio Drenthe. Daar waar op grond van wettelijke bepalingen de tarieven door het Rijk worden vastgesteld zijn deze opgenomen. Bij heffingen die naar hun aard maximaal kostendekkend mogen zijn is dit feit vermeld. De sporttarieven zijn traditiegetrouw in het pakket meegenomen, hoewel het hier geen belastingsoort betreft. Bijlagen: N.v.t. Stukken ter inzage: 1. Collegebesluit d.d. 12 november 2013 en de daarbij behorende stukken. 2. De belastingverordeningen en -tarieven en de sporttarievenverordening 3. Tabel woonlasten

2 -2- jaar Raad categorie/agendanr. B. en W RA A 10 13/ Aanleiding voor het voorstel Jaarlijks dienen de belastingverordeningen te worden vastgesteld. In dit voorstel zullen de betreffende verordeningen aan u worden voorgelegd. De basis voor de voorstellen wordt gevormd door de besluiten die uw raad heeft genomen bij de behandeling van de meerjaren begroting , inclusief de bezuinigingsvoorstellen/dekkingsvoorstellen zoals verwoord in het document van 26 september Met name het gestelde op bladzijde 10 van dit document ten aanzien van de woonlasten heeft hierbij een grote rol gespeeld. Verordeningen A. Onroerende- zaakbelastingen De tarieven zijn aangepast aan de voorlopige uitkomsten van de herwaardering met peildatum 1 januari De begrote opbrengst is als basis gebruikt bij de tariefvaststelling. Daarbij wordt de begrote opbrengst gedeeld door de op basis van de voorlopige herwaardering verwachte heffingsgrondslag. De opbrengststijging is in verband met de gewenste beperking van de stijging van de woonlasten bij de begrotingsbehandeling vastgesteld op 1,25 %. Daarbij moet worden opgemerkt dat de in 2014 begrote opbrengsten voor de niet-woningen lager zijn geraamd dan waarmee bij de vaststelling van de tarieven in 2013 is gerekend. Bij een begrotingswijzing in 2013 is een deel van de verwachte meeropbrengst, die onder meer samenhing met de ontwikkelingen rond de NAM, niet meegenomen vanwege de onzekerheid over het structurele karakter ervan. Dit is achteraf een correcte inschatting gebleken. De voorlopige uitkomsten van de herwaardering van de woningen heeft een waardedaling over de gehele heffingsgrondslag (=het areaal) van ruim 6,5 % opgeleverd. De uitkomsten van de vaststellingsovereenkomsten met de beide woningbouwverenigingen in het kader van het waardegeschil in de voorgaande jaren hebben hierin zeker ook een rol gespeeld. Dit betreft overigens niet alleen woningen in de beperkte zin van het woord, maar alle categorieën objecten die onder dit tarief worden aangeslagen. Dan gaat het ook over garageboxen, recreatiewoningen, woonwagens, bouwkavels etc.). Het genoemde percentage heeft dus nadrukkelijk geen betrekking op de individuele waardeontwikkeling van een woning. Gecombineerd met de voorlopige uitkomsten van de herwaardering dienen de tarieven als volgt te worden vastgesteld: Voor eigenaren van woningen: 0,2027 % (was 0,1874 %) van de WOZ-waarde; Voor eigenaren niet-woningen: 0,2739 % (was 0,2652 %) en Voor gebruikers van niet-woningen: 0,2156 % (was 0,2197 %) B. Roerende woon- en bedrijfsruimtebelasting. Voor deze belasting geldt dat de inhoud van de verordening vrijwel gelijk is aan die van de OZB en dit resulteert dus in dezelfde tarieven. C. Rioolrecht In 2013 was de Rioolheffing voor het tweede jaar achtereen 100 % kostendekkend. Dat betekent dat de tarieven voor het belastingjaar 2014, afgezien van de correctie wegens de waardeverandering, ten op zichte van het belastingjaar 2013 ongewijzigd kunnen blijven. De tarieven zijn ook hier uitgedrukt als percentage van de WOZ-waarde. In het bovenstaande is al ingegaan op de uitkomsten van de herwaardering. De heffingsgrondslag van de rioolheffing is globaal dezelfde als die van de OZB, maar er zijn kleine verschillen. Omdat bepaalde categorieën als bouwkavels, woningen in aanbouw e.d. niet worden aangeslagen is de heffingsgrondslag enigszins afwijkend en daarmee ook de tariefsverandering. Bovendien is hier geen opbrengstverhoging begroot.

3 De tarieven zijn ook hier uitgedrukt als percentage van de WOZ-waarde. Na correctie wegens de waardeverandering van het onroerend goed en een verdeling van de opbrengst over eigenaren en gebruikers in de afgesproken verhouding 60 : 40 resulteren de volgende tarieven. Voor eigenaren van woningen: 0,0659 % (was 0,0617 %) van de WOZ-waarde; Voor gebruikers van woningen: 0,0457 % (was 0,0428 %); Voor eigenaren niet-woningen: 0,0634 % (was 0,0611%) en Voor gebruikers van niet-woningen: 0,0444 % (was 0,0430 %). -3- D. Afvalstoffenheffing In het eerdergenoemde document van 10 september 2013 is hier al op ingegaan. De daar genoemde tariefsverlaging van 23,12 heeft geresulteerd in de volgende tarieven. Het tarief bedraagt voor eenpersoonshuishoudens 242,44 (was 265,56) en voor meerpersoonshuishoudens 276,40 (was 299,52). E. Brandweerrechten Door de regionalisering van de brandweer per 1 januari 2014 binnen de Veiligheidsregio Drenthe is het niet meer gewenst om voor het belastingjaar 2014 een verordening brandweerrechten vast te stellen. Momenteel vindt nog onderzoek plaats hoe het verhaal van de kosten van inzet van personeel en materieel, die niet onder de publieke brandweertaak vallen, dient te worden vormgegeven. Vooralsnog kan dit op basis van privaatrechtelijke overeenkomsten plaatsvinden. De geldende verordening 2013 dient te worden ingetrokken, met dien verstande dat er een overgangsbepaling dient te blijven bestaan voor belastbare feiten die zich hebben voorgedaan in Dat is bij doorlopende belastingverordeningen overigens ook gebruikelijk. F. Verordening en tarieventabel Begrafenisrechten De raad heeft op 24 juni 2010 ermee ingestemd om per 1 januari 2011 uit te gaan van een kostendekkingsgraad van 70% en in 10 jaar toe te groeien naar 100% kostendekkingsgraad. De tarieven worden per 1 januari 2013 verhoogd conform het raadsbesluit tot realisatie van 100 % kostendekking in G. Tarievenverordening Reinigingsrechten, Openbare werken en Geo-Informatie De tarieven zijn, voor zover niet op andere wijze voorgeschreven, met 2,5 % verhoogd. H. Legesverordening en legestarieven De leges zijn in zijn algemeenheid verhoogd met 2,5 %. Daar waar op grond van wettelijke bepalingen de tarieven door het Rijk worden vastgesteld zijn deze uiteraard opgenomen. Het landelijke maximum voor het tarief voor de afgifte van een rijbewijs is per 1 januari 2014 op 38,48 bepaald. Wij stellen voor om een bedrag van 38,45 in de legestabel op te nemen. Er bestaan op dit moment plannen om ook voor de afgifte van reisdocumenten een landelijk maximum vast te stellen, maar een dergelijk besluit is op het moment van schrijven van dit voorstel nog niet afgekondigd. Mocht een dergelijk besluit op enig moment het staatsblad halen, dan biedt het delegatie-artikel uit artikel 11 van de Legesverordening aan het college de bevoegdheid een dergelijke wijziging in de verordening en de daarop gebaseerde tarieventabel op te nemen. Vooralsnog zijn daarom de tarieven met 2,5 % verhoogd. Ten aanzien van de bouwleges geldt dat deze zijn gerelateerd aan de bouwkosten. Omdat de bouwkosten al inflatievolgend zijn is er al sprake van een inflatievolgende heffing en is een verhoging van de percentages niet gewenst. Dit zou tot een dubbeling leiden. Daar waar sprake is van absolute bedragen zijn deze met 2,5 % verhoogd, dit geldt echter niet voor de drempelbedragen. In een afzonderlijk voorstel zal uw raad worden gevraagd in te stemmen met het inschakelen van de stichting Libau bij de advisering m.b.t. welstand en monumentenzorg. Dat betekent ook dat de tarieventabel leges op het punt van het welstandsadvies dient te worden gewijzigd. De stichting Libau hanteert daarbij een opbouw, gerelateerd aan de bouwkosten, die vergelijkbaar is met opbouw van de bouwleges. Met verwijzing naar het eerdergenoemde raadsvoorstel stellen wij voor deze opbouw op te nemen in de gemeentelijke tarieventabel.

4 -4- I. Precariobelasting In september 2011 is in de commissie BME een discussie gevoerd over deze belasting. Tijdens deze discussie is gesproken over het al of niet voortzetten van deze belasting, waarbij met name de categorieën belastbare objecten terrassen en uitstallingen uitgebreid aan de orde zijn geweest. Een derde categorie, de olietransportleidingen van de NAM in de voormalige gemeente Schoonebeek, is daarbij niet expliciet besproken en in de daaropvolgende besluitvormingsprocedures is deze categorie ook niet expliciet benoemd. Ook in de externe communicatie, inclusief richting de raad, is gesproken over de Precariobelasting als geheel. De belangrijkste argumenten voor afschaffing waren destijds: Een gedegen controle op het al of niet bestaan van belastbare feiten ontbreekt momenteel en dat leidt tot een zekere mate van willekeur. Als deze controle wel zou worden georganiseerd staan de kosten niet in verhouding tot de opbrengsten. Er is sprake van een enigszins archaïsche belasting. Als er wordt geheven dient er ook te worden gehandhaafd/gecontroleerd, anders leidt dit tot willekeur. De precarioheffing kan niet worden gebruikt om onveilige of ongewenste situaties tegen te gaan, daarvoor dienen andere instrumenten te worden ingezet. Voor een levendig centrum dient het bestaan van terrassen te worden gestimuleerd en niet ontmoedigd door belasting. De bovenstaande argumenten gelden vrijwel niet voor de heffing op olietransportleidingen. Dit betreft uiteraard een weinig dynamisch geheel, sinds de heropening van het olieveld is de opbrengst een stabiele factor. Controles zijn in feite niet nodig. De opbrengst is ongeveer ,-- per jaar. Gelet op het bovenstaande achten wij het verdedigbaar om deze categorie als belastbaar object te handhaven. J. Toeristenbelasting Tijdens de begrotingbehandeling is besloten het tarief te verhogen naar 1,20 per overnachting. K. Verordening marktgelden. De tarieven zijn met 2,5 % verhoogd, met hier en daar een afronding op ronde getallen. Dit laatste is vooral door praktische overwegingen ingegeven. Vanwege het feit dat er in veel gevallen ter plaatse contant wordt betaald is de praktijk gegroeid om bij de tariefstelling te komen tot min of meer ronde bedragen en om de tariefsverhogingen daarop af te stemmen. L. Parkeerbelastingverordening Het parkeertarief is een onderwerp dat in veel gemeenten aandacht heeft. De economische crisis en de sterke toename van online winkelen leiden ertoe dat er gemeenten zijn die de tarieven bevriezen en er zijn zelfs gemeenten die het betaald parkeren afschaffen. Genoemde omstandigheden en de overlast die wordt ondervonden door de uitvoering van de centrumvernieuwingsplannen waren in Emmen aanleiding om de parkeerbelastingen voor 2013 niet te verhogen en dus te houden op het niveau van Omdat bij de begrotingsopstelling 2012 geen rekening was gehouden met tariefsstijgingen waren er geen nadelige budgettaire gevolgen. Bij brief van 4 juli 2013 bent u omtrent het vorenstaande geïnformeerd. Naast het niet verhogen van de parkeerbelasting is ook besloten om de op 1 oktober 2012 doorgevoerde btw verhoging van 19% naar 21% niet door te berekenen in de tarieven voor De nadelige financiële gevolgen van deze maatregel ruim op jaarbasis- zijn verwerkt in de Kadernota De bovenstaande overwegingen om de tarieven niet te verhogen gelden naar onze opvatting op dit moment nog steeds en misschien zelfs sterker. Wij stellen u daarom voor ook in 2014 de tarieven ongewijzigd vast te stellen. Het tarief voor de naheffingsaanslag (de boete ) is wel verhoogd naar het landelijke, bij ministerieel besluit vastgestelde, maximum van 56,--. M. Reclamebelasting De tarieven van de Reclamebelasting zijn ongewijzigd gebleven. Sporttarieven De verordening voor de Sporttarieven is traditiegetrouw ook bijgevoegd. Met deze verordening stelt de raad de tarieven als basis voor privaatrechtelijke overeenkomsten vast. De tarieven zijn met 2,0 % verhoogd.

5 2. Argumentatie/beoogd effect Met de verordeningen wordt een formele basis voor de heffingen gelegd (m.u.v. de Sporttarieven). 3. Relatie met bestaand beleid/eerder genomen besluiten De besluiten hierover zijn voor het overgrote deel bij de begrotingsbehandeling genomen. In het bovenstaande is al ingegaan op de relatie met eerder genomen of nog te nemen besluiten. 4. Afstemming met externe partijen/communicatie De verordeningen en tarieven worden volgens wettelijk voorschrift gepubliceerd en ter inzage gelegd. Verder zal er via de gebruikelijke kanalen worden gecommuniceerd. 5. Financiële consequenties/voorgestelde dekking Deze zijn in de begroting 2014 verwerkt of zullen waar nodig bij begrotingswijziging worden verwerkt. -5- Een concept-besluit is bijgevoegd. Emmen, 12 november Burgemeester en wethouders van Emmen, de secretaris, de burgemeester, A.J. Mewe C. Bijl

6 -6- jaar Raad categorie/agendanr. B. en W RA A 10 13/994 Raadsbesluit De raad van de gemeente Emmen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 12 november 2013, nummer: 13/994; gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en de wet Milieubeheer; b e s l u i t : I. Vast te stellen de volgende verordeningen en tarieven: 1. Verordening op de heffing en invordering van de Onroerende-zaakbelastingen Verordening op de heffing en de invordering van belastingen op Roerende woon- en bedrijfsruimten Verordening op de heffing en de invordering van de Afvalstoffenheffing Verordening op de heffing en de invordering van een Rioolheffing Verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten Tarieventabel 2014 behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van Lijkbezorgingsrechten Verordening op de heffing en invordering van Leges Tarieventabel 2014 behorende bij de Legesverordening Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting Tariefverordening Reinigingsrechten, Openbare Werken en Geo-informatie Verordening op de heffing en invordering van Marktgelden Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen Tarieventabel 2014 behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van Parkeerbelastingen Verordening op de heffing en invordering van Reclamebelasting Tarieventabel 2014 behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van Reclamebelasting Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting Tarieventabel 2013 behorende bij de Verordening op de heffing en invordering van Precariobelasting Tarieventabel 2014 aangaande het gebruik van de gemeentelijke sportterreinen. II. In te trekken de Verordening regelende de tarieven voor door de brandweer van de gemeente Emmen bewezen diensten Te bepalen dat deze verordening wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2014, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich in 2013 hebben voorgedaan. Vastgesteld in de openbare vergadering van 19 december de griffier, de voorzitter, H.D. Werkman C. Bijl