Funkey. lesmap voor verenigingen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Funkey. lesmap voor verenigingen"

Transcriptie

1 Funkey lesmap voor verenigingen

2 0 Funkey lesmap voor verenigingen

3 0 Colofon Uitgave Koninklijke Nederlandse Hockey Bond Postbus 0 GB Nieuwegein Teksten KNHB Remco van Staveren Fotografie KNHB/Koen Suyk Redactie Woordwijf Vormgeving HEFT. ontwerpt Drukwerk EMP Met dank aan Shell Nederland Samenstelling en coördinatie KNHB Academie Eerste druk, september 0 KNHB, Nieuwegein Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand en/of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

4 0 Inhoudsopgave Voorwoord Inleiding Leeftijdscategorie /-jarigen Adviezen en ideeën Lessen en thema s per periode Periode Vanaf aanvang seizoen tot de herfstvakantie Les Feestje Les Muziek Les Dierentuin Les Verkeer Les Circus Les Samenwerken Les In het bos Les Vliegtuigen Les 9 Auto met caravan Les 0 Dansers en danseressen Periode Vanaf herfstvakantie tot einde jaar Les Boten Les Sesamstraat Les Barbapapa Les Teletubbies Les De keeper Les Sinterklaas Les Bert en Ernie Les Prinsessen en ridders Les 9 In het kasteel Les 0 Scoren Les Hans en Grietje (binnenles) Les Roodkapje (binnenles) Periode Vanaf januari tot einde seizoen Les Wedstrijdjes (binnenles) Les Ridders en draken (binnenles) Les Nemo (binnenles) Les Assepoester (binnenles) Les Kabouters Les Beren Les 9 Boerderij Les 0 Politie Les Jungle Les Prinsen en prinsessen Les Buiten spelen Les Bob de Bouwer Les Disney Les K Legenda en materialen

5 0 Voorwoord Plezier in goed leren bewegen Steeds meer verenigingen zetten hun poorten open voor kinderen uit de leeftijdscategorie /-jaar. De KNHB wil u graag helpen om voor deze kinderen een breed bewegingsaanbod te verzorgen. In deze uitgave vindt u een aantrekkelijk en gevarieerd aanbod van oefeningen. Hiermee kunt u de kinderen op een leuke en verantwoorde manier laten bewegen, waarbij het draait om plezier. FUN in goed leren bewegen is KEY. Vandaar ook de naam van het lesprogramma: Funkey. De KNHB biedt dit programma voor /-jarigen al sinds enkele jaren aan scholen aan. En nu is er dus ook Funkey voor Verenigingen. Voor kinderen die op de basisschool met Funkey voor Scholen in aanraking zijn gekomen bestaat er voortaan de mogelijkheid om verder te gaan met Funkey voor Verenigingen. Voor de kinderen een leuke manier om lekker te bewegen, op de club waar misschien hun oudere broertjes, zusjes en/of ouders ook al lid zijn. En voor u een mooie kans om deze jonge doelgroep aan de vereniging te binden! Op deze plaats wil de KNHB graag haar partner Shell bedanken, die deze uitgave voor de hockeyverenigingen mede mogelijk heeft gemaakt. Daarmee levert Shell een belangrijke bijdrage aan de ontwikkeling en het veelzijdig bewegen van - en -jarige kinderen. Maar de belangrijkste bijdrage, die levert u, op de vereniging. Daarbij wensen we u veel succes maar vooral ook plezier. Want Funkey voor Verenigingen is FUN voor de kinderen én de begeleiders! Paul de Ruijter KNHB Academie

6 0 Inleiding Ook de jonkies willen op hockey! De KNHB kreeg de afgelopen jaren steeds vaker de vraag vanuit verenigingen: hebben jullie een aanbod voor de doelgroep /-jarigen? Veel hockeyverenigingen willen deze leeftijdscategorie graag aan zich binden, zowel de jongens als de meisjes. Vaak is het zo dat oudere broertjes en/of zusjes al lid zijn van een vereniging. De jonkies gaan regelmatig mee naar de club, die vaak (nog) geen speciaal bewegingsaanbod heeft voor de /-jarigen. Dit tot teleurstelling van de jonge kinderen, die niets liever willen dan ook lid worden van de hockeyclub. Vervolgens kiezen ze voor een andere sport die wel een aanbod heeft voor deze leeftijdscategorie. In de praktijk blijkt dat veel van deze kinderen op latere leeftijd alsnog bij de hockeyvereniging terechtkomen, maar dan missen ze de technische basis die in de eerste jaren wordt opgebouwd. Steeds meer verenigingen kiezen om deze reden voor een aanbod voor /-jarigen, zodat kinderen van jongs af aan bij de hockeyvereniging terecht kunnen. Ook kinderen die tijdens Funkey voor Scholen enthousiast zijn geraakt kunnen verder gaan met bewegen bij de plaatselijke hockeyvereniging. Met bijgaand lesprogramma Funkey voor Verenigingen kunt u voor deze doelgroep een breed bewegingsaanbod verzorgen, waarbij het plezier in bewegen voorop staat. Tijdens de lessen komen de kinderen in aanraking met een variëteit aan grondvormen van bewegen, die aansluiten bij het natuurlijke bewegingsgedrag van /-jarigen. Op die manier leren ze op een leuke en veilige manier omgaan met sportief bewegen. Voor deze leeftijdscategorie wordt overigens nog geen echt hockey aangeboden met echte hockeysticks. Wel maken de kinderen tijdens de lessen gebruik van knotshockeysticks. Omdat het om jonge kinderen gaat is het verder aan te raden om voor de groepsgrootte maximaal uit te gaan van kinderen met twee begeleiders. Zo kan elk kind individuele aandacht krijgen, waarbij de begeleiders kunnen differentiëren in het bewegingsaanbod. In deze uitgave vindt u een uitgebreide lessenreeks, waarmee u weken aan de slag kunt. Ook geven we een overzicht van leeftijdsspecifieke kenmerken en aandachtspunten, waar u tijdens het voorbereiden en geven van de lessen rekening mee kunt houden. Verder leest u hoe een les eruit ziet en hoe u deze naar eigen inzicht kunt aanpassen. Uiteraard kunt u, daar waar de mannelijke vorm wordt gebruikt, ook de vrouwelijke vorm lezen.

7 0 Leeftijdscategorie /-jarigen Hieronder zetten we enkele kenmerken op een rij van /-jarigen, die van belang zijn voor het lesaanbod voor deze leeftijdscategorie. Vervolgens komen enkele aandachtspunten aan bod, die u bij het geven van de lessen in het achterhoofd kunt houden. Kenmerken /-jarigen De kinderen spelen veel alleen, maar er is een overgang naar spelen met anderen. Motorische ontwikkeling /-jarigen: Ze hebben plezier in alle grondvormen van bewegen: rennen, klimmen, springen etc. Ze kunnen redelijk tot goed werpen en vangen. Ze hebben over het algemeen een goede lichaamsbeheersing. Gecompliceerde bewegingen zijn mogelijk (touwtjespringen). De voorkeurshand ontwikkelt zich. Spel- en speelontwikkeling: Ze kunnen alleen spelen, maar ook met andere kinderen. Ze ontwikkelen hun eerste vriendschappen. Ze begrijpen eenvoudige spel- en speelregels. Ze kunnen aan groepsspelletjes deelnemen. Ze hebben belangstelling voor combinaties van speelmaterialen. Ze bouwen hun speelwereld op via imitatie en fantasie. Ze ontwikkelen doelbewustheid. De kinderen hebben een grote bewegingsdrang. De kinderen zijn vooral visueel ingesteld. De kinderen hebben een rijke fantasie, spelen vaak uit zichzelf en bedenken tijdens hun spel vaak eigen oplossingen. De kinderen hebben moeite met concentratie en zijn snel afgeleid. De kinderen zijn snel moe, maar ook snel hersteld. Aandachtspunten voor de les Bied alle lesonderdelen zoveel mogelijk aan in spelvorm en met een speels karakter. Probeer zoveel mogelijk elke les rondom één thema aan te bieden. Gebruik hierbij de verhaalvorm; deze prikkelt de fantasie van de kinderen. Geef ook ruimte voor eigen ontdekkingen! Probeer zoveel mogelijk voor te doen in plaats van uit te leggen. De kinderen zijn op deze leeftijd visueel ingesteld en leren op deze leeftijd door te kijken en na te doen (imiteren). Houd rekening met wat de kinderen wel/niet kunnen. Bijvoorbeeld wat betreft tellen: + kunnen ze (nog) niet oplossen, maar ze weten wel wat bal + nog bal is! Kinderen zijn één met hun lichaam en zitten in een bewegingssituatie. Het is daarom belangrijk om aanwijzingen niet op het lichaam te geven, bijvoorbeeld: houd je linkerhand iets gedraaid. In plaats daarvan zou je kunnen zeggen: mik de bal richting de bomen. Dit noemen we landschappelijke aanwijzingen, die verwijzen naar de buitenwereld. Deze werken beter voor de kinderen dan te verwijzen naar hun lichaam. Kinderen in deze leeftijdscategorie kennen weinig gevaar; let daarom extra op veiligheid en goede begeleiding. De binding met de ouders is sterk; de kinderen hebben extra behoefte aan persoonlijke aandacht en veiligheid. Laat de kinderen veel en op verschillende manieren bewegen om aan hun bewegingsdrang tegemoet te komen. Laat oefeningen niet te lang duren. Kijk goed naar hun concentratiecurve en houd daar rekening mee in de lengte van oefeningen en afwisselingen en het aanbieden van variaties. Benader de kinderen altijd op een positieve wijze; benadruk altijd wat goed gaat!

8 0 Adviezen en ideeën Met deze uitgave kunt u weken aan de slag met een breed bewegingsaanbod voor /-jarigen. Het lesprogramma is verdeeld in drie periodes, te weten: Periode Vanaf aanvang seizoen tot de herfstvakantie 0 lessen buiten Periode Vanaf herfstvakantie tot einde jaar 0 lessen buiten + lessen binnen Periode Vanaf januari tot einde seizoen lessen binnen + 0 lessen buiten Volgorde van de lessen Het is mogelijk om de lessen in de aangegeven volgorde te geven. Ook kunt u zelf combinaties van grondvormen samenstellen (kijk voor meer informatie onder het kopje Overzicht grondvormen van bewegen op pagina ). Op die manier kunt u de kinderen de onderdelen die ze leuk vinden nog een aantal keren achter elkaar aanbieden. Die flexibiliteit zit in het programma! Afstanden tussen pylonen en/of spelers Op de tekeningen zijn geen afstanden van veldjes aangegeven. Zorg als begeleider dat u bij de oefeningen de afstanden tussen pylonen en/of kinderen niet te klein of te groot maakt. De afstanden zijn uiteraard ook afhankelijk van de leeftijd en het niveau van de kinderen, maar over het algemeen geldt het volgende: Afstanden moeten niet te klein zijn want anders is er gevaar voor tegen elkaar oplopen, te weinig uitdaging en bijvoorbeeld te snel getikt worden in een tikspel. Afstanden moeten niet te groot zijn want het is niet de bedoeling dat kinderen te grote afstanden moeten afleggen om iemand te tikken, dat het te inspannend gaat worden en dat de groep te ver uit elkaar komt te staan.

9 0 Adviezen en ideeën Tussentijdse activiteitendagen met combinaties van sportvormen Het is leuk als de vereniging regelmatig een activiteit organiseert, bijvoorbeeld bij de start of afsluiting van een lessenreeks. Combinaties van verschillende sport- en spelvormen zijn dan goed mogelijk, bijvoorbeeld: Een middag met voetbal-, handbal- en spelvormen met knotshockey. Een middag met een spelencircuit. Een middag met wateractiviteiten. Combinaties van bovenstaande activiteiten. Om deze middag extra aansprekend te maken voor de kinderen is het aan te raden om hier een thema aan te koppelen, compleet met aankleding, aankondiging etc. Einde periode of lessenreeks Voor de kinderen én begeleiders is het leuk om een bepaalde periode of het seizoen feestelijk af te sluiten. Dat kan in de vorm van een activiteitendag, zoals hierboven beschreven. Andere mogelijkheden zijn een afsluitende themabijeenkomst ook voor de ouders en familie, een fotoboekje van dat seizoen of een collage van tekeningen. Methodische uitbouw en mogelijkheden tot differentiatie In alle lessen gaan we uit van een eerste bewegingsaanbod en één of enkele variaties daarop. Het is verstandig om eenvoudig te beginnen en vervolgens als het loopt de les uit te bouwen. De mogelijkheden voor uitbouw zijn uiteraard afhankelijk van het niveau van de groep, maar ook van de leeftijd. Zo is het mogelijk om voor -jarigen en voor -jarigen een les op verschillende wijzen op- en uit te bouwen. Ook kunt u binnen één les voor de verschillende niveaus en/of leeftijden differentiëren. Thema s per les Elke les heeft een speciaal thema, bijvoorbeeld Feestje, Politie, Circus of Dierentuin. Om de kinderen in de sfeer van het thema te krijgen, zijn er diverse mogelijkheden: Het vooraf en/of achteraf opsturen van een tekening over het thema. Een kledingstuk aantrekken dat met het thema te maken heeft, bijvoorbeeld een feestmuts of een politiepet. Voetbalactiviteiten Voetbal is een spelvorm die zeer geschikt is voor jonge kinderen. Over het algemeen spelen zij op straat, op het schoolplein of achter in de tuin vrij snel en zelfstandig een vorm van voetbal. Het lesaanbod kunt u daarom prima combineren met voetbalspel- en wedstrijdvormen. Dat kan aan het begin en aan het einde van een les, of zelfs als tweede activiteit naast dit programma lopen. Eventuele spel- en wedstrijdvormen kunnen zijn: : : : : met doeltjes met doeltjes met doeltjes met doeltjes Een team verdedigt twee doeltjes en valt bij de andere twee doeltjes aan. Eventuele doordraaivorm: Veldje Veldje Ronde Team tegen Team Team tegen Team Ronde Team tegen Team Team tegen Team Ronde Team tegen Team Team tegen Team Team Team Team Team

10 09 Adviezen en ideeën Een andere doordraaivorm: Veldje Veldje Veldje Team Team Team Team Team Team Na elke speelronde van bijvoorbeeld zeven minuten schuiven de teams door: Teams draaien één plaats (veldje) met de klok mee door en dragen een geel shirt. Teams draaien één plaats (veldje) tegen de klok in en dragen een rood shirt. Het speelschema wordt dan: Wedstrijd Veldje Ronde Team Team Team Team Team Team Ronde Team Team Team Team Team Team Ronde Team Team Team Team Team Team In bovenstaande voetbalspel- c.q. wedstrijdvormen komen alle centrale kenmerken van het voetbalspel naar voren, namelijk aanvallen, verdedigen en omschakelen (bij balverlies en balwinst). Aangezien het voetbalspel veel overeenkomsten heeft met het hockeyspel, zijn deze kenmerken direct naar het hockeyspel te vertalen. Het is daarom sterk aan te raden om voetbalspel- en wedstrijdvormen ook aan /-jarigen aan te bieden. Ook gezien het feit dat zij dat in hun eigen spel al zelf doen. Uiteraard is het ook mogelijk om deze spel- en wedstrijdvormen te doen met knotshockeysticks en/of handbalvormen met grote of kleinere ballen. Organisatie en aantal deelnemers Alle lessen en benodigde materialen zijn gebaseerd op deelnemers en bij voorkeur begeleiders. Het kan natuurlijk zo zijn dat er x, x of zelfs x deelnemers zijn. Hoe kunt u dat organiseren zodat er binnen lesuur ook met meer dan deelnemers gewerkt kan worden?! Het is aan te raden om sowieso alle de oefeningen van te voren uit te zetten voordat u begint, ook met groepje van deelnemers. In de e plaats heeft u dan natuurlijk meer begeleiders nodig en het advies blijft staan dat u voor elke deelnemers begeleiders dient te hebben. Dus bij deelnemers begeleiders, bij deelnemers begeleiders en bij deelnemers begeleiders.

11 0 Adviezen en ideeën U zou kunnen overwegen om bij meerdere groepen zeker begeleiders per groep in te zetten, maar daarnaast ook een coördinator die het geheel en de tijdbewaking van het doordraaien in de gaten houdt. In de e plaats kunt u van te voren oefeningen uitzetten en met een doordraaischema gaan werken. In onderstaand overzicht worden voorbeelden weergegeven. Na 0- minuten wordt er dan doorgedraaid. Doordraaischema met groepen van deelnemers = totaal Totaal begeleiders (+ coördinator?) oefening groep van kids oefening oefening oefening groep van kids Doordraaischema met groepen van deelnemers = totaal Totaal begeleiders (+ coördinator?) oefening groep van kids oefening groep van kids oefening oefening groep van kids Doordraaischema met groepen van deelnemers = totaal Totaal begeleiders (+ coördinator?) oefening groep van kids oefening groep van kids oefening groep van kids oefening groep van kids

12 Adviezen en ideeën Hoe zien de lessen eruit? Trainers/begeleiders Het is belangrijk dat u (professionele) affiniteit heeft met de leeftijdsgroep /-jarigen. Kleuterleidsters, groepsleerkrachten, (kinder)fysiotherapeuten, onderwijzers en/of leraren (LO) hebben allemaal een pedagogisch-didactische achtergrond om op een veilige en verantwoorde wijze met /-jarigen om te gaan. Het is verstandig om gebruik te maken van één of meerdere assistenten, die affiniteit heeft/hebben met de doelgroep. Kiest u in de winter voor een voortzetting in een gymnastiekzaal? Dan is het uitermate belangrijk dat u alléén materialen gebruikt die binnen dit programma worden aangegeven! Van u wordt verwacht dat u de lessen verzorgt in trainingskleding. U heeft een goede lesvoorbereiding gedaan. U heeft een kopie of een uitdraai van de les en/of de lesonderdelen bij zich. De KNHB Academie zal op termijn met een scholingsaanbod komen voor begeleiders. De meeste materialen die nodig zijn voor de lessen zijn over het algemeen aanwezig bij de hockeyvereniging (zie de materialenlijst op pagina 9). Waar nodig kunnen verenigingen materialen zelf aanschaffen. De KNHB stelt eenmalig materialen ter beschikking. Thematische aanpak Elke les heeft een speciaal thema, zoals Boerderij, Sesamstraat of Beren. Het is belangrijk dat de begeleiders verhalen vertellen rondom het betreffende thema. Op die manier komen de kinderen in de sfeer van het thema.

13 Adviezen en ideeën Veiligheid en groepsgrootte Veiligheid staat altijd bij elke les voorop. Van het begin tot het einde; van de aankomst van de kinderen tot het moment dat zij door hun ouders worden opgehaald. Tijdens de lessen is het daarom raadzaam om met twee begeleiders te werken, waarbij de ideale groepsgrootte maximaal kinderen is. Onder veiligheid verstaan we zeker ook de emotionele en pedagogische veiligheid die we de kinderen moeten bieden. Voor kinderen zeker in deze leeftijdscategorie is het zeer belangrijk dat zij zich thuis en vertrouwd voelen op de hockeyvereniging. Overzicht grondvormen van bewegen In elke les zitten vier grondvormen van bewegen. Deze zijn weergegeven in kleuren die ook bij de lessen zelf terugkomen. Op deze wijze krijgen de begeleiders inzicht in welke grondvormen zij aanbieden. Bovendien is het mogelijk om zelf een aantal grondvormen van verschillende lessen met elkaar te combineren! Grondvormen Tikspelen Lopen en gaan Balanceren Jongleren Rollen, stuiten, werpen en vangen Springen Samen/alleen Trappen, slaan en stoppen Muziek en ritme Knotshockeyvormen Opbouw van een les Elke les bestaat uit vier onderdelen, waarbij ieder onderdeel staat voor één grondvorm van bewegen. Daarnaast zit er een kop en een staart aan elke les, de zogenaamde inleiding en afsluiting. Een les duurt in totaal ongeveer zestig minuten. Voorbeeld lesopbouw: a) Inleiding op thema (ca. -0 minuten) b) Oefening (ca. 0- minuten) c) Oefening (ca. 0- minuten) d) Oefening (ca. 0- minuten) e) Oefening (ca. 0- minuten) f) Afsluiting (ca. -0 minuten) Vaak kun je met een tik- en/of overloopspel de les beginnen en eindigen. Het is belangrijk dat de kinderen aan het begin in de sfeer en het thema van de les komen. Zorg verder dat er ook een duidelijk einde aan de les zit. Naast de opgenomen tikspelen zijn er op internet tal van spelen voor /-jarigen te vinden: diverse tikspelen, kringspelen, loopspelen, overloopspelen en stiltespelletjes. Daarnaast is er genoeg informatie te vinden over kleutergymnastiek.

14 Periode Vanaf aanvang seizoen tot de herfstvakantie

15 Lessen en thema s

16 Les Feestje Oefening Wie ben ik? grote bal pylonen Uitleg Een feestje begint met elkaar leren kennen, net als deze training. Alle kinderen staan in een cirkel. Ze rollen de bal naar elkaar toe, terwijl ze hun eigen naam en die van de ontvanger noemen. Bijvoorbeeld: Ik ben Sanne en ik rol de bal naar Brechtje. Vervolgens zegt Brechtje: Ik ben Brechtje en ik rol de bal naar Mourad, etc. Aanwijzing De bal rollen met twee handen. Als trainer op de afstanden letten; laat de kinderen niet te ver van elkaar staan, maar ook niet te dicht bij elkaar. Het rollen moet net lukken. Variatie De bal rollen met één hand. Oefening Hoepel huppen ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN LOPEN EN GAAN hoepels pylonen Uitleg Op een kinderfeestje doe je allemaal spelletjes, zo ook tijdens deze training. Alle kinderen hebben een hoepel, die ze ergens in het vierkant neerleggen. In elke hoepel staat een kind. Vervolgens rennen de kinderen rond, waarbij ze alle hoepels een keer bezoeken. Aanwijzing Rondrennen zonder botsen. Goed kijken waar een hoepel vrij is. Variatie Door elke hoepel kruipen. Een rondje om de hoepel rennen.

17 Les Feestje KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening Ring drijven stokken ringen pylonen Uitleg Alle kinderen hebben een stok en een losse ring. De stok gebruiken ze als een hockeystick, waarmee ze de ring naar de overkant drijven. Aanwijzing De punt van de stok op de grond binnen de ring duwen. Leren controle te krijgen. Variatie Achteruit lopen. Een rondje draaien met stok en ring. JONGLEREN Oefening Ballonnenrace ballonnen pylonen Uitleg Alle kinderen lopen met een ballon op de hand naar de overkant. Na afloop van deze eerste training krijgen de kinderen de ballon uiteraard mee naar huis. Aanwijzing Lopen zonder te botsen. Variatie De ballon naar de overkant brengen door kleine tikjes met de hand te geven. Rennend (hierbij duw je de ballon als het ware) of achteruit lopend de ballon naar de overkant brengen.

18 Les Muziek Oefening De jukebox muziekinstallatie pylonen Uitleg Alle kinderen bewegen op kindermuziek door het vierkant. Ze lopen, rennen, stampen, draaien rondjes en lopen op de hakken of de tenen. Aanwijzing Naar de muziek luisteren en op gevoel bewegen. Harde muziek nodigt uit tot stampen, zachte muziek tot het lopen op je tenen, etc. Variatie In de handen klappen. Elkaar nadoen. Oefening Hoepeldans LOPEN EN GAAN MUZIEK EN RITME muziekinstallatie hoepels pylonen Uitleg In het vierkant liggen evenveel hoepels als er kinderen zijn. De kinderen wandelen/rennen op de muziek. Op het moment dat de muziek stopt, moeten ze naar een hoepel toe rennen. Eén kind per hoepel. Aanwijzing Goed kijken waar de ruimte is; waar weinig andere kinderen zijn. Rennen zonder te botsen. Als trainer de muziek regelen en opletten dat de kinderen niet tegen elkaar aan lopen. Variatie Rondom het vierkant wandelen/rennen tijdens de muziek. Als trainer telkens een hoepel weghalen.

19 ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Les Muziek Oefening Dansende ballen grote ballen pylonen Uitleg Alle kinderen hebben een grote bal, die ze richting de overkant rollen. Vervolgens lopen ze hun bal achterna en pakken deze weer op. Aanwijzing De bal met twee handen rollen. De bal met één hand rollen, zowel links als rechts. Tijdens het rollen met één been uitstappen. Variatie Na het rollen van de bal deze rennend inhalen en een poortje maken van je benen, zodat de bal hier doorheen rolt. Als trainer opletten dat de kinderen de bal niet te hard rollen; ze moeten deze nog wel kunnen inhalen. KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening Rollende ringen stokken ringen pylonen Uitleg Alle kinderen hebben een stok en een losse ring. De stok gebruiken ze als een hockeystick, waarmee ze de ring naar de overkant spelen. Aanwijzing Stok vasthouden als een hockeystick, met de linkerhand bovenaan en de rechterhand halverwege. Variatie Variëren in afstand van de kinderen tot de lijn. Wie speelt de bal over de lijn? Welke bal ligt het dichtst bij de lijn? Welke bal ligt het dichtst voor de lijn?

20 9 Les Dierentuin Oefening Beestenboel geen materialen nodig Uitleg De cirkel is de dierentuin. Alle kinderen lopen vrij door de cirkel en doen allerlei dieren na. Maak je zo groot als een olifant of giraffe, maak je zo klein als een muis, spring als een kikker, loop met twee handen in de lucht of laag bij de grond als een aap, waggel met twee armen langs je lichaam als een pinguïn, etc. Aanwijzing Als trainer aangeven wat voor soort dier de kinderen moeten nadoen; een groot of een klein dier, een dier dat springt, etc. Variatie Kinderen zelf een dier laten bedenken en hoe ze dit kunnen nadoen. Laat de kinderen het vervolgens ook uitvoeren. Oefening Dierentuintikkertje LOPEN EN GAAN TIKSPELEN lintjes pylonen Uitleg De cirkel is de dierentuin, waar zojuist alle dieren zijn ontsnapt. De kinderen zijn de ontsnapte dieren en de tikker (oppasser) gaat hen tikken. Ben je getikt, dan leg je een pylon om. Bij vijf omgelegde pylonen komt er een nieuwe tikker (oppasser). Aanwijzing De ruimte zoeken en kijken waar de tikker is. Als trainer zelf beginnen als tikker, later wisselen met een kind. Als de cirkel te groot is, dan de ruimte kleiner maken met behulp van pylonen. Variatie Twee tikkers.

21 0 Les Dierentuin ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Oefening Etenstijd grote ballen Uitleg Alle kinderen staan op een vrije plek in de cirkel, die nog steeds een dierentuin is. Ieder kind heeft een grote bal en laat deze vanaf heuphoogte vallen, om de bal na de stuit weer op te vangen. De ballen zijn het eten dat de kinderen als oppassers in de kooien laat vallen. Aanwijzing Een kommetje maken van je handen. Bij het vangen door je knieën gaan. Variatie De bal van een steeds hoger punt laten vallen. De bal opgooien en na de stuit vangen. KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening De kooi in stokken ringen pylonen Uitleg Alle kinderen lopen van lijn naar lijn, waarbij ze de ring met de stok voor zich uit drijven. De ring is het dier dat het kind terugbrengt naar zijn kooi. Aanwijzing Stok vasthouden als een hockeystick, met de linkerhand bovenaan en de rechterhand halverwege. De stok en ring goed voor je uit duwen en niet onder het lichaam. Variatie Achteruit lopen. Op het teken van de trainer een rondje draaien. Als dit goed gaat, starten de kinderen op twee lijnen tegenover elkaar. Ze drijven de ring naar de overkant, zonder te botsen. Leren opkijken is dus van belang.

22 Les Verkeer Oefening Naar de overkant grote ballen pylonen in kleuren Uitleg Maak een vierkant met behulp van pylonen in vier verschillende kleuren. Dit vak is de weg die de kinderen moeten oversteken, met de bal aan de voet. Aanwijzing Er komen kinderen van de andere kant, dus zoeken naar de ruimte. Steeds sneller de overkant proberen te bereiken zonder te botsen. Als trainer erop letten dat de kinderen niet tegen elkaar aan lopen. Variatie Het vierkant wordt een kruispunt; kinderen starten vanaf alle vier de lijnen van het vierkant. Nu komen er dus niet alleen tegenliggers recht op de kinderen af, maar ook verkeer van links en rechts. Oefening Ta-tu-ta-tu! LOPEN EN GAAN KNOTSHOCKEYVORMEN stokken ringen pylonen Uitleg Alle kinderen zijn een politie-, brandweer- of ziekenauto en lopen met stok en ring vrij rond in het vierkant. Als trainer noem je één van de vier kleuren van de pylonen waarmee het vierkant is uitgezet. De kinderen moeten daar zo snel mogelijk naartoe, want daar is de diefstal/de brand/het ongeluk, etc. Aanwijzing Stok vasthouden als een hockeystick, met de linkerhand bovenaan en de rechterhand halverwege. Variatie Zijlijn van het vierkant aantikken in plaats van een pylon. In tweetallen elkaar volgen.

23 Les Verkeer LOPEN EN GAAN Oefening Slalom naar school stokken grote ballen ringen hoepels pylonen Uitleg De kinderen lopen naar school. Daarvoor moeten ze rennend langs de hoepels slalommen. Vervolgens lopen ze buitenom terug naar het startpunt. Aanwijzing Laat de kinderen om de beurt wegrennen zodat ze niet onderweg tegen elkaar aan kunnen botsen. Variatie Een rondje rond elke hoepel rennen. Door de hoepel kruipen. Beide voeten in elke hoepel zetten. Lopen met een bal aan de voet. Lopen met een stok en ring. SAMEN/ALLEEN Oefening Bij de bushalte hoepels pylonen Uitleg Alle kinderen staan in tweetallen bij een hoepel (bushalte). Het ene kind is de bus, het andere kind de passagier. Alle bussen met passagier vertrekken tegelijk. De bus brengt de passagier naar een hoepel (bushalte) waar nog geen passagier staat en haalt vervolgens een andere passagier op. Op het teken van de trainer wisselen bussen en passagiers van taak. Aanwijzing Goed kijken waar de ruimte is, waar nog geen kinderen staan. Leren volgen, waarbij de kinderen niet te snel moeten lopen. Als trainer de bussen op teken laten weggaan; gaat dit goed, dan vrij laten. Variatie Niet direct naar een bushalte lopen, maar eerst nog langs een andere halte. Rondje om de bushalte lopen (rijden). Snel/langzaam lopen. Door de hoepel kruipen.

24 Les Circus Oefening De snelste van het circus pylonen in meerdere kleuren Uitleg In de cirkel (piste) staan pylonen in verschillende kleuren. Alle kinderen staan bij een pylon en moeten op het teken van de trainer zo snel mogelijk de piste uit. Wie is het snelst? Aanwijzing Vanuit stilstand starten met rennen. Leer de kinderen met kleine pasjes te starten. Variatie Zitten/liggen/huppen bij de pylon en op het teken van de trainer starten. Wie is het snelst uit de cirkel (piste)? Rondlopen in de piste, waarbij de trainer de kleur van een pylon noemt. Wie is het snelst bij die kleur pylon? Oefening De acrobaat LOPEN EN GAAN BALANCEREN stokken grote ballen touwen pylonen Uitleg Leg meerdere touwen achter elkaar, waar de kinderen (acrobaten) overheen moeten lopen. Ze lopen zijwaarts en achterwaarts over het touw, ze lopen over het touw en tikken met een hand de grond aan, ze lopen achteruit en tikken de grond aan. Aanwijzing Balans vinden op het touw. Stappen niet te groot maken. Handen gebruiken; breed/horizontaal, voor meer balans. Variatie Met een stok/bal in de hand lopen.

25 Les Circus SAMEN/ALLEEN Oefening Rug aan rug hoepels pylonen Uitleg Alle kinderen leunen in tweetallen met de ruggen tegen elkaar, zonder elkaar om te duwen. Vervolgens zakken ze omlaag om de grond aan te tikken of een pylon op te pakken. Aanwijzing Balans zoeken met z n tweeën. Niet te hard leunen. Variatie Met z n tweeën door een hoepel, terwijl je tegen elkaar aan leunt. TRAPPEN, SLAAN EN STOPPEN Oefening Prijsschieten plankjes grote ballen pylonen Uitleg De kinderen proberen een grote bal in een doeltje te mikken, door met een plank tegen de bal te slaan. Nadat ze de bal hebben geslagen, halen de kinderen zelf hun bal op. Aanwijzing Plankje met één hand vasthouden. Oefenen met zowel rechts als links. Variatie Als er drie keer gescoord is, dan het doeltje kleiner maken. De afstand tot het doeltje groter maken. Wie heeft als eerste vijf doelpunten?

26 Les Samenwerken Oefening Buis en bal foambuizen grote ballen pylonen Uitleg Alle kinderen staan in tweetallen tegenover elkaar. Ze houden met beide handen elk een kant van een foambuis vast. Een derde kind legt een bal op de buizen. Het tweetal laat de bal balanceren. Vervolgens laten ze de bal heen en weer rollen, door de ene kant van de buis omhoog te bewegen en de andere kant omlaag. Aanwijzing Niet te grote verschillen in hoogte, want dan rolt de bal er snel vanaf. Variatie Beide kanten van de buis hoog boven het hoofd of juist laag. Met de buizen in de hand en de bal erop om twee pylonen lopen. Variëren in afstand. Oefening Het poortje grote ballen pylonen BALANCEREN ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Uitleg Alle kinderen staan in tweetallen tegenover elkaar, de benen in spreidstand. Ze proberen een grote bal door de benen van de ander te mikken. Aanwijzing In spreidstand blijven staan en kijken of de bal tussen de benen doorgaat. Bal oppakken, door de knieën, van de handen een kommetje maken en de bal weer terugrollen door de benen van de ander. Variatie Bal naar elkaar schieten. Bal overgooien.

27 Les Samenwerken SAMEN/ALLEEN Oefening De polonaise hoepels grote ballen Uitleg Alle kinderen lopen in tweetallen rond in de cirkel, waarin hoepels liggen. Eén kind loopt voorop met een bal in zijn handen, het andere kind volgt. Het voorste kind legt de bal neer in een van de hoepels; degene die erachter loopt pakt de bal op en gaat voorop lopen. Aanwijzing Niet te lang lopen met de bal. Bal links en rechts neerleggen. Bij het oppakken goed door de knieën gaan en kijken naar de bal. Variatie Het tempo van lopen en tegelijk de bal neerleggen opvoeren. Het voorste kind moet met de bal door een hoepel kruipen/stappen; pas daarna mag hij de bal op de grond leggen voor de volger. KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening kanten scoren stokken ringen pylonen Uitleg Alle kinderen staan in tweetallen tegenover elkaar. Beiden hebben een stok, een van hen een ring. Tussen het tweetal staat een doeltje (twee pylonen). Om de beurt mikken ze door het doeltje, waarna de ontvanger de ring tegenhoudt. Aanwijzing Stok vasthouden als een hockeystick; de linkerhand bovenaan en de rechterhand halverwege. Goed door de knieën. Variatie Als er vijf keer gescoord is, dan het doeltje kleiner maken. Een wedstrijdje doen met alle groepjes; kijken hoeveel keer elk tweetal scoort binnen één minuut.

28 Les In het bos Oefening Vos kom uit je hol TIKSPELEN hoepel pylonen Uitleg Eén kind zit in de hoepel (vos in het hol). De overige kinderen (haasjes) staan achter een lijn, buiten het vak (bos). Op het teken van de trainer lopen de haasjes richting de vos. Bij de vos aangekomen roept één kind: Vos kom uit je hol. De vos komt er al dan niet meteen uit en probeert de haasjes te tikken. Die moeten zonder getikt te worden proberen terug te keren achter de beginlijn. Aanwijzing Als trainer een kind aanwijzen dat mag roepen. Opletten dat de kinderen niet botsen. De haasjes stimuleren om dicht bij de vos te komen; durf te wachten met wegrennen totdat de vos komt. De vos moet leren wachten totdat de haasjes echt dichtbij zijn, zodat hij ze kan pakken. Variatie Het oorspronkelijke veldje is tien meter lang en vijf meter breed. Veld langer/smaller maken. Twee vossen gebruiken. Oefening Van holletje ruilen KNOTSHOCKEYVORMEN stokken ringen hoepels pylonen Uitleg Alle kinderen staan met een stok en een ring in een hoepel. Na oogcontact met een ander kind ruilen ze van hoepel: daarbij verplaatsen ze de ring met de stok. Ook mogen ze wijzen en praten met elkaar. Aanwijzing Goed kijken naar elkaar. Of door te praten/wijzen aangeven dat je wilt wisselen. Variatie Praten is niet meer toegestaan; nu moeten de kinderen contact maken door bijvoorbeeld een knikje met het hoofd of te wijzen.

29 Les ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN In het bos Oefening De jager grote ballen pylonen Uitleg Er staat een rij met doeltjes in verschillende formaten. De kinderen (jagers) mikken de grote bal door de steeds smallere doelen. Daarbij rollen ze de bal met één hand, om deze vervolgens zelf op te halen en buitenom terug te lopen. Aanwijzing Goed uitstappen en door de knieën gaan. Variatie Bal slaan met één hand. Bal schieten met de voeten. TRAPPEN, SLAAN EN STOPPEN Oefening Mol door de tunnel touwtjes grote ballen pylonen Uitleg Maak van twee touwtjes een tunnel. Aan beide uiteinden staat een kind. Zij schieten een grote bal (mol) met de voet door de tunnel. Gaat het drie keer goed, maak dan de tunnel smaller. Aanwijzing Schieten met binnenkant voet. Als trainer de kinderen uitdagen om met beide voeten te leren schieten. Variatie Als trainer de tunnel smaller maken. Verder van de tunnel vandaan gaan staan. Met andere woorden: de mol gaat eerst een stukje over het gras, voordat hij zijn tunnel in gaat. Ook na de tunnel gaat hij weer een stukje over het gras.

30 9 Les Vliegtuigen Oefening Ik ben een vliegtuig stokken pylonen Uitleg Alle kinderen zijn een vliegtuig. Ze hebben een stok in twee handen voor zich en draaien deze als de propeller van een vliegtuig. Aanwijzing De stok telkens overpakken in de handen. Eerst rustig draaien, daarna steeds sneller. Eerst stilstaan en draaien, daarna lopen en draaien tegelijk. Variatie De stok in één hand en telkens een halve draai maken, heen en weer terug. Met zowel links als rechts. Oefening Onder de parachute door JONGLEREN LOPEN EN GAAN parachute grote ballen pylonen Uitleg De kinderen zijn net geland met hun parachute en moeten hier onder vandaan zien te komen. De parachute ligt plat op de grond. De kinderen kruipen er één voor één onderdoor. Aanwijzing Op handen en knieën kruipen. Variatie Met bal in handen onder de parachute door kruipen. Van twee kanten onder de parachute door kruipen, waarbij de kinderen elkaar tegenkomen onder het doek. Let op: niet botsen! Hoe snel kan de hele groep onder de parachute door?

31 0 Les Vliegtuigen KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening We gaan op vakantie naar... knotsen knotsballen foambuizen pylonen engeland belgië duitsland frankrijk Uitleg Alle kinderen lopen in het vierkant met knots en bal. Elke zijde van het vierkant is een land, bijvoorbeeld België, Frankrijk, Duitsland en Engeland. De trainer noemt een land en de kinderen moeten zo snel mogelijk met knots en bal naar de lijn lopen die de trainer heeft genoemd. Aanwijzing Leren onthouden welke lijn voor welk land staat. Knots vasthouden als een hockeystick; de linkerhand bovenaan en de rechterhand halverwege (je moet op je horloge om je linkerpols kunnen kijken). Armen goed van het lichaam vandaan. De bal ligt rechts voor je. Variatie Wie is het snelst bij de lijn? Foambuizen (onweer) neerleggen, waar de kinderen omheen moeten. ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Oefening De vogel en het vliegtuig grote ballen pylonen Uitleg De kinderen staan verdeeld in twee groepen aan weerszijden van het vierkant, ieder met een grote, zachte bal (vogel). Eén kind (vliegtuig) loopt van de ene naar de nadere kant van het vierkant. De overige kinderen proberen hem met de bal te raken. Het overlopende kind (vliegtuig) probeert de ballen (vogels) te ontwijken. Het kind loopt heen en terug, waarna er een volgend vliegtuig aan de beurt is. Aanwijzing Niet hard gooien. Iets voor het lopende kind mikken. In eerste instantie niet hard rennen, maar rustig lopen. Het overlopende kind mag de ballen afweren met de armen. Variatie Twee vliegtuigen tegelijk laten oversteken, van dezelfde of van de andere kant. De afstand van de ballengooiers vergroten.

32 Les 9 Auto met caravan Oefening Op vakantie grote ballen pylonen in kleuren Uitleg De kinderen houden in tweetallen een bal tussen hun lichaam (auto met caravan). Ze lopen voor- en achteruit door het vak, dat is afgezet met pylonen in vier verschillende kleuren. Wissel na drie minuten van tweetal. Aanwijzing Goed samenwerken, waarbij één kind de weg bepaalt en de ander volgt; afwisselen wie de weg bepaalt. Niet botsen met andere auto s en caravans, dus goed kijken. Variatie De achterste van het tweetal houdt de twee handen van de verste van het tweetal vast; vervolgens proberen beide kinderen met een knie de grond aantikken, zonder dat de bal op de grond valt. Welk tweetal welke auto met caravan is het snelst bij de rode/gele/blauwe/paarse pylon? Oefening Botsing! plankjes tennisballen blikjes knotsen pylonen SAMEN/ALLEEN TRAPPEN, SLAAN EN STOPPEN Uitleg Er gaat iets fout met parkeren, waarbij je een paaltje raakt. In deze oefeningen moeten kinderen in tweetallen ook wat proberen te raken. Het ene kind (slagman) heeft een plankje en een tennisbal, waarmee hij op een stapel blikjes mikt. Het andere kind stapelt de blikjes weer op als ze geraakt zijn. De slagman haalt zelf zijn geslagen bal op. Aanwijzing De bal uit de hand slaan. Onderhands slaan, waarbij je als het ware de bal op het plankje kijkt. Variatie Afstand van de slagman tot de blikken vergroten. De bal iets opgooien en dan slaan. Met knots en bal de blikjes omslaan.

33 Les 9 Auto met caravan BALANCEREN Oefening Ik ga op reis en neem mee... een koffer a b stokken grote ballen pylonen 9 Uitleg Alle kinderen zijn verdeeld in drietallen. Twee kinderen houden tussen zich in twee stokken (caravan) vast. Het derde kind legt op deze stokken een bal (koffer). Het tweetal met de stokken vervoert de koffer over een afstand van circa vijf meter. Aanwijzing Stokken vasthouden met twee handen. Als de bal van de stokken valt: het derde kind legt hem er weer op. Variatie De afstand van de af te leggen weg vergoten. Wedstrijdje: welk drietal is als eerste heen en terug? ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Oefening De benen strekken tennisballen pylonen Uitleg Tijdens de reis is het tijd om even de benen te strekken op de parkeerplaats. Alle kinderen hebben een tennisbal, die ze onderhands opgooien en grijpend vangen. Aanwijzing Grijpend vangen: naar de bal toe bewegen met de hand tijdens het vangen. Kijken naar de bal. Actief met hand naar de bal gaan, in plaats van de bal in de hand te laten vallen. Bal mag eerst stuiten voor je hem grijpt. Variatie De tennisbal met de hand die als een soort plankje dient uit de hand omhoog slaan en dan grijpend vangen. Bal hard op de grond stuiten en vangen.

34 Les 0 Dansers en danseressen Oefening Stoelendans muziekinstallatie knotsen knotsballen hoepels pylonen Uitleg Alle kinderen (dansers en danseressen) lopen met knots en bal om het vierkant heen. Op het moment dat de muziek stopt, drijven ze snel naar een vrije hoepel en gaan daarin staan. Aanwijzing Goed kijken waar een hoepel vrij is. Variatie De eerste paar keer is er voor iedereen een hoepel, dan steeds eentje weghalen. Alle kinderen mogen blijven meedoen. Daarna een afvalrace: welk kind blijft als laatste over? Oefening Ratten en raven KNOTSHOCKEYVORMEN TIKSPELEN raven ratten pylonen Uitleg Alle kinderen zijn in twee groepen verdeeld: de ratten en de raven. De kinderen werken in tweetallen, waarbij de één een rat is en de ander een raaf. De trainer roept rat of raaf, waarna de betreffende groep zo snel mogelijk naar zijn achterlijn rent. De kinderen van de andere groep proberen hun tegenstander te tikken voor deze de lijn heeft gepasseerd. Aanwijzing Rennen richting eigen achterlijn. In een rechte lijn rennen, zodat er niet gebotst wordt. Variatie Afstand vergroten. Wisselen van tegenstander. Gebruik fopkreten (bijvoorbeeld: raaa-dio ) om verwarring te stichten bij de kinderen en hen te verrassen.

35 Les 0 Dansers en danseressen SAMEN/ALLEEN Oefening Dansen om de waterput 9 9 knotsen knotsballen hoepels Uitleg Alle kinderen staan in drietallen rond een hoepel. Ieder heeft een knots, per drietal één bal. De kinderen spelen de bal over, die daarbij niet door de hoepel mag. Aanwijzing Goed opstellen, zodat de bal niet door de hoepel gaat. Bewegen rond de hoepel, telkens aanspeelbaar zijn. Linkerhand boven aan de knots en rechterhand halverwege. Armen van het lichaam af, knots beweegt over de grond. Variatie Iemand in de hoepel zetten, die met een stok de bal mag tegenhouden. MUZIEK EN RITME Oefening Hoelahoepla muziekinstallatie hoepels pylonen Uitleg Alle kinderen hebben een hoepel in hun hand. Ze bewegen op de muziek met de hoepel. Dat kan zijn met de hoepel in de hand, maar ook bijvoorbeeld door de hoepel rondjes te laten draaien op de grond. Of de hoepel iets opgooien en met twee handen aan de zijkanten vangen. Aanwijzing Luisteren naar de muziek. Hoepel steeds goed vast- en overpakken. Variatie De hoepel over je hoofd naar beneden en er doorheen stappen/springen. De hoepel om je middel laten draaien. De hoepel om een arm draaien. De kinderen zelf ook dingen laten verzinnen en elkaar na laten doen.

36 Periode Vanaf herfstvakantie tot einde jaar

37 Lessen en thema s

38 Les Boten Oefening De wiebelboot pylonen Uitleg Kinderen moeten balans houden op de wiebelende boot. Alle kinderen hebben een pylon op hun hoofd, waarmee ze rondlopen. Voor- en achteruit, door de knieën zakken en de grond aantikken, een rondje om je as draaien. Aanwijzing Rustig bewegen en langzaam het tempo opvoeren. Variatie Wie is het snelst bij de lijn (cirkelrand/achterlijn), zonder dat de pylon valt? Tijdens het lopen in de handen klappen. Met de pylon op het hoofd over een obstakel stappen/springen. Oefening Piratentikkertje JONGLEREN TIKSPELEN lintjes pylonen Uitleg Overloop tikkertje, waarbij de kinderen de overkant moeten bereiken zonder getikt te worden. De tikker (piraat) heeft een afgezet gebied waar hij mag komen. Ben je getikt, dan leg je een pylon om bij de trainer. Bij drie omgelegde pylonen komt er een nieuwe tikker (piraat). Aanwijzing Goed kijken waar de piraat is. Als trainer de kinderen uitdagen om ook over te steken als de tikker kijkt. Variatie Met twee tikkers. De tikker in het hele gebied laten tikken. Ben je getikt, dan word je ook piraat en ga je helpen tikken.

39 Les Boten ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Oefening Waterpret grote ballen Uitleg Water scheppen om de boot schoon te maken. Hierbij werken alle kinderen in tweetallen in de cirkel. Eén kind staat in spreidstand, het andere kind rolt van achteren de bal door de benen. Degene in spreidstand rent achter de bal aan en pakt deze op. Vervolgens rolt hij de bal bij zijn maatje door de benen. Aanwijzing Niet botsen; niet alleen oog hebben voor de bal, maar ook voor wat er om je heen gebeurt. Kleine pasjes maken bij het starten met wegrennen. Door je knieën gaan bij het oppakken van de bal (laag zitten). Als trainer opletten dat de kinderen niet tegen elkaar aan lopen. Variatie De bal vanaf de voorkant door de benen van je maatje rollen, zodat hij zich eerst moet omdraaien om achter de bal aan te rennen. Variëren met waar je de bal oppakt: voor je, naast je, zowel links als rechts. Om de bal heen rennen en hem dan oppakken. Een wedstrijdje: beide kinderen spelen elkaar vijf keer door de benen; welk tweetal is het snelst klaar? KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening Man overboord stokken ringen 0 pylonen Uitleg Twee kinderen staan tegenover elkaar, tussen hen in drie pylonen. Beide kinderen hebben een stok, één van hen heeft ook een ring. Hiermee probeert hij een pylon in het midden te raken. Vervolgens pakt het tweede kind de ring en probeert hetzelfde. De ring is de reddingsboei; de pylon is de drenkeling die overboord is gevallen en door de kinderen gered moet worden. Aanwijzing Stok vasthouden als een hockeystick; de linkerhand bovenaan en de rechterhand halverwege. De ring wegspelen zoals bij een push. Uitstappen met de linkervoet. Variatie De ring spelen vanaf de backhandkant; daarbij uitstappen met de rechtervoet.

40 9 Les Sesamstraat Oefening Op de stoep touwtjes grote ballen Uitleg Ieder kind kiest zelf een personage uit Sesamstraat die hij wil zijn tijdens deze training. Alle kinderen balanceren over een touw (stoeprand in Sesamstraat) met een bal in twee handen. Aanwijzing Rustig lopen. Voet voor voet op het touw zetten. Variatie De bal in één hand, zowel links als rechts. Achteruit lopen. Zijwaarts lopen. Met de bal de grond aantikken, zowel links als rechts van het touw. Oefening De ooievaar BALANCEREN SAMEN/ALLEEN geen materialen nodig Uitleg Alle kinderen, die ook nu weer Sesamstraatfiguren zijn, staan in tweetallen vrij in de cirkel. Ze houden elkaars handen vast en gaan tegelijk op één been staan, net als een ooievaar. Afwisselen met links en rechts. Aanwijzing Samenwerken. Naar elkaar kijken en met elkaar praten. Variatie Met elkaars handen vast op de knieën gaan zitten. Met elkaars handen vast op de billen gaan zitten. Met één hand vast op één been staan. Met één hand vast allebei met de vrije hand de grond aantikken.

41 0 Les Sesamstraat JONGLEREN Oefening De Sesamstraat slang grote bal Uitleg Alle kinderen (heel Sesamstraat) staan in een lange rij op de cirkelrand. Ze geven een grote bal door, die als slang door de rij gaat. Heb je de bal doorgegeven, dan sluit je voor in de rij aan. Kijken hoe snel de groep de hele cirkelrand van achterlijn naar achterlijn afgelegd heeft. Aanwijzing De bal vooruit doorgeven en voor in de rij aansluiten. Variatie De bal als volgt doorgeven: nummer één geeft de bal boven het hoofd aan nummer twee, die hem door de gespreide benen van nummer drie doorgeeft, nummer drie geeft de bal vervolgens weer boven het hoofd door aan nummer vier, etc. TIKSPELEN Oefening Ernie is tikker lintjes pylonen Uitleg Eén kind begint als tikker. Ben je getikt, dan ben jij de tikker en ga je iemand anders tikken. Begin met het spel in de cirkel. Is het gebied te groot, dan maak je het iets kleiner met behulp van pylonen. Aanwijzing Direct terug tikken mag niet. Variatie Gehandicaptentikkertje: ben je getikt, dan ben jij de tikker. Daarbij moet je een hand houden op de plek waar je getikt bent.

42 Les Barbapapa Oefening Barbapapa s tikken samen pylonen Uitleg Twee Barbapapa s houden elkaars hand vast. Samen moeten ze iemand tikken, waarbij ze elkaar niet los mogen laten. Ben je getikt, dan leg je een pylon om bij de trainer. Bij drie omgelegde pylonen komt er een nieuw duo tikkers. Aanwijzing Elkaar goed vasthouden als tikkers. Onderling overleggen wie je gaat tikken. Variatie Ben je getikt, dan gaan de tikkers met z n drieën hand in hand verder. Is de vierde Barbapapa getikt, dan worden de tikkers opgesplitst in twee duo s. De slinger van tikkers steeds langer maken, dus van een duo naar een drietal, viertal, vijftal, etc. Ben je getikt, dan neem je de plaats in van één van de tikkers. Eén erbij = één eraf. Oefening Touwtjespringen TIKSPELEN SPRINGEN touwtjes Uitleg De kinderen (Barbapapa s) springen over een touw, door met twee voeten er overheen te huppen. Aanwijzing Op je tenen huppen. Variatie Wisselsprongen maken over touw. Zijwaarts springen. Met een draai om je as springen. De kinderen zelf sprongetjes laten bedenken. Touwtjespringen.

43 Les LOPEN EN GAAN Barbapapa Oefening Annemaria koekoek stokken ringen Uitleg De lopers moeten vanaf de achterlijn de -meterlijn zien te bereiken, waar Annemaria staat. Als Annemaria omkijkt, moeten de kinderen stilstaan. Wie niet stilstaat, moet terug naar de achterlijn. Aanwijzing Als trainer zelf starten als Annemaria, vervolgens een kind aanwijzen. Annemaria moet zich niet te snel omdraaien; eerst een teken geven voor ze zich omdraait, bijvoorbeeld een hand in de lucht. Variatie Met een bal aan de voet naar de overkant. Met een stok en ring naar de overkant. KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening Barbapapa s op reis stokken ringen pylonen Uitleg In de cirkel staan allemaal doeltjes. De Barbapapa s drijven met een stok en ring door de cirkel. Op het teken van de trainer moeten ze door een doeltje drijven. Aanwijzing Stok vasthouden als een hockeystick; de linkerhand bovenaan en de rechterhand halverwege (je moet op je horloge om je linkerpols kunnen kijken). Armen zijn goed van het lichaam vandaan. Variatie In één minuut de tijd door alle doeltjes lopen met stok en ring. Zelf door het doel lopen, waarbij de ring buitenlangs gaat. Zelf langs het doel lopen, waarbij de ring door het doel gaat. Een rondje rond het doel lopen.

44 Les Teletubbies Oefening Op reis met de Teletubbies hoepels in kleuren pylonen Uitleg Alle kinderen (Teletubbies) lopen een parcoursje door verschillende kleuren hoepels. In de blauwe moet je telkens met twee voeten komen tijdens het lopen/rennen, in de gele mag je maar met één voet, in de rode moet je een rondje om je as maken. Laat de kinderen op drie verschillende plekken starten. Aanwijzing Bij één voet in de hoepel: afwisselen met links en rechts. Bij rondje om je as draaien: de ene keer linksom draaien, de andere keer rechtsom. Variatie Rondje rond de hoepel lopen. Door de hoepel kruipen. De hoepel oppakken en over je hoofd naar beneden op de grond leggen. De kinderen zelf iets laten bedenken. Oefening Laa-Laa gooit blikken om blikken tennisballen pylonen 9 LOPEN EN GAAN ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Uitleg De kinderen (Teletubbies) proberen met een tennisbal drie opgestapelde blikken om te gooien. In tweetallen werken. Het ene kind mikt op de blikken en haalt zelf zijn tennisbal op, terwijl het andere kind de blikken weer op elkaar stapelt. Na drie gooibeurten wisselen van taak. Aanwijzing Bovenhands mikken. Uitstappen bij het gooien. Rechts gooien is links uitstappen, links gooien betekent met het rechterbeen uitstappen. Variatie De tennisbal rollen. De afstand tot de blikken vergroten als je drie keer de blikken hebt geraakt. Mikken terwijl je niet recht voor de blikken staat, maar schuin.

45 Les Teletubbies SAMEN/ALLEEN Oefening Teletubbiesvoetbal 9 grote ballen hoepels stokken Uitleg De kinderen (Teletubbies) staan in een drietal rond een hoepel. Ze spelen met de voet een grote bal over. De bal gaat met de klok mee en mag niet door de hoepel. Aanwijzing Goed opstellen, zodat de bal niet door de hoepel gaat. Bewegen rond de hoepel, telkens aanspeelbaar zijn. Variatie Een kind in de hoepel zetten, dat met een stok de bal mag tegenhouden. De andere kinderen proberen de bal rond de hoepel te spelen, zonder dat het kind in de hoepel met zijn/haar stok de bal raakt. SPRINGEN Oefening Springende Teletubbies foambuizen pylonen Uitleg In twee groepjes werken. Eén kind heeft een foambuis in zijn hand en houdt deze iets boven de grond. De overige kinderen springen hier om de beurt overheen, waarna ze achter in de rij aansluiten. Na twee beurten houdt een ander kind de buis vast. Aanwijzing Afzetten met één been. De ene keer met links afzetten, de andere keer met rechts. De buis niet te hoog boven de grond houden (enkelhoogte). Variatie De kinderen over drie buizen achter elkaar laten springen. Alle kinderen staan in een rij (zie rechts in de tekening). De trainer loopt langs met de buis net boven de grond, waarbij de kinderen met twee benen tegelijk opspringen over de buis heen.

46 Les De keeper Oefening De knappe keeper knotsen knotsballen 0 pylonen Uitleg Alle kinderen zijn verdeeld in tweetallen. De ene speler probeert met knots en bal te scoren in één van de twee doeltjes. De andere speler (keeper) probeert de bal tegen te houden met zijn handen en voeten; hij heeft geen knots. Aanwijzing Linkerhand bovenaan, rechterhand halverwege. Knots gaat over de grond. Uitstappen met je linkervoet, zodat je zijwaarts komt te staan in de speelrichting (de schouderlijn wijst in richting van het doel). Als keeper alleen je voeten of handen gebruiken. Variatie Afstand tot de doeltjes vergroten. Uit de loop proberen te scoren. Oefening Komt dat schot! grote ballen flessen (bidons) met water pylonen KNOTSHOCKEYVORMEN TRAPPEN, SLAAN EN STOPPEN Uitleg Alle kinderen (keepers) hebben een grote bal. Ze laten deze voor zich op de grond stuiten, om de bal vervolgens met een boog over de achterlijn te schoppen. De kinderen halen daarna zelf hun bal op. Lukt het drie keer achter elkaar, dan zet je de pylon twee stappen naar achteren. Aanwijzing Goed kijken naar de bal. Schoppen op het moment dat de bal vanaf het hoogste punt na de stuit in neerwaardse richting komt, ergens tussen knie- en heuphoogte. Variatie Mikken op pylon of fles met water. In tweetallen de bal door de lucht naar elkaar toe schieten; de één schiet, de ander vangt de bal op. Onderhandse worp.

47 Les De keeper ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Oefening De rolmops foambuis Uitleg Alle kinderen liggen op de grond. De trainer loopt langs en beweegt een foambuis van boven naar beneden, richting het kind dat op de grond ligt. Het kind rolt weg, zodat de buis hem niet raakt. Aanwijzing Rollen om je as, zowel links- als rechtsom. Armen langs het lichaam. Voldoende afstand houden met de andere kinderen. Variatie Rollen met de armen op de borst. Kinderen zelf met een buis op elkaar laten oefenen. Als trainer opletten dat ze niet te snel de buis naar beneden bewegen. BALANCEREN Oefening Stand in de mand en de bal is voor... foambuizen grote ballen pylonen 9 Uitleg Twee kinderen houden tussen hen in twee foambuizen vast. Een derde kind legt hier een grote bal op. Het tweetal gooit de bal vanaf de buizen de lucht in. Hun maatje zonder buis probeert de bal te vangen. Aanwijzing De buizen met twee handen snel van beneden naar boven bewegen. Na vijf beurten wisselen van taak. Variatie De bal laten rollen over de foambuizen, doordat de ene speler de buizen omlaag beweegt en de ander omhoog. Als tweetal je van lijn tot lijn verplaatsen binnen het vierkant. Let op: de bal mag er niet vanaf vallen.

48 Les Sinterklaas Oefening De pietendans muziekinstallatie grote ballen Uitleg Alle kinderen zijn pieten die net van de boot komen. Op Sinterklaasmuziek doen ze verschillende loopvormen en bewegingen. Ze lopen rond en tikken afwisselend rechts en links de grond aan. Vervolgens lopen ze rond, terwijl ze met hun handen hun enkels vasthouden. Dan trekken ze tijdens het lopen hun knieën op (als het paard van Sinterklaas), waarbij ze met een elleboog een knie aantikken. Aanwijzing Probeer tijdens alle opdrachten zo veel mogelijk alles op het ritme van de muziek te doen. Variatie Rondje om je as draaien. Beide handen op de grond zetten en met je benen de lucht in zwaaien (op handen leren steunen). Met een bal (pakje) rondlopen en daarmee trucjes doen. Huppelen met tweetallen, elkaar volgen en nadoen. De kinderen zelf bewegingen laten bedenken en elkaar laten nadoen. Oefening Pakjes in de schoorsteen hoepels grote ballen touwtjes pylonen MUZIEK EN RITME ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Uitleg Alle kinderen (pieten) staan ter hoogte van de pylonen. Ze mikken een bal in een hoepel, alsof ze een pakje in de schoorsteen gooien. De hoepels zijn in het doel of in het hek opgehangen. Aanwijzing Bovenhands en onderhands gooien. Met een been uitstappen bij het gooien. Rechts gooien is met je linkerbeen uitstappen, links gooien betekent met je rechterbeen uitstappen. Variatie Heeft een piet drie keer een bal in een hoepel gegooid, dan de afstand tot de hoepel vergroten. Welke piet heeft als eerste vijf pakjes in de schoorsteen? Of: elk pakje in de schoorsteen is een punt, wie haalt in een minuut de meeste punten?

49 Les Sinterklaas BALANCEREN Oefening Piet op het dak grote ballen touwtjes stokken ringen Uitleg Alle kinderen (pieten) lopen over het touw (dakgoot). Ze houden daarbij een grote bal (pakje) in hun handen. Terwijl ze balanceren, moeten ze met een hand de grond aantikken. Vervolgens draaien ze een rondje om hun as op het touw. Aanwijzing Balans zoeken. Voeten mogen alleen op het touw. Variatie Met de rechtervoet de grond aantikken, links voor je naast het touw. Met de linkervoet de grond aantikken, rechts voor je naast het touw. Met de bal de grond aantikken. Achteruit lopen over het touw. De bal opgooien tijdens het lopen. Met stok en ring lopen. In tweetallen werken met één bal: degene op het touw krijgt een bal onderhands toegeworpen en moet deze vangen, terwijl hij op het touw blijft staan. KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening Pakjesavond stokken ringen pylonen Uitleg Alle kinderen (pieten) mikken met stok en ring op het doeltje, alsof ze een pakje in de schoorsteen mikken. De kinderen halen vervolgens zelf de ring op, keren terug bij de pylon en proberen het opnieuw. Aanwijzing Stok vasthouden als een hockeystick bij de push; de linkerhand bovenaan en de rechterhand halverwege. De ring iets meenemen om vaart te maken en dan pushen. Variatie De ring niet alleen vanaf de forehandkant spelen, maar ook vanaf de backhandkant. Afstand naar het doeltje (schoorsteen) vergroten. Hoeveel pakjes heeft een kind in één minuut door de schoorsteen gekregen? In tweetallen werken met één bal: naar elkaar pushen door een doeltje (schoorsteen).

50 9 Les Bert en Ernie Oefening Bert en Ernie spelen stuiterbal hoepels grote ballen pylonen ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Uitleg Twee kinderen (Bert en Ernie) stuiten de bal naar elkaar over. De bal moet in de hoepel stuiten. Aanwijzing Bal vanaf de hoogte van je middel in de hoepel laten vallen. Een kommetje van je handen maken en hierin de bal vangen. Variatie De bal vanaf hoofdhoogte laten vallen in de hoepel, waarna het andere kind de bal vangt. De bal met twee handen onderhands via een boogje in de hoepel gooien, waarna het andere kind de bal vangt. Tellen hoe vaak dit in één minuut goed gaat. Afstanden vergroten. De ontvanger in zijn handen laten klappen, waarna zijn maatje de bal in de hoepel gooit. Oefening Naar de overkant KNOTSHOCKEYVORMEN stokken ringen pylonen Uitleg Alle kinderen zijn opgedeeld in twee groepen (Bert en Ernie), die elk aan een kant van het vierkant staan. Beide groepen moeten tegelijk met stok en ring de weg oversteken. Aanwijzing Goed kijken waar je loopt. Niet botsen; leren uitwijken. Stok vasthouden als een hockeystick tijdens het drijven; de linkerhand bovenaan en de rechterhand halverwege (je moet op je horloge om je linkerpols kunnen kijken). Armen goed van het lichaam vandaan. De ring iets rechts voor je lichaam houden. Variatie De kinderen tegelijk vanaf alle vier de lijnen van het vierkant laten starten. Nu komen er kinderen van voren, maar ook van links en rechts, dus extra goed opletten.

51 0 Les Bert en Ernie SPRINGEN Oefening Touwtjespringen 9 9 touwtjes Uitleg Bert en Ernie gaan touwtjespringen. Twee kinderen draaien een lang touw rond (twee aan elkaar geknoopte touwen). Het derde kind staat in het midden en springt over het touw. Aanwijzing Kinderen leren draaien. Op tijd opspringen. Variatie Alle kinderen met een eigen touw laten touwtjespringen. TRAPPEN, SLAAN EN STOPPEN Oefening De lucht in! plankjes tennisballen pylonen Uitleg Alle kinderen werken in tweetallen. Het ene kind (Bert) heeft een plankje en slaat hiermee een tennisbal iets omhoog. Zijn maatje (Ernie) laat de bal een keer stuiten en vangt hem vervolgens. Na vijf beurten wisselen Bert en Ernie van taak. Aanwijzing De bal op het plankje kijken. Niet te hoog slaan in eerste instantie. De bal uit de hand of na stuit slaan. Variatie De bal in een boogje naar de vanger toe slaan (zie rechts op de tekening). De bal steeds hoger slaan. De bal zonder stuit vangen.

52 Les Prinsessen en ridders Oefening De grote ridder-race TIKSPELEN pylonen Uitleg De kinderen (ridders) staan in tweetallen tegenover elkaar. Het ene kind (ridder één) steekt zijn hand horizontaal uit. Als het andere kind (ridder twee) op zijn hand tikt, rent deze weg tot voorbij de rij pylonen. Ridder één probeert ridder twee te tikken. Na twee beurten wisselen van taak. Aanwijzing Arm goed strekken. Niet hard slaan. Voordat je een tikje geeft al ingedraaid staan in de richting waar je naartoe moet rennen. Laat als trainer kinderen die even snel zijn tegen elkaar rennen. Variatie Afstand vergroten. Ridder één zijn ogen laten sluiten, zodat hij niet ziet wanneer hij het tikje op zijn hand krijgt. Oefening Prinsessendans grote ballen ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Uitleg Alle kinderen (dansende prinsessen) lopen in de cirkel met een bal in beide handen. Op het teken van de trainer houden zij de bal hoog in de lucht of juist laag bij de grond. Andere opdrachten: de bal links of rechts naast je, met de bal de grond aantikken, de bal opgooien en één keer laten stuiten. Aanwijzing Bal tussen twee handen vasthouden. Handen in een kommetje. Variatie Tijdens het lopen de bal voor je op de grond stuiten. De bal opgooien en in je handen klappen, voordat je de bal vangt. De bal opgooien en op je hoofd/schouder laten stuiten, voordat je de bal vangt.

53 Les Prinsessen en ridders KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening De ridder en de prinses knotsen knotsballen Uitleg Het ene kind van het tweetal (ridder) heeft een knots en een bal. Hij loopt hiermee rond en het andere kind (prinses) volgt hem waar hij gaat. Alsof de prinses bij de ridder achterop het paard zit. Op tijd wisselen van taak. Aanwijzing De knots vasthouden als een hockeystick; de linkerhand bovenaan en de rechterhand halverwege (je moet op je horloge om je linkerpols kunnen kijken). Armen goed van het lichaam vandaan. Bal rechts voor je lichaam drijven. Variatie Met drie kinderen in een slinger lopen, met vier kinderen, etc. Met de hele groep elkaar volgen. TRAPPEN, SLAAN EN STOPPEN Oefening In de roos tennisballen touwtjes pylonen Uitleg De kinderen zijn ridders die meedoen aan een schietwedstrijd. Met hun voeten mikken zij een tennisbal op een roos. De roos is gemaakt van touwtjes; een klein rondje in het midden, met daar omheen twee grotere rondjes. Ridder één mikt op de roos, ridder twee rolt de bal terug. Na vier beurten wisselen. Aanwijzing Niet te hard schieten. Schieten met de binnenkant van de voet. Met zowel links als rechts schieten. Proberen met de tennisbal zo dicht mogelijk in de binnenste cirkel te komen. Variatie De bal met één hand rollen. Elke cirkel een aantal punten toekennen, bijvoorbeeld de buitenste cirkel één punt en de middelste vijf. Hoeveel punten hebben de kinderen na drie beurten?

54 Les 9 In het kasteel Oefening De schatkamer en de draak knotsen knotsballen pylonen Uitleg Alle kinderen zijn verdeeld in tweetallen. Het ene kind rolt een bal (draak) richting het doel (schatkamer), net naast het andere kind dat op zijn knieën voor het doel zit. De ontvanger mag de bal alleen met de armen tegenhouden, in een poging de schatkamer te bewaken. Na vijf beurten wisselen van taak. Aanwijzing De roller: bal goed naast het op de knieën zittende kind rollen. Niet te hard rollen in het begin. De ontvanger: zijwaarts vallen; langzaam afrollen over bovenbenen, romp en armen, hoofd opgetild houden. Variatie Doel vergroten. Afstand tot het doel vergroten. Harder rollen. Twee ballen achter elkaar rollen. Met de knots een zachte bal spelen. Oefening De bakker en de zak meel TRAPPEN, SLAAN EN STOPPEN SAMEN/ALLEEN foambuizen pylonen Uitleg Alle kinderen staan in tweetallen met de rug tegen elkaar aan, met de armen in elkaar gehaakt. De ene speler buigt voorover en tilt zijn maatje iets van de grond. Daarna loopt hij met de ander op zijn rug naar een pylon, over een afstand van circa drie meter. Aanwijzing Goed vasthouden. Armen ingehaakt houden. Iets door de knieën bij het tillen. Rustig liggen als je getild wordt. Variatie Afstand vergroten. Over een obstakel (bijvoorbeeld een foambuis) stappen als tiller.

55 Les 9 In het kasteel ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Oefening De gestolen kroon grote ballen pylonen Uitleg In het vierkant gooien drie kinderen een bal (kroon) over. Tussen hen in staat een dief, die probeert de kroon te stelen. Heeft de dief de bal gevangen/tegengehouden, dan legt hij een pylon om. Bij vijf omgelegde pylonen komt er een nieuwe dief. Aanwijzing Goed kijken waar de dief staat. Gooien naar een medespeler die vrij staat. Variatie De bal rollen in plaats van gooien. KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening Optreden voor de koning knotsen knotsballen pylonen Uitleg De groep is in tweeën gesplitst. De ene helft van de groep is koning, de andere helft treedt op. Na drie minuten wisselen van taak. De kinderen die optreden maken met de knots en de bal rondjes om zichzelf heen. Ze staan zelf stil op de plek, waarbij de bal in de rondte gaat. Ook achtjes met de bal maken door de eigen benen. Aanwijzing Linkerhand bovenaan, rechterhand halverwege de knots. Armen zijn van het lichaam af. Variatie Knots in één hand, zowel rechts als links. Met de handen de bal met een stuit tussen de benen door spelen. Grote bal stuiten met links en rechts. De bal naar de koning stuiten, die hem vangt en terugspeelt.

56 Les 0 Scoren Oefening Superspitsen SAMEN/ALLEEN knotsen knotsballen pylonen Uitleg De kinderen bewegen in tweetallen door het vierkant. Je kunt als tweetal scoren door een bal over te spelen door een doeltje. Het is niet toegestaan om twee keer achter elkaar in hetzelfde doeltje te scoren. Wissel na drie minuten van maatje. Aanwijzing Bij lopen met de bal: linkerhand bovenaan de knots, rechterhand halverwege. Armen goed van het lichaam vandaan en de bal ligt rechts voor je. Bij scoren: linkerhand bovenaan, rechterhand halverwege. Knots gaat over de grond. Uitstappen met je linkervoet, zodat je zijwaarts komt te staan in de speelrichting (de schouderlijn wijst in richting van het doel). Bal ter hoogte van linkervoet. Variatie Wedstrijdje: welk tweetal heeft na drie minuten de meeste doelpunten? Oefening Vliegende score plankjes tennisballen pylonen kleine doeltjes TRAPPEN, SLAAN EN STOPPEN Uitleg Alle kinderen zijn verdeeld in tweetallen. Het ene kind (slagman) heeft een plankje en een tennisbal. Hij probeert de tennisbal over het doel heen in een vierkant te slaan. In dit vierkant staat zijn maatje (vanger), die probeert de geslagen bal te vangen. Na vijf ballen wisselen van taak. Aanwijzing Onderhands slaan; de plank gaat van beneden naar boven (alsof je iemand een tikje op zijn billen geeft). Twee kinderen per doel en twee kinderen per vierkant. Variatie Pylonen op de lat van het doel zetten, zodat de kinderen deze eraf kunnen mikken.

57 TIKSPELEN Les 0 Scoren Oefening Spitsentikkertje knotsen knotsballen pylonen Uitleg Alle kinderen zijn verdeeld in tweetallen. Voor het ene kind (tikker) ligt een bal, op circa twee meter afstand. Zijn maatje (loper) drijft deze bal met zijn knots over de achterlijn. Voordat hij over de achterlijn is, probeert de tikker hem te tikken. Om de beurt tikken en lopen met de bal. Na vijf minuten andere tweetallen vormen. Aanwijzing Bij lopen met de bal: linkerhand bovenaan de knots, rechterhand halverwege. Armen goed van het lichaam vandaan en de bal ligt rechts voor je. Knots is altijd op de grond. Ingedraaid staan om te kunnen lopen met de bal. Als loper een schijnbeweging maken, door net te doen alsof je de bal pakt (verwarring bij tegenstander creëren). Variatie Bal dichterbij de tikker leggen, bijvoorbeeld meter. De te lopen afstand naar de achterlijn vergroten. KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening Knotshockey knotsen knotsballen pylonen Uitleg Wedstrijdje knotshockey één tegen één. Elke speler heeft twee doeltjes om te verdedigen en twee doeltjes om in te scoren. Scoren doe je door de bal door het doeltje te drijven. De doeltjes zijn circa twee meter breed, de afstand van achterlijn naar achterlijn is circa tien meter. Na vijf minuten wisselen van tegenstander. Aanwijzing Bij lopen met de bal: linkerhand bovenaan de knots, rechterhand halverwege. Armen goed van het lichaam vandaan en de bal ligt rechts voor je. Knots is altijd op de grond. Laat als trainer de kinderen tussendoor rusten. Variatie Wisselen van partner. Als trainer de sterke spelers aan elkaar koppelen en de minder sterke spelers.

58 Les Hans en Grietje (binnenles) Oefening Hobbelweg lange mat grote ballen open kastdeeltjes hoepels pylonen Uitleg De kinderen lopen over een lange mat met daaronder ballen en open kastdeeltjes (ze lopen over een hobbelweg). Op de terugweg lopen de kinderen een slalom van hoepels (over de weg lopen met papa en mama). Aanwijzing Laat de kinderen een voor een lopen zodat de kinderen niet tegen elkaar aan lopen. Variatie Wie kan het snelst, achteruit, door de hoepels of rondje om de as in een hoepel. Oefening Steentjes leggen matjes banken open kastdeeltjes reuterplanken tennisballen pylonen LOPEN EN GAAN ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN Uitleg Maak een koprol op een matje en rol daarna een bal over een bank. De bal moet uiteindelijk in een open kastdeel terecht komen Aanwijzing Maak een koprol vanuit hurkzit en zet de handen tussen de benen op de grond. Variatie Voor kinderen die moeite hebben met het maken van een koprol; laat ze om hun as rollen op het matje of maak een schuin vlak van een matje op een reuterplank. De kinderen staan dan op het hoge deel en maken een koprol op het matje naar het lage deel toe (let op dat de kinderen met de benen op het hoge deel hurken).

59 Les Hans en Grietje (binnenles) KNOTSHOCKEYVORMEN Oefening Broodkruimels eten knotsen grote ballen pylonen Uitleg Dit is paaltjes hockey. Alle kinderen hebben een knots en een pylon. De kinderen moeten elkaars pylon omschieten (de broodkruimels (pylonen) worden opgegeten door de vogels). Aanwijzing Houd de handen in de zelfde stand zoals bij het drijven bij hockey. Variatie Gebruik twee ballen, één kind heeft geen paaltje en hoeft daardoor geen eigen kegel te verdedigen.

60 9 Les Roodkapje (binnenles) Oefening Buik van de wolf lintjes hoepels pittenzakjes open kastdeel Uitleg Gooi vanuit een hoepel het pittenzakje in een open kastdeel (stenen in de buik van de wolf). Aanwijzing Gooi het pittenzakje met een boogje, alsof je iemand een tikje op zijn billen geeft (de hand met het pittenzakje beweegt van onder naar boven). Variatie Hang lintjes op in een wandrek en probeer vervolgens vanuit een hoepel een lintje een pittenzakje te raken. Tel de punten; x gooien en hoeveel punten heb je? Oefening Grootmoeder door het bos ROLLEN, STUITEN, WERPEN EN VANGEN BALANCEREN banken matje grote bal pylonen Uitleg De kinderen lopen in tweetallen over een omgekeerde bank. De een loopt op de bank en de ander loopt ernaast en houd eventueel hand vast. Op de terugweg lopen ze over een wip (op weg naar grootmoeder door het bos). (De wip is een omgekeerde bank. Leg daar een matje over heen en over het matje in de breedte weer een omgekeerde bank). Aanwijzing Loop niet te snel, wacht rustig tot bank kiept, daarna pas doorlopen. Laat iemand ernaast lopen en hou eventueel de hand vast. Variatie Loop het parkoers met een bal in de hand.

61 0 Les Roodkapje (binnenles) TIKSPELEN Oefening Wegrennen voor de wolf matjes lintjes Uitleg Tikkertje. Leg in vier hoeken van de gymzaal een mat neer. Ze proberen van de ene naar de andere mat over te lopen. Ze mogen niet getikt worden. De kinderen zijn vrij op de mat. Wanneer een kind getikt is raakt hij of zij alle verzamelde punten kwijt. Gebruik twee tikkers. Aanwijzing Alle kinderen beginnen met vier punten. Je raakt één punt kwijt wanneer je getikt wordt; loop je over naar een andere mat zonder getikt te worden, dan krijg je er één punt er bij. Variatie Gebruik twee tikkers.

62 Periode Vanaf januari tot einde seizoen

Funkey lesmap voor verenigingen

Funkey lesmap voor verenigingen 01 Funkey lesmap voor verenigingen 02 Colofon Uitgave Koninklijke Nederlandse Hockey Bond Postbus 2654 3430 GB Nieuwegein www.knhb.nl Teksten KNHB Remco van Staveren Fotografie KNHB/Koen Suyk Redactie

Nadere informatie

Funkey+ Funkey lesmap voor verenigingen

Funkey+ Funkey lesmap voor verenigingen Funkey+ 0 0 0 0 9 9 9 9 9 9 9 9 9 Periode Vanaf aanvang seizoen tot de herfstvakantie Les Feestje Les Muziek Les Dierentuin Les Verkeer Les Circus Les Samenwerken Les In het bos Les Vliegtuigen Les 9 Auto

Nadere informatie

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker?

Warming up. Shuttle tikkertje. Hoe lang? Doel van het spel Wat heb ik nodig? Organisatie. Start. Speelregels Hoe maak ik het makkelijker? Warming up Shuttle tikkertje warming up met shuttle 1 shuttle en evt. lint(en) voor de tikker(s) Alle kinderen lopen in de zaal, een tikker wordt aangewezen. Deze tikker heeft een shuttle in de hand waarmee

Nadere informatie

Funkey Koningsspelen voor Kleuters

Funkey Koningsspelen voor Kleuters Funkey Koningsspelen voor Kleuters Kledingsuggestie: Laat leerlingen in rood, wit, blauw en oranje (4 groepjes) of als prins(ess)en verkleed komen! Maak groepjes van max. 8 kinderen. Kies voor iedere spelronde

Nadere informatie

S.V. Kampong G/LG-Hockey Marije de Meij juli Samenvatting pilot aangepast Funkey

S.V. Kampong G/LG-Hockey Marije de Meij juli Samenvatting pilot aangepast Funkey Samenvatting pilot aangepast Funkey 2014 2016 Inleiding In september 2014 is er bij het G/LG-hockey van S.V. Kampong hockey een pilot gestart waarin er sportmogelijkheid geboden kon worden voor jonge kinderen

Nadere informatie

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen,

Aankleding: ballonnen, slingers, rode neuzen, jongleerspullen, Event Circus Het event vindt plaats tijdens het lesuur. Ouders zijn uitgenodigd om te komen kijken en mogen ook assisteren op de baan. Van te voren wordt kort aan de kids uitgelegd dat er deze les 5 oefeningen

Nadere informatie

Augustus DSC Kerkdriel De Leidraad Kanjers. Jeugdopleidingsplan DSC Kerkdriel

Augustus DSC Kerkdriel De Leidraad Kanjers. Jeugdopleidingsplan DSC Kerkdriel Augustus 2016 DSC Kerkdriel De Leidraad Kanjers Lenard Weber / Hein Lamers Voor: Technische zaken DSC Kerkdriel September INHOUDSOPGAVE Voorpagina 1 Inhoudsopgave 2 Inleiding 3 Planning 4 1 tegen 1 vormen

Nadere informatie

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk?

SPEL 1. Kangoeroe buidel-dief. Doel: Uitleg: Te moeilijk? Te makkelijk? SPEL 1 Kangoeroe buidel-dief Alle kangoeroe s (kinderen) hebben wat lekkers in hun buidel, op 1 kangoeroe na. Die kangoeroe probeert het lekkers van de andere kangoeroe s af te pakken totdat die alles

Nadere informatie

De vernieuwde spelvormen

De vernieuwde spelvormen De vernieuwde spelvormen Clinic 1 onderbouw (U9-U11-U13) Seizoen 2017-2018 Inleiding In deze syllabus wordt er vooral aandacht besteed aan de vernieuwde spelvormen voor de Start2Volley-tornooien. Wat toelichting:

Nadere informatie

Prinsen en prinsessen les 8. Doelen:

Prinsen en prinsessen les 8. Doelen: Prinsen en prinsessen les 8 Doelen: - De speler kan hard rennen met grotere stappen en is snel/vlug met kleinere stappen - De speler kan een aankomende bal in vanuit beweging vangen - De speler kan een

Nadere informatie

Standaard jaarplanning E pupillen en D jeugd (8-11 jaar)

Standaard jaarplanning E pupillen en D jeugd (8-11 jaar) Floorball training Standaard jaarplanning E pupillen en D jeugd (8-11 jaar) Deze standaard jaarplanning is een hulpmiddel voor alle jeugdtrainers. Met deze planning kan je het hele seizoen vullen met leuke

Nadere informatie

Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven:

Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven: Deze warming up is geschikt voor alle groepen. De warming up bestaat uit verschillende baloefeningen die hieronder worden beschreven: Bal op het hoofd Bal op de neus Bal om het hoofd heen Bal op de heupen

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 BADMINTON LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen kunnen onderhands opslaan met een shuttle. - Ze houden het racket vast bij het handvat met de shake-hand greep. Groep 5/6 - Leerlingen spelen

Nadere informatie

Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal.

Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal. Warming-up Dit is voor alle groepen geschikt: de warming-up bestaat uit verschillende trucjes met de bal. Alle leerlingen staan aan één helft van de gymzaal verspreid met allemaal een bal. De trainer staat

Nadere informatie

Aankleding: koffers, zwembadje (bij mooi weer), strandballen, opblaas materiaal, parasol

Aankleding: koffers, zwembadje (bij mooi weer), strandballen, opblaas materiaal, parasol Event Op vakantie Het event vindt plaats tijdens het lesuur. Ouders zijn uitgenodigd om te komen kijken en mogen ook assisteren op de baan. Van te voren wordt kort aan de kids uitgelegd dat er deze les

Nadere informatie

Aankleding: speelgoed zwaarden, kroontjes, prinsen- en prinsessenkleding

Aankleding: speelgoed zwaarden, kroontjes, prinsen- en prinsessenkleding Event Prinsen en Prinsessen Het event vindt plaats tijdens het lesuur. Ouders zijn uitgenodigd om te komen kijken en mogen ook assisteren op de baan. Van te voren wordt kort aan de kids uitgelegd dat er

Nadere informatie

Leskaarten muurkaatsen

Leskaarten muurkaatsen Leskaarten muurkaatsen Muurkaatsen Opbouw Spelvormen Muurkaatsen Kaatstennis Flyball Leskaarten muurkaatsen Najaar 2010 Vlot te doen Volop actie!! Maaike Osinga Inhoudsopgave Inleiding...3 Spelregels muurkaatsen

Nadere informatie

LES 37. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, springen, mikken. DOELSTELLINGEN:

LES 37. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, springen, mikken. DOELSTELLINGEN: LES 37. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Wandrek klimmen - De leerling klimt vlot in het wandrek naar boven en omlaag. Hurksprong: - De leerling zet af met 2 voeten op de plank en landt op zijn

Nadere informatie

Circus les 6. Doelen:

Circus les 6. Doelen: Circus les 6 Doelen: - De speler heeft snelle voeten - De speler kan jongleren - meerdere ballonnen in de lucht houden - De speler oefent oog-hand coördinatie - De speler kan hardop de telling bijhouden

Nadere informatie

Volleybal binnen het basisonderwijs

Volleybal binnen het basisonderwijs Volleybal binnen het basisonderwijs Voorwoord Voor u ligt HET volleybalboek voor het basisonderwijs. Aan de hand van deze uitgeschreven oefenvormen en lessen kunt u als leerkracht stoere, uitdagende volleyballessen

Nadere informatie

Vormen voor Warming up

Vormen voor Warming up Vormen voor Warming up Warming-up; panna-tikkertje 1. Maak een vak waarin alle spelers dribbelen met een bal. 2. Eén speler wordt als tikker aangewezen. 3. De tikker probeert zonder bal zoveel mogelijk

Nadere informatie

Circus les 5. Doelen:

Circus les 5. Doelen: Circus les 5 Doelen: - De speler heeft snelle voeten - De speler kan jongleren - meerdere ballonnen in de lucht houden - De speler oefent oog-hand coördinatie - De speler oefent concentratie/focus door

Nadere informatie

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan

LES 38 GROEP: 3 t/m 8 Handstand, mikken, over de kop gaan LES 38 GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Handstand - De leerling kan als een spinnetje tegen de muur op lopen. Mikken - De leerling kan de bovenhandse strekworp gericht uitvoeren. Rollen: - De leerling

Nadere informatie

Circus les 8. Doelen:

Circus les 8. Doelen: Circus les 8 Doelen: - De speler beweegt snel met de voeten en houdt balans bij de ladder oefeningen - De speler kan een aankomende bal in stilstand vangen met 2 handen na 1 of meerdere stuiten - De speler

Nadere informatie

OCHTEND BOVENBOUW. Atletiek. 1 Sprint. 2 Balwerpen. 3 Verspringen. 4 Hoogspringen. 5 Hordenloop. 6 Speerwerpen

OCHTEND BOVENBOUW. Atletiek. 1 Sprint. 2 Balwerpen. 3 Verspringen. 4 Hoogspringen. 5 Hordenloop. 6 Speerwerpen 1 OCHTEND BOVENBOUW Atletiek 1 Sprint 2 Balwerpen 3 Verspringen 4 Hoogspringen 5 Hordenloop 6 Speerwerpen 2 OCHTEND ONDERBOUW SPEL 1 Voetbal 4-4/ 2VELDJES 2 Lijnbal 4-4 / 2 VELDJES 3 Behendigheid 4 Reuzebal

Nadere informatie

Leskaart les 5, ronde 3

Leskaart les 5, ronde 3 Leskaart les 5, ronde 3 (De tweede les na schooltijd) B. Ronde 3. Spelen in kleine groepen: Station 1: Spel 2 2 + keeper Station 2: Spel 3 2 + keeper Organisatie: Kinderen verdelen over 2 stations Station

Nadere informatie

Circus les 1. Doelen:

Circus les 1. Doelen: Circus les 1 Doelen: - De speler kan meerdere keren de bal stuiten, waarbij niet te hard op de bal geslagen wordt - De speler kan onderhands en bovenhands een bal geplaatst gooien met een aangepaste bewegingsuitslag

Nadere informatie

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken Lesonderdeel: Vak 1: Mikken Vak 2: Klimmen en rollen Vak 3: Touwtje/hoepel Springen Springen over zelf rondgedraaid touw Gooien, klimmen Bewegingsthema: Springen Klimmen Mikken Groep: 5 6 Lesweek 6 Les

Nadere informatie

LES 34. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, tikspelen, Stoeien. DOELSTELLINGEN:

LES 34. GROEP: 3 t/m 8 Klimmen, tikspelen, Stoeien. DOELSTELLINGEN: LES 34. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: Steile wand klimmen - De leerling klimt vlot met behulp van het touw tot bovenaan de berg. Stoeicircuit: - De leerling speelt zonder conflicten het spel

Nadere informatie

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken

Bewegingsthema: Springen. Klimmen. Mikken Lesonderdeel: Vak 1: Mikken Vak 2: Klimmen en rollen Vak 3: Touwtje/hoepel Springen Springen over zelf rondgedraaid touw Gooien, klimmen Bewegingsthema: Springen Klimmen Mikken Groep: 7 8 Lesweek 6 Les

Nadere informatie

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 5 6

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 5 6 Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 5 6 Inleiding Schaduwlopen Kinderen staan in tweetallen verspreid over de zaal. Nummer 2 volgt zo dicht mogelijk nummer 1, zonder botsingen. Na 20 seconden wisselen

Nadere informatie

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje

Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders. Superhandig. boekje Let s Smash! StreetSmash Spellenboek Voor Sportleiders Superhandig boekje 1 Inleiding SMASH! SMASH! is het nieuwe volleybalprogramma voor kinderen en jongeren tot en met 18 jaar. Met SMASH! brengen we

Nadere informatie

Het spellenboek. De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent:

Het spellenboek. De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent: Het spellenboek De plaatjes laten zien wat je bij elk spelletje nodig hebt. Hieronder zie je wat elk plaatje betekent: Mandje vullen Voor dit spel zijn minimaal twee kinderen nodig. Stap 1: Verdeel de

Nadere informatie

CMV 6-7. Inhoudsopgave

CMV 6-7. Inhoudsopgave CMV 6-7 Inhoudsopgave 10-bal niveau 2 2 Mooie balletjes opzetten (B) 3 Gooien en vangen level 1 4 Estafette 6 Rollen en mikken 7 Stuiteren 8 Balparcours 10 Bovenhands mikken 11 Gooien en vangen level 2

Nadere informatie

Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Zomerspelen

Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Zomerspelen Les 6 - Gymlessen (middenbouw) Zomerspelen Les 1: vier zomersporten Inleiding: Warming-up Kern: Vier zomersporten Afsluiting: Olympische ringen werpen 5 minuten 30 minuten Olympische waarden: Tijdens de

Nadere informatie

LES 42. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, springen, doelspelen

LES 42. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, springen, doelspelen LES 42. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLING: Groep 3/4 Touwzwaaien met bewegend touw: - De leerling kan in een zwaaiend touw springen. Hoogspringen: - De leerling kan met 1 voet afzetten en landen op zijn voeten.

Nadere informatie

LES 3. GROEP 3 t/m 8 HANDBAL. DOELSTELLINGEN:

LES 3. GROEP 3 t/m 8 HANDBAL. DOELSTELLINGEN: LES 3. GROEP 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerling vangt een goed aangegooide bal in een balspel. - De leerlingen kan de bal gericht naar een medespeler gooien. Tips: - Maak deze les groepen

Nadere informatie

Groep 3/4 - De leerlingen houden de hockeystick op de juiste manier vast. - De leerlingen kennen de regels wat betreft de veiligheid van hockey.

Groep 3/4 - De leerlingen houden de hockeystick op de juiste manier vast. - De leerlingen kennen de regels wat betreft de veiligheid van hockey. LES 1. GROEP 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen houden de hockeystick op de juiste manier vast. - De leerlingen kennen de regels wat betreft de veiligheid van hockey. Groep 5/6 - De leerlingen

Nadere informatie

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen.

LES 7. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, tikspelen, springen. LES 7. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Touwzwaaien: - De leerling zwaait heen en weer en landt op de bank. Brandweerspel: - Als brandweer handelt de leerling snel als zijn of haar brand geblust

Nadere informatie

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8

Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8 Lesthema Sprinten 3: Teamsprint Groep 7 8 Inleiding Schaduwlopen Kinderen staan in tweetallen verspreid over de zaal. Nummer 2 volgt zo dicht mogelijk nummer 1, zonder botsingen. Na 20 seconden wisselen

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS. LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen letten heel de tijd goed op de bal/ blijven kijken naar de bal - De leerlingen kunnen de bal op het racket balanceren - De oog-hand coördinatie

Nadere informatie

De gymles van begin tot eind

De gymles van begin tot eind De gymles van begin tot eind Eenvoudige inleidingen en afsluitingen voor een gymles Iedereen kent het wel: je gaat gymles geven en je gymzaal staat vol met materialen voor de kern van de les. Hoe kun je

Nadere informatie

Clinic Spelvormen Start2Volley-clinic 2 Seizoen

Clinic Spelvormen Start2Volley-clinic 2 Seizoen Clinic vormen Start2Volley-clinic 2 Seizoen 2016-2017 Inleiding Binnen deze clinic staan de spelvormen (het derde gedeelte binnen de jeugdtraining) centraal. De reden hiervoor ligt voor de hand. Nog al

Nadere informatie

Op vakantie les 9. Doelen: zich snel te verplaatsen. handen. punt. (open ruimte opzoeken)

Op vakantie les 9. Doelen: zich snel te verplaatsen. handen. punt. (open ruimte opzoeken) Op vakantie les 9 Doelen: - De speler kan snel opzij stappen, draaien en springen om te ontwijken of om zich snel te verplaatsen - De speler kan een aankomende bal in stilstand en in beweging vangen met

Nadere informatie

Gymlessen (onderbouw) Zomerspelen

Gymlessen (onderbouw) Zomerspelen Gymlessen (onderbouw) Zomerspelen Les 1: drie zomeroefeningen Inleiding: Roeien Kern: Drie zomeroefeningen Afsluiting: Reactiespel 10 minuten 25 minuten 10 minuten Olympische waarden: Bij de Olympische

Nadere informatie

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning:

LES 21. GROEP: 3 t/m 8 Springen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: Groep 3/4. Freerunning: LES 21. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Free running: - De leerling kan op eigen niveau verschillende hindernissen passeren. Tikstrijd: - De tikker richt zich op alle lopers. - De leerling houdt

Nadere informatie

Prinsen en prinsessen les 9. Doelen:

Prinsen en prinsessen les 9. Doelen: Prinsen en prinsessen les 9 Doelen: - De speler heeft snelle voeten - De speler kan gericht gooien - De speler kan een rally spelen - De speler is gericht op geen fouten maken 1 Oefening 1 Bewegingsvaardigheden

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 TENNIS. LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen letten heel de tijd goed op de bal/ blijven kijken naar de bal - De leerlingen kunnen de bal op het racket balanceren - De oog-hand coördinatie

Nadere informatie

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen

LES 41. GROEP: 3 t/m 8 Zwaaien, Springen, Doelspelen LES 41. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN Groep 3/4: Mikken met touwzwaaien. - De leerling kan al zwaaiend, met de voeten een pittenzakje in een hoepel leggen. Vies en lekkertje. - De loper rent als hij niet

Nadere informatie

Schoolzwemmen. Leerlijnoefeningen Ondiep Diep Benodigdheden Aandachtspunten. Klimmen op een drijvende mat en vervolgens gaan staan.

Schoolzwemmen. Leerlijnoefeningen Ondiep Diep Benodigdheden Aandachtspunten. Klimmen op een drijvende mat en vervolgens gaan staan. Leerlijn Balanceren Klimmen op een drijvende mat. Vervolgens gaan staan op de drijvende mat. Dan eraf springen. Houd indien nodig één hand van de kinderen vast. Klimmen op een drijvende mat en vervolgens

Nadere informatie

Inleiding. Kern. Groep 3 en 4 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Inleiding. Kern. Groep 3 en 4 Les 1 Klassikale les. Kerndoel Les 1 Klassikale les Inleiding Kern Materiaal als werpen, vangen, voortbewegen met een bal. De leerlingen kunnen een opstuitende bal vangen. 10 minuten - Lucht-/tennisbal - Zachte bal - Bank Materiaal

Nadere informatie

Training kaboutergroep:

Training kaboutergroep: Training kaboutergroep: De kaboutergroep bestaat uit 36-56 jongens en/of meisjes die op een speelse manier in contact komen met de voetbalsport. Met meerdere trainers wordt de totale groep tijdens de training

Nadere informatie

Bouncebal. Voorbereiding voor hockeyvormen

Bouncebal. Voorbereiding voor hockeyvormen Bouncebal Bouncebal wordt gespeeld met een kunststof stick die voorzien is van een grote schuimkop. Naast het bekende teamspel waarbij een soort hockey gespeeld wordt, bieden de bouncebal sticks veel meer

Nadere informatie

Les 6 - Gymlessen (bovenbouw) Zomerspelen

Les 6 - Gymlessen (bovenbouw) Zomerspelen Les 6 - Gymlessen (bovenbouw) Zomerspelen Les 1: Hockey Inleiding: Warming-up Kern: Hockey 5 minuten 30 minuten Samen sta je sterker. In een team kun je uitblinken en je kunt als team boven jezelf uitstijgen.

Nadere informatie

Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2. Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Thema Aantal 24. Les. Beginopstelling veld

Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2. Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Thema Aantal 24. Les. Beginopstelling veld Doelgroep Voortgezet Onderwijs Domein Onderdeel Groep H2A Thema Aantal 24 Les Spel Floorball Individuele stick en balbehandeling 2 Beginopstelling veld Benodigdheden Groot Goaltjes klein 4x Sticks 24x

Nadere informatie

LES 26. GROEP: 3 t/m 8 Sportspelen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN:

LES 26. GROEP: 3 t/m 8 Sportspelen, Tikspelen, Mikken. DOELSTELLINGEN: LES 26. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Mattendribbelspel: - De leerling dribbelt voorzichtig langs de afpakkers heen. Mikken: - De leerling kan de bal overrollen naar de andere leerling over

Nadere informatie

Op vakantie les 2. Doelen:

Op vakantie les 2. Doelen: Op vakantie les 2 Doelen: - De speler beweegt snel met de voeten - De speler kan onderhands en bovenhands een bal geplaatst gooien met een aangepaste bewegingsuitslag - De speler kan vanuit beweging de

Nadere informatie

We gaan er vanuit dat de B en C junioren een uur training krijgen en op grootveld met keeper spelen. Je training ziet er dan zo uit:

We gaan er vanuit dat de B en C junioren een uur training krijgen en op grootveld met keeper spelen. Je training ziet er dan zo uit: Floorball training Standaard jaarplanning B en C junioren (12-15 jaar) Deze standaard jaarplanning is een hulpmiddel voor alle jeugdtrainers. Met deze planning kan je het hele seizoen vullen met leuke

Nadere informatie

Prinsen en prinsessen les 6. Doelen:

Prinsen en prinsessen les 6. Doelen: Prinsen en prinsessen les 6 Doelen: - De speler houdt het hoofd stil - De speler kan een gooi-rally spelen - De speler kan een rally spelen - De speler kan zich helemaal richten op de taak 1 Oefening 1

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 HOCKEY.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 HOCKEY. LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: - De leerling speelt als verdediger of als aanvaller. - De leerling kent de (veiligheids)regels van hockey en past deze ook toe. Groep 5/6 - De leerling kan een hockeybal

Nadere informatie

POULEINDELING GROEP 5 & 6

POULEINDELING GROEP 5 & 6 2017 POULEINDELING GROEP 5 & 6 POULEINDELING GROEP 7 & 8 PLATTEGROND VERZAMELPUNTEN SCHOLEN WEDSTRIJDSCHEMA GROEP 5/6 POULE ROZE WEDSTRIJDSCHEMA GROEP 5/6 POULE GROEN WEDSTRIJDSCHEMA GROEP 5/6 POULE BLAUW

Nadere informatie

Op vakantie les 5. Doelen:

Op vakantie les 5. Doelen: Op vakantie les 5 Doelen: - De speler kan zich op verschillende manieren snel verplaatsen - De speler kan de bal gericht weggooien en in stilstand vangen - De speler kan zelf een strandbal met een voorzichtige

Nadere informatie

Prinsen en prinsessen les 4. Doelen:

Prinsen en prinsessen les 4. Doelen: Prinsen en prinsessen les 4 Doelen: - De speler beweegt snel met de voeten - De speler kan de bal gericht hard gooien - De speler kan een horizontale zwaai laten zien - De spelers houden zelf het spel

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 HANDBAL LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4: - De leerling durft als keeper een zachte bal tegen te houden wanneer een leerling van hetzelfde niveau gooit. - De leerling vangt een goed aangegooide

Nadere informatie

Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het passen met de binnenkant voet Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching

Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het passen met de binnenkant voet Oefening 1A en 1B: warming up Inhoud Organisatie Aanwijzingen/ coaching Trainers: Teamfunctie: Aanvallen Teamtaak: Opbouwen; het verbeteren van het passen met de binnenkant voet Oefening 1A en 1B: warming up / coaching 1A Heen en terug: - 2x rustige looppas - 1xArmen zwaaien

Nadere informatie

Spel en oefenvormen voor hockey op school

Spel en oefenvormen voor hockey op school Spel en oefenvormen voor hockey op school Joeri Beunen Hockey is de ideale sport om op school aan te bieden. De leerlingen leren met anderen omgaan in groep, worden motorisch vaardiger en verwerven inzichten

Nadere informatie

Trainingsinhoud Coachaanwijzingen Tekening

Trainingsinhoud Coachaanwijzingen Tekening Datum : 07-02-2016 (Evaluatie training) Teamfunctie : Aanvallen Doelstelling technisch : Passen en meenemen in combinatie met 1 tegen 1 actie frontaal Doelstelling inzichtelijk : Fase 1, 2 en 3 Bewegingsscholing

Nadere informatie

OEFENINGEN HOCKEYPLAN SEIZOEN DEEL 2

OEFENINGEN HOCKEYPLAN SEIZOEN DEEL 2 OEFENINGEN HOCKEYPLAN SEIZOEN 2015-2016 DEEL 2 Onderstaand deel 2 met oefeningen welke speciaal door het Hockeyplan zijn geselecteerd. Deze oefeningen dienen als basis voor diverse technische/taktische

Nadere informatie

Bungelende emmer. Benodigdheden: emmertje, touw, kleine ballen Aantal spelers: 3+ Voorbereiding : geen Leeftijd: 4+ Soort: spel

Bungelende emmer. Benodigdheden: emmertje, touw, kleine ballen Aantal spelers: 3+ Voorbereiding : geen Leeftijd: 4+ Soort: spel Bungelende emmer Benodigdheden: emmertje, touw, kleine ballen Hang een emmertje met een touw aan een tak van een boom. Alle kinderen moeten nu vanaf een vast punt (zo n drie meter van de bungelende emmer

Nadere informatie

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL

LES 2. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL LES 2. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerling vangt een moeilijke hoge bal die door een medeleerling wordt aangegooid in een spelsituatie. - De leerlingen kennen de regels van lijnbal en

Nadere informatie

Bal in de hoepel gooien

Bal in de hoepel gooien Bal in de hoepel gooien Ga achter de lijn staan met een bal in je handen. Gooi de bal in de eerste hoepel vervolgens in de tweede dan de derde enz, enz. De bal mag de rand van de hoepel niet raken. Je

Nadere informatie

15 min. Stick Skills - Dominante hand hoog (3/4 de van de stick) - Andere hand helemaal bij het uiteinde van de stick

15 min. Stick Skills - Dominante hand hoog (3/4 de van de stick) - Andere hand helemaal bij het uiteinde van de stick Tijd Bewegingsactiviteiten Organisatie Aandachtspunten Stick Skills De leerlingen lopen kriskras door het veld met allemaal een eigen stick en eigen bal. Op teken van de docent (1 x fluiten) gooien de

Nadere informatie

Prinsen en prinsessen les 7. Doelen:

Prinsen en prinsessen les 7. Doelen: Prinsen en prinsessen les 7 Doelen: - De speler heeft snelle voeten - De speler kan de bal controleren op het racketblad - De speler kan een rally spelen - De speler houden zelf het spel op gang (samenwerken)

Nadere informatie

LES 5 Sportlessen. Kern: Drie winteroefeningen LES 1 - ONDERBOUW. Afsluiting: Reactiespel. Inleiding (10 minuten)

LES 5 Sportlessen. Kern: Drie winteroefeningen LES 1 - ONDERBOUW. Afsluiting: Reactiespel. Inleiding (10 minuten) LES 1 - ONDERBOUW LES 5 Sportlessen Drie winteroefeningen Inleiding: Bobslee Kern: Drie winteroefeningen Afsluiting: Reactiespel 10 minuten 25 minuten 10 minuten Inleiding (10 minuten) Bobslee Twee leerlingen

Nadere informatie

CMV Inhoudsopgave

CMV Inhoudsopgave CMV 8-10 Inhoudsopgave 10-bal niveau 2 2 Mooie balletjes opzetten (B) 3 Opslaan tegen de muur 4 CMV niveau 1 5 Estafette 6 Toetsen level 1 7 Uitleg CMV niveau 2 8 CMV niveau 2 9 Balparcours 10 Bovenhands

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 KORFBAL. LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: - De leerlingen kiest een afspeellijn die niet verdedigd wordt. - De leerling doet bij iemand is hem, niemand is hem, pogingen om de bal te pakken. - De leerling staat

Nadere informatie

7&8. Sportles groep 7 & 8 Lekker in je vel? Jouw veiligheidsplan. Over deze les. Wat heeft u nodig?

7&8. Sportles groep 7 & 8 Lekker in je vel? Jouw veiligheidsplan. Over deze les. Wat heeft u nodig? Sportles groep 7 & 8 Lekker in je vel? Over deze les Wat heeft u nodig? Banken 11 pylonen Wandrek 3 lintjes Tennisrackets* (of beachplankjes) Zachte tennisballen* Krijt (bijv. stoepkrijt) 6 dunne matten

Nadere informatie

Circus les 7. Doelen:

Circus les 7. Doelen: Circus les 7 Doelen: - De speler kan makkelijk springen vanuit stilstand en vanuit beweging - De speler kan onderhands en bovenhands een bal geplaatst gooien - De speler kan onderhands en bovenhands een

Nadere informatie

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL

OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL OEFENSTOF CIRCULATIE-MINIVOLLEYBAL NIVEAU 1 VANGEN, GOOIEN EN BEWEGEN ACCENTEN: VEELZIJDIG ONTWIKKELEN. BASISVAARDIGHEDEN VOOR IEDERE BALSPORT. BALVAARDIGHEID EN COÖRDINATIE. OOG - HAND, BALBAAN HERKENNING

Nadere informatie

STOEP- RANDEN

STOEP- RANDEN STOEP- RANDEN WWW.DOEFFGEZOND.NL STOEPRANDEN DOEL: UITLEG: GOOI DE BAL OP DE STOEPRAND BEIDE SPELERS STAAN TEGENOVER ELKAAR OP DE STOEP. ZE PROBEREN DE BAL BIJ ELKAAR OP DE STOEPRAND TE GOOIEN. GOOI JE

Nadere informatie

Kamphuis De Blokken Baarle-Nassau

Kamphuis De Blokken Baarle-Nassau zie spelformulieren. Tijd om alles voor te bereiden: ca 1 uur. Speeltijd: ca 2-2 ½ uur. Kamphuis De Blokken Baarle-Nassau Voetbalcirquit Bij het voetbalcircuit zijn negen activiteiten uitgezet op een vaste

Nadere informatie

Hier vind je wat ideeën en tips om een verantwoorde schaatsles te geven.

Hier vind je wat ideeën en tips om een verantwoorde schaatsles te geven. SCHAATSLES GEVEN. Hier vind je wat ideeën en tips om een verantwoorde schaatsles te geven. Tips voor de begeleider. Draag handschoenen. (verplicht!) Ga vóór de groep staan en praat luid. Kijk in de schaatsrijrichting.

Nadere informatie

Draaiboek. Koningsspelen. Brede school

Draaiboek. Koningsspelen. Brede school Draaiboek Koningsspelen Brede school Inhoud BLZ. Hoofdstuk 1. Groep 1 en 2 2 1.1. Spellen 2 1.2 Tijdschema (tijdschema groep 3 t/ 8 zie pagina 7) 3 1.3 Materialenlijst 3 Hoofdstuk 2. Groep 3 t/m 8 4 2.1

Nadere informatie

1. CLINIC met SNAG clubs en doelen. 15 min - Estafette slalom (Spelenderwijs Leren 1: les 01) met Rollerama

1. CLINIC met SNAG clubs en doelen. 15 min - Estafette slalom (Spelenderwijs Leren 1: les 01) met Rollerama Jeugd Clinics Om jeugd te laten kennismaken met golf, zijn verschillende clinics ontwikkeld van een uur. Voornaamste doelen zijn veiligheid en plezier. Er wordt gebruik gemaakt van SNAG materialen (info

Nadere informatie

Inleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel

Inleiding. Kern A B A B A B A B A B A B A B. Groep 7 en 8 Les 1 Klassikale les. Kerndoel Les 1 Klassikale les Inleiding Kern zoals werpen vangen en voortbewegen met de bal. De leerlingen kunnen in looppas een bal gooien en vangen. 10 minuten - Kleine bal/stressbal - Bank zoals werpen en vangen.

Nadere informatie

Methode Mini Volleyball

Methode Mini Volleyball Methode Mini Volleyball Mini 0 Oefenstof Mini 0 A. Algemene bewegingsscholing: Coördinatieoefeningen, huppelen, buik- en rugspieroefeningen, rollen, klimmen en klauteren. Allerlei spelletjes, waarin veel

Nadere informatie

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 VOETBAL. DOELSTELLINGEN:

LES 1. GROEP: 3 t/m 8 VOETBAL. DOELSTELLINGEN: LES 1. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 - De leerlingen hebben doormiddel van de 3 verschillende opdrachten kennis gemaakt met het dribbelen en mikken met een bal. - De leerlingen hebben hun eigen

Nadere informatie

(nodig: een basketbal, een basketbalring, een stopwatch)

(nodig: een basketbal, een basketbalring, een stopwatch) (nodig: een basketbal, een basketbalring, een stopwatch) Het werkt op zich net als een gewoon potje basketbal, alleen zijn jullie nu net zo lang als echte basketballers. Papa en mama nemen de kinderen

Nadere informatie

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl

Spelenderwijs rijmen. Linda Willemsen. www.klasvanjuflinda.nl. www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Linda Willemsen www.klasvanjuflinda.nl www.klasvanjuflinda.nl Spelenderwijs rijmen Spelenderwijs rijmen Tekst & vormgeving: Linda Willemsen 2014 www.klasvanjuflinda.nl Linda Willemsen

Nadere informatie

Training vrijdag Circuittraining EWC F-pupillen

Training vrijdag Circuittraining EWC F-pupillen Ieder onderdeel duurt ± 10 minuten. Na die 10 minuten wisselen de groepen van onderdeel. Het partijspel is na de 5 onderdelen en duurt ± 15 minuten. We maken 3 gelijke groepen! Onderdeel 1: Spelvorm 1

Nadere informatie

Tik me dan als je kan!

Tik me dan als je kan! Tik me dan als je kan! Tikspelen lijken ingebakken in het spelgedrag van kinderen. Jonge kinderen vinden het plezierig om weg te lopen van mama of papa die achter hen aankomt en dat zet zich verder als

Nadere informatie

Trainingsprogramma 2 e jaars F-pupillen

Trainingsprogramma 2 e jaars F-pupillen Trainingsprogramma 2 e jaars F-pupillen Inhoudsopgave Training Nummer 1... 3 Training Nummer 2... 5 Training Nummer 3... 7 Training Nummer 4... 9 Training Nummer 5... 11 Training Nummer 6... 13 Training

Nadere informatie

Prinsen en prinsessen les 2. Doelen:

Prinsen en prinsessen les 2. Doelen: Prinsen en prinsessen les 2 Doelen: - De speler vindt snel de bal op de grond en/of op de grond (oriëntatie) - De speler kan onderhands en bovenhands een bal met verschillende hoogtes gooien - De speler

Nadere informatie

KAMPHUIS "DE BLOKKEN" BAARLE - NASSAU

KAMPHUIS DE BLOKKEN BAARLE - NASSAU KAMPHUIS "DE BLOKKEN" BAARLE - NASSAU - zie spelformulieren. Tijd van voorbereiding: - ca 1 uur. Speeltijd: - ca 2-2 ½ uur. VOETBALCIRCUIT Bij het voetbalcircuit zijn negen activiteiten uitgezet op een

Nadere informatie

Overzichtskaart: Onder schooltijd, groep 3-4, groep van 30 leerlingen

Overzichtskaart: Onder schooltijd, groep 3-4, groep van 30 leerlingen Overzichtskaart: Onder schooltijd, groep 3-4, groep van 30 leerlingen Lesplan Na ontvangst worden de kinderen n ingedeeld in vijf groepen van zes kinderen. De kinderen nemen plaats bij het eerste station.

Nadere informatie

Per straatspeeldag staan er 5 spellen in. Er kan zelf gekozen worden welke spelen gepast zijn voor de doelgroep bij jullie in de straat.

Per straatspeeldag staan er 5 spellen in. Er kan zelf gekozen worden welke spelen gepast zijn voor de doelgroep bij jullie in de straat. Activiteitenboekje In dit activiteitenboekje willen we de bewoners ondersteunen met het organiseren van sportactiviteiten voor kinderen van 4 tot 12 jaar. Er staan sportactiviteiten in waar weinig sportmateriaal

Nadere informatie

Trainingsplan E pupillen

Trainingsplan E pupillen Trainingsplan E pupillen Voor trainers en begeleiders Inleiding Dit trainingsplan is gemaakt om structuur te geven aan de trainers en begeleiders van alle E teams. De jaarplanning is een belangrijke factor

Nadere informatie

MODULE VOLLEYBAL TWEEDE FASE

MODULE VOLLEYBAL TWEEDE FASE MODULE VOLLEYBAL TWEEDE FASE Deze module bestaat uit vier lessen volleybal, waarbij jullie zelf een gedeelte van de lessen verzorgen. De bedoeling is dat er groepjes van 8 leerlingen worden gemaakt. Elke

Nadere informatie

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL.

LES 3. GROEP: 3 t/m 8 VOLLEYBAL. LES 3. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: - De leerling vangt een moeilijke hoge bal die door een medeleerling wordt aangegooid in een spelsituatie. - De leerling gooit de bal op het moment dat de kans klein

Nadere informatie

Prinsen en prinsessen les 1. Doelen:

Prinsen en prinsessen les 1. Doelen: Prinsen en prinsessen les 1 Doelen: - De speler kan hard rennen - De speler kan onderhands en bovenhands een bal met verschillende hoogtes over het net gooien - De speler kan een voorzichtige volley beweging

Nadere informatie