Wijziging Uitvoeringsregeling Belastingdienst

Transcriptie

1 FI Wijziging Uitvoeringsregeling Belastingdienst 7 april 2000/Nr. WDB2000/11M Directoraat-Generaal Fiscale Zaken Directie Wetgeving Directe Belastingen Gelet op de artikelen 2, vierde lid, 3, 56 en 84 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en artikel 5 van de Invorderingswet 1990; Besluit: Artikel I De Uitvoeringsregeling Belastingdienst 1 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 1, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd: A.1. In onderdeel c, 1 o, wordt het eerste liggende streepje vervangen het ondernemingsvermogen (fiscale boekwaarde) verminderd met de op de voet van de artikelen 13 en 14 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 gevormde reserves of bepaald overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, ongeacht of het lichaam belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting, bedraagt aan het begin van een jaar meer dan f 5 mln; A.2. In onderdeel c, 2 o, wordt het eerste liggende streepje vervangen het ondernemingsvermogen (fiscale boekwaarde) verminderd met de op de voet van de artikelen 13 en 14 van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 gevormde reserves of bepaald overeenkomstig artikel 8, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, ongeacht of het lichaam belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting, bedraagt aan het begin van een jaar meer dan f 20 mln; A.3. Na onderdeel d worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma, toegevoegd de onderdelen e en f, luidende: e. bank- en effectenbedrijven: algemene banken, de Nederlandsche Bank N.V. en andere overheidsbanken en financiële instellingen, spaarbanken, hypotheekbanken, coöperatief georganiseerde banken, leasemaatschappijen met een omzet van meer dan f 40 mln, wisselmakelaars, effectencommissionairs, hoekmannen, leden van de European Option Exchange, effectenkredietinstellingen, participatiemaatschappijen en beleggingsinstellingen als bedoeld in de Wet toezicht beleggingsinstellingen; f. verzekeringsmaatschappijen: levensen schadeverzekeraars die vallen onder de Wet toezicht verzekeringsbedrijf, zorgverzekeraars, waaronder begrepen ziekenfondsen, herverzekeraars, naturaverzekeraars, waaronder begrepen op onderlinge grondslag werkende uitvaartverzekeraars met meer dan 3000 verzekerden, coöperatieve en andere verenigingen met als doel en feitelijke werkzaamheid het uitoefenen van een verzekeringsbedrijf op onderlinge grondslag. B. Aan artikel 9 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, toegevoegd: i. de Dienst omroepbijdragen (DOB). C. Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd: C.1. De onderdelen b tot en met e worden geletterd c tot en met f. C.2. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende: b. de Economische Controledienst (ECD); C.3. Na onderdeel f wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel f door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende: g. het Centrum voor proces- en productontwikkeling (B/CPP). D. Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd: D.1. In het eerste lid wordt Directeur-Generaal der Belastingen vervangen Directeur-Generaal Belastingdienst. D.2. Het tweede lid wordt vervangen 2. De eenheden genoemd in artikel 11 en de directies staan onder leiding van een directeur. De overige eenheden staan onder leiding van een hoofd. E. Artikel 13 vervalt. F. In artikel 15 wordt De hoofden van de in artikel 5 genoemde directies vervangen De directeuren van de in artikel 5 genoemde directies. G. Artikel 16 komt te luiden: Artikel De directeuren van de in artikel 5 genoemde directies oefenen het bestuur van s Rijks belastingen uit. 2. De directeuren van de in artikel 5 genoemde directies zijn ambtenaar als bedoeld in artikel 84 van de (hierna te noemen: contactambtenaar). 3. De hoofden van de eenheden, genoemd in het vijfde lid, kunnen de bevoegdheden, bedoeld in de artikelen 76, 80, 82 en 85 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, uitoefenen onder leiding van elk van de in het eerste lid bedoelde directeuren. De hoofden van deze eenheden hebben de bevoegdheid binnen hun eenheid ambtenaren aan te wijzen die namens hen deze bevoegdheden uitoefenen. 4. De hoofden van de eenheden, genoemd in het vijfde lid, kunnen de taken van de contactambtenaar uitoefenen onder leiding van elk van de in het tweede lid bedoelde directeuren. De hoofden van deze eenheden hebben de bevoegdheid binnen hun eenheid ambtenaren aan te wijzen die namens hen deze taken uitoefenen. 5. De eenheden, bedoeld in het derde en vierde lid, zijn: Grote ondernemingen Amsterdam Ondernemingen Almelo Ondernemingen Arnhem Ondernemingen Goes Ondernemingen Den Haag Ondernemingen Groningen Ondernemingen Maastricht Ondernemingen s-hertogenbosch Uit: Staatscourant 13 april, nr. 74 / pag. 8 1

2 Ondernemingen Rotterdam Ondernemingen Roermond Ondernemingen Zwolle Alkmaar Breda Dordrecht Haarlem Particulieren Zutphen Particulieren Utrecht Douane Amsterdam Douane Arnhem Douane Groningen Douane Hoofddorp Douane Roermond Douane Roosendaal Douane Rotterdam H. Artikel 17 vervalt. I. Artikel 18 komt te luiden: Voor de toepassing van artikel 22, eerste lid, en artikel 24, zevende lid, van de Invorderingswet 1990 is bevoegd de directeur van de in artikel 5 genoemde directie tot wiens ambtsgebied de vestigingsplaats van de ontvanger behoort. J. In artikel 18a wordt het hoofd van de Directie douane vervangen de directeur van de Directie douane. K. Artikel 25 wordt als volgt gewijzigd: K.1. In het eerste lid vervalt onderdeel c en wordt onderdeel d geletterd tot onderdeel c. K.2. In het tweede lid wordt onderdeel d vervangen onderdeel c. L. Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd: L.1. In onderdeel d wordt Grote ondernemingen s-gravenhage vervangen Grote ondernemingen Den Haag. L.2. In onderdeel h, 5 o, wordt Particulieren Rijswijk vervangen Particulieren Den Haag. L.3. Onderdeel j komt te luiden: j. met betrekking tot het aanmerken als instelling als bedoeld in artikel 24, vierde lid, van de Successiewet 1956: het hoofd van de eenheid Ondernemingen s-hertogenbosch;. L.4. Na onderdeel j worden toegevoegd de onderdelen k, l en m, luidende: k. met betrekking tot de uitvoering van de Natuurschoonwet 1928: het hoofd van de eenheid Ondernemingen s-hertogenbosch; l. met betrekking tot de uitvoering van de Landinrichtingswet, de Reconstructiewet Midden-Delfland en de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse veenkoloniën: het hoofd van de eenheid Ondernemingen Zwolle; m. met betrekking tot de behandeling van het verzoek, bedoeld in artikel 36p, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag: het hoofd van de Groningen. M. Artikel 32 komt te luiden: Artikel 32 Met betrekking tot de uitvoering van artikel 3d, tweede lid, van de Ziekenfondswet en met betrekking tot het bezwaar, bedoeld in artikel 76 van die wet, is ten aanzien van die ondernemers die zich vóór 1 oktober 1999 bij de Belastingdienst als startende ondernemer hebben gemeld, bevoegd het hoofd van de eenheid Ondernemingen Enschede. N. Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd: N.1. In het eerste lid wordt, onder vervanging van en door een komma na 53, ingevoegd: en 55 en wordt onderdeel a vervangen a. de directeur van de FIOD; N.2. In het eerste lid wordt onderdeel d vervangen d. de ambtenaren van de Belastingdienst, aangewezen door het hoofd van een eenheid, door de directeur van de FIOD of door de in de onderdelen b of c genoemde hoofden. N.3. In het tweede lid wordt onderdeel a vervangen a. de directeur van de FIOD; N.4. In het tweede lid wordt onderdeel c vervangen c. de ambtenaren van de Belastingdienst, aangewezen door het hoofd van een eenheid, door de directeur van de FIOD of door het hoofd van de Centrale beheereenheid informatiesystemen. N.5. Het derde lid wordt vervangen 3. De in het eerste en tweede lid bedoelde verplichtingen gelden mede jegens de door de directeur van een in artikel 5 genoemde directie aangewezen ambtenaren van de Belastingdienst. Een zodanige aanwijzing heeft alsdan mede betrekking op verplichtingen jegens enige inspecteur of ontvanger buiten het ambtsgebied van de directeur van die directie. O. Artikel 36 komt te luiden: Artikel De Minister van Financiën kan bepalen dat de bevoegdheid van de directeur van een in artikel 5 genoemde directie of de directeur of het hoofd van een eenheid wordt uitgeoefend door de directeur van een andere in artikel 5 genoemde directie, of de directeur of het hoofd van een andere eenheid 2. De directeur van een in artikel 5 genoemde directie kan bepalen dat de bevoegdheid van het hoofd van een tot die directie behorende eenheid wordt uitgeoefend door het hoofd van een andere tot die directie behorende eenheid. P. Artikel 40 komt te luiden: Artikel Bij verhuizing van een particulier naar het buitenland vóór 1 januari 1999 blijft het vóór de verhuizing bevoegde hoofd bevoegd met betrekking tot de heffing en de invordering van rijksbelastingen voor zover het betreft de binnenlandse belastingplicht. 2. Bij verhuizing van een particulier van het buitenland naar een plaats binnen Nederland vóór 1 januari 1999 blijft het hoofd van de eenheid Buitenland bevoegd met betrekking rijksbelastingen voor zover het betreft de buitenlandse belastingplicht. 3. Bij verhuizing van een particulier naar het buitenland op of na 1 januari 1999 wordt, voor zover die particulier niet buitenlands belastingplichtig is, de bevoegdheid met betrekking rijksbelastingen eerst overgedragen aan het hoofd van de eenheid Buitenland nadat de heffing en de invordering over de periode van binnenlandse belastingplicht volledig is afgerond. 4. Bij verhuizing van een particulier van het buitenland naar een plaats binnen Nederland op of na 1 januari 1999 wordt de bevoegdheid met Uit: Staatscourant 13 april 2000, nr. 74 / pag. 8 2

3 betrekking tot de heffing en de invordering van rijksbelastingen eerst overgedragen aan het hoofd van de eenheid Particulieren of het hoofd van de eenheid nadat de heffing en de invordering van rijksbelastingen over het jaar waarin de verhuizing heeft plaatsgevonden volledig is afgerond. Artikel II De bij de Uitvoeringsregeling Belastingdienst behorende Bijlage I. Overzicht Belastingeenheden wordt als volgt gewijzigd: A. In onderdeel Hoofd van de Almelo vervalt Diepenveen. B. In onderdeel Hoofd van de Arnhem vervallen Ammerzoden, Hoevelaken, Kerkwijk, Lienden, Maurik en Rossum. C. In onderdeel Hoofd van de s-gravenhage wordt Grote ondernemingen s-gravenhage vervangen Grote ondernemingen Den Haag. D. In onderdeel Hoofd van de Groningen wordt Middenveld vervangen Midden-Drenthe, wordt na Terschelling ingevoegd: Tynaarlo en vervalt Zuidlaren. E. In onderdeel Hoofd van de Maastricht wordt Gulpen vervangen Gulpen-Wittem en vervalt Wittem. F. In onderdeel Hoofd van de eenheid Ondernemingen Almelo vervalt Diepenveen. G. In onderdeel Hoofd van de eenheid Ondernemingen Emmen wordt Middenveld vervangen Noordenveld ingevoegd: Tynaarlo en vervalt Zuidlaren. H. In onderdeel a. Hoofd van de eenheid Ondernemingen Gorinchem vervallen Ammerzoden, Brakel, Hedel, Heerewaarden, Kerkwijk, Lienden, Maurik en Rossum. I. In onderdeel Hoofd van de eenheid Ondernemingen s-gravenhage wordt Ondernemingen s- Gravenhage vervangen Ondernemingen Den Haag. J. In onderdeel Hoofd van de eenheid Ondernemingen Lelystad vervalt Hoevelaken. K. In onderdeel Hoofd van de eenheid Ondernemingen Maastricht wordt Gulpen vervangen Gulpen-Wittem en vervalt Wittem. L. In onderdeel Hoofd van de eenheid Particulieren Amersfoort vervalt Hoevelaken. M. Onderdeel Hoofd van de eenheid Particulieren s-gravenhage komt te luiden: Hoofd van de eenheid Particulieren Den Haag Vestigingsplaats: s-gravenhage Bergschenhoek Berkel en Rodenrijs Bleiswijk Delft s-gravenhage s-gravenzande Leidschendam De Lier Maasland Monster Naaldwijk Nootdorp Pijnacker Rijswijk Schipluiden Voorburg Wassenaar Wateringen Zoetermeer N. Onderdeel Hoofd van de eenheid Particulieren Groningen komt te luiden: Hoofd van de eenheid Particulieren Groningen Vestigingsplaats: Groningen Aa en Hunze Appingedam Assen Bedum Bellingwedde Ten Boer Borger-Odoorn Coevorden Delfzijl Eemsmond Emmen Groningen Grootegast Haren Hoogezand-Sappemeer Hoogeveen Leek Loppersum De Marne Marum Menterwolde Meppel Midden-Drenthe Noordenveld Pekela Reiderland Scheemda Slochteren Stadskanaal Tynaarlo Veendam Vlagtwedde Westerveld Winschoten Winsum De Wolden Zuidhorn O. In onderdeel Hoofd van de eenheid Particulieren Heerlen wordt Gulpen vervangen Gulpen- Wittem en vervalt Wittem. P. Onderdeel Hoofd van de eenheid Particulieren Hengelo (Overijssel) komt te luiden: Hoofd van de eenheid Particulieren Hengelo (Overijssel) Vestigingsplaats: Hengelo (Overijssel) Almelo Ambt Delden Avereest Borne Brederwiede Dalfsen Denekamp Diepenheim Enschede Genemuiden Goor Gramsbergen Haaksbergen Den Ham Hardenberg Hasselt Hattem Heino Hellendoorn Hengelo (0verijssel) Kampen Uit: Staatscourant 13 april 2000, nr. 74 / pag. 8 3

4 Losser Markelo Nieuwleusen Noordoostpolder Oldenzaal Ommen Ootmarsum Raalte Rijssen Stad Delden Staphorst Steenwijk Tubbergen Urk Vriezenveen Weerselo Wierden Wijhe IJsselham IJsselmuiden Zwartsluis Zwolle Q. Het onderdeel Hoofd van de eenheid Particulieren Hoogeveen vervalt. R. In onderdeel Hoofd van de eenheid Particulieren Nijmegen vervallen Lienden en Maurik. S. In onderdeel Hoofd van de eenheid Particulieren Oss vervallen Ammerzoden, Brakel, Hedel, Heerewaarden, Kerkwijk en Rossum. T. Onderdeel Hoofd van de eenheid Particulieren Rijswijk vervalt. U. In onderdeel Hoofd van eenheid Particulieren Zutphen vervalt Diepenveen. V. In onderdeel Hoofd van de eenheid Registratie en successie s- Hertogenbosch vervallen Ammerzoden, Hoevelaken, Kerkwijk, Lienden, Maurik, Rossum en Wittem en wordt Gulpen vervangen Gulpen-Wittem. W. In onderdeel Hoofd van de eenheid Registratie en successie Zwolle vervalt Diepenveen, wordt Middenveld vervangen Tubbergen ingevoegd: Tynaarlo en vervalt Zuidlaren. X. In onderdeel Hoofd van de Arnhem vervallen Ammerzoden, Hoevelaken, Kerkwijk, Lienden, Maurik en Rossum. Y. In onderdeel Hoofd van de Groningen vervalt Diepenveen, wordt Middenveld vervangen Tubbergen ingevoegd: Tynaarlo en vervalt Zuidlaren. Z. In onderdeel a. Hoofd van de Roermond wordt a. vervangen a., wordt Gulpen vervangen Gulpen-Wittem en vervalt Wittem. Artikel III Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat: a. artikel I, onderdelen A.1 en A.2, terugwerkt tot en met 1 januari 1998; b. artikel I, onderdelen B, C.3, D en M, terugwerkt tot en met 1 januari 2000; c. artikel I, onderdeel C.2, terugwerkt tot en met 1 september 1999; d. artikel I, onderdeel K, terugwerkt tot en met 1 oktober 1999; e. artikel I, onderdelen L.3 en L.4, terugwerkt tot en met 1 juli 1999, met uitzondering van onderdeel m, dat terugwerkt tot en met 1 januari 2000; f. artikel I, onderdeel P, terugwerkt tot en met 1 januari 1999; g. artikel II terugwerkt tot en met 1 januari 1999, met dien verstande dat: 1o. de in de onderdelen B, J, L, V en X opgenomen wijziging ertoe strekkende dat Hoevelaken wordt vervangen door Nijkerk terugwerkt tot en met 1 januari 2000; 2o. de in de onderdelen D, G, N, W en Y opgenomen wijziging ertoe strekkende dat Zuidlaren wordt vervangen door Tynaarlo terugwerkt tot en met 1 december 1999; 3o. de in de onderdelen D, G, N, W en Y opgenomen wijziging ertoe strekkende dat Middenveld wordt vervangen door Midden-Drenthe terugwerkt tot en met 1 januari 2000; 4o. de onderdelen M en T terugwerken tot en met 2 oktober 1998; 5o. de onderdelen N, P en Q terugwerken tot en met 23 oktober 1998, met uitzondering van de wijziging in onderdeel N ertoe strekkende dat Zuidlaren wordt vervangen door Tynaarlo, die terugwerkt tot en met 1 december Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. W. Bos. 1 Stcrt. 1994, 114; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 6 augustus 1998 (Stcrt. 151). Toelichting Algemeen De Uitvoeringsregeling Belastingdienst is gewijzigd in verband met de overgang van de Economische Controledienst (ECD) van het ministerie van Economische Zaken naar het ministerie van Financiën, de fiscalisering van de omroepbijdragen waardoor de Dienst omroepbijdragen (DOB) is ondergebracht bij het ministerie van Financiën, een wijziging van de operationele structuur van de Belastingdienst/Registratie en successie, een wijziging in de bevoegdheid kapitaalsbelasting, het afschaffen van het bijzondere tarief inkomstenbelasting voor buitenlanders, de invoering van de Wet van 28 oktober 1999, houdende uitbreiding van de kring van verzekerden ingevolge de Ziekenfondswet met zelfstandigen voor wie, gelet op hun inkomen, toegang tot de sociale ziektekostenverzekering is aangewezen en tijdelijke wijziging van de indexering van de loongrens alsmede wijziging van de Wet op de inkomstenbelasting 1964 (Zelfstandigen in Zfw) (Stb. 461) alsmede enkele technisch-redactionele aanpassingen. Ook de gewijzigde bevoegdheidsverdeling van het bestuur van s Rijks belastingen gaf aanleiding tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst. Voorts is de bij de Uitvoeringsregeling Belastingdienst behorende Bijlage I. Overzicht Belastingeenheden aangepast aan de gemeentelijke herindelingen die inmiddels hebben plaatsgevonden. Toelichting op de artikelen Artikel I, onderdelen A.1. en A.2. (artikel 1, tweede lid) De nieuwe omschrijving van het begrip ondernemingsvermogen houdt Uit: Staatscourant 13 april 2000, nr. 74 / pag. 8 4

5 verband met het vervallen van artikel 14a van de Wet op de inkomstenbelasting Artikel I, onderdeel A.3. (artikel 1, tweede lid) Deze wijziging strekt ertoe de begripsomschrijving van de in de onderdelen e en f genoemde ondernemingen te verduidelijken. Artikel I, onderdeel B (artikel 9) Deze wijziging houdt verband met de afschaffing van de omroepbijdragen en de onderbrenging van de Dienst omroepbijdragen (DOB) bij het ministerie van Financiën (Belastingdienst). Artikel I, onderdeel C (artikel 11) Deze wijziging houdt verband met de overgang van de Economische Controledienst (ECD) van het ministerie van Economische Zaken naar het ministerie van Financiën (Belastingdienst) en met de instelling van het Centrum voor proces- en productontwikkeling (B/CPP). Artikel I, onderdelen D (artikel 12), F (artikel 15), I (artikel 18), J (artikel 18a) en O (artikel 36) Deze wijzigingen houden verband met de gewijzigde naamgeving van de leiding van de Belastingdienst in het kader van de recente reorganisatie van deze dienst. Artikel I, onderdelen E (artikel 13) en H (artikel 17) De artikelen 13 en 17 komen te vervallen als gevolg van de gewijzigde positionering van de ambtenaren, bedoeld in artikel 84 van de (de contactambtenaren), in verband met de gewijzigde bepalingen inzake de bestuurlijke boeten en het fiscale strafrecht. Artikel I, onderdeel G (artikel 16) De vervanging van artikel 16 hangt samen met een wijziging inzake de bevoegdheden met betrekking tot het uitoefenen van het bestuur van s Rijks belastingen. Artikel I, onderdeel K (artikel 25) Deze wijziging hangt samen met een wijziging in de bevoegdheid tot de heffing en de invordering van kapitaalsbelasting. Artikel I, onderdeel L (artikel 28) Deze wijziging hangt samen met het feit dat enerzijds de operationele structuur van de Belastingdienst/Registratie en successie is gewijzigd en anderzijds de heffing en de invordering van kapitaalsbelasting zijn overgedragen aan de hoofden (Grote) Ondernemingen. Dit laatste betekent dat zij voor binnenlandse verhoudingen bevoegd zijn met betrekking tot de heffing en de invordering van kapitaalsbelasting ten aanzien van die (grote) ondernemingen en entiteiten die tot hun ambtsgebied behoren. Tevens is uitvoering gegeven aan artikel 36p, derde lid, van de Wet belastingen op milieugrondslag met betrekking tot energiezuinige apparaten en energiebesparende voorzieningen. Artikel I, onderdeel M (artikel 32) Artikel 32 komt in de plaats van het oude artikel 32 dat kan vervallen omdat de daarin opgenomen verwijzing ten gevolge van het vervallen van artikel 6 van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 1964 geen betekenis meer heeft. Artikel 32 zoals dit thans luidt geeft uitvoering aan artikel 3d, tweede lid, van de Ziekenfondswet. Dat artikel regelt dat de inspecteur van de rijksbelastingdienst bij voor bezwaar vatbare beschikking een verklaring afgeeft dat wordt voldaan aan de voorwaarden voor verplichte ziekenfondsverzekering. Gelet op de te verwachten werkstroom is het wenselijk de bezwaarschriften tegen deze beschikkingen centraal te behandelen op de eenheid Ondernemingen Enschede. Om die reden is deze eenheid aangewezen voor het afgeven van de beschikkingen. Artikel I, onderdeel N (artikel 35) Deze wijziging strekt ertoe uitwerking te geven aan de in artikel 56 van de geopende mogelijkheid tot aanwijzing van personen die de jegens de inspecteur bestaande bevoegdheden mogen uitoefenen. Met de uitbreiding van artikel 35 gelden de in artikel 55 van de genoemde verplichtingen ook jegens de in artikel 35 genoemde personen. Voorts zijn enkele wijzigingen aangebracht die verband houden met de gewijzigde naamgeving van de leiding van de Belastingdienst in het kader van de recente reorganisatie van deze dienst. Artikel I, onderdeel P (artikel 40) Dit artikel is aangepast in verband met de afschaffing van het bijzondere tarief inkomstenbelasting voor buitenlanders. Artikel II (Bijlage I) De bij de Uitvoeringsregeling behorende Bijlage I. Overzicht Belastingeenheden is aangepast aan de gemeentelijke herindelingen die inmiddels hebben plaatsgevonden. Artikel III (inwerkingtreding) Enkele wijzigingen werken terug tot en met de datum waarop de gewijzigde situatie is ontstaan. W. Bos. Uit: Staatscourant 13 april 2000, nr. 74 / pag. 8 5