LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2015 Technische rapportering

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2015 Technische rapportering"

Transcriptie

1 LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2015 Technische rapportering N. Van den Branden, E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme

2

3 LISO-PROJECT: VRAGENLIJSTEN VOOR LEERLINGEN MEI 2015 Technische rapportering N. Van den Branden, E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme Promotoren coördinatieteam: B. De Fraine, K. Verschueren, K. Petry, S. Gielen, J. Van Damme, A. Vandenbroucke, M. Van Houtte & J.P. Verhaeghe Research paper SSL/ /2.1 Leuven, november 2015

4 Het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen is een samenwerkingsverband van KU Leuven, UGent, VUB, Lessius Hogeschool en HUB. Gelieve naar deze publicatie te verwijzen als volgt: Van den Branden N., Stevens E., Dockx J., Custers C., Fidlers I., De Fraine B. & Van Damme J. (2015), LiSO-project: vragenlijst voor leerlingen mei 2015: technische rapportering, Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen, Leuven. Voor meer informatie over deze publicatie Deze publicatie kwam tot stand met de steun van de Vlaamse Gemeenschap, Programma Steunpunten voor Beleidsrelevant Onderzoek. In deze publicatie wordt de mening van de auteur weergegeven en niet die van de Vlaamse overheid. De Vlaamse overheid is niet aansprakelijk voor het gebruik dat kan worden gemaakt van de opgenomen gegevens. D/2015/4718/typ het depotnummer ISBN typ het ISBN nummer 2015 STEUNPUNT STUDIE- EN SCHOOLLOOPBANEN p.a. Secretariaat Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen HIVA - Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving Parkstraat 47 bus 5300, BE 3000 Leuven Deze publicatie is ook beschikbaar via

5 Voorwoord Dit technisch rapport kadert binnen de derde generatie van het Steunpunt Studie en Schoolloopbanen ( ). Dit steunpunt omvat verschillende onderzoeksdomeinen, waarvan één betrekking heeft op de schoolloopbanen van leerlingen (onderzoeksdomein 2.1). Binnen dit onderzoeksdomein werd in het schooljaar gestart met het onderzoek Loopbanen in het Secundair Onderwijs, kortweg het LiSO-project. Dit onderzoek wil de wijze waarop leerlingen het secundair onderwijs doorlopen in kaart brengen en verklaren. Dit rapport beschrijft de technische rapportering van de vragenlijst voor leerlingen die in functie van het LiSO-project werd afgenomen in mei Op dat moment bevonden de leerlingen van de LiSOsteekproef zich in het tweede leerjaar van de eerste graad van het secundair onderwijs. Graag bedanken we de copromotoren van het LiSO-project voor hun expertise: Prof. Dr. Jan Van Damme, Prof. Dr. Karine Verschueren, Prof. Dr. Katja Petry, Prof. Dr. Sarah Gielen, Dr. Loes Vandenbroucke, Prof. Dr. Mieke Van Houtte en Dr. Jean Pierre Verhaeghe. Ook danken we de medewerkers van het Centrum voor Schoolfeedback en het Steunpunt voor Toetsontwikkeling en Peilingen voor de fijne samenwerking en ondersteuning. Tot slot onze welgemeende dank aan alle scholen die deelnemen aan het LiSO-project. Voor deze vragenlijst zijn we in het bijzonder alle leerlingen dankbaar die de vragenlijst voor leerlingen invulden. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen v

6

7 Inhoud Voorwoord Inhoud v vii Inleiding 1 Hoofdstuk 1 Opbouw van de vragenlijst 3 Hoofdstuk 2 Afnameprocedure leerlingvragenlijst mei Afnameprocedure op schoolniveau Afnameprocedure op klasniveau 6 Hoofdstuk 3 Responsgegevens en afnamedata leerlingvragenlijst mei Responsgegevens Afnamedata 11 Hoofdstuk 4 Vragenlijst leerlingen 2 de jaar: statistische kenmerken van items en schalen Tevredenheid en toekomstverwachtingen Motivatie Academisch zelfconcept Schalen interesse in wiskunde, Frans, techniek en Nederlands Betrokkenheid Schoolwelbevinden Opvattingen over intelligentie Klaskenmerken Kwaliteit van lesgeven Leraar-leerlingrelatie Subjectieve beoordeling vakken Studiekeuze Variantie op leerling-, klas- en schoolniveau 40 Hoofdstuk 5 Vragenlijst zittenblijvers 1 ste jaar: statistische kenmerken van items en schalen Tevredenheid en toekomstverwachtingen Motivatie Academisch zelfconcept Schalen interesse in wiskunde, Frans, techniek en Nederlands Betrokkenheid Schoolwelbevinden Opvattingen over intelligentie Klaskenmerken Kwaliteit van lesgeven Leraar-leerlingrelatie Subjectieve beoordeling vakken Beleving zittenblijven 56 Bibliografie 59 Bijlage 1 Brief LiSO-contactpersoon mei 2015 Bijlage 2 Handleiding voor de afname van de leerlingvragenlijst mei 2015 Bijlage 3 Aanwezigheidsblad mei 2015 Bijlage 4 Leerlingvragenlijst 2A/2B mei 2015 Bijlage 5 Histogrammen schalen leerlingvragenlijst 2A/2B van mei 2015 Bijlage 6 Leerlingvragenlijst 1A/1B mei 2015 Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen vii

8 Inleiding Dit technisch rapport kadert binnen het LiSO-project (Loopbanen in het Secundair Onderwijs) van het Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen ( ). Dit onderzoek wil de wijze waarop leerlingen het secundair onderwijs doorlopen in kaart brengen en verklaren. Hierbij is het uitgangspunt dat niet alleen factoren op het niveau van de individuele leerling (leerlingkenmerken) en zijn thuisomgeving van belang zijn, maar ook factoren op school-, klas- en leerkrachtniveau. Het LiSO-project wil hier een bron van informatie zijn voor scholen en beleidsmakers en wil specifiek inzicht bieden in school-, klasen leerkrachtkenmerken die effectief zijn voor prestaties (van onder meer Nederlands, wiskunde en Frans) en voor non-cognitieve uitkomsten van leerlingen (zoals schoolwelbevinden, engagement en interesse). De focus ligt vooral op factoren die door de school of het beleid kunnen worden beïnvloed om zo de individuele leerlingprestaties te maximaliseren en te komen tot meer gelijke onderwijskansen voor iedere leerling. Het LiSO-project wil op deze manier bijdragen tot beslissingen die de onderwijseffectiviteit in Vlaanderen zullen doen toenemen. Om deze doelstelling te bereiken, werd vanaf de start van het schooljaar een cohorte van ongeveer leerlingen gevolgd doorheen hun gehele secundaire schoolloopbaan. In september 2013 bevonden deze leerlingen zich in het eerste leerjaar van de eerste graad van het secundair onderwijs. Eén van de belangrijkste onderzoeksvragen betreft de zogenaamde non-cognitieve uitkomsten van de leerlingen. De vraag luidt of en hoe deze uitkomsten veranderen doorheen de tijd en of er verschillen zijn tussen leerlingen, studierichtingen, opties, klassen, leerkrachten en scholen. Daarnaast zal worden onderzocht welke belang de non-cognitieve aspecten spelen in het verklaren van cognitieve prestaties (en vice versa). Dit technisch rapport beschrijft de responsgegevens, afnamedata en technische kenmerken van de schalen en items van de vragenlijst voor leerlingen die werd afgenomen tijdens het schooljaar De vragenlijst werd afgenomen in mei 2015, op het moment dat de meeste LiSO-leerlingen het tweede jaar secundair onderwijs beëindigden. Daarnaast werd ook een vragenlijst voorzien voor de LiSO-leerlingen die bleven zitten in het 1 ste jaar. De instrumentontwikkeling van deze vragenlijsten voor leerlingen werd al besproken in een voorgaand rapport (Stevens et al., 2014). Deze vragenlijst voor leerlingen is slechts een van de verschillende vragenlijsten die worden afgenomen binnen het LiSO-project. Er worden ook vragenlijsten afgenomen van klastitularissen, vakleerkrachten, ouders en directies om meer te weten te komen over de verschillende factoren die schoolloopbanen mogelijk verklaren. Naast deze vragenlijsten worden er van de leerlingen op verschillende tijdstippen toetsen voor wiskunde, Nederlands en Frans afgenomen in functie van de schoolse prestaties van leerlingen. De vragenlijst voor leerlingen kan niet los gezien worden van deze instrumenten. In hoofdstuk 1 wordt de opbouw van de vragenlijst kort toegelicht. In hoofdstuk 2 wordt vervolgens de afnameprocedure van de leerlingvragenlijst beschreven. Hoofdstuk 3 bespreekt de responsgegevens van de leerlingvragenlijst. In hoofdstuk 4 en 5 worden de statistische kenmerken Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 1

9 besproken van de items en schalen opgenomen in de leerlingvragenlijst van respectievelijk de leerlingen in het 2 de jaar en de leerlingen die bleven zitten in het 1 ste jaar. In bijlage 1 wordt de brief voor de LiSO-contactpersoon van elke school voor de afname van mei 2015 weergegeven. Deze brief werd meegeleverd met elk pakket toetsmateriaal van een school. In deze brief staat beschreven welk toetsmateriaal werd geleverd aan de school en hoe dit materiaal verspreid moest worden binnen de school. Vervolgens wordt beschreven hoe het materiaal ingeleverd moest worden. In bijlage 2 wordt de handleiding voor de leerkracht van de leerlingvragenlijst mei 2015 weergegeven. Deze handleiding bevat informatie over de concrete afname, richtlijnen over het verloop van de afname, een onderdeel vaak gestelde vragen en contactgegevens. In bijlage 3 wordt het aanwezigheidsblad van mei 2015 weergegeven. Op deze aanwezigheidsbladen moesten de leerkrachten aangeven welke leerlingen al dan niet aanwezig waren tijdens de afname van de leerlingvragenlijst. Tevens moest de klassikale afnamedatum hierop ingevuld worden. Indien een leerling de vragenlijst op een andere datum invulde, moest dat ook hier genoteerd worden. In bijlage 4 en 6 worden de leerlingvragenlijsten van mei 2015 weergegeven voor respectievelijk 2A/2B en 1A/1B. In bijlage 5 worden de histogrammen van alle schalen van de leerlingvragenlijst van mei 2015 weergegeven van respectievelijk 2A/2B en 1A/1B. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 2

10 Hoofdstuk 1 Opbouw van de vragenlijst De theoretische achtergronden van de schalen/items in de vragenlijsten voor leerlingen werden al besproken in het rapport over de instrumentontwikkeling van deze vragenlijsten (Stevens et al., 2014). Tabel 1 geeft een overzicht van de thema s en schalen/items die in de vragenlijsten voor leerlingen werden opgenomen. In sommige gevallen is er maar één schaal of item per thema. Er werd een thema toegevoegd voor leerlingen die in het tweede leerjaar van de eerste graad secundair onderwijs bleven zitten. Tabel 1 Overzicht thema s en schalen/items vragenlijst voor leerlingen mei 2015 Thema Schaal/item LiSO-leerlingen in het 2 de jaar LiSO-leerlingen die bleven zitten in het 1 ste jaar Tevredenheid en toekomstverwachtingen Tevredenheid schoolkeuze X X Toekomstverwachtingen: huidig schooljaar X X Motivatie Zelfconcept Interesses Betrokkenheid Amotivatie X X Gecontroleerde motivatie X X Autonome motivatie X X Academisch zelfconcept wiskunde X X Academisch zelfconcept Nederlands X X Academisch zelfconcept Frans X X Globaal academisch zelfconcept X X Interesse wiskunde X X Interesse Frans X X Interesse techniek X X Interesse Nederlands X X Gedragsmatige betrokkenheid X X Gedragsmatige onbetrokkenheid X X Emotionele betrokkenheid X X Emotionele onbetrokkenheid X X Schoolwelbevinden Schoolwelbevinden X X Opvattingen over intelligentie ( mindset ) Opvattingen over intelligentie ( mindset ) X X Technische rapportering vragenlijsten voor leerlingen 3

11 Klaskenmerken Kwaliteit van lesgeven Rustige lesgroep X X Samenhangende lesgroep X X Studiegerichte lesgroep X X Sociale aanvaarding van de leerling X X Klasmanagement X X Ondersteunend klasklimaat X X Autonomie ondersteunen X X Leraar-leerlingrelatie Leraar-leerlingrelatie ( people in my life ) X X Subjectieve beoordeling vakken Wiskunde X X Nederlands X X Frans X X Techniek X X Studiekeuze Studiekeuze volgend schooljaar ( ) Reden studiekeuze X X Zittenblijven Attest vorig schooljaar ( ) Studiekeuze huidig schooljaar Beleving beslissing zittenblijven Reden zittenblijven Effecten zittenblijven X X X X Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 4

12 Hoofdstuk 2 Afnameprocedure leerlingvragenlijst mei 2015 In de volgende paragrafen wordt de verspreiding van de vragenlijsten in mei 2015 over de verschillende scholen besproken. Vervolgens wordt beschreven hoe de afname van de vragenlijsten in de klassen verliep en hoe het ingevulde materiaal nadien terug verzameld werd. 2.1 Afnameprocedure op schoolniveau De leerlingvragenlijsten van mei 2015 maakten deel uit van een geheel van toetsmateriaal dat verspreid werd onder de scholen in mei Dit bestond uit: leerlingvragenlijsten, toetsen wiskunde, oudervragenlijsten (voor nieuwe leerlingen), bijhorende aanwezigheidslijsten en bijhorende handleidingen. De inhoud van deze toetsen en vragenlijsten wordt besproken in de betreffende rapporten. In wat volgt, bespreken we enkel wat relevant is voor de leerlingvragenlijsten afgenomen in mei Het toetsmateriaal werd per school verzonden met bpost. Voor elke school werd een brief voorzien voor de LiSO-contactpersoon 1 (zie bijlage 1). In deze brief werd besproken hoe het toetsmateriaal geordend was, hoe toetsen en vragenlijsten afgenomen dienden te worden, welk extra toetsmateriaal werd voorzien en wat de ophaaldatum was van het ingevulde materiaal. De LiSO-contactpersoon was tevens verantwoordelijk voor de verspreiding van het materiaal onder de klassen/leerkrachten. In mei 2015 waren de klassen en leerlingen bij ons op voorhand gekend. Daardoor kon het afnamemateriaal worden gepersonaliseerd (voorzien van identificatiegegevens) en reeds geordend per klas. Concreet houdt dit in dat op elke leerlingvragenlijst de naam van de leerling en zijn of haar persoonsgegevens voorgedrukt waren. Het toetsmateriaal kon daardoor door de LiSOcontactpersoon onder de juiste klassen verspreid worden. Wanneer leerkrachten of leerlingen vragen hadden over de vragenlijsten of het LiSO-project functioneerde de LiSO-contactpersoon steeds als aanspreekpunt. Deze persoon gaf dan ook vragen door aan het LiSO-team wanneer leerkrachten, leerlingen of anderen deze stelden. De scholen ontvingen het afnamemateriaal na de paasvakantie, rond 20 april De scholen mochten starten met de afname van de leerlingvragenlijsten vanaf het moment dat ze het toetsmateriaal ontvingen. De deadline voor de afname van de leerlingvragenlijsten was 31 mei 2015 (in hoofdstuk 4 worden de afnamedata gedetailleerd besproken). Wanneer de afname van de vragenlijsten binnen de klassen was afgelopen, diende al het materiaal terug verzameld te worden bij de LiSO-contactpersoon. De LiSO-contactpersoon zette het materiaal 1 De LiSO-contactpersoon is de verantwoordelijke binnen een school voor de coördinatie van het LiSO-project. Wie de LiSOcontactpersoon was van een school werd bij de aanvang van het schooljaar vastgelegd. Deze persoon was vaak een leerkracht, directeur, secretariaatsmedewerker of zorgcoördinator. Technische rapportering vragenlijsten voor leerlingen 5

13 vervolgens klaar voor de persoonlijke ophaling door het LiSO-team op 1, 2, 4 en 5 juni. Deze persoonlijke aanpak bood ook de kans aan scholen om feedback te geven over de afname van de vragenlijsten aan het LiSO-team. Wanneer het materiaal op een latere datum werd afgenomen, werd een nieuwe ophaaldatum afgesproken en werd het materiaal door het LiSO-team opgehaald. Enkele late scholen stuurden het materiaal op met de post. Het LiSO-project had verzendetiketten voorzien opdat scholen dit kosteloos konden opsturen. 2.2 Afnameprocedure op klasniveau Nadat de LiSO-contactpersoon de nodige leerlingvragenlijsten verspreid had in de school had elke klas een apart pakket voor de afname van de leerlingvragenlijsten. Voor de zittenblijvers werd één pakket voorzien voor alle zittenblijvers samen omdat het vaak slechts een beperkt aantal leerlingen per school betrof. De LiSO-contactpersoon zorgde er dan voor dat het juiste materiaal bij de juiste leerling terecht kwam. Het pakket bevatte een handleiding voor de afname van de leerlingvragenlijst (zie bijlage 2), aanwezigheidsbladen (zie bijlage 3), en de leerlingvragenlijsten zelf (zie bijlage 4). In de volgende paragrafen geven we aan de hand van dit materiaal weer hoe de afnameprocedure in de klas verliep. De handleiding (zie bijlage 2) voor de leerlingvragenlijsten bevatte informatie over de concrete afname, richtlijnen over het verloop van de afname, een onderdeel met vaak gestelde vragen over de leerlingvragenlijst en het LiSO-project, en contactgegevens. De leerkracht was verantwoordelijk voor de afname van de leerlingvragenlijst in de klas. 2 De leerkracht diende eerst te controleren of al het nodige materiaal voor afname aanwezig was, zoals beschreven in de handleiding. Vervolgens moest op het aanwezigheidsblad (zie bijlage 3) gecontroleerd worden welke leerlingen aan- en afwezig waren. Indien een leerling afwezig was, moest telkens genoteerd worden wat de reden was. Er moest hier ook aangegeven worden wat de afnamedatum was van de toets in de klas. Indien een leerling de toets aflegde op een andere dan de klassikale datum, moest dit ook hier genoteerd worden. Op dit blad werd ook plaats voorzien waar leerkrachten opmerkingen konden schrijven (zowel over de afname als algemene bedenkingen). Vervolgens mocht de leerkracht dit materiaal uitdelen. Indien de vragenlijsten reeds gepersonaliseerd waren moest elk exemplaar aan de juiste leerling gegeven worden. Indien het blanco toetsmateriaal betrof, moest de leerkracht aan elke leerling blanco toetsmateriaal geven. Op het voorblad van de leerlingvragenlijst moesten de leerlingen indien nodig eerst hun identificatiegegevens invullen. Vervolgens werden de richtlijnen gegeven hoe het boekje diende ingevuld te worden. De leerkrachten/toetsleiders overliepen samen met de leerlingen deze richtlijnen. In de handleiding voor de leerkrachten/toetsleiders werden verschillende richtlijnen voorzien waarop zij moesten toezien. De duurtijd die gespendeerd mocht worden aan de leerlingvragenlijst was maximaal 1 lestijd van 50 minuten. De instructies en de precieze verwoording hiervan worden beschreven in de handleiding voor de leerkracht (zie bijlage 2). 2 In sommige gevallen werd de toets niet klassikaal afgenomen, maar werden verschillende klassen samengenomen om de toets in één keer van een grotere groep leerlingen af te nemen. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 6

14 Wanneer de leerlingen klaar waren met hun vragenlijsten leverden ze deze in bij de leerkracht. De leerkracht bezorgde vervolgens alles aan de LiSO-contactpersoon van de school. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 7

15

16 Hoofdstuk 3 Responsgegevens en afnamedata leerlingvragenlijst mei Responsgegevens In mei 2015 bestond de totale LiSO-steekproef van 2A en 2B uit leerlingen in 51 pedagogische gehelen (bestaande uit 70 instellingsnummers). Binnen de steekproef waren leerlingen ingeschreven in het tweede leerjaar A en leerlingen ingeschreven in het beroepsvoorbereidend leerjaar (BVL). In tabel 2 wordt de steekproef van leerlingen weergegeven. Ook de zittenblijvers in 1A en 1B werd gevraagd om een leerlingvragenlijst in te vullen. In mei 2015 telden we 112 zittenblijvers, verdeeld over 34 pedagogische gehelen (bestaande uit 38 instellingsnummers). Van de zittenblijvers bevonden 104 leerlingen zich in 1A en 8 leerlingen in 1B. In tabel 2 worden deze leerlingen weergegeven. Tabel 2 Steekproef leerlingen mei A en BVL Stroom N leerlingen (%) Tweede leerjaar A (84,3%) Beroepsvoorbereidend leerjaar (15,7%) TOTAAL (100%) Steekproef leerlingen mei 2015 zittenblijvers 1A en 1B Stroom N leerlingen (%) Eerste leerjaar A 104 (92,9%) Eerste leerjaar B 8 (7,1%) TOTAAL 112 (100%) Van het totaal aantal scholen in de LiSO-steekproef namen er 50 deel aan de leerlingvragenlijst mei Eén school nam dus niet deel aan de afname. Deze school had in mei 2015 een populatie van 61 leerlingen in 2A. Zo komen we tot de substeekproef voor de leerlingvragenlijst van 2A/2B die in mei 2015 bestond uit leerlingen, waarvan leerlingen in het tweede leerjaar A en in het beroepsvoorbereidend leerjaar zaten. Deze school omvatte ook één zittenblijver in 1A. Daardoor bekomen we een substeekproef voor de leerlingvragenlijst van 1A/1B die in mei 2015 bestond uit 111 leerlingen met 103 leerlingen in 1A en 8 leerlingen in 1B. In tabel 3 wordt de substeekproef van leerlingen weergegeven. Alle leerlingvragenlijsten met minstens één antwoord worden beschouwd als een respons. Indien we vragenlijsten ontvingen zonder dat er iets ingevuld werd, werd dit beschouwd als een non-respons. Op Technische rapportering vragenlijsten voor leerlingen 9

17 basis van de hiervoor beschreven substeekproef werd vervolgens de leerlingenrespons berekend. In tabel 3 wordt de leerlingenrespons in de substeekproef weergegeven. Van de ontvangen ingevulde leerlingvragenlijsten van 2A/2B beschouwen we er enkele als onbetrouwbaar voor analyses. Bij enkele leerlingen stelden we immers vast dat zij zeer weinig items van de vragenlijst invulden en/of heel wat items op een ongeldige manier invulden. We vermoeden dat de vragenlijsten van deze leerlingen geen betrouwbare meting zijn. Daarom besluiten we om de betreffende antwoorden uit de analyses weg te laten. We nemen als criterium dat een vragenlijst pas betrouwbaar is voor analyses wanneer meer dan de helft van de items op een geldige manier werd ingevuld. Dit wil zeggen dat alle vragenlijsten waarbij de helft of meer items ongeldig of blanco werd ingevuld als onbetrouwbaar voor analyses worden beschouwd. In het tweede leerjaar A registreren we 8 vragenlijsten waarbij minder dan de helft van de items geldig werd ingevuld. In het beroepsvoorbereidend leerjaar registreren we 6 vragenlijsten waarbij minder dan de helft van de items geldig werd ingevuld. Bij de zittenblijvers werden alle vragenlijsten geldig ingevuld. In tabel 3 geven we het aantal geldige ingevulde vragenlijsten weer op het totaal aantal ontvangen vragenlijsten. Tabel 3 Responsgegevens mei A en BVL N leerlingen (%) Stroom Substeekproef Respons Leerlingen (binnen de substeekproef) Geldig ingevulde vragenlijsten (binnen de respons) Tweede leerjaar A 5.524/5.585 (98,9%) 5.273/5.524 (95,5%) 5.265/5.273 (99,8%) Beroepsvoorbereidend leerjaar 1.044/1.044 (100%) 917/1.044 (87,8%) 911/917 (99,3%) TOTAAL 6.568/6.629 (99,1%) 6.190/6.568 (94,2%) 6.176/6.190 (99,8%) Responsgegevens mei 2015 zittenblijvers 1A en 1B N leerlingen (%) Stroom Substeekproef Respons Leerlingen (binnen de substeekproef) Geldig ingevulde vragenlijsten (binnen de respons) Eerste leerjaar A 103/104 (99,0%) 83/103 (80,6%) 83/83 (100%) Eerste leerjaar B 8/8 (100%) 7/8 (87,5%) 7/7 (100%) TOTAAL 111/112 (99,1%) 90/111 (81,1%) 90/90 (100%) Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 10

18 3.2 Afnamedata De scholen kregen vanaf het ontvangstmoment (21 april) tot en met 31 mei 2015 de tijd om de vragenlijsten bij de leerlingen af te nemen. Voor de meeste leerlingen werd hieraan voldaan, maar niet voor alle leerlingen. In een aantal gevallen werden de vragenlijsten later afgenomen, tot en met 8 juni In tabel 4 wordt weergegeven hoeveel leerlingen in elke periode de vragenlijsten invulden. Tabel 4 Overschrijding uiterste afnamedatum 2A en BVL N leerlingen (%) Stroom Afname 21/04 31/5 Afname 1/6-8/6 Tweede leerjaar A Beroepsvoorbereidend leerjaar TOTAAL 4.945/5.265 (93,9%) 882/911 (96,8%) 5.827/6.176 (94,3%) 320/5.265 (6,1%) 29/911 (3,2%) 349/6.176 (5,7%) Overschrijding uiterste afnamedatum zittenblijvers 1A en 1B N leerlingen (%) Stroom Afname 04/05 31/5 Afname 1/6-2/6 Eerste leerjaar A Eerste leerjaar B TOTAAL 80/83 (96,4%) 7/7 (100%) 87/90 (96,7%) 3/83 (3,6%) 0/7 (0%) 3/90 (3,3%) In figuur 1 wordt de cumulatieve frequentieverdeling weergegeven van de afnamedata van het tweede leerjaar A. Deze grafiek geeft per dag weer hoeveel leerlingen de vragenlijsten tot dan toe invulden. Hierbij zien we dat de meeste leerlingen hun vragenlijsten invulden tussen 5 en 28 mei. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 11

19 Figuur 1 Cumulatieve frequentieverdeling afnamedata leerlingen 2A In figuur 2 wordt de cumulatieve frequentieverdeling weergegeven van de afnamedata van het beroepsvoorbereidend leerjaar (BVL). Deze grafiek geeft per dag weer hoeveel leerlingen de vragenlijsten tot dan toe invulden. Hierbij zien we dat in BVL de meeste leerlingen hun vragenlijsten invulden tussen 5 en 29 mei. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 12

20 Figuur 2 Cumulatieve frequentieverdeling afnamedata leerlingen Beroepsvoorbereidend leerjaar Omdat de aantallen bij de zittenblijvers te laag zijn, geven we geen figuren van de afnamedata weer. In tabel 5 worden wel percentiel 10, percentiel 25, de mediaan, percentiel 75 en percentiel 90 van de afnamedata weergegeven. De percentielen van de afnamedata geven weer op welke datum dat minstens 10%, 25%, 75% of 90% van de leerlingen de vragenlijst al hadden ingevuld. De mediaan geeft weer wanneer minstens 50% van de leerlingen de vragenlijst reeds had ingevuld, deze is dus gelijk aan percentiel 50. We zien dat minstens 50% van de vragenlijsten van het tweede leerjaar A werd ingevuld tussen 6/5 en 18/5. Voor het beroepsvoorbereidend leerjaar werd minstens 50% van de vragenlijst ingevuld tussen 30/4 en 11/5. Minstens 90% van de vragenlijsten van het tweede leerjaar A werd ingevuld tot en met 28/5 terwijl minstens 90% van de vragenlijsten van het beroepsvoorbereidend leerjaar werd ingevuld tot en met 27/5. Bij de zittenblijvers in het eerste leerjaar A werd 50% van de vragenlijsten ingevuld tussen 7/5 en 19/5. In 1B ging het om een periode van 8/5 tot en met 18/5. Bij 1A werd 90% van de vragenlijsten ingevuld tot en met 28/5. Bij 1B waren alle vragenlijsten ingevuld tegen 24/5. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 13

21 Tabel 5 Verdelingskenmerken afnamedata tweede leerjaar A en het beroepsvoorbereidend leerjaar P10 P25 P50 P75 P90 Tweede leerjaar A 6/5 8/5 18/5 22/5 28/5 Beroepsvoorbereidend leerjaar (BVL) 30/4 7/5 11/5 22/5 27/5 Verdelingskenmerken afnamedata van de zittenblijvers in het eerste leerjaar A en het eerste leerjaar B P10 P25 P50 P75 P90 Eerste leerjaar A 7/5 8/5 19/5 27/5 28/5 Tweede leerjaar B 8/5 12/5 18/5 24/5 24/5 In de databank van het LiSO-project wordt steeds bijgehouden wanneer de leerling de vragenlijst heeft ingevuld. Op deze manier kan de afnamedatum ook steeds opgenomen worden als variabele in statistische analyses. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 14

22 Hoofdstuk 4 Vragenlijst leerlingen 2 de jaar: statistische kenmerken van items en schalen In de vragenlijst voor leerlingen werden verschillende items opgenomen, waarbij elk item een bepaald concept of een bepaalde mening van een leerling meet. De meeste vragen zijn gesloten vragen die beantwoord worden aan de hand van een Likertschaal. Wanneer verschillende items peilen naar eenzelfde concept of dezelfde mening, vormen deze items samen een schaal. Op basis van de antwoorden van leerlingen op de items behorende tot een bepaalde schaal, kan een schaalscore per leerling berekend worden. Het proces waarbij een schaal wordt opgesteld op basis van verschillende items noemen we schaalconstructie. In functie van dit technisch rapport wordt ervoor gekozen om enkel een schaalscore te construeren indien de leerling minstens de helft van het aantal items behorende tot deze schaal invulde. De schalen worden als volgt berekend: de scores op de verschillende items van een schaal worden opgeteld en vervolgens gedeeld door het aantal items die tot de schaal behoren. Op deze manier is de maximale (minimale) schaalscore gelijk aan de maximale (minimale) score op één item. Van de items die beantwoord worden met een Likertschaal worden de volgende descriptieve kenmerken in dit technisch rapport besproken: het aantal leerlingen dat geldig antwoordde (N), het gemiddelde (M), de spreiding (standaarddeviatie: SD) en de item-totaalcorrelatie (R it). Van de schaal zelf worden volgende kenmerken besproken: het aantal leerlingen dat minstens de helft van de items op deze schaal geldig beantwoordde (N), het gemiddelde (M), de spreiding (SD), de scheefheid en de Cronbachs alfa. Deze maten dienen als volgt geïnterpreteerd te worden: - Het aantal leerlingen dat geldig antwoordt (N) dient steeds zo hoog mogelijk te zijn. Een relatief lage respons voor een bepaald item (of een bepaalde schaal) wijst op moeilijkheden met dit item (of de items behorende tot een schaal). Met de interpretatie van dit item (of de schaal) moet dan voorzichtig worden omgegaan. - Een laag of hoog gemiddelde (M) kan wijzen op sociale wenselijkheid. Tevens kan de antwoordtendens duiden op een uitzonderlijke situatie of een zeldzaam gedrag. Echter kan een zeer laag of hoog gemiddelde ook een interessante observatie op zich zijn. Het is belangrijk om in gedachten te houden dat de meeste items op een Likertschaal van vijf punten bevraagd worden; hierbij is er dus een theoretisch minimum en maximum van respectievelijk één en vijf. - De spreiding (SD) is een maat die weergeeft hoe groot de verschillen zijn tussen de antwoorden van de respondenten. In het geval van individuele items beschouwen we een standaarddeviatie kleiner dan één als klein. Dit wijst erop dat de meeste leerlingen hetzelfde antwoord gaven op het item. Items met een extreem (hoog of laag) gemiddelde, hebben vaak ook een kleinere spreiding. - De item-totaalcorrelatie (R it) is de correlatie tussen een item en het totaal van de andere items die tot dezelfde schaal behoren. Een hoge item-totaalcorrelatie wijst erop dat het item het te meten concept relatief zuiver meet. Een lage item-totaalcorrelatie daarentegen geeft aan dat het item een minder goede meting is van het te meten concept. Technische rapportering vragenlijsten voor leerlingen 15

23 - De Cronbachs alfa is een maat voor betrouwbaarheid of interne consistentie van een schaal en wordt berekend op basis van de correlatie tussen de verschillende items van een schaal en de somscore van deze items. De Cronbachs alfa ligt steeds tussen 0 en 1 en hoe dichter bij 1 de Cronbachs alfa, hoe betrouwbaarder de schaal is. Er is heel wat discussie over wat een goede cutoff-waarde is voor Cronbachs alfa om een schaal als voldoende betrouwbaar te beschouwen. Hierbij is wat als voldoende betrouwbaar beschouwd wordt grotendeels afhankelijk van de context waarin men de schaal gebruikt. In dit technisch rapport kiezen we ervoor om de meest gangbare cutoff van 0,70 te hanteren om een schaal als voldoende betrouwbaar te beschouwen (Lance, Butts & Michels, 2006). - De scheefheid geeft aan in welke mate de verdeling afwijkt van de normale verdeling. Een normale verdeling heeft daarbij de waarde 0, een links-scheve of rechts-scheve verdeling heeft respectievelijk een negatieve of positieve waarde. Bij een waarde groter dan 0,5 of kleiner dan -0,5 wordt gesteld dat de verdeling afwijkt van de normale verdeling. Voor de items waarbij geantwoord dient te worden aan de hand van een Likertschaal, maar die niet behoren tot een schaal, worden enkel het gemiddelde en de standaarddeviatie besproken. Daarnaast wordt bij deze items de relatieve antwoordfrequentie per punt in de Likertschaal weergegeven. Voor items waarbij gekozen moest worden tussen verschillende antwoordcategorieën wordt enkel de relatieve frequentie per antwoordcategorie weergegeven. In sommige gevallen heeft een item dat behoort tot een schaal een tegengestelde betekenis tot de schaal zelf, het item heeft dan een negatieve relatie met zijn schaal. In dit geval werd het item steeds geïnverteerd: score 5 wordt score 1, score 4 wordt score 2, score 3 blijft score 3, score 2 wordt score 4 en score 1 wordt score 5. Deze items worden in de tabellen steeds aangeduid met een '(-)'. De descriptieve kenmerken van een item dat een tegengestelde betekenis heeft met zijn schaal worden steeds op de inverse van dit item berekend. In bijlage 5 worden de histogrammen weergegeven van de schalen opgenomen in de vragenlijst voor leerlingen van mei Dit hoofdstuk heeft enkel als doel de technische resultaten en beschrijvende kenmerken van de schalen en items behorende tot de leerlingvragenlijst van mei 2015 weer te geven. Er worden hierbij dan ook geen verklaringen gegeven voor de gevonden resultaten. Hiervoor zijn meer gedetailleerde onderzoeken nodig met bijhorende theoretische kaders en statistische analyses. Waar zinvol, worden de beschrijvende kenmerken vergeleken met die van de leerlingvragenlijst die werd afgenomen in mei 2014, toen de leerlingen aan het einde van het eerste jaar van de eerste graad zaten. Voor de technische resultaten en beschrijvende kenmerken van die vragenlijst verwijzen we naar Dockx et al. (2015). 4.1 Tevredenheid en toekomstverwachtingen De leerlingen wordt in de leerlingvragenlijst eerst gevraagd of ze tevreden zijn over hun school. 77,5% van de leerlingen geeft aan positief te staan tegenover hun school. Er zijn ook leerlingen die eerder neutraal staan ten opzichte van hun school en een zeer kleine minderheid geeft aan niet tevreden te zijn met zijn/haar schoolkeuze (tabel 6). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 16

24 Tabel 6 Tevredenheid over schoolkeuze SCHTEVR Vraag: Nu je al even op deze school zit, wat vind je van deze school? N % Helemaal niet goed, ik heb er al spijt van dat ik hier naar school ga. 96 1,6 Niet zo goed, ik had beter verwacht ,7 Neutraal, het gaat wel ,3 Goed, ik ben tevreden ,3 Heel goed, ik ben erg tevreden ,2 In de leerlingvragenlijst werd ook een vraag opgenomen die peilt naar de verwachting van een leerling of hij of zij dit schooljaar zal slagen. De meeste leerlingen duiden aan dat ze denken of (bijna) zeker zijn te zullen slagen in het huidig schooljaar. Ten opzichte van mei 2014 duiden meer leerlingen aan hier (bijna) zeker van te zijn (38,9% ten opzichte van 27,0%). 14,9% geeft aan te twijfelen of te denken van niet en 0,9% duidt aan (bijna) zeker te zijn dat ze niet zullen slagen in het huidig schooljaar. Tabel 7 Toekomstverwachtingen: huidig schooljaar VERW_HUIDIG Vraag: Denk je dat je dit schooljaar zal slagen? N % Ik ben (bijna) zeker van niet. 57 0,9 Ik denk het niet ,8 Ik twijfel ,1 Ik denk het wel ,2 Ik ben er (bijna) zeker van ,9 4.2 Motivatie In de leerlingvragenlijst worden verschillende schalen over motivatie opgenomen. Zowel amotivatie, gecontroleerde motivatie als autonome motivatie worden bevraagd. Er wordt eerst met 1 item naar de amotivatie bij de leerlingen gepeild. Dit item heeft een eerder laag gemiddelde, maar ook een voldoende spreiding (tabel 8). Ten opzichte van mei 2014 is de amotivatie van leerlingen nagenoeg gelijk gebleven. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 17

25 Tabel 8 Amotivatie Vraag: Ik probeer mijn best te doen op school... Nr. Item N M SD AMOTIV ik weet niet waarom, ik zie niet welk verschil het maakt ,6% 18,7% 21,3% 3,9% 3,5% 1,87 1,094 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar De leerlingen krijgen ook enkele vragen die peilen naar hun gecontroleerde motivatie. Op 1 item na hebben alle items van deze schaal geen extreem hoog of laag gemiddelde en een voldoende hoge spreiding. Eén item (CMOTIV_05) heeft een hoog gemiddelde en een eerder kleine spreiding (tabel 9). De schaal is voldoende betrouwbaar, heeft geen extreem gemiddelde en volgt de normale verdeling (tabel 10). De resultaten van deze schaal zijn gelijkaardig aan die van mei Tabel 9 Items gecontroleerde motivatie Vraag: Waarom probeer jij je best te doen op school? Ik probeer mijn best te doen op school... Nr. Item N M SD Rit CMOTIV_01 omdat anderen dit van mij verwachten ,44 1,23 0,55 CMOTIV_02 omdat ik wil dat anderen denken dat ik slim ben ,19 1,16 0,43 CMOTIV_03 omdat ik me slecht, schuldig of beschaamd voel als ik het niet doe ,63 1,33 0,52 CMOTIV_04 omdat dat van mij verwacht wordt ,06 0,96 0,48 CMOTIV_05 omdat ik me anders schuldig zou voelen ,75 1,34 0,53 CMOTIV_06 omdat ik anders problemen krijg ,78 1,40 0,46 CMOTIV_07 omdat mijn leerkrachten zouden denken dat ik een goede leerling ben ,72 1,21 0,45 CMOTIV_08 omdat ik anders commentaar krijg ,87 1,27 0,58 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 10 Schaal gecontroleerde motivatie Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Gecontroleerde motivatie ,93 0,79-0, ,79 De leerlingvragenlijst bevat ook een schaal over autonome motivatie. Met uitzondering van 1 item hebben alle items van deze schaal geen extreem gemiddelde. Twee items hebben een kleine spreiding. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 18

26 Item AUTMOTIV_01 heeft een extreem hoog gemiddelde en een lage spreiding. Dit item is problematisch omwille van zijn lage item-totaalcorrelatie (tabel 11). De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, voldoende betrouwbaarheid en volgt de normale verdeling (tabel 12). Het gemiddelde daalde ten opzichte van mei Het verwijderen van item AUTMOTIV_01 zou leiden tot een hogere Cronbachs alfa van 0,83. Dit item was ook problematisch bij de leerlingvragenlijsten van september 2013 en mei 2014 (Dockx et al., 2015). Tabel 11 Items autonome motivatie Vraag: Waarom probeer jij je best te doen op school? Ik probeer mijn best te doen op school... Nr. Item N M SD Rit AUTMOTIV_01 omdat dit belangrijk is voor mij ,32 0,82 0,45 AUTMOTIV_02 ik nieuwe dingen wil leren ,62 1,03 0,67 AUTMOTIV_03 omdat ik het interessant vind ,08 0,97 0,72 AUTMOTIV_04 omdat ik het leuk vind ,77 1,08 0,68 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 12 Schaal autonome motivatie Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Autonome Motivatie ,45 0,78-0, , Academisch zelfconcept In de leerlingvragenlijst worden verschillende schalen opgenomen die peilen naar het academisch zelfconcept van de leerlingen. Zowel het globaal academisch zelfconcept als het academisch zelfconcept voor wiskunde, Frans en Nederlands worden bevraagd. Het academisch zelfconcept voor wiskunde wordt bevraagd door middel van een schaal met 6 items. Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een voldoende spreiding (tabel 13). De schaal heeft een hoge betrouwbaarheid, een niet extreem gemiddelde en volgt een normale verdeling (tabel 14). Er zijn geen grote verschillen tussen deze afname en de afname van deze schaal in mei 2014 (Dockx et al., 2015). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 19

27 Tabel 13 Items academisch zelfconcept wiskunde Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit ZCWIS_01_R Ik scoor slecht op toetsen wiskunde. (-) ,63 1,07 0,77 ZCWIS_02 Ik haal goede punten voor wiskunde ,48 1,09 0,84 ZCWIS_03_R Ik heb moeite om iets te begrijpen als er wiskunde in voorkomt. (-) ,68 1,09 0,76 ZCWIS_04_R Ik heb dikwijls hulp nodig bij wiskunde. (-) ,50 1,22 0,78 ZCWIS_05 Wiskunde is één van mijn beste vakken ,86 1,41 0,82 ZCWIS_06 Ik ben altijd goed geweest in wiskunde ,96 1,39 0,71 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 14 Schaal academisch zelfconcept wiskunde Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Academisch zelfconcept wiskunde ,35 1,03-0, ,92 Aansluitend wordt het academisch zelfconcept voor Nederlands bevraagd met een gelijkaardige schaal. Drie van deze items hebben een extreem hoog gemiddelde, maar gezien de inhoud van deze vragen kan verondersteld worden dat de meeste Nederlandstalige kinderen geen moeite hebben met het begrijpen van of dikwijls hulp nodig hebben bij Nederlands. Vier van de items hebben een lage spreiding (tabel 15). Item ZCNED_06_R is daarbij problematisch gezien de lage item-totaalcorrelatie. De schaal heeft een voldoende betrouwbaarheid, geen extreem gemiddelde en een links-scheve verdeling (tabel 16). Het weglaten van ZCNED_06_R zou de betrouwbaarheid verhogen tot 0,86. Dit was ook al het geval bij de afname in mei Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 20

28 Tabel 15 Items academisch zelfconcept Nederlands Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit ZCNED_01_R Ik heb dikwijls hulp nodig bij Nederlands. (-) ,28 0,93 0,62 ZCNED_02_R Ik scoor slecht op toetsen Nederlands. (-) ,06 0,85 0,71 ZCNED_03 Ik haal goede punten voor Nederlands ,81 0,82 0,72 ZCNED_04 Ik ben altijd goed geweest in Nederlands ,59 1,01 0,70 ZCNED_05 Nederlands is één van mijn beste vakken ,37 1,11 0,69 ZCNED_06_R Ik heb moeite om iets te begrijpen als er Nederlands in voorkomt. (-) ,43 0,89 0,44 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 16 Schaal academisch zelfconcept Nederlands Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Academisch zelfconcept Nederlands ,92 0,72-0, ,85 Net zoals voor wiskunde en Nederlands wordt er een gelijkaardige schaal over het academisch zelfconcept voor Frans opgenomen. Al deze items hebben geen extreem gemiddelde en een voldoende spreiding (tabel 17). De schaal heeft een hoge betrouwbaarheid, een niet extreem gemiddelde en volgt een normale verdeling. Er zijn geen grote verschillen tussen deze afname en de afname van deze schaal in mei 2014 (Dockx et al., 2015). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 21

29 Tabel 17 Items academisch zelfconcept Frans Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit ZCFRA_01_R Ik scoor slecht op toetsen Frans. (-) ,57 1,13 0,81 ZCFRA_02_R Ik heb moeite om iets te begrijpen als er Frans in voorkomt. (-) ,39 1,18 0,79 ZCFRA_03_R Ik heb dikwijls hulp nodig bij Frans. (-) ,51 1,22 0,81 ZCFRA_04 Ik ben altijd goed geweest in Frans ,99 1,37 0,81 ZCFRA_05 Frans is één van mijn beste vakken ,82 1,38 0,84 ZCFRA_06 Ik haal goede punten voor Frans ,34 1,15 0,85 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 18 Schaal academisch zelfconcept Frans Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Academisch zelfconcept Frans ,27 1,08-0, ,94 Naast de schalen voor academisch zelfconcept voor specifieke vakken wordt ook een schaal opgenomen die het globaal academisch zelfconcept meet. Van deze schaal heeft 1 item een hoog gemiddelde. Opvallend is dat alle items van deze schaal een lage spreiding hebben (tabel 19). De schaal zelf heeft een goede betrouwbaarheid, een niet extreem gemiddelde en een links-scheve verdeling. De kenmerken van deze schaal zijn gelijkaardig aan die van de afname in mei 2014 (Dockx et al., 2015). Tabel 19 Items globaal academisch zelfconcept Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit ZCAC_01 Ik leer snel bij voor de meeste schoolvakken ,50 0,93 0,30 ZCAC_02 Ik ben goed voor de meeste schoolvakken ,73 0,88 0,56 ZCAC_03 Ik scoor goed op tests van de meeste schoolvakken ,64 0,85 0,55 ZCAC_04_R Ik haal slechte punten voor de meeste schoolvakken. (-) ,12 0,90 0,45 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 22

30 Tabel 20 Schaal globaal academisch zelfconcept Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Globaal academisch zelfconcept ,75 0,72-0, , Schalen interesse in wiskunde, Frans, techniek en Nederlands In de leerlingvragenlijst worden telkens twee items voor wiskunde, Frans, Techniek en Nederlands opgenomen om de interesse per vak te meten. Elke schaal bestaat dus uit 2 items. Alle items van deze schalen hebben niet extreme gemiddelden en een voldoende grote spreiding (tabellen 21, 22, 23 en 24). De schalen hebben allemaal geen extreem gemiddelde en volgen een normale verdeling. De Spearman-Brown coëfficiënten voor deze schalen zijn goed tot hoog (tabel 25), wat aangeeft dat de schalen voldoende betrouwbaar zijn. Er is sprake van een dalende trend in zowel de interesse in techniek als de interesse in Frans ten opzichte van mei 2014 (Dockx et al., 2015). Tabel 21 Items interesse wiskunde Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit INTWIS_01 Ik vind wiskunde leuk ,02 1,28 0,82 INTWIS_02 Ik vind wiskunde interessant ,22 1,25 0,82 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 22 Items interesse Frans Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit INTFRA_01 Ik vind Frans interessant ,93 1,25 0,78 INTFRA_02 Ik vind Frans leuk ,77 1,33 0,78 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 23

31 Tabel 23 Items interesse techniek Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit INTTECH_01 Ik vind het vak techniek interessant ,94 1,33 0,78 INTTECH_02 Ik vind het vak techniek leuk ,05 1,35 0,78 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 24 Items interesse Nederlands Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit INTNED_01 Ik vind Nederlands interessant ,99 1,10 0,76 INTNED_02 Ik vind Nederlands leuk ,12 1,11 0,76 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 25 Schalen interesse Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Spearman- Brown Coëfficiënt Interesse wiskunde ,12 1,21-0, ,90 Interesse Frans ,85 1,22 0, ,88 Interesse techniek Interesse Nederlands ,99 1,30-0, , ,05 1,04-0, , Betrokkenheid In de leerlingvragenlijst worden 4 schalen opgenomen om de betrokkenheid van leerlingen te meten. Zowel gedragsmatige betrokkenheid, gedragsmatige onbetrokkenheid, emotionele betrokkenheid als emotionele onbetrokkenheid worden opgenomen. De eerste schaal om betrokkenheid te meten, is de schaal voor gedragsmatige betrokkenheid, bestaande uit 5 items. Alle items hebben een niet extreem gemiddelde en een eerder lage spreiding, op 1 item na (tabel 26). Item BEHENG_01 is een problematisch item vanwege zijn lage itemtotaalcorrelatie. Dit was ook het geval bij de afnamen van deze schaal in september 2013 en mei Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 24

32 De schaal heeft een niet extreem gemiddelde en volgt een beperkte links-scheve verdeling. De betrouwbaarheid van de schaal is bovendien goed (tabel 27). Het weglaten van item BEHENG_01 zou leiden tot een verhoging van de Cronbachs alfa tot 0,86. Er is sprake van een dalende trend in de gedragsmatige betrokkenheid van leerlingen sinds september 2013 (M= 4,05) (Dockx et al., 2015). Tabel 26 Items gedragsmatige betrokkenheid Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit BEHENG_01 Ik neem actief deel aan het klasgebeuren ,72 0,92 0,41 BEHENG_02 Ik luister aandachtig in de klas ,73 0,82 0,70 BEHENG_03 Ik werk zo hard als ik kan in de klas ,41 1,02 0,68 BEHENG_04 Ik let op in de klas ,84 0,88 0,73 BEHENG_05 Ik doe erg mijn best om het goed te doen op school ,94 0,95 0,66 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 27 Schaal gedragsmatige betrokkenheid Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Gedragsmatige betrokkenheid ,73 0,71-0, ,83 We meten ook de gedragsmatige onbetrokkenheid, een schaal bestaande uit 5 items. Twee van deze items hebben een laag gemiddelde, de andere items hebben een niet extreem gemiddelde. Op 1 item na hebben alle items een redelijke spreiding (tabel 28). De schaal heeft een niet extreem gemiddelde en volgt een rechts-scheve verdeling. De betrouwbaarheid van de schaal is voldoende hoog. Er is een stijgende trend in de gemiddelde gedragsmatige onbetrokkenheid sinds de afname van deze schaal in september 2013 (M=1,89) (Dockx et al., 2015). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 25

33 Tabel 28 Items gedragsmatige onbetrokkenheid Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit BEHDIS_01 Ik doe maar net genoeg om mee te kunnen in de klas ,03 1,05 0,43 BEHDIS_02 Wanneer ik in de klas ben, doe ik maar alsof ik werk ,73 0,85 0,58 BEHDIS_03 Wanneer ik in de klas ben, dwalen mijn gedachten af ,66 1,07 0,62 BEHDIS_04 Ik doe niet echt mijn best op school ,89 1,03 0,51 BEHDIS_05 Wanneer ik in de klas ben, denk ik aan andere dingen ,66 1,02 0,65 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 29 Schaal gedragsmatige onbetrokkenheid Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Gedragsmatige onbetrokkenheid ,20 0,73 0, ,78 De daaropvolgende schaal om betrokkenheid te meten, is de schaal voor emotionele betrokkenheid. Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een eerder lage spreiding, op 1 item na (tabel 30). De schaal heeft een normaal gemiddelde, een voldoende betrouwbaarheid en volgt een normale verdeling (tabel 31). De kenmerken van de schaal in deze vragenlijst zijn gelijkaardig aan die van de leerlingvragenlijst van mei 2014 (Dockx et al., 2015). Tabel 30 Items emotionele betrokkenheid Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit EMENG_01 Wanneer we aan iets werken in de klas, ben ik geïnteresseerd ,41 0,81 0,55 EMENG_02 Ik vind het leuk om in de klas te zijn ,46 1,06 0,64 EMENG_03 Wanneer ik in de klas ben, voel ik me goed ,63 0,99 0,59 EMENG_04 Ik vind het fijn om nieuwe dingen te leren in de klas ,50 0,95 0,55 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 26

34 Tabel 31 Schaal emotionele betrokkenheid Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Emotionele betrokkenheid ,50 0,74-0, ,78 Tot slot meten we ook de emotionele onbetrokkenheid. Van de 6 items van deze schaal heeft de helft een laag gemiddelde en een lage spreiding (tabel 32). Items V004_28 en V004_52 zijn hierbij problematisch gezien hun lage item-totaalcorrelatie. De andere 3 items hebben een niet extreem gemiddelde en een voldoende spreiding. Item EMENG_03 is echter problematisch omwille van zijn extreem lage item-totaalcorrelatie. De schaal heeft een normaal gemiddelde en volgt de normale verdeling. De betrouwbaarheid van de schaal is echter onvoldoende groot (tabel 33). Het verwijderen van EMENG_03 zou de Cronbachs alfa enigszins verhogen tot 0,65, maar ook dan blijft de schaal echter onvoldoende betrouwbaar. De problemen met deze schaal deden zich ook voor bij de leerlingvragenlijst van september 2013 en mei 2014 (Dockx et al., 2015). Tabel 32 Items emotionele onbetrokkenheid Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit EMDIS_01 EMDIS_02 Wanneer we met iets nieuws beginnen in de klas, voel ik mij zenuwachtig. Wanneer ik niet op een vraag kan antwoorden, voel ik mij gefrustreerd ,77 0,97 0, ,92 1,28 0,43 EMDIS_03 Wanneer ik een taak maak in de klas, verveel ik mij ,71 1,03 0,11 EMDIS_04 Wanneer ik in de klas zit, voel ik me slecht ,88 0,93 0,36 EMDIS_05 Wanneer ik in de klas ben, maak ik mij zorgen ,81 0,93 0,47 EMDIS_06 Wanneer ik vastloop op een probleem, vind ik dit heel vervelend ,36 1,17 0,36 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 27

35 Tabel 33 Schaal emotionele onbetrokkenheid Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Emotionele onbetrokkenheid ,41 0,62 0, , Schoolwelbevinden In de leerlingvragenlijst wordt ook een schaal opgenomen om schoolwelbevinden te meten. Deze schaal bestaat uit 9 items, waarvan 3 items hoge gemiddeldes hebben en de overige 6 items een niet extreem gemiddelde. Twee items hebben een kleine spreiding (tabel 34). De schaal heeft een niet extreem gemiddelde en volgt een links-scheve verdeling. De betrouwbaarheid van de schaal is goed (tabel 35). Het schoolwelbevinden van leerlingen kent een dalende trend sinds september 2013 (M=4,04) (Dockx et al., 2015). Tabel 34 Items schoolwelbevinden Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit SWB_01 Meestal heb ik plezier in het werk voor school ,66 0,99 0,46 SWB_02_R De meeste vakken op school vind ik vervelend. (-) ,28 1,09 0,56 SWB_03_R Als ik mag kiezen, zou ik liever naar een andere school gaan. (-) ,12 1,22 0,65 SWB_04_R Ik heb geen zin om naar school te gaan. (-) ,16 1,18 0,59 SWB_05 Ik ben blij dat ik op deze school zit ,02 1,04 0,75 SWB_06_R Ik krijg slecht les op deze school. (-) ,28 0,83 0,50 SWB_07 Ik vind het leuk op school ,61 1,08 0,70 SWB_08 Als we naar een andere buurt zouden verhuizen, zou ik liefst naar deze school blijven gaan ,90 1,31 0,63 SWB_09 Ik vind dat we op deze school genoeg leuke dingen doen ,12 1,19 0,54 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 28

36 Tabel 35 Schaal schoolwelbevinden Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Schoolwelbevinden ,57 0,77-0, , Opvattingen over intelligentie In de leerlingvragenlijst wordt ook een schaal opgenomen die naar de opvattingen van de leerlingen over intelligentie peilt ( mindset ). Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een goede spreiding (tabel 36). De schaal heeft een normaal gemiddelde en volgt een normale verdeling. De schaal is echter onvoldoende betrouwbaar (tabel 37). Dit was ook het geval bij de afnames van de leerlingvragenlijst in september 2013 en mei 2014 (Dockx et al., 2015). Dit in tegenstelling tot voorgaand onderzoek waar de schaal een hoge betrouwbaarheid vertoonde (Dweck et al., 1995). Tabel 36 Items opvattingen over intelligentie ( mindset ) Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit MIND_01 MIND_02 MIND_03 Slim zijn is een eigenschap van jezelf waar je niet erg veel aan kan veranderen. Je bent slim of niet en je kan niet echt veel doen om dit te veranderen. Je kan wel nieuwe dingen leren, maar je kan niet echt je verstand veranderen ,68 1,29 0, ,53 1,18 0, ,80 1,21 0,41 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 37 Schaal opvattingen over intelligentie ( mindset ) Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Mindset ,67 0,96 0, , Klaskenmerken In de leerlingvragenlijst van mei 2015 worden 4 schalen opgenomen om de klaskenmerken van leerlingen te meten. Deze schalen meten de mate waarin de klas als een rustige lesgroep, een samenhangende lesgroep en een studiegerichte lesgroep ervaren wordt door de leerling. Daarnaast wordt een schaal opgenomen die meet in welke mate de leerling zich sociaal aanvaard voelt door zijn of haar lesgroep. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 29

37 De eerste schaal meet de mate waarin een leerling de lesgroep beschouwt als rustig. Geen van de items heeft een extreem gemiddelde. Op 1 item na hebben alle items een redelijke spreiding (tabel 38). Item RULG_02_R heeft echter een problematisch lage (onbestaande) item-totaalcorrelatie. Dit was ook het geval bij de afname van de leerlingvragenlijst in mei 2014 (Dockx et al., 2015). De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, volgt de normale verdeling en is voldoende betrouwbaar (tabel 39). Het weglaten van item RULG_02_R zou leiden tot een hogere Cronbachs alfa van 0,79. De kenmerken van deze schaal liggen in lijn met de afname van de leerlingvragenlijst in mei 2014 (Dockx et al., 2015). Tabel 38 Items rustige lesgroep Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jouw klas. Jouw klas bestaat uit de groep leerlingen waarmee je meestal samen les hebt. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit RULG_01_R Mijn klas is erg rumoerig. (-) ,45 1,03 0,59 RULG_02_R In mijn klas gaat er nogal wat tijd naar orde houden. (-) ,19 1,06 0,00 RULG_03 De leerlingen zijn rustig in mijn klas ,47 1,03 0,58 RULG_04_R De leerlingen van mijn klas storen mij tijdens de les. (-) ,55 0,99 0,44 RULG_05_R RULG_06_R RULG_07_R Het duurt lang in mijn klas vooraleer het rustig genoeg is om met de les te beginnen. (-) In mijn klas proberen de leerlingen de leerkrachten af te leiden van de leerstof. (-) De leerlingen van mijn klas kijken dikwijls op hun horloge of het nog geen tijd is. (-) ,55 1,08 0, ,08 1,11 0, ,20 1,01 0,34 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=helemaal oneens; 2=oneens; 3=noch eens, noch oneens; 4= eens; 5=helemaal eens Tabel 39 Schaal rustige lesgroep Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Rustige lesgroep ,78 0,64 0, ,72 De volgende schaal meet de mate waarin een leerling de lesgroep beschouwt als samenhangend. Van de 5 items heeft 1 item een hoog gemiddelde. De spreiding van alle items is klein, met uitzondering van 1 item (tabel 40). Item SALG_05_R heeft een problematisch lage item-totaalcorrelatie. Dit was ook het geval bij de afname van de vragenlijst in mei 2014 (Dockx et al., 2015). De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, volgt een eerder links-scheve verdeling en is net voldoende betrouwbaar (tabel 41). Bij afname van de vragenlijst in mei 2014 was de schaal net onvoldoende betrouwbaar (Cronbachs alfa van 0,69) (Docxk et al., 2015). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 30

38 Tabel 40 Items samenhangende lesgroep Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jouw klas. Jouw klas bestaat uit de groep leerlingen waarmee je meestal samen les hebt. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit SALG_01 De leerlingen van mijn klas kennen elkaar goed ,98 0,78 0,53 SALG_02 De leerlingen in mijn klas vormen een hechte groep ,69 0,99 0,60 SALG_03 SALG_04 SALG_05_R De leerlingen van mijn klas voelen zich thuis in hun klas. In mijn klas zijn er veel leerlingen die elkaars vriend(in) zijn. In mijn klas zijn er leerlingen die buiten de groep staan. (-) ,80 0,92 0, ,26 0,78 0, ,25 1,22 0,35 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=helemaal oneens; 2=oneens; 3=noch eens, noch oneens; 4= eens; 5=helemaal eens Tabel 41 Schaal samenhangende lesgroep Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Samenhangende lesgroep ,80 0,65-0, ,71 De daaropvolgende schaal meet de mate waarin een leerling de lesgroep beschouwt als studiegericht. Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en de spreiding van de verschillende items is klein (tabel 42). De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, volgt een normale verdeling en heeft een goede betrouwbaarheid (tabel 43). Ten opzichte van de leerlingvragenlijst in mei 2014 is het gemiddelde van de schaal gedaald (M= 3,83). Echter was de schaal bij de afname in 2014 onvoldoende betrouwbaar (Cronbachs alfa= 0,69) (Dockx et al., 2015). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 31

39 Tabel 42 Items studiegerichte lesgroep Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jouw klas. Jouw klas bestaat uit de groep leerlingen waarmee je meestal samen les hebt. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit STLG_01 Iets leren is voor de leerlingen van mijn klas erg belangrijk ,17 0,87 0,58 STLG_02 De leerlingen van mijn klas zoeken zelf het antwoord op vragen die hen bezighouden ,20 0,89 0,41 STLG_03 De leerlingen van mijn klas leren hun lessen ,39 0,84 0,68 STLG_04 STLG_05 Toetsen worden in mijn klas ernstig voorbereid door de leerlingen. De leerlingen van mijn klas doen erg hun best om zoveel mogelijk punten te halen ,03 0,88 0, ,41 0,89 0,66 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=helemaal oneens; 2=oneens; 3=noch eens, noch oneens; 4= eens; 5=helemaal eens Tabel 43 Schaal studiegerichte lesgroep Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Studiegerichte lesgroep ,24 0,66-0, ,81 De laatste schaal over klaskenmerken meet de mate waarin een leerling zich sociaal aanvaard voelt door zijn/haar klas. Vijf van de zes items hebben een hoog gemiddelde en daarvan hebben 4 items een kleine spreiding (tabel 44). De schaal heeft een hoog gemiddelde en een sterk links-scheve verdeling, maar een goede betrouwbaarheid. De kenmerken van de schaal in deze vragenlijst zijn gelijkaardig aan de afname van de leerlingvragenlijst in mei 2014 (Dockx et al., 2015). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 32

40 Tabel 44 Items sociale aanvaarding van de leerling Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over hoe jij je voelt in jouw klas. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit RELLLN_01 Ik kan goed met de kinderen in mijn klas opschieten ,17 0,88 0,69 RELLLN_02_R Ik heb in deze klas weinig vrienden of vriendinnen. (-) ,38 1,01 0,69 RELLLN_03_R RELLLN_04 RELLLN_05_R RELLLN_06 Ik word vaak gepest door andere kinderen in mijn klas. (-) Ik vind het leuk om met de kinderen in mijn klas om te gaan. De meeste kinderen in mijn klas gaan leuker met elkaar om dan met mij. (-) Als ik kinderen in mijn klas vraag of ze me willen helpen, dan zijn er genoeg die dat doen ,68 0,74 0, ,16 0,96 0, ,85 1,12 0, ,05 0,95 0,59 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 45 Schaal sociale aanvaarding van de leerling Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Sociale aanvaarding van de leerling ,21 0,71-1, , Kwaliteit van lesgeven Er worden 3 schalen opgenomen die de door de leerling ervaren kwaliteit van lesgeven meten. Dit zijn de schalen klasmanagement, ondersteunend klasklimaat en autonomie ondersteunen. De schalen spitsen zich toe op de leerkracht wiskunde om aan te sluiten bij de toets wiskunde die eveneens in mei 2015 bij de leerlingen werd afgenomen. De eerste schaal meet hoe de leerlingen het klasmanagement van de leerkracht wiskunde ervaren. Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een voldoende grote spreiding (tabel 46). De schaal heeft eveneens een niet extreem gemiddelde, een beperkte rechts-scheve verdeling en een goede betrouwbaarheid. De kenmerken van de schaal zijn gelijkaardig aan die van de leerlingvragenlijst die werd afgenomen in mei 2014 (Dockx et al., 2015). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 33

41 Tabel 46 Items klasmanagement Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jouw leerkracht wiskunde. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit CLASSMAN_01 De leerlingen luisteren niet naar wat de leerkracht wiskunde zegt ,40 1,05 0,55 CLASSMAN_02 Het is lawaaierig en rommelig tijdens de les wiskunde ,62 1,19 0,69 CLASSMAN_03 CLASSMAN_04 CLASSMAN_05 De leerkracht wiskunde moet een hele tijd wachten tot de leerlingen rustig zijn. De leerlingen kunnen niet goed werken tijdens de les wiskunde. De leerlingen beginnen pas te werken lange tijd nadat de les wiskunde begonnen is ,77 1,19 0, ,25 1,01 0, ,40 1,10 0,68 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 47 Schaal klasmanagement Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Klasmanagement ,49 0,87 0, ,84 Aansluitend op de vorige schaal wordt ook een schaal opgenomen die meet hoe ondersteunend de leerkracht wiskunde ervaren wordt. Eén item van deze schaal heeft een hoog gemiddelde. Alle items hebben een voldoende spreiding, met uitzondering van 1 item (tabel 48). De schaal heeft een eerder hoog gemiddelde, een sterke links-scheve verdeling, maar een goede betrouwbaarheid (tabel 49). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 34

42 Tabel 48 Items ondersteunend klasklimaat Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jouw leerkracht wiskunde. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit SUPPCLIM_01 SUPPCLIM_02 SUPPCLIM_03 SUPPCLIM_04 SUPPCLIM_05 De leerkracht wiskunde toont interesse voor de vooruitgang van elke leerling. De leerkracht wiskunde geeft extra hulp als leerlingen het nodig hebben. De leerkracht wiskunde helpt de leerlingen met hun werk. De leerkracht wiskunde gaat door met uitleggen tot de leerlingen het begrijpen. De leerkracht wiskunde geeft de leerlingen de kans om hun mening te geven ,83 1,07 0, ,17 1,02 0, ,96 0,99 0, ,99 1,08 0, ,79 1,08 0,69 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 49 Schaal ondersteunend klasklimaat Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Ondersteunend klasklimaat ,95 0,86-0, ,88 De laatste schaal over de kwaliteit van lesgeven is de schaal die meet in welke mate de leerlingen vinden dat de leerkracht wiskunde hun autonomie ondersteunt. Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een voldoende grote spreiding (tabel 50). De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, een links-scheve verdeling en een goede betrouwbaarheid (tabel 50). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 35

43 Tabel 50 Items autonomie ondersteunen Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit AUTONOMIE_01 AUTONOMIE_02_R AUTONOMIE_03 AUTONOMIE_04_R Mijn leerkracht wiskunde geeft me veel keuze over hoe ik mijn schoolwerk aanpak. Mijn leerkracht wiskunde geeft vaak kritiek op hoe ik mijn werk doe in de klas. (-) Mijn leerkracht wiskunde luistert naar mijn mening. Het is alsof mijn leerkracht wiskunde altijd zegt wat ik moet doen. (-) ,39 1,13 0, ,76 1,11 0, ,74 1,07 0, ,46 1,16 0,46 AUTONOMIE_05 Mijn leerkracht wiskunde luistert naar mijn ideeën ,53 1,11 0,68 AUTONOMIE_06 AUTONOMIE_07 AUTONOMIE_08 Mijn leerkracht wiskunde legt uit hoe ik de dingen die we op school leren, kan gebruiken. Mijn leerkracht wiskunde laat mij kiezen hoe ik mijn schoolwerk aanpak. Mijn leerkracht wiskunde legt uit waarom wat ik doe op school belangrijk voor me is ,58 1,17 0, ,63 1,12 0, ,26 1,21 0,50 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 51 Schaal autonomie ondersteunen Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Autonomie ondersteunen ,55 0,77-0, , Leraar-leerlingrelatie In de leerlingvragenlijst wordt ook een schaal opgenomen om te meten hoe een leerling zijn of haar relatie met de leerkracht ervaart. De schaal spitst zich toe op de klastitularis en bestaat uit 14 items. Alle items hebben een niet extreem gemiddelde en een kleine spreiding (tabel 52). De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, een links-scheve verdeling en een zeer hoge betrouwbaarheid (tabel 53). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 36

44 Tabel 52 Items leerkracht-leerlingrelatie Vraag: Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jouw klastitularis. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Nr. Item N M SD Rit PIML_01_R Ik word gemakkelijk kwaad op mijn klastitularis. (-) ,69 0,65 0,55 PIML_02 Mijn klastitularis respecteert mijn gevoelens ,09 0,90 0,72 PIML_03_R Ik voel me boos op mijn klastitularis. (-) ,72 0,62 0,58 PIML_04 Mijn klastitularis begrijpt mij ,91 0,93 0,77 PIML_05_R Ik vind het moeilijk om met mijn klastitularis te praten. (-) ,16 0,94 0,52 PIML_06 Ik vertrouw mijn klastitularis ,03 0,99 0,75 PIML_07_R PIML_08 Mijn klastitularis begrijpt niet wat ik doormaak tegenwoordig. (-) Wanneer ik een probleem heb, kan ik op mijn klastitularis rekenen voor hulp ,31 0,92 0, ,97 0,99 0,75 PIML_09 Mijn klastitularis heeft aandacht voor mij ,88 0,90 0,76 PIML_10 Ik schiet goed op met mijn klastitularis ,87 0,94 0,78 PIML_11 Mijn klastitularis is trots op de dingen die ik doe ,60 0,87 0,65 PIML_12 Mijn klastitularis aanvaardt mij zoals ik ben ,28 0,84 0,72 PIML_13 Mijn klastitularis heeft mij graag ,78 0,86 0,74 PIML_14 Ik heb mijn klastitularis graag ,95 0,94 0,78 Antwoordschaal is een Likertschaal met 4 punten: 1=bijna nooit of nooit waar; 2=soms waar; 3=vaak waar; 4=bijna altijd of altijd waar Tabel 53 Schaal leerkracht-leerling relatie Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa People in my life ,09 0,64-0, , Subjectieve beoordeling vakken In de leerlingvragenlijst worden 4 items opgenomen die vragen hoeveel de leerling heeft bijgeleerd voor een specifiek vak. Het gaat om de subjectieve beoordeling van de leerling. De vakken die gepeild worden, zijn wiskunde, Frans, Nederlands en techniek. We zien dat de leerlingen vinden dat ze voor wiskunde het meest hebben bijgeleerd. De spreiding van de antwoorden voor wiskunde is kleiner dan de spreiding van antwoorden bij de andere vakken. De gemiddelde score voor techniek ligt het laagst, maar hier is de spreiding in antwoorden het grootst (tabel 54). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 37

45 Tabel 54 Items subjectieve beoordeling vakken Vraag: Geef hieronder voor de opgesomde vakken aan hoeveel je vindt dat je geleerd hebt tijdens het voorbije schooljaar. Denk over elk vak even na en geef dan aan op een schaal van 1 tot 10 hoeveel je hebt bijgeleerd. 1 betekent dat je vindt dat je niets hebt bijgeleerd, 10 betekent dat je vindt dat je heel veel hebt bijgeleerd. Nr. Item N M SD GELEERDWIS GELEERDFRA GELEERDNED GELEERDTECH Hoeveel vind je dat je het voorbije schooljaar hebt bijgeleerd in het vak wiskunde? Hoeveel vind je dat je het voorbije schooljaar hebt bijgeleerd in het vak Frans? Hoeveel vind je dat je het voorbije schooljaar hebt bijgeleerd in het vak Nederlands? Hoeveel vind je dat je het voorbije schooljaar hebt bijgeleerd in het vak techniek? ,0% 3,6% 11,4% 48,5% 34,4% 7,75 1, ,0% 6,5% 16,7% 46,5% 26,3% 7,20 2, ,0% 9,3% 26,9% 45,1% 14,6% 6,63 1, ,1% 15,0% 26,6% 29,4% 18,0% 6,05 2,51 Antwoordschaal is een schaal met 10 punten gaande van 1 tot en met 10 die de mate weergeeft waarin dat men vindt dat men iets heeft bijgeleerd Studiekeuze In de leerlingvragenlijst voor 2A en 2B werd ook een aantal vragen opgenomen die peilen naar de studiekeuze van het volgende schooljaar. In een eerste vraag werd gevraagd wat de leerling dacht te zullen doen volgend schooljaar. In tabel 55 worden de antwoorden weergegeven. Meer dan de helft van de leerlingen in 2A en 2B zegt een ASOrichting te gaan volgen. Ongeveer een vijfde denkt naar het TSO door te stromen, terwijl 12,3% naar het BSO wil gaan. Een minderheid kiest voor het KSO. 7,5% van de leerlingen weet nog niet welke studiekeuze ze volgend schooljaar zullen maken. Tabel 55 STUDIEKEUZE_VOLGENDJAAR Welke studiekeuze zal je volgend jaar maken? N % Volgend schooljaar zal ik blijven zitten. 91 1,5 Volgend schooljaar zal ik een studierichting volgen in het ASO ,7 Volgend schooljaar zal ik een studierichting volgen in het BSO ,3 Volgend schooljaar zal ik een studierichting volgen in het KSO. 81 1,3 Volgend schooljaar zal ik een studierichting volgen in het TSO ,2 Volgend schooljaar zal ik een studierichting volgen in het dbso. 48 0,8 Volgend schooljaar weet ik nog niet wat ik ga doen ,5 Nog iets anders (open vraag) 48 0,8 Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 38

46 Een tweede vraag omvatte een aantal items waarin redenen worden beschreven voor een welbepaalde studiekeuze. De leerlingen moesten telkens aangeven in welke mate ze de opgegeven reden belangrijk vonden. In tabel 56 worden de resultaten getoond. Tabel 56 Redenen studiekeuze % % % % % N M SD RICHTING_01 De studierichting sluit aan bij mijn eigen capaciteiten. 0,6 0,5 8,0 51,9 39, ,28 0,68 RICHTING_02 Door de studierichting kan ik mij goed voorbereiden op 0,9 3,0 16,9 47,2 32, ,07 0,83 een beroep. RICHTING_03 Door de studierichting kan ik mij goed voorbereiden op 0,7 1,5 13,7 51,0 33, ,14 0,76 verdere studies. RICHTING_04 In de studierichting moet ik geen al te zware inspanningen doen om te 14,5 30,3 34,9 14,7 5, ,66 1,07 slagen. RICHTING_05 In de studierichting krijg ik een degelijke algemene 0,7 1,7 21,5 55,2 20, ,94 0,75 vorming. RICHTING_06 Ik heb belangstelling voor de vakken die in deze studierichting worden 0,6 1,4 14,9 50,4 32, ,13 0,75 gegeven. RICHTING_07 De studierichting stemt overeen met de verwachtingen van mijn 7,2 12,7 33,6 32,4 14, ,34 1,09 ouders. RICHTING_08 De studierichting sluit aan bij de keuze van medeleerlingen 30,6 33,6 25,1 7,8 2, ,19 1,05 en/of vrienden. RICHTING_09 De studierichting sluit aan bij het advies van het CLB. 21,4 20,6 37,4 17,0 3, ,61 1,10 RICHTING_10 De studierichting sluit aan bij de verwachtingen of het 7,2 8,4 36,1 39,4 9, ,34 1,00 advies van mijn leerkrachten. RICHTING_11 Ik kies de studierichting omwille van de leerkrachten die er les geven. 44,6 32,7 16,9 4,1 1, ,86 0,96 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=Helemaal onbelangrijk; 2=Onbelangrijk; 3=Noch belangrijk, noch onbelangrijk; 4=Belangrijk; 5=Heel belangrijk Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 39

47 4.13 Variantie op leerling-, klas- en schoolniveau Om na te gaan in welke mate we de schaalscores kunnen beschouwen als een kenmerk van individuele leerlingen, een kenmerk van de klassen of een kenmerk van de scholen hebben we het percentage variantie op school-, klas- en leerlingniveau geschat. Het percentage variantie per niveau voor elke schaal wordt weergegeven in tabel 57. Tabel 57 Geschat percentage van de variantie op leerling-, klas- en schoolniveau Schaal School Klas Leerling 1. Autonome motivatie 0,98% 7,15% 97,87% 2. Gedragsmatige onbetrokkenheid 1,49% 4,09% 94,42% 3. Gedragsmatige betrokkenheid 0,79% 4,96% 94,25% 4. Gecontroleerde motivatie 0,80% 2,24% 96,96% 5. Emotionele onbetrokkenheid 0,78% 1,55% 97,67% 6. Emotionele betrokkenheid 1,64% 6,36% 92,00% 7. Interesse Frans 4,32% 6,98% 88,70% 8. Interesse Nederlands 3,71% 7,78% 88,51% 9. Interesse techniek 15,61% 7,95% 76,44% 10. Interesse wiskunde 4,72% 9,17% 86,11% 11. Mindset (Intelligentie) 0,75% 1,71% 97,53% 12. Schoolwelbevinden 4,67% 9,33% 86,00% 13. Globaal academisch zelfconcept 2,08% 9,81% 88,11% 14. Academisch zelfconcept Frans 5,82% 8,77% 85,41% 15. Academisch zelfconcept Nederlands 5,61% 9,09% 85,41% 16. Academisch zelfconcept wiskunde 5,25% 7,97% 86,79% 17. Autonomie ondersteuning 3,76% 17,02% 79,21% 18. Klasmanagement 8,95% 28,52% 62,53% 19. People in my life 1,43% 20,05% 78,52% 20. Sociale aanvaarding 1,38% 5,53% 93,08% 21. Rustige lesgroep 4,29% 23,87% 71,84% 22. Samenhangende lesgroep 1,42% 19,58% 79,00% 23. Studiegerichte lesgroep 2,71% 24,67% 72,62% 24. Ondersteunend klasklimaat 3,46% 22,87% 73,67% Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 40

48 Hoofdstuk 5 Vragenlijst zittenblijvers 1 ste jaar: statistische kenmerken van items en schalen Analoog aan de vragenlijst voor de leerlingen in het tweede leerjaar A en het beroepsvoorbereidend leerjaar, rapporteren we in dit hoofdstuk de resultaten van de vragenlijst die werd afgenomen bij de leerlingen die bleven zitten in het eerste leerjaar A of het eerste leerjaar B. Dit hoofdstuk heeft enkel als doel de technische resultaten en beschrijvende kenmerken van de schalen en items behorende tot de leerlingvragenlijst van mei 2015 weer te geven. Er worden hierbij dan ook geen verklaringen gegeven voor de gevonden resultaten. Hiervoor zijn meer gedetailleerde onderzoeken nodig met bijhorende theoretische kaders en statistische analyses. 5.1 Tevredenheid en toekomstverwachtingen De leerlingen wordt eerst gevraagd of ze tevreden zijn over hun school. 67,4% van de leerlingen geeft aan positief te staan tegenover hun school. Er zijn ook leerlingen die eerder neutraal staan ten opzichte van hun school en een zeer kleine minderheid geeft aan niet tevreden te zijn met zijn/haar schoolkeuze (tabel 58). Tabel 58 Tevredenheid over schoolkeuze SCHTEVR Vraag: Nu je al even op deze school zit, wat vind je van deze school? N % Helemaal niet goed, ik heb er al spijt van dat ik hier naar school ga. 2 2,2 Niet zo goed, ik had beter verwacht. 3 3,4 Neutraal, het gaat wel ,0 Goed, ik ben tevreden ,4 Heel goed, ik ben erg tevreden ,0 In de leerlingvragenlijst werd ook een vraag opgenomen die peilt naar de verwachting van een leerling of hij of zij dit schooljaar zal slagen (tabel 59). Twee derde van de zittenblijvers duiden aan dat ze denken of (bijna) zeker zijn te zullen slagen in het huidig schooljaar. De overige zittenblijvers twijfelen of denken van niet. Technische rapportering vragenlijsten voor leerlingen 41

49 Tabel 59 Toekomstverwachtingen: huidig schooljaar VERW_HUIDIG Vraag: Denk je dat je dit schooljaar zal slagen? N % Ik ben (bijna) zeker van niet. 0 0,0 Ik denk het niet. 3 3,4 Ik twijfel ,2 Ik denk het wel ,1 Ik ben er (bijna) zeker van ,3 5.2 Motivatie In de leerlingvragenlijst worden verschillende schalen over motivatie opgenomen. Zowel amotivatie, gecontroleerde motivatie als autonome motivatie worden bevraagd. Er wordt eerst met 1 item naar de amotivatie bij de leerlingen gepeild. Dit item heeft een eerder laag gemiddelde, maar wel met een voldoende spreiding (tabel 60). Tabel 60 Amotivatie Vraag: Ik probeer mijn best te doen op school... Item N M SD AMOTIV ik weet niet waarom, ik zie niet welk verschil het maakt ,2% 20,0% 22,2% 6,7% 8,9% 2,20 1,30 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar De leerlingen krijgen ook enkele vragen die peilen naar hun gecontroleerde motivatie. Op 1 item na hebben alle items van deze schaal geen extreem hoog of laag gemiddelde en een voldoende hoge spreiding. 1 item (CMOTIV_04) heeft een hoog gemiddelde en een eerder kleine spreiding (tabel 61). Item CMOTIV_07 heeft een problematisch lage item-totaalcorrelatie. De schaal is voldoende betrouwbaar, heeft geen extreem gemiddelde en volgt de normale verdeling (tabel 62). Tabel 61 Items gecontroleerde motivatie CMOTIV_01 CMOTIV_02 CMOTIV_03 CMOTIV_04 CMOTIV_05 CMOTIV_06 Ik probeer mijn best te doen op school omdat anderen dit van mij verwachten. Ik probeer mijn best te doen op school omdat ik wil dat anderen denken dat ik slim ben. Ik probeer mijn best te doen op school omdat ik me slecht, schuldig of beschaamd voel als ik het niet doe. Ik probeer mijn best te doen op school omdat het van mij verwacht wordt. Ik probeer mijn best te doen op school omdat ik mij anders schuldig zou voelen. Ik probeer mijn best te doen op school omdat ik anders problemen krijg. N M SD Rit 88 3,57 1,35 0, ,58 1,49 0, ,82 1,48 0, ,19 0,95 0, ,99 1,46 0, ,89 1,49 0,45 Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 42

50 Ik probeer mijn best te doen op school omdat mijn 90 3,01 1,34 0,28 CMOTIV_07 leerkrachten zouden denken dat ik een goede leerling ben. Ik probeer mijn best te doen op school omdat ik anders 89 3,07 1,50 0,46 CMOTIV_08 commentaar krijg. Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 62 Schaal gecontroleerde motivatie Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Gecontroleerde motivatie 90 3,14 0,87-0,04 1,25 5,00 0,76 De leerlingvragenlijst bevat ook een schaal over autonome motivatie. Item AUTMOTIV_01 heeft een extreem hoog gemiddelde en een lage spreiding (tabel 63). De overige items hebben een normaal gemiddelde en een normale spreiding. De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, voldoende betrouwbaarheid en volgt de normale verdeling (tabel 64). Tabel 63 Items autonome motivatie N M SD Rit AUTMOTIV_01 Ik probeer mijn best te doen op school omdat dit 90 4,36 0,83 0,48 belangrijk is voor mij. AUTMOTIV_02 Ik probeer mijn best te doen op school omdat ik 89 3,87 1,12 0,68 nieuwe dingen wil leren. AUTMOTIV_03 Ik probeer mijn best te doen op school omdat ik het 90 3,14 1,03 0,62 interessant vind. AUTMOTIV_04 Ik probeer mijn best te doen op school omdat ik het 90 2,81 1,11 0,51 leuk vind. Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 64 Schaal autonome motivatie Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Autonome motivatie 90 3,54 0,79-0,44 1,25 5,00 0, Academisch zelfconcept In de leerlingvragenlijst worden verschillende schalen opgenomen die peilen naar het academisch zelfconcept van de leerlingen. Zowel het globaal academisch zelfconcept als het academisch zelfconcept voor wiskunde, Frans en Nederlands worden bevraagd. Het academisch zelfconcept voor wiskunde wordt bevraagd door middel van een schaal met 6 items. Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een voldoende spreiding (tabel 65). De schaal heeft een hoge betrouwbaarheid, een niet extreem gemiddelde en volgt een normale verdeling (tabel 66). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 43

51 Tabel 65 Items academisch zelfconcept wiskunde N M SD Rit ZCWIS_01_R Ik scoor slecht op toetsen wiskunde.(-) 90 3,36 1,22 0,77 ZCWIS_02 Ik haal goede punten voor wiskunde. 90 3,34 1,11 0,85 Ik heb moeite om iets te begrijpen als er wiskunde in 90 3,32 1,13 0,67 ZCWIS_03_R voorkomt. (-) ZCWIS_04_R Ik heb dikwijls hulp nodig bij wiskunde. (-) 89 3,11 1,36 0,79 ZCWIS_05 Wiskunde is één van mijn beste vakken 90 2,58 1,34 0,69 ZCWIS_06 Ik ben altijd goed geweest in wiskunde. 90 2,56 1,23 0,62 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 66 Schaal academisch zelfconcept wiskunde Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Academisch Zelfconcept Wiskunde 90 3,05 1,00-0,10 1,00 5,00 0,90 Aansluitend wordt het academisch zelfconcept voor Nederlands bevraagd met een gelijkaardige schaal (tabel 67). Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een voldoende spreiding. Alleen item ZCNED_03 heeft een iets lagere spreiding. Item ZCNED_06_R heeft een lage item-totaalcorrelatie; bij het weglaten van dit item verhoogt de betrouwbaarheid van de schaal. De schaal heeft een hoge betrouwbaarheid, een niet extreem gemiddelde, een lage spreiding en een links scheve verdeling (tabel 68). Tabel 67 Items academisch zelfconcept Nederlands N M SD Rit ZCNED_01_R Ik heb dikwijls hulp nodig bij Nederlands. (-) 90 3,94 1,21 0,66 ZCNED_02_R Ik scoor slecht op toetsen Nederlands. (-) 90 3,80 1,07 0,80 ZCNED_03 Ik haal goede punten voor Nederlands. 89 3,60 0,93 0,74 ZCNED_04 Ik ben altijd goed geweest in Nederlands. 90 3,44 1,00 0,77 ZCNED_05 Nederlands is één van mijn beste vakken. 90 3,30 1,26 0,64 Ik heb moeite om iets te begrijpen als er Nederlands in 90 3,90 1,25 0,44 ZCNED_06_R voorkomt. (-) Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 68 Schaal academisch zelfconcept Nederlands Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Academisch Zelfconcept Nederlands 90 3,66 0,87-0,70 1,17 5,00 0,87 Net zoals voor wiskunde en Nederlands wordt er een gelijkaardige schaal over het academisch zelfconcept voor Frans opgenomen. Alle items hebben geen extreem gemiddelde en een voldoende spreiding (tabel 69). De schaal heeft een hoge betrouwbaarheid, een niet extreem gemiddelde en een (beperkte) links-scheve verdeling (tabel 70). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 44

52 Tabel 69 Items academisch zelfconcept Frans N M SD Rit ZCFRA_01_R Ik scoor slecht op toetsen Frans. (-) 89 3,91 1,21 0,79 Ik heb moeite om iets te begrijpen als er Frans in 90 3,69 1,36 0,75 ZCFRA_02_R voorkomt. (-) ZCFRA_03_R Ik heb dikwijls hulp nodig bij Frans. (-) 88 3,76 1,30 0,84 ZCFRA_04 Ik ben altijd goed geweest in Frans. 90 3,21 1,43 0,72 ZCFRA_05 Frans is één van mijn beste vakken. 89 3,36 1,41 0,83 ZCFRA_06 Ik haal goede punten voor Frans. 90 3,66 1,26 0,85 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 70 Schaal academisch zelfconcept Frans Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Academisch Zelfconcept Frans 90 3,60 1,14-0,51 1,00 5,00 0,93 Naast de schalen voor academisch zelfconcept voor specifieke vakken wordt ook een schaal opgenomen die het globaal academisch zelfconcept meet (tabel 71). Elk item van deze schaal heeft een niet extreem gemiddelde. Het valt wel op dat de spreiding van de items laag is en dat item ZCAC_04_R een problematische item-totaalcorrelatie heeft. De schaal zelf is onvoldoende betrouwbaar (Cronbach s alfa = 0,68). Bij het weg laten van item ZCAC_04_R zou wel net de cutoff van 0,70 gehaald worden (tabel 72). Tabel 71 Items globaal academisch zelfconcept N M SD Rit ZCAC_01 Ik leer snel bij voor de meeste schoolvakken. 86 3,38 0,92 0,49 ZCAC_02 Ik ben goed voor de meeste schoolvakken. 90 3,50 0,94 0,40 ZCAC_03 Ik scoor goed op tests van de meeste schoolvakken. 89 3,44 0,92 0,65 Ik haal slechte punten voor de meeste schoolvakken. (- 88 3,80 1,01 0,34 ZCAC_04_R ) Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 72 Schaal globaal academisch zelfconcept Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Academisch Zelfconcept 90 3,54 0,68-0,11 1,75 5,00 0, Schalen interesse in wiskunde, Frans, techniek en Nederlands In de leerlingvragenlijst worden telkens twee items voor wiskunde, Frans, Techniek en Nederlands opgenomen om de interesse per vak te meten. Elke schaal bestaat dus uit 2 items. Alle items van deze schalen hebben niet extreme gemiddelden en een voldoende grote spreiding (tabellen 73, 74, 75 en 76). De schalen hebben allemaal geen extreem gemiddelde en volgen een normale verdeling. De Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 45

53 Spearman-Brown coëfficiënten voor deze schalen zijn goed tot hoog (tabel 77), wat aangeeft dat de schalen voldoende betrouwbaar zijn. Tabel 73 Items interesse wiskunde N M SD Rit INTWIS_01 Ik vind wiskunde leuk. 90 3,04 1,45 0,72 INTWIS_02 Ik vind wiskunde interessant. 88 3,10 1,22 0,72 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 74 Items interesse Frans N M SD Rit INTFRA_01 Ik vind Frans interessant. 90 3,33 1,45 0,75 INTFRA_02 Ik vind Frans leuk. 89 3,29 1,40 0,75 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 75 Items interesse techniek N M SD Rit Ik vind het vak techniek 90 3,42 1,33 0,84 INTTECH_01 interessant. INTTECH_02 Ik vind het vak techniek leuk. 89 3,42 1,34 0,84 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 76 Items interesse Nederlands N M SD Rit INTNED_01 Ik vind Nederlands interessant. 90 3,07 1,13 0,68 INTNED_02 Ik vind Nederlands leuk. 89 3,17 1,21 0,68 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 77 Schalen interesse Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Spearman-Brown Interesse Wiskunde 88 3,07 1,24-0,21 1,00 5,00 0,83 Interesse Frans 89 3,33 1,33-0,32 1,00 5,00 0,86 Interesse Techniek 89 3,41 1,28-0,37 1,00 5,00 0,92 Interesse Nederlands 89 3,11 1,06 0,04 1,00 5,00 0,81 Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 46

54 5.5 Betrokkenheid In de leerlingvragenlijst worden 4 schalen opgenomen om de betrokkenheid van leerlingen te meten. Zowel gedragsmatige betrokkenheid, gedragsmatige onbetrokkenheid, emotionele betrokkenheid als emotionele onbetrokkenheid worden opgenomen. De eerste schaal om betrokkenheid te meten, is de schaal gedragsmatige betrokkenheid, bestaande uit 5 items (tabel 78). Alle items hebben een niet extreem gemiddelde. Items BEHENG_02 en BEHENG_04 hebben een eerder lage spreiding. Item BEHENG_01 is een problematisch item vanwege de lage item-totaalcorrelatie; de betrouwbaarheid van de school zou verhogen bij het weglaten van dit item. De schaal als geheel heeft een niet extreem gemiddelde, een lage spreiding en volgt de normaalverdeling verdeling. De betrouwbaarheid van de schaal is goed (tabel 79). Tabel 78 Items gedragsmatige betrokkenheid N M SD Rit BEHENG_01 Ik neem actief deel aan het klasgebeuren. 88 3,67 1,03 0,34 BEHENG_02 Ik luister aandachtig in de klas. 90 3,54 0,91 0,76 BEHENG_03 Ik werk zo hard als ik kan in de klas. 90 3,31 1,01 0,54 BEHENG_04 Ik let op in de klas. 89 3,87 0,86 0,78 BEHENG_05 Ik doe erg mijn best om het goed te doen op school. 90 3,86 1,10 0,62 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 79 Schaal gedragsmatige betrokkenheid Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Gedragsmatige betrokkenheid 90 3,65 0,74-0,28 1,60 5,00 0,81 De tweede schaal die betrokkenheid meet, is de schaal gedragsmatige onbetrokkenheid, ook bestaande uit 5 items (tabel 80). Item BEHDIS_02 heeft een laag gemiddelde en een lage spreiding. De overige items hebben een niet extreem gemiddelde en voldoende spreiding. De schaal heeft een niet extreem gemiddelde en volgt een rechts-scheve verdeling. Item BEHDIS_01 heeft een problematische item-totaalcorrelatie. De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, een eerder lage spreiding en volgt de normaalverdeling (tabel 81). De betrouwbaarheid van de schaal is evenwel onvoldoende hoog (Cronbachs alfa = 0,66). Zelfs bij het weglaten van item BEHDIS_01 haalt de schaal niet de cutoff van 0,70. Tabel 80 Items gedragsmatige onbetrokkenheid N M SD Rit BEHDIS_01 Ik doe maar net genoeg om mee te kunnen in de klas. 89 2,73 1,25 0,25 BEHDIS_02 Wanneer ik in de klas ben, doe ik maar alsof ik werk. 90 1,78 0,92 0,50 BEHDIS_03 Wanneer ik in de klas ben, dwalen mijn gedachten af. 89 2,79 1,11 0,52 BEHDIS_04 Ik doe niet echt mijn best op school. 90 2,23 1,18 0,35 BEHDIS_05 Wanneer ik in de klas ben, denk ik aan andere dingen. 89 2,96 1,28 0,50 Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 47

55 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 81 Schaal gedragsmatige onbetrokkenheid Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Gedragsmatige onbetrokkenheid 90 2,50 0,75 0,26 1,00 4,60 0,66 De daaropvolgende schaal om betrokkenheid te meten, is de schaal emotionele betrokkenheid (tabel 82). Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde. Items EMENG_01 en EMENG_04 hebben een eerder lage spreiding. De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, een lage spreiding en is voldoende betrouwbaar (tabel 83). Tabel 82 Items emotionele betrokkenheid N M SD Rit Wanneer we aan iets werken in de klas, ben ik 89 3,43 0,94 0,53 EMENG_01 geïnteresseerd. EMENG_02 Ik vind het leuk om in de klas te zijn. 90 3,41 1,08 0,53 EMENG_03 Wanneer ik in de klas ben, voel ik me goed. 90 3,53 1,10 0,58 EMENG_04 Ik vind het fijn om nieuwe dingen te leren in de klas. 88 3,70 0,98 0,44 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 83 Schaal emotionele betrokkenheid Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Emotionele betrokkenheid 90 3,52 0,75-0,39 1,00 5,00 0,73 De laatste schaal om betrokkenheid te meten is de schaal emotionele onbetrokkenheid (tabel 84). Alle items van deze schaal hebben een niet-extreem gemiddelde en een voldoende spreiding. Item EMDIS_3 heeft een problematisch lage item-totaalcorrelatie. De schaal heeft een normaal gemiddelde, een eerder lage spreiding en volgt de normale verdeling (tabel 85). De betrouwbaarheid van de schaal is echter onvoldoende groot. Het verwijderen van item EMDIS_03 zou de Cronbachs alfa enigszins verhogen tot 0,61, maar ook dan blijft de schaal onvoldoende betrouwbaar. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 48

56 Tabel 84 Items emotionele onbetrokkenheid N M SD Rit EMDIS_01 Wanneer we met iets nieuws beginnen in de klas, voel ik 89 2,27 1,24 0,26 mij zenuwachtig. EMDIS_02 Wanneer ik niet op een vraag kan antwoorden, voel ik 88 3,19 1,40 0,41 mij gefrustreerd. EMDIS_03 Wanneer ik een taak maak in de klas, verveel ik mij. 90 2,78 1,20 0,19 EMDIS_04 Wanneer ik in de klas zit, voel ik me slecht. 90 2,10 1,10 0,34 EMDIS_05 Wanneer ik in de klas ben, maak ik mij zorgen. 88 2,14 1,14 0,46 Wanneer ik vastloop op een probleem, vind ik dit heel 88 3,72 1,15 0,35 EMDIS_06 vervelend. Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 85 Schaal emotionele onbetrokkenheid Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Emotionele onbetrokkenheid 90 2,70 0,69 0,29 1,33 4,50 0, Schoolwelbevinden In de leerlingvragenlijst wordt ook een schaal opgenomen om schoolwelbevinden te meten (tabel 86). Deze schaal bestaat uit 9 items. Alle items hebben een niet-extreem gemiddelde, behalve item SWB_06_R dat een hoog gemiddelde heeft. Dit item heeft ook een lage spreiding. Items SWB_01 en SWB_06_R hebben een problematisch lage item-totaalcorrelatie; het weglaten van deze items zou de betrouwbaarheid verder doen toenemen. Als geheel heeft de schaal een niet extreem gemiddelde, een lage spreiding en volgt de normaalverdeling (tabel 87). De betrouwbaarheid van de schaal is erg goed. Tabel 86 Items schoolwelbevinden N M SD Rit SWB_01 Meestal heb ik plezier in het werk voor school. 90 3,13 1,17 0,31 SWB_02_R De meeste vakken op school vind ik vervelend. (-) 90 3,24 1,18 0,55 Als ik mag kiezen, zou ik liever naar een andere school gaan. 89 3,69 1,32 0,75 SWB_03_R (-) SWB_04_R Ik heb geen zin om naar school te gaan. (-) 90 3,10 1,27 0,58 SWB_05 Ik ben blij dat ik op deze school zit. 90 3,69 1,22 0,76 SWB_06_R Ik krijg slecht les op deze school. (-) 90 4,32 0,92 0,33 SWB_07 Ik vind het leuk op school. 90 3,66 1,10 0,71 Als we naar een andere buurt zouden verhuizen, zou ik liefst 89 3,57 1,46 0,63 SWB_08 naar deze school blijven gaan. SWB_09 Ik vind dat we op deze school genoeg leuke dingen doen. 88 3,19 1,23 0,60 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 49

57 Tabel 87 Schaal schoolwelbevinden Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Schoolwelbevinden 90 3,51 0,82-0,46 1,22 5,00 0, Opvattingen over intelligentie In de leerlingvragenlijst wordt ook een schaal opgenomen die naar de opvattingen van de leerlingen over intelligentie peilt ( mindset ) (tabel 88). Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een goede spreiding. Item MIND_01 heeft een problematisch lage itemtotaalcorrelatie; het weglaten van dit item zou de betrouwbaarheid van de schaal ten goede komen. De schaal heeft een normaal gemiddelde en volgt een normale verdeling (tabel 89). De betrouwbaarheid van deze schaal is voldoende hoog. Tabel 88 Items opvattingen over intelligentie ( mindset ) N M SD Rit Slim zijn is een eigenschap van jezelf waar je niet erg veel 90 2,91 1,47 0,43 MIND_01 aan kan veranderen. Je bent slim of niet en je kan niet echt veel doen om dit te 90 2,34 1,26 0,60 MIND_02 veranderen. Je kan wel nieuwe dingen leren, maar je kan niet echt je 90 2,72 1,32 0,58 MIND_03 verstand veranderen. Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 89 Schaal opvattingen over intelligentie ( mindset ) Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Mindset 90 2,66 1,08 0,12 1,00 5,00 0, Klaskenmerken In de leerlingvragenlijst worden 4 schalen opgenomen om de klaskenmerken van leerlingen te meten. Deze schalen meten de mate waarin de klas als een rustige lesgroep, een samenhangende lesgroep en een studiegerichte lesgroep ervaren wordt door de leerling. Daarnaast wordt een schaal opgenomen die meet in welke mate de leerling zich sociaal aanvaard voelt door zijn of haar lesgroep. De eerste schaal meet de mate waarin een leerling de lesgroep beschouwt als rustig (tabel 90). Geen van de items heeft een extreem gemiddelde en de spreiding van alle items is voldoende. Item RULG_02_R heeft een problematisch lage item-totaalcorrelatie; het weglaten van dit item zou de betrouwbaarheid van de schaal ten goede komen. De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, volgt de normale verdeling en is voldoende betrouwbaar (tabel 91). Het weglaten van item RULG_02_R zou leiden tot een hogere Cronbachs alfa van 0,78. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 50

58 Tabel 90 Items rustige lesgroep N M SD Rit RULG_01_R Mijn klas is erg rumoerig. (-) 84 2,75 1,07 0,53 RULG_02_R In mijn klas gaat er nogal wat tijd naar orde houden. (-) 88 2,85 1,13 0,10 RULG_03 De leerlingen zijn rustig in mijn klas. 87 2,69 1,31 0,43 RULG_04_R De leerlingen van mijn klas storen mij tijdens de les. (-) 85 3,49 1,23 0,61 RULG_05_R Het duurt lang in mijn klas vooraleer het rustig genoeg 88 2,64 1,32 0,57 is om met de les te beginnen. (-) RULG_06_R In mijn klas proberen de leerlingen de leerkrachten af te 87 3,26 1,21 0,62 leiden van de leerstof. (-) RULG_07_R De leerlingen van mijn klas kijken dikwijls op hun 88 2,25 1,15 0,38 horloge of het nog geen tijd is. (-) Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=helemaal oneens; 2=oneens; 3=noch eens, noch oneens; 4= eens; 5=helemaal eens Tabel 91 Schaal rustige lesgroep Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Rustige lesgroep 88 2,84 0,75 0,10 1,00 4,86 0,75 De volgende schaal meet de mate waarin een leerling de lesgroep beschouwt als samenhangend (tabel 92). Van de 5 items hebben 2 items een hoog gemiddelde (SALG_01 en SALG_04). De spreiding van SALG_01, SALG_03 en SALG_04 is eerder klein. Item SALG_05_R heeft een problematisch lage itemtotaalcorrelatie. De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, heeft een lage spreiding en volgt een normale verdeling (tabel 93). De schaal is evenwel onvoldoende betrouwbaar. Ook wanneer item SALG_05_R wordt weggelaten, wordt de cutoff van 0,70 niet gehaald. Tabel 92 Items samenhangende lesgroep N M SD Rit SALG_01 De leerlingen van mijn klas kennen elkaar goed. 87 4,11 0,80 0,49 SALG_02 De leerlingen in mijn klas vormen een hechte groep. 88 3,57 1,07 0,45 SALG_03 De leerlingen van mijn klas voelen zich thuis in hun klas. 88 3,76 0,97 0,33 In mijn klas zijn er veel leerlingen die elkaars vriend(in) 88 4,27 0,87 0,41 SALG_04 zijn. SALG_05_R In mijn klas zijn er leerlingen die buiten de groep staan. (-) 88 3,33 1,28 0,22 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=helemaal oneens; 2=oneens; 3=noch eens, noch oneens; 4= eens; 5=helemaal eens Tabel 93 Schaal samenhangende lesgroep Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Samenhangende lesgroep 88 3,82 0,64-0,25 2,00 5,00 0,61 De daaropvolgende schaal meet de mate waarin een leerling de lesgroep beschouwt als studiegericht (tabel 94). Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde, maar de spreiding van de meeste items is klein. De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, volgt een normale verdeling en heeft een goede betrouwbaarheid (tabel 95). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 51

59 Tabel 94 Items studiegerichte lesgroep N M SD Rit STLG_01 Iets leren is voor de leerlingen van mijn klas erg belangrijk. 86 3,43 1,04 0,70 STLG_02 De leerlingen van mijn klas zoeken zelf het antwoord op vragen die hen bezighouden. 88 3,38 0,90 0,38 STLG_03 De leerlingen van mijn klas leren hun lessen. 86 3,51 0,84 0,66 STLG_04 Toetsen worden in mijn klas ernstig voorbereid door de leerlingen. 85 3,21 0,99 0,67 STLG_05 De leerlingen van mijn klas doen erg hun best om zoveel mogelijk punten te halen. 87 3,62 0,92 0,72 Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=helemaal oneens; 2=oneens; 3=noch eens, noch oneens; 4= eens; 5=helemaal eens Tabel 95 Schaal studiegerichte lesgroep Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Studiegerichte lesgroep 88 3,43 0,72-0,23 1,25 5,00 0,82 De laatste schaal over klaskenmerken meet de mate waarin een leerling zich sociaal aanvaard voelt door zijn/haar klas (tabel 96). Het valt op dat alle items een vrij hoog gemiddelde vertonen. Ook de schaal in haar geheel heeft een hoog gemiddelde en een sterk links-scheve verdeling, maar een goede betrouwbaarheid (tabel 97). Tabel 96 Items sociale aanvaarding van de leerling N M SD Rit RELLLN_01 Ik kan goed met de kinderen in mijn klas opschieten. 88 4,14 0,87 0,57 RELLLN_02_R Ik heb in deze klas weinig vrienden of vriendinnen. (-) 89 4,20 1,20 0,54 RELLLN_03_R Ik word vaak gepest door andere kinderen in mijn 88 4,64 0,86 0,41 klas. (-) RELLLN_04 Ik vind het leuk om met de kinderen in mijn klas om te 89 3,94 1,18 0,42 gaan. RELLLN_05_R De meeste kinderen in mijn klas gaan leuker met 89 3,67 1,43 0,49 elkaar om dan met mij. (-) RELLLN_06 Als ik kinderen in mijn klas vraag of ze me willen 89 4,18 1,01 0,43 helpen, dan zijn er genoeg die dat doen. Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 97 Schaal sociale aanvaarding van de leerling Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Sociale aanvaarding 89 4,13 0,71-0,89 2,33 5,00 0, Kwaliteit van lesgeven Er worden 3 schalen opgenomen die de door de leerling ervaren kwaliteit van lesgeven meten. Dit zijn de schalen klasmanagement, ondersteunend klasklimaat en autonomie ondersteunen. De schalen Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 52

60 spitsen zich toe op de leerkracht wiskunde om aan te sluiten bij de toets wiskunde die eveneens in mei 2015 bij de leerlingen werd afgenomen. De eerste schaal meet hoe de leerlingen het klasmanagement van de leerkracht wiskunde ervaren (tabel 98). Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een voldoende grote spreiding. Item CLASSMAN_01 heeft een problematische item- totaalcorrelatie; het weglaten van dit item zou de betrouwbaarheid van de schaal verder doen toenemen. De schaal als geheel heeft een niet extreem gemiddelde en een eerder lage spreiding (tabel 99). De schaal volgt een normale verdeling en heeft een goede betrouwbaarheid. Tabel 98 Items klasmanagement N M SD Rit CLASSMAN_01 De leerlingen luisteren niet naar wat mijn leerkracht 87 2,51 1,18 0,33 wiskunde zegt. CLASSMAN_02 Het is lawaaierig en rommelig tijdens de les 85 2,51 1,27 0,72 wiskunde. CLASSMAN_03 Mijn leerkracht wiskunde moet een hele tijd 87 2,68 1,27 0,69 wachten tot de leerlingen rustig zijn. CLASSMAN_04 De leerlingen kunnen niet goed werken tijdens de les 87 2,25 1,10 0,51 wiskunde. CLASSMAN_05 De leerlingen beginnen pas te werken lange tijd 87 2,41 1,16 0,68 nadat de les wiskunde begonnen is. Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 99 Schaal klasmanagement Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Classroom Management 88 2,47 0,89 0,40 1,00 5,00 0,80 Aansluitend op de vorige schaal wordt ook een schaal opgenomen die meet hoe ondersteunend de leerkracht wiskunde ervaren wordt (tabel 100). Het valt op dat de items vrij hoge gemiddeldes vertonen en een eerder beperkte spreiding hebben. De schaal heeft een eerder hoog gemiddelde, een lage spreiding en volgt een normale verdeling. De schaal heeft een goede betrouwbaarheid (tabel 101). Tabel 100 Items ondersteunend klasklimaat N M SD Rit SUPPCLIM_01 Mijn leerkracht wiskunde toont interesse in de 87 3,79 1,08 0,62 vooruitgang van elke leerling. SUPPCLIM_02 Mijn leerkracht wiskunde geeft extra hulp als de 86 4,12 0,99 0,52 leerlingen het nodig hebben. SUPPCLIM_03 Mijn leerkracht wiskunde helpt de leerlingen met hun 87 4,00 0,95 0,76 werk. SUPPCLIM_04 Mijn leerkracht wiskunde gaat door met uitleggen tot 87 4,13 0,99 0,66 de leerlingen het begrijpen. SUPPCLIM_05 Mijn leerkracht wiskunde geeft de leerlingen de kans 87 3,91 1,01 0,66 om hun mening te geven. Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 53

61 Tabel 101 Schaal ondersteunend klasklimaat Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Supportive Climate 88 3,99 0,76-0,27 2,20 5,00 0,84 De laatste schaal over de kwaliteit van lesgeven, is de schaal die meet in welke mate de leerlingen vinden dat de leerkracht wiskunde hun autonomie ondersteunt (tabel 102). Alle items van deze schaal hebben een niet extreem gemiddelde en een voldoende grote spreiding. De schaal heeft een niet extreem gemiddelde, een lage spreiding, een links-scheve verdeling en een goede betrouwbaarheid (tabel 103). Tabel 102 Items autonomie ondersteunen N M SD Rit AUTONOMIE_01 Mijn leerkracht wiskunde geeft me veel keuze 88 3,38 1,10 0,64 over hoe ik mijn schoolwerk aanpak. AUTONOMIE_02_R Mijn leerkracht wiskunde geeft vaak kritiek op 88 3,32 1,22 0,29 hoe ik mijn werk doe in de klas. (-) AUTONOMIE_03 Mijn leerkracht wiskunde luistert naar mijn 87 3,74 1,12 0,72 mening. AUTONOMIE_04_R Het is alsof mijn leerkracht wiskunde altijd zegt 88 3,49 1,30 0,24 wat ik moet doen. (-) AUTONOMIE_05 Mijn leerkracht wiskunde luistert naar mijn 87 3,43 1,17 0,60 ideeën. AUTONOMIE_06 Mijn leerkracht wiskunde legt uit hoe ik de 88 3,88 1,11 0,53 dingen we op school leren, kan gebruiken. AUTONOMIE_07 Mijn leerkracht wiskunde laat mij kiezen hoe ik 87 3,45 1,19 0,47 mijn schoolwerk aanpak. AUTONOMIE_08 Mijn leerkracht wiskunde legt uit waarom wat ik 85 3,56 1,16 0,61 doe op school belangrijk voor mij is. Antwoordschaal is een Likertschaal met 5 punten: 1=niet waar; 2=meestal niet waar; 3=soms waar, soms niet waar; 4=meestal waar; 5=waar Tabel 103 Schaal autonomie ondersteunen Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa Autonomie ondersteunen 88 3,53 0,75-0,71 1,00 5,00 0, Leraar-leerlingrelatie In de leerlingvragenlijst wordt ook een schaal opgenomen om te meten hoe een leerling zijn of haar relatie met de leerkracht ervaart (tabel 104). De schaal spitst zich toe op de klastitularis en bestaat uit 14 items. De meeste items hebben een niet extreem gemiddelde en een kleine spreiding. Item PIML_01_R en PIML_03_3 hebben wel eerder hoge gemiddelde waarden. Items PIML_03_R, PIML_05_R en PIML_07_R hebben problematische item-totaalcorrelaties. Het weglaten van deze items zou de betrouwbaarheid van de schaal nog hoger maken. De schaal heeft een redelijk hoog gemiddelde, een links-scheve verdeling en een zeer hoge betrouwbaarheid (tabel 105). Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 54

62 Tabel 104 Items leerkracht-leerlingrelatie N M SD Rit PIML_01_R Ik word gemakkelijk kwaad op mijn klastitularis. (-) 88 3,53 0,82 0,50 PIML_02 Mijn klastitularis respecteert mijn gevoelens. 88 3,05 0,93 0,66 PIML_03_R Ik voel me boos op mijn klastitularis. (-) 88 3,61 0,70 0,44 PIML_04 Mijn klastitularis begrijpt mij. 86 2,86 1,01 0,78 PIML_05_R Ik vind het moeilijk om met mijn klastitularis te praten. 86 3,12 1,00 0,36 (-) PIML_06 Ik vertrouw mijn klastitularis. 88 3,06 1,00 0,74 PIML_07_R Mijn klastitularis begrijpt niet wat ik doormaak 88 3,22 0,98 0,37 tegenwoordig. (-) PIML_08 Wanneer ik een probleem heb, kan ik op mijn 87 2,99 1,08 0,77 klastitularis rekenen voor hulp. PIML_09 Mijn klastitularis heeft aandacht voor mij. 86 2,83 1,00 0,87 PIML_10 Ik schiet goed op met mijn klastitularis 85 2,86 0,94 0,77 PIML_11 Mijn klastitularis is trots op de dingen die ik doe. 87 2,64 0,93 0,66 PIML_12 Mijn klastitularis aanvaardt mij zoals ik ben. 87 3,28 0,84 0,73 PIML_13 Mijn klastitularis heeft mij graag. 87 2,82 0,87 0,67 PIML_14 Ik heb mijn klastitularis graag. 88 2,99 0,99 0,78 Antwoordschaal is een Likertschaal met 4 punten: 1=bijna nooit of nooit waar; 2=soms waar; 3=vaak waar; 4=bijna altijd of altijd waar Tabel 105 Schaal leerkracht-leerling relatie Schaal N M SD Scheefheid Min. Max. Cronbachs alfa People in my life 87 3,07 0,67-0,63 1,21 4,00 0, Subjectieve beoordeling vakken In de leerlingvragenlijst worden 4 items opgenomen die vragen hoeveel de leerling heeft bijgeleerd voor een specifiek vak (tabel 106). Het gaat om de subjectieve beoordeling van de leerling. De vakken die gepeild worden, zijn wiskunde, Frans, Nederlands en techniek. We zien dat de leerlingen vinden dat ze voor Nederlands en wiskunde het meest hebben bijgeleerd. De spreiding van de antwoorden voor wiskunde is kleiner dan de spreiding van antwoorden bij de andere vakken. De gemiddelde score voor techniek ligt het laagst, maar hier is de spreiding in antwoorden het grootst. Tabel 106 Items subjectieve beoordeling vakken GELEERDFRA GELEERDNED GELEERDTECH Hoeveel vind je dat je het voorbije schooljaar hebt bijgeleerd in het vak Frans? Hoeveel vind je dat je het voorbije schooljaar hebt bijgeleerd in het vak Nederlands? Hoeveel vind je dat je het voorbije schooljaar hebt N M SD 89 2,2% 9,0% 16,9% 36,0% 36,0% 7,42 2, ,5% 2,2% 16,9% 40,4% 36,0% 7,55 2, ,9% 10,1% 21,3% 31,5% 29,2% 6,80 2,56 Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 55

63 GELEERDWIS bijgeleerd in het vak Techniek? Hoeveel vind je dat je het voorbije schooljaar hebt bijgeleerd in het vak wiskunde? 89 1,1% 6,7% 15,7% 47,2% 29,2% 7,54 1,82 Antwoordschaal is een schaal met 10 punten gaande van 1 tot en met 10 die de mate weergeeft waarin dat men vindt dat men iets heeft bijgeleerd Beleving zittenblijven In de leerlingvragenlijst voor de zittenblijvers van 1A en 1B werd ook een aantal vragen opgenomen die specifiek peilen naar de redenen en de beleving van het zittenblijven. De eerste vraag was welk attest de leerling ontving op het einde van het voorgaande schooljaar. In tabel 107 worden de antwoorden weergegeven. Tabel 107 ZB_ATTEST Welk attest kreeg je op het einde van vorig schooljaar? N % A-attest 27 24,1% B-attest 34 30,4% C-attest 24 21,4% Vervolgens werd gevraagd welke studiekeuze gemaakt werd. De resultaten staan in tabel 108. Iets meer dan de helft (57,1%) van de zittenblijvers besloot te blijven zitten in dezelfde studierichting. De overige zittenblijvers stapten over naar een andere studierichting. Tabel 108 ZB_KEUZE Welke studiekeuze maakte je dit schooljaar? N % Ik ben blijven zitten in dezelfde studierichting 48 57,1% Ik ben blijven zitten, maar in een andere studierichting 36 42,9% Er werd ook gepeild naar het algemene gevoel dat zittenblijvers overhouden aan de beslissing om te blijven zitten. Tabel 109 toont dat de meerderheid van de leerlingen blij is te zijn blijven zitten: 40,5% leerlingen zijn blij dat ze bleven zitten en 31% van de zittenblijvers is achteraf bekeken ook blij, hoewel ze eerst niet achter de beslissing stonden. Ongeveer één op de vijf zittenblijvers is nog steeds ontevreden over het zittenblijven. Tabel 109 ZB_ACHTERAF En nu, achteraf bekeken, sta je nog steeds achter de beslissing om te blijven zitten? N % Ja, ik ben nog altijd blij dat ik ben blijven zitten 34 40,5% Hoewel ik er eerst niet achter stond, ben ik nu wel blij dat ik ben blijven zitten 26 31,0% Hoewel ik achter de beslissing stond, ben ik nu niet meer tevreden dat ik ben blijven zitten 8 9,5% Nee, ik ben nog steeds ontevreden over de beslissing om te blijven zitten 16 19,0% Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 56

64 In tabel 110 wordt de frequentieverdeling weergegeven van de items die peilen naar de redenen waarom de leerlingen bleven zitten. Tabel 110 Redenen van zittenblijven ZB_REDEN_01 ZB_REDEN_02 ZB_REDEN_03 ZB_REDEN_04 ZB_REDEN_05 ZB_REDEN_06 ZB_REDEN_07 Ik ben blijven zitten omdat ik geen andere keuze had. Ik ben blijven zitten omdat ik graag de studierichting wou blijven doen die ik volgde. Ik ben blijven zitten omdat ik dacht dat ik beter zou kunnen volgen door te blijven zitten. Ik ben blijven zitten omdat vrienden die ook een B- of C-attest kregen, ook bleven zitten. Ik ben blijven zitten omdat ik alleen een andere richting kon volgen als ik van school veranderde en dat wou ik niet. Ik ben blijven zitten omdat dat zo hoort na een B- of C-attest. Ik ben blijven zitten omdat mijn ouders wilden dat ik bleef zitten. Niet waar Meestal niet waar Soms waar, soms niet waar Meestal waar Waar N (%) (%) (%) (%) (%) M SD 84 36,9 11,9 20,2 9,5 21,4 2,67 1, ,4 4,8 14,5 13,3 24,1 2,70 1, ,1 2,4 21,7 18,1 27,7 3,11 1, ,9 7,2 3,6 2,4 4,8 1,41 1, ,9 11,0 18,3 7,3 8,5 2,04 1, ,0 10,8 15,7 10,8 21,7 2,61 1, ,8 9,6 18,1 4,8 15,7 2,23 1,51 In tabel 111 wordt de frequentieverdeling weergegeven van de items die peilen naar de effecten van zittenblijven. Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 57

65 Tabel 111 Effecten van zittenblijven ZB_EFFECT_01 ZB_EFFECT_02 ZB_EFFECT_03 ZB_EFFECT_04 ZB_EFFECT_05 ZB_EFFECT_06 ZB_EFFECT_07 ZB_EFFECT_08 ZB_EFFECT_09 ZB_EFFECT_10 ZB_EFFECT_11 ZB_EFFECT_12 ZB_EFFECT_13 ZB_EFFECT_14 Wat ik later wil worden, is veranderd door te blijven zitten. Door te blijven zitten, werden mijn toekomstplannen in de war gestuurd. Door te blijven zitten, ben ik overgegaan naar een studierichting waarin ik verder wil studeren. Blijven zitten heeft niet veel veranderd aan mijn toekomstplannen. Door te blijven zitten, ben ik overgegaan naar een studierichting die me voorbereidt op het werk dat ik later wil doen. Door te blijven zitten, kan ik nu beter volgen op school. Dat ik ben blijven zitten, kan me eigenlijk niks schelen. Ik ga nu liever naar school dan in de periode voor ik ben blijven zitten. Dat ik ben blijven zitten, heeft geen effect gehad op mijn studieresultaten. Sinds ik ben blijven zitten, geloof ik minder in mezelf. Sinds ik ben blijven zitten, interesseert de school mij minder. Sinds ik ben blijven zitten, heb ik nog meer moeilijkheden met mijn studies. Ik heb nu meer vertrouwen in mezelf dan in de periode voor ik ben blijven zitten. Dat ik ben blijven zitten, heeft niets veranderd aan mijn houding tegenover de school. N Niet waar (%) Meestal niet waar (%) Soms waar, soms niet waar (%) Meestal waar (%) Waar (%) M SD 85 62,4 8,2 12,9 5,9 10,6 1,94 1, ,6 9,5 14,3 15,5 7,1 2,13 1, ,6 9,4 14,1 14,1 24,7 2,79 1, ,1 10,6 10,6 11,8 40,0 3,27 1, ,8 11,8 12,9 18,8 24,7 2,93 1, ,2 3,5 24,7 27,1 36,5 3,8 1, ,9 14,3 23,8 4,8 14,3 2,33 1, ,0 13,4 24,4 11,0 29,3 3,12 1, ,6 13,3 30,1 9,6 8,4 2,36 1, ,4 12,9 15,3 5,9 16,5 2,27 1, ,1 17,6 23,5 7,1 4,7 2,05 1, ,8 14,3 21,4 3,6 11,9 2,15 1, ,0 7,1 32,1 11,9 29,8 3,26 1, ,0 17,6 28,2 14,1 20,0 2,96 1,39 Technische rapportering vragenlijst voor leerlingen 58

66 Bibliografie Dockx, J., Stevens, E., Custers, C., Filders, I., De Fraine, B., & Van Damme, J. (2015). LiSO-project: Vragenlijst voor leerlingen September 2013 mei 2014 technische rapportering. Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen, Leuven. Dweck, C. S., Chiu, C. Y., & Hong, Y. Y. (1995). Implicit theories and their role in judgments and reactions: A word from two perspectives. Psychological inquiry, 6(4), Lance, C. E., Butts, M. M., & Michels, L. C. (2006). The Sources of Four Commonly Reported Cutoff Criteria What Did They Really Say?. Organizational Research Methods, 9(2), Stevens E., Dockx J., Custers C., Fidlers I., De Fraine B. & Van Damme J. (2014), LiSO-project: vragenlijst voor leerlingen mei 2015 instrumentontwikkeling, Steunpunt Studie- en Schoolloopbanen, Leuven. Technische rapportering vragenlijsten voor leerlingen 59

67

68 Bijlage 1 Brief LiSO-contactpersoon mei 2015

69 LiSO Loopbanen in het Secundair Onderwijs Dekenstraat 2 bus Leuven Beste school, U ontving van ons via bpost het nodige afnamemateriaal voor de LiSO bevraging van mei Graag geven wij hierbij een woordje uitleg. WAT HEEFT U PRECIES ONTVANGEN? Eén of meerdere schooldoosjes met hierin: deze brief; 3 posters met uitleg over het LiSO project die u omhoogg kan hangen, bijvoorbeeld in het lerarenlokaal; vragenlijsten voor ouders van nieuwe leerlingen; indien van toepassing: toetsen wiskunde en leerlingvragenlijsten voor leerlingen die vorig jaar deelnamen aan LiSO en dit jaar opnieuw in het 1 ste jaar zitten. Eén of meerdere klasdoosjes voor elke klas van het 2 de jaar met hierin: toetsen wiskunde voor de leerlingen; vragenlijsten Opportunity to learn voor de vakleerkrach hten wiskunde van elke klas; leerlingvragenlijsten voor de leerlingen. CONTROLEER OF U INDERDAAD HET HIERVOOR VERMELDE AFNAMEMATERIAALL ONTVING. Indien I dit niet het geval is, gelieve ons dan zo snel mogelijk te contacteren. WAT MOET U DOEN? Met het schooldoosje? Volg de instructies die u terugvindt op de tussenbladen in het doosje. Met de klasdoosjes? Kijk op het etiket van elk doosje voor welke klas het bestemd is en bezorg b het dan aan de leerkracht die de afname van de toetsen en/of vragenlijsten zal begeleiden. GEBRUIK HULPMIDDELEN De leerlingen mogen (deels) gebruik maken van een rekenmachin ne bij het afleggen van de toets wiskunde. Gelieve dit tijdig doorr te geven aan de leerkrachten die de toetsafname zullen begeleiden zodat alle leerlingen hun rekenmachine op het moment van afname bij zich hebben. UITERSTE AFNAMEDATUM We vragen u om de toetsen en vragenlijstenn af te nemen vóór 31 mei m We vragen ditt aan alle scholen om de vergelijkbaarheid van de resultaten te maximalisere en. Indien u toch meer tijd t nodig heeft, mag u altijd contact opnemen en dan zoeken we naar een geschikte oplossing. 1/2

70 LiSO Loopbanen in het Secundair Onderwijs Dekenstraat 2 bus Leuven OPHALING VAN HET MATERIAAL Het LiSO team zal persoonlijk langskomen om al het afnamemateriaal terug op te halen. Voor uw school zal dit zijn op maandag 1 juni Gelieve tegen die datum het materiaal te verzamelen. Tijdens het ophaalmoment mag u ons ook altijd aanspreken om te vertellen hoee de afname verlopen is, of er problemen waren, of u suggesties s heeft voor de toekomst, als u met vragen zit, etc. KOSTELOOS NASTUREN VAN MATERIAAL Indien het niet zou lukken alle vragenlijsten en toetsen tijdig te verzamelen, kan u de nog ontbrekende toetsen en vragenlijsten kosteloos nasturen via bpost. Indien het bijvoorbeeld gaat om enkele oudervragenlijsten, gebruik dan een A4 omslag. Indien het om een groter pakket gaat, gebruik dan één van de dozen waarin u het afnamemateriaal ontving. Bij het terugzenden van meerdere dozen kan u deze afzonderlijke e dozen best stevig aan elkaar bevestigen met tape, plakband of touw. Om het u makkelijker te maken, hebben wij reeds een label met onze gegevens toegevoegd aan het pakket. Gelieve dit label niet te kopiëren; het bevat een unieke barcode. Kleef het label in de rechterbenedenhoek van de omslag, de doos of het h pakket. Waak erove dat de barcode niet bedekt wordt mett tape, plakband of touw. De barcode moet goed zichtbaar zijn. U hoeft de omslag, de doos of het pakket mett afnamemateriaal niet te frankeren.. Bpost rekent ons de verzendingskosten aan. Ga naar het postkantoor in de buurt met m de vermelding dat het een verzending TAXIPOST EASY RETOUR betreft. Bij eventuele problemen kan u terecht bij LiSO medewerker Ilka Fidlers ( ). Alvast bedankt voor uw medewerking! Met vriendelijke groeten, Het LiSO team Indien u vragen of opmerkingen heeft, mag u ons altijd contacteren: Eef Stevens Coördinator LiSO Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie KU Leuven Dekenstraat 2 bus Leuven E mail: of info@lisoproject.be Telefoon: (voor dringende zaken: ) Website: 2/2

71 Bijlage 2 Handleiding voor de afname van de leerlingvragenlijst mei 2015 Handleiding voor de leerkracht/toetsleider bij de afname van de leerlingvragenlijst in 1A1B

72 LiSO Loopbanen in het Secundair Onderwijs Dekenstraat 2 bus Leuven HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHT/TOETSLEIDER VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN 1A EN 1B MEI 2015 RICHTLIJNEN Dit is de vragenlijst voor leerlingen die behoren tot de steekproef van het LiSO project en die dit schooljaar het eerste jaar overdoen. Er is 1 vragenlijst voor elke leerling. De vragenlijstenn zijn op naam. Elke leerling heeft dus een gepersonaliseerde vragenlijst. Op de vragenlijst staat bovenaan een unieke cijfercombinatie voor elke leerling. Dit is de zogenaamde LiSO id, een code die het ons mogelijk maakt de leerlingen jaar na jaar te blijven volgen. Daarnaast worden ook zijn of haar voornaam, familienaam, geboortedatum, geslacht en klas vermeld. Vraag aan de leerlingen om tee controleren of alle voorgedrukte gegevens (voornaam, familienaam, geboortedatum, geslacht en klas) correct zijn. Indien er iets niet juist is, mogen de leerlingen het doorstrepen en verbeteren. Vul samen met de leerlingenn de datum van vandaag in op de vragenlijst. Dee uiterste datum voor de afname is 31 mei Overloop samen met de leerlingen de richtlijnen die vooraan in de vragenlijst staan. Het is heel belangrijk dat de leerlingen de antwoorden op hun antwoordblad noteren met een zwarte of donkerblauwe balpen. Ze mogen dit niet doen met een fluostift, inn een licht kleurtje of met een vulpen. Zo kunnen de antwoorden accuraat worden ingelezen door de scanner. Laat de leerlingen vervolgens effectief starten met de vragenlijst. De maximum tijd die ze z mogen besteden aan de vragenlijst is i 1 lestijd van 50 minuten. Wij schatten dat het invullenn van de vragenlijst ongeveer 30 minuten zal duren, maar het kan zijn dat bepaalde leerlingen iets meer tijd nodig hebben. Indien de leerlingen bepaalde woorden niet begrijpen, mag u hen helpen. Zee moeten wel zelf het antwoord kiezen. Indien alle antwoorden ingevuld zijn, steekt de leerling zijn/haar vragenlijst in de bijgevoegde omslag die hij/zij kan dichtplakken. Verzamel na afloop de omslag(en) contactpersoon van uw school. met de vragenlijst(en) ) en bezorgg ze aan de LiSO 1/2

73 LiSO Loopbanen in het Secundair Onderwijs Dekenstraat 2 bus Leuven CONTACT Indien u vragen heeft, mag u altijd contact opnemen met het LiSO onderzoeksteam: Eef Stevens Coördinator LiSO Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie KU Leuven Dekenstraat 2 bus Leuven E mail: of info@lisoproject.be Telefoon: (voor dringende zaken: ) Website: 2/2

74 LiSO Loopbanen in het Secundair Onderwijs Dekenstraat 2 bus Leuven HANDLEIDING VOOR DE LEERKRACHT/TOETSLEIDER VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN 2A EN 2B MEI 2015 RICHTLIJNEN Dit is de vragenlijst voor leerlingen. Er is 1 vragenlijst voor elke leerling. De vragenlijstenn zijn op naam. Elke leerling heeft dus een gepersonaliseerde vragenlijst. Op de vragenlijst staat bovenaan een unieke cijfercombinatie voor elke leerling. Dit is de zogenaamde LiSO id, een code die het ons mogelijk maakt de leerlingen jaar na jaar te blijven volgen. Daarnaast worden ook zijn of haar voornaam, familienaam, geboortedatum, geslacht en klas vermeld. Vraag aan de leerlingen om tee controleren of alle voorgedrukte gegevens (voornaam, familienaam, geboortedatum, geslacht en klas) correct zijn. Indien er iets niet juist is, mogen de leerlingen het doorstrepen en verbeteren. Indien er leerlingen zijn waarvoor geen gepersonaliseerde vragenlijst is voorzien, geeft u hen een blanco vragenlijst. U schrijft dan zelf het unieke stamnummer van de betreffendee leerling bovenaan op de eerste pagina van de vragenlijst. Dit stamnummer vindt u in de officiële administratie van uw school.. U kan dit allicht verkrijgen bij uw secretariaat. U lijst deze leerlingen met hun stamnummer ook op op de bijgevoegde aanwezigheidslijst. De leerling vult vervolgens zelf zijn/haar voornaam, familienaam, geboortedatum, geslacht en klas in. Opgelet: een zeer beperkt aantal leerlingen/ouders gaf aan niet te willen deelnemenn aan het project. Indien één of meerdere van deze leerlingen in uw klass zit, is geen vragenlijst voorzien. Dit staat ook zo aangegeven op de aanwezigheidslijst. Vul samen met de leerlingenn de datum van vandaag in op de vragenlijst. Dee uiterste datum voor de afname is 31 mei Overloop samen met de leerlingen de richtlijnen die vooraan in de vragenlijst staan. Het is heel belangrijk dat de leerlingen de antwoorden op hun antwoordblad noteren met een zwarte of donkerblauwe balpen. Ze mogen dit niet doen met een fluostift, inn een licht kleurtje of met een vulpen. Zo kunnen de antwoorden accuraat worden ingelezen door de scanner. Laat de leerlingen vervolgens effectief starten met de vragenlijst. De maximum tijd die ze z mogen besteden aan de vragenlijst is i 1 lestijd van 50 minuten. Wij schatten dat het invullenn van de vragenlijst ongeveer 30 minuten zal duren, maar het kan zijn dat bepaalde leerlingen iets meer tijd nodig hebben. 1/2

75 LiSO Loopbanen in het Secundair Onderwijs Dekenstraat 2 bus Leuven Indien de leerlingen bepaalde woorden niet begrijpen, mag u hen helpen. Zee moeten wel zelf het antwoord kiezen. Gelieve op de bijgevoegde aanwezighe idslijst aan te geven of de leerling aanwezig was en de vragenlijst heeft ingevuld door een kruisje te zetten in de juiste kolom. U kan hier ook eventuele nieuwe leerlingen aanvullen. Vul hier ook de datum in. Indien alle antwoorden ingevuld zijn, steekt de leerling zijn/haar vragenlijst in de bijgevoegde omslag die hij/zij kan dichtplakken. Verzamel na afloop de omslagen met de vragenlijsten en e bezorg aanwezigheidslijst, aan de LiSO contactpersoon van uw school. ze, samen met de CONTACT Indien u vragen heeft, mag u altijd contact opnemen met het LiSO onderzoeksteam: Eef Stevens Coördinator LiSO Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie KU Leuven Dekenstraat 2 bus Leuven E mail: of info@lisoproject.be Telefoon: (voor dringende zaken: ) Website: 2/2

76 Bijlage 3 Aanwezigheidsblad mei 2015

77 LiSO Loopbanen in het Secundair Onderwijs Dekenstraat 2 bus Leuven AANWEZIGHEIDSLIJST VRAGENLIJST VOOR LEERLING EN Beste leerkracht / toetsleider, Om de verwerking van de vragenlijst voor leerlingen vlot te laten verlopen, vragen we u om hieronder een aantal praktische gegevens tee noteren. Klas van de leerlingen: Afnamedatum van de vragenlijst: 2015 Hieronder vindt u een lijst van de leerlingen waarvoor een vragenlijst op naam werd voorzien. Gelieve telkens aan te geven of de leerling aanwezig was en de vragenlijst heeft ingevuld. Indien de leerling de vragenlijst op een later tijdstip heeft ingevuld, kan u dit ook noteren in de laatste kolom. LiSO id leerling Voornaam + achternaam leerling Aanwezig Zet een kruisje Ja Nee Indienn andere afnamedatum: noteer Indien er leerlingen aanwezig zijn, maar niet in bovenstaande lijst voorkomen, kan u hieronder de lijst aanvullen. Wij vragen u voorr deze leerlingen ook hun unieke stamnummer op te geven. Dit stamnummer is beschikbaar in de administratieve gegevens van uw school. s Vul dit stamnummer ook in op de vragenlijst van de leerling. Stamnummer leerling Voornaam + achternaam leerling Aanwezig Zet een kruisje Ja Nee Indienn andere afnamedatum: noteer

78 LiSO Loopbanen in het Secundair Onderwijs Dekenstraat 2 bus Leuven Indien u opmerkingen heeft bij de afname van deze vragenlijst of over bepaalde leerlingen, kan dit hieronder aangeven. Gelieve deze bijzonderheden enkel hier te vermelden en niet op het afnamemateriaal.

79 Bijlage 4 Leerlingvragenlijst 2A/2B mei 2015

80 10. Welke studiekeuze zal je volgend jaar maken? Kleur 1 bolletje. Volgend schooljaar... zal ik blijven zitten. zal ik een studierichting volgen in het ASO (Algemeen Secundair Onderwijs). zal ik een studierichting volgen in het BSO (Beroepssecundair Onderwijs). zal ik een studierichting volgen in het KSO (Kunstsecundair Onderwijs). zal ik een studierichting volgen in het TSO (Technisch Secundair Onderwijs). zal ik een studierichting volgen in het dbso (Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs). zal ik nog iets anders doen, namelijk (vul in):... weet ik nog niet wat ik ga doen. STAMBOEKNUMMER: LEERLINGID 11. Welke studierichting ga je volgend jaar volgen? Vul in als je dit al weet Waarop baseer jij je keuze voor een bepaalde studierichting? Duid bij elke reden aan hoe belangrijk deze is bij jouw keuze. Kleur slechts 1 bolletje per zin. De studierichting sluit aan bij mijn eigen capaciteiten. heel onbelangrijk onbelangrijk noch belangrijk, noch onbelangrijk belangrijk heel belangrijk Vragenlijst voor leerlingen Secundair onderwijs 2de leerjaar A en B (mei 2015) Door de studierichting kan ik mij goed voorbereiden op een beroep. Door de studierichting kan ik mij goed voorbereiden op verdere studies. In de studierichting moet ik geen al te zware inspanningen doen om te slagen. Datum van vandaag: dag maand jaar In de studierichting krijg ik een degelijke algemene vorming. Ik heb belangstelling voor de vakken die in deze studierichting gegeven worden. De studierichting stemt overeen met de verwachtingen van mijn ouders. De studierichting sluit aan bij de keuze van medeleerlingen en/of vrienden. De studierichting sluit aan bij het advies van het CLB. De studierichting sluit aan bij de verwachtingen of het advies van mijn leerkrachten. Ik kies de studierichting omwille van de leerkrachten die er les geven. Kijk of onderstaande gegevens juist zijn. Indien niet, dan mag je ze corrigeren of aanvullen. VOORNAAM: FAMILIENAAM: MEISJE / JONGEN GEBOORTEDATUM:.. /.. /... KLAS: INSTELLINGSNUMMER: SCHOOLNAAM: GEMEENTE SCHOOL: Gelieve dit formulier niet te plooien, te nieten of te kopiëren!

81 OP DE VOLGENDE PAGINA S VIND JE EEN REEKS VRAGEN OVER JEZELF, JE KLAS, JE LEERKRACHTEN EN JE SCHOOL. MET DEZE VRAGEN WILLEN WE JOUW MENING HIEROVER LEREN KENNEN. HET MAAKT DUS NIET UIT WAT JE BUUR ANTWOORDT, HET GAAT OM WAT JIJ VINDT. GEBRUIK ENKEL EEN ZWARTE OF EEN DONKERBLAUWE BALPEN OM DE BOLLETJES IN TE KLEUREN! GEBRUIK GEEN FLUOSTIFT, GEEN VULPEN, GEEN ANDERE KLEURTJES! KLEUR DE BOLLETJES DUIDELIJK EN VOLLEDIG IN. ALS JE EEN FOUT BOLLETJE INKLEURDE, ZET ER DAN EEN DUIDELIJK KRUISJE OVER EN KLEUR VERVOLGENS HET JUISTE BOLLETJE IN. ALS JE ALLES HEBT INGEVULD, STEEK DE VRAGENLIJST DAN IN DE BIJGEVOEGDE OMSLAG EN KLEEF HEM DICHT. START VRAGENLIJST 1. Nu je al even op deze school zit, wat vind je van deze school? Kleur 1 bolletje. Helemaal niet goed, ik heb er al spijt van dat ik hier naar school ga. Niet zo goed, ik had beter verwacht. Neutraal, het gaat wel. Goed, ik ben tevreden. Heel goed, ik ben erg tevreden. 9. Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jouw leerkracht wiskunde. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Kleur 1 bolletje per zin. Mijn leerkracht wiskunde geeft me veel keuze over hoe ik mijn schoolwerk aanpak. Mijn leerkracht wiskunde geeft vaak kritiek op hoe ik mijn werk doe in de klas. Mijn leerkracht wiskunde luistert naar mijn mening. Het is alsof mijn leerkracht wiskunde altijd zegt wat ik moet doen. Mijn leerkracht wiskunde luistert naar mijn ideeën. Mijn leerkracht wiskunde legt uit hoe ik de dingen die we op school leren, kan gebruiken. Mijn leerkracht wiskunde laat mij kiezen hoe ik mijn schoolwerk aanpak. Mijn leerkracht wiskunde legt uit waarom wat ik doe op school belangrijk voor me is. De leerlingen luisteren niet naar wat mijn leerkracht wiskunde zegt. Mijn leerkracht wiskunde toont interesse voor de vooruitgang van elke leerling. Het is lawaaierig en rommelig tijdens de les wiskunde. Mijn leerkracht wiskunde geeft extra hulp als de leerlingen het nodig hebben. LEERLINGID niet waar meestal niet waar soms waar, soms niet waar meestal waar waar Mijn leerkracht wiskunde moet een hele tijd wachten tot de leerlingen rustig zijn. 2. Denk je dat je dit schooljaar zal slagen? Kleur 1 bolletje. Ik ben (bijna) zeker van niet. Ik denk het niet. Ik twijfel. Ik denk het wel. Ik ben er (bijna) zeker van. Mijn leerkracht wiskunde helpt de leerlingen met hun werk. De leerlingen kunnen niet goed werken tijdens de les wiskunde. Mijn leerkracht wiskunde gaat door met uitleggen tot de leerlingen het begrijpen. De leerlingen beginnen pas te werken lange tijd nadat de les wiskunde begonnen is. Mijn leerkracht wiskunde geeft de leerlingen de kans om hun mening te geven. Gelieve dit formulier niet te plooien, te nieten of te kopiëren! Gelieve dit formulier niet te plooien, te nieten of te kopiëren!

82 8. Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jouw klastitularis. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Kleur 1 bolletje per zin. LEERLINGID Bijna nooit of nooit waar Soms waar Vaak waar Bijna altijd of altijd waar 3. Waarom probeer jij je best te doen op school? Kleur één bolletje per zin. Ik probeer mijn best te doen op school... Ik word gemakkelijk kwaad op mijn klastitularis. niet waar meestal niet waar soms waar, soms niet waar meestal waar waar Mijn klastitularis respecteert mijn gevoelens. omdat dit belangrijk is voor mij. Ik voel me boos op mijn klastitularis. omdat ik me slecht, schuldig of beschaamd voel als ik het niet doe. Mijn klastitularis begrijpt mij. omdat ik het interessant vind. Ik vind het moeilijk om met mijn klastitularis te praten. omdat het van mij verwacht wordt. omdat ik mij anders schuldig zou voelen. Ik vertrouw mijn klastitularis. omdat ik anders problemen krijg. Mijn klastitularis begrijpt niet wat ik doormaak tegenwoordig. omdat ik het leuk vind. Wanneer ik een probleem heb, kan ik op mijn klastitularis rekenen voor hulp. omdat mijn leerkrachten zouden denken dat ik een goede leerling ben. Mijn klastitularis heeft aandacht voor mij. omdat ik anders commentaar krijg. Ik schiet goed op met mijn klastitularis. omdat anderen dit van mij verwachten. Mijn klastitularis is trots op de dingen die ik doe. Mijn klastitularis aanvaardt mij zoals ik ben. Mijn klastitularis heeft mij graag. omdat ik nieuwe dingen wil leren. omdat ik wil dat anderen denken dat ik slim ben. ik weet niet waarom, ik zie niet welk verschil het maakt. Ik heb mijn klastitularis graag. Gelieve dit formulier niet te plooien, te nieten of te kopiëren! Gelieve dit formulier niet te plooien, te nieten of te kopiëren!

83 4. Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jezelf. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Kleur 1 bolletje per zin. Meestal heb ik plezier in het werk voor school. Ik vind wiskunde leuk. Ik scoor goed op tests van de meeste schoolvakken. Je bent slim of niet en je kan niet echt veel doen om dit te veranderen. Wiskunde is één van mijn beste vakken. Ik vind Frans leuk. Ik heb moeite om iets te begrijpen als er Nederlands in voorkomt. niet waar meestal niet waar soms waar, soms niet waar meestal waar waar 6. Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over hoe jij je voelt in jouw klas. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het best bij jou past. Kleur 1 bolletje per zin. Ik kan goed met de andere leerlingen in mijn klas opschieten. Ik heb in mijn klas weinig vrienden of vriendinnen. Ik word vaak gepest door andere leerlingen in mijn klas. Ik vind het leuk om met de andere leerlingen in mijn klas om te gaan. De meeste leerlingen in mijn klas gaan leuker met elkaar om dan met mij. Als ik andere leerlingen in mijn klas vraag of ze me willen helpen, dan zijn er genoeg die dat doen. LEERLINGID niet waar meestal niet waar soms waar, soms niet waar meestal waar waar Ik ben altijd goed geweest in wiskunde. Ik vind dat we op deze school genoeg leuke dingen doen. Ik scoor slecht op toetsen wiskunde. Ik heb dikwijls hulp nodig bij Nederlands. 7. Geef hieronder voor de opgesomde vakken aan hoeveel je vindt dat je geleerd hebt tijdens het voorbije schooljaar. Denk over elk vak even na en geef dan aan op een schaal van 1 tot 10 hoeveel je hebt bijgeleerd. 1 betekent dat je vindt dat je niets hebt bijgeleerd, 10 betekent dat je vindt dat je heel veel hebt bijgeleerd. Kleur 1 bolletje per vak. Hoeveel vind je dat je het voorbije schooljaar hebt bijgeleerd in het vak... Ik vind het vak techniek interessant. Ik heb helemaal niets bijgeleerd in dit vak. Ik heb heel veel bijgeleerd in dit vak. Ik scoor slecht op toetsen Frans. De meeste vakken op school vind ik vervelend. Ik neem actief deel aan het klasgebeuren. Wiskunde Frans Ik scoor slecht op toetsen Nederlands. Ik leer snel bij voor de meeste schoolvakken. Ik doe maar net genoeg om mee te kunnen in de klas. Nederlands Techniek Gelieve dit formulier niet te plooien, te nieten of te kopiëren! Gelieve dit formulier niet te plooien, te nieten of te kopiëren!

84 LEERLINGID Helemaal oneens Oneens Noch eens, noch oneens Eens Helemaal eens niet waar meestal niet waar soms waar, soms niet waar meestal waar waar Mijn klas is erg rumoerig. De leerlingen van mijn klas kennen mekaar goed. De leerlingen van mijn klas storen mij tijdens de les. In mijn klas zijn er veel leerlingen die mekaars vriend(in) zijn. De leerlingen van mijn klas leren hun lessen. Toetsen worden in mijn klas ernstig voorbereid door de leerlingen. Het duurt lang in mijn klas vooraleer het rustig genoeg is om aan de les te beginnen. De leerlingen van mijn klas doen erg hun best om zoveel mogelijk punten te halen. In mijn klas proberen de leerlingen de leerkrachten af te leiden van de leerstof. In mijn klas zijn er leerlingen die buiten de groep staan. De leerlingen van mijn klas kijken dikwijls op hun horloge of het nog geen tijd is. Ik heb moeite om iets te begrijpen als er Frans in voorkomt. Ik haal goede punten voor wiskunde. Wanneer we aan iets werken in de klas, ben ik geïnteresseerd. Ik heb dikwijls hulp nodig bij Frans. Wanneer ik in de klas ben, doe ik maar alsof ik werk. Slim zijn is een eigenschap van jezelf waar je niet erg veel aan kan veranderen. Ik heb moeite om iets te begrijpen als er wiskunde in voorkomt. Ik ben goed voor de meeste schoolvakken. Ik vind Nederlands interessant. Wanneer we met iets nieuws beginnen in de klas, voel ik mij zenuwachtig. Als ik mag kiezen, zou ik liever naar een andere school gaan. Ik ben altijd goed geweest in Frans. Wanneer ik niet op een vraag kan antwoorden, voel ik mij gefrustreerd. Ik heb geen zin om naar school te gaan. Ik vind het vak techniek leuk. Ik haal goede punten voor Nederlands. Ik luister aandachtig in de klas. Frans is één van mijn beste vakken. Ik vind het leuk om in de klas te zijn. Gelieve dit formulier niet te plooien, te nieten of te kopiëren! Gelieve dit formulier niet te plooien, te nieten of te kopiëren!

85 LEERLINGID Ik ben blij dat ik op deze school zit. niet waar meestal niet waar soms waar, soms niet waar meestal waar waar niet waar meestal niet waar soms waar, soms niet waar meestal waar waar Ik ben altijd goed geweest in Nederlands. Wanneer ik een taak maak in de klas, verveel ik mij. Ik krijg slecht les op deze school. Ik vind het leuk op school. Ik vind wiskunde interessant. Ik werk zo hard als ik kan in de klas. Ik vind Frans interessant. Ik haal slechte punten voor de meeste schoolvakken. Ik vind het fijn om nieuwe dingen te leren in de klas. Ik doe erg mijn best om het goed te doen op school. Wanneer ik in de klas ben, denk ik aan andere dingen. Je kan wel nieuwe dingen leren, maar je kan niet echt je verstand veranderen. Wanneer ik in de klas zit, voel ik me slecht. Als we naar een andere buurt zouden verhuizen, zou ik liefst naar deze school blijven gaan. Nederlands is één van mijn beste vakken. 5. Hieronder staan een aantal zinnen die gaan over jouw klas. Jouw klas bestaat uit de groep leerlingen waarmee je meestal samen les hebt. Denk over elke zin even na wat je ervan vindt en kies dan het antwoord dat het beste bij jou past. Kleur 1 bolletje per zin. Ik let op in de klas. Ik heb dikwijls hulp nodig bij wiskunde. Wanneer ik in de klas ben, dwalen mijn gedachten af. Ik vind Nederlands leuk. Wanneer ik in de klas ben, maak ik mij zorgen. De leerlingen in mijn klas vormen een hechte groep. Iets leren is voor de leerlingen in mijn klas erg belangrijk. In mijn klas gaat er nogal wat tijd naar orde houden. De leerlingen zijn rustig in mijn klas. Helemaal oneens Oneens Noch eens, noch oneens Eens Helemaal eens Ik haal goede punten voor Frans. Wanneer ik in de klas ben, voel ik me goed. Wanneer ik vastloop op een probleem, vind ik dit heel vervelend. De leerlingen van mijn klas voelen zich thuis in de klas. De leerlingen van mijn klas zoeken zelf het antwoord op vragen die hen bezig houden. Ik doe niet echt mijn best op school. Gelieve dit formulier niet te plooien, te nieten of te kopiëren! Gelieve dit formulier niet te plooien, te nieten of te kopiëren!

86 Bijlage 5 Histogrammen schalen leerlingvragenlijst 2A/2B van mei 2015 In deze bijlage worden de histogrammen weergegeven van de schalen die werden opgenomen in de leerlingvragenlijst afgenomen bij 2A en 2B van mei Er werd gekozen om een vaste breedte te gebruiken voor de intervallen. De intervalbreedte voor alle histogrammen is hierbij 0,5. Er moet hierbij opgemerkt worden dat het aantal verschillende waarden (de schaalscores) die in principe kunnen voorkomen binnen elk interval niet steeds gelijk is voor de opeenvolgende intervallen. Dit heeft als gevolg dat de histogrammen een discontinu verloop hebben die afhankelijk is van de gekozen intervalbreedte. Dit is dus niet ten gevolge van de discontinuïteit in de onderliggende schaal. De kans hierop is groter naarmate de schaal minder items bevat. We zien dit patroon dus hoofdzakelijk terug wanneer we kijken naar de schalen over interesse die maar uit 2 items bestaan. Histogrammen schalen leerlingvragenlijst 2A/2B mei 2015: 1. Schaal gecontroleerde motivatie 2. Schaal autonome motivatie 3. Schaal academisch zelfconcept wiskunde 4. Schaal academisch zelfconcept Nederlands 5. Schaal academisch zelfconcept Frans 6. Schaal globaal academisch zelfconcept 7. Schaal interesse wiskunde 8. Schaal interesse Frans 9. Schaal interesse techniek 10. Schaal interesse Nederlands 11. Schaal gedragsmatige betrokkenheid 12. Schaal gedragsmatige onbetrokkenheid 13. Schaal emotionele betrokkenheid 14. Schaal emotionele onbetrokkenheid 15. Schaal schoolwelbevinden 16. Schaal opvattingen over intelligentie 17. Schaal rustige lesgroep 18. Schaal samenhangende lesgroep 19. Schaal studiegerichte lesgroep 20. Schaal sociale aanvaarding van de leerling 21. Schaal klasmanagement 22. Schaal ondersteunend klasklimaat 23. Schaal autonomie ondersteunend 24. Schaal leerkracht-leerling relatie

87

88

89

90

91

92

93

94

95

96

97

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016 LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016 Technische rapportering N. Van den Branden, E. Stevens, J. Dockx, K. Denies & B. De Fraine LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016 Technische

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN FEBRUARI 2014 Technische rapportering

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN FEBRUARI 2014 Technische rapportering LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN FEBRUARI 2014 Technische rapportering J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN MEI 2015 Technische rapportering

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN MEI 2015 Technische rapportering LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN MEI 2015 Technische rapportering J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2014 Technische rapportering

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2014 Technische rapportering LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2014 Technische rapportering J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN

Nadere informatie

LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Technische rapportering. J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J.

LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Technische rapportering. J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Technische rapportering J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Technische rapportering

Nadere informatie

LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS BEGIN EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten

LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS BEGIN EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS BEGIN EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten J. Dockx, E. Stevens, I. Fidlers, C. Custers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS BEGIN

Nadere informatie

Het LiSO-project. Inhoud presentatie. 1. LiSO-project: wat, waar, hoe? 2. Instrumenten 3. Mei Opmerkingen, suggesties & vragen

Het LiSO-project. Inhoud presentatie. 1. LiSO-project: wat, waar, hoe? 2. Instrumenten 3. Mei Opmerkingen, suggesties & vragen Het LiSO-project Onderzoek Loopbanen in het secundair onderwijs Eef Stevens www.steunpuntssl.be Inhoud presentatie 1. LiSO-project: wat, waar, hoe? 17 11 2015 2 Promotor: Prof. dr. Bieke De Fraine Onderzoeksmedewerkers:

Nadere informatie

WELBEVINDEN, ACADEMISCH ZELFCONCEPT EN MOTIVATIE IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS

WELBEVINDEN, ACADEMISCH ZELFCONCEPT EN MOTIVATIE IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS WELBEVINDEN, ACADEMISCH ZELFCONCEPT EN MOTIVATIE IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS Het effect van een jaar naar school gaan op niet-cognitieve uitkomsten van leerlingen Naomi Van den Branden naomi.vandenbranden@kuleuven.be

Nadere informatie

DE SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN IN DE EERSTE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS

DE SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN IN DE EERSTE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS DE SOCIAAL-EMOTIONELE ONTWIKKELING VAN LEERLINGEN IN DE EERSTE GRAAD SECUNDAIR ONDERWIJS Hoe evolueert het academisch zelfconcept, de motivatie, het schoolwelbevinden en de schoolse betrokkenheid van Vlaamse

Nadere informatie

LISO-PROJECT: TOETSEN FRANS BEGIN EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten

LISO-PROJECT: TOETSEN FRANS BEGIN EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten LISO-PROJECT: TOETSEN FRANS BEGIN EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten J. Dockx, E. Stevens, I. Fidlers, C. Custers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: TOETSEN FRANS BEGIN EERSTE

Nadere informatie

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N.

EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID. Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J, De Fraine B. & Van den Branden N. EFFECTEN VAN ONDERWIJSVORMEN OP SCHOOLSE BETROKKENHEID Dockx J., De Fraine B. & Van den Branden N. Promotor:

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN MEI 2016 Technische rapportering

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN MEI 2016 Technische rapportering LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN MEI 2016 Technische rapportering C. Struyve, M. De Vos, C. Custers, N. Van den Branden, J. Dockx, K. Denies & B. De Fraine LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR

Nadere informatie

LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten

LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten J. Dockx, E. Stevens, I. Fidlers, C. Custers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE

Nadere informatie

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS Dockx J., De Fraine B., & Stevens E. DE ROL VAN DE EERDERE SCHOOL- LOOPBAAN BIJ DE OVERGANG NAAR HET SECUNDAIR ONDERWIJS

Nadere informatie

LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE TWEEDE LEERJAAR

LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE TWEEDE LEERJAAR LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE TWEEDE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten J. Dockx, E. Stevens, & B. De Fraine LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE TWEEDE LEERJAAR Instrumentontwikkeling

Nadere informatie

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT

EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES & ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. EFFECTEN VAN VERANDERING VAN ONDERWIJSVORM OP SCHOOLSE PRESTATIES &

Nadere informatie

Loopbanen in het Secundair Onderwijs (LiSO) Infosessie voor scholen

Loopbanen in het Secundair Onderwijs (LiSO) Infosessie voor scholen Loopbanen in het Secundair Onderwijs (LiSO) Infosessie voor scholen Inhoud presentatie 1. Voorstelling LiSO-team 2. Algemene doelstelling 3. Welke scholen? 4. Wat verwacht LiSO van scholen? 5. Wat mogen

Nadere informatie

LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE DERDE LEERJAAR

LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE DERDE LEERJAAR LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE DERDE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten N. Van den Branden, J. Dockx, E. Stevens, K. Denies & B. De Fraine LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE EINDE DERDE LEERJAAR

Nadere informatie

14-3-2014. Het LiSO-project. Inhoud presentatie

14-3-2014. Het LiSO-project. Inhoud presentatie Het LiSO-project Onderzoek Loopbanen in het secundair onderwijs : een stand van zaken Eef Stevens www.steunpuntssl.be Inhoud presentatie 1. LiSO-project: wat, waar, hoe? 4. Ontvangen feedback 5. Opmerkingen,

Nadere informatie

LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE BEGIN EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten

LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE BEGIN EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE BEGIN EERSTE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten J. Dockx, E. Stevens, I. Fidlers, C. Custers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: TOETSEN WISKUNDE BEGIN

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2015 Technische rapportering

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2015 Technische rapportering LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2015 Technische rapportering J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT. Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J, De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN ACADEMISCH ZELFCONCEPT Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M.

ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES. Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. ONDERWIJSVORMEN EN SCHOOLSE PRESTATIES Dockx J., De Fraine B. & Vandecandelaere M. Promotor: B. De Fraine Research paper

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2015 Instrumentontwikkeling. E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J.

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2015 Instrumentontwikkeling. E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2015 Instrumentontwikkeling E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2015 Instrumentontwikkeling

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016 Instrumentontwikkeling. E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J.

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016 Instrumentontwikkeling. E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016 Instrumentontwikkeling E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2016 Instrumentontwikkeling

Nadere informatie

LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS EINDE DERDE LEERJAAR

LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS EINDE DERDE LEERJAAR LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS EINDE DERDE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten S. Barbier, K. Denies, N. Van den Branden, J. Dockx, & B. De Fraine LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS EINDE DERDE

Nadere informatie

EFFECTIVENESS OF MATH LEARNING IN THE FIRST YEARS OF SPECIAL PRIMARY EDUCATION a Propensity Score Matching Approach

EFFECTIVENESS OF MATH LEARNING IN THE FIRST YEARS OF SPECIAL PRIMARY EDUCATION a Propensity Score Matching Approach EFFECTIVENESS OF MATH LEARNING IN THE FIRST YEARS OF SPECIAL PRIMARY EDUCATION a Propensity Score Matching Approach Gudrun Vanlaar, Machteld Vandecandelaere, Jan Van Damme, Bieke De Fraine & Katja Petry

Nadere informatie

HET LiSO-PROJECT. Onderzoek Loopbanen in het secundair onderwijs : Een stand van zaken. Katrijn Denies

HET LiSO-PROJECT. Onderzoek Loopbanen in het secundair onderwijs : Een stand van zaken. Katrijn Denies HET LiSO-PROJECT Onderzoek Loopbanen in het secundair onderwijs : Een stand van zaken Katrijn Denies HET LiSO-PROJECT WIE, WAT, WAAR? LiSO-PROJECT: WIE? Promotor: Prof. dr. Bieke De Fraine Medewerkers:

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN SEPTEMBER 2013 - MEI 2014 Instrumentontwikkeling

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN SEPTEMBER 2013 - MEI 2014 Instrumentontwikkeling LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN SEPTEMBER 2013 - MEI 2014 Instrumentontwikkeling E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, J. De Bilde, I. Van Droogenbroeck, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT:

Nadere informatie

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B.

ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID. Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J. & De Fraine B. ONDERWIJSVORMEN EN WERKLOOSHEID Dockx J.& De Fraine B. Promotor: B. De Fraine Research paper SONO/2018.OL1.1/09 Gent, januari 2018 Het Steunpunt

Nadere informatie

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine

GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek. Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGS- EFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een propensity score matching onderzoek Barbara Belfi, Carla Haelermans & Bieke De Fraine GROEPSSAMENSTELLINGSEFFECTEN IN HET LAGER ONDERWIJS Een

Nadere informatie

Naar het secundair onderwijs: de rol van de eerdere schoolloopbaan

Naar het secundair onderwijs: de rol van de eerdere schoolloopbaan Jonas Dockx, Eef Stevens & Bieke De Fraine www.steunpuntssl.be Inleiding Nieuwe leerling SO onbeschreven blad? Schoolse kennis Studiekeuze Loopbaan LO Sociale achtergrond 2 Inleiding Uitdagingen nieuwe

Nadere informatie

COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE USE WITH (SELF- REPORTED) PROFICIENCY LEVEL OF COMPETENCES: DIFFERENT CONCEPTS, DIFFERENT PREDICTORS?

COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE USE WITH (SELF- REPORTED) PROFICIENCY LEVEL OF COMPETENCES: DIFFERENT CONCEPTS, DIFFERENT PREDICTORS? COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE USE WITH (SELF- REPORTED) PROFICIENCY LEVEL OF COMPETENCES: DIFFERENT CONCEPTS, DIFFERENT PREDICTORS? Heidi Knipprath & Katleen De Rick COMPARING (REQUIRED) COMPETENCE

Nadere informatie

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs

SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs SCHOOLFEEDBACKRAPPORT ONDERZOEK WELBEVINDEN Bevraging van de leerlingen van het lager onderwijs Aan de directeur, de leerkrachten en de leerlingen van het vierde, vijfde en zesde leerjaar van school 1

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009)

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Vragenlijst Einde Basisonderwijs (schooljaar 2008-2009) N. Vandenberghe, L. Cortois, J. de Bilde, K. Verschueren & J. Van Damme T A Longitudinaal onderzoek

Nadere informatie

Instroomkenmerken in het eerste jaar secundair onderwijs Jonas Dockx, Eef Stevens & Bieke De Fraine

Instroomkenmerken in het eerste jaar secundair onderwijs Jonas Dockx, Eef Stevens & Bieke De Fraine Instroomkenmerken in het eerste jaar secundair onderwijs Jonas Dockx, Eef Stevens & Bieke De Fraine www.steunpuntssl.be Inleiding Vaststelling 1: leerlingen verschillen 2 Inleiding Vaststelling 2: klassen

Nadere informatie

LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS BEGRIJPEND LEZEN EINDE VIERDE LEERJAAR

LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS BEGRIJPEND LEZEN EINDE VIERDE LEERJAAR LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS BEGRIJPEND LEZEN EINDE VIERDE LEERJAAR Instrumentontwikkeling en resultaten N. Van den Branden, K. Denies, J. Dockx, & B. De Fraine LISO-PROJECT: TOETSEN NEDERLANDS BEGRIJPEND

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2017 Instrumentontwikkeling

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2017 Instrumentontwikkeling LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2017 Instrumentontwikkeling K. Denies, N. Van den Branden, J. Dockx, & B. De Fraine LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR LEERLINGEN MEI 2017 Instrumentontwikkeling

Nadere informatie

Follow up onderzoek naar een vernieuwde diagnostiek voor onderwijsloopbaanbegeleiding (OLB)

Follow up onderzoek naar een vernieuwde diagnostiek voor onderwijsloopbaanbegeleiding (OLB) Welkom in de sessie: Follow up onderzoek naar een vernieuwde diagnostiek voor onderwijsloopbaanbegeleiding (OLB) Veerle Briers (KU Leuven) Johan David (VCLB-koepel) Mark Schittekatte (UGent) in samenwerking

Nadere informatie

DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN

DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN DE KRACHT VAN LEERKRACHTEN DE ROL VAN NABIJHEID EN CONFLICT IN HET SECUNDAIR ONDERWIJS Dr. Maaike Engels Rijksuniversiteit Groningen, afdeling Sociologie Interuniversity Center for Social Science Theory

Nadere informatie

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item

Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Vragenlijst Klastitularis - Eerste leerjaar A of B (schooljaar 2009-2010): overzicht items per schaal Schaal (Dimensie) Items Itemnummer Bron item Integratie - Populariteit (sociale ontwikkeling) heeft

Nadere informatie

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt

ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens. Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van registratiegegevens Gil Keppens & Bram Spruyt ONGEOORLOOFD AFWEZIG ZIJN IN VLAANDEREN Een actuele beschrijving op basis van

Nadere informatie

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick

CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships. Heidi Knipprath & Katleen De Rick CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts and complex relationships Heidi Knipprath & Katleen De Rick CAREER COMPETENCES AND CAREER OUTCOMES A critical analysis of concepts

Nadere informatie

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education

First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education First-grade retention: Effects on children s academic and psychosocial growth throughout primary education Goos, M., Van Damme, J. Onghena, P., & Petry, K. T First-grade retention: Effects on children

Nadere informatie

LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Instrumentontwikkeling. J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J.

LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Instrumentontwikkeling. J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Instrumentontwikkeling J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Instrumentontwikkeling

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst zesde leerjaar (schooljaar )

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst zesde leerjaar (schooljaar ) 1 Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingperceptievragenlijst zesde leerjaar (schooljaar 2008-2009) N. Vandenberghe, L. Cortois, J. de Bilde, P. Van Petegem & J. Van Damme Longitudinaal

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008)

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vijfde leerjaar (schooljaar 2007-2008) F. Maes, J. Van Damme & K. Verschueren T A Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst

Nadere informatie

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme

Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon lager onderwijs tot 2009 G. Van Landeghem & J. Van Damme Twee cijferbladen over de evolutie van het buitengewoon T lager onderwijs tot 2009 Auteurs:

Nadere informatie

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H.

Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study. J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Value added of primary schools with high proportions of minority students: A longitudinal study J.P. Verhaeghe, J. Van Damme & H. Knipprath T Value added of primary schools with high proportions of minority

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst zesde leerjaar (schooljaar )

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst zesde leerjaar (schooljaar ) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst zesde leerjaar (schooljaar 2008-2009) L. Cortois, S. Speybroeck, J. Van Damme & K. Verschueren T A Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

Nadere informatie

SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil?

SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil? SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF Maakt het type onderwijssysteem een verschil? Gil Keppens & Bram Spruyt SPIJBELEN EN VROEGTIJDIG SCHOOLVERLATEN IN INTERNATIONAAL PERSPECTIEF

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN MEI 2015 Instrumentontwikkeling

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN MEI 2015 Instrumentontwikkeling LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN MEI 2015 Instrumentontwikkeling J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN

Nadere informatie

LISO-PROJECT: STEEKPROEF SEPTEMBER 2013. E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme

LISO-PROJECT: STEEKPROEF SEPTEMBER 2013. E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: STEEKPROEF SEPTEMBER 2013 E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: STEEKPROEF SEPTEMBER 2013 E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers,

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vierde leerjaar (schooljaar )

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vierde leerjaar (schooljaar ) Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst vierde leerjaar (schooljaar 2006-2007) F. Maes, J. Van Damme & K. Verschueren T A Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Leerlingvragenlijst

Nadere informatie

Verantwoording. ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school. 6 juni 2017

Verantwoording. ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school. 6 juni 2017 Verantwoording ZIEN! als monitor voor sociale veiligheid op school 6 juni 2017 2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Wet Veiligheid op school... 3 Toezicht inspectie op de zorgplicht... 3 Definities... 3 Betrouwbaarheid

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Benchmarkrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGHUIS HOF VAN ARENBERG / Vergelijking met andere WZC / 2014 / 1-jul-15 Leeswijzer InterRAI - Quality of Life "InterRAI" is een

Nadere informatie

Leerlinperceptievragenlijst Secundair Onderwijs: overzicht items per schaal in de verschillende versies Schaal Items Itemnr. 0910 Itemnr.

Leerlinperceptievragenlijst Secundair Onderwijs: overzicht items per schaal in de verschillende versies Schaal Items Itemnr. 0910 Itemnr. Leerlinperceptievragenlijst Secundair Onderwijs: overzicht items per schaal in de verschillende versies Schaal Items Itemnr. 0910 Itemnr. 1011 Bron item Academisch zelfconcept taal Marsh Ik haal goede

Nadere informatie

Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6)

Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6) Online welbevindenvragenlijst met 28 stellingen Onderzoek De Lee & De Volder -> schriftelijke vragenlijst voor BaO (L4-5-6) - Leerlingen een stem geven bij de doorlichtingen en kwaliteitsbeleid - Zicht

Nadere informatie

Klasbetrokkenheid bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl

Klasbetrokkenheid bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl Klas bij jongens en meisjes bij de start van het secundair onderwijs: de cruciale rol van leerkrachtstijl Sofie Lietaert Debora Roorda Bieke De Fraine Karine Verschueren Ferre Laevers Centrum voor Onderwijseffectiviteit

Nadere informatie

Resultaten TIMSS 2015

Resultaten TIMSS 2015 Resultaten TIMSS 2015 wiskunde & wetenschappen 4 e leerjaar in internationaal perspectief prof. dr. Jan Van Damme 3 februari 2017 VLOR 19 januari 2017 2 Vlaams rapport 3 Wat is TIMSS? Trends in International

Nadere informatie

Zittenblijven in het eerste leerjaar en schoolse prestaties in het bisjaar: Maakt extra ondersteuning het verschil?

Zittenblijven in het eerste leerjaar en schoolse prestaties in het bisjaar: Maakt extra ondersteuning het verschil? Zittenblijven in het eerste leerjaar en schoolse prestaties in het bisjaar: Maakt extra ondersteuning het verschil? 30 mei 2013 Mieke Goos Barbara Belfi Jan Van Damme Patrick Onghena Katja Petry Inleiding

Nadere informatie

ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE

ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE ASOS - ADULT STYLE OBSERVATION SCHEDULE I. NAAM INSTRUMENT ASOS - Adult Style Obsersation Schedule Begeleiderstijl / leerkrachtstijl II. EIGENSCHAPPEN VAN INSTRUMENT Aard van het instrument Doelgroep Observatieschaal

Nadere informatie

CHECKLIST KLASKLIMAAT

CHECKLIST KLASKLIMAAT CHECKLIST KLASKLIMAAT I. NAAM INSTRUMENT Checklist Klasklimaat II. EIGENSCHAPPEN VAN INSTRUMENT Aard van het instrument Doelgroep Observatieschaal Basisonderwijs (kleuter- en lager), secundair onderwijs

Nadere informatie

LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Instrumentontwikkeling. J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J.

LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Instrumentontwikkeling. J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Instrumentontwikkeling J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: DIRECTIEVRAGENLIJST MEI 2015 Instrumentontwikkeling

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN FEBRUARI 2014 Instrumentontwikkeling

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN FEBRUARI 2014 Instrumentontwikkeling LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN FEBRUARI 2014 Instrumentontwikkeling J. Dockx, E. Stevens, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR VAKLEERKRACHTEN

Nadere informatie

DOEN SCHOLEN ERTOE BIJ DE PROFESSIONELE ONTWIKKELING VAN LEERKRACHTEN?

DOEN SCHOLEN ERTOE BIJ DE PROFESSIONELE ONTWIKKELING VAN LEERKRACHTEN? DOEN SCHOLEN ERTOE BIJ DE PROFESSIONELE ONTWIKKELING VAN LEERKRACHTEN? Leiderschap en schoolkenmerken gerelateerd aan percepties van professionele leergemeenschap kenmerken Een multilevel analyse B. Vanblaere

Nadere informatie

PIRLS 2016 Begrijpend lezen 4 e leerjaar

PIRLS 2016 Begrijpend lezen 4 e leerjaar PIRLS 2016 Begrijpend lezen 4 e leerjaar 15 januari 2018 Jan Van Damme, Kim Bellens, Bieke De Fraine, Kelly Tielemans & Margo Vandenbroeck Inhoud Wat is PIRLS? Vlaamse resultaten 2016 in internationaal

Nadere informatie

Kim Bellens, Thomas Arkens, Jan Van Damme & Sarah Gielen Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie, KU Leuven

Kim Bellens, Thomas Arkens, Jan Van Damme & Sarah Gielen Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie, KU Leuven SOCIALE ONGELIJKHEID EN ONGELIJKHEID OP BASIS VAN THUISTAAL INZAKE WISKUNDEPRESTATIES IN HET VLAAMSE ONDERWIJS Veranderingen tussen 2003 en 2011 op basis van TIMSS, vierde leerjaar Kim Bellens, Thomas

Nadere informatie

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2016 Instrumentontwikkeling

LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2016 Instrumentontwikkeling LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN MEI 2016 Instrumentontwikkeling E. Stevens, J. Dockx, C. Custers, I. Fidlers, B. De Fraine & J. Van Damme LISO-PROJECT: VRAGENLIJST VOOR KLASTITULARISSEN

Nadere informatie

Voorstelling SiBO-databank

Voorstelling SiBO-databank Voorstelling SiBO-databank Schoolloopbanen in en na het basisonderwijs (SiBO) Nathalie Vandenberghe, Bieke De Fraine & Jan Van Damme Stuurgroepvergadering 27 oktober 2011 Inhoud voorstelling Achtergrond

Nadere informatie

De relatie tussen geboortekwartaal en schools succes in de eerste jaren van het lager onderwijs

De relatie tussen geboortekwartaal en schools succes in de eerste jaren van het lager onderwijs De relatie tussen geboortekwartaal en schools succes in de eerste jaren van het lager onderwijs Verachtert P. De Fraine B. Onghena P. Ghesquière P. Katholieke Universiteit Leuven 1. Achtergrond A. Leeftijdsverschillen

Nadere informatie

SONAR - 24 april 2008 Maken jongeren in Vlaanderen de overgang van school naar werk met succes? E. Omey & W. Van Trier

SONAR - 24 april 2008 Maken jongeren in Vlaanderen de overgang van school naar werk met succes? E. Omey & W. Van Trier Maken jongeren in Vlaanderen de overgang van school naar werk met succes? Resultaten van het SONAR onderzoeksprogramma 24 april 2008 SONAR ( 1998) Studiegroep van Onderwijs naar Arbeidsmarkt Interuniversitair

Nadere informatie

VERSLAG RESULTATEN SCHALEN VRAGENLIJST LEERBIOGRAFIE JOHAN DE WITT COLLEGE

VERSLAG RESULTATEN SCHALEN VRAGENLIJST LEERBIOGRAFIE JOHAN DE WITT COLLEGE VERSLAG RESULTATEN SCHALEN VRAGENLIJST LEERBIOGRAFIE JOHAN DE WITT COLLEGE Meting juli 2010, schooljaar 2009-2010 CONCEPT Augustus 2010 Yolande Emmelot 1 INLEIDING 3 RESULTATEN UIT HET VRAGENLIJSTONDERZOEK

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Jaar 3: Deelrapportage 4. Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010 Programmalijn: Expeditie Durven, Delen, Doen: Onderwijs is populair, personeel is trots Jaar 3: Deelrapportage 4 Onderwijsontwikkeling Montaigne Lyceum Werkbevlogenheid docenten Montaigne Lyceum, mei 2010

Nadere informatie

Populaties beschrijven met kansmodellen

Populaties beschrijven met kansmodellen Populaties beschrijven met kansmodellen Prof. dr. Herman Callaert Deze tekst probeert, met voorbeelden, inzicht te geven in de manier waarop je in de statistiek populaties bestudeert. Dat doe je met kansmodellen.

Nadere informatie

Ouders over aan- en afwezigheden op school

Ouders over aan- en afwezigheden op school Ouders over aan- en afwezigheden op school Rapport 1. Context Op verschillende beleidsniveaus worden inspanningen geleverd om vroegtijdig schoolverlaten en spijbelen aan te pakken en te voorkomen. Deze

Nadere informatie

KINDERGARTEN RETENTION IN FLANDERS: DIFFERENTIAL EFFECTS ON MATHEMATICS GROWTH FOR GENDER AND LANGUAGE GROUPS A Propensity Score Matching Approach

KINDERGARTEN RETENTION IN FLANDERS: DIFFERENTIAL EFFECTS ON MATHEMATICS GROWTH FOR GENDER AND LANGUAGE GROUPS A Propensity Score Matching Approach KINDERGARTEN RETENTION IN FLANDERS: DIFFERENTIAL EFFECTS ON MATHEMATICS GROWTH FOR GENDER AND LANGUAGE GROUPS A Propensity Score Matching Approach Machteld Vandecandelaere, Gudrun Vanlaar, Bieke De Fraine,

Nadere informatie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie

Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie Jongeren en Gezondheid 2010 : Studie Algemeen De studie Jongeren en Gezondheid maakt deel uit van de internationale studie Health Behaviour in School-Aged Children (HBSC), uitgevoerd onder toezicht van

Nadere informatie

Inleiding Ongeveer 7% van de Vlaamse kinderen blijft zitten in het eerste leerjaar.

Inleiding Ongeveer 7% van de Vlaamse kinderen blijft zitten in het eerste leerjaar. Zittenblijven in het eerste leerjaar en de effecten op de psychosociale groei van leerlingen doorheen het lager onderwijs: Vergelijkingen met leerjaar- en leeftijdsgenoten Mieke Goos, Jan Van Damme, Patrick

Nadere informatie

Schoolteamvragenlijst schooljaar

Schoolteamvragenlijst schooljaar Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Schoolteamvragenlijst schooljaar 2004-2005 F. Maes & J. Van Damme Promotoren directiecomité: J. Van Damme, P. Ghesquière, I. Nicaise, P. Onghena & P. Van Petegem

Nadere informatie

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs

Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Longitudinaal onderzoek in het basisonderwijs Onderzoek naar klas- en leerkrachtkenmerken in de basisschool: effect op taal- en rekenprestaties en schoolwelbevinden in het vierde leerjaar (schooljaar 2006-2007)

Nadere informatie

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden.

3 Werkwijze Voordat een CQI meetinstrument mag worden ingezet voor reguliere metingen moet het meetinstrument in twee fases getest worden. Procedure Psychometrische en discriminerend vermogen testfase Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: PRO 04 Eigenaar: 1 Inleiding De richtlijnen en aanbevelingen voor de test naar de psychometrische en onderscheidende

Nadere informatie

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN?

PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? INLEIDING PISA IN FOCUS 5: HEBBEN DE LEERLINGEN DE WIL OM TE SLAGEN? VERSCHILT DE WIL OM TE SLAGEN OVER DE ONDERWIJSVORMEN? Om uitstekende vaardigheden te ontwikkelen zijn niet alleen talent en mogelijkheden

Nadere informatie

Werkinstructies voor de CQI Audiologische centra

Werkinstructies voor de CQI Audiologische centra Werkinstructies voor de 1. De vragenlijst Waarvoor is de bedoeld? De is bedoeld om de kwaliteit van zorg in een audiologisch centrum rond te meten vanuit het perspectief van de cliënt. De vragenlijst kan

Nadere informatie

Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016

Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016 Het Vlaams lager onderwijs in PIRLS 2016 Begrijpend lezen in internationaal perspectief en in vergelijking met 2006 5 december 2017 Kim Bellens, Bieke De Fraine, Kelly Tielemans, Jan Van Damme & Margo

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

DE ROL VAN VAKGROEPEN BIJ DE PROFESSIONELE ONTWIKKELING VAN LERAREN SECUNDAIR ONDERWIJS Een kwalitatieve studie. J. Valckx & G.

DE ROL VAN VAKGROEPEN BIJ DE PROFESSIONELE ONTWIKKELING VAN LERAREN SECUNDAIR ONDERWIJS Een kwalitatieve studie. J. Valckx & G. DE ROL VAN VAKGROEPEN BIJ DE PROFESSIONELE ONTWIKKELING VAN LERAREN SECUNDAIR ONDERWIJS Een kwalitatieve studie J. Valckx & G. Devos DE ROL VAN VAKGROEPEN BIJ DE PROFESSIONELE ONTWIKKELING VAN LERAREN

Nadere informatie

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden:

3.1 Itemanalyse De resultaten worden eerst op itemniveau bekeken. De volgende drie aspecten dienen bekeken te worden: Werkinstructie Psychometrische analyse Versie: 1.0 Datum: 01-04-2014 Code: WIS 04.02 Eigenaar: Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 59 1

Nadere informatie

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016

Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Peiling burgerzin en burgerschapseducatie in de derde graad aso, bso, kso en tso + Vergelijking met ICCS 2016 Inspiratiedag PAV sessie 5 7 december 2017 Margo Vandenbroeck Overzicht DEEL 1 Peiling burgerzin

Nadere informatie

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA

METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA / Feedbackrapport METING KWALITEIT VAN LEVEN IN WOONZORGCENTRA WOON- EN ZORGCENTRUM EDOUARD REMY / Deel 2: Kwaliteit van leven bewoners met cognitieve problemen bevraagd via 5/10-9/10 / 2015 / 28-jan-16

Nadere informatie

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht

Figuur 1. Intelligentiescores (numerieke, spatiale, verbale en algemene) per geslacht Tweede luik "Het verschil in schools presteren tussen jongens en meisjes" (literatuurstudie en emprirsche studie) (Jan Van Damme & Agnes De Munter- K.U.Leuven) 1. Welke sekseverschillen in prestaties?

Nadere informatie

Relaties op school ontcijfert

Relaties op school ontcijfert Relaties op school ontcijfert Promotoren: Prof. Dr. Stevens en Prof. Dr. Van Houtte Contactpersoon: Drs. Fanny D hondt Adres: Korte Meer 5, 9000 Gent Telefoonnummer: 09/2646729 E-mailadres: fannyl.dhondt@ugent.be

Nadere informatie

HOE DE COLLECTIEVE DOELMATIGHEIDSBELEVING VAN LERARENTEAMS WORDT BEÏNVLOED DOOR SOCIAALECONOMISCHE SCHOOLCOMPOSITIE

HOE DE COLLECTIEVE DOELMATIGHEIDSBELEVING VAN LERARENTEAMS WORDT BEÏNVLOED DOOR SOCIAALECONOMISCHE SCHOOLCOMPOSITIE HOE DE COLLECTIEVE DOELMATIGHEIDSBELEVING VAN LERARENTEAMS WORDT BEÏNVLOED DOOR SOCIAALECONOMISCHE SCHOOLCOMPOSITIE Een onderzoek naar de rol van organisatieproceskenmerken Barbara Belfi, Sarah Gielen,

Nadere informatie

(V)SO De Piramide Den Haag. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, februari 2018

(V)SO De Piramide Den Haag. Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs Haarlem, februari 2018 (V)SO De Piramide Den Haag Leerlingtevredenheidspeiling Basisonderwijs 2018 Haarlem, februari 2018 Scholen met Succes Postbus 3386 2001 DJ Haarlem www.scholenmetsucces.nl info@scholenmetsucces.nl tel:

Nadere informatie

Doorkleuteren of overvaren?

Doorkleuteren of overvaren? Doorkleuteren of overvaren? Effecten van zittenblijven in de derde kleuterklas Machteld Vandecandelaere Centrum voor onderwijseffectiviteit en evaluatie KU Leuven Achtergrond Zittenblijven in het Vlaams

Nadere informatie

Kim Bellens, Thomas Arkens, Jan Van Damme & Sarah Gielen Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie, KU Leuven

Kim Bellens, Thomas Arkens, Jan Van Damme & Sarah Gielen Centrum voor Onderwijseffectiviteit en evaluatie, KU Leuven SOCIALE ONGELIJKHEID EN ONGELIJKHEID OP BASIS VAN THUISTAAL INZAKE WETENSCHAPSPRESTATIES IN HET VLAAMSE ONDERWIJS Veranderingen tussen 2003 en 2011 op basis van TIMSS, vierde leerjaar Kim Bellens, Thomas

Nadere informatie

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk

Nieuwsbrief. Interactieve werkvormen in de klaspraktijk. Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Interactieve werkvormen in de klaspraktijk Onderzoeksresultaten en tips voor de praktijk Lia Blaton, medewerker Onderzoek naar onderwijspraktijk In het kader van de opdracht van het Steunpunt Gelijke Onderwijskansen

Nadere informatie

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel

Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Rapport voor deelnemers M²P burgerpanel Weergaven van publieke opinie in het nieuws en hun invloed op het publiek Dit rapport beschrijft de resultaten van een onderzoek over weergaven van publieke opinie

Nadere informatie