PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND"

Transcriptie

1 Nummer 48 van 2000 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Gedeputeerde Staten van Zeeland maken bekend dat zij in hun vergadering van 31 oktober 2000 onder nummer 40 hebben vastgesteld: - de uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid; - de supletieregeling bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid en - de uitvoeringsregeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid. Uitgegeven 5 december De griffier der Staten, mr. drs. L.J.M. VERDULT. Gegeven te Middelburg, 31 oktober Gedeputeerde Staten voornoemd, drs. W. T. VAN GELDER, voorzitter. mr. drs. L.J.M. VERDULT, griffier.

2 Ontwerp-besluit Gedeputeerde staten van Zeeland; gelet op artikel E8, eerste lid, van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies; vast te stellen de navolgende: besluiten: Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Paragraaf 1: Definities Artikel 1 Definities In deze uitvoeringsregeling wordt verstaan onder: a. CAP: de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies; b. herplaatsingtoelage: een herplaatsingtoelage als bedoeld in hoofdstuk 9 van het pensioenreglement; c. invaliditeitspensioen: een invaliditeitspensioen als bedoeld in hoofdstuk 8 van het pensioenreglement; d. ZW-uitkering: ziekengeld als bedoeld in artikel 19 van de Ziektewet; e. zijn arbeid: hetgeen daaronder wordt verstaan ingevolge artikel 19 van de Ziektewet; f. passende arbeid: arbeid als bedoeld in artikel 30 van de Ziektewet; g. gangbare arbeid: arbeid als bedoeld in artikel 18, vijfde lid, van de WAO; h. LlSV: het landelijk instituut sociale verzekeringen, genoemd in hoofdstuk 4 van de Organisatiewet sociale verzekeringen Paragraaf 2: Aanspraken tijdens ziekte en arbeidsongeschiktheid Artikel 2 Aanspraak van de ambtenaar 1. De ambtenaar heeft bij ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte gedurende een tijdvak van 52 weken recht op doorbetaling van zijn bezoldiging. 2. De ambtenaar die na het tijdvak van 52 weken, bedoeld in het eerste lid, op grond van zijn dienstbetrekking aanspraak heeft op een WAO-uitkering, heeft aanspraak op een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. 2

3 3. De bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering bedraagt: a. gedurende een tijdvak van ten hoogste 26 weken het verschil tussen zijn bezoldiging en de WAO-uitkering; en b. daarna het verschil tussen 80% van zijn bezoldiging en de WAOuitkering. 4. De ambtenaar geniet ook na afloop van het tijdvak van 26 weken de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering ter grootte van het verschil tussen zijn bezoldiging en de WAO-uitkering: a. voor zolang hij zijn arbeid voor tenminste 45% verricht; dan wel b. indien hij in het belang van zijn genezing door de Arbo-dienst wenselijk geachte andere arbeid verricht voor tenminste 45% van de voor hem geldende arbeidsduur; dan wel c. indien de ziekte. uit hoofde waarvan hij ongeschikt is zijn arbeid te verrichten, is veroorzaakt door een dienstongeval of een door het verrichten van zijn arbeid opgelopen beroepsziekte. 5. De ambtenaar die op grond van artikel E.7 van de CAP in een andere functie is benoemd voordat de termijn van twee jaar, bedoeld in artikel E.9, eerste lid, onderdeel a, van de CAP, is verstreken, heeft tot het eind van genoemde termijn aanspraak op een aanvullende uitkering, indien zijn bezoldiging als gevolg van die benoeming vermindering ondergaat. ter grootte van het verschil tussen: a. het bedrag waarop de ambtenaar op grond van dit artikel recht zou hebben gehad indien hem geen andere functie zou zijn opgedragen, maar in plaats daarvan voor dezelfde arbeidsduur zijn eigen functie; en b. zijn bezoldiging na die benoeming, in voorkomend geval vermeerderd met een uit zijn arbeidsongeschiktheid voortvloeiend recht op een WAO-uitkering, een invaliditeitspensioen of een herplaatsingtoelage. 6. De ambtenaar die in een andere functie is benoemd op grond van artikel E.7, eerste lid, van de CAP heeft tevens aanspraak op een aanvullende uitkering nadat de termijn van twee jaar is verstreken, indien de ziekte, uit hoofde waarvan de ambtenaar ongeschikt is zijn arbeid te verrichten wordt veroorzaakt door een dienstongeval of een door het verrichten van zijn arbeid opgelopen beroepsziekte, ter grootte van het verschil tussen: a. een percentage van zijn bezoldiging vermeerderd met de vakantie-uitkering, zoals die zou zijn op de dag vóór die benoeming indien de ambtenaar op die dag niet ongeschikt zou zijn geweest tot werken; en 3

4 b. zijn bezoldiging na die benoeming, in voorkomend geval vermeerderd met een uit de oorspronkelijke functie voortvloeiend recht op een WAO-uitkering. invaliditeitspensioen en een herplaatsingtoelage. 7. Het percentage. bedoeld in het zesde lid, onderdeel a, is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en bedraagt bij een arbeidsongeschiktheid van: - 80% of meer: 65 tot 80%: - 55 tot 65%: 54,01%; - 45 tot 55%: 45,01%; - 35 tot 45%: 36,01%; - 25 tot 35%: 27,01%; - 15 tot 25%: 18,00%. Artikel 3 Aanspraak van de gewezen ambtenaar 1. De gewezen ambtenaar, die wegens ziekte ontstaan vóór het tijdstip van ingang van zijn ontslag na zijn ontslag anders dan op grond van artikel E.9 van de CAP nog ongeschikt is een naar aard en omvang soortgelijke functie te vervullen, heeft: a. zolang hij ongeschikt is tot werken wegens ziekte, doch niet langer dan een tijdvak van ten hoogste 52 weken, aanspraak op doorbetaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging; en b. indien hij na het tijdvak van 52 weken op grond van zijn arbeidsongeschiktheid aanspraak heeft op een WAO-uitkering, zolang hij ongeschikt tot werken is wegens ziekte maar niet langer dan een tijdvak van 26 weken, aanspraak op een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering ter grootte van het verschil tussen zijn laatstelijk genoten bezoldiging en de WAO- uitkering. 2. De gewezen ambtenaar, die binnen een maand na het tijdstip van zijn ontslag wegens ziekte ongeschikt wordt een naar aard en omvang soortgelijke functie te vervullen, heeft zolang betrokkene ongeschikt is tot werken wegens ziekte, maar niet langer dan 52 weken, aanspraak op doorbetaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging, indien hij gedurende ten minste twee maanden onmiddellijk aan het ontslag voorafgaande in dienst is geweest. 3. De gewezen ambtenaar, die aanspraak heeft op een WAO-uitkering terzake van de dienstbetrekking die hij vóór zijn ontslag vervulde, heeft aanspraak op een aanvullende uitkering indien de arbeidsongeschiktheid is veroorzaakt door een dienstongeval of een door het verrichten van zijn arbeid opgelopen beroepsziekte. 4

5 4. De in het derde lid bedoelde aanvullende uitkering is gelijk aan het verschil tussen: a. een percentage van de laatstelijk genoten bezoldiging, vermeerderd met de vakantie-uitkering, in het jaar voorafgaande aan zijn ontslag en b. de aan de ambtenaar toegekende WAO-uitkering, in voorkomend geval vermeerderd met een hem toegekend invaliditeitspensioen en een toegekende herplaatsingtoelage. 5. Het percentage. bedoeld in het vierde lid, onderdeel a, is afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid en bedraagt bij een arbeidsongeschiktheid van: - 80% of meer: 90,02%; - 65 tot 80%: 65,26%; - 55 tot 65%: 54,01%; - 45 tot 55%: 45.01%; - 35 tot 45%: 36,01%; - 25 tot 35%: 27,01%; - 15 tot 25%: 18,00%. 6. De gewezen ambtenaar aan wie ontslag is verleend op grond van artikel 8.14 van de CAP heeft slechts aanspraak op doorbetaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging of de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering voorzover deze te samen met de aanvullende uitkering, bedoeld in artikel 4 van het FPU-reglement basis- en aanvullende uitkering, en de suppletie op grond van de FPU-plusregeling provincies, de laatstgenoten bezoldiging niet overschrijdt. Artikel 4 Aanspraak van de ambtenaar die geen deelnemer is in de zin van het pensioenreglement 1. De ambtenaar en de gewezen ambtenaar hebben geen aanspraak op doorbetaling van de bezoldiging, een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering of een aanvullende uitkering, als bedoeld in de artikelen 2 en 3, indien zij geen deelnemer zijn in de zin van het pensioenreglement. 2.De ambtenaar, die geen deelnemer is in de zin van het pensioenreglement, heeft bij ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte tijdens de duur van zijn dienstverband recht op: a. doorbetaling van zijn bezoldiging gedurende de eerste 52 weken of op een aanvulling tot zijn volle bezoldiging op een eventueel toegekende ZW-uitkering; b. gedurende de daaropvolgende 26 weken een aanvulling tot zijn volle bezoldiging op een eventueel toegekende WAO-uitkering en 5

6 c. daarna een aanvulling tot 80% van zijn volle bezoldiging op een hem eventueel toegekende WAO-uitkering. 3. Indien de ambtenaar, die geen deelnemer is in de zin van het pensioenreglement, geen ZW- uitkering of WAO-uitkering kan worden toegekend ten gevolge van handelingen of het nalaten van handelingen door de ambtenaar, wordt bedoelde uitkering voor het vaststellen van zijn aanspraak op een bovenwettelijke ZW-uitkering of arbeidsongeschiktheidsuitkering. steeds geacht onverminderd te zijn genoten. 4. Indien als gevolg van handelingen of het nalaten van handelingen door de ambtenaar, die geen deelnemer is in de zin van het pensioenreglement, de ZW-uitkering of WAO-uitkering vermindering ondergaat, dan wel de aanspraak daarop geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, wordt bedoelde uitkering voor het vaststellen van zijn aanspraak op een bovenwettelijke ZWuitkering of arbeidsongeschiktheidsuitkering, steeds geacht onverminderd te zijn genoten. Artikel 5 Geen aanspraak 1. De ambtenaar en de gewezen ambtenaar hebben geen aanspraak op doorbetaling van de bezoldiging of een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering: a. indien de ziekte is voorgewend, althans zodanig overdreven wordt voorgesteld, dat ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte niet kan worden aangenomen; b. indien de ambtenaar de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte opzettelijk heeft veroorzaakt, tenzij hem daarvan op grond van zijn psychische toestand geen verwijt kan worden gemaakt; c. indien de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte zich voordoet binnen een half jaar na de keuring, bedoeld in artikel E.2 van de CAP, en blijkt dat de ambtenaar onjuiste informatie omtrent zijn gezondheidstoestand heeft verstrekt of gegevens heeft verzwegen ten gevolge waarvan de verklaring van geschiktheid de aan de desbetreffende functie verbonden werkzaamheden te verrichten, ten on rechte heeft plaatsgevonden, tenzij de ambtenaar aannemelijk maakt dat hij te goeder trouw heeft gehandeld. 2. De gewezen ambtenaar heeft geen aanspraak op doorbetaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging of de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, indien hij op grond van een aanvaarde andere functie aanspraak kan maken op doorbetaling van zijn loon of bezoldiging dan wel op een ZWuitkering. 6

7 Artikel 6 Begin en einde van de tijdvakken van 52 en 26 weken 1. Het tijdvak gedurende welke de ambtenaar en de gewezen ambtenaar aanspraak hebben op doorbetaling van hun bezoldiging vangt aan op de eerste dag waarop: a. wegens ziekte geheel of gedeeltelijk niet is gewerkt; b. het werken wegens ziekte geheel of gedeeltelijk is gestaakt c. wegens ziekte geheel of gedeeltelijk niet zou zijn gewerkt; d. het werken wegens ziekte geheel of gedeeltelijk zou zijn gestaakt. 2. Het tijdvak gedurende welke de ambtenaar en de gewezen ambtenaar aanspraak hebben op doorbetaling van hun bezoldiging eindigt na 52 weken. Voor het bepalen van het einde van het tijdvak van 52 weken worden perioden van ongeschiktheid tot werken wegens ziekte samengeteld, indien de perioden van ongeschiktheid elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. 3. Het tijdvak van 26 weken gedurende welke de ambtenaar en de gewezen ambtenaar aanspraak hebben op de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering vangt aan op de dag nadat het tijdvak van 52 weken is geëindigd. Het tijdvak van 26 weken eindigt na 26 weken, vermeerderd met de tijdvakken waarin de ambtenaar gerekend vanaf de eerste ziektedag: a. zijn arbeid voor ten minste 45% heeft verricht; b. in het belang van zijn genezing door de Arbo-dienst wenselijk geachte andere arbeid heeft verricht voor ten minste 45% van de voor hem geldende arbeidsduur. 4.Bij buitengewoon verlof zonder behoud van bezoldiging vangt het tijdvak, bedoeld in het eerste lid, aan op de dag volgende op die waarop het buitengewoon verlof is geëindigd. 5. Indien gedeputeerde staten de aangifte, bedoeld in artikel 38, eerste lid, van de Ziektewet doen na de eerste dag nadat de ongeschiktheid tot werken dertien weken heeft geduurd, wordt: a. het tijdvak gedurende welke de ambtenaar en de gewezen ambtenaar aanspraak hebben op doorbetaling van hun bezoldiging vermeerderd met een tijdvak ter grootte van het tijdvak tussen de eerste dag nadat de ongeschiktheid tot werken dertien weken heeft geduurd en de dag waarop gedeputeerde staten de aangifte hebben gedaan en b. het tijdvak van 26 weken gedurende welke de ambtenaar en de gewezen ambtenaar aanspraak hebben op de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering ter grootte van het verschil tussen zijn bezoldiging en de WAO-uitkering, verminderd met het tijdvak ter grootte van het tijdvak tussen de eerste dag nadat de ongeschiktheid tot werken 7

8 dertien weken heeft geduurd en de dag waarop gedeputeerde staten de aangifte hebben gedaan. Artikel 7 Einde van de uitkering 1.De doorbetaling van de bezoldiging en de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in artikel 2, eerste tot en met vierde lid, eindigen na afloop van de uitkeringsduur, maar in elk geval: a. met ingang van de dag waarop de ambtenaar op grond van artikel E.7 van de CAP in een andere functie is benoemd of b. met ingang van de dag waarop de ambtenaar ontslag is verleend of c. met ingang van de dag waarop de ambtenaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt of d. met ingang van de dag, volgende op die waarop de ambtenaar is overleden. 2.De doorbetaling van de bezoldiging en de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in artikel 2, vijfde en zesde lid, eindigen na afloop van de uitkeringsduur, maar in elk geval: a. met ingang van de dag waarop de ambtenaar niet meer voldoet aan de in bedoelde artikelen genoemde voorwaarden of b. met ingang van de dag waarop de ambtenaar ontslag is verleend. waaronder het ontslag op grond van artikel E.9 van de CAP of c. met ingang van de dag waarop de ambtenaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt of d. met ingang van de dag, volgende op die waarop de ambtenaar is overleden. 3.De doorbetaling van de bezoldiging en de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, eindigen na afloop van de uitkeringsduur, maar in elk geval: a. met ingang van de dag waarop de gewezen ambtenaar in een andere functie is benoemd overeenkomstig artikel E.7 van de CAP; b. met ingang van de dag waarop de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt of c. met ingang van de dag, volgende op die waarop de gewezen ambtenaar is overleden. 4. De aanvullende uitkering, bedoeld in artikel 3, derde en vierde lid, eindigt a. met ingang van de dag waarop de gewezen ambtenaar niet meer voldoet aan de in bedoelde artikelen genoemde voorwaarden of b. met ingang van de dag waarop de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt of 8

9 c. met ingang van de dag, volgende op die waarop de gewezen ambtenaar is overleden. 5. De aanvulling tot zijn bezoldiging. bedoeld in artikel 4, tweede lid, eindigt na afloop van de uitkeringsduur, maar in elk geval: a. met ingang van de dag waarop de ambtenaar of de gewezen ambtenaar niet meer voldoet aan de in bedoelde artikelen genoemde voorwaarden of b. met ingang van de dag waarop de ambtenaar op grond van artikel E.7 van de CAP wordt benoemd in een andere functie of c. met ingang van de dag waarop de ambtenaar ontslag is verleend of d. met ingang van de dag waarop de ambtenaar of de gewezen ambtenaar de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt of e. met ingang van de dag, volgende op die waarop de ambtenaar of gewezen ambtenaar is overleden. Paragraaf 3: Verplichtingen en sancties Artikel 8 Verplichtingen en sancties gedurende het tijdvak van 52 weken 1. De aanspraken van de ambtenaar en de gewezen ambtenaar op grond van deze uitvoeringsregeling gedurende de eerste 52 weken van ongeschiktheid tot werken vervallen, indien de ambtenaar of de gewezen ambtenaar: a. niet binnen redelijke termijn gezondheidskundige hulp inroept; b. zich niet gedurende het hele verloop van de ziekte onder gezondheidskundige behandeling blijft stellen; c. de voorschriften van de behandelende arts niet opvolgt; d. zich schuldig maakt aan gedragingen waardoor zijn genezing wordt belemmerd; e. verzuimt de Arbo-dienst op eerste aanvraag mee te delen om welke reden hij ongeschikt is tot werken; f. zonder deugdelijke grond nalaat gevolg te geven aan een verzoek van de Arbo-dienst om te verschijnen; g. er de oorzaak van is dat het arbeidsgezondheidskundig onderzoek door een door de Arbo-dienst aangewezen arts niet kan plaatshebben; h. niet binnen twee dagen na de aanvang van de ongeschiktheid tot werken wegens ziekte dit heeft gemeld bij zijn werkgever; i. weigert aangeboden passende arbeid, waartoe de Arbo-dienst hem in staat acht, te verkrijgen of te aanvaarden; j. zich niet houdt aan de ten aanzien van hem geldende regels met be- 9

10 trekking tot de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de verzuim begeleiding en de arbeidsgezondheidskundige begeleiding en de daar bij in acht te nemen procedure; k. zijn ongeschiktheid tot werken opzettelijk heeft veroorzaakt; I. weigert inzage te geven in een op hem betrekking hebbend document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht of een geldig rijbewijs, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Wegenverkeerswet, voor zover redelijkerwijs nodig voor de uitvoering van wetten; m.tijdens de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte arbeid voor zichzelf of voor derden verricht tenzij dit door de Arbo-dienst in het belang van zijn genezing wenselijk wordt geacht; n. nalaat, zo mogelijk vóór de betaling van zijn bezoldiging of de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, mededeling te doen van inkomsten uit arbeid die hij heeft in verband met het verrichten van door de Arbo-dienst in het belang van zijn genezing wenselijk geachte arbeid voor zichzelf of voor derden; o. niet onverwijld op verzoek of uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden meedeelt, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht of op de hoogte van een aan hem toegekende arbeidsongeschiktheidsuitkering; p. zijn arbeid verzuimt te hervatten op het door de Arbo-dienst bepaalde tijdstip en in de door de Arbo-dienst bepaalde mate, indien zulks hem is opgedragen, tenzij hij daarvoor een door de Arbo-dienst als geldig erkende reden heeft opgegeven; q. zijn medewerking weigert bij de doelmatige uitvoering van de bepalingen van deze uitvoeringsregeling. 2. De aanspraak op doorbetaling van bezoldiging of de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering kan geheel of gedeeltelijk vervallen worden verklaard in het geval de ambtenaar of de gewezen ambtenaar de regels heeft overtreden die terzake van afwezigheid wegens ziekte zijn vastgesteld. 3. De ingevolge het eerste lid vervallen aanspraken herleven met ingang van het tijdstip waarop de ambtenaar of de gewezen ambtenaar alsnog gevolg geeft aan de betreffende verplichting op grond van dat lid. 4. Gedeputeerde staten kunnen op grond van bijzondere omstandigheden bepalen dat de aanspraak op doorbetaling van bezoldiging of de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering niet vervalt maar geheel of ten dele aan anderen dan aan de ambtenaar of de gewezen ambtenaar zal worden uitbetaald. 10

11 5. Voor zover gedeputeerde staten van de bevoegdheid. bedoeld in het vierde lid, geen gebruik hebben gemaakt kunnen zij de niet uitbetaalde bezoldiging of bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering alsnog aan de ambtenaar of de gewezen ambtenaar uitbetalen. Artikel 9 Verplichtingen en sancties na het tijdvak van 52 weken 1. De aanspraken van de ambtenaar en de gewezen ambtenaar op grond van deze uitvoeringsregeling na de eerste 52 weken van ongeschiktheid tot werken kunnen geheel of gedeeltelijk komen te vervallen, indien de ambtenaar of de gewezen ambtenaar: a. zijn medewerking weigert bij de doelmatige uitvoering van de bepalingen van deze uitvoeringsregeling; b. weigert aangeboden gangbare arbeid, waartoe de Arbo-dienst hem in staat acht, te verkrijgen of te aanvaarden; c. zich niet houdt aan de ten aanzien van hem geldende regels met betrekking tot de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de verzuimbegeleiding en de arbeidsgezondheidskundige begeleiding en de daarbij in acht te nemen procedure; d. geen aanspraak heeft op een WAO-uitkering in verband met de toepassing van artikel 25 of 28, onderdeel a of b, van de WAO. 2. De ingevolge het eerste lid vervallen aanspraken herleven met ingang van het tijdstip waarop de ambtenaar of de gewezen ambtenaar alsnog gevolg geeft aan de betreffende verplichting op grond van dat lid. 3. Na het tijdvak van 52 weken, bedoeld in de artikelen 2, 3 en 4, is op de aanspraak die de ambtenaar en de gewezen ambtenaar hebben op een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering het verplichtingen- en sanctieregime van de WAO van overeenkomstige toepassing. 4. Indien ten aanzien van de WAO-uitkering die de ambtenaar geniet een verplichting wordt opgelegd of een sanctie wordt toegepast, leggen gedeputeerde staten zoveel mogelijk dezelfde verplichting op dan wel passen zij zoveel mogelijk een overeenkomende sanctie toe op de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering waarop de ambtenaar aanspraak heeft. 5. Indien als gevolg van handelingen of het nalaten van handelingen door de ambtenaar de WAO- uitkering vermindering ondergaat dan wel de aanspraak daarop geheel of gedeeltelijk wordt geweigerd, wordt de WAO-uitkering voor het vaststellen van zijn aanspraak op een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering steeds geacht onverminderd te zijn genoten. 11

12 Paragraaf 4: Bijzondere situaties Artikel 10 Samenloop met andere inkomsten 1. Bij samenloop van een aanspraak krachtens deze uitvoeringsregeling met een uitkering krachtens een wettelijke verzekering, wordt de aanspraak krachtens deze uitvoeringsregeling verminderd met het bedrag van de uitkering krachtens de wettelijke verzekering, tenzij het betreft: a. een tegemoetkoming in of een vergoeding van noodzakelijk gemaakte ziektekosten, vergelijkbaar met die als bedoeld in hoofdstuk E van de CAP; b. een WAO-uitkering in geval van meer dan één dienstbetrekking, in welk geval de WAO- uitkering naar rato van de bezoldiging wordt toegerekend aan de dienstbetrekking terzake waarvan zijn bezoldiging wordt doorbetaald krachtens deze uitvoeringsregeling en de andere dienstbetrekking of dienstbetrekkingen. 2. De inkomsten, die de ambtenaar of de gewezen ambtenaar geniet in verband met het verrichten van in het belang van zijn genezing door de Arbo-dienst wenselijk geachte arbeid, worden op de aanspraak op doorbetaling van de bezoldiging of de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering in mindering gebracht. voor zover deze te samen met de aanspraak op doorbetaling van de bezoldiging of de WAO-uitkering, vermeerderd met de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, de bezoldiging te boven gaan. 3. Inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf worden op het bedrag, waarop de gewezen ambtenaar ingevolge deze uitvoeringsregeling recht heeft, in mindering gebracht. tenzij: a. de gewezen ambtenaar deze inkomsten reeds vóór het intreden van de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte genoot en b. de omvang van die arbeid niet is toegenomen. Artikel 11 Bevalling na ontslag 1. De gewezen ambtenaar, wier bevalling waarschijnlijk is binnen vier maanden na het tijdstip van ingang van haar ontslag, ontvangt haar laatstelijk genoten bezoldiging gedurende de periode die: a. aanvangt op de 41e dag. voorafgaande aan de vermoedelijke datum van bevalling en b. eindigt op de 70e dag na de datum waarop de bevalling heeft. plaatsgevonden. 2. De periode, bedoeld in het eerste lid, wordt verlengd tot 16 weken. indien die periode door een voortijdige bevalling minder dan 16 weken heeft, bedragen. 12

13 3. De gewezen ambtenaar wier bevalling niet wordt verwacht binnen vier maanden na het tijdstip van ingang van haar ontslag, maar die niettemin binnen die termijn bevalt, ontvangt haar laatstelijk genoten bezoldiging gedurende de periode die: a. aanvangt op de datum van bevalling en b. eindigt op de 70e dag na de datum waarop de bevalling heeft plaatsgevonden. 4. Voor zolang de gewezen ambtenaar na beëindiging van de haar ingevolge het eerste of het derde lid toekomende uitkering nog wegens ziekte ongeschikt is tot werken, dan wel binnen een maand na deze beëindiging ongeschikt wordt tot werken, heeft zij gedurende een tijdvak van 52 weken recht op doorbetaling van de bezoldiging overeenkomstig artikel 3. De termijn van 52 weken wordt geacht aan te vangen op de eerste dag na de bevalling. 5. Ongeschikt tot werken, geheel of gedeeltelijk, in de zin van het vierde lid is de vrouwelijke gewezen ambtenaar, die als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebreken geheel of gedeeltelijk niet in staat is om een naar aard en omvang soortgelijke functie als zij vervulde te vervullen. Paragraaf 5: Overige bepalingen Artikel 12 Aanpassing bedrag I begrip bezoldiging en bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering 1. Het bedrag van de laatstelijk genoten bezoldiging, bedoeld in de artikelen 3, 4 en 11, wordt in voorkomende gevallen gewijzigd overeenkomstig een algemene salariswijziging voor het personeel in provinciale dienst. 2. Indien onderdelen van de bezoldiging niet in een vast bedrag per maand zijn of kunnen worden uitgedrukt, wordt voor die onderdelen gerekend met het bedrag dat gemiddeld per maand is toegekend in de drie kalendermaanden, voorafgaande aan de maand waarin: a. de ambtenaar ongeschikt is geworden tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte; b. de gewezen ambtenaar wegens ziekte ongeschikt is geworden een naar aard en omvang soortgelijke functie te vervullen. Gedeputeerde staten kunnen van een langere periode dan de in de vorige volzin 13

14 genoemde drie kalendermaanden uitgaan, indien toepassing van het bepaalde in de vorige volzin tot onredelijke uitkomsten leidt. 3. Voor zover de ambtenaar of de gewezen ambtenaar geen drie kalendermaanden in dienst is geweest, wordt voor de toepassing van het tweede lid gerekend met het bedrag, dat hem gemiddeld aan bezoldiging per maand is toegekend over het tijdvak, waarin hij in dienst is geweest vóór het ontstaan van de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid respectievelijk tot het vervullen van een naar aard en omvang soortgelijke functie. 4. De aanspraak van de ambtenaar en de gewezen ambtenaar op de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt zoveel mogelijk op gelijke wijze gewijzigd als een hem toegekende WAO-uitkering. 5. Het vierde lid vindt geen toepassing, indien de ambtenaar en de gewezen ambtenaar aanspraak op een WAO-uitkering hebben wegens de ongeschiktheid tot werken voor een functie die de ambtenaar of de gewezen ambtenaar heeft vervuld naast zijn functie terzake waarvan de ambtenaar of de gewezen ambtenaar op een uitkering krachtens deze uitvoeringsregeling aanspraak heeft, voorzover de WAO-uitkering naar de inkomsten uit die andere functie wordt berekend of geacht kan worden te zijn berekend. Artikel 13 Vakantie-uitkering 1. De ambtenaar die aanspraak heeft op een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, heeft aanspraak op een vakantie-uitkering ter grootte van 8% van de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. 2. De artikelen 1 inzake de vakantie-uitkering zijn van overeenkomstige toepassing. Artikel 14 Overlijdensuitkering gewezen ambtenaar Na het overlijden van de gewezen ambtenaar. die op de dag van zijn overlijden op grond van artikel 3 in het genot was van doorbetaling van zijn laatstelijk genoten bezoldiging, is artikel B.17 van de CAP van overeenkomstige toepassing. Artikel 15 Aanvullende uitkering bij overlijden wegens dienstongeval I beroepsziekte 1. Indien het overlijden van de ambtenaar is veroorzaakt door een dienstongeval of een door het verrichten van zijn arbeid opgelopen beroepsziekte, wordt aan degene die in verband met dit overlijden krachtens het pensioenreglement een nabestaandenpensioen geniet, een uitkering toegekend ten bedrage van 18% 14

15 van het resultaat van de vermenigvuldiging van: a. indien het gaat om de partner, bedoeld in artikel 7.1 van het pensioenreglement, vijf zevende deel van 1,75% van de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 6.2 van genoemd pensioenreglement en de pensioengeldige diensttijd, bedoeld in hoofdstuk 5 van dit pensioenreglement; b. indien het gaat om de wees, bedoeld in artikel 7.7. eerste lid, aanhef, onderdeel a, van het onder a genoemde pensioenreglement, een zevende deel van 1,75% van de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 6.2 van genoemd pensioenreglement, en de pensioengeldige diensttijd, bedoeld in hoofdstuk 5 van dit pensioenreglement; c. indien het gaat om de wees, bedoeld in artikel 7.7, eerste lid, aanhef, onderdeel b, van het onder a genoemde pensioenreglement, twee zevende deel van 1.75% van de berekeningsgrondslag, bedoeld in artikel 6.2 van genoemd pensioenreglement, en de pensioengeldige diensttijd, bedoeld in hoofdstuk 5 van dit pensioenreglement. 2. De uitkering eindigt met ingang van de dag waarop de overledene de leeftijd van 65 jaar zou hebben bereikt dan wel indien de partner, bedoeld in artikel 7.1 van het in het eerste lid bedoelde pensioen-reglement. aan wie een pensioen werd toegekend, hertrouwt met ingang van de maand, volgende op de datum van het hertrouwen. 3. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de gewezen ambtenaar ten aanzien van wie artikel 3, derde lid, toepassing heeft gevonden, indien zijn overlijden het rechtstreeks gevolg is van de arbeidsongeschiktheid, bedoeld in dat artikel. Artikel 16: Overgangsbepalingen Tot het tijdstip, waarop de Werkloosheidswet van toepassing zal zijn op de ambtenaren, gelden ten aanzien van artikelen 2 en 3 de volgende afwijkende regelen: 1. Aan artikel 2, tweede lid, wordt een tweede volzin toegevoegd, luidende: De ambtenaar heeft, ingeval op grond van artikel 19, vierde lid, van de WAO geen recht op een WAO-uitkering uit hoofde van zijn dienstbetrekking bestaat, indien en voor zolang de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte na het in het eerste lid bedoelde tijdvak van 52 weken voortduurt, aanspraak op een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering krachtens dit artikel, waarbij wordt uitgegaan van een WAO-uitkering van nihil. 15

16 2. In artikel 2, zevende lid, wordt de zinsnede 15 tot 25%: 18,00% vervangen door: minder dan 25%: 18.00%. 3. In artikel 3, vijfde lid, wordt de zinsnede 15 tot 25%: 18.00% vervangen door: minder dan 25%: 18.00%. 4. Aan artikel 3 wordt een zevende lid toegevoegd, luidende: 7. Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, en derde en vierde lid, is het bepaalde in artikel 2, tweede lid, tweede volzin, van overeenkomstige toepassing. Artikel 17 Datum inwerkingtreding uitvoeringsregeling Deze uitvoeringsregeling treedt in werking met ingang van 1 oktober Artikel 18 Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als : Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid. Toelichting op uitvoeringregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid 1. Algemeen In deze uitvoeringsregeling van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies (CAP) zijn de rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid neergelegd. Op hoofdlijnen ziet het stelsel er als volgt uit: Bij ongeschiktheid tot werken wegens ziekte betaalt de werkgever de bezoldiging door volgens het hierna volgende regime: Gedurende de eerste 52 weken wordt 100% van de bezoldiging doorbetaald. Na 52 weken komt de ambtenaar in aanmerking voor een WAO-uitkering. Afhankelijk van de positie van de ambtenaar ontvangt hij al dan niet een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. Met de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt overigens uitsluitend gedoeld op het verschil tussen de aanspraak van de ambtenaar op een WAO-uitkering en de aanspraak op 100% of 80% van zijn bezoldiging. De bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering vult de WAO-uitkering gedurende 26 weken aan tot 100% van de bezoldiging en vervolgens tot het einde van de arbeidsverhouding tot 80% van de bezoldiging. Daarnaast bestaat aanspraak op een aanvullende uitkering bij dienstongevallen en beroepsziekten. Wat onder beroepsziekte en dienstongeval wordt verstaan is geregeld in artikel A.1 van de CAP (onderdelen o en p), welke ook van toepassing zijn op diens 16

17 uitvoeringsregelingen. Het betreft een ziekte die, onderscheidenlijk een ongeval dat in overwegende mate haar c.q. zijn oorzaak vindt in de aard van de aan de ambtenaar opgedragen werkzaamheden of in de bijzondere omstandigheden waar- onder deze moesten worden verricht en die niet aan zijn schuld of onvoorzichtigheid is te wijten. De aanspraken op een invaliditeitspensioen en een herplaatsingtoelage zijn niet in deze uitvoeringsregeling geregeld, maar in het pensioenreglement van de Stichting Pensioenfonds ABP. De aanspraak op een suppletie bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid na ontslag is geregeld in de Suppletieregeling bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Schematisch weergegeven komen de aanspraken bij ziekte en arbeidsongeschiktheid, onderverdeeld naar eerste 52 weken en daarna. op het volgende neer: De ambtenaar die ongeschikt is tot werken wegens ziekte (artikel 2 De gewezen ambtenaar die voor zijn ontslag ongeschikt is tot werken wegens ziekte en dit nadien nog steeds is (artikel 3, lid 1) De gewezen ambtenaar die binnen een maand na zijn ontslag ongeschikt is geworden tot werken wegens ziekte (artikel 3, lid 2) Gedurende 52 weken 100 % van zijn bezoldiging Gedurende 52 weken 100 % van zijn laatstelijk genoten bezoldiging Gedurende 52 weken 100 % van zijn laatstelijk genoten bezoldiging Gedurende 26 weken: - WAO-uitkering - Aanvulling tot 100% van zijn bezoldiging Gedurende 26 weken: - WAO-uitkering - Aanvulling tot 100 % van zijn laatstelijk genoten bezoldiging Gedurende 26 weken: - WAO-uitkering - Soms vermeerderd met een aanvullende uitkering Na tijdvak van weken: Na tijdvak van weken: Gedurende zijn ongeschiktheid tot werken: - WAO-uitkering - aanvulling tot 80 % van zijn bezoldiging - evt. herplaatsingstoelage - soms vermeerderd met aanvullende uitkering - WAO-uitkering evt. vermeerderd met invaliditeitspensioen en herplaatsingstoelage - soms vermeerderd met aanvullende uitkering - WAO-uitkering - evt. vermeerderd met invaliditeitspensioen en herplaatsingstoelage - soms vermeerder met aanvullende uitkering 17

18 2. Artikelgewijze toelichting a. Artikel 4 Voor een beperkte groep ambtenaren geldt een afzonderlijke. eigen regeling van de aanspraken bij ziekte en arbeidsongeschiktheid. Het betreft de groep ambtenaren die (in tegenstelling tot de rest) nu al onder de Ziektewet valt. Dat zijn die ambtenaren die geen deelnemer zijn in de ABP-pensioenregeling. Wie dat zijn is geregeld in de Wet privatisering ABP, het pensioenreglement ABP en de Regeling beperking van het zijn van overheidswerknemer in de zin van de Wet privatisering ABP. Het gaat daarbij voor de provincies vooral om mensen die in het kader van een werkgelegenheidsmaatregel in tijdelijke provinciale dienst zijn genomen en om personen die incidenteel en voor een beperkte periode als seizoenkracht in dienst zijn genomen. Voor deze beperkte groep geldt artikel 4, waarbij is rekening gehouden met de mogelijke ZW-uitkering. b. Artikel 6, eerste lid De bepaling van de eerste ziektedag is conform het bepaalde bij en krachtens de Ziektewet. Dat is bij aanvang van de ziekte tijdens het werk de dag waarop de arbeid is gestaakt (onderdeel b) en ingeval betrokkene wegens ziekte de werkdag niet heeft aangevangen die werkdag (onderdeel a). De onderdelen c en d zien op het ontstaan van ziekte tijdens vakantie en verlof. c. Artikel 6, vijfde lid De verlenging van de periode van 52 weken doorbetaling van bezoldiging met de periode van vertraging van de aangifte van ziekte door de werkgever (na 13 weken) is overeenkomstig de Wet uitbreiding loondoorbetalingsplicht bij ziekte (WULBZ). BIJ voortdurende ziekte na de verlengde periode van doorbetaling van bezoldiging wordt de periode van 26 weken aanvulling van de WAOuitkering tot 100% van de bezoldiging met diezelfde periode bekort. Er is dus nooit sprake van een verslechtering voor de werknemer. De totale periode waarop betrokkene bij ziekte een inkomen van 100% van de bezoldiging heeft blijft 78 weken. Deze bepaling leidt wel tot verhoging van de werkgeverslasten (door verschuiving van aanvulling tot 100% naar volledige doorbetaling van bezoldiging). d. Artikel 8, eerste lid, onderdelen n en o De verplichting van onderdeel n is van belang, omdat de inkomsten uit in het belang van de genezing verrichte arbeid worden gekort (artikel 10, tweede lid). 18

19 Dan moeten die inkomsten vanzelfsprekend (zo mogelijk) vóór de be-taling bekend zijn. Onderdeel o bevat een in meer algemene termen vervatte mededelingsplicht. waaronder in beginsel ook die van onderdeel n is te vatten. Gezien het specifieke karakter van de in onderdeel n bedoelde situatie, met een verbijzondering van het tijdstip van melding, is omwille van de helderheid en analoog aan de ZW gekozen voor een afzonderlijke meldingsplicht als geregeld in onderdeel n. e. Artikel 9 Artikel 9 regelt het verplichtingen- en sanctieregime in de periode na 52 weken. Daarbij geldt dat het verplichtingen- en sanctieregime van de WAO van overeenkomstige toepassing is op de bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. Evenals voorheen gaat het bij de sancties om zowel de maatregelen, bedoeld in artikel 29 WAO (bij overtreding van de artikelen 25 en 28 WAO), als de boete, bedoeld in artikel 29a (bij overtreding van de inlichtingenverplichting van artikel 80 WAO). De bepalingen ter uitwerking van de boeten en maatregelen bij en krachtens de WAO zijn ook van overeenkomstige toepassing. f. Tijdelijke regeling uitkering bij arbeidsongeschiktheid van minder dan 15% na 52 weken verhindering wegens ziekte tot het verrichten van zijn arbeid Vanaf 1 januari 1998 is de WAO op het provinciaal personeel van toepassing. De uitvoeringsregeling op grond van artikel E.8 van de CAP is hierop afgestemd. In de nieuwe regeling wordt de WAO- uitkering. waarop na 52 weken verhindering wegens ziekte om zijn arbeid te verrichten aanspraak bestaat aangevuld tot 100% van de bezoldiging (eerste 26 weken) respectievelijk 80% van de bezoldiging (daarna tot het einde van het dienstverband). Het betreft hier een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering waarop slechts aanspraak bestaat als betrokkene recht heeft op een wettelijke (WAO-)uitkering. Dit betekent dat geen aanspraak bestaat op een bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering als de belanghebbende wegens arbeidsongeschiktheid van minder dan 15% geen recht heeft op een WAO-uitkering. Op grond van de Werkloosheidswet heeft degene die zijn arbeid wegens ziekte niet kan verrichten en na die 52 weken geen recht heeft op een WAO-uitkering en geen recht (meer) heeft op doorbetaling van (100% of 80%) loon, onder voorwaarden aanspraak op een WW-uitkering. In de huidige provinciale wacht 19

20 geldregeling en uitkeringsregeling bij werkloosheid bestaat in zo n geval geen recht op wachtgeld of ontslaguitkering, omdat hierin, anders dan in de Werkloosheidswet, ontslag als aanvullende voorwaarde geldt. Gelet hierop is in het SPA-akkoord 1997/1999 vastgelegd dat de provinciale werknemer, die na 52 weken verhindering wegens ziekte om zijn arbeid te verrichten geen aanspraak heeft op een WAO-uitkering vanwege een arbeidsongeschiktheid van minder dan 15%, recht heeft op een boven- wettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering. zolang de Werkloosheidswet nog niet voor het overheidspersoneel geldt Voor de hoogte van deze bovenwettelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering (aanvulling WAO-uitkering tot 100% respectievelijk 80% van de bezoldiging) wordt daarbij uitgegaan van een WAO-uitkering van nihil. Deze tijdelijke regeling is als overgangsbepaling opgenomen (zie de in onderdeel 1 van de overgangsregeling opgenomen tweede volzin van artikel 2. tweede lid). Een vergelijkbare tijdelijke voorziening is getroffen voor de gewezen ambtenaar die vóór zijn ontslag ongeschikt is tot werken wegens ziekte en dit nadien nog steeds is (zie het in onderdeel 4 van de overgangsregeling opgenomen artikel 3. zevende lid). In samenhang hiermee is geregeld dat ook een aanvullende arbeidsongeschiktheidsuitkering als bedoeld in de artikelen 2. zesde lid. en 3. derde lid, wordt toegekend ingeval de arbeidsongeschiktheid, welke voortvloeit uit een dienstongeval of beroepsziekte, minder dan 15% bedraagt. In de onderdelen 2 en 3 van de overgangsregeling is geregeld dat de aanvulling tot 18% in dat geval ook geldt bij een arbeidsongeschiktheid van minder dan 15%. De hierboven weergegeven tijdelijke regeling geldt tot het tijdstip waarop de Werkloosheidswet op het provinciaal personeel van toepassing is. 20

21 Ontwerp-besluit Gedeputeerde staten van Zeeland; gelet op artikel E8, tweede lid van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies; vast te stellen de navolgende: besluiten : Suppletieregeling bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid 1. Algemeen Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: a. CAP: Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies; b. WAO: Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering; c. arbeidsongeschiktheid: arbeidsongeschiktheid in de zin van artikel 18, eerste lid, van de WAO; d. arbeidsongeschiktheidsuitkering: periodieke uitkering, toegekend op grond van arbeidsongeschiktheid, die voortvloeit uit enig dienstverband van betrokkene; e. betrokkene: de overheidswerknemer, bedoeld in artikel 2 van de Wet privatisering ABP, aan wie uit een dienstbetrekking bij de provincie ontslag is verleend op grond van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte als bedoeld in artikel E.9 van de CAP en die ten tijde van dat ontslag minder dan 80% arbeidsongeschikt is, met uitzondering van degene die zijn resterende verdienvermogen volledig benut in een of meer aangehouden betrekkingen; f. suppletie: suppletie, bedoeld in artikel 6; g. dagloon: dagloon in de zin van de WAO zonder toepassing van de maximum dagloongrens van artikel 9, eerste lid, van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, verminderd met bijdragen strekkende tot betaling van de premie van een door of voor de betrokkene afgesloten particuliere ziektekostenverzekering als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van het Besluit Algemene Dagloonregelen WAO, en vermeerderd met het bedrag aan pensioenbij- 21

22 dragenverhaal, bedoeld in artikel 10 van de Wet financiële voorzieningen privatisering ABP; h. de berekeningsgrondslag van de suppletie: het dagloon van betrokkene op de dag voorafgaande aan het ontslag terzake waarvan hem recht op suppletie wordt toegekend, voor zover dat betrekking heeft op het inkomen uit de betrekking waaraan het recht op suppletie wordt ontleend; i. werkloosheidsuitkering: periodieke uitkering terzake van ontslag of werkloosheid, die voortvloeit uit enig dienstverband van betrokkene; j. gangbare arbeid: arbeid als bedoeld in artikel 18, vijfde lid, van de WAO. 2. Het recht op suppletie Artikel 2 1. Betrokkene heeft recht op suppletie vanaf het tijdstip dat aan hem ontslag is verleend op grond van ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte. 2. Het eerste lid is niet van toepassing indien het in dat lid bedoelde ontslag wordt verleend na het moment dat de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte 90 maanden onafgebroken heeft geduurd. Voor het bepalen van genoemde periode van 90 maanden worden perioden van ziekte samengesteld indien die elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Artikel 3 1. Het verplichtingen- en sanctieregime van de Werkloosheidswet is van overeenkomstige toepassing op het recht op suppletie. 2. Onverminderd het eerste lid omvat passende arbeid in de zin van de Werkloosheidswet voor de toepassing op de suppletie mede gangbare arbeid. Hierbij wordt onder gangbare arbeid verstaan alle algemeen geaccepteerde arbeid waartoe betrokkene met zijn krachten en bekwaamheden in staat is. Artikel 4 Het recht op suppletie komt niet tot uitbetaling voor zolang: a. betrokkene een WAO-uitkering ontvangt, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80% of meer; b. betrokkene is herplaatst in een functie waaraan hij recht kan ontlenen op herplaatsingtoelage als bedoeld in paragraaf 9 van het pensioenreglement van de Stichting Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. 22

23 Artikel 5 Het recht op suppletie eindigt: a. na ommekomst van de duur van de suppletie; b. met ingang van de dag volgende op die waarop de betrokkene is overleden; c. met ingang van de eerste dag van de maand waarin de betrokkene de leeftijd van 65 jaar bereikt. 3. Suppletie Artikel 6 1. De suppletie bedraagt een percentage van de berekeningsgrondslag van de suppletie. 2. De berekeningsgrondslag van de suppletie wordt telkens aangepast aan de voor de provincies geldende algemene salariswijziging. 3. Het in het eerste lid bedoelde percentage bedraagt: a. gedurende de eerste drieëndertig maanden 80%; en b. gedurende de daaropvolgende drieëndertig maanden 70%. Artikel 7 1. In afwijking van artikel 6, derde lid, wordt, indien het in artikel 2 bedoelde ontslag is verleend op een latere datum dan het moment waarop de ongeschiktheid tot het verrichten van zijn arbeid wegens ziekte 24 maanden onafgebroken heeft geduurd, de in artikel 6, derde lid, genoemde periode verminderd met de periode die gelegen is tussen de ontslagdatum en het moment waarop genoemde ongeschiktheid 24 maanden onafgebroken heeft geduurd. Deze vermindering vindt plaats, te beginnen met de periode gedurende welke de betrokkene recht heeft op 80% van de berekeningsgrondslag van de suppletie. 2. Voor het bepalen van de in het eerste lid bedoelde periode van 24 maanden worden perioden van ziekte samengeteld indien die elkaar met een onderbreking van minder dan vier weken opvolgen. Artikel 8 1. Indien de betrokkene gedurende de periode dat recht bestaat op suppletie, terzake van de dienstbetrekking waaruit dat recht op suppletie is ontstaan, een 23

24 werkloosheidsuitkering dan wel een arbeidsongeschiktheidsuitkering ontvangt, wordt het bedrag van genoemde uitkering of uitkeringen in mindering gebracht op het bedrag van de suppletie. Indien de bedoelde betrokkene uit hoofde van twee of meer dienstbetrekkingen als overheidswerknemer recht heeft op een WAO-uitkering, wordt die uitkering voor de toepassing van de eerste volzin, toegerekend aan de dienstbetrekking terzake waarvan hem recht op suppletie is toegekend, naar rato van de feitelijk genoten inkomsten uit hoofde van de desbetreffende dienstbetrekkingen. 2. Indien de betrokkene recht heeft op een arbeidsongeschiktheidsuitkering die kan worden toegerekend aan een dienstbetrekking, waaruit hij is ontslagen op een datum, gelegen vóór de datum van ontslag uit de dienstbetrekking terzake waarvan hem recht op suppletie is toegekend, welk recht voortduurt na laatstgenoemde datum, wordt, ingeval van een verhoging van de mate van de arbeidsongeschiktheid waardoor het bedrag van die arbeidsongeschiktheidsuitkering verhoogd wordt, uitsluitend het bedrag van die verhoging van die arbeidsongeschiktheidsuitkering in mindering gebracht op het bedrag van de suppletie. Indien de bedoelde betrokkene uit hoofde van twee of meer dienstbetrekkingen als overheidswerknemer recht heeft op een WAO-uitkering, wordt die uitkering voor de toepassing van de vorige volzin toegerekend aan de in die volzin eerstgenoemde dienstbetrekking, naar rato van de feitelijk genoten inkomsten uit hoofde van de desbetreffende dienstbetrekkingen. 3. Indien de toerekeningswijze, bedoeld in het tweede lid, in een individueel geval naar het oordeel van gedeputeerde staten leidt tot een kennelijk onredelijke uitkomst voor betrokkene kunnen gedeputeerde staten ten gunste van die betrokkene tot een wijze van toerekenen besluiten die met de strekking van dit artikel overeenkomt. Artikel 9 1. Indien betrokkene gedurende de periode dat recht bestaat op suppletie inkomsten verwerft uit of in verband met arbeid of bedrijf, anders dan bedoeld in artikel 8, wordt de berekeningsgrondslag van de suppletie verminderd met de inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf. 2. Onder inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf, bedoeld in het eerste lid, worden begrepen inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf die zijn ontstaan: a. met ingang van of na de dag waarop het ontslag terzake waarvan de betrokkene suppletie is toegekend, hem is aangezegd; 24

25 b. gedurende non-activiteit, vakantie of verlof onmiddellijk voorafgaande aan het ontslag terzake waarvan de betrokkene suppletie is toegekend; c. vóór de dag van het ontslag terzake waarvan de betrokkene suppletie is toegekend, anders dan bedoeld in het artikel 8, tweede lid, en onderdelen a en b, voor zover uit deze arbeid of dit bedrijf na die dag inkomsten of meer inkomsten worden genoten door de betrokkene, terwijl die inkomsten of die meerdere inkomsten of een gedeelte daarvan, het gevolg zijn van een verhoogde werkzaamheid dan wel verband houden met het ontslag. 3. In bijzondere gevallen kunnen gedeputeerde staten ten gunste van betrokkene afwijken van het tweede lid. Artikel 10 Voor de toepassing van de artikelen 8 en 9 worden uitkeringen steeds geacht onverminderd door betrokkene te zijn genoten indien, als gevolg van handelingen of het nalaten van handelingen door betrokkene, één of meer werkloosheidsuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, uitkeringen op grond van de Ziektewet dan wel uitkeringen die naar aard en strekking overeenkomen met laatstgenoemde uitkeringen, waarop betrokkene recht heeft, a. vermindering ondergaan; b. blijvend geheel geweigerd worden; c. tijdelijk of blijvend gedeeltelijk geweigerd worden; dan wel d. in uitkeringsduur beperkt worden. Artikel 11 Aan de nagelaten betrekkingen van betrokkene, aan wie een suppletie is toegekend, keren gedeputeerde staten over de periode vanaf de dag na diens overlijden tot en met de laatste dag van de tweede maand na die waarin het overlijden plaatsvond een bedrag uit, gelijk aan de berekeningsgrondslag van de suppletie van betrokkene over die periode. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder nagelaten betrekkingen verstaan de nabestaande partner, van wie de overledene niet duurzaam gescheiden leefde of, bij ontbreken van deze, de minderjarige kinderen of, indien ook deze ontbreken, degenen die geheel of grotendeels afhankelijk waren van de suppletie van betrokkene. Op het uit te keren bedrag, bedoeld in het eerste lid, wordt in mindering gebracht het bedrag van de uitkering waarop de nagelaten betrekkingen van de betrokkene terzake van diens overlijden aanspraak kunnen maken uit hoofde van een of meer werkloosheidsuitkeringen, arbeidsongeschiktheidsuitkeringen, 25

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N provinciaal blad nr. 29 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 30 juni 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 21 juni 2005, nr. 2005-12.559, afd PO, tot

Nadere informatie

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13

========= ===== * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5. * Suppletie 13:6 t/m 13:11. * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 13 SUPPLETIE Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Begripsomschrijvingen 13:1 * Recht op suppletie 13:2 t/m 13:5 * Suppletie 13:6 t/m 13:11 * Betaling van de suppletie 13:12 en 13:13 * Scholing,

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2004 688 Besluit van 14 december 2004, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten in verband met de invoering

Nadere informatie

provinciaal blad besluiten: ARTIKEL I De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt gewijzigd als volgt:

provinciaal blad besluiten: ARTIKEL I De Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling Provincies wordt gewijzigd als volgt: provinciaal blad nr. 23 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 27 juni 2007 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 12 juni 2007, nr. 2007-27208, afd. PO, tot

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid (geconsolideerde versie, geldend vanaf 7-4-2016) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Noord-Brabant

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Noord-Brabant CVDR Officiële uitgave van Noord-Brabant. Nr. CVDR362509_2 6 december 2016 Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant,

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Drenthe. Nr. 1812 30 maart 2016 Vaststelling Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Besluit van Gedeputeerde Staten

Nadere informatie

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;

Gelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement; Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid

Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Geldig sinds: 20-3-2014 Wetstechnische informatie Type overheidsorganisatie Naam overheidsorganisatie WWW-adres overheidsorganisatie

Nadere informatie

UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID CVDR Officiële uitgave van Regionale uitvoeringsdienst Zeeland. Nr. CVDR390862_2 13 juni 2017 UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID Deze onderstaande tekst is een

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID (krachtens artikel E.8 van de CAP)

PROVINCIAAL BLAD. UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID (krachtens artikel E.8 van de CAP) PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Limburg. Nr. 855 17 februari 2015 UITVOERINGSREGELING RECHTEN EN PLICHTEN BIJ ZIEKTE EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID (krachtens artikel E.8 van de CAP) Paragraaf

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Uitvoeringsregeling rechten en plichten bij ziekte en arbeidsongeschiktheid Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Bijlage(n)

Nadere informatie

RECHTSPOSITIE GEMEENTE AMSTERDAM DEEL 1 zoals die gold op 31/

RECHTSPOSITIE GEMEENTE AMSTERDAM DEEL 1 zoals die gold op 31/ RECHTSPOSITIE GEMEENTE AMSTERDAM DEEL 1 zoals die gold op 31/12 2005 Ambtenarenreglement Amsterdam HOOFDSTUK V ZIEKTE 1.Algemene bepalingen Art. 501 onderbreking perioden van verhindering wegens ziekte

Nadere informatie

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland van 6 maart 2017, nr. 888298/888308, tot wijziging van de Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid Gedeputeerde Staten van Noord-Holland; Gezien

Nadere informatie

HOOFDSTUK V ZIEKTE 1 ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK V ZIEKTE 1 ALGEMENE BEPALINGEN RECHTSPOSITIE GEMEENTE AMSTERDAM DEEL 1 Ambtenarenreglement Amsterdam HOOFDSTUK V ZIEKTE BS DB HO (1 januari 2006) 1 ALGEMENE BEPALINGEN Art. 501 T onderbreking periode van arbeidsongeschiktheid Achtereenvolgende

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 39 van 2000 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Vaststelling FPU-plusregeling Provincies Gedeputeerde staten van Zeeland maken bekend, dat de staten van deze provincie in hun vergadering van 22 september

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 01-01-2011) Besluit van 18 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsuitkering politie, alsmede houdende wijziging van onder meer het Besluit

Nadere informatie

Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Universitair Medische Centra (BWUMC)

Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Universitair Medische Centra (BWUMC) LANDELIJK OVERLEG ACADEMISCHE ZIEKENHUIZEN Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Universitair Medische Centra (BWUMC) 11 juli 2008 NFU-082381/GS/DvL -------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR51942_2 21 november 2017 ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN; Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet,

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 3 De overlijdensuitkering 8 Artikel 13 Overlijdensuitkering 8

Inhoudsopgave. Hoofdstuk 3 De overlijdensuitkering 8 Artikel 13 Overlijdensuitkering 8 BWOI 2018 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Algemene bepalingen 1 Artikel 1 Definities 1 Artikel 2 Beperking aanspraken op grond van deze regeling 2 Artikel 3 Indexering 2 Hoofdstuk 2 Bovenwettelijke uitkering

Nadere informatie

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.

UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement

Nadere informatie

3 In het tot negende lid vernummerde achtste lid wordt het woord zevende vervangen door: achtste.

3 In het tot negende lid vernummerde achtste lid wordt het woord zevende vervangen door: achtste. Provinciaal blad 2005 Besluit van Gedeputeerde Staten van Noord- Holland van 2 augustus 2005, nr. 2005-19090, tot afkondiging van hun besluit inzake de wijziging van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling

Nadere informatie

Gemeente Nijkerk Deel C van Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijkerk per 1 november 2015

Gemeente Nijkerk Deel C van Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijkerk per 1 november 2015 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Nijkerk. Nr. 101866 30 oktober 2015 Gemeente Nijkerk Deel C van Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Nijkerk per 1 november 2015 In deze bekendmaking is de Arbeidsvoorwaardenregeling

Nadere informatie

BESLUIT BOVENWETTELIJKE UITKERINGEN BIJ WERKLOOSHEID VOOR DE SECTOR RIJK

BESLUIT BOVENWETTELIJKE UITKERINGEN BIJ WERKLOOSHEID VOOR DE SECTOR RIJK BESLUIT BOVENWETTELIJKE UITKERINGEN BIJ WERKLOOSHEID VOOR DE SECTOR RIJK (Tekst zoals deze geldt op 21 januari 2012) BESLUIT van 19 juni 1996, houdende vaststelling van de regeling inzake de aanvullende

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. (Tekst geldend op: 02-02-2015) Besluit van 19 juni 1996, houdende vaststelling van de regeling inzake de aanvullende voorzieningen bij werkloosheid van rijksambtenaren (Besluit bovenwettelijke uitkeringen

Nadere informatie

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels:

Overgangsbepalingen. Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Was u in dienst voor 1 januari 2018? Dan gelden er voor u extra regels: Nr. 131 Pensioengevend inkomen bij werkloosheidsuitkering of ontslaguitkering Werknemer met een lopend recht ABP betaalt het ABP

Nadere informatie

(DEELTIJD)ONTSLAG CAO KUNSTEDUCATIE INFORMATIE OVER DE VAN TOEPASSING ZIJNDE REGELINGEN UIT DE CAO KUNSTEDUCATIE

(DEELTIJD)ONTSLAG CAO KUNSTEDUCATIE INFORMATIE OVER DE VAN TOEPASSING ZIJNDE REGELINGEN UIT DE CAO KUNSTEDUCATIE (DEELTIJD)ONTSLAG CAO KUNSTEDUCATIE INFORMATIE OVER DE VAN TOEPASSING ZIJNDE REGELINGEN UIT DE CAO KUNSTEDUCATIE Hierna komen achtereenvolgens aan de orde: Suppletieregeling (van toepassing bij autonome

Nadere informatie

Bovenwettelijke uitkeringsregeling bij werkloosheid SVB 2015

Bovenwettelijke uitkeringsregeling bij werkloosheid SVB 2015 1 Bovenwettelijke uitkeringsregeling bij werkloosheid SVB 2015 Deze regeling bevat aanvullende voorzieningen bij onvrijwillige werkloosheid voor werknemers van de SVB Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel

Nadere informatie

BOVENWETTELIJKE WERKLOOSHEIDSREGELING KENNISCENTRA BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN

BOVENWETTELIJKE WERKLOOSHEIDSREGELING KENNISCENTRA BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN BOVENWETTELIJKE WERKLOOSHEIDSREGELING KENNISCENTRA BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN 2013 Inhoudsopgave HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN... 3 Artikel 1. Definities... 3 Artikel 2. Beperking aanspraken op

Nadere informatie

11 UITKERINGSREGELING ONTSLAG

11 UITKERINGSREGELING ONTSLAG 11 UITKERINGSREGELING ONTSLAG Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Betrokkene 11:1 * Lichamen 11:2 * Diensttijd 11:3 * Dienstbetrekking 11:4 * Bezoldiging 11:5 * Recht op uitkering 11:6 *

Nadere informatie

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ]

Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ] 1. Verzekeringsvoorwaarden Ziektewet en Arbeidsongeschiktheidswet [ binnenland ] Dit is een globaal overzicht van de wet en de ter uitvoering daarvan genomen besluiten, aan dit overzicht kan geen enkel

Nadere informatie

Lisv Ziekengeldreglement 1997

Lisv Ziekengeldreglement 1997 Lisv Ziekengeldreglement 1997 Het Landelijk instituut sociale verzekeringen; Gelet op artikel 54 van de Ziektewet; Besluit het navolgende ziekengeldreglement vast te stellen: Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Nadere informatie

Nr.97773/33 Middelburg, 11 maart Aan de Provinciale Staten van Zeeland

Nr.97773/33 Middelburg, 11 maart Aan de Provinciale Staten van Zeeland Wijziging rechtspositieregelingen Commissie: algemeen bestuur Nr. POI-389 Vergadering 18 april 1997 Agenda nr........... Gedeputeerde met de verdediging belast: D.J.P. Bruinooge Nr.97773/33 Middelburg,

Nadere informatie

CAR/UWO Alphen aan den Rijn 2016 (hfdst. 11-22)

CAR/UWO Alphen aan den Rijn 2016 (hfdst. 11-22) GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Alphen aan den Rijn. Nr. 61828 17 mei 2016 CAR/UWO Alphen aan den Rijn 2016 (hfdst. 11-22) Het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn;

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 29 van 2003 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Ontwerp-besluit tot wijziging van diverse rechtspositieregelingen. Gedeputeerde Staten van Zeeland besluiten: gelet op de uitkomsten van het overleg met

Nadere informatie

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR47544_1 21 november 2017 ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN; Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet,

Nadere informatie

Verordening bovenwettelijke werkloosheidsuitkering

Verordening bovenwettelijke werkloosheidsuitkering Verordening bovenwettelijke werkloosheidsuitkering De Raad van de gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 19 december 2000, P&O nr. 00/5569; raadsstuk 2001-13; gelet

Nadere informatie

7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1

7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1 7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1 Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ======== ===== 1 DEFINITIES * Definities 7:1 2 BEDRIJFSGENEESKUNDIGE BEGELEIDING EN GENEESKUNDIG ONDERZOEK * Bedrijfsgeneeskundige

Nadere informatie

Bijlage F: Ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregeling

Bijlage F: Ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregeling Bijlage F: Ziekte- en arbeidsongeschiktheidsregeling 1. Begripsbepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. partijen: MBO Raad, vereniging van MBO-instellingen en de

Nadere informatie

Besluit nr. 00697945 d.d. 5 juni 2007 van Gedeputeerde Staten van Fryslân

Besluit nr. 00697945 d.d. 5 juni 2007 van Gedeputeerde Staten van Fryslân Provinciaal Blad no. 29 Uitgegeven 22 juni 2007 Besluit nr. 00697945 d.d. 5 juni 2007 van Gedeputeerde Staten van Fryslân Gedeputeerde Staten van Fryslân stellen de volgende wijzigingen in de arbeidsvoorwaardenregelingen

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121

GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 GEMEENTEBLAD 2002 nr. 121 Burgemeester en wethouders van de gemeente Maassluis; gezien de instemming van de plaatselijke commissie voor georganiseerd overleg; besluiten: vast te stellen de volgende: VERORDENING,

Nadere informatie

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet;

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN. Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet, de Ambtenarenwet; CVDR Officiële uitgave van Groningen. Nr. CVDR53587_3 21 november 2017 ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE GRONINGEN DE RAAD VAN DE GEMEENTE GRONINGEN; Gelet op de Algemene wet bestuursrecht, de Gemeentewet,

Nadere informatie

Hoofdstuk 10A Bovenwettelijke werkloosheidsuitkering. Voorblad. A. Opmerkingen

Hoofdstuk 10A Bovenwettelijke werkloosheidsuitkering. Voorblad. A. Opmerkingen Hoofdstuk 10A Bovenwettelijke werkloosheidsuitkering Voorblad A. Opmerkingen Artikel Wijzigingen (V) Communicatie 10A.34 Het bedrag is verhoogd van 2269 naar 2270. Het bedrag is nu gelijk aan het bedrag

Nadere informatie

Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek

Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek Hoofdstuk 7 Aanspraken bij ongeschiktheid wegens ziekte of gebrek 1. DEFINITIES definities Artikel 7:1 1. In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. passende arbeid: alle arbeid die voor de krachten en

Nadere informatie

7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1

7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1 7 AANSPRAKEN BIJ ONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE OF GEBREK 1 Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ======== ===== 1 DEFINITIES * Definities 7:1 2 BEDRIJFSGENEESKUNDIGE BEGELEIDING EN GENEESKUNDIG ONDERZOEK * Bedrijfsgeneeskundige

Nadere informatie

========= ===== * Betrokkene 10:1. * Lichamen 10:2. * Diensttijd 10:3. * Dienstbetrekking 10:4. * Bezoldiging 10:5. * Recht op wachtgeld 10:6

========= ===== * Betrokkene 10:1. * Lichamen 10:2. * Diensttijd 10:3. * Dienstbetrekking 10:4. * Bezoldiging 10:5. * Recht op wachtgeld 10:6 10 WACHTGELD Inhoudsopgave Onderwerp Artikel ========= ===== * Betrokkene 10:1 * Lichamen 10:2 * Diensttijd 10:3 * Dienstbetrekking 10:4 * Bezoldiging 10:5 * Recht op wachtgeld 10:6 * Duur van het wachtgeld

Nadere informatie

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN

ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN CVDR Officiële uitgave van Putten. Nr. CVDR305078_1 22 mei 2018 ARBEIDSVOORWAARDENREGELING GEMEENTE PUTTEN Burgemeester en wethouders van de gemeente Putten; Gelet op artikel 125 van de ambtenarenwet en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 464 Wijziging van de Werkloosheidswet, de Ziektewet en de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen om cumulatie van de uitkeringsduur op grond

Nadere informatie

Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid

Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid (geconsolideerde versie, geldend vanaf 26-3-2016) Gegevens van de regeling Overheidsorganisatie Officiële naam regeling Citeertitel Vastgesteld door

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 185 Besluit van 4 april 2003, houdende wijziging van het Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair en voortgezet

Nadere informatie

Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 2013

Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 2013 Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 2013 Inhoud Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 Artikel 2. Bedrijfsgezondheidszorg... 4 Artikel 3. Ziekte en arbeidsongeschiktheid...

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1995 703 Besluit van 21 december 1995, houdende vaststelling van het tijdelijk Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid onderwijs- en onderzoekpersoneel

Nadere informatie

UITVOERINGSREGELINGEN COLLECTIEVE

UITVOERINGSREGELINGEN COLLECTIEVE UITVOERINGSREGELINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSVOORWAARDENREGELING PROVINCIES INHOUD Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties 1 Artikel 1 Werkingssfeer 1 Artikel 1A Afwijkingen 1 Artikel

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005. 7:1 Definities In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a b c d passende arbeid: alle arbeid die voor de

Nadere informatie

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens: Hoofdstuk 14 Activeringsregeling (per 1 juli 2015) en pensioen A Activeringsregeling Artikel 1 Werkingssfeer 1. Op de werknemer met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd die wordt ontslagen wegens:

Nadere informatie

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH Inhoudsopgave Artikel Titel 1. Algemene bepalingen 1 2. Deelnemers 1 3. Jaarsalaris 2 4. Arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag

Nadere informatie

Opgave van inkomsten. Verlenging

Opgave van inkomsten. Verlenging 2 3 4 5 Ten aanzien van de betrokkene aan wie een wachtgeld is toegekend en die wegens ongeschiktheid voor de vervulling van zijn betrekking wegens ziekte ontslag is verleend uit de betrekking die hij

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 512 Besluit van 23 november 2000, houdende vaststelling van de regeling inzake de bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid van rechterlijke

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino 1 REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; b.

Nadere informatie

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging

3 Salaris en vergoedingsregelingen. Bezoldiging 3 Salaris en vergoedingsregelingen Bezoldiging Artikel 3:1 1 Met inachtneming van artikel 1:2:1 wordt aan de ambtenaar binnen het kader van een lokaal vast te stellen bezoldigingsregeling een bezoldiging

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino 1 REGLEMENT VOOR HET WAO-HIAAT PENSIOEN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a. het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; b.

Nadere informatie

c. de vergoeding in geld voor wacht- en storingsdienst, gemiddeld per maand over de voorafgaande periode van 12 maanden;

c. de vergoeding in geld voor wacht- en storingsdienst, gemiddeld per maand over de voorafgaande periode van 12 maanden; Hoofdstuk 11 Sociale zekerheid en Pensioen Artikel 11.1 Algemene bepalingen Artikel 11.1.1 Definities In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a. volledig en duurzaam arbeidsongeschikt: is hij/zij die als

Nadere informatie

ZANU o Oktober Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3

ZANU o Oktober Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3 ZANU 2006 o Oktober 2006 Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3 Vereniging van Universiteiten (VSNU) Lange Houtstraat 2 Postbus 13739 2501 ES Den Haag telefoon: : 070 302 14 00 fax

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1996 359 Besluit van 13 juni 1996, houdende vaststelling van een suppletieregeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten sector politie (Besluit suppletieregeling

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn;

Het college van burgemeester en wethouders van Alphen aan den Rijn; CVDR Officiële uitgave van Alphen aan den Rijn. Nr. CVDR333801_1 4 april 2017 In RAP (rechtspositie ambtelijk personeel) vind je de actuele tekst van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Alphen aan den

Nadere informatie

Gelet op artikel 160, lid 1, onder c, Gemeentewet en artikel 125, lid 2, Ambtenarenwet;

Gelet op artikel 160, lid 1, onder c, Gemeentewet en artikel 125, lid 2, Ambtenarenwet; CVDR Officiële uitgave van Alphen aan den Rijn. Nr. CVDR444086_1 5 februari 2018 CAR-UWO Alphen aan den Rijn 2016 Het college van burgemeester en wethouders; Gelet op artikel 160, lid 1, onder c, Gemeentewet

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 573 Besluit van 8 december 2000, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere besluiten in verband met het onder

Nadere informatie

Wijziging Hoofdstuk VI ARAR BIZ

Wijziging Hoofdstuk VI ARAR BIZ Wijziging Hoofdstuk VI ARAR BIZ Circulaire Doelstelling: Verschaffen van informatie Juridische grondslag: Hoofdstuk VI van het Algemeen rijksambtenarenreglement Relaties met andere circulaires: 27 januari

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005. 7:1 Definities In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a passende arbeid: alle arbeid die voor de krachten

Nadere informatie

Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 2012

Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 2012 Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Kenniscentra Beroepsonderwijs Bedrijfsleven 2012 ZAR-BVE 2005 Inhoud Artikel 1. Begripsbepalingen... 3 Artikel 2. Bedrijfsgezondheidszorg... 4 Artikel 3. Ziekte

Nadere informatie

Jeugdzorg 2014-2016. Zie artikel 3.10 van de cao.

Jeugdzorg 2014-2016. Zie artikel 3.10 van de cao. Bijlage 6 Zie artikel 3.10 van de cao. Wachtgeldregelingen Voor de leesbaarheid hanteren we in deze bijlage de termen werknemer en werkgever. Met werknemer wordt de persoon bedoeld die op grond van artikel

Nadere informatie

Ziekte en arbeidsongeschiktheidsregeling hbo februari 2013. Ziekte en arbeidsongeschiktheidregeling Hoger Beroepsonderwijs (ZAHBO)

Ziekte en arbeidsongeschiktheidsregeling hbo februari 2013. Ziekte en arbeidsongeschiktheidregeling Hoger Beroepsonderwijs (ZAHBO) Ziekte en arbeidsongeschiktheidregeling Hoger Beroepsonderwijs (ZAHBO) Colofon Titel: Ziekte en arbeidsongeschiktheidsregeling Hoger Beroepsonderwijs (ZAHBO) Den Haag, HBO-raad, 2000 (laatstelijk gewijzigd

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2015 318 Besluit van 14 augustus 2015, houdende wijziging van het Besluit algemene rechtspositie politie, het Besluit bezoldiging politie en enige

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds ABP. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 1

PENSIOENREGLEMENT. Stichting Pensioenfonds ABP. Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: ) 1 PENSIOENREGLEMENT Stichting Pensioenfonds ABP Pensioenreglement Stichting Pensioenfonds (versiedatum: 04-12-2005) 1 2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op: a. de gewezen deelnemer die is

Nadere informatie

Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie 2005

Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie 2005 Ziekte- en Arbeidsongeschiktheidsregeling Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie 2005 ZAR-BVE 2005 Inhoud Artikel 1. Begripsbepalingen... 4 Artikel 2. Bedrijfsgezondheidszorg... 5 Artikel 3. Ziekte en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 49 Besluit van 5 december 2000, houdende wijziging van het Besluit Werkloosheid onderwijs en onderzoekpersoneel (samenloop bevallingsuitkering

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 71 van 2002 PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Gedeputeerde staten van Zeeland maken bekend dat provinciale staten van Zeeland in hun vergadering van 20 september 2002 onder nummer 209 hebben besloten

Nadere informatie

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken

Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Cao Openbare Bibliotheken 2015-2019 Centraal Overleg Arbeidsvoorwaarden Openbare Bibliotheken Gewijzigde artikelen met terugwerkende kracht per 1 januari 2018 Hoofdstuk II Salariëring en vergoedingen Artikel

Nadere informatie

voorwaarden voor recht op uitkering/samenloop met suppletie

voorwaarden voor recht op uitkering/samenloop met suppletie RECHTSPOSITIE GEMEENTE AMSTERDAM DEEL 1 Verordening Bovenwettelijke werkloosheidsuitkering (art. 1146 ARA) Verordening Bovenwettelijke werkloosheidsuitkering 1 Algemene bepalingen Art. 1 BS DB HO In deze

Nadere informatie

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

NOTA VAN WIJZIGING. Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: 32421 Wijziging van verschillende wetten in verband met harmonisatie en vereenvoudiging van deze wetten ten behoeve van de uitvoering van die wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

ZANU 2008. o Januari 2008. Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3

ZANU 2008. o Januari 2008. Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3 ZANU 2008 o Januari 2008 Regelingen Sociale Zekerheid CAO Nederlandse Universiteiten 3 Vereniging van Universiteiten (VSNU) Lange Houtstraat 2 Postbus 13739 2501 ES Den Haag telefoon: : 070 302 14 00 fax

Nadere informatie

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO

Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO Reglement Aanvullingsfonds m.b.t. aanvullingen WAO HOOFDSTUK 1, ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 begripsbepalingen 1. Voor de toepassing van dit reglement gelden de begripsbepalingen als omschreven in artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 327 Wijziging van verschillende wetten in verband met de vereenvoudiging van de uitvoering van deze wetten door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Nadere informatie

gelet op het resultaat van het overleg in de commissie van georganiseerd overleg (GO) van 22 november 2000;

gelet op het resultaat van het overleg in de commissie van georganiseerd overleg (GO) van 22 november 2000; De raad van de gemeente Menaldumadeel; overwegende dat VNG een voorbeeld bezoldigingsverordening heeft ontworpen als handreiking voor gemeenten die hun locale verordening willen aanpassen; dat het aanbeveling

Nadere informatie

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino 1 PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: het fonds : Stichting Pensioenfonds Holland Casino; het bestuur : het bestuur

Nadere informatie

INVALIDITEITSPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL

INVALIDITEITSPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL INVALIDITEITSPENSIOENREGELING STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HOUTHANDEL ARTIKEL 1 Begripsbepalingen: De definities en de begripsomschrijvingen zoals vermeld in de Statuten en het Algemeen Reglement

Nadere informatie

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005.

De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005. De artikelen die hieronder zijn weergegeven bevatten de tekst zoals die gold op 31 december 2005. 7:1 Definities In dit hoofdstuk wordt verstaan onder: a b c d passende arbeid: alle arbeid die voor de

Nadere informatie

Regeling Ziekte en Arbeidsongeschiktheid personeel OnderzoekInstellingen (ZAOI)

Regeling Ziekte en Arbeidsongeschiktheid personeel OnderzoekInstellingen (ZAOI) Regeling Ziekte en Arbeidsongeschiktheid personeel OnderzoekInstellingen (ZAOI) 1 Cao-partijen, zijn, gelet op artikel 4.5 eerste en vijfde lid van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26779 21 december 2012 Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 20 december 2012, nr. IVV 51458,

Nadere informatie

Bovenwettelijke regeling Werkloosheid personeel Onderzoek Instellingen (B-WOI)

Bovenwettelijke regeling Werkloosheid personeel Onderzoek Instellingen (B-WOI) 1 Bovenwettelijke regeling Werkloosheid personeel Onderzoek Instellingen (B-WOI) Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Definities In deze regeling wordt verstaan onder: a. partijen: partijen die

Nadere informatie

Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid REGELING AANVULLENDE VOORZIENINGEN BIJ WERKLOOSHEID HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid REGELING AANVULLENDE VOORZIENINGEN BIJ WERKLOOSHEID HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN CVDR Officiële uitgave van Limburg. Nr. CVDR372939_1 29 november 2016 Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid REGELING AANVULLENDE VOORZIENINGEN BIJ WERKLOOSHEID HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2000 561 Wet van 13 december 2000 tot wijziging van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen in verband met de wijze van financiering

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND Nummer 35 van 2004 Regeling aanwijzing en vergoeding Bedrijfshulpverlening en Crisisbeheersing Provincie Zeeland 2004. Gedeputeerde Staten van Zeeland, Overwegende, - dat de

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Regeling aanvullende voorzieningen bij werkloosheid Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Gelet op artikel B.14 van de Collectieve

Nadere informatie

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N

provinciaal blad V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N provinciaal blad nr. 9 ISSN: 0920-1092 V A N D E P R O V I N C I E G R O N I N G E N 13 februari 2006 Besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Groningen van 7 februari 2006, nr. 2006-02445, afd. PO,

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 1995, verzameling gedrukte stukken 1995, volgnummer 318, P&Onr.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 1995, verzameling gedrukte stukken 1995, volgnummer 318, P&Onr. Wachtgeld- en uitkeringsverordening 1996 De Raad der gemeente Rotterdam, Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 1995, verzameling gedrukte stukken 1995, volgnummer 318, P&Onr.

Nadere informatie

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO

Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD versie 2 december Aanpassing in het kader van de CAO Bijlage bij B&W-flap d.d. 16 december 2014 BD2014-013269 versie 2 december 2014 Aanpassing in het kader van de CAO 2013-2015 Huidige tekst NRGA Nieuwe tekst NRGA Toelichting bij wijziging Wijzigingen Vakantie

Nadere informatie