'3 ^5. Afschrift VERZONDE» 2 2 JUNI 2017 INGEKOMEN 2 3 JUNI Uitvoeringsdienst bord-holland Noord

Transcriptie

1 Uitvoeringsdienst bord-holland Noord Afschrift Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied t.a.v. de heer H. Leenknegt Postbus EE ZAANDAM '3 ^5 Hoorn, 21 juni 2017 VERZONDE» 2 2 JUNI 2017 INGEKOMEN 2 3 JUNI 2017 Zaaknummer Behandelaar Betreft Locatie RUD de heer S. van der Zon Wnb ONTWERP VVGB Soorten project 'Herstructurering windturbinepark Nieuwe Hemweg, Amsterdam' Westpoort, gemeente Amsterdam Geachte heer Leenknegt, Op 13 juni 2017 heeft u Gedeputeerde Staten van Noord-Holland verzocht om te beoordelen of voor de realisatie en gebruik van windturbines voor het project 'Herstructurering windturbinepark Nieuwe Hemweg ' aan de Nieuwe Hemweg, gemeente Amsterdam, een verkiaring van geen bedenkingen (hierna vvgb) in het kader van de Wet natuurbescherming, hoofdstuk 3, Soorten (hierna; Wnb) noodzakelijk is. Deze eventuele vvgb is benodigd voor de afgifte van een Omgevingsvergunning. Het project betreft het verwijderen van 8 windturbines waarna er 6 windturbines op vrijwel dezelfde locatie worden herplaatst. Uit de door u aangeleverde onderzoeken blijkt dat een vvgb van de Wnb, hoofdstuk 3, Soorten noodzakeiijk is voor zover er sprake is van het doden en verwonden van vogels en vleermuizen. Wij hebben het project getoetst aan de bepalingen van de Wnb, hoofdstuk 3, Soorten en hebben daarbij gebruik gemaakt van alle door u aan ons voorgelegde documenten. Aan de hand van deze toetsing hebben wij voorschriften geformuieerd welke naar ons oordeel aan de af te geven omgevingsvergunning verbonden moeten worden. Ontwerp-besluit Gelet op de door ons uitgevoerde toetsing en onder de oplegging van de door ons geformuleerde voorschriften zijn wij voornemens te verklaren dat wij geen bedenkingen hebben tegen het afgeven van de omgevingsvergunning inzake de realisatie en het gebruik van de windturbines van het project ' Herstructurering windturbinepark Nieuwe Hemweg, Amsterdam ' in Westpoort, te Amsterdam, inhoudende het afbreken van 8 windturbines en het plaatsen en gebruiken van 6 nieuwe windturbines op de locaties zoals is weergegeven in de tabel bij en bijlage van dit besluit. U dient onderstaande voorschriften onverkort als voorschriften te verbinden aan de door u af te geven omgevingsvergunning. Het overige van deze verklaring van geen bedenkingen dient u toe te voegen als bijlage aan de omgevingsvergunning. Postbus EB Hoorn Pagina 1 van 11

2 ' VOORSCHRIFTEN TE VERBINDEN AAN DE AF TE GEVEN OMGEVINGSVERGUNNING Algemeen a. b. Beperkingen De verklaring van geen bedenkingen wordt verleend en is geldig voor het afbreken van 8 windturbines en de aanleg, het gebruik en ontmanteling van 6 windturbines voor een periode tot 20 jaar na het onherroepelijk worden van de Omgevingsvergunning waar dit besluit deel van uitmaakt. De verklaring van geen bedenkingen maakt deel uit van de Omgevingsvergunning, Daar waar voorschriften uit deze verklaring van geen bedenkingen de inhoud van de Omgevingsvergunning tegenspreken, prevaleert dit voorschrift. c. De verklaring van geen bedenkingen heeft uitsluitend betrekking op de hierna genoemde soorten en de hierna genoemde verboden handelingen: I. Artikel 3.1 lid 1 van de Wet natuurbescherming voor zover dit betreft het opzettelijk doden van de vogelsoorten zoals genoemd in de bijlage bij dit besluit. II. Artikel 3.5 lid 1 van de Wet natuurbescherming voor zover dit betreft het opzettelijk doden van de gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus) en de ruige dwergvleermuis {Pipistrellus nathusu). d. De verklaring van geen bedenkingen heeft uitsluitend betrekking op het afbreken van 8 windturbines en de aanleg, het gebruik en ontmanteling van 6 windturbines van het project ' Herstructurering windturbinepark Nieuwe Hemweg, Amsterdam', gelegen aan de Nieuwe Hemweg te Amsterdam in de gemeente Amsterdam, één en ander zoals is weergegeven op de plattegrond voor windturbinepark Nieuwe Hemweg van de gemeente Amsterdam, d.d. 18 januari 2017 en is opgenomen in de bijlage van dit besluit. Specifieke voorschriften e. Tijdens de gebruiksfase van de windturbines dient u middels monitoring onderzoek uit te voeren het aantal aanvaringsslachtoffers. Voorafgaand aan de realisatie van de turbines dient een monitoringsplan ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de RUDNHN. Monitoring vindt plaats op de grond en op gondelhoogte en moet worden uitgevoerd in de eerste twee jaar van de gebruiksfase van de windturbines, Wij zien de omgevingsvergunning graag tegemoet zodra deze ter inzage wordt gelegd. Wij vernemen graag of er zienswijzen zijn ontvangen. Indien er zienswijzen zijn ingebracht dan wel wijzigingen in de wetgeving zijn doorgevoerd, welke betrekking hebben op de vvgb, dient u ons om advies te vragen. In dat geval dient u de zienswijzen aan ons door te sturen met het verzoek om advies. Ons advies kunt u vervolgens integreren in uw definitieve besluit om omgevingsvergunning. Mochten de zienswijzen hiertoe aanleiding geven dan ontvangt u ook een gewijzigde vvgb. Postbus EB Hoorn Pagina 2 van 11 RuD

3 Meer informatie Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) via Wij verzoeken u hierbij het zaaknummer te vermelden. Hoogachtend, ^Gedeputeerde Staten van Noord-Holland, smens dezen. mwk dvs. r7\.m.j. Sweep Afd^ngsmanager Regulering Groen Regic^le Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUDNHN) Bijlage(n): Kopie aan: - Verklaring van geen bedenkingen - Provincie Noord-Holland, ter attentie van de heer H. Van Engelenburg - Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebled, ter attentie van de heer V. Verweij - Afdeling Toezicht en Handhaving, Regionale Uitvoeringsdienst Noord Postbus 209S 1620 EB Hoorn Pagina 3 van 11

4 Postbus 2095 s 1620 EB Hoorn Pagina 4 van 11 Zaaisr'Li RoDl/

5 Uitvoeringsdienst ord-holland Noord INHOUDSOPGAVE A. B. C. D. Onderwerp aanvraag Procedure Voorschriften Overwegingen en toetsingen Wet natuurbescherming A. ONDERWERP AANVRAAG In het kader van het rijksproject Wind op Land heeft de provincie Noord-Holland een opgave om meerdere kleine windparken te realiseren, als onderdeel van de door de EU vereiste transitie naar duurzame energievoorziening. Deze transitie is noodzakelijk om de oorzaken en gevolgen van klimaatverandering te laten afnemen. Nederland moet in % van zijn energieopwekking uit hernieuwbare bronnen laten plaatsvinden. Windenergie is een van de pijlers van deze energietransitie; voor geheel Nederland betekent dit dat er nog 6000 MW aan extra windenergie op land moet worden opgewekt. Dit is voor alle provincies, dus ook NoordHolland, doorvertaald naar een taakstelling per provincie. In het kader daarvan is er een omgevingsvergunning aangevraagd voorde plaatsing van een zestal windturbines op de locatie "Herstructurering windturbinepark Nieuwe Hemweg, Amsterdam " aan de Nieuwe Hemweg, Westpoort, te Amsterdam. Dit project betreft een herstructurering van de bestaande windturbines aan de Nieuwe Hemweg. Hiervoor worden er 8 turbines verwijderd, waarna er 6 nieuwe turbines worden geplaatst. De zes nieuw te plaatsen turbines hebben een ashoogte van 95 meter, en een rotordiameter van 90 meter. De maximale tiphoogte is 146 meter. Elke turbine heeft een capaciteit van 2,3 MW. De turbines komen te staan op de volgende locaties (coördinaten): Turbine Turbine 1: x-coördinaat y-coördinaat Turbine 2; Turbine 3: Turbine 4: Turbine 5: Turbine 6: B. PROCEDURE Bevoegdheid tot vergunningverlening Op grond van artikel 1.3, eerste lid in samenhang met artikel 3.8 Wnb zijn Gedeputeerde Staten van de provincie met betrekking tot projecten of handelingen, tenzij anders bepaald, waar het project of de handeling wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk verricht, het bevoegd gezag ten aanzien van de beoordeling van een aanvraag om vergunning als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid onder i Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) juncto artikel 2.2 onder a van het Besluit omgevingsrecht (Bor) juncto artikel 6.10a Bor. Gelet op artikel 2.27 Wabo juncto artikel 6.10a, lid 1 Bor wordt de omgevingsvergunning pas verleend nadat Gedeputeerde Staten als bedoeld in artikel 1.3, lid 1 Wnb hebben verklaard dat zij geen bedenkingen hebben. Verzoek om een vvgb Op 6 juni 2017 hebben wij van de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied een aanvraag voor een vvgb en de daarbij gevoegde stukken ontvangen. Daarbij is verzocht om, behoudens Postbus 209$ m 1620 EB Hoorn m Pagina 5 van 11

6 verlenging en/of opschorting van de procedure, binnen enkele weken een verklaring van geen bedenkingen af te geven. Aanvullende gegevens Ten aanzien van de aspecten van de aanvraag waarvoor een vvgb is vereist, hebben wij aan de hand van de Mor beoordeeld of de aanvraag volledig is en voldoende gegevens bevat. Wij waren van oordeel dat de vvgb-aanvraag van 6 juni 2017 onvoldoende informatie bevatte voor een goede beoordeling van die aspecten waarvoor een vvgb Wnb is vereist. Op 13 juni 2017 hebben wij u om aanvuiiingen gevraagd. Op 14 juni 2017 hebben wij uw aanvullingen ontvangen. Ingekomen reacties Terinzageleaaina P.M. Zienswijzen P.M. Wijzigingen ten opzichte van de ontwerp-vvgb P.M. C. VOORSCHRIFTEN Algemeen a. b. De verklaring van geen bedenkingen wordt verleend en is geldig voor het afbreken van 8 windturbines en de aanleg, het gebruik en ontmanteling van 6 windturbines voor een periode tot 20 jaar na het onherroepelijk worden van de Omgevingsvergunning waar dit besluit deel van uitmaakt. De verklaring van geen bedenkingen maakt deel uit van de Omgevingsvergunning. Daar waar voorschriften uit deze verklaring van geen bedenkingen de inhoud van de Omgevingsvergunning tegenspreken, prevaleert dit voorschrift. Beperkingen c. d. De verklaring van geen bedenkingen heeft uitsiuitend betrekking op de hierna genoemdf soorten en de hierna genoemde verboden handelingen: I. Artikel 3.1 lid 1 van de Wet natuurbescherming voor zover dit betreft het opze%lijk doden Van de vogelsoorten zoals genoemd in de bijlage bij dit besluit. I., Artikel 8.5 lid 1 van de Wet natuurbescherming voorzover dit betreft het opzettelijk doden van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en de ruige dwergvleermuis {Pipistrellus nathusii). De verklaridg van geen bedenkingen heeft uitsluitend betrekking op het afbreken van 8 windturbines en de aanleg, het gebruik en ontmanteling van 6 windturbines van het pfoject'herstructurering windturbinepark Nieuwe Hemweg, Amsterdam', gelegen aan de Nieuwe Hemweg te Amsterdam in de gemeente Amsterdam, één en ander zoals is weergegeven op de plattegrond voor windturbinepark Nieuwe Hemweg van de gemeente Amsterdam, d.d. 18 januari 2017 en is opgenomen in de bijlage van dit besluit. Specifieke voorschriften e. Postbus 2095 Tijdens de gebruiksfase van de windturbines dient u middels monitoring onderzoek uit te voeren het aantal aanvaringsslachtoffers. Voorafgaand aan de realisatie van de turbines dient een monitoringsplan ter goedkeuring te worden voorgelegd aan de RUDNHN. Monitoring vindt plaats op de grond en op gondelhoogte en moet worden uitgevoerd in de eerste twee jaar van de gebruiksfase van de windturbines. m 1620 E8 Hoorn Pagina 6 van 11 Z33K RliOi7 21SS32

7 Het niet naleven van deze voorschriften en beperkingen kan, naast eventuele intrekking van de vergunning, strafvervolging tot gevolg hebben. D. OVERWEGINGEN EN TOETSINGEN WET NATUURBESCHERMING Beschermde soorten De aanvraag heeft betrekking op de volgende soorten: Vogels De soorten zoals genoemd in de bijlage bij dit besluit zijn in het wild levende inheemse vogelsoorten als bedoeld in artikel 3.1 van de Wet natuurbescherming. Specifiek betreft het de volgende soorten: appelvink {Coccothraustes coccothraustes), blauwborst {Lusdnia svecica), blauwe reiger {Ardea cinerea), boerenzwaluw {Hirundo rustica), bonte vliegenvanger (r/cec/u/a hypoleuca), boompieper {Anthus trivialis), bruine kiekendief {Circus aeruginosus), buizerd {Buteo buteo), fitis {Phylloscopus trochilus), gaai (Garrulus glandarius), geelgors {Emberiza citrinella), gekraagde roodstaart {Phoenicurus phoenicurus), gele kwikstaart {Motadlla flava), gierzwaluw {Apus apus), goudhaan (Regulus regulus), goudplevier {Pluvialis apricaria), goudvink (Pyrrhula pyrrhula ), grasmus {Sylvia communis), graspieper {Anthus pratensis), grauwe gans {Anser anser), grauwe vliegenvanger {Muscicapa striata), groenling {Carduelis chloris), grote barmsijs {Carduelis fiammea), grote gele kwikstaart {Motadlla cinerea), grote lijster {Turdus visdvorus), grutto {Limosa limosa), heggenmus (Prunella modularis), holenduif {Columba oenas), houtduif {Columba palumbus), houtsnip (Scolopax rusticola), huiszwaluw {Delichon urbica ssp. urbica), keep {Fringilla monf/fr/ng/y/a), kemphaan {Philomachus pugnax), kievit {Vanellus vanellus), kleine karekiet {Acrocephaius sdrpaceus ssp. sdrpaceus), kleine mantelmeeuw {Larus fuscus ssp. intermedius), kneu {Carduelis cannabina), knobbelzwaan {Cygnus oior), koekoek {Cuculus canorus), kokmeeuw {Larus ridibundus), koolmees {Parus major), koperwiek {Turdus iliacus), krakeend (Anas strepera), kramsvogel {Turdus pilaris), kruisbek {Loxia curvirostra), kuifeend {Aythya fuiiguia), kwartel {Coturnix coturnix), lepelaar {Platalea leucorodia), meerkoet {Fuiica atra), merel {Turdus merula), noordse kwikstaart {Motadlla flava), oeverloper {Tringa hypoleucos), oeverzwaluw {Riparia riparia), paapje (Sax/co/a rubetra), pijlstaart {Anas acuta), pimpelmees {Parus caeruleus), putter {Carduelis carduelis), regenwulp {Numenius phaeopus), rietgors {Emberiza schoeniclus), rietzanger {Acrocephaius schoenobaenus), ringmus {Passer montanus), roodborst {Erithacus rubecula), scholekster {Haematopus ostralegus), sijs {Carduelis spinus), slobeend {Anas clypeata), smient {Anas penelope), sperwer {Acdpiter nisus ssp. nisus), spotvogel {Hippolais icterina), spreeuw {Sturnus vulgaris), stormmeeuw (La/ius canus), tapuit {Oenanthe oenanthe), tjiftjaf {Phylloscopus collybita), wilde eend {Anas platyrhynchos). Vleermuizen De gewone dwergvleermuis {Pipistrellus pipistrellus) en de ruige dwergvleermuis {Pipistrellus nathusii) zijn beschermde inheemse diersoorten als bedoeld in artikel 3.5 van de Wet natuurbescherming. Verbodsbepalingen De aanvraag heeft betrekking op ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 3.1, lid 1 en 3.5, lid 1 van de Wet natuurbescherming voor wat betreft individuen van vogelsoorten uit de bijlage van dit besluit en individuen van de vleermuissoorten gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis. Opzettelijk doden of vangen van soorten Artikel 3.1 lid 1 alsmede artikel 3.5, lid 1 van de Wet natuurbescherming verbiedt het opzettelijk doden of vangen van in het wild levende vogels (artikel 3.1) en dieren van soorten, genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn (artikel 3.5). Als de initiatiefnemer Postbus 2095 «1620 EB Hoorn s Pagina 7 van 11 Zaa><-'-u-

8 handelt overeenkomstig de zorgplicht genoemd in artikel 1.11 van de Wet natuurbescherming is er doorgaans geen sprake van het opzettelijk doden van de beschermde soorten bij de voorziene werkzaamheden. Wanneer op basis van onderzoek is te verwachten dat er substantiële aantallen slachtoffers vallen, is een ontheffing van de Wnb vereist. Deze ontheffing kan voor vogels en/of vleermuizen alleen worden verleend als er sprake is van één van de belangen uit de Vogelrichtiijn en/of Habitatrichtlijn. Is ontheffing van de verbodsbepalingen mogelijk? Op grond van de artikelen 3.3 (vogels) of 3.8 (vleermuizen) van de Wnb kan voor het project ontheffing van verbodsbepalingen uit de Wnb slechts verleend worden voor soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtiijn dan wel voor soorten welke zijn genoemd in bijlage IV van de Habitatrichtlijn, wanneer er, naast de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, geen andere bevredigende oplossing bestaat en zij nodig is op grond van een belang genoemd in artikel 3.3 en/of 3.8 van de Wnb. Andere bevredigende oplossing Uit de gegevens van uw aanvraag blijkt dat het project is gebonden aan een specifieke locatie. Het terrein langs de Nieuwe Hemweg wordt op dit moment ook al gebruikt voor de exploitatie van windturbines. Voor onderhavig project is in samenhang met andere windturbineprojecten in het havengebied in beeld gebracht wat de effecten van de realisatie van de turbines zijn op beschermde flora en fauna. Het westelijk havengebied Is een grootschalig haven- en industrieterrein met hoog opgaande bebouwing, bedrijvigheid en emissie van bijvoorbeeld licht en geluid. Hierdoor heeft het terrein een geringe écplogische waarde en is het aannemelijk dat soorten de locatie mijden. Voorts is gebleken dat ten behoevë van de ruimtelijke ontwikkelingen in Westpoort voor een aantal beschermde soorten reeds een ontheffing is afgegeven. Zodoende worden voorafgaand aan de werkzaamheden maatregelen genomen om te zorgen dat soorten uit het projectgebied vertrekken en tijdens de werkzaamheden niet meer aanwezig zijn. Door de gekozen inrichting, werkwijze en de planning (buiten de kwetsbare periode) wordt schade aan de beschermde diersoorten zoveel mogelijk voorkomen. Hiermee is het voldoende aangetoond dat geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Belang van de ingreep De vvgb is aangevraagd op grond van de belangen: in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid en ter bescherming van flora of fauna alsmede in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten. Voor vogels kan alleen een vvgb verleend worden ten behoeve van belangen genoemd in artikel 3.3 van de Wnb. Het door u aangedragen belang "in het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten" is niet genoemd in artikel 3.3 van de wet. De aanvraag, voor zover het soorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtiijn betreft, is daarom uitsluitend beoordeeld op grond van het belang "volksgezondheid of de openbare veiligheid" en "ter bescherming van flora of fauna". Voor soorten die zijn opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn kan alleen een vvgb worden afgegeven ten behoeve van belangen genoemd in de Habitatrichtlijn. Het door u aangevraagde belang "in het belang van de volksgezondheid of de openbare veiligheid" is niet als zodanig genoemd in de Habitatrichtlijn. De aanvraag, voor zover het betreft soorten die zijn opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn, is daarom uitsluitend beoordeeld op grond van het belangen: "ter bescherming van flora of fauna" en "in het belang van de volksgezondheid. Postbus 2095 B 1620 EB Hoorn» Pagina 8 van 11

9 de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten". De uitstoot van broeikasgassen die onder meer vrij komen bij de productie van energie uit fossiele brandstoffen, leidt tot klimaatverandering. De gevolgen hiervan hebben een belangrijke negatieve invloed op de flora en fauna en openbare veiligheid en volksgezondheid. Europees en nationaal en uiteindelijk lokaal wordt ingezet op het beperken van de uitstoot van broeikasgassen, die nog steeds toeneemt, om de concentraties van deze gassen in de atmosfeer te stabiliseren en daarmee gevaarlijke antropogene verstoring van het klimaatsysteem te voorkomen. Het doel van het project is het exploiteren van windturbines ten einde elektriciteit op te wekken uit wind, een hernieuwbare bron van energie. Europa heeft als doelstelling vastgesteld om 20% van het energieverbruik in 2020 te leveren uit hernieuwbare bronnen. Voor windenergie in Nederland is een doelstelling van Megawatt op land gesteld. Klimaatverandering beïnvloedt het watersysteem dat weer diverse bedreigingen voor de openbare veiligheid en volksgezondheid tot gevolg heeft. Denk hierbij aan zeespiegelstijging en een grotere kans op overstromingen, maar ook een gebrek aan zoetwater voor de voedselvoorziening (als gevolg van langere droge perioden). De conventionele elektriciteitsproductie is sterk afhankelijk van voldoende koelwater. Ten gevolg van klimaatverandering (waarbij hogere watertemperaturen en hittegolven vaker optreden) zal de energievoorzieningszekerheid in bepaalde perioden sterk afnemen. De bestendigheid van energievoorziening is in het belang van de openbare veiligheid vanwege de vitale rol in het maatschappelijk functioneren van allerlei maatschappelijke voorzieningen en instellingen. Hernieuwbare energie draagt dus bij in het versterken van de energievoorziening aangezien de productietechnologie niet afhankelijk is van koelwater en de mogelijkheid dit te lozen. Gelet op het voorgaande en de onverminderde actualiteit van de naar voren gebrachte omstandigheden zijn wij van oordeel dat de belangen "de volksgezondheid of openbare veiligheid" alsmede "het belang van de volksgezondheid, de openbare veiligheid of andere dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en met inbegrip van voor het milieu wezenlijke gunstige effecten" voldoende onderbouwd zijn om de negatieve effecten op de soorten, die als gevolg van de uitvoering van het project zullen optreden, te rechtvaardigen. Gunstige staat van instandhouding Om te bepalen of de staat van instandhouding van de aangevraagde soorten in het geding kan zijn, is de door het Europese Hof van Justitie aangedragen en door het ORNIS-comité geformuleerde 1% mortaliteitsnorm gehanteerd. De 1% mortaliteitsnorm gaat uit van 1% additionele sterfte als gevolg van het project, bovenop de natuurlijke sterfte van de desbetreffende soort. Vogels Uit het rapport 'Effecten op beschermde flora en fauna windenergie Westpoort, Amsterdam' van Bureau Waardenburg blijkt dat voor vogels en vleermuizen is onderzocht of deze voorkomen op en rond de projectlocatie. Daarbij is tevens het risico op aanvaring beoordeeld. Voor een aantal vogelsoorten wordt gesteld dat deze slechts zeer incidenteel in aanvaring met de turbines komen. Voor de soorten knobbelzwaan, grauwe gans, smient, kuifeend, krakeend, wilde eend, meerkoet en kokmeeuw wordt door de deskundigen ingeschat dat er bij deze soorten mogelijk meer dan incidenteel slachtoffers kunnen vallen. Uit de nadere beoordeling van de onderzoekers blijkt dat ten aanzien van aangevraagde vogelsoorten de verwachte sterfte als gevolg van het project de 1% norm niet overschrijdt. De staat van instandhouding is derhalve niet in het geding. Vleermuizen Postbus 2095 m 1620 EB Hoorn Pagina 9 van 11 Zaak-..:r:rr;e-; RÜD

10 Het rapport 'Effecten op beschermde flora en fauna windenergie Westpoort, Amsterdam' van Bureau Waardenburg brengt tevens de aanwezigheid van vleermuizen in Westpoort in kaart. Uit het onderzoek blijkt dat er exemplaren van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis aanwezig zijn. Om een indruk te krijgen van mogelijke effecten op de lokale populatie als gevolg van de locaties van windturbines in Westpoort en aan de Nieuwe Hemweg, is de extra sterfte als gevolg van het windpark vergeleken met de natuurlijke sterfte van de bestaande populatie. Uit de nadere beoordeling van de onderzoekers blijkt dat ten aanzien van aangevraagde vleermuissoorten de verwachte sterfte als gevolg van het project de 1% norm niet overschrijdt. De staat van instandhouding is derhalve niet in het geding. Zorgplicht In artikel 1.11 van de Wnb is een zorgplicht bepaling opgenomen. Hierin wordt gesteld dat een ieder voldoende zorg in acht dient te nemen voor in het wild levende dieren en planten en hun directe leefomgeving. De zorg, als bedoeld in voorstaande zin, houdt in elk geval in dat een ieder die weet of redelijkerwijs kan vermoeden dat door zijn handelen of nalaten nadelige gevolgen voor in het wild levende dieren en planten kunnen worden veroorzaakt dergelijke handelingen achterwege laat. Indien het achterwege laten redelijkerwijs niet kan worden gevergd, dienen de noodzakelijke maatregelen te worden getroffen om die gevolgen te voorkomen, of voorzover die gevolgen niet kunnen worden voorkomen, deze zoveel mogelijk beperkt of ongedaan maakt. Voor de soorten waarvoor wij u vvgb verlenen, bent u gehóuden aan de in de vvgb opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter, geldt de zorgplicht ex artikel 1.11 van de Wnb, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier- en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Gesignaleerde soorten Wij willen u erop wijzen dat in het bij de aanvraag gevoegde natuuronderzoek melding wordt gemaakt van de aanwezigheid van de rugstreeppad {Epidalea calamita) in de nabije omgeving van het plangebied. U heeft er echter voor gekozen om voor deze soort geen vvgb aan te vragen en stelt dat u voor deze soort reeds in bezit bent van een ontheffing van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (kenmerk: FF/75C/2012/0055). Voor deze soort bent u dan ook gehouden aan de voorschriften éh beperkingen van deze ontheffing. Vogels U dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Dit kan plaatsvinden door bijvoorbeeld werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren of kunt u voorbereidende maatregelen treffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebied. Wij wijzen u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Wnb. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Conclusie Een verklaring van geen bedenkingen kan slechts worden afgegeven indien geen andere bevredigende oplossing bestaat, zij nodig is in het kader van een in de wet genoemd belang en er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties van betrokken soorten in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan dan wel er geen verslechtering van de staat van instandhouding van de betreffende soorten optreedt. Bij beoordeling van uw aanvraag is gebleken dat de in de aanvraag aangegeven werkwijze de meest bevredigende oplossing is. Daarnaast zijn wij van oordeel dat de belangen voldoende onderbouwd zijn om de negatieve effecten die als gevolg van de uitvoering van het project zullen optreden, te rechtvaardigen. Verder concluderen wij op basis van uw aanvraag dat met uw werkwijze de gunstige staat van instandhouding van de beschermde soorten niet in het geding komt. Postbus EB Hoorn Pagina 10 van 11 n S;;r-i ?

11 Slotoverweging Gelet op vorenstaande verklaren wij geen bedenkingen te hebben tegen het afgeven van een Omgevingsvergunning, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht, mits hieraan de in deze verklaring genoemde voorschriften en beperkingen worden verbonden. Meer informatie Heeft u nog vragen? Neemt u dan contact op met de Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord (RUD NHN) via Wij verzoeken u hierbij het zaaknummer te vermelden. Ondertekening PM Bijlage; Kopie aan: - lijst met soorten waarvoor een vvgb is aangevraagd - kaart met de locatie van de te realiseren windturbines Provincie Noord-Holland, ter attentie van de heer H. Van Engelenburg Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, ter attentie van de heer V. Verweij Afdeling Toezicht en Handhaving, Regionale Uitvoeringsdienst Noord-Holland Noord Postbus EB Hoorn ZaaKPjrrr-ne": Pagina 11 van 11 il9ï32

12 jin 4^ 510 m /491763^ Ik * /491536/.;# 17207/ *» Pand # Windturbines Nieuwe Hemweg 17423/ / / Versie: 13-6 mmsémkr- Bosch & van experts in renewable

13 Bijlage: soorten van de vogelrichtlijn zoals bedoeld bij voorschrift c, onderdeel I Nederlandse naam Appelvink Blauwborst Blauwe reiger Boerenzwaluw Bonte vliegenvanger Boompieper Bruine kiekendief Buizerd Fitis Gaai Geelgors Gekraagde roodstaart Gele kwikstaart Gierzwaluw Goudhaan Goudplevier Goudvink Grasmus Graspieper Grauwe gans Wetenschappelijke naam Coccothraustes coccothraustes Luscinia svecica Ardea cinerea Hirundo rustica Ficedula hypoleuca Anthus trivialis Circus aeruginosus Buteo buteo Phylloscopus trochilus Garrulus glandarius Emberiza citrinella Phoenicurus phoenicuru: Motacilla flava Apus apus Regulus regulus Pluvialis apricaria Pyrrhula pyrrhula Sylvia communis Anthus pratensis Anser anser Grauwe vliegenvanger Muscicapa striata Groenling Grote barmsijs Grote gele kwikstaart Grote lijster Grutto Heggenmus Holenduif Houtduif Houtsnip Huiszwaluw Keep Kemphaan Kievit Kleine karekiet Carduelis chloris Carduelis flammea Motacilla cinerea Turdus viscivorus Li mosa limosa Prunella modularis Columba oenas Columba palumbus Scolopax rusticola Delichon urbica Fringilla montifringilla Philomachus pugnax Vanellus vanellus Acrocephalus scirpaceus

14 Kleine mantelmeeuw Larus fuscus Kneu Carduelis cannabina Knobbelzwaan Cygnus oior Koekoek Cuculus canorus Kokmeeuw Larus ridibundus Koolmees Parus major Koperwiek Turdus iliacus Krakeend Anas strepera Kramsvogel Turdus pilaris Kruisbek Loxia curvirostra Kuifeend Aythya fuligula Kwartel Coturnix coturnix Lepelaar Platalea leucorodia Meerkoet Fulica atra Merel Turdus merula Noordse kwikstaart Motacilla flava Oeverloper Tringa hypoleucos Oeverzwaluw Riparia riparia Paapje Saxicola rubetra Pijlstaart Anas acuta Pimpelmees Parus caeruieus Putter Carduelis carduelis Regenwulp Numenius phaeopus Rietgors Emberiza schoeniclus Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus Ringmus Passer montanus Roodborst Erithacus rubecula Scholekster Haematopus ostralegus Sijs Carduelis spinus Slobeend Anas clypeata Smient Anas penelope Sperwer Accipiter nisus Spotvogel Hippolais icterina Spreeuw Sturnus vulgaris Stormmeeuw Larus canus Tapuit Oenanthe oenanthe Tjiftjaf Phylloscopus collybita Wilde eend Anas platyrhynchos