Eindrapportage Onderzoek toekomstbestendigheid DBFO-contract. Onderzoekscommissie PPS/AHR Hoogheemraadschap van Delfland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Eindrapportage Onderzoek toekomstbestendigheid DBFO-contract. Onderzoekscommissie PPS/AHR Hoogheemraadschap van Delfland"

Transcriptie

1 Eindrapportage Onderzoek toekomstbestendigheid DBFO-contract Onderzoekscommissie PPS/AHR Hoogheemraadschap van Delfland Delft, 18 april 2013

2 2

3 VOORWOORD Ruim anderhalf jaar na de beslissing van de Verenigde Vergadering van het Hoogheemraadschap van Delfland om onderzoek te doen naar de toekomstbestendigheid van het DBFO-contract, biedt de Onderzoekscommissie PPS/AHR haar eindrapport aan. De Onderzoekscommissie heeft in het achterliggend anderhalf jaar zeer veel informatie tot zich genomen en gesprekken gevoerd met betrokkenen. De materie is zeer complex, maar ook zeer boeiend. Het was soms een intensief traject, waarbij de Onderzoekscommissie van veel kanten hulp heeft gehad. Veel dank ben ik verschuldigd aan de commissieondersteuning in de personen van Ron Leidekker en Ingrid Swart. Aan het onderzoek heeft een groot aantal medewerkers van het Hoogheemraadschap geholpen. Dit betrof het verzamelen van de gegevens en de beantwoording van vragen van de commissie. Hun inzet wordt door de commissie zeer gewaardeerd. De commissie beseft zich dat het soms makkelijker is om vragen te stellen, dan om deze te beantwoorden. Ook de constructieve medewerking van oud-medewerkers van het Hoogheemraadschap van Delfland die bij het DBFO-contract betrokken zijn geweest en van Delfluent BV, in het bijzonder de heer Vermaat, heeft de commissie zeer op prijs gesteld. Aan mijn medecommissieleden ben ik ook dank verschuldigd. Tijdens het onderzoek hebben wij vele gesprekken en stevige discussies met elkaar gevoerd, allen vanuit jullie eigen achtergrond en interesses, maar altijd met grote betrokkenheid. De eindrapportage is een gezamenlijk product geworden, waarbij de inhoud door alle commissieleden wordt onderschreven. De Onderzoekscommissie heeft getracht een zo objectief mogelijk onderzoek te verrichten naar de toekomstbestendigheid van het DBFO-contract zonder politieke kleuring. De Verenigde Vergadering is nu aan zet. Adri Bom-Lemstra Voorzitter Onderzoekscommissie PPS/AHR 3

4 4

5 Inhoudsopgave VOORWOORD... 3 DEEL 1: BESTUURLIJKE SAMENVATTING 1. Aanleiding en opzet van het onderzoek Opzet van het onderzoek Leeswijzer Conclusies en aanbevelingen Tot slot DEEL 2: INHOUDELIJKE ONDERBOUWING 1. Werking van het DBFO-contract Wat is een PPS? Relatie Delfland - Delfuent BV Het Delfluent consortium Delfluent BV Delfluent Services BV BAHR VOF Doel van Delfland voor het DBFO-contract Verwerking van het contract in de Delflandse administratie Contractmanagement door Delfland Assetmanagement Risico s en het contract Onderbouwing van de conclusies en aanbevelingen Tot slot DEEL 3: BIJLAGEN BIJLAGE 1: SAMENSTELLING EN WERKWIJZE ONDERZOEKSCOMMISSIE BIJLAGE 2: CHANGES VAN HET CONTRACT

6 6

7 DEEL 1: BESTUURLIJKE SAMENVATTING 7

8 8

9 1. Aanleiding en opzet van het onderzoek In 2003 zijn het Hoogheemraadschap van Delfland en het Delfluent consortium een DBFOcontract (design build finance operate) overeengekomen voor de (ver)bouw en de exploitatie van de afvalwaterzuiveringsinstallaties Houtrust en Harnaschpolder. In het contract zijn de afspraken vastgelegd, waarbij Delfland optreedt als opdrachtgever. Het contract kent een looptijd van 30 jaar. Delfland is het eerste waterschap dat een dergelijk contract heeft afgesloten. Sinds het afsluiten van het contract stelt de Verenigde Vergadering (VV) van Delfland regelmatig vragen over de inhoud van het contract. Deze vragen hebben onder meer betrekking op het financieringsmechanisme en het opvangen van onzekerheden en onvoorziene risico s binnen het contract. Dit heeft ertoe geleid dat in 2011 de VV een Onderzoekscommissie heeft ingesteld. De leden van de Onderzoekscommissie hebben uit hun midden hoogheemraad Bom-Lemstra unaniem als voorzitter gekozen. De opdracht aan deze commissie was het doen van onderzoek naar de toekomstbestendigheid van het DBFO AHR (Afvalwater Haagse Regio)-contract tussen Delfland en Delfluent BV. 1.1 Opzet van het onderzoek De primaire onderzoeksvraag voor de onderzoekscommissie was: Verricht onderzoek naar de toekomstbestendigheid van de opzet, de werking van het DBFO-contract tussen HHD en Delfluent in het licht van de uitgangspunten die bij het sluiten van het contract gekozen zijn en naar de informatievoorziening daarover. Mede aan de hand van het Engelse onderzoek wordt beoordeeld of er mogelijkheden zijn te komen tot benchmarken. Verricht dit onderzoek op een zodanige wijze dat dit leidt tot concrete conclusies en aanbevelingen die in de Verenigde Vergadering van HHD, na de zomer van 2012 vastgesteld kunnen worden en rapporteer tussentijds over de voortgang ervan. De Onderzoekscommissie heeft de onderzoeksvraag in ruime zin benaderd. Naast de beoordeling van de toekomstbestendigheid van het DBFO-contract heeft de Onderzoekscommissie ook gekeken naar mogelijkheden voor verdere verbetering van de werking en het managen van het contract binnen de totale context van Delfland. Hiertoe heeft de Onderzoekscommissie een aantal onderzoeksscenario s (zie bijlage 1) opgesteld. Uitgangspunten hierbij waren het huidige DBFO-contract en de werkende installaties. De Onderzoekscommissie heeft gedurende het onderzoek twee voortgangsrapportages uitgebracht. Deze rapportages zijn respectievelijk behandeld in commissie Bestuur, Organisatie en Bedrijfsvoering op 11 september 2012 (agendapunt 05.01, kenmerk ) en op 13 november 2012 (agendapunt 05.04, kenmerk ). De eerste rapportage beschreef voornamelijk het onderzoeksproces. De tweede rapportage ging in op de onderzoeksscenario s en gaf de eerste voorlopige resultaten van het onderzoek weer. De eindrapportage presenteert de conclusies en de aanbevelingen van het gehele onderzoek van de Onderzoekscommissie. 1.2 Leeswijzer De eindrapportage bestaat uit drie delen. Deel 1 betreft een zelfstandig leesbare bestuurlijke samenvatting. De bestuurlijke samenvatting schetst allereerst de context waarin Delfland het DBFO-contract is aangegaan. Daarna worden de conclusies van de Onderzoekscommissie over de toekomstbestendigheid van het DBFO-contract gepresenteerd. Vervolgens geeft de commissie aanbevelingen om de geconstateerde verbetermogelijkheden te effectueren en de eventuele invloed van ontwikkelingen en trends op de werking van het DBFO-contract beter te kunnen managen en benutten. 9

10 Deel 2 is eveneens zelfstandig leesbaar, waarbij dieper ingegaan wordt op de materie dan deel 1. Hoofdstuk 1 van deel 2 geeft uitleg over de werking van het DBFO-contract. Hoofdstuk 2 gaat dieper in op de conclusies en aanbevelingen van deel 1, waarbij bij aanvang van elke paragraaf gestart wordt met de conclusie uit deel 1. De leerpunten uit het Engelse onderzoek in relatie tot de Delflandse context worden eveneens besproken in hoofdstuk 2. Deel 3 bevat de bijlagen. 10

11 2. Conclusies en aanbevelingen Uitgangspunten voor het onderzoek waren het vigerende DBFO-contract tussen Delfland en Delfluent BV en de werkende installaties. Opgemerkt wordt dat de Onderzoekscommissie de totstandkoming van het contract niet in haar onderzoek heeft beoordeeld. Context Delfland treedt op als opdrachtgever in een DBFO-constructie die met Delfluent BV (hierna: Delfluent) is aangegaan. Met het contract wordt de afvalwaterzuivering voor het noordelijk verzorgingsgebied van Delfland tot 2033 geborgd. Het DBFO-contract is tot stand gekomen na uitgebreid onderzoek waarin de vraag centraal stond of er alternatieve scenario s naast het in eigen beheer ontwikkelen en exploiteren van afvalwaterzuivering waren om sneller en met minder risico s rond de exploitatie en de investeringen in de installaties de benodigde afvalwaterzuiveringscapaciteit te realiseren. Uit de toen uitgevoerde scenarioanalyses kwam naar voren dat het betrekken van de markt bij de bouw en exploitatie van afvalwaterzuivering op al die punten aantrekkelijk zou kunnen zijn. Vervolgens is besloten om via een aanbesteding zicht te krijgen of met een DBFOcontract de gewenste voordelen in de praktijk behaald konden worden. Daarbij stelde de VV als voorwaarde dat een aanbesteding minimaal 10% voordeel moest opleveren, in vergelijking tot het in eigen beheer ontwikkelen en bouwen van de afvalwaterzuiveringsinstallatie. Om dat voordeel te kunnen bepalen werd voorafgaand een referentiemodel opgesteld. De VV was bij de totstandkoming van het contract betrokken via een speciaal daartoe ingestelde commissie. Bij de besluitvorming over het afsluiten van de overeenkomst met Delfluent, is destijds berekend dat met het aangaan van de DBFO-contract minimaal 15% bespaard werd ten opzichte van het referentiemodel en dat een DBFO-contract een aantal risico s van het in eigen beheer uitvoeren van bouw en beheer zou reduceren. Dit betroffen met name risico s geassocieerd met de bouw en inkoop. Bovendien bood de constructie de mogelijkheid om in een hoger tempo dan Delfland dat in eigen beheer kon, de benodigde afvalwaterzuiveringscapaciteit te realiseren. Vanwege de lange zoektocht naar een goede locatie voor de afwaterzuiveringsinstallatie kon Delfland geen aanspraak meer maken op subsidie van de rijksoverheid voor de bouw. Als gevolg van de uiteindelijke locatiekeuze moest Delfland daarnaast fors investeren in een nieuw leidingenstelsel dwars door het gebied heen om de afvoer naar de Noordzee te realiseren. Conclusie 1: Het contract is toekomstbestendig Het DBFO-contract, zoals dat vanaf 2003 tot op heden functioneert, werkt goed. Het contract voorziet in een duidelijke risicobeheersing en -verdeling. Alles wat bij de totstandkoming van het contract voorzienbaar was, is in het contract geregeld. Voor niet-voorzienbare zaken is een procesafspraak in het contract opgenomen. Daarnaast biedt het contract ruimte voor aanpassingen. Het openbreken van het 30-jarige contract is mogelijk maar kostbaar; dit is de prijs voor de lange termijn zekerheid die het contract biedt. Tijdens het onderzoek is op dit moment geen aanleiding gevonden voor het openbreken van het contract. Het contract bevat een viertal aspecten: Design, Build, Finance en Operate. De onderdelen Design en Build zijn afgerond. De werking van het contract heeft op dit moment betrekking op de exploitatie (Operate) en Finance. De beschikbaarheidsvergoeding (Finance) bestaat uit een vergoeding voor de feitelijke exploitatie en een vergoeding voor de uitgevoerde investeringen in de installaties. Tijdens het gesprek met de Onderzoekscommissie heeft de opdrachtnemer blijk gegeven van het besef dat de afvalwaterzuivering wordt betaald uit belastinggelden. Het rendement dat Delfluent maakt, is door de commissie onderzocht en blijft binnen voor Delfland aanvaardbare grenzen. 11

12 Het in het contract opgenomen indexeringsmechanisme en de te verwachten indexering zijn onderzocht. De indexering conform het contract volgt de daadwerkelijk gemaakte kosten. Na afloop van elk boekjaar vindt eindafrekening plaats op basis van de werkelijk gemaakte kosten. De huidige verwachting voor de indexering in de komende jaren geeft vooralsnog geen aanleiding tot nadere aanpassing van de methodiek. Het DBFO-contract voorziet in veel aspecten. Voor wat ten tijde van het opstellen en afsluiten van het contract voorzienbaar was, zijn duidelijke afspraken opgenomen over de verantwoordelijkheidsbepaling en afhandeling. Daarnaast staan in het contract procesafspraken voor onvoorzienbare gebeurtenissen die aanleiding kunnen geven tot het aanpassen van het contract. Sinds 2003 is het contract veertien keer beperkt aangepast, waarbij de procedure tot aanpassing met wederzijdse instemming op een vlotte wijze is afgehandeld. Conclusie 2: Verhoging benutting verwerkingscapaciteit De hoeveelheid te verwerken influent gedurende de contractperiode is voor risico van Delfland. Bij het ontwerp van de installaties is aangenomen dat het volume van influent ten opzichte van het jaar 2000 zou groeien als gevolg van de verwachte toename van het aantal huishoudens in de regio (volgens gemeentelijke opgave). Het te verwachten economisch rendement hangt samen met deze groei. Uitblijven van de toename van het aantal huishoudens (toename influent) kan consequenties hebben voor de tariefstelling van de zuiveringsheffing voor de belastingbetalers. In het contract zijn de risico s verdeeld. Op deze verdeling is de beschikbaarheidsvergoeding die Delfland aan Delfluent betaalt, gebaseerd. Bij aanvang van het contract is rekening gehouden met een groeiend aanbod vanwege toekomstige woningbouw (volgens gemeentelijke opgave). Hierop is de capaciteit van de Harnaschpolder en Houtrust gebaseerd. Vanwege de huidige economische crisis is de productie van de woningbouw gestagneerd. Dit kan leiden tot een ongeplande onderbenutting. Voor Delfland heeft dit een ongunstig effect op de beschikbaarheidsvergoeding. De commissie is nagegaan waar mogelijkheden liggen om meer influent richting de Harnaschpolder te krijgen. De commissie heeft naar mogelijkheden binnen als buiten het gebied van Delfland gezocht. Gekeken is naar een toename van huishoudelijk en van industrieel afvalwater (met daarbij behorende toename van het aantal heffingsplichtigen) en naar verdere optimalisatie van de zuiverings-capaciteit Noord/Zuid. Door de commissie is geconstateerd dat de organisatie momenteel bezig is de mogelijkheden ten aanzien van de toevoer van extra influent nader te onderzoeken. De voorzitter van de commissie heeft daarnaast gesproken met buurwaterschap Rijnland en hen geïnformeerd over de wens om te verkennen of extra zuiveringscapaciteit van Delfland ingezet kan worden ten behoeve van Rijnland. Hierover zijn Rijnland en Delfland ambtelijk in gesprek. Aanbeveling 2 De commissie beveelt de VV aan een strategie te laten ontwikkelen op de verdere optimalisatie van de zuiveringscapaciteit Noord/Zuid en het zoveel mogelijk benutten van de zuiveringscapaciteit van de installaties in de Haagse regio. Het gewenste effect hiervan is de maatschappelijke kosten van het zuiveren van het afvalwater beheersbaar te houden. 12

13 Conclusie 3: Assetmanagement 1 Vanaf het begin van het DBFO-contract is door partijen gezamenlijk vormgegeven aan de opzet en uitvoering van contractmanagement. Een belangrijk onderdeel van het contractmanagement is het assetmanagement. Delfland is koploper ten aanzien van het operatoneel management op het gebied van afvalwaterzuivering binnen Nederland. Dit assetmanagement is echter nog niet gericht op strategische beslissingen. Er is nog onvoldoende sturingsinformatie beschikbaar. Daarnaast is de huidige vorm van assetmanagement aan de zijde van Delfland te weinig zichtbaar voor het bestuur. Sinds de aanvang van het contract heeft Delfland vanuit het contractmanagement vorm gegeven aan het assetmanagement. Hiermee wordt beoogd de installaties (eigendom Delfland, beheer Delfluent) in contractueel afgesproken staat terug te krijgen bij beëindiging van het contract. De commissie is van mening dat Delfland ten aanzien van operationele assetmanagement een koploperfunctie inneemt. Naar de mening van de commissie is het contractmanagement te smal van werking. Op dit moment is de sturing gericht op het naleven c.q. het nakomen van de gemaakte afspraken. Aandacht voor meer strategische vraagstukken zoals innovaties, alternatieve vormen van financiering en samenwerking in de afvalwaterketen worden voorzichtig opgepakt, maar kunnen naar de mening van de commissie versterkt worden. Wetenschap en technologie staan niet stil. Toegepaste technieken van tien tot vijftien jaar terug kunnen niet alleen technologisch verouderd zijn, maar ook bedrijfseconomisch. Er kunnen nieuwe technieken ontstaan die binnen de resterende looptijd van het contract rendabel zijn om in te zetten. Deze technieken kunnen bijdragen aan verdere procesoptimalisatie. Uit de gevoerde gesprekken is gebleken dat de opdrachtnemer zich op deze onderwerpen afwachtend maar zeker niet onwelwillend opstelt. Een stevige prikkel vanuit de opdrachtgever op deze punten is nuttig en nodig. Op het gebied van innovatieve ontwikkelingen hebben Delfland en Delfuent al stappen gezet door een aanvullende overeenkomst af te sluiten. Hierdoor blijven zowel Delfland, als Delfluent goed op de hoogte van alle innovatieve ontwikkelingen. In het oorspronkelijke contract staan afspraken hoe de meerwaarde van innovaties wordt verdeeld. Aanbeveling 3 Assetmanagement maakt onderdeel uit van het contractmanagement. Het operationele assetmanagement is op een hoog peil. De commissie acht dit het juiste moment voor de organisatie om contractmanagement verder door te ontwikkelen, waaronder risicobeheersing, benutting van innovatieve ontwikkelingen en overige strategische aspecten. Dit kan de strategische en lange termijn beslissingen, die onder andere samenhangen met vervanging van verouderde installaties, ondersteunen. Strategisch assetmanagement bevat naar de mening van de commissie ook de innovatieve ontwikkelingen in brede zin. Conclusie 4: Toetsing economisch rendement Op één wezenlijk punt schiet het huidige contract tekort, en dat is het ontbreken van een instrument voor de opdrachtgever om gedurende de exploitatiefase te toetsen of het feitelijk zuiveren van afvalwater tegen een aanvaardbare prijs (prijs versus de geleverde kwaliteit) wordt uitgevoerd. Hierdoor heeft de VV geen objectief toetsingsinstrument om de operationele kosten te blijven bewaken. 1 Met assets worden Delflandse bezittingen bedoeld. 13

14 Bij aanvang van het contract is uitgegaan van een bepaald economisch rendement voor beide partijen gebaseerd op verschillende (bedrijfs)economische variabelen. Verschillende externe ontwikkelingen (zoals die op de kapitaalmarkt) hebben een nieuwe situatie gecreëerd die mogelijk een gunstig economisch effect voor Delfland kunnen hebben. Het contract voorziet niet in een adequaat instrument waarmee Delfland gedurende de exploitatiefase kan toetsen of het feitelijk zuiveren van afvalwater tegen een aanvaardbare prijs (prijs/kwaliteit verhouding) wordt uitgevoerd. Aanbeveling 4.1 De commissie raadt aan een objectief toetsinstrument te ontwikkelen waarmee de prijs/kwaliteit verhouding van exploitatiekosten van zuiveringen en transportstelsels jaarlijks geëvalueerd kan worden gedurende de resterende looptijd van het contract. Aanbeveling 4.2 De commissie beveelt aan om een businesscase, waarin regio Noord op exploitatieniveau wordt vergeleken met regio Zuid (de zuiveringen in eigen beheer), op te laten stellen. Dit om verdere mogelijkheden voor bedrijfsmatige optimalisatie in beeld te brengen tussen de regio s Zuid- en Noord. De commissie raadt de VV aan een businesscase in 2013 uit te laten werken. Deze aanbeveling hangt samen met aanbeveling 2. Conclusie 5: Administratieve verwerking Met dit onderzoek is de administratieve verwerking van het DBFO-contract naar de standaarden van nu, kritisch beoordeeld. Op aanbeveling van de onderzoekscommissie heeft de Verenigde Vergadering besloten de afschrijvingsmethodiek aan te passen. Hierdoor is ruimte ontstaan om het tarief voor de waterzuiveringsheffing voor de belastingbetalers minder te laten stijgen dan eerder gecalculeerd. Tijdens het onderzoek is door de commissie aandacht besteed aan de verschillende soorten afschrijvingsmethodieken die golden voor de installaties. Door uitgebreid onderzoek en gesprekken met de accountant is instemming van de accountant verkregen om de methode aan te passen. De commissie heeft de VV al bij de begrotingsbehandeling 2013 voorgesteld om deze gewijzigde methode door te voeren. Dit heeft ertoe geleid dat in de begroting 2013 het zuiveringstarief een positieve aanpassing heeft plaatsgevonden. Naast de installaties zijn er ten behoeve van het DBFO-contract persleidingen en rioolgemalen door Delfland gerealiseerd. De commissie heeft in haar onderzoek aandacht geschonken aan de administratieve verwerking hiervan. Daarnaast heeft de commissie een start gemaakt met het onderzoek naar de herkapitalisatie van uitstaande leningen. Omdat deze onderzoekslijnen een dermate specialistisch financieel onderzoek vergen, zijn deze losgekoppeld van het werk van de Onderzoekscommissie. Aanbeveling 5.1 Aanbevolen wordt om de beoordeling van de administratieve verwerking van de persleidingen en rioolgemalen en de mogelijkheden tot herkapitalisatie van uitstaande leningen mee te nemen in het onderzoek dat onder leiding van de portefeuillehouder van Financiën wordt uitgevoerd. Daarnaast wordt aangeraden te onderzoeken of er mogelijk positieve effecten aanwezig zijn in een gewijzigde administratieve verwerking voor de regio Zuid. Tevens is gebleken dat er mogelijkheden zijn voor een andere benutting van de garantievoorziening. Deze garantievoorziening wordt gevormd ten behoeve van de teruglevering van de installatie in 2033 door Delfluent aan Delfland. De garantie is bedoeld voor onderhoud en vernieuwing. De opbouw van de garantievoorziening is versleuteld in de beschikbaarheidsvergoeding die Delfland aan Delfluent betaalt. De volledige garantievoorziening wordt door Delfluent uitbetaald aan Delfluent Services BV (onderaannemer van Delfluent BV) aan het einde van de looptijd van het contract. Indien Delfluent Services BV de volledige voorziening niet hoeft aan te wenden voor onderhoud en investeringen ten behoeve van de handbackconditie, komt het voordeel toe aan Delfluent Services BV. 14

15 Aanbeveling 5.2 Het opheffen van de dotatie aan de garantievoorziening lijkt kansrijk. De onderzoekscommissie beveelt de VV aan in samenwerking met Delfluent deze mogelijkheid in verschillende scenario s te laten uitwerken, verdeeld over looptijd en hoogte van de dotatie. Conclusie 6: Informatie aan bestuur Tot nu werd de VV over het DBFO-contract geïnformeerd via de P&C-documenten, waarbij de informatie voornamelijk financieel georiënteerd was. Deze wijze van informeren is gezien de aard en complexiteit van de overeenkomst te beperkt. Het DBFO-contract is juridisch en financieel zeer complex van aard en zowel het contract als het contractbeheer vragen om specifieke kennis. Deze kennis is binnen en buiten Delfland schaars. De overeenkomst heeft een lange looptijd die meerdere bestuursperioden beslaat. Per bestuursperiode kan een wisseling van bestuursleden plaatsvinden. Aanbeveling 6.1 Aanbevolen wordt om de VV in het vervolg jaarlijks over de volle breedte van de overeenkomst te informeren, waarin zowel terug- als vooruit gekeken wordt. Onderwerpen die volgens de commissie in de rapportage aan de orde komen, zijn de samenwerking met de contractpartner in het algemeen en in het bijzonder op de onderstaande aspecten: - innovatieve ontwikkelingen; - de resultaten van het afgelopen jaar en de doelen in het komend jaar van het contractmanagement in brede zin; - de resultaten van het afgelopen jaar en de doelen in het komend jaar van het assetmanagement; - de realisatie van en de verwachte benutting van zuiveringscapaciteit in regio Noord en Zuid; - de verwachte ontwikkeling van de zuiveringsheffing; - de resultaten van het objectieve toetsingsinstrument (verwezen wordt naar aanbeveling 4.1). Als momentum kan aansluiting gezocht worden bij het behandelen van de Kadernota en het WBP, indien aan de orde. Aanbeveling 6.2 Om nieuwe bestuurders snel in te kunnen werken op het DBFO-dossier is het zinvol om aan hen een beknopte samenvatting over het contract te verstrekken. Conclusie 7: Vergelijking Engelse PFI en ons DBFO-contract De grootste risico s die zich in Groot Brittannië ten aanzien van het PFI (Private Finance Initiative)-model voordoen, zijn niet van toepassing op het Delflandse DBFO-contract. Ondanks dat beide vormen niet volledig vergelijkbaar zijn, kunnen leerpunten van de onderzoeken voor Delfland relevant zijn en het inzicht in de werking van het DBFO-contract vergroten. De onderzoekscommissie heeft DBFO-contract tussen Delfland en Delfluent vergeleken met zogenaamde Private Finance Initiative (PFI) in Groot Brittannië. Gebleken is dat het gebruikelijke PFI-model op een aantal punten wezenlijk verschilt van de Delflandse DBFOcontract. In Engeland zijn ook DBFO-contracten als PFI actief. De risico s die zich in Engeland voordoen, zijn slechts ten dele van toepassing op het DBFO-contract van Delfland. Aanbeveling 7 Omdat de leerpunten van de Engelse onderzoeken voor Delfland relevant zijn en het inzicht in de werking van het DBFO-contract kunnen vergroten, wordt aan de VV aanbevolen de Engelse onderzoeken te blijven volgen. 15

16 3. Tot slot Tijdens het onderzoek is de commissie al aan de slag gegaan met een verkenning naar de meer strategische aspecten die naar de mening van de commissie in de PPS-constructie gebracht moeten worden. Op initiatief van de commissie is gezamenlijk met Delfluent een onderzoek gestart naar mogelijk besparingen als gevolg van herkapitalisatie van uitstaande leningen. Zoals eerder vermeld (conclusie 5) wordt dit onderzoek uitgevoerd onder leiding van de portefeuillehouder Financiën. Daarnaast onderzoekt Delfland in een separaat project verdere samenwerking in de afvalwaterketen. Dit project kent een aantal sporen: samenwerking met gemeenten binnen het Delflandse gebied, samenwerking met de gemeente Rotterdam en samenwerking tussen waterschappen. Delfluent is vanaf de start betrokken bij het project samenwerking in de afvalwaterketen. De onderzoekscommissie ondersteunt deze participatie en is benieuwd naar de resultaten van deze onderzoeken. De commissie verzoekt de conclusies en aanbevelingen van de Onderzoekscommissie in te brengen in bovengenoemde onderzoeken. 16

17 DEEL 2: INHOUDELIJKE ONDERBOUWING 17

18 18

19 1. Werking van het DBFO-contract 1.1 Wat is een PPS? De Publiek Private Samenwerking (PPS) is een samenwerkingsvorm tussen een overheid en een of meer private partijen. Bij een PPS bemoeit de opdrachtgever zich niet met de inhoud, maar stuurt op het publieke belang, het eigendomsbelang en het belang in de verbonden partijen. Hierbij heeft de marktpartij, binnen de contractuele kaders, de vrijheid om naar eigen inzicht tot het einddoel te komen. De marktpartij wordt voor langere periode gecontracteerd om naast ontwerpen, bouwen en beheer, ook te financieren. De PPS kan via verschillende soorten contracten worden aangegaan. Het DBFO-contract is daarvan een vorm. De letters DBFO staan voor Design, Build, Finance en Operate. De belangrijkste reden voor Delfland om te kiezen voor een DBFO-contract waren kostenbesparing en risicobeheersing. Innovatie en duurzaamheid zijn bijkomende voordelen. 1.2 Relatie Delfland - Delfuent BV Delfland is een DBFO-contract aangegaan met Delfluent, een in 1999 opgericht consortium van bedrijven. Onder het DBFO-contract vallen: De bouw van het nieuwe afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder De renovatie van de bestaande afvalwaterzuiveringsinstallatie Houtrust in Den Haag Het beheer van beide installaties voor een periode van 30 jaar. Het financieren van de bouw- en renovatiefase. Delfland is juridisch en economisch eigenaar van de installaties en blijft als opdrachtgever eindverantwoordelijk voor de kwaliteit van het afvalwater in Haagse regio. 1.3 Het Delfluent consortium Het Delfluent-consortium bestaat uit Delfluent BV, Delfluent Services BV en BAHR. Elk bedrijf heeft specialistische kennis op een specifiek gebied van het contract. De structuur van het consortium zorgt ervoor dat de risico s liggen waar zij het beste beheerst en gedragen kunnen worden. 19

20 1.3.1 Delfluent BV Met Delfluent BV heeft Delfland in 2003 een prestatiecontract afgesloten. Binnen het DBFO-contract voor ontwerpen, bouwen, financieren en beheren van het project is Delfluent BV verantwoordelijk voor de financiering, de verzekering en het projectmanagement. Voor de andere onderdelen van het DBFO-contract zijn de BAHR VOF en Delfluent Services BV aangesteld. Delfluent BV ontvangt van Delfland een vergoeding per kubieke meter gezuiverd afvalwater (beschikbaarsheidsvergoeding), waarbij rekening gehouden wordt met de kwaliteit van het gezuiverde afvalwater. Deze vergoeding bestaat uit een vast deel voor de financieringskosten en een variabel deel voor het volume gezuiverd afvalwater en prestaties. Delfluent BV committeert zich naast het ontwerpen, bouwen en financieren, aan het beheren en onderhouden van de installaties voor een periode van 30 jaar, waarna de installaties in goede staat en vijf jaar groot onderhoudsvrij worden overgedragen aan Delfland. Aandeelhouders van Delfluent BV zijn Evides Industriewater (54,5 procent), DIF (24,5 procent), Veolia Water Nederland (11 procent) en Strukton Holding Finance BV (10 procent) (stand 31 december 2012). Delfland is geen aandeelhouder. Op de uitvoering van het contract houdt Delfland toezicht. Het bestuur van Delfluent BV beslist binnen de kaders van het contract en het financieel model waaraan de financiële middelen worden besteed Delfluent Services BV Delfluent Services BV is verantwoordelijk voor de operationele activiteiten binnen het project en vervult de rol van onderaannemer van Delfluent BV. Voor een periode van 30 jaar draagt zij zorg voor het beheer en het onderhoud van de beide installaties, inclusief het bijbehorende transportstelsel en de pompstations. Het assetmanagementplan is de belangrijkste pijler van de activiteiten van Delfuent Services BV. Delfluent Service BV is volledig in handen van Evides Industriewater BV (stand 31 december 2012) BAHR VOF BAHR staat voor Bouwcombinatie Afvalwater Haagse Regio en is de onderaannemer die het ontwerp en de bouw van de Harnaschpolder en de renovatie van Houtrust voor zijn rekening heeft genomen. Omdat de bouw en de renovatie zijn gerealiseerd, is de BAHR vof als zodanig opgeheven en geen onderzoeksobject voor dit onderzoek. 1.4 Doel van Delfland voor het DBFO-contract Delfland heeft een meerjarige begroting gemaakt van de totale bouw-, renovatie-, en exploitatiekosten van de Harnaschpolder en de Houtrust. De totale bouw-, renovatie- en exploitatiekosten zijn over de gehele looptijd door Delfland nettocontant gemaakt. Voor het aangaan van het DBFO-contract had de VV de voorwaarde gesteld dat de biedingen op zijn minst 10 procent voordeel ten opzichte van het in eigen beheer uitvoeren van de (ver)bouw en exploitatie van de afvalwaterzuivering in regio Noord (referentiemodel) zouden moeten opleveren. De winnende aanbieding bood uiteindelijk een voordeel van 17 procent. Delfland heeft met het afsluiten van het contract de risico s meerjarig afgekocht en daarmee langdurige zekerheid gekocht. 1.5 Verwerking van het contract in de Delflandse administratie Het DBFO-contract is verwerkt in de Delflandse administratie. Het contract is als een financial lease verwerkt in de balans. De beschikbaarheidvergoeding loopt via de Delflandse exploitatie. De beschikheidvergoeding bestaat uit verschillende componenten, waaronder rente en aflossing van de lening die Delfluent voor de bouw van de installatie is aangegaan, de exploitatievergoeding en de dotatie aan de garantievoorziening onderhoud en vernieuwing. 20

21 1.6 Contractmanagement door Delfland Bij een DBFO-contract bemoeit de opdrachtgever zich niet met de inhoud, maar stuurt op het publieke belang, het eigendomsbelang en het belang in de verbonden partijen. Naast deze aspecten is het doel van het contractmanagement van Delfland het bereiken van de optimale handbackconditie aan het eind van de looptijd van het contract. Hierbij is vastgelegd dat de assets 2 minimaal vijf jaar na afloop van het contract grootonderhoudsvrij meegaan. Herinvestering door Delfland is voorzien in Assetmanagement Jaarlijks wordt Delfland geïnformeerd over het geactualiseerde assetmanagementplan (het beheren en onderhouden van de objecten) van Delfluent. Bij aanvang van het contract was het plan zeer beknopt en gaf weinig sturingsinformatie. In de afgelopen jaren is gewerkt aan de kwaliteit van het assetmanagementplan. Het plan geeft nu meer inzicht in de wijze waarop Delfluent met de assets en risico s omgaat en het geeft sturingsinformatie waarmee ingespeeld kan worden op nieuwe ontwikkelingen zoals Delft Blue Water. Bij de beoordeling van het assetmanagementplan wordt de informatie betrokken uit het referentiemodel, waarin de investeringen op hoofdlijnen worden weergegeven en de rapporten van de technical advisors van de financiers. Tweemaal per jaar voeren technical advisors van het consortium van banken in opdracht van de banken audits uit bij Delfluent om de waarden van het onderpand (assets) te waarborgen. Van deze audits worden rapporten opgesteld. Hoewel Delfluent niet verplicht is deze aan Delfland te verstrekken, worden deze rapporten aan Delfland beschikbaar gesteld. De informatie in het assetmanagementplan kan aanleiding zijn om een change (wijziging van contract) voor te stellen. Ook de langetermijnplannen waaronder het Waterbeheerplan en ontwikkelingen zoals samenwerking in afvalwaterketen, kunnen aanleiding zijn een change voor te stellen. In totaal zijn er tot nu toe veertien changes in het contract doorgevoerd. In bijlage 2 staat hiervan een overzicht. Het assetmanagementsysteem dat door Delfluent wordt gehanteerd, is PAS 55 gecertificeerd. PAS 55 is een normenkader van het British Standards Institute. Het is een publiek beschikbare norm die handvatten aanreikt voor optimaal management van fysieke assets en infrastructuur. Vooral voor omgevingen waar de investeringen in assets hoog kapitaal intensief zijn, is deze norm een interessant kader om de effectiviteit van het managementsysteem te verbeteren. De norm besteedt aandacht aan duurzame bedrijfszekerheid en de relatie tussen financieel investeringsbeleid en technisch onderhoudsmanagement. De onafhankelijke certificerende instantie toetst jaarlijks of Delfluent nog aan de voorwaarden van PAS 55 voldoet. De uitkomsten van de toets worden ook aan Delfland beschikbaar gesteld. Het is belangrijk dat Delfland vertrouwen heeft in de handelswijze van Delfluent en dat Delfluent tijdig de juiste beslissingen neemt. Immers, Delfluent zorgt voor assets waarvan Delfland juridisch en economisch eigenaar is. Delfland blijft als opdrachtgever eindverantwoordelijk voor een goede uitvoering van de afvalwaterzuivering. 1.8 Risico s en het contract Het contract is goed van opzet en werking. Het voorziet in volledige flexibiliteit door het gebruik van procesafspraken ten aanzien van de omgang met onvoorzienbare risico s. Daarnaast zijn regelingen getroffen voor voorzienbare risico s. Delfland heeft door het sluiten van het contract de meeste risico s afgekocht. Daarmee geeft het contract aan Delfland een langlopende zekerheid met betrekking tot de kostenontwikkeling en daarmee samenhangend de ontwikkeling van de zuiveringsheffing. 2 Met assets worden de Delflandse bezittingen bedoeld. 21

22 2. Onderbouwing van de conclusies en aanbevelingen In dit hoofdstuk worden de conclusies en aanbevelingen waar mogelijk voorzien van nadere onderzoeksinformatie. Conclusie 1: Het contract is toekomstbestendig Het DBFO-contract, zoals dat vanaf 2003 tot op heden functioneert, werkt goed. Het contract voorziet in een duidelijke risicobeheersing en -verdeling. Alles wat bij de totstandkoming van het contract voorzienbaar was, is in het contract geregeld. Voor niet-voorzienbare zaken is een procesafspraak in het contract opgenomen. Daarnaast biedt het contract ruimte voor aanpassingen. Het openbreken van het 30-jarige contract is mogelijk maar kostbaar; dit is de prijs voor de lange termijn zekerheid die het contract biedt. Tijdens het onderzoek is op dit moment geen aanleiding gevonden voor het openbreken van het contract. Het contract bevat een viertal aspecten: Design, Build, Finance en Operate. De onderdelen Design en Build zijn afgerond. De werking van het contract heeft op dit moment betrekking op de exploitatie (Operate) en Finance. De beschikbaarheidsvergoeding (Finance) bestaat uit een vergoeding voor de feitelijke exploitatie en een vergoeding voor de uitgevoerde investeringen in de installaties. Tijdens het gesprek met de Onderzoekscommissie heeft de opdrachtnemer blijk gegeven van het besef dat de afvalwaterzuivering wordt betaald uit belastinggelden. Het rendement dat Delfluent maakt, is door de commissie onderzocht en blijft binnen voor Delfland aanvaardbare grenzen. Het in het contract opgenomen indexeringsmechanisme en de te verwachten indexering zijn onderzocht. De indexering conform het contract volgt de daadwerkelijk gemaakte kosten. Na afloop van elk boekjaar vindt eindafrekening plaats op basis van de werkelijk gemaakte kosten. De huidige verwachting voor de indexering in de komende jaren geeft vooralsnog geen aanleiding tot nadere aanpassing van de methodiek. Het DBFO-contract voorziet in veel aspecten. Voor wat ten tijde van het opstellen en afsluiten van het contract voorzienbaar was, zijn duidelijke afspraken opgenomen over de verantwoordelijkheidsbepaling en afhandeling. Daarnaast staan in het contract procesafspraken voor onvoorzienbare gebeurtenissen die aanleiding kunnen geven tot het aanpassen van het contract. Sinds 2003 is het contract veertien keer beperkt aangepast, waarbij de procedure tot aanpassing met wederzijdse instemming op een vlotte wijze is afgehandeld. De risicoverdeling en aanpassing van het contract is vastgelegd De looptijd van het contract is 30 jaar. In zo'n lange periode kunnen zich voorziene en onvoorziene gebeurtenissen voordoen. De Onderzoekscommissie is nagegaan hoe de risicoverdeling en in het bijzonder de aansprakelijkheid van partijen in het contract is verwerkt bij voorziene en onvoorziene gebeurtenissen. Daarnaast heeft de Onderzoekscommissie onderzocht of en hoe het contract aangepast kan worden. Afspraken over de risicoverdeling zijn gemaakt De uit het contract voortvloeiende verantwoordelijkheden van beide partijen zijn op hoofdlijnen als volgt: Delfland heeft de hoofdverantwoordelijkheid voor de uitvoering van zuiveringstaak, hetgeen voortvloeit uit de wet. Ook de eisen waaraan gezuiverd afvalwater dient te voldoen, zijn wettelijk vastgelegd. Indien de wettelijke eisen op dit punt wijzigen, is Delfland verantwoordelijk; Delfland is juridisch en economisch eigenaar van de installaties van de Harnaschpolder en de Houtrust inclusief bijbehorend transportsysteem; Delfland is verantwoordelijk voor het aanleveren van influent aan de Harnaschpolder en Houtrust; Delfland is verantwoordelijk voor de slibverwerking; Delfluent BV is verantwoordelijk voor een goed beheer van de assets van Delfland en zodanig zuiveren van het afvalwater dat het voldoet aan de wettelijke eisen. 22

23 Indien Delfluent haar verplichtingen niet kan nakomen staan de aandeelhouders/banken garant voor de nakoming van het contract (Direct Agreement) Verantwoordelijkheden brengen risico's met zich mee. In het contract zijn afspraken tussen de partijen gemaakt over de verdeling van de aansprakelijkheid voor voorzienbare risico's en procesafspraken hoe om te gaan met onvoorzienbare risico's. Binnen het kader van het contract kunnen alle risico's worden opgevangen. Ter illustratie wordt het oplossen van stankoverlast in 2007 rondom de periode van ingebruikname van de installatie genoemd. Het bestuur is op hoogte gesteld van de geurproblematiek en de oplossingsrichtingen die daarna ingezet zijn. Conform de risicoallocatie in het DBFO-contract zijn de maatregelen om het probleem te verhelpen volledig voor rekening van Delfluent gekomen. Bij aanvang van contract is zowel aan de zijde van Delfluent BV, als aan de kant van Delfland gewerkt aan het opbouwen van vertrouwensrelatie. Op basis van gesprekken met betrokkenen concludeert de Onderzoekscommissie dat een vertrouwensrelatie tot stand is gekomen. De opgebouwde vertrouwensrelatie is een basis voor een goede samenwerking en is van belang om onvoorzienbare gebeurtenissen tot een voor beide partijen acceptabele oplossing te brengen. Het DBFO-contract biedt ruimte voor aanpassingen Het contract biedt ruimte voor het aanbrengen van wijzigingen. Beide partijen kunnen verzoeken om het contract te wijzigen. Voor het doorvoeren van deze wijzigingen is goedkeuring van beide partijen noodzakelijk. Verzoeken tot wijziging van Delfluent worden binnen Delfland door het team Contractmanagement beoordeeld op consequenties voor Delfland. Indien er geen belemmeringen zijn om de wijziging te accorderen, keurt Delfland de wijziging goed, waarna Delfluent hierover geïnformeerd wordt en een addendum bij het contract kan worden ondertekend door beide partijen. Tot nu toe is het contract veertien keer aangepast met wederzijdse instemming. De procedure om tot een wijziging te komen, is op een vlotte wijze afgehandeld. Welke aanpassingen dit betreffen, is beschreven in de bijlage. Indien een aanpassing leidt tot een besparing, worden de opbrengsten verdeeld. Indien het initiatief ligt aan de zijde Delfland, ontvangt Delfland 100 procent van het voordeel. Komt het initiatief van de zijde van Delfluent, dan ontvangt Delfland 75 procent van het voordeel. Het indexeringsmechanisme functioneert goed Delfland betaalt als opdrachtgever een periodieke beschikbaarheidvergoeding aan Delfluent BV. Dit betalingsmechanisme bestaat uit maandelijkse betalingen van een voorschot en een jaarlijkse verrekening. De totale vergoeding bestaat uit een vast en variabel deel. Dit laatste deel wordt ook wel het volume deel genoemd, omdat de omvang van deze deelvergoeding wordt bepaald door de omvang van werkelijk gezuiverd influent. Tevens wordt dit deel ook bepaald door het volume van verwijderde kilo s COD (Chemical Oxygen Demand), verwijderde kilo s stikstof en verwijderde kilo s fosfaat. Het volledige volume deel en een deel van de vaste vergoeding wordt jaarlijks geïndexeerd aan de hand van zes verschillende indexen zoals vastgesteld en gepubliceerd door het CBS (Centraal Bureau voor Statistiek). Beëindiging van het DBFO-contract is geen reële optie De te verwachte kosten van beëindiging van het contract, te weten een zeer hoge afkoopsom, wegen onder de huidige omstandigheden niet op tegen de eventuele voordelen van beëindiging voor Delfland. 23

24 Conclusie 2: Verhoging benutting verwerkingscapaciteit De hoeveelheid te verwerken influent gedurende de contractperiode is voor risico van Delfland. Bij het ontwerp van de installaties is aangenomen dat het volume van influent ten opzichte van het jaar 2000 zou groeien als gevolg van de verwachte toename van het aantal huishoudens in de regio (volgens gemeentelijke opgave). Het te verwachten economisch rendement hangt samen met deze groei. Uitblijven van de toename van het aantal huishoudens (toename influent) kan consequenties hebben voor de tariefstelling van de zuiveringsheffing voor de belastingbetalers. In het contract zijn de risico s verdeeld. Op deze verdeling is de beschikbaarheidsvergoeding die Delfland aan Delfluent betaalt, gebaseerd. Bij aanvang van het contract is rekening gehouden met een groeiend aanbod vanwege toekomstige woningbouw (volgens gemeentelijke opgave). Hierop is de capaciteit van de Harnaschpolder en Houtrust gebaseerd. Vanwege de huidige economische crisis is de productie van de woningbouw gestagneerd. Dit kan leiden tot een ongeplande onderbenutting. Voor Delfland heeft dit een ongunstig effect op de beschikbaarheidsvergoeding. De commissie is nagegaan waar mogelijkheden liggen om meer influent richting de Harnaschpolder te krijgen. De commissie heeft naar mogelijkheden binnen als buiten het gebied van Delfland gezocht. Gekeken is naar een toename van huishoudelijk en van industrieel afvalwater (met daarbij behorende toename van het aantal heffingsplichtigen) en naar verdere optimalisatie van de zuiveringscapaciteit Noord/Zuid. Door de commissie is geconstateerd dat de organisatie momenteel bezig is de mogelijkheden ten aanzien van de toevoer van extra influent nader te onderzoeken. De voorzitter van de commissie heeft daarnaast gesproken met buurwaterschap Rijnland en hen geïnformeerd over de wens om te verkennen of extra zuiveringscapaciteit van Delfland ingezet kan worden ten behoeve van Rijnland. Hierover zijn Rijnland en Delfland ambtelijk in gesprek. Uitbreiding toevoer van industrieel influent Een van de mogelijkheden om de onderbenutting op Harnaschpolder te beperken is het aanvoeren van extra industrieel influent. De ambtelijke organisatie onderzoekt diverse mogelijkheden hiertoe en is met verschillende partijen hierover in overleg. De onderzoekcommissie is van oordeel dat de organisatie het uitbreiden van de toevoer van het influent voortvarend oppakt. Zij is benieuwd naar de resultaten, maar zal hierover geen verdere aanbeveling doen. Uitbreiding toevoer huishoudelijk influent De onderzoekscommissie heeft contact gehad met het Hoogheemraadschap Rijnland. Dit contact was oriënterend van aard. De mogelijkheden om eventueel extra influent vanuit het zuidelijke verzorgingsgebied van Rijnland naar de installatie van de Harnaschpolder te halen, zijn tijdens gesprek aan de orde gekomen. Delfland en Rijnland hebben al afspraken ten aanzien van het zuiveren van het afvalwater uit de gebieden Wassenaar en Zoetermeer. De uitkomst van het gesprek was dat op de zeer korte termijn extra aanlevering van influent door Rijnland aan Delfland nog niet opportuun is. Rijnland staat op de middellange termijn voor een forse investeringsopgave voor de zuiveringswerken. In het kader van Samenwerking in de Afvalwaterketen wordt door beide organisaties een gezamenlijke businesscase opgesteld, waarmee onderzocht wordt op welke punten zij elkaar in de zuiveringstaakstelling kunnen versterken en aanvullen. De uitkomst van deze businesscase wordt aan het einde van 2013 verwacht. 24

25 Aanbeveling 2 De commissie beveelt de VV aan een strategie te laten ontwikkelen op de verdere optimalisatie van de zuiveringscapaciteit Noord/Zuid en het zoveel mogelijk benutten van de zuiveringscapaciteit van de installaties in de Haagse regio. Het gewenste effect hiervan is de maatschappelijke kosten van het zuiveren van het afvalwater beheersbaar te houden. Conclusie 3: Assetmanagement 3 Vanaf het begin van het DBFO-contract is door partijen gezamenlijk vormgegeven aan de opzet en uitvoering van contractmanagement. Een belangrijk onderdeel van het contractmanagement is het assetmanagement. Delfland is koploper ten aanzien van het operationeel assetmanagement op het gebied van afvalwaterzuivering binnen Nederland. Dit assetmanagement is echter nog niet gericht op strategische beslissingen. Hierover is ook te weinig sturingsinformatie beschikbaar. Daarnaast is de huidige vorm van assetmanagement aan de zijde van Delfland te weinig zichtbaar voor het bestuur. Sinds de aanvang van het contract heeft Delfland vanuit het contractmanagement vorm gegeven aan het assetmanagement. Hiermee wordt beoogd de installaties (eigendom Delfland, beheer Delfluent) in contractueel afgesproken staat terug te krijgen bij beëindiging van het contract. De commissie is van mening dat Delfland ten aanzien van operationele assetmanagement een koploperfunctie inneemt. Naar de mening van de commissie is het contractmanagement te smal van werking. Op dit moment is de sturing gericht op het naleven c.q. het nakomen van de gemaakte afspraken. Aandacht voor meer strategische vraagstukken zoals innovaties, alternatieve vormen van financiering en samenwerking in de afvalwaterketen worden voorzichtig opgepakt, maar kunnen naar de mening van de commissie versterkt worden. Wetenschap en technologie staan niet stil. Toegepaste technieken van tien tot vijftien jaar terug kunnen niet alleen technologisch verouderd zijn, maar ook bedrijfseconomisch. Er kunnen nieuwe technieken ontstaan die binnen de resterende looptijd van het contract rendabel zijn om in te zetten. Deze technieken kunnen bijdragen aan verdere procesoptimalisatie. Uit de gevoerde gesprekken is gebleken dat de opdrachtnemer zich op deze onderwerpen afwachtend maar zeker niet onwelwillend opstelt. Een stevige prikkel vanuit de opdrachtgever op deze punten is nuttig en nodig. Op het gebied van innovatieve ontwikkelingen hebben Delfland en Delfluent al stappen gezet door een aanvullende overeenkomst af te sluiten. Hierdoor blijven zowel Delfland, als Delfluent goed op de hoogte van alle innovatieve ontwikkelingen. In het oorspronkelijke contract staan afspraken hoe de meerwaarde van innovaties wordt verdeeld. Daarnaast wordt verwezen naar de UK-aanbevelingen 12, 14, 30 en Aanbeveling 3 Assetmanagement maakt onderdeel uit van het contractmanagement. Het operationele assetmanagement is op een hoog peil. De commissie acht dit het juiste moment voor de organisatie om contractmanagement verder door te ontwikkelen, waaronder risicobeheersing, benutting van innovatieve ontwikkelingen en overige strategische aspecten. Dit kan de strategische en lange termijn beslissingen, die onder andere samenhangen met vervanging van verouderde installaties, ondersteunen. Strategisch assetmanagement bevat naar de mening van de commissie ook de innovatieve ontwikkelingen in brede zin. 3 Met assets worden Delflandse bezittingen bedoeld. 4 De UK-aanbevelingen staan in conclusie 7 van hoofdstuk 2 van deel 2. 25

26 Conclusie 4: Toetsing economisch rendement Op één wezenlijk punt schiet het huidige contract tekort, en dat is het ontbreken van een instrument voor de opdrachtgever om gedurende de exploitatiefase te toetsen of het feitelijk zuiveren van afvalwater tegen een aanvaardbare prijs (prijs versus de geleverde kwaliteit) wordt uitgevoerd. Hierdoor heeft de VV geen objectief toetsingsinstrument om de operationele kosten te blijven bewaken. Bij aanvang van het contract is uitgegaan van een bepaald economisch rendement voor beide partijen gebaseerd op verschillende (bedrijfs)economische variabelen. Verschillende externe ontwikkelingen (zoals die op de kapitaalmarkt) hebben een nieuwe situatie gecreëerd die mogelijk een gunstig economisch effect voor Delfland kunnen hebben. Het contract voorziet niet in een adequaat instrument waarmee Delfland gedurende de exploitatiefase kan toetsen of het feitelijk zuiveren van afvalwater tegen een aanvaardbare prijs (prijs/kwaliteit verhouding) wordt uitgevoerd. Kansen voor het vergroten van de toegevoegde waarde Het doel van prijs/kwaliteit-verhouding (Engelse term: Value for Money) is het creëren van meerwaarde binnen de bestaande middelen, door samenwerking bij innovatie en optimalisatie. Het huidige contract biedt kansen voor kostenbesparing en toekomstvastheid van installatie voor Delfland: Verlenging van het DBFO-contract kan leiden tot een verlaging van de beschikbaarheidvergoeding Door verlenging van de contractperiode kunnen de activa over een langere periode worden afgeschreven, hetgeen kan leiden tot een verlaging van de afschrijvingskosten. Door de verlaagde afschrijvingskosten kan de omzet van Delfluent worden verlaagd en daarmee de jaarlijkse kosten van de beschikbaarheidvergoeding voor Delfland. Om een inschatting te maken van de mogelijke voordelen van de verlenging van het DBFO contract is eerst gekeken naar de technische levensduur van installaties. Hierbij is gekeken naar de ouderdom van andere afvalwaterzuiveringsinstallaties in Nederland. Andere factoren die mogelijk een rol zullen spelen bij contractverlengingen, zoals een langere periode waarover inkomsten worden ontvangen en exploitatiekosten die worden gemaakt en eventuele extra investeringen, zijn niet betrokken bij de verkennende analyse. Vervolgens is gekeken naar het niveau van de bestaande jaarlijkse afschrijvingen en het niveau van de afschrijvingen bij verlenging van het contract. Hierbij is tevens rekening gehouden met de additionele vervangingsinvesteringen tijdens de contractduur om de verlenging mogelijk te maken. Op basis van het verschil tussen beide afschrijvingsniveaus is de jaarlijkse besparing berekend. De activa van de afvalwaterzuiveringsinstallatie Harnaschpolder en Houtrust staan op de balans van Delfland tegen boekwaarde. De boekwaarde bedraagt per 31 december miljoen. Over 2011 bedroeg de totale afschrijving circa 10,2 miljoen. Jaarlijks betaalt Delfland aan Delfluent een beschikbaarheidvergoeding. De omvang van de toekomstige betalingen staat als een leaseverplichting op de balans. De waardering van de leaseverplichting is gerelateerd aan de omvang van de investeringen in de afvalwaterzuiveringsinstallaties Harnaschpolder en Houtrust. De schuld wordt afgelost met de toekomstige leasebetalingen. Uit een beknopte benchmarkanalyse naar de ouderdom van de afvalwaterzuiveringsinstallaties in Nederland, uitgevoerd door Boer & Croon, komt naar voren dat een groot aantal van de installaties meer dan 30 jaar actief is. Uit gesprekken met medewerkers is naar voren gekomen dat een verlenging van vijf tot 10 jaar voor de betonnen constructie goed haalbaar is. 26

27 De verlenging van de contractperiode met vijf, dan wel tien jaar resulteert in een verlaging van de jaarlijkse afschrijving van respectievelijk 1,9 miljoen en 3,2 miljoen. Er is nog geen onderzoek gedaan naar de verwachte extra vervangingsinvesteringen aan het einde van de looptijd van de overeenkomst. Delfluent realiseert over de contractperiode jaarlijks een operationele winst. Bij verlenging van de contractperiode zal over de verlengingsperiode ook een operationele winst worden gerealiseerd. Niet onderzocht is of dit additionele resultaat leidt tot een hoger rendement (internal rate of return) voor Delfluent. Mogelijk biedt dit extra kansen voor Delfland, maar de juridische consequenties van een onderhandse contractverlenging dienen nader te worden beschouwd. De onderzoekscommissie adviseert verder te onderzoeken of verlenging van het DBFO-contract resulteert in een voordeel voor Delfland. In dit onderzoek moet de afweging worden gemaakt tussen de jaarlijkse verlaging van de beschikbaarheidsvergoeding en: a. de additionele onderhouds- en investeringskosten die de verlenging met zich mee brengen; b. de hoogte van het rendement voor Delfluent door de verlenging van de contractperiode; c. de eventuele verplichting tot nieuwe aanbesteding; d. de juridische consequenties van contractverlenging voor Delfland. Aan het contract extra assets toevoegen of afsluiten van een nieuw contract voor regio Zuid Onder het DBFO-contract voert Delfluent voor Delfland momenteel de exploitatie uit van de afvalwaterzuiveringen Harnaschpolder en Houtrust (regio Noord). De exploitatie van de afvalwaterzuiveringen van regio Zuid, De Groote Lucht en de Nieuwe Waterweg, wordt door Delfland zelf uitgevoerd. De commissie stelt zich de vraag of regio Zuid door Delfluent of een derde kan worden uitgevoerd. Operationele efficiency van Delfluent of een derde partij zou kunnen leiden tot lagere kosten. Het mogelijke besparingspotentieel is afhankelijk van de verwachte ontwikkeling van de operationele kosten, investeringen en, in het geval van Delfluent als exploitant, eventuele synergie voordelen met regio Noord. Indien hiertoe wordt overgegaan tot het onderzoeken van een DBFO-constructie in regio Zuid dienen de juridische (bijvoorbeeld de aanbesteding) en de fiscale aspecten (Bijvoorbeeld de BTW-opslag) goed in overweging genomen te worden. Het onderbrengen van regio Zuid lijkt een reële optie voor kostenbesparing. Of de optie reëel is, is afhankelijk van de uitkomsten van het onderzoek naar de financiële, juridische en fiscale randvoorwaarden. Hierbij kan het opzetten van de vergelijking van de bedrijfsvoering dienen als bron van informatie. Een alternatief kan gevonden worden in het actief toepassen van kruisbestuiving tussen beide regio s. Het beeld van het Waterschapspeil Door Unie van Waterschappen wordt jaarlijks een vergelijking van de prestaties van de waterschappen onderling vergeleken. De zuiveringslasten en daarmee het zuiveringstarief van Delfland vallen in vergelijking met de andere waterschappen hoog uit. Om een goed oordeel te kunnen vellen of het Waterschapspeil kan dienen als input voor een benchmark, is de opzet van de Waterschapspeil door de onderzoekscommissie nader onderzocht. Geconstateerd is dat de onderbouwing van de gegevens die door de waterschappen worden aangeleverd, onderling afwijken. Dit komt door de verschillende uitgangspunten voor vergelijkbare investeringsprojecten. Bijvoorbeeld de verwerking van subsidies en afschrijvingsmethodieken. De door de waterschappen zelf aangeleverde informatie voor de benchmark van de Unie, is gebaseerd op de vastgestelde jaarrekeningen. Vanuit de Unie vindt geen controle plaats op de aangeleverde informatie. Er vindt ook geen correctie plaats ten aanzien van de 27

28 mogelijke verschillen in rekenrente, afschrijvingstermijn, afschrijvingsmethodiek, ontvangen subsidies, extra afschrijvingen, waardering van gronden, risico s etc. Delfluent is bereid tot het uitvoeren van een benchmark Op dit moment zijn er nog geen vergelijkbare PPS-contracten gevonden die een full life circle hebben doorlopen. Als alternatief kan gedacht worden aan een onderlinge vergelijking van de bedrijfsvoering tussen de regio Noord en Zuid. Het opzetten van een dergelijke vergelijking is bij Delfluent BV bespreekbaar. De onderlinge vergelijking tussen Regio Noord en Zuid kan inzicht geven in de mate van efficiency en effectiviteit van de bedrijfsvoering. De onderzoekscommissie beveelt aan om de komende periode te werken aan een realistisch vergelijkingsmodel. Daarnaast wordt verwezen naar UK-aanbeveling Aanbeveling 4.1 De commissie raadt aan een objectief toetsinstrument te ontwikkelen waarmee de prijs/kwaliteit verhouding van exploitatiekosten van zuiveringen en transportstelsels jaarlijks geëvalueerd kan worden gedurende de resterende looptijd van het contract. Aanbeveling 4.2 De commissie beveelt aan om een businesscase, waarin regio Noord op exploitatieniveau wordt vergeleken met regio Zuid (de zuiveringen in eigen beheer), op te laten stellen. Dit om verdere mogelijkheden voor bedrijfsmatige optimalisatie in beeld te brengen tussen de regio s Zuid- en Noord. De commissie raadt de VV aan een businesscase in 2013 uit te laten werken. Deze aanbeveling hangt samen met aanbeveling 2. Conclusie 5: Administratieve verwerking Met dit onderzoek is de administratieve verwerking van het DBFO-contract naar de standaarden van nu, kritisch beoordeeld. Op aanbeveling van de onderzoekscommissie heeft de Verenigde Vergadering besloten de afschrijvingsmethodiek aan te passen. Hierdoor is ruimte ontstaan om het tarief voor de waterzuiveringsheffing voor de belastingbetalers minder te laten stijgen dan eerder gecalculeerd. Tijdens het onderzoek is door de commissie aandacht besteed aan de verschillende soorten van afschrijvingsmethodiek die golden voor de installaties. Door uitgebreid onderzoek en gesprekken met de accountant is instemming van de accountant verkregen om de methode aan te passen. De commissie heeft de VV al bij de begrotingsbehandeling 2013 voorgesteld om deze gewijzigde methode door te voeren. Dit heeft ertoe geleid dat in de begroting 2013 het zuiveringstarief een positieve aanpassing heeft plaatsgevonden. Naast de installaties zijn er ten behoeve van het DBFO-contract persleidingen en rioolgemalen door Delfland gerealiseerd. De commissie heeft in haar onderzoek aandacht geschonken aan de administratieve verwerking hiervan. Daarnaast heeft de commissie een start gemaakt met het onderzoek naar de herkapitalisatie van uitstaande leningen. Omdat deze onderzoekslijnen een dermate specialistisch financieel onderzoek vergen, zijn deze losgekoppeld van het werk van de Onderzoekscommissie. Aanbeveling 5.1 Aanbevolen wordt om de beoordeling van de administratieve verwerking van de persleidingen en rioolgemalen en de mogelijkheden tot herkapitalisatie van uitstaande leningen mee te nemen in het onderzoek dat onder leiding van de portefeuillehouder van Financiën wordt uitgevoerd. Daarnaast wordt aangeraden te onderzoeken of er mogelijk positieve effecten aanwezig zijn in een gewijzigde administratieve verwerking voor de regio Zuid. 5 De UK-aanbevelingen staan in conclusie 7 van hoofdstuk 2, deel 2. 28

29 Tevens is gebleken dat er mogelijkheden zijn voor een andere benutting van de garantievoorziening. Deze garantievoorziening wordt gevormd ten behoeve van de teruglevering van de installatie in 2033 door Delfluent aan Delfland. De garantie is bedoeld voor onderhoud en vernieuwing. De opbouw van de garantievoorziening is versleuteld in de beschikbaarheidsvergoeding die Delfland aan Delfluent betaald. De volledige garantievoorziening wordt door Delfluent uitbetaald aan Delfluent Services BV (onderaannemer van Delfluent BV) aan het einde van de looptijd van het contract. Indien Delfluent Services BV de volledige voorziening niet hoeft aan te wenden voor onderhoud en investeringen ten behoeve van de handbackconditie, komt het voordeel toe aan Delfluent Services BV. Een andere benutting van de garantievoorziening onderhoud en vernieuwing biedt kansen voor Delfland Ten behoeve van de handback in 2033 wordt een garantievoorziening onderhoud en vernieuwing (verder: garantievoorziening) door Delfluent opgebouwd. Jaarlijks wordt ,- aan de voorziening gedoteerd en 3,5 procent rente over de omvang van de voorziening bijgeschreven. In 2033 zal de waarde van de garantievoorziening 46,3 miljoen bedragen. De opbouw van de garantievoorziening is versleuteld in de beschikbaarheidvergoeding die Delfland aan Delfluent betaald. De volledige garantievoorziening wordt door Delfluent uitbetaald aan Delfluent Services aan het einde van de looptijd van het contract. Indien Delfluent Services de volledige voorziening niet hoeft aan te wenden voor onderhoud en investeringen ten behoeve van de handbackconditie, komt het voordeel toe aan Delfluent Services. Delfluent BV heeft aangeboden om de garantievoorziening op te heffen. Gebruikte methodiek: De contractuele afspraken tussen HHD en Delfluent omtrent de garantievoorziening zijn geanalyseerd. Daarnaast heeft de onderzoekscommissie met Delfluent BV over de garantievoorziening gesproken. Resultaten: Delfluent BV heeft aangeboden om de garantievoorziening op te heffen. Het contract kent de volgende waarborgen: a. er is een goed contract afgesloten, waarin afspraken zijn opgenomen hoe om te gaan met onvoorzienbare omstandigheden; b. de technical advisors van de banken controleren of de afspraken worden nagekomen. Op het niet nakomen van de afspraken staat een boete; c. in het financiële model zijn voldoende middelen opgenomen voor een adequaat uitvoeren van onderhoud en beheer (assetmanagementplan); d. aan Delfland hebben de aandeelhouders Veolia en Evides garanties ter hoogte van 19 miljoen afgegeven. Dit bedrag kan Delfland aanwenden indien Delfluent het onderhoud en beheer niet goed uitvoert; e. Handback garantie: de installaties dienen 5 jaar na beëindiging van het contract grootonderhoudsvrij mee te gaan; f. Garantievoorziening van 45 miljoen. Gezien genoemde zekerheden onder punt a tot en met e is Delfluent BV van mening dat de dotatie aan de garantievoorziening opgeheven zou kunnen worden. De garantievoorziening was mede - een eis van de banken. De onderzoekscommissie heeft twee opties voor een andere bestemming van de garantievoorziening nader onderzocht: - Optie 1: opheffen van de dotatie aan de garantievoorziening met als doel verlaging van de beschikbaarheidvergoeding hetgeen tot aanmerkelijk lagere kosten zou leiden. Opheffing van de dotatie dient te worden goedgekeurd door de banken. - Optie 2: inzetten van de garantievoorziening met als doel toekomstvastheid van de installatie te verbeteren Bij de bouw van de installatie destijds is gebruik gemaakt van beproefde technologieën. De technologische ontwikkelingen hebben sindsdien niet 29

30 stilgestaan. Het oorspronkelijke contract kent geen voorwaarden om tot innovatie te komen. Later is met een aanvullende overeenkomst in beperkte vorm een jaarlijks budget gevormd om innovatieonderzoeken uit te voeren. Zo wordt bijvoorbeeld op de Harnaschpolder onderzocht of hergebruik van grondstoffen met de bestaande installaties mogelijk is. Zeker is dat de (technische) ontwikkelingen op zuiveringsgebied zich door innovatie in de komende periode verder zullen ontwikkelen. Er zijn mogelijkheden om de installaties verder te optimaliseren in het kader van toekomstvastheid. Het doorvoeren van vernieuwingen in de huidige installatie is voor Delfluent BV bespreekbaar. De achtergrond hiervan is het behouden van de goede relatie tussen Delfland en Delfluent BV en een mogelijke verlenging van het contract. Een goed moment hiervoor zijn de eerste vervangingsinvesteringen, die over vijf jaar op stapel staan, maar gesprekken kunnen nu al starten. De mogelijkheden om vernieuwingen aan te brengen zijn niet onbeperkt. De vernieuwingen moeten beproefde technologieën betreffen, gezien de eisen van de banken, het huidige contract en de volksgezondheid. Het is zaak dat Delfland en Delfluent BV in een vroegtijdig stadium met elkaar beschouwen waar ze op de wat langere termijn naar toe willen en wat dat op de kortere termijn betekent voor onderhoud en vervangingsinvesteringen. Er kan daarvoor niet alleen gebruik gemaakt worden van de Delflandse kennis en kunde, maar ook van andere leveranciers op het gebied van de afvalwaterzuivering. Het opheffen van de dotatie aan de garantievoorziening lijkt kansrijk. De onderzoekscommissie heeft een voorkeur voor de tweede optie. De onderzoekscommissie beveelt aan in samenwerking met Delfluent deze mogelijkheid in verschillende scenario s uit werken, verdeeld over tijd en omvang. Aanbeveling 5.2 Het opheffen van de dotatie aan de garantievoorziening lijkt kansrijk. De onderzoekscommissie beveelt de VV aan in samenwerking met Delfluent deze mogelijkheid in verschillende scenario s te laten uitwerken, verdeeld over looptijd en hoogte van de dotatie. Conclusie 6: Informatie aan bestuur Tot nu werd de VV over het DBFO-contract geïnformeerd via de P&C-documenten, waarbij de informatie voornamelijk financieel georiënteerd was. Deze wijze van informeren is gezien de aard en complexiteit van de overeenkomst te beperkt. Het DBFO-contract is juridisch en financieel zeer complex van aard en zowel het contract als het contractbeheer vragen om specifieke kennis. Deze kennis is binnen en buiten Delfland schaars. De overeenkomst heeft een lange looptijd die meerdere bestuursperioden beslaat. Per bestuursperiode kan een wisseling van bestuursleden plaatsvinden. Aanbeveling 6.1 Aanbevolen wordt om de VV in het vervolg jaarlijks over de volle breedte van de overeenkomst te informeren, waarin zowel terug- als vooruit gekeken wordt. Onderwerpen die volgens de commissie in de rapportage aan de orde komen, zijn de samenwerking met de contractpartner in het algemeen en in het bijzonder op de onderstaande aspecten: - innovatieve ontwikkelingen; - de resultaten van het afgelopen jaar en de doelen in het komend jaar van het contractmanagement in brede zin; - de resultaten van het afgelopen jaar en de doelen in het komend jaar van het assetmanagement; - de realisatie van en de verwachte benutting van zuiveringscapaciteit in regio Noord en Zuid; 30

31 - de verwachte ontwikkeling van de zuiveringsheffing; - de resultaten van het objectieve toetsingsinstrument (verwezen wordt naar aanbeveling 4.1). Als momentum kan aansluiting gezocht worden bij het behandelen van de Kadernota en het WBP, indien aan de orde. Aanbeveling 6.2 Om nieuwe bestuurders snel in te kunnen werken op het DBFO-dossier is het zinvol om aan hen een beknopte samenvatting over het contract te verstrekken. Conclusie 7: Vergelijking Engelse PFI en ons DBFO-contract De grootste risico s die zich in Groot Brittannië ten aanzien van het PFI (Private Finance Initiative)-model voordoen, zijn niet van toepassing op het Delflandse DBFO-contract. Ondanks dat beide vormen niet volledig vergelijkbaar zijn, kunnen leerpunten van de onderzoeken voor Delfland relevant zijn en het inzicht in de werking van het DBFO-contract vergroten. De onderzoekscommissie heeft DBFO-contract tussen Delfland en Delfluent vergeleken met zogenaamde Private Finance Initiative (PFI) in Groot Brittannië. Gebleken is dat het gebruikelijke PFI-model op een aantal punten wezenlijk verschilt van de Delflandse DBFOcontract. In Engeland zijn ook DBFO-contracten als PFI actief. De risico s die zich in Engeland voordoen, zijn slechts ten dele van toepassing op het DBFO-contract van Delfland. Resultaten van het Engelse onderzoek Het tweede gedeelte van de taakopdracht voor deze onderzoekscommissie richt zich op de onderzoeken naar PPS-contracten in het Verenigd Koninkrijk (hierna te noemen; Engeland). In eerste instantie doelde de taakopdracht op een Engels onderzoek uit oktober 2009 van het NAO (National Audit Office) ten behoeve van The Lords Economic Affairs Committee. Tijdens het onderzoek van Delfland kwam er echter een recenter Engels rapport naar voren; Seventeenth Report of Session , Private Finance Initiave, van The House of Commons Treasury Committee 6. Dit laatste rapport bleek meer aanvullend en recenter van informatie, en is daarmee gebruikt als uitgangspunt voor het tweede deel van het onderzoek. Voor het eerste deel van deze rapportage (de samenvatting) zijn de belangrijkste Engelse conclusies weergegeven, met daarbij de aanbeveling voor het Delflandse onderzoek. Hiertoe zijn dan ook in de titels de specifieke nummers tussen haken vermeld. In deel 2 van de rapportage vindt een volledige weergave plaats van alle Engelse conclusies uit het rapport. In onderstaande tabel staan in de linkerkolom alle conclusies vanuit het Engelse onderzoeksrapport. In de rechter kolom staat per conclusie aangeven wat de relevantie van een conclusie is voor het Delflandse onderzoek. Ingeval van gebleken relevantie staat ook de adressering weergegeven. De vetgedrukte teksten in de linkerkolom geven de, naar het inzicht van de commissie, belangrijkste conclusies aan. Deze zijn ook opgenomen in het eerste deel van dit rapport. 6 Het rapport is te downloaden op de volgende website: 31

32 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland Introduction 1 The use of PFI has the effect of increasing the cost of finance for public investments relative to what would be available to the government if it borrowed on its own account. (Paragraph 6) Accounting and budgetary incentives 2 The introduction of IFRS (International Financial Reporting Standards) in has resulted in nearly all PFI debt being included in the financial accounts of government departments for financial reporting purposes. However so long as certain risks are deemed to be passed to the private sector on a PFI project then the project is, by contrast, recorded off balance sheet for National Accounts and statistical purposes. As a result, most PFI debt is invisible to the calculation of Public Sector Net Debt (PSND) and is therefore not included in the headline debt and deficit statistics. If all current PFI liabilities were included in the National Accounts then the OBR estimates that national debt would increase by 35 billion (2.5% of GDP). Therefore there has been, and continues to be, at least a small incentive to use PFI in preference to other procurement options, as it results in lower headline government borrowing and debt figures in comparison to other forms of capital investment. (Paragraph 17) 3 Efforts to meet fiscal rules at a national and European level may have contributed to the misuse of PFI. Rules designed to promote fiscal sustainability have had the paradoxical effect of incentivising the use of off-balance sheet finance which is likely to prove less sustainable. Given the salience of the public debt statistics in the current political climate, the attractiveness of the PFI method for any government has been evident whether it provides value for money or not. (Paragraph 18) Relevant voor onderzoek naar mogelijkheden voor financieringsconstruct en activa, dat uitgevoerd onder begeleiding van de portefeuillehouder van Financiën. Niet relevant voor onderzoek van deze commissie omdat in tegenstelling tot veel Engelse PFI s, het Delflandse DBFO-contract als financial lease wel op de balans is verwerkt. Daarentegen is het de keuze van het ministerie van Financiën om de schuldpositie van ons DBFO-contract niet mee te laten tellen in de totale schuld op de Nationale Rekening. Niet relevant voor onderzoek van deze commissie mede vanwege de motivatie zoals gegeven bij overweging 2. 32

33 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland 4 If Departments or public bodies do not have a capital budget large enough to allow for desired capital investment, there is currently a substantial incentive to use PFIs which are not included within Departmental budgets (Departmental Expenditure Limits). A PFI deal will have a smaller (but much longer lasting) impact on the current budget of an organisation whereas a conventionally procured capital project will result in a significant one-off hit to the capital budget. In the long term, the PFI arrangement will build up big commitments against future years current budgets that have not even yet been allocated or agreed. We are concerned that this may have encouraged, and may continue to encourage, poor investment decisions. PFI continues to allow organisations and government the possibility of procuring capital assets without due consideration for their long term budgetary obligations. (Paragraph 22) 5 If PFI is to be pursued only if it provides value for money it is essential that any incentives unrelated to value for money are removed. (Paragraph 23) Niet direct relevant voor de scope van dit onderzoek: het budget voor de aanleg van de AWZI was beschikbaar en de meerjarige verplichting is verwerkt in het financiële meerjarenperspectief. Het meerjarig perspectief heeft geen nadelig effect op de overige investeringsbehoeften. Niet relevant voor de scope van dit onderzoek: er is door de commissie niet onderzocht hoe andere afwegingen meespeelden zoals de leverbetrouwbaarheid bij de besluitvorming voor het aangaan van een DBFO-contract, dan de aan het begrip Value for Money gerelateerde uitgangspunten,. Wel kan gesteld worden dat bij de besluitvorming gebruik gemaakt is van destijds algemeen erkende afweging- en berekeningsmodellen zoals een PSC en PPCmodel. Het gebruik van deze modellen is gericht om tot een objectiveerbare keuze te komen t.a.v. Value for Money (prijskwaliteit-verhouding; krijg ik waar voor mijn geld). Deze modellen dienen periodiek te worden bijgesteld aan de hand van actuele inzichten. Wel relevant voor contract & assetmanagement: ontwikkeling van een maatwerkmodel waarbij a) de realisatie van het DBFO-contract t.o.v. de voorafgaand gestelde kaders van het financieel model gecontroleerd wordt. En b) kansen t.a.v. verder financieel/economische optimalisatie in beeld gebracht worden. De informatie die ontstaat door het gebruik van het maatwerkmodel dient in geaggregeerde vorm gepresenteerd te worden aan D&H en VV. 33

34 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland 6 We welcome the Office for Budget Responsibility s decision to include, in their Fiscal sustainability report, an assessment of the impact of the PFI liabilities which are currently not included in the National Accounts. We believe that the Office for Budget Responsibility should also include an assessment of such liabilities in its Economic and fiscal outlook, which assesses the Government s performance against the fiscal mandate and the supplementary target. We recommend that the Treasury clarify its view of the remit of the OBR to ensure that the OBR include PFI liabilities in all future assessments of the fiscal rules. This would help prevent the use of PFI to game fiscal rules. (Paragraph 24) 7 Financial Reporting Standards (IFRS) require that most PFI projects be scored in an organisation s financial accounts. Capital investment related to PFI projects rarely, however, scores in individual government Departments budgets (Departmental Expenditure Limits). This is because Departmental budgets follow the definitions used in the European Standards of Accounts (ESA), rather than those set out in IFRS. This is not only confusing, but also creates incentives to use PFIs, rather than direct capital investment by departments. We recommend that the Treasury should consider aligning the treatment of PFIs in Departmental budgets with the treatment in financial accounts. This should mean that most PFIs score within those budgets in the same way as direct capital expenditure. If this change were made it may also require an adjustment to Departmental capital budgets. (Paragraph 25) Value for money 8 Government has always been able to obtain cheaper funding than private providers of project finance but the difference between direct government funding and the cost of this finance has increased significantly since the financial crisis. The substantial increase in private finance costs means that the PFI financing method is now Niet relevant voor de scope van dit onderzoek. Niet relevant voor de scope van dit onderzoek omdat IFRS niet van toepassing is op de jaarrekening van Delfland. Hier geldt met name het Waterschapsbesluit (hoofdstuk 4), de Regeling Begroting en Verantwoording Waterschappen, en Wet op de jaarrekening (BW2 Titel 9). Daarnaast zijn de waterschappen verantwoordelijk voor de eigen baten en zijn zij niet afhankelijk van decentrale budgettering. Relevant voor onderzoek naar mogelijkheden voor financieringsconstruct en activa, dat uitgevoerd onder begeleiding van de portefeuillehouder van Financiën Delfland heeft via de Waterschapsbank een gunstige positie op de kapitaalmarkt. Nu zijn de marktomstandigheden door macroeconomische omstandigheden dusdanig gewijzigd, dat het lonend kan zijn om 34

35 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland extremely inefficient. Recent data suggests that the Weighted Average Cost of Capital of a PFI is double that of government gilts. PFI will only provide value for money if this differential in the cost of finance, which has significantly increased, is outweighed by savings and efficiencies during the life of a PFI project. (Paragraph 30) herkapitalisatie te overwegen. 9 The current higher cost of finance means there may be a significant opportunity cost from using PFI. (Paragraph 31) 10 Allocating risk to the private sector is only worthwhile if it is better able to manage the risk and can pass on any subsequent savings to the client. The main benefit highlighted to us by PFI providers was the transfer of construction risk. However a PFI contract which lasts for 30 years is not necessary to transfer this risk. There are also other methods such as turnkey contracts which can be used for the same ends. We have seen evidence that PFI has not provided good value from risk transfer in some cases inappropriate risks have been given to the private sector to manage. This has resulted in higher prices and has been inefficient. (Paragraph 38) 11 Some of the claimed risk transfer may also be illusory the government is ultimately accountable for the delivery of public services. Therefore it would not be able to allow a number of services provided under a PFI contract to cease for any length of time. (Paragraph 39) Zeer relevant omdat de huidige publieke financieringskosten historisch laag zijn. Dit punt wordt meegenomen in het onderzoek naar mogelijkheden voor financieringsconstruct en activa, dat uitgevoerd onder begeleiding van de portefeuillehouder van Financiën. Relevant voor dit onderzoek. Deze overweging beslaat de voorafgaande risicoverdeling tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Bij de risicoverdeling voor onderhavig DBFO-contract is gekeken naar wie het best en meest efficiënt de risico s kan dragen. In praktijk betekent dit dat de opdrachtgever verantwoordelijk blijft voor o.a. de aanlevering van voldoende influent en de verwerking van slib. De opdrachtnemer heeft de ontwerp- en bouwrisico s, de financieringsrisico s, operationele risico s en de assetmanagementrisico s op zich genomen. Het is van belang middels een goede uitvoering van contract- en assetmanagement vanuit Delfland, voortdurend oog te hebben voor de mate van effectiviteit en efficiency van de risicoverdeling en beprijzing, zoals o.a. bij de inkoop van energie. Indien noodzakelijk voorziet het DBFO-contract in een procedure tot verandering met wederzijdse instemming. Relevant voor Delfland, want in geval van Force Majeure blijft de opdrachtgever de eindverantwoordelijkheid dragen. Uitzondering hierbij is het risico voor financiering, daar ligt de eindverantwoordelijkheid bij de banken en (institutionele) beleggers. Zorg is wel dat de financiers in voldoende mate dit risico kan blijven dragen voor haar gehele projectenportefeuille. Het is van belang middels een goede uitvoering van contracten assetmanagement vanuit Delfland, voortdurend oog te hebben voor de mate van effectiviteit en efficiency van de 35

36 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland risicoverdeling en beprijzing. Indien noodzakelijk voorziet het DBFO-contract in een procedure tot verandering met wederzijdse instemming. 12 It is difficult to establish clear cut evidence in the area of whole life costing. In theory whole life costing should encourage the use of innovative designs in PFI to deliver buildings of better quality. These should in turn provide cost savings over the life of the building that can, to some extent, offset the higher financing costs inherent in a privately financed deal. The long term nature of a PFI contract should also incentivise providers to maintain buildings to a high quality thus reducing costs in later life. However we have not been provided with clear evidence to suggest that PFI performs better in this area. Indeed in the area of design innovation and building quality we have seen some evidence to suggest that PFI performs less well than traditionally procured buildings. (Paragraph 46) 13 The fixed nature of PFI contracts means they are likely to provide more certainty regarding price and time. However there is no convincing evidence to suggest that PFI projects are delivered more quickly and at a lower out-turn cost than projects using conventional procurement methods. On the contrary, the lengthy procurement process makes it likely that a PFI building will take longer to deliver, if the length of the whole process is considered. Proposing that post-contractual price certainty can be taken as a good measure of overall cost efficiency is to use a comparison already likely to favour PFI. This is because the PFI contract price is set at a much more advanced stage in the process. It is evident that a project delivered to time and to budget (in post-contractual terms) may nonetheless represent poor value for money if the price paid for the risk transfer was too high. (Paragraph 51) Deze Engelse conclusie onderstreept de aanbeveling van de commissie voor de verdere verankering en inbedding van een effectief contract- en assetmanagement binnen Delfland. De commissie heeft geen onderzoek gedaan naar de gang van zaken bij de aanbesteding. Wel is genoegzaam bekend dat vanaf het moment van Financial Close de opdrachtnemer voorvarend te werk gegaan met het ontwerp- en bouwproces. Dit proces is dusdanig efficiënt en effectief verlopen, dat de installatie eerder dan gepland is opgeleverd. 36

37 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland 14 PFI contracts are inherently inflexible. Specifications for a 30 year contract must be agreed in detail at the start of a project. The PFI financing structure also requires negotiation with the equity and debt holders before any substantial changes are made during the life of a contract. Debt and equity holders have little to gain from changing profitable contracts so will be unlikely to agree to changes unless they significantly enhance profitability. We have received little evidence of the benefits of these arrangements, but much evidence about the drawbacks, especially for NHS projects. The inflexibility of PFI means that any emergent problems or new demands on an asset cannot be efficiently resolved. In the case of Transport for London its only option was to buy out the SPV, but most PFI procurers cannot afford to do this. (Paragraph 56) 15 The nature of PFI means that competition is likely to be less intense compared to other forms of procurement. We believe the barriers to entry to be too high, resulting in an uncompetitive market. The long, complex and costly procurement process limits the appetite for consortia to bid for projects and also means that only companies who can afford to lose millions of pounds in failed bids can be involved. The fact that consortia are formed to bid for projects also limits choice and competition. For example an architects firm may have the best design or there may be one contractor that has produced the best proposal, but unless these designs and proposals are part of the chosen consortium s bid they will not be used. The long term nature and inherent complexity of the contracts also make comparison more difficult for clients, further undermining competitive pressure. (Paragraph 61) Relevant als aandachtspunt voor onderzoek naar mogelijkheden voor financieringsconstruct en activa, dat uitgevoerd onder begeleiding van de portefeuillehouder van Financiën. Met name de genoemde gain factor voor de debt en equity holders bij contractmutaties is relevant. De perceptie van een goede relatie staat nog niet gelijk aan een effectieve relatie. De commissie heeft geen onderzoek gedaan naar de afwegingen rondom de besluitvorming en aanbesteding. 37

38 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland 16 We are concerned that the VfM appraisal system is biased to favour PFI. Assuming that there will always be significant cost over-runs within the non-pfi option is one example of this bias. There is an incentive for both HM Treasury and public bodies to present PFI as the best value for money option as it is often the only avenue for investment in the face of limited departmental capital budgets. (Paragraph 65) 17 For too long PFI has been the only game in town in some sectors which have not been provided with adequate capital budgets for their investment needs. This problem is likely to get worse in the future with capital budgets cut significantly at the Spending Review. If PFI is the only option for necessary capital expenditure then it will be used even if it is not value for money. A much needed reappraisal of PFI needs to be accompanied by a similar reassessment of its effects on overall capital spending in the public sector. (Paragraph 69) 18 The price of finance is significantly higher with a PFI. The financial cost of repaying the capital investment of PFI investors is therefore considerably greater than the equivalent repayment of direct government investment. We have not seen evidence to suggest that this inefficient method of financing has been offset by the perceived benefits of PFI from increased risk transfer. On the contrary there is evidence of the opposite. Organisations which have the option of other funding routes have increasingly opted against using PFI and have even brought PFIs back in-house. TfL s cost of borrowing is higher than government s, and yet it still considers this is overall better value for money than PFI. The incentive for government departments to use PFI to leverage up their budgets, and to some extent for the Treasury to use PFI to conceal debt, has resulted in neglecting the long term value for money implications. We do not believe that PFI can be relied upon to provide good value for money without De commissie heeft geen onderzoek gedaan naar de correctheid van de gestelde voor- en nadelen van de PPS-constructie ten tijde van de besluitvorming. Ook in Engeland was de VfM-systematiek algemeen aanvaard. Niet relevant voor dit onderzoek. Relevant als aandachtspunt voor onderzoek naar mogelijkheden voor financieringsconstruct en activa, dat uitgevoerd onder begeleiding van de portefeuillehouder van Financiën. 38

39 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland substantial reform. (Paragraph 71) Future investment 19 Any financial model, such as the current VfM assessment, can be subject to manipulation so it should never be used alone as a pass or fail test for the use of PFI. (Paragraph 72) 20 Evidence we have seen suggests that the high cost of finance in PFI has not been offset by operational efficiencies. Much more robust criteria governing the use of PFI are needed. These should take precedence over the current VfM assessment. If and only if a project is deemed to pass these criteria should the option of private finance be considered. In our view PFI is only likely to be suitable where the risks associated with future demand and usage of the asset can be efficiently transferred to the private sector. We recognise that this may over time sharply reduce the aggregate value of remaining PFI projects but the higher cost of capital that remains will be easier to justify to the taxpayer. (Paragraph 76) 21 Owing to the current high cost of project finance and other problems related to PFI we have serious doubts about such widespread use of PFI. There are certain circumstances where PFI is likely to be particularly unsuitable, for example, where the future demand and usage of an asset is very uncertain and where it would be inefficient to transfer the related risks to the private sector. (Paragraph 79) 22 We believe that a financial model that routinely finds in favour of the PFI route, after the significant increases in finance costs in the wake of the financial crisis, is De commissie heeft geen onderzoek gedaan naar de correctheid van de gestelde voor- en nadelen van de PPS-constructie ten tijde van de besluitvorming. Zowel de Engelse als de Nederlandse tools zijn algemeen aanvaard; desondanks is er in Groot Brittannië een significante vooringenomenheid ontstaan. Dit komt hoofdzakelijk door de budgettaire tekorten aan de Engelse overheidszijde en het accountingvoordeel van off-balance verwerking van PFI s, waardoor de schuld niet meetelt over de eigen balans. De commissie heeft eventuele vooringenomenheid niet onderzocht voor Nederland of Delfland. De commissie heeft geen onderzoek gedaan naar de correctheid van de gestelde voor- en nadelen van de PPS-constructie ten tijde van de besluitvorming. Niet relevant voor de scope van deze commissie, tenzij door veranderingen in de waterketen onzekerheden in het gebruik zullen optreden. Ook relevant in relatie tot een eventuele uitbreiding van het contract. Relevant: De commissie heeft geen onderzoek gedaan naar de correctheid van de gestelde voor- en nadelen van de PPSconstructie ten tijde van de besluitvorming. Wel dienen deze inzichten te worden 39

40 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland unlikely to be fundamentally sound. The Treasury should seek to ensure that all assumptions in the VfM assessment that favour PFI are based on objective and high quality evidence. (Paragraph 81) 23 The Treasury should ensure that guidance regarding Optimism Bias is based on objective, high quality and, as far as possible, contemporary evidence. The Treasury should not approve the PFI projects of departments or public authorities that fail to produce such evidence in support of their Outline Business Cases. We believe that the comparison of procurement routes should take place on the basis of the PFI model and a public procurement model, in which there is a serious attempt to fix prices and therefore transfer risk. (Paragraph 84) 24 The current tax adjustment is not based on the best available evidence and acts to bias the assessment towards choosing PFI. Private companies entering into contracts with the public sector will quite reasonably seek to minimise their tax liabilities. Governments may also vary tax rates. The assessment exercise which evaluates the value for money of different procurement routes must take this into account. (Paragraph 87) 25 The National Audit Office should perform an independent analysis of the VfM assessment process and model for PFI. It should audit all of the assumptions within the model, and report on whether or not these are reasonable. This test of the VfM assessment model should, where possible, be based on representative and up to date samples of data. (Paragraph 89) 26 Sustainable investment in public infrastructure is important for the long term health of the economy. We also recognise the paramount importance at the current time of stabilising the public finances. The Treasury will need to consider using more direct government borrowing to fund new investment. gebruikt bij de overweging tot een eventuele uitbreiding van het contract. Relevant: De commissie heeft geen onderzoek gedaan naar de correctheid van de gestelde voor- en nadelen van de PPSconstructie ten tijde van de besluitvorming. Wel dienen deze inzichten te worden gebruikt bij de overweging tot een eventuele uitbreiding van het contract. Relevant als aandachtspunt voor onderzoek naar mogelijkheden voor financieringsconstruct en activa, dat uitgevoerd onder begeleiding van de portefeuillehouder van Financiën. Relevant: De commissie heeft geen onderzoek gedaan naar de correctheid van de gestelde voor- en nadelen van de PPSconstructie ten tijde van de besluitvorming. Wel dienen deze inzichten te worden gebruikt bij de overweging tot een eventuele uitbreiding van het contract. Niet relevant voor de scope van deze commissie. 40

41 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland Replacing some PFI with direct public sector investment would not necessarily result in a higher financial liability for the Exchequer. It would mean that the debt was more transparent, as it would be held directly by government rather than through the intermediary of an SPV. An increase in government debt to replace PFI investment should also not necessarily make it any harder to meet the fiscal mandate. Continuing to use an inefficient funding system such as PFI is likely in many cases to increase the overall burden on taxpayers for the provision of public sector capital projects. If, rather than using PFI, the lower financing costs of government are utilised, we have seen evidence that investment can be increased significantly for the same long term funding costs. (Paragraph 94) 27 PFI is a procurement model where the private sector manages the design, build, finance and operation (DBFO) of public infrastructure. If the public sector funds the investment this changes the financing element of the project but this can still accommodate a high level of private sector involvement. There may be merit in making more use of a design and build (DB) model using a fixed price contract to place risk with the private sector over the construction period. There will be other circumstances where a design, build and operate (DBO) model is most appropriate. Both the DB and DBO model allow government to benefit from its lower cost of funding while transferring significant risk to the private sector. (Paragraph 95) 28 The most straightforward way of dealing with current PFI contracts is for the government to buy up the debt (and possibly also the equity) once the construction stage is over. This would result in an increase in the headline level of government debt but it would not increase the structural deficit or prejudice the fiscal mandate as this debt would score as government borrowing for investment in the National Relevant als aandachtspunt voor onderzoek naar mogelijkheden voor financieringsconstruct en activa, dat uitgevoerd onder begeleiding van de portefeuillehouder van Financiën. Relevant als aandachtspunt voor onderzoek naar mogelijkheden voor financieringsconstruct en activa, dat uitgevoerd onder begeleiding van de portefeuillehouder van Financiën. 41

42 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland Accounts. Interest rates on the financing of the deals would fall significantly, releasing savings. Although government debt levels would be higher the public finances would not be any less sustainable. This is because it would become more affordable to service the visible government debt rather than the hidden PFI debt. Every one percentage point reduction in the interest rate paid on the estimated 40 billion of PFI debt would realise annual savings of 400 million. (Paragraph 98) 29 We welcome the work that the Treasury is doing with the PFI industry on drawing up a code of conduct. We believe that it is in the interest of the PFI industry to cooperate as fully as possible with the government in this regard. In 2002 the government reached a voluntary agreement with industry to share refinancing gains with the taxpayer. Therefore in principle there is no reason why a non-obligatory gain-sharing arrangement could not also be considered in relation to the gains on the sale of equity stakes. (Paragraph 105) 30 We recommend that HM Treasury collates and compares data to ensure that it gets a good price on any deals already being negotiated. It should benchmark operational costs of PFI projects with market prices outside PFI. It should also compare the equity returns of investors with other investments with a similar risk profile. It should publish as much of this information as is commercially possible. Far more transparency is required. The Treasury should consider whether this should extend to publishing data and costings on existing contracts, where commercially possible, in addition to what is already published. The Treasury should also consider introducing a mechanism for deals in procurement to ensure that any productivity gains are shared with the taxpayer over the life of the contract. Based on the analysis Relevant als aandachtspunt voor onderzoek naar mogelijkheden voor financieringsconstruct en activa, dat uitgevoerd onder begeleiding van de portefeuillehouder van Financiën. En tevens ingeval van onderzoek naar eventuele uitbreiding of aanbesteding van zuiveringstaken. Relevant: Openheid van kosten is van belang voor contractmanagement, het verkrijgen van commercieel inzicht en het genereren van concurrerende aanbiedingen van derden. 42

43 Overzicht van conclusies uit het onderzoek van House of Commons Treasury Committee; Private Finance Initiative. Seventeenth Report of Session (HC 1146) Nr. Engelse conclusie Relevantie voor onderzoek PPS / AHR Delfland presented in this Report, we ask the Government to give further consideration before proceeding with the procurement in its present form of the Royal Liverpool and Broadgreen Hospital in particular. (Paragraph 107) 31 The need to improve procurement and project management skills in the public sector is something that all are agreed on. In some ways PFI may have exacerbated problems in this area. Rather than focussing on improving procurement methods and project management, public sector clients attention has been diverted to financing arrangements and the other requirements unique to PFI. Owing to the complexity of PFI, the public sector has become too reliant on expensive external advisers. We are also concerned that PFI may have resulted in the balance of expertise within the centre of government being tilted too heavily towards financial skills with less input from those with experience in design and construction. (Paragraph 111) 32 While there is an understandable focus on the current high levels of government debt, the government and the citizens of the country have no proper understanding of the assets which accompany these liabilities there is no national balance sheet. The audited Whole of Government Accounts will be published for the first time later this year. This will provide further understanding of public sector organisations assets for financial reporting purposes. (Paragraph 115) 33 The Treasury should consult on the possibility of using other financing models, including the Regulatory Asset Base (RAB) and Local Asset Backed Vehicles (LABV), as a way of financing capital projects in competition or in preference to PFI. (Paragraph 121) Relevant voor contract & assetmanagement. Relevant: Informatiebeeld aan de VV kan worden verbeterd. Relevant voor contract & assetmanagement. 43

44 Aanbeveling 7 Omdat de leerpunten van de Engelse onderzoeken voor Delfland relevant zijn en het inzicht in de werking van het DBFO-contract kunnen vergroten, wordt aan de VV aanbevolen de Engelse onderzoeken te blijven volgen. 44

45 3. Tot slot Tijdens het onderzoek is de commissie al aan de slag gegaan met een verkenning naar de meer strategische aspecten die naar mening van de commissie in de PPS-constructie gebracht moeten worden. Op initiatief van de commissie is gezamenlijk met Delfluent een onderzoek gestart naar mogelijk besparingen als gevolg van herkapitalisatie van uitstaande leningen. Zoals eerder vermeld (conclusie 5) wordt dit onderzoek uitgevoerd onder leiding van de portefeuillehouder Financiën. Daarnaast onderzoekt Delfland in een separaat project verdere samenwerking in de afvalwaterketen. Dit project kent een aantal sporen: samenwerking met gemeenten binnen het Delflandse gebied, samenwerking met de gemeente Rotterdam en samenwerking tussen waterschappen. Delfluent is vanaf de start betrokken bij het project samenwerking in de afvalwaterketen. Samenwerking in de afvalwaterketen Er zijn twee vormen van samenwerking in de afvalwaterketen mogelijk: samenwerken met gemeenten (binnen het Delflandse gebied en met de gemeente Rotterdam) en samenwerken met waterschappen. Samenwerking met gemeenten De samenwerking tussen het Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeenten in het beheersgebied heeft betrekking op de uitvoering van de samenwerkingsafspraken uit het Bestuursakkoord water. Gemeenten en Delfland hebben gezamenlijke feitenonderzoeken uitgevoerd waarin een pallet aan mogelijkheden (inhoud en structuur) is uitgewerkt voor intensievere en minder vrijblijvende samenwerking. Gemeenten verkiezen vooralsnog op dit dossier een natuurlijke groei in de samenwerking, die van onderaf komt. Veel gemeenten zien een integrale keten als stip op de horizon waar langzaam en gestaag naar toe wordt gewerkt. In september 2012 heeft Delfland voor de eigen positie ook standpunten ingenomen ten aanzien van de interregionale samenwerking met de gemeenten: Zorgplichten staan niet ter discussie; Kosten besparen en proces optimaliseren in de gehele afvalwaterketen; Toegroeien naar een geïntegreerde afvalwaterketen. Resultaat ambtelijke quick scan samenwerking in de afvalwaterketen met waterschappen Een ambtelijk quick-scan onderzoek heeft diverse kansen en mogelijkheden in beeld gebracht om de interregionale samenwerking tussen de Hoogheemraadschappen van Rijnland, Schieland en de Krimpenerwaard en Delfland te versterken. In termen van kosten, kwaliteit en kwetsbaarheid zijn er voor alle drie de partijen positieve stappen te maken. Er zijn mogelijkheden in beeld gekomen om op het terrein van procesautomatisering, beheer, procesvoering en innovatie intensiever samen te werken waardoor eveneens een grote slag gemaakt kan worden met het uniformering en standaardisering van werkzaamheden. Verder is als veelbelovend geadviseerd om op korte termijn te starten met het uitwerken van een businesscase onder de noemer van een geïntegreerde unit zuiveringsbeheer. De interregionale samenwerking met de gemeenten en in het bijzonder de samenwerking met de twee buurwaterschappen verdienen nadere analyse en uitwerking. De businesscase voor een gezamenlijke unit zuiveringbeheer is kansrijk waarop energie is te genereren en biedt kansen om, op de schaal van Zuid Holland, met gemeenten samen te werken. Het biedt Delfland op termijn goede mogelijkheden om samen met de overheidspartners een stevige positie in de regio in te nemen, de kwaliteit van de dienstverlening voor de burgers van Zuid Holland voor de lange termijn te waarborgen en de kosten sterk te drukken. De diverse mogelijkheden zijn parallel uit te werken om in een later stadium keuzes te maken, ze eventueel bij elkaar te brengen en tot gezamenlijke besluitvorming over te gaan. Naast het onderzoek van de Onderzoekscommissie PPS/AHR loopt een onderzoek naar de samenwerking in de afvalwaterketen, als uitvloeisel van het Bestuursakkoord Water. De 45

46 onderzoekscommissie heeft geconcludeerd dat het project en de onderzoekslijn elkaar overlappen. Om die reden heeft de onderzoekscommissie besloten het werk dat in het kader van dat project wordt verzet, niet verder zelf uitvoeren. De onderzoekscommissie ondersteunt deze participatie en is benieuwd naar de resultaten van deze onderzoeken. De commissie verzoekt de conclusies en aanbevelingen van de Onderzoekscommissie in te brengen bij bovengenoemde onderzoeken. 46

47 DEEL 3: BIJLAGEN 47

Aan Verenigde Vergadering AANDELENTRANSACTIE DELFLUENT B.V.

Aan Verenigde Vergadering AANDELENTRANSACTIE DELFLUENT B.V. agendapunt 06.05 917448 Aan Verenigde Vergadering AANDELENTRANSACTIE DELFLUENT B.V. Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 17-2-2011 Kennis te nemen van de aandelentransactie Delfuent B.V. Besluit Verenigde

Nadere informatie

Afvalwater Haagse Regio Toekomstbestendig & Transparant eindrapportage deelproject 3 Strategisch Assetmanagement. Versie: 28 oktober 2014

Afvalwater Haagse Regio Toekomstbestendig & Transparant eindrapportage deelproject 3 Strategisch Assetmanagement. Versie: 28 oktober 2014 Afvalwater Haagse Regio Toekomstbestendig & Transparant eindrapportage deelproject 3 Strategisch Assetmanagement Versie: 28 oktober 2014 Inhoud 1. Inleiding 3 2. Afkortingen en begrippen 4 3. Assetmanagement:

Nadere informatie

Parafering besluit PFO End 22-11-2010 Gewijzigd akkoord - D&H 7-12-2010 - - D&H 21-12-2010 - Geparafeerd door: Bos, J.L.

Parafering besluit PFO End 22-11-2010 Gewijzigd akkoord - D&H 7-12-2010 - - D&H 21-12-2010 - Geparafeerd door: Bos, J.L. agendapunt 3.a.3 917448 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden AANDELENTRANSACTIE DELFLUENT B.V. Portefeuillehouder Ende, P. van der Datum 21 december 2010 Aard bespreking Besluitvormend Afstemming

Nadere informatie

Afvalwater Haagse Regio Toekomstbestendig & Transparant

Afvalwater Haagse Regio Toekomstbestendig & Transparant Afvalwater Haagse Regio Toekomstbestendig & Transparant Plan van aanpak voor het project AHR-T&T Opsteller: Joyce Rombouts Status: versie D&H Projectfase: Datum: 07-08-2013 Kopie: Opdrachtgever Opdrachtnemer

Nadere informatie

agendapunt B.11 Aan Verenigde Vergadering VASTGOEDZONE HARNASCHPOLDER, GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND

agendapunt B.11 Aan Verenigde Vergadering VASTGOEDZONE HARNASCHPOLDER, GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND agendapunt B.11 1171466 Aan Verenigde Vergadering VASTGOEDZONE HARNASCHPOLDER, GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 18-12-2014 Ter finale kwijting van een conflict met de gemeente

Nadere informatie

Raadsvoorstel ISE - Intentieovereenkomst

Raadsvoorstel ISE - Intentieovereenkomst gemeente Eindhoven 16R6733 Raadsnummer Inboeknummer 16bst00378 Beslisdatum B&W 22 maart 2016 Dossiernummer 16.12.252 Raadsvoorstel ISE - Intentieovereenkomst Inleiding In 2005 heeft uw gemeenteraad ingestemd

Nadere informatie

De opdrachtgever van DBFM(O)

De opdrachtgever van DBFM(O) De opdrachtgever van DBFM(O) Rob Peters DACE contactbijeenkomst Soest Innovatieve contractvormen DBFM(O) Innovatief aanbesteden Life cycle Fysieke beschikbaarheid Operationele beschikbaarheid Bezettingsgraad

Nadere informatie

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING

II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING II. VOORSTELLEN VOOR HERZIENING 2. VERSTEVIGING VAN RISICOMANAGEMENT Van belang is een goed samenspel tussen het bestuur, de raad van commissarissen en de auditcommissie, evenals goede communicatie met

Nadere informatie

Algemeen bestuur. Gemeenschappelijke regeling beheer Grondwateronttrekking Delft Noord. Bijlage: De vergadering wordt verzocht:

Algemeen bestuur. Gemeenschappelijke regeling beheer Grondwateronttrekking Delft Noord. Bijlage: De vergadering wordt verzocht: Gemeenschappelijke regeling beheer Grondwateronttrekking Delft Noord Algemeen bestuur AGENDAPUNT 9 Betreft: Begroting 2013 Kenmerk: Gr/2012/bo/0001/TAP 9 Van: J. Rombouts Bijlage: De vergadering wordt

Nadere informatie

agendapunt 06.07 Aan Verenigde Vergadering AANSLUITING BERKEL-RODENRIJS OP TRANSPORTSTELSEL HARNASCHPOLDER

agendapunt 06.07 Aan Verenigde Vergadering AANSLUITING BERKEL-RODENRIJS OP TRANSPORTSTELSEL HARNASCHPOLDER agendapunt 06.07 897703 Aan Verenigde Vergadering AANSLUITING BERKEL-RODENRIJS OP TRANSPORTSTELSEL HARNASCHPOLDER Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 28-10-2010 Kennis te nemen van: I. De geschiedenis

Nadere informatie

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan

Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht. Onderzoeksplan Onderwijshuisvestingsbeleid gemeente Utrecht Onderzoeksplan Rekenkamer Utrecht 16 februari 2009 1 Inleiding Vanuit de raadsfracties van het CDA en de VVD kwam in 2008 de suggestie aan de Rekenkamer om

Nadere informatie

Financiering van Openbare Duurzame Verlichting voor Gemeenten

Financiering van Openbare Duurzame Verlichting voor Gemeenten Financiering van Openbare Duurzame Verlichting voor Gemeenten Den Haag 9 september 2015 Intoductie BNG Bank Leo Valkenburg & Pieter Oppermann 2 Duurzame verlichting voor gemeenten Pieter Oppermann 01/03/2012

Nadere informatie

SAMENVATTING ANALYSERAPPORTAGES DBFO-CONTRACT DELFLAND - DELFLUENT

SAMENVATTING ANALYSERAPPORTAGES DBFO-CONTRACT DELFLAND - DELFLUENT agendapunt 05.04 914861 Aan Commissie Waterketen en Waterkeringen SAMENVATTING ANALYSERAPPORTAGES DBFO-CONTRACT DELFLAND - DELFLUENT Voorstel Commissie Waterketen en Waterkeringen 12-4-2011 Kennis te nemen

Nadere informatie

Opdrachtgever: Klaas de Veen. Externe betrokkenen: De uitkomsten van de tussentijdse controle 2016 zijn uitgebracht door Ernst & Young.

Opdrachtgever: Klaas de Veen. Externe betrokkenen: De uitkomsten van de tussentijdse controle 2016 zijn uitgebracht door Ernst & Young. Onderwerp: Uitkomsten tussentijdse controle 2016 Nummer: Bestuursstukken\2309 Agendapunt: 4 DB: Ja 13-02-2017 BPP: Nee Auditcommissie: 08-03-2017 VVSW: Nee AB: Nee Opsteller: Remco Hennipman, 0598-693794

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR

VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR VOORSTEL AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Vergadering : 15 maart 2016 Agendapunt : 4. Onderwerp : Mandaatbesluit herfinanciering leningen 2017 t/m 2023 Aandachtsveldhouder B.J. Bussink Informatie bij : H.W.C.

Nadere informatie

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018

Onderzoeksplan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 splan doeltreffendheid en doelmatigheid 2018 Gemeente Groningen Oktober 2017-1 - 1. Algemeen Op grond van artikel 213a Gemeentewet moet ons college periodiek onderzoek doen naar de doelmatigheid en doeltreffendheid

Nadere informatie

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer

Samengevoegd College Hageveld en Hageveld Beheer Jaarrekening Grondslagen Deze jaarrekening is in opdracht van het bestuur van de Stichting Hageveld Beheer en de Onderwijsstichting College Hageveld opgesteld door de Stichting Regionaal Onderwijsbureau

Nadere informatie

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN

VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Commissie Financiën en Bestuurlijke Zaken 23 februari 2016 VOORSTEL AAN HET COLLEGE VAN DIJKGRAAF EN HEEMRADEN Vergadering : 1 maart 2016 Agendapunt : Onderwerp : Mandaatbesluit herfinanciering leningen

Nadere informatie

DIRECTIESTATUUT VAN WONINGSTICHTING BARNEVELD TE BARNEVELD

DIRECTIESTATUUT VAN WONINGSTICHTING BARNEVELD TE BARNEVELD DIRECTIESTATUUT VAN WONINGSTICHTING BARNEVELD TE BARNEVELD Het bestuur Artikel 1 Conform artikel 5 lid 1 van de statuten wordt het bestuur van de stichting gevormd door de directeur. De directeur is belast

Nadere informatie

Onderzoeksresultaten Financiering 23 M5 metro voertuigen

Onderzoeksresultaten Financiering 23 M5 metro voertuigen Onderzoeksresultaten Financiering 23 M5 metro voertuigen Inleiding Het DB heeft op 7 juni 2012 besloten om een onderzoek te verrichten op welke wijze de jaarlijkse kapitaallasten voor het nieuwe metromaterieel

Nadere informatie

Verordening ex artikel 213a Gemeentewet. Informatievoorziening grondexploitaties

Verordening ex artikel 213a Gemeentewet. Informatievoorziening grondexploitaties Verordening ex artikel 213a Gemeentewet en Informatievoorziening grondexploitaties Kleine onderzoeken op twee domeinen Memorandum van het tiende, gecombineerde onderzoek van de Rekenkamercommissie van

Nadere informatie

BIJEENKOMST KMVG 26 JANUARI 2012 FREYA VAN DER KROEF, DIRECTEUR TENMAN BV. PPS-DBFM(O) kansen voor maatschappelijk vastgoed?

BIJEENKOMST KMVG 26 JANUARI 2012 FREYA VAN DER KROEF, DIRECTEUR TENMAN BV. PPS-DBFM(O) kansen voor maatschappelijk vastgoed? BIJEENKOMST KMVG 26 JANUARI 2012 FREYA VAN DER KROEF, DIRECTEUR TENMAN BV PPS-DBFM(O) kansen voor maatschappelijk vastgoed? OVERZICHT PRESENTATIE Wat is PPS Integrale contactvormen Kenmerken Toepassingen

Nadere informatie

Leningen en kasstromen

Leningen en kasstromen 2015 Leningen en kasstromen Onderzoek ikv artikel 213a van de gemeentewet Otto Mekel JS Consultancy 9/21/2015 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 2 1.1 Aanleiding van het onderzoek... 2 1.2 Onderzoeksvragen...

Nadere informatie

Onderwerp: exitstrategie De Meerlanden. Datum: mei 2013 (concept)

Onderwerp: exitstrategie De Meerlanden. Datum: mei 2013 (concept) Onderwerp: exitstrategie De Meerlanden Datum: mei 2013 (concept) 1. Vraagstelling: Door de commissie Ruimte is gevraagd een exitstrategie De Meerlanden uit te werken d.w.z. 1. verkoop aandelen De Meerlanden

Nadere informatie

Onderhoud Transportsysteem

Onderhoud Transportsysteem Onderhoud Transportsysteem Zes gemeenten en HHD hebben de afgelopen periode gezamenlijk onderzocht hoe samenwerking in het beheer en het onderhoud van de afvalwatertransportsystemen (bestaande uit gemalen

Nadere informatie

Parafering besluit D&H 13-10-2015 (Geen) Geparafeerd

Parafering besluit D&H 13-10-2015 (Geen) Geparafeerd agendapunt V.3.2 1223199 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden PROCESAANPAK HERFINANCIERING DBFO-CONTRACT Portefeuillehouder Olphen, J.W.A. van Datum 13 oktober 2015 Aard bespreking Besluitvormend

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE AVENTUS

REGLEMENT AUDITCOMMISSIE AVENTUS REGLEMENT AUDITCOMMISSIE AVENTUS CB14.129 notities 14 Aventus\CB14.129.reglement auditcommissie ROC Aventus PvB versie 1.0 goedgekeurd RvT 01.12.2014. INHOUDSOPGAVE ARTIKEL 1 VASTSTELLING EN REIKWIJDTE

Nadere informatie

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010:

Wij stellen de volgende data voor de oplevering van de planning en controlproducten 2010: Planning en controlcyclus 2010 Samenvatting In dit voorstel is de planning opgenomen van de planning- en controlproducten 2010: de jaarrekening 2009, de voorjaarsnota 2010, de kadernota 2011, de programmabegroting

Nadere informatie

Financiële uitgangspunten voor het contract Slim Verduurzamen Gemeentelijke Gebouwen (SVGG)

Financiële uitgangspunten voor het contract Slim Verduurzamen Gemeentelijke Gebouwen (SVGG) gemeente Eindhoven 16R6812 Raadsnummer Inboeknummer 16BST00686 Beslisdatum B&W 27 mei 2016 Dossiernummer 16.21.351 Raadsvoorstel Financiële uitgangspunten voor het contract Slim Verduurzamen Gemeentelijke

Nadere informatie

Parafering besluit PFO Olphen 10-03-2015 Conform Geparafeerd D&H 31-03-2015 Conform Geparafeerd door: Bos, J.L.

Parafering besluit PFO Olphen 10-03-2015 Conform Geparafeerd D&H 31-03-2015 Conform Geparafeerd door: Bos, J.L. agendapunt 3.b.4 1184113 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden ACTIEPLAN GASVEILIGHEID ZUIVERINGSINSTALLATIES DE GROOTE LUCHT, NIEUWE WATERWEG, HOUTRUST EN HARNASCHPOLDER Portefeuillehouder Olphen,

Nadere informatie

Doordecentralisatie. Inleiding

Doordecentralisatie. Inleiding Doordecentralisatie Inleiding In overleg met het college van bestuur van het Dockingacollege en de J.J. Boumanschool is het idee ontstaan om te gaan doordecentraliseren. Bij doordecentralisatie worden

Nadere informatie

Slimmer met vastgoed - innovatief aanbesteden. Een interactieve kennismaking met DBFMOcontracten

Slimmer met vastgoed - innovatief aanbesteden. Een interactieve kennismaking met DBFMOcontracten Slimmer met vastgoed - innovatief aanbesteden van Vliet Een interactieve kennismaking met DBFMOcontracten April 2011 7 april 2009 2 April 2011 - Slimmer met vastgoed - innovatief aanbesteden 3 April 2011

Nadere informatie

Planning & control cyclus

Planning & control cyclus Bijlage 2 behorende bij de kaderbrief 2015 Planning & control cyclus Spoorboek 1 2 Inleiding Dit spoorboek Planning & Control-cyclus dient als handvat en achtergrondinformatie voor de organisatie bij de

Nadere informatie

Oninbaar voorstel 2009

Oninbaar voorstel 2009 Oninbaar voorstel 2009 Portefeuillehouder: A.G Wiegman Vergaderdatum: 16 maart 2010 Agendapunt: Beleidsveld: Belastingen - Invordering Kenmerk D&H: 842143 Aard voorstel: Besluitvormend Kenmerk VV: Steller:

Nadere informatie

Eindrapportage toekomstbestendigheid DBFO-contract. 23 mei Vergaderdatum. Kenmerk VV : B.06. Agendapunt

Eindrapportage toekomstbestendigheid DBFO-contract. 23 mei Vergaderdatum. Kenmerk VV : B.06. Agendapunt Eindrapportage toekomstbestendigheid DBFO-contract Hoogheemraadschap van Kenmerk VV : 1067318 Beleidsveld : Gezuiverd afvalwater Vergaderdatum Agendapunt 23 mei 2013 B.06 De Verenigde Vergadering van,

Nadere informatie

agendapunt H.02 Aan Verenigde Vergadering

agendapunt H.02 Aan Verenigde Vergadering agendapunt H.02 1267231 Aan Verenigde Vergadering BIJSTELLEN INVESTERINGSPLAN EN KREDIETAANVRAAG 'BERGINGSGEBIED EN VISPAAIPLAATS MOLENVLIETPARK' (HOGE BROEKPOLDER, DEN HAAG) Gevraagd besluit Verenigde

Nadere informatie

agendapunt 04.B.07 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water VISIE EN STRATEGIE ROTTERDAMSE SAMENWERKING AFVALWATERKETEN

agendapunt 04.B.07 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water VISIE EN STRATEGIE ROTTERDAMSE SAMENWERKING AFVALWATERKETEN agendapunt 04.B.07 1253828 Aan Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water VISIE EN STRATEGIE ROTTERDAMSE SAMENWERKING AFVALWATERKETEN Voorstel Commissie Gezond, schoon en gezuiverd water 06-09-2016 Langetermijnvisie

Nadere informatie

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer)

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der Meer) Vergadering: 11 december 2012 Agendanummer: 12 Status: Besluitvormend Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar J. van der Meer, 0595 447719 E mail: gemeente@winsum.nl (t.a.v. J. van der

Nadere informatie

Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden

Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden 1 Introductie Een praktisch boek over contracteren en aanbesteden Dit boek gaat over het contracteren en aanbesteden van bouw- en infrastructurele projecten. Over wat er nodig is om op een doordachte en

Nadere informatie

RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie)

RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie) RAADSBERICHT (voor de leden van de raad en de algemene raadscommissie) Van Aan : het college van burgemeester en wethouders : de raads- en commissieleden Datum : 24 juni 2015 Nr. : 2015-67 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

Lening en subsidie Tafeltennis Nijmegen

Lening en subsidie Tafeltennis Nijmegen Openbaar Onderwerp Lening en subsidie Tafeltennis Nijmegen Programma Sport & Accommodaties BW-nummer Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting Tafeltennis Nijmegen heeft in 2009 een tafeltennishal

Nadere informatie

MVI Verklaring Leverancier - Alliander

MVI Verklaring Leverancier - Alliander MVI Verklaring Leverancier - Alliander Subtitel Eventueel logo leverancier en/of ketenpartners Datum Auteurs: Doel: Duidelijke omschrijving van het doel van deze MVI Verklaring. Onderstaande tekst kan

Nadere informatie

Regio Rivierenland Team Onderzoek & Ontwikkeling J.S. de Jongplein 2 4001 WG Tiel Telefoon 0344-638555. Businessplan: Basismobiliteit Fase 2

Regio Rivierenland Team Onderzoek & Ontwikkeling J.S. de Jongplein 2 4001 WG Tiel Telefoon 0344-638555. Businessplan: Basismobiliteit Fase 2 Regio Rivierenland Team Onderzoek & Ontwikkeling J.S. de Jongplein 2 4001 WG Tiel Telefoon 0344-638555 INHOUD 1. Basismobiliteit: wat is de huidige situatie?... 2 2. Waarom nu actie?... 2 3. De oplossing...

Nadere informatie

Nr Houten, 2 november 2010

Nr Houten, 2 november 2010 Raadsvoorstel Nr. 2010-052 Houten, 2 november 2010 Onderwerp: Openbare Verlichting Beslispunten: 1. Aan de raad voor te stellen in te stemmen met het verstrekken van een totaal aan kredieten van 3.895.000

Nadere informatie

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad 2 e tussentijdse rapportage 2012 Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad 1 Inhoudsopgave 1. Aanbieding... 3 2. Inleiding... 3 2.1. Doelstelling Willemsoord... 3 2.2. Toelichting in algemene zin op

Nadere informatie

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen:

II. De Nota risicomanagement Delfland vast te stellen met onder meer de volgende bepalingen: agendapunt B.05 1046082 Aan Verenigde Vergadering ONTWERP NOTA RISICOMANAGEMENT DELFLAND Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 05-06-2014 I. De Nota risico's en weerstandsvermogen Delfland, vastgesteld

Nadere informatie

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5

College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel. Ontwerpbesluit pag. 4. Toelichting pag. 5 2018MME22 College van Gedeputeerde Staten Statenvoorstel DATUM 19 december 2017 NUMMER PS AFDELING Domein Mobiliteit COMMISSIE MME STELLER Pauline Bredt DOORKIESNUMMER 06-22161118 DOCUMENTUMNUMMER 81C592AA

Nadere informatie

Zonnepanelen voor bedrijven in Coevorden. Exploitatieplan

Zonnepanelen voor bedrijven in Coevorden. Exploitatieplan Zonnepanelen voor bedrijven in Coevorden Versie 0.1 concept Exploitatieplan Datum 17 december 2013 Auteur Bert Strijker / Jankees Klapwijk Dit exploitatieplan beschrijft hoe Parkmanagement Coevorden het

Nadere informatie

Treasurystatuut Nordwin College

Treasurystatuut Nordwin College Treasurystatuut Nordwin College Vastgesteld bij RvT-besluit 24 november 2016 Treasurystatuut van Nordwin College gevestigd te Leeuwarden Het treasurystatuut kent de volgende opbouw: 1. inleiding 2. uitgangspunten,

Nadere informatie

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak

Rekenkamercommissie Onderzoeksaanpak Onderzoeksaanpak Rekenkameronderzoek Feitenrelaas Ligne Status Datum Omschrijving Door Status 26 maart 15 Onderzoeksplan Ligne TH Concept, ter bespreking in RKC 31-3-15 31 maart 15 Vaststelling onderzoeksplan

Nadere informatie

De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek naar de Jaarrekening 2013 zijn:

De belangrijkste uitkomsten van het onderzoek naar de Jaarrekening 2013 zijn: 1 SAMENVATTING Voor u ligt het rapport van bevindingen van de Algemene Rekenkamer Curaçao (de Rekenkamer) bij de Jaarrekening 2013 van Curaçao. In dit rapport presenteert de Rekenkamer de resultaten van

Nadere informatie

agendapunt 04.B.03 Aan Commissie Waterkwaliteit PROJECT AHR T&T - TWEEDE TRANCHE Voorstel Commissie Waterkwaliteit

agendapunt 04.B.03 Aan Commissie Waterkwaliteit PROJECT AHR T&T - TWEEDE TRANCHE Voorstel Commissie Waterkwaliteit agendapunt 04.B.03 1115213 Aan Commissie Waterkwaliteit PROJECT AHR T&T - TWEEDE TRANCHE Voorstel Commissie Waterkwaliteit 02-12-2014 I. De conclusies met betrekking tot de deelprojecten Strategisch assetmanagement

Nadere informatie

003. Openbare Verlichting

003. Openbare Verlichting 003. Openbare Verlichting Inhoudsopgave 003. Openbare Verlichting... 2 Raadsvoorstel Openbare Verlichting... 3 003. Openbare Verlichting 003. Openbare Verlichting Raadsvoorstel Openbare Verlichting Raadsvoorstel

Nadere informatie

Collegevoorstel BEDRIJFSVOERING. Ja, zonder beperkingen Dienstverlening. Afdeling Bedrijfsvoering. Pilot verloning payroll bij de WAA

Collegevoorstel BEDRIJFSVOERING. Ja, zonder beperkingen Dienstverlening. Afdeling Bedrijfsvoering. Pilot verloning payroll bij de WAA zaak_id bericht_nummer Collegevoorstel BEDRIJFSVOERING Reg.nr. 12-7774 B&W d.d. Openbaar Programma Ja, zonder beperkingen Dienstverlening DT d.d. OR d.d. B&W d.d. OR d.d. Raad Raadsdocumenten d.d. 12-03-2012

Nadere informatie

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST REGIONAAL ONDERSTEUNINGSBUREAU RIJK VAN NIJMEGEN

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST REGIONAAL ONDERSTEUNINGSBUREAU RIJK VAN NIJMEGEN Onderwerp : Samenwerkingsovereenkomst Regionaal Ondersteuningsbureau Rijk van Nijmegen 2019 Registratienummer : at19000079 Registratiecode : *at19000079* Auteur : André Goudriaan Status : Openbaar SAMENWERKINGSOVEREENKOMST

Nadere informatie

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen.

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen. Onderhandelingsakkoord tussen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het dagelijks bestuur van het Korpsbeheerdersberaad i.o. inzake het pakket aan maatregelen en afspraken in het

Nadere informatie

2. Aangaan additionele financiering bij de Nederlandse Waterschapsbank ter hoogte van 281 mln, bestaande uit leningdelen A1, A2, A3 en B

2. Aangaan additionele financiering bij de Nederlandse Waterschapsbank ter hoogte van 281 mln, bestaande uit leningdelen A1, A2, A3 en B agendapunt B.04 1256086 Aan Verenigde Vergadering HERFINANCIERING PPS AFVALWATER HAAGSE REGIO Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 26-05-2016 1. het vaststellen van het supplemental agreement PPS dd

Nadere informatie

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad

Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad Tussentijdse rapportage 2012 Willemsoord BV Rapportage aan de gemeenteraad 1 Inhoudsopgave 1. Aanbieding... 3 2. Inleiding... 3 2.1. Doelstelling Willemsoord... 3 2.2. Toelichting in algemene zin op de

Nadere informatie

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2013

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2013 Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL te Amsterdam Jaarrekening 2013 Inhoudsopgave Blad Verslag van het Bestuur 2 Jaarrekening Balans per 31 december 2013 4 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

Vergadernotitie voor de Drechtraad van 18 juni 2008

Vergadernotitie voor de Drechtraad van 18 juni 2008 bijlage 10 Vergadernotitie voor de Drechtraad van 18 juni 2008 Onderwerp Begrotingswijziging 2008 Service Centrum Drechtsteden agendapunt 10 datum 19 mei 2008 steller J. van Dijk doorkiesnummer 078 6398513

Nadere informatie

Vergelijkende businesscase

Vergelijkende businesscase Een vergelijking op financiële en bedrijfseconomische aspecten van de verschillende afvalwaterzuiveringsinstallaties Dit rapport heeft 73 pagina s.docx 2013 KPMG N.V., een Nederlandse naamloze vennootschap,

Nadere informatie

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013.

1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende begroting 2013. RAADSVOORSTEL Besluitvormend Aan de Raad Instemmen met reactie provincie op programmabegroting 2013. Agenda nr.6 1. Samenvatting In dit voorstel wordt ingegaan op de reactie van de provincie bij de ingediende

Nadere informatie

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2012

Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL. te Amsterdam. Jaarrekening 2012 Stichting Bewaarder BNP Paribas Beleggingsfondsen NL te Amsterdam Jaarrekening 2012 Inhoudsopgave Blad Verslag van het Bestuur 2 Jaarrekening Balans per 31 december 2012 4 Staat van baten en lasten over

Nadere informatie

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels Gemeente Albrandswaard Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels Gemeente Albrandswaard Datum: 18 mei 2012 Afdeling: Bestuur, team ontwikkeling Afdelingshoofd:

Nadere informatie

Uitkering superdividend aan EZ 20.000.000 EZ opteert voor uitbetaling in twee tranches: - 10.000.000 in 2015-10.000.000 in 2016

Uitkering superdividend aan EZ 20.000.000 EZ opteert voor uitbetaling in twee tranches: - 10.000.000 in 2015-10.000.000 in 2016 Concept tekst Bestuurlijk Principeakkoord EZ Noord Nederland inzake NOM. Versie 12 april 2016 (inclusief aanvullende afspraken m.b.t. Onderneming X) 1. De provincies Fryslân, Groningen en Drenthe enerzijds

Nadere informatie

Contractmanagement en contractbeheer

Contractmanagement en contractbeheer Ir. ing. D. Mostert, DME Advies If you are not in control of your contracts, you are not in control of your business (Gartner) Uitbesteding op diverse gebieden neemt een grote vlucht. Steeds vaker wordt

Nadere informatie

Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16)

Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16) Treasurystatuut Samenwerkingsverband Driegang (SWV 28-16) Vastgesteld door het bestuur d.d. 12/12/2016, goedkeuring door ALV d.d. 18/05/2017 Inleiding Dit statuut bevat de algemene grondslagen en beginselen

Nadere informatie

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Gouwe-Rijnland (BSGR), gelet op: Artikel 212 van de Gemeentewet; Het Waterschapsbesluit;

Nadere informatie

Rekenkamercommissie. !! Hofhoek 5!!! 3176 PD Poortugaal! Onderzoek rekenkamercommissie!!! naar gemeentelijke garantstellingen!

Rekenkamercommissie. !! Hofhoek 5!!! 3176 PD Poortugaal! Onderzoek rekenkamercommissie!!! naar gemeentelijke garantstellingen! Aan: De gemeenteraad van Albrandswaard Rekenkamercommissie Hofhoek 5 3176 PD Poortugaal Datum: 7 mei 2014 Betreft: Onderzoek rekenkamercommissie naar gemeentelijke garantstellingen Geachte leden van de

Nadere informatie

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten

De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten De kaderstellende rol van de raad bij complexe projecten Basisschool Aan de Bron en sporthal op het voormalige WML-terrein Onderzoeksopzet Rekenkamer Weert 16 december 2007 Inhoudsopgave 1. Achtergrond

Nadere informatie

meer werk of meerwaarde? Pps bij scholenbouw in Nederland

meer werk of meerwaarde? Pps bij scholenbouw in Nederland meer werk of meerwaarde? Pps bij scholenbouw in Nederland Overweegt u nieuwbouw of renovatie van een school? Deze folder geeft u inzicht in wat publiekprivate samenwerking (pps) bij scholen inhoudt. Wanneer

Nadere informatie

Hoogheemraadschap van Delfland

Hoogheemraadschap van Delfland J^tA/ü4U^ Beleidsveld: Aard voorstel: Besluitvormend Vergaderdatum: 18 december 2008 Kenmerk VV: 710059 Aantal bijlagen: 1 Aan de verenigde vergadering van Delfland, Besluit: - het geactualiseerde normenkader

Nadere informatie

AANVRAGEN AANVULLENDE INVESTERINGSPLANNEN EN KREDIETEN IN HET KADER VAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN

AANVRAGEN AANVULLENDE INVESTERINGSPLANNEN EN KREDIETEN IN HET KADER VAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN agendapunt H.08 855344 Aan Verenigde Vergadering AANVRAGEN AANVULLENDE INVESTERINGSPLANNEN EN KREDIETEN IN HET KADER VAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 1-7-2010 De aanvraag

Nadere informatie

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 31 oktober 2006;

op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 31 oktober 2006; De verenigde vergadering van Schieland en de Krimpenerwaard; op voordracht van dijkgraaf en hoogheemraden van Schieland en de Krimpenerwaard van 31 oktober 2006; Gelet op - de artikelen 56, eerste lid

Nadere informatie

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging

Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Bestuursreglement voor de Nederlandse Uitdaging Vastgesteld door het bestuur op: 30 december 2014 HOOFDSTUK I. ALGEMEEN Artikel 1. Begrippen en terminologie Dit reglement is opgesteld en vastgesteld ingevolge

Nadere informatie

Bestuursreglement. Woningstichting Heteren

Bestuursreglement. Woningstichting Heteren Bestuursreglement Woningstichting Heteren Status: Definitief, 11 februari 2014 Bestuursreglement Woningstichting Heteren 1 Doel en reikwijdte 1. Dit reglement is vastgesteld door het bestuur op 4 februari

Nadere informatie

Aan Verenigde Vergadering INVESTERINGSPLAN EN KREDIET VOOR UITVOEREN AFSLUITINGEN VERVALLEN TRANSPORTLEIDINGEN AHR

Aan Verenigde Vergadering INVESTERINGSPLAN EN KREDIET VOOR UITVOEREN AFSLUITINGEN VERVALLEN TRANSPORTLEIDINGEN AHR agendapunt H.02 987352 Aan Verenigde Vergadering INVESTERINGSPLAN EN KREDIET VOOR UITVOEREN AFSLUITINGEN VERVALLEN TRANSPORTLEIDINGEN AHR Gevraagd besluit Verenigde Vergadering 19-4-2012 I. Het investeringsplan

Nadere informatie

De Drieslag, een streep er door. en verder gaan

De Drieslag, een streep er door. en verder gaan 2012 De Drieslag, een streep er door. en verder gaan College van B&W Gemeente Ommen 14-3-2012 Inhoud Leeswijzer...2 Hoofdstuk 1 Wat was het doel...2 Hoofdstuk 2 Wat is er bereikt...2 Hoofdstuk 3 Wat is

Nadere informatie

Delfland. Delfluent BV t.a.v. de heer H de Kraa Postbus AD DELFT. Toekomstagenda afvalwatersysteem Delfland. Geachte heer De Kraa,

Delfland. Delfluent BV t.a.v. de heer H de Kraa Postbus AD DELFT. Toekomstagenda afvalwatersysteem Delfland. Geachte heer De Kraa, Delfluent BV t.a.v. de heer H de Kraa Postbus 180 2600 AD DELFT Delfland ONS KENMERK 1244504 DELFT 23 februari 2016 ONDERWERP Toekomstagenda afvalwatersysteem Delfland Geachte heer De Kraa, In 2013 heeft

Nadere informatie

Burgemeester en Wethouders

Burgemeester en Wethouders Burgemeester en Wethouders B en W nr. 13.0074 d.d. 29-1-2013 Onderwerp Brief aan de raad inzake Exploitatie en Beheer Brede School Leiden Noord (Het Gebouw) Besluiten:Behouden s advies van de commissie

Nadere informatie

Hindu Swayamsevak Sangh. Financieel Jaarverslag 2012

Hindu Swayamsevak Sangh. Financieel Jaarverslag 2012 Hindu Swayamsevak Sangh Financieel Jaarverslag 2012 Inhoudsopgave Balans per 31 december... 2 Resultatenrekening 2010... 6 Waarderingsgrondslag... 9 ~ 1 ~ Balans per 31 december Activa Passiva Vaste activa

Nadere informatie

Voorgesteld wordt om met voorliggende overeenkomst in te stemmen en deze door de gemeente en de Stichting Combibrug te laten ondertekenen.

Voorgesteld wordt om met voorliggende overeenkomst in te stemmen en deze door de gemeente en de Stichting Combibrug te laten ondertekenen. VOORSTEL OPSCHRIFT Vergadering van 24 november 2015 Besluit nummer: 2015_BW_00888 Onderwerp: Overeenkomst Stichting Combibrug 2016-2018 - Besluitvormend Beknopte samenvatting: Op 30 april 2015 is in de

Nadere informatie

Financieel Jaarverslag 2015 en Begroting Tennisclub Ootmarsum

Financieel Jaarverslag 2015 en Begroting Tennisclub Ootmarsum Financieel Jaarverslag 2015 en Begroting 2016 Tennisclub Ootmarsum Inhoud 1. Overzicht Resultatenrekening en begroting 2. Overzicht Balans 3. Overzicht ledenaantal 4. Toelichting Resultatenrekening 2015

Nadere informatie

Mem o G e h e i m. Datum 16 mei 2012. Aan De leden van de gemeenteraad. Van College/wethouder Van Leeuwen. Onderwerp GGD ZHW

Mem o G e h e i m. Datum 16 mei 2012. Aan De leden van de gemeenteraad. Van College/wethouder Van Leeuwen. Onderwerp GGD ZHW Directie Inwoners Postbus 15 2700 AA Zoetermeer Mem o G e h e i m Aan De leden van de gemeenteraad Datum 16 mei 2012 Van College/wethouder Van Leeuwen Onderwerp GGD ZHW Inleiding De afgelopen maanden is

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL Hart van Austerlitz, garantstelling voor de te sluiten hypotheek voor de koop van acht woningen bestemd voor ouderen

RAADSVOORSTEL Hart van Austerlitz, garantstelling voor de te sluiten hypotheek voor de koop van acht woningen bestemd voor ouderen RAADSVOORSTEL Hart van Austerlitz, garantstelling voor de te sluiten hypotheek voor de koop van acht woningen bestemd voor ouderen Portefeuillehouder Sander Jansen Ronde Tafel 30 maart 2017 Opsteller D.

Nadere informatie

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T

Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Werkveld Datum Instemming/Advies GMR Vastgesteld R v T Organisatie Januari 2012 nvt 18 Januari 2012 Zelfevaluatie Raad van Toezicht Organisatie/Zelfevaluatie Inhoudsopgave 1. PROCEDURE ZELFEVALUATIE RAAD

Nadere informatie

Vastleggen budget Openbare verlichting

Vastleggen budget Openbare verlichting Openbaar Onderwerp Vastleggen budget Openbare verlichting Programma Openbare Ruimte Portefeuillehouder R. Helmer-Englebert Samenvatting Kwaliteitsverbeteringen door investeringen van de markt in ruil voor

Nadere informatie

Uitvoeringsbeleid Treasury. Gemeente Emmen 2016

Uitvoeringsbeleid Treasury. Gemeente Emmen 2016 Uitvoeringsbeleid Treasury Gemeente Emmen 2016 Vastgesteld in het college van 5 juli 2016 Geldend vanaf 1 januari 2016 Inhoudsopgave A) Algemene kaders en uitgangspunten... 3 B) Betalingsverkeer... 3 C)

Nadere informatie

Tekst Bestuurlijk Principeakkoord EZ <-> Noord Nederland inzake NOM. Versie 19 april 2016 (inclusief aanvullende afspraken m.b.t.

Tekst Bestuurlijk Principeakkoord EZ <-> Noord Nederland inzake NOM. Versie 19 april 2016 (inclusief aanvullende afspraken m.b.t. Tekst Bestuurlijk Principeakkoord EZ Noord Nederland inzake NOM. Versie 19 april 2016 (inclusief aanvullende afspraken m.b.t. Onderneming X) 1. De provincies Fryslân, Groningen en Drenthe enerzijds

Nadere informatie

Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO

Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO Zienswijzen gemeenteraden ontwerpbegroting 2016 VRBZO Overzicht zienswijzen gemeenteraden op de ontwerpbegroting 2016 van VRBZO en suggesties daarbij voor behandeling en respons aan de raden. Bij de gemeentenaam

Nadere informatie

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân Het algemeen bestuur van Wetterskip Fryslân, gelet op: artikel 5.1 van het reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur; de rol van het

Nadere informatie

agendapunt 3.b.12 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STRATEGISCH KETENPLAN NETWERK AFVALWATERKETEN DELFLAND Datum 10 november 2015

agendapunt 3.b.12 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STRATEGISCH KETENPLAN NETWERK AFVALWATERKETEN DELFLAND Datum 10 november 2015 agendapunt 3.b.12 1220707 Aan College van Dijkgraaf en Hoogheemraden STRATEGISCH KETENPLAN NETWERK AFVALWATERKETEN DELFLAND Portefeuillehouder Olphen, J.W.A. van Datum 10 november 2015 Aard bespreking

Nadere informatie

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT

Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT werkveld datum Instemming/advies GMR Vaststelling RvT Vastgesteld CvB Organisatie 28-11-2012 n.v.t. 28-11-2012 n.v.t. Zelfevaluatie Raad van Toezicht RvT Inhoudsopgave 1. Procedure zelfevaluatie Raad van

Nadere informatie

openbaar lichaam vuilverbrandingsinstallatie alkmaar en omstreken

openbaar lichaam vuilverbrandingsinstallatie alkmaar en omstreken KADERNOTA 2019 openbaar lichaam vuilverbrandingsinstallatie alkmaar en omstreken Opgesteld door W l Alkmaar e o Datum december 2017 Versie 1 0 1 Vaststelling Kadernota 2019 Vastgesteld door de Algemene

Nadere informatie

4 juni Ministerie van Financiën, PPS & Asset management

4 juni Ministerie van Financiën, PPS & Asset management De Waarheid over DBFM PIANOo-congres 4 juni 2009 Wie zijn wij? Erik Jan Snik Merlijn Nijhof Ministerie van Financiën, PPS & Asset management www.minfin.nl/onderwerpen/publiek_private_samenwerking Voorheen:

Nadere informatie

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE > Retouradres Postbus 20201 2500 EE Den Haag Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGE Korte Voorhout 7 2511 CW Den Haag Postbus 20201 2500 EE Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

1/2. Staten-Generaal Nationalisatie SNS REAAL. Vergaderjaar B/ Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

1/2. Staten-Generaal Nationalisatie SNS REAAL. Vergaderjaar B/ Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Staten-Generaal 1/2 Vergaderjaar 2014 2015 33 532 Nationalisatie SNS REAAL B/ Nr. 47 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN Ter griffie van de Eerste en van de Tweede Kamer der Staten-Generaal ontvangen op

Nadere informatie

Plan van aanpak onderzoek grote projecten gemeente Delft Maart 2015

Plan van aanpak onderzoek grote projecten gemeente Delft Maart 2015 Plan van aanpak onderzoek grote projecten gemeente Delft Maart 2015 1. Beschrijving werkzaamheden werkgroep Bij motie d.d. 18 december 2014 (zie hier) heeft de gemeenteraad van Delft besloten tot het instellen

Nadere informatie