- Schoolrapportage Voortgezet onderwijs Excellente Scholen Leerlingenaantal 1530 (door de school zelf opgegeven, april 2014)

Transcriptie

1 Schoolrapportage 1. Achtergrondgegevens van de school Gegevens van de school: 20BK Aanvrager Locatie Adres Aangemelde schoolsoort Stedelijk College mw. Ingrid van Zuijdam Henegouwenlaan Henegouwenlaan Eindhoven Vwo Leerlingenaantal 1530 (door de school zelf opgegeven, april 2014) Bestuur: Stichting Primair en Voortgezet Onderwijs Zuid-Nederland In januari 2014 is aan deze afdeling van Stedelijk College het predicaat Excellente School 2013 uitgereikt. Het Stedelijk College Eindhoven is een brede scholengemeenschap met drie locaties. Naast de vmbo-, havo- en vwo-opleidingen zijn er een internationale afdeling voor voortgezet tweetalig onderwijs (tto) in havo en vwo en een Engelstalig vmbo. Het predicaat Excellente School voor de vwo-afdeling heeft veel reacties losgemaakt. Tijdens de open dagen kwamen er bijvoorbeeld aanmerkelijk meer bezoekers. Ook is de aanmelding van nieuwe leerlingen gestegen. Op 1 oktober 2013 was het leerlingaantal 1538, dit schooljaar begon met 1548 leerlingen. Behalve voor vwo hoopt de school dit jaar ook voor havo en vmbo-t het predicaat te behalen. Deze rapportage richt zich op het vwo. 2. Motivatie van de school De onderbouwing die het Stedelijk College bij de aanmelding als kandidaat Excellente School 2014 gaf, luidt als volgt. Onze vwo-afdeling kenmerkt zich door WON-onderwijs (Wetenschapsoriëntatie Nederland) en tweetalig onderwijs. In het afgelopen jaar hebben we weer uitstekende resultaten behaald. De slaagpercentages zijn van 86 naar 95% geslaagden opgehoogd en het verschil SE-CE is gereduceerd tot 0,06 in De absolute CE-cijfers zijn met 6,52 gemiddeld over drie jaar boven de norm, de doorstroom bovenbouw is verbeterd. Dit uit zich dit schooljaar ook in een gegroeide aanmelding nieuwe leerlingen voor onze (t)vwo-afdeling. Bovendien zijn we in het tweetalig vwo onderbouwteam gestart met een traject hoogbegaafdheid gericht op het herkennen, erkennen en leren omgaan met (hoog)begaafde leerlingen. Ook collega s bovenbouw zijn hierbij al betrokken. De tevredenheidonderzoeken onder ouders en leerlingen zijn bijzonder gunstig. Tegelijkertijd is er op onze vwo-afdeling WON een verdergaande pilot gaande met gedigitaliseerd onderwijs die als voorbeeld gaat dienen voor uitbreiding in de gehele school. De cito-vas-toetsen zijn in de gehele onderbouw ingevoerd en er is een visiestuk ontwikkeld om deze toetsen en de resultaten ervan in te bedden in ons onderwijssysteem. Er is een speciale functionaris aangewezen die de leerlingen ondersteunt bij de keuze voor een studie in het buitenland, onze teamleider bovenbouw tvwo is gastdocent bij de cursus tto-coördinator, onze teamleider vwo-won wordt regionaal en landelijk ingezet bij de ondersteuning van andere scholen bij de ontwikkeling van WON. 1

2 3. De resultaten, breed opgevat (Criterium 1) Hierbij onderscheidt de jury drie gebieden: 1. resultaten op de kernvakken: Nederlands, Engels, wiskunde en rekenen; 2. resultaten op de andere vakken en leergebieden; 3. resultaten op aanvullende gebieden zoals burgerschap, sociaal-emotionele vorming, culturele vorming, redzaamheid, internationale oriëntatie. 3.1 Resultaten op de kernvakken (Indicator I) Hieronder geven we een overzicht van de resultaten van het Stedelijk College over de periode die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Hierbij is gebruik gemaakt van de ruwe scores. Resultaatgegevens afkomstig van de Inspectie Vwo Rendement onderbouw* 2,7 Rendement bovenbouw* 3,3 Gemiddelde centraal examen* 3,3 Gemiddeld verschil CE en SE** 0,23 * Gemiddelde van de score op een vijfpuntsschaal ** Gemiddelde over de periode Gemiddeld cijfer CE 2011 Gemiddeld cijfer CE 2012 Gemiddeld cijfer CE 2013 Gemiddeld cijfer CE 2014 Vwo 6,5 6,5 6,6 6,3 Op grond van de resultaten die het Stedelijk College in 2011, 2012 en 2013 heeft behaald, stond de school niet in een voorselectie die de Inspectie van het Onderwijs aan de jury heeft verstrekt. Als recente ontwikkeling binnen deze indicator noemde de school in het aanmeldingsformulier het volgende. Schoolbreed hebben we in de onderbouw de cito-vas-toetsen ingevoerd. Er is een pedaccer (onderwijskundige) actief met het inbedden van deze toetsen aan de hand van een visiestuk. De resultaten van de kernvakken op het CE vertonen in de tijd een stijgende lijn (zie Vensters voor Verantwoording) en steken gunstig af bij het landelijk gemiddelde. In een gesprek met het Steunpunt taal en rekenen vo kregen we veel waardering voor de aanpak van ons rekenbeleid. De pilot rekentoetsen zijn afgerond op het landelijk gemiddelde. Het gemiddelde CE-cijfer van de vwo-afdeling in 2014 is 6,28. Het landelijk gemiddelde CE in 2014 is 6,4. De kwaliteit van de opbrengsten, waarin begrepen rendement onder- en bovenbouw, het gemiddelde CE-cijfer, de discrepanties tussen CE- en SE-cijfer, gemeten over een periode van drie jaren (2011, 2012, 203) is gemiddeld. In 2014 scoorden de kernvakken Engels en Nederlands onder het gemiddelde, het vak wiskunde scoorde gemiddeld. De resultaten van de overige vakken komen overeen met het gemiddelde. In 2014 lagen de examenresultaten iets onder het gemiddelde. Het geslaagdenpercentage van het vwo in 2014 was 88,6%, landelijk bedroeg dit 2

3 89,9% (bron: Vensters voor Verantwoording). Reflectie Score Dronkers 2013 Waardering Elsevier Resultaten op andere leergebieden uit het standaardcurriculum (Indicator II) Als recente ontwikkeling noemt de school in de aanmelding het volgende. De resultaten voor Latijn en Grieks vertonen een sterk stijgende lijn (Vensters voor Verantwoording). Het gemiddelde cijfer CE zit over drie jaar met 6,52 boven de norm. De diverse vakken maken steeds meer gebruik van de WOLFrapportages bij het stellen van hun doelen en het bijstellen van het PTA. De teamleiders zijn geschoold in het gebruik van het programma Cum Laude om tussentijds bij te kunnen sturen. We hebben rekenplusuren en spreekuren voor leerlingen met achterstanden op het gebied van rekenen. De delegatie van de jury herkent tijdens het schoolbezoek bovenstaand beeld van de school met betrekking tot de talrijke initiatieven die de school heeft ontplooid om de leeropbrengsten te verbeteren, met name: cito-vas, auditrapporten op basis van inspectiekader, tevredenheidonderzoeken, WOLF, Cum Laude, Vensters voor Verantwoording, IB English-resultaten en Cambridge Checkpoint als het om de tweetalige afdelingen gaat. Latijn scoorde in 2014 bovengemiddeld, de gegevens van Grieks ontbreken nog. De meerderheid van de overige vakken scoorde in 2014 iets onder het landelijk gemiddelde. 3.3 Resultaten op aanvullende leergebieden (Indicator III) Als recente ontwikkeling binnen deze indicator beschrijft de school in de aanmelding het volgende. We hebben de internationale orientatie in de vorm van het EIO-portfolio verder uitgediept. Leerlingen verzamelen bewijslast voor hun internationale oriëntatie. We vullen de uitwisselingen aan met maatschappelijke taken zoals werken in de slums/een weeshuis van India en Peru. Er is een actieve debatgroep en een groep die in samenwerking met de universiteit recensies leert schrijven samen met de echte schrijvers. We stimuleren door middel van een speciale functionaris het studeren in het buitenland, en de leerlingen op tvwo zijn verplicht een buitenlandse stage te doen. In het reguliere vwo is een uitwisseling met Indonesië gestart en uitgevoerd. De vwo-afdeling van de school heeft een aantrekkelijk extracurriculair aanbod in de vorm van bovenstaande activiteiten, waarbij leerlingen over delen van de wereld uitzwerven. De leerlingen die erbij betrokken zijn, vinden dat dit aanbod aantrekkelijke mogelijkheden biedt om hun belangstelling en talenten verder te ontwikkelen. Dit is een sterk punt van deze school. 4. De omstandigheden waarbinnen de school werkt (Criterium 2) 4.1 Leerlingkenmerken en procesinrichting (Indicator IV) Bij haar aanmelding noemt het Stedelijk College als recente ontwikkeling binnen 3

4 deze indicator het volgende. In het tweetalig vwo onderbouw zijn veel zeer begaafde leerlingen aanwezig. Aanvankelijk leek het programma van deze afdeling voldoende uitdagend. Toch zijn er leerlingen die hieraan niet genoeg hebben. We zijn om die reden een traject (hoog)begaafdheid gestart, gericht op het herkennen, erkennen en leren omgaan met deze groep. Ook wat betreft zorg aan leerlingen met sociaalemotionele problematiek hebben we beter en sneller in beeld wat de mogelijkheden zijn. Op het tweetalig onderwijs wordt veel gekozen voor N&T en N&G. We hebben daarom een uitgebreide science-afdeling ingericht met mogelijkheden voor onderzoek en zelfwerkzaamheid. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek kennis genomen van de ontwikkeling van het programma dat gericht is op een betere herkenning van hoogbegaafden. De sociaal-emotionele problematiek is op deze school in goede handen; er is aanzienlijke deskundigheid bij het team. De zorg wordt planmatig geboden. Met haar scienceprogramma speelt de school goed in op de vraag naar hooggeschoold personeel in de succesvolle bedrijven rondom Eindhoven. 4.2 Leerlingkenmerken en resultaten (Indicator V) In het aanmeldingsformulier meldt de school als recente ontwikkeling het volgende. Het tweetalig onderwijs en WON vergen van de leerlingen meer inzet op een breed aspect van vaardigheden (onder andere presentatievaardigheden, onderzoeksvaardigheden, kennis opdoen in een andere taal). Dit gaat niet ten koste van het resultaat op de kernvakken of andere vakken. Lange tijd is gedacht dat het Nederlands zou lijden onder het tweetalig onderwijs. Dat is niet het geval! De delegatie van de jury stelt tijdens het schoolbezoek vast dat de school naast kennisoverdracht in toenemende mate aandacht besteedt aan het ontwikkelen van relevante vaardigheden, opdat de leerlingen beter voorbereid worden op het hoger onderwijs en werk. Uit het mentorenoverleg, waarin leerlingen worden besproken, komt naar voren welke leerlingen speciale aandacht nodig hebben. Daarnaast onderzoeken psychologen alle leerlingen. Door de cito-vas-toetsen heeft de school inzicht in welke leerlingen achterstanden hebben. Tijdens begeleidingsuren (plusuren) voor leerlingen met leerachterstanden wordt extra aandacht besteed aan de verschillende domeinen binnen Nederlands en rekenen. Er is een taalbeleidsplan opgesteld, waarin aandacht is voor het vergroten van de woordenschat van de leerlingen. Docenten letten er bij het opstellen van toetsen op dat zij aandacht besteden aan dit aspect. Dyslectische leerlingen krijgen een specifieke begeleiding. 4.3 Benutting van het inzicht in leerwinst bij onderscheiden categorieën leerlingen (Indicator VI) In de aanmelding beschrijft de school de volgende recente ontwikkeling. Dit aspect wordt op dit moment versterkt door het gebruik en de analyse van de resultaten van de cito-vas-toetsen. Een van onze schoolbrede doelstellingen van dit schooljaar is het geven van effectieve feedback. Dit wordt door de teams 4

5 verder uitgewerkt. Verder hebben we bij het afsluiten van de ondersteuning van zorgleerlingen nu ook een evaluatie ervan en een beoordeling van het effect op de leerwinst. De plusuren van het eerste leerjaar zijn gebaseerd op de resultaten van het eerste halfjaar van de leerlingen in combinatie met dossieronderzoek van die leerling. De docenten geven aan dat er de pedaccers (onderwijskundig geschoolde docenten) analyses maken van de vorderingen van de leerlingen. Er wordt gebruik gemaakt van de verschillende cito-vas-toetsen voor Nederlands, rekenen en Engels. Gedurende het eerste leerjaar worden in plusuren de achterstanden voor deze vakken zo veel mogelijk weggewerkt. Gemiddelde van de cijfers bij het centraal examen van de 20% beste leerlingen (2013, gegevens Duo) Nederlands 7,44 Engels 7,8 Wiskunde 8,03 Gemiddelde avo-vakken 7,69 5. De inrichting van het onderwijsproces (Criterium 3) 5.1 Schoolspecifieke aanpak en proceskwaliteit (Indicator VII) In haar aanmeldingsformulier geeft het Stedelijk College als recente ontwikkeling binnen deze indicator het volgende aan. De school doet binnen Orion-verband al enkele jaren mee aan lesobservatieaudits. Dit is gebaseerd op het inspectiewaarderingskader en al onze docenten hebben geleerd hiermee te werken. Dit geeft ons heel veel inzicht in het primaire proces en we leiden daar schoolbrede plannen uit af. De afgelopen twee jaar was de focus gericht op: het bepalen van het doel van de les, gebruik van activerende werkvormen en het geven van effectieve feedback. De theoretische achtergrond was die van het constructivisme. Op studiedagen geven eigen docenten workshops aan collega s hierover en in teamverband wordt gewerkt met good practices. We krijgen hiervoor, ook van externen, veel waardering. De school heeft geïnvesteerd in verbetering van de kwaliteit van de onderwijsprocessen. Dit heeft geleid tot meer aantrekkelijke lessen. Dit beeld wordt bevestigd door de tevredenheidonderzoeken. De leerlingen geven aan dat de lessen afwisselender zijn geworden en dat er meer gebruik gemaakt wordt van werkvormen waarbij de leerling een actievere rol krijgt. Dit geldt echter nog niet voor alle leraren. De school heeft de begeleiding van de leerling goed op orde. Leerlingen en ouders spreken hier lovend over. Het mentoraat en het minimentoraat, waarbij leerlingen van de havo- en vwo-bovenbouw leerlingen in de brugklas begeleiden, heeft meerdere doelen: deze leerlingen zijn bijvoorbeeld betrokken bij mentoruren en de organisatie van en begeleiding bij het schoolkamp. Zo is het ook van belang dat zij de nieuwkomers helpen bij het vinden van een plekje in de school. Ook zijn er deskundigen zowel intern als extern beschikbaar wanneer leerlingen 5

6 leer- en/of sociaal-emotionele problemen hebben. De zorgkaart geeft een goed overzicht van wat de school op het terrein van zorg en begeleiding te bieden heeft. 5.2 Schoolspecifieke aanpak en organisatiekwaliteit (Indicator VIII) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. De verantwoordelijkheid voor het primaire proces ligt laag in de organisatie en wordt versterkt door de teamstructuur. Vaksecties zijn hierop een waardevolle aanvulling en de coaches zijn afgelopen jaar betrokken geweest bij intervisietrajecten met sectievoorzitters om vaksecties nog beter toe te rusten voor hun taak. Onze team/zuilenstructuur met onderlinge uitwisseling en het gebruik van pedaccers (onderwijsdeskundigen) versterken het lerend vermogen van de organisatie. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek gesproken met de teamleiders en onderwijskundig managers, die voortkomen uit deze school. Zij kunnen rekenen op een aanzienlijk draagvlak in het team. De pedaccers spelen een belangrijke rol in de beleidsontwikkeling op deze school. Zij analyseren problemen, houden presentaties voor het team van hun bevindingen en slagen erin hun collega s mee te krijgen bij noodzakelijke veranderingen, zoals de verbetering van de kwaliteit van de lessen en de aandacht voor de resultaten. De docenten maken deel uit van een team, dat geleid wordt door een teamleider, die wordt ondersteund door een coördinator leerlingzaken en een docentencoach. De verantwoordelijkheid voor het primaire proces ligt bij het team/de teamleider. De prioriteit binnen de professionalisering heeft gelegen bij opbrengstgericht werken en het inzetten van activerende werkvormen. De school is daar volgens de tevredenheidonderzoeken bij leerlingen nog niet helemaal geslaagd, maar er zijn goede vorderingen gemaakt. De plannen voor verandering en verbetering binnen het onderwijsleerproces worden op cyclische wijze geëvalueerd. In het schoolplan staan per zuil de beleidskeuzen aangegeven. Deze worden verder uitgewerkt in teamplannen, die worden geëvalueerd. Op basis van deze evaluatie worden de veranderingen geborgd of verder ontwikkeld. 6. Verband tussen de inrichting van het onderwijsproces en de resultaten die de school boekt (Criterium 4) 6.1 Veranderingen vanwege resultaten (Indicator IX) Het Stedelijk College noemt in haar aanmeldingsformulier de volgende recente ontwikkeling binnen deze indicator. Door de schoolbrede doelen en de aanpak daarvan in het team gericht op het primaire proces is er een belangrijke evolutie tot stand gebracht. Docenten praten meer over onderwijs met elkaar en kunnen gericht bij elkaar op lesbezoek. In ieder geval zijn de examenresultaten verbeterd. Door de WOLF-rapportages zijn de secties zich meer bewust geworden van de samenstelling van het PTA. Hier zijn ook richtlijnen voor ontworpen. Het verschil SE-CE is drastisch verlaagd. De delegatie van de jury bevestigt het beeld uit de aanmelding. Uit de resultaten die de school behaalt, blijkt dat ze inderdaad een aantal succesvolle interventies heeft gepleegd in de opbrengsten van het vwo, met name het terugdringen van 6

7 de discrepanties naar een aanvaardbaar niveau. Tegelijkertijd blijft een (geborgde) stijging van de vwo-examenresultaten een wens. De schoolleiding wil de docenten daarbij beter gaan betrekken. 6.2 Vasthouden van resultaten (Indicator X) In de aanmelding meldt de school als ontwikkeling het volgende. Ons vwo haalt al langere tijd en constant goede resultaten. Dit is bevestigd door Arjen van Delden van der onderwijsadviesbureau Vuurdans. Hij heeft met ons de resultaten geanalyseerd en dit met ons vastgesteld. Op dit moment ligt er een interessant ander gegeven, namelijk dat de resulaten van jongens stijgen en die van de meisjes dalen. Hier is nog geen actie op gezet. Verder zien we aan de audits, onze deelname aan School aan Zet, de gesprekken over taal- en rekenbeleid, dat we alom waardering krijgen. Alle afdelingen, ook het vwo, evalueren systematisch de onderwijsopbrengsten en werken doelgericht aan verbetering ervan. De schoolleiding neemt daarin het voortouw, docenten mogen daarin nog een actievere rol krijgen. Er is een veelheid aan meetinstrumenten in gebruik: cito-vas, auditrapporten op basis van inspectiekader, tevredenheidonderzoeken, WOLF, Cum Laude, Vensters voor Verantwoording, IB English-resultaten en Cambridge Checkpoint als het om de tweetalige afdelingen gaat. De school werkt in haar beleid met KPI s (Key Performance Indicators). Voor de locatie Henegouwenlaan zijn twaalf thema s geformuleerd. Voor de jaren tot 2018 zijn doelen geformuleerd op het terrein van het onderwijs, personeelsbeleid, organisatie en digitalisering. Aan deze KPI s zijn de teamplannen opgehangen. In de evaluatie van het teamplan (jaarplan) staat dat er aandacht is voor de slagingspercentages. Uit de gesprekken met de docenten bleek dat er ook aandacht is voor het volgen van de resultaten van leerlingen. Er is een behoorlijk toetsbeleid van de grond gekomen. 6.3 Kwalificatie, professionaliteit, schoolkennis (Indicator XI) In de aanmelding beschrijft de school als ontwikkeling het volgende. Onze kernkwaliteit ontwikkelingsgerichtheid is een sterke kwaliteit die ook in het schoolplan wordt verwoord. Door onze deelname aan netwerken en pilots (tto, Europees Platform, WON, School aan Zet, audits) wordt dit vermogen alleen maar versterkt. De school besteedt planmatig aandacht aan professionalisering van het team. Teamscholingen zijn in het schoolplan opgenomen. Een opvallende teamscholing was de training door een oud-inspecteur om middels lesobservaties de kwaliteit van de lessen, met name lesdoel, activering en feedback, te verbeteren. Uit enquêtes blijkt dat de scholing effectief is en de effecten duidelijk merkbaar zijn in de lessen. De school is opleidingsschool voor de nieuwe lerarenopleiding. Startende docenten worden begeleid. Onbevoegdheid bij docenten is verder teruggedrongen. De school heeft duidelijke stappen naar een professionele organisatie gezet. De tevredenheidonderzoeken krijgen een vervolg in het schoolbeleid. Vormen van feedback komen in de schoolorganisatie aan bod. Dat 7

8 blijkt uit het schoolplan en de gesprekken met docenten die de delegatie van de jury in school heeft gehad. Feedback aan docenten vindt plaats in de gesprekkencyclus waarbij de tevredenheidonderzoeken worden teruggekoppeld, en in de WOLF-gesprekken over de examens. Voortgangsbewaking van de cijfers vindt plaats met behulp van het programma Cum Laude. Uit de evaluatie van de ontwikkelingen op de school blijkt dat differentiatie op niveau en leerstijl tijdens de lessen is blijven liggen, omdat de school vond dat dit heel dicht aanlag tegen activerende werkvormen. De delegatie van de jury is van mening dat hier nog veel te winnen valt. De meest recente tevredenheidonderzoeken zijn afgenomen in Gemiddelde score op de tevredenheidonderzoeken Medewerkertevredenheid Gemiddelde score school - Landelijke score - Oudertevredenheid 7,3 - Leerlingentevredenheid 7,3 - In haar aanmeldingsformulier geeft de school aan dat ze naar aanleiding van de tevredenheidonderzoeken de volgende stappen heeft gezet. Noot: wij doen eigen onderzoeken (via Beekveld en Terpstra) daardoor zijn er geen landelijke gegevens beschikbaar. De stappen die wij hebben genomen: 1. inzetten op het geven van persoonlijke feedback en aandacht voor het individuele leerproces; 2. installeren van een ouderdenktank in het kader van digitalisering in de WONklassen. Uit de gesprekken met de direct betrokkenen en de ouders blijkt dat de school de gegevens van tevredenheidonderzoeken serieus neemt en dat ze verbeteringen nastreeft. Een van de KPI s bij communicatie is dat dit bij de drie geledingen minimaal voldoende (3) moet scoren. Ook wil de school bij het primair onderwijs peilen hoe men over het Stedelijk College Eindhoven denkt. De ambitie is er en uit de gesprekken bleek dat deze ambitie ook door de meeste docenten gedeeld wordt. De school heeft duidelijk stappen gezet naar een professionele organisatie waarin een feedbackcultuur ontstaat. De tevredenheidonderzoeken krijgen een vervolg in het schoolbeleid. Vormen van feedback komen in de schoolorganisatie aan bod. Dat blijkt uit het schoolplan en de gesprekken met docenten die de delegatie van de jury in school heeft gehad. Feedback vindt plaats in de gesprekkencyclus, waarin de tevredenheidonderzoeken worden teruggekoppeld, er zijn WOLFgesprekken over de examens. 7. Het excellentiebeleid van de school (Criterium 5) Uitgangspunt van de jury is dat een excellente school zeer goede resultaten behaalt en een weloverwogen onderwijsinrichting laat zien. Daarenboven kan een school op een specifiek excellentiegebied uitblinken. Dat kan betrekking hebben op diverse zaken en bijvoorbeeld gericht zijn op een inhoudelijk domein en/of op een specifieke groep leerlingen. 8

9 7.1 Het schooleigen excellentiebeleid (Indicator XII) In haar aanmeldingsformulier noemt het Stedelijk College als recente ontwikkeling binnen deze indicator het volgende. Het traject hoogbegaafdheid is ingezet in de onderbouw tvwo met een deelname van bovenbouwdocenten. Het is de bedoeling dat dit breder in de school zal komen te staan. In ons schoolplan wordt veel aandacht besteed aan opbrengstgericht werken en excellentie. Het is ons streven om voor alle afdelingen het predicaat Excellente School aan te vragen. Dit is een grote stap voor een school die daar wat scepsis over had. Leerlingen mogen hier uitblinken: van mavo tot en met vwo. Ook tweetalig havo en mavo zijn te danken aan de aantrekkingskracht van ons tvwo. Leerlingen dragen excellentie ook uit: onze WON-leerlingen zijn veel gevraagde gasten, tto-leerling met een stimulatiebeurs Technische Universiteit Eindhoven, leerling loopt stage in Tweede Kamer enzovoorts. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek kennis genomen van de ambitie, de motieven en de onderbouwing van het excellentiebeleid binnen het vwo. Ze heeft geconstateerd dat veel (excellentie)beleid schoolbeleid is, dus geldt voor alle afdelingen: bijvoorbeeld opbrengstgericht werken, actieve didactiek met aandacht voor reflectie, tweetalig onderwijs in alle afdelingen, ondersteuning door de onderwijskundige leiders. Daarnaast is een aantal activiteiten per afdeling in ontwikkeling, zoals hoogbegaafdheid en WON. In de gesprekken met het team heeft de delegatie van de jury het gehad over het effect van het predicaat op de motivatie van de docenten. Ze kon zelf vaststellen dat het predicaat het team een behoorlijke boost heeft gegeven. Nu wil het Stedelijk College ook voor excellentie van de hele school gaan. 7.2 Erkenning door externe partijen (Indicator XIII) In de aanmelding beschrijft de school de volgende recente ontwikkeling. Dit is zeker het geval, we worden gevraagd om op andere scholen te vertellen hoe we bijvoorbeeld WON vormgeven. Door de audits zien collega s hoe onze school functioneert, we delen kennis met bedrijven en universiteiten enzovoorts. De jury heeft diverse referenten gevraagd in hoeverre ze de kwaliteit van het Stedelijk College onderschrijven en het excellentiebeleid van de school herkennen. Van drie referenten kreeg de jury een reactie. Uit deze referenties komt onder meer naar voren dat de school meer en meer tracht contextrijk onderwijs aan te bieden, dat de school op strakke wijze de kwaliteitszorg vormgeeft en dat ze beschikt over een sterke organisatie. Alle referenten vinden het Stedelijk College een excellente school. 7.3 Versterking van het excellentiebeleid in de toekomst (Indicator XIV) In de aanmelding noemt de school als recente ontwikkeling het volgende. Het project hoogbegaafdheid is hiervoor in ieder geval een verdere aanzet. Het schoolplan biedt handvatten, we gaan WON doortrekken naar de bovenbouw met een nieuw vak, Big History. We gaan werken met een of twee pedaccers kwaliteitszorg en we streven naar excellentie op alle afdelingen. De delegatie van de jury heeft tijdens het schoolbezoek kennis genomen van de plannen van de school zoals geformuleerd in het schoolplan , die betrekking hebben op het vwo. Ook is met de beleidsverantwoordelijken 9

10 gesproken over deze plannen die voor een deel een voortzetting zijn van bestaand beleid, zoals wetenschapsoriëntatie, Nederlands als voorbereiding op een verblijf in het wo, en de aandacht voor hoogbegaafdheid. De rol van de onderwijskundig managers daarbij (pedaccers) is al aan bod geweest. De plannen kenmerken zich door een goede balans tussen realisme (wat is haalbaar?) en ambitie (dynamiek). Er is onder de docenten, ouders en leerlingen groot draagvlak voor de ontwikkelingen die in gang zijn gezet. Daardoor kan de schoolleiding de plannen die zij heeft om de school excellent te houden goed ten uitvoer brengen. Het schoolplan en de daaraan opgehangen jaar/teamplannen getuigen daarvan. 8. Opmerkingen Inspectie Geen aanvullende opmerkingen. 9. Conclusie van de jury In januari 2014 is aan het Stedelijk College Eindhoven, afdeling vwo, het predicaat Excellente School 2013 uitgereikt. De afdeling vwo laat in 2014 een positief beeld zien met enkele kanttekeningen. De afdeling heeft haar niveau van excellentie weten te behouden en op een aantal punten uitgebouwd. De terugval in de examenresultaten (CE gemiddeld) in 2014 lijkt eenmalig. De afdeling heeft haar veilige en stimulerende schoolklimaat als belangrijke leervoorwaarde weten te behouden. De kwaliteit van de (onderwijs- )leerprocessen is verbeterd en van een behoorlijk niveau. Dit geldt met name voor de activerende didactiek die reeds behoorlijk breed in de lessen aanwezig is. Dit heeft geleid tot aantrekkelijker en uitdagender onderwijs. Een beeld dat de leerlingen bevestigen in de tevredenheidonderzoeken en de interviews. Het onderwijsaanbod is verder verbreed, zowel binnenschools als daarbuiten. Er is aandacht voor talent en talentontwikkeling. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het extra aanbod science en wetenschapsvaardigheden, waarmee de school goed inspeelt op de vraag naar hoogopgeleide technici in de regio rond Eindhoven. Ook het (extra-)curriculaire aanbod voorziet hierin. Alle leerlingen bezoeken sociale projecten in het (verre) buitenland. De omstandigheden waaronder gewerkt wordt, zijn tamelijk gunstig. De kwaliteit van het team, het type leerling, de leermiddelen en de huisvesting zijn bevorderlijk voor goede kwaliteit. Er is stevige concurrentie uit de omgeving. Als we kijken naar het verband tussen het onderwijsproces en de resultaten, is er aantoonbaar inzet gepleegd om de resultaten te verbeteren. De opbrengsten zijn redelijk stabiel en van een gemiddeld niveau. Het excellentiebeleid is herkenbaar aanwezig. Kwaliteitszorg is een sterk punt van de school. Dat blijkt uit de kwalitatief goede beleidsdocumenten en vooral uit de realisatie van die plannen. Een voorbeeld is de verbetering van de leskwaliteit, waarin activerende didactieken zijn gehanteerd. Docenten praten meer met elkaar over de lessen, doen aan lesbezoek, lesobservaties en werken aan de evaluatie van het teamplan. De kracht van de school zit ook in haar innovatief vermogen, dat 10

11 planmatig aangestuurd wordt door het management samen met de onderwijskundige leraar-leiders. Er is een aanzienlijk draagvlak voor het gevoerde beleid binnen het team, dat zelf ook aan de basis staat van veel onderwijskundige initiatieven. Zorgvuldig uitgevoerde eigen analyses van de resultaten vormen het fundament voor verbeterplannen. Evaluatie maakt daarvan deel uit. Sterke punten van de school en van de afdeling vwo zijn een prettig schoolklimaat, breed aanbod, tweetalig onderwijs, activerende didactiek, voldoende resultaten, kwaliteitszorg en innovatiekracht. Aandachtspunten zijn onder andere de reparatie van de terugval in eindexamenresultaten, en de gemiddelde opbrengsten. Deze zouden gezien de gunstige omstandigheden beter kunnen. De docenten dienen daarbij een steviger rol te krijgen met inzet van activerende vwo-didactieken. Alles overziende is de jury van oordeel dat het Stedelijk College Eindhoven op basis van de door de jury waargenomen kenmerken en gerapporteerde bevindingen het predicaat Excellente School (vwo) 2014 toekomt. De school is op hoog niveau gebleven en er is sprake van verdere ontwikkeling op diverse en relevante terreinen. 11