VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S"

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, COM(2015) 293 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Voortgangsverslag hernieuwbare energie {SWD(2015) 117 final} NL NL

2 INLEIDING De totstandbrenging van de energie-unie vereist een fundamentele transformatie van het Europese energiestelsel. Hernieuwbare energie is essentieel voor deze transformatie aangezien dergelijke energie bijdraagt tot alle doelstellingen van de energie-unie: het bieden van voorzieningszekerheid, een omslag naar een duurzaam energiesysteem met minder broeikasgasemissies, industriële ontwikkeling die zorgt voor groei en banen en lagere energiekosten voor de economie van de EU. Sinds 2009 is er een breed Europees beleidskader ter ondersteuning van de ontwikkeling en integratie van hernieuwbare energie, dat gebaseerd is op streefcijfers, duidelijke regelgeving en marktgebaseerde investeringsprikkels die verenigbaar zijn met de staatssteunregels. De richtlijn hernieuwbare energie 1 vormt met het wettelijk bindende EU-streefcijfer van 20 %, het streefcijfer voor het gebruik van hernieuwbare energie in het vervoer van 10 % en de bindende nationale streefcijfers voor 2020 een integraal onderdeel van het energiebeleid van de EU. Zij is tot ver buiten de Europese grenzen de belangrijkste motor voor door Europa geleide mondiale investeringen in hernieuwbare technologie en ondersteunend beleid inzake hernieuwbare energie geworden en heeft energie uit hernieuwbare bronnen de voorbij tien jaar in Europa en op wereldschaal geholpen zich te ontwikkelen als een kostenconcurrerende vorm van energie. Vandaag verschaft de Europese hernieuwbare-energiesector werk aan 1,15 miljoen mensen. Door ook de ontwikkeling en innovatieaspecten van technologieën voor hernieuwbare energie te bevorderen, vormen de richtlijn en de daarin vervatte streefcijfers een integrerend onderdeel van een Europese strategie voor groei, industriële innovatie, technologisch leiderschap en concurrentievermogen alsmede voor het verminderen van de uitstoot. Overeenkomstig de vereisten van de richtlijn hernieuwbare energie 2 bevat dit verslag een tussentijdse beoordeling van de voortuitgang die de EU en haar lidstaten hebben geboekt bij de verwezenlijking van de streefcijfers inzake hernieuwbare energie voor Eveneens overeenkomstig de vereisten van de richtlijn 3,4 omvat dit verslag tevens een beoordeling van de haalbaarheid van het streefcijfer van 10 % hernieuwbare energie in het vervoer, van de duurzaamheid van de in de EU verbruikte biobrandstoffen en vloeibare biomassa en van de effecten van het verbruik daarvan. Daarnaast bevat dit verslag, overeenkomstig de vereisten van de Mededeling over gezonde en resultaatgerichte regelgeving, een voorlopige beoordeling van de efficiëntie en effectiviteit van de richtlijn hernieuwbare energie op basis van een brede REFIT-evaluatie die in 2014 is opgestart 5, Richtlijn 2009/28/EG ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen. Overeenkomstig de in de artikelen 17 en 23 van Richtlijn 2009/28/EG vastgestelde verslagleggingsvereisten moet de Commissie om de twee jaar bij het Europees Parlement en de Raad een verslag indienen over de vooruitgang die is geboekt bij de ontwikkeling van hernieuwbare energie in de EU en de lidstaten, en over de duurzaamheid van de biobrandstoffen van de EU. In het onderhavige verslag komen deze vereisten alsook de op grond van artikel 23, lid 8, van Richtlijn 2009/28/EG vereiste punten van de specifieke evaluatie voor 2014 aan bod. In het bijzonder artikel 17, lid 7, artikel 23, leden 1 tot en met 6, en artikel 23, lid 8, van Richtlijn 2009/28/EG. De vorige in 2013 en 2011 goedgekeurde voortgangsverslagen inzake hernieuwbare energie zijn beschikbaar op: Overeenkomstig het REFIT-programma zoals opgenomen in de bijlage bij de REFIT-mededeling "Gezonde en resultaatgericht regelgeving: resultaten en volgende stappen" (REFIT), COM (2013) 685. Mid-term Evaluation of the Renewable Energy Directive: a study in the context of REFIT programme, CE DELFT et al, 2015 beschikbaar op: 2

3 De vorderingen en recente ontwikkelingen van de EU en de lidstaten zijn beoordeeld op basis van de Eurostatgegevens inzake hernieuwbare energie van 2013, de bij de Commissie in 2013 ingediende verslagen van de lidstaten over hernieuwbare energie 7, het eigen onderzoek van de Commissie en het in opdracht van de Commissie uitgevoerde onderzoek 8,9. De prognoses voor 2014 en 2020 zijn gebaseerd op in 2014 in opdracht van de Commissie uitgevoerde Green X-modellering 10. Met een verwacht aandeel van 15,3 % in het bruto-eindverbruik van energie in zijn de EU en de overgrote meerderheid van de lidstaten goed op weg om de streefcijfers voor 2020 te halen. Aangezien het af te leggen traject (in de richtlijn hernieuwbare energie de "keten" genoemd) de komende jaren echter in stijgende lijn gaat, kan het voor sommige lidstaten noodzakelijk zijn hun inspanningen op te voeren om op koers te blijven en waar nodig samenwerkingsmechanismen met andere lidstaten te gebruiken. Verscheidene lidstaten tonen op dit ogenblik duidelijk belangstelling voor het gebruik van dergelijke samenwerkingsmechanismen om de streefcijfers voor 2020 te bereiken, en de onderhandelingen daarover zijn aan de gang. 46 % van het eindenergieverbruik in de EU gaat naar verwarming en koeling 12. Het aandeel hernieuwbare energie in de sector verwarming en koeling bedroeg in 2014 naar schatting 16,6 % 13. In de lidstaten wordt voor stadsverwarming en op lokaal niveau steeds meer verwarming op basis van hernieuwbare energie gebruikt als een kostenefficiënt en veilig alternatief voor fossiele brandstoffen. Vandaag wordt al 26 % van de stroom in de EU opgewekt uit hernieuwbare bronnen. Ongeveer 10 % van de totale elektriciteit van de EU is variabele hernieuwbare elektriciteit (zoals wind- en zonne-energie) 14. In de vervoersector bedraagt het streefcijfer voor hernieuwbare energie voor %, waarvan biobrandstoffen naar verwachting nog steeds het grootste deel voor hun rekening zullen nemen. De voorbije jaren verliep de voortgang in de richting van dit streefcijfer echter traag volgens ramingen bedroeg het aandeel hernieuwbare energie in het vervoer in 2014 slechts 5,7 %. De belangrijkste redenen hiervoor waren de onzekerheid die werd veroorzaakt door de vertraging bij de voltooiing van het beleid om de risico's van indirecte veranderingen in het landgebruik te beperken, en onvoldoende vooruitgang bij de ontwikkeling van alternatieve biobrandstoffen van de tweede generatie. Inmiddels is een politieke overeenkomst over het beperken van de effecten van indirecte veranderingen in het landgebruik bereikt De tweejarige voortgangsverslagen van de lidstaten inzake hernieuwbare energie (2013), Renewable energy progress and biofuel sustainability, ECOFYS et al, 2014, beschikbaar op: The State of Renewable Energies in Europe 2014 (verslag) (Eurobserv'ER, 2015). In het kader van Renewable energy progress and biofuel sustainability, ECOFYS et al, Renewable energy progress and biofuel sustainability, ECOFYS et al, Berekening van de Europese Commissie op basis van ramingen van Eurostat en ramingen uit 2014 op basis van modellen. ECOFYS, Windenergie, zonne-energie, geconcentreerde zonne-energie zonder opslag en getijden-, golf-, en oceaan-energie als percentage van de totale eindvraag naar elektriciteit. 2012/0288 (COD). 3

4 Blijkens de in 2014 verrichte tussentijdse evaluatie van de geschiktheid van de regelgeving van de richtlijn hernieuwbare energie 16 zijn alle artikelen van de richtlijn relevant met het oog op de verwezenlijking van de doelstelling ervan (het aandeel hernieuwbare energie in het eindenergieverbruik van de EU en haar lidstaten duurzaam verhogen) en is de richtlijn erin geslaagd deze doelstellingen te bereiken. Desalniettemin varieert de mate van effectiviteit en efficiëntie van de in de richtlijn vastgestelde maatregelen afhankelijk van een aantal factoren, met name de uitvoering op lidstaatniveau. 16 REFIT-evaluatie van de richtlijn hernieuwbare energie, CE Delft (2014). 4

5 Figuur 1. Eindenergieverbruik in Europa: per sector met het aandeel hernieuwbare energie ten opzichte van het streefcijfer voor 2020 Eindenergieverbruik HEB-doelstellingen eindenergieverbruik Verwarming en koeling 46% vervoer* 30% elektriciteit 24% 21% (109 Mtoe) 2014 : 17% verwarming & koeling 10% (30 Mtoe) 2014 : 6% vervoer 34% (104 Mtoe) HEB-streefdoel % 15.3% totaal energieverbruik *met de correctie voor de luchtvaart overeenkomstig de HE-richtlijn 2014 : 26% elektriciteit Bron: Europese Commissie, op basis van de berekening van Eurostat. De gegevens voor 2014 zijn ramingen op basis van modellen. 1. VORDERINGEN BIJ DE ONTWIKKELING VAN HERNIEUWBARE ENERGIE In 2013 bedroeg het gecombineerde aandeel hernieuwbare energie van de EU 15 % en de prognose voor 2014 is een aandeel van 15,3 % 17, wat hoger is dan de keten voor de EU als geheel. 26 lidstaten haalden hun eerste tussentijdse doelstelling voor 2011/2012 en naar verwachting zullen 25 lidstaten hun streefcijfer voor 2013/2014 bereiken 18. Sommige lidstaten hebben hun doelstellingen voor 2020 al gehaald. De daling van het totale energieverbruik in de afgelopen jaren heeft verscheidene lidstaten geholpen hun aandeel hernieuwbare energie te vergroten. Het goede algemene resultaat is geen verrassing aangezien de tussentijdse doelstellingen minder ambitieus zijn in de eerste jaren. In de daaropvolgende jaren wordt het traject echter veel steiler. Alleen Frankrijk en Nederland haalden hun tussentijdse doelstelling voor 2011/2012 niet, zij het slechts met de kleine marge van minder dan 1 procentpunt. In Frankrijk laat dit zich verklaren door niet-economische belemmeringen en lange procedures voor het verlenen van vergunningen (met name in de sector windenergie) in combinatie met technische barrières Eurostatgegevens van 2013 en de ramingen voor 2014 en 2020 zijn gebaseerd op Green-X-modellering (TU Wien) die in opdracht van de Commissie is verricht in het kader van het onderzoek Renewable energy progress report and biofuel sustainability (Ecofys et al, 2014). Op basis van gegevens van Eurostat van

6 voor windenergie. De belangrijkste reden voor het achterblijven van de ontwikkeling van hernieuwbare energie in Nederland was de onzekerheid omtrent investeringsprikkels als gevolg van hervormingen van de steunregelingen. In veel landen was een sterke ontwikkeling van de sector verwarming op basis van hernieuwbare energie een belangrijke factor voor het bereiken en overtreffen van de tussentijdse streefcijfers van deze lidstaten. Dit geldt bijvoorbeeld voor Bulgarije, Finland en Zweden, waar de ontwikkeling te danken was aan goedkope biomassaopties. In Estland, Italië en Portugal droeg de elektriciteitssector het meest bij aan het overtreffen van de in de nationale actieplannen voor hernieuwbare energie (National Renewable Energy Action Plans NREAP's) vastgestelde streefcijfers. Het gebruik van hernieuwbare energie in het vervoer is over het algemeen in de meeste landen achtergebleven, behalve in Zweden, Finland, Oostenrijk, Frankrijk en Duitsland. Voor de EU als geheel en het merendeel van de EU-lidstaten blijven de streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2020 volledig haalbaar (figuur 2). Aangezien het traject van de richtlijn hernieuwbare energie echter sneller oploopt naarmate 2020 nadert, met name voor de lidstaten die al traag vooruitgang boeken, en de onzekerheid over de regelgeving en administratieve belemmeringen een effect op particuliere investeringen in de sector blijven hebben, zullen voor een aantal lidstaten wellicht aanvullende maatregelen nodig zijn. Op basis van een beoordeling van de huidige en de geplande beleidsmaatregelen wordt niettemin verwacht dat de meeste lidstaten hun streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2020 zullen halen of overtreffen 19. Figuur 2. Verwachte toepassing van hernieuwbare energie in de lidstaten en streefcijfer inzake hernieuwbare energie voor % 50% streefcijfer % 30% 20% 10% 0% verwachte ontwikkeling 2020 streefcijfer 2020 Bron: Europese Commissie, gebaseerd op prognoses (Green X) van de TU Wenen (2014). Negentien lidstaten, waaronder Oostenrijk, Estland, Denemarken, Duitsland, Italië, Litouwen, Roemenië en Zweden, zouden met hun reeds uitgevoerd of gepland beleid inzake De beoordeelde beleidsmaatregelen omvatten maatregelen die zijn beschreven in de nationale actieplannen voor hernieuwbare energie en in de voortgangsverslagen van de lidstaten van Figuur 2 schetst een beeld van 2020 uitgaande van het bestaande en geplande beleid (op basis van NREAP's en voortgangsverslagen van de lidstaten van 2013) en houdt geen rekening met de na 2013 genomen beleidsmaatregelen of met de extra inspanningen die de lidstaten moeten leveren om de wettelijk bindende streefcijfers te halen. 6

7 hernieuwbare energie hun streefcijfers voor 2020 kunnen overtreffen, sommige zelfs in aanzienlijke mate. Bepaalde lidstaten, waaronder Frankrijk, Luxemburg, Malta, Nederland en het Verenigd Koninkrijk, en in mindere mate België en Spanje, moeten beoordelen of hun beleid en instrumenten volstaan en doeltreffend zijn voor het halen van hun doelstellingen inzake hernieuwbare energie. Dat Hongarije en Polen hun streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2020 zullen halen, staat evenmin vast: alleen als van optimistische aannamen met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling van de energievraag en de landenspecifieke financieringsvoorwaarden wordt uitgegaan, lijken de streefcijfers inzake hernieuwbare energie voor 2020 haalbaar. Er zij op gewezen dat deze beoordeling is gebaseerd op modellering en uitsluitend beleidsmaatregelen omvat die tot eind 2013 zijn uitgevoerd. Sommige lidstaten hebben inmiddels belangrijke besluiten inzake overheidssteun of hervormingen van het beleid genomen die, indien zij tijdig worden uitgevoerd, voor de uiterlijk in 2020 vereiste toename van de inzet van hernieuwbare energie kunnen zorgen. De lidstaten hebben ook de mogelijke ondertekening van samenwerkingsovereenkomsten besproken. Uiterlijk eind 2015, de uiterste datum voor de volgende ronde van nationale verslagen over hernieuwbare energie, verwacht de Commissie nieuwe informatie van de lidstaten. Zoals blijkt uit de overzichtstabel in bijlage I zijn de vooruitzichten op samenwerking en herverdeling met betrekking tot de verwezenlijking van de energiestreefcijfers tussen de lidstaten gunstig en 2016 worden daarom cruciale jaren voor de ondertekening van samenwerkingsovereenkomsten tussen de lidstaten. Verwarmings- en koelingssector In de verwarmings- en koelingssector lagen 22 lidstaten op koers; slechts 6 lidstaten haalden het voor 2013 geplande niveau voor de inzet van hernieuwbare energie in die sector niet 21. Vaste biomassa leverde in 2013 nog steeds de grootste bijdrage aan de productie van hernieuwbare warmte met een productie van 73 Mtoe hernieuwbare warmte 22, wat ruim boven het NREAP-traject ligt. In 21 lidstaten overtrof de productie van warmte uit vaste biomassa het traject. In 2014 heeft de Europese Commissie een verslag gepubliceerd over de duurzaamheid van vaste en gasvormige biomassa voor warmte- en elektriciteitsopwekking. Het verslag bevat informatie over de bestaande en de geplande EU-maatregelen om de voordelen van het gebruik van biomassa te maximaliseren en tegelijk negatieve milieueffecten te voorkomen 23. Ongeveer een zesde van de warmteopwekking op basis van biomassa is gebaseerd op aan het net gekoppelde toepassingen, terwijl het grootste deel nog steeds is gebaseerd op gedecentraliseerde eenheden. In absolute termen groeit de gedecentraliseerde warmteopwekking uit biomassa ook sneller dan warmteopwekking op basis van biomassa door aan Bron: om de prestaties van de lidstaten en de sectoren te beoordelen zijn gegevens van Eurostat van 2013 gebruikt, terwijl de beoordelingen van de technologie voor hernieuwbare energie op voorlopige gegevens van Eurostat van 2013 (indien beschikbaar) of Eurobserv'ER 2014 zijn gebaseerd. Eurobserv'ER Stand van zaken betreffende de duurzaamheid van vaste en gasvormige biomassa die wordt gebruikt voor elektriciteit, verwarming en koeling. in de EU (SWD (2014) 259 final. 7

8 het net gekoppelde systemen. De grootste verbruikers van warmte uit biomassa waren Frankrijk met 10,2 Mtoe en Duitsland met 8 Mtoe 24. Warmtepompen droegen in ,4 Mtoe bij aan de productie van hernieuwbare energie voor verwarming en koeling; dat is veel meer dan de geplande niveaus die in de NREAP's zijn opgenomen. In absolute cijfers is Italië met een productie van 2,5 Mtoe koploper in het gebruik van warmtepompen, gevolgd door Frankrijk met 1,6 Mtoe en Zweden met 1,2 Mtoe 25. Biogas speelt een aanzienlijk geringere rol bij de verwarmings- en koelingstechnologieën. In 2013 is 2,6 Mtoe warmte uit biogas geproduceerd. Met een productie van 1,3 Mtoe was Duitsland in 2013 de grootste producent van warmte uit biogas 26. De productie van warmte uit zonne-energie droeg met 1,9 Mtoe in nog steeds relatief weinig bij tot het gebruik van hernieuwbare energie in de verwarmings- en koelingssector en de huidige productie blijft onder het NREAP-traject. Dit moet worden gezien in het licht van de lage economische groei en de zieltogende bouwmarkt. Duitsland, Oostenrijk en Griekenland zijn de drie grootste producenten van warmte uit zonne-energie 28. Elektriciteitssector In de elektriciteitssector waren de cijfers voor de inzet en de productie van technologie in 2013 over het algemeen in overeenstemming met het in de NREAP's vastgestelde traject lidstaten (België, Bulgarije, Duitsland, Estland, Spanje, Kroatië, Italië, Cyprus, Letland, Litouwen, Nederland, Roemenië, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk) deden beter dan de in hun trajecten opgenomen indicatieve aandelen voor het gebruik van hernieuwbare energie in In 2013 nam de bruto elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen toe tot 823 TWh, een stijging van 11 % ten opzichte van De elektriciteitsopwekking uit zonneenergie kende de grootste stijging ten opzichte van het jaar daarvoor (20 %). De opwekking van hernieuwbare elektriciteit was in 2013 goed voor bijna 26 % van de totale bruto elektriciteitsopwekking in de EU 30. Waterkrachtcentrales genereren veruit het grootste percentage elektriciteit uit hernieuwbare energiebronnen, hoewel hun aandeel in de totale opwekking van hernieuwbare elektriciteit in de periode terugliep van 94 % tot 43 %. Dit is toe te schrijven aan de snellere groei van wind- en fotovoltaïsche energie 31. De opwekking van windenergie is meer dan verdriedubbeld in de periode en daardoor heeft windenergie biomassa verdrongen als de op een na grootste bron van hernieuwbare elektriciteit 32. De voorlopige gegevens van 2014 geven aan dat de productie van Eurobserv'ER Eurostat Eurobserv'ER Eurostat Eurobserv'ER Bron: Er zijn Eurostatgegevens van 2013 gebruikt om de prestaties van de lidstaten en de sectoren te beoordelen, terwijl de beoordelingen van de technologie voor hernieuwbare energie zijn gebaseerd op voorlopige gegevens van 2013 van Eurobserv'ER Eurostat Statistics Explained (maart 2015). Eurostat Statistics Explained (maart 2015). Eurostat Statistics Explained (maart 2015). 8

9 stroom op basis van windenergie 247 TWh bedroeg, tegenover 234 TWh in Duitsland, Spanje en het VK zijn de drie grootste producenten van windenergie 33. De opwekking van zonne-elektriciteit steeg ook snel en was in 2013 goed voor 10 % van alle hernieuwbare elektriciteit. De uit fotovoltaïsche energie opgewekte elektriciteit stak in 2013 vaste biomassa voorbij en levert nu de op twee na grootste bijdrage aan de productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen 34. Vaste hernieuwbare energiebronnen (hout en andere vaste biomassa, met uitzondering van hernieuwbare afvalstoffen) worden ook gebruikt in conventionele thermische krachtcentrales: het aandeel ervan in de elektriciteit uit hernieuwbare bronnen steeg van 3,5 % in 1990 tot 9,5 % in Vloeibare biomassa en biogas, waarvan het aandeel in 1990 verwaarloosbaar was, waren in 2013 tot 6,7 % geklommen 35 (figuur 3) Wind Energy Barometer, Eurobserv'ER (2015). Eurostat Statistics Explained (maart 2015). Idem. 9

10 GWh Figuur 3. Opwekking van hernieuwbare elektriciteit in de EU Waterkracht Hout en andere vaste biomassa Biogas en vloeibare biomassa Windenergie Zonne-energie Geothermische energie Hernieuwbare afvalstoffen Genormaliseerde elekr.-opwekking Bron: Eurostat. De totale geïnstalleerde capaciteit voor de opwekking van hernieuwbare elektriciteit is de afgelopen 20 jaar aanzienlijk gestegen, met name door de snelle groei van geïnstalleerde wind- en PV-capaciteit. Ter vergelijking: terwijl de capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen in 2013 rond de 380 GW bedroeg, bedroeg de bestaande capaciteit voor de opwekking van elektriciteit uit met fossiele brandstoffen gestookte centrales in de EU ongeveer 450 GW in Uit voorlopige gegevens blijkt dat de EU er met 12,4 GW nieuw geïnstalleerde capaciteit in is geslaagd in 2014 een nieuw record op het gebied van de installatie van windenergiecapaciteit te vestigen. Eind 2014 was het totale windenergiepark van de EU goed voor 130 GW en het zal niet meer lang duren voordat de EU offshore 10 GW zal hebben geïnstalleerd (de totale capaciteit geïnstalleerde offshore windenergie bedroeg eind ,2 GW, tegenover 7 GW eind 2013) 37. De ontwikkeling van offshore-windenergie blijft echter achter bij de NREAP-trajecten. Vervoersector De ontwikkeling van hernieuwbare energie in de vervoersector heeft minder vooruitgang geboekt dan in de sectoren elektriciteit en verwarming en koeling. Het aandeel hernieuwbare energie in het vervoer heeft in ,4 % bereikt 38. Zweden is de enige lidstaat die zijn streefcijfer inzake hernieuwbare energie voor het vervoer al heeft gehaald: het desbetreffende Idem. Wind Energy Barometer, Eurobserv'ER (2015). Dit cijfer omvat alleen biobrandstoffen die voldoen aan de EU-duurzaamheidscriteria van de richtlijn hernieuwbare energie. Overeenkomstig artikel 17, lid 1, van de richtlijn hernieuwbare energie kunnen niet-gecertificeerde biobrandstoffen niet in aanmerking worden genomen voor de nationale en EUstreefcijfers inzake hernieuwbare energie. 10

11 aandeel was in 2013 opgelopen tot 16,7 %, wat ruim boven de bindende doelstelling van 10 % voor 2020 ligt 39. Met 10,3 Mtoe in 2013 blijft biodiesel de meest gebruikte vorm van hernieuwbare energie in de vervoersector, gevolgd door bio-ethanol met 2,7 Mtoe 40. Frankrijk, Duitsland en Italië zijn de grootste markten voor biodiesel in de EU met een verbruik van respectievelijk 2,3 Mtoe, 1,9 Mtoe en 1,2 Mtoe in Ook voor bio-ethanol werd het grootste verbruik gemeld door Duitsland met 758 ktoe, gevolgd door Frankrijk met 392 ktoe en Denemarken met 387 ktoe. Voor 2013 werd een verbruik van 1484 ktoe hernieuwbare elektriciteit in het vervoer gemeld, waarvan het overgrote deel werd gebruikt voor andere vervoersmodi dan vervoer over de weg. In absolute termen was Frankrijk met 239 ktoe de grootste verbruiker, gevolgd door Italië met 218 ktoe en Duitsland met 215 ktoe 42. Overzicht van de verwachte toekomstige ontwikkelingen Rekening houdend met de huidige en geplande beleidsinitiatieven van de lidstaten, de huidige uitvoeringsgraad daarvan en de diverse belemmeringen voor de ontwikkeling van hernieuwbare energie, kan een positieve trend worden waargenomen met betrekking tot de verwachte inzet van hernieuwbare energie in de EU voor 2014 en voor De noodzaak van verbeteringen in individuele sectoren en technologieën wordt echter ook duidelijk. In de volgende tabel wordt een meer gedetailleerde vergelijking tussen de verwachte en (op basis van NREAP's) geplande inzet van elke technologie voor hernieuwbare energie op EUniveau in 2014 en in 2020 gegeven. In de tabel worden tevens (per sector en voor hernieuwbare energie in het totaal) de op basis van modellen voorspelde afwijkingen van de NREAP-streefniveaus gegeven, ter vergelijking van de verwachte en de geplande ontwikkeling Eurostat. Eurostat. Eurostat. Eurostat. RES progress and biofuels sustainability, Ecofys et al (2014). 11

12 Tabel 1. Voorspelde ontwikkeling en afwijking van de geplande EU-ontwikkeling van technologie in 2014 en 2020 Voorspelde ontwikkeling 2014 NREAP streefcijfer 2014 Voor 2020 voorspelde ontwikkeling Afwijkingen 2020 doel Min. Max Technologie Mtoe Mtoe Mtoe Mtoe Mtoe % % % % Hernieuwbare elektriciteit Biomassa (vast en vloeibaar) Min Max. 72,5 73,3 91,9 94,9 103,7 2,1-1,1-13,0-8,5 9,1 10,3 12,2 12,6 14,7-8,2-11,2-19,3-14,3 Biogas 4,3 3,5 5,1 5,1 5,4 35,2 22,1-7,9-6,2 Geothermische energie Waterkracht (grootschalig) Waterkracht (kleinschalig) 0,5 0,6 0,9 0,9 0,9-9,5-13,0-21,8-0,9 26,1 26,5 27,7 27,8 27,4-1,0-1,4 0,9 1,5 4,2 4,0 4,8 4,9 4,5-1,0 4,0 6,9 9,6 Zonnepanelen 7,7 3,9 10,1 10,4 7 94,2 96,8 38,8 47,6 Geconcentreerde zonne-energie Onshore windenergie Offshore windenergie Mariene energie/oceaanenergie Verwarming & koeling met hernieuwbare energiebronnen Biomassa (vast en vloeibaar) 0,3 0,7 0,3 0,4 1,6-21,2-52,6-78,3-76,5 18,9 20,3 28,2 30,1 30,3-4,4-7,0-8,7-0,7 1,3 3,4 2,4 2,6 11,5-38,1-62,7-80,3-77,0 0,1 0,1 0,2 0,2 0,5-19,2-38,9-56,2-54,3 87,6 80,5 105,6 107,5 108,9 10,6 8,8-4,2-1,3 73,7 68,1 84,9 86,5 85,3 9,6 8,3-1,6 1,4 Biogas 2,5 2, ,5 16,5 0,4-33,7-32,5 Geothermische energie 0,7 1,2 1,3 1,3 2,6-34,4-41,6-50,9-50,4 Warmtepompen 8,5 6,2 12,8 12, ,4 37,7 25,5 29,3 Thermische zonne-energie 2,2 2,6 3,7 3,7 6,4-1,7-15,3-45,6-41,8 Hernieuwbare energie voor vervoer (enkel 16,6 18,4 18,5 19,1 29,5-2,5-9,7-37,2-35,0 biobrandstoffen) Biobrandstoffen van de eerste 14,6 17,6 16,2 16,9 27,1-11,2-16,9-40,0-37,7 generatie Biobrandstoffen van de tweede 2,0 0,8 2,3 2,3 2,4 211,0 143,7-5,5-4,9 generatie Hernieuwbare energie Totaal 176,7 172,3 216,0 221,5 242,1 5,7 2,6-12,0-8,5 Bron: (Green-X) modellering TU Wien (2014) Hoewel de warmtesector met een huidige inzet van 88 Mtoe (2013) van alle hernieuwbareenergiesectoren het verst gevorderd lijkt en het veel beter doet dan gepland (de lidstaten

13 maakten in hun NREAP's melding van 77 Mtoe), laten scenario's met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling een afname van het overschot zien, dat zal uitmonden in een klein tekort in Met name de ontwikkeling van warmte uit biomassa en warmtepompen is in verscheidene lidstaten opvallend sterk. Verwacht wordt dat de bijdrage van deze technologieën ook in 2020 groter dan gepland zal zijn. Wat technologieën zoals biogas, zonnecollectoren en middelgrote tot grote geothermische verwarmingssystemen betreft, is er daarentegen een behoefte aan verbetering. Mogelijk moeten ten aanzien van deze technologische opties zeer dringend aanvullende initiatieven worden genomen om ze hun rol bij het halen van de verplichtingen inzake hernieuwbare energie voor 2020 te doen spelen en gezien hun potentieel voor het toevoegen van de in toenemende mate vereiste flexibiliteit aan de elektriciteitssystemen. De sector hernieuwbare elektriciteit laat een relatief grotere kloof zien in Dankzij de sterke ontwikkeling van fotovoltaïsche cellen in tal van lidstaten werd het NREAP-traject voor hernieuwbare elektriciteit in 2013 bijna gehaald. Vanwege een vertraging van de vooruitgang in tal van lidstaten kan voor 2014 op basis van modellering een klein tekort worden vastgesteld, en aangenomen wordt dat deze trend zich de komende jaren tot 2020 zal doorzetten. Op technologische niveau hebben fotovoltaïsche cellen al in 2013 de aanvankelijk voor 2020 geplande niveaus bereikt, en terwijl hydro-energie en onshore windenergie naar verwachting de komende jaren de in de NREAP's geplande niveaus zullen bereiken, hinkt offshore windenergie achterop. Zoals uit tabel 1 blijkt, is de kloof tussen de geplande en de daadwerkelijk verwachte ontwikkeling het grootst voor geconcentreerde zonne-energie en mariene technologieën, doordat deze technologieën het nog moeilijk hebben om de markt te penetreren. De daadwerkelijke ontwikkelingspercentages van deze technologieën blijven dan ook achter bij de in de NREAP's uitgesproken voornemens. Over het algemeen en gezien de geplande bijdrage aan de totale productie van hernieuwbare energie in 2020 zijn aanzienlijke inspanningen nodig om de inzet van de meest kosteneffectieve technologieën voort te zetten, en zijn betere randvoorwaarden voor met name offshore windenergie de belangrijkste maatregelen voor het halen van de streefcijfers voor hernieuwbare energie. In de vervoerssector blijft het gebruik van conventionele en geavanceerde biobrandstoffen momenteel achter bij het NREAP-traject voor de ontwikkeling ervan. 2. SCHEPPEN VAN EEN GUNSTIG KLIMAAT DOOR HET WEGNEMEN VAN NIET- ECONOMISCHE BELEMMERINGEN Zoals de analyse in de vorige afdeling leert, blijft de verwezenlijking van de streefcijfers voor 2020, ondanks gestage vooruitgang tot op heden, nog steeds grotendeels afhankelijk van de continuïteit van het huidige beleid in de lidstaten en van extra maatregelen ten behoeve van de ontwikkeling van hernieuwbare energie. Voor bepaalde lidstaten zal dit samenwerking met andere lidstaten vergen. Andere lidstaten zullen niet met kosten verband houdende barrières moeten slechten om de ontwikkeling en inzet van hernieuwbare energie te stimuleren en de volledige integratie ervan op de energiemarkt mogelijk te maken. Ruimtelijke ordening en administratieve en vergunningsprocedures voor projectontwikkelaars zijn belangrijke factoren die investeringsbesluiten voor grote energie-infrastructuurprojecten en gedecentraliseerde hernieuwbare-energieprojecten beïnvloeden. Om het voor nieuwe spelers, met name kmo's, gemakkelijker te maken de markt te betreden, verplicht de hernieuwbare-energierichtlijn de lidstaten ertoe hun procedures te vereenvoudigen, de 13

14 transparantie te verhogen en te zorgen voor coördinatie tussen de autoriteiten die bevoegd zijn voor procedures voor het verlenen van vergunningen aan producenten van hernieuwbare energie. De Commissie heeft in het verleden al de langzame vorderingen bij de vereenvoudiging van administratieve procedures voor energieproducenten in de lidstaten als een belangrijke uitdaging voor de groei van hernieuwbare energie in Europa aangewezen 44. De meest recente beoordelingen 45 wijzen echter op enige vooruitgang op dit gebied omdat in de voortgangsverslagen van de lidstaten een groot aantal vereenvoudigingsmaatregelen is gerapporteerd 46. Een aantal lidstaten heeft een éénloketsysteem opgezet voor producenten van hernieuwbare energie die hun projecten willen laten goedkeuren. Een dergelijk systeem is opgezet in Nederland, waar het voor aanzienlijke kortere doorlooptijden voor projecten heeft gezorgd. In België zijn het Vlaamse en het Waalse gewest momenteel milieu- en bouwvergunningen aan het samenvoegen, om aldus daadwerkelijk één enkele vergunningsprocedure te creëren, waarbij nog altijd verschillende autoriteiten betrokken zijn, maar waarvoor in één stap een aanvraag kan worden ingediend. In Oostenrijk is het éénloketsysteem slechts ten dele verwezenlijkt aangezien slechts enkele vergunningen (bijvoorbeeld milieu- en bouwvergunningen) samen kunnen worden verkregen. Online-informatieplatforms en -toepassingen worden tot dusver slechts gebruikt in enkele lidstaten (bijvoorbeeld Portugal, Hongarije, Italië en Zweden). Verscheidene lidstaten hebben echter vereenvoudigde aanmeldingsprocedures voor kleine hernieuwbare energie-installaties zoals fotovoltaïsche dakinstallaties ingevoerd. In dit type procedure is de expliciete goedkeuring van de autoriteiten niet vereist, maar wordt de goedkeuring geacht te zijn verleend zodra de kennisgeving is geschied, op voorwaarde dat het project de criteria voor de procedure volgt. Het Verenigd Koninkrijk heeft een tijdslimiet van twaalf maanden voor stedenbouwkundige vergunningen ingevoerd, die ook de nodige tijd voor beroepsprocedures omvat. De meeste lidstaten rapporteren een verbetering van de coördinatie en de samenwerking tussen de betrokken autoriteiten. Voor de identificatie van geschikte locaties voor hernieuwbare-energieprojecten lijken veel lidstaten nauw samen te werken met de verschillende betrokken autoriteiten. Andere lidstaten hebben duidelijk getracht de procedures te coördineren of hebben verschillende vergunningen samengevoegd. Het merendeel van de lidstaten erkent echter de behoefte aan een verdere verbetering van de procedures die gelden voor producenten van hernieuwbare energie. Deze conclusie wordt ook gesteund door projectontwikkelaars en marktdeelnemers die actief zijn op het gebied van hernieuwbare energie 47, en door de diepgaande analyse van de efficiëntie van de in de richtlijn hernieuwbare energie vervatte wettelijke bepalingen inzake administratieve en vergunningsprocedures, zoals beschreven in de volgende afdeling COM(2013) 175 en COM(2011) 31. Renewable energy progress and biofuels sustainability, ECOFYs et al (2014) en de REFIT-evaluatie van de richtlijn hernieuwbare energie, CE Delft (2014). Nationale voortgangsverslagen inzake hernieuwbare energie 2013: Study on the competitiveness of the EU Renewable Energy Industry, ICF International (2014), Geothermal District Heating potential study, (2014). 14

15 3. DE RICHTLIJN HERNIEUWBARE ENERGIE IS GESCHIKT VOOR HET BEOOGDE DOEL: VOORLOPIGE RESULTATEN VAN DE REFIT-EVALUATIE Overeenkomstig de eisen van de mededeling "Gezonde en resultaatgerichte regelgeving: resultaten en volgende stappen "(REFIT), is in 2014 een REFIT-evaluatie van de richtlijn hernieuwbare energie verricht 48. De resultaten van deze evaluatie geven aan dat de doelstelling om het aandeel hernieuwbare energie in het eindenergieverbruik van de EU op duurzame wijze te verhogen, gehaald is. Met name de bindende nationale streefcijfers, de NREAP's en de tweejaarlijkse monitoring 49 waren bijzonder doeltreffend met het oog op transparantie voor investeerders en andere marktdeelnemers, en de kwaliteit van de informatie over markten en beleidsmaatregelen voor hernieuwbare energie in de lidstaten. Deze wettelijke bepalingen hebben bijgedragen tot de algehele verwezenlijking van de doelstellingen van het energie- en klimaatbeleid van de EU, de continuïteit van de energievoorziening, de werkgelegenheid, de aanvaarding door het publiek en de regionale ontwikkeling. Zij hebben hun belang voor de algemene EU-doelstellingen inzake energie en klimaatverandering bewezen, door voor een grote inzet van hernieuwbare energie te zorgen, wat resulteerde in circa 388 Mt bruto vermeden CO 2 -emissies in 2013 en een daling van de EU-vraag naar fossiele brandstoffen van 116 Mtoe. Belangrijker voor de voorzieningszekerheid van de EU is dat de vervanging van aardgas door hernieuwbare energie goed was voor 30 % van alle vermeden gebruik van fossiele brandstoffen in 2013; bijna de helft van de lidstaten heeft zijn bruto binnenlands verbruik van aardgas met minstens 7 % verminderd 50. De door het toegenomen gebruik van hernieuwbare energie uitgespaarde kosten bedragen ten minste 30 miljard euro per jaar 51. Wat de kosten voor de uitrol van hernieuwbare energie betreft, luidde de conclusie van de evaluatie van de toegevoegde waarde van de richtlijn dat bindende streefcijfers de lidstaten hebben gestimuleerd om hun toewijzing van middelen te verbeteren in plaats van gewoon hun ambities op het gebied van de ontwikkeling van hernieuwbare energie naar beneden bij te stellen. Bovendien is de EU-markt voor biobrandstoffen met een biobrandstoffenverbruik van 0,7 mboe/d 52 de derde grootste biobrandstoffenmarkt ter wereld en zou er zonder de richtlijn geen sprake zijn van EU-brede duurzaamheidscriteria voor die markt. Voorlopige resultaten van de evaluatie wijzen erop dat de energiecapaciteit in bepaalde lidstaten waarschijnlijk in hetzelfde tempo zou zijn gestegen als er geen verplicht streefcijfer op EU-niveau was vastgesteld, terwijl dat in andere lidstaten niet noodzakelijk het geval zou zijn. In de lidstaten die zich voorheen minder hebben ingespannen om hun potentieel voor hernieuwbare energie te ontwikkelen was een bindend streefcijfer bijgevolg de belangrijkste motor voor de ontwikkeling van capaciteit voor hernieuwbare energie. De lidstaten hebben met het oog op het stimuleren van de uitrol van hernieuwbare energie een reeks beleidsmaatregelen ontwikkeld, waarvan het ontwerp en de uitvoering de bevoegdheid van de lidstaten is. Desalniettemin varieert het niveau van de effectiviteit en efficiëntie van de in de richtlijn vastgestelde maatregelen, afhankelijk van een aantal factoren, zoals de uitvoering van de desbetreffende maatregelen op lidstaatniveau, de duidelijkheid van de taken REFIT-evaluatie van de richtlijn hernieuwbare energie, CE Delft (2014). Nationale actieplannen voor hernieuwbare energie en tweejarige nationale voortgangsverslagen inzake hernieuwbare energie zijn wettelijke vereisten uit hoofde van de artikelen 4 en 22 van de richtlijn hernieuwbare energie. Renewable Energy in Europe approximated recent growth and knock-on effects, Europees Milieuagentschap (2015). Europese strategie voor energiezekerheid, COM (2014). WEO (2014). 15

16 die door de lidstaten moeten worden uitgevoerd, onzekerheid omtrent kosten, voordelen of wettelijke belemmeringen of een gebrek aan prikkels. Bij de beoordeling van de doeltreffendheid en efficiëntie van de bepalingen van de richtlijn bleek uit de evaluatie dat het belangrijk is een onderscheid te maken tussen korte- en langetermijndoelstellingen. In het algemeen nemen de voordelen mettertijd toe 53. Van een aantal bepalingen werd geconstateerd dat de administratieve kosten in het begin betrekkelijk hoog waren, maar mettertijd aanzienlijk terugliepen. Dit is het geval wanneer processen en procedures moeten worden ontwikkeld om de bepalingen van de richtlijn volledig uit te voeren (bijvoorbeeld de artikelen 17, 18 en 19 inzake de duurzaamheid van biobrandstoffen en de verschillende procedures die vereist zijn voor de uitvoering van de artikelen 13 en 14 van de richtlijn). Met betrekking tot de impact van de eisen van de richtlijn op de administratieve lasten voor overheden en ondernemingen op lidstaatniveau, werd geconcludeerd dat op nationaal en plaatselijk niveau aanvullende maatregelen moesten worden genomen, maar dat deze maatregelen toch een beperkte impact op de totale lasten hadden, die met name merkbaar was in de eerste uitvoeringsjaren. Sommige bepalingen van de richtlijn bleken te hebben bijgedragen tot het terugdringen van de administratieve belasting voor de lidstaten, zoals het gebruik van de in de richtlijn opgenomen planningsmodellen en rapportagevereisten. In het kader van de REFIT-evaluatie is een aantal positieve voorbeelden aangewezen in verband met de bepalingen van de richtlijn hernieuwbare energie binnen het kader voor 2020: bepalingen zijn het meest doeltreffend en efficiënt indien zij zowel verplicht als welomschreven zijn, zoals het geval was met de nationale streefcijfers voor hernieuwbare energie en de NREAP's. tot de lidstaten gerichte bepalingen die voorschrijven dat streefcijfers en regels op nationaal niveau worden bereikt, zijn veelal doeltreffender en efficiënter dan bepalingen die specifieke acties op plaatselijk of regionaal niveau voorschrijven. Dit is duidelijk te zien in het geval van de stroomlijning van de administratieve procedures; bepalingen zijn het meest doeltreffend en efficiënt indien de desbetreffende regels van bij het begin (of kort daarna) zijn vastgesteld en stabiel blijven in de loop van de geldigheidsduur van de wetgeving (geloofwaardigheid en transparantie); betrokkenheid op EU-niveau bij de duurzaamheidscertificering van bepaalde producten (zoals biobrandstoffen) is een effectief middel gebleken om de in de richtlijn vastgestelde duurzaamheidsdoelstellingen te verwezenlijken. Uit de REFIT-evaluatie blijkt ook dat de doeltreffendheid en efficiëntie van bijna alle bepalingen van de richtlijn verder kunnen worden verbeterd door voor een stabiel beleidskader voor de periode na 2020 te zorgen. Stabielere vooruitzichten voor de langere termijn verhogen de zekerheid voor investeerders en stimuleren de belanghebbenden en overheidsinstanties (met inbegrip van de vele plaatselijke en regionale overheden die betrokken zijn bij de uitvoering van, bijvoorbeeld, de artikelen 13 en 14) om de nodige inspanningen te doen. Gezien de resultaten van deze evaluatie en de prestaties van de lidstaten als het gaat om de uitvoering van de artikelen 13 en 14 van de richtlijn hernieuwbare energie en de beperkte 53 Op een bepaald moment zelfs vrij abrupt, zoals het geval kan zijn met de samenwerkingsmechanismen naarmate 2020 nadert. 16

17 vorderingen die zijn gemaakt op het gebied van administratieve vereenvoudiging en het uit de weg ruimen van niet-economische hinderpalen, zal de Commissie een brede studie inzake de praktische uitvoering van de administratieve procedures voor projecten inzake hernieuwbare energie in de lidstaten opzetten. De Commissie is voornemens om op basis daarvan en op basis van de resultaten van het REFIT-evaluatieonderzoek 54 over de richtlijn hernieuwbare energie en de in het onderhavige verslag opgenomen bevindingen, een specifiek werkdocument van de diensten van de Commissie over de REFIT-evaluatie uit te brengen. 4. HAALBAARHEID VAN HET STREEFCIJFER VAN 10 % HERNIEUWBARE ENERGIE IN HET VERVOER EN BEOORDELING VAN DE DUURZAAMHEID VAN EU- BIOBRANDSTOFFEN In de richtlijn hernieuwbare energie is voor 2020 een streefcijfer voor het aandeel van hernieuwbare energie in het vervoer van minimaal 10 % vastgesteld, dat grotendeels moet worden ingevuld door het gebruik van biobrandstoffen. De vooruitgang in de richting van dit streefcijfer verliep de afgelopen vijf jaar traag in 2013 en 2014 is een aandeel van 5,4 % bereikt en voor 2014 wordt het aandeel op 5,7 % geraamd. De belangrijkste reden hiervoor waren politieke onzekerheid en het groter wordende besef dat bepaalde productieketens voor biobrandstoffen de totale broeikasgasemissies kunnen verhogen als ook rekening wordt gehouden met de emissies door indirecte veranderingen in het landgebruik, alsook het gebrek aan de commerciële beschikbaarheid van alternatieve biobrandstoffen van de tweede generatie. In 2013 werd dankzij het gebruik van hernieuwbare energie op EU-niveau een brutohoeveelheid van 388 miljoen ton CO 2 -emissies vermeden 55,56. Veruit de hoogste niveaus werden bereikt in de elektriciteitssector (75 %), terwijl de emissiereducties in de vervoerssector wegens de lage inzet van hernieuwbare energie, het laagst waren (9 % of circa 35 MtCO 2 -equivalent). De meeste van deze reducties waren te danken aan het gebruik van biobrandstoffen, terwijl slechts een klein deel te danken was aan het gebruik van hernieuwbare elektriciteit in het vervoer, met name in de spoorwegsector 57,58. De huidige methode die in bijlage V bij de richtlijn hernieuwbare energie is opgenomen, biedt mogelijkheden om de prestaties op het gebied van broeikasgassen (BKG) van de eerste generatie biobrandstoffen te verbeteren, terwijl de komende wijzigingen van de richtlijn hernieuwbare energie en de richtlijn brandstofkwaliteit met het oog op de beperking van indirecte veranderingen in landgebruik, het gebruik van geavanceerde biobrandstoffen met een hoger BKG-reductiepotentieel zouden moeten doen toenemen 59. In totaal werd ongeveer 75 % van de in de EU verbruikte biobrandstoffen in de Unie geproduceerd. In de EU geproduceerde biodiesel was goed voor 79 % van het totale verbruik in de EU en de invoer was voornamelijk afkomstig uit Argentinië en Indonesië. EU-lidstaten REFIT-evaluatie van de richtlijn hernieuwbare energie, CE Delft (2014). Renewable Energy in Europe approximated recent growth and knock-on effects, Europees Milieuagentschap (2015) Rechtstreekse emissiereducties, dus zonder emissies afkomstig van indirecte veranderingen in het landgebruik. Europees Milieuagentschap, Renewable energy progress and sustainability of biofuels, ECOFYS, Voorstel van de Commissie inzake indirecte veranderingen in het landgebruik COM (2012) 595, 2012/0288 (COD). 17

18 produceerden 71 % van het verbruikte ethanol en het overige deel werd ingevoerd uit hoofdzakelijk de Verenigde Staten en Brazilië. In verband met het verbruik van biobrandstoffen is bezorgdheid geuit over de voedselzekerheid in Afrika, maar tot 2013 heeft de EU, afgezien van de zeer beperkte invoer van bio-ethanol uit Soedan, nauwelijks biobrandstoffen uit Afrika ingevoerd terwijl de uitvoer van biobrandstoffen vanuit Afrika in de toekomst naar verwachting slechts een matige groei zal vertonen 60. Afgezien van de invoer van biobrandstoffen als eindproduct, wordt ook een bepaalde hoeveelheid biobrandstoffen geproduceerd aan de hand van ingevoerd basismateriaal. Meer dan 60 % van de in de EU verbruikte biodiesel wordt geproduceerd uit binnenlandse grondstoffen, hoofdzakelijk raapzaad. Indonesische palmolie en Argentijnse sojabonen zijn de in Europa meest intensief gebruikte grondstoffen voor de productie van biodiesel. Beide grondstoffen zijn elk goed voor ongeveer 12 % van het totale volume biodiesel van de EU 61. Ongeveer 79 % van de door de EU-markt verbruikte bio-ethanol was afkomstig van in de EU geproduceerde grondstoffen, voornamelijk tarwe, maïs en suikerbiet. Voor de productie van ethanol ingevoerde grondstoffen omvatten maïs uit de Verenigde Staten en Oekraïne en suikerriet uit Guatemala 62. Binnen de EU wordt de duurzaamheid van biobrandstoffen gewaarborgd aan de hand van de in de richtlijn hernieuwbare energie vervatte duurzaamheidscriteria. Grondstoffenproducenten uit derde landen kunnen de naleving van de duurzaamheidscriteria van de richtlijn hernieuwbare energie aantonen aan de hand van bilaterale overeenkomsten, nationale systemen van de lidstaten of door de Europese Commissie erkende vrijwillige regelingen. Van deze drie opties zijn vrijwillige regelingen in toenemende mate het belangrijkste nalevingsmechanisme omdat zij grondstoffenproducenten de zekerheid bieden dat hun gewassen aan de vereisten van alle lidstaten voldoen, ongeacht waar de grondstof is geproduceerd. Eind 2014 was het aantal door de Commissie erkende vrijwillige regelingen gestegen tot Een volledig overzicht van de analyse van de haalbaarheid van het streefcijfer van 10 % hernieuwbare energie in de vervoerssector en een beoordeling van de duurzaamheid van EUbiobrandstoffen is te vinden in de technische bijlage bij dit verslag (begeleidend werkdocument van de diensten van de Commissie). CONCLUSIES Hernieuwbare energie wordt steeds meer een algemeen aanvaarde, gangbare energiebron. De richtlijn hernieuwbare energie is met haar wettelijk bindende Europese en nationale streefcijfers en het streefcijfer van 10 % hernieuwbare energie in het vervoer tot ver buiten de Europese grenzen de belangrijkste motor geworden voor door Europa geleide mondiale investeringen in hernieuwbare technologieën en ondersteunend beleid inzake hernieuwbare energie. Deze trend moet zich doorzetten. De transitie naar een koolfstofarme energiemix in de EU is niet mogelijk zonder aanzienlijk hogere percentages hernieuwbare energie. Hogere percentages hernieuwbare energie, met name in de sectoren verwarming en vervoer, zullen de ECOFYS, 2014 ECOFYS, ECOFYS, ECOFYS,

19 EU ook helpen haar oude uitdagingen op het gebied van energiezekerheid aan te gaan, door met name haar afhankelijkheid van de invoer van fossiele brandstoffen te verminderen. Met minder dan zes jaar te gaan tot eind 2020 is het merendeel van de lidstaten goed op weg om de in de richtlijn hernieuwbare energie vastgestelde streefcijfers te halen. Het vooruitzicht dat het streefcijfer voor 2020 wordt gehaald, is voor de EU als geheel gunstig. Voor een aantal lidstaten kan het bereiken van de streefcijfers echter moeilijk blijken, niet in het minst vanwege het steiler wordende traject en aanhoudende marktbelemmeringen. Er moet optimaal gebruik worden gemaakt van de kansen die worden geboden door de samenwerkingsmechanismen waarin de richtlijn hernieuwbare energie voorziet. Het streefcijfer voor 2020 van 10 % hernieuwbare energie in het vervoer is een uitdaging, maar blijft haalbaar, zoals blijkt uit de in bepaalde lidstaten geboekte vooruitgang. Een doorbraak op het gebied van geavanceerde biobrandstoffen en een brede aanpak voor het koolstofarm maken van de vervoersector, met inbegrip van beslissende stappen ter verhoging van het percentage hernieuwbare elektriciteit in het vervoer, blijft erg belangrijk. Uit de in 2014 in de context van het REFIT-programma verrichte evaluatie van de richtlijn hernieuwbare energie blijkt dat de richtlijn doeltreffend is en haar doelstellingen bereikt, maar dat de uitvoering ervan op lidstaatniveau voor verbetering vatbaar is. De Commissie zal met de lidstaten en de belanghebbenden blijven samenwerken om overeenkomstig de EU-streefcijfers voor hernieuwbare energie voor 2020 te zorgen voor de ontwikkeling en integratie van een groter aandeel van hernieuwbare energie. Zowel de Commissie als de lidstaten zullen daarbij de blik gericht houden op het bereiken van de doelstellingen van het toekomstige energie- en klimaatkader voor

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 311 E van 31/10/2000 Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bevordering van elektriciteit uit hernieuwbare

Nadere informatie

HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË

HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË HERNIEUWBARE ENERGIE IN ITALIË Overzicht 1 Hernieuwbare energiebronnen (hierna ook: HE) spelen een belangrijke rol in het kader van het Italiaanse energiesysteem. Ze worden uitvoerig gebruikt om elektriciteit

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.11.2016 SWD(2016) 419 final PART 1/2 WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Voorstel voor een richtlijn van het Europees

Nadere informatie

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom

Nadere informatie

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen - De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn l - Uitdagingen & oplossingen - DG Energie 22 juni 2011 ENERGIEVOORZIENING NOG AFHANKELIJKER VAN IMPORT Te verwachten scenario gebaseerd op cijfers in 2009 in % OLIE

Nadere informatie

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013

Zittingsdocument B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 22.4.2013 B7-0000/2013 ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B7-0000/2013 ingediend overeenkomstig artikel 115, lid 5, van het

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2015 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2015, Vito, september 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2015 bedraagt 6,0 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2016 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2016, Vito, oktober 2017 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2016 bedraagt 6,4% Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2014 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris hernieuwbare energiebronnen Vlaanderen 2005-2014, Vito, januari 2016 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2014 bedraagt 5,7 % Figuur 1 groene stroom uit bio-energie

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, september 2014 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,9% Figuur 1 bio-elektriciteit

Nadere informatie

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030

Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 2030 IP/3/661 Brussel, 12 mei 23 Energie, technologie en milieuproblemen: Europees onderzoek schetst somber wereldbeeld in 23 In 23 zal het wereldenergieverbruik verdubbeld zijn; fossiele brandstoffen, voornamelijk

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 2.3.2016 COM(2016) 62 final 2016/0036 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0382 (COD) 15120/16 ADD 9 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 december 2016 aan: ENER 417 CLIMA 168 CONSOM

Nadere informatie

Hernieuwbare energie in Brussel

Hernieuwbare energie in Brussel Hernieuwbare in Brussel Achtergrond en vooruitzichten Hernieuwbare in Brussel: welke opportuniteiten voor de bouwbedrijven? Afdeling Energie, Lucht, Klimaat en Duurzame gebouwen F. Cornille 19/10/2017

Nadere informatie

BIJLAGE. De vijf dimensies van de energie-unie: beleidsvaststellingen op het niveau van de lidstaten en de EU. bij de

BIJLAGE. De vijf dimensies van de energie-unie: beleidsvaststellingen op het niveau van de lidstaten en de EU. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.2.2017 COM(2017) 53 final ANNEX 2 BIJLAGE De vijf dimensies van de energie-unie: beleidsvaststellingen op het niveau van de lidstaten en de EU bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.3.2019 C(2019) 1616 final ANNEXES 1 to 2 BIJLAGEN bij GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE tot wijziging van de bijlagen VIII en IX bij Richtlijn 2012/27/EU

Nadere informatie

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan IP/04/1250 Brussel, 20 oktober 2004 Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan De Europese Commissie gaat akkoord met een tweede

Nadere informatie

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.2.2015 COM(2015) 80 final ANNEX 1 PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

the state of renewable energies in europe

the state of renewable energies in europe HERNIEUWBARE ENERGIE IN EUROPA 12 th EurObserv ER Report the state of renewable energies in europe 2012 12 th EurObserv ER Report Werkgelegenheid en omzet Voor de periode 2005-2010 is de energieproductie

Nadere informatie

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd?

1. Hoe is de productie voor bio-energiedoeleinden sinds 2013 jaarlijks geëvolueerd? SCHRIFTELIJKE VRAAG nr. 136 van FRANCESCO VANDERJEUGD datum: 20 januari 2016 aan ANNEMIE TURTELBOOM VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE Europees

Nadere informatie

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting

ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST Samenvatting ENERGIEBALANS VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 216 Samenvatting EINDVERSIE - OKTOBER 218 1. Samenvatting van de energiebalans 216 Elk jaar stelt Leefmilieu Brussel de energiebalans van het Brussels

Nadere informatie

Een overzicht van de hernieuwbare-energiesector in Roemenië

Een overzicht van de hernieuwbare-energiesector in Roemenië Een overzicht van de hernieuwbare-energiesector in Roemenië Roemenië ligt geografisch gezien in het midden van Europa (het zuidoostelijk deel van Midden-Europa). Het land telt 21,5 miljoen inwoners en

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.11.2016 SWD(2016) 406 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0341/45. Amendement. Roger Helmer, David Coburn namens de EFDD-Fractie 9.12.2015 A8-0341/45 45 Overweging H H. overwegende dat klimaatverandering, niet-concurrerende energieprijzen en de bijzonder grote afhankelijkheid van onbetrouwbare leveranciers uit derde landen een bedreiging

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

16% Energie van eigen bodem. 17 januari 2013

16% Energie van eigen bodem. 17 januari 2013 16% Energie van eigen bodem 17 januari 2013 Inhoud Klimaatverandering Energie in Nederland Duurzame doelen Wind in ontwikkeling Northsea Nearshore Wind Klimaatverandering Conclusie van het IPCC (AR4, 2007)

Nadere informatie

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17

2.2. EUROPESE UNIE Droogte remt groei melkaanvoer af. Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) % 18/17 2.2. EUROPESE UNIE 2.2.1. Droogte remt groei melkaanvoer af Melkaanvoer per lidstaat (kalenderjaren) (1.000 ton) 2005 2015 2017 2018 % 18/17 België 3 022 3 988 4 025 4 190 4,1 Denemarken 4 451 5 278 5

Nadere informatie

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013

Inventaris hernieuwbare energie in Vlaanderen 2013 1 Beknopte samenvatting van de Inventaris duurzame energie in Vlaanderen 2013, Deel I: hernieuwbare energie, Vito, februari 2015 1 1 Het aandeel hernieuwbare energie in 2013 bedraagt 5,8 % Figuur 1 zon-elektriciteit

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.6.2016 COM(2016) 395 final 2016/0184 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van de Overeenkomst van Parijs, die is

Nadere informatie

Verbruik van hernieuwbare energie

Verbruik van hernieuwbare energie Indicator 11 juli 2017 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aandeel hernieuwbare energie

Nadere informatie

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.9.2018 COM(2018) 651 final ANNEX BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de werking van Richtlijn 2011/24/EU betreffende de toepassing

Nadere informatie

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0288(COD) 10.4.2013. van de Commissie vervoer en toerisme

ONTWERPADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/0288(COD) 10.4.2013. van de Commissie vervoer en toerisme EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie vervoer en toerisme 10.4.2013 2012/0288(COD) ONTWERPADVIES van de Commissie vervoer en toerisme aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.9.2016 COM(2016) 618 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE Verslag met het oog op de berekening van de toegewezen hoeveelheid van de Unie, alsook het verslag met het oog op de berekening

Nadere informatie

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN

Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN Mondiale perspectieven voor energie, technologie en klimaatbeleid voor 2030 KERNPUNTEN Referentiescenario De WETO-studie (World Energy, Technology and climate policy Outlook 2030) bevat een referentiescenario

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.5.2017 C(2017) 3217 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.46960 (2017/N)

Nadere informatie

WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN

WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN WORLD ENERGY TECHNOLOGY OUTLOOK 2050 (WETO-H2) KERNPUNTEN In het kader van de WETO-H2-studie is een referentieprognose van het wereldenergiesysteem ontwikkeld samen met twee alternatieve scenario's, een

Nadere informatie

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.2.28 COM(28) 86 final ANNEXES to 3 BIJLAGE bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE

Nadere informatie

Visie op Windenergie en solar Update 2014

Visie op Windenergie en solar Update 2014 Visie op Windenergie en solar Update 2014 De vooruitzichten voor hernieuwbare energie zijn gunstig Succes hangt sterk af van de beschikbaarheid van subsidies Naast kansen in Nederland kan de sector profiteren

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.2.2017 COM(2017) 57 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Voortgangsverslag

Nadere informatie

Bioenergie en de Richtlijn voor hernieuwbare energie

Bioenergie en de Richtlijn voor hernieuwbare energie Bioenergie en de Richtlijn voor hernieuwbare energie Bio-energiedag Oost Nederland 14 oktober 2010 Ir. F.C.W. (Frank) van Erp Projectleider AGNl Actieplan Hernieuwbare Energie en CA-RES Inhoud Richtlijn

Nadere informatie

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer

Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer EUROPESE COMMISSIE PERSBERICHT Brussel, 19 maart 2013 Verkeersveiligheid: aantal verkeersdoden in de EU nog nooit zo laag - Europa maakt nu ook werk van een strategie voor gewonden in het verkeer Het aantal

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese.

KLIMAATVERANDERING. N.B. : Voor de algemene analyse zie de analytische synthese. Directoraat-generaal Communicatie EENHEID PUBLIEKE OPINIE Brussel, 15/10/2008 KLIMAATVERANDERING Speciale Eurobarometer 300 Voorjaar 2008 Eerste ruwe resultaten: Europees gemiddelde en belangrijke nationale

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.6.2011 COM(2011) 352 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S Tweede

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 1.4.2009 COM(2009) 156 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD overeenkomstig artikel 18, lid 3, van Richtlijn 2000/60/EG

Nadere informatie

Schone technologie voor een levende aarde Bouwen aan de Nederlandse schone technologie sector

Schone technologie voor een levende aarde Bouwen aan de Nederlandse schone technologie sector Wereld Natuur Fonds Driebergseweg 10 Postbus 7 3700 AA Zeist Tel: +31 30 693 7333 Direct: Fax: +31 30 691 2064 Info@wnf.nl www.wnf.nl Schone technologie voor een levende aarde Bouwen aan de Nederlandse

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401

Nadere informatie

reating ENERGY PROGRESS

reating ENERGY PROGRESS reating ENERGY PROGRESS 2012 ENERGIE EN MILIEU: Opwarming van de aarde: Drastische vermindering CO 2 -uitstoot Energie: De energiekosten fluctueren sterk en zullen alleen maar stijgen Behoud van het milieu

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD NL NL NL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.8.2010 COM(2010) 421 definitief VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD over de toepassing van Verordening (EG) nr. 453/2008 van het Europees

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij

WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING. bij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.7.2014 SWD(2014) 256 final WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE SAMENVATTING VAN DE EFFECTBEOORDELING bij Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement

Nadere informatie

Werkloosheid in de Europese Unie

Werkloosheid in de Europese Unie in de Europese Unie Diana Janjetovic en Bart Nauta De werkloosheid in de Europese Unie vertoont sinds 2 als gevolg van de conjunctuur een wisselend verloop. Door de economische malaise in de jaren 21 23

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

Hernieuwbaar verwarmen in de toekomst? Oplossingen vinden we niet alleen. VEA 4 jaar Renovatiepact: 14 december 2018

Hernieuwbaar verwarmen in de toekomst? Oplossingen vinden we niet alleen. VEA 4 jaar Renovatiepact: 14 december 2018 Hernieuwbaar verwarmen in de toekomst? Oplossingen vinden we niet alleen VEA 4 jaar Renovatiepact: 14 december 2018 Energietransitie Het omvormen van het huidige energiesysteem naar een decentraal koolstofarm

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 2 december 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0379 (COD) 15135/16 ADD 8 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 1 december 2016 aan: Nr. Comdoc.: ENER 418 ENV

Nadere informatie

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR

Titel 1 (eigen middelen): miljoen EUR. Titel 3 (overschotten, saldi en aanpassingen): miljoen EUR Raad van de Europese Unie Brussel, 17 juni 2016 (OR. en) 9586/16 BUDGET 15 TOELICHTING Betreft: Ontwerp van gewijzigde begroting nr. 2 bij de algemene begroting 2016: Boeking van het overschot van het

Nadere informatie

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap Jan Haers 07.02.2014 Vleva en SAR-Minaraad Overzicht ILUC 2030 klimaat-energiekader Mededeling over energieprijzen en kosten Mededeling over overheidsinterventie

Nadere informatie

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid Lieven Van Lieshout Econext 8 april 203 Uitdagingen van het energiebeleid Bron: IEA, WEO 202 2 Uitdagingen van het energiebeleid Bron : EC, Impact

Nadere informatie

Rapportage duurzaamheid biobrandstoffen Rapportageperiode 1 januari t/m mei 2010

Rapportage duurzaamheid biobrandstoffen Rapportageperiode 1 januari t/m mei 2010 Rapportage duurzaamheid biobrandstoffen 2010 Rapportageperiode 1 januari t/m mei 2010 Juli 2010 2/8 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Aard van de biobrandstoffen 3 3. Herkomst van de grondstoffen 4 4. Duurzaamheid

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.6.2017 COM(2017) 299 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds Europees Ontwikkelingsfonds (EOF): prognoses

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie Nr. 538 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Algemene informatie over de respondent

Algemene informatie over de respondent Openbare raadpleging over de Refit-evaluatie van de EU-wetgeving inzake gewasbeschermingsmiddelen en bestrijdingsmiddelenresiduen Velden met een * zijn verplicht. Algemene informatie over de respondent

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0051 (NLE) 6144/15 VOORSTEL van: ingekomen: 3 maart 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: SOC 70 EMPL 31 ECOFIN 97 EDUC

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.7.2016 C(2016) 4164 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 7.7.2016 betreffende de herziening van de vergoedingstabellen van dienstreizen voor ambtenaren

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.6.2013 COM(2013) 345 final 2013/0190 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de aanneming van de euro door Letland op 1 januari 2014 NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement 11.1.2018 A8-0392/296 296 Kathleen Van Brempt, Jo Leinen namens de S&D-Fractie Artikel 26 lid 5 inleidende formule 5. De biobrandstoffen, vloeibare biomassa en biomassabrandstoffen uit bosbiomassa die

Nadere informatie

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0382(COD) van de Commissie verzoekschriften

ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL. Europees Parlement 2016/0382(COD) van de Commissie verzoekschriften Europees Parlement 2014-2019 Commissie verzoekschriften 2016/0382(COD) 3.10.2017 ADVIES van de Commissie verzoekschriften aan de Commissie industrie, onderzoek en energie inzake het voorstel voor een richtlijn

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat Nederland (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 0,6 % (laatste verslag: 0,6%) stabiel, nog steeds beter dan het EU-gemiddelde

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

Energiedossiers tijdens het Italiaanse voorzitterschap

Energiedossiers tijdens het Italiaanse voorzitterschap Energiedossiers tijdens het Italiaanse voorzitterschap Jan Haers 2 juli 2014 Vleva en SAR-Minaraad Overzicht Energiebeleid op Europese Raad Tijdens het Griekse voorzitterschap Prioriteiten van het Italiaanse

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2012D0226 NL 13.12.2013 001.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende

Nadere informatie

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie? MEMO/11/406 Brussel, 16 juni 2011 Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie? Vakantie verwacht het onverwachte. Gaat u binnenkort op reis in de EU of naar IJsland, Liechtenstein,

Nadere informatie

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's

Voorjaarsprognoses : Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's IP/11/565 Brussel, 13 mei 2011 Voorjaarsprognoses 2011-2012: Europees herstel houdt aan ondanks nieuwe risico's Het geleidelijke herstel van de EU-economie zet door, zo blijkt uit de vooruitzichten voor

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen

Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Europese Commissie - Persbericht Standaard Eurobarometer najaar 2018: Positief beeld van de EU overheerst in de aanloop naar de Europese verkiezingen Brussel, 21 december 2018 Uit een nieuwe Eurobarometer-enquête

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

Banken ondermijnen de toekomst Over de investerings- en financieringspraktijk van banken in fossiele brandstoffen en duurzame energie

Banken ondermijnen de toekomst Over de investerings- en financieringspraktijk van banken in fossiele brandstoffen en duurzame energie Banken ondermijnen de toekomst Over de investerings- en financieringspraktijk van banken in fossiele brandstoffen en duurzame energie Een samenvatting van de bevindingen voor Nederland van een onderzoek

Nadere informatie

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers EUROPESE COMMISSIE - PERSBERICHT Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers Brussel, 23 november 2011 - Tot 5 miljoen mensen, bijna tweemaal zo veel als nu, krijgen de kans om in het

Nadere informatie

VR MED.0081/1

VR MED.0081/1 VR 2017 1702 MED.0081/1 DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW MEDEDELING AAN DE LEDEN VAN VLAAMSE REGERING Betreft: Voortgangsrapport van Vlaams mitigatieplan 2013-2020 met Broeikasgasinventaris

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0274 (E) 13588/17 ACP 119 FIN 647 PTOM 20 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE

Nadere informatie

Scorebord van de interne markt

Scorebord van de interne markt Scorebord van de interne markt Prestaties per lidstaat België (Verslagperiode: 2015) Omzetting van wetgeving Omzettingsachterstand: 1,1% (laatste verslag: 0,8%) voor het eerst sinds mei 2014 weer in de

Nadere informatie

Tarieven Europa: staffel 1

Tarieven Europa: staffel 1 Tarieven Europa: staffel 1 Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan

Nadere informatie

DE ROL VAN GAS EN GASINFRASTRUCTUUR IN EEN DUURZAME LEEFOMGEVING. Samen naar een duurzame, betrouwbare en competitieve energiemix

DE ROL VAN GAS EN GASINFRASTRUCTUUR IN EEN DUURZAME LEEFOMGEVING. Samen naar een duurzame, betrouwbare en competitieve energiemix DE ROL VAN GAS EN GASINFRASTRUCTUUR IN EEN DUURZAME LEEFOMGEVING Samen naar een duurzame, betrouwbare en competitieve energiemix DE BELGISCHE ENERGIE- UITDAGING 2 De doelstellingen van het interfederale

Nadere informatie

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014

Kansen voor warmte. Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014 Kansen voor warmte Frans Rooijers Lustrumcongres Stichting Warmtenetwerk, 13-2-2014 Centrale boodschap Er is een groot potentieel aan duurzame warmte en warmtebesparing in Nederland beschikbaar. Per situatie

Nadere informatie

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken

De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken Bron: K. Caminada & K. Goudswaard (2017), De inkomensverdeling van ouderen internationaal vergeleken, Geron Tijdschrift over ouder worden & maatschappij jaargang 19, nummer 3: 10-13. De inkomensverdeling

Nadere informatie

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad

BIJLAGE. bij het. Voorstel voor een besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.2.2016 COM(2016) 70 final ANNEX 1 BIJLAGE bij het Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, van het protocol

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 mei 2002 2001/0138 (COD) LEX 311 PE-CONS 3659/1/01 REV 1 TRANS 181 PECOS 199 CODEC 1126 VERORDENING (EG) Nr. /2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.3.2019 C(2019) 1616 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 4.3.2019 tot wijziging van de bijlagen VIII en IX bij Richtlijn 2012/27/EU wat betreft de

Nadere informatie

20% 60% 80% 40% ENERGIE. Kerncijfers 2016

20% 60% 80% 40% ENERGIE. Kerncijfers 2016 20% ENERGIE Kerncijfers 2016 80% 60% 40% Deze brochure wordt gepubliceerd met als doel door een efficiënt en doelgericht gebruik van de statistische gegevens, van marktgegevens, van de databank en van

Nadere informatie

Insights Energiebranche

Insights Energiebranche Insights Energiebranche Naar aanleiding van de nucleaire ramp in Fukushima heeft de Duitse politiek besloten vaart te zetten achter het afbouwen van kernenergie. Een transitie naar duurzame energie is

Nadere informatie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie

Biomassa. Pilaar in de energietransitie. Uitgangspunt voor de biobased economie Biomassa Pilaar in de energietransitie en Uitgangspunt voor de biobased economie Klimaatverandering: onze uitdaging Onze opdracht om er snel en écht iets aan te gaan doen Overeenstemming: er moet wat gebeuren!

Nadere informatie

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40%

ENERGIE- OBSERVATORIUM. Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40% ENERGIE- OBSERVATORIUM Kerncijfers 2013 20% 80% 60% 40% Deze brochure wordt gepubliceerd met als doel door een efficiënt en doelgericht gebruik van de statistische gegevens, van marktgegevens, van de databank

Nadere informatie

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2103(INI) Ontwerpadvies Lena Kolarska-Bobińska (PE496.

AMENDEMENTEN NL In verscheidenheid verenigd NL 2012/2103(INI) Ontwerpadvies Lena Kolarska-Bobińska (PE496. EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Commissie regionale ontwikkeling 17.10.2012 2012/2103(INI) AMENDEMENTEN 1-21 Lena Kolarska-Bobińska (PE496.464v01-00) inzake het Stappenplan Energie 2050 - een toekomst met

Nadere informatie

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning)

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning) Velden met een zijn verplicht. Naam E-mail Inleiding 1 Als een bedrijf een product

Nadere informatie

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad

BIJLAGE. bij. Voorstel voor een Besluit van de Raad EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.8.2017 COM(2017) 412 final ANNEX 1 BIJLAGE bij Voorstel voor een Besluit van de Raad betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie en haar lidstaten, en de voorlopige

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie