nagalmtijd [s] geen ruis absorptiecoefficient [-]

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "nagalmtijd [s] geen ruis absorptiecoefficient [-]"

Transcriptie

1 B.23.2 DE OPTIMALE NAGALMTIJD IN EEN SPREEKZAAL. Korte inhoud van het voorafgaande Webpagina B.23 geeft elementaire informatie over het akoestisch ontwerp van een spreekzaal, waarbij onder "spreekzaal" iedere ruimte wordt bedoeld waarin één spreker iets wil vertellen aan een aantal toehoorders in die ruimte. Die toehoorders proberen daarbij de hoeveelheid achtergrondlawaai zoveel mogelijk te beperken. Het gaat dus aan de ene zijde om een klein klaslokaaltje, aan de andere kant om een zaal voor een paar duizend toehoorders in een congrescentrum of in een kerk. De enige ruimte die we expliciet uitsluiten is een theaterzaal waarin zich een toneeltoren bevindt. Dat ontwerp is voorbehouden aan een akoestisch deskundige. In de subpagina's B.23. t/m B.23.4 wordt op de theorie ingegaan en worden beweringen gestaafd die in B.23 worden gedaan. In B.23. wordt het klaslokaal behandeld zoals dat in scholen voor basisonderwijs voorkomt. Het vloeroppervlak is steeds gelijk aan 50 m 2. Thans (in de huidige pagina B.23.2) worden juist zalen van verschillende grootte behandeld. Gestreefd zal worden naar een algemene akoestische richtlijn, waarbij hier reeds gemeld kan worden dat die wat afwijkt van wat gebruikelijk is in de akoestische literatuur. Daar wordt meestal uitgegaan van een "ideale" waarde van de nagalmtijd als functie van het volume van de ruimte. Aangetoond zal worden dat dat tot merkwaardige consequenties leidt en dat een afhankelijkheid van het vloeroppervlak veel meer voor de hand ligt. 2. Storende galm en ruis in een spreekzaal 2. De ontwerpgrafiek voor een schoollokaal herhaald Voor een goed begrip van de ontwerpmethode is het eigenlijk onvermijdelijk om de voorgaande webpagina over het klaslokaal te lezen. Daar werd figuur afgeleid en toegelicht voor een ruimte van m 3. [db] uitstekend goed redelijk matig geen ruis SN-verhouding Speech Transmission Index [-] slecht Figuur : De spraakverstaanbaarheid als functie van de absorptiecoëfficiënt bij drie waarden van de signaal ruisverhouding. De figuur is een herhaling van figuur 3 uit webpagina B.23. voor een klaslokaal van m 3. De afstand tussen bron en waarnemer is 8 m (dat is op 80% van de vloerdiagonaal), zodat deze curve geldt voor een plaats achterin de klas. Langs de horizontale as zien we een toenemende absorptiecoëfficiënt, verticaal staat de spraakverstaanbaarheid uit als getallen (voor en STI), maar tevens met kwaliteitsaanduidingen variërend van "slecht" tot "uitstekend". Indien in een ruimte geen ruis aanwezig is ontstaat de blauwe lijn. De spraakverstaanbaarheid is dan alleen afhankelijk van de galm in de ruimte en stijgt continu met toenemende absorptie. Een geluiddode kamer met een ideale signaal ruisverhouding is dus de beste ruimte om één spreker te verstaan. In een gebruikelijke ruimte is echter altijd ruis aanwezig, van ventilatie, buitengeluid, maar ook van de toehoorders zelf []. De verhouding tussen de geluidvermogens van de spreker en de achtergrondruis wordt aangeduid met de signaal ruisverhouding SN. Als SN gelijk is aan 6.9 db of 3.2 db ontstaan de beide rode curven. We zien nu in galmende ruimten (links in de figuur) dat het verschil tussen de blauwe en de rode lijnen niet zo groot is; Ook in een dode kamer heerst ruis, maar daar is meestal geprobeerd het ruisniveau omlaag te brengen tot onder de gehoordrempel. TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina /

2 de galm bepaalt dus de spraakverstaanbaarheid. Bij hogere waarden van de geluidabsorptie (rechts in de figuur) is de ruis sterk bepalend voor de spraakverstaanbaarheid. Aan de rechterzijde van de figuur dalen de curven weer. We hebben dat eerder "overdemping" genoemd en een dode kamer met aanwezige ruisbronnen is nu niet de beste ruimte om een spreker te beluisteren. Dat komt doordat "vroege reflecties" tegen plafond, vloer en wanden een bijdrage leveren aan de spraakverstaanbaarheid en die ontbreken uiteraard in een dode kamer. De blauwe curve snijdt de lijn db (de ondergrens van "uitstekende" spraakverstaanbaarheid) bij de blauwe punt. Vanuit dat punt wordt een lijn getrokken die dus aangeeft dat de absorptiecoëfficiënt minimaal 4 moet zijn om de grens van uitstekende spraakverstaanbaarheid te bereiken. De bijbehorende waarde van de nagalmtijd bedraagt voor deze ruimte 9 s. Dat vereist in de praktijk een nauwkeurige detaillering, maar het is zeer wel te doen [2]. De waarden SN = 6.9 en SN = 3.2 zijn zodanig gekozen dat ze raken aan de grens voor "goede" dan wel "uitstekende" spraakverstaanbaarheid. Om dus een uitstekende spraakverstaanbaarheid te bereiken moet SN minimaal 3.2 db zijn, maar dat kan dan alleen als ook de absorptiecoëfficiënt wordt verhoogd tot. De bijbehorende eis RT = 0.22 mag als zeer streng worden gekenschetst. Trouwens, ook de eis SN = 3.2 db is vrij streng in bijvoorbeeld een schoolklas, zelfs als er rustig wordt gewerkt. Een leerkracht moet daartoe altijd zijn of haar stem enigszins verheffen [3]. Indien de eis db wordt aangehouden voor "goede" spraakverstaanbaarheid zijn de eisen uiteraard minder streng, maar een nagalmtijd van s is nog altijd strenger dan de waarden die in de praktijk worden aangehouden [4]. 2.2 Het klaslokaal vergeleken met een wat grotere ruimte Thans zal de invloed van de ruimte afmetingen worden behandeld. Daartoe wordt de ruimte van m 3 verdubbeld tot m 3, maar aangezien de hoogte dan een beetje onrealistisch wordt, is ook een tussenliggende hoogtemaat gebruikt. [db] [db] uitstekend goed redelijk matig slecht SN-verhouding uitstekend goed redelijk matig slecht geen ruis SN-verhouding Speech Transmission Index [-] Speech Transmission Index [-] m 3 Dit is slechts een herhaling van figuur met aangepaste curven om de grenzen "redelijk" en "goed" te bereiken voor de spraakverstaanbaarheid. Dat is wat mager voor een schoollokaal, maar we zullen later laten zien dat het voor een andere spreekzaal wel kan. Er is de meest ongunstige afstand gekozen waarbij r = 8 m m 3 Alle maten worden verdubbeld ten opzichte van de vorige figuur; ook de afstand tot de bron wordt tweemaal zo groot gekozen, dus 6 m. Door de extra galm moet een hogere gemiddelde absorptiecoëfficiënt worden toegepast om dezelfde spraakverstaanbaarheid te bereiken. De problemen voor de architect zijn dus groter dan in de kleinere ruimte. De vereiste signaal ruisverhouding is ca. 3 db groter en een spreker zal dus luider moeten spreken. Bovendien wordt het vloeroppervlak vier maal zo groot, hetgeen het aantal toe 2 Maar de nagalmtijd is aanzienlijk lager dan een waarde van s die vroeger in het bouwbesluit stond. Er zijn wel degelijk klaslokalen die aan die eis voldeden, maar die akoestisch niet werden gewaardeerd door de leerkrachten. 3 Elders in de site wordt hier nader op ingegaan. 4 De absorptiecoëfficiënt geldt hier uiteraard in een klas gevuld met leerlingen en met meubilair. Die dragen nog alleszins redelijk bij aan de absorptie, zodat een nagalmtijd van s in gevulde toestand te vergelijken is met s in lege toestand. TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 2/

3 [db] uitstekend goed redelijk matig slecht geen ruis SN-verhouding Speech Transmission Index [-] hoorders vergroot. De ruis kan met 6 db stijgen en het spraakvermogen van de spreker zal in totaal met ca. 9 db omhoog moeten. Een spreker zal dus extra luid moeten spreken m 3 De hoogte uit het voorgaande voorbeeld is wat onrealistisch; daarom is nu 4.2 m gekozen. De negatieve effecten van de galm zijn daardoor wat minder, de vereiste absorptiecoëfficiënten liggen duidelijk lager. Een ruimte voor spraak kan maar beter klein worden gehouden. De invloed op de vereiste signaal ruisverhouding bedraagt slechts een paar tienden van een db. Figuur 2: Vergelijking van de spraakverstaanbaarheid in drie ruimten. In de figuren valt te zien dat de vereiste waarden van de nagalmtijd lang niet zo sterk variëren als de waarden van de absorptiecoëfficiënt. In grotere ruimten mag de nagalmtijd iets langer worden gekozen omdat daar het directe geluid een grotere rol speelt ten opzichte van het vroege geluid. Het lijkt in tegenspraak met onze ervaring dat het directe geluid in een sporthal een grotere rol speelt dan in een schoolklas, maar bij een oneindig grote signaal ruisverhouding is dat inderdaad het geval. 2.3 Voorlopig alleen de "ruisvrije" spreekzaal Uit voorgaande tekst en figuren blijkt dus dat er twee storende elementen zijn: galm en ruis. Om de tekst overzichtelijke te houden wordt dat in twee delen gesplitst. De invloed van de galm staat in de huidige pagina, in de volgende webpagina B.23.3 komt de signaal ruisverhouding aan de orde. Dan zal blijken dat die steeds belangrijker wordt bij toenemende afmetingen. In een klaslokaal kan een leerkracht op vrijwel normale strekte spreken; in een grote zaal moet een spreker welhaast schreeuwen om de verhouding tussen signaal en ruis op te voeren en verstaanbaar te zijn. Dat is voor een groot deel op te lossen door de spraak elektronisch te versterken. Dat komt ter sprake in de daaropvolgende webpagina B [db] uitstekend goed redelijk matig slecht Speech Transmission Index [-] Figuur 3: De curven voor de spraakverstaanbaarheid voor een kleine en een grote ruimte. Beide curven zijn berekend in een situatie zonder ruis, zodat alleen de galm van de ruimte invloed heeft. De ruimte met de rode curve meet m 3 ; de blauwe ruimte is m 3. De waarnemer bevindt zich vrijwel achterin de zaal. De afstand tussen bron en waarnemer is in beide gevallen gekozen op 80% van de vloerdiagonaal, resp. 5.8 en 37.7 m. Figuur 3 laat dus een voorbeeld zien waarin alleen de ruisvrije curven worden getekend voor een kleine en een grote ruimte. In een grote ruimte (de blauwe lijn) is de nagalm altijd zoveel sterker dat het niet mogelijk is om de TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 3/

4 kwalificatie "uitstekend" te halen. Een absorptiecoëfficiënt van 90% is in de praktijk nl. onhaalbaar. In een grote zaal moet al een tour de force worden uitgehaald om een absorptiecoëfficiënt van 56% te halen. In de kleine ruimte heeft de ontwerper het dus veel makkelijker met 4% om dezelfde waarde "goed" te bereiken. Het kleine verschil in nagalmtijden (7 s voor de grote zaal en 6 s voor de kleine) lijken dus op het eerste gezicht aardig in elkaars buurt te liggen, maar er gaat een architectonische wereld van verschil achter schuil. 3. De nagalmtijd bij variërende grootte 3. De methode indien alleen nagalm wordt beschouwd In figuur 4 staat een voorbeeld waarbij het verschil in grootte tussen twee ruimten minder extreem is. Links zien we weer een schoollokaal, rechts de grotere ruimte van m 3. De maximale nagalmtijd om db te bereiken kan uit de figuur worden afgelezen. Die bedraagt links 9 s en rechts 0 s. Evenzo vinden we voor db respectievelijk 6 en 7 s [db] uitstekend goed redelijk matig Speech Transmission Index [-] [db] uitstekend goed redelijk matig Speech Transmission Index [-] onverstaanbaar Lengte: 8 m, breedte: 6.25 m, hoogte: 3.2 m volume: 60 m 3, vloeroppervlak: 50 m 2 onverstaanbaar Lengte: 6 m, breedte: 2.5 m, hoogte: 4.2 m volume: 840 m 3, vloeroppervlak: 200 m 2 Figuur 4: Vergelijking van de curven voor de spraakverstaanbaarheid voor twee ruimten in de ruisvrije situatie. Het is nu mogelijk om een groot aantal ruimtes door te rekenen en de waarden van RT uit te zetten als functie van de grootte van de ruimte. Dat is gedaan in figuur 5. Iedere punt vertegenwoordigt een geometrische situatie. We volgen daarbij de conventie uit de vakliteratuur waarbij langs de horizontale as het volume van de ruimte wordt uitgezet. De figuur geeft dus de maximale nagalmtijd om een bepaalde spraakverstaanbaarheid te verwezenlijken..2 redelijke spraakverstaanbaarheid goede spraakverstaanbaarheid uitstekende spraakverstaanbaarheid Figuur 5: De berekening van de maximale nagalmtijd waarbij een bepaalde waarde van de spraakverstaanbaarheid wordt bereikt. In figuur 5 lopen de curve op met toenemend volume. In een grotere zaal kan dus een iets langere nagalmtijd kan worden getolereerd. Zoals eerder gezegd komt dat doordat het aandeel direct geluid stijgt ten opzichte van het vroege (en het late) geluid. Bij een spreker midden in een sporthal horen we alleen het directe geluid plus één reflectie van de grond. Als dan de zaal goed gedempt is en dus het aandeel van de galm gering is, wordt de TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 4/

5 spraakverstaanbaarheid uitstekend. Dat lijkt strijdig met de ervaring, maar dat komt omdat de signaal ruisverhouding in een sportzaal meestal te laag is. We komen op dat aspect later terug. Figuur 5 toont over de hele linie vrij kleine verschillen in RT. Helaas betekent dat weer niet dat de problemen voor de architect ook gelijk zijn in kleine en grote ruimten. Dat wordt geïllustreerd in figuur 6, waar de gemiddelde absorptiecoëfficiënt is uitgezet. Die blijkt nl. te stijgen met de afmetingen van de ruimte. Er wordt simpelweg gebruik gemaakt van Sabine's formules voor de nagalmtijd: V RT, (a) S maar die wordt dan uiteraard andersom gebruikt: V RT S. (b) uitstekende spraakverstaanbaarheid goede spraakverstaanbaarheid redelijke spraakverstaanbaarheid Figuur 6: De berekening van de minimale absorptiecoëfficiënt om een zekere spraakverstaanbaarheid te bereiken. Het ontwerpen van een schoollokaal is daarom wel te doen, maar voor een grote zaal moeten halsbrekende toeren worden verricht om = 60% te bereiken voor "uitstekende" spraakverstaanbaarheid ( > 6.5 db). De meest gebruikte oplossing in de praktijk is dan om de eisen maar te laten zakken. is nl. technisch zeer wel te verwezenlijken; daartoe is een absorptiecoëfficiënt van 35 à 40% voldoende. 3.2 Volume, vloeroppervlak en hoogte Het is in de akoestische leerboeken zeer gebruikelijk om de nagalmtijd uit te zetten als functie van het volume van de ruimte; de figuren 4 en 5 vormen daarop geen uitzondering. Maar eigenlijk is dat vreemd. Immers, bij het ontwerp van een spreekzaal zal men allereerst uitgaan van het aantal toehoorders en daaruit volgt als eerste het vloeroppervlak. Pas de volgende keuze is de hoogte van de ruimte, waarna dus ook het volume vastligt [5]. In figuur 6 zien we links een herhaling van figuur 4; rechts staat een figuur die langs de horizontale as het vloeroppervlak geeft. 5 En de hoogte wordt bepaald door ventilatie eisen, projectiemogelijkheden op de wand of lijstafmetingen van het toneel. TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 5/

6 .2.2 redelijke spraakverstaanbaarheid redelijke spraakverstaanbaarheid goede spraakverstaanbaarheid goede spraakverstaanbaarheid uitstekende spraakverstaanbaarheid uitstekende spraakverstaanbaarheid Figuur 7: Het verschil tussen het volume en het vloeroppervlak langs de horizontale as. Links is een simpele herhaling van figuur 4, rechts staat het vloeroppervlak. Om van het ruimtevolume over te gaan op het vloeroppervlak moet de hoogte van de ruimte worden geïntroduceerd. In figuur 7 is bewust een wat lage ruimte gekozen; we zullen thans de invloed van de hoogte becijferen. In de simpelste vorm is het volume het product van vloeroppervlak en hoogte, maar veel grotere spreekzalen hebben een oplopend publieksvlak. De gemiddelde hoogte is dan een goed uitgangspunt. Figuur 8 geeft de grafiek van de hoogte van de ruimte als functie van het vloeroppervlak. De onderste lijn geeft de waarden die zijn gebruikt in de figuren 4 t/m 7. Zoals gebruikelijk in de praktijk is de hoogte enigszins oplopend gekozen met het vloeroppervlak. Thans worden er twee lijnen aan toegevoegd waarbij de hoogte ca..4 en 2.0 maal zo hoog worden gekozen [6]. 0 8 hoogte van de ruimte [m] 6 4 hoog midden laag Figuur 8: De gebruikte hoogten van de ruimte. De onderste lijn ("laag") is gebruikt voor de figuren 4 t/m 7. Opnieuw doorrekenen van de figuren 5 t/m 7 leidt tot figuren 9 en 0. 6 Overigens is "hoog" meestal nog niet hoog genoeg als het om muziek gaat. Het Amsterdamse concertgebouw heeft een volume van m 3 met een hoogte van ca. 3 m. Hier zien we de onverenigbaarheid van een spreek en een muziekzaal. TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 6/

7 .2.2 Midden Midden Figuur 9: Herhaling van figuur 7, links met het volume langs de horizontale as en rechts het vloeroppervlak Midden Midden 0.2 Midden Midden Figuur 0: Berekening van de minimaal vereiste absorptiecoëfficiënt, berekend voor de situaties uit figuur 9. Met name figuur 0 rechts leert ons les één bij het ontwerpen van een spreekzaal: houd de ruimte zo klein mogelijk. Zowel bij toenemend vloeroppervlak als toenemende hoogte is een hogere gemiddelde absorptiecoëfficiënt vereist, waardoor de ontwerpproblemen voor de architect toenemen. Om de technische problemen op een andere wijze duidelijk te maken kan de totale hoeveelheid absorberend oppervlak worden gedeeld door het vloeroppervlak. Dat staat in figuur. 3 absorberend t.o.v. vloeroppervlak [-] Figuur : De hoeveelheid absorberend oppervlak gedeeld door het vloeroppervlak. Een verhouding kleiner dan is uiteraard een peulenschil. Een goed absorberend plafond heeft altijd wel een absorptiecoëfficiënt van 80% en aanvulling door publiek en een beetje absorptie van de wanden doet de verhouding altijd wel boven uitstijgen. Een verhouding van.4 vereist absorptie op de wanden, al hoeft dat ook weer niet veel te zijn. Een goed doordachte achterwand kan veel werk verrichten. Maar een factor 2 of meer is schier onmogelijk. TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 7/

8 4. Een "ideaalcurve" 4. Een eerste poging tot een "optimale" lijn Figuur 2 toont kopieën van de linker figuren uit 9 en 0, maar nu wordt gepoogd een optimale lijn te vinden. De spreiding tussen de curven is in figuur 9 links het kleinst en het lijkt dus voor de hand te liggen om die figuur als uitgangspunt te nemen voor een optimale curve C A D B A B Figuur 2: Een poging tot het trekken van een optimale lijn voor de nagalmtijd (links) en de daaruit berekende curven voor de optimale absorptiecoëfficiënt (rechts). De optimale lijn is een compromis tussen uitstekende spraakverstaanbaarheid en technische realiseerbaarheid. In het voorgaande deel uit de site is beargumenteerd dat de ideale waarde voor een schoollokaal in de buurt ligt van punt A in de figuren. In dit deel wordt daarom gemakshalve een waarde voorgesteld van RT = s bij een volume van 60 m 3. Om een overeenkomstige waarde voor een grote zaal te verkrijgen met dezelfde spraakverstaanbaarheid, zou dus een waarde in de buurt van punt B moeten worden gezocht. Bij punt B zijn twee aparte groene stippellijnen te zien. Ze gelden weer bij een hoge of een lage spreekzaal, maar de verschillen zijn gering. Als de curven worden omgezet naar een absorptiecoëfficiënt ontstaat de rechter figuur. Nu zijn de verschillen tussen de hoge en de lage zaal veel groter. Een hoge zaal vereist een hogere gemiddelde absorptiecoëfficiënt. Het punt B uit de linker figuur is ergens tussen de hoge en de lage curve gekozen. De technische ontwerpproblemen voor een zaal van type B zijn buitengewoon groot; een absorptiecoëfficiënt in de orde van 70% is nodig maar technisch schier onmogelijk. Er zit dus niets anders op dan concessies te doen aan de spraakverstaanbaarheid. Dat is ook niet zo heel erg: aan een schoollokaal waar leerlingen hele dagen verblijven, moeten hogere eisen worden gesteld dan aan een conferentiezaal, waar men slechts af en toe binnen treedt [7]. Een zaal, aangeduid met de letter D in de linker figuur ligt dan meer voor de hand. De absorptiecoëfficiënt is in de buurt van 35% en dat vereist weliswaar denkwerk, maar het is realiseerbaar. In de linker figuur is nu een (blauwe) lijn getrokken die de punten A en D verbindt. De nagalmtijd (logaritmisch uitgezet) loopt lineair op met de logaritme van het zaalvolume. Als die lijn wordt vertaald naar de absorptiecoëfficiënt van de rechter figuur, ontstaan twee blauwe lijnen voor een lage en een hoge zaal. De curve mag dus niet "ideaal" worden genoemd, dan zou de spraakverstaanbaarheid ook in een grotere zaal "uitstekend" moeten zijn. We kunnen daarentegen wel van een "optimale" zaal spreken. De rechte lijn uit figuur 2 links is ook in formulevorm te schrijven. Er staat dan: : V log RT log log(), (2a) 60 waarbij de getallen 60 en ervoor zorgen dat er precies s nagalmtijd ontstaat bij 60 m 3, zodat punt A vastligt. Het getal geeft de steilheid. Enig rekenwerk leert dat de formule kan worden omgeschreven tot: V RT 60. (2b) 7 Trouwens, ook in kleinere zalen van ca. 00 m 3, die worden gebruikt voor incidentele lezingen, mag de spraakverstaanbaarheid wat minder dan in een schoollokaal. Een minder steile curve die schuift van punt A in de richting van punt C is zeer wel verdedigbaar. TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 8/

9 4.2 En toch ligt het vloeroppervlak meer voor de hand In het vorige hoofdstuk is al gemeld dat het gebruikelijk is om de nagalmtijd uit te zetten tegen het volume van de ruimte. Uit architectonisch oogpunt was betoogd dat het vloeroppervlak meer voor de hand ligt, maar de kleinere spreiding in figuur 8 pleit weer voor het volume. En toch zal nu blijken dat het vloeroppervlak het wetenschappelijke en architectonisch voordeel verdient. Dat is te zien aan de hand van figuur 3 en tabel. "redelijke spraakverstaanbaarheid" "goed" S hoog Z S laag "uitstekend" Naam vloeropp. [m 2 ] hoogte [m] Nagalmtijd volgens formule 2 [s] S laag Z S hoog Figuur 3 en tabel : Een vergelijking tussen drie ruimten S laag, Z en S hoog waarvan de geometrische afmetingen worden gegeven in tabel. In figuur3 worden drie ruimtes vergeleken die staan toegelicht in de tabel. Er wordt gestart met een schoollokaal zoals dat al talloze malen is gebruikt; die ruimte wordt in tabel S laag genoemd. Volgens formule 2 is de optimale nagalmtijd gelijk aan 0 s. Dat wordt in figuur 3 links aangeduid met een blauwe punt. De spraakverstaanbaarheid ligt op de grens van goed en uitstekend. Als we de ruimte vergroten ontstaat zaal Z, aangeduid met een groene punt. De optimale nagalmtijd is nu gelijk aan 5 s. De spraakverstaanbaarheid daalt met bijna db, maar dat hoort bij de concessies die we doen bij grotere zalen. Maar stel nu dat een architect op het idee komt om een schoollokaal met 50 m 2 vloeroppervlak een hoogte te geven van 6.4 m? Dan ontstaat ruimte S hoog in tabel. Ook die heeft dan volgens formule (2) een optimale nagalmtijd van 5 s, hetgeen in figuur 2 is aangeduid met een rode punt. We zien dus dat de spraakverstaanbaarheid ook daalt met ruim db t.o.v. ruimte S laag. Dat is in dit geval vermijdbaar en dus onwenselijk. 3 absorberend t.o.v. vloeroppervlak [-] 2 S hoog S laag Z Figuur 4: De verhouding tussen het absorberend oppervlak en het vloeroppervlak voor de drie ruimten gegeven in tabel. TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 9/

10 Een logische lijn voor de optimale nagalmtijd volgt dus de onderste blauwe lijn in figuur 2. Dat wordt eens te meer duidelijk in figuur 4 waar het totaal absorberend oppervlak wordt vergeleken met het vloeroppervlak. Een verhouding van.2 is uiteraard zeer wel te doen voor de ruimten S laag en Z. Maar S hoog vereist een verhouding van 2.3 en dat is in de praktijk een vrijwel onmogelijke opgave. 4.3 De optimale ontwerplijn als functie van het vloeroppervlak Als ontwerplijn voor de praktijk wordt nu de onderste blauwe lijn aangehouden voor de lage ruimten. Die is superieur qua spraakverstaanbaarheid en technisch realiseerbaar. Als we vervolgens figuur 3 uitzoomen, ontstaat figuur 5..2 Figuur 5: De optimale curve voor de nagalmtijd als functie van het vloeroppervlak. De rechte lijn uit figuur 5 luidt in formulevorm: S vloer log RT 0.20 log log(), (3a) 50 waarbij de getallen 50 en ervoor zorgen dat er precies s nagalmtijd ontstaat bij een vloeroppervlak van 50 m 2. Het getal 0.20 geeft de steilheid. De formule kan ook worden geschreven als: S vloer RT (3b) 5. Een kleine confrontatie met gegevens uit de akoestische handboeken 5. Vrijwel altijd RT versus log(volume) De formules in de voorgaande hoofdstukken bevatten steeds een logaritme aan de linker en de rechterzijde; zie daartoe formule (2a). In de literatuur is het gebruikelijker om aan de linkerzijde de grootheid RT zonder logaritme te schrijven. Een voorbeeld wordt gegeven in figuur 6 en de formules (2a, herhaling) en (4). Ze zijn uitgezet in figuur 6, waar ze respectievelijk worden aangeduid met de blauwe en de rode lijn. De blauwe lijn is afgeleid in de voorgaande hoofdstukken; de rode lijn is daar op het oog min of meer gelijk aan gemaakt. De rode lijn gaat weer per definitie door het "schoollokaalpunt (60, ). V log RT log log() ; (2a, herhaling) 60 V RT 0.25 log. (4) 60 TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 0/

11 .2 spraakverstaanbaarheid "redelijk" "goed" "uitstekend" Figuur 6: De optimale nagalmtijd volgens formule (2a), in blauw, en volgens formule (4), in rood. De verschillen tussen de rode en de blauwe lijn zijn gering tussen 00 en m 3. Aangezien de nauwkeurigheid van onze optimale lijn niet vreselijk groot is, zouden beide lijnen in de praktijk gebruikt kunnen worden. Toch zijn er enkele redenen om aan de blauwe lijn een lichte voorkeur te geven: De rode lijn leidt tot onrealistische waarden bij zeer kleine ruimten. De waarde van RT kan zelfs negatief worden, hetgeen uiteraard onzin is. Een logaritme aan beide zijden van het gelijkteken maakt een eenvoudige omzetting mogelijk naar een verband zoals gegeven in de formules (2b) en (3b). Dat is een formule die in de dagelijkse praktijk heel handig werkt. Het verdient de voorkeur om langs de horizontale as het vloeroppervlak te kiezen. 5.2 Knudsen en Harris (950, 980) Het boek van Knudsen en Harris wordt vaak als standaardwerk geciteerd [8]. Zij geven een curve, gedefinieerd door formule (5). In figuur 7 staat de curve getekend als groene lijn. V RT log. (5) spraakverstaanbaarheid "redelijk" "goed" "uitstekend" Figuur 7: De rode en blauwe lijn uit figuur 6 zijn aangevuld met de groene lijn uit formule (5) van Knudsen en Harris. In navolging van Knudsen en Harris is de horizontale as uitgebreid naar nog grotere zalen. Een zaal van m 3 heeft een lengte in de orde van 00 m. 8 V.O.Knudsen & C.M.Harris, "Acoustical designing in architecture", New York, Wiley, 950. Er is ook een update: V.O.Knudsen & C.M.Harris, "Acoustical designing in architecture", Acoustical Society of America, 980. TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina /

12 De groene curve zou bruikbaar zijn indien die wordt gebruikt voor spreekzalen voor incidenteel gebruik. Dat wil zeggen: op een conferentie waar men eens per jaar komt, is een niet optimale spraakverstaanbaarheid op de grens van "redelijk" en "goed" wel te verdedigen. Echter, Knudsen en Harris dekken ook expliciet een schoolklas inclusief aanwezige kinderen. Dat wordt binnen het huidige onderwijs echt als onvoldoende gekwalificeerd. De groene curve is nog om een andere reden merkwaardig. In figuur 8 is de curve nogmaals uitgezet, maar nu met de absorptiecoëfficiënt langs de verticale as. We zien dan dat voor kleine ruimten een absorptiecoëfficiënt van 5% uit de bus rolt. Maar dat is zeer weinig; het is een kleine moeite om een hogere absorptiecoëfficiënt te verwezenlijken waardoor de spraakverstaanbaarheid omhoog gaat. De blauwe lijn volgt uit formule (2a, 2b) en doet veel meer recht aan de spraakverstaanbaarheid in relatie tot de technische mogelijkheden. 0.9 spraakverstaanbaarheid "uitstekend" "goed" "redelijk" Figuur 8: De blauwe en de groene curve uit figuur 7 worden nogmaals getekend, maar nu met de absorptiecoëfficiënt langs de verticale as. 5.3 DIN norm 804 (968, 2004) In Duitsland is in 2004 een DIN norm verschenen die een eerdere versie uit 968 vervangt [9]. Op bladzijde 4 staat een figuur die hier wordt gekopieerd als figuur 9. De figuur geeft de nagalmtijd, ook dit keer weer als functie van het volume van de ruimte. Figuur 9: Kopie uit DIN 804: , Bild. De curven gelden inclusief publiek.. De curve voor "Musik" is ongeveer vergelijkbaar met de curven (waaronder die van Cremer en Müller) die in deze site worden genoemd [0]. Echter, uit de curven voor "Sport" blijkt dat men in Duitsland hogere nagalmtij 9 "Hörsamkeit in kleinen bis mittelgrossen Räumen (Acoustical quality in small to medium sized rooms)", DIN, Deutsches Institut für Normung e.v, Berlin, Zie het artikel dat wordt gereproduceerd in webpagina D.6 over de concertzaal. TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 2/

13 den voorstelt dan in Nederland; de normen in Nederland zijn een stuk strenger. Sportzalen met nagalmtijden die voldoen aan figuur 9 hebben in ons land reeds tot grote klachten geleid. Maar het gaat in deze webpagina over spreekzalen, dus uiteraard over de beide curven "Sprache" en "Unterricht". In onze optiek volstaat één voorkeurscurve die in figuur 5 was gegeven, maar een onderscheid tussen de twee zaaltypen is alleszins verdedigbaar. Zoals ook boven al is gesteld kunnen er aan de dagelijkse leeromgeving strengere regels worden gesteld dan aan een spreekzaal die men slechts af en toe bezoekt. De curven worden ook gegeven in formulevorm als: "Sprache" RT 7 log V 0.4 (6a) "Unterricht" RT 2 log V 0.7 (6b) De twee curven kunnen weer worden getoetst aan onze eigen curve. Dat geschiedt in figuur 20. Die is precies hetzelfde als figuur 7, maar de curve van Knudsen en Harris is vervangen door de DIN curven. "Sprache" "Unterricht" spraakverstaanbaarheid "redelijk" spraakverstaanbaarheid "redelijk" "goed" "goed" "uitstekend" "uitstekend" Figuur 20: De rode en blauwe lijn uit figuur 6 zijn aangevuld met de groene lijnen uit formules (6a) en (6b) uit de Duitse DIN norm. Een zaal van m 3 heeft een lengte in de orde van 00 m. De verticale as is in figuur 20 langer dan in figuur 7, omdat hogere nagalmtijden worden gevonden dan bij Knudsen en Harris. De verticale as is in figuur 20 langer dan in figuur 7. Dat is noodzakelijk omdat bij grote zalen de Duitse norm tot een hogere nagalmtijd leidt dan bij Knudsen en Harris. De steilheid is bij de DIN norm hoger, waardoor de kleinere zalen juist weer wat strenger worden behandeld dan die van Knudsen en Harris. Evenals bij Knudsen en Harris zien we weer dat de curven uit de DIN norm minder streng zijn dan onze blauwe lijn. De "toegestane nagalmtijd" ligt bij "Sprache" ruim 50% en bij "Unterricht" ca. 30% hoger. En toch zijn we ook hier weer van mening dat het bouwtechnisch vrij simpel is om onze strengere norm te halen. Dat wordt getoond in figuur 2, die het equivalent vormt van figuur 8 en de vereiste absorptiecoëfficiënt geeft. 0.9 spraakverstaanbaarheid "uitstekend" "goed" "deze site" "DIN unterricht" "DIN sprache" "spraakverstaanbaarheid redelijk" Figuur 2: De blauwe curve uit figuur 20 wordt nogmaals getekend, maar nu met de absorptiecoëfficiënt langs de verticale as. De groene en de rode curve volgen uit de DIN norm. TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 3/

14 De DIN curve voor "Sprache" ligt vrijwel geheel op een gemiddelde absorptiecoëfficiënt van 20%. Dat is een lage waarde, zeker als we bedenken dat die waarde geldt inclusief het aanwezige publiek. Zalen groter dan 300 m 3 scoren slechts een "redelijke" spraakverstaanbaarheid en dat kan makkelijk worden opgevoerd. Een gemiddelde waarde van 30% voor "Unterricht" zorgt voor een "goede" spraakverstaanbaarheid in leslokalen in de orde van 50 tot 500 m 3. Toch achten wij ook dat voor de dagelijkse lespraktijk een beetje aan de magere kant. De blauwe curve uit figuur 2 en formule (2a, 2b) beschrijft onze voorkeur als het volume als uitgangspunt wordt gebruikt. Nog liever zien we formule (3a, 3b) waarbij het vloeroppervlak wordt gebruikt. TU Delft, Faculteit Bouwkunde Pagina 4/

absorptiecoefficient [-]

absorptiecoefficient [-] B.23.3 DE SIGNAAL RUISVERHOUDING IN SPREEKZALEN 1. Relatie tot overige webpagina's In webpagina B.23 wordt elementaire informatie gegeven over het akoestisch ontwerp van een spreekzaal. De subpagina's

Nadere informatie

De berekening van het absorberend oppervlak en de gemiddelde absorptiecoëfficiënt

De berekening van het absorberend oppervlak en de gemiddelde absorptiecoëfficiënt D.10 HET AKOESTISCH ONTWERP VAN EEN SPORTZAAL Samenvatting mogelijke technische maatregelen In een sporthal zijn altijd akoestische maatregelen noodzakelijk om galm en lawaai te voorkomen. Indien akoestisch

Nadere informatie

HOMOGENE absorptie, alfa = 28% PLAFOND 72 %, alle andere vlakken 6%, gemiddeld 28%

HOMOGENE absorptie, alfa = 28% PLAFOND 72 %, alle andere vlakken 6%, gemiddeld 28% 2 B.12 DE VERDELING VAN ABSORPTIEMATERIALEN OVER DE RUIMTE 1. Inhomogene absorptie In de voorgaande webpagina is de vorm van de ruimte behandeld. Juist om de vorm te benadrukken waren plafond, vloer en

Nadere informatie

Tabel 1: Invoergrootheden in een iteratieprogramma voor een kleine zaal en een grote zaal. Invoergrootheden kleine zaal grote zaal

Tabel 1: Invoergrootheden in een iteratieprogramma voor een kleine zaal en een grote zaal. Invoergrootheden kleine zaal grote zaal B.3. EEN ONTWERPMETHODE VOOR EEN MUZIEKZAAL, GEBASEERD OP HET VOLUME PER TOEHOORDER. Aansluiting bij andere webpagina s In de voorgaande webpagina B.3. is de optimale nagalmtijd voor een concertzaal behandeld.

Nadere informatie

Ruimteakoestiek voor Blinden, Slechtzienden en Slechthorenden

Ruimteakoestiek voor Blinden, Slechtzienden en Slechthorenden Ruimteakoestiek voor Blinden, Slechtzienden en Slechthorenden Lau Nijs Voordracht voor de Nederlandse Vereniging voor Audiologie 7 april 2011, Nieuwegein 1 Wat vooraf ging Vanaf 2000 voordrachten voor

Nadere informatie

- Het menselijke gehoor kan tonen waarnemen van 20 tot Hz. Echter, voor spraak is het gebied rond 500, 1000 en 2000 Hz het belangrijkst.

- Het menselijke gehoor kan tonen waarnemen van 20 tot Hz. Echter, voor spraak is het gebied rond 500, 1000 en 2000 Hz het belangrijkst. FEITEN (GELUID EN AKOESTIEK) - Geluid is trillende lucht - Een geluidsgolf breidt zich bolvormig uit - Het menselijke gehoor kan tonen waarnemen van 20 tot 20.000 Hz. Echter, voor spraak is het gebied

Nadere informatie

Akoestische Kwaliteit in ruimten voor Verstandelijk / Auditief Gehandicapten

Akoestische Kwaliteit in ruimten voor Verstandelijk / Auditief Gehandicapten Akoestische Kwaliteit in ruimten voor Verstandelijk / Auditief Gehandicapten Presentatie voor Bouwcollege op 21 juni 2006 Als template is gebruikt de cursus voor Bartimeus van 21 april maar daar is verder

Nadere informatie

B.21 ENIGE KENMERKEN VAN SPRAAK EN RUIS. 1. Inleiding: spraakverstaanbaarheid

B.21 ENIGE KENMERKEN VAN SPRAAK EN RUIS. 1. Inleiding: spraakverstaanbaarheid B.21 ENIGE KENMERKEN VAN SPRAAK EN RUIS 1. Inleiding: spraakverstaanbaarheid In de voorgaande theoriepagina's B1 t/m B17 zijn de akoestische eigenschappen behandeld van ruimten aan de hand van hun vorm

Nadere informatie

frekwentie [Hz]

frekwentie [Hz] D.40 AKOESTIEK IN RUIMTEN VOOR SLECHTHORENDEN Samenvatting akoestische maatregelen Er bestaan vijf klasse aanduidingen voor gebaseerd op STI. Daarbij horen de termen van "slecht" tot "". Voor ouderdomsslechthorendheid

Nadere informatie

geluidenergie [db] mikrofoon

geluidenergie [db] mikrofoon B.22 AKOESTISCHE MATEN VOOR SPRAAKVERSTAANBAARHEID 1. De invloed van galm op de spraakverstaanbaarheid 1.1 Het stralenmodel en de theoretische pulsresponsie In webpagina B.1 is een introductie gegeven

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig

Trillingen en geluid wiskundig Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek

Nadere informatie

Akoestiek in de kerk. De Dorpskerk De Protestantse Gemeente te Dinxperlo

Akoestiek in de kerk. De Dorpskerk De Protestantse Gemeente te Dinxperlo Akoestiek in de kerk Toepassing van het akoestisch rapport van Advies bureau van der Boom In de verbouwingsplannen van de kerk Uit het akoestisch rapport van Van der Boom: RESULTATEN EN CONCLUSIES Uit

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Eamen HAV 0 tijdvak woensdag 0 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage.. Dit eamen bestaat uit 0 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 8 punten te behalen. Voor elk vraagnummer

Nadere informatie

Samenvatting akoestische maatregelen restaurants, cafés e.d.

Samenvatting akoestische maatregelen restaurants, cafés e.d. D.20 RESTAURANTS, CAFÉ S, KANTINES, ATRIA, EN MEER RUIMTEN WAAR MEERDERE MENSEN TEGELIJK PRATEN Samenvatting akoestische maatregelen restaurants, cafés e.d. We beperken ons in dit deel van de site tot

Nadere informatie

akoestiek en verstaan voor verstandelijk gehandicapten dr. hans verschuure dr. lau nijs, tu-delft, bouwkunde, bouwfysica

akoestiek en verstaan voor verstandelijk gehandicapten dr. hans verschuure dr. lau nijs, tu-delft, bouwkunde, bouwfysica akoestiek en verstaan voor verstandelijk gehandicapten dr. hans verschuure dr. lau nijs, tu-delft, bouwkunde, bouwfysica probleemstelling - algemeen slechthorendheid (cliënt of patiënt) goede hoortoestel

Nadere informatie

Eindexamen havo wiskunde B pilot II

Eindexamen havo wiskunde B pilot II Het gewicht van een paard Voor mensen die paarden verzorgen figuur 1, is het belangrijk om te weten hoe zwaar hun paard is. Het gewicht van een paard kan worden geschat met behulp van twee afmetingen:

Nadere informatie

Flexibele kantoorconcepten

Flexibele kantoorconcepten Flexibele kantoorconcepten Wat betekent dit voor het akoestische comfort? Ir. Sara Persoon WERKPLEKKEN 2 1 t Nieuwe werken een visie waarbij recente ontwikkelingen in de informatietechnologie als aanjager

Nadere informatie

NEN 2575; 2012 Brandveiligheid in gebouwen - Ontruimingsalarminstallaties Systeem - en Kwaliteitseisen en Projectierichtlijnen

NEN 2575; 2012 Brandveiligheid in gebouwen - Ontruimingsalarminstallaties Systeem - en Kwaliteitseisen en Projectierichtlijnen NEN 2575; 2012 Brandveiligheid in gebouwen - Ontruimingsalarminstallaties Systeem - en Kwaliteitseisen en Projectierichtlijnen Spraakverstaanbaarheid Stephan Dirkx ZOETERMEER - MOOK - GRONINGEN - DÜSSELDORF

Nadere informatie

1. Orthogonale Hyperbolen

1. Orthogonale Hyperbolen . Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies

Nadere informatie

Normering en schaallengte

Normering en schaallengte Bron: www.citogroep.nl Welk cijfer krijg ik met mijn score? Als je weet welke score je ongeveer hebt gehaald, weet je nog niet welk cijfer je hebt. Voor het merendeel van de scores wordt het cijfer bepaald

Nadere informatie

Nagalmproblemen in Sportaccommodaties. ing. T. Appeldoorn Acour Lawaaibestrijding B.V.

Nagalmproblemen in Sportaccommodaties. ing. T. Appeldoorn Acour Lawaaibestrijding B.V. Nagalmproblemen in Sportaccommodaties Door: ing. T. Appeldoorn Acour Lawaaibestrijding B.V. Inleiding: Sportaccommodatie zijn vaak ruimtes met zeer veel nagalm. Dit is de consequentie van het grote volume

Nadere informatie

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude

Trillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast

Nadere informatie

wiskunde C vwo 2018-I

wiskunde C vwo 2018-I Windenergie In een krant stond eind 2013 bij een artikel over de toekomst van windenergie de onderstaande figuur. In de figuur wordt de kostprijs voor het produceren van windenergie vergeleken met de kosten

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2012 tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.. Dit examen bestaat uit 21 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal zijn 88 punten te behalen; het examen bestaat

Nadere informatie

exponentiële standaardfunctie

exponentiële standaardfunctie 9.0 Voorkennis In de grafiek is de eponentiële standaardfunctie f() = getekend; D f = R, B f = (0, ) met de -as als asymptoot (Dit volgt uit: lim 0 ); Elke functie g met g > heeft deze vorm; Voor g > is

Nadere informatie

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn. Verbanden Als er tussen twee variabelen x en y een verband bestaat kunnen we dat op meerdere manieren vastleggen: door een vergelijking, door een grafiek of door een tabel. Stel dat het verband tussen

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2008-I

Eindexamen wiskunde A1-2 compex vwo 2008-I Tijdens dit examen werk je in Excel. Door in het openingsscherm op Excel werkbladen te klikken start Excel automatisch op. Je komt dan meteen in het eerste werkblad dat hoort bij het eerste deel van de

Nadere informatie

Kwadratische verbanden - Parabolen klas ms

Kwadratische verbanden - Parabolen klas ms Kwadratische verbanden - Parabolen klas 01011ms Een paar basisbegrippen om te leren: - De grafiek van een kwadratisch verband heet een parabool. - Een parabool is dalparabool met een laagste punt (minimum).

Nadere informatie

Het gewicht van een paard

Het gewicht van een paard Het gewicht van een paard Voor mensen die paarden verzorgen figuur 1, is het belangrijk om te weten hoe zwaar hun paard is. Het gewicht van een paard kan worden geschat met behulp van twee afmetingen:

Nadere informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Machten, exponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Machten, eponenten en logaritmen Macht, eponent en grondtal Eponenten en logaritmen hebben alles met machtsverheffen te maken. Een macht als 4 is niets anders dan de herhaalde

Nadere informatie

Geldwisselprobleem van Frobenius

Geldwisselprobleem van Frobenius Geldwisselprobleem van Frobenius Karin van de Meeberg en Dieuwertje Ewalts 12 december 2001 1 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Afspraken 3 3 Is er wel zo n g? 3 4 Eén waarde 4 5 Twee waarden 4 6 Lampenalgoritme

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B havo 2011 - I

Eindexamen wiskunde B havo 2011 - I Overlevingstijd Als iemand in koud water terecht komt, daalt zijn lichaamstemperatuur. Als de lichaamstemperatuur is gedaald tot 30 ºC ontstaat een levensbedreigende situatie. De tijd die verstrijkt tussen

Nadere informatie

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod

6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod 6 Geaggregeerde vraag en geaggregeerd aanbod Opgave 1 a Noem vier factoren die bij een gegeven prijsniveau tot een verandering van de Effectieve Vraag kunnen leiden. b Met welke (macro-economische) instrumenten

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2005-I

Eindexamen wiskunde A 1-2 havo 2005-I Er zijn nog drie wachtenden voor u Een callcenter verleent telefonische diensten voor bedrijven, zoals het opnemen van bestellingen of het afhandelen van vragen. Het telefoontjes en de gespreksduur per

Nadere informatie

Schoolgebouwen kunnen beter met een goed akoestisch ontwerp

Schoolgebouwen kunnen beter met een goed akoestisch ontwerp M+P - raadgevende ingenieurs Müller-BBM groep geluid trillingen lucht bouwfysica Schoolgebouwen kunnen beter met een goed akoestisch ontwerp Ir. Theodoor Höngens Ir. Sara Persoon 1 M+P raadgevende ingenieurs

Nadere informatie

Examen HAVO 2013. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO 2013. wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 201 tijdvak 1 vrijdag 17 mei 1.0-16.0 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde A1,2

Examen HAVO. Wiskunde A1,2 Wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 25 mei 13.30 16.30 uur 20 00 Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt.

Examen VWO. wiskunde A1,2 Compex. Vragen 11 tot en met 17. In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Examen VWO 2008 tijdvak 1 maandag 19 mei totale examentijd 3 uur wiskunde A1,2 Compex Vragen 11 tot en met 17 In dit deel van het examen staan de vragen waarbij de computer wel wordt gebruikt. Bij dit

Nadere informatie

Bij alle verbanden geldt dat je, als je een negatief getal in een formule invult, je altijd haakjes om dat getal moet zetten.

Bij alle verbanden geldt dat je, als je een negatief getal in een formule invult, je altijd haakjes om dat getal moet zetten. Theorie lineair verband Bij alle verbanden geldt dat je, als je een negatief getal in een formule invult, je altijd haakjes om dat getal moet zetten. In het dagelijks leven wordt vaak gebruik gemaakt van

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde A1,2

Examen HAVO. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Donderdag 2 juni 13.30 16.30 uur 20 05 Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen; het examen bestaat uit 21 vragen. Voor

Nadere informatie

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag

Practicum algemeen. 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag Practicum algemeen 1 Diagrammen maken 2 Lineair verband en evenredig verband 3 Het schrijven van een verslag 1 Diagrammen maken Onafhankelijke grootheid en afhankelijke grootheid In veel experimenten wordt

Nadere informatie

Toepassingen van logaritmen

Toepassingen van logaritmen Toepassingen van logaritmen In de techniek krijgen we vaak met logaritmen te maken. We gebruiken in diagrammen een logaritmische schaal wanneer een grootheid kan variëren van heel klein tot heel groot

Nadere informatie

In een zware tornado worden maximale windsnelheden van ongeveer 280 km/u bereikt.

In een zware tornado worden maximale windsnelheden van ongeveer 280 km/u bereikt. Tornadoschalen In tornado s kunnen hoge windsnelheden bereikt worden. De zwaarte of heftigheid van een tornado wordt intensiteit genoemd. Er zijn verschillende schalen om de intensiteit van een tornado

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1 havo 2001-I

Eindexamen wiskunde B1 havo 2001-I Jus d orange Een restaurant van een warenhuis bestelt een grote partij perssinaasappels voor de bereiding van verse jus d orange. De sinaasappels worden aangevoerd in volle dozen van 50 stuks. foto De

Nadere informatie

Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429)

Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429) Getal en Ruimte wi 1 havo/vwo deel 1 hoofdstuk 4 Didactische analyse door Lennaert van den Brink (1310429) - een lijst met operationele en concrete doelen van de lessenserie, indien mogelijk gerelateerd

Nadere informatie

NIEUWBOUW LEGERINGSGEBOUW TE BREDA NAGALMTIJD

NIEUWBOUW LEGERINGSGEBOUW TE BREDA NAGALMTIJD BOUWFYSISCH RAPPORT NIEUWBOUW LEGERINGSGEBOUW TE BREDA NAGALMTIJD Project 121318-RH 22 mei 2013 Versie 1.0 Inhoudsopgave pagina 1 Inleiding... 3 2 Uitgangspunten... 3 3 Situatie... 3 4 Geluidabsorptie

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10) d.d. 30 oktober 2009 van 9:00 12:00 uur Vul de presentiekaart

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde A Formules

Praktische opdracht Wiskunde A Formules Praktische opdracht Wiskunde A Formules Praktische-opdracht door een scholier 2482 woorden 15 juni 2006 5,5 40 keer beoordeeld Vak Wiskunde A Inleiding Formules komen veel voor in de economie, wiskunde,

Nadere informatie

Meer verstaan in de thuissituatie: Akoestiek en overige hoorhulpmiddelen. Saskia Bruijn, Annemarie Schrijver, Wim Soede

Meer verstaan in de thuissituatie: Akoestiek en overige hoorhulpmiddelen. Saskia Bruijn, Annemarie Schrijver, Wim Soede Meer verstaan in de thuissituatie: Akoestiek en overige hoorhulpmiddelen Saskia Bruijn, Annemarie Schrijver, Wim Soede Vraag commissie Akoestische omstandigheden in woonomgeving van slechthorenden: instellingen

Nadere informatie

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl)

Examen HAVO. Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Wiskunde B1 (nieuwe stijl) Examen HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 30 mei 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen; het examen bestaat uit 19

Nadere informatie

1. Geluidsabsorberende vrijhangende eilanden

1. Geluidsabsorberende vrijhangende eilanden 1. Geluidsabsorberende vrijhangende eilanden Het gebruik van vrijhangende eilanden geeft flexibiliteit en een veelvoud aan akoestische oplossingen voor een akoestisch ontwerp. Vrijhangende eilanden kunnen

Nadere informatie

wiskunde B havo 2015-II

wiskunde B havo 2015-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid

Nadere informatie

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1 Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel Willem van Ravenstein 500765005 Haags Montessori Lyceum (c) 06 Inleiding In de leerroute transformaties van grafieken gaat het om de karakteristieke eigenschappen

Nadere informatie

Dr.ir. Wim Soede 1, Verstaanbaarheid en de invloed van de akoestiek. 1 Inleiding

Dr.ir. Wim Soede 1, Verstaanbaarheid en de invloed van de akoestiek. 1 Inleiding Dr.ir. Wim Soede 1, Verstaanbaarheid en de invloed van de akoestiek 1 Inleiding 1.1 Vraagstelling De hoorbaarheid van geluid wordt in eerste instantie bepaald door de sterkte van het geluid en de gehoordrempel

Nadere informatie

Gids voor de Akoestiek

Gids voor de Akoestiek VERSTAANBAARHEID VERTROUWELIJKHEID CONCENTRATIE Gids voor de Akoestiek Algemene definities Gebruikelijke akoestische criteria Om te voldoen aan akoestische wetgevingen en aanbevelingen werkt men met drie

Nadere informatie

Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Wiskunde A. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.

Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland. Wiskunde A. Trainingsmateriaal. De slimste bijbaan van Nederland! lyceo. Grootste examentrainer en huiswerkbegeleider van Nederland Wiskunde A Trainingsmateriaal De slimste bijbaan van Nederland! lyceo.nl Traininingsmateriaal Wiskunde A Lyceo-trainingsdag 2015 Jij staat op

Nadere informatie

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 Katern 2 Getaltheorie Inhoudsopgave 1 Delers 1 2 Deelbaarheid door 2, 3, 5, 9 en 11 6 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12 1 Delers In Katern 1 heb je geleerd wat een deler van een getal

Nadere informatie

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt.

VAARDIGHEDEN EXCEL. MEETWAARDEN INVULLEN In de figuur hieronder zie je twee keer de ingevoerde meetwaarden, eerst ruw en daarna netjes opgemaakt. VAARDIGHEDEN EXCEL Excel is een programma met veel mogelijkheden om meetresultaten te verwerken, maar het was oorspronkelijk een programma voor boekhouders. Dat betekent dat we ons soms in bochten moeten

Nadere informatie

Ook de volledige spiraal van de stroken van lengte 1, 3, 5,, 99 past precies in een rechthoek.

Ook de volledige spiraal van de stroken van lengte 1, 3, 5,, 99 past precies in een rechthoek. Een spiraal In deze opgave bekijken we rechthoekige stroken van breedte en oneven lengte:, 3, 5,..., 99. Door deze stroken op een bepaalde manier aan elkaar te leggen, maken we een spiraal. In figuur is

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen

Nadere informatie

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Eamen VW 08 tijdvak maandag 4 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen bestaat

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 011 tijdvak 1 donderdag 19 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I Steeds meer vlees In wordt voor de periode 1960-1996 zowel de graanproductie als de vleesproductie per hoofd van de wereldbevolking weergegeven. Hiervoor worden twee verticale assen gebruikt. De ronde

Nadere informatie

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

1.1 Lineaire vergelijkingen [1] 1.1 Lineaire vergelijkingen [1] Voorbeeld: Los de vergelijking 4x + 3 = 2x + 11 op. Om deze vergelijking op te lossen moet nu een x gevonden worden zodat 4x + 3 gelijk wordt aan 2x + 11. = x kg = 1 kg

Nadere informatie

Compex wiskunde A1-2 vwo 2005-I

Compex wiskunde A1-2 vwo 2005-I Zalm Wanneer van een vissoort te veel gevangen wordt, kan de populatie zich niet herstellen en valt er op den duur niets meer te vangen. Visserijbiologen streven dan ook naar een evenwichtssituatie waarbij

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde C. tijdvak 1 maandag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde C. tijdvak 1 maandag 14 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen VWO 2018 tijdvak 1 maandag 14 mei 13.30-16.30 uur wiskunde C Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 22 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk

Nadere informatie

Het opstellen van een lineaire formule.

Het opstellen van een lineaire formule. Het opstellen van een lineaire formule. Gegeven is onderstaande lineaire grafiek (lijn b). Van deze grafiek willen wij de lineaire formule weten. Met deze formule kunnen we gaan rekenen. Je kan geen lineaire

Nadere informatie

Bepaalde Integraal (Training) Wat reken je uit als je een functie integreert

Bepaalde Integraal (Training) Wat reken je uit als je een functie integreert Bepaalde Integraal (Training) WISNET-HBO update april 2009 Wat reken je uit als je een functie integreert De betekenis van de integraal is een optelling van uiterst kleine onderdelen. In dit voorbeeld

Nadere informatie

wiskunde A pilot vwo 2016-II

wiskunde A pilot vwo 2016-II OVERZICHT FORMULES Differentiëren naam van de regel functie afgeleide somregel s( x) = f( x) + g( x) s' ( x) = f'x ( ) + g'x ( ) productregel px ( ) = f( x) gx ( ) p' ( x) = f '( x) g( x) + f ( x) g' (

Nadere informatie

Akoestisch comfort, hoe bereik je dat?

Akoestisch comfort, hoe bereik je dat? Akoestisch comfort, hoe bereik je dat? Room Acoustic Comfort tm This slide is used for start page and chaptering. Insert your image here (The image should cover the whole grey square by doing that you

Nadere informatie

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn.

De grafiek van een lineair verband is altijd een rechte lijn. 2. Verbanden Verbanden Als er tussen twee variabelen x en y een verband bestaat kunnen we dat op meerdere manieren vastleggen: door een vergelijking, door een grafiek of door een tabel. Stel dat het verband

Nadere informatie

In dit nummer: Akoestische studie naar de historische buitenlocatie van het parlement in IJsland Akoestische kwaliteit in klaslokalen in België en

In dit nummer: Akoestische studie naar de historische buitenlocatie van het parlement in IJsland Akoestische kwaliteit in klaslokalen in België en In dit nummer: Akoestische studie naar de historische buitenlocatie van het parlement in IJsland Akoestische kwaliteit in klaslokalen in België en Nederland Thermische breuk: zonwerend glas onder spanning?

Nadere informatie

2011-06-13. Akoestisch ontwerp. Met gebruik van wandoplossingen

2011-06-13. Akoestisch ontwerp. Met gebruik van wandoplossingen 2011-06-13 Akoestisch ontwerp Met gebruik van wandoplossingen Inleiding Een verlaagd plafond is verreweg de meest gebruikelijke akoestische maatregel in een ruimte. In de meeste gevallen is dit voldoende

Nadere informatie

a tegen 1/(1+0,2*(R/r)^2)

a tegen 1/(1+0,2*(R/r)^2) Kegelproefje Een proefje met het laten rollen van een dubbele kegel (met bodemstraal R) over een iets schuinstaande rails, leek me wel aardig om te doen. Twee uur verder met meten en doen: Kom ik op een

Nadere informatie

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename

opdracht 1 opdracht 2. opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 2014 x y toename Algebra Anders Parabolen uitwerkingen 1 Versie DD 014 1 Parabolen herkennen opdracht 1. x - -1 0 1 3 y 4 1 0 1 4 9-3 -1 + 1 + 3 +5 toename tt + + + + a) + b) De toename is steeds een nieuwe rand. De randen

Nadere informatie

Inleiding tot de natuurkunde

Inleiding tot de natuurkunde OBC Inleiding tot de Natuurkunde 01-08-2010 W.Tomassen Pagina 1 Hoofdstuk 1 : Hoe haal ik hoge cijfers. 1. Maak van elke paragraaf een samenvatting. (Titels, vet/schuin gedrukte tekst, opsommingen en plaatsjes.)

Nadere informatie

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden. 1 Formules gebruiken Verkennen www.math4all.nl MAThADORE-basic HAVO/VWO 4/5/6 VWO wi-b Werken met formules Formules gebruiken Inleiding Verkennen Probeer de vragen bij Verkennen zo goed mogelijk te beantwoorden.

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B1,2 Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met

Nadere informatie

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2

Examen VWO - Compex. wiskunde A1,2 wiskunde A1,2 Examen VWO - Compex Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 25 mei totale examentijd 3 uur 20 05 Vragen 14 tot en met 23 In dit deel staan de vragen waarbij de computer

Nadere informatie

Mengen van scheikundige stoffen en het oplossen van scheikundige reacties, een wiskundig model. Wiskens&co Yoeri Dijkstra en Loes Knoben

Mengen van scheikundige stoffen en het oplossen van scheikundige reacties, een wiskundig model. Wiskens&co Yoeri Dijkstra en Loes Knoben Mengen van scheikundige stoffen en het oplossen van scheikundige reacties, een wiskundig model Wiskens&co Yoeri Dijkstra en Loes Knoben oktober 9 Inleiding In dit rapport zal gekeken worden naar verschillende

Nadere informatie

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Beperking van galm. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L.

Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam. Beperking van galm. Rapportnr: Datum: Versie: 1 Contactpersoon: L. Uitbreiding tweede openluchtschool te Amsterdam Beperking van galm Rapportnr: 2161296 Datum: 20-12-2016 Versie: 1 Contactpersoon: L. Mol Samenvatting Bij de uitbreiding van de tweede openluchtschool te

Nadere informatie

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur

Examen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Dit examen bestaat uit 8 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

Veranderingen Antwoorden

Veranderingen Antwoorden Veranderingen Antwoorden Paragraaf 1 1a Waarschijnlijk hoeveel procent je energie is van je maximale hoeveelheid 1b Het gemiddelde ligt veel hoger, Bekijk de oppervlakte tussen de grafiek en de stippellijn.

Nadere informatie

Die moeilijke decibels.

Die moeilijke decibels. Die moeilijke decibels. Hoe werkt het en hoe moet ik er mee rekenen? PA FWN Met potlood en papier Er wordt zoveel mogelijk een rekenmethode toegepast, welke door zijn eenvoud met een simpele rekenmachine

Nadere informatie

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni uur

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni uur Wiskunde A (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 18 juni 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal 9 punten te behalen; het examen bestaat uit 2 vragen.

Nadere informatie

Percentage afwijkingen groter dan vijf decibel

Percentage afwijkingen groter dan vijf decibel Om beter op zoek te kunnen gaan waar er verbeteringen kunnen toegevoegd worden aan de algoritmes heb ik een hulpfunctie gemaakt die in plaats van het interpoleren tussen fingerprints slechts de positie

Nadere informatie

Oefentoets uitwerkingen

Oefentoets uitwerkingen Vak: Wiskunde Onderwerp: Hogere machtsverb., gebr. func=es, exp. func=es en logaritmen Leerjaar: 3 (206/207) Periode: 3 Oefentoets uitwerkingen Opmerkingen vooraf: Geef je antwoord al=jd mét berekening

Nadere informatie

dochandl4vmbo_kader_netwerk3e.doc Deel 4 vmbo kader Inhoud deel 4 Wolters-Noordhoff bv

dochandl4vmbo_kader_netwerk3e.doc Deel 4 vmbo kader Inhoud deel 4 Wolters-Noordhoff bv Deel 4 vmbo kader Inhoud deel 4 Hoofdstuk 1 Rekenen Hoofdstuk 2 Lineaire verbanden Hoofdstuk 3 Vlakke meetkunde Hoofdstuk 4 Machtsverbanden Hoofdstuk 5 Statistiek Hoofdstuk 6 Ruimtemeetkunde Hoofdstuk

Nadere informatie

leeftijd kwelder (in jaren)

leeftijd kwelder (in jaren) Kwelders De vorm van eilanden, bijvoorbeeld in de Waddenzee, verandert voortdurend. De zee spoelt stukken strand weg en op andere plekken ontstaat juist nieuw land. Deze nieuwe stukken land worden kwelders

Nadere informatie

Hoe ontwerp je een concertzaal en popzaal ineen?

Hoe ontwerp je een concertzaal en popzaal ineen? Hoe ontwerp je een concertzaal en popzaal ineen? Onderwerp: Geluid, Ontwerpen Begrippen: Frequentie In een concertzaal is het erg belangrijk dat het geluid van het orkest overal in de zaal goed klinkt.

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl)

Examen VWO. Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Wiskunde A1,2 (nieuwe stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni 13.30 16.30 uur 20 01 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat

Nadere informatie

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide Hoofdstuk 13 Toepassingen vd differentiaalrekening (V5 Wis A) Pagina 1 van 7 Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide Differentiëren van e-machten en logaritmen f() = e f () = e f() = ln() f () =

Nadere informatie

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 1 Parabolen herkennen Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 2014 Algebra Anders Parabolen 1 Versie DD 014 1 Parabolen herkennen opdracht 1 We beginnen heel eenvoudig met y = x Een tabel en een grafiek is snel gemaakt. top x - -1 0 1 3 y 0 1 4 + 1 + 3 toename tt + a)

Nadere informatie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B 1 havo 2009 - I

Eindexamen wiskunde B 1 havo 2009 - I Vetpercentage Al heel lang onderzoekt men het verband tussen enerzijds het gewicht en de lengte van volwassen mensen en anderzijds hun gezondheid. Hierbij gebruikt men vaak de Body Mass Index (BMI). De

Nadere informatie

Examen VWO. Wiskunde A (oude stijl)

Examen VWO. Wiskunde A (oude stijl) Wiskunde A (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 27 mei 13.3 16.3 uur 2 3 Voor dit examen zijn maximaal 9 punten te behalen; het examen bestaat uit 2 vragen.

Nadere informatie

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2.

I. Vraag en aanbod. Grafisch denken over micro-economische onderwerpen 1 / 6. fig. 1a. fig. 1c. fig. 1b P 4 P 1 P 2 P 3. Q a Q 1 Q 2. 1 / 6 I. Vraag en aanbod 1 2 fig. 1a 1 2 fig. 1b 4 4 e fig. 1c f _hoog _evenwicht _laag Q 1 Q 2 Qv Figuur 1 laat een collectieve vraaglijn zien. Een punt op de lijn geeft een bepaalde combinatie van de

Nadere informatie

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten

Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Module 5 Uitwerkingen van de opdrachten Opdracht 1 Deze oefening heeft als doel vertrouwd te raken met het integreren van de diverse betrekkingen die er bestaan tussen de belasting en uiteindelijk de verplaatsing:

Nadere informatie